Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 634

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 22 1928

25 FEBRUARI 1958

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

E’h’Sj•h
conomisc
,

Beri

.

Chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID., FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VO
6
R ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

13E JAARGANG

WOENSDAG 22

INHOUD.

Blz.

DE VOORUITZICIITEN VOOR DE INTERNATIONALE PETRO-
LEUMINDUSTRIE
BIJ
DEN AANVANG VAN 1928 door
Dr.

W
. Mautner ……………………………….16
6

De invloed der Engelsche Beetwortelsuiker op de wereld.
markt door
Th. G. H. Stibbe ………………….. 170
Het Aardewerkwetje door
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn
Stuart …………………………………….
171

De Rijksmiddelen ……………………………….
173

BUITENLANDSCEE MECEWERKING:
Het vraagstuk van een zinkkartel door
Dr. H. 0.

Wesemann
…………………………….
174

AANTEEKENINOEN:
Indexcijfers van groot-
en kleinhandeisprijzen in
Nederl.-Indië …………………………..
176

OVERZIChT VAN TIJDSCHRIFTEN. ………..
.- ……
177

MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank ……………………….
177

Overzicht der Rijksmiddelen ………………..
178

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
178-184

Geidkoersen.

Ban kstaten.

Goederenhandel.

Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

INSTiTUUT VOÖR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
A.lgemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpatra.

ECONOM!SCII-STATISTISCIJE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ha.sselt; Jhr. Mr. L. H. van Len.np; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regôut; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Sohilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd’ lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

A.bonnementsprijs voor het weekblad franco P. P. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ons-
van gen de abonnd’s, lèden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en a4ver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s.G’rav,enhige. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

21 FEBRUARI
1928.

Gedeeltelijk als reactie op de sterke. daling van de

vorige week en ook in verband met ‘de geldbehoeft_

van de medio, was de geidmark deze week aanvanke-

lijk iets vaster gestemd: Later trad echter opnieuw een

daling in en gisteren waren prima bankaccepten voor

3’fio pOt. gemakkelijk t laatsei Callgeld; dat in

het midden d-er week weder tot 3% pOt. was opgetoo-

pen, werd voor 3 pOt. aangeboden en de prolongatie-

rente liep tot 3% pot:

* *

.
*

FEBRUARI 1928

‘No. 634

De binnenlandsche uitzettingen van De Nederland-

sche Bank zijn gedusend,e de afgeloopen week verder

teruggeloop’en. De post binnenlandsche wissels daalde

met
f
9,5 miljoen; de’ beleenin’gen
blijken
met
f :3

millioen ‘te zijn afgenomen.

– De goudvoorraad der Centrale Crodietin.s’telling

bleef op dezelfde hoogte. Het zilver daalde• met

f
900.000. De post papier op het buitenland vertoont

een stijging van
f
100.000, terw’ijl de diverse rekenin-

gen op de actiefzijde der balans een, vermindering van

f
2,6 millioen te zien geven.

De biljettenrirculatie daalde met
f
5,8 millioen.

Het ‘tegoed van den Staat nam eveneens met
f
5,8 mii-

lioen af. De rekening-courantsaldi van anderen ver-

minderden met
f
4,4
millioen. Het beschikbaar me-

“taalsaldo klom met
f
2,3 millioen. Het dekkingsper-

centago bedraagt ruim 55. –

* *
*

In verband met de stijvero geldmarkt kwam er in dc

wisselkoersen in de eerste helft der week .niet veel

verandering. Bij een ruimer worden der geidmarkt

trad direct weder een verdere verstijving in, die vooral

gisteren sterk tot uitdrukking kwam in een stijging

van den P’on’den- en Markenkoers: 12,11-12,12%

59,23-59,34%. Ook Dollars waren iets vaster: 2,48
11
11.0

i %; terwijl ook de meeste andere wissels evenredig

stegen. Alleen Madrid was flauw en liep van 42,20 tot

42,01 terug.

* *
*

LONDEN, 20 Februari 1928.
De geidmarkt heeft een gemakkelijke week achter

den rug. Dit werd hoofdnaklijk veroorzaakt doordat

gedurende de week 10 miflioen pond meer aan schat-

kistpromessen vervielen dan vernieuwd werden.

Disconto werd tegen denzelfden koers 416 genotedt’cl,

maar was iets zwakker van toon, hetgeen ook tot uit-

cirukking kwam in de toewijzing der schatkistp:romes-

sen op Vrijdag tegen ongeveer
4h1
pCt.

Deze week is het bedrag, dat aan schatkistpromessen

niet vernieuwd wordt, 5 millioen pond; daarom ver-

wacht men, dat geld iets zal aafr’trekken.

166

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
Februari 1928

DE VOORUITZICHTEN VOOR DE INTER-

NATIONALE PETROLEUMINDUSTRIE

BIJ DEN
AANVANG VAN
1928.

Het jaar 1927 zal in de annalen der internai,idnale
petrolenmin’clustrie niet alleen vermeld blijven als een

jaar van nieuwe productie.recopds in verscheidene lan-
den en in de werel•dproductie (circa een en een kwart

milliarci barrels), maar, en juist daarom, ook als een

jaar van in het algemeen minder gunstige bed.rijfsrd-
saltaten. In de gevallen, dat de aangekondigde divi-
denclbetalingen daarmede in tegenspraak schijnn

heeft men te doen met bijzondere omstandigheden of
oorzaken. Als zoodanig kan men beschouwen de divi-

dend-politiok van bepaalde ondernemingen
1),
voorts de
speciale positie, welke sommige maatschappijen, zooals

pij.pleiding-ondernrn in gen, innemen, die recordho&
veelheden konden transporteeren ) en ten slotte ook

die ondernemingen, welke meer .als fabricage- en han
delsondernemingen kunnen worden ‘beschouwd, dan
wel als productie- en transportbedrijven
3).
Zoo heb-
ben 22 groote Amerikaansche petroleummaatschap-

pijen, welker dividend-declaraties reeds beschikbaar
zijn, hare uitkeeringen verminderd of gestaakt, terwijl

vijf andere hare dividenden verhoogden en een tot
dividendbetaling overging
4)

Onder deze omstandigheden, en in vele gevallen niet

1)
Bijv. hebben de maatschappijen der Standard OH-groep
als geheel beschouwd in ‘het afgeloopen jaar $
213,62
mii-
lioen aan dividend gedeclareerd tegen $
200,33
millioen in
1926
en
$ 153,51
millioen in
1925.
Maar daar :het ‘bij deze
groep gewoonte is, slechts een betrekkelijk ‘bescheiden deel
der behaalde winsten in den vorm van clividenden uit te
keeren, kunnen deze (lan ook in ongunstige jaren gehand-
liaafd blijven. Toch bracht ook hier het laatste kwartaal
een teruggang van $
62,69 op $515,72
millioen, terwijl, zoo-
als bekend werd, nadat het ‘bovenstaande was geschreven,
de winst van de ‘Standard Oil Co. of
New
York pIm.
$ 16
milI. tegen $
32,78
milI. ‘zal beloopen, en de St. 0. of No-
braska $
2,43
per aandeel heeft verdiend
(1926: $ 5,03)
en
de Humble Oil (ISt. 0. Co. of New Jersey)
$2,43 (5,03
in
1936).
‘) Als voorbeeld zij vermeld cle Prairie Pipe Line, welke
in 1927 64,53
tegen
50,69
milliden ‘barrels in
1936
trans-
porteerde, de Buckeye Pipe Line, weLker tra:nsport
31,29
tegen
38,66
millioen barrels beliep, en de Indiana Pipe Line,
welker traitsport een hoogte van
27,02
tegen
25,31
millioen
barrels bereikte.
:3)
Hierbij kan men bijv. aan cle Vacuum Oil denken. Alle hiervoor genoe’mcle ondernemingen behooren tot den kring der Standard Oil-groep.
) De volgende maatschappijen, welke grootendeels
ook
hier te lande wel bekend zijn, staakten de betaling van
regelniatige diviclenden: Marland Oil Co., Mid-Continent
Petroleum Corp., New York Transit Co., Pan Anierican
Petroleum & Transport Co., Pan American Western Pe-
troleum Co., Prairie Oil & Gas Co., Simrns Petroleum Co.
en Tide Water-Associated Oil Co.
De ‘betaling van de geregelde dividenden verminderden
de: Cnrnberland Pipe Line Co., California Petroleum Corp.
(clie thans zal ‘worden samengesmolten met de Texas Corp.),
Tide Water Oil Co. en White Eagle & Refining Co., terwijl
de Barnsdall Corp. haar dividend in aandeelen in plaats
van in contanten ‘betaalt.
De uitkeering van het extra-dividend veiwiel of werd
ver.niindercl hij cle Associated Oil Co., Bnckeye Pipe Line
Cc., Ohio Oil Co., National Transit Co., Pure Oil Co.,
Riehfield Oil Co., Tide Water Oil Co., Shell Union Gil Corp.,
Standard Oil Co. of California en Union Oil Co. of Cali-fornia. Laatstgenoemde maatschappij.wordt genoemd in
verband met geruchten aangaande een aansluiting bij de
Atlantic Refining Co., welke de dividendbetaling op hare
gewone aandeelen hervat.
Voorts worden dan nog de uitkeeringen verhoogd ‘bij. de
Prairie Pipe .Line Co., South West Pennsylvani Pie Lines en Southern Pipe Line Co.
De basis der regelmatige •dividenden bleef onveranderd
bij de Chesebrough Manufacturing Co. en de Vacuum Oil
Co., doch eerstgenoemde verhoogt haar extra-dividend.
Ten slotte ‘zij. opgemerkt, dat – o.i. nog rijkelijk vroeg
te Londen het dividend van de Shell Transport & Trading
Co. geraamd ‘wordt op
2234%
tegen
25% over het vorige
jaar. Daarmede zou •de maatschappij terugkeeren tot de
basis, welke voordien gold.

zonder enige ongerustheid,

komt bij- allen, die belang
hebben hij de lotgevallen der petroleumindustrie –

het moge dan hare leidende figuren zijn of het

groote leger (alleen reeds een en een kwart millioen
in de Ver. Staten) van hen, die hunne arbeidskracht

stellen in dienst van deze branche, na den landbouw

en de spoorwegen het voornaamste Amerikaansche bedrijf, of ten slotte van dë talloozen in alle landen,

die door aandeelen-bezit ‘hetiokken zijn bij het wel en
wee der petroleumindustrie (anderhalf millioen per-

sonen alleen in cle Ver. Staten) – de wensch naar

voren, zich op grond der ervaringen van het jaar 1927

en der nu bekende omstandigheden rekenschap te
geven van de vooruitzichten voor 1928.

Voorspellen is steeds moeilijk geweest en het be-
roep van profeet ondankbaar. In het gunstigste geval

wordt hij in het gelijk gesteld, en wanneer hij met

een ongunstige prognose dit succes boekt, blijkt de
dankbaarheid van hen, Yoor wie de hroscoop werd
getrokken, niet bovenmatig groot te ‘zijn. Bijzonder

moeilijk is deze tdak tén aanzien van een industrie,
die, zooal’s de ondervinding sedert haar ontstaan leer-

de, in enkele maanden de geheele scala van hot ,,Him-
melhoch jauchzend, zu Tode betrübt” en omgekeerd

doorloopt, en waarin een productievermeerdering van

10 of 15% een algeheelen ommekeer in ‘den toestand. teweeg kan brengen. Maar dit mag er niet van terug-
houden, de thans bekende feiten na te gaan en aan de
hand daarvan en uit de ‘zich ontwikkelende afzonder-

lijke gebeurtenissen te pogen te onderkennen, welke
tendenzen zich in het algemeen bij een onpartijdige
leoordeoling laten aflezen.

Daarbij zal, men. ‘zich in ‘de eerste plaats hebben

bezig te houden met de basis der industrie, de
pro-
ductie aan ruwe olie,
want deze was ook in het afge-
loopen jaar voor de ontwikkeling van den algemeenen
toestand der industrie van overheerschend belang. De
overproductie bewerkte den ongunstigen toestand met
prjsdrukking voor ruwe olie en afgewerkte producten,
welke dan nog verergerd werd door den ,,petroleum-
oorlog” – welke in veel sterker mate de aandacht en
de fantasie van het groote publiek bezig hield.
In de eerste plaats moeten hierbij de verhoudingen
in de
Ver. Staten,
worden beschouwd, want als land
van productie zoowel als van verbruik – voor bijna drie vierde der wereldproductie en van cle wereld-

consumptie – maar ook als kapitaalmacht, evenals in
technisch opzicht, zijn deze toonaangevend voor de ge-
heele industrie. In het midden van de Amerikaansche
vraagstukken echter staat dat van do productiever-

meerdering, want al moge ook het steeds toenemende
verbruik bij gelijkblijvende productie een zeker tegen-
wicht tegenover hare nadeelen kunnen vormen – men
denke aan de levendige hoop, dat de automobielpro-
ductie met ongeveer S millioen wagens (vergeleken
met 3.394.000 in 1927 waarvan 2.939.000 personen-
en 455.000 vrachtauto’s, en 4.299.000 in 1926) een
nieuw»record zal kunnen boeken, en aan ‘de recente, maar veelbelovende pogingen tot invoering van ,,oil-
burners” (met olie gestookte centrale verwarmings-
installaties in particuliere huizen) – zee kan dit,
daar ook de verwerking hoogere resultaten vermag te
geven, toch de schadelijke gevolgen der overproduc’tie
voor de markt niet geheel compenseeren.

Sedert geruimen tijd reeds is het streven van de

Regeering en in het bijzonder van den ,,Federal Oil
Oonservation Board” erop gericht, de industrie te
bewegen tot medewerking
bij
de pogingen inzake een wettelijke oplossing van het vraagstu:k ‘der overpro-ductie. Nadat enkele leidende personen ‘de tusschen-

komst der Regeering ingeroepen en noodzakelijk
hadden verklaard, heeft de industrie zich toch weder
herinnerd, dat ziji
ingrijpen van staatswege
steeds
weinig wenschelijk heeft. gevonden. Zij heeft boven
een oplossing door den Staat die door ,,Oo-operation”
geprefereerd. Laatstgenoemde is zeer zeker ,,an end
devoutly to be wished”, doch wie tot dusverre de ont-
wikkeling heeft gadegeslagen, zal zich niet al te

22 Februari 1928

ECONOMISCH-STATIST!ISCHE BERICHTEN

167

groote verwachtiiigen

anderen mogen het wllicht

illusies noemen – maken als gevolg van deze samen-

working, wanneer daarachter niet cle regelende hand
of cle dreigende vinger van den Staat is te
zien,
ofwel

cle aanhoudende geweldige druk der overproductie.
Toegegeven moet worden, dat bepaalde wettelijke voor-
schriften, maar bovenal do wenschen der grondbezit-

ters en verpachters, die onder alle omstandigheden
op het ontvangen van hunne royalties aandronen,

voor de industrie het vermijden van cle noodlottige
overpioductie moeilijker maakten. Maar, zooals het
leidende blad der industrie, dat van ingrijpen door

den Staat niets wil weten, erkende: ,,De oorzaak (van

ht onheil der overproduetie) was te vinden in (Ie
onmacht dci industrie, zich relcenschap te geven van

hee r eigen verantwoordelijkheid.”
Thans evenwel Icon de industrie van den nood een
dougd maken en verklaren, dat alle onheil te vermij-
den zou zijn, wanneer ‘zij slechts ontheven zou worden

van de vrees, dat eventueele overeenkomsten inzake
productiebeperkingen een inbreuk zouden vormen op
de
Sher’nta’n, Aazti-t rust-wet.
Dezen wensch heeft een

commissie uit het American Petroleum Institute gefor-

muleerd als concept van een
antenclensent op deze wet

– en daarmede eindelijk een wenlc ter hac-te genomen,
dien de liandelssecretaris Hoover reeds voor ongeveer
anderhalf jaar aan de industrie heeft verstrekt:
Eet zal ondernemers en anderen belanghebbenden wet-
telijk vergund zijn, overeenkomsten te treffen, waardoor de
productie vatIl ruwe olie gedurende perioden van overpro-
luctie en werkelijke of economische verkwisting wordt
verminderd of stopgezet, en het zal als rechtvaardiging van
dergelijke overeenkomsten gelden, wanneer de productie
van ruwe olie in het betrokken gebied de capaciteit der be-
schikbare transportmiciclelen overtreft of wanneer de pro-
cluctie van ruwe olie, vernieercierd met den invoer, het ver-
bruik, vermeerderd met den uitvoer, overtreft.”

Zeer zeker is deze weusch billijk; hij verwezenlij-
king dient echter als aanvulling tot de speciale po-
siti.e en de daarmede verband houdende grootere vrij

héicl, welke de petroleumindutrio daardoor zal ver-
krijgen, in het algemeen belang de zekerheid te wor-
den geschapen, dat van deze factoren geen misbruik
kan worden gemaakt. Indien het tot regeling van
S.tcatswege zou moeten komen, dan zou naar het
schijnt de industrie nu de voorkeur geven aan die van
cld Staten afzonderlijk hoven een regeling door den
Bondsstaat. De laatste, die in verband met de Grond-
wet moeilijlcer is te verwezenlijken, zou echter, even-
als de wijziging vttn cle Sherman-Act, gelden voor het
geheelo gebied der Ver. Staten en daardoor uniforme
rechteverhoudingen scheppen. Volgens de jongste be-richten is de dobr den Federal Oil Conservation Board
in gestelde Commissie, samengesteld uit telkens drie
gedelegeerden van dén Board, van de industrie en in
petroleum-vraagstukken ervaren juristen, tot het be-
sluit gekomen, den Boaid te adviseeren tot voorleg-
giiig aan het Congres van een wetswijziging ongeveer
in den geest als hierboven geformuleerd – met welke
aavullende verbeteringen mel.dden de tot dtisverre
sldchts beschikbare korte telegrammen niet.
Men mag echter niet uit het oog verliezen, dat de
aannerning van een dergelijk zeker zeer belangrijk
vooistël in elk geval geruimen tijd ‘zal vereisehen, en
dit zal wel de reden zijn, waaroni de Heer
Walter
C: Tagle
1’reident van do Standard Oil Co. of New
Jersy, het bij zijn onlangs uitgesproken vrij pessimis-
tisch oordeel over de vooruitzichten der petroleum-
irclustrie, welke hjj reeds bijna een jaar geleden in
het laatste eslag van zijne onderneming weinig
gunstig voorstelde, buiten beschouwing heeft gela-
ten.
1)
Aan zijne uitlatingen moge hijv. het volgende
worden ontleend:
• Onder algeheele erkenning der ongunstige invloeden van
de overproductie in
1927
moet nog meer gewicht worden

1)
Niet
zeer
hoopvol
heeft
ziuli ook
de beer Doheuy valt
de Pan Ameiicau over de stituntie uitgelaten, terwijl de
voorspellingen der
.
heeren Dawes (Pure Oil) en Skelly
(Skelly Oil) wat optimistischer klonken.

gcht aciti de bccfreiging van de grootè ,,potentieele” »o

cluctie. (Het sChijnt natuurlijk geenszins onmogelijk, dat
de Heer
rfele
deze bedreiging op bijzondere ivijze juist
500
onderstreept om de industrie te bewegen tot energiek
arbeiden aan de oplossing van hare moeilijkheden en tot
‘verniijding van dit gevaar). Hij wees met klem op cle voor
name iol, welke de Seminole.procluctie in het jaar
1927
speelde en meende: In het afgeloopen jaar hebben wij ge-
noeg olie geproduceerd voor al onze behoeften en claaren.
boven aan reeds overmatig groote reserves nog
63
millioen
barrels toegevoegd.
West.Texas is een andere voorname factor hij cle pro-
cluctie, dlie daar in het begin van
1927
een hoogte van
30.000
barrels per dag bereikte en tegenwoordig
240.000
barrels bedraagt. Doch zelfs dit is van betrekkelijk ge-
ringe beteekeuis, voegde hij eraan toe, vergeleken met de potentieele productie aldaar. Op 1 Januari
127
avaren al-
daar 10.000 barrels van de ilagelijksche productie ,,shut-iu”; medio Decentber waren ItÔt minstens 500.000 barrels meer.
West-Texas produceerde in de laatste
12
maanden
55 mil-
lioen barrels olie (Seminole
137
millioen barrels lichte olie),
en men mag aannemen, dat het in
1928
driemaal rooveel
zal produceeren.
In Californië kan alleen reeds het winnen van olie uit
de diepere zones van het Long Beach.velcl cle productie van
dit terrein van
1
106.000
tot
250.000
barrels per dag doen
stijgen.
En hij besloot: Sedert de dagen van het Cushing-veld in
1914
en
1915
zijn te olieprijzen nimmer gedurende een zon
langen tijd zoo gedrukt gebleven, en
(te voorteekenen wij-
zen niet op een verandering in cle naaste toekomst.

Nu is, dit moge onmiddellijk worden opgemerkt, de
productie althans van een belangrijk deel van West-
Texas, van het Yates-veld, door overeenkomsten tus-

schen de daar werkende maatschappijen voor de eerst-
volgende maanden als bron van gevaar grootendeels
uitgeschakeld; gevaarlijk wordt de situatie in West
Texas vooral naar mate de nu nog onvoldoende capaci-
teit van (le pijpleidingen wordt opgevoerd. De overeen-
komst in het Yates-gebied loopt tot 1 Juli 1928, kan ech-
ter door eiken deelnemer met 60 dagen opgezegd wor-
den. De voor het Semiuole-gehiod (Oklahoma) getroffen
maatregelen bewerken, in weerwil van een mogelijke.
verdere uitbreiding van dit terrein, een vermindering
van het gevaar ook dezerzijds, terwijl een groot aantal
belangrijke velden in de Ver. Staten een daling
van de productie te zien geeft.
1)
Doch er moet reke-
ning mede worden gehouden, dat deze factoren door
de tegen het voorjaar stellig stijgende productie in
T
es
tTe
xas
, maar ook in Californië gecompenseerd
worden bf althans kunnen worden. Wel heeft men in
Texas en Cahfornië te doen met zware olie, en niet,
zooais in het geval van Seminole, met lichte, maar,
aangezien door de kraak-procddé’s ook uit de eerste
groote hoeveelheden benzine gewonnen kunnen wor-
den, is het onderscheid niet meer van z66 groote be-
teelcenis als he’t vroeger is geweest, en de mogelijkheid
dreigt, dat een aantal
kraalc-insto..flaties,
die in het
afgeloopen jaar werden stopgezet, met het oog op de
zich wijzigencle vei-houdingen weder in bedrijf worden
gestold.
2)
Voorts vormt ook de groote productie van
benzine uit aardgas,
3)
en het streven deze te vervaar-
digen in kwaliteiten, die voor de marlct bruikbaar zijn
zonder vermenging met andere soorten, een factor,
welke bij beoordeeling van de marktpositie niet mag
worden verwaarloosd.
Als verdere, hij de beoordeeling medetellende, feiten
kunnen nog worden genoemd: de tege’nwoordige
ge,-
rin.ge benzinevoorra.den,
waaraan nochtans voor den
zomer nog veel veranderen kan, voorts cle bij ongun-
stigen markttoestand algemeen
scherper wordencJe
concurrentie,
die zelfs tot een bepaalde tegenstelling

Deze overeenkomst loopt tot 1 Maart en zal daarna
voor het grootste gedeelte vaaschijnljk niet worden ver-
lengcl. Een belangrijke toeneming is echter slechts, naar
mate cle nienwe boringen productief worden, te verwachten,
d.w.z. plusminus drie maanden later. Niettegenstaande deze stopzetting werd in November
1927 32
pOt. van alle benzine door kraken gewonnen, en sinds het begin van het jaar 30 pCt.
10
pOt. in November en ook als gemidclekle voor
Jan tiari—Novecniber.

168.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN


22 Februari 1928

tusschen enkele Standard Oh-eenheden in dit opzicht

geleid heeft, want ook deze moeten zich, met ver-

onachtzaming van oude wederzi.jdsche gebieds-resen-

veeringen, toeleggen op afzet van hare o’vergroote pro
ducties; omgekeerd hebben, echter ook de scherpe con-
currentie en de ongunstige situatie tengevolge, dat

verscheidene ondernemingen ,,rijp voor aaneeuslui-

ting” worden en dat dergelijke aaneensluifingen, ‘het’
ziy in den vorm van, fusies of ‘overdracht van aan-
deelen, ook ongetwijfeld nog te verwachten zijn.

Voor de Ver. Staten, maar ook voor de ‘wereld-
markt en ten slotte voor enkele bepaalde landen, ‘is ech-

ter de sterk stijgende productie, . bovenal van
Vene-
zuela,
en voorts ook van
Colu’inbia,, .îati,
groote heteeke-
nis. De pe’troleumexport uit Venezuela kan, wanneer de

ramingen voor 1928 worden bewaarheid, die gaan tot

ver beven ‘de 100 mi’liioen barr’els tegen 64.44 millioen
barrel’s in 1927 en 37,23 millioen in 1926,
1)
de uit-
werking van niet weinig overeenkomsten ter beper-
king van de productie in de Ver. Staten geheel in de

war sturen. Het is zeker voor een niet gering deel de
invloed der productie juist van dit land geweest,

welke de Amerikaansche petroleum-maatschappijen
bewoog tot het afsluiten van langdurige leveringscon-
tracten voor stookolie met de groote scheepvaart.maat-

schappijen tot voor eerstgenoemde weinig gunstige

prijzen. De productie der andere Zuid-Amerikaan sche
Staten
‘-
Peru, Argentinië, Trinidad
– kan als
min of meer stabiel’ worden ‘beschouwd. Omdat hj

Venezuela een herhaaldelijk vernomen productie-ra-

ming werd weergegeven, mogen ook met betrekking

tot deze landen eenige
cijfers
worden genoemd, en wel

voor Peru 10.5 millioen barrels tegen 10.0 millioen in

1927 en 10.76 millioen in 1926. voor Argentinië 9.0

millioen ba.rrels (8.5 en 7.95 mill. in 1.927 en 1926)
en ‘5.2 millioen barrels (pim. 5.3 mili. in elk dor jaren
1927 en 1926) voor Trinidad, terwijl Oolumbia de

zijne van 6.44 millioen in 1926 en 14.6 millioen in

1927; wellicht tot 18 á 19 niiilioen harréls in 1928 zal
kunnen verhoogen.
Moeilijk te ‘bepalen is de invloed, wel’ken cle pro-‘

ductie van
Mexico in
het thans aangevangen jaar op

den internationalen markttoestan•d zal uitoefenen.

Terwijl de, na een vonnis van het Hooggerechtshof,
afgekondigde wijziging ‘der artikelen 14 en 1.5 van de
petroleum’et ongetwijfeld aan de wenschen der pe-

t.releummaatschappiSen in ruime mate tegemoet komt,
blijven toch nog tal van andere bezwaren, welke zij
tegen de petroleum-wetgeving in haar geheel hebben
aangevoerd,, onveranderd bestaan, zoodat wij ons nog
niet accoord zouden willen verklaren rne,t de opvatting

van President ‘Oooli’dge, aan wien ‘de’ uitlating wordt
toegeschreven, dat ‘de geheele olie-controverse met
Mexico thans een einde zou ‘hebben gevonden. Wel wordt ‘reeds gewag, gemaakt van een hervatting dec’
onderhandelingen en van de hoorwerkzaamheden op
groote schaal, en ook van hoorsuccesse’n. doch
het valt minstens te betwijfelen, of verscheidene.
maatschappijen’ er groote waarde aan hechten, cle
toch reeds groote .wereidprodpcti ‘ii’og verder te’
verhoogen, ofschoon voor enkele ‘bepaalde onder-
nemingen – zooals ook het geval is in Venezuela
– zuiver particuliere overwegingen . een vermeerde-
ring der productie Icunnen gebieden, zonder dat men zich ergens anders om bekommert. De voorbereidin-
gen, welke juist, in Venezuela een aantal maa’tschap-
pij’en treffen, die aldaar nieuw of in sterkere mate

werkzaam willen
zijn,
geschieden natuurlijk oolc uit
het, gezichtspunt, voordeel te trekken van clie goed-
koope olie, zelfs al worden ‘daardoor d’e wereldmarkt
e.
de algemeene toestand ‘der industrie nadeelig beïn-
vloed. De productie van Mexico wordt daarom, ietwat
willekeurig, op plm. 60 mili. vaten tegen 64.2 mill.
in 1927 en 00.42 miii. in 1926 geschat.

1)
Wij
zouden tegenover deze ‘zeer optimistische verwach-
tingen, en bahoudens afspraken tot regeling van cle pro-
,Iuetie. een
u”iII.ising vnu 90 9, :100 miii.
barrels als ccii zeer
mooi resultaat beschouwen.

• Ook
Rusland
zal zonder twijfel zijn productie’ ver-
hoogen, zooals di’t de laatste jaren geregeld en. tot

boven ‘de hoogte van ‘de vredesjaren het geval is ge-
weest. Daarmede zal ook ‘de voorbbrenging van afge-werkte producten ‘toenemen, en het ligt in ieder geval

in de bedoeling, meer en meer afgewerkte producten te

exporteeren. Rusland is gedwongen te exporteeren,
en zulks wel tot eiken prijs. De engunstige econoini-
‘sche en financieele toestand van ‘dat land, gepaard
aan de geringe vooruitzichten voor h’et ver]crijgen
van verdere credieten, drj’ft ook iii ‘dezelfde rich-

ting. Een zeker ‘tegenwicht kan daardoor worden ge-

vormd, dat’ de zeer groote leveringscontracten, weilce
de Sovjets hchben afgesloten, ‘den afzet van groote
hoeveelheden met stelligheid waarborgen en derhalve

misschien de neiging laten opkomen, ‘de overige voor

uitvoer beschikbaar komende hoeveelheden, niet ,,het

koste wat het wil” oo’k inder’daad te exporteeren. De

Russische productie zal in 1928 wel pim. 80′ millioen

vaten belo’open, tegen minstens 73 mili. in 1927 en
64.31 mill. in 1926.

tu geringere mate dafi de Russische olie speelt die uit
RoeraeD.iië
en ‘nog minder die uit
Polen
een
rol op de we’reldmarkten. Terwijl de welwillen’der hou-

‘ding der Roemeensche R.egeering natuurlijk voor de

‘daar werkende maatschappijen zeer welkom is, ‘draagt
toch de daardoor grooter wordende mogelijkheid van
een verdere stijging
‘der productie en van lagere pro-
ductiekosten niet onvoorwaardelijk ook tot een’ ver-
betering der marktsi,suatie in naar verhouding toch
nog groote afzetgehieden
bij’.
Hetzelfde geval ‘doet zich
in Polen voor: Terwijl de, in verband met ‘de verhou-
din’gen in de Poolsche industrie onvermijdelijk gewor-
‘den gedwongen kartelvorming ongetwijfeld aan de ‘in-

dustrie van “t land ten goede zal komen ‘en ook ‘de door
den Staat ingeleide politiek der productiebevordering
wel van nuttige uitwerking daarvoor zal zijn, blijft toch
‘de invloed van e.e.a, gemeten met internationalen maat-

staf, zeer gering, zoowel ten goede als ten kwade.

Onder deze omstandigheden ‘zouden wij’ ‘de productie
van ‘Roemenië willen ramen op 28 â 29 miliioen ‘bar-
rels tegen iets meer dan 26 mill. in 1927 en 23.31

miii. in 1926 en ‘die van Polen, optimistisch, op 5.5
â 5.6 millioen barrels tegen resp. 5.3 en 5.84 mill;
barrels in het ‘afgeloopen jaar.

De drie groote productiegebieden in Azië:
Perzië,
Nederlandsch- en Britscli.-Indië,
zijn min of meer
uitsluitend elk het arbei’dsterrein van é,n enkele
maatschappij’ of groep en bieden ‘daardoor de moge-
lijkhei’d van een doelbewus’te regeling der productie,
aanpassing aan de marktverhoudingen, kortom van
een toestand, welke ‘der Amerikaansche industrie in
‘dit opzicht nog als ideaal voor oogen zweeft. Der-
halve behoeft men geen groote wijzigingen in de pro-
ductie te verwachten; de in Perzië en Nederlan’dsch-
Indië werkende maatschappijen kunnen, en ‘de in
En’geisch-Indië wericende kan en (wegens de daling
van een deel harer velden) moet ervan afzien, door
‘geweldige productievermeerderingen ‘de markt verder
te verstoren, welke ‘reeds in Engeisch- zoowel als in Na-
derlandsch-In’dië het tooneel van, een heftigen prijs-
strijd is. De productie van Perzië zouden wijl willen
stellen op circa 37 millioen ‘barrels tegen 36,5 millioen
in 1927, en 35.84 miii. in 1926, ‘die van Britsch-Indië
op minder dan 8, miii. tegen 8.0 millioen barrels in

1927 en 8.27 miii.’ in 1926 en ‘die van Nederlan’dsch-
Indië op 21 it 22 millioen tegen 21.4 en 21.24 millioen barrels ‘in 1927 en 1926; hierin zal ook een verhoogde
activiteit van de Nederlandsche Koloniale Petroleum
Mij., en der Nederland’sch-Indische Aardolie Mij’. wel’ geen al te grooVe verandering brengen. Voor
Serawa7,
het vierde productiegebied van Azië zal men vermoe-
delijk eveneens op tegenover 1927 en. 1926 niet veel
veranderde cijfeks moeten rekenen (pl.m. 5 mili. in
1927 en 4.94 mill. vaten in 1926).
Ook elders ontbreken ernstige
priy’soorlo
gen
zeet
zeker geenszins, en er bestaan momenteel slecht’s zeer
weidig gebieden, waar niet een hevige concurrentie-

22 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

strijd woedt. Doch niet ‘aan deren, meer als normaal

‘te beschouwen, maar aan dien, verband houdende met

‘de Russische olie, en aan de pogingen van de Ko-
ninklijke-Shell-groep, den afzet daarvan met alle ter
beschikking staande middelen te bestrijden, denkt het
groote publiek in de eerste plaats, wanneer het van

een petroleum-oorlog leest of spreekt. Ook ten aan-
zien daarvan luiden de laatste berichten iets hoop-

voller. Overigens zou men in verband met de meer-
malen uitgesproken bedoeling •der Koninklijke-Shell,

den verkoop der Russische olie, hetzij, deze plaats
vindt door eigen verkoopsorganisaties der Russen
(welke deze verder aan het uitbreiden zijn),
hetzij

door derden, te
bestrijden,
slechts moeilijk vermoedens

kunnen uitspreken omtrent de basis, waarop een der-

gelijke toenadering
mogelijk
zou zijn, wanneer men

zich niet herinnerde, dat in ,,mat’ters of commerce”
kooplieden het nog steeds eens weten te worden.
Onvermeld bleef tot dusverre de productie van

Meso polami;
daar déze in weerwil van de zeer op-

merkelijke boorresul’taten bij Kerkuk nog gedurende
‘betrekkelijk langen tijd geen rol in de petroleumvoor-
zieni’ng der wereld zal spelen – ongeacht ‘de zeer

hoopvolle verwachtingen in Frankrijk. De aanleg van
pijpleidingen, zeer
waarschijnlijk
naar Haiffa en niet
naar Alexandrette, zal niet slechts geruimen tijd ver-

eischen, maar nog meer geld, en het blijft de vraag, of de groote petroleumconcerns veel gevoelen voor
een zeer snelle voorziening der markten in ‘de Mid-
dellandsche Zee-landen, (clie voor de Mesopotamische
olie allereerst in aanmerking zouden komen), wanneer
de overproductie internation aal zou aanhouden.

Ook werd geen rekening gehouden met de berei-
ding van synthetisch,e benzine;
in weerwil van de
niet te loochenen successen, is deze
momenteel
siechl:s
beschikbaar in een mate, welke de voorziening van
andere markten •dan de Duitsche uitsluit, en voor
later zullen overeenkomsten inzake marktregeling wei
al te schadelijke invloeden kunnen vermijden.
Wij hebben om deze beschouwing met een
samen-
vatting
te kunnen besluiten, getracht dat te herhalen
wat eens ‘Schopenhauer deed, ‘toen hij bij ‘de keuze van
een woonplaats slechts
moeilijk
tot een besluit kon
komen: hij maakte een einde aan zijn aarzeling door
de voor en nadeelen tegenover elkander te stellen
om zoo tot een beslissing te komen. Ook wij
hebben getracht de vooruitzichten der petroleum-
industrie, zooai’s deze zich in het korte heden voor do
naaste toelcomst
voordoen – want alleen die is te
overzien – over ‘te ‘brengen in, het vertrouwde beeld
van een soort ,,balans”. Heeft men bij ‘Schopenhauer
met een zuiver persoonlijk oordeel te doen,
wij’
zijn ons
volkomen bewust, ‘dat ook in het on’derhavi,ge geval bij ‘de waard’eering ‘der
afzonderlijke
factoren, meer nog
dan bij’ de ‘keuze daarvan, subjectieve opvattingen sterk
zullen medespreken. Maar met ‘deze beperking kan een
dergelijke schematische voorstelling misschien tocli i’nteresseeren.. Slechts houde men zich ‘daarbij voor
oogen, dat ‘deze opstelling werd gemaakt uit het ge-
zichtspurit, wat voor de
internationale
petroleuxnsitua-
tie, niet echter voor die van een bepaald land, als nut-
tig of schadelijk moet worden bëschouwd. Want dat
de belangen der
afzonderlijke
landen soms evenmin
parallel loopen als zeer
‘dikwijls
‘die der ondernemin-
gen afzonderlijk, en dat uit deze tegenstrijdigheid van
belangen alles eerder dan harmonie wordt geboren,
toont reeds een. ‘oppervlakkige beschouwing, en, in
menig geval met nog meer nadruk, de dagelijksche
practijk.
Balans van den toestend en de vooruitzichten der
internationale petroleum.industrie bij den aan’oang van 1928.
Activa.
1. Vereenigde Staten:
Nawerking van, ‘de les van 127 (Overproductie, grootea-
deels als gevolg van gebrek aan samenwerking en van een
afdoende ‘wettelijke regeling).
Toeneming van de vraag door uitbreiding van het auto-
rnobielgebruik, door lagere prijzen der petroleumproducten
en nieuwe toepassingen.

11
*

invloed van de Couservation-beweging:
Verlenging der thans in werking zijnde overeenkom-
sten tot productiebeperking ‘in Oklahoma (Seminole) en
Texas (Yates).
Ingrijpen van Staatswege:
ee. Verwezenlijking van dwangmaatregelen door den
Staat.
bb.
Invloed ‘van het streven der producenten, deze door
onderlinge samenwerking te voorkomen.
Ingetreden procluctievermindering en vooruitzicht, cle
productie niet te vergrooten (geringer aantal nieuwe borin-
gen, lage prijzen voor ruwe olie).
Momenteel geringe benzine-voorraden.
Voordeelen van goedkooper productie door verbeterde
methoden bij de productie en bij de verwerking.
Invloe:I van reeds plaats gevonden hebbende en nog te
verwachten aaneensluitingen.
Gereserveerde Jaou’ding als gevolg van lage prijzen voor
afgewerkte producten en bekend geworden slechtere fin an-
cieele resultaten.
Mexico:
Geringe uitzichten op een productieverincerdering.
Zuid-Amerika:
Geringe uitzichten op belangrijke stijgingen der produc-
tie (uitgezonderd in Venezuela en Columbia).
Rusland:
Geringer wordende neiging, den uitvoer onder alle om-
standigheden en tot eiken prijs op te voeren en ontlasting
van bepaalde markten door leveringscontracten voor andere,
Roemenië:
Welwillender ‘houding der Regeeriug. 8. Polen:
Gedwongen karteivorming en bevordering der industrie
door den Staat.
7. Azië:
Stabiele productie in Perzië, Nederl.-Indië, Br.-Tndië en
Serawak en mogelijkheid deze aan de wereldsituatie aan te
passen.
Mesopotamisuhe petroleum, nog niet op de werodniarkt. S. Internationaal
Lichte algemeene verbetering in den economisclien we-
reldtoestand.
Kansen op ‘bijlegging van den petroleumstrijd.

Passiva..
1. Vereenigde Staten:
Vergeten van de les van 1927.
Tegenwerkende factoren voor de Conservation-beweging: Wettelijke moeilijkheden bij de verwezenlijking.
Overmatig groot individualisme ‘bij producenten en
gronde.igen aren.
Pogingen de maatregelen van den ‘Staat achterwege te laten ol deze te doen uitstellen tot een tijdstip, waarop
zij overbodig zullen zijn.
Pogingen om bij eenigazins •heteren toestand der indits-
trie boringen en productie uit te breiden.
Groote voorraden aan ruwe olie en stijging der henri no-
voorraden in den ‘winter. Verhoogitig der productie van ‘benzine uit aardgas.
Mogelijkheid der hervatting van ,,cracking’ in ruimere
mate.
Ontginning van nieuwe velden (West-Texas, O’klahoïna,
Californië).
Finaneieele lasten door het aanhouden van voorraden,
voor den dienst van obligatieleeningen, enz. Invloed der produetievermeerdering in Venezuela en Go’
iumbia op de marktsituatie.
Ongunstige tankboot-vrachten,
Langdurige leveringseontracten tot lage prijzen.
2. Mexico:
Mogelijkheid van grootere activiteit bij het boren,
3. Zuid-Amerika:
Groote vermeerdering der productie in Venezuela.
Vermeerdering der productie in Colunibia.
4.
Rusland:
Grootere productie van ruwe olie en vervaardiging van
afgewerkte producten.
Streven den export te vergrooten. oitgunstige financieele
toestand en geringe uitzichten op nieuwe credieten.
5. Roemenië:
Toenemende productie en verwerking. 6. Polen:
Algemeene verhoudingen.
7. Azië:
Ongunstige marktsituatie in de voornaamste afzetgebie-
den in verband met concurrentie-oorlogen.
S. Internationaal:
Verstoringen van de betere ontwikkeling iii den econouli-
schen wereldtoestand.

170

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari-.1928

Voortduren van den petrIeumstrjd. ‘.
Tnloed der vervaardiging van syntihetische petroleum.
E[eftige ,,nor.male” concurrentï’c-a.mpagries.

Deze opstelling van, zooals uit het bovenstaande
reeds zal
Zjj:fl
gebleken, natuurlijk niet even gewich-

tige elementen, schijnt wel, al is het ,,moeilij’k elk

naar de juiste waarde te schatten met een overwicht

der heden waarneembare ongunistige factoren en out-

wi:kkelingsten’denzen te sluiten; zij bevestigt daar

mede den indruk, welke zich bij een onderzoek van den
toestand der internationale industrie, zooals dat ook

in deze beschouwing een plaats vond, voordeed. Met

nadruk moet echter nogmaals worden gewezen op het zoo dikwijls voorgekomen feit van de snelst denkbare

verandering in do situatie. Ook de overgang van de

gunstige conjunctuur naar de tegenwoordige ongun-

stige voltrok zich binnen slechts enkele maanden. Om

een herstel te bewerken zal men, zooals de zaken thans

staan, bovenal moeten hopen op systematische samen-
werking en organisatie, die als de werkzaamste genees-

middelen zijn te beschouwen; in dit . geval gelijk

elders, zullen deze blijken door beter inzicht in d

‘noodzakelijkheid gedragen to
zijn
dan het werken van
velen zonder onderling verhanci en een ontwikkeling

in het wilde; en daarom zullen
z
ij ook toonen van
hoogere orde te zijn. Dr.
WILHELM MATJTNER.

DE IN VLOED DER ENGELSCHE BEETWORTELSUIKER

OP DE WERELDMARKT.

Een verschijnsel, dat zeker volle aandaéht verdient,

heeft zich in de laatte jaren voorgedaan op de Lon-

densche suikermarkt; de beteekenis daarvan is niet

te onderschatten, aangezien het feitelijk zijn stempel

gedrukt heeft op den geheelen wereidsuikerhandel.

Vanaf de vroegste tijden – vooral nadat Amster-dam, dat voorheen op suikergebied een zeer voor-

name plaats innam, als markt op een hoogst be-

scheiden plaats is teruggevallen – is Londen de markt

geweest, waar men de draadjes in handen had; waar
zich het geheele wereldverkeer concentreerde; waar
de suiker vaii alle landen – zoowel riet- als biet-

suiker – werd verhandeld, voorzooverre die in die
landen zelf niet werd verbruikt.
Dit had eene natuurlijke reden. Engeland was eer-

tijds een der weinige landen, waar geen suiker ge-

produceerd werd,
terwijl
het
anderzijds
steeds een
der meest beteekenende consumptielanden was.
Eene hoeveelheid van nagenoeg 2.000.000 ton is
daar
jaarlijks
benoodigd. Voor verwerking in de
Engelsche raffinaderijen werd per jaar voor con-
sumptie circa 1.000.000 ton ruwsuiker geïmporteerd,
terwijl eene ongeveer
gelijke
hoeveelheid raffinade van’
het vaste land werd betrokken.
Al deze suiker bleef in het land zelf.
Van de 1.000.000 ton ruwsuiker, die in Engeland
werden ingevoerd, bestond ongeveer 650.000 ton uit Europeesche bietsuiker,
terwijl
circa 350.000 ton
Koloniale-, dus nietsuiker, was. De raffinaderijen, welke jaarlijks deze hoeveelheid
hadden te verwerken, namen, zooals te begrijpen is,
eene zeer vooraanstaande plaats in op de suikermarkt
en omgekeerd was de Londensche markt zeer belang-
rijk, juist door de aanwezigheid van
dergelijke
voor-
name koopers, die er steeds voor zorgden, groote

voorraden er op na te houden om van een onge-
stoorden voortgang van hun
bedrijf
verzekerd te zijn.
Anderzijds had ook• de consumptie steeds de ge-
woonte, hare behoefte aan suiker
tijdig
te dekken.
Deze toestand nu, heeft zich in den loop der
laatste jaren aanmerkelijk gewijzigd.
De import van Europeesche ruwsuiker — eertijds
belangrijk – heeft zoo ongeveer geheel moeten paats

maken voor dien van ruwsuiker uit de Engelsche
Koloniën, Cuba en Amerika.
De oorzaken, die deze wijziging in het leven hebben
geroepen, zijn van verschillenden aard.
Ten gevolge van den oorlog verminderde over het

algemeen de Europeesche suikeiproductie, terwij.te

zelf der tijd de capaciteit der
raffinaderijen’
in ‘de
productielanden zoodanig toenam, dat feit’elijk alleen

nog Polen en zoo nu en dan Duitschlarid nôg een
overschot aan’ ruwèuiker’ vdör export beschikbaar
hadden.

Anderzijds heeft Engeland, dat vroeger de hoofdaf-

nemer van Eurôpesche ruwsuiker was en op ‘welk’s

aandringen – onder bedrêiging met retorsie, indien

de exportprernies in stand weiden’ gehouden – destijds

de Brusselsche conventie in het leven werd géroepen,
sedert
zijn
taktiek volkomen geijzigd en een premie-
politiek aangenomen, waarvin de gevolgen steeds meer
worden gevoeld. , –

Het invoerrecht bedraagt thans in genoemd land:
op Witsuiker

1118 sh. per cwt., of 6.34 cent per E.P.
op Ruwsuiker
96
°
pol. 11/2 sh. per cwt., of 5.52 cent per E.P.

behalve op suiker, uit Engelsche Koloniën, welke eene

‘preferentie genieten en die
voor Witsuiker

413 sh. per cwt., of 2.09 cent per E.P.
voor Ruwsuiker

96
°
pol. 3/9 sh. per cwt., of 2.09 cent per. E.P.
minder
aan inkomende rechten betalen dan suiker
van andere herkomst.

Onder deze omstandigheden kon de import in Enge-

land van suiker uit de eigen Koloniën en de dominions,
zooals uit Engelsch West-Indië, Mauritius, Natal en

Australië, van 140.000 ton in ‘1913,
stijgen
tot 500.000

ton in 1925, zoodat Engeland reeds ongeveer 50 pOt.
ijner behoefte aan ruwsuiker dekt met 319 sh. per

cwt. reductie op iukomende rechten, in verband met’

de hierboven besproken preferentie. ‘
Voor den ,verderen import van ruwsuiker komt
‘daarna ,in de eerste plaats Cuba- en vervolgens Zuid-,

en Centraal Amerikaansche suiker in aanmerking.

De import van geraffineerde’
Bietsuilcer
is” van
ruim ‘900.000 ton ‘in 1913,
tt
ongeveer 300.000′ ton

in 1927 gedaald,
‘erwij1
die van geraffineerde
riet-

suiker’ (resp. Witsuiker) in de laatste jaren met circa
300.000 ton is toegenomen.

De in Engeland geproduceerde hoeveelheid suiker

‘is op zichzelf genemen niet zoo buitensporig groot;
‘165.500 ton in 1926127, of
nauwelijks
‘3 pOt. ‘van’ de’
‘totale productie in ‘geheel’Europa (zonder Rusland);
‘welke ca. 6.000.000 ton bedroeg en nog niet eens
vo
ld
oen
d
e
om te voorzieuï in 115 gedeelte der behoefte.
Weliswaa’r wordt de a.s. oogst Öp’c.a. 60.000 ton
méér geraamd, doch ook, deze vermeerdering voert

de totaalprddudtie slechts tnbeduidend op ‘in verge-
1
ljking met de in het land zelf voor de’ consumptie
benoodigde’ hoeveelheid.
Dat desn’ietegenstaande op de Londensche markt
de suiker,’ afkomstig van in het land zelf verbouwde
biet; de’ allérgro’otste con’current is geworden, wijl
‘juist die ‘Engélsche suiker iii de prjsbëweging van
het iiroduët eene’rol ‘ëpeelt, die’ buiten elke verhdu’-
ding- tôt harë hoeveelheid staat, moet wel’ verbazing
‘wekken ot het eerste’ gezicht.
° Om dit evenwel’ te
begrijpen,
dient rrien een o’ogen
blik stil te staan
‘bij
‘de ‘feiten, zooals die zi5h in
Europealche’ ‘ producentenkringen voordoen: –

In ‘vroegere jaren voimde de’ suikerirjs in de’
‘Europeeschè productielanden de basis voor het prijs-
‘iii'”eaü ‘op de Londenche markt en
afwijkingen
daar-
van, tengevolge van de concurrentie der ko1niale
suiker; warèn slechts van geringe beteekenis. De
barometer voor suiker t Londen, áteeg of daalde al
naar gelang van vraag of aanbod, verband houdenide
met de consumptiebehoefte eenerzijds, doch ander-

zijds
in
belangrijke
mate met de minder gunstige
dan wel betere vooruitzichten van den te verwachten
bietoogst.
Van zeer groot gewicht was bij dit alles steeds ‘de
productieprjs van suiker, velke wederom in ‘het

22 Februari 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

171

nauwste verband stond tot den prijs, waartoe de

bieten door de fabrikanten met de boeren konden

worden gecontracteerd.
Jaarlijks werd deze prijs door de fabrikanten vast-gesteld aan de hand der siiikerprijzen op de termijn-

markten, waarbij dan voorts rekening werd gehouden
met de marktwaarde van graan, dat steeds de groote

concurrent is voor het areaal, dat voor bietuitzaai

in aanmerking komt.
Was de prijs van suiker laag, zoodat de fabrikanten

hunne prijzen voor bietcontracten dienovereenkomstig

moesten verlagen, dan vel was de prijs voor graan
naar verhouding beter dan die voor bieten, zoo was

hiervan steeds onmiddellijk een kleinere uitzaai van
hiet het gevolg met als wisselwerking daaropvolgend,
meestal eene spoedige prijsverbetering voor suiker,
soms bovendien nog gestimuleerd door eene grootere

vraag voor de consumptie ten gevolge van het lage

prijsniveau.
Teneinde het marktrisico zoo gering mogelijk te
houden, trachten de Europeesche fabrikanten, die
hunne bieten voor de geheele campagne (van October

tot December) reeds in Februari en Maart daaraan-
voorafgaande moeten contracteeren, steeds zoo vroeg

mogelijk hun te verwachten product te realiseeren,

hetzij door dit
bij
de consumptie te plaatsen dan

wel door verkoopen van suiker op de termijnmarkten.
Het was vooral de Engelsche markt, – waar de
raffinadeurs en zooals hierboven reeds aange-
geven, ook de Engelsche consumptie, de gewoonte
hadden hunne behoefte aan suiker vroegtijdig te
dekken – die den Europeescben fabrikanten bij hun
bovenaangeduid streven een grooten steun bood. Een
gunstig afzetgebied voor de bietsuiker werd hier

gevonden; vooral op de vroege campagnemaanden
concentreerde zich de vraag, aangezien Engeland steeds
rekening ermede moest houden, dat aanvoeren op
latere maanden belemmerd zouden kunnen worden
door op het Continent vroeg invallende, dan wel lang

aanhoudende vorst.
Op deze
wijze
had de Europeesche bietsuikerfabrikant

bij het begin
zijner
campagne veelal reeds de helft

van
zijn
oogst vooruitverkocht.

Dit beeld nu, is door het sedert
mogelijk
gemaakte

aanbod van Engelsche bietsuiker geheel veranderd.
De Engelsche producenten ontvangen van hunne

Regeering eene premie en een preferentieel recht,
tezamen bedragende 2611O per cwt. voor Witte
Suiker, welke n.b. eene marktwaarde heeft, die op

het oogenblik stellig op niet hooger dan 151— is

aan te nemen.
Men is geneigd, zich af te vragen, wat men in
andere landen zou doen met verantwoordelijke Re-

geeringspersonen, die op dergelijke
dolzinnige
wijze
met het geld hunner belastingbetalers durven om-
springen en teekenend is in dit verband dan ook
zeker de opmerking, niet lang geleden in het Engelsche
Lagerhuis door een zijner leden gemaakt, dat het
Gouvernement voordeeliger de voor Engeland be-
noodigde suiker op het Continent zou kunnen
koopen

en die
gratis
ter beschikking van de bevolking kon
stellen, dan het huidige systeem te volgen, waarmede
jaarlijks millioenen pond sterling worden weggegooid.
De Britsche suikerfabrikanten verdienen door die
maatregelen aan hun product zôô schitterend, dat
het prijsniveau op het vasteland van Europa voor
hen niet de minste beteekenis meer heeft, zelfs al

zou dit voor den continentalen fabrikant ruïneus zijn.
Bij eerstgenoemden komt het er slechts op aan,

hun product zoo spoedig mogelijk aan de markt te brengen, teneinde eenerzijds het geld in handen te
krijgen om de bieten-boeren te betalen, en anderzijds,
om te voorkomen, dat
zij
genoodzaakt worden om
onkosten te maken door den opslag van een gedeelte

hunner suiker.
Dientengevolge wordt dus de Engelsche markt van
het begin der campagne af overstroomd met binnen-

landsch product en het buitenland kan niets anders

doen dan afwachten, totdat deze stroom heeft op-

gehouden.

Doch ook voor de Engelsche Raffinaderijen is de

nadeelige invloed van dit alles niet uitgebleven.

De bekendste onder hen heeft tijdelijk reeds hare

fabrieken moeten sluiten en alleen de omstandigheid,
dat Cuba eenige maanden geleden eene groote

hoeveelheid (150.000 ton) tot ver beneden wereld-

marktwaarde heeft verkocht, heeft andere raffinadeurs

ervoor behoed, dit voorbeeld te moeten volgen, dan

wel verplicht te
zijn
verkorte
werktijden
in te voeren.

De continentale exportlanden hebben in anno

passato te rechter
tijd
ingezien, dat een concurrentie-

strijd op de Londensche markt tegen het Engelsche
inheemsche product nutteloos zou
zijn
en
zij
hebben

daarom – ‘begrijpende, dat anders de marktprijs te

Londen nôg meer zou dalen – tot ver in het voorjaar
met hun aanbod gewacht, in de hoop, dat tegen dien

tijd de Engelsche voorraden sterk geslonken zouden zijn.

Werd hierboven uiteengezet welke gevolgen het

continentale Europa ondervindt van de verregaande

geldverspilling, waartegen de Engelsche Regeering
niet opziet om een inheemsche industrie te beschermen,

die welbeschouwd daar feitelijk
niet thuisbehoort en
van nature geen enkel bestaansrecht heeft, ten aan-
zien van koloniale suiker – anders dan van
Engelsche herkomst – is de toestand niet veel beter.
Zooals hierboven reeds aangegeven, bestaat
de

helft
van alle ingevoerde koloniale (riet)suiker, uit

product van eigen Kolonien of bezittingen, dat ten-
gevolge der bestaande differentieele rechten een
voorsprong van 3/9 per cwt. heeft boven andere

overzeesche suiker, zooals die van Cuba, Java en
Zuid-Amerika.
Vooral deze laatste, (Peru, Brazilië, Argentinië),
zijn hiervan de eerste slachtoffers, aangezien deze
landen geen andere markt hebben dan Londen.
Het gevolg hiervan is, dat meermalen ladingen
suiker van die herkomst, daarheen onverkocht op weg

moeten worden gebracht. Dat de Engelsche raflina-
deurs hiervan weten te profiteeren door de prijzen

zooveel
mogelijk
te drukken, behoeft geen betoog en
waar dit aanbod valt in dezelfde periode van het

jaar, waarin ook Cuba met haar product voortdurend
aan de markt is, lijdt ook Cuba hieronder.
Zoo ontstaat de toestand, dat de weinige duizenden
tonnen Zuid-Amerikaansche suiker, welke per week
op de Londensche markt worden verhandeld en die
over een geheel jaar maximaal 150.000 bedragen,

feitelijk een overheerschenden invloed kunnen uit-
oefenen op den wereldmarktprijs.
En dit alles is de nasleep van de wantoestanden,
welke
zijn
geschapen door het Engelsche stelsel,

• waarbij de Regeering eene premie aan het inheemsche
product betaalt, welke bijna het tweevoud bedraagt
van de waarde daarvan.
Dit premiestelsel oefent dus in alle suikerprodu-
ceerende landen – en zelfs in Engeland zelf, waar
de belastingbetaler ziet hoe
zijn
geld wordt wegge-

smeten – zijn funesten invloed uit.
Of met deze feiten wel voldoende rekening wordt

gehouden door die kringen van belanghebbenden,
welke Londen als wereldeentrum van den suikerhandel
blijven beschouwen, valt te betwijfelen.
Tij. G. H.
STJB13E.

HET AARDEWERKWETJE.

Het is maar goed, dat in het Eindverslag over het
aanhangig ontwerp-aardewerkwet nog een paar vra-
gen aan de Regeering zijn gedaan, want nu zijn wij door eene Nota, op 14 dezer aan de Tweede Kamer
ingezonden, eenige feitelijke gegevens rijker gewor-
den, die voor de beoordeeling van het aanhangig ont-
wep zeer belangrijk zijn en waarvan wij ter comple-
teering van onze vroegere beschouwingen nog even
melding willen maken.

172

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1928

Men herinnert zich, dat de Regeerirlg in de
Memorie
ian Antwoord had medegedeeld over -den omvang van

de werkloosheid in de Maas-trichtsche industrie geen
goede gegevens te kunnen verstrekken, aangezien een
aantal ontslagenen tijdelijk elders werk gevonden had

en dit aantal voortdurend wisselt. De ‘beweriflg was
om- tweeërlei reden ietwat zonderling. Vooreerst was

het feit, dat een blijkbaar aanzienlijk aantal
Maastrichtenaren, zij het dan ‘tijdelijk, elders werlç-

had gevonden, moeilijk in overeenstemming te bren-

gen met do elders door de Regeering geuite bewering,
dat de groote malaise in de aar-dewerki’ndustrie haar
stempel drukte op het economisch aspekt van dit ge-

heele gebied. En in de tweede plaats deed het zeer
0
11
:
behagelij’k aan, dat -de Regeering niet ‘tenminste de ge
1

gevens, die er toch in elk geval moesten zijn en waar-
op
zij
haar eigen meening gefundeerd ha-d, openba,ar
maakte.

Hoe dit zij; wij weten nu in elk geval iets, en wel ‘dit, dat er op het oogenblik te Maastricht al’s werk-.

loos staan- ingeschreven 34 aardewerkers en 45 glas-
‘bewerkers. Daarbij moet er echter, zoo schrijft -de Re-
geering, rekening mede worden gehouden, dat vele

ontslagenen bij- de gemeentelijke werkverschaffing als
gro’ndwerkers zijn ‘tewerkgest-eld en evenals zij, die tij-
d-eljk elders werk gevonden hebben, in hun vroeger

beroep zullen terugkeeren, als de gelegenheid zich

voordoet. En voorts moet men, rekenen met een be-
langrijk ontslag -vaii arbeiders, als ‘de wet niet wordt

aangenomen, omdat men thans een aantal. arbeiders

nog aanhoudt in het vertrouwen op ‘betere
tijden
en
om vakbekwaamhei-d niet verloren te doen gaan, zon•
der -dat- voor -deze arbeiders momenteel voldoende
werk is. ‘ –

De mededeeling is al weer teekenend voor de be
handeling van di’t wetsontwerp. Da’t het aantal werk’
loozen, dat feitelijk als zoodanig is ingeschreven, we]

heel’ opvallend klein is i-n verhou’ding tot al het ka-
baal, – -dat over ‘deze zaak is gemaakt, behoeft geen be-

toog. De ,,geweldige” malaise met. niet meer dan 79 ingeschreven werkloo’zen, maakt. voorwaar een niet
bepaald ove’rweldigen.den indruk! Doch juist het feit,

dat de genoemde getallen. zoo uiterst gering zijn, ver-
hoogt slechts het gevoel van onbehagen, dat de geheele

behandeling, van de zaak ‘door onze Regeering heeft
gewekt. En ook nu weer ziet de Regeerin-g kans om

een halve inlichting te verschaffen. ,,Vele” ontslage-

semi zijn te werk gesteld als gron-dwerker. Hoevele?
Daarover moeten gegevens zijn. Waarom publiceert de

Regeering .die niet? Het achterhouden -daarvan kan
haar s’tandpunt toch bezwaarlijk versterken!
Over het massa-ontslag, dat op eene verwerping
– van ‘de wet moet volgen, kan moeilijk worden geoor-

deeld. De Regeering, die’ den toestand der Maastricht-

– sche industrie niet door een boekenonderzoek heeft
doen nagaan, vermijdt ook hier alle concretb mededee-

lingen en verschuilt zich achter een vaag dreigement.

Houdt men zich dus voorzich’tigheid-shalve aan ‘de
feiten,
dié ‘de Regeering mededeelt, dat is -dus aan de
79 ingeschreven werkloozen, dan zal men toch waarlijk

het beroep, door de Regeerin-g op den toestand der

arbeidsmarkt ten gunste van ‘dit ontwerp gedaan,
moeilijk kunnen aanvaarden.

In de tweede plaats geeft de Regeering thans een
overzicht van ‘de arbeiders in alle afdeelingen der in-
dustrie gedurende een aan-tal – jaren, zulks naar aan-

lei-ding van een vraag in het Eindverslag om het aan-

tal arbeiders in de vroeger opzettelijk buiten -beschou-
ving gelaten afdeelingen niet alleen voor 1928, doch
ook voor vroegere jaren te vermelden. Ook deze cij:-
fers zijn zeer leerzaam. Wij’ doen ze hieronder volgen

en hebben voor het gemak van den lezer aan ‘de cijfers
– van ‘de Nota enkele kolommen met totaal’tellingeu toe-
gevoegd.

Men ziet hieruit, welk een opvallenden groei de af-

deeling sanitair heeft getoond, zoo zelfs, -dat in de
laatste jaren bij -de Sphi’nx van vermeerdering in

plaats van vermindering van het totaal aantal arbei-
der-s kan worden gesproken. Bij–de Sociét’é Oéramique
is het totaal aantal arbeiders teruggeloopen, doch de
procentueele vooruitgang van de afdeeling sanitair nog
veel grooter dan bij: de Sp-hinx. Bij- de Mosa blijft het

totaal vrij. stabiel. Slechts in ‘de glasfabrieken is aan-

merkelj’ke teruggang inzonderheid tegenover 1924
en 1925.

Vergelijkt men nu ‘de
cij’fers
van 1924 met die van
1928, – wij kiezen 1924, om-dat 1923 een erg valuta-
jaar was en boven’dien eer-st in 1924 de arbeiders voor
de afcl-eeling sanitair van de Sphinx worden opgege-
— ven – dan ziet men, dat- bij- de .Maas’trichtsche indus-
trie in haar geheel weliswaar het aantal arbeiders met

De Sphinx

Société Cérarnique

,

Mo’sa


.

Jaar

Aardewerk

Al emeen

Aardewerk

Totaal’

– Porseleir
Muur-

Totaal

n
Gewoon

Sanitair

– Totaal

Gewoon

Saimitair

1
Totaal

tegels

1-912

2460

niet gemaakt

2460

1820 niet demaakt
1820

616

122

738

1413

6431
1913

2480

2480

1834

‘,,

1834

633

126

759

1327

6400
1914

2626

2626

1971

1971

574

126

, 700

1
1920

2106

onbeteekenend

2106

1383

100

1483

±500

.74

±574

1043

5208
1921

1786

1786

1277

100

1377

± 500

105

± 605

893

4661
1922

1720

1720 . 1184

‘ 100

1284

515

– 110

625

1057

4686
1923

.1622

1622

1300

100

1400

506

109

615

1041

4678
1924

1560

400

‘1960

1110

115

1225

475 ‘

172

647

1233

5065
1925

1550

560

2110

1106

150

1256

465 ‘

138

603

1250

5219
1926

1530

760

‘ 2290

1139

200

1339

406

‘ 141

547

1050

5226
1927

1500

800

2300

950 .

235

1185

414

216

630

717

4832
1928

1450

816

2266

945

254

1199

413

181

594

715

4774

Fabrieken

Afdeelingen

Aantal arbeider8

Stijging

Daling

1924
1
1928

Totaal

o

Totaal

Sphinx

……………………
Gewoon
1560
1450

110
7,1
Sanitair 400 –
816


416
104
Totaal 1960
2266
306
15,6
Société Céramique

………………
1110
945
165 14,9
Sanitair
.
115
254


139
120,8
..Gewoon

Totaal
1225
1199
26
2,1
Mosa

…………………………

Porselein
475 413

62


13,1

Muurtegels
172 181
9
5,2

Totaal
647
594
53 8,2
Deze drie fabrieken tezamen

.

3832
4059
227
5,9


1233
715
518
42,0
Glasfabrieken

………………..

Algemeen totaal ……………….’.


1
5065
4774
291
5,7

22 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

173

291 of 5,1 pOt. is achteruitgegaan als gevo1g van het

afnemend aantal arbeiders in de glasfabrieken, doch
dat in de eigenlijke aardewerkindustrie, verreweg het
belangrijkste deel der Maastrichtsche nijverheid, het
aantal arbeiders niet is achteruitgegaan, doch nog

met 221 arbeiders of 5,9 % is gestegen, en zulks on-
danks den geweldigen nood, waarin deze industrie

heet te verkeeren (men zie het onderste overzicht

op de vorige pagina).
Reeds in ons artikel van S Februari wezen wij op

het geheel andere beeld, dat men van den toestand
krijgt, wanneer men de cijfers van de M. v. T. legt
naast die van de M. v. A., al gaf deze laatste dan ûok
slechts de gegevens van 1928 voor de vroeger verwaar-

loosde afdeelingen. Door de thans verstrekte gegevens
kan de vroegere indruk slechts worden versterkt.
Het werkgelegenheidsargument van de Regeering,
bedenkelijk reeds om de redenen, die wij in ons artikel

van 8 Februari aangaven, wordt dubbel gevaarlijk,

wanneer het, zooals hier het geval
blijkt,
verdedigd

wordt met onvolledige gegevens, die hij volledige pu-

blicatie ineens een geheel ander beeld van den toe-

stand geven.
Het is gelukkig, dat een en ander nog voor de be-

handeling van het ontwerp in de Tweede Kamer is

bekend geworden. G. M. V. S.

DE RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke

overzicht vah de opbrengst der Rijksmiddeleu over
de maand Januari 1928, vergeleken met de overeen-
komstigo cijfers van Januari 1921.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen

maand
f
43.509.400 op tegen
f
43.824.100 in Januari

1921 en vertoonen mitsdien een achteruitgang van

f
314.700. De totale opbrengst in de afgeloopen
maand overtrof daarentegen de raming met een be-

drag van
f
4.618.000.
Op dit laatste cijfer dienen evenwel, voor het ver-
krijgen van een juist inzicht, eenige correcties te
worden toegepast. Vooreerst is de rjwielbelasting
eene belemmering voor het maken van een zuivere
vergelijking, daar zij voor verreweg het grootste ge-deelte in de maand Januari van het jaar binnenkomt.
In de tweede plaats zijn eenige wetten tot stand ge-
komen of in voorbereiding, waarvan eene lagere op-
brengst der personeele belasting en der inkomstenbe-
lasting is te verwachten. Op den middelenstaat is dan
ook terecht do aanteekening gesteld dat eene verge-
lijking van raming en opbrengst dezer belastingen
ditmaal zeer onzuiver is, daar in de ramingen reeds
de belastingverlagingen zijn opgenomen, terwijl de
invloed daarvan op de opbrengst zich eerst in de
tweede helft van dit jaar zal doen gevoelen. Neemt
men hierbij in aanmerking, dat met het oog op de
verlaging van de twee hierboven genoemde belastin-
gen •de betreffende middelenp osten onderscheidenljk

f
6.500.000 en
f
15.000.000 lager
zija
geraamd dan

voor 1927, d.i. te zamen
f
21 millioen, dan beteekent

dit, dat de raming voor Januari, om tot een juiste
vergelijking te komen, feitelijk met
1/12
van
f
21

millioen of
f
1.191.700 moet worden verhoogd. In dat
geval blijkt, .dat de opbrengst der middelen (de rijwiel-
belasting buiten beschouwing gelaten) de raming met

f
2.507.900 te boven gaat.
In vergelijking met -de overeenkomstige maand van

¶iet vorige jaar vertoonen de grondbelasting, de per-
soneele belasting, ds inkomstenbelasting, de dividend-
en tantièmebelasting, de rechten op .den invoer, het
statistiekrecht, de geslacht-, de bier-, de suiker- en do’

tabakaccijas, de belasting op gouden en zilveren.wer-
ken, de akten voor de jacht en visseherij en de loods-
gelden een hooger opbrengstcijfer. Daarentegen
brachten minder op de vermogensbelasti’ng, de zout-,
de wijn- en de gedistilleerdaccijns, de ‘belasting op
rijwielen, de zegelrechten, •de registratierechten, do
rechten van successie, van overgang bij overlijden en
van schenking en de domeinen. Over het geheel geno-

uien was de loop der middelen in de afgeloopen maand
niet ongunstig. Weliswaar kwam in totaal ruim 3 ton

minder binnen, doch dit moet voor een belangrijk deel
aan de rjwielbelasting en de successiebelastirig ivor.
den toegeschreven.

De grond,belasting leverde
f
243.100 meer voor de

schatkist op dan in Januari 1927,
terwijl
de perso-

neele belasting een accres vertoonde van
f
641.800.

Deze vooruitgang schijnt te danken te zijn aan de

omstandigheid, dat de eindvervolging voor de belas-
ting over 1927 dit jaar blijkbaar vroeger heeft plaats

gehad dan die voor de belasting 1926 in het vorige

jaar. Ook de raming werd in de vorige maand bij
beide belastingen overschreden, die van de grondbe-
lasting met
f
1.168.500, die van de personeele belas-

ting met
f
1.162.600.
Bij
dit laatste dient echter te
worden bedacht, dat Januari voor beide belastingen
een gunstige maand pleegt te zijn. Bovendien werd,
zooals reeds boven is opgemerkt, het voor 1928 ge-

raamde
opbrengstcijfer
voor de personeele belasting,
in verband met de totstandkoming der wet van 28
December 1926 (Staatsblad No. 432), met
f
6Yi mil-

lioen gedrukt, terwijl de betreffende belastingverla-
ging haar invloed nog niet doet gevoelen.
De inkomstenbelasting gaf een surplus van

f
360.000 boven de opbrengst van ‘de gelijknamige
maand van 1921. De raming werd met
f
2.143.100
overtroffen. Neemt men bij deze ‘belasting in aanmer-
king, dat de in voorbereiding zijnde belastingverla-
ging nog niet werkt, terwijl de raming voor het jaar
1928 met het oog op die verlaging met
f
15 millioen,

d.i. met
f 1Y4
millioen per maand, werd verminderd,
dan verliest de
overschrijding
haar in het oog vallend karakter en blijkt zij eigenlijk ruim
f
890.000 te be-
dragen. Bij vergelijking van de ontvangsten uit dit
middel over de maanden Januari 1927 en 1928 blijkt,
dat de bedragen als volgt over de verschillende dienst-
jaren kunnen worden verdeeld:

Januari 1927

Januari 1928

1924125….

f

114.200,—

1925126….

,,

692.300.—

, f

83.500,—

1926127….

,,
8.059.900,—

,,

712.300,-

1927128….

,,

,, 8
430.600,-

Totaal.

f
8.866.400,—

f
9.226.400,-

De hierboven gegeven cijfers wijzen uit, dat het
loopende dienstjaar (192711928) in de afgeloopen
maand bijna
f
310.000 méér heeft opgebracht dan het
overeenkoms’tige dienstjaar (1927/1928) in Januari
1921. De snellere invordering doet zich blijkbaar nog steeds bij dit middel als een factor van beteekenis ge-
voelen. Vandaar, dat het moeilijk is omtrent den ver-
deren loop dezer belasting een voorspelling te doen
en dit te meer, waar de voorgenomen belastingverla-
ging zich niet v66r het laatste kwartaal des jaars
noemenswaard zal doen gevoelen.
Evenals de vorige maand liep de vermogensbelas-
ting in opbrengst terug. Het nadeelig verschil was
overigens betrekkelijk gering
(f
138.600), en staat
misschien in verband met een kleine vertraging in de
aanslagregeling. De raming werd in de afgeloopen
maand met
f
3.300 overschreden. In verband met het
laatste moge nog worden opgemerkt, dat met het oog
op de belangrijke
stijging,
die in den laatsten
tijd
in
de opbrengst der vermogensbelasting viel waar te ne-
men, de voor 1928 geraamde opbrengst
f
1.800.000
hooger is gesteld dan die voor 1927.
De ‘dividend- en tantièmebelasting ‘bracht in de af-
geloopen maand
f
326.800 mêér op dan in de eerste
maand van 1927. Gezien den grilligen loop van dit
middel mag aan dozen ‘vooruitgang geen beteekenis
worden gehecht. De raming werd in de vorige maand
niet bereikt (nadeelig verschil
f
529.300). Bij dit
laatste moge nog worden opgemerkt, dat, terwijl voor
1921 werd gerekend op een opbrengst van
f
15.000.000,
het voor 1928 geraamde opbrengstcijfeir op
f
21.000.000
is gesteld. Ten aanzien van de middelen A – F, die
niet, volgens kohieren worden geheven, is nl. in de
middelenwet voor 1928 deze gedragslijn gevolgd, dat

174

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
Februari 1928

de opbrengst over 1926 is vermeerderd met
12/

het accres, dat volgens de midcielenstaten in de eerste

zeven maanden van 1927 is ontvangen, clan wel is ver-
minderd met
11/7
vair het decres over ‘die zeven maan-
den. Op deze wijze is naar een ‘zoo juist mogelijke
ramung gestreefd en is getracht te voorkomen, dat,
zooals in cle laatste jaren bij herhaling moest wordeb

geconstateerd, de opbrengst van verschillende mid-
delen ‘de ramung in somtijds vrij’ belangrijke mate
overtrof.

De invoerrechten gaven eene stijging in opbrengt
te zien van
f
198.100, waarvoor een ‘bepaalde oorzaak
niet aanwijsbaar is. Daarentegen werd
1/12
der raming
met
f
562.100 overtroffen. Het statistiekredht ver-
toonde eenzelfde ‘beeld; cle opbrengst steeg
f
4.700
boven ‘de ;raming, doch bleef
f
42.800 hij ‘die van
Januari 1927 ten achter.

Van de accijnzen liep de zoutaccijns in op’brengst
terug (met
f
21.400), hetgeen hoogstwaarschijnlijk
aan toevallige omstan’clighedei is toe te schrijven.

Daarentegen wees de geslachtaccij;n.s een hooger op-
brengstcijifer aan (van
f
108.200), waarin wellicht.
de invloed van de afgenomen aanvoeren van bevroren

buitenlands’ch vleesch is te onderkennen. De wijnac-cijns bracht
f
9.800 minder in de schatkist dan in
Januari 1927 en bleef
f
1,86.800 bij, çle raming ten
achter, waarbij echter dient te wordeli bedacht, dat.

‘de opbrengst. ‘van dit mid’del in de beide eerste maan-
den van elk kwartaal van weinig ‘beteekenis is. Ook

de gedistilleerdaccij’n.s vertoonde een ‘daling in op-
brengs’t (van
f
291.500), welke niet aan een verschil
in kredietteirmijnen is te wijten, doch vermoedelijk

haar oorzaak vindt in de toenemende fraude, in het
bijzonder in Noord-Brabant. De raming werd evenmin

bereikt; het na’deelig verschil bedroeg niet minder
clan
f
736.500. Het ‘bier gaf
f
10.900 meer te boken
clan in Januari 1927, doch leverde ruim 2 ton min-
der dan
1/12
der rami’ng. Bijzonder trekt de suike,rac-
cijns ‘do aandacht, die
f
395.800 in opbrengst vooruit-
ging eii zelfs
f
948.100 meer opleverde dan het. voor
Januari jI. gei’aam’de bedrag. Eeno verklaring kan
hiervoor niet. worden gegeven; het verschil kan niet
aan een ongelijk getal van krediettermijnen worden
toegeschreven. Vermoedelijk betreft het hier een toe-

vallige hate, .die door een lagere inko’mst• in volgende
maanden zal worden gecompenseerd. De tabakaccijus
liep met
f
291.200 op en gf
f
148.700 boven de is-
ming misschien mag hieruit, tot eenige opleving in
de sigaren industrie werden geconcludeerd.

De belasting op gouden en zilveren werken bleef.
zich in stijgende lijn bewegen en leverde ‘ditmaal een
surplus’ van
,f
5.500. De belasting op rijwielen gaf in
cle afgeloopen maand
f
430.500 ‘te ‘boeken, zijnde de
10% van cle werkelijke opbrengst, die ingevolge art.’ 39 der Wegenbelastingwet aan de gewone middelen
ten goede komt. .De totale opbrengst bedroeg derhalve

f
4.304.800. In de eerste maand van Januari 1927
kwam aan verkochte rij’wielplaatjes
f
4.91.3.600 bin-
nen, waarvan 40 % ‘ten ‘hate van’ ‘de ewone middelen
is gebracht. Neemt men hierbiji nog in aanme.rlcing,
dat de icosten van een rijwielplaabje van
f
3 tot
f
2.50
zijn ‘teruggebracht, da.n blijkt, dat het aantal verkoch-
‘te plaatjes in Januari 1928 ruim 84.000 hooger was
‘dan dat in dezelfde maand van 1927.

De zegelrechten gaveneene daling ‘in dpbrengst te
zien van
f
245.700, welke evenwel niet aan een trager
vloeien der beursbelasting mag worden geweten, daar
laatstgenoemd middel bijna
f
6.000 méér inbracht.
Ook de registratierechten liepen, terug; het decres be-
droeg bij. deze ‘belasting
f
257.100. De raming werd
bij laatstgenoemd middel evenmin bereikt; het na-
cieelig verschil beliep
f
148.700; daarentegen brachten
de zegelrechten
f
255.600 boven de ramiig op. Hier-
bij’ moge nog worden opgemerkt, dat de op’brengstcij-
fers voor 1928 resp.
f
5.000.000 en
f
1.500.000 hooger
zijn geraamd dan voor het afgeloopen jaar, tengevolge
van de hierboven aangegeven gewijzigde methode van
ramiiig.

De successierechten gaven een mindere inkomst van
f
1.022.800 een gevolg van de doorwerking van de

verlaging van dit recht bij de wet van 28 December
1926 (S’taatsblad No. 429), welke sedert September

1927 haar invloed doet gevoelen. Ook de rami’ng werd
niet bereikt (na’deelig verschil
f
138.900′). Het voor
1928 in totaal geraamde opbrengs’tcijfer.
– bedraagt
f
40.000.000, waarbij erop is gerekend, .dat de verla-

gin.g van het recht voor 1928 een verlies voor de
schatkist van
f 10.000.000 zal beteekenen.
De domeinen gaven ditmaal een lagere inkomst
(f
21.500 minder); daarentegen leverden de jacht-en
vi’sscherijakten iets meer voor de schatkist op. De
loodsgei’den accresseerden met
f
3.800, doch konden
de raming niet halen
(f
700 minder). Bijl ‘dit laatste
moge worden opgemerkt, dat de raming voor 1928 op
f
5.400.000 is gesteld, ‘cli.
f
1.400.000 meer- ‘dan cle
voor 1927 geraamde opbrengst..

De inkomsten van ‘het ,,Leenin’gfonds 1914″ be-
droegen in ‘de afgeloopen ‘maand
f
7.548.000 tegen
f
8.829.200 in Januari 1927. Van eerstgenoemd be-
drag was ruim
f
4 millioen aan de Verdedigin’gshe
lastingen te danken.

Voor het ,,Wegenfon’d.s” kwam
f
4.169.100 binnen,
te weten
f
294.800 wegenbelasting en
f
3.874.300
rij’wielbel astin g.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING

HET VRAAGSTUK VAN EEN ZINKKARTEL.

Dr. H. 0. Wesemann te Hamburg schrijft ons:
Uit de vele besprekingen, zoowel in de zinkindus-
trio zelf als in de pers, over de vraag vkn een syncli-

caatsvorming in deze industrie, kan men de gevolg-
trekking maken, dat een internationale samenwerking
van de zinkproducen’ten noodzakelijk is en vroeg of
laat de verwezenlijking tot stand moet komen. De we-

reldzinkproductie toont overal regelmatig stijgende
cijfers, waarmede de toenemin.g van het verbruik geen
gelij’ken tred houdt. Indien men een crisis mde zink-

industrie voorkomen wil, zijn productie,-, prj’s en af-
zetregelingen onvermijdelijk. ‘Om de mogelijkheden
van een zin kkartelleering met eenige ‘zekerheid te kun-
nen •beoordeelen, is het noodig de productiecap’aciteit

van do ‘belangrijkste zinkgebieden en hun aandeel in
de wereldproductie te kennen.

In 1000 ton

1927

1926

1925

1913
Wereldproductie..

1.343,1

1.330,7

1.260,5

1.112,0
Vereenigde Staten

561,2

558,1

‘ 590,9

353,0
Canada …………
65,5

55,1

38,5


Australië ……….
50,6

47,6

51,3

4,6
Engeland ………..
50,9

, 26,9

42,7

, 73,0
België …………
202,8

190,4

189,5

225,1
Frankrijk .. ….. .’

82,6

67,9

77,2

74,8
Duitschiand ……..
84,0

87,0

64,6

120,6
Polen…………..
20,5

17,9

8,4
Pooisch Opper-Silezië

131,0

122,8

108,2

186,7

Uit de pogingen tot een zinkkartelleering, die zich
steeds herhalen en nooit suèces ‘hebben, moge de bij-
zondere positie van de zin’kindustrieën en hun belan-
gen blijken. De ‘zinkproductie, om deze eerst te be-
hand clan, is over verschillende gebieden in de wereld
verspreid en toont reeds om deze reden zeer tegen-
gestelde belangen. Zoo bevorderlijk als de aanwezig

heid van een zwaartepunt in de productie is voor de
kartelleering van een industrie, zoo nadeelig werkt de
regionale verspreiding van de zin’kproductie op het
tot stand komen van een kartel. Van .beslis-
sonde beteekenis voor de productie-capaciteit van de afzonderlijke landen zijn niet zoozeer deLohnhütte’n,
die op den aanvoer van vreemde ertsen aangewezen
zijn, al’s de G’rubenhüt’ten, ‘die op eigen ertsbasis zijn.
opgebouwd. De belangrijkste gebieden, waar erts voor-
komt, bevinden zich in Amerika, Polen, Anstralië, Ca-
nada, Duitschiand en Spanje. in Amerika hebben de
velden in “t ,,Three-Sta’te ‘District”, waaruit erts met
een hoog zin.kgehalte gew’onnen wordt, een ererwegende
beteekenis. De exploitatie is vooral in handen van de
Harrirn’an-Ariaconda-groep, terwijl de American

22 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

175

Smelting and Refining Co. en de American Metal Co.

slechts een gering aandeel hebben
.
. De productie in

i)ui.tschland en Polen is in vele handen, waarop
later nog zal worden teruggekomen; de Australische

Breken Hill mijnen, waaraan voor den oorlog Duitsch-

land met 50 pOt. deelnam, bevinden zich geheel in
Engelsch bezit. De Belgische fabrieken voeren voor
het grootste deel de grondstoffen aan bn hebben in
geval van een wereldconcurrentiestriid slechts be-

perkte beteekenis, daar hij een dergelijken strijd de
ci.tsaanvoercn niet ten volle verzekerd kunnen zijn.

Naast de grootste productie beschikken de Amen-
kanen over den meest verzekerden afzet. De zinkver-

werkende industrieën in de Vereenigde Staten verbrui-
kon zoveel, dat zij het ove.rgroote deel van de Amen-
kaansche productie opnemen; bovendien kunnen de
Amerikaansche producenten hun, op het oogenhlik
nog onbelangrijkeri, maar bij toenemende productie
noodzakelijken, zinkexport gemakkelijk vergrooten,
daar de prijs van het Amerikaansche zink, dat in

kwaliteit boven de meeste Europeesche producten

uitsteekt, voortdurend en belangrijk lager is dan de
Europeesche. Ondanks zulke lage prijzen, die iedere,
niet-Amerikaanscho concurrentie, ongevaarlijk ma-

ken, is de A.menikaansche productie door een zeer
hoog tarief beschermd, dat 1
9
/4
cent van ieder

pond ruwzink bedraagt. De technische uitrus-
ting van de fabrieken is zeer goed en door het op-
voeren van de productie tot don hoogst mogelijken

graad en de zorgvuldigste verwerking van de bijpro-
ducten is de meest rendabele benutting gewaarborgd.
Een beperking van de productie, die in verband met

de dreigende overproductie noodzakelijk schijnt, is
dan ook volstrekt niet in het belang van de Amen-
kaanscho producenten, vooral niet nu het winnen van
zink uit ertsen van lager gehalte langs electrolitischen

weg steeds toeneemt. Derhalve kan de positie van de
Amenikaansche productie, zoowel wat de kwaliteit als dc prijsvorming betreft, onaantastbaar genoemd
worden, zoodat reeds door deze technische factoren
een heheersehing van het wereldzinkkartel door Ame-

rika mogelijk is.
De Engelsche zinkbelangen zijn sterk verdeeld. De
belangen van producenten, handelaren en consumen-
ten staan tegenover elkaar. Als producent is Engeland
voor -de Europeesche zinkindustrie van beteekenis,
daar het op de productie van de Australische en Cana-
deescho mijnen steunen kan. Die productie dekt ech-
ter nauwelijks meer dan de helft van de Engelsche
consumptie, zoodat de grootste zinkbelangen in En-
geland door den handel en de consumenten vertegen-
woorcligd wordon. In de Europeesche productie van

het vasteland heeft België de leiding; van de buiten-
landsche ertsen, die in België verwerkt worden, spe-
len de Amerikaan sche een niet onbelangrijke rol.
Ook de aanvoeren uit Polen staan onder contrôle van
Amerika door de deelneming van Harriman in de
Pooische productie. Een juiste scheiding tusschen de
PoolschOpper-Silezische en T)uFtsch-Opper-Silezischo
productie is niet te maken; de grensscheiding is niet
in staat geweest het, v66r dien tijd ook politiek en-
verdeelde, economische leven van Opper-Silezië in twee
deelen te splitsen, zooclat een nauwe samenwerking tusschen de Duitsche en Poolsche producenten voor
bôide deden noodzakelijk is. Het grootste deel van
do Diiitsche ertsen wordt dan ook in Poolsche bedrij-
ven verwerkt en komt als Poolsch product op de markt.

Voor een zinkovereenkomst met bindende afspra-
ken is v66r alles noodig, dat er personen aan het hoofd
staan, die hun invloed in dienst van een onverdeelde
leiding van de productie kunnen stellen. De kartel-

positie in de Amerikaansche industrie is overzichte-lijk en gesloten; de beslissende rol, niet alleen op de
Arnerikaansche, doch ook op de wereldmarkt, speelt

de H
arr
i
m
anAnaconda-groep. De kartelpositie even-

als de belangen in de Europeesche zinkindustrie, voor-
al in de Duitsche en Poolsche, zijn dermate verdeeld,
dat binnenkort, zonder oplossing van deze tegenstel-

Iingeaan een wereidkartel nog niet gedacht kou
worden. Zoo schijnt v66r alles een overeenstemming
van de Europeesche producenten eerste voorwaarde
voor een verdergaande kartelvorming. Slechts België

en Polen, als landen met uitgesproken producenten-
belangen, hebben in Europa hij een wereldovereen-
komst zeer dringend belang. De grootste Belgische
zinkonderneming is ,,La Vieilie Montagne” (Société

des Mines et Fonderies de Zine de la V. M.), die over
niet onbelangrijke eigen mijnen beschikt, waarvan de

belangrijkste zich in België, Frankrijk (L’Aveyron,
Le Gard, L’1I6rault), Algiers, Tunis, Duitschiand en
Engeland bevinden; het grootste deel der fabrieken ligt in België; verder in Frankrijk (Viviez, Peuchot,
enz.), in Duitschiand (Borbeck, Oberhausen), en in
Zweden (Ammeberg). De Vieille Montagne, met een
productie van meen dan 100.000 ton in 1921, be-
heerscht de Belgische markt volkomen en is de

groote vertegenwoordiger van de Belgische zinkbe-
langen, zoodat hier een uniforme belangenvertegen-

oordiging, zooals zij van een lid van een wereidkar-

tel geëischt wordt, aanwezig is.

In de Poolsche zinkindustrie heeft de Giesche Spol-

ka een zelfde leidende positie als de Vieille Mon-
tagne in België. De Harniman-Anaconda-groep heeft
hier echter een overwegenden invloed, zoodat
zul
in

haar kartelpolitiek geen uniforme richting volgen kan. Aan den anderen kant is de noodzakelijke vereeniging
tusschen Duitschiand en Polen ver genoeg gevorderd.
Ondanks de grensscheiding, die het, vroeger econo-
misch gelijke gebied in twee zelfstandige, niet levens-
vatbare, deelen verscheurd heeft, zijn beide landen
op een nauwe samenwerking aangewezen om met suc-
ces te kunnen produceeren. Een wezenlijke verschui-
ving tegenover de vroegere toestanden ligt echter
daarin, dat Polen nu voor alles producenten-belangen
vertegenwoordigt, daar de Duitsche ertsen ter ver-

werking naar
,
Polen gevoerd moeten worden en als

Pooisch zink op de markt komen.

In Duitschland hebben Stolberg en Mansfeld de
leiding. Het Otto Woilf concern heeft. sterk finan-
cieele belangen bij deze beide industrieën. Echter kan
in een samenwerking van deze beide groepen nog geen
voldoende voorwaarde voor een Duitsche binnenland-
sche overeenkomst gezien worden, zoolang niet aan
de samenwerking de Metallbankgroep, wier belangen
minder financieel dan zakelijk georiënteerd zijn, deel-neemt. In den zinkhandel is de toestand onoverzichte-
lijk; de ,,Schlezische A.-G. für Bergbau und Zink-
hüttenbetniebe” is door een overeenkomst met de
Mansfeidgroep, die ook den verkoop van de Duitsche

Giesehe-ertsen bewerkstelligt, verbonden. Verder zijn
tusschen Aaron Hirsch en de Henkel von Donners-
marck Estates, evenals -tusschen Aaron Hirsch en de
Metali Gesellschaft en Beer, Sontheimer en Co. en
het Fürstlich Henkel von Donnersmarck-bestuur over-

eenkomsten gesloten. Deze verdeelde toestand ‘ier
productie- en verkoopsorganisaties brengt reeds vele
moeilijkheden, die een internationale aaneensluiting
tegenwerken, met zich mee; -daarbij komen nog andere
complicaties, die op het oogenblik een aaneensluiting

van alle zinkproducenten bijna onmogelijk maken.
Hierbijl spelen politieke belangen, zooals voor alles

door Harriman in Oost-Europa vertegenwoordigd
worden, een beslissende rol. Iedere aaneensluiting, on-
verschillig of zij zich voorloopig tot Europa beperken
of de wereldmarkt omvatten wil, heeft, met het oog
op de toenemende productie en de, bij het tempo van

de productiestijging achterblijvende toeneming van
het verbruik, haar hoofddoel te richten op een produc-
tievermindering en een verdeeling in quota, naar
gelang van de productie-capaciteit. De Engelsche
vijandschap tegen kartels, die reeds duidelijk tot
uiting kwam bij de oprichting van het koperkartel,
heeft zich ook op het gebied van de zinkproductie uit-
gebreid. Bij de reeds bovengenoemde overwegende

belangen van handelaren en consumenten, mag men
aannemen, dat de handel aan een prijsstabilisatie, die

176

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1928

de speculatjeve winst zeer beïnvloeden zou, even wei

nig waarde hecht, als de verbruiker aan de prijsvast-
stelling. door een kartel, die het prijsniveau, wil de

aaneensluiting überhaupt doel hebben, ongetwrijfeld
boven het tegenwoorcl’ige zal doen stijgen. Ook in

Duitschland is het belang van de consumenten grooter

dan de wenschen der producenten; toch zouden hier
de moeilijkheden nuiet
zoo
groot zijn als in Engeland,
daar de Opp’er-Silezische ertsproduc.tie teveel aange-
wezen is op
‘de Poolsche bedrijven,’ dan dat zij zonder
hun toesteniming zou kunnen optreden.

De Belgische industrie, die een aaneensluiting niet
ongenind is, zou door haar deelneming aan Stolherg
in staat zi.ju den tegenstand van de niet Opper-Silezi-

sdhe productie van Duitsôhland te verminderen. On
danks al deze moeilijkheden zou…ten slotte een Euro
pehsch kartel mogelijk zijn. Het beslissefl
ide feit is
echter, dat de werking van, een dergelij’k kartel vol:
komeü uitblijft, wanneer ook niêt met zekerheid op

de goede gezindheid van Amerika ge±eken.d kan war-.

den. De Amerikanei zijn door hun productie volko-
men in staat de pnijspolitiek van een Europeesch kar-tel te doorkruisen; de markt van
fijn
zink beheerschen
zij’ volkomen, ‘hetgeen toe te schrijven is aan de niet
gelij’kwaardige zinksoorten van de Europeesche landen

en de kostprijs van de Amerikaansche producenten,
die geid.deld £ 2 lager is dan die van de Europee-

sche producenten. Verder heeft Amerika zich ook in
de Europeesche zinkproductie door ‘deelneming in de

Giesche Spolka een beslissenden invloed verzekerd,
die een sterk wapen tegen een kartelvorming en de

werkzaamheid van een kartel kan zijn. Veel wijstt erop,
dat Amerika voor alles bij een vergrooting van de

productie en een uitbreiding van zijn macht over de

belangrijkste grondstoffenbronnen van de wereld ge-
in-teresseerd is, zooals uit ‘de vermeerdering van zijn
fabrieken voor het winnen van zink langs electroliti-
schen weg, -zoowel in Amerika als in Opper-Silezië,
‘blijkt; in het’streven naar een uitgebreide productie-

vermeerdering kan echter niet een wegbereiding voor
een wereldkar’tel gezien worden, daar een dergelijk kar-

tel een regeling van de productie tot grondslag moet

hebben om prijsdrukkende overproductie te vermijden.
De teekenen voor een overeenstemming op de wereld-
markt voor zink ‘zijn nog niet talrijk en de voortdu-
rend zonder resultaat verloopende conferenties van
de geïnteresseerde ‘kringen bewijzen dit even duidelijk
als het feit, dat een dergelijke overeenkomst voor
alles dringend noodzakelijk schijnt.
Zij’
zal echter eerst
dan met kans op resultaat terhan-d genomen kunnen
worden, wanneer eerst een modus vivendi tus’schen
producenten en consumenten, in. het bijzonder met ‘be-
trèk
king tot Engeland, gevonden wordt, ‘die alle bij
de productie, handel en verbruik geïntersseer4e
krinen ‘bevredigt. Indien een dergelijke overeenkomst
in de afzonderlijke gebieden tot stand gekomen is,
zal het verzet tegen een internationale kartelleering
ook afnemen. Ten slotte moet nog op de, Amerikaan-
sche trustwetgeving gewezen worden, die den -‘koper-
exporteurs veel hindernissen in ‘den weg legt. Dit
is reeds heden
‘bij
de
Zinc-Export-Associatjon het ge-
val, die deze moeilijkheden in’ toenemende mate bij een
uitbreiding van haar macht zal ondervinden.

Jiieuige der
tea tiele goede-ren i
w.o.
Calico’s,
en
Prints
te
Batavia v’ermin-clerden sterk in prijs, – ten gevolge waarvan
-het gemiddelde prijsniveau niet 2 punten daalde tot 173.
-In de groep
levensmi4delen
vonden geringé veranderin-
gen ‘plaats, de stijgingen en dal’ingen in de prijzen van de
diverse artikelen ‘bie-ven elkaar o’p, zooclat het gemiddelde
in’dexcijifer constant op 148 bleef.
De daling vali het indexcijfer van
koperdraad ‘
niet 11 pim-
teu tveroorzaakte in» het algemeene’ prijsniveau van de
me-
talen ccli daling van 1 punt. Van deze groep zijn thans de
artikelen
gietijzer
en
koperdraaci ‘
beneden het prijsniveau
van 1913 gedaald. Het indexcijf er van de
cheurtical’iën ‘
is herzien in verband
met cle thans ontvangen definitieve noteeringen ‘van zwa-
velzu’re ammo-nia. Dit artikel is tot 86 ‘pCt. van den ‘basis-
prijs gedaald.
De
diverse
artikelen,- uitgezonderd petroleum, van de
– 5e groep ondergin-gen ‘in

de afgelonpen maand geen prijs-‘veranderingen. De i’ndexcijfers van ‘de Amerikaansche en
Indische petroleuniprijzen daalden resp. met 21 en 24 pun-
ten. Het groepsindexeijfer daalde hierdoor met 3 ‘punten.

Uitvoer.
Het gemiddelde prijs-verloop van de 20
uitvoer-
artikelen
ligt op een lager niveau en is veel minder stabiel
dan -dat der invoerart,ikelen. ‘De laatste twee ‘maanden staat
het groepsindexcijfer thns op 128.
De belangrijke stijging van de, artikelen
koehuiden., kof-
fie
en
rubber
in November jI. werd opgeheven door de zeer aanzienlijke daling van
peper
en min

der sterke van
dainar.
Sinds de 3 laatste ‘maanden is in de prijzen van
huiden
een verbetering ingetreden en thans is de basisprijs nage-
noeg iweer -bereikt.
De peperprjzen- ‘varen sinds April jI. tot een ongekende
-hoogte in September geste

gen overeenkomstig het prijsver-
loop op cle Londensche -markt. In die, maand schijnt eChter
wel het toppunt bereikt te zijn. De indexcijfers bedroegen
van
April
af 199, 231, iZ55, 27o,, 28-5, 291, -275 en 252:
In
(le eerste zes maanden van -dit jaar ble-ven de notee-
ringen voor
koffie –
vrij steibiel. In tegenstelling ‘met de bui-
tenlandsche markt, waar de ‘prijzen sinds den aanvang van
dit jaar geleidelijk daalden, viel ‘in Juli jI. de prijs hier
met 21 pC’t. In Augustus ‘ztte de daling zich voort, hierna
venbeterden de prijzen ‘zich echter in navolging van de bui-
tenlandsdhe n-oteeringen. Heit indexeijfer gaf van Juni/No-
vember 147, 116, 110, 114, 120 en 130. –
-Na een lichte verbetering van de noteeringen voor
sni-‘
1
her,
superieur, in Aug. en ‘September, trad in de laatste
2 afgeloopen maanden -wederom een verdere -dal-ing in. Het
indexcijfer staat thans op 121, dat voor h-oof’dsn.i’ker No.
16 eb, steeg in ovember met 3 punten tot 106.

Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den

=

groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.

Invoerarhkelen.

,J




n
•.i’

1913.
100 100
100
100 100 100 100 100
1922.
208
166 172
170
175
(
181
129
170
1923.
207
163 174
170 169 180
150
173
1924.
213
164
167
160
168 178
155
173
1925.
208
161
160
1,50
165 172 146
166
November1926.
177
151
.151
153
175
163
135 157
December

.
175 152 149
151
173
162
136 156
Januari

1927.
176
151
150 152 173
162
136
156
Februari

.
179
151
152
152
175
163 132
156
Ilaart

.
172
149-
153 152
175
161
129
154
t.pril

.
173
148
151 152
175
161
‘128
löL4
Iei
174
148 152 152 175
161 131
155
Juni

.
174
147
152
152 174
161
132 155
Juli

.
173
147 149 150
175
160
128 153
4.ugustus

,,

.
175,
147
149
149
176
161
130
154
september

.
175 145 146
147 175
159
129 153

)ctober


.
175 148 145 146 172
159 128 152
Çovember
173 148
1

144
145 169 158
128
151
-) au arl.

1Z
art.

)
12
art.
4)
15 art.

) 13 art.
Kleinhandelspr’ijzen.
De serie indexcijifers van artikelen
van in- en ‘uitheenisohen oorsprong is zoo samengesteld, dat
de inbeem-sche en de, ‘uitheemsc,he groep geheel parllel zijn.
Tot nog toe stond het gemiddelde prijsniveau van de in-
heemsche artikelen belangrijk bo’ven dat der uitheewsehe,
hetgeen geweten -moet worden aan de ‘hooge prijzen van de
‘dierij-ke voedingsmiddelen, welke ‘in de laatste groep min-
der vertegenrwoordigd’ zijn. Hoewel ook ng in -de laatste
vier maanden de indexeijfers ‘van deze artikelen -geen daling
vertoonen, is toah het groepsindexeijfer teruggeloopen door

AANTEEKENINGEN.

Indexeijfers van groöt- en kleinhandelsprijzen
in Ned.-Indië.

De maandstatjstjek 1927 No. 11 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Invoer.
De volledige serie,omvat 72 artikelen en is ver-
deeld in vijf groepen. Het onderscheid ‘tu’ssdhen de ,,lange”
en de ,,korte” serie is dit, ‘dat ‘van de 19 extra artikelen
‘der lange serie gedurende 1914-1921 prijzen ontbreken.
In cle, ]aatste maand zijn ‘de in-dexcijfers van verschillende
inivoergroepen belangrijk gedaald, waardoor het algemeene
indexcijfer ‘van de 72 artikelen in November -van

159 op
158 daalde.’

22 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

177

toedoen van de prijsdalingen van eenige andere artikelen,
we. suiker, klaipperolie en roode rijst. In December staan
de inheemsehe artikelen nog slechts een tiental punten
boven cle tweede groep. Hiertoe heeft in de laatste maand
de belangrijke daling van de petroleumsprijaen met
44
pun-

ten veel bijgedragen. Van
168
in April ji. is thans het
indexeijfer van de groep gedaald op 160. In de prijzen der
uitbeemsohe artikelen hebben geen belangrijke wijzigingen
plaats gevonden, het indexcijf er bedraagt sinds Mei ji.
149,

October en November geven
148,
December
149.

Indexcijfers van kleinhandeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

1

In-

1

Uit-

1 Totaal Voeding
2)
heemech
1)lheemsch
1)1

1913114

100

100

100

100

1923 ..

194

173

183

182

1924 . .

182

158

1

170

170

1925 . .

169

152

160

159

December
1926 ..

171

147

159

157
Januari
1927

168

145

158

155

Februari

,, . .

172

143

157

156

Maart

..

169

143

158

154
April

. .

168

145

156

155
Mei

.

166

149

158

156

Juni

,, ..

167

149

158

155
Juli

,, . .

161

149

158

158
Augustus ,,

.

165

149

157

154

September ,,
..

165

149

157

154

October

,, ..

163

148

155

153

November .,
. .

162

148

155

152

December ,, ..

160

149

155

153
1)
20
artikelen.
2)
35
artikelen.
Passerprijren.
De seizoenstijging in de prijzen van de
landhouwgewassen, welke telken jare in het derde kwar-taal plaats ‘vindt, is ook thans merkbaar. Pot nog toe blij-
ven de noteeringen echter belangrijk lager dan in de over-énkemstige maanden van het vorige jaar en ook lager dan
het gemiddelde niveau van
1924
en
’25.
De prijs van
klappers
‘vertoonde in de eerste maanden
van dit jaar een stijging, de overige artikelen
w.o. eieren,
vleesoh, gedroogde eisch
en
Javaansohe suiker
blijven
stabiel.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

De Ee on om i st. – Haarlem, 3auari 1928.

G. H. Hitzen,
Dr. A. Plato t;
Prof. Dr. G. M. Ver-

rij.s Stuart,
Het honderdjarig bestaan van de Javasche
Bank 1; W. C. Postivumus Meyjes, Is
vrije Crediet-

creatie door banken mogelijk?

The Journal of Political Econ’omy. –

Chicago, Iii., December 1927.
G. G. Turi,ell,
Rate making and excess income;
P. T.

Hoinae., The
impasse in economie theory;
H. A. Lo-

ga.,
Federation of Catholic workers of Canada. 1.1;

F. B. Ashby,
Individual cycles in stock pricea;
J. E.

Cunamirgs,
Need for co-ordination of transportation.

The Quart.erly Journal of Economics.

– Cambridge, Mass., November 1927.
A. A. Yovirt.g,
Economics as a field of research;

R. A. Lehfcldt,
The monetary situation in the United States, as viewed from without;
P. T. Homon,
John

Bates Clark: earlier and later phases of his werk;

L. N. Litashenico,
The naticual income of the Soviet

Union;
J. V.
von
Sicicle, Ci
qsification of land for

taxation.

Weltwirtschaftliches Archiv. – Jena,
Januari 1928.
Dr. Fr. v. Oottl-Ottlilier&feld,
Vom Bedarf und den

Grundlagen seiner Deckung;
Dr. A. Hesse,
Wiswn-

schaft und Wirklichkeit;
Dr. A. Meusel,
Das Prob]em
der liusseren Handelspolitik bei Friedrich List und
Karl Marx; Prof. Dr. J. Schirlcovitsch.
Ideenge..
schichte der Agrarwissenschaft in Russland;
Dr. E.

Bosenbaum,,
Funktionen des Export- und des Import-

handels.

De Socialistische Gids. – Amsterdam,

December 1921.
bevat o.a.:
J. A. sSaindfort,
Een nieuwe consumptie-theorie;

Dr. Ir. Th. v. cl. Waerden.,
Technies-ekonomies over-

iciit, XXXIV;
Mr. H. J. Don. Meurs,
De Volken.-

bohsconferentie voor de afschaffing van cle verboden
en beperkingen van in- en uitvoer.

1 d em. – Amsterdam, Januari 1928.

bevat o.a.:
F. M. Wibaut, De economisdhe conferentie van

Genève Mei 1927 over truets en kartels 1;
Mr. J.

Oerritsz,
Macht en economische wet;
J. W. Alboirda,

Ontwapenings-vraagstnkken;
L. J. Kleyn.,
Europa in

1927;
W. A. Bon.ger,
Toch een ,,Labour Party”?
Mr.

H. J. van, Meurs,
Uit de Volkenbondsstad.

Finaoz. Archiv. – Tübingen, Jhrg. XLIV-, 2.

A. N. Scvck,
Die Verteilung der öffentlichen Schul-
den im Falle der Zerstückelung des Schuldner Staa-

tes;
Dr. Bonk,
Sozialer Geist in der Rechtaprechung
des Reichsfinanzhofs;
Dr. K. E. Nickel,
Die Weg.
steuerung der Grundrente im Frestaat Anhalt, ihre
Motivievung und Problematik; Dr. C. Kriimer, Zur
schwbenden Reform des deutschen Spiri.tusmonopols; Dr. W. Kipke,
Die Reform der dii-ekten Steuern in
Gross-Rumanien im Zusammenhang mit der Entwick-
lung der rumënischen Staatafinanzen;
Dr. 0. H. P.
Inhulsen,
Die eriglischen Finanzvoranschlâge für
1927/28;
G. Dobbert,
Die Budgetreohte der Union
und der Unionarepubliken in Sowjetrussland (nach
der neuesten Regelung durch das Gesetz vom 25 Mai

1921); Das Staatbudget der Sowjet-Union für 1927

und •die Vorjahre; Die Hauptzweige des russischen
Wirtschaftsleibens im Jalire 1926;
G. Schans,
Der
Finanzausgleic’h zwischen Reich und Lhndern und der innerbayrische Finanzausgleioh.

De Naamlooze Vennootschap. – Roer-
mond, 15 Januari 1928.
Prof. Dr. N. J. Pol ak,
Theory of opportunisme. De
algemeene motiveering van de belastingheffing van
buitenlands wonende Nederlanders;
Dr. H. Lechtape,
Het vraagstuk van de leiding in de industrieele groot-
ondernemingen in Duitschland;
Mr. J. M. J. A. ,Si-
in.ons,
Oprichtingskosten van Naamlooze Vennoot-
schappen. Aansprakelijkheid van de oprichters jegens
den
notaris;
Mr. 0. M. 0. van Nisperi, tot Sevenaer,
Het rechtskarakter van de átatuten eener Naamlooze
Vennootschap. II;
J. M. F. Evening,
De Zegelwet
1917. Het proces omtrent de gironota’s;
Mr. E. L.
Kayen.bergh,
De iiieuwé Duitsche wet betreffende het
akkoord tot voorkoming van faillissement II;
Drs. A.
G. Malcolm,,
Stemmen door stroomannen.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAARBA NK.

NOVEMBER

1

1925

1

1926

1

1927

9
.
867
.
11
Of
9.083.04lf
10.388.281
Terugbetalingen – … ,,
9.256.199,,
10.121.261 ,,
10.049.514
Tegoed der inleggers
303.847.697 ,,
299.818.223
,, 322.029.461
Nom. bedr. der uitst.
op ultimo …
……,,

staatsachuldboekjes
op ultimo ………,,
41.895.550,,
43.826.900,,
42.487.350

Inlagen ………….
f

Spaarbankboekjes:
Aantal nieuw uit-
gegeven
9.510 8.748
10.218
Aantal geheel af-
betaald
7.158
8.713
7.083
Aantal in omloop
op ultimo
1.984.3011 1.966.6781
2.044.198

DECEMBER 1

1925

1

1926

1

1927

Inlagen ………..
f

9.299.808/

9.493.482/

9.206.260

Terugbetalingen ..

9.187.691,,

9.901.463

9.904.095
Tegoed der inleggers
op ultimo ………
,,303.959.814,, 299.410.243,, 321.331.627
Nom. bedr. der uitst.

,,
41.905.350,,
43.690.750,,
42.511.700
op ultimo ………
Spaarbankboekjes:

,,
9.097
,,
9.699
,,
8.807
Aantal nieuw uit-
gegeven………
Aantal

geheel

af-
,,
7.445
,,
8.009,,
6.565
betaald ………
Aantal in omloop
op ultimo ……..
,,
1.985.953,,
1.968.368
,,
2.046.440

178

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
Februari
1928

OVERZICHT
DÈI
RIJKSMIDDELEN.

(In Guldens)

1

Januari

1
Y’di

komstige
1928

periode
1927

Directe belastingen.
2.918.525
2.918.525
2.675.457
Personeele belasting
..
3.037.563 3.037.563
2.395.734
Inkomstenbelasting
..
9.226.398 9.226.398 8.866.379
Vermogensbelasting
..
1.128.274
1.128274
1.266.846

belasting …….
.
1.20.727
1.220.727 893.909

Grondbelasting

………

invoerrechten.
. .
.
_..

5.287.709 5.287.709
4.489.636

Dividend, en tantième-

363.029 363.029 320.278

Accijnzen.

St atistiekrecht ……………..

Zout ……………….
..

.
181.121
181.121
202.500
Geslacht

………….
..
882.845
882.845
774.631 38.153 38.153 47.985
3.013.537
3.013.537
3.305.011
920.649 920.649
909.738

Wijn …………………..

4.614.740 4.614.740 4.218.953

Gedistilleerd ………….
Bier

………………….
Suiker

……………..
Tabak
……………..
2.031.994 2.031.994
1.740.814
Belasting op gouden èn
..

zilveren werken
78.543 78.543
73.067
Belasting op rijwielen..
1

430.475
1

430.475
2

1.965.452

indirecte belastingen.
3
2.588.921
3

2.588.921
4

2.834.638
1.684.622.
1.684.622 1.941.689
Successierechten…..
..
3.194.415
3.194.415
4.217.168

Domeinen, wegen en
198.389
.

198.389
219.875

Zegelrechten …………..
Registratierechten………

16.993
16.970
Jacht en visschërij
2.482
2.482
1.915

vaarten

……………….
Staatsloterij ………….
16.993

Loodsgelden ………..
.

.

49.286 449.286 445.480
-.


Mijnen …………………

Totaal-Generaal
..
43.509.390
43.509.3901
43.824.125
1)
10 o/

der werkelijke
opbrengst;
art. 39 der
VlTegenbe.
lastingwet.

2)
40
0
10
der
werkelijke
opbrengst;
art. 39 der
Wegenbelaitingwet.
3)
Hieronder
zegelrecht van nota’s van
makelaars
begrepen
f
654.598
en commissionnairs
wegens
in
effecten, enz. (Beürsbelasting).
4)
Idem
f648.6l2.

HEFFINGEN VOOR
HET LEENINGFONDS
1914.

Januari

1
januari

komstige
1928

1928

periode
1927

Verdedigingsbelast. la

344.572

344.572

381.377

Verdedigingsbèlast. Ib 1.308.070

1.306.070

1.363.558

Verdedigin’gsbelast. II 2.448.400

2.448.400

2.096.340
Opcenten:

Grondbelasting ……..585.368

585.368

534.971
Personeele belasting

614.968

814.968

432.165
Inkomstenbelasting

214.931

214.931

2.026.165
Vermogensbelasting

285.124

285.124

319.055
Dividend- en tantième-

belasting …………402.840

402.840

294.990

Accijns op Suiker

922.948

922.948

843.791
,;

,, Wijn

7.631

7.631

9.597

Gedistilleerd …………301.354

301.354

330.501

Zegelrechtvanbuitl.eff

113.772

113.772

196.688

Totaal..

7.547.978

7.547.978

8.829.198

HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.

Wegenbelasting..
……

294.814

294.814


Rijwielbelasting ……..
1
3.874.280
1
3.874.280
2
2.948.179

Totaal ………..4.169.094

4.169.094

2.948.179.
90
°Io
der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet.
60.o1
0
der werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet.

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND., ERSO-!
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1927.

Denstjaren

Grond-

Personeele Inkomsten- Vermogens-
0

belasting

belasting

belasting

belasting

1924125


i-

1925126
– –
83.536
1926127
8.230
97.717
712.236
9.762
1927128
2.910.001
2.939.620
8:430.626
1.118.512
1928129
294
226
-_

Totalen…
2.98.525
307563
1.128.274

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

1

N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCØNTO’S.
~
Di,
ise1s.
413 Oct.’27
Zwits. Nat. Bk.
322 Oct.’25
Ned.
Bel.nn. Eif. 5
13 Oct.’27
N.Bk.v.Denem. 5
23Juni’27
Vrsch. in R.C. 6
iS Oct. ’27
ZweedscheRbk 3k
31 Dec.’27
Javasche Bank…..4
1
4
Juli’26
Bank v.Noorw. 6
1 Feb.’28 Bank van Engeland
421Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27
slowakije
..
5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk.
319 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk. 6
27Jan.’28
Belgische Nat. Bnk.
16 Nov.’27 N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed.Res.BankN.y. 4 2
Feb.’2SBank
v. Italië. 7′
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5 23Mrt.’28
Z.-Afr.Res.bnk 51
9Jan.’28

OPEN MkRKT,

1928

11
1927
11
1926
11
1914

Febr

13/18
1
6/11 ’30jan./11
14
1
19

15
1
20

20
1
24
Febr.
j
Febr. 4 Febr.
1/
Febr.

Febr.
11
juli

Partic.disc.
371s
3/-4
3314-4/16
‘4
1
181
3I8-18
2
1
18-
3
11
3
1
/8

118
Prolong.
331
4

331
4
.4
311
3
.4
3314.4113
314.4
1314.2
1
14
2
1
1e
3
14
Londen
Daggeld
..
2
1
1.-311
211
3
.411
4

2
3
1
4
-5
34
1
/2
3411
3

3_4111
1314-2
Partic. disc.
4
/1
4116
4116_h14
411
5
.11
4

4115_1/4
4116-11
2114.314
Berlijn
Daggeld
..
5
1
1-8
4-8
4
1
13-813
611
3
9
3.5
413613

Partic.disc.
30.55 d…
6 6
6114
6-I
s.
4118-3/q
511
4
_11
3


56-90 d..
.
6
6
6114
63/g
4119.114
5
1
14
.1
12
21/
9
1/
2

Waren-

wechsel.
615-
3
14
6
3
18-
3
14
6
1
14-618
6
3
14-7
4
1
14_
3
18
6
3
14-7

New York’)
Cail money
4
1
14
1
/2
411
4
.31
4

4.31
4

4.511
4

331
4
_441
4

4113.5114
1514-2112
Partic. disc.
3518

1

36/0

1
3515
.31
4

3515.814
331e718
331
4


1)
CaIlmoney-koers
van 17
Febr, en
daaraan
voorafgaande
weken
tjm
Vrijdag.

WISSELKOERSÉN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

‘DataNew
1
Londen
1
Berlijn Parijs
1
BrussellBafavia
York’)

1

14 Febr. 1928
2.48%
12.113,
59.26
9.76k
3460
100
15

,,

1928
2.4811,
6

12.11
59.25
9.76k
34.59
LOO
16

,,

1928
2.48%
12.11
59.29
9.76e
34591
100
17

,,

1928 2.4894 12.11%
59.28
9.761 34.58
100
18

,,

1928

12.11%
59.30
9.77
34.5%
100
20

,,

1928
2.489,
19.121/
8

59.34
9.77k
34.60
991
Laagsted.w.1)
2.483
12.10%
59.22
9.75
34.56
9994′
Hoogste d.w
1
)
2.48%
1
2.12al
s

59.36
9.78
34.621
10034
13 Febr. 1928
2.4831
4

12.107/
s

59.23.
9.761
34.60
100
6

,,-

1928
2.4811
4

12.090
59.21i
9.751 34.56
100
Muntpariteit
2.4894
12.1094
59.26
48.-
134.59
100

Data
serland
Weenen
Praat’
1

‘T
Boeka-
rest’)
Milaan
:

*0)
Madrid
**)

14 Febr. 1928
47.80
35.-
7.37k
1.521 13.15
42.25
15

,,

1928
47.78
35.-
7.36
1.521
13.151
42.25
16

,,

1928
47.80
35.-.
7.364
1.521
13.16
42.21
17

,,

1928.47.80
35.-
7.37
1.52
13.16
42.09
18

,,

1928
47.80
35.-
7.361
1.521


9

,

1928
.47:82
35.029,
7.36
1.521
1316
42.12
Laagsted.w.1)
47.76
34.95
7.34
1.50
13.121
42.-
Hoogste d.wl)
47.85
.
35.15 7.40
1.55
13.20
42.32k
13 Fbr. 1928
47.80
35.-
7.36,
1.52k
13.15
42.17
6

,,

1928
47.76

,
35.-
735 Ï.52
13.13
-42.23
Muntpari4eit
48.-
35.-
2)
48.-
48.-
48.-‘

Data

.

Stock-
•/
1
5j
Kopen.l
..,slo

)
1

Hel..
zing
Buenos-
1
Mon..’
*)hagen’.)
for.ç
1
Aires’)

1
treal’)

.14 Febr. 1928
66.70
66.5
86.15 6.26
10611
8
.
2.48
15

,;

1928
66.70
66.521
66.15
6.26
10634
2.48
16

1928
66.70
66.521
66.15
6.26
106
2.48
17

1928
66.67k 66.571
66.15
6.26
10634
2.48
18

1928
66.70
66.55
66.15
6.26
106%
2.48
’20

1928
66.70 66.60
66.171
6.26
1068/
2.4834
Laagsted.w.1)
66.60
66.45 66.05
8.24
10571
8

2.47%
Hoogste d.wl)
66.75 66.62k
66.20
6.29
108%
2.48
3
1
8

13 Febr. 1928
66.70
66.52
66.15

6.25
106
2.48

6

,,

1928
66.65 66.45
’66’.02%
6.25
106
2.47s’,
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
6.26)
105
3
1
1

‘2.48%
0)
Noteering te Amsterdam.

)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.

1)
Wettélijk gestabiliseerd
tusschen
7.534j

en
7,21
1
/3.

In heteer8te nummer van iedere maand komt een
overzicht
,voor van een aantal niet wekelijks opgenomen
wisselkoersen.

22 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

179

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

13 a a
Londen
($
per £)
Parijs
($
p. IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gld.

14 Febr.

1928 4,87
7
1,4
3,93 23,84%
40,2471
2

15

,,

1928 4,87
15
/
82

3,9311
9

23,85% 40,25

16

,,

1928
4,87
3
18
3,93
23,86 40,24

17

,,

1928 4,87
19
1
32

3,93
23,86
40,25

18

,,

1928
4,879
3,93
1
18
23,86% 40,25

20

,,

1928
4,8711/
j9

3,93%
23,87
40,23
1
4

21 Febr.

19271
4,85
1
1
32

3,91%
23,69%
40,03

Muntpariteit .
.
4,8667
1

19,30
23,81%
4031,
8

TE LONDEN.
KOERSEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
4
Febr.
1928
II
Febr.1
1928

_
13118
Febr.
LaagsfeHoogste
1928
18
Febr.
1928

Alexandri6.
.
Piast. p.0
97%
97,%
9771

979119
97%

Athene

….

Dr. p.
£
368
367%
367

369%
367%

Bangkok … Sh.p.tical
1i10Tr
11108/
1/10%

1110k
1110%

Budapest
.
.. Pen. p.
£
27.87
27.881
27.88

27.92 97.90

B. Aires’). ._

d. p.
$
47718
47571
94

1755/

47291
47571
94

Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1
1
6
8
1
94

1j5
63
1
115
31
1
32

116
1j5
63
1
94

Constantin.. Piast.p.
£
957′,
065
950

970
9132%

Hongkong ..

Sh. p.
$
21081
8

210
7
119
21’0119

210+

21071
26

1/111/8
1/11T’
1/11
53

1111 ‘1
1111,/,.

Lissabon
1) .
.
d. per Esc.
251,
29132

211193
Kobe

……..Sh.p.yen

Mexico . ….

d.per$
24
24
23

25
24

Montevideo’)

d. per
$
50%
50%
5051

517/
4

51

Montreal’)
..

$
per
£

4.87
4.88
4.88% 4.88%
4.88

R.d.Janeiro
1)
d. per Mii.
5
29
1
32

5
29
1
32

5
29
1
32

51511
559194

Shanghai

. .
Sh. p. tael
21711
16

217′
2/63
4

217
11
/,
6

2,7 ‘/

Singapore. ..

id. p.
$
21481
33

21481
33

214
1
1
32

2,
1
4
1r
1
1
214
3
192
Valparaiso 9).

$p.,
39.43
39.39 39.36

39.40
39.36
Warschau ..

Zi. p.
£
1
43%
43.45
43.40

43.75
43.42k
1)
Telegraff ach transfert.
2
)90
dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York’)
Londen
13 Febr. 1928.. 2681
8


13 Febr.
1928. . ..
84/11%

14

,,

1928..

2611
74

57%
14

,,
1928….
84/10%

15

,,

1928.. 26%
57f18
15

,,
1928….
84/11

16

,,

1928..

261
57
16

,,
1928….
84111%
17

,,

1928.. 26%
57%
17

,,
1928….
84111%

18

,,

1928..

2671
9

5771
9

18

,,
1928….
84111%

19 Febr. 1927..

27
58%
19 Febr.
1927… .
84110%

20 Juli

1914..

24lI1,
59
20 Juli
1914… .
84111

1) in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p.oz.tine.
3)
in ah.
p.oz.fine

STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.
7 Febr. 1928
IS
Febr. 1928

f

14.637.311,43
f
24.400.043,45
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

,,

513.795,39
Voorschotten op ultimo Jan. 1928 aan

Saldo bij de Nederlandsche Bank…..

de gem. op voor haar door de Rijks-
administratiete heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomsten belasting……….36.826.174,96
3

36.941.746,91
Voorschotten aan Suriname ……….
,,

10.351.960,08
..
,,

10.363.937,20
Voorschotten aan Curaçao


Kasvord. we13. credletverst.slh. buiten!.,,
.34.058.725,10
,,133.132.091 .38
Daggeldieeningen tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

Saldo der postrekeningen van Rijks-
corn
ptabelen

………………….
14.699.240,23
,,

16.169.405,94
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
..

T.enî.’)…………………….
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)

……

.

3.07 5.348,03

,,

3.075.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank


Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
/103.526.000,-
f103.526.000,-
Schatkistpromessen in omloop
……
Waarvan direct bij de Ned. Bank..

25.220.000,-
25.220.000,-
,,

Zilverbons in omloop
…………….
11.852.833,-

.
..

,,

11.614.048,-
Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
2)..
,,

16.644,31

Id. aan

Ned.-lndië

………………
24.178.714,96
22.24T.721,40
Id.
aan

Curaçao ………………….
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2) ..,,
238.910,42
…20.146.608,39
,,

358.787,80
,,

18.765.553,86
Id. a. h. Staat8bedrjf d.
P., T.
en
T. 2)..,,

…..

55.907.619,7!

..

,,

65.729.532,24
Id. aan andere Staatsbedrijven’)……….
1.315.000,-
,,

1.315.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)

………..
4.848.876,61
,,

4.826.808,5

1) Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
3) In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
3)
Dec. 1927.

NEDERLANDSCH-1NDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1 11 Febr. 1928 1 l8Febr.1928

Vorderingen:
f23.372.000,-
Saldo

bij ‘s Rijks kas …………..

8.054.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N..lndi6

Saldo bij de Javasche Bank
………..,,

Voorschot Javasche Bank aan N.-Indi6

Schatkistpromessen in omloop …….
150.000,-
Muntbiljetten in omloop

………….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntionds..,,

…..
32.230.000,-
962.000,– Idem aan
de
Ned.-lnd. Postapaarbank.

,,
894.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 20 Februari 1928.

Activa.
Binneni. Wis-( Hfdbk.
r
56.000.028,06
sels,Prom.,{ Bijbnk.

1.726.204,61
enz.in
disc.
,
Ag.sch.
,,

1.24.746,0

f
69.950.979,47

Papier
o.
h. Buiteni. in disconto.
…….

Idem eigen portef.
.

190.675.465,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.


190.675.465,.-
Beleeningen
Hfdbk.
f

41.182.338 96
mci.
vrsch.
Bijbnk. ,

7.041.474,90
in rek..crt.
Ag.sch. ,

62.235.660 68
op onderp.

f

110.459.474,54

Op Effecten ……
r
106.771.974,54
OpGoederenenSpec. ,,

3.687.500,-.
110.459.474,54
Voorschotten a. h. Rijk

4unt en Muntmateriaal
Munt, Goud
… ….
f

67.745.240,-
Muntmat., Goud

,,
367.471.557,52

t
435.216.797.52
Munt, Zilver, enz..

,,

27.488.012,12
Muntmat., Zilver


11
462.704.809,64
Belegging
1
1

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
23.836.237,27
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen

…………….•

,,
25.484.022,94

Paialva

(
888.1 10.988,86

Kapitaal
…………………
…….

f
20.000.000,-
Reservefonds
.

,,
7.027.840,39
Bijzondere reserve
……..

……
8.000.
000
,-
Pensioenfonds

………………
4.828.172,33
Bankbiljetten in omloop………….
..

,,
768.563.775,-
Bankassignatiën in omloop ………..
..
448.436,74
Rek.-Cour.
f Het Rijk
f
19.064.961,26
saldo’s:

Anderen

44.361.280,97
63.426.242,23
Diverse

rekeningen
. . … ….. .. . .. .. .

,,
15.816.522,17

f
888.110.988,86

Beschikbaar metaalsaldo
…….

.. .
f
295.758.045,94
Op de basis van
al,
metaaldekking…..
,,
129.1170.355,15
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.478.790.225,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatie
opeischb.
schulden Metaal-
saldo
kings
perc.

20 Febr. ’28 67.745 367.472 768.564 63.875 295.758 55
13 ’28 67.748 367.472 774.327 74.209 293.425 54
6 ,, ’28 67.743 367.478 795.361 69.353 290.062 53
30 Jan. ’28 67.757 365.449 788.244 92.093 285.451 52
23 ,, ’28 67.757 383.388 768.262 88.229 288.020 54
16 ’28 67.754 353.472 788.186 77.510 975.586 52

21 Febr. ’27 60.197 353.961 785.460 39 782 276.949 54

25 Juli ‘14165.7031 96.410 310.437

6.198 43.5211) 54

Tïaal
Schatkist- Belee-

Papier
Div?.T
Data

bedrag promessen

1 e

op het

reke-
disconto’s rechtstreeks
n ng n

buiten
1.
ningen
2)

20 Febr. 1928
69.951

110.459
190.675
25.484
13

1928
79.459

113.427 190.553
28.054

6

1928
89.468

108.594
185.474
44.141

30 Jan.

1928
87.168

134.110
183.361
39.609

23

,,

1928
85.915

113.171 183.806
39.383

16

,,

1928
98.963

116.936 183.658
42.146

21 Febr. 1927
93.501

1

128.311
136.706
58.838

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686 20.188
509
1) Op de basis
van %l& metaaldekking.
‘) Sluitpost
activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Andere
ope15chb.
Discont.
D

21 Jan.

1928..
1.111
1.403
522
866
398

14

,,

1928-
1.100
1.470
570 844 418

7

1928-
1.108
1.582
592
855
432

31 Dec.

1927..
1.111
1.679
514
860
517

24

,,

1927…
1.121
1.482
605
864
511

22 Jan.

1927-
1.026 1.413
593
962
431

5 Juli

1914..1
645
1.100
560
735 396
1) Sluitpost der activa.

f42.359.000,-
,,10.950.000,-

150.000,-32.607.000,-
1.035.000,-
986.000,-

180

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1928
11

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok
ken cijfers der la&tetewoken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulafie opefschb. metaal-
schulden saldo

11 Fbr. 1928

1i.600

317.400

40.400 121.040
4 ,, 1928

192.500

314.500

44.900 120.620
28Jan.1928

194.700

.

314.900

45.100 122.700

14Jan.1928 178.127

17.605 323.023

49.232 121.655
7 ,, 1928 178.212

18.161

323.012

49.283 122.364
31 Dec. 1927 178.209

17.733 319.844

55.411 121.269
24 ,, 1927 178.3Ô6

17.371

319.214

56.112 120.938′
12Fbr.1927 195.479

30.012 314.325

62.123 151.024
13Fbr.1926 202.756

39.944 345.901

64.533 161.302
25Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842k)

Wissels.

1 ..,. – –

Dek-
Data
1

Dis-
conto’s
buiten
N.-ind.
betaalb.

Belee-
ningen
uiverse
1

reke-
1

ningen’)
percen-
tage

llFbr. 1928
154.400
iie
54
4

,,

1928
156.900

54
28Jan.1928
156.300
•••
54

14 Jan.1928
12.977
1
28.895

108.86
31.561
53
7

,,

1928
12.9791 25.922 1114.055
28.323
53
31Dec.1927
13.037
1
24.026 1114.541
32.364
52
24

,,

1927
13.015

26.133

113.783
31.379
52
12Fbr.1927
13.049
1
20.758 1

78.501
45.026
60
13 Fbr. 1926
8.078
1

19.166

49.004
83.167
59
25 Juli1914
7.259
1

6.395

47.934
2.228
44
2)
Sluitpost activa.

‘)
Basli
2/

metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der
Currency Notes,
in duizenden oonden sterlinR.

Data
Metaal
“irculatte
Currency Notes

Bedrag
1
Bankbil/.l 00v. Sec.

15 Febr. 1928
157.997
134.282
287.199
56.250
237.174
8

1928
157.565 135.267
289.060
56.250
238.978
1

,,

1928
155.878
135.836
288.423
56.250
239.140
25 Jan. 1928
156.203
134.640
288.049
56.250
238.160
18

,,

1928
155.540 134.749
290.665
56.250 240.955
11

,,

1928
155.002
135.934
296.554
58.250
247.048
16 Febr. 1927
150.176
136188
281.992
56.250
231.023
22 Juli

1914
40.164
1

29.317

1
1


Data
00v.
Sec.
Other
.
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
eserve
k
De

ings

15Febr.’28
36.296
52.508
12.970 101.137
43.46538
8

,,

’28
35.578
53.197
15.351
97.305
42.045
71j6
1

,,

’28
35.258
55.027
14.341
97.583
39.792
35
25 Jan. ’28
35.305
56.717
18.526
98.707
41.313
35
18
116
18

,,

’28
36.484
60.366
19.201
100.132
40.541
33t5,
11

,,

’28
39.629
64.504
14.854
110.061
38.818
31
16Febr.’27
29.813 74.429
17.508 102.282
33.739
2821
8

12 Juli
1
14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
-,,
v..uuung
LU851;flCH
ieserve en Lieposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs

Data
Goud
Waarvan
in het
Zilver
T
int
Wis-
Waarp.
op het
B
1
e ee-
buitenl.’)
buitenl.
se
S
bulteni. ningen

16 Fbr.’28
5.544
.1.864
343
55 1.401
9
1.722
9

1
28
5.544
1.864
343
54
1.466
10
1.768
2

’28
5.544
1.864
343
.

57
2.081
10
1.686
26 Jan.’28
5.544
.
1.864
343
56.
1.620
8
1.696
19

,,

’28
5.544
1.864
343
53
1.408
9
1.710
17 Fbr.’27
5.548
1.864.
342
85
3.052
12
1.996
23 Juli’14
4.104

640
-.
1.541
8

769

Buit.gew.
Schat-
.
Diver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
ajd. Staat
ki st bil-
letten ,,
sen
Circulatie
Parti
culier;n
Staat

16 Fbr.’28
22.550
5.912
26.562
57.952
8.224
124
9

,,

’28
22.800
5.906
27.349
58.269
8.831
126
2

,,

’28
23.100
5.894
27.092 57.765
8.491
155
26 Jan.’28
23.500
5.894 27.302
57.128
10.900
32
19
.

,,

’28
23.500
5.893
27.140
57.591 9.979
138
17 Fbr.’27
30.500
5.623
9.053 52.153
5.255
36
23Juli
1
14
– – –
5.912
943
401
1)
Waarvan beschikbaar 463 millioen.
2)
in disconto
genomen
wegens
voorsch. v. d. Staat aan buiteni.
regeeringen.
3)
Sluitpost
activa.

DUITSCHE RUKSBANK.
Voornaamste oosten in mi1l.inann
P’1ono,.1,

Daarvan
Deviezen
Andere
Dat a
ou’1
bij bui-
ten!. circ.
als goud-
dekking
wissels
en
Belee-
ningen
banken
1)
geldende
cheques

15 Febr. 1928
1.866,4 83,5
292,8
2.963,9 58,4
7

,,

1928
1.886,6
83,5
292,9.
2.243,6
22,8
31 Jan. 1928
1.865,3
83,5
296,0 2.372,9
91,2
21

1928
1.863,4
81,4
306,4
2.078,1
23,5
14

1928
1.864,0
81,4
286,1
2.330,9
33,2
15 Febr. 1927
1.834,3 92,9 201,1 1.267,8
16,1
30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse
ten
Activas)
latie
Crt.
Passiva

15 Febr. 1928
94,3
577,2
3.784,4
532,6
291,6
7

,,

1928
93,1
571,3
4.037,8
509,0
284,0
31 Jan; 1928
93,3 599,1
4.251,2 497,8
281,4
21

,,

1928
93,3
585,0
3.682,6
.708,0
279,8
14

,,

1928
93,3
536,6
3.927,9
655,1
280,5
5 Febr. 1927
88,9
609,7
3.049,4
553,3 209,8

Data

Goud.

..
.2

Rekg. Cr1.

u.1-1
1928
0


0
0
,

16 Febr.
743 463
44
540
42
386
2.083
22
86
9

,,
743
463
44
548
31
390
2.087
17
85
2

,,
743
474
44
542
49
390
2.084
31
96
26 Jan.
741
475
44
559
28
394
2.056
17
139
19

,,
741
477
43
556
32
394 2.057
15
143
17Febr.
2
,
624
425
40

1
474
34
400
1.821
22
124
oii.
geteueeru.
°)
1hI.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen
Io11srs.

Goudvoorraad
ig
Wett
al-
Wissels

Data
b eta
middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.

‘”

1
disc. v. d.
In de
open
bedrag
Notes
etc.
member
markt

banks

1
gekocht
1 Fbr.’28
2.799,0
1.466,3
1

171,7
423,4
377,4
25Jan.
1
28
2.819,1
1.513,3
J

169,0
385,2
347,3
18

,,

’28
2.807,6
1.584,4
167,9
412,1
369,0
11

,,

’28
2.807,9
1.575,7
159,3
439,1
392,6
4

,,

’27
2.742,5
1.529,1
.
146,7
520,9
387,1
28Dec.’27
2.739,1
1.523,9
123,1
609,2
385,5
2Fbr.’27
2.961,9
1

1.605,7

1
166,8

1
393,3
329,1

Data
Belegd
i

u. s.
F.R.
Notes
1
Gestort
1

Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
1
in circu-1
iatie
1

s
Kapitaall
kings-
1

perc.’
1

kings-
1

perc.’)
1
Fbr.’28
433,7

1.577,0
2.451,9
134,4
69,5
73,7
25Jan.’28
440,9
1.584,9
2.401,6
134,2
70,7
75,0
18

,,

’28
499,4
1.623,8
.2.47 1,6
133,8
68,6
72,7
11

,,

‘8
545,3
1.679,6
2.517,4
132,6 66,9
70,7
4

,,

’27
627,4
1.760,7
2.536,3
132,5
63,8 67,2
18Dec.’27
603,1
1.813,2
2.473,3
132,5
63,9 66,8
2 Fbr.’27
303,9
1.686,5
2.298,2
125,7
74,3
78,5
gt,ttuvuurraau tegenover opelscooare scnulaen:
F. R. Notes en netto deposito. 2) Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste oosten in mii1.ioenn dnllnrR

Data
Aantal
Dis-
1

conto’s
1 1

Beleg-
Reserve
bij de
Totaal
1
Waarvan
banken
en
beleen.
gingen
1
1

F. R.
1
banks

1.734

depo-
sito’
s
deposits

1

time
I

25 Jan.’28
652 15.200
6.563
20.523
6.662
18

,,

’28
653
15.326
6.544
1.804
20.680
6.634
11

,,

’28
855 15.443 6.529
1.832
20.863
6.628
4

,,

’27
657
15.631
6.426
1.852
20.984
6.611
18Dec.’27
657
15.433
6.386
1.813
20.494
6.516
16Jan.’27
681
14.200
5.540
1.606
18.873
5.874
CUJU Valt icuer
Kwartaai worOt een overz,cJ]t
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

30 Juli 1914 330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0
t)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine 15, 7 Febr. 31,21, 14, Jan.
’28,
IS Febr. ’27, resp. 45; 36; 25; 45; 80; 105 mlii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

22 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 20 Februari 1928.

De houding van de internationale foncisenmarkten is in
de achter ons liggende berichf,speriocle eenigazins aarzelend
geweest. Voor de verschillende beurscentra hebben meestal
locale invloeclen uitwerking uitgeoefend. Zoo heeft bi}v. te
B e r 1
ij
n de vrees voor een regeerïngscrisis den beurs-
handel Vrij sterk doen inkrimpen, al was voor het overige
de stemming niet ongeanimeerd. Vooral cle ruimere houding
van de geldmarkt heeft tot optimistische opvattingen bij-
gedragen, temeer, waar
deze
gepaard zijn gegaan met cle
verwachting van een spoedige verlaging van den disconto-
voet door de Duitsche Rijkabank. Aan den anderen kant
heeft men niet uit het oog verloren, dat de aanstaande
betaling van cle rente op de industrieele obligaties – in
verband met het plan Daiwes – wellicht een verstijving
van de geldmarkt ten gevolge zal kunnen hebben, zoodat
cle financieele leiding wel ten volle zekerheid moet hebben
omtrent de ontw’ikkeling in de naaste toekomst, voor zij
tot een wijziging van den rentevoet zal ,wcnschen over te
gaan. A.fgescheiden van deze overwegingen heeft het feit,
dat de staatsinkomsten in Januari een ‘vooruitgang hebben
aangetoond, eenigen kooplust doen ontstaan .tu verband met
een en ander is de tendens tot het einde vrij vast gebleven,
doch konden de omzetten geen uitbreiding ondergaan.
Ook de fonclseninarkt te L o n cl e ii is kalm gebleven,
doch hier was eerder een neiging tot reactie op te merken.
De krachtige achteruitgang van den rubberprjs en van de
koersen van rubberaandeelen heeft aanleiding gegeven tot
verkooporders, ook in andere afdeelingen. Vooral diverse industrieele soorten, welke in den laatsten tijd nogal sterk
op den voorgrond waren getreden, werden gerealiseerd,
waardoor in sommige gevallen een niet onaanzienlijke daling
is oi.iststa%ii. Daarentegen was cle stemming voor beleggings-
fondsen iets beter, tengevolge van de ruimere geldmarkt.
De markt te P a r ij s heeft een bijzonder rustig verloop
gehad. Opdrachten uit het buitenland, zooals enkele weken
geleden het geval is gew’eest, werden niet meer in groote
mate opgemerkt; hiertegenover stonden zelfs verkooporders,
voornamelijk van Bedgische zijde. In verband hiermede is de –
stemming wel minder opgewekt geworden, doch aan den
anderen kant heeft dit geen aanleiding gegeven tot ruimen
handel. Het publiek, zoowel als de beurs, geven de voorkeur
aan een afwachtende houding, nu omtrent cle financieele
plannen van de regeering nog niets bekend is gemaakt.
Te N e v Y o r ‘k werd de beurs vrjevel geheel beheerseht
door den. toestand van de geldmarkt. Ondanks liet feit, dat
de groote meerderheid der Federal Reserve Banks thans het
hoogere disoontotarief toepast, is van verruiming van de
gelcimarkt nog niet veel sprake geweest. Integendeel valt
een tendens tot verdere verstijving op te merken, welke
weliswaar gedeeltelijk aan seizoensinvloeden moet worden
toegeschreven, doch aan dén anderen kant sterker merk-
baar is dan een jaar geleden. Het heeft wel een goeden in-
druk gemaakt, dat de voorschotten aan makelaars ter beurze
iets zijn verminderd, doch de afneming is toch niet van
groote beteekenis geweest, zoodat de invloed, welke hier-
van is uitgegaan, niet al te omvangrijk is geworden. De markt t e n o n z e n t is doorgaans kalm geweest en
niet sterk onder den invloed van buitenlandsohe factoren. In ver’bancl met de ruimere geidmarkt is cle
licleggingsaf-

cfeeling
aan onze beurs opgewekt gebleven en konden in-
heemsche zoowel als buitenlanclsche fondsen fractioneele
koersverbeteringen behalen. Ook de nieuwe uitgiften van
obligaties, welke in cle achter ons liggende beriehtsperiode
aan de markt zijn gekomen, hebben alle een zoo goed ont-haal gevonden, dat inschrijvers slechts voor een klein deel
tevreden gesteld konden worden. 6 pOt. Ned. Werk. Schuld
1922:
105%,
105
11
1i,
1&57/; 4% pCt. Ned. Werk. Schuld

1917: 100
3
11e, 1007/
s
, 100%; 4% pOt. Ned.-Indië 1926:

98
2
h1
3
2,
98
1
1,
98
15
/16;
5 pOt. Brazili 1903 £ 100:
834, 84;

8 pOt. Sao Paulo 1921: 10711, 106%, 106
5
h.

Op cle
rubberrrcerlct
is de uitwerking ‘van de clagelijksehe
verschillen in den rubberprijs weliswaar sterk voelbaar ge-
bleven, doch aan den anderen kant schijnt cle eerste schok
reeds volledige uitwerking te hebben gehad. De grondtoon
is althans veel rustiger geweest en ‘hier en daar viel zelfs
een verbetering van het koerspeil waar te nemen. Amster-
dam Rubber: 290
5
/8,
2
85%, 287%, 287%; Deli Batavia Rub-
ber.: 231%, 226%, 231%, 229%, 229
13
1
1o
; Hessa Rubber:

420, 412, 403, 396; Indische Rubber Cy.: 363, 350%, 345; Java Oaoutchoue: 204%, 203%, 202; Kali Telepak: 325%,
317, 320, 314%; Kendeng Lemboe: 403, 393, 399, 393, 395;
Majanglan’den: 335, 325, 339, 336; Ned.-Indische Rubber
& Koffie: 317%, 309, 318, 309%; R’daim Tapanoeli: 155%,
149%, 150; Serbadjadi: 297i/, 293%, 291%, 292; Sumatra
Caoutchouc: 255, 246, 250, 249; Sumatra Rubber: 281, 274,
277%, 268%, 271; Vereenigde Indische Cultuur Onderne-

niingen: 184, 181, 185%
1
183%, 182% ; Intercontinental
Rubber: 16
3
/8,
16%,
16
1
/.
Daarentegen is de afdeeling voor
tabaksaancfeelen,
na het

herstel van de vrij gevoelige verliezen, welke aj in den aan-
vang der berichtsperiode heeft geleden, niet tot groote
levendigheid! teruggekeerd. In de laatste dagen is de handel
tot ‘bijzonder kleine proporties ingekrompen, ‘waarbij de
aandeelen eerder eenige neiging tot dalen aan den dag
hebben gelegd. Arendsburg: 687, 683, 680, 678; Besoeki
Tabak: 539, 536, 535; Deli Batavia: 624%, 012%, 622%,
619; Deli Mij.:
477%,
469,
465%, 466%; Oostkust: 264%,
265%, 262%, 266%; Senembah Mij.: 522,
514%,
521, 515
1
.

De afdeeling voor
suikeraandeelen
heeft een vrij grillig
verloop gehad, in overeenstemming met de ontwikkeling
van de noteeringen voor Oubasuiker. Tegen het slot echter
is de vraag naar suikerfondsen overwegend geworden, waar-
bij aancleelen Handelsvereeniging ,,Amsterdam” op den
voorgrond hebben gestaan. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
175, 174, 176, 177; Handelsverg. Amsterdam:
7
95%, 806,

800, 805
1
4
; Javasche Cultuur Mij.: 388, 386, 395, 404%;
Maron Cultuur Mij.: 263, 260, 270, 275; Ned.-Ind. Suiker Unie: 288%, 286,
2
90%, 294; Poerworedjo: 121, 120,
1:20%; Sindanglaoet: 440%, 450, 443, 465; Tjepper: 800,
798; Watoetoelis Poppoh: 852, 846, 855.

De
petroleumma.rkt
was gedurende het grootste deel van
de •beriehtsweek verlaten, ‘doch tegen het einde hebben aan-
deden Koninklijke Petroleum Mij. eenige belangstelling
ontmoet. Weliswaar zijn de geruchten omtrent toenadering
tusschen de Koninklijke en de Standard Oil tegengespro-
ken, doch klaarblijkelijk koestert men hier en daar de ver-
wachting, dat het geschil niet van langen duur zal zijn.
In verband hiermede hebben de aandeelen van een koers-
stijging blijk gegeven. Dordtsche Petr., md. Mij.: 319,
321%, 318%, 323%; Gec. Holl. Petr. Cy.: 190, 190%; Kon.
Ned. Petroleum Mij.: 344
3
/8,
346%, 343
5
/8,
348
5
/8;
Perla’k

Petroleum: 78%, 77%, 79, 77%; Peudaiwa:
2
3%, 24%,

247/
s
; Marland Oil: 34
3
%, 33, 33%. –

&1cepvao/rtaarcc1eelen
varen vrj,wel verlaten, behalve
togen liet einde van de bericlitsweek, toen meer in het bijzon-
der de aandacht op aandeelen Java-China-Japanlijn was ge-
vestigd. Geruchten omtrent een nieuwe emissie eenerzijds,
anderzijds omtrent een hoogere uitkeer’ing aan aandeelhou-
ders, hebben ertoe medegewerkt, dit fonds uit de markt te
doen nemen. Wellicht in sympathie met deze beweging,
varen ook de overige scheepvaartaandeelen aan den vasten
kant. Holland-Amerika Lijn: 84 85%; Java-China-Japan
Lijn: 130%, 131%, 137%, 138½; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 94, 93%, 94%; Ned. Scheepvaart Unie: 201
3
/8,
1997/
s
, 201½;
Stoomv. Mij. Nederland: 196, 195%.
De afdeeliug voor
incliestrieele fondsen
was eenigaizins ver-
deeld. Voor aandeelen Philips bestond eenig aanbod, even-
als voor aandeelen in kunsbzijde-ondernemin.gen. In laatst-
genoemde is echter ten slotte een herstel ingetreden. Het
‘bericht, dat de groep Loewenstein de aandeelen Hollandsche
Kunstzijde Industrie, welke in het ‘bezit van de groep Mi-
chael w’aren geweest, heeft overgenomen, heeft een reactie
in deze aandeelen te voorschijn geroepen. Margarinesoorten waren rvrij vast. Centrale Suiker Mij.: 105%, 106%, 104
5
/s;
Hohiandsche Kunstzijde md.:
180%,
1847%, 187, 177%; Jur-
gens: 283, 283%; Maekubee: 1327%, 131%, 128%, 132%;
Ned. Kunsbzijdefabriek: 422%, 416, 417%; Philips Gloei-
lampeefabriek: 574%, 578, 570, 56e; Zwe,edsche Lucifer
Mij.: 371%, 373, 379, 373%.

Mijnbouwaandeelen
waren verdeeld. Tegenover belang-
stelling voor aandeelen Algemeene Exploratie Mij. en Mül-
Ier Mijnbouw zijn de overige soorten vrijwel verlaten ge-
bleven. Alg. Exploratie Mij.: 79%, 82%, 89%, 88; Billi-
ton le Rubriek: 011; Boeton Mijnbouw Mij.: 162%, 161%,
160%, 160%; MUller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 89%, 93, 94%;
Ned. Surinaamsche Goud Mij.: 17, 19, 19%; Redjang Le-
bong: 145, 144, 143; Singkep Tin Mij.: 419, 424, 429.
De afdeeling voor
bankaandeelen
was stil, doch opgewekt.
Amsterdamsche Bank: 185
5
/s, 187%, 187
3
/8;
HolI. Bank v.
zuid-Amerika: 73%, 75, 76%, 76; Incasso Bank: 129%; Koloniale Bank: 266%, 265, 267, 266%, 270; Ned.-Ind.
andelsbank: 176%, 175%, 177%; NecI. Handel Mij. C. v.
.: 173%, 171%, 173, 174%; R’damsche Bankvereen’iging:
98%, 98%; Twentsehe Bank:
146%,
146, 145.

De Aircerikaansehe merkt
was gedrukt, in verband met
cle daling van den koers van vele fondsen in Wallstreet.
American Smelting & Refining Cy.: 181%, 179
1
/8,
176
3
/8,
1721, 170/; Anaconda Copper: 115%, 116
3
/8,
114%, 111;
Studebaker: 65%, 6
,
11
/la; United States Steel Corp.:

145%, 1
4
3%, 140½; Atehison Topeca: 185%, 184, 186%;
Ene: 53%, 52%, 50%, 50
3
/8;
M,issouri Kansas & Texas:
36%, 35%, 34; St. Louis & San Fransisco: 112%, 111, 112,
110%; Union Pacific: 191, 189%, 189; Wabash Railway:
55511e, 53½, 53116

182

.. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
Februari
1928

GOEDERÈNHANDEL.

GRANEN.

21 Februari 1928.
T
1
r
w
e Gedurende de geheele ‘berichtsweek hebben de.
tarwemai.kten een Jeveardiger aspect gehad dan sinds langen
tijd het geval geweest is. Ja bijn.a clie landen is cle vraag
opgeieef.d en in de meeste gevallen eijn de prijzen nogal
wat
hooger gegaan. In cle exportianden hebben deze verhoogin-,
gen niet veel te beteekenen. Ja Noord–Amerika varieeren ze
tussehen 1 en 2 pct., terwijl ze in Argentinië slechts 5 tot
10 centavos, di. circa
1
A
á 1 pCt. bedragen. De verbete-
1

ing der Platavrachten, ofschoon nog niet zeer belangrijk,,
verhoogde de cifprijzen in Europa, terwijl in cle markten,-j
waar Platatar.ve beneden cle Argentijosche pariteiten ge
offi-cei-cl werd, het prijsverschil bij’ een ‘week geleden nog
grooter is. Zon. zien wij in de Rotterdamsche termijnmarkt
Meitar,ve op S Februari genoteerd op 12.2 4, het laagste, punt, en op 20 dezer 13.10, terwijl op 17 dezer tot 13.15
g
ehandeld werd. Zooals men hieruit ziet, is de prijs de
laatste dagen blijven hangen, doch de ondergrond is toch
aanmerkelijk vaster dan che sinds langen tijd geweest is.
De wereldverschepingen varen iii •de afgeloopen week aan-
nlerkelijk kleiner dan cle week tevoren, doch de op Europn
stoomende hoeveelheid tarwe is ii’ederom aanzienlijk grooter
geworden. Van deze stoomende hoeveelheid was ontegen.
zeggelij’k een ‘belangrijk gedeelte onverkocht en het is voor
de afladers zeer gelukkig geweest dat er plotseling zoon
belangrijke verbetering der vraag is ingetre-len’.
Behalve op een natuurlijke reactie, is de verbetering vau
den markttoestand terug te voeren op de nog steeds niet
zeer gunstige oogsbberichten.. In de Vereenigde Staten zijn
cle vooruitzichten weliswaar verbeterd, maar in Europa zijn
de berichten ier en daar niet goed, vooral in Frankrijk,
waar men schade ondervonden heeft door te veel neerslag.
Nu het weer evenwel verbeterd is zou het ons niet ver-
wonderen dat er spoedi
g
eeu’ber icht zou volgen dat de
schade tenslotte nogal meegevallen is. Ook ‘blijven de be-richten van Rusland duiden op slechte vooruitzichten, ter-
wijl men bovenieu •begint te gelooven dat Rusland dit
seizoen nog tarwe zal moeten importeeren. Er zijn reeds
berichten geweest (lat Rusland in Canada zou knopen, maar
deze zouden wij nog wel bevestigd ‘willen zien.

o g ge: Onder invloed van de betere stemming voor
tai-we, konden ook •de roggeprijzen wat verbeteren, zonder
dat evenwel veel za-ken tot stand kwamen. De ‘verschepingeu
van Noord-Amerika zijn gering, doch Argentinië heeft iets
meer afgelacleri. In G’hica liep de roggeprijs per Maart op
van 1087% ‘tot 111 ct.

‘Mais: ‘Zware regens gedurende enkele dagen in Argen-
tinië hebben de vooruitzich.ten voor den -nieuwen oogst nid
vei-;betèrd, behalve in enkele districten, waar de -mais laat
werd -uitgezaaiid. Men heeft ooni-iddel-ljk met de vertraging van
den oogst roken-ing gehouden en de meeste af laders ‘trokken
zich terug voor April aflading. Later toen het weer weder.

Noteeringen.

om ‘beter werd, zijli deze verschepers ‘wederom aan de markt
gekomen, doeli in-tusschen waren ook de vraag-prijzen voor
Mei en latere afladingen ‘vei

boogd. Er zijn verschillende
schattingen, geweest -betreffende den nieuwen oogst, clie aau-
geven dat de oogst nogal wat kleiner zou -worden dan ver

leden jaar. Toch is dit nog niet zon zeker, -indien men in aan-
merking neemt dat de uitsaai iets grooter was dan verleden
jaar en dat ons toch feitelijk geen ‘berichten omtrent oogst-
schade ‘bereikt hebben.

De verschepingen van La Plata waren aanmerkelijk min
d&r dan de week tevoreij en slechts
1
13 van wat ze verleden
jaar varen. Wij ‘heb-ben evenwel, zooais te verwachten was,
-belangrijke verschepingen gezien van de Vereenigde Staten,
doch waar cle andere laaiden weinig bijdroegen, is het totaal
der -weekver-schepirigen klein. Ruim 60% van cle door Amen.
ka afgeladen mais gaat naar ons land. Voor deze mais was
hier, na een aanvankelijke aarzeling, nogal wat vraag. De
markt werd gesteund door het feit, dat nieuwe zaken met
Noord-Amerika de laatste lagen niet tot stand konden ko
men, aangezien Chicago te veel opgeloopen is. De aanvoeren
in (Ie Westelijke -plaatsen der Vereenigde Staten zijn aan-mei-kelijk afgevallen en er is herhaaldelijk sprake geweest
in de berichten uit Chicago van goede loco vraag. Toch is cle
zichtbare voorraad nog iets toegenomen, althans niet ver-
minderd. Indien evenwel de aanvoeren verder zouden te-
rugloopen, zullen de prijzen iii de Staten gemakkelijk ge-
hancihaafd worden, in welk geval mixedmais betrekkelijk
spoedig weer van ons programma zou moeten verdwijnen.
In verband -met het schaarsche aan-bod van Plata.maïs, heeft
Zuid-Afrikaansche mais meer de aaûdacht getrokken. Ver-
sohi-Ilende partijen waren aanmerkelijk goedkooper dan Plata-
mais te koop en werd-en veelal dooi

Rotterda,rn-u,i-t de markt

genomen. De Engelsche markt blijft voor spoedig verwachte
partijen Platama.ls de ‘hoogste markt, •doch ook in Rotter-
dam en Antwerpen zijn de prij’zen belangrijk gestegen. In
Hamburg en Bremen zijn die nog niet verhoogd en onze
Noor.delij)ce pro’vi.nciën kon-den nogal eens mais in Emclen
oppikken tot aanmerkelijk – lagere prijzen dan er in Rotter-
dam of Amsterdam te koop was.

Ge r s t Ook dit artikel is in prijs gestegen, maar cc
valt over den -handel zeer w’einig belangrijks te vermelden,
aangezien (ie vraag niet van dien aard is dat er groote za-
ken tot stand -komen. De verschepingen -waren in de afgc-
loo,pen week groot, aangezien niet alleen alloord-Amerika
wederom meer verscheepte, maar wij ook een groote ver-
scheping ziet, van Argentinië. Van andere landen -hebben de
afladingeii weinig te beteekenen. De dtoomeude ‘hoeveelheid
i-s deze week aanmerkelijk toegenomen, doch is toch nog
‘zees veel ‘kleiner dan een jaar geleden.

– H a v e i’: Er is over het algemeen meer vraag geweest
voor Platahaver en in de Engelsche ma-i

kt werden verschil-
lende loco partijen opgenomen. Ook op het Continent bleef
de ondertoon tamelijk vast, of schoon de verschepingen,
voot-al van La Plata, -nogal wat zijn toegenomen.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago-
Buenos Aires

-Data ‘Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Mars
Lzjnzaad
Mei
Mei
Mei
1

Maart
Maart
Maart

18Feb.’28
132% ‘)
901
1
)
54
51
1
)
10,80
7,55
2
)
14,90
11

,,

’28
1309/i
1)
93

1)

55

1)

10,75
9,30
1
4,9 5
18Feb.’27
140%
7g
457
11,05
5,90
14,60
18Feb.’26
167%
78%

4151
13,-

7,10
15,45
18Feb.’25
185
130’/
54%
16,75 10,70
.23,80
20Juli’14
82
5681
8

36%
9,40
5,38
13,70
‘) per Mrt.
2)
per Mei

oor en
s


20
Febr.
1928
13 Febr.
1928
21
Febr.
1927

Tarwe (Hardwinter II)
.
.
1
14,-
13,50 15,25
Rogge (No. 2 Western)
.
.
1
12,90
12,80

13,-
Maïs (LaPlaia)

………
230,-

224,-
166,%
Gerst (No. 2 barley)

..
. .
247,-
242,- 233,-
Haver (Canada 3)……..
1

13,20
13,-
11,60
Lijnkoeken (Noord-Amen-


ka van La Plata-zaad)
1

14,20

14,05
12,40
Lijnzaad (La Plata) ….
.3
358,-
360,_
368,-
1)
per 100 KG.
8)
per 2000 KG.
S)
per 1960 KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
1

Amsterdam
Totaal


Artikelen
12j18
Febr.
Sedert
Overeenk.
12118
Febr.
Sedert
Overeenk,

1928
1 Jan.
1928
tijdvak
1927 1928
1Jan.
1928
tijdvak
1927
1928
1927

52.466
234.942 227.009

3.800
9.264
238.742 236.273
Tarwe……

.-..

……..
Rogge

………………
6.330
13.685
33.277



13.685 33.277 5.102
4.146



67
5.102
4.213
13.596
142.804
203.439
1.500 34.951
41.664 177.755
245.103

Boekweit ……………………….
Mais ………………….
6.188 44.378
45.660 254
2.374-
1.100
46.752
46.850
Gerst

…………………..
Haver.
..,

………….
8.515
24.989

15.078


100
24.989
15.178
Lijnzaad

…………

235
22.616
20.497
4.450 32.692
22.882
55.308
43.379
Lijnkoek

. . . .

……..

4.584
33.959
20.784

100



34.059 20.784
Tarwemeel…………..
270 21.906
15.371

6.029
6.533
27.935
21.904

Andere meelsoorten
37
2.038
2.177


._.


2.038


2.177

22
Februari
1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

183

SUIKER.

Nog steeds blijft een onzekere en itistelooze tendens de
verschillende .wereldmarkten heheerschen.
In A m e r ik a daalden cle nôteeringen op cle termijn-
markt tot de helft der week, waarna een’ïg herstel intrad.
Het slot voor Spot Centrifugals en voor termijnsuiker
was a.v.
S.C. 4.14; Mrt. 2.45; Mei 2.53; Juli 2.63; Sept. 2.72;
Dec. 2.82.
De ontvangsten in de Atlantische hawaas der V. S. be-droegen deze week 77,000 tons, de versmeltingen 44.000
tons tegen 51.000 tons in 192.7 en de voorraden 205.000 tons
tegen 204.000 tons.
Ofschoon cle markt voor ru,wsuiker deze week wat leven-
cliger was, bleven raffinadeurs tamelijk gereserveerd en
waren voornamelijk speculanten de koopers. Voor prompte
ruvsuiker werd ongeveer 2% d.c. en een fractie lager C. & Ir. New York (voor pariteit Cttba) betaald.
De laatste Cu?oastatistiek is a.v.
1928

1927

1926
Tons

Tons

Ton8
Cubaansche prod. tot 1412

626.000 1.072.512 1.310.343
Weekontv. afscheephavens

180.641 189.556 204.257
Totaal sedert 1/1 tot 112 …..516.548

824.490 1.128.912

Werkende fabrieken

167

173

172
Weekexport …………….59.195

95.392

147.885

Totale export 111 tot 11/2 .

141.991 327.092 625.988
Voorraad afscheepbavens ..

369.255 497.398 502.924
Voorraad Binnenland

104.754 500.606 412.548

In E ii ge 1 a n d was de markt voor elfectieve suiker de
afgeloopen week zeer rustig. Op de termijnmarkt sloten
de noteeringen op ‘bijna dezelfde cijfers als cle ‘voorafgaande
week.
De Board of Trade Statistiek over Januari wordt met de
volgende cijfers bekend gemaakt:

Jan. 1928

Jan. 1927 Tons

Tons
Import Rietsuiker ……….163.831

79.554
Ueraffineerd

23.29

46.206

Totaal

187.060

125.760
Voorraad Binul. Rietsuiker.

48.000

30.050
in entrepôt

197.950

253.100
Opbrengst in raffinaderij.
..

75.735

46.428
Voorraad in raffinaderij

76.850

63.000
Totaal biunenl. verbruik

115.332

114.599
Totale export …………..4.912

3.962
Voorraad 31 Dec. 1927

263.500

1926

361.950

11

31 Jan. 1928

322.800

1927

346.150

0
,1
)
J a v a ‘bleven cle noteeringen voor tweedehands suiker
ook deze week onveranderd, terwijl cle stemming lusteloos
was,
H ie r te 1 a n d e ‘brokkeldeii prijzen op de termijnmarkt
in tien loop der week langzaam ietwat af en sloten als
volgt: Maart
f
16%; Mei
f
16%; Aug. f17; Dec.
f
17%;
vraag met aanbod tot
á
f
Y
4
hooger.
De omzet bedroeg deze week 4550 tons.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 15 Februari 1928.
Noteeringen van Amerikaansche katoen hebben gedurende
de afgeloopen week gefluctueer.d tu’sschen grenzen van ca.
% d. per Ib. en sloten bepaald vaster dan een week ge-
leden. •De ‘publicatie van de hoeveelheid verbruikte katoen
in de U.S.A. gedurende cle maand Januari, was een ver-
rassing en veroorzaakte een scherpe prijsstijging De belang-
stelling is nu voornamelijk gericht op het planten van cle
nieuwe oogst, waarvan de hoegrootheid ongetwijfeld groo-
tendeels afhankelijk zal zijn van de prijzen, die men thans
voor katoen betaalt. Ver’koopen zijn ongeveer even groot
geweest als gedurende de afgeloopen week, doch het is wel
vermeldenswaard, dat Indië aanzienlijke hoeveelheden Ame-
rikaansche katoen gekocht ‘heeft. Prijzen van Egyptische
‘katoen zijn na een kleine stijging veer tot het niveau van
cen ,week geleden teruggekeerd.
Noteeringen van Arnerikaansche garens ‘zijn over het
algemeen van d. tot % .d. duurder dan de vorige week.
Enkele spinners rapporteeren bevredigende verkoopen, doch
anderen zijn minder gelukkig geweest. Orders hebben zich
niet tot bepaalde nummers ‘beperkt en geen ‘markt treedt
speciaal op den voorgrond. Egyptische spinners hebben
eveneens een rustige week ‘gehad, doch er is meer belang

stelling voor getwijnde garens voor Indië.
Prijzen zijn onveranderd tot % d. lager en weerspiegelen
de algeheele afwezigheid van zaken. De cijfers van ‘dan Board
of Trade over de maand Januari zijn juist gepubliceerd en

geven een verlaging aan van circa een millioen pond ver-
geleken met de cijfers van 1927. De grootste verlaging se-
dert het vorig jaar is voor rekening van Roemenië, doch
Polen, China en Zuid-Amerika hebben veel meer afgenomen.
De merkwaardigste teruggang gedurende de laatste twee
jaren, wat de Januari cijfers aan gaat, betreft Rusland,
welk land in Januari 1926 bijna 10% van den totalen Brit-
schen garenexport afnam, tegen slechts 0.2% in Januari
1928.
De doekmarkt is bepaald vaster met neiging tot ‘prijs-
stijging en producenten bonen over het algemeen weinig
neiging concessies toe te staan. Er blijft een goede, alge-meene vraag ‘bestaan. Alle Oostersche markten, inclusief
China, (Calcutta uitgezonderd) toonen belangstelling. Men
zegt, dat Zuid-Amerika en de binnenlandsche markten de
‘huidige situatie gunstiger beoordeelen en een flink aandeel
in de orders hebben ‘bijgedragen. De toon is bepaald ge.
zonder en producenten maken van de vastere katoenprjzen
gebruik, hunne marges, zoo al niet te verbeteren dan toch in elk geval te handhaven.

LiverpocInoteeringen

Oost. koersen 7Feb. 14Feb.
8 Feb. 15 Feb. T.T.opBr..Indië 1/6

115H
F.G.F. Sakellaridis 17,10 17,40 T.T.op Hongkong 2/011
s
2/011
G.F. No. 1 Oomra 7,20 7,50 T.T. op Shanghai 216% 216%

KOFFIE.

Ook deze week ‘bleef het artikel vast gestemd. In Bra-
zilië, het grootste productieland, liepen de ‘kost- en vracht-aanbiedingen van Rio, ‘welke reeds de vorige week 21- ge-
stegen waren, nog ongeveer 116 op, waartegenover die van
Santos, dooreen genomen, vrijwel onveranderd bleven. Er
kwamen, vooral in ‘Santos, niet onbelangrijke zaken op
prompte verscheping tol stand, doch in de tweede hand was
de omzet ook ditmaal nog klein.
Van ‘beteekenis is de stijging van Rio vooral détrom, wijl
zij de buitengewoon groote wan’verhouding, welke reeds
sedert maanden tussehen de prijzen van Rio en die van
Santos bestond, nog wat verder heeft verminderd, al zal
Rio ook nog heel ‘wat moeten stijgen of Santos moeten da-
len, alvorens van eene normale pariteit zal kunnen worden
gesproken. Dat de verbetering, die tot op heden is inge-treden, intussehen niet zonder belang is, blijkt duidelijk
uit het feit, dat de binnenlandsche prijs van Rio type No. 7
sedert 30 ‘November 192-7 in Brazilië gestegen is met ruim
5000 Reis of vel circa 24 pCt., terwijl in datzelfde tijds-
verloop ,de prijs van Santos type No. 7 aldaar slechts 2000
Reis opliep, hetgeen overeenkomt ‘met circa 7 ‘pCt. Wan-
neer cle aanvoeren in de haven van Santos weder in wat
ruimere mate zullen worden doorgelaten dan tot nu toe
het ‘geval is, bestaat kans, dat het aanbod van laatstbe-
doelde soort in verhouding gemakkelijker zal worden en
daardoor de dispariteit tusschen beide soorten nog verder
zal verminderen. De voorraad in Santos, welke in de eerste
helft van December op het indertijd vastgestelde minimum van 1.200.000 balen was gekomen, is sedert steeds kleiner
geavorden en het Comité tot Verdediging van de Koffie
heeft geen enkele poging gedaan om door verhooging van
de limiet der aanvoeren naar die haven den voorraad we-
derom op dat minimum te brengen. 0p ‘het oogenblik is hij
zelf’s gedaald tot minder dan 900.000 balen en daarom is te verwachten, dat het cijfer van 30.000 balen, waarop de
dagelijksche aanvoeren reeds sedert het ‘begin van Decem-her 1927 zijn beperkt, nu eindelijk spoedig aal worden ver-
hoogd. Het is duidelijk, dat de uitvoerhui’zen te Santos an-
ders in moeilijkheden zullen komen, daar de voorraad van thans ‘weldra te klein zal blijken, om daaruit alle verschil-
leucle kwaliteiten te kunnen putten, noodig voor het vol-
doen aan de vroeger afgesloten contracten.
De cif-offertes van Robusta liepen in Indië aanvankelijk
ook iets hooger, doch zakten daarna ‘wederom iets in. Bij
het afsluiten van dit ‘bericht stonden zij voor Palembang
Robusta ongeveer % cl. hooger dan een week geleden,
doch voor de betere ongewaaschen soorten en ook voor
W.I.B. faq. zoo goed als onveranderd. De markt was ech-
ter voor alle Robusta’s kalm met weinig zaken.
De. meeste gewasschen Centraal-Amerikaansehe soorten
waren vast gestemd, en in vele gevallen waren de prijzen
iets hooger.
De termijnmarkt, die in den aanvang der ‘week iets op-
liep op betere berichten uit New York, daalde daarna we-
der evenveel en staat op het oogen’blik op ongeveer dezelfde
noteeringen als een ‘week geleden.
De prijzen van gewoon goed ‘beschreven Super’ior Santos
op prompte verscbeping zijn thans ongeveer 9916 t 100/6 per
cwt. en van dito Prime ongeveer 102/- t
1041-,
terwijl ‘zij van Rio type New York 7 met beschrijving, .prompte ver-
scheping, bedragen 721. t 731-.

184

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1928

– : Vaii .Robust op afiading van :Nederlan.dsch.Indië zijn de
pijen in de eerste hand op het oogenbiik:’
-Palemban’g Robusta, Feliruari-verscheping, 34 et.; Pa
lemba.ng
Ro.busta, Maart-verscheping, 34y
4
ct.; Benkoelen
Robusta, Febr.fMrt.-verscheping, 35
3
/8
ct.; Mandheling Ro
busta, Febr./Mrt.-verscheping, 38 4. ct.; W.I.B. f.a.q. Ro-
busta, Febr.Mrt.-versoheping, 45 ct., alles per
4
KG., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.

.
De officieele loco-noteering bleef onveranderd 62 ct.. per
4 KG.. voor Superior iSantos en 48 ct: voor Robusta. De -noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-cail als volgt:

lig vertoonen. In veel gevallen betaalt Marseille de beste
prijzen.


De slotnoteeringen zijn:

Nederl. Indische fms. alle termijnen,
f
33%, Nederi. Indiséhê Mixed, alle termijnen
f
32.

VERKEERSWEZEN.

VRACHTENMARKT.

De teidens van de Noord-Amerikaansche graanvrachten-
markt ‘bleef absoluut levenloos en er valt geen enkele af-

sluiting te vermeldén. Niets duidt op’ een te verwachten op-
leving.
– –

Santos-contract

Gemengd contract

Daar de meeste suikerbevrachters van West-Indië hun

•… basis Good

basis Santos Good

behoefte aan tonnage hebben gedekt wctd de flauwe ste

Mrt.
J
Mei
1
Sept.1 Dec.
11
Mrt.
1
Mei
1
Set.I Dec. 1 ming de afgeloopen week nog meer, geaccentueerd. Er ging

______________________ slechtsweinig om. En 841
,
9000 tonner is bevracht per
21 Febr. – I487
18
1
47
1
48

4311
8
1
4271 4071
5
397

10120 Maart van Cuba naar de gebruikelijke ILK./Conti.
14

-I
4871
8
1
47

46 1 ‘- -4341 4251j
,4071
40

nent haven tegen 1616.


7 ,,

1
4871
8
1
47

46
1
.–

42
1
41i1I 40

39a1
8

Van de North Pacific was iets meer vraag naar tonnage
31 Jan.

4871
8

46

41711 40( 395 387/
5
. voor graan, doch tonnage was voldoen-de voorhanden. Er
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende werden 7 booten bevracht per Maar-t tegen 28/9 naar Ant.

gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

werien direct, terwijl voor Maart tot 10 April
301-
is be
taald naar U.K./Cnn.tinen
niet d
ehrn’ikliik

Miee

– ———————- ——
De reeds eenige weken heerschende flauwe stemming van
de La Plata bleef voortduren. De vrachten zijn niet beter
jl geworden, doch tegen het eindé del- wèek ‘vas een iets
vastere stemming waar te nemen terwijl de ‘reeders zich
eeni-gszins geneigd toonen hun tonnage uit deze markt te
houden. Voor vroege posities zijn groote booten gedaan van
Rotterdam, 21 Februari 1928. ‘ boven L-a,Plata havens tegen 181-, terwijl MaartfApril 21/.
– April ’22/-, Mei .231 en MeifJuni 241- gedaan is.

De chilisalpeter vrachtenmarkt was de geheele week kalm,
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhsndel doch tegen het einde was iets meer vraag. Nadat een 7000
te Rotterdam.)

tonner naar Bordeaux/Haan-bu.rg range was bevracht tegen Noteeringen en voorraden in Brazilië.

2513, optie
Noord.lSpanje
2616 heeft de betere tendens van
de La Pla.ta markt iets vastere vrachten van Chili teweeg -ge-
_ bracht en Maart boeten van middelmatige grootte zouden nu
missekien 25(6 tot 261- kunnen bedin’gen naar ‘het Continent.
Naar Alexan,drië direct heeft een 6000 tonner 2816 bedon-
gen per 15(26 Maart.
De oostelijke afdeelingen verschaften slechts een zeer ge–
ringe vraag naar tonnage en de vrachten van de meeste
markten zijn zwakker geworden. Do vraag naar tonnage
voor Soya boonen van Wladiwostock was gering. Eenige

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen,

partijen werden geboekt. naar Rotterdam en/of Hamburg

te Rio

te Santos

tegen 2.91-. Van Saigon werd een lading ondergebracht (optie

Data

Kohsichang laden) naar 6 ‘havens Gu-ba op -basis van 351
Afgeloo
,
pen

Sedert Afgeloo
,
pen

Sedert

dn, 36/3 beide laadhavens, per April/Mei. Australië ver

wees

1Juli

wees

1Juli

schafte , slechts ‘heel weinig vraag naar tonnage voor
18 Febr. 1928..,… 45.000 2.680 000 182.000 6.752.000

graan. Van West-‘Austra.lië werd een 9500 ‘tonner gedaan

19 Febr. 1927……47.000 2.657.000 215.000 6.159.000

naar de Middelland-sche Zee)IJ.K.fC’on.tinent op basis van

1)
In
Reis.

.

31/. één loshaven, Maart belading. Va’n Burm-ah is een

‘partij van 4000 tons geboekt per Maart naar Hofland di-
THEE.

rect tegen -25/6, terwijl een handige lading naar Gdynia

De stemming op de theemarkt in de achterliggende week
gaf een ietwat luiere tendens te zien. Men schijnt nog steedi
‘.erôntrust te zijn door de groote voorraden in entrepôt,
waarvan de ‘maandstaat van den ,,Board of Trade” ‘over
Januari gewag maakt.
Tooh maken de cijfers van dien maandstaat overigens
geensz-ius een o-ngunstigen induk. Het tegendeel is waar.
Intmers, eenei-zijds -zijn de aanvoeren, verg&eken bij een jaar
geleden, terugloopende. Wel is die teruggang nog slechts
gering – van 55.4 millioen lbs. in Januari 1027 tot bijna
3 millioe’n lbs. in’ de afgeloopen maand Januari – doch
cle verw’achtih, dat deze teruggang eenmaal moest komen
en in •dé naaste toekomst nog grootere afmetingen aal aan-
nemen, wordt nu een feit. – –
Anderzijds zijn de afleveringen voor binnenlandsch ver-
bruik 3 milliorii lbs. hooger dan een jaar geleden – 38.1
millioen I’bs. in Januari 1928 tegenover 35.1 millioen lbs.
in Januari 1927 -, terwijl de uitvoeren’ongeveer op ge-
lijke hoogte bleven als een jaar geleden, nl. op 6 millioen Ibs.
De voorraden in entrepôt zijn dientengevolge toegenomen
met ruim 9 millioen lbs. en wel van 245,5 millioen lbs. op
ulto. December 1927 tot bijna 255 millioen lbs. op ulto.
Januari, waartegenover Januari 1927 nog een toeneming
te zien -gaf van, 15 millioen lbs.
– De voort

aden -zelf staan op ulto. Januari nog 37 millioen
ibs, boven het cijfer ‘van verleden jaar.
Aniéter-dam, 20 Februari 1928.

COPRA.

Gedurende de afgeloopen week was de markt gemakke-
lijker gestemd. Er waren veel ‘offerten uit het Oosten ter-
wijl daarentegen fabrikan-tennog stepds weinigbelangstel-

Maart
Mei
Sept.
Dec.

20 Febr.

……
$
14,81
$
14,20
$
13,58
$13,40
,,

14,02
,,

13,85
,,

13,38
13,23
11

,
..
,,

13,80

..

,,

13,63
,,

13,30
13,17
-6

,, .
…….
30

Jan.

……
.

13,61
,,

13,44
13,17 13,06

Dafa

te Rio
te Santos
Wisselkoers
te Rio
op Londen
Voorraad
Prijs
Voorraad
Prijs

.
(In Balen)
No.71)
(In Balen)
No.41)

18 Febr. 1928′
343.000 26.350 883.000 33.000
6
1
1
128

13

1928
352.000
25.525
1.005.000 33.000
6
‘6

1928
350.000
24.850 937.000
33.000
6
11 Febr. 1927
223.000
24.850
982.000
25.500
‘/52

(l,JOlI
van iau-zig) is gen-aan tegen 28p19 per s

enr.fiYlrt.
De Donau -bleef zonder zaken, terwijl va-n de Zwarte Zee
slechts één -bevrachting is te vermelden, ni. een kleine boot
tegen 1116 naar het Continent, 121- UK.’, 1316 Scandinavië.
De Nuiddel.lanclsche Zee was, zoover -het erts betreft, k&m.
Er werd o.m. betaald: AlgiersfNewport 61-, SeriphosfRot-
terdam
Of-,
V’alencia/New
1
port 619, HornillefRotterdam 5/-.
Fosfaat was levendiger en

betaalde om.: Sfax/Dublin 816,
Calais 4/11, Tu-nis[Rotterdam ‘6/6. De markt van de Golf van
B-iscaye is va-st, doch tonnage is schaar-sob. Bona/Rotterdam
betaalde 5/6, Cardiff 5f10Y2, Tyne Dock 6(6 en Rivadeo/
Irnmingham 81.
De uitgaande kolenvrachten van Engeland -bleven vast
op het oude peil. Van Zuid-Wales -werd gedaan: Bordeaux
41-, Pirau.s 10.3, Port Said
lOf-,
Las Pal-mas 813, Buenos
Aires 121- en van de Oostkust: Hamburg 317i, Rotterdam
3/6, Antweipen 2(6, Genua 81-. St. Vincent
81-6.

RIJN VAART.

Week van 12 t/m. 18 Februari 1928.


De aanvoeren van zeezijde blijven ongewijzigd. Scheepé.
ruimte, zoowel naar den Boven- als naar den Benedenrjn,
bleef voldoende ueschikbaar. De vraag bleef’ gering, met uit-
zondering voor erts naar Dortmund. De vrachten bedroegen:
voor erts naar de Ruhr-havens’ 323-i’ á 35 ct. met Y
4
, en
42Y2 D, 45 ct. met Y2. lostijd, Dortmund[Hardenberg
f
1.50
a
f
1.60 met 3-,
f
1.60 á
f
1.70 niet
4
lostijd, den Boven-
rijn
f
0.90 á
f
1.— met ver

korten lostijd. Het sleeploon
varieerde tu-sschen het 30 en 60 cents tarief. De waterstand
was sterk wassende.
In de Ru-hrhavens bleef de algemeene toestand onver-
anderd.

Auteur