Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 631

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 1 1928

.i, i’.i:I3.11
Ui.l R /
1
928

AUTEUR9RECHT VOORBEHOUDEN

Econom

isch
,
~r
Statistische.

Berichten

ALGËMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,NIJVERHEID, FINANC!ÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET iNSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

13E
JAARGANG

WOENSDAG
1

INI-I
OUD.

BIz.

hei’
EisuvI?Eiss’i’
v.v DE CuRAçAosOI’iI BANK.
1828

6 U’EBRUART

1928 door
J.
van Ettinger ……….
•.
96
Het Werkloosheidsprobleem
T
door
C.
Vermag ……..97
De nieuwe onzekerheid over hetlot der ,,Poenale Sanctie”
in Indië, gewekt bij de behandeling in den Volksraad
van de jongste veranderingen in de ,,Koelie-ordon-
ijantie-Sumatra’s Oostkust” IIE (Slot) door
Prof.
‘Mr.
P.
J.
H. Cowan ………………… . …………
101
]3elasting van Nederlanders in den vreemde door
Mr.
W. itoosegharde Bisschop ……………………
104
De nieuwe statistiek der louen in de metaalnijverheid
door Prof. Mr.
11. W.
Mëthorst ………………..
108
BUITENLANDSOHE MEDEWEK KING:
De financieele balans van Frankrijk over 1927 door
Prof. B.
Nogaro …………………………..
108
BOEKAANKONDIGINO:
J. H. A. M. van Bosveld Eleinsius: De ‘J’ariefwet,
bespr. door J.
van der
Poel ………………..
110
OvEnzIoHT VAN TIJDSOHRIFTEN

……………..
111
STATISTIEKEN EN
OVERZIORTEN …………….111-118
Geidkoersen.

Ba nkstaten.

Goederen handel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

IN’f’ITUUT
VOOÉ ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Seoretaris: ‘Mr.
Q.
J.
Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D.
Van
Blom;
J.
oan Ha3selt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van
der
Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van }Velderen Baron
Ren gers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Sckilthuis;
Mi.

Q.
J.
Terpstra
;
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonreeme’n.tsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers
50
cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonnd’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens tarief. Adminitratie van abonnementen
en
adver.
tcnties: Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdara, Amsterdam, ‘s-Gravcn.hage. Postchèque- en, giro-
rekening No. 6729.

31 JANUARI 1928.

De vaste
stemming
op cle geld markt bleef aaiihou-

dun. In het midden der week was het aanbod van geld

iets ruimer, maar daarna wa.s cle invloed van dcii
nacle

reticlen ultimo g-oecl bemerkbaar en t.roi ken alle koersen

weder aan. Vooral het. aanbocl van eall. geld werd v,e:l,

gerInger, zoodat ten slotte 4% püt. betaald werd. De

proiongatieren.te schommelde t’usschen 4 en
41%
pOt-

en particulier disconto bleef vrij constant op
4/I1,
h

4%
pOt.
* *
*

De weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft,

FEBRUARI 1928

No. 631

blijkbaar onder den invloed van de maandwiaseling,

een niet onbela ngcijke ‘stijging van de binnenlandsche

uitzebtiiigen der centrale crediot-instelling te Zien.

De post binnenlandsc’he wrissels klom met
f
1,3 mii-

lioen. De beleeningen blijiken met
f
21. millioen te zijn


toegenornen.

,
,
.De goud’vooi-raad der bank vermeerdercie met
f
2,1

.miliioen. Hot zilver steeg met een goede
f
1.00.000. De

post papier op het ‘buitenland verminderde met

f1Ö0 000 terwijl de diverse rekeningen op de actief-

zijde der balans ‘met een. goede
f
200.000 blijken te zijn

toegenomen.

De biljettenc.irculatie vermeerderde van
f
168,3

m.iliioen tot f188,2 millioemi. Het tegopd van het Rijk

blijkt met
f
1,4 millioen te zijn afgenomen. De .reke-

‘ni.ngcourant-saldi van anderen geven een vermeer de-

ring van
f
5 millioen te zien. Het beschikbaar metaal-

saldo verminderde met
f
2,6 millioen. Het clekkin’gs_

pQrce.ntago bedraagt mu im 52.

* *
*

;,ti.
db meeste wisse] koersen kwam
er
deze week wei-

nig verandering. Dollars bleven weder vrijwel zonder

veindering op omstreeks 2,417/s ve.i.krijlgbaar. Pon den

waren aanvankelijk iets vast.er, 12,01%-12,08%, maar.

liepen late.i: weder tot 12,08% terug. Ook Parijs en

Brussel waren zee.r ‘stahie]. Alleen voor Marken waren

de schommelingen iets grooter. Na 59,02% werd

Wô’ensdag 59,12 gedaan, niaar later was op 59,08

meestal vrij’ veel a’anbod. Madrid opende zee:r flauw,

zo.dat de winst van de vorige week weder geheel ver-
lofen ging, daarna trad er eeliter weder een fli tik her-

stel .i n, zoodat gisteren weder 42,25 betaald werd.

LONiD1SN,
30
3ANUARIIi 1928.

ndanks de daling van het cl iscoitn bleef geld deze

w’eek sterk gevraagd en moest men zelfs enkele dagen

een beroep
01)
de Bank of Englanci doen. Cali geld

was echter vast. Op ‘het eind van de week trok het

cl icono iets aan onder invloed van de verhooging van

‘het bankdisconto in Oh.icago en wegens algemeene

ge] dsc’haarschte.

Zeer opmerkelijk i.n de banlhalans van cle vorige

week was, dat, ‘ondanks een toeneming niet £ 711.000

vuii de Reserve van het Banking De’par.tment, de post

.,Ot’her Securit.ies” oi:igeveer £ 3.500.000 daalde. In

verband met de algemeene geldschaarsc’hte en de stij-

i ng van het disconto voor 3maandsehe bankaccep-

ten lijkt. ‘het ‘of de Bank of Englari’d de geidmarkt

onder haar con.trôle’ wil brengen..

96

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Februari 1928

HET EEUWFEEST

1.

VAN DE CURAÇAOSCHE BANK.

1828

6 FEBRUARI – 1928.

Op 24 Jan;uari j1. is het 100-jarig bestaan ‘herdacht van de gi.00’tste der drie Nederiandsahe koloniale cir-

culatiebaaken, van De Javasehe Bank; 6 Februari a.s.

zal het eeuwfeest gevierd worden van de klein sta dier

circulatiebaken, van cle Ouraçaosehe Bank.

Toen in 1816, ‘de West-Indische ‘k’olo’niën van Enge-

land werden overgenomen, was cle toestand op Cluraçao
niet rooskleurig. De ‘handel had rzich onder het Engel-

sche ‘bestuur verplaatst; het muntwezen was vrijwel
en tredderd. Allerlei pogingen werden aangewend om

de oude welvaart te doen herleven, maar tevergeefs.
Het eenige ‘middel om dan handel weer te doen bloeien
en Jet mu:ntwezen gezond te maken was, volgens ‘het
oordeel van den Minister van Marine, Koloniën en

Nationale Nijverheid Elout (1824—1829), de oprich-
ting van eene circulatieban’k, welke een. nieuw ruil-
middel zou invoeren, den handel opwekken door ver-

strekking van credieten en de ‘betalingsbalans actief
maken. ” -•

:hi allerlei, richting werd getracht ‘het plan tot o-

richting van eerw Curaçaosche circulatiehan’k te ver-
wezetilijken. Evenals in de stiehtii’g van De Javasche
Bank had Koning Willem T in de oprichting van dc
Ouraçaosdhe Bank een belangrijk aandeel. Nadat.’De

Neclerlandsche Bank te Amsterdam en ‘de Algemeehe
Nederland’sche Maatschappij ter begunstiging van de

T}kyljt) te Brussel geweigerd hadden het initiatief

tot de stichting van’ eene Bank op Curaçao te nemen,
besloot de Itegeering self de iaak te regelen.

Om het stelsel van ‘bestuur in ‘de West-Indisc.he be-
zittingen op vasten voet t.e brengen, werd t’o’t Oom,
rnissaris-G’eneraal ‘benoemd de later zoo bekend gewor-
den Generaal-Majoor J. van den Bosch. Aan Van den

Bosch werd opgedragen de financieele en comptabele
organisatie der koloniën te hervormen en de oprich-ting ‘van circulatiebanken te Willemstad en te Para-
rnaribo voor te ‘bereiden.
Volgens het plan van Van ‘den Bosch ‘zou
f
400.000
aan ‘bankpapier in Curaçao in omloop gebrach’t wor-
clan, gedekt door
f
200.000 aan specie. Van de aldus
verkregen
f
400.000 zou de ‘helft gebruikt worden voor
dan aanleg van vestingwe’rken en tot dekking ‘van het
tekort op cle koloniale ‘begröoting. De andere helft zou
op hypotheek of ‘tegen beleening worden uitgegeven.
De biljetten zouden te allen tijde bij de koloniale kas-
sen tegen ‘specie kunnen worden ingewisseld. De be-
nood.i.gde specie zou genomen worden ui’t de ‘koloniale
kas en ingeval deze de vereisch’te munt niet bezat, uit
cle reservekas, debov engeuoemcle
f
200.000.
Het zwakke punt in het. stelsel ‘van Van den Bosch
was het gemis aan liqui’diteit. De gelden toch waren
vastgelegd :in ves’tingwerken, hypotheken, enz. Bij
een minder gunstigen economisc’hen toestand zou cle
hoeveelheid r’uiimiddeien te groot blijken, een streven naar inw.is’seling vân de biljetten ontstaan en de reser-vekas al ras uitgeput. zijn. Op denzel.fden g.i:ondslag ontwierp Van den Bosch ook een plan voor cciie eirculatichank voor Suri name,
welke instelling naar zijne bedoeling later voor al cle
Testndische
bezittingen zou moeten fungaeren.
In December 1,827 kwam Van den Bosch op Curaçaii,
waar ‘hij bij Publicatie van 6 Februari 1828 (P. B. h. b.
No. liP) de Curaçaosche Bank, eene zuivere Gouver-
n.ements.i.n.stelling, oprichtte. Het eerste ,,Reglernent”
van. de Curaçaosch.e Bank, hetwelk geheel geschoeil
was op ‘boven’vermelde beginselen’, heeft met geringe
wijzigingen gogolden tot 1007. De werkzaa.mheclen dér
Bank ‘zouden’ bestaan in het beleenen van koopman.-
schappen, goud en zilver, het dlisconteeren van wis-
selbrieven, het ontvangen van gelden en het uitbeta-
len voor het Gouvernement benevens het geven va’i
hypotheek op on..oerende goederen. De Directie’ cte.r

‘) De tegenwoordige. ,,Socitê Genra1e’.

Bank zou l)estaan uit een pe.I.11udnen’ten President (de
Directeur, cli. het. Hoofd der kolonie) en 2 leden, be-

rioemd door ‘den Gouverneur-Generaal ‘te Paramaribo
uit de voorname kooplieden. De balans moest aan het

encl van elk boekjaar vordn ov.erglegd en aan den
G’ouverneur-G eneraal ter goedkeuring aangchoden.

Spoedig, nadat cie Bai’ik hare operatiën had aange-

vange.u, ‘bleek liet, dat niet heleening van ‘koomans-
goederen weinig to verdienen was. De handel ”telde

meer prijs op discontocrediet. G’enoegzaam gegoede

endossan ten waren evenwel moeilijk te vinden. De
Bank kwam er zoo toe steun ‘te verstrekken aan cle
gioncleigenaren h
en ad zich na een paar jaar reeds
geheel vastgewerkt :in hypotheken, eene zeer illiquide
soort van belegging, ‘welke door circulatiebanke’n zoo-
veel mogelijk moet norclen vermeden.

Door den handel ‘met de dmhiggende landen, waar
cle biljetten der C’uraçaosche Bank niet geldig waren,
ontstond voortdurend vraag naar verwisseling van

‘biljetteii tegen specie. De reservebank bevatte ‘dienten-
gevolge al spoedig slechts biljetten en geen spe’cie
meer.

Het uitbreken van den opstand in België (Septem-
‘her 1830), cle voortduring der daardoor ontstane on-

lusten en de zich opdoende financieele verivikkelin-
gen hebben cie Curaçaosohe Bank – hoe ‘vreemd ‘t ook

klinken moge – van een vissen ondergang gered.

Volgens ‘bevel van den wd. Minister van. Koloniën Jhr.

Mr. Olifford aan dien Gouverneur-Géneraal Cantzlaar
mocht de eveneens door Van den Bosch opgerichte
Particuliere West-Indische Bank te Paramaribo geen

wissels meer afgeven op het Departement van Kolo-

niën en moest cle imvisselbaarheid harer bankbiljetten
worden geschorst. De Gouverneur-Generaal paste den
laatsten maatregel op eigen gezag ook op de ‘biljetten
der Onraçaosche Bank toe. Niettegenstaande de tal-

rijke protesten van Curaçaosche rij’de en van den

Arnst.ordarnschen handel benevens de herhaalde op-
drachten der Regeering bleef de maatregel tot 1892
gehandhaafd. De Curaçaosche Bank ‘kreeg hierd6or
en .door opname van allerlei verbodsbepalingen in het
Reglement, een zeer bepérkten werkkring. Hypotheken
mochten slechts verstrekt worden met speciale maak-
ti ging ‘van den Gouverneur-Generaal. De Bank be-
perkte. zich tot het . d’isconteeren van wissels, de be-
leening van koopwai.en en ‘het uitvoëren van fin’an-
cieele operatiën voor het Bestuur. Voorts strooide de
instelling er naar zich z.00veel mogelijk van hare ‘hype-
‘Lhekea te ontdoen, ten einde hare vrijheid ‘van bewe-
ging ‘te herkrijgen.
lIet icapitaal, het’welk in 1831 vrijwel geheel ver-

loren was gegaan, werd ‘door ‘liet uiterst voorzichtig be-
heer dIer opeenvolgende directiën weer bijeengebracht.
U’l’t.irno 1868 waren cle sporen der verliezen veer uit-
gewiscirt. Toch ‘bleef men. aan de onin’wiisselbaarheid van de han’kbi]jètten vasthouden. Talrijk zijn de klach-
ten geweest over afvloeiing, van grove zilveren munt
en geh.rëk aan pasmunt, wat men weet aan de schor-
sing van de inwisnelbaa riheid der biljetten. De eenige
‘maatregel, welke van Gouvern ement’swege genomen
werd, is de ‘intrekking in de zestiger jaren van
f 5.070
aan biljetten van cle Ctiraçao.sche Bank en de vernie-
‘tigi ng daarvan in 1873.

‘Met het m’unt’wez’en op Curaçao bleef ‘het sukkelen.
Door cle intensieve ontginning van de phosphaatbed-
dingen op Aruba en Curaçao ontstond er dringende
vraag naar G’ouver nementswis’sels. wehlce b
e
t
aa
ld moes-
ten worden met bankbiljetten, die daardoor agio gin-
gen doen. Eerst ‘hij’ Icoloniale verordening van 1 De-
cembe
r
1.892 (1?. B. No. 33) werd overgegaan tot in-
treklcing ‘vn cle ,,provisioneele” publicatie van den
G’rjuverncu r_Generaai der Nede’rlanclsch West-Indische
Bezittingen van 1831 en zoodoende teruggekeerd tot
liet oorspronkelijk Baukregleu’ent van 1828 en de in-
wisselhaarheid der ‘bankbiljetten. Herhaald aandrin-gen. van verschillende Min.istein van Ko]oniën was
hiervoor noodig geweest.
Nadat het muntwezen van. Curaçao op vaste leest

1 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

97

geschoeid’was geworden door de wet van 23 Mei 1899

(Neclerisnclsoh S’taats’blad No. 1.26) begon de aandacht
van •de Regeering en het Koloniaal Bestuur zich te

concentreeren op het bankwezen. Het Koloniaal Be-
stuur was voor behoud en uitbreiding der bestaande

Gouvernementsinstelling. De R.egeering was meer ge-

porteerri voor de opdracht van de circula’tie aan De
Surinaamsche Bank. Deze instelling was echter niet

be.rëid eene eventueele opdracht te aanvaarden. Haar

kapitaal was geheel benoodigd voor Suriname. Eene
centrale leiding van de kantoren te Paramaribo en

Willemstad zou daarenboven dooi’ den verren afstand

niet mogelijk zijn.
Ten slotte besloot de Regeering tot het oehoud en

cle reorganisatie van de bestaande Curaçaosohe Bank ‘).
Het nieuwe Bankreglement, hetwelk nog heden be-
staat, kwam in 1907 tot stand (P. B. No. 9). Als doel

van cle instelling werd de economische ontwikkeling
van de kolonie Curaçao genoemd. Als zetel werd Wil-

lemstad aangewezen. Op de overige eilanden konden
agentschappen worden gesticht. Het kapitaal der Bank

werd op
f
350.000 bepaald, het maximum van ide

reierve op
f
50.000 en de maximum-uitgifte van bank-

biljetten op
f
250.000, voor Sén derde gedekt door
munt of mirn tma’teriaal. Onder de werkzaamheden
komt vooral do w.isselhanclel op den voorgrond. Door-
dat do Bank de beschikking kreeg’ over cle Gouverne-
moirtswissoi’s en de Marinewissels dor zich in de West-
Indische ‘wate.i’en bevindende oorlogsschepen, en cor-responden ten aanstelde te Amsterdam (De Surinaam-
sche Bank, later do Twentsche Bank) en te Rotterdam.
(de Rotte.idam’scho ]3ankvereeniging, later de Nede.r-Iands(yho Ellandei-:Maatschappij) concentreerde zij in
zich jarenlang vrijwel dan gelieelcn ‘wi’s’seihandoi.
De Directie bestaat thans uit een voorzitter, tevens

A dmini.st,rateu.r van Financiën, bij Koninklijk besluit
benoemd, en 4 directeuren, i)elioemd door den Gou-
verneur.
Van de w’i rist moet minstens de helft in de koloniale

kas worden gestort.
Biji het. ui,tlb.reken van den wereldoorlog werd ‘de
netaaidekking van éôri derde tot Sén vijfde terugge-
bracht. Bovendien werd ‘de inwissetbaa.i’heid der bank-

‘biljetten weder geschorst
1
).
In verband met den. langzamerhand toenemenden

bloei van hot gewest en cle vestiging en uitbreiding
‘van particciere banken is •de maximum-uitgifte van
bankbiljetten herhaaldelijk verhoogd.
In de latere jn.ren toch i’s Curaçao tot werkingsge-bied gekozen dooi- particuliere banken. Zoo ‘werd in
191.7 door de firma’s M.adu,ro en Zonen en Corrbo

1-T,e.rmanos en Go. de
N,T.
Maduro’s Bank opgericht

In 1918 werd te Amsterdam door de Nederlandsche
:r-Ta ndel-Maatschappij, de Rotterdamsche ‘Bankvereen i –
ging, :De Surinaamsehe Bank en de Koninklijke
Stoomboot-Maatschappij do Hol] andsche Bank voor
West-Indië gesticht, die in 1,91.9 en 1920 kantoren ves-

tigde te Willemstad en te Caracas (Vene’zuela). Ein-delijk zette in 1927 •de firma Morris E. Curiël en
Zo-

nen hare omvangrijke ‘bankzaken om in de NV. Cu-
riëls’ Bank. De Curaçasche Bank heeft getracht met
de particuliere ‘banken samen te werken cii deze in-
stellingen, waar het belang van Curaçao dit mode-
bracht, .zooveel mogelijk to steunen, in één woord een

iten’ker’s bank te worden.
Hoewel de maximum-uitgifte van baniebiljetten val’I
1.907 tot 1919 geleidelijk van
f
250.000
op
f
1.500.000

was gebracht en in 1920 zelfs uitgifte van bankbiljet-

ten boven de
,I’
1.500.000 werd toegestaan, mits te’n volle
gedekt door imm’t en (of) muntmateriaal, liet. .liet zich
todh in 1925 en 1926 ‘aanzien, dat hij’ de varnachte uit-
breiding van de Curaçaosche Petroleum Industrie
Maatschappij op Curaçao en van’ cle Lago Oil- and
Transport Oompary op Aruba de particuliere lisnken

1)
Tot degenen, clie ccii verzoek om opdracht van (Ie
cm-
cu’l’atie iiadden gedaan, behoorde ook de in
1837
te Willem-stad gevestigde firma Maduro
cii
Zonen.
1)
Op’ dsten niaatregel
weid
eerst
in 1927
teruggekomen.

op Curaçao zonder ‘hulp van de Curaçaosche Ban’k uiet
altijd aan de aanvraag om betaaimidclelen’ zouden ‘Icun-

nen voldoen. Ook met het oog op de in uitzicht ge-
‘stelde groo’te werken (ivaterleicling, havenverhetering)
‘scheen uitbreiding van de bank’biljet.tenemissie nood-

z.kelijk.

Op grond van een en ander – en in afwachting

.vn eene door den Minister van Koloniën in uitzicht
gestelde regeling van ‘het Cu.i,’açaosch circulat.iban’k-
wezen hij de wet – werd in 1926 (P. B. No. 46) over-
gegaan tot ‘wijziging en , aanvulling van het Bank-

reglement van 1501. Het lcap.itaal is van
f
350.000

verhoogd tot
f
450.000, de maximum-reserve van

‘f
50.000 op
f
150.000. Het voorgeschreven maximum

voor de uitgifte van bankbiljetten is geschrap’t. De

dekking van de biljetten ‘door munt en (of) munt-
‘materiaal, welke in 1,909 tot één vijfde was ‘terugge-
ibracht, is veer op één ‘derde bepaald.

In verband ‘met zijn hovenvermeld voornemen heeft
de Minister van Koloniëu
bij:
beschikking van 28 Juni

1927, No. 4, ‘eene commissie benoemd om van voorlich-

‘ting te dienen
noien.s
de meest w’enschelijke wijze

van regeling van het circulat.iebankwezen in Curaçao,
-Voorzitter van deze commissie is Mr. G. Vissoring,
-P.resideu’t van De Nederlaridscihe Bank. Ten einde de
commissie ‘beter in staat ‘te stellen over de aan haar

voorgelegde’ onderw’erpoi:i een oordeel te vormen, zal
èérlang door een lid der commissie, den heer E. A.
Zeilinga Azn., oud-President van De Javasche Banic,
een onderzoek op Curaçao worden ingesteld.

‘ Over het voortbestaan van de huidige Gouverne-
mentscirculatidbank is in afw’ac’hting van het onder-
zoek dor commissie en van de door den Minister van
Kolo’ni,ën ter ‘zake te nemen ‘beslissing niets, met zelcer-

lieid te zeggen.

De toekomst derhalve in het ‘midden latend, moge
‘op dozen feestdag niet worden nagelaten om op te
‘merken, dat de Ouraçaosche Banic, al ‘is zij’ eene
Staa’tsban’k, nimmer inflatie heeft veroorzaakt door
èene al te gew’illige voorziening in de kas’behoef-
ten ‘der Overheid. De uitgifte van bankpapier is steeds
met do noodige voorzichtigheid geschied. De grenzen
der bestaande behoefte werden nimmer overschreden.
‘De instelling heeft rzich een gewichtige plaatá verwor-

ven
1.11.
het financ:i,eel en commercieel leven van Cura-
çcio. Zij heeft door hare samenwerking met de te Wil-
lemstad gevestigde particuliere banken en bank:iers,
ook in de wisselpolitielc, verhin’drd, dat het publiek
de dupe zou kunnen zijn van de
eenzijdige
vaststelling

der tarieven en koersen: En last not least, de Curaçao-sche Banic heeft gedurende haar 100-jarig bestaan aan
het Gouvernement, vooral in ernstige tijden, ‘hoogst
belangrijke diensten bewezen. Een woord van waar-
deer’ing voor het we.dc van de instellig en hare op-
eonvolgende directiën moge daarom niet achterwege

blijven. J. vis
ETT1NOER.

HET WERKLOOSHEIDSPROBLEEM.

lii een lijvig rapport heeft de hi,j besluit did. 2 Juli
.1926 van Burgemeester & Wethouders dor gemeente
Amsterdam ingestelde Werkloosheid’scom’missiop
13 December ji. verslag uitgebracht van he’t resultaat

harer ‘bov in dii”gen.
.Na een historische inleidii:ig. waarin het ‘werkloos-
heidsv:raags’tuk in aig’omeen’en zin w’ordt ‘belicht, wijdt
do commissie een zestal hoofdstukken aan de wijze, waarop liet onderzoek door haar werd geleid en aan
de resultaten van dat onderzoek, om dan ‘ten slotte in hoofdstuk VII een aantal conclusies en ‘voorstellen te

f01
,
11.1u1eeren, waarop wij gelegenheid zullen hebben in
deze ‘beschouwing nad’er terug te komen. Do commis-
sie ve:rmold’t in haar begeleidend schrijven aan B. &
W. va ii, Ams’te:rdam nadriikkelijlc, da’t het lid der com-
missie. cle heer B. de Vries, ‘vertegenwoordiger van do
vakcentralen, zich niet. ken veree’nigen met do voor

stellen ad D, voornamelijk ncerkomendo op een uit,-
bouwen ‘dc’r wo.rkloosheiclsver’ze’kc,t’ing met ‘steun. ‘der

98

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Febrixari 1928

ei

.

Regoeri’ng en gepaard gaande met een opheffing der
crisis-steunregeling. i

m
n tegenstelling ‘toch

et cle
overige commissieleden is cle vertegenwoordiger der

valccentralen van meening, dat ,,h.in.nen nfzienbarén
tijd” de cri.siscommjssje niet kan worden gemist en
hij acht het uit dezen hoofde dan ook ongewenscht
van de opheffing van dit instituut te spreken.’

:i:n haai. ‘historisch overzicht brengt cle commissie in

herinnering, dat cle liquidatie van het AmsterdamscE
steuncomité eerst plaats ‘vond begin Septenvber v’n ‘het jaar 1019, toen nog sledhts 5,78 onderateuocieu

uitkeering ontvingen. De liquidatie was, aldus het
verslag, volkomen gewettigd door het ten gevolge der.’
schijn”-welvaart ‘terugloopen dier werkloosheid, tr-
wijl een sterke uitzetting ‘der verzekering den weg

baande tot dien meest gewen’schten vorm van werk-

i oosheidszorg. De veizekeringsnooclw’et..1.919 voorzag
in den overgangstons’tand; de.kassen werden extra ge-
su hsi dieerd. terwijl de bijdragen, uitkeeringsbedragen

en -termijnen werden vergroot: Voorts nam de Ri-
geering op zich do centrale iorg voor w’.chtgelclrage-
Ii ngeu, werlverruiming en verplaatsing van arheids-

krachten en vklarde ‘zij, z.ich zelfs bereid, zoo noodig
hij te clrageti in de ‘hooge kosten voo armenzorg. Toen

betrekkelijk spoedig cle gevolgen der economisch’c
crisis zich deden gelden, ‘bleek intusschen de verzeke-rhi.g, waarop alle hoop gevestigd was, velf.s na de uit-
‘brei’ding aan dit instituut gégeven en ongeacht cle
bijzondere aan
1
oocliij’ciende kassen verleende facilitei-
ten, ii iet in slaat in do snel. stijgende behoefte aan

ondersteuning der wei’lcioos’hei.ds-slac’h’toffei.’s, die ‘snel
in aantal toenamen, op afcl oen.de
wijze te voor’zien. ii
Juli 1920 werd toen door de Rogeering ingevoerd de
Cri sis-steu.nregeliog voor va:kken, voor velke de Mi –

nister ‘zoo landelijk als plaatselijk dien cnis.istoestaod
zou vaststellen. Aanvankelijk geschiedde dit laatste

u i tel nitencl voor het tabaks- en siga.r&nbenlrijf alsm3de
hot ciiumantvak (Augustus 1020), vervolgen’s in i.o-
vomber va.n hetzelfde jaar voor het haven’hedrijf, tr-
wijl ten slotte bij circulaire van. 2.1 Maart 1921 de
regeling vdor alle crisisvakken algemeen geldend werd
‘verklaard. Droe’ aanvankelijk het Rij’ic 50 pOt. hij

n de kosten van den cnisissteun, reeds met ingang’

van 1 Januari. 1923 werd clei.e uteunverleening van
ovei’iei.dszij’de ingetrkke.n. Slecht’s ten aanzien ‘van

bepaalde genieeu:ten en regelingen bleef de Regeei.’i.og
int steun bereid; als regél kva.me:n dan ook cle icosten
vi ii den crisissteun integraal ten laste der gemeenten.

In liet tweede hoofdstu.ic van haar verslag hehan-
rEdt
cle Commissie meer in het bijzonder aanleiding
en voorbereiding tot het ondei-zoelc. Ten aanzien der
werkloosheidspe:rcentages van cle z.g. kasledei, d.w.z.

hij de werldooienkasen aangeslotén leden, wijst £e
Commissie erpp, dat de pei.eentag’es door haar vastg’e-
smid
aan de ‘hand van iii Lg’ehi’eid cijfer maten aal n.i ci

voor alle vakken, noc’h in elke periode dezelfde be’tee-
kenis hebben. Aan
‘de
niet ‘zorg uitgewerkte bijdragen
ontlee.nen w’ij oveisgens, dat ‘het aantal kasleden in

1913, het jaar ‘v6ér don oorlog, 12.044 bedroeg. Ouder-
staand over-zich t laat desterk stijgende lijn ged
ci
rende
en na den oorlog zien:

1914
……
24.565
1921
……
55.489
1915
……
26.831 ,
1922
……
42.801
1916
……
31.704
1923
……
38.581
1917
……
34.132
1924
……
36.673
1918
……
34.347
1925
……

37.071
1919
……
59.365
1926
…….
38.$31
1920
……
54.22!

H’ier’bij dient er ech’tej’ op gewezen, dat het aantal
ingeschreven
verlczoekenderi, ‘
hij cle Gemeeute-Arbeids-
beurs van Amsterdam voor cle jaren 1917 en 1921 niet
vergelijkbaar is ‘met het getal. .iigeschrei werk-
toozen
gegm’en van 192.1 tot en met 1927, omdat steeds
een groot abn tal werknemers zich laat inschrijven, dat,

niet-werkloos zijnde, ‘zich slechts van, ‘het i ntermediair
der Ai’heidsbeurs bedient ten einde van betreldcing te
‘vi’anderon. Met nadruk vermeldt de commissie dan
ook,
dat
betrouwbaar materiaal tot vergelijki.ng van
den We?’ldioosheiclsOnl.vang na en v66r den oorlog ont-

breekt! Dit geldt trouwens niet slechts voor Amstei’-

dani maar voor het geheele land, dat zelfs iiu nog geen
overzicht iran geven van, het getal weq-irioozon op
een
bepaalden datum..
Uit de bestudeening der heschikhare
gegevens over de jaren na 1916, die in eik geval cle
waarde hebben daaraan relatieve conclusies to kunnen

ontieenen, ‘blijkt, dat de werkloosheid na cie demobi-
lisatie in November 1.918 snel ‘steeg om onder den in-
‘vloed ‘der
wel’vaart w’ederom even snel te
dalen. In liet najaar van 1920 deed ‘de malaise zich
opnieuw gevoelen en na 1920 kwamen behoudens een
enkelo u.i:tzoncleri lig welnlg of geen heftige schomme-

lingen voor, ter’wijl vooral ged u.i’encle de laatste drie
areu een bepaalde permanentio in don omvang der
woi’ldoosheid valt op to merken! Gemiddeld ‘beweegt
zich liet aantal hij’ de Arbeid.sbeurs’ ‘belcen’cle werkioo-
zen om de 12 á 13.000 met een stijging in de
maanden tot maximaal 15 h 17.000 en een daling int
rio gtrnstige maanclert tot :1.0 h 12.000. Weliswaar gaan
dle percentages van. de werkloosheid ‘cie.i.” ver’zekerden

in dalende niclhtii:iq’: 20,8 pOt. in. 1.921 en 11,6. pOt.
in 1,926, ‘doch ‘h:ierhij •d ien’t in aanmerking te woi’don
gen omen, riot de kaspe.rceu’t.ages alleen ‘bet:rekkiitg
hebben op de togen werlcloosheid verzekerde ve.roeni-g’i ngsleclen, welke slechts een betrolckelijk klein, g’c’-
cleelto vormen van de aan werkloosheid oncierhevige
arhei ciersbevol king.

liet oncier’s’taa.nd overzicht van den omvang der ten
laste ‘riet.’ gemeente koniencle ondersteuning geclw’eude
dc jaren. 1924-26 toont, hoo belanigriji de hed.i’agen
‘zijn, clie jaa riijics op het gemeen telijk ‘budget drukken.

Soort der ondersteuning.

1924

1925

1926

Toor rekening der gemeente komende bijslag op de con-
tributies voor de werkloozen kassen ……………….
Steun door (irisiscommissie ………………………
Steun vanhet Burg. Armbestuur San valide werkloozen..

Totaal kosten werkloozeusteun ……………………
Bevolking op eind December ……………………..
Kosten per inwoner
Aantal aanslagen in de Gem. inkomstenbelasting ……..
Koste
n
per belastingaanslag……………………….

Rotterdam.
Totaal kosten werkloozensteun
Bevolking op eind December ……………………..
Kosten per inwoner
Aantal aanslagen in de Rijksinkomstenbelasting ……..
Kosten per belastingaanslag ……………………… .

‘s- G r a v e n h age.
Totaal kosten werkloozensteun
Bevolking op eind December
Kosten per inwoner

…………………………….
Aantal aanslagen Gem. Inkomstenbelasting ……. …….
Kosten per belastingaanslag ………… …………….

f

324.964,47

f

316.077,11

313.873,26

1.679.944,21

1.286.040,49

1,381.13.7,36

1.359.399,-

1.145.034,-

1.407.986,-

f

3.364.307,68
f

2.747.151,60


f

3.100.996,62
712.222
718.046
.

726.529
4,72
3,83

4,27
232.000 233.000 238.460
14,50
11,79

4.031.345,88
2.924.733,24 2.432.163,45
543.694
552.343
502.991
7,41
5,28
.

‘4,32
135.135

136.568

139.865 29,83
,

21,42
17,39

1.426.1 79,24
f.376. 150,14
,,

975.704,52
391.369 398.416
408.636
3,64
3,45
,,

,

2,39
105.132
99.970
niet bekend
13,57
,,

13,79
niet.beked’

1 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

99

lIet verslag licht vervolgens ‘in Hoofdstuk III de

door haar gevolgde methode van onderzoek nader toe,

om vervolgens de resultaten van haar onderzoek, uit-
voerig en met uitgebreid cijfermateriaal gestaafd, te

vermelden. Aan de hand harer enquête meent de Com-
missie met ‘vrij groote zekerheid to mogen aannemen,

dat de omvang der voor een nader onderzôek in aan-
merking komende werkloosheid in Amsterdam op

15 September 1926 ich bepaalt ‘tot ongeveer 11.373

werkloeze bedrijfsarbeidersis’ters) van iS jaar en
ouder. Terecht constateert zij, dat een percentage van
7,2 pct. onder de mannelijke leden der werkloozen een
woor de hoofdstad ernstig verschijnsel is. Vergelijkt

men – aldus het verslag – vervolgens het aantal

rechtstreeksche slachtoffers der werkloosheid met het
totale bevolkingscijfor ‘van ons land, dan blijkt het per-
cetitage 4,76 pCt. der op 30 September 1926 getelde
bevolking van 722.794 zielen te bedragen. Het aantal

recbtstreeksche slachtoffers der te Amsterdam gecon-
stateerde werkloosheid is dus ongevcer
‘zoo
groot als

d(; geiheelo bevolking van steden als Amersfoort, De-

venter, Zwolle, terwijl het gemiddeld aantal werkloo-
zon in het geheele land gedurende 1026 op 110.000

kan worden geraamd.
1-let navolgend aan hot verslag ontlon’d &verzicht

van
10
horoepsgew’ijze werkloosheids’peroentages op

30 September 1.926 te Amsterdam toont, dat percents-
gowijzo heb tabaks- en sigarenbedrijf met 31,1 pOt.
het zwaarst was getroffen. Tevens blijkt echter uit de
onderstaande tabel, ‘dat het bouwvak, het ‘transportbe-
drijf en do groep dier ongeschoolden tezamen meer
dan de helft van alle werkloozen tellen (6508).

Mannen van
18
jaar en ouder

,
Getelde werkloozen

0
n
bij de enquête

0
4)
Beroepen.
Ce
Aantal
b4o,
4)4)

4)

77
5,3
Bakkersbedrijf

…………
2.382
.

4.477

197
8,3
Barbiers- en kappersbedrijf.

719
3
0,4

Amusementsbedrijf

……….1.447

Bouwbedrijf …………….
2.252
15,6
Diamantvak …………….
464
S
Electr. film- en radiobedrijf.

2.641
154
5,8
Fabriekmatige bedrijven
2.610

..

83
3,2
Grafische vakken en papier.

..5.800

343
7,3
fabricage

………………4.705
Handels-, kantoor- en win-
kelpersoneel …………..
93
2,6
Hotel-, café- en restaurant-
320 8,4
Hout- en meubelbedrijf ……
420
8,4
703
32
4,6
186
.

5,4
Land-, tuin- en veenarbeilers
1.880
28
1,5

bedrijf

……………….3.809

Leer- en schoenindustrie
. . .

.4.983

1.033

.

3.612

32 3,1

Huiselijke diensten

……….
Kleedingbedrijf

………….3.439

111
14
12,6
Metaalnijverheid…………

..36.842

720
5,3
Lompenbedrijf …………….

1.323
43
3,3
Tabaks- en sigarenindustrie
1.067
332
31,1
Slagersbedrijf …………….

Techn. en opzichth. personeel
1.747
85
4,9
Transportbedrijf te land en

..

16.136
1.314
8,1
Verplegend personeel
509
2
0,4
te

water

………………

.
7
1,4
Overige vaklieden
………..500
Ongeschoolden…………..
35.829
2.940
8,2

Totaal

…………….
158.304
1
)

..

11.011
7

1)
Dit totaal aantal is
4610
hooger clan het op pag.
20
van
het verslag vermelde aantal mannelijke hbdrjfsaeibeiders
van
18
jaar en ouder.
Als gevolg
hiervan is het algemeen
werkloosheidspercentage onder heu .hier
7
en op blaclz. 20
7,2.
Dit verschil wordt verklaard door het feit, dat onder iie
beoefenaren, in de onderscheidene beroepsgroepen genoemd,
iiiet met name aangeduid overheidspersoneel verscholen zit,
dat ‘wel van het totaal kan worden afgetrokken als begrepen
iii het totale aantal overheidspersoneel van pins minits
30.000,
maar
in
de afzonderlijke beroepen niet precies be-
kend is.

Hot door de commissie ingesteld onderzoek heeft

aangetoond, dat het aantal jongeren onder de lverkloo-
ren verhoudingsgewijs te groot is onvoldoende vak-
bekwaamheid en scholing moeten hierbij naar haar

oordeel een rol van beteel;enis spelen.
Merkwaardig is,

aldus het verslag, dat in de vakken waarin het meest
geklaagd wordt over gebrek aan goed geschoold per-

soneel, t.w. cle metaalindustrie en den handel, het aan-
tal jongere werkloozen percentsgewijze het grootst is.

In te metaalindustrie is 50 pOt. der werkloozen jon-
ger dan 30 jaar, 62 pct. jonger dan 35 en 72 pOt.

jonger dan 40. In den handel, waar een sterke neiging
bestaat om jong personeel in dienst te nemen, is self s

60 pOt. der werkloozen jonger dan 30 jaar, 70 pOt.

jonger dan 35 jaar en 19 pOt. jonger dan 40 jaar.
Ook de cijfers, nrelke ten aanzien van den duur der
werkloosheid worden verstrekt, zijn leerrijk. Zon blijkt
uit de verzamelde gegevens, dat: 1048 personen moer
dan 1 jaar tot en met 2 jaar werkloos waren = 9,22 pOt.,

Bouw- en diamantvakken 34 pOt., Handels- en kan-
toorpersoneel, tabak- en siga.renbedrijf beide 15 pOt.

592 personen waren meer dan 2 tot en met 3 jaren
werkloos = 5,2 pOt. De tabaksindustrie 35 pOt.
153 personen wa:ren moer dan 3 jaren werkloos =
6.63 pOt. Het grafische vak 1.1 pOt., het transportbe-

drijf en de ongeschoolden 10 pOt.

In haar beschouwingen naar aa’nJeiding van het
door haar ingestelde onderzoek komt de commissie
ten slotte tot de conclusie, dat de oorzaak der ‘tegen-
woordige werkloosheid niet slechts gelegen is in een
crisis-toestand van voovbijgaande’n aard, maar vooral
gezocht moet worden in onvoldoende ontwikkeling van

de industrieelo bedrijvigheid. De omvang der indus-
trie toch is onevenredig geworden aan den groeien-
den omvang van Amsterdam’s arbeidersbevolking.
Ook ‘het jongste verslag der Arbeidsinspectie vraagt
voor dit aspect van het wei-kloosheidsprobleem de aan-
dacht, erop wijzend, dat ook Nederland voor de ge-
wichtige vraag staat,
hoe
de steeds groeiende bevol-
king een middel van bestaan zal vinden. Bij de tegen-
woordige dichtheid ‘van bevolking en de geringe emi-
gratie-mogelijkheden – deze laatste stelling zij roer

rekening der Arbeidsinspectie – ja daarvoor het oog
zoo goed als uitsluitend op de industrie geridit (zie
Centraal Verslag der Arbeidsinspectie 1926 hIs. 1-2).
Nu reeds biedt de i’ndustrie geen bestaan voor alle
beschikbare krachten, terwijl met het oog op den ho-
‘v’oikingsaanwas aan een gestadige uitbreiding der
industrie dringend ‘behoefte is.

Het verslag wijst er in ‘dit verband op dat:

de diamant’nijverhoid, die
bij;
een bevolking van plus minus 500.000 zielen aan plus minus 11.000 arbeideis
werk verschafte, thans ‘bij een bevolking van ongeveer
725.000 zielen hoogstens 6500 werknemers telt;

dat de sigarenindustrie, eertijds in Amsterdam ge-
specialiseerd op het ‘maken van dure merken ‘vpor den
export, als industrie vrijwel verdwenen is;
dat van de vrdege’r bestaande ‘drie suikerfabrieken
(Wester, Amstel en Spakler & Tetterode) alleen de
Westerfabriek nog iss overgebleven;

dat de bierbrouwerijen zijn verminderd met twee
(‘t Haantje en de Delibrouwerij);
dat naar buiten zijn overgeplaatst een belangrijke
afdeeling van Werkspoor (Zuilen), de Oacaofabrik
van Bensdorp en een deel der fabriek van Du Oroo &
Brauns;
dat opgeheven zijn karakteristieke bedrijven als:
de Waskaarsenfa,briek, de Marinewerf, de automobie-
lenfabriek ,,Trompenburg” en de Nederlandsehe Plan-
tenboterfabriek, terwijl tal ‘van bedrijven in personeel-sterkte
zijn
achteruitgegaan, waartegenover geen
winst var beteekenis in andere industrieën staat.
Slechts de gemeente-exploitatie is sterk toegenomen
met als gevolg een toeneming van het aantal werknc-
m.ers in overheidsdie’nst.
Een hiermede gepaard gaand verschijnsel is, dat
de onganstigo conjunctuur in enkele bedrijven, soms

100

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Februari 1928

tot evo1g hebbend een weliswaar ingekrompen iiiaai
op zichzelf. niet ongezonde bedrijfsgroep, zich iiet

weerspiegelt in den omvang der bedrijtslegers; het snr-

plus aan werknemer-s althans, dat in verschillende
bedrijven is ontstaan,
blijf t op die bedrijven hangen.
Weliswaar ligt in afvloeiing dezer overbodige krach1
ten niet de oplossing van
hun
werkloosheidsmoei1ii’k-
heden, doch wit een oogpunt van, algemeene werkloos-
herctszorg met .,het oog op eventueel te treffen, Ovcr-

he-idsmaa.tregele’n, is het iviettern.in gewenscht, dat op.
de diverse bedrijven niet meer werkloozen blijven’

leunen d’ajn in verband met de bestaande en in de
naaste toekomst te verwachten bedrijf sconjunctuvr!
nood’ig is.
Niet slechts omdat men zic:h thans geen
juist beeld kan vormen van den omvang en ‘de feite-
1

lijike ‘beteekenis der werkloosheid, maar tevens omdat’

de ‘bedrijven met ‘hun n oodeloos grocte reservelegers

aan arbeidskrachten tot onjuiste gevo1gtrekkingeu
aanleiding geven!

Uit het uitgebreid feiten’mate’riaal ten aanzien van
de afzonderlijke bedrijven verzameld, mogen wij
enkelen greep doen en. de opmerkingen der Commis-

sie met betrekking tot ‘het an.deis-, ‘kantôor- en win-s

kelpersoneel laten volgen. Deze categorie lijdt vol-‘
genjs het verslag in erostige mate aan het werkloos-
heidseuvel, geveig van ‘de algeeieeno conjunctuur.
Plaatselijke factoren
zijn
hier weinig in het spel. Ook
ditverschijlnsel, ni., dat in de oorlogsjaren van dis-
tributie, N.U.M. en N.O.T. tal van ,,nieuwubakken”

kanto’orbedienden in het bedrijf zijn gebracht, die u.üt

den aard der qaakbijl een wijziging in de conjunctuur
het eerst voor ontslag in aanmerking kwamen, maar

niettemin op dit vak ‘bleven ,,hangen”, is van al’ge
meenen aard. Bij’ al het surplus aan werknemers in
dit, bedrijf ontbreekt het toch nog soms aan alleszins
‘bekwame krachten en ook aan speciaal geschikte be-
dienden, o.a. voor Indië. De opleiding en practische

of speciale vorming van ‘dén lantoonbedieude laat in
bepaalde gevallen, in weerwil yan alle schoolsche cur-
‘sussen en spoed
;
of stoomcursussen nog te wenschen
ver;
Met betiekking ‘tot dit vak moet ook nog het
verschijinsel worden gereleveerd, dat vele beoefenaren
uit andere ‘bedrijven, die in ‘hun eigen beroep om bén

of andere reden geen plaats meer krijgen zich, indien
zij een behoorlijke hand schrijven, geschikt achten voor
een administratieve ‘betrok-king en zoodoende het

leger der volkomen ongeschoolde kantoorbedienden
vergrooten. In het ‘bijzonder ‘geldt dit ook voor het
geheel ,,open” reizigerisberoep, waartoe de ,,rücksiciht-
lose” aanneming van Jaui en alleman als provisierc’i-

zigers door tal van werkgevers het ‘hare bijdraagt. Uit
den aard va:n deze versc’hijisele’n moet een ‘belangrijk
deel van het leger werkloo’ze handels- en ‘kanitoorhe-
dienden als ten onrechte tot dezé
vakgi:oep
bhoo-
rende worden aangemerkt.

• Wij hebben hiermede in zeer heknopt bestek den
inhoud van dit zeer lezenswaardig rapport weerge-
geven. Alvorens wijt de conclusies en voorstellen der
Commissie laten volgen mogen wij der Commissie
hulde brengen voor ‘de wijse waarop zij zich van een
voornaam deel vati haar taak, ni. het verzamelen én
verwerken van tai van waardevolle, ja onmisbare,
gegevens met betrekking tot het ‘brandend vraagstuk
‘der werkloosheid, heeft gchweten. Bepaalde zich deze taak primair tot hert ibestudeeren van de oorsaketi, ‘die
tot de omvangrijke werkloosheid in de hoofdstad heb-
ben geleid, d,o Commissie legt nochtans den vinger’

op tal van wonde plekken en geeft vingerwijzingen en
wenken, die alle tezamen mutatis mutandis voor bestudeering van het probleem uit nationaal oogpunt
van ‘de grootste ‘beteekenis zijn.

Conclusies en voorstellen der Commissie van -..,
Onderzoek naar den omvang en de feitelijke
beteekenis der werkloosheid te Am,terdans.

De voornaamste conclusies, waartoe-de Commissie op grond van het ‘door haar ingesteld onderzok ‘komt,
releveert zij ais volgt:

• Ia.
De op 15 Sepfembe’r 1926 geconstateerde maat-

schappelijike werkloosheid, zich uitstrekken’de over
11.011 mannen en 362 vrouwen van 18 jaar en ourler,
draagt nog steeds een ernstig karakter.

De omvang dier werkloosheid is niet alleen
groot op zichzelf beschouwd, ‘maar ook in verhouding

tot ‘het ge.heele arbeidersleger’ (in totaal 6,2 p’Ct., voor

mannen 7,2 pOt., voor vrouwen 1,2 .p’Ct.), alsmede,

wat de rec:htstreeksche slachtoffers der werkloosheid
betreft, in verhouding tot •de totale ‘bevolking (34.435
rechtsrtreeksche slagh’toffers of 4,16 pCt. der geheele
bevolking).

Voor een vergelijking der thans geconstateerde
werkloosheid te Amsterdam met ‘die van v66r den oor-
log, met die van het goheele land en met die van
andere groote steden in binnen- en ‘buiteniand
ont-
breekt befrouw baar statistisch materiaal.

d Bij de beoordeeling der werkloosheid in Am-
sterdam ‘moet wel rekening worden gehouden met de

uit, het karakter eener’groote haven- en ‘handelsstad voortvloeiende noodzakelijkheid van ruime reserve-

lèers en dus periodieke werkloosheid van ongeschool-
de en transportarbeiders

De kosten ter bestrijding zulk eener omvang-
rijke werkloosheid zijn zwaar ‘te dragen,
zul/es temeer
waar in toenemende mate de laaten der werkloosheids-
zorg o’j’cte schouders des- gemeenten worden afgewen-teld
&n ‘het hebben eener goede steunregeling den trek
van’ arbeiders uit andere gemeenten naar Amsterdam

vergroot, welke niet-Amster’dammers een evenredig
aandeel in ‘de werkloosheid dra’gen en dan weer ten
laste der Gemeente komen.

De thans geconstateerde werkloosheid is niet

alleen gevolg van een voorbijigaanden ci.isistoestand,
maar vloeit grootendeels voort uit onvoldoende ont-
wikkeling van het induisti-ieele ‘bedrijfsleven van Am-
ster’dam en algemeene ‘bedrijfsslapte.
Zij draagt een
zeker permanent kwrakter en leidt tot onevenredig
groote reserve in verschillende beds-ij’ven doordat de

werkloozen blijven leunen op vakken, welke zijn terug-
geloopen en geen perspectief ‘tot opleving toonen.
‘IV. Het onderzoek ‘heeft de ‘Conimissie verder
overtuigd, dat er’ een, groote verscheidenheid bestaat
in omvang, oorzaken en aard der werkloosheid in do
onderscheiden vakken, zoodat ‘ook de af’weer- of her-
strij’dingsmaatregelen tegen die werkloosheid niet
voor alle vakken dezelfde ‘kunnen zijn of ‘hetzelfde
effect kunnen sor’teeren.
V.
Het leger der werkloozen bestaat meerendeels
uit on- ‘en onvoldoend geschoolden, telt verhoudings-
gewijs veel jongeren, alleenstaanden en hoofden van
kleine gezinnen en in totaal relatief meer tegen werk-
loosheid verzekerde arbeiders dan, niet verzekerden.

De rouleering in de werkzaamheden, af te leideh uit
den ‘duur der- werkloosheid’ der betrokkenen, is nog
wel voldoende maar minder freq’uen4 dan in tijden
van een normaal vlottende arbeidsmarkt.
VIa. Het werkloo’zenleger bestaat thans nog voor

het overgroote deel uit volwaardige arbeidskrachten,
die ook in vakbekwaamheid en ..brui’lcbaarheid voor den
arbeid in het algemeen nog niet achterstaan’ bij de
Anisterdamsche arbeidersbevolking in het algemeen.

Slechts 2,4 pCt. der onderzochte ,werkloozen i’s me-
disoh ongeschikt’ voor eIken arbeid bevonden en
slechts 11,1 pOt. alleen voor, arbeid van zeer n
lichte
aard geschikt; 62,9 ‘pOt. der onderzochte vaklieden
bleken normaal ‘bruikbare vak-arbeiders. De lichame-
lijke en moreele gesteldheid der werkloozen baart
dus thans nog geen reden tot ongerustheid, waaruit
de .ge’voigtrckkin’g gewettigd is, dart, zoo er al van
arbeidsschuwhei’d kan worden gesproken, deze zeker
nog niet verontrustend is, al moet worden erkend,

dat het – wegens gebrek aan werkverschaffingswer-
ken – aan volledige toetsingsgelegenheid op dit punt
ontbroken heeft.
b. Op
den duur ‘kan echter het gevaar niet uit-
blijven van aantasting van het physiek en de morali-

telt der wei:ldoozen wegens ‘het door te weinig r’ouloe

1 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

101

ren bij den arbeid inboeten aan arbeidsgeschikt!Iei
en verliezen der arbeidsvaardigheid, van ontwennen

aan arbeidsdiscipi me, van verpauperizeering der ge-
zinnen en dientengevolge clemeraiisatie van een deel
dor Amsterdamsche arbeidersbevolking, omdat een

stounrogeling noojt ‘hoog genoeg kan zijn om deze
gevolgen eener langdurige wer:kloosiheid voldoende te

keeren. Een toenemend aantal niet volwaardige

arbeidskrachten, paupers en arbeidssehuwen zal de

gelederen der bonafide maatschappelijke werkloozen
onzuiver ‘maken, ‘zoo geen afzonderlijke maatregelen
voor deze persoonlijke werkloozen getroffen werden.

De Oemmissie formuleert vervolgens de navolgende

voorstellen:
A. Van de ontwikkeling der Amsterdam’sche in-
dustrie hangt naar haar meening voor een groot deel
af de al of niet vermindering ‘der thans no’g heer-

schande werkloosheid. Die industrie is in ‘de hoofd-

stad in het algemeen gesproken op’ een dood punt ge-
komen. Evenwel zijn de oorzaken van deu ongunstigen
toestand der industrie niet overal dezelfde, noch kun-
nen dow erkloosbeidsmaatregeien in ‘de onderscheiden

bedrijfstakken steeds dezelfde zijn.
De Üoiri»nissie

meent, dat als resultaat van, haar onderzoek zoo spoe-
dig ?flogel’i,yjc nadere onderzoekingen dienen te worden

gedaan naar de bijzondere bed’ijfsomstandi.gheden, de werlr,looshe’idsoorzaken en dus ook naar de daarmede
verband houdende middelen tot bestrijding der werk-
loosheid in de verschillende branches van het bedrijfs-

leven, zoodat men kan komen tot meer differentiatie
in de werkloosheidszorg en tot het bereiker van het
meeste effect bij dê bestrijding dier werkloosheid.

B. Naast het. sub A bedoelde onderzoek en de daar-
uit eventueel v6or’tvleeiende maatregelen voor de af-
zonderlijke bedrijfsgroepen treffe de Overheid alle
mogelijke maatregelen tot systematische en rationeele
bevordering •der plaatselijke nijverheid in ‘het alge-

meen. Die maatregelen ‘kunnen bestaan in:

het geven van technische en economische voor-
lichting in den trant van dan voorlichtingsarbeid der
nijverheidsconsulenten en van diverse Rijksvoorlich-
tin gs’hureaux;

het in bepaalde gevallen verleenen van facili-
steunen van tijdelijk noodlijdende, maar toch niet eco-
nomi’sch ongezonde, bedrijven;

het ‘geven van opdrachten aan of het financieel
steunen van tijdelijk noodlijdende maar toch niet eco-
nomisch ongezonde ‘bedrijven;
het helpen vormen van een alleszins bekwaam
arbeidersleger door het bevorderen van een doelmatige
vakopleiding en practisch leerlirigwezen;

C.

De Gemeente bevordere verder door eigen
maatregelen of door het propageeren dier maatregelen

bij de particuliere bedrijfswerel’d;
het na vaststelling van de normale personeel-
behoef te in de onderscheidene bedrijfsgroepen of on-
derdeelen daarvan, afvloeien van een eventueel sur-
plus of het toevoereri van v.roegere of nieuwgevorm’de

bedrijfsbeoefen aren;
heroepsomvorming en vakvoltooiing in de he-
drijven en vakken, die daarvoor in aanmerking ko-
men;
het verplaatsen der werkloozen naar binnen- en buitenland, vooral van de talrijke alleens’taanclen on-
der hen;
het bete:r doen rouleeren ‘dor workkrac’hten bij
de werlaaam’heden in de bedrijven waar zulks moge-
lijk is;
het meer regulariseeren der werkzaamheden en
het beschermen ‘der plaatselijke arbeidsmarkt tegen
concurrentie van lieden van ‘buiten;
het tegengaan van deloyale concurrentie van
ambtenaren, gepensionneerden of lieden met dubbele
inkomens.
D. Naast de maatregelen ‘tot ontplooing der indu-
strieele bedrijvigheid cii tot vermindering der werk-
loosheid t.reffe ‘de Overheid de volgende maatregelen

ten behoeve van do slachtoffers der werkloosheid door:
uitbouwen der werkloosheidsverzekering op zoo-

clanige wijze, ‘dat zij in den steun der slachtoffers der thans vrijwel stabièle, zij het eek omvangrijke, werk-

loosheid kan voorzien.
Waar deze werkloosheidsver-

zekering een zaak van Rijkszorg is, zal de Gemeente
bij het Rijk op deze uitbreiding der verzekering die-

nen aan te dringen;
nadat de wericloosheidsverzekering voldoende

is uitgebouwd’, in den zin en den omvang als in a. om-
schreven, kan de cris’issteunregeling worden op ge-

heven;
de steun van Overheidswege aan werkloozen
verstrekt ibuiten de verzekeringsuitkeering worde zoo-

veel mogelijk geïndivi’dualiseerd met inachtnemiiig

van de persoonlijke omstandigheden van betrokkenen;
er worden ‘voor training en toetsing van daar-
voor in aanmerking komende gesteunde •werkloozen

werkversciaffingen in het leven geroepen;

de hulp aan maatschappelijk niet-volwaardige

arbeidskrachten worde een onderwerp van afzondr-

lijke ove’rheidszor’g;
bij’ den ‘huidigen stand der werkloosheid blijv

het vraagstuk der ontwikkeling en ontspanning van
werkloozen de bijzondere aandacht der Overheid

houden.
E. Ter bevordering van de volvoering van een
zoodanig plan, ter bereiking van de eenheid van lijn
in de bestrijding der werkloosheid en de leniging
harer gevolgen, dient deze gehee]o Overheidszorg ge-
centraliseerd te worden en in handen gelegd van één

Wethouder.

In een volgend artikel zullen wij bovengenoemde

voorstellen nader bespreken en onzerzijds enkele be-
schouwirigen aan dit ook voor onze Gemeente, ja voor
geheel ons land, brandend vraagstuk wijden.

(Slot volgt).

C. Vzasnv.

‘Rotterdam, Januari 1928.

DE NIEUWE ONZEKERHEID OVER HET LOT DER

,,POENALE SANCTIE” IN INDIË, GEWEKT BIJ

DE BEHANDELING IN DEN VOLKSRAAD VAN DE

JONGSTE VERANDERINGEN IN DE

,,KOELIE.ORDONNANTIE-SUMATRA’S OOSTKUST”.
III (Slot).

Wie mocht gemeend ‘hebben, dat met de ‘besluiten
van de Indische regeering in 1923124 de thans door
en door overwogen zaak tot rust was gekomen en die
voor Indië’s welvaart zoo krachtig nagestreefde ,,ze-
kerheid” voor den odeirnemingsgeest althans’ voor
een redelijk tijdperk verkregen was, die zou weldra
hlij’kén zich schromelijk vergist te hebben. Maar wie,
indrdaad, zou nog slechts twee jaren geleden moge-

lijk hebben geacht, wat er op “het huidig oogenhI ik
bezig is met de p.s. te gcheuren? Om dit gdbeuren op
zijn volle waarde te apprecieeren moet de lezer er
bijvonderlijk acht op geven, dat,, toen de zooeven in
herinnering gebrachte geschiedenis eindigde met de
aanneming ‘door de Tweede Kamer van ‘het ,,n’aschrift”
met conciusiën harer betrekkelijke Oomnii ssie, daar-
onder mede door ‘haar werd aanvaard, en door den
Minister van Koloniëri onmiddellijk werd overgeno-
men, eene conclusie tot instelling ‘van periodieke her-
zieningen van de K. 0. In verband daarmede werd
een ,,Permanente Odmmissie voor de ‘hestudeering ‘van
de aibeidstoestanclen tei’ Oostkust van Sumatra” te
Medan in het leven geroepen, een lichaam van veel-
zijdige deskundige samenstelling onder voorzitter-
schap ‘van den Gouverneur van het gewest. Deze Oosh-
missie zou de geleidelijke ontwikkeling der toentan-
den aldaar geregeld bljren gadeslaan en telkenmale om de vijf jaren de Regeering van advies hebben te
dienen, bf er iets en zoo ja, w.t er ter venhetering
van de arbeidetoestanden en -regelingen ‘zou kunnen

worden verricht.
Let men op het ‘hoogerop in den breede geschetvte
standpunt door de Indische Regeeririg, den Minister

102

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Februari 1928

van Koldniën, en de Twe’edé Kamer in 1923124 inge-
nomen:
t.w.
voorshands, tot de p1aatse]ijke omstan-
digheden zullen zijn gewijzigd, geen opheffing der

pu’bliekrechte]ijke sancties, – dan kan er over de
strekking van deze periodieke Jierzienin gen en over
den aard dezer ,,Permanen’te Commissie” niet het

minste ‘verschil van meening ‘bestaan. De Minister

van IÇoloriiën had trouwens dieno’vereenkomstig, –

toen hijt verklaarde de betrekkelijke conclusie der
Kamereom’mi.ssié ter aanbeveling aande Indisch .R-

geering over te nemen, – daaraan aanstonds ter ver-

hoiclering nog met ronde woorden toegcvoegc ,,dat
een dergelijke herziening in geen geval (zou mogen)
ontaarden in een periodiek rammejen teg’en het in-

stituut van ‘de p.s.. Uit den aard der zaak’zul]en miti-

gatiën, die voor hot ibétrokken gewest inmiddels mo-
gelijh zijn geworden in d’et omvang van ‘het instituut

onder de oogen kunnen worden gezin, maar ht mag

riet worden een telkens ‘herhaald ste’liseltig verzet

tegen het dwangmiddel op zichzelf, dat, ‘zoals ik heb
uiteengezet, ‘allengs zijn einde moet vin’ddn zoodra de

omstandigheden in de maatschappij chif dat einde
wettigen”. (Handelingen van de N’edde ‘K
aaei
., ‘zit-
ting 1923124, b’iz. 2389). En dezelfde Rgeeri’ng, resp.
dezelfde ‘wetgevei-, ‘die in de conriderans vaii’ hot

straks genoemd md. Sbhl. 1924 Nr. 513 ‘het beginsel
had vastgelegd: .dat het, stelsel in ‘s Lands belang

niet. kan worden gemist vdor zoolang nièt de plaat-

selijke omstandig.hbdèn Con ‘krachtiger sa’nctie ‘dan d
enkele civiel-rech’telij’kd overbodig ‘maken”, behoefde

dan ook geen oogen’blil< te aarzèieii,’ in eene rervolg-
ordonnantie (md. Stbl. 1925 Nr. 201) nog een nader
nieuw artikel, artikel 24a, aan de E. 0. toe to voe-

gen, ‘waarvan het eerste lid strekt tot. instelling van

die ,,Perm’anente Commissie”, terwijl ‘olgens het
tweede lid over de mogolij’ke’id van wettelijke ver-
anderingen ,,om de vijf jaren, voor de eerste maal in

1930 door den Gouverneur-Generaal (haar) advies
ingewonnen” wordt.

En toch, reeds twee jaren later, onder dato 21 Juni
1927, legt ‘de volgende Rogeering aan den Volksiaaci een ontwerp-ordonnantie voor, met eenige’ (niet prin-
c.ipioeie-) veranderingen en toevoegingen aan de

K. 0. en lomi; hij deze ‘ge’i.egen’h’eid met cle mededee-
ling, dat zij ‘hoeft doen 1iagaar, op welke punten
,,i’eeds thans,
zonder aantcnsting
dus der ,,poen’alc
sanctie zelve vei’bet.eringen. zouden ‘kunnen worden
aangebracht” (die in deze ontwerp-or’doiinaiitie ver-
vat zijn) nulis …… ,,in afwachting van de herzie-
ning dor bepalingen, welke
de grondslagen der p.s.
ZUllen betreffen, welke eerst in, 1930 aan de’ o’de
komt”.
(Woorden ‘van § 1 dor Mcm;
v:
]e.;,,oilc-
raadzitting 1927f2, onderwerp 21, stiik 3; de cursi-
vcoringen zijn van mij) t – Aanvankelijk gelooft
men zijn oogen, iiietn vervolgens twijfelt nn, wat
hier van ‘heido het ‘verwonderlijikste is: het
feit
zelf,
dat pas’ twee jaren na een ‘breedvoerig overwogen
handhaving van en verschaffen, van’ zekerheid om-
trent een hoogst .gewi’ôhtig instituut, zonder een
syllatbe tot verklaring van dit; toch zeker nieuwe ‘stand-
punt, een aanstaande herz.i ening der ‘gronzl’sla’gen-‘ze’if
van ‘dat instituut wordt aangekondigd, dan wel de
minstens ongewone
wijze waarop’
deze a.s. her?iehing
bij deze gelegenheid alvast voorloopig incidenteel
wordt ingeleid, ‘haar het pad wordt geëffend.

Wat het feit ‘der ‘koersvrahdering ‘op zichzelf aan-gaat, moet stellig vooraf er’kepd worden, dat nimmer
eene Regeering of een wetgever latere Regeéringen
of wtgevers binden kan. Bovendien is centinuïteit
juist van ‘de Indische ‘s’taatsmachine nooit de sterkste
kant geweest, waar het leidinggevende cor’ps ‘hoogste autoriteiten binnen cle vijf jaren gewoonlijk geheel en al wisselt en de, eenhoofdige, Regeoring zelve bij nog
kortere perioden vorniewd wordt, – maar zij is toch,
en mèt haar bed ac,htzaamheid, een voldoend kenmer-
kende ‘algemeen-Nederlandsche ‘bestuurderseigenschap,
zoodat wel niemand zal vermoed hebben, dat reedis
do chrstopvolgendo Regeering hi, ‘de eerste de beste

gelegenheid, dor niemand ertoe uitgelokt, de con-

tinuïteit z66 zou op zijde zetten en er de principieele
nij’de als met de ‘haren zou bijsleepen.

Maar opvailencier nog dan .he’t feit schijnt de
wijze
waarop de om’zwen’king thans wordt ingezet. Voor-
eerst zij genoteerd ‘de nauw verkiaarhare
overhaas-
ting,
waarmede men blijkbaar de zaak tot een fait
acco’mpii wil maken : nadrukkelijk zegt het genoemde
rueuwe art. 24a (St. 1925, Nr. 201) dat ‘het
advies
der Permanente Commissie voor de eerste maal in
1930 zal worden
ingewown,en;
‘de Regeering echter,
zelve in § 1 der genoemde Meni. v. ‘Poel. nog slechts
sprekende van een ,,aan de orde” komen ‘in 1930,
1)10-
ciseort aan het slot van hetaelfde document als hare
bedoeling, dat ,,n’a vaststelling” der thans ingediende

(partieele wijkigingen’ bevattende) ordoniantie, dus
al ‘dadeiij’k, ,,’het overlegmet de Permanente Arbeicis-

commissie ‘te ‘Meda’n (zal) worden geopend” en dat
svel: ,,nopenis de in 1930
tot stand te brengen”
her-
ziening. In overeenstemming hiermede gaf de Regee-

rIng nog onlangs in ‘de Mom. v. An’bw. op de afdeeling
IIc'(J’ustitie) der aanvdllingsbegi.:oo’ting voor 1928 op

een desbetreffende opmerking het beschei’d:

dat ‘zij den ‘Dir. ‘v. Just. heett opgedragen om
ter-
stond
‘lIet ‘vraagstuk ter hand te nemen van de
in 1930 tot
stand te brengen
prineipiee]e wijziging der K. 0. en dat
cl icnovereenkoni’stig bedoeld Departernentshoo’fd de Perma-
nente Arbeicisoommissie ‘Ileeft uitgenoodigd
in den loop van
1928
Jiisir advies voor cle ‘in 1930 in werking tredende in-krimping der
P.S.
‘te willen indienen..”

Waar ,de wettelijke bepaling van a,t-t. 24a, die het
eerste ‘vragen om
advies
uitstelde tot 1930 ccii evident
verband ‘houdt met ‘het geheele ‘standpunt, van 1.924-
1025: rust en zekerh:eid verschaffen, – is ‘deze voort-
va’rendhejd geenesuns enkel met ‘den letter, maar stel-
lig ‘bovenal ‘met den geest dier wetsbepaling in ‘strijd,

en ‘brengt zij den en’dernemingsgeest ‘zéker schade toe.

In stede’s’ an de jaren ‘te eerbiedigen waarin (tot in
1930) ter wi’lle’der bednijfsrust over de p.s. geheel en
al
gezwegen zou
worden, begint de Reg’eering nu, ruIm twee areni véér dien ‘tijd al, liefst de grondsla-
gen zelf nadrukkelijk in het geding’te’hrengen. ‘L’evens
wordt ‘hierdoor
0
1) de Permanente Commissie druk ge-oefenci om, in strijd met ‘genoemde wetsbepaling, haar
advies tweo jaar to vroeg ui,’t te brengen. Dat het ook
‘den schijn hee:Et alsof de Regeering de Commissie
zelfs niet de ‘vrijheid wil laten om ,,over cle mogelijk-
heid”, zooais art. 24a het bepaal.delij’k ‘voorschrijft, te
adviseeren, maar alleen nog over de methode waarop
de, door de
Regeerin.g zelve
thans reeds va.sttgestelde
,,nkrimpmg der p.s.” ‘het ‘beste ibereikt zal worden,
wat wederom met art. 24a dér K. 0. ‘niet ‘te rijmen zou
zij’n stip ik slechts ‘terloops aan, daar het uiteraard
allerminst vaststaat, dat de Commissie zich aldus tot
een advies van principieel zoozeer beperkter streklciig
dan van ‘haar door den wetgever wordt gcëisc’ht, zal
laten bewegen.

Doch in ‘de tweede plaats en bovenal, doet in cle
svijzo ‘waarop de veranderde koel’s wordt ‘voorh’ereië.
minder ‘behagelijlc aan, ‘het ‘telkens herhaald zonder

mee] vermelden van het jaar 1930, als het jaar waarin
enne dergelijke ,,zri’nicipieeie herziening der 1(0″

eigenlijk door iedereen al verwacht zou zijn. Het i
ni. niet alleen, dat ‘de zoo straks aangdhaaide woorden
uit § 1 der Mom. v. Toel. van 21 Juni jl. op zichzelf
reeds vrij’ duidelijk zinspelen op een pni ncipieele, –
immers ee,ne ,,’do grondslagen dier p.s.” betreffende, —
herziening in 1930, maar ‘vlak ‘daa;rvéér in die Mom.
vindt. ‘men de laatst ‘voorafgegane fase van do geschie-
denis dci’ p.s. vermeld, en o.a. juist naar die Stbi.en
van 192.4 en 1925 (Nos. 513 en 201) die een ‘niet-prin-
cipie’ele ‘herziening in, 1930 w’illen doen overwegen, verwezen, t-let aldus, eng tusschen een, en ander ge-
legde verband zal ‘waarlijk op niemand, die ,aiet in
het, onderwerp thuis is, den indruk maken, als 5o’u de
Regee’ring van ,d’e lijn der continuïteit met hare voor-
gangster willen
afwijken;
veeleer wordt hierdoor in-
teeudoel de indruk gewekt, dat de huidige Regeening

1 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

103

in. ‘het ‘vorige spoor voortweikt. Maar dit. is zeKer aiet-
het geval, en men zou ‘daarom eerder in de uitdruk-

kin
g
,,’de grondslagen der p.s.” een lapsus calami of
althans een te korte en daardoor te ver gaan’cleurt-

cirukkiog voor een minder vèr strekkende bedoeling
willen zien; te aannemelijker omdat tenslotte het ad-.
vies der Permanente Commissie toch 56k heeft te loo-

pen over: (edoch: over ,,’de
n’iogeli1cheid
van”, zegt

art. 24a eilbij.) ,,’toepassing van de ‘bepalingen in het
eerste en tweede lid van art. 24 en de mate, waarin
‘die zal ‘kunnen plaats hebben”, dat is: over de vraag

of wellicht voor, een deel der overeenkomsten, of voor,
een hepaald terrein, of voor een ‘bepaalde cultuur, een

of meer der straf- en poiitioueele hepalingen ‘kunnen

worden b
u
it
en
werking gesteld.

Maar verder voortietende ontwaart men aldra an-
derts: niet alleen herhaalt ‘de Regeering in het reeds
aangehaalde ‘slot der Mcm. v. Toel. volkomen duide

lijk de uitdrukking ,,de in 1930 tot stan’d te brengen

principieele
herziening der IC; 0.” (en cursiveert
zij’ daar bepaaldelijk ‘het woord ,,principieele’.i) maar
in gehjken geest antwoordt zij in onderdeel 1 harer
Mcm. v. Antwoord op hetzelfde ontwerp van 21 J’uni

naar aanleiding van een tweetal moties, van de

Vo’l’ksraa’dleden Middendorp c.s., en Soeroso c.s., beide
s’trekken,de tot finale afschaffing der p.s’. op dce
kortsten termijn, dat zij die moties prae’matuur acht,
omdat-zij ,,va’n, ‘gevoelen (was), dat deze
bij de herrie-

szn g-1930;
eis niet ‘hijH de onderwr•pelijke wijziging,

thuis behoorei-s”.
1)
Zij vangt 9ooits’dat onderdeel 1

(ler Mcm. van Antw. aan ‘met erop te wijzen, ,,’dat
de

vorige Regeering
in den V•ol’ksraad uitdrukkelijk

heeft toegezegd, dat vdér 1930
•de K. O.’s
niet prvnci-

pieel
zouden worden gewijzigd, dat de vorige Volks-

raad deze ‘toezegging heeft aanvaard,
1.)
..(eene

weinig juiste wedergave van de ,,toezegging” der vo-
rige Rege’ering, gelijk de lezer weet). Op een andere
plaats der zelfde Mcm. van Ant’w. (Onderdeel II, § 1)
wordt nadrukkelijk ‘het thans, Juni 1927, ingediende
ontwerp, als een, dat enkel ‘de •desidera’ta ,,welke
nvet

behoud vain het stelsel
2)
als verbeteringen bleken te
moeten woeden aangemerkt”, gesteld tegenover: de

,,toekomstige
prin,cipieele
i)
maatregelen”, ,,de”, zoo

‘heet het een zevental regels verderop nog eenmaal,
,,in 1930 tot stand te brengen
principieele
2)
wijizigin-

‘gen”. Verdere kenmerkende plaatsen uit ‘de gedrukte
stukken voorbijgaan’de, ei-teer ik nog. een paar duide-
lijke uitingen uit het mondelinge antwoord, dat de

Regeering ‘haren Directeur van Justitie liet geven in
le vergadering van den Volksraad van 8 Augustus jI.; de eerste, waar hij den ‘heer Stokvis ‘diens ietwat hef-
tige woorden ,,in ‘zijn vurigen ijver tot afschaffing
van de p.s” verwijlt, luidt: ,,i’k geloof, dat ‘de Regee-
ring het hier eigenlijk volkornen met den heer Stkvis
eens is en de heer Stok’vis, op een kleinigheid van
tompo na, het ook absoluut met de Regeering eens is,”
de tweede, een paar ‘kolommen verder, luidt: ,,De Re-
geering wenscht geen plotselinge afschaffing der p.s.,
omdat op het ooge’nbiik, zooals ik zooeven reed’s heb
(betoogd, de betrokkenen e op rekenen, dat het ‘niet
zal gebeuren voor 1930…..
1
)

Telkens
weer,
zooais men ziet, ‘wordt er hier van
Regeeringswege geschreven en gesproken van
herziening van 1930
5
een enkel maal ‘zelfs met na-
drukkelijke ‘vermelding van
5
,de vorige Regeering”
er bij, waardoor ten d’uidelijks’Le uitkomt, hoe zij die
,,herz.iening ‘van 1,930″ als
identiek dezelfde voor-

d’ivmgt,
welke’d•oor die vorige Regeering-en ‘haar St’ol.
1,925 N.r. 201 voor dat jaar 1930 was in uitzicht ge-
steld (‘waarover, liever gezegd, in 1930 het
advies
der
Permanente Commissie -zou moeten wordeii gevraagd).
Doch ‘zij’ doe’t het, ‘daarbij steeds tegelijk als
vanzelf

sprekend
èn geen ‘woord van toelichting ‘behoeven d
voû’si;omen-, a/s zou deze herziening-1930″ itb origine
eene principieele
moeten ivezen, enen die de grond-

Door mij gecursiveer(l.
Hier eiirsiveert de- Regeering –

,

slagen van de p.c. ‘zou moeten aantasten, eene, die de

liquidatie tot spoedige afschaffing zou inzetten, €xi

”dit laatste nog -wel als iets waarop volgens haar ook
‘de betrokkenen (en dan ‘blijkbaar van den beginne af)

tegen ‘dat jaar hadden moeten rekenen! ‘ ‘
1
‘J:[oe weinig juis’t deze voorstelling omtrent. de

‘strekking van
,,de”
,,’he,rziening-1930″ is, behoef’t na

het voorafgegane voor ‘den lezer stellig geen betoog;

zij is veeleer zoo tastbaar in tegenspraak met geheel het standpunt der vorige Regeerin.g en evenzoo met

do ‘duidelijke considerans van St. 1924 Nr. 201, die
– de onmi’s’baarhei-d voprshands van het fpoenale stelsel
in ronde woorden iitsprak, dat de vraag naar cciie

verklaring, hoe de Regeerung is ‘kunnen komen tot

deze ‘wijze van de ‘kwestie voor te dragen, zich aan den

lezer ongetwijfeld van zelf opdringt.
Het schijnt mijl niet gemakkelijk, deze vraag bewre-
digen’d te ‘beantwoorden. Heeft de Regeeripg wellicht

slechts een s’pel van woorden gezien in -het verschil,’

‘dat te maken val-t tusschen ccce -herziening, die de
-p.s. unkrimpt om ze – meer ‘of minder geleidelijk –
af te schaffen (de ‘bare), en ccce herziening, die hoe-
wel metbhou’d voorshands van het stelsel, toch elke

-vijf jaar herhaald onziet naar mogelijkheden om het stelsel ‘te mitigeeren (die van artikel 24a)? Men zou

‘een d
erge
lijk
e
verklaring van het geval gaarne aan-

nemen, en dan alleen de woorden-keus als onvoorzich:
‘tiglijk overdreven en ‘daardoor min-gelukkig willen
aanmerken en
te
eerder zou men tot deze ‘verklaring
willen neigen, waar zij toch althans beloofd heeft,

dat
bij
het ‘zoeken naar een oplossing ,,overleg zal

worden gepleegd met de ondernemers en -da-t die op-
lossing zoo eenigazins mogelijk er een zal zijn, waar-
– mede de ondernemers zich kunnen ‘vere’enigen en
waaiop zij- zich alsdan tijdig ‘kunnen voorbereiden”
(Mcm. v. A,ntw., onderdeel 1) en dat ‘zij ,,to’t afsehaf-
“fing wil medewerken…..zoo redelijk mogelijk zonder
‘s(ihade toe te brengen aan het bedrijf”‘) (woor’den
van den Dir. v. Justitie in de vergadering van 8
ugus’tus ji., Handelingen blz. 1512). Maar als dU
de verklaring was, (hoe zou dan de Regeering juist
zelve ergens ‘ha’re eigen ver’beteringen ,,met -behoud
van het stelsel” “zoo scherp stellen ‘tegenover, – dus
onderscheiden van, – de ,,principieele” herziening-

1930, die ,,de grondslagen”
zal
betreffen?
, Moet men dan eerder aannemen, ‘dat- do Regeering

zi’ch z66 verre vergist heeft -met betrekking tot de
vroegere geschiedenis en de ‘bedoelingen van Tweede
• K’aer; Opperbestuur, Indische Regeering en Ordon-nantie-Wetgever in de jaren 1923-1925, dat ‘zij zich
met ccce ,,pruncipioele herziening 1930″ de con-tinuë
voortzetting ervan kôn achten? Zulk groo’t verzuim
– mag men – haar niet zonder meer in de schoenen

‘schuiven.
‘ Of heeft ‘zij ten slotte toch met- voordacht, en –
naar een ieder dan ffiag verlangen, v66r 1930 nog
nader
aangetoond
te ‘zien – weloverwogen, willen af-
wijken van der voorgangster standpunten bedoelt zij
dus ondanks alle gekozen bewoordingen •wèl, een
eigene, zelfstandige herziening der ,,grondslagen” aan
-te kondigen, -daaiibij’ enkel – en noode – wachtende
tot 1930 -omdat dit jaartal nu eenmaal ergenis in een
wetsarttkel staat- genoemd als beginpunt voor een,
zij liet andersoortige, herziening? Maar waarom ‘heeft
– zij dan haar veranderd standpunt niet, op het voor-
beeld der vroegere Regeering in 1923, -met eenvoudige,
klare woorden ‘beleden, waar toc’h, – nog eenmaal,
voor baar als voor iedere Re-geering het
recht
be-
staat om ‘van de maatregelen eener voorgangster af te wij-ken,? Waarom heef t zij integendel, bij’ ‘herhaling
telkens weer uitdrukkingen gekozen, die niet konden
nalaten den schijn te wekken, alsof zij’ er prijs op
stelde juist vèi de lijn -der laatste geschiedenis recht
door te trekken, juist wèl ‘dezelfde reeds voorgenomen
iening-1930″ op het oog te hebben, als St. 1,921

Nr. 2.01 eischt? –

1)
En wat ‘iaj de Regeerin.g doen, als haarzelve dii t.z.t.
onmogelijk blijkt?

104

ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN .. 1 Februari 1928

Toevallig ‘kwam mij tij(lens ‘het hestudeeren valt
deze stukken en deze raadselen een interview onder

de oogen .dat Mr. Vreede, Hoofd van het Kantoor van
Arbeid biji het Departement. van Juetitie, op zijn door-

reis langs Medan, aah de Sumatra Post heeft toege-
staan. Als zijne mededeelingen, zooals die in de N.R.Ot.

van 6 Decenber 1921 (avondblad A bl,z. 1) zijn over-
genomen, door den interviewer voldoende juist zijn

weergegeven, dan zou inderdaad de laatste onder-

stelling toç.h de ware blijken: hij zou ni. aan eerst-

genoemd blad ronduit verklaard hdbben, (lat werkelijk
,,cle standpunten van 1923 en van 1927 …..adicaal
verschillend” zijn en zelfs er aan’ toegevoegd hebben,

dat in verband daarmede ,,’de positie der Permanente
Oom’mi,ssie eene g.an’sch andere is geworden”. Dit

laatste gedeelte zal zeker wel niet geheel juist, of min-

stens onvolledig, zijn weergbgeven, want een derge-
lijke
stille.
verandering ‘van dan aard van een op een
wettelijke bepaling (.art. 24a K. 0.) steunend college,

zonder wijki’ging van deze bepaling, is niet mogelijk.
Aannemende dus de juistheid van .de wedetgave van
‘het te Medan gesprokene en aannemende dat de mccle-

deelingen van cln Ohef van het Kantoor van Arbeid

zodder voorbehoud ook der Regeering zienswijze weer-
geven, zou dit interview dan ten aanzien van het ware

Regeeringsst.andpunt van ‘heden ongetwijfeld ‘verhel-
‘derend hdbben gewerkt, maar èrg helder zou ‘het aldus
ontstdken licht ‘toch nog niet zij:
n;
het werpt althansi
op de straks geanaly’seerde bewoordingen, ‘van welke

de Regeering zich jegens en in den V’olksraad her-haaldelijk ‘heeft. . bediend, volstrekt geen schoenen
glans.

Wat ten slotte in al’ deze vragen de ware oplossing

moge zijn, – is ‘het te sterk, te zeggen dat hier een uiterste van verwarring en van onzekerheid is be-
reikt, waar rust en zekerheid de bedoeling van den
wetgever waren?

Het is intujsschen niet voldoende, alleen stil te-
staan ‘hij de diepêie gronden en den uiterlij’ken vorm’

der opnieuw geschapen beroering, – veel te zeer is
daarvoor het aangekondigd voornemen zelf waarvoor

in dit opstel de aandacht is gevraagd, de waakzaamheid
waard van alle belangstellenden in Indië’s voorspoed
en van alle belanghebbenden bij ‘de groote cultures
buiten Java.

Die aankondiging, – in ‘het onmogelijk vooibij te
zien verband met .den merkwaardigen vorm waarin zij
vervat is, – moge voor deze allen een waarschuwing
zijn om tijdig voor zichzelf er tegen te waken en er
den geest ‘hrnnner omgeving tegen te ‘behoeden, dat

geleidelijkerwijs, al van nu af, aan ‘de publieke opinie
het volstrekt onjuiste denkbeeld worde ingeplant, als
zouden de in 1925 vastgestelde periodieke ‘herzienin-
gen der p.s., te beginnen met die in 1930, reeds van
‘meet af aan de strekking hebben gehad’ om in een”
b6ven de geleidelijke ontwikkeling ‘der bevol’kin.gstoe-
standen door kolen isatie uit, kunstmatig
geforceerd
tempo, .de afschaffing der pa. te bereiken. Door zoo-

danige stille infiltratie der afschaffingsidee toch zou
die opinie ‘zic’h in 1930 ‘des te eerder berustend bij
den nieuwen loop der zaak neerleggen, ook voor zoo-
ver het persoonlj’k•e tegenstanders van het forceeren
der omstandigheden betreft. Zij behooren zic’h in-
tegendeel eens voor al goed voor oogen te ‘houden, dat
het thans ingenomen standpunt, •hoe ook voorgedra-
gen, in feite diametraal het, tegengestelde van dat van
1923 is en ‘dat
,,d’e”,
t.w. de door ‘de K. 0.
voorgeschre-
ven,
‘herziening-1930
daarbij’
niet ‘thuis
behoort, zoodat
het voor hen nog steeds de tijd en de taak is gdbleven
om met ‘woord en daad ook hun overtuiging alsnog
te laten vernemen en ‘daarvoor ‘te strijden. Daarbij
dienen zij allereerst met nadruk op te komen tegen de
verbreking van de periode van volstrekte rust ton
aanzien der p.s., ‘die ‘bij wettelijk
voorschrift (in Stbl.
1925 No. 201) was vastgelegd. Daarbij hebben zij’ ver-volgenis er eenige bijzondere aandacht aan te schenken
of c.q. inderdaad aan
ware
afschaffing der ‘pa. zal
worden gewerkt, in deren zin, dat 66k de Gourverne-
mentsbeclrijven ‘buiten Java, als .kolenrnijnen en tin-
winning, op
dezelfde wijze
zullen worden getroffen als
particuliere landbouw en nijverheid, ‘dan wel voor die
bedrijven direct of indirect eenig voorrecht, of eenige

uitweg zal worden ‘voorbehouden, waarvan ‘de parti-
culiere ondernemers niet mede zouden mogen profi-
toeren. Daarbij’ mogen zij niet minder ook een bevre-

digen’d antwoord eisch’en op de, ‘ tot nog toe sedert

do nieuwe wending niet gestelde -, vraag, of .de Re-
geering het sedert ‘het bestaan ‘der uitstekend gedocu-

menteerde afdeeling voor Landbouwoeconomje mogé-
lijk (en dus Regeeringplicht) geworden contact, dat

de vorige Regeering zoo veel heef.t geleerd, heeft

voortgezet, dan wel of de zaak thans weder, gelijk in

een vroeger stadium, als een vraagstuk van uitsluitend
ar’beids- en wetgevend ‘belang is ‘behandeld; en in ieder

geval, welke de zienswijze harer efficieele deskundige

landbonwoeconomen aldaar ‘ten aanzien der p.s. als
bostaansfactor voor’ de welvaart en ‘de verdere onüwi’k-
kelin.g der Buitengewesten thans is. En ‘bovenal: mo-

gen zij’ ‘daarbij’ niet schromen, de punten te plaatsen
op de i’s, die ze behoeven en niet, tegenover het thans

to verwachten krachtig weder opleven der mode-leuze,
‘ervadlen in die zwakte, wel’ke op ander terrein een
scherp fiosoof-ma.thema’ticus ‘kortelings kenschetste
met, ‘deze bijizondor juiste woorden: , .
si d’aven-
ture quelq.ue esprit clair interyjent contra Is thèse iteuvelle,
ii secit vivemeut ]a neessité cle se faire pardonner eette
fnte eo’ntre la mode et
á
eet elfet ii oeuvre tellement de
.fIeurs sea aclversaires qua sa cribiqua parfois prend l’aspect
cl’a’poJogie …… ..
1
)

Want voor zulk een ‘houding is geen reden: te strij-

den voor het ‘behoud (en’kel voor zoolang noodig, na

tu.urlijik) der’p.s. is te strijden voor eene goede zaak;
het is: Indië te helpen behoeden tegen een volstrekt
onnoodigen achteruitgaiig, die
iedereen zal
‘benadee-
lan, ook de werklieden.
Mr.
F. J. H.
COWAN,
Oud-Directeur van het Departement
van Justitie in N.-Jndlë.
‘den Haag,.December 1921.

BELASTING VAN NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE.

In de uitgave van 18 J’anuaji 1928 No. 629 van de
Economisch-Statistische Berichten komt Prof. Dr. A.
van (lijn op tegen ‘mijn uiteenzetting in het, daaraan
voorafgaande nummer, ho
e
het ontwerp-de (leer in-
stede van ‘dubbele belasting te ondervangen deze ver-

groot en ‘het tot ‘stand komen eener internationale
regeling ter ‘vermijding dier dubbele belasting be-
lemmert.
Dr. van G

ijn heeft een eigenaardige wijze van
debatiteeren. Bij hem staat de plicht van Nederlanders

buiten Nederland om in de financieele lasten van hun
vaderland bij te dragen, zoozeer op den voorgrond,
dat de poging om deze plicht in. den vorm van een
belasting op inkomen en hij wijze van successierec’ht
in de Nederland’sche wetgeving te belie-hamen â tot-t
et
it
trav.ers dient te worden doorgedreven, al zij.n de
bezwaren, aan de invoering van zulke ‘belasting ver-

‘bonden, zoo groot, dat de prdblematioice voordeelen,
die de Nederlandsche schatkist er door zal ondervin-
den, daar niet tegen opwegen. Zijn argumenten heb-
ben daardoor voornamelijk ten doel de geopperde be-
zwaren weg te redeneeren, waarbij het effect sortee-
ren zijner argumenten hem meer aan het hart gaat
dan de vraag .of het.geen ‘hij’ ter staving van zijn bewe-

ringen aanvoert, juist is of consequent zich aansluit
bij het door ‘hem in vroegere polemiek ingenomen
standpunt.

Zoo heette het vroeger, dat Nederland zich aan de
spits •der natiën stelde ‘door het Fdvoeren van een
nieuwen grondslag voor ‘belasting heffen, die – een-

maal inkevoerd – navolging zou ‘moeten vinden ter
wille van de goede eigenschappen aan dat stelsel ver-
bonden.
Thans komt hij tot de ontdekking, dat het stelsel

1)
M. Gandillot, ,,les faiblesses cle la ‘Science”, ‘1924.

1 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

105

van natiorialiteibsbe1astiog zoo nieuw niet is. Enge-
land heeft hot feitelijk reeds in hoofdzaak toegepast,
want het belast zijn burgers buiten Engeland in som-

mige ‘gevallen zelfs hooger clan wanneer zij in Enge-
land verkeeren.
Het clenkboeld shij’nt dus reeds vroeger te zijn
toegepast en Nederland zou bij Engeland in de loer

kunnen gaan.
Wat de navolging betreft door andere natiën waar-.
aan vroeger door Dr. van Gij.n zooveel waarde werd
gehecht, die staat ‘thans lang niet meer zoo’zeer op clei

voorgrond. Do sjits waarop Nederland met gepasten

trots in de rij der volkeren in belastingzaken zou
staan, is belangrijk vorstompt. Met uitzondering van
Engeland heeft. thans geen enkel land meer reden om
Nederland na te volgen, doch doet eenig land deson-
danks zulks toch, dan zal Nederland daar heeleniaal

niets op tegen hebben.
De lof toegezwaaid aan de Engelsche schatkist, die
cle burgers van Albion, als zij zich buiten Engeland
begeven, in sommige gevallen (‘d.w.r. wanneer de kans
zich daarvoor biedt) flink in den broekzak tast, is opk

maar van korten duur. Zoodra als het niet dort leven-
den mensch, doch de ‘dooden betreft, die op Engel-
schen ‘bodem stieven, en hun naiatensch’appen (waar-
op de Engelsche schatkist hetzelfde systeem toepast,

dat in alle belastingzaken in Engeland gevolgd wordt)
heeten die regelingen waarzi’nnig”, omdat zij’ leiden
C ubbele belasting i ci geval lan waar het s’terfhuis
in Nederland valt en Nederland inzake successierecht
voor zich ‘het monopolie bedingt. Ïs het dan niet na-
tuurlijk bij het bestaan ‘van dergelij’ken waanzin, dat
– wanneer het een Nederlaiidet geldt, die in Enga-
land sterft – Nederland ook ‘successierecht heft om
niet altijd achteraan te komen? Als de vogel nu toch
geplukt wordt, waarom dan niet ook een deel van

‘de veeren voor
zich
veroverd!
Dr. van Ciij’n weerlegt nergens mijn’ bewering, dat
de invoering van het nationaliteitsbeginsel in belas-
tingzakeri noodwendig tot dubbele ‘belasting moet lei-
den en ‘da’t het onderhavige ontwerp, zulks in geench
deele onlei’vangt. In zijn onmacht’ om zulks te doen,
om’dat de’ feiten te zeer voor zichzelf spreken en
weg td redeneeren zijn, scheidt hij op Engeland zon-
der het Engelsche stelsel to begrijpen’ of te willen be-
grijpen en noemt hij’ waanzin, wat hem in ‘het bdrij’den
van. zijn stokpaardje zijn eve.nwi chtcloe’t verliezen.
Het is er mij’ niet om tc
‘ doen het nationalite’itsbe-
ginsel als zoodanig aan ‘te ‘tasten. Ik wensèh slechts
aan ‘te ‘tooiien, dat dit beginsel in ‘het kader der inter-
ntrtionale verhoudingen in belastingzaken niet past.
In ‘den strijd tegen ‘de dubbele belasting, waaraan ik
in Engeland van den aanvang jheb deelgenomen,
wensch ik ook in Nederland een lans ‘te ‘breken, nu
het gevaar voor •een uitbreiding van die dpb’bele be-
iastin’ door het wetsontwerp-de G’eer staat verwezen-
lijkt te worden. Daarbij’ is niet mijn roeping – zoosis
Dr. van Gijn meent – om in Nederlandsc’he dag.bla-
den te wijzen op ‘de waanzinnige bepalingén ‘van bui-
tenlandsc’he ‘belastingwetiten. Niet alleen is oi’ige-
vraagde raad ‘zelden welkom, doch daarenboven zijn
die bepalingen aan ingewijden voldoende bekend. De
vin’dingrijkheid om in do eerste plaats ‘aan het beta-
len van dubbel succe’ssierectht ‘te ontkomen en daarna
alle successierecht te vermijden, groei’t met ‘het door steeds hooger opgevoerde belasting ‘verscherpte ver-
nuft in klimmende mate ‘met dikwijls ‘verrassend suc-
ces. Zonder in het minst ‘te willen dreigen, durf ik
te voorspellen, ‘dat dë.rgelij’ke methodes evenzeer op
het in ‘het wetsontwerp-de G’eer voorgestelde dubbel
en drieclu’bbel s’uccessierecht zullen worden toegepast.
Dr. van Gijrr spreelct ‘tegen, dat in de internafio’nale
verhoudingen het Ontwerp-rio Geer de ‘klok achteruit
zet en, hij’ tracht uitvoerig aan te toonen, dat, wat
Nederland thans gaat doen, volkomen in het ‘kader
past van het werk ‘der ‘savants en experts op interna-
tionaal belastinggebied, die de dubbele belasting
onder ‘de oogen hebben gezien en een methode aan de

hand hebben gedaan om door middel van interna-
ti.otale con venties ‘den dubbelen aanslag in de toe-
komst te voorkomen.

Daarbij rijst allereerst de vraag, wat onder dubbele
‘belasting wordt verstaan.

Toen de strijd tegen de dubbele belasting in Enge-

land aanving in do negentiger jaren van de vorige
eeuw gold deze voornamelijk den dubbelen aanslag
!
van
hetzelfde individu voor hetzelfde inkomen in de

inkomstenbelasting van Engeland en in die van de
koloniën. Een Aus’traiische woihandelaar, die zaken

deed in Australië en il Londen, viel in de Australi-

echo inkomstenbelasting, omdat hij er woonde en zijn
kantoor had en in Engeland, omdat hij er vertoefde

en zijn filiaal ‘had, dat zijn wol ontving en verkocht.
Na den Boererioorlog gold ‘hetzelfde voor Zuid-Afrika.
‘De inkomsten der mijnen en andere bedrijven in Zuid-
Afrika werden aldaar belast, omdat het bedrijf er uit-

geoefend werd en in Engeland, omdat daar het hoofd-

‘kantoor gevestigd was en de financieele zetel van die
maatschappijen.

De strijd is op een compromis ui’tgeloopen. Aan het
principe van ‘den’ dubbelan aanslag ‘is niet getornd,

ldoch er is een regeling getroffen omtrent het totaal bedrag, watrvoor zulk een persoon of maatschappij

in do lasten der ‘beide staten ‘zou bijdragen. Als het
eene land aansloeg voor 20 pOt. en het andere voor.
25 püt. van. het geheele inkomen, dan zou voortaan
»ie persoon of maatschappij niet 45 pOt. vati zijn

‘of haar geheole inkomen moeten betalen, doch 25 pOt.
1
en percentage .gewijs zou do opbrengst tussehen de
twee landen worden verdeeld.

• Welnu, zegt Dr. van Gijn, daarmede is. dubbele be-
lasting ondervangen. De belastingschuldige ‘betaalt
slechts éénmaal en het is billij’k, dat ‘beide landen een
gedeelte van die som bekomen.

Het is waar, de beiastingsc’huidige betaalt één som,
doch hij’ wordt
tweegnaal aangeslagen,
‘d.w.z. ‘hij’ wordt
‘geacht belastingsehu’ldig te zijn in
twee
landen, die
ieder voor zichzelf uitmaken, dat hij’ belastingsehul-
‘ru
g
i’s op een grondslag door ieder van hen voor zich-
celf vastgelegd. Er is dus een dubbele aanslag, die
ten gevolge heeft:

lo. da-t hij per se door den ‘hoogsten aanslag ge-
troffen wordt;
2o. dat
hij’
in ieder ‘der twee landen getroffen wordt
door elke andere belasting uit anderen lhoofde gehe-
ven, die op hem toepasselijk wordt verklaard.
Als •dit geen ‘dubbele belasting mag genoemd wor-
den, is het er een broertje of zusje van.
Op het oogen’blik wordt in ‘het hoogste gerechtshof
in Lon’den (Hou’se of Lords) een appèlraak gehoord
in een ‘belastingprocedure ‘betreffende ‘de Egyptian
Delta Land and Inveatment Oompany Limited, een
N.V.,
die geregistreerd is in Engeland, doch waarvan
het hoofdkantoor gevestigd is in Egypte, waar ook
liet geheele ‘bedrijf wordt uitgeoefend, terwij’l in Lon-
den alleen een ‘Secretaris voor een nominaal salaris
kantoor houd’t. Het geldt de vi’aag of een NV., die
in Engeland geregistreerd is, geacht wordt aldaar
domicilie te hebben. Zoo ja, dan valt zij’ onder de En-
gelsc’he inkomstenbelasting ‘boven en ,behalve de be-
lastingen, waaronder zijt valt in. Egypte. De zaak is
‘an publiek ‘belang, omdat een aantal maatschappijen
in hetzelfde geval verkeeren en de uitspraken van de
]agere rec’hters’varieeren. Beslist het Hou’se of Lor’ds
ten gunste van de schatkist, ‘dan valt ‘deze maat-
schappij’ – en met haar tal van anderen ‘- onder
een dubbelen belastingaanslag, omdat zij geacht wordt
in twee landen domicilie te hebben. Compensatie
0])
de bovenomschreven manier vermindert dit feit in
geenen deele.
1 Wat is nu ‘het doel van de bestrijders van den du’b-
‘belen aanslag, of van een driedu’hbele’n aanslag, die
ich denken laat? Dat doel is om gedaan te krijgen,
dat zulk een N.V. voortaan zal geacht worden slechts
één domicilie te ‘bezitten, en slechts voor één (per-
oonljike) belasting in aanmerking te komen.

106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Februari 1928

Het vinden van eeti cicrgeiijie oplossing van het,

bedoelde vraagstuk was de taak van cle savants en

experts, clie in Genève bij elkaar kwamen en aan wie’

was opgedragen een internationalen grondslag te viii-
den, waarop die enkele aanslag zou kunnen geschieden.

Die internationale grondslag is door hen gevonden
in het domicilie. De belastingen zijn door hen ver

deeld in persoonlijke ‘en onpensoonlijke, n’aar gelang

een persoon of een vermogensobjekt door de ‘belas
ting getroffen wordt. Waar de persoon in aanmerkingl
komt voor den belastingaanslag, wordt aangenomen,

dat deze persoon slechts belatsngschul•dig wordt in
11
dat land, waar ‘hij’ geacht wordt zijn zg. fiskaal domi-
cilie te hebben.

In een Ontwerp-Conventie, ‘dat door ‘de experts is

opgesteld om als basis ‘te dienen voor een onderlinge
regeling tusschen ‘twee Staten, wordt door hen’ in
art. 10 de volgende regel nergelegd:

De persoonlijke belasting over het geheele inkomen zal
geheven worden door dien Staat, waarin ‘cle bel’asti.ngsohul-clige zijn fiskaal domicilie heeft, d.w.z. zijn gewoon verblijf,,
waarbij liet woord ,,verblijf” dient te -worden genomen in
den zin van een vpste woon-plaats.

De bedoeling is duidelijk. Ook ten opzichte van,
persoonlijke ‘belastingen geldt het domicilie als crite
.rium. Uitsluitend ‘die Staat, waar de persoon perma-

nent gevestigd is, ‘zal hem aanslaan in de belastingen
en wel over zijn geheele inkomen, onverschillig uit
welk land dit inkomen afkomstig is.

Het ‘bedrag aan ‘belasting, dat hij ‘betaalt in den
Staat, waar hij geacht wordt fiskaal gedoimicilieerd
te zijn, zal het maximum vormen van ‘de ‘belasting,

die’ hij te betalen. ‘heeft, onverschillig of hij’ ook om onpersoonlike redenen in een ander land in de belas-‘ ting kan worden aangeslagen of niet.
De helasting ‘in het land van domicilie is de eenige

persoonlijke belasting, die de commissie voorstelt. De commissie van experts breekt dus met het denk-

beeld, dat aan de belasting, betaalbaar in ‘het land’

van ‘domicilie, nog iets kan worden toegevoegd uit
hoofde van een belastingaanslag uit anderen hoofde
irc een ander laad. De commissie erkent,’ dat zulke

toevoeging zou vallen in -de categorie van dubbele
‘belasting, die in ieder geval moet worden vermeden
Bed raagt bijv. het totaal inkomen van- A.
f
100.000
en heft het land van ‘het fiskale domicilie een per
;

soonlij’ke ‘belasting daarover Ii. 20 pCt., dan zal A.

f
20.000 aan ‘belasting hebben te betalen en nimmer
meer. Geen land zal eenig bedrag daaraan kunnen
toevoegen.
De verdeeling van de belastingen door de commis-sie van experts in pei’soonlijie en onpersoonlj:ke kan
echter aanleiding geven tot complicaties, als A. bijv.

domicilie hebbenl in ]and B., landerijen bezit in een
ander land 0., waaruit ‘hij! inkomen trekt of in land
B. een bedrijf uitoefent, dat zijn vertakkinen heeft’,
in land 0. Als land 0. zulk inkomen als afkomstig uit
land C. belast qua inkomen, onverschillig, wie daar-,
van de genieter is (z.g. onpersoonlijik belast) dan ‘zal A., die voor de betaling ‘daarvan ‘verantwoordelijk is,
dit van zijn persoonlijke belasting in land B. mogen
aftrekken.
‘Land B. ‘staat dus een gedeelte van de van A. ge-
heven ‘belasting af aan land 0., doch zön•der ‘da-t A.
zel.f ‘dar eenig nadeel ‘door lijdt, of in een -hoegere
categorie -wordt aangeslagen.
Heft land B. zuire.r onpersoonlij-ke ‘belastingen,
d.w.-z. ‘belast het het inkomen uit’ bedrijven ‘of uit lan-
derijen onverschillig van dengeen, ‘die ‘daarvan het
genot’ heeft, dan zal A., vanrieer ‘hij in een’ soortge-
lijke ‘belasting in land ‘0. wordt aangeslagen, natuur
lijk niets behoeven af te trekken, omdat -hij’ in land B.

niet belast wordt over inkomen, dat genoten word-t in
land C. en in land 0. niets betaald wordt over ii’i’ko-
men, dat genoten wordt in land B. ‘
Bij een mengsel van persoonlijke en onpersoonlj’ke
belastingen in het land van domicilie B. zdl de aftrek afhangen en geregeld worden,door den omvang en ht

percentage van de pe-‘i’ soonljke belasting, waar’voor A.

aansprakelijk is, omdat met- onpersoonlijke -belastin geil
geen d ubbele aanslag moge] ij-k is. ‘

Mocht A in twee landen alternatief verblijf hou-
-den, dan zal hij in ieder land persoonlijk prop’ortioneel

belastingsohuldig zijn, naar gelang van den tijd ge-

durende welke hij in ieder dier twee landen ‘vertoeft.
Vast -staat dus in het, systeem van de internationale
experts, -dat persoonlijke belasting slechts i’n één land –

geheven wordt, nl. in ‘het land van domicilie van den
persoon. Van het heffen van twee verschillende per-
soonli,jlce belastingen in twee verschillende landen,
waarvan de een
01)
domicilie en de andere op nationa-
liteit ‘zou berusten, is geen sprake. Slechts wanneer

een persoon een nbmadenle-ven lijdt en, derhalve ner-
gens vei4bljf houdt, wordt het land, waartoe die per-

soon als burger -behoort, geacht hem in zijn -belastin-

gen te kunneit aanslaan. Dit is echter een zuiver in-

tionale vraag, die met geen enkel ander systeem in
botsing komt.

In het plan von de internationale experts is
VOOr
het -nationaliteitsidee geen plaats en zal de invoering
van die belastingbasis in ‘het Nederlandsche ‘belastin
g

‘wezen het tot st-and komen van een bilaterale conven-

tie – zonder opoffering vazi ‘die basis – slechts ho-
– moeilij-ken. –

Dr. van Gij-n, die dit blijkbaar fnziet, komt tot een zeer -verrassende en ingenieuse interpretatie van het
• plan der experts. Hij’ noemt de formule van Art. 10
• een
civaestie
van voorrang. Volgens hem zou ook in
het plan van de experts ieder land persoonlijk -belas-
tingen kunnen heffen naar willekeur, hetzij! steunen-

de op -domicilie, hetzij op nationaliteit. Het land, waar
de belastingschuidige zijn domicilie heeft, zou dan eerst
in ‘de belasting kunnen aanslaan en wel voor het voile bedrag. Daarna -zou het land van nationaliteit kunnen
komen en belast-ing innen voor dat ge1eelte, waarmede

•de aanslag in het land van nationaliteit den aanslag
in het land van ‘domicilie overtrof.
Volgens hem ‘zou er ‘dus geen’ aftrek van belasting
plaats vinden ‘doqh een samenvoeging van twee belas-
tingen, waarbij het land van nationaliteit de kleinste
helft zou deelachtig worden, doch de belastingschul-
dige nooit gewaarborgd zou zijn tegen tweemalige of
zelfs- ‘driemalige ‘belastingheffing, wanneer zijn verblijf

alterniitief in twee landen zou zijn èf hij ‘door toeval-
1-ige omstandigheden ‘een dubbele nationaliteit zou
hebben.

Van Gij-n’s denk-beeld is ingenieus, doch is in di-

rekte tegenspraak met de stellige woorden van het
ontwerp der experts, dat geen nationaliteit als basis
voor ‘belastingheffen kent, da-t slechts van één denk-
beeld uitgaat, nl. domicilie en dit strikt, logisch en
consequent toepast op zaken – hetgeen als onpersoon-
lijké bel’üting betiteld word-t. –
I-Iieruit blijkt, dat het ontwerp de Geer niet in het
i:nternationaal hel’astingverkeer past en de langzaam
groeiende internationale samenwerking ‘tot het doen
vèrdwijnen van een dubbelen aanslag in zake belastin-
gen’ teruihoudt en tegenwerkt.
hit een praktisch voorbeeld zal di-t duidelijker blij-
ken. De experts hhben uniforme regelen neergelegd
,voor het ‘voorkomen van ‘den du’bbelen aanslag i’n Je
-belastingen van twee staten, die als grondslag kunnen
dienen vbor het sluiten van bilaterale conventies. Te-
recht achten
zij
het tot stand komen van een algemeene
internationale conventie op dit gebied tus-schen alle
s[èten bij’v. van Europa uitgesloten. Tueschen twee
landen echter, die ernatighet beoogde doel trachten
te bôreiken, is een overeenkomst mo’elij’k en daarvoor
worden regelén vastgesteld, die door alle leden der
Commissie unaniem ‘zijn onderschreven.
‘-Dat ontwerp heeft domicilie ten grondsiag
1
als
eeni ge maatstaf voor belastingaanslag.
Nemen wij-‘ nu aan, dat een poging wordt gedaan
om tusschen Nederland en Engeland een bilaterale
conventie op dcii door de experts aangegeven voet tot
s-titnd te brengen.

Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

107

Engeland ‘is bij uitstek •het land van’ ‘de domicilie-

Teer, die in alle takken van ‘bestuur en in interna-

tionale verhoudingen van oudsher is gehuldigd. en
waarop iia’tioualiteitsbegri ppen nooit eenigen indruk
hebben gemaakt. Ook in belastingzaken
wordt
dit be-

grip gehuldigd.
Bijl belastingzaken treedt echter nog een tweede be»

grip op den voorgrond. Naast de persoonlijke belasting
van degenen, d’i.e in Engeland permanent geacht wor-

den verblijf te houden, wordt belasting geheven van
hot inkomen, dat in Engeland verdiend wordt en van
het vermogen, dat in Engeland al’s een nalatenschap
open’valt. I’nkmen, dat in Engeland ‘verdiend wordt,
wordt in Engeland tangeslagen, ortvensehillig of de-

geen aan wien dat inkomen toekomt in Engeland
woont of claaabuiten en geheel onafhankelijk van de
nationaliteit, waartoe de genieten van ‘het inkomen

behoort.
De Engelsohman dus, clie in het doorDr, an Gijni

aangehaalde voorbeeld in Nederland woont en in En-
geland belasting moet betalen voor inkojert, dat hem

uit Engelartcl ‘toekomt, wordt niet in 4e Engelsche
belasting aangeslagen, omdat hij Engeischman is. Zijn
inkomen wordt aangeslagen voorzoover dat in Enge-
land clomic’.ilie heeft en cle Engeischman wordt voor. do betaling aangesproken, omdat ‘hij cle levende reci-
piënt van dat inkomen is. In zooverre word’t”hij, wat
dat gedeelte van zijn inkomen ‘betreft, dubbel belast,
omdat hij in Nederland evenzeer-voor dat gedeelte,
an zijn inkomen wordt aangeslagen als gedeelte ‘van

zijn geheele inkomen.

Dit is echter niet gefundeerd op nationaliteit. Na-
tionaliteit ‘speelt in Engeland in ‘deëgelijie zaken geen
rol. Daarvoo.r is liet Engelsche recht te objectierL
Nederland gaat uit van een anderen gedachtengang. ‘J)aar geldt vnl. do persoonlijke belasting en wordt het
individu getroffen, dat het vermogen ‘bezit of het
inkomen geniet, ‘dat als maatstaf dient in den belas-tingaanslag. Het schijnt mij overbodig, toe ‘hierover
uit te wijden. Slechts één ding staat ook hier op den
voorgrond. Bij: den pevsoonlijken ibelaistingaanslag
staat de nationaliteit van het individu geheel op den
achteigrond. 1-Toudt het individu nich ‘op in den Ne-
derland’schen S’taat, of is’ de maatschappij’ daar geves-
tigd dan valt de persoon of de maatschappij in de Ne-
donlandsohe belasting, onverschillig de nationaliteit,
waartoe hij’ of zij’ behoort.
T
an
neer nu cle schatkistkan.seliers van deze twee

landen hij
,
elkaar kwamen om een, bilaterale conven-

tie ‘te sluiten
ov
de wijze door de experts van den Vol-
kenbond aangegeven, dan ‘zou een gunstige uitslag
niet zijn uitgesloten. Er is verschil van dpvatting
tusschen dd twee landen, doch die bepaalt zich hoof d-

zakelijk tot het verschil ‘tusschen persoonlijke en
0fl-

persoonlijke belastingen, een verschil, dat in het be-
doelde ontwerp des experts onder de oogen is gezien en waarvoor een regeling is gevonden, die gebaseerd
is op het domiciiiebegni.
Een internationale regeling zal daarom tussehen die
twee landen niet moeilj;k zijn ‘te ‘bereiken, omdat in
beide landen. – ondank liet verschil in opvatting –
cle grondslag soortgelijk is. Bij’ beiden speelt het na-

tio’n’alite.itsbeginsol geen rol.
1-lieruit blijkt andermaal, d.at Nederland door do
invoering van het nat’ionaliteitsbeginsel het tot stand
komen van een internationale regeling bemoeilijkt en de klok achteruit zet.
Hoewel de ‘belasting, gegrond op het nationaliteit’s-
beginsel, als een persoonlijke ‘belasting geldt, staat
het niet naast, doch tegenover’ (het domiciliepri’ncipe
en zon ‘het ‘zich alleen aan de regeling der experts

kuit nen aanpassen door zich te verloochenen en van
het, töonoel te’ve’t’dlwijinen. Art. 10 en 11 van het o’nt-
we.rp der experts is niet in overeenstemming te bren-
gen ‘met het door Nederland in te voeren nationali-

teitspinc:i P°
Dit is evenzeer het ge’al ten opzichte van het suc-
cessierecht, dat in Engeland beschouwd wordt als een

onpersoonlijke belasting, hetgeen ‘door

Dr. ven G’ijn
niet begrepen wordt en daarom aan waanzin wordt
toegeschreven.

Zij hot toegegeven, dat het waanzin is in zake
(het successiereclit een stelsel te volgen, dat ‘niet in liet
kader van Nederland’iche rechtsbesc’houwingen valt,
ligt ‘het dan niet op den weg van clan koel ‘berekenen-

den en vers’tandigen Nederlander om den waanzinnige
wat toe to geven, om niet zijn waanzin rekening te

Ihouden en niet een stelsel uit te denken, dat met het
waanzinnige in directe botsing komt? Door de com-

missie van experts is ook niet liet Engelsche ‘stelsel
overgenomen en toch heeft het een ‘ontwerp conventie

uitgedacht ter vermijding van dubbel successierecht,
dat zonder ‘bezwaar door ‘den waanzinnigen Engeisch-
man kan worden aanvaard en aan het ‘bestaande stel-
sel aangepast. Doch bij de experts staat wederom het
domicilie idee op den voorgrond en is van een na-
tionalitoitsbasis geen sprake.
Wat de gei’oigen van het w’etsontwerp-de Geen be-
treft, wanneer dit eenmaal wet ‘zal zijn geworden,
meent Dr. van Gijn, dat mijn op ervaring berustende

voorspelling van weinig waarde is. ‘Ik zou gedreigd ‘hebben met een klimmencle reeks van gevallen van

naturalisatie van Nederlanders . ‘het ‘buitenland.
Ik ben ‘mij niet bewust ,,geclreigcl” to hebben. Ik heb
1 eenvoudig’geconstateord, dat het wetsontwerp natu-
ralisatie in den vreemde in de hand werkt, omdl’at naturalisatie een ‘wettig mildel. is om aan den dan
ingevoerden •du’bbolen aanslag int do belasting te ont-
komen. Op grond van verzekeringen van personen,
die in het ‘buitenland geen belasting betalen, spreekt Dr. van. Gijn dit togen. Daarvoor zijn cle Nederla’n-
clers te pat.r.io’tt.isc(h. Zij zullen, waar zij: ‘zich ook be-
vinden, nimmer hun vaderland in clan steek laten en
steeds bereid zijn het in zijn nooclen ‘te helien. 1).it
laatste ben ik met hem eens, doch het aangeslagen
worden in een ‘belastihg, die als een dubbele, belasting
‘ordt’ beschouwd, is geheel wat ‘anders dan het hulp
verleenen, wanneer ‘een ramp Nederland teistert en
daarvoor gelden verzameld worden.
Wat (hiervan ook zij, naturaiisa’tie is een van cle

1
wijzen om aan den dubbelen aanslag ‘to ontkomen,
doch het is niet de eenige wijze; alleen zijn de andere
wijten niet altijd wettig. Het ‘zal echter niet onmo-
gelijk zijn om aan de gevolgen van dle wet ‘te ontico-
1
men door deze te ontduiken.
De persoon, dio om een belasting te ontvluchten,
zijn vaderland vaarwel zeg-t, ‘zal er niet tegen opzien
om het net, ‘dat voor hem gespannen wordt, to ver-
mijden, zoo hem daar sla gelegenheid voor geboden
wordt. Misschien’ meen’t Dr. van Gijn, ook in deze,
dat den vluchteling hierbij zijn loyaliteit tegenover
zijn vaderland in den weg zou staan. Doch waarom

1 ontvluchtte hij dan dat vaderland en getroostte hij
zich een gedwongen verblijf in den vreemde?
Ten slotte nog één opmerking. Ik hob geklaagd ovc.r
de navolging, waaraan het ontwerp-de Goer zich in
het ‘buitenland ‘blootstelde. Dr. van Gijn heeft blijk-
baar gemeend, dat ik daarbij’ ‘hot aanslaan in de belas-
ting op de basis van nationaliteit bedoelde. Dit is niet
‘het geval. Als land, waar navolging ingang kan viii-
den, ‘had ik Engeland op het oog en Engeland ‘zal de
domicilieleer niet’spoedig voor die van het nationali.-
teitspnincipe laten varen.
Wat ik bedoelde, waren de pornicieuse administra-
tieve sancties, ‘die het ontwerp-de Geer in de hand
werkt en die – naar mijn ervaring – slechts behoe-
ven te worden ingevoerd in één land! om gretig navol
ging te vinden in andere landen, omdat iedere admi-
nistratie er naar hunkert aan zijn decreten macht bij
te zetten en die effectief te ‘maken. Voor’den democra-
tisohen staatsburger ijs administratief gezag even
hateljk als ‘militaire willêkeur. Als in dit opzicht de
sancties van het Ontwerp-de Goer in Engeland toe-
passing mochten vinden, zouden de gevolgen daarvan
‘de ,Nederlandsc’he ingeretenen financieel zwaar kun-
nen treffen, waartegen de winst, clie Nederland zich

108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Februari 1928

voorstelt door de nieuwe belasting te
verkrijgen,
niet
zou opwegen. Zal Nederland zich tegen dergelijke –

misschien ook wel waanzinnige – administratieve
maatregelen kunnen verzetten, wanneer het daartoe
zelf het voorbeeld gaf?

Engeland zou cle ontduiking van dergelijke maat-
regelen weten te voorkomen op meer effectieve en een-

vouclige wijze dan het Ontwerp-de Geer ooit tot stand

zou kunnen brengen ten opzichte van de voor Neder-
lan dma buiten Nede r] and te scheppen verpl ichtingen.

W. ROOSEGAARDE
BisscHop.
Londen, 26 Januari 1928.

DE NIEUWE STATISTIEK DER LOONEN IN DE

METAALNIJVERHEID.

Naar aanleiding van het artikel van den heer Van
Zanten in Economisch-Statistische Berichten van 25

Januari jl. schrijft de Directeur-Generaal van cle Sta-
tistiek ons het volgende:

Tu’sschen het Normalisatiebureau voor arbeidaza-
ken in de metaalnijverheid en het Centraal Bureau

voor de Statistiek bestaat reeds sedert jaren samen-wcrking in dien un, •dat de loonschriften van de bij
den Metaalbond aangesloten ondernemingen aan het

Centraal Bureau worden toegezonden, opdat loon- en
a]beLdsd uurgegevens kunnen worden gepiibliceerd, ter

aanvulling van die, welke in de ,,Mededeelingen” van
het Normalisatiebureau voorkomen.

Daar nu ook de nieuw ingevoerde loonschriften de

bonen vermelden van de arbeiders van elken leeftijd
beneden reap. 30 jaar (voor geschoolden), 28 jaar
(voor geoefenden) en 26 jaar (voor ongeschoolden),

kan het Bureau, evenals bij’ de vorige Statistieken, de
bonen berekenen van de arbeiders van 21 jaar en
ouder, waardoor vergelijking mogelijk blijft. Ook zul-
len, evenals tot dusver, de bonen per gemeente wor-
den gepubliceerd
1)

Overigens •ben ik het met den heer Van Zan ton
eens, dat het wen’schelijk is, dat de loenstatistiek wordt

samengesteld in onderling overleg tussehen het. Cen-

traal Bureau voor de Statistiek en de werkgeversor-
ganisaties. Sedert de verzameling van gegevens uit de

boonlijsten van de Ongevallenverzekerin.g en uit de
loonljsten van de Rijkswerken in verband met de be-

zuiniging gestaakt moest worden, is het Bureau dan
ook reeds in deze richting werkzaam.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE FINANCIEELE BALANS VAN FRANKRIJK OVER 1927

Prof. B. Nogaro te Parijs schrijft ons:

De balans van het jaar 1927 is zeer interessant, wat
betreft de openbare financiën van Frankrijk. Het af-geioope’n jaar heeft de bija volledige voltooiing ge-

bracht van de financieele reorganisatie, welke ander-
half jaar geleden door Minister Poiricarô begonnen
void.

Op ‘dit dramatische tijdstip in de financieele ge-
schiedenis van Frankrijk, toen gedurende de twee da-
gen van het tweede ministerie-Herriot de koers van
het Pond tot 240 steeg, kreeg de nieuwe regeering
de macht in handen en stond zij voor de volgende
taak:
10.
den koers te stabili.seeren;
2o. de begrooting sluitend te maken;
3o. de vlottende schuld te consolideeren, en
4o. de openbare schuld te amortiseeren.

De stabilisatie.
Deze taak was de dringendste van alle. Men dient
evenwel te bedenken, dat het ministerie-BrjandCail-
laux eenige dagen vroeger gevallen was, juist omdat het den wensch te kennen had gegeven, zoo spoedig
mogelijk over te gaan tot de stabilisatie van den franc.

J)
De statistiek over het eerste ‘halijaar
127
zal in de
Januari-aflevering van het Maandschrift van het Centraal
Bureau voor cle Statistiek verschijnen.

Met dese ervaring voor oogen en misschien onvol-•

doende op de hoogte van cle moderne financieebe tech-

niek zinspeelde Poincaré in zijn ministerieele verkla-

ring niet op zijn plan den franc te stabiliseeren. En
inderdaad streefde hij er naar hem te revaboriseeren
in de verwachting dit resultaat te bereiken door een

vermindering van de vbottende schuld. Hiermee keer-
de hij geheel en al terug tot de klassieke politiek, die

men tot hot het ministerie-Brjand-Oajllaux gevolgd
had en die steeds mislukt was – met dit verschil, dat

de nieuwe rëgeering den kapitalisten vertrouwen in-boezemde, en dat – al was zij ook van plan de schuld

in grooten omvang te amortiseeren – zij dit uitslui-

tend wilde bewerkstelligen met behulp van de normale belastingbron non en niet door een ‘buitengewone hef-
fing op het kapitaal.

Hoe het zij, het aanvaarden van de macht door

Poincaré kon slechts dienen als voorwendsel voor
hausse-speculaties van den franc en weldra werd deze

hausse een ernstige bedreiging voor dé Fransche

exporteurs, die hun buitenlandseho verkoopen slechts
konden realiseeren tegen een lagere waarde dan hun kostprijs. Op het moment, dat de koers van het pond

op 125 werd gehandhaafd, eischten zi van de Banquo
de Franco de onmiddellijke stabilisatie. Deze werd in-
gevoerd op 23 December 1926. Het blijkt niet, dat

deze stabilisatie op dat moment zeer ‘beslist door de
regeering gewenscht weid, want twee weken vroeger,

op den ‘zevenden December, verklaarde de minister van
Financiën in een Kamerdebat, dat hij twijfelde aan

de mogelijiheid den franc te stabiliseeren. Hij had
zeej zeker do stabilisatie
01)
‘het oog, maar de uitwer-
king, hoe eenvoudig ook, stond ‘hem nog niet duidelijk

voor den geest. Hij had echter de medewerking van
een nieuwen president en een directeur van de Ban-
que de Franco, die hem de methode aan zouden wijzen
die hij volgen moest.

De verkregen stabilisatie is echter zeer gemakke-

lijk gehandhaafd. Het terugkeerende vertrouwen in
den franc veroorzaakte een terugvloeien van de kapi-
talen, zooals de Banque de France sedertdien niet
meer heeft gekend, behalve dan in den laatsten tijd
en voor zeer kleine hoeveelheden. Zij moest de aange-‘boden deviezen zooveel vj kon opnemen en heeft zoo-

•doende een enorm bedrag aan buitenlandsche davie-
zeii in portefeuille gekregen,’ aardoor op het oogen-
blik haar metaalvoorraad meer dan verdubbeld is. Het
schijnt niet overdreven deze portefeuille op 5 milliard
goudfrancs te schatten, terwijl de metaalvoorraad
iets meer bedraagt dan 4 milliard goudfrancs.

Op die manier heeft de stabilisatie niet alleen voor
•de Banqiie de Franco de verplichting geschapen goud
af te geven, zooals men in Frankrijk vreesde, maar
zij heeft haar integendeel in staat gesteld haar metaal-

voorraad te verdubbelen en ‘de inwissel’baarheicl van
haar biljetten te verzekeren in een verhouding, die
men werkelijk niet voorzien had. (De metaalvoorraad

en de portefeuille van buitenlandsche wissels verte-
genwoorcli gen een waarde van 46 â 47 milliard papier-
f.ranos togen een totale uitgifte van ongeveer 57 mii-hard aan banlcbiljetten.)

1).e tegenwoordige regeering ‘heeft een regeling, uit-

gewerkt door Caillaux, aangenomen, die de bank toe-
staat boven haar normale uitgifte bankbiljetten uit
te geven tot een bedrag, dat overeenkomt met alle aan-

koopen van goud of van deviezen. Het is bovendien
merkwaardig, dat de groote buitenlandsche wisseipor-
tefeuille van de ‘bank tot stand is kunnen komen zon-
der dat men zijn toevlucht moest nemen ‘tot supple-
meutaire uitgiften, behalve dan in den allerlaatsten
tijd. Dit verschijnsel wordt op de volgende manier ver-
Iclaard: de terugkeerende kapitalen zijn voor het
grootste deel geplaatst, hetzij bij de schatkist, hetzij

bij de amortisa-tiekas, die er zich op hun beurt van
bedienden om bij’ de Banque de Franco bedragen te
storten. Deze ‘binnengekomen bedragen hebben de uit-
gifte van bankbiljetten, die dienden voor den aankoop
van deviezen, gecompenseerd. Sedrt enkele weken

• _

1
Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

eehte.r is de som van de uitgegeven bankbiljetten groo-
ter dcii de ‘binnengekomen bedragen, wat waarschijn-
lijk aan een vertraging van de werkzaamheden van de
amortisatiekas toe te schrijven is. Immers deze laat-ste, welke krachtens de grondwet van 10 Aug. 1026
verplicht is de uitgifte van haar ‘boris te verminderen

in verhouding tot de uitgegeven consolidatieleeningen,
bezit geen andere hulbronnen, die zij bij de bank zou

kunnen .depoueeren.
.l.ioe dit zij, Frankrijk bezit op het oogenblik feite-

lijk een volkomen stabiel geidsteisel en eens te meer

blijkt, dat de hoeveethei.d circulatiemiddelen van wei-
nig belang is, terwijl do idwisselbaarheid van haar
b Ijetten een regelmatigen koers verzekert. Zal do
Fransche regeering tot een wettelijke stabilisatie over-
gaan? Dat is nog niet zeker. Wel is zeker, dat op het
oogenblik niemand eraan denkt de verantwoordelijk-
heid op zich te nemen vn een nieuwe
stijging
van

den franc, die een economische crisis in het leven zou
roepen, noch van een daling, die als een bewijs van
oianiacht beschouwd zou moeten worden.
Er schijnt geen bezwaar te zijn den franc op het
oogenblik te fixeeren op een koers, die zeer
nabij
den
tegenwoordge.0 ligt, waarschijnlijk op 126,10, wat juist

overeenkomt met den coëffic.iënt 5.
Men kan trouwens de verklaringen als symptoma-
tiscli beschouwen, die dezer dagen door den president
van de Ba.uque de Franee gedaan zijn. De president
duilde aan het Fransc’he volk mede, dat de wettelijke
stabilisatie niets aan de handelwijze van de bank zal
veranderen en haar alleen zal verplichten de politiek
voort te zetten, die zij’ gedurende meer dan een jaar
op zulk een gelukkige wijze gevolgd heeft.
Deze woorden verdienen onthouden te worden, om-
dat er nog veel personen in
Frankrijk
zijn, die geloo-
ven, dat de stabilisatie met zich mee zal brengen de
inruiling van een biljet van 20 franos tegen een van 100 francs n dus een soort heffing op het geldkapi-
taal zou zijn.

Het evenwicht in cle begrooti’n.g

De tweede taak van de regeering van Poincaré was cle hegrooting sluitend te maken. Dit werd bijna zon-
der debat in Augustus 1026 door een wet verkregen,
die supplementaire belastingen ten bedrage van onge-
veer 10 milliard voorsehieef. Deze som kon bijna ge-
heel en al door de amortisatie verkregen worden, want h.et evenwicht in de begrooting was bijna ver’zekerd.

De 1begrooting van 1921 is dus vastgesteld op de
basis, die met deze nieuwe belastingen overeenkwam,
en bedroeg bijna 40 milliard, exclusief de sommen, die
aan de amortisatiekas waren verpand. De vooruit-
•zichteu van cle begrooting voor het jaar 1927 zijn niet
tegengevallen, want de ontvangsten hebben het op do
begrooting vastgestelde bedrag met
‘bijna
3V2 milliard
francs overschreden. Het is waar, dat supplementaire
credieten irigeiirilligd zijn, om tegemoet te komen aan
nieuwe uitgaven, die het grootste gedeelte van deze
extra inkomsten overschreden hebben.
Hoe
dit zij, het
afgeloopen jaar eindigde met een effectief evenwicht
in de begrooting, nadat men van de Fran’sche belas-
tingplichtigen een betaling van totaal. 52 milliard
francs, inclusief de a.mortisatie, geëiseht had. De ver-
wacihtingen voor de begrooting 1028 verschillen niet
veel van clie van het vorige jaar. Men moet evenwel erkennen, dat het verwachte overschot zeer gering is
(51V2 millioeii) en dat de experts niet verwachten,
dat dit jaar dc
ontvangsten
de schattingen overtref-
fen zuilen.

Voor een zeker aantal belastingen ‘hchben aan het
eind van het afgeloopen jaar de overschotten plaats
gemaakt voor tekorten en hoewel er op het oogenblik
in Frankrijk geen crisis heerscht, toonen vele indus-
trieën eerder een achteruitgang of een Ptagnatie dan
een vooruitgang. Daar aan den anderen kant bij de
schattingen, clie voor 1928 gedaan zijn, rekening ge-
houden is met do eenigen tijd geleden geconstateerde
overschotten, ziSn deze zeker niet te hoog, hetgeen een

ieclon te meer is om niet te blijven stilstaan bij het-
oeii gebeurd is. Misschien zou men zich zelfs eenigs-

zins ongerust kunnen maken over het handhaven van
het evenwicht in de begrooting, indien men in het

ergste geval niet kon rekenen op een vermindering
van do amortisatie, die op ‘het oogenblik eerder bui-
tensporig dan onvoldoende schijnt.

De consolidatie vc.n, de viottende schuld.

De tegenwoordige regeering heeft zich van het be-
gin van haar optreden af ernstig ‘bezig gehouden met
de conolidatie van de vlottende schuld, maar
Puin-
carô heeft zich zeer duidelijk tegen een geforceerde
consolidatie verzet:
Zijn
politiek, op dit punt gelijk
aan die van het ministerie-Briand-Oaillaux, was op een
stijging en een stabilisatie van den franc gericht om een terugvloeiing van icapitalen teweeg te brengen,
clie zekerheid zou geven aan cle schatkist, de koersen
van cle Fransche staatsschuld zou doen stijgen en op

deze wijze een gunstige atmosfeer zou scheppen voor
èen vrijwillige consolidatie door de progressieve ver-
i’anging van leeningen op korten termiSn door leenin-
gen op langen termijn.

Deze politiek ‘heeft uitstekende resu.ltaten opgele-verd. Inderdaad is de Fransc’he rente aanzienlijic ge-
tegen: de koers van de drie procent eeuwige schuld is van 55 op het eind van 1926 gestegen tot 61,70 in
1921;
die van de 4 pOt. 1918 van 53 op het eind van
1926 tot 61,10 op het eind van 1927; die van 6 pOt.
1920 van 62,80 op het eind van 1926 tot 94 op het eind
van 1927 en de 4 pOt. leeuing van 1925 is van 79,80
tot 105 in dezelfde periode gestegen.

De amortisatie en de consolidatie van de schuld is
toevuitrouwd aan een zelfstandige kas, voor dit doel
speciaal opgericht hij dc grondwet van Augustus 1920. Deze kas is ‘haar werkzaamheden begonnen in October
van datzelfde jaar; zij heeft ongeveer 10 milliard bons
op ko
r
te
n
termijn geconsolideerd, die gediend hebben
voor de inschrijving van de leeningen op langen ter-
mijn en aan den anderen kant heeft zij een betrekke-lijke, maar zeer effectieve consolidatie ‘bereikt, door langzamerhand de bons op korten termijn te vervan-gen door bons met een langeren looptijd. Zoodoende
heeft zij de vlot.tende schuld geheel doen verdwijnen
(bons met één maand, 3 maanden en 6 maanden loop-
tijd) en heeft zij eveneens op den derden Juni van het
vorige jaar besloten al de éénjarige bous af te lossen
en in de plaats daarvoor tweejarige boze uit te geven. Deze laatste omwisseling was zeer moeilijk, omdat
de tweejarige ‘bons niet geheel met de wenschen van
het publiek, dat zijn overtollige kasmiddelen beleggen wil, overeenkomen. Zij heeft eveneens moeite veroor-
zaaict aan degenen, die hiertoe besloten hadden. De
directie van de amortisatiekas had, voordat zij tot deze
operatie overging, zich eerst de noodige fondsen moe-
ten verschaffen, die tot omwisseling van de ongeveer
20 milliard dienden. Ongelukkigerwijtce verhinderden
de door de grondwet van 1926 uit voorzorg vastgestel-
de limieten deze vooruitstrevende daad. De wetgever
heeft namelijk bepaald, dat op 1 Januari van elk jaar
het bedrag van de in omloop zijnde bons moet worden
verminderd met een som, die overeenkomt met de
reeds voorgenomen consolidaties. Deze maatregel
schijnt logisch en verstandig; inderdaad is ‘hij onvoor-

zic’htig, omdat de kas zoodoende geen gbruik kan
maken van de goede gelegenheid om deze tweejarige
hons ieeds nu te plaatsen, zoodat zij misschien in de
eerste zes maanden van 1928 gedwongen zal worden —
indien er niet genoeg inschrijvers voor

tweejarige
bons zijn, om de omwisseling van al de eenjarige boris
te cornpen:seeren -, om meer af te lossen dan waartoe
zij(op dat oogen’blik in staat is. Dit bewijst —het zij hier
terloops opgemerkt – de moeilijkheden, die symboli-
sche handelingen op financieel gebied met. zich mede kunnen brengen, immers het ,,constitution ah seevei
van de zelfstandige amortisatiekas, die het onmogelijk,
of in elk geval zeer moeiljlc maakt baar statuten te
wijzigen, had bovenal tot doel indruk te maken op de
publieke opinie.

110

ECONOMISCH-STAT[STJSCHE BERICHTEN

1 Februari 1928

Hoe dit zij’, reoc]s op dit oogenbiik kan men consta-

toeren, dat de vlottende schuld van Frankrijk verdwe-
nen is, dat het aantal eenjarige b&ns zeer is afgenomen
(ongeveer 18 milliard) en het is te voorzien, dat on-
danks de enkele moeilijkheden, wraarop wij zoo juist

hebben gewezen, er van het midden van dit jaar af

slechts tweejarige bons in omloop zullen zijn.

Het resultaat ven deze operatie is, dat de verlen-
ging van den looptijd ‘der boos de maandelijks verval-]ende bedragen aanzienlijk vermindert. Na een bedrag

van 8 milliard francs per maand bere’kt te hebben,

ledraagt dit op het oogen’blik niet meer dan 3 nilliard
francs.

Het vraagstuk van de consoiidatie in Frankrijk
schijnt derhalve bijna opgelost en do handhaving in

het soc ial istische programin a van een geforceerde

consolidatie laat zich dan ook slecht verklaren, of liever, laat zich alleen verklaren door de nucht tot
symboliek. Indien dit plan door het publiek nimstig

werd opgevat, ‘zou het slechts de inschrijving VOOr cle
tweejarige bons kunnen remmen, maar zulke voorstel-
len passeeren tegenwoordig .o’nopgemerktcn veroor:
zaken geen ongerustheid.

Arnortiscs’lie vaas cle opeisba.re
schuld.

Men heeft aan de tegeriw’oorclige regeering verwe-
ten de amortisatie tot de spil van haar financieel pro-

gramma gemaakt te hebben en een ‘amortisatiekas te
hebben ingesteld, ‘die niets heeft geamortise’e.rd en ciie
zelfs de openbare schuld heeft doen toenemen.

Deze critiek is juist in dien ‘zin, dat de regeering,

clie cle amortisatie inderdaad tot de spil van haar

financieel programma gemaakt scheen te hebben, udg
slechts zeer weinig geamortiseercl heeft. Uit techn.i scli
oogpunt bezien is er echter niets, dat behoeft te ver-
wonderen. Inderdaad kan de zelfstandige, kas niet
alleen consolidee.ren door de ‘directe vervanging van

bons op korten termijn door die op langen termijn
zooals geschiedt wanneer zij’ cle. inschrijving op een

leening ôp langen termijn uitsluitend o’penstelt voor
houders van bons op ]corten termijn met uitsluiting

van alle geldstortin gen. De autonome kas moest even
eens een indirecte consolidatie nastreven, zooals die,
welke zij tot stand heeft gebracht, namelijk dor de
progressieve vervanging van bons op zeer korten ter

mijn door boris op minder korten termijn. Zij moest
zich dus kasmi.ddeln verschaffen en om deze te ver-krijgen ‘moest zij eerst de opbrengst van nieuwe lee-
riingen op korten termijn voegen hij de opbrengst
van de consolidatieleeningen. Men kan evenwel zeg-
gen, dat zij op het eind van 1021 begonnen is op twee
manieren af te lossen: lo. dooi: de aflosh’sre leenin
:

gen, die zijt had uitgegeven, te amortiseeren en ten
tweede doordat cle verplichting, waarin zij’ zich bevond,
om minder tweejarige boos uit te geven clan zij’ ii
‘do laatste maanden aan eenjarige bons afloste, geleid
heeft tot een
wezenlijke
arnorti.satie.
* *
*

De ondervinding heeft geleerd, dat het monetairè
herstel teweeggebracht is geheel buiten de veraninde-
ring van de openbare schuld en de circulatie om. T.och zijn er nog een groot. .aantal f.inanciers, die zich bezig
houden met het versnellen van het tempo van cle
amortisatie. Deze tendens vind t echter tegenwerking
in de regeeringskringen, v’oora], van de linkerzijde. Dc
vermindering van de openbare schuld met 8 â 9 mii-
hard per jaar, d.w.’z. ongeveer. 20 püt. van de totale opbrengst der belastingen, schijnt velen: onredelijk.
Het i.s bovendien voldoende voor dec totale.n dienst van
de rente en cle amortisatie een constante annuïteit te

handhaven, opdat met de progressieve verminderii
van ieder der uitgegeven leeningen door uitlotingdc
rentelast minder wordt en een toenemend deel vah ht
totale fonds, ‘gewijd aan den dienst van de’ le’ening,
voor aflossing beschikbaar komt.
Het schijnt, dat men door het vaststellen van een
onveranderlijke annuïteit voor den dienst der open-
bare schuld het best de aflossing in een vrsneld tom-

P0
verzekert, zonder steeds toenemende eischen te hoe-
ven stellou en. misschien zelf’s zou men met ecn gerin-
gere belasting kunnen volstaan, clan die, welke op het
oogeirblik van de Fransche natie geëisc’ht wordt.

Hoe dit o’oic zij’, men zal moeten toegeven, dat op het
oogeublik do financ.ieele taak, die de regeering-Poin-
car op zich heeft ‘genomen, in alle opzichten geslaagd

is voor zoover de tijd dat ten minste mogelijk heeft

gemaakt. De verkregen resultaten zijn van dien aard,
dat zij’ het optimisme van den schrijver bevestigen,
die nooit heeft opgehouden, ‘zelfs gedurende de meest

verwar.de periode van de laatste jaren, de stelling te
handhaven, dat het financieele vraagstuk minder moei-

lijk zou ‘zijn op te lossen, dan men zic’h voorstelde, van

het oogenblik’ af, waarop men het op rat.ion ccle wijze
aanpaicte, cl.w.z. wanneer men begon met aan het na-

tionale geldwezen zijn stahiliteit terug te geven.

BOEKAANKONDIGING.

De Tarief wet,
Wet van 20 Dec. 1924,
– Stbl. 568, houdende vaststelling van het
Tarief van Invoerrechten met vermel-

ding van betrekkelijke K. B’s en Minis-
terieele resolutie’s, die tot richtsnoer

kunnen strekken voor de toepassing der
Wet bewerkt door
J.
H. A.
M.
van Bos-
veld Heinsius, TJitg.
A.
E. Kluwer,
Deventer. f 12.75.

Bij het verschijnen vhn den eersten druk van dit
werk heb ik er op gewezen, dat – ten gevolge van

het zeer late verschijnen der uitvoeringsvoorschriften
omtrent vrijdommen enz. en van de
lijst
van goe-deren samengesteld op’ grond van art. 43 der wet –
de bewerking minder practisch was, dan anders moge-
lijk zou geweest zijn.

Uit deren nieuwen druk zijn al de daar gesigna-

leerde onvolkomenheden weggenomen. De instructie
der wet, de bepalingen der vrjdomsbesluiten, zijn in

aanteekeningen op de tariefposten verwerkt, beslis-
singen omtrent bepaalde posten of onderdeelen

daarvan, op die posten genoteerd. Het in den eersten

druk afzonderlijk gegeven alphabetisch register is –
en dat vereenvoudigt de raadpleging zeer – thans
vereenigd met het Tarief, zoodat de wijze van be-

werking nu vrijwel overeenkomt met die van de
Wet van 1862 van denzelfden aut’eur. Men behoeft
nu niet meer in twee lijsten te zoeken; in het alpha-
betisch register zijn ook de ex art. 43 belaste goe-
deren verwerkt.

Het register zelf heeft reeds een groote uitbreiding
ondergaan. De aard dier aanvullingen is tweeërlei.
In de eerste plaats is van het in 1924
bij
het sa-
menstellen van het nieuwe wetsontwerp gestelde doel,
om door het nieuwe systeem het aantal geschillen te.
verkleinen, niet veel terecht gekomen. Het aantal beslissingen der Tariefcommissie, dat nu al reeds
te vermelden viel, is legio. In de tweede plaats is
een dankbaar gebruik gemaakt van tal van much-
tingen nopens de toepassing der Wet in de uitne-
mende officieele lexicographische lijst gegeven, voor

welker overneming blijkbaar door het Ministerie van Financiën toestemming is gegeven.

Vôôr den datum van inwerking treden der Wet zijn
door de controleurs der invoerrechten, te Rotterdam,
de Hoeren Ockerse en Logeman’ (de ambtenaren, die als leden der Tariefcommissie een belangrijk aandeel

hebben gehad in het samenstellen der wet), eene
serie lezingen gehouden voor de visiteerende ambte-
naren aldaar. Van die lezingen is later een verkort

verslag in roneo aan verschillende ambtenaren der
invoerrechten verstrekt. Uit dat verslag heeft de be-
werker eveneens geput.

Het geheel van de lijst overziende, ontwaart men,
dat er naar gestreefd is, in het bijzonder die goe-
deren te vermelden, welker tarifieering iii de
pract’ijlc
•tot moeilijkheden of verschil in inzicht aanleidihg
gaf. Dat die bewerking nauwkeurig en zorgvuldig


Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

is, behoeft •- waar de heer Heinsius sinds lange

jaren in de bewerking van het Tarief is geschoold
– amper vermelding.
Naar aanleiding van den eersten druk maakte ik
eene vergelijking tusschen de officieele, ook voor den

Handel verkrijgbare ‘uitgave en de onderwerpelijke.
Nu ik mij opnieuw zet tot een dergelijke vergelijking,

kan ik niet anders constateeren dan dat de uitgave

Heinsius sindsdien belangrijk op de officieele heeft
gewonnen. Wel is waar blijft de officieele lexico-

grafische lijst van een niet te evenaren uitgebreid-

heid, doch het wil mij voorkomen, dat het thans
door den heer Heinsius gebodene in de practijk pro-
centsgewijze op niet minder vragen antwoord geven

zal dan de officieele lijst.. Anderszijds staan op de

posten verschillende toelichtingen, verwijzingen naar
andere wetsbepalingen en vakliteratuur, die men in

de of ficieele uitgave mist. Geeft de officieele uitgave

verder alleen den tekst van wet en besluiten, achter
elkaar afgedrukt, Heinsius geeft de wet, met op elk
artikel de daarop betrekking hebbende toelichtingen
en voorschriften. Daarenboven een Geschiedenis der
wet, een uitgebreide chronologische tafel en een

lijst van beslissingen der Tariefcommissie. Losbladig
uitgegeven behoeft het werk in de toekomst niet

door supplementen ,,bijgeplakt” te worden, doch zal
een gewijzigde bladzijde telkens door een nieuwe wor-
den vervangen.
Zoo voldoet dus de nieuwe druk van dit werk aan
alle redelijkerwijs te stellen eischen.

Middelburg, Dec. ’27.

VAN DER POEL.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

TJae American Economie Review. –
St. Albans, Vt., September
1927.

F. B. Ha.wley,
Orientation of cconornics on enter-

prise;
ii.
La. Rus j?’raj’n,,
Faet.ors affectirig the bar-

gairdiig power of workers in the glass bottie industry;
W.
L. (irum,
.M atherratics in economie and business

statisties; A.
P.
lVinsion,
Doos •tra’clo ,,foll’ew the dol-

lar”? F. W. Fetter, A
salt famine in Ecuador.

Schmollers Jahrhac’h. – München, Leip-

zig, Augustus
1927.
R. Michels,
Ubor die Kriterion der Bildung and

Entwickiung politischer Parteion;
K. Diehi,
Zur

Loire -von der Prôduitiviti’it;
E.
S’lufsky,
Zur Kritik

des Böhm-Bawe’rkschen Wertbegriffs und seinor Lehro

von -der Messbarkeit des Wertes;
V.
Totornianz.
Die

Steliungnahme der A:rbeiter gogenübeir dor Gowinnbe-
teiligang und dom Copartnership-System;
P.
Drep,

Laborbancs in America;
W. Claassen,
Die volks- und

hetriebswirtschaftlic.he Bedeutung -cbr Uauptzweige
dor -dcutsdhen Landwirtschaft und ihre Entwickiung
seit dor Vorkriegszo.i.t nach der Statistik der Produk-

tionswer te.

De Na.amlooze Vennootschap. – Roer-

mond, 15 Sept.
1927.

Prof. J. G. Ch. Volmer,
A midsu.mimeruightsdream;

Mr. Dr. A. Wolfsber gen,
Regeling bij de wet of.
achterdeartjes?
Prof. Mr. E. J. J. v. d. Heyden,
Be-

trkkelij’k •ongeldige besluiten;
Mr. W. R. Emmen-

R’iedel,
Het wetsontwerp tot -heffing van belastingen

van Nederlanders in het buitenland, 1;
Prof.
J. G. Oh.

Volmer,
De one man company kapitaal associatie?
J.

E. iSpinosa Cattela.,
Moet de accountant het beheer in

/ijn contrâ1e ‘betrekken?
J. J. M. H. Nijsi,
De vera.nt-

woordingsstukken van Houdster-maatschappijen;
B.

von den Berg,
De aanihangige wijsiging -van Hoofd-

stuk VII der wet op de Dividend- en Tantième-belas-

ting (voorkoming van dubbel-belasting);
Mr. H.

Schaapveld,
Handelen door een N.V. ‘op anderen dan

haar statutairen naam.

De Indische Gids.-Amsterda.m, 1 October

1927.
J. M. H. Timmermans,
Spoor en auto;
Dr. H. G.

Heyting,
3ava’s onrust;
H. Ch. G. J. von der Man.-

dere,
Een contract voor een suikerfabriek, dat oorzaak

werd van cle val van een Minister;
J. van Roon.,,
De

twee gouvoimementsbosluiten van
2
Juni
1882,
no. 10.

i d cm. – Amsterdam, 1 November
1927.

S.
Kalf,
f,
Indische viootpreclikanten;
Joh. F. Snel-

lenian.,
De Sumatra-expeditie van
1877; Mr. W. A. P.

F. L. Wincicel,
Onbevred-igendo rechtspraak; M. Nit-

tel-de Wolf f van. Westerrode,
Kijkjes in het leven

onzer Inlandsclie bedienden. XIV.

T h e A m
0
r i e a n J o u r n a 1 o f 1 n t e r n a t i o-

n a 1 L a w. – Concord, NH., Juli 1921.

J. Brown Scott,
The gradual and progressive codi-

fication of International Law;
M. 0. Hudson,
The

rendition ‘of the International Mixed Oour’t at Shau-

gai;
A.
Burchard,
The Mixed Claims Commission and
German property in the United States of America;

V.
K. Jo/vn,ston,
Dem.i.n.ion -status in International

:Lenr;
N. L. Hill,
Recent development in the law of

Unneutral Service.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
*68*
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

OPEN MARKT.

1928

11

1927
1926
1914

28Jan.
23128
16121
9114
24129 25130
20124
Jan. Jan. Jan. Jan. Jan.
Juli

A msierdom
Partic.dlsc.
4
3
18
4
1
I4-I8
4116-I8
4
1
116_I14
2
7
(8.
1
5(16
2
1
(2.5(8
3
1
18_31ii
Prolong.
414
41.1
4

33(
4
_41(
4

3t1.41j
4

23(431(4
3
2
1
1-
3
1
Londen
Daggeld •.
311_431
31(
3
.43(
4

3-4
2
1
j-3
3
1
4.5
3_431
1814
-2
Partic.disc.
4
1
116_
1
18
3
1
11_4
1
15
3
18
(16.4
1
(4
4
1
/4.
5
(16
41(
1
_1(
49j
16
_U/
16

211
4
_31
4

Berlijn
Daggeld
..
51(1(
38112
3-6 2-6
2-6
57
’18

Partic.dlsc.
30-55 d…
61/g
6J4-(8
5I8-6
1
I4
5
7
18-6
4_
1
18
6

1
56-90 d..
.
6ls
614-18
5
7
(86
1
(4
571_631

4-1
6
2
1
18_
1
12
Waren-
wechsel.
6I8-7

1

6
5
18-7
612-14
6
3
18-7
41
1
-1
12
6
3
(4.7
3
(4

New York’)
Cali money
41(_3(
36(
3
,43(
4

311
3
_431
4

4.31
4

411
4

4.511
4

13(
4
.21(
3

Partic. disc.
35J
3
1
12-
5
I8
3
1
12
351_11
33(7J
33(
4
.7(
5


1)
Cail money-koers van 27Jan. en daaraan voorafgaande weken t(m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D ta
a
New
York**)
Lônden
S)
Berlijn
0)
Parijs
0)
Brussel
S)
Batavia
1)

24
Jan..
1928
2.47i11
12.08k
59.08
9.744
34.53
10081
8

25

,,

1928
2.47
1
8/
16

12.083 ‘ 1
8

59.10
9L.741
34.54
100′
26

,,

1928
2.47718

12.08′,
59.08
9.744
34.534
10081
8

27

,,

1928
2.4771
8

12.08
59.09
9.744
34.53
1001/
8

28

,,

1928 12.081/
8

59.084
9.744 34.53
10011
8

30

,,

1928
2.4715/,
4

12.08′
59.084 9.744
34.55
100′
Laagsted.w.’)
2.47k
12.07k
59.05
9,73
34.51
100
Hoogste d.w
1)
2.481/
12.08
7
i
59.12
9.77 34.58
100J
23
Jan.
1928
2.47
81
116
12.07k
59.054
9.74
34.524
1001/
16

,,

1028
2.4715i
16

12,093
59.061 9.75 34.57
100l1
Muntpariteit
2.48%
1
12.10%
59.26
48.-
34.59
1

100

8) Noteering te Amsterdam.
0*)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

Data
Zwil-
serland
Weenen
Praaf
Boeka-
Milaan
Madrid

24
Jan.
1928
47.74
34.95
7.35
1.524
I3.11
42.06
25

,,

1928
47.75
34.95
7.35
1.53
13.124 42.07
26

,,

1928
47.74
34.95
7.344
1.524
13.12
42.024
27

,,

1928
47.7334
34.94
7.344
1.524
13.12
41.98
28

,,

1928
47.73,%
34.95
7.34
1.524


30

,,

1928
47.7334
34.95
7.344
1.524
13.12
42.30
Laagsted.w.l)
47.70 34.90 7.324
1.50
13.10
41.70
Hoogste
d.wl)
47.78
35.05
7.38
1.55 13.15
42.35
23
Jan.
19281
47.7234
34.9234
7.34
1.524
13.104
42.28
16

,,

19281
47.7734
34.93j
7.35 1.53
13.12
42.571
Muntpariteit
1 48.-
35.
2)
48.-
48.-
48.-
0) Noteering to Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
t) Particuliere opgave.
2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.534j en 7.21112.

f21.484.000,- /25.494.000,-
12.160.000,-

,, 10.582.000,-

300.000,-
,

300.000,-
31.932.000,-
,,
31.433.000,-
1.111.000,-
,,

1.111.000,-.-
1.216.000,-
,,

1.127.000,-

112

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Februari 1928


Data
1
Stock-
holm )jhagen*)j
Kopen-I
Oslo
)
sing-
Buenos-
Aires’)
Mon
treall)

24 Jan. 1928j
66.52+
66.371
65
.
9
7+
6.24
106
2.4751,
25

,,

19281
66.55
88.40 65.95
6.24
106 2.4734
26

,,

1928
66.55
66.40
65.95 6.244
106 27

,,

1928
68.50
66.37+
65.95
6.24
106
2.475/
8

28

1928
66.50
66
.37+
65.95
6.24
106
2.4761,
30

1928
66.52J
86.40
65.95
6.24
106
2.4734
Laagsted.w.’)
66.45
66.30
6590
6.22
105%
2.47
Hoogste d.wl) 66
.62+
66.45
66.-
6.27
10611
4

2.47
7
18
23 Jan. 1928
66.524
66.374
65.974 6.24
106
2.47s1,
16

,,

1928
66.70
66.45 65.95
6244
108
2.4734
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
6.26+
1058/,
2.48%
j
r.utccrin
g
ee
Jtmsteraam.

) INOt. te i1)
I’art. Opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
31 Januari 1928 voor
teleqrafische
uitbetaling on:

Gulden per
P.riI
Koers
Bank-
d
iscon
to
Eszropa.
Londen
S)
£
12.104
12.08 45
1
00
Mark
59.26
59.104
7.
100
Franc
48.-
9.744
35

Berlijn
*) …………

Brussel
S)

§)

………
100
Belga
34.59
‘34.56
44

Parijs

)…………..

100
Franc
48.-
6.914
Luxemburg
……..
100

,,


48.
47.73
34
100
Kronen
50.411)
7.35
5

Zürich

)………….
Praag
…………..
Weenen
t)
100
Schilling
35.-
34.974
6
100
Pengö
50.41
1)

43.374
6
100
Lei

..

48.-
1t53
6

Boedapest

……….
Boekarest

……….
100
Leva
48.-
1.80
10
100
Dinar
48.-
4.37
6′
Turksch
£
10.93
1.26
100
Drachme
48.-
3.28
10
Ililaan
5*)
100
Lira
13.09
13.13
7

Sofia

…………..

Stamboel

………
Athene

…………

100
Peseta
48.-
42.15
5

Belgrado
…………

Escudo
2.684
0.114
8
Lopenhagen
S)

….
100
Kronen
66.67 66.40
6

1’ladrjd
5*) ……….

)slo S)
100
66.67
65.95
5
100
66.67
66.574
35
100
IJsl.Kr.

..

66.67
54.70

Lissabon
…………

100
Zloty
48.-
27.80
8
ovno (Litauen)

..
100
Lita
24.88
24.60
71
Etiga (Letland)
….
100
Lat
48.-
0.4790
7

Stockholm
S) ……..

Warschau

……….

Eteval (Estiand).
.. .
100
Esti. Kr.

..

66.75
66.50
74

Reickjavik
……….

100
Finnmrk.
6.265 6.24
Tjerwonets
12.80
12.85
(10
Roebel)

Etelsingfors’

……..
1oskou

………..

100
Gulden
48.40 48.30
6
Amerika.
)anzig

…………

7ew.York
S)
$
2.4876
2’8T15
35
Canad.
$
2.4876
247.60
1ontreal

……….
l’Iexico

……….
Mex. Dollar
1.20
Peso (papier)
1.0563
2

1.06
a Paz (Bolivia)
.
Boliviano

..

0.97
0.904

3uenos Aires……..

tio
de Janeiro
Milreis (pap.)
0.8075
8

0.294
Peso (papier)
0.9080
2

0.1304
74 Et 84
iogota (Columbia)
Peso
2.42
2.424

Talparaiso
.
……..

)uito (Ecuador)

:
Sucre
1.21
0.495
‘ima (Peru)

……
Per.
£
12.105 9.83
.{ontevideo (tJrug.)
Peso
2.5725
2.534
aracas (Venezuela)

..

Bolivar
0.4795
0.474
‘aramaribo

……
Gulden
1.-
0.9768
Villemstad (Curaç.)
Gulden
1.-

.
‘1.014
lan José
(0.
Rica)
Colon
0.6220
0.62

..

Quetzal
2.4875
.
2.474
Ianagua (Nicarg.)
Cordoba
2.484
2.47.

uatemala
……….

an Salvador (Salv.)
Colon
1.2440
1.24
Azië.
Rupee
0.8G7
0.91
7
Gulden
I.C.
1.-
1.00

alcutta
…………

Yen
1.24
1.164
5.48′
Dollar
1.244

atavia

………….
:obe

……………

Taël
1.584
‘Straits Doll.
1.4125 1.414

[ong Kong

………
hanghai

……….

[anilla

……….
Phil. Peso
1.214
1.224
angkok
……….
Tical


0.914
1.134

ingapore

……….

eheran (Perzië)
.

..

Kran
0.24
Af
rska.

.

7
aapstad’
£
12.104
12.064
54,
lexandrië………
Egypt.
£
12.42
12.394
Australië.
[elbourne, Sidney
en Brisbane
£
12.104
12.05

KOERSEN TE NEW YORK.
(CR12lsL

D a a
Londen
($
per 2)
Parijs
($
p. lOOfr.)
Berlijn
($
D.
100 Mk.)
Amsterdam
(3 p. 100 gld.)
24 Jan.

1928
4,8751,
3,93%
23,84
40,36
25

,,

1928
4,87w
3,92
1
1
8

23,84
40,35
26

,,

1928
4
,
8713
1
3,93i
8

23,84
40,3334
27

,,

1928
4,875/,,
3,93
23,8334
40,34
28

,,

1928
4,878/,
3,93
23,8334
40,34
30

,,

1928
4,8734
3,93
23,83
40,32
31 Jan.

1927
4,85
3,94
23,70
39,35
Muntpariteit ..
4,8667
19,30
23,8134
408/,,

KOERSEN TE L0NrnN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
14Jan.
1928
21
Jan.
1928
23128
Jan.
1928
LaagsteHoogste
28
Jan.
1928
Ïxandrjë..
Piast. p.
977/,,
9791,
6

9734
Athene

.. ..
Dr. p.
£
366
36734
366
369 368
Bangkok …
Sh.p.tical
1110i,
!/10%
1/10k
111034
1/1034
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.81
27.884 27,85
27.90 27.87
B. Aires’). …
d. p.
$
47
18
1,8
47271
47271
47
28
/
88

4771,
Calcutta
…. …
8h. p. rup.
116
8
1
82

1j6
7
1
54

16
8
1
1/6
7
/64

1/
65
1
84

Constantin…
Piast.p.
940
940
935
960
952k
Hongkong …
Sh. p.
$
2/0la/,
2/034
2/01/,
21071.
2/0
15
1
32

Sh.p.yen
1/11
5

l/11/,
1,
1
11′,
1/1l
2

11
11,
Lissabon
1)
. .
d. per Esc.
27/,,
271
t0

2s1
8

2
15
1
32

2
13
1
52

d.per$
24
24T
23 25
24

Kobe

… …….

fontevideo
1)
d. per
$
50%
508/
5

50
5071,
50111,,
Iontrea11)
..
$
per
£
4.8811 4.88
4.88
4.88k
4.88

exico ……..

R.d.Janeiro
3)
d. per Mii.
164
/8d
5291
56116
1e4
shanghai …
8h. p. tael
217181
217i,
26%
217s
27s1,,
singapore. ..
id. p.
$
2
1
48
144
214
1
1
52

213
81
1
2/4k’
2147184
V’alparaiso
1). $
p.
£
39.37
39.39
39.38
39.40
39.39
Varschau .-.
Zi. p.
£
4334
4334
4334
43%
4334
j ug.

ZILVERPRLJS

GOUDPRIJS
8)
Londen’) N.York
3
)

Londen
23 Jan.

1928.. 2681
6

56s,,

23 Jan.

1928….

84/1134
24

,,

1928..

26i,,

5634

24

,,

1928…..

84/1134
25

1928..

26s/,,

‘5651,

25

,,

1928…..

84/1134
26

1928..

261
16

5634

26

,,

1928….

841114
27

,,

1928..

2611
8

5634

27

,,

1928….

8411134
28

,,

1928..

2634

5671

.

28

,,

1928….

8411134
29 Jan.

1927.. 2715/,,

5951
5

29 Jan.

1927….

84/U(
20 Juli

1914..

24’s,,,

54ij,

20
Juli’

1914…..

84111
5)
in
pence p. oz.
stand.
2) Foreign silver in tc. p. oz.
line.
8)
in 5h.
p. oz.
line

STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

14 Jan. 1928
23Jan. 1928
Saldo bij de Nederlandsche Bank.’
Saldo b. d. Bank
voor Ned.
Gemeenten
/
37.252.083,38
636.890,65
/
48.749.054,61
,,

1.464.664,73
Voorschotten
op
ultimo Dec. 1927 aan
de gem. opvoor haar door de
Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
Voorschotten aan Suriname ……….
36.826.174,96
,,

10.429.443,95
,,

36.826.174,96
,

10.472.666,53
de
Rijksinkomsten
belasting………..

Voorschotten aan Curaçao
Kasvord.we.
credietverst.ajh. buiteni


..,,
128.841.953,31

,,
132.584.349,75
Daggeldieeningen
tegen
onderpand
van Staatsschuidbrieven

……….
Saldo der
postrekeningen
van
Rijks-
..,,

49.274.360,-
,,
46.874.360,-

comptabelen

………………….
Vordering op
het
Staatsbedrijf der P.,
,,

21.369.482,55
,,

24.055.143,87

T.enT.2)…………………………..
Id. op andere Staatsbedrijven 2)

2.895.348.03

,,

2.895.348,03
Verplicht
in
ge
n.

Voorschot door de Nede’ri. Bank


Schatkistpromessen in
fl03.526.000,-

Waarvan direct bij
de
Ned. Bank
28.890.000,-
Schatkistbiljetten
in
omloop’)………fl03.526.000,-
omIoo

……..28.890.000,-

Zilverbons in
omloop
…………….
..11.894.900,-
Schuld a. d. Bank
v. Ned.Gemeenten 2)


11.624.061,50

Id.
aan
Ned.-lndië

……………….,,

18.966.966,98
Id.
aan Curaçao…………………….269.258,21
,,

21.416.894,76
,

247.194,65
Id.
a. h.’
Alg.
Burg.
Pensioenfonds 2)

,,
20.571.062,91
Id.
a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T 2)..,,

61.222.981,11
20.665.602,12
63.387.402,44
Id.
aan
andere Staatsbedrijven 2)……..,

1.315.000,-
1.315.000,-
Id. aan diverse instellingeit 2)
………..5.191.352,03
5.044.864,59
Waarvan /
12.056.000
vervallende op 1
Juli 1929.
In
rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

2
8Jan.1928

Vorderingen:
Saldo bi ‘s
Rijks
kas …………….
Saldo bij de Javasche Bank ……….

Verplichtingen:
Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-lndif
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indjë
Schatkistpromessen in omloop…….
Muntbiljetten in omloop …………
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntionds..
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.

1 1

‘2
I1

1
.1

1

£
12.1O
12.05
N
1) .

,vu,,.m.

,.
ruuuri.
‘juuuupeso.

Ivulreisuoua.
) Not, te A’dam. ‘) Id. te R’dam. 0v. not, part. opg, §) 1 Belga = S frank.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 30 Januari 1928.

Activa.
Binnen!. Wis- (Hfdbk.
f
71.620.225,51

se’s,Prom.,,Bijbnk.

,,

2.517.889,92

enz.in
disc. Ag.sch. ,, 13.030.355,34
,

87.

Papier o. h. Buiten!. in disconto.
Idem eigen portef. . f
183.360,671,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel. »

183.
Beleeningentllfdbk.
f
58.438.250,74
mci.
vrsch.I
in
rek.-crt.l Bijbnk.

,,

7.586.966,53

op onderp. Ag.sch.
,,
– 68.085.257,99

7

1.11V.4O,.0

Op
Effecten..
… .-.
f
130.379.275,26
Op Goederen en Spec.

3.731.200,-

,,
134.110.475,26
Voorschotten a. h. Rijk ……… .. -. … …

,,

Munten Muntmateriaal
Munt, Goud

.
.. f

67.756.995,-
Muntmat., Goud
… ,,
365.449.050,24

7
433.206.045,24
Munt, Zilver, ena.

28.770.186.89
Muntmat., Zilver..

,


461.976.232,13 Belegging 11

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

…………………….,,
23.827.147,02

Gebouwen
en
Meub. der Bank

…… ,,
5000.000,-

Diverse rekeningen
……. .. ….. .. ……

,,
39.608.581,85

7
935.051.578,03
Passiva.
Kapitaal ………….
.

.
… ._…..
.

7
20.000.000,-

Reservefonds
.

………-.. ……

,,
7.027.840,39
Bijzondere reserve ……… ._.
.
.-…..

,,
8.000.000,-

Pensioenfonds

…………………

,,
4.824.089,69
Bankbiljetten in omloop………. .. ..

,,
788.243.580,-
Bankassignatiën in omloop………..,,
690.965,09

Rek.-Cour.
5
Het Rijk
7
49.703.059,67
saldo’s:

k
Anderen

41.698.492,91
91.401.552,58
Diverse rekeningen
.
…. …………,,
14.863.550,28

f
935.051.578,03

Beschikbaar metaalsaldo ………..
f
285,450.579,52
Op de basis van ‘h metaaldekkissg…. ,,
109.388.359,99
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
1.927.252.895,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Data
Munt
1
Muntmat.1

Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal- IkP,.
ek
g;
saldo
perc.

30 Jan. ’28 67.757 365.449 788.244 92.093 285.451 52
23 ,, ’28 67.757 363.388 768.282 88.229 288.020 54
16

’28 67.754 353.472 788.186 77.510 275.586 52

9

’28 67.756 342.235 807.365 84.296 258.718 49
2 ,, ’28 67.764 332.326 840.032 102.154 238.869 45
26Dec. ’27 67.789 332.202 796.784 99.163 248.288 48
31 Jan. ’27 60.469 353.961 819.430 30 847 272.472 52

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437

6.198 43.521
1
) 54

30 Jan. 1928
87.168

134.110
183.361
23

,,

1928
85.915

113.171 183.806

16

1928
98963

116.936
183.658

9

1928
122.838

120.662 183.308

2

,,

1928
138.866

137.681
180.748

26 Dec. 1927
115.144

132.091 168.225

31 Jan. 1927
69.652

146.135
178.027

25 Juli

19141
67.947
14.300
61.686
20.188

1) Op de basis van 21
s
metaaidekking. 2) Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Vnnrnaamsf.e nosten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Çj
Andere
1
oPeisf
z
b.
Discont.
D

reke-

31 Dec.

1927..
1.111 1.679
514 860
517

24

,,

1927-
1.121
1.482
605
864
511

17

,,

1927-
1.121
1.464
621 877 491

10

,

1927..
1.121
1.509
746 871
466

3

,,

1927-
1.120
1.596
694
868
460

31 Dec.

1926-
1.001
1.698
1.024
986
449

5 Juli

1914…
645
1.100 560
735
396

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ben cijfer8 der laatste wdcen zijn telegraliach ontvangen.

21Jan.1928

196.500

318.200

46.600 123.540

14 ,, 1928

196.100

323.000

49.200 121.660
7 ,, 1928

196.800

323.000

49.300 122.340

24Dec.1927 178.306

17.371 319.214

56.112 120.938

17 ,, 1927 178.766

16.913 323.589

51.347 120.978

10

1927 178.597

17.738 323.889

53.399 121.218

3

1927 178.604

17.665 318.023

63.838 120.230

22Jan.1927 198.625

29.351

314.521

73.392 149.178

23Jan.1926 199.495

39.143 348.938

49.900 159.605

25 Juli 19141 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842z)

24Dec. 1927
13.015
26.133
113.783 31.379
52

17

,,

1927
12.740
24.804
117.708
28.683
52
10

1927
13.024
23.275
118.505 30.743
52
3

,,

1927
12.462
24.309 121.310
31.819
51

22 Jan. 1927
12.821
20.778 84.777 49.628
58
23Jan.1926
8.075
24.464
56.631
76.721
60

25 Juli1914
7.259
8.395
1

47.934
2.228
44

‘)
Sluitpost
activa.

2)
Basis
21
,
&
metasidekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

25 Jan. ’28
35.305

56.717

16.526

98.707
41.313 351s1

18

,,

’28
36.484

60.366

19.201

100.132
40.541 33t5,

11

’28
39.629

64.504

14.854

110.061
38.818 31

4

,,

’28
48.294

91.716

13.618

142.730
34.325 21
15
1
16

28 Dec.’27
48.579

74.449

14.562

123.975
33.447 24i1

21

,,

’27
42.984

64.955

18.445

102.902
31.352 2511,,

26 Jan.’27
28.118

72.453

13.734

102.777
34.045
29

22 Juli
1
14
1
11.005

33.633

13.736

42.185
29.297 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste
posten
in millioenen franos.

Waarvan
Te goed
j
Waarv.
D

ee-

e
Data
Goud
in het
Zilver
in het
se

op
het
ningen
buitenl.’)
buitenl. bulteni.

26 Jan.’28 23.500 5.894 27.302

57.128 10.900

32

19

’28 23.500 5.893 27.140

57.591

9.979 138

12

’28 23.800 5.892 27.790

58.160 10.234 135
5 ,, ’28 23.900 5.884 27.739

58.639

9.929

43

29Dec.
1
27 24.550 5.881 26.551

56.551 10.481

26

27 Jan.’27 32.550 5.594 7.225

52.172

5.924

42

23 Juli’14

5.912

943 401

1) Waarvan beschikbaar 463 miliioen.
2)
In disconto genomen wegens
voorsch. v. d. Staat aan buiteni. regeeringen.
3)
Sluitpost activa.

114

ECONOMISCHSTATISTISCHE
BERICHTEN

.1
‘Februari
1928

DUITSCHE RIJKSBANK.

EFFECTENBEUR1EN
Voornaamste posten in inihioenen
RiehMmnr1r.

.

Daarvan
Deviezea
Andere
a a
0
ud
bij bul- teni. circ.
als goud-
dekking
wissels
en
Belee-
ningen
banken
1)
geldende
cheques

21 Jan. 1928
1.863,4
81,4 306,4
2.078,1
23,5
14

,,

1928
1.864,0 81,4 286,1
2.330,9
33,2
7

,,

1928
1.864,5
81,4
285,6
2.635,5
23,1
31 Dec.

1927
1.864,6 81,4
282,0
3.128,7
78,3
23

,,

1927
1.860,6
77,2
279,4
2.416,9
44,1
22 Jan. 1927
1.834,7 128,4
501,5
1.379,7
9,6
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa)
latie
Cr1.
Passiva

21 Jan. 1928
93,3
565,0
3.682,6
708,0
279,8
14

,,

1928
93,3
536,6
,
3.927,9
655,1
280,5
7

1928
93,4
519,3 4.170,9
675,0
275,1
31 Dec.

1927.
93,4
499,2
4.564,0
.779,1
284,9,
23

,,

1927
93,4
474,9
4.046,4
567,4
254,2
22 Jan. 1927
89,6
656,6
2.976,7 1.085,0
203,6
30 Juli

1914
330,8
206,4
1.890,9
944,-
40,0
.,

•,, w.o. l(entenbankscheine 21, 14,7Jan,’28, 31 23Dec.’27,
22 Jan. ’27, resp. 45; 80; 50; 24; 30; 130 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIÊ.

t
Voornaamste posten in millioenen Beteas.

Data

Goud

L
áá

Rekg. Crt.

1927/28 .,,

fl
o

n
.


rj
,
,

__5_
55

26 Jan.
741
475 44
559 28
394

——-

2.056
17

139
19

,,
741
477 43
556
32
394 2.057
15
143
12

,,
734
503
43
569
34
394
2.081
6
161
5

,,
733
514

585 40

2.076
19
170
29 ‘Dec.
719
525

585
35

2.043
32 183
27 Jan.2
622
423
38
478
28
400
1.815 24
122
-,
.0
ut
muLi”Kier gececeera. ) 1927.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BAIIKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
Notes
etc.
member
markt

11Jan.’28
2.807,9
1.575,7 159,3

banks

439,1
gekocht,

392,6
1
4

,,

’28
2.742,5
1.529,1 146,7
520,9
387,1
28Dec.
1
27
2.739,1
1.523,9
123,1
609,2
385,5
21

,,

’27 2.742,3
1.559,0
115,2
578,2
365,8
14

,,

’27
2.792,2
1.633,0
125,8
495,0
381,1
7

,,’27
2.826,7
1.576,9
126,5
443,9
380,0
12Jan.’27
2.916,0
1

1.574,0
155,1
490,5
338,1

Data
Belegd
1
in (.1. S.
zt
Totaal
. –
Gestort
‘Goud-
Dek-
Algem:
Dek-
Gov.Sec.
1
in circa-
latie
””
S)

Kapitaal,
.1
kings-
perc.1) kin gs-
perc.2)
11Jan.’28
545,3
1.679,6
2.517,4
132,6
66,9
70,7
4

,,

’28
627,4
1.760,7
2.536,3
132,5
63,8
67,2′ 28Dec.’27
603,1
1.813,2
2.473,3
132,5
63,9
66,8
21

1
27
588,0
1.821,3
2.434,0
132,4
64,4
67,2
14

’27
597,9 1.766,7
2.448,0
132,3
66,2
69,2
’27
604,2
1.749,8
2.427,3
131,7
67,7
70,7
12Jan.’27 j
..

3 11, 1
1.750,5
2.323,81
125,1
71,6 75,4
– v vruuuuing
lolalen gouavoorraaa tegenover opelschbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito. ) Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in anillioenen dollars.

Data
Aantal
conto’s
1

Beleg-
R
bi

de
Totaal
t
Waarvan
banken
en
1
gingen
1
R
bnk’sI
t

depo-
sito’s
1

time
deposits

4Jan.’28
657
15.631
6.426
1.852
1
20.984
6.6111
28Dec.’27
657 15.433 6.386
1.813
20.494
6.516
21

,,

’27
658
15.357 6.431
1.780 1
20.535
6.504
14

,,

’27
658
15.293
6.365
1.786
20.509
6.471
7

,,

’27
656
15.273
8.348
1.768
t
20.428 6.468
5Jan.’27
684
14.585 5.488 1.750
19.234
5.859

Aan net eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

.
S
,

Amsterdam, 30 Januari 1928.

Dco1
)
merJce]’ijkste gebeurtenis van do achter ons liggende ‘bei’icht.sv,’eek ‘is de disco’ntovei’Jiooging van de Federal Re-
verve Bank te Chicago gewiiest. Deze is al spoedig gevolgd
door denzeliclen maatregel te Bosten en te Richmond, zou-
(lat ter beurze van N e w Y o i’ .k ‘de vrees grooter is gewor-
den, d:’,t cle overige Feclera.1 Reserve Banken oo

k een ver-
hoogiug van den rentevoet zouden toepassen. Tot wit toe is
hiervan eohter niets gebleken, zoo’dat men, aan den anderen.
kant, dc veronderstelling heeft geuit, dat alleen die banken
Ililil rentevoet zouden ‘verhoogen, in wier district een tekort
aan credietmid.clelen zou bestaan of dreigen. Naarmate de
week verstreek, ‘heft deze opvatting sterker baan kunnen
breken, temeer, omdat het de Federal Reserve Bank te
Chicago is geweest, welke bij (le laatste d.i’seo’n.toverhoogiug
slechts aarzelend hiertoe is overgegaan en eerst na ont-
vangen voorschrift van tien Federal Reserve Board.. Het
wekte, bij nader in’/ien, dan ook geen verwondering, dat op
de’zen vrijwel gedwongen stap thans een reactie is gevolgd.
Ter
beur’ze
van B e r lij n is cle stemming tamelijk mat
gebleven. De kalme ontwikkeling van handel en ‘bedrijf
heeft een inkrizopi.ng van de discontoportefeuilie van de
flijkbaak tot gevolg gehad en de ‘hiermede gepaard gaande
veimindering van den ‘biljettenorn’loop heeft eenige uitwer-
king op e geldmarkt uitgeoefend, temeer, omdat voorbe-
reidingen voor dan ,,ultimo” getroffen muesten ‘worden. Toch
zijn cle gelclkoei’sen niet in belangrijke mate veranderd en
men koesterde daw ook cle hoop, dat cle rnaa.ndwisseling een
gemakkelijk verloop zou hebben. Tegelijkertijd zijn opu’ieu.w
geru eliter, ou,trent een aan staande di scontoverlagiii,g door
de Rijksbank in omloop gekomen. Desondanks is de uitwer-
king op cle fon’cl’senmurkt gering gebleven.

Te L o n d en is cle markt onregelmatig geweest. Gedu-
rende cle berichtsweok heeft cle ,,carry-over” van den laat-
sten account” plaats gevonden en deze heeft het bestaan
van omvangrijke hausseposities aan ‘het licht gebracht. De
kooplust werd ‘hierdoor wel eenigs’zins geremd, waartoe ook
cle reeds vermelde disoon’Lo’ver.ho’oging in cle Vereenigde Sta-
ten heeft ‘bijgedragen.
De markt te P a r ii s is in cle laatste dagen veel rustiger
geworden. Buiteninncisehe fondsen hebben veelal op den
achtergrond gestaan, doch ook voor Fran’sche papieren
is
de stealin’ing niet zou vast geweest als enkele ‘weken gele-
den. Aan den anderen ‘kant bleef men cle toekomst gunstig
beoorcleelen, al schijnt het thans wel vast te staan, dat cle
stabilisatie van het betaalmiddel niet vOSr cle verkiezingen
zal plaats vinden. Tct den vasten ondergrond heeft ook
bijgedragen cle verwachting, dat ‘hij het tot stand komen
van een algemeen hooger renteniveau in andere lande,i,
iie stroom van geldmiddelen naar Frankrijk minder krachtig
zal worden, waardoor cle taak van de centrale credietinstl-
ling zou ‘worden verlicht.

Te n o n z e n t is de markt over het algemeen nogal kalm
gebleven. De
beleggingsafdeeling
heeft blijk gegeven, van een vaste tendens, ondanks ‘het feit, dat de geldmarkt eer-
der teekenen van verstijvi’ng in ‘het licht ‘heeft gesteld. De
overweging, dat cle discontoverlaging’ ten oiizent, waar-
mede men ter beurze reeds min of meer rekening had ge-
honden, door cle hierboven besprokdn maatregelen van som-
mige Federal Reserve Bauks vermoedelijk niet zou plaats
vinden, heeft geen invloed op {Ie, ‘beleggingsmarkt uitge-
oefend. De vraag is groot gebleven, vermoedelijk in verband
met het feit, dat op 1 Februari cle staatsleening 1923 A
wordt afgelost, waardoor een ‘bedrag van ongeveer’
f
97.000.000 vrijkomt. 6 pCt. Ned.. Werk. Schuld 1922: 105,
106,
10511/1.6;
4% .pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
100
i5
1,
100″8, 100’/ie; 4%’ pCt. Ned.-In.dië 19926: 98
°fio,
98%
1
99;
5 pOt. Bi

a.zilië 190’3 £ 100: 84; 5 pOt. Brazilië 1913 £
20-
100: 74
1
76%; S pOt. Sao Paule, 1924: 19-7’/4, 1O7/8, 107.
Acsndeelen in ind’ustriecle oiscicrneiningen
hebben sterk
cle aandacht getrokken, voor ‘zo’over het aa’ndeelen Jurgens
en Margarine Unie Jbetrof. Een ‘krachtige stijging t’an het
koerspeil heeft hier plaats gevonden, voor een deel in het
leven geroepen door ‘b’uitenlandsohe kooporders. Daarente-
gen

waren Picilipsaandeelen evenals kunstaijde-aandeelen
veel ‘kalmer. Van Berkel’s Patent:
1
95%, 197%, 198%
1

201; Centrale Suiker
‘Mij.:
102%, 100%, 104%’; Hol-
landsdhe Kun.stzijcle Iuclust,rie’: 164,.169%, 163, 161, 161%
Roll. Mij, t, h. in. vnu ‘werken i. Gew. Beton: 184, 187,
191%., 191; 3urgeu.s: 257%, 269
1
/
8
, 27.5%, 282
1
/
8
, 2.79%’;
Itlaekubee: 127%, 126, 123%, 1.24%; Ned.. Gist- & Spiritus
fbr.: 439, 434
2
440; NecI. Ku’nstzijdefabrjek: 422, 424, 419,
414, 415%; Philips Gloeilampenfahriek: 587%, 580, 572;
Zweeclsche LuciÎer ‘Mij.: 387, 383%, 386, 384%, 387.
De
scheepvaartircar/ct
‘bleef over het algémeen verwaar-
looscl, met een neiging tot recctie. Een uitzondering heb-

1 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

115

ben aandeelen Nederlandsche Scheepvaart Unie gevorma.
beneven.s de aandeelen van die maatschappijen, welke de
Nederlandsche Scheepvaart Unie samenstellen. Er bestond
voortdurend goede vraag naar de claims” van de maat-
schappij en ook nadat cle inschrijving op de nieuwe aan-
leden gesloten was, heeft de stijging nog eenigen verderen
voortgang gehad .FIoUant.’merika Lijn: 87
3
%, 853%, 831,4
;

Java-China-Japan Lijn: 131%, 130%, 131%, 1.303%; Kon.
NecI. Stoomboot Mij.: 951,4, 95; Kon. :Paketvaart Mij.: 228,
230,
2323%;
Net!. Scheepvaart Unie: 1937/
8
, 195%, 197%,
196
1
/.,
; Nievelt Goudriaan: 134, 133, 132 3%, 134%; Stoomv.
Mij. Nederland: 196%, 199.
Tegen het einde van cle berichtsweek ontwikkelde zich
voorts ruime handel in claims cii aandeelen 4f
gemeene Xe-
derlandscic-Indische Eleotriciteils Mij.
Vooral op den eer-
sten dag, dat dc handel in claims van dit fonds was open-
gesteld, was de belangstelling groot. Later is een achter-
uitgang irigetreden, doch de grondtoon bleef ten slotte vast.
4lg. NccL.Tndische Eleetriciteits Mij.: 287, 292, 290% (ex
claim). 275.
Eeu uitzonderrng op de algemeen kalme stemming vorm-
den voorts a:nideelen en obligaties in
Nederlanvd-sch-Indische
hoatrnaatsr/ueppqen,
welke alle een booger koerspeil kon-
den bereiken. Javasche Bosch Expl. Mij.: 97, 97%, 101%,
104; Ncd.-Tnd. Houtaanka.p Mij., 6 pCt. obligaties: 72%,
73%, 74%; Ned.-Ind. H.outaankap Mij., 5 pCt. obligaties:
66, 66%, 677/
s
, 68% ; Ned.-Jnd. Houtaankap Mij. Aand.: 13,
14½, 15%, 16
3
/8,
17%.
De
rnbbernvarkt
toonde ecu zwakke tendens.
sterdant Rubber: 316%, 313, 311%, 310% ; Dcli Batavia
i{ubber: 250, 248,
249%;
Hessa Rubber:
446%,
452, 448%,
447; int ische Rubber: 384 3%, 390, 395, 391, 386; Kali ‘Ie-
lepak: 448, 444, 441; Kendeng Lcnboe: 423, 420, 4183%,
494% ; Majanglanden: 356, 350, 348; Necl.-Ind. Rubber &
Koffie: 338, 333 3%, 327, 333% ; Rdam Tapanoeli: 165,
164%, 162, 164; Serbadjac!i: 327, 329, 321, 324%; Sumatra
Caoutchouc: 269, 260%, 263%, 265; Sumatra Rubber: 300%,
301, 296%, 294%; Ver. Tnd. Cultuuroridernemingen: 197%,
.199%, 195% ; lnkercontinental Rubber: 18U1
5
, 17
t5
1,
13%.
1’abaksea3ccZccle’c
waren stil, doch
wei
iets beter van toon,
nu de voorjaarsi nschiijvingen langzamerhand naderen.
.
endsburg: 684, 690, 691
1
/
2
; Besoe,ki Tabak Mij.: 532, 530;
Deli Batavia Mij.: 576. 5S3
2
581%, 580%; Dell Mij.: 469%,
470, 466%, 479%,
479%;
Oostkust: 274, 272, 271%, 271%;
Scnemba.h Mij.: 510, 507, 510%, 510.
De
suiherniari,t
was bijna onbewogen, ondanks cle berich-
ten, (lat een overeenkomst omtrent den export was bereikt
tussehen enkele Europeesche rietsuiker uitvoerende landen.
Cultuur Mij. der Vorsteulanden: 179%, 180 3%, 179; R.V.A.:
802%, 798, 793, 802, 799%; Javasche Cultuur Mij.: 403,
400%, 396%, 398
1
/2
; Kaldmgor: 447, 416, 448, 449; Moor-
maan: 433, 436, 439
3%,
443: Xcd.-Ind. Suiker Unie: 299%,
298, 296, 2997/8; Pagottan: 300½, 303, 301%; Poerworedjo:
123%, 122%, 124
1
/8;
Sinclanglaoet: 450, 445, 446; Suiker
Cultuur Mij.: 291, 984. 986%, 289%; Tjepper: 805, 810,
807%, 804%; Watoetoelis Poppoh: 844, 840, 837, 833.
De
petroleammarkt
was kalm voor aandeelen Konink-
lijke, doch iets sterker bewogen voor aanc!eelen Peudawa,
hoewel in dit fonds de hoogste noteeringen niet behouden
konden blijven. Do•rdtsche Petr. md. Mij.: 311, 312%,
310%, 313; Gec. Roll. Petr. Mij.: 199% ; Kon. Ned. Petr. Mii.: 337%, 339%, 338; Pe’rlak Petroleum: 76, 77, 763/
2
;
Peudava: 18%. 197/
s
, 283%, 24; Marland 011: 37, 36, 3.5
15
/16.
Mijnaandeele3i
waren over het algemeen vast, voorname-lijk voor Boeton en Redjang Lebong. Alg. Exploratie Mij.:
863%, 82,
83%;
Billiton le Rubriek:
924%,
921; Boeton
Mijnbouw Mij.: 152
5
/8,
157%, 158½, 158; MUller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 85%, 873%, 88, 89; Redjang Lbong: 143,
146, 14934, 153%; Siloengkang: 23, 24; Singkep Titi Mij.:
444, 440, 437, 439.
De markt voor
Smekaendeelen
was rustig en zonder va-
riaties van beteekenis. Amsterdamsche Bank: 186
1
/2,
187;
Roll. Bank van Zuid-Amerika: 69, 67%, 68%, 69; Incasso
Bank:
128%;
Javasche Bank: 344, 343; Koloniale Bank:
271,
269%,
268%, 272; Netl.-Ind. Handelsbank: 177, 176,
178%; Ned. Handel Mij. C. v. A.: 174, 173
1
/8,
1737/; R’dam-
sche Bankvereeniging: 98
5
/8,
98%,
97
5
/s, 98; Twentsohe
Bank: 146%, 145%, 147.
De
A?nerikaanscice af deeling
heeft weinig aandacht ge-
trokken, terwijl de koerssehommelingen zich geheel aan
Wallstreet hebben aangepast. American Smelting & Hef.
Cy.: 177, 180%, 179%,
177%;
Anaconda Copper: 112%,
1 l4’/
i
, 113; Studebaker: 587/
g
, 58, 58% ; United States
Steel Corp.: 149%, 146
0
1,
147
5
/8,
146% ; Atchison Topeca:
193% ,193%, 193; Ene: 63%, 617/8, 61; Naw York Ontario & Western: 30%, 29
1
1
16
, 28
3
/8,
28%; St. Louis & San Fran-
sisco: 112%, 112, 111%, 1117%; Union Pacific: 1897/
s
, 187,
189; VTabash Railway: 65151i6, 64%,63%.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

31 Januari 1928.
I)e t a r
.v
e-markt is deze week weder zeer weinig leven-
dlig geweest en voor vrijwel alle soorten zijn de prijzen in
dcii
loop der week wat gedaald. Weliswaar zijn de berichten
uit de Vercenigde Staten over de te velde staande winter-
tai,we lang niet onverdeeld gunstig. In het dal van den
Ohiio schijnt nog al wat last te worden ondervonden van
het gebrek aan sneeuwbedekking en de koude heeft daar, volgens de Amerikaansche berichten, het gewas nadeelig
beïnvloed, terwijl nog altijd in -het Westen van Kansas en
nu ook in Nebraska over di-oogte wordt geklaagd. Dat hier-
van geen prijsstijging van taaive het gevolg is geweest,
zelfs niet aan de Noord-Ameri.kaansehe termijumarkten,
hangt samen met de ook nu weder teleurstellende Europee-sche vraag en vooral met de zeer groote verschepingen van de afgeloopen week. Uit Argentinië is namelijk weder zeer
veel tarwe afgeladen en bovendien ondergingen cle voor-
raden in de Argentijnsche havens nog een aanzienlijke ver-
meei-dering. Daar ook uit Austrahië flinke verschepingen
werden gemeld, ging van het Zuidelijk halfrond op de tarwe-
prijzen een druk uit, welke den invloed vail de minder goede
Ainerikaansche oogst.berichten geheel ncutraliseerde. Zoo
slecht was de omzet in Engeland, dat aan de Londensche
markt eenige dagen zijn voorgekomen, waarop geen enkele
transactie in tarwe werd gerapporteerd. Ook in Iiiverpool
waren de zaken van zeer weinig beteekenis, doch in som-
mige der outports was de vraag althans nog iets beter. Ook
aan de meeste vastelandsche markten werden zeer weinig
zaken in tarwe gedaan. Slechts Italië trad geregeld als
kooper op van Australische en Canadeesehe tarwe, terwijl
een stoomende lading Platatarwe verkocht werd! naar Por-
tugal. Later volg:le daarop nog een lading op Januari-alla-
ding. Deze verkoopen naar Zuidelijk Europa steunden
eenigszins de Engelscihe markt, doch in Duitschland, Me-
derlandl en België was de kooi lust zeer teleurstellend, ter-
wijl ook in Frankrijk slechts zeer weinig buitenlandshe
tarwe werd gekocht, omdat daar het aanbo:l uit den eigen
oogst in het grootste gedeelte der behoefte voorziet. De
mai’kt wordlt bij voortduring beïnvloed door de zekerheid,
dat er in de gezamenlijke productielanden te veel tarwe
aanwezig is voor cle waarschijnlijke behoefte van het si-
men en dat de deze week gepubliceerde laatste raming
van dien Canadeeschen oogst 4 millioen busbehs lager was
dan de vorige, heeft niet tien minsten invloed gehad. Meer
aandacht wijdde men aan cle telkens weder uitstekende
berichten uit Argentinië, welke algemeen leiddlen tot het
vermOedlefl, dat de eenigszins verlaagde Argentijnsohe oogst-
raming van de vorige week niet optimistisch genoeg is
geweest. Ook een publicatie van het Internationale Insti-
tuut van den Landbouw te Rome trok de aandacht, omdat
daarin de stand van het wintergraan op het Noordelijk
halfrond als gunstig wordt beschreven en voor de Europee-sche productiehanden geen sprake is van vermindering van
den uitzaai, waarvan den laatsten tijd voor sommige dier
landen telkens sprake was. Het overzicht van het Insti-
tuut omvat echter nog niet alle Centraal- en West-Euro-
peesche landen. Een oogstbericht van de Fransche regee.
ring bevestigt echter voor Frankrijk reeds, dat de uitzaai
vrijwel gelijk is geweest aan dien van het vorige jaar en
besch.rijft den stand op 1 Januari als bevredigend. Na dien
datum schijnt echter het vintergraan in Frankrijk nogal
van regen geledlen te hebben. Ten gevolge van deze oogst-
berichten en de beperkte Europeesche vraag hebben de
markten in de uitvoerlandlen zich niet kunnen staande hou-
den, al waren dan ook de prijsverlagingen niet groot. Te
Chicago en Winnipeg bleven zij beperkt tot % ï 1 cent per
60 lbs., doch cle flauwe vrachtenmarkt had ten gevolge, dat
verschillende tarvesoorten in Europa vrij vat lager te
koop kwamen. Bovendien was Argentinië flauwer dan Zuid-
Amerika, want aan de termijnmarkten te Buenos Aires en
Rosario is de tarweprijs in den loop der week 10 h. 15 een-
tavos per 100 KG. gedaald.
Weinig kooplust bestond ook deze week weder voor
r ogg e. Ofschoon cle verschepingen uit Noord-Amerika,
zoovel als uit Argentinië, klein blijven, heeft de hooge rog-geprijs, welke slechts weinig lager is dan clie van verschil-
lencle tarwesoorten, nog steeds tea gevolge, dat de vraag
naar rogge veel kleiner is dhan anders. Nadat de prijsver-
hooging, die de vorige week te Chicago voor rogge was tot
stand gekomen zich eenige dagen heeft kunnen handhaven,
is dan ook later een flauwere stemming ingetreden. Wel was
27 Januari te Chicago nog een vaste dag voor rogge, doch
daarna ging de prijsdaling weder voort en op 30 Januari
sloot de markt 1 k 1% dollarcent per 56 lbs. lager dan
een week tevoren.
M a T s heeft
in
het begin der week eenige zeer flauwe

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data

Tarwe Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnzaad
Mej
Mei Mei
Febr.
Febr.
Febr.

14,95
1
)
28 Jan.’28

1301/
1
)

8711
81
)

54
1
/
81
)

10,901)

8,90
21

,,

1
28

131

.1)

883,

1)1
5181)
1 1,_
1)
8,85
15,05
1
)
28Jan.’27

142
81i
4831
8

11,35
6,15
14,75
28Jan.’26

1757/
s

85
447/
8

13,35
7,40
15,90
28Jan.’25 285
13271
8

603.
18.75
11,_
25,85
20Juli’14

82
5631
8

363,
9,40
5,38
13,70
1)
per Mrt.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
1

30Jan. 1 23 Jan.

1

3 Jan.
1928

1

1928

1

1927

Tarwe (Hardwinter
II) .-.’
13,50
Rogge (No. 2 Western)

•1
12,80
Mais (La Plata)

………
214,-
Gerst (48 lbs. malting)

1
246,-.-..
Haver (Canada 3) ……..
1

12,95
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata-zaad)..’
13,80
Lijnzaad (La Plata) …..
8

1)
per 100 KG.

1)
per 2000 KG.

13,65

15,10

12,75

13,-.-

214,

171,-
249,- 227,-

13,-

11,60

13,70
1

12,20

375,-

372,-
8)
per 1960 KG.

116

. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Februari 1928

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

Artikelen

22(28 Jan.

Sedert
1928

1
1 Jan. 1928 Overeenk.

22j28 Jan.
tijdvak 1927

1928

Amsterdam

Totaal

Sedert
1
Overeenk.

1928

1927
1 Jan. 1928
1
tijdvak 1927

Tarwe ……………..
.24.554

119.046

125.761
Rogge …………….2.408

3,727.

20.806
Boekweit ………………-

2.841

758
Mais ………………

12.
.468

64.429

..118.646
Gerst ………………2.609

20.275

29.532
Haver ………………

1.152

6.395

5.600
Lijnzaad …………..1.888

10.855

11.683
Lijnkoek ……………..3.645

17.679

7.953
Tarwemeel ………….3.182

14.764

6.927
Andere meelsoorten ….

112

1.027

1.614

dagen doorgemaakt niet een aaunienlj•ke prijsdaling, spe-
fdaal voor oude mais, aan de Argentijnsehe termijnina.rk-
ten. In Europa was plotseling het vertrouwen in de maïs-
prijzen geheel verdwenen en vooral in Noord-Duitschland
‘was, gedeeltelijk in verband met cle lage vleeschprijzen, de
vraag zoo slecht, dat de prijzen er een zeer sterke daling
ouclergingen. Speciaal te Bremen was dat he.t geval en de
.1 isuiwe stemming aan
cis
markten in Noord-Dcutsohland liet
zich
ook in Nederland sterk gevoelen wegens’ verkoopen van
op Rotterdam stoomeude partijen door Duitsahe .weclerver

koopers, Daarbij werd uit Emclen vrij wat mais verkodht
naar het Noorden van Nederland tot lagere prijzen clan
de te Rotterdam geldende. Ook in Engeland trad een aan-
zienlijke prijsdaling in, doch na eenige dagen begon cle
markt zich te herstellen. De verschepingen van Argentinië
varen namelijk weder kleiner dan tevoren, terwijl ook de
voorraden in de Argeutijnsehe havens verder verminderden. De aanvoeren te Antwerpen en Rotterdam vonden ten slotte op bevredigende wijze opname, al waren dan ook de prijzen
wat gedaald, en ten slotte is ook in Noorcl-Dui.tsehland de
markt vrij wat verbeterd, nadat cle sterk gedrukteprijzen
daar eerst geleid hadden tot verkoopen van Platamaïs naar
Engeland en Noord-Âmerikaansche maïs naar Nederland.
Een veel grootere rol is in den loop dezer week Noord-
A.inei-ikaansche mais aan de Europeesche markt gaan Spe-
len. Naar Nederland werden flinke zaken gedaan en ook
Engeland en Noord-Duitschland toonden belangstefling, doch
de omzet was nog niet groot genoeg om te Chicago een
rijsstijging teweeg te brengen. Eerst op 30 Januari was cle
maïsmarkt daar vaster en kiwam de prijs er na de prijsdla-ling van het begin der week weder op hetzelfde peil als op
den 23sten. Die vaste markt vân 30 Januari had den vel-
genden dag in Nederland ech.ter nog niet veel invloed.
In Argentinië staat nu oude Platamaïs weder veel hoo-
ger dan in het midden der week, evenals in Engeland en
op het Europeesche vasteland, waar op het oogeublik Rot-
terdam de beste markt is. De prijs voor oude Platamais be-
vindt zich daar echter op het oogenblik vrij’,wat beneden dc
in Engeland geldende. Voor den nieuwen maïsoogst in Ar-
gentinië blijven de vooruitzichten uitstekend, doch de markt
blijft dok daarvoor vast, hetgeen ten gevôlge heeft, dat de
zaken op afladiug in voorjaar en zomer naar Europa nog
niet groot zijn. Na de inzinking van het begin der week
sloot nieuwe maïs op 30 Januari op de Argentijnsche ter-
mijnmarkten weder 10 ceiltavos per 100 KG. hooger. Voor
oude mais bedroeg het prijsherstel te Rosario 25 centavo
dodh te Buenos Aires slechts 5 centavos, nadat op deii
30steu een val van 20 centavos had plaats gevonden. De
laatste dagen echter zijn voor spoedige mais de fluctuaties
aan de Argentijnsohe termijnmankten van minder beteeke-
nis dan die te Chicago. Uit Zuid-Afrika en van den Donau
wordt tegenwoordig weinig mais verscheept en nu de Ver-
eenigde Staten weder een groote rol op cle Europeesche
markt beginnen te vervullen is daar trouwens ook voor mais
uit Zuid-Afrika en andere kleinere uitvoerlanden, zooals
Nederlandsoh-Indië, de . belangstelling v4rminderd.

3.800

5.994

122.846

131.755

3.727

20.806

67

2.841

825

11.721

21.774

76.150 ,

140.420
300

2.120

602

s
11
22.395

30.134

6.395

5.600
890

23.159

9.828

34.014

21.511
100

100

17.779

7.953
782′

3.880

2.818

18.644

9.745

1.027

1.614

G e r s t blijft wegens de hooge prijzen zeer stil. In
1)uitschland is voor deze graansoort de vraag zeer onbevre-
digend, doch de gerstmarkt in Noord-Amerika heeft zich
goed kunnen staande houden en het aanbod uit Noord-
Amerika is niet groot, evenmin als cle versdhepin.geu De
Van tijd tot tijd optredende verlagingen voor gerst uit
Noord-Amerika hebben in den loop der week vrij geregeld tot zaken naar Nederland geleid doch de omzet blijft klein,
terwijl andere soorten, waarbij ook Platagerst, nog mooi-
lijkcr te verkoopen zijn da.n Noord-Amerikaansohe.
H.
1 v
e r blijft in Argentinië vast, hetgeen de zaken be-
lemmert. Voor Chili- en Plata-gerst bestaat in Engeland
wel vrij goede

vraag, doch men is er slechts bij uitzonde-
ring beicid om de tegenwoordig verlangde prijzen te beta-
len. Op het vasteland wordt weinig buiteulandsche haver
gekocht, of schoon ook daar met het voortschrijden van het
seizoen de belangstelling wel eenigsains verbetert. In West-
Duitsohland hebben in vele gevallen de houders van Plata-
haver hunne partijen naar naburige landen verkocht, zoo-
dat bij herstel der vraag nieuwe inkoopen van Argentinië nooclig zullen zijn. –

SUIKER.
Het voornaamste feit der afgelopen week iv
Is
de beves-
tiging van het bericht, dat President Machado van Cuba de
siiikerrestrictie-wet voor 1928 geteekend heeft. De produc-tie iverd vastgesteld op 4.000.000 tons, waarvan
:150.000 tous voor Consumptie op Cuba

600.000

andere landen van de Vereen. Staten

200.000

., reserve
3.050.000 ..

cle Vereen. Staten.
De op 1 Januari 1928 vastgestelde 250.000 tons restant
oogst 1926/27 worden ook aan de Ver. Staten toegewezen,
zoodat dit land voor het jaar 1923 over 3.300.000 tons zal
beschikken. Welke verkooppolitiek dc Cirbaansohe Export
Vereeniging echter zal volgen is nog niet bekend, zoodat de onzekerheid te dien opzichte nog niet weggenomen is.
De verschillende zui’kermkrkten bleven deze week dan ook
weifelencl van toon.
In N e iv Y o rk sloten de noteeringen na eenige kleine
finctuaties nagenoeg op doze]f de cijfers als aan het einde
der voorafgaande week nl Spot Centr. 4,40; Maart 2,67; Mei 2,75; Juli 2,84.
De ontvangsten in de AU. havens ‘der V. S. bedroegen deze
week 35.000 tofis, de versmeltingen 44.000 tons, togen 41.000
in 1927 en de voorraden 172.000 tons tegen 135.000 tons.
De totale ‘bietsuikerprociuctie der V. S. bedroeg 962.000
tons tegen 801.000 tons in de vorige campagne.
• Prompte Cubasuiker werd deze week tot prijzen dalende
tot 2.518 cle. . & Ir. New York verhandeld, waarna weer
eeilig herstel intrad.
De 1 natste C idb a-statistiek is als volgt:
1928

1927 ‘

1926
Tons

Tons

Tons
Cubaansche prod. tot 2411 ..

52.011

475.395 , 843.670
Weekontv. afscheephavens ..

26.807 200.166 137.750

1 Februari 1928

ECONOMISCHS.TATISîFiSCHE.BERICHTEN

117

Totaal sedert 111 tot 2411 . . .

26.807 278.438 538.045
Werkende fabrieken

154

168

160

Weekexport ……………..1.603

63.315

74.657

Totale export 111 tot 2411 .

1.603

70.460 279.713

Voorraad afscheephavens ..

132.382 232.983 271.311
Voorraad Binnenland

191.957 293.116

In E n ge 1 a n cl sloot de ‘termijnmar’kt na een scherp her-
stel, welke,volgde op een z’wake tendens met atbrokkelende
p.rijlzen, deze week als volgt:

Jan. Sh. 15/9

.

Aug. 5h. 1616
Mrt. ,, 16101

Dec.

Mei

,, ‘1613

a
Op J ‘v a verkeerde de markt de afgeloopen week in lus-
telooze stemming. Prijzen voor tweedeihandsch suiker onder-
gingen nagenoeg geen verandering.
II
i e r t c 1 áii de konden prijzen op de termijnmcrk
4
;
zich
vrijwel handhaven en trokken de noteeringen tegen het einde
der week nog ietwat aan. Aan het slot waren deze a.v.
Maart
f
17%; Mei en Aug.
f
17%; Dec.
f
177/
s
. De omzet
bedroeg 2700 ton’s.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 25 Januari 1928.
De flauwe stemming van Amer’iikaansche katoenprijzen
van de vorige week ‘bleef ook deze week aanhouden, zoodat
Mid-American ,,’spot” gisteren iu Liverpool 10.38 noteerde.
New-York sloot ‘gisteren 18 tot 13 punten lager, terwijl
Liverpool hedenmorgen 9 tot 13 punten lager opende. Het
is ve1 vermeklenswaarci, dat het aantal balen geginde ka-
toen tot. 15 Januari 12.502.000 ibedroeg tegen een finale
oogs’tschattin’g van 12.789.000 ‘balen. Toen het eerste Bu-
reau Rapport op S Augustus gepubliceerd werd, stegen prij-
zen in Liverpool van 9.17 tot 10.69, dit is tot ongeveer het
prijsniveau van de vorige week.. Gedurende ‘het seizoen ble-
ven prijzen geleidelijk stijgen, terwijl ‘het hoogste punt van
12.67 op 9 September ji. bereikt werd en na dien tijd prij-
zen langzamerhand afbrokkeide’n. Wij zijn nu niet meer al
‘te ver van 9%; d. futures verwijderd, hetgeen men steeds
genoemd heeft als ‘basis, waarop betere zaken mogelijk zou-
den zijn. Wij moeten nu af wachten, of men ‘bij de momen-
teele prijzen meer ‘vertrouwen ‘in ‘het huidig niveau zal
krijgen en zaken zullen toenemen. Egyptische soorten zijn
eveneens flauwer.
In de ,Ameriikaansohe garenmarkt is weinig te doen. Er waren slechts weinig spinners, clie gisteren ‘hierover gun-
stig raipporteerden, terwijl men ‘zoowel grovere, medio en
fijne nummers twist en vef t slechts kon verkoopen tegen
een grooter prijsreductie dan de daling, van ruwe katoen-
rprijlzen toeliet. De omizet was dan ook zeer gering en ‘slechts
k.leine hoeveelheden werden ‘voor direct verbruik
ge-
boekt. Ook naar ‘getwijn.de garens bestond weinig vraag.
In Egyptische soorten gaat eveneens weinig om; ‘hier en
daar ‘zijn enkele posten afgesloten, doch deze dienen slechts
om de looans van week tot week aan
‘ ‘het werk te houden.
Verkoopen van alle soorten getwijnde garens ‘zijn ook ge-ring, waarvoor de flauwe ‘stemming van ruwe katoen ver-
antwoordelijk is. Deze toestand zal waarschijnlijk blijven
voortduren totdat prijzen van het ruwe materiaal wat vas-ter worden, daar koopers ‘huiverig ‘zijn om thans zaken te
doen.
De doeikmar’kt is kalm en prijzen blijven vast. Wel is er
nog steeds een goede vraag, doch koopers zijn ‘uiterst voor-
zichtig en ‘bij elke prijsdaling van ‘het ruiwe materiaal miii-
der geneigd tot koo’pen over te gaan. Voor de Oostersdhe
markten is de kwestie van levertijd nog steeds ‘het voor-
naamste punt en men i’s minder geneigd ver voorui’t te
koopen, daar men vreest, dat de gçederen dan op een min-
der gunstig tijdstip zullen arriveeren. Om deze en andere
redenen worden er geen ‘zaken op ,gi’o’ote schaal gerappor-
teerd, doch uitsluitend kleine orders voor prompte leve-
ring, ‘aooals wij de vorigew eek reeds schreven.

Liverpocdnoteeringen

Oost. koersen 17Jan.24 Jan.
18Jan. 25Jan. T.T.opBr.-Indië 116′ 116
F.G.F. Sakellaridis 17,70 17,10 T.T.opHongkong210 vac.
G.F. No. 1 Oomra 7,80 7,50 T.T. op Shanghai 2/7% vac.

KOFFIE.

De stemming voor het artikel bleef in de afgeloopen week
geheel onveraniderd. De kost- en vrachtaanbiedlin,gen van
Brazilië zijn in doorsnede feitelijk nog ‘dezelfde als ‘die van
een aveek tevoren en ook in de prijzen van Ro’busta kwam in Indië geen verandering.. Tot omizetten van beteekenis kwam
het echter niet, daar cle afzet, zoowel naar het binnenland
als naar buiten, beperkt was.
Ook in loo was de af’zet niet groot; de zaken welke tot

stand kwamen, bepaalden zich hoofdzakelijk tot die, welke dienden ter voorziening in directe behoefte.
Aan de termijnmarkt liepen de noteeringen van het Ge-
mengd contract ongeveer % 1. % et. terug.
‘Nieuw’s van beteekenis was er deze week niet. Na de vele
berichten, in het einde van ‘het vorig jaar en in de eerste
helft van’ Januari van dit jaar ontvangen, ‘volgens welke in
Brazilië algemeen over gebrek aan regen werd geklaagd,
meldden telegrafisohe mededeelingen in de’ tweede helft van
Januari, dat in ‘de irerschillende districten regen was geval-
len, en than’s zal moeten wo’rden afgewacht of de schade, die
door de korte periode van droogte aan den stand van den
volgenden oogst was berokkend weder goedgemaakt is. Wel-
iswaar w’ercl via New York de volgende Santos-oogst in den
laatsten tijd van verschillende zijden op 7%
á
8 millioen ge-
– raa.md, doch voorloopig lijkt het voorzichtiger om vast te
houden aan de raming van 834 millioen balen, welke aan
‘het einde van 1927 naar aanleiding van betrouwbare be-
‘-richten, rechtstreeks uit Brazilië ontvangen, alhier was op-
gemaakt.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superi’or Santos
op prompte versciheping zijn thans ongeveer 95/- á 99/6 per
cwt. en van dito Prime ongeveer 1021- á 103/-, ‘terwijl zij van
Rio type New York 7 met beschrijving, prom.pte versche-
jidg, bedragen 67/6 h 6819.
Van Robusta op aflading van Nede’rland’soh-Indië zijn de prijken in de eerste hao’d op het oogenbli’k:
Palenabang Robusta, Januari-verscheping, 3334 ct.; Palem-
bang Roibusta, Pebruari-versoheping,
3334
ct.; Palembang
Robusta, Maart-‘verscheping, 33% ct., alles per
34,
KG. cif.,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
— De officieele loco-noteering bleef onveranderd 60 ci.. per
‘/’ KG. voor Superior Santos en 46 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de oehend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd contract
basis Good

basis Santos Good

Mrt.
1
Mei
1
Sept.
1
Dec.
11
Mrt.
1
Mei
1
sept.I Dec.

’31 Jan.

487,
5
47

46

41
71 40% 3951
8
3871
24 ,,

4871
8
47

46

42% 41% 40% 3951
5

17 ,,

4871
8
47

46

4271 42

407/
8
40%

10 ,,4871 47

46

– 42

414 40% 39′

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis’ Rio No. 7) waren:

Maart
1
Mei
1

Sept.
j

Dec.

30 Jan
$
13,61
$
13,44
$
13,17
$
13,06
23
,,

13,62
,,

13,42
,,

13,18
13,10
16
,,

13,85
,,

13,68
13,35 13,27
9

,, ,,

13,38
,,

13,32
,;

13,13
13,05

Rotterdam, 31 Januari 1928.

(Mecledeeling van de Vereeniging voor ‘den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te Rio
Wisselkoers
teRio
op Londen
Voorraad

1 Prijs


te SantoW
________
Voorraad
(In Balen)
1
No.7
1
)
(In Balen)

30 Jan. 1928
350.000
24.375
947.000
1
33.000
6
23

1928
377.000
1
24.850 895.000
33.000
61!
leS
16

1928
,
357.000
1
24.500
949.000
1 33.000
6′
64
31 Jan. 1927
282.000
26.000
913.000 27.000
583/4

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data


Afgeloopen

Sedert Afgeloopen I. Sedert
week

1Juli

week

1
1Juli.

28 Jan. 1928

58,000 2.543.000 181.000 6.207.000

29 Jan. 1927

48.000 1551.000 215.000 5.516.000
-.
1) In Reis

THEE.
De stemming op de t’heemarkt in de afgelooipen week kon
een ‘kleine verbetering wijzen. Bij de eerste Londensche
veilingen in het begin der ‘week toonden de meeste prijzen
»og een teruggang van
34
tot
34
d., waarbij de ordinaire
hoorten w’eder vooraan gingen, doch in het verdere verloop
van de week verbeterde de vraag over de geheele linie, zoo-
dat de Javaveiling ten volle prijshoudend verliep, terwijl
alleen ‘de ordinaire en zeer ordinaire soorten een prijsverla-
ging te zien gaven van
34
tot 34
cl..
per lb.
De totale N.Br. Indische theeoogst voor 1927 wordt op-
gegeven als te ‘bedragen 336,9 millioen lhs. tegenover 339,9
m’illioen l’bs. over 1926.

118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
Februari
1928

De achterstand bij 1926 vergeleken hediaagt dus slechts
3 millioen lbs.
Amsterdam, 30 Januari 1928.

COPRA.

G’edu’rend,e de afgeloopen week
was
de markt kalm ge-
stemcl. Consumenten toonden weinig ‘belangstelling.
De slotnoteeringen zijn:
Nederl.-Indische f.m.s. stoomend
f
34,—.
aflading
f
337/s.

IJZER.

Zoowel de ruwijzer- als de staalmarkt hebben een u.itge-
sproken vaste tendens. De staalmarkt staat onder den in-
vloed ‘van de verhooging der voor de Duitsohe markt gelden-
cle syndicaatsprijsen, zoowel als onder dien van de o.prinh-
ting van een verkoopkantoor voor halffabrikaten en balken
in Frankrijk.
Het 0. S. P. M. (Frankrijk) verhoogde de ij’zerprjzen niet –
10 frs., ingaande 1 Februari.
Het Roheisenvea

band besloot voor Februari de, prijzen
onveranderd te laten.

Noteering in de Week van

115121 Jan.122/28 Jaj24/30 Jan.
1

1928

1

1928
‘1

1927

Ruwijzer.


f.o. t. f’urnace
.Sh.
Sh.
,
Sh.
Cleveland Foundry no. 1
6
1
>j.
67h
11
90
3
651-
65
8511,

39

4
64/-
64
841,
Hematite East Coast
mixed numbers
69
69
90

Wagon départ Longwy
(Lot haringen)
Frs.
Frs.
Frs.
Moulage

………….
425,_
425,—
540,-
Semi.phosphoreuse …
460,—
460,_

580,_
eb Werk Rheinl..Westfafen
Mk.
Mk.
Mk.
Giessereiroheisen no. 1

86.50
86.50
88.-
,,

3
82.—
82.—
86.-
Uhmatit………….._
87.50 87.50
93.50
fob. Antwerpen
Sh.
Sh. Sh.
Gieten) ruwijzer no. 3
61-62
61i-62

75-78

Walsproducten.
f.o. b. Antwerpen (vrijbi.)
Sh.
Sh.
Sh.

97_98
99-100
100-102
Stafijzer……………
118_1184
118-119 .
120
Plaatijzer 5 mM………
3

,,


…..
1234_124
123_124
130

METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper,
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch
Tin
Lood
Zink

30Jan, 1928-
62.151-
66.15/_
249.1716
21.216
26.51_
24

.

1928
62.1716
67-./_
251.176
21.151-
26.51_
16

1928..
61.716
66.151-
249.716
21.151_
25.151-
9

,,

1928..
61.1716 67._
1
1
_
258.216
21.17j6
26.26
31

1927..
54.10/..
62.2
J
5
292.216
26.101-
29.51-
20 Juli
1914-
61.-1-6
,
145.151-
19.-/-
21.1012

STEENKOLEN.

De positie is de laatste dagen wat makkelijker geworden, alhoewel de prijzen zich over het algemeen goed gehouden
hebben. De mijnen in Engeland zijn voor de eerste paar
weken ruim van orders voorzien en prjsconcessies zijn niet zoo gemakkelijk te krijgen als enkele maanden geleden. Er
wordt groote belangstelling getoond voor het Three Coun.
ties Scheme, dat bepaaldelijk zal werken voor den kolenhan-
del op de Humber, met de ‘bedoeling de productie, distribu-
tie en den exporthandel te regelen. De laatste zou worden geholpen door het heffen van een kleine belasting op alle
in de drie districten geproduoeerde kolen.
In Duitseliland groote levendigheid op kolen- en cokesge.
bied. Hollandsche cokes gaat bij massa’s over Rotterdam den
Rijn op en dringt tot den Bovenrijn door, Op deze wijze
wordt voor den onvermijdelijken ,,Ausgleich” gezorgd.
De prijzen zijn als volgt:


Northumberland Ongezeef de ———
f
9,50
Durham Ongezeefde ……………….. 10,50
Cardiff 213 large 113 smalls ……….,, 11,50
Schotsche Gezeef de ……………… ..10,—


Yorkshire Gevasschen Doubles ….,, 12,25

‘Westfaalsohe

l,Tetföider

…………..

f
13,15
Vetstaakken

………….
,;14,40


.Smeenootjes

….
…….

,,

13,90
Gasvlamförder

………..
13,15
Gieteokes

…………..
.,
16,25
alles per ton van 1000 KG. franco
station RotterdamfAm
sterdam.
Ongezeefde

bnnkerkolen

f.d.b.
Rotterdam/Amsterdam
f 10,10.

Markt prijahoudeud.

VRACHTENMARKT.

De Noord-A.menikaansche graanvrao.htenmarkt ‘is nog steeds ‘zeer slap en er is nagenoeg geen definitieve vraag.
‘Nadat het te exporteeren quan4u.m suiker vaii West-Indië
was vastgesteld op 4 millioen tons, was van deze richting
meer vraag. Een gedeeltelijke lading van Cuba werd gedaan
tegen 171.6 naar 2 havens Havre/Antwerpen/Londen per
einde Jairuari/begin Februari, en sindsdien w’erd de bevrach-
ting van een 4800 tonner gerapporteerd naar het Continent alleen tegen 161- per Fbruani. Van San Domingo werd een
3000 ton ner gedaan naar de gebrhikelijke havens ‘U.K4Con-
tinent tegen 17/6 met de optie St. John of Hai’i.fax tegen
15 cents per 100 l’bs., begin Febr.
De NrVh Pacific was het grootste gedeelte van de week
‘zonder definitieve vraag naar tonnage, doch tegen het einde
kwam een order voor Maart aan de markt tegen 30/6 naar
U.K.fContinent met 6 d. reductie voor Antwerpen/Rotter-
dam, tegen welk cijfer echter tonnage werd aangeboden
‘zonder te worden geaccepteerd.
De markt van La Plata was slap en de vrachten werden
iedeien ‘dag ]ager. Daar er een groot aantal ter versohepihg
gereed liggende ladingen onverkocht bleven en er slechts
weinig koopers aan cle markt waren, hadden bevrachters de
situatie in handen om er profijt van te trekken Voor be-
lading in boven La Platahajvens , werd 21/6 geaccepteerd
naar U.K.JContinent voor Februari en 20)6 van Bahia
Blanea voor dezelfde positie. –
Ondanks voldoende tonnage ‘besdhikbaar was tegen lage vrachten, ten gevolge van de flauw gestemde markt van La
Plata, schenen de ohilisal’peterbevrachters geen interesse
‘voor bevraehting te hebben Een 8200 tonnen werd bevraeh,t
per Februari/Maart tegen de lage vracht van 271-, basis
Continent met opties, terwijl een 7000 tonner per Februari
6 d. meer heeft kunnen bedingen.
De meeste Qostelijke af deelingen werden flauwer gestemd
en de vrachten zijn awakker geworden. Van West-Australië
werd een 5800 tonner gedaan per laatste helft Februari
naar de Middellandsche Zee/UK/Continent tegen 351- en
een 9000 tonaer met iets vrdegere ligdagen tegen 33/9. Van
Kohsichang werd een 7000 tonner hevracht per prom
• pt naar
U.K.JContinen’t op basis van 30/. rijst. Van Burmah was
meen vraag naar tonnage. Per Februari is 2613 tot 27/6
betaald basis 1 haven Antwerpen/Elamburg range. Bevrach-
ters zijn nu nog
aan
de markt voor Maart tegen 2613 met
Adriatische opties De vrachten van Britsch-Iadië op d.w.
‘basis zijn gezakt. Een Februani’boot van 7000 tons werd
gedaan van Bo’m’bayfKarachi/Marmagoa naar het Continent
tegen 221- per Februari.
De Midclellandsche Zee was vast tegen onveranderde
vraohten. Voor erts werd om. betaald: Melilla/Rotterdam
419, Cardiff. 516, La G’oulette/Rotterdain 417Y2, Hornillo
Bay/Tyne doek of Sunderland 6/6, Alnieria/Rotterdam
41103.. Voor fosfaat werd een boot naar Rotterdam be-
vracht tegen 71-.
De Golf van Biscaye was levendiger en de vrao,hten zijn
iets beter geworden. Van Bilbao naar Rotterdam werd
51-
betaald, Bilbao/Cardiff 5/9.
De uitgaande Engelsche kolenvrachten waren vast en de
vrachten voor pronipte tonnage naar de Middellan’dsche
Zee zijn hooger geworden. Van Wales werd om’. betaald:
Lissabon 81-, Genua 91-, Alexandnië 10/9, Dakar 8(3, Ber-
muda 6/9 en van de Oostkust: Antwerpen 2/9, Rouaan 41-1
Alexanclrië 1016, La Plata 1116

RIJN VAART.
Week van 22 t(m. 28 Januari 1928.
De aanvoeren van ‘zeezijde ‘bleven stationnair. Scheeps-
ruimte, zôowel naar den Boven- als naar den Benedenrijn bleef ruimschoots ‘beschikbaar. Tot in het laatst der week
bleef de vraag gering, daarna trad eenige verbetering in.
Vooral ‘voor erts naar Dortm’undfllardenberg was de vraag
zeer levendig. Nog steeds sleepten verschillende particuliere
schepen op eigen risico ledig naar de Ruhrhavens om al-
daar kolen te laden. De vrachten bedroegen: voor erts naar
de Ruhrhavens
f
0,40 met Y
4
en
f
0,60 met

lostijd; naar,
Dortmund/Hardenberg:
f
1,30 met
Y4
en
f
1,40 met
lostijd; naar den Bovenrija: ca.
f
1,— per, last met ver-
korten lostijd

Auteur