Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 598

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 15 1927

15 JUNI 197

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch.Statistische

Berl
‘achten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR
HANDEL; NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

ORGAAN i’OOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E
JAARGANG

WOENSDAG

INHOUD.

131z.
DF
STAAtSGARANTIE VOOR HET MIDDEN5’I’ANI)s13ANK-
WEZEN
door
Prof. Mr. ]Jr. G. M. Verrijn Stuart . .. .528
De Economische Conferentie III door
Mcj. Mr. E. U. ‘van
Dorp
…………………………………….
530
De achteruitgang van den Nederlandschen uitvoer naar
Oost-Indië 1 door
W.
de Cock Bunisg …………..533
BUITENLANOSCHE MEDEWERKING:
De concessies van Sovjet-Rusland door
P.
0/berg…. 536
AANTEEK ENINGEN:
Het rapport van den Commissaris bij de Duitselie
Rijksbank ………………………………
538
Amsterdam als wisselmarkt ………………..
540
J)e Economische toestand van Suriname in 1926 . ..
541
Indexcijfers van scheepsvrachten …………….
543
STATISTIEKEN EN 0vERZI0HTEN
…………….
544-550
Geldkoersen,

Bankstalen,

Goederenhandel. Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.
I
Verkeerswezen.

IN,S”I’ITUU’J’ VOOR ECONOMiSCHE GESCIIRIP’JEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Tcrpstra.

ECONOjIIISC 1i-S’J’ATISTiSCiIE BERICHTEN.
(JOMMISSLJ!J VAN ADVIE,S:
Prof. Mr. D. van 13/om; J. van ilasselt; Jhr. 1Ir. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der itlandele; Prof. Dr. E. Aloresco;
Mr. J)r. L. P. ii. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Reugers; Prof. Air. 11. R. Ribbius; Jan Schift/in/s; Mr.
Q. J. ‘l’erpstra, Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.

Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon lVr. 3000. l’ostrekening
8408.

itbonnenwntsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
Jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van liet Instituut ontvangen liet weekblad gratis.
De verdere publicaties van liet instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor voo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
vol gans tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh it van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdani, Amstcrda,n, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

14 JUNI 1927.

Ook deze Nvock onderging de geldmarkt nog wei ng

vom’andcri lig..! let aanbod van wissels bleef nog zeer

groot, vooral .i ii het begin der week, zoociat Woensdag

meestal zelfs 3% püt. moest toegestaan worilen. Later

i)egotm liet aanbod viii wissels wat, te verminderen, ter-

vijl tevens lol’s meer geld beschikbaar kwam; zooilat


1;111
liet ei ole der woek regelmatig voor 35[i,, pOt, kon

worden afgedaan en enkele posten ook wel voor 3

pUt. plaatsing konden vinden De prolongatierente
noteerde 4-434–4i4-3% POt.

* *
*

Op de balans van De Nederlandsche Bank geeft do

post bininerilciiulsehe wissels opnieuw een. vermoorde-

15 JUNI 1927

No. 598

ring ite zien, di t,niaal echter slechts ten bedrage ‘ai’i

1
3,8 millioe.n. De beleeningen blijken met
f
7,8 ruil.-

lioen, te zi teruggegaan.

De got ul voorraad der. Bank vertoont een stijgi lig

van een kleine 16 millioen. De voorraad zilveren

munt nam met ruim
f
300.000 toe. Papier op heR bui-

tenland bleef
Oj)
deze]fde hoogte, terwijl iie diverse

rekeningen op cle actiefzijcie der balans ‘zich
f 2,2
mii II-

Ii oon hoog’e.r stel den.

De bi l.jottenci.rcul ati e vermincle:rcle met
1
12,9 mil-

1 ioen: liet tegoed van het Rijk blijkt met
f
0,4: mli-

lioen te ‘zijn toegenomen. iie saldi van anderen stegen.

met
.1′
i1 miltoen. liet besciukhaar metaalsalcio klom

mei
.1′
5,4 mii] beu. lIet dekkiiugspe’rcen ‘age bed rcuagt

ruim 5it.
* *
*

De ‘w’sse]mai1et was zeer stil en in cle koersen van

d goudwiasdis en. van. Frausehe franken kwani

bijna geen verancleiing. New York noteerde 2,49% h

en Londen 12,12%
j
r
Alleen Mad.u-id, Milaan

en Oslo ‘waren. ook ‘verder ‘zeer bewogen, hetgeen na

den ‘sterken val van. :Di.nsdcig niet, te verwon deren was.

Vooral Mad id bleef zeer onzeker. Vaste en flan we

steni nungen’ wisselden af. liet ei toindelijke resultaat

was echter, dat de koers op hetzelfde niveau bleef.

Dit was oo’lc het geval met. Milaan, dat na den sterke

val van Dinsdag verder onveranderd ‘bleef. il’aa,r Oslo

bleef terugloopen en ei nclg’de de week op 64,50.

LO’NDJLN,
13 JUNI 1927.

(iednrende de eerste helft van verleden week was

ei

flinke vraag oaa.r geld in verihand met de teruighe-

talinge.n aan. de Bank van Engeland zonder dat

‘schaarsdhte, zooals hier en ‘daar vervadht was, zich

dcccl gevoelen. l.n de tweede helft van de week werd

gold gemakkelijlc en liep de prijs voor ,,overnigh’t.
1110-

1

iey” tot 3 h 3i-4 POt. terug.

Disconto blijft bij voortduring zeer va’st en trok

zelfs iog iets aa:m tot 4
5
fie_-_%,
toen bekend wand, dal;

al het, ingevoerde Afrikaansciie goud voor buitenland-

sche rekening was aangelcocht,. Verder ‘werd een. half

mi.11ioen goud naar Holland uitgevoerd, hetgeen ver-

moedelijk slechts cle omzetting van een rentedragend
geldsalclo hier van de Nederlandsche Bank beteekcut

in verband met de groote eischen, clie in den laatsten

tijd aan cle buiteuiaoclsc’he ‘valutaport,cfeutil]e van cle

Nedei’larulsche Bank w’ordon gesteld. Het viel op, dat

uit, bedrag in sovoreig’ns in plaats van baau’gouici werd

(iii tirokieen. –

528

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
Juni 1927

DE STAATSGARANTIE VOOR HET

MIDDENSTANDSBANKWEZEN.

De Commissie, welke onder Voo.rzitterschap van

(jeu Thesauriar-G eneraal tot taak had Le onderzoeken,
of en zoo ja, øp welke wij’ze op een ‘cle levensvatbaar-
heid waarborgen’cl’en grondslag eene centrali satie van

het mi•ciclenstandscred ietwezen nou kunnen word en tot

‘sl:an’cl gebraclrt, heeft d.d. 19 April ii. haar rapport

aan cle Regeering uitgebracht en deze heef t zich ver-

eenjgd met ‘de ‘daarin neergelegde plannen. :De Regee-

ring heeft zich m’itsdien bereid verklaard hare goed-

keuring te irerleene’n aan de oprichting van een nieu-

we centrale middenstan.dt-crediebhan’k, welke alle be-

staande richtingen in zich zal vereenigen en waar-

door een einde zal worden gemaakt aan het ongeluk-

k.i ge separatisme, waaronder h
e
t rniddenstandscrediet

hier ‘te lande te lijden had. De voo.r cle A. C.B. aan de

Nedorlandsche Bank veistrelcte garantie zal, als deze

plannen doorgaan, worden vervangen door eene ga-

rantie ten behoeve van de nieuw op te, richten cen-

trale. Een ‘des’betreffend ontwer’p van wet ter wijzi-ging van het Viie hoofdstuk 13 der ‘Staatsbegrooting

i d.cl. 1.9 Mei hij de Kamer ingediend. In den 1001) der
vorige week is het Toorioopig Verslag over het Wets-

ontwerp verschenen en de Regeering heeft dit met

groeten spoed beantwoord.

Wij zullen ons thans niet in de dtails der gewis-

•selde stukken gaan verdiepen, doch enkele punten van

pri nci.pieel.en aard in aansluiting bij onze vroegere be-

‘schonwi ngen
.1.)
nog eens naar ‘voren brengen, al zijn

wij ons ervan hewust, dat door den bijzon’deren en o.i.

al te grooten spoed, welke thans met cle afdoening de-

zei’ gewichtige zaak wordt ‘gemaakt, deze regelen mo-
gelij’kerwijze eerst. zullen verschijnen, nadat het vo’tiim

der Tweede Kamer reeds zal zijn gevallen.

Vooreerst willen wij enkele grepen doen uit liet

rapport van de Commissie-van Doorninck, ‘dat als bij-

lage ‘tot, de Memorie ‘vati Toelioliting van het ontwerp

van wet is afgedrukt. ‘Het rapport l)ehelst in de eerste
plaats eenige algemeene beschouwin.geo, over de ‘vraag,

‘of hier te laude een afzonderlijk micldenstandsba’nk-

wezen reden van bestaan heeft en aan welke eischei

mictde’nstan’d’screclieten hebben ‘te voldoen. 01) deze
gemeetie beschouwingen volgen ‘clan cle voorstel 1 en

om tot cmie cen’tral is’atie van het .m’idden’stanclsbank-

wezen ‘te geraken.
De eerste vraag wordt, Jooa]s in het bovenstaande

i’eecls ligt opgesloten, bevestigend door de Commissie

beantwoord. Op liet opgeublik is er naar hare meening
voor afzoo derhjke midde.nstands’ba’n’ken plaats naast
{eg.rootban’keo, welke laatsten wel het gcheeie mid-‘

dcnstan’clsc.recl i et voor hunne rekening zouden
kunnen

nemen, doch dat niet in voldoende mate ‘doen. Mits

n,i bekwame wijze geleid, kan het ‘niicl’denstan’clsbanlc-

‘wezen wei degelijk ‘slag’éu, zooai’s plaatselijk genoeg-
raam is gblelcen. De middenstand’sbankeri hebben er

slechts voor te waken., .dat zij
OP
hun eigen terrein blij-

ven, niet te groote credieten gaan ‘verleenen en niet’

cle zaken •cle.r creclietnemers gaan commaii’diteeren. D.i t
niet ‘steeds te hebben bedacht is cle groo.te fout van de

vroegere leiders van ons miciclenstancIsbankwezen

geweest.
Het eigen ‘terrein oor de middenstarids’banken ligt,

‘volgens ‘de ‘Commissie op het gebied van ‘de kleine bed rijfscreclieten. Terecht merkt zij in haar rapport
op, dat het verstrekken van consumptieve crdieteii

niet
01)
den weg der middenstands’ban.ken ligt. De
grenzen zijn hie.r o.i. in de pract,ij;k wei eens ivat
vaag, doch men zal er goed aan doen de beide ‘gebie-

den zooveel doenlijk gescheiden te houden.

li(leine beclrijfscredieten vormen du’s de uitzettiogen
van een goed belheerd midden’stan’dsbankwezen. In

hoofdzaak gaat het hier om credieten van niet meer

clan
f
10.000, maar de Commissie meent, ‘dat het niet

t)
[Zie
E.S.B. rati
16
December 1926.]

weiisc]ielijk is hier een ‘alg’eiueenen regel te stel cii,

omdat elke begrenzing van ‘cle te verleenen voorschot-

ten willekeurig zou zijn. Wij ‘zijn het in dit laatste op-

zicht met ‘de Commissie eens, ‘doch zouden ‘gaarne een

weinig willelc’eu,i’ over, hebben voor het ‘afdoende vodr-

komen van .groothei’dsheigingen, zooals die onder ‘vree-

geie leiders in het middenstandsban’kwezen aan den

dag zijn gekomen.

De ei’schen, n’aara)i ‘het middenstandserediet heef t
te voldon, ‘wijzen zich, zoo’als ‘de Conirn,issie terecht

opmerkt, van zelf aan. In het al.gemee mag midden-

standscretliet ‘slechts worden verleend voor ‘de uitoef e-

ning, niet voor ‘de inrichting van de onderneming des

cre’dietemers. Men moet er derhalve voor zorgen, ‘dat

het voorschot het karakter van bedrijfscrediet be-

houdt en niet ontaardt in co’nimanditeering.

Bij een ‘goede con trôleregelinig ‘is het niet lastig om
aan ‘dezen alleree.csten eisch van een behoorlijk bank-

beleid do hand te houden. Wij nouden er ons dan ook

zeer over verheugen, dat de commissie op ‘dezen regel
van ban’kpolitiek zoo zeer dccii na’drulc heeft gelegd,

ware het niet, dat zij een hedeickelijken slag om den

arm heeft gekou’clen. Wij •citeeren cle desbetreffende
passage even in zijn geheel:

‘,,Zij’
(d.e Commissie) bepaalt zich tot ‘cle opmerking,

dat in het algemeen ,’het ini.ddenstan’dscrediet.

slechts mag worden veriee]id voo’rcle uitoefening, niet

voor de inrichting van ‘het bedrijf van den crediet-

nemer.
,,Dit laatste neemt niet weg, ‘dat in bepaalde igevni-

1 en erecliet’verleenin.g van ietwat lange.ren duur, buy.

voor ‘de ‘verbetering ‘van cle inrichting van liet bedrijf

van ‘den creclietneruer, zal kunnen worden toegelaten, maar de vraag, of, .en .zoo ja tot welk ‘he:l rag en voor
welken duur, rzal geheel afhankelijk zijn, eerierzijd’s van ‘de positie van dpn credlietnemer, anderzijds van

de ‘innerlijke kracht van het c:redietgevende bedrijf”.

Deze zinsnede misstaat in een rapport, waarin

angstvallig had ‘moeten worden gewaakt ‘tegen het ver-

iahien in een ‘der grootste fouten, welke het midden-
standsbankweznd gemaakt heeft en in ‘de toekomst, als

de teugels oo’lc maar even worden gevie.rd, gemakkelijk

wederom zou kunnen maken.

Voorts maakt cle Commissie in haar râpport ‘de op-,

merlci’ng, ‘cla.t liet miciclens’tanclscrecliet niet bijzonder
riskant is te achten cii naar ‘ve.rhou’cli ng’ mi n’cler

risico’s oplevert, ‘dan ‘het grootbankbedrijf. Deze stel
lirig is in dit weekblad eenigen tijd ‘geleden betwist door

den heer S. W. Prii:i’s (zie het ‘nr. van 4 Mei 1,927),
clie zich daarbij ‘beriep op het feit, .dat cle grootbanken
door hun meer gevarieerd bedrijf ‘tot eene, betere ver-

deeling ‘der risico’s kunnen komen, ‘dan ‘cle midden-
stan’dshan,ken, welice zich ‘tot een beperkte groep uit
liet bedrijfsleven bepalen en dus zeer eenzijdig zijn

georiënteerd.
Deze meening komt ons niet houdbaar voor. De
Commissie-van. Doorninc’k ‘beroept zich ter stavir.,g van

haar afwijlcen’cl ‘standpunt op ‘cle ervaring, ‘doch zij’ had
haar betoog kunnen versterken door erop te wijzen, dat
het mi’dclenstancl’sbankwezen in zeer belangrijke mate
te maken heeft met het’ winkelcrecliet en met den
kleinhan’del. Nu liggen ‘de groote gevaren van het

ban’lcwezen in den omslag van de conjunctuur en men
kan in dit, opzicht rustig zeggen : ,,Un :hanq uie.r averti

en vaut deux!” Wie liet eerst hij de credietverieening
te maken heeft met ‘den onslag vandeïi economischen
toestand, i’s de man, die ‘de klappen ‘krijgt, ‘doch wie
cred iet verleent ‘aan bedrijven, waarin zich ‘de veran-
clerin’g der conjunctuur betrekkelij’lc laat doet gevoelen,
‘dlie kan ‘zich spiegelen aan hetgeen hij’ in het bedrijf

val ‘anderen ziet voorvallen. Nu hebben verschillende statis’tisdhe o.nderzoeki:n-

gen getoond, dat ‘de prijzen in den kleinhandel mindler
gevoelig voor de colijunctuurbeweging zijn, dan die
in ‘den groothandel en eerst beginnen ‘te cl’alc,n, nadat
‘een omslag in de öonunctuur zich reeds in daling der
groothandel’sprjzeu heeft kenbaar gemaakt. De leidese

15Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

529
.

va ii lief, iii id(Ie]lstan (IS1)aIlkVCZei1 hobl)eIl door deo

faCtOIeIE een oii ifliskelihalen voorspiotig
01)
hUlt C()1-

lega’s iii hel:, gl’OøtbaflId)OdliJ±.

Wat
ii it
de :Ioo.Lgall isaievoorstelloii van do Coui-

fl

Iissic beti’cft, 1coii t, de Commissie allereerst niet het

reeds ve.ririei dc voorstel oni een nieuwe een trale mi

&Ionstanclscredetjnste1ijng op te richten door cornhi-
natie van cle A.C.B. met de Centrale Boaz-Baiik en

de M.id:(lenstaidebank voor Limburg, welke instellin-

gen resp. vertegenwoordigen het neutrale, het Chris-

telijke en het restant van het R.-R.Miciclenstands-

bankwezen (dit laatste behoudens cle }ian zeban k in

hot Bisdom Ïlaarleni, waarover zoo aanstondls nader.)

De
11
ieuwe centrale zal den naam dragen van ,,ie

Noderia nd’sche Midloi’stai’d.sbai:ik”. Zij nal werken
met ccii klein i.referent kapitaal tot een nominaal ho-

(Irag van
f 60.000,
welk kapitaal zal moeten dienen

voor het behoud van het zeggenschap over dc nieuwe

bank. t (Ilt profarente kaptaai zullen de cl rio rich-

ti ngon clk i’oor een derde gedeelte deel nemen.

Ook met liet gewone kapitaal zal zulks het geval

zijn.
DO
A.C.B. en Middenstan’dsbank voor Limburg

ontvangen voor hun inbreng ieder
f
400.000 gewone

na ndee.len, zijnde rio waarde, waarop deze inbreng is

getaxeerd cloo:r cciie speciale commissie onder voorzit-
terschap van Mr. R. Bouwman, Inspecteur van den

Accoun.tarmtsdienst van ‘s Rijks Directe Belastingen.
Bij de :Boaz-Ban1c blijkt niets oyer te zijn en deze
zal dus slechts aandeelen kunnen krijgen tegen stom-

ti ng van 4 ton ii con ta ii ten.

Daarmede is dan
f 1.2 liii
Ilioen kapitaal geplaatst.

Dc rest moet kooien van particulieren, uiteraard in

linofdzaalc iii iddonstanders, terwijl de aandeelhouders

in
(10
thans bestaande banken tot deel nem ing gean i-
moord zullen worden door uitreiking van opricihters-
bew:ijien, welke t•.z.t., als do winst liet toelaat, door uit-
loting in aandeelen zullen ivorcien omgezet.
01)
deze

wijze moet ‘da ii liet kapitaal worden opgevoerd tot een

bed mag van
f 6.000.000,
hetgeen. hj •de ui’tzettingen

ad
f 2:1
Y
,
millioen, waarvoor de nieuwe bank zich
reeds dadeliji geplaatst zal zien, zeker niet te veel is.

intussehen, zoover is men nog lang niet. 1-let denk-
heel d va mi een tral isatie van het niidclen stan dshan kwe-

zen is zeker aantrekkelijk, omdat het tot groote kos-
tenbesparing zal kunnen leïden, maar de vraag zal

zijn, of men reeds aanstonds
01)
voldoende deelne’nii:ng

in liet kapitaal mag rekenen. Dat valt, gezien de slechte
ervuringen, welke niet liet mid.denstandscrodiet zijn
opgedaan, niet;te verwachten en het ligt dus voor de
hand, dat de Comrnissi.e een voorstel doet om den tijd,

clie noodig zal zijn om een voldoende kapitaal bijen
te krijgen, to overbruggen •door eene Staatsgarantie, welke in de plaats zal treden ‘van de huidige garantie

voor de A.C.B.

Bij de financiering van de zooeven genoemde uitzet-
t i n gen zal in verband niet de c.recl i tgel cl en, waarop
mag worden gerekend, een belangrijk crediet bij de

Nederiandsche Bank noodig zijn. De Commissie stelt
voor, dat deRegeering tegenover de N. B. eene garan-

tie zal geven van
f 0
millioen. Volgens do Memorie
van Toelichting tot het bevengenoemde wetsontwerp
vordt een eventueel verlies ook onder de nieuwe rege-

ling tot een bedrag ‘van
f 3
millioen door den Staat
en do N. B. elk voor de helft gedragen, terwijl daar-

boven de Staet voor 100 pCt. moet opkomen.
De ‘totale garantie van den Staat wordt onder de
uien ure regeling iets minder ‘groot dan het huidige he-

drag act
f 11
Y. milhioen, doch dat maakt o.i. practisc’h
geen verschil, wanneer men volgens de indertijd ge-
dane modedeehing van den Minister mag aannemen,
dat op cle bestaande garantie ivaarschijnlij’k geen
verliezen van hoteekenis geleden zullen worden. In
dat geval toch doet het er niets toe, of de garantie een.ige millioonen hooger of lager wordt gesteld.
Op de eerste, niet op de laatste millioenen komt het
hij geringen omvang der verliezen aan.
l)o regeling van ‘dc ii ieiiwe garantie im. is eenig’s

zi ns cigeiiaanl ig. Zij ivoi’J t gespl i tst i mi twee godooi

ten, t.w. in cciie garantie van 6% milhioen, die irool

onbepaalden tijd moet worden veirstiekt en clie (ver-

moedelik i)ro rata parte) ial vemni inderen, naarmate

het nog on t’breleiicle deel van het kap i taal zal wordeii

geplaatst. De rest vs o de garantie ad 2 3′ inill iocii

heeft cellO speciale bedoeling. Het is ni. gebleken, dat
men iirelisiraar 1)ij afsch mijvi n g van cle vermoedelijke

verliezen
01)
de posten, clie in do nieuwe centrale zul-

hen vorc1en ingebracht, resp. hij do A.C.B. en bij (le
il:. B. vooi. Liml)uPg 4 ton overhoudt, doch er zitten

in ‘de over te nemen uitzettingen, die nog zullen wor-

dcii
vermeerderd met 2 niillioon crediete’n Vail ‘cle moed’s

1 iquideeroncle •Ïl’anzebank Flaai’lem, clie in ruil daar-

voor geen aancleelen, dccli obligaties zal ontvangen,

risico’s, die dooi’ do vroeger vermelde Commissie woi’-

‘den ‘geschat op ton hoogste 2> n
mihlioe en waarvoor

eigenlijk reeds aanstonds iese:rves zouden moeten wor-

den gevorml. liet niet vormen
v51i
zulke reserves toch

‘zou terstond een wankelen toestand scheppen en (le ka-

ptaalvoorzlenlng zou erdoor in gevaar ‘woi-clen ge-

bracht. Voor deze reserves ontbreken nu echter cle

in idclelcn en do Commissie

Bouwman, ‘hierin gevolgd

door cle Commissie-van :Doornincic, meent dat men de
nieuwe centrale niet niet do bedoelde risico’s mag be-

lasten. De bedoeling is daarom, dat de Staat ‘deze miii

of meer dubieuse posten zal garandeeremi tegenover dc
Y. B., en wel in dier voege, dat te N. B. hij’ niet-beta-
Ii lig der desbetreffende promessen den Staat, en niet
dc Ne:Iei’l an rtsehe Miciclonstammdbani zal u i t,wi ii non,
terwijl cle Staat zich verbindt, om zich acJ’cter te stellen

hij cle aandeelhouders, die eerst 100 pCt. uitkeering op
hun aandeel moeten hebben ontvangen in het geval

oener mogcli,jlce liquidatie, voordat de Staat aan de
beurt ‘koiiit. :Daaitegeiiovor verhi ncl t do nieuwe bank
zich ‘clan om, als cle winst het toelaat, jaailijks

f 50.000
op de genoencde posten af te schrijven, zon-dat alle betrokken posten, voorzoover niet eerder af.-

hietaalci of voor zoover cie w’in’st geen hoogeie af-
schrijving zal toelaten, na ongeveer 50 jaar uit cle
boehcen zullen zijn –srdwenen. Mochten bepaalde pos-
ten ‘blijken meer op te brengen dan de waarde, waar-

‘voor zij
01)
cle balans worden opgenomen, zoo komt

ook dat meerdere in mindering op de Staatsgarantie.
Tegen ‘deze regeling rijzen ‘verschillende bezwaren.
Vooreerst is liet bedenkelijk, dat aan de garantie, noo-

dig’v oor ‘den tijd., dat er onvoldoende kapitaal zal zijn,

geen tijdshepaling is verbonden. Meii riskeert nu, dat
cle zaak op cie lange baan wordt geschoven, wannoor rio
middenstanders eens weinig neiging tot cleelnoTiring

‘vertoonen en zich afzijdig houden in het ‘besef, dat do
nieuwe centrale immers toch op dom Staat kan steunen.

Het ware zeer gewense’ht geweest a priori behoorlijk
vast te leggen, dat de Staatssteun tijdelijk zal zijn.
Bedenkeljker nog is de garantie ‘van 9
:,Yi millioen
voor de dubieuse posten. Voorzoover deze afkomstig
zijn van de A.C.B. moest de Staat er al roeds vooi’ op-
komen krac’h’tens de bestaande regeling, maar voor-
zoover zij afkomstig zijn v’an deanclere instellingen,

beteelcent het niet anders, dan dat de Staat ‘cluhieuse
‘debiteureri ‘gaat overnemen ten voordeele van mle aan-
deelouders van bepaalde hanlcinstelhngen. Dat nu
komt ons niet geoorloofd voor en het schijnt ons
,
ook
in strijd niet het standpunt, ‘dat ‘de Regeering in het
vorig najnar ten aanzien eener Staatsgarantie voor het
middenstanrlshankwezen heeft ingenomen.
In het algemeen behoeft het geen betoog, dat
eene Staatsgarantie voor mid ci enstan d sharcken ,uit
den, booze is. Er is niets geen reden, waarom dit he-cirijf van overheidswege op deze wijze gesteund zou
moeten worden: Te kwasder ure heeft men dat ten aan-
zien van cie A.C.B. vergeten en het resultaat was’, dat
de Staat voor 1 millioen gulden risico liep
bij
deze
instelling. Om deze zaak te redden heeft men cle hc-
‘kende igarantieregeling getroffen, maar ui’tdruklcolijk
is toen geconstateerd, dat zulks slechts daarom eene

530

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
Juni 1927

gen ‘oti’veerde houding was, omdat :clo Staat hier reeds

zulk een groot financieel belang had en een acute af-

braak voor alle partijen, ook ‘voor den Staat, nadeelig
zou. rijn

Dit, standpunt nu zal. vorcleii opgegeven, wanneer

to door cle Commissie voorgestelde regeling doorgaat.

Dan toch aanvaardt cle Staat naast ‘cle risico’s, welke

hij reeds op zich heeft genomen, nog andere risico’s,
waar hij
0])
het oogeoblik geheel buiten staat. Dat
schijnt ons niet te aanvaarden en niet te vereenigen

met do uitdrukkelijke mededeoling van den Minister,

dat steii n aan indere miciclenstand’sbanken clan ]e

A .C.B. de grenzen eener liquiditeitsgarantie nimmer

zon mogen overschrijden.

Ook als alles goed gaat, zit de Staat nog meerdere

‘tientallen jaren aan – deze garantie vast. Wanneer

men nu anderzijds leest in het verslag van de Com-

missie, dat nok zij doordrongen. is van de noodzake-

lijkheid om den tijdsduur van eene Staatsgarantie

voor het middenstandshanlcwezen to beperken, zoo

komt het ons toch voor, dat een te]rniijn van w’ellicht

50 jaar daarmede kwalijk in overeenstemming te
brengen is!

Rad het voorstel voor de Commissie-van Doorninck

zich ‘bepaald tot de oprichting van eene nieuwe cen-

trale bankinstelling, w’elke in den vorm van cciie

Staatsgarantie een steun zou krijgen van gelijken om-

vang, als thans reeds aan de A.C.I. is verstrekt, zoo

zou men daarmede kunnen instemmen. Doch het on
;

derhavi.ge voorstei gaat verder. Het vergroot, ook al

moge de Minister zulks in de Memorie van Antwoord

trachten te verdoezelen, het risico van den Staat door

den oi’sch, dat deze een aantal dubi’eue posten, die

thans loopen voor rcheni.ng van particuliere instellin
gen,
0])
zich zal nemen en zal hebben af te wachten;

of de nieuwe centrale bank genoeg winst oplevert om
hem van zijn risico te kunnen bevrijden.

Blijkbaar is de Commissie uitgegaan van twee

overwegingen. Vooreerst heeft
zij
‘gevreesd, dat het
bezwaren van cle nieuwe centrale bank met groote risi-

co’s fnuikend’ zou werken op het bijeenbrengen van

het, kapitaal. Deze overweging is begrijpelijk, doch

men kan er tegenover stellen. ‘dat ‘het in de eer
;

ste plaat’s een mi’cidenstandsh’olang is, ‘dat d’e nieuwe

bank er komt, en ‘dat het dus niet wel aangaat om ‘de
grootste moeilijkheid bij’ het tot stand brengen van

deze instelling door ‘den Staat te laten oplossen en
dezen de kastanjes uit het vuur ‘te laten halen, en niet
degroep van particulieren, wier belangen ‘door de
iiieuwc bank in ie eerste plaats gediend zullen zijn cii

die wel degelijk de middelen hebben om in het kapi-,

taal te ‘voorzien.
In de tweede niaats wilde men ‘blijkbaar ‘voor de

thans nog niet door den Staat gegarandeerde banken
door overneming van Staatmvege van een aantal du bieuze posten de deelneming aan de nieuwe centrale
o a n trek’kel ijk maken. .
Wi.j gelooven al w’eer gaarne, dat voor deze thens

bnitengesloten’en het reooganisatieplan op deze wijne

zeer aan] oklcelijk is geworden. Maar wij vragen alweer:
gaat het hier niet in de ee:i1ste plaats mm de’ partie’ii-‘
liere ‘belangen van een bepaalde groep? Waar eindigt
men. wanneer men liet risico van het particuliere he-

dmiifsi’even op deze wijze gaat afwentelen op den Staat?

Zouden ton slotte die instellingen, die thans
geen Staatsgarantie ‘hebben, niet ook nog belang heb-
ben ‘bij ‘het totstandiomen eener nieuwe en krach-

tige centrale, indien zij aan deze ‘hun goede uitzet-.’
tingen
en bloc
kunnen overdragen in plaats van de
krachten te versnipperen en in onderlinge verdeelcl
heid ‘te blijven voorksukkelen? En indien zulk een

belang door de betrokkenen niet wordt gevoeld, is
het dan geoorloofd, dat de Staat hen ter wille van
ceno uit financieel oogpunt belangrijke centralisatie

der mid’denstand&ban’ken tot deelneming gaat over-
‘halen door ‘het aanvaarden van het risico van eene ver-
keerde particuliere hankpoiitiek? Het komt ons voor,

dat op deze laatste vraag niet andarls dan een ont-

ken n end no twoorcl kan vol gen.

Het verloop van ‘cle aangelegenheid vaim liet midden-
stan’d’scred ict toont reeds, hoe do stal), iii 1,01,8 te,ii

gunste der A.C.B. gedaan, ‘de grootste conscqmiei’ities
voor don Staat heeft gehad. rfha(1s stelt de Rogee-

ring op liet voetspoor van de Co’u’imi’ssie-vai’i Door-

niock voor om na ‘het gebeurde ten vorigen jaro
nog verder te gaan in ongewensehte richting. Hoe-
zeer wij’ .i ii de ‘gegeven omstandigheden zouden kun-

nen in’stemmeu met cciie tijdelijke Staatsgarantie van

den ‘bestaandeja omvang en van, cle huidige strekking,

indien deze op korten termijn, zou kunnen afloopen

tegen. hot door particul.ie:i’en hjeen to brengen kap i-

taal ‘oor cciie nieuwe centrale mi i’ddenstand,sbank, zon

moeten wij toch van het huidige .rcwgau i satie-voo’r-
stel Zeggen: non tcmli cmux’iiio! 0. M. V. S.

DE ECONOMISCHE CONFERENTIE.
ITT.
.AI
mijn eeiste artikel heb ik er reeds op gewezen,
da t de Conferentie van ‘den aan ‘a,ng gedoemd! was te

mislukken vooi-zoover zij bestemd ‘was, om to beproeven

op productiegehied in een. zekere richting te stuwen.

Men zou alleen van een resultaat, kun non spreken,

voorzoo’ver een negatief resultaat ook zijn beteelcenis

heeft. Vooreerst zal men geen ‘tweede poging doen om
het internationale staats’kartei ingang to ‘doen vinden.

En wanneer deze conferentie belegd was, om aan ‘te

toonen hoe on rijp ‘deze zaak voor behandeling was, dan

inderdaad zou fnen ‘kunnen zeggen, ‘dat het doel be-reikt is.

Zooveel ‘schrijvers, vat de documentatie betreft, en
zooveel sp:rche’rs, zooveel roee’ningen. Wanneer men

een grootst gein een en ‘deel er daaruit wilde trelcke’n, ‘dan
zou het alleen ‘deze kunnen ‘zijn. ‘dat de ‘kartels goede
zijden hebben, en dat zij groote gevaren in zich’bergem,

en ‘dat men zooveel mogelijk d voordeelen moet zien

to behouden, en ‘de nadoelen bestrijden, zonder ‘dat

voor ‘dat laatste ‘de juiste remedie wordt aangewezen.

Zoo kwam men tot een uiterst voorzichtig gefo.rmu-

leerde resolutie, waarin men een ;beschosrwe’nrds’tan.çl-
punt inneemt. De in’diintrieole entente, zoo werd gere-

gistreerd, is uit economische noodzakelijkheid gebo-
ren. Haar werking is tot een bepaald gebied beperkt:

tot de reeds sterk gecentraliseerde takken van pro-
ductie en de massale productie. De nationale en inter-
nationale kartel]eering is ‘dus nimmer een afdoend

middel tegen ‘de ‘algemeene Europeesche en wereld-ma-

laise. (Weg, illussies van Loneheur!) Zij ‘kan ‘echter
tot een zekere rationali’satie leiden. Wanneer zij ech-

ter m.onopolistische ‘tendenties aan wakke’ren, houden

zij de technische ontwikkeli.ng.’dei productie tegen en
houden zij groote gevren in voor de wettige belangen

van belangrijke sociale lagen en zekere landen.
Vo(-ral moeten de ente’n’tes niet ‘tot een rrnj’sopd rij’-
‘ing leiden, welke ‘de ve]1)rui’kers zou treffen, en cle
belangen der arbeiders in het oog houden. Zij moeten
v66r alles ‘cie economische situatie van hot oogonbiik
niet kristall iseeien. Be’staat er nu ‘de mogelijkheid van

cnn internationaal juridisch regime en een internatio-

nale contrôle? Men moet ‘de verschillende lan’ien vrij-
laten wat de interne werking der kartels aangaat.

Maar daarom is een internationale jurisdictie dan ook

onmogelijk. Daarentegen is ‘te hopen, ‘dat ‘de leden der
enteii’tos zich vrijwillig zullen onderwerpen aan ai-bi –
trages, die ]iooge economische competentio en begrip

van liet algemeen belang w’aarhorgei’i. De Volkenhnn’d
moet deze vormen van internationale industr’ieele sa-

menwerking ‘van nabij’ volgen, hun werking op den
technisc]ion vooruitgang, op de arbeiders, op de pii,j
zon. Openbaarheid te geven aan, de natuur en de wei-
ld.ngssfee.r der ententes is’ een ‘der meest doeltreffende

middelen om aan ‘de ,,goede” trusts den steun ‘der pu-
blieke opinie to geven, en misbruik, te voorkomen.
Daarom moet de Vollcenhond van
tijd
tot tijd inlic’htin-
gen van algemeen ‘belang publiceeren.

1
5Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

531

Dat is alles. Men ziet, voorzichtiger kan het niet.

Er staat niet eens, dat de Volkenbond het lichaam is,

dat do waarborgen van compe’tentie kan geven en tot

woiks arbitrage men zich dus wenden moet. Maar zoo

dit een mager resultaat is, dan ligt de schuld niet bij

de conferentie. Zij was gedwongen zich te uiten. Een

paar kantteekeningen zou ik nu willen maken.

In ‘do eerste plaats over ‘de beschouwing der entente
als een der vele middelen tot rationalisatie. Wat betee-

kent de rationalisatie door middel van ententes? Be-

ter ‘gebruik van bestaande installaties, zegt het rap-

port
nieuwe installaties, logischer groe’peering van onder-

nemingen; daarnaast: het remmen van oneconomisc’he

concurrentie, het verminderen van de nadeelen, voort-

vloeiend uit. de f.luctuaties van het industrieele leven.
Hier ‘heeft men het nu over twee geheel verschil-
lende ‘denkbeelden van rationaliseering; die men zich

wel moet wachten o’ver 66n kam te scheren. De eerste

is de technische rationalia’tie, in den wijdsten zin ge-

nomen; die uit een economisch oogpunt slechts toe-
juiching verdient, en waartegen alleen bezwaren te

maken zijn met het oog op waarden van anderen aard,
artistieke, moreele, hygiënische, philosophische. Hier-

van geldt alles, wat de conferentie over de rationadi-

satie te berde heeft gebracht, die zij, gelijk bekend,
nogmaals afzonderlijk ‘heeft behandeld.
Maar ‘heel iets anders is ‘die rationalisatie, die een
rem aan ‘de concurrentie tracht aan te leggen. 1-her
raakt men bedenkelijk dic’ht bij ‘de rationalisatie, ‘die
Loucheur op het oog had, toen hij bij herhaling in de

voorbereidende phase en ter conferentie sprak van de
noodzakelijkheid, om •de productie aan te passen aan
het, verbruik, wat natuurlijk zeggen wilde: de produc-
tio verminderen. De heer Louchaur had zeer iiauwieu-
rige denkbeelden over. de mate, waarin
produceord werd; wanneer die inkrimping plaats
vond, zou alles precies in orde
zijn.
Gelukkig zijn er over ‘dit onderwerp zeer ‘verstan-
d go dingen gezegd op de conferentie van ‘zeèr verschil-

len.do zijden …. helaas ook zeer onverstandige, maar
(le eerste hadden toch de overhand. Tegenover ‘den Sov

jetLafgevaardigde, die vreesde voor werkloosheid bij
rationalisatie, wees men erop, dat reeds Lenin had in-gezien, dat grootere productie de hoofdzaak was voor

do welvaart van ‘de arbeidende ‘klasse. Men wees er ook
op, ‘dat con der grootste oorzaken van de wrelvaart in

de Vereenigde Staten gelegen was in het feit, ‘dat daar
zoowel publiek als arbeiders overtuigd zij’n van de gun-
stige beteekenis, ja van de noodzakelijkheid van uit-
breiding der pro’ductie.

Daarom is dat woord:
Krista.11isatie
van zooveel ‘be-
lang in de resolutie. Het toont aan, ‘dat men een helder
inzicht heeft gehad van hot tgrootste gevaar, dat inhe
ren t is aan een kartel, zoodra het, ook met de beste be-
doelingen, ‘dus zonder eenig streven naar ‘het uitbuiten

van een monopoliepositie, cle productie gaat verdeelen
tusschen ‘de leden -van het ‘kartel; ‘dus ‘de concurrentie
uitschakelen. Het ]evens’beginsel van het ‘huidige eco-
nomisch stelsel is ‘dan gedood, de bron van vooruitgang
opgedroogd. Want alleen de concurrentie kan aantoo-
nen, waar ‘de ‘behoeften bestaan.

Deze ‘heide soorten rationalisatie hebben ‘dus niets
met elkaar gemeen. De eerste is een ‘zuiver technisch
begrip, tracht zuinigheid in de productie te brengen

door geen twee installaties ‘te bouwen, als éne grootere zuiniger werkt, door ‘het personeet ‘tot het minimum ‘te
beperken. Een rationalisatie dus,
die sterk doet staan
in de concurrentie.
De tweede
schakelt concurrentie uit,
en is dus
slechts daar werkzaam, waar een monopolie bereikt is.
Verdeeling van afzetgebieden bij afspraak geeft niets,
wanneer er toch concurrentie komt opzetten. Het ge-
vaar is, ‘dat de beide soorten van ‘rationalisatie in de
practij’k even ‘dicht bij elkaar liggen, als ze t’heoretisch ver geschei’den zijn. Heeft de Conferentie zo uit elkaar

gehodën? Ze spreekt van oneconomische concurrentie,

en daaruit zou men een bevestigend antwoord op ‘de vraag willen ‘distilleeren. Concurrentie is
het
econo-
misch verschijnsel par exeellence, oneconomische con-

currentie ‘dus eigenlijk een contradictio in terminis.

Men kan er echter mee ‘bedoelen, die concurrentie, die

erop ui’t is, de concurrentie voor de toekomst uit te

sluiten: ‘dus ‘de ,,’dumping” waarover wij het in een

vorig artikel hadden. Is kartelleering daartegen een
middel? Ik zou wagen het te
betwijfelen.
Deze politiek
is vooral de politiek ‘der zeer ‘kapitaalkrachtigen tegen-

over de kleinere ondernemingen, en •kartelleering en

vertrusting ‘heeft op zichzelf, voorzoover ik zien kan,

de neiging haar in de hand te werken. Tussehen ‘mach-

tigen onderling kan zij overigens geen kwaad. Waar

de Conferentie dan daarnaast spreekt over verminde-

ring van de nadeelen van de fluctuaties der indus-
trieele productie, zegt zij mi, iets, dat het hedenke-
lijice zeer dicht begint te naderen.

Deze fluctuaties toch zijn het kenmerk van den voor-

uitgang. Daarbij ‘komt, dat de overheer’schende indruk

van den aard ‘der kartelwerkzaamheid toch ook ter con-

ferentie Vrij ‘duidelijk deze was, dat zij essentieel in de

prijsafspraken gelegen is; en iedere prijsafspraak.
kristalliseert de productie, volgens de oude waarheid,

dat men ôf prj, ôf productie willekeurig kan bepalen,

maar nooit beide tegelijk. Stelt men den prijs te voren
vast, dan is men aan een bepaalde productie gebonden,
en kan ‘men ze niet meer tot een vrij maximum opvoe-

ren.
Mij
wil het voorkomen, dat de productieverhete-
ring dan ‘ook meer de eigenschap van den trust is dan

van het kartel; en de voordeelen, die men het kartel
toeschrijft, de kenmerken van den ‘trust zijn, voorzoo-
ver zij geen absoluut monopolie heeft en mishruilct..

Beoordeelen, of een zeicere organisatie van installaties
de meest effectieve is, kan alleen een gecentraliseerdo
directie, ‘die het geheel in handen houdt; niet een di-
rectie, die een deel van het weric nu verder aan an-desen over moet laten. –

Hot komt mij dan ook voor, dat lartels altijd op
on-
economische basis rusten. Moet men nu ‘daartegen
ageeron? Naar aanleiding van dit onderdeel van het

vraagstu’lc zou ik mijn tweede lcanttcekening willen ma-

ken. Zeer uitvoerig is ‘de conferentie voor dit onder-
deel gedocumenteerd. Allereerst door een overzicht
van de nationale kartelwetgeving over de geheele we-

reld, met insluiting ook van die wetgeving, ‘die het

cartelwezen raakt, zonder met ‘het, oog op ‘de Icartelo
gegeven te ‘zijn, van de hand van den heer Lammers.
Verdor zijn niet minder dan vijf monografieën aan het

onderwerp gewijd, van de hand van de hoeren Rousiers,
Wiedenfeld, Ouadid, Grossmann, en MacG-regor, ter-wijl Prof. Cassel het onderwerp zeer ruim heeft .opge-
vat ‘door to schrijven over ‘de monopolistische ‘tenden-
ties, daarbij ook doelende op die, welke ‘den arbeid

schaars maken. Hij heeft aan zijn zeer belangrijk
geschrift niet onaardig den ondertitel gegeven: being
an analysis
of
the Nature and the Ca.uses of the Po-
verty of Nations.
Het is m.i. ‘het belangrijkste ge
schrift der Conferentie, maar zal waaischijnljk eerst
op den duur de waardeering vinden, die het verdient.

Intusschen, met de internationale bestrijding van
de misbruiken ‘der enten’tes houdt het zich niet bezig.
Wat dit ‘onderdeel aangaat, is het geschrift van prof.

Oualid het uitvoerigst. Het werkt. een ‘dergelijk stel-

sel geheel uit. Hij wijst op de zeer ‘groote moeilijkhe-
den, die ‘te overwinnen zijn, groo’ter ‘dan.’de bezwaren, waarmede de nationale wetgevingen te kampen hebben,
omdat een inteimationale regeling niet tot statid zou
kunnen komen, zonder ‘dat alle ‘daarbij aangesloten
landen ook nationale lcartelwetgeving ‘hadden; en om-
dat de regeeringen van landen, waar deze reeds be-

staat, waarschijnlijk zouden vinden, dat zij’ met die

wetgeving het maximum van wat te doen -valt bereikt
hebben; anderzijds tegen een internationale bestrj-
‘ding zich protectionistische motieven verzetten, die

niet werken bij een nationale actie, en ‘die meer op ‘de

532

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juni 1927

belangen der nationale nijverheid, dan op die der

nat.iofi.ale consumenten acht ‘geven. Men moet ‘dus be-

ginnen deze moeilijkheden als overwonnen ‘te beschou-

wen. Als hoofdtrekken der te scheppen organisatie

nomt de schrijver dan: een zeer ruime definitie van

liet begrip: entente, publiciteit, en contrôle in den

trant van die der Amerikaan sche Pederal Tra’de Corn-

mission. De hoofdzaak echter, welke taa’k ‘zulk ‘een

lichaam nu precies zou ‘hchben, komt er in Ouali’d’s

geschrift vrij armoedig af. Onderzocht zou moeten

worden door het con’troleerend lichaam, of er een

systematische schaarschmaking van de productie

(raréfaction systématique de la production) plaat’s

vindt, of wel een benadeeling van een bepaald land.

In dat ééne zinnetje ligt. de geheele moeilijkheid (mi.

kan men van ohoplos’baarheid spreken) der taak ‘bé-

s’loten. Want een produceerend lichaam imaald niet

zekere goederen ‘schaarsoh, gelijk ‘de vergiftigers van

bronnen in oorlogstijd, maar zij produceert en wel

moer ‘of minder ruim. Hoe kan men haar ooit beschul-

digen van minder ruime productiviteit, waar mi1li’oe

nen veel minder produceeren, en ieder vrij’ is, zooveel te
produceeren, als hij wil. Ei’genaardig is ook het voor-

beeld, dat de schr. geeft van z.i. zeer geslaagd ingrij

pen ‘der Pe’cleral Trade Com’mission, nl. in het geval

der meat-packers. Het ging hier niet om prijs-opdrij-
ving, maar om tal van feiten, die men met bedrog op
één lijn kan plaatsen. En even eigenaardig is, wat hij

laat volgen op zijn tevredenheidsbetuigin’g met do

door de Trade Commissio’n gespeelde rol. ,,Zon’der

twijfel, ‘haar rol rverbleekt tegenwoordig. Zij ondergaat

de wi’sselvalligheden ‘an het politieke leven en moet

strijden tegen de politieke invloeden van de lichamen,

wel’ker misbruiken
zij
aan ‘het licht bracht”. Dat lijkt

niet op een overwinning. Men is hier in een vicieuzen

cirkel. De grootste misbruiken tieren in een omgeving
waar het politieke leven niet vrij van corruptie’ is;
maar daartegen kan datzelfde politieke leven geen afL

doen’de baat geven. b
Mijn eigen sio’tconclusie is ‘dan ook geweest, dat

zonder twijfel een zekere,
verstaindige
publiciteit, vai,

de zijde van een hoogstaand lichaam als den Volken-.

bond zijn nut kan hebben; het kan nooit kwaad als

men weet, wat er inderdaad ‘gebeurt, mits er geen

en
rijp
oordeel aan wordt toegevoegd; maar dat er,

overigens niet veel te doen valt. Wij’ moeten ‘dan de
zaak ‘overlaten aan het sociale inzicht, der .groote pro-ducenten. En wat wij ‘daarvan m.i. te wachten hebben,
zou ik met een vergelijking ‘duidelijk willen maken. ,

Wat men vreest, is machtsmisbruik, maar niet meer,
gelijk in vervlogen eeuwen, politiek machtsmisbruik,

misbruik van een absolute macht over lichaam en ziel
van een volk van dociele onderdanen, maar misbruik
van een economische macht, om niet sooveel welvaart

te verspreiden, al’s waartoe men met inspanning van

alle kracht wel in staat zou zijn; anderzijds met het
groote gevaar voor oogen, ‘dat een democratisch voe-
lend volk met zijn ‘gansche kracht tot ‘vernietiging aan

opgekropte verontwaardiging uiting zou geven, wan
t

neer die verontwaardiging ‘de oevers der verdraag-
zaamheid zou overschrijden! Dit is het ontzagljke ge-

vaar, dat ‘dreigt. Ik geloof, ‘dat het machtiger werken
moet als rem ‘tegen economisch machtsmisbruik, dan

welk pdlitiek ingrijpen in prijsvorming dan och, da’t
altijd ôf machteloos 6f verkeerd moet zijn.
De rational;i’satie zelve was, ‘gelijk terec’ht de Scan-
dinavische werkgevers hebben opgemerkt, geen onder-‘

werp, om een economische conferentie over te laten
dokteren. Zij is zoo oud al’s de productie selve, en gaat
haar gang in het. bedrijf. De eenige moeilijkheid, ‘die

zich heeft voorgedaan bij. de ‘bespreking van ‘den tekst
der resolutie ‘betrof dan ook een arbei’dskwestie. Alen

w’.enschte van arbeider’szijde een erkenning, dat, ‘de
arbeiders moesten worden scha’deloos gesteld, zoo ‘zij
werkloos werden door een rationali’satie ‘van het be-

drijf, en dat inde rationalisatie de vakvereenigin’g
moest worden gekend. De Scandinaviër’s trachtten de

ongerij’mcLherid van deze eisc’hen aan te toonen, dooi

erop te wijzen, dat de rati’onalisatie in ‘de normale ont.

wikkeling van het bedrijf besloten ligt. Men ‘heeft;

cle geit en de kool trachten te sparen, door een nogal

dubbelzinnige ein’dformuleeiing, sprekende van cle

noodzakelijkheid om met beleid te werk te gaan, opdat

de wettige ‘belangen der arbeiders geen schade lijden;
om maatregelen to nemen, voor het geval er een over-

gangst.ij’d van werkloosheid voor sommigen mocht in-

treden; en van ‘de medewerking van het personeel en

de bedrjfsorganisaties; maar niet ‘dan nadat de rap-

porteur ‘de ‘geruststellende verklaring had gegeven, dat

dit alles niets nieuws beteekende. Bewondering kan

men voor zulk een als nietszeggend ‘bedoelde resolutie

moeilijk voelen; zij ‘doet m.i. te ‘hinderljker aan, waar

men ‘toch
waarlijk
niet verwachten kan, dat het een

werkgever onverschillig laat, wanneer hij een deel van

zijn personeel ontslaan moet. Integendeel, ben ilc zeker,

dat deze pijnlijke ‘bijkomstigheid van velerlei rationa-

lisatie, thans meer dan iets anders daarvan terug-

houdt,, waarschijnlijk meer dan in het werkelijke he-

lang ‘der arbeiders is. Deze moeilijkheid is niet opge-

lost, voor er harde woorden ‘gevallen waren, ‘de woor-

‘den, die overal vallen, waar werkgevers en arbeiders-

belangen zoogenaamd in ‘botsing komen. Ik kom hierop

nog even terug in mijn slotbeschouwingen.

Over het overige kan ik kort zijn. Er is nog een

resolutie aangenomen, ‘de wenischelj’khei’d uitspreken-

de van goede productiestati’stieken, onder het voorbe-
houd, dat zij’ met voorzichtigheid moeten worden op-

gesteld, het vertrouwelijk ‘karakter .der modedeelin gen

moeten ontzien, en slechts globale inlichtingen geven.
Bloe dit alles met elkaar te
rijmen
is, weet ik niet. De
meaning over dergelijke statistieken is in de in’dus-

trieele wereld zelf verdeeld. Een feit is, dat men in de
V. G. veel openihartiger is met mededeorlingen dan ten
onzent, de gedelegeerden legden hiervan meer ‘dan eens

getuigenis af. Verkeerd zou het mij’ echter ‘in ieder’

geval voorkomen, wanneer men iets wilde afdwingen
op ‘dit gebied. Alen zou ‘dan ook de betrouwbaarheid

der inlichtingen
twijfelachtig
maken.
Ten ‘slotte heeft de landbouw eene ‘zeer goede reso-

lutie aangenomen, waatvan den Nederland’schen gede-
legeerde Lovink voor een niet gering .deel de eer toe-

komt: zij heeft gewezen op de noodzakelijkheid van

een internationale bestrijding der plantenzielcten. Reeds aan het begin der conferentie werd de vraag
aan de ‘orde gesteld: hoe zal het werk dezer conferen-

tie worden voortgezet, en ‘natuurlijk ‘speelde ‘zij aan

het ein.de
een ,groo’t.e rol. Jou’haux ‘ha’d reeds ‘den eer-

sten dag de ‘schepping van een groote internationale

organisatie voorgesteld, met jaarljiksche conferenties
in ‘den trant van het Internationaal Arbeidsbureau
(B.I.T.); men wilde daar terecht niet aan. Meii zou

dan weer ‘gekregen heb’ben, wat naar mijn meening met

de arbeidsconfer’enties reeds in ‘bedenkelijke wjzo het
geval is, dat men voor zulke conferenties werk gaat

zoeken, en ieder jaar voor den ‘dag ‘kom’t met nieuwe
regelingen, diie de productie ‘de rust ontnemen, die
zij zoozeer noodig heeft. Phanta’st.ische plannen, gelijk
er ook ditmaal werden voorgedragen, zouden dan aan•

de orde van den dag zijn: regeling van het economisch
leven volgens den economischen barometer, een inter-
nationale .credietbank, panacee volgens enkelen voor

alle kwalen, internationale verdeeling van grondstof-
fen; tegenhouden van .de productie van luxeartikelen.

Laat ik er ‘een, dat geopperd werd, met. eere uitzon-
deren, om’dat het mij ‘wel een ernatige overweging

waard schijnt: van Grieksche zijdo, vanwaar ook an-
dere zeer verstandige opmerkingen ‘kwamen, werd ‘het
dc-‘nkbeeld van een internationale arbei’d’s’beurs geven-

tileerd.
Ik meen zelfs, dat er geen tweede algemeene econo-mische conferentie moet worden gehouden. Dit is wel
een ‘methode om te terken’nen, ‘dus voor é&nm aal., maar

hot is geen methode om ‘te werken.
In de eerste plaats ‘zal het werk moeten worden

1
5Juni1927

ECONOMTSCH-STATIST-ISCHE BERICHTEN

533

voortgezet door de economische commissie van den

Volkenbon-d, clie reeds zooveel uitstekend werk gele-

verd heeft, in samenwerking met de econo-mi.:;he
af-

IeeIing. liet is mij nog steeds een raadsel, waar-om men

haar niet- met een plein ponvoir met de voorbereiding

van -de conferentie heeft belast. De geheele voori)eru-

ding, regeling -en leiding in technischen zin is Vol-

kenbonclwerk geweest. En uitstekend werk, -dat mag

hier nog wel eens gezegd, al is er in een officieele

motie aan het einde der conferentie van gewaagd. Alen
paart aan -het vol-kenbondssecretariaa-t zonder twijfel

groote zakelijke compet-entie aan ongemeenen arbeids-

ijver. Van den hoogsten to-t -den laagsten ambtenaar

was iedere persoonlijkheid geheel -toewijding. Ik ben

dan ook overtuigd, dat het een dwaadhei-d zou geweest

zijn .de conferentie te Amsterdam te houden. Een der-
gelijke organisatie kan men niet -tijdelijk verplaatsen.
Er was ook een atrooming, om de te-genwoordige

voorbereidingscommissie permanent te doen verklaren.

Terecht ‘heeft men dat niet aanbevolen, maar er zich
toe bepaald, de aandacht te vestigen, voor voorkomende

gevallen, op -de wijze, waarop zij samengesteld was.

Men ‘zal thans in ieder geval de voortzetting in goe-
-de handen kunnen leggen; men heeft tal van goede

krachten leeren kennen, en zij hebben elkaar leereu
kennen. En niet alleen zal het gedane werk moeten

worden voortgezet, maar •ook wat t-hans uitgesloten

was van de -debatten, zal moe-ten worden onder de
oogen gezien.

Van te voren waren uitgesloten de kwesties der in-
tergeallieerde schulden, en der emigratie; de eerste,

hoe nuttig het misschien geweest ware, ze in dit milieu
te bespreken, zouden zeker te veel tijd -gevorderd heb-
ben, en de tweede kwestie zou -te veel -gevoeligheden

opgewekt hebben. Niettemin moet zij- vroeg of laat aan
do orde komen, daar ten slotte het welvaartvraagstuk
een populat-ievi-aagstuk is, en het populatievraags-tuk

op het oogenblik vrijwel samenvalt met het- emigratie-
vraagstuk. Evenzeer als het in ‘strijd is met ons econo-

misch stelsel, de productie te kristalli’seeren, even-
zeer is het daarmede in, strijd, -den stroom der natuur-
lijke bevoikingsverplaatsingen te doen bevriezen.

Het monetaire vraagstuk heeft men niet uitdrukke-
lijk, wel terloops, bespreken, omdat het in een groot

aantal landen opgelost is. En het bevol-kingsvraagstu

k,
zoo werd opgemerkt, lag toch aan alles

ten grond’slag,
en behoefde -dus geen uitdrukkelijke bespreking. Ten
slotte is ook het loonvraagstuk, hoewel niet uitdrukke-

lijk uitgesloten, slechts sporadisch te voorschijn ge-
komen. Aan dit feit zou ik -een laatste beschouwing
willen vast-knoopen.

Het komt mij voor, dat -op deze conferentie -de onlo-

gische positie van ‘het B.I.T. zich zeer sterk heeft be-
merkbaar -gemaakt. Ik bedoel daarmede, dat men als

inhoud van ‘het werk van dit bureau uit -de algemeene

economische stof een -deel heeft afgesc’hei-dert, dat men
niet -duurzaam kan -afscheiden, wanneer het om -het
uitwerken der problemen, het vinden -der oplossingen
gaat.

Het gin-g op de economische conferentie om niemand
anders dan -om -de massa -der bevolkin-g, die -voor het
ovengroote deel uit arbeiders bestaat. Het is -door de
meesten wel gevoeld, door enkelen, ik herinner mij
bijv. von Siemens, -ook ‘heel -duidelijk gezegd: -het gaat
bij al onze problemen om niets anders -dan om de koop-
krecht van -de massa -der bevolking. En Jouh-aux zei-de:
deze conferentie tracht -de vraagstukken der arbeids-
conferenties op te lossen. Toch werd over het loon
gezwegen. Waarom? Ik veronders-tel, omdat men vrees-
de, dat 4nen dan alleen maar in -de ,,uferlose” vruch-
telooze debatten, altijd in -denzelf-den

toon, en altijd
even hopeloos, ‘der ar-bei-dsconferenties terecht zou ko-
mer. Men heeft nu eenmaal i-n -het- B.I.T. de groote economische volkenbondsorganisatie, die tegelijk op
een te nauwe, -en op een onjuiste basis is -opgetrokken.
Het B.I.T. staat onder -den ban van de Principes
généraux van art. 427 van het tractaa

t van Versailles,

de tegenstelling van arbeider en ondernemer. Het is

deze geest van het B.I.T., die -verkeerd is, principieel
verkeerd.

De voortzetting van het economisch s’ejk de-ir con-
ferentie -zal ‘dezen ban moeten zien te breken. En daar-

voor is één -ding zeer noodig, -dat namelijk het weten-
schappelijk element zeer sterk
bij
-dit werk betrokken
wordt, en vooral de zaak niet wordt overgelaten -om

uitgevochten to worden tusschen arbeiders, onderne-mers en regeeringsgernachti-gden. Ik meen de logica

-der feiten achter mij te hebben, waar ik kan wijzen

op de overwegende rol, -die op deze conferentie, waas-

zoovele van -de eerste ,,businessmen” der wereld aan-

wezig waren, werd -gespeeld, door mannen, als Ser-

ruys, Trendelenburg, di Nola, Ooljn, Ansiaux, Oassel,
Layt-on, Schüller. –

Het spreekt vanzelf, dat het zijn van groot-onder-

nemer een zekere machtsmen-taliteit medebrengt. Dat
mac-ht-sgevoel wordt heden ton dage gefnuikt door de

overheid, -en dit brengt den -groot-ondernemer tot toe-

geven. Dat is niet de mentaliteit, waaruit een juiste
verhouding -geboren word-t, want zij- kweekt niet aan.

het eerste noodige, het verantwoordeljkheidsgevoel,
maar -dood-t -dit juist. Er komt een strijd-instinct, nu

ook maar te halen wat er te halen is, zonder zich om
-het verdere te bekommeren. Juist het omgekeerde moet

gebeuren. Geen strijd moet er -gevoerd worden, maar

samen-werking moet gezocht, met sterk verantwoorde

lijkheidsgevoel van, beide zijden. En deze ‘geest kan
slechts gevoed, -door de objectieve, -onzelfzuchtige
medewerking van -de wetenechappelij-ke mannen. Een
dc’bei-der staat vanzelf geheel ander-s tegen-over een
man als Cassel of Ansiaux, -dan tegenover een de

Peyerimhoff of Pirelli. En er moet niet worden toe-
-gegeven,
om
des lieven vredes wille, maar alleen op
-den vasten bodem -der logica, -der theorie.
Mijn-s inziens is dit -de zaak, -die al -het andere aan
-gewicht verre -overtreft. Aan de toekomst toch van
den politieken vrede ‘tusschen -de vol-keren geloof ik
wel. Desniettemin zal onze geheele wereld té gronde

gaan aan -den economischen oorlog, wanneer ook hier
niet -de coöperatie in plaats van den strijd komt.

E. C. v. DoRp.

DE ACHTERUITGANG VAN DEN NEDERLANDSCHEN
UITVOER NAAR OOST-INDIË.

Véôr het fatale jaar 1914 vertoonden de invoer-
cijfers van N ederlandsch- Oost-Indië een onafgebro-
ken stijging, waaruit terecht de gevolgtrekking werd
gemaakt dat de economische ontwikkeling van dat
gewest geregeld voortgang maakte. De productie van

uitvoergewassen nam gestadig toe,
terwijl
van een
eigen industrieele ontwikkeling geen sprake was,
zoodat de groeiende afzet van buitenlandsche fabri-
katen slechts te danken kon zijn aan de groeiende

behoefte en de toenemende koopkracht der bevolking.
Had die invoer in 1903 slechts een waarde van
177 millioen gulden, in 1913 werd voor f 461 inge-
voerd. – –
Nemen
wij
in aanmerking, dat 1903 een bijzonder
ongunstig importjaar is geweest en nemen wij aan
dat dit invoercijfer in normale omstandigheden d 190
millioen had bedragen, dan nog zou in 10 jaar de
toename aan invoer niet minder dan 271 millioen
gulden hebben bedragen of gemiddeld 27 millioen
gulden per jaar. Vooral de jaren 1909 – 1913 ver-
toonden een sterk accres en wel 38 millioen gulden
per jaar gemiddeld.
Bij beschouwing van de invoercijfers van 1914 –
1925 merken wij hoogst merkwaardige sprongen op,
welke al te
dikwijls
tot geheel onjuiste conclusies
hebben geleid.

Deze cijfers zijn (zonder speciën.)
millioen
1913 1914 1915 1918 1917 1918
gulden

ff

1919 1920 1921 1922 1923 1924 1925

638 1116 1077 691

616

678

818-

534

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juni 1927

De jaren 1914/22 zullen wij hier geheel buiten be-

schoüwing laten daar deze jaren tengevolge van het

ontredderde heepvaartverkeer en de reactie op de’

oorlogsjaren tot de abnormale jaren gerekend moe-

ten worden.
1′
Hoe bedrieglijk deze cijfers zijn,
bewijst
wel het

recordjaar 1920 toen voor f 1116 millioen werden

ingevoerd. De goederenprijzen in dat jaar waren 3 x

die van 1913 zobdat de waarde van den invoer in

1920 omgerekend tot de goederenprijzen van 1913

slechts f 370 millioen bedroeg.

Eerst in 1923 begint de handel op Nederlandsch

Indië weer een normaal karakter te
krijgen,
doordat

de oorlogsgevolgen toen grootendeels overkomen of

gestabiliseerd waren en de heftige schommelingen
in de goederenprjzen tot staan waren gebracht. Zij

het ook dat de
prijzen
der importartikelen aanmer-

kelijk hooger bleven dan in 1913.

– Meten wij de invoercijfers van 1923/1925 met de

door het Centraal kantoor voor de Statistiek te Bui-‘

tenzorg berekende i’ndexcijfers dan
krijgen
wij de

volgende resultaten:

100
1923 invoer

x 616 = 340 millioen gulden
181

100 1924

x 678 = 380
179

1925

x 818 = 470
174

Hét jaar 1925 vertoönt dus voor het eerst een in-

voercijfer dat hooger is dan het jaar 1913 met zijn

437 millioen. Maar de geweldige sprong van 90 mil-
lioen tusschen 1924 en 1925 moet een
bijzondere
reden

hebben en die is er ook. In 1925′ toch liep de rub

berprjs zoodanig op dat door de ïnlandsche rubber.
planters in debuitengéwesten veel geld werd verdiend
dat voor een belangrijk deel in impôrtartikèlen werd

omgeiet. Was de invoer in 1924 in de Buitengewes’

ten 211 millioen, in 1925 bedroeg die import bijna

288 millioen.
Nemen wij y,erder in aanmerking dat de uitvoer

van Java naar de Buitengewesten van importartike-
len in 1925 ruim 10 millioen grodter geweest is,

dan in 1924, dan blijkt dat het gunstige resultaat

voor het jaar 1925
bijna
uitsluitend te danken is aan

de
bijzonder
hooge inkomsten, waarin de bevolking

der Buitengewesten zich dat jaar mocht verheugen,
hetgeen beteekent dat de invoer in Nederlandsch-Indië
een inzinking zal vertoonen als de rubberprijzen weer
dalen, hetgeen in 1926 dan ook al eenigermate is

geschied.
Hoe staat het nu met het aandeel van ons land in
den invoer van Nederlandsch-Oost-Indië?

In 1913 bedroeg dat aandeel 33 pOt.

invoer door
1923

21
11
particulieren
1924

,,

,,

,,

19

(zonder
1925

18

speciën)
(eigen berekening)

Deze achteruitgang is zoo
verbijsterend
groot en op
het eerste gezicht z65 verontrustend dat het de moeite
moet bonen na te gaan welke oorzaken medegewerkt
hebben aan de snelle daling van het Nederlandsch
percentage in den Indischen invoer.
Daartoe hebben wij de invoercijfers van verschillende
artikelen in 1925 vergeleken met 1913 en om deze be-
schouwing zoo eenvoudig en overzichtig mogelijk te
doen zijn, zullen wij ons bepalen tot de invoercijfers

van Java en Madoera, hetgeen bovendien een zuiverder
beeld van den toestand geeft en wel:
lo. omdat de algemeene economische toestand op Java in 1925 normaal is geweest, zelfs gunstig door
de hooge prijzen der handelsgewassen, zonder geflat-

teerd te zijn door de rubberhausse;
2o. omdat de invoer in de Buitengewesten ook vôôr

1913 sterk beïnvloed werd door het
nabijgelegen
Sin-

gapore en de vestiging op Sumatra van vele niet-Ne-
derlandsche ondernemingen.

Dit verklaart tusschen haakjes dat Nederland’s aan-

deel in den invoer van de Buitengewesten in 1913
slechts 23 püt. was en in 1925 16 pOt.

3o. omdat, behalve de bovengenoemde
bijzondere
oor-
zaken, welke het Nederlandsche aandeel in de Buiten-

gewesten ongunstig beïnvloeden, de voor Java en Ma-

doera gevonden oorzaken ook gelden voor de andere
gewesten en

4o. omdat de achteruitgang op Java het grootste
bleek te zijn.

Indien wij ons dus bepalen tot Java (en Madoera)
dan zien wij uit de volgende cijfers dat het Neder-

landsch aandeel in 1913
bijna
38 pOt. bedroeg en in
1925
bijna
20 pOt., een achteruitgang dus van 18 pCi.

Invoer door, particulieren (zonder speciën).

1913

1925

Totale invoer

300 millioen

530 millioen
Nederi. aandeel 113

,,

105

Meten
wij
deze
cijfers
met de
indexcijfers welke
berekend zijn door het Centraal Kantoor voor de Sta-

tistiek in Nederlandsch-Indië, dan’ komen wij voor
Nederland nog tot veel droeviger resultaten.
Alvorens daartoe’ over te gaan moeten wij echter
van de
invoercijfers
van Java nog aftrekken de waarde

der goederen, welke uit- Java in 1913 en 1925 weer
werden uitgevoerd naar de Buitengewesten. (interge-

westelijk handeisverkeer).

Voor 1913 mogen
wij
daarvoor aannemen 30 mii-
lioen gulden, voor 1925 65 millioen.

De netto-invoer van Java was dus in 1913 270

millioen of omgerekend tot de -waarde van 1925 445
millioen.

De netto-invoer in 1925 bedroeg 465 millioen, zoo-
dat in 1925 voor f 20 millioen meer werden ingevoerd.
Maar de bevolking, van Java en Madoera nam in
die 12 jaren toe met
=1=
4 millioen zielen. Zien wij
dat in 1913 per hoofd werd ingevoerd voor ruim f 8.-

of na aftrek van machinerieën, ijzer en staal, auto-

mobielen, chemicaliën en de artikelen, welke niet ge-
rekend kunnen worden te behooren tot de dagelijksche

behoefte van de bevolking, voor een waarde van f 6.-
per hoofd der bevolking, dan volgt daaruit, dat de

invoer in die 12 jaren had moeten toenemen met
minstens 4 millioen maal zes gulden of 24 millioen

gulden. Eigenlijk met 4 millioen maal 8 gulden, in-
dien
wij
een normale behoefte van de landbouwindus-
trie, verkeer etc. er
bij nemen.
De 24 millioen yan 1913 vertegenwoordigen een
waarde van ongeveer 40 millioen in 1925, zoodat de
invoer in 1925
bij
gelijke behoefte en gelijke koop-
kracht als in .1913 had moeten zijn, 485 millioen
gulden o,f 20 millioen meer dan in
werkelijkheid
het

geval is geweest.
1)

Tenzij kan worden aangetoond, dat de v,ermindering
van invoer een .gevQlg is geweest van een toenemehd
verbruik •van inheemsche producten. Dit is ëchter
slechts voor een klein deel het geval. Wel is de rijst-
productie met eenige millioenen picols toegenomen
en is ook de opbrengst van tweede gewassen gestegen,
maar de achteruitgang van den invoer blijkt in hoofd-

zaak niet het gevolg van een vermindering van den
invoer van voedingsmiddelen. Immers in 1913 en
1925 werden de ‘volgende hoeveelheden volksvoedsel

ingevoerd.

1913

1925

rijst …………………..
258.000
tons

253.000′
tons

sojaboonen’ (Katjang kedela)
50.000
,,

70.000

meel …………………..
34.000

,,

31.000

visch (gedroogd en gezouten)
40.000
,,

48.000

Totaal ……..
382.0db
tons

402.000
fons

Wat de nij verheidsproducteh’bètreft is het voldoende
bekend, dat de industrie in N; 0. Indië in de laatste
12 jaren t.e weing ‘is ‘ontwikkeld om daaraan ,een
vermindering van den import te kunnen to’esdhrijven.
:Merkwaardig is, ‘dat de invoer van auto’s met
1)
Bij
een toename dèr’ bevolking van
3.000.000
zielen
wordt de
20
millioen
± 10
millioen.

15 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

535

12 millioen gulden is toegenomen, wat er op wijst,
dat enkele bevolkingsgroepen wel tot meerdere wel-

stand zijn gekomen, doch dat de groote massa er
niet op vooruit is gegaan. Ook zien wij een toename

in den invoer van meststoffeo en goeniezakken, wat

duidt op een verhoogde werking van den teelt
van exportgewassen, maar niet op een verbetering

van de omstandigheden van de kleine landbouwers.

Ten slotte valt een sterke toename op in den

invoer van tabak en sigaretten, wat op zichzelf

natuurlijk geen bewijs is van grooter welstand en
slechts duidt op een andere
wijze
van geldbesteding
dan in 1913, toen men
blijkbaar
het inheemsch product
prefereerde boven de importsigaret en de pijp.

Het is
waarschijnlijk
dat de jaren van schijnwel-
vaart (1919 en 1920) niet zonder invloed gebleven
zijn op de besteding van het inkomen.
In die jaren nam b.v. het bioscoopbezoek aanmer-

kelijk toe en ook het gebruik van artikelen, welke

niet tot de eerste levensbehoeften gerekend moeten
worden, maar ook als
wij
aannemen dat tengevolge
van dezen invloed op het verbruik van importartikelen
moest worden bezuinigd, dan nog blijft
het een feit,
dat de invoercijfers van Java en Madoera over de

laatste jaren een veel ongunstiger beeld geven van
den economischen toestand der bevolking dan de

cijfers van 1910-1913. Hiermede klopt vrijwel de con-
clusie van de heeren J. W. Meyer Ranneft en Dr. H.
Huender, dat ,,alles bijeen de situatie in 1925 deze
schijnt, dat de toestand van 1913,
zij
het dan
nauwe-
lijks hersteld” is.
Dat wil zeggen in 12 jaren tijds
geen
vooruitgang,
hetgeen voor een land als mdie met een sterk toe-
nemende bevolking, die het in 1913 ook al niet breed
had,
achteruitgang
beteekent.

Dit wordt ook gevoeld door de bevolking zelf die
bij de vreemde elementen toenemende welvaart ziet
en toenemende bevrediging van nieuwe behoeften, ter-
wijl de eigen omgeving zich tot het allernoodigste moet

beperken, met uitzondering misschien van enkele kleine
groepen.

Ook stemt hiermee overeen de raming van het
volksinkomen (de meetbare elementen daarvan) ge-
meten met de indexcijfers voor het eiland Java, waar-
bij wij moeten opmerken, dat de resultaten in 1925
misschien iets beter waren dan in 1924.

Volksinkomen,
Belasting van Inlan-
Jaar
omgerekend met
ders omgerekend
indexeijfers.
met indexcijfers.

1913.
. . .
542 millioen 53 millioen
1921….
488
38
1923….
504
59
1095
‘fl1

Verminderen wij het inkomstencijfer met de belasting
en deelen wij dit verschil door het aantal inwoners
dan komen wij tot de conclusie dat op Java het netto
inkomen per hoofd van de inheemsche bevolking in
1913 f 15.30 bedroeg en in 1924 f 14.60 (wel te ver-
staan, de meetbare elementen van dat inkomen).

Moge de absolute waarde dezer cijfers te betwisten
zijn, de vergelijkende waarde is wel van groote be-
teekenis en ook betro,uwbaar, gezien de verschillende

methodes, welke de heeren Meyer Rannef t en Huender
bij hunne berekening hebben toegepast.

Zonneklaar blijkt ook uit deze cijfers dat in 1924
minder middelen beschikbaar waren voor aankoop van
importgoederen dan in 1913.

Voor Java was in 1925 en is in 1927 de toestand
nog niet veel beter.
De goederen, welke misschien het scherpst de min-
dere koopkracht van de bevolking op Java demon-
streeren, zijn de manufacturen, waarvan ruim 80 pOt. voor de inheemsche bevolking is bestemd.

In 1913 was de invoer op Java-Madoera 81 millioen
1925 ,,

,,

,,

,,

,,

171

schijnbaar dus een toename van 90 millioen.

Beschouwen wij de cijfers nader dan is de uitkomst
heel anders.

In de eerste plaats moeten wij de bedragen weer ver-

minderen met den heruitvoer naar de Buitengewesten

en komen dan tot den volgenden nettoinvoer.

1913 – 70.000.000 – 1925 – 145.000.000.
Het indexcijfer voor 1925 moet voor manufacturen

aangenomen worden op 205, zoodat de waarde van

den invoer van 1913 omgerekend tot de waarde van
1925 bedraagt =1= 143 millioen gulden. In 1925 was de

bevolking van Java en Madoera rond 4 millioen meer

dan in 1913, waarvoor op pri.jsbasis van 1925 een in-

voer aan manufacturen van ten minste f 3.— per hoofd
vereischt is of f 12.000.000,— zoodat de totale invoer

in 1925 minstens had moeten zijn 155 millioen!
1)

Waar in 1913 het gebruik van manufacturen door
de inheemsche bevolking reeds beperkt was tot het
noodzakelijkste en daarbij dus geen sprake was van

weelde, wijst het invoercijfer van manufacturen in

1925 op een bedenkelijk zuinig gebruik van kleeding.
Behalve het verminderd inkomen en de hoogere

belasting zijn ook de hooge invoerrechten hierop van
invloed geweest. Sinds 1913 zijn de meeste invoer-

rechten verdubbeld en meer dan verdubbeld. Het in-

voerrecht op katoenen goederen was in 1913 6 pOt.
en is thans 12 pOt. Waar de katoenen manufacturen
nu ook meer dan het dubbele kosten, beteekent
dit, dat voor invoerrechten 4 x zooveel betaald moet
worden, dan in 1913. In 1925 moest op elke 10 sarongs

bijna 1 sarong betaald worden aan invoerrechten, wat
natuurlijk een beperking in het gebruik tengevolge
heeft. Maar hooge insoerrechten hebben ook nog een
ander gevolg en wel dit, dat als zij ,,ad valorem”
worden geheven de duurdere goederen, dat zijn de
betere kwaliteiten, voor finantieel zwakke consumenten
nog onbereikbaarder worden, waardoor zij nog meer

aangewezen zijn op laaggeprijsde en doorgaans
slechtere kwaliteiten. Zoo wordt een stuk goede
gebleekte shirting belast met f 1.52 en een even

groot stuk calico met f 0.75. Ofschoon wij gaarne
toegeven dat deze factor slechts van geringe betee-
kenis is, verzwaart hij toch weer eenigszins de handicap,
welke leveranciers van goede kwaliteiten w.o. Nederland
hebben t.o.v. de leveranciers van inferieure, goed-
koope kwaliteiten (Japan).

Wij begrjpën zeer goed dat het bezwaarlijk zou
zijn een hooger invoerrecht te leggen op laagge-

prjsde goederen maar wij achten het wel wenschelijk

dat het invoerrecht van manufacturen weer verlaagd
wordt tot b.v. 5 pOt. Hierdoor zou o.i. ongetwijfeld
het verbruik van manufacturen toenemen en dan
zeker ook het verbruik van de betere goederen, welke dan meer in het bereik komen van de massa. Waar de
Nederlandsche export naar Indië voor 50 pOt. bestaat
uit Twentsche manufacturen zou een verlaging van

het tarief beslist ten goede komen aan de Twentsche
industrie, terwijl het verlies voor de Indische schat-

kist grootendeels gecompenseerd zou worden, door
de toename van den invoer. Dat het tarief verschil

terecht zou komen in de zakken van importeurs of
tusschenhandelaren is op den duur uitgesloten door
de scherpe concurrentie op dat gebied.
Differentieele rechten zijn ook o.i. niet aan te be-
velen maar er is geen bezwaar tegen om bij vast-
stelling van tarieven voor onze overzeesche gewesten

rekeniug te houden met producten van de Moeder-
landsche industrie. Zoo zal er geen reden zijn om
automobielen, weeldeartikelen e.a. producten van

buitenlandsche nijverheid bij de vaststelling dier ta-
rieven te ontzien.

De totale achteruitgang van den invoer en dus

ook van den Nederlandschen invoer op Java is dus
voor een deel het gevolg van de verminderde koop-

kracht der inheemsche bevolking. De percentsgewijze

1)
Ook indien de bevolkingstoename op
3.000.000
zielen moet
worden geraamd blijft de invoer van manufacturen in ver-
houding lager dan die van
1913.

536

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juni 1927
achteruitgang van Nederland moge voor een zeer

gering deel mede daarvan het gevolg zijn, de hoofd-

oorzaken liggen elders en zullen blijken uit de be-

spreking van de belangrijkste artikelen van invoer,
waaraan het vervolg van dit artikel zal worden gewijd.

(Wordt vervolgd).

W. DE COOK BUNING.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING

DE CONCESSIES VAN SOVJET-RUSLAND.

De heer Paul Olberg te Berlijn schrijft ons:

De ineenstorting van de Duitsche concessie van •de

M’ologa Holaverwertungs A. G. heeft opnieuw in

Duitschiand en ook in andere landen het heele pro’-

bleem van de Sovjet-Ruasische concessies opgeworpen.
7ooals bekend, werd de Mologaconcersie om propagan-

distische redenen onder de gunstigste voorwaarden

verleend •en •desniet.tegen’staande kon ze zich niet

handhaven. De liquidatie der Mologa vindt ongeveer

in .derizelf•den tijd plaats, .dat de concessiepolitiek van

Sovjet-Rusland haar zesjarig jubileum viert. De tame-

lijk rijke ervaringen van dozen tijd maken een defini-

tief oordeel over de grondslagen en de practijk der

Sovjet-Russi’sche concessies mogelijk.

Het eerste ministerieele besluit over de verleening

van concessies of zooals de tekst luidt: ,,Over de eco-

nomische eis re’ehteljke grondslagen der concessies”

werd den 20sten November 1920 uitgevaardigd. Deze
stap was voor Rusland een groote verrassing, want

toentertijd heerschte nog het zg. oorlo’gscomrnunisme;

het totale
bedrijfsleven,
de voortbrenging en het ver-

bruik waren .genationaliseerd; ‘het particuliere kapi-

taal was absoIuu’t vernietigd. En plotseling verscheen

een wet, die ‘het buitenlandsche particuliere ‘kapitaal
aanspoorde naar Rusland te komen en ‘daar handel

te drijven en belegging te zoeken. Lenin formuleerde

deze bedenkingen als volgt: ,,Onze kapitalistn hebben

wij verjaagd en nu worden ‘buitenlandsche kapitalisten

aangespoord in Rusland te werken.” Tegenspraak lag

voor de han’d. Lenin zag zich genoopt ‘de nieuw ge-

volgde concessiepolitiek bijzonder te rnotiveeren. In
een verslag, dat Lenin den 27’sten November 1920 op
een vergadering der partijsecretarissen van •de afdee-
lingen der Moskousche Organisatie uitbracht, betoogt
hij •o.a.: ,,Wanneer men het concessie-decreet van 23.
XI, aandachtig leest en herleest, ‘dan ziet men, .dat
wij de beteekenis der werel’dhuishouding op den voor-
grond stellen; dit doen wij opzettelijk. Dit is onbe-

t,wistbaar een juist standpunt. Ons de wereld;huishou-
ding tot stand te bren’gen is de Russische grondstof
noodzakelijk. Zonder deze grondstoffen kan men niets
beginnen, dat is economisch juist. En nu verklaart

Rusland aan de geheele ‘wereld: Wij’ nemen op ons de
wer.dldhuishouding op te bouwen – ‘dit is on’s plan…
De Sovjetlheersdhappij is in den laatsten tijd sterker
geworden en niet slechts sterker op zichzelf, doch zij

treedt op met een plan voor den wederopbouw van de
geheele wereldhuishouding. In het mini’sterieel besluit treden wij in naam van de geheele menschheiid op met
een eigen economisch onaanvechtbaar programma voor

den opbouw van ‘de economische krachten en wel op
grondslag van de benutting van het ‘totaal der grond-
stoffen. . . . ” Deze verklaring beteekent echter, dat

liet ,,communi’stische Rusland” aan de stabiliseering
van het kapitalismei wilde medewerken, hetgeen eigen-
lijk een zich afwenden van het ,,communisme” betee-

kent. Zooals vanzelf spreekt was deze gevolgtrekking
den leider van het bolsjewisme duidelijk. Daarom –
blijkbaar om zijn toehoorders gerust te ‘stellen – voeg-
‘cle Lenin aan zijn verslag toe: ,,Maar de concessies zijn

niets anders als een-nieuwe vorm van oorlog, want in
dezelfde
rij’
al’s de concessie-troepen zullen onze troe-
pen staan, wij zullen van hen leeren …. Weliswaar
zullen zij (de buitenlandsche kapitalisten) de kapita-
listische methoden aanwenden, maar wij zulln onzen

communistischen invloed tegenover hen stellen.

Wij zullen bewijzen, dat wij; sterker zijn….

(Lenin,

Geschriften. Deel XVII, pag. 393. Russisch). Dat

deze geheele argumentatie over de redding ,,d:’i

inensch’hej’d” door Rusland, dat zichzelf in algeheele

economische ontbinding bevond, zonder zin en onhoud-

baar is, behoeft hier niet in het bijzonder onderstreept
te worden. in
werkelijkheid
ging het drom buiten-
landsch kapitaal voor de ontredder.de
Sovjet aan te
trekken. Dat moest Lenin later ook openlijk toegeven,.

toen hij’ op het achtste congres der Sovjets, dat in

Maart 1921 plaats von’d, verklaarde: ,,Dit verhond

(met het buitenlandsche kapitaal) is absoluut nood-

zakelijk voor ons, aangezien onze economische ci-isis

zoo scherp is, dat wij met eigen krachten niet, in staat

zij de ingestorte ‘huishouding weer op te ‘bouwen”
(Idem, pag. 119).

Tegelijk met het verschijnen van het eerste conces-

sie-besluit werd een lijst van de in aanmerking komen-

de concessies gepubliceerd. ‘Opgegeven waren verschil-

lende concessies voor de exploitatie van wouden in
West-Siberië, 14 dergelijke concessies in het Noorden

van Europeesch Rusland, die 18.111.000 Desjatin

boschterrein omvatten, een aantal mijuconcessies in Si-
berië en 14 lan’dbouwconcessies met een oppervlakte

van meer dan 3 millioen Dessjatin.
Aanvankelijk heeft het soliede buitenlandsche icapi-

taal geen interesse voor de Russisohe concessies aan

den dag gelegd. Een Sovjet-publicatie vermeldt daar-
omtrent het volgende: ,,Na ‘het aanknoopen van han-

delsbetrekkingen (met het buitenland) meldden zich

bedriegers, speculanten en verschillende oplichters

aan, die niet’s te verliezen hadden” (,,Op nieuwe we-

gen” III, pag. ’85. Russisch). Daarna, ni. in den loop

van de laatste zes jaren, kwamen 1937 concessie-aan-biedingen binnen; maar slechts een klein gedeelte van

‘deze aanbiedingen kon ernstig opgevat worden ;bijge-

volg werden ‘slechts 144 concessie-verdragen gesloten,

d.i. iets meer dan 7 pOt. der aanbiedingen. Bovendien

is zelfs van dit aantal de wei-kelijke beteekenis zeer ge

ring. Helaas geven de Sovjet-publicaties geen gege-

vens over den omvang van het kapitaal, dat de buiten-

landsche kapitalisten hebben besteed, van het aantal

in concessie-bedrijven werkzame arbeiders en van de

economische resultaten der concessies. Men ican echter
indirect vaststellen, dat deze resultaten zeer onbedui dend zijn. Zoo bedroegen bijv. in 1923/24 de inkom-
sten van den Sovjetstaat uit de gezamenlijke conces-
sies slechts 14 milli’oen Roebel, waarbij; 10 millioen Roe-

bel voor rekening van gemengde handel’maatschappijen
en 4 millioen Roebel voor rekening van transport- en
boschconcessies kwamen. De ontvangsten in het jaar
1925/26 ‘bereikten niet meer dan 5 millioen Roebel
netto-winst en 10 millioen Roebel aan belasting eis
invoerrechten. Gedurende 1925 zijn in de concessies
in ‘totaal 37 millioen Roebel en in den loop van 1926

48,8 millioen Roebel buitenlandsc’h kapitaal belegd.
Driekwart van deze bedragen kwam voor rekening van

handelmaatschappijen en slechts 64n kwart voor de

industrie. Van de ‘genoemde 144 concessies is 28,8 pOt..
met Duitschers, 15,3 pOt. met Engelschen, 10,4 pOt.
met Amerikanen en 3,5 pOt. met Frarischen aangegaan.

In den regel trekken bedrijfstakken, clie een beleg-
ging op langen termijn van vrij groote sommen ver-
eischen, slechts in geringe mate liet buitenlandsche

kapitaal tot zich. Zoo omvat ‘bijvoorbeeld de voort-
brengende industrie slechts 12,3 pOt. der ‘aanbiedin-
gen; daarentegen komt voor rekening van den handel,

waarbij het kapitaal betrekkelijk vlugger wordt ‘om-

gezet ‘en gemakkelijker kan worden teruggetrokken,
ongeveer 25 pOt. der concessie-aanbiedingen.
Van de concessies voor de exploitatie van wouden
zijn slechts twee beisngrjk, en wel de Krupp-corices-
sie, die in Maart 1923 voor den tijd van 36 jaar een

gebied van 25.000 Dessjatin ter exploitatie heeft ver-

15Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

537

kregn en ‘de Drusach-concessie der Duitsche Saatbau-

Gesellsc;haft, die in October 1922 voor den tijd van
31 jaar een gebied van ongeveer 19.000 Dessjatin ter

exploitatie heeft verkregen. Tot ‘deze soort concessies

behoorde ook de Mologa-concessie, die in September

– 1923 voor 25 jaar werd verkregen en 5 millioen Deasja-

tin omvatl.e. Zooals bekend, heeft de Mologaconcelssie
bij de liquidttie ongeveer 25 millioen Mark schuld bij

haar 1)ui’tsche schuideischers laten staan. ,,Over de

oorzaken van •de ineenstorting der M’ologa”, ‘berichtte

do ,,Vossinhe Zeitung” van 28 April 1921, ,,wordt

verklaard, dat vele factoren hebben samengewerkt. Het
was reeds bekend, dat de financiering van de onderne-

mi ng Ofl:tOerei’kend gebleken is….

,,Voor den

export,
waarvoor de maatschappij oorspronkelijk was
opgericht, bleek ‘het hout onbruikbaar, daar ten ge-

volge vaii de buitengewoon
h,00ge productiekosten
de

exploitatie geen voordeel kon afwerpen. Toen men

later tot den
biwnenlandsch.en ha’n4el
overging, bleek

de binnen landsche markt weliswaar goed tekunnen

opnemen, doch de
prijzen
waren ontoereikend. Boven-
dien leverden de uit ‘het concessiegebied te verwerken

houtsoorten te smal zaaghout op, dat in Rusland niet

t’é gebruiken is. Een ‘groote rol bij de falende rentabi-

liteit speelden ook de geweldige Russi.sche
sociale las-
ten,
‘die ‘bij een onderneming, welke op men.sdhenkracht
is aangewezen – de Mologa verschafte 25.000 man
werk — in het
‘bijzonder
van gewicht zijn. De well-
schen. van de Mologa om een
herziening
van de ver-

•dragclL en do qualiteit der terreinen te verkrijgen,
leden schipbreuk door de on’verzoenlijkheid ‘der Sov-
jets, die zSS wantrouwend waren, •da’t ze
verborgen

winst
bij de rnaatschappij vermoedden. Pas toen het
te laat was, hee.f t zij tot een ‘herziening besloten. Zeer

juist velt ‘het geciteerde ‘blad het volgende oordeel over

de Mologa-concos’sie: ,,In het kort kan men de MoJoga-
kwestie in dien zin beoordeelen, dat men zich blind en
zonder ondervinding in ‘gevaren heeft begeven, waar de maatschappij in omgekomen is. Men kan ‘al tevre-
‘den zijn, indien, naar men hoopt, de schuldeischers
iet’s kunnen redden en het leergeld, dat men voor de
Mologa heeft betaald, voor andere ‘concessionarissen

in Rusland niet voor niets is uitgegeven.”
Bovenden moet hieraan nog worden toegevoegd, dat
de Mologa.concessie in ‘hooge mate van politiek’en
aard was, daar zij om zoo te zeggen het Rapallo-ver-
cirag bekroonde ‘en ten doel had ‘diplomatieke betrek-
kingen tusschen Duitschiand en Rusland tot stand te

hrengen. Hieraan is het juist toe te ‘schrijven, dat de
Mologa-concessie niet in de eigenlijke Russische con-
cessiegebieden lag, ‘doch in Centraal-Rusland, dus

geographi’sch buitengewoon gunstig. Gedurende de
laatste jaren kon men haar feitelijk niet meer als een
buitenlandsche coacessie beschouwen, daar zij haar
producten uitsluitend op de binnenlandsche markt
afzette. Het feit, da men de N.V. Mologa weigerde
tegen den officieelen dageljkschen koers buitenland-
sche munt in ruil voor Tscherwonez ter beschikking

te stellen, heeft tot ‘de opheffing van het verdrag niet
weinig bijgedragen.
Eveneens ‘zijn opgeheven het concessie-verdrag van
de Duitsdhe Hamburg-Amerika Lijn tot het oprichten
van een Duitsch-Russisc’he maatschappij’ voor goede-
rentransport (Derutara) en het verdrag der firma Otto

Tolff
; deze laatste is er overigens in geslaagd zich
na verloop van een jaar met een wins’t van 750.000
Roebel terug te trekken. Deze winst is een zeer groote
uitzondering in de Russische conceseiepractij’k.

Over de indfrstrie-concessies ‘deelt het officieele
Sovjetorgaan ,,Poiitischwirtschaftliches Ja.hrbuch für 1926″ mede, dat de meeste daarvan ,,nog niet met het
werk zijn begonnen”.
Van de andere concessies is
de
groote mangaan-con-
cessie van den Amerikaanschen financier Ha,rriman
vermeldenswaard. Na 16 maanden is Harriman tot de
conclusie gekomen, ‘dat men niet verder met het werk

kon doorgaan.

Er zij nog op de zgn. Ihandelsconcessies of gemengde

maatschappijen gewezen. Dit zijn meestal zeer kleine

dndernemingen met een kapitaal van 200-300 dui-

zend Roebel, waarvan feitelijk maar 50 pOt. wordt ge-

plaatst. De economische beteekenis dezer maatschap-
pijen is buitengewoon gering; haar omzet in den Rus-

sischen handel met het ‘buitenland bedraagt ongeveer

2-3 pOt.

Het totale resultaat ‘van de Sovjet-Russische con-

cessiepolitiek wordt in het wetenschappelijke Sovjet-

orgaan ,,Planowoje Ohosjaistow” (Die Planwirtschaft

No: 1, 1927) ‘als volgt samengevat: ,,’de concessiepoli-

tiek ‘heeft tot nu toe slechts onbeteekenende reaultaten

opgeleverd”. Daarmede wordt de juiste ‘stand van
zaken van het concessiebedrijf van Rusland weer-

gegeven.

IV.

De voornaamste oorzaken van het slechte resultaat

zijn ongeveer de volgende: In Sovjet-Rusland bestaan

geen rec’htsgarantiën voor normale economische werk-
zaamheid, in het bijzonder
niet
voor den particulieren ondernermer, hetzij Sovjet, hetzij buitenlander. Veel-

eer worden het particuliere initiasief en de algemeene

economische verhoudingen door willekeur, aanklachten

en omkooperij vergiftigd. Daar te lande bestaat immerts

geen ware openbare meening, geen gelijkheid voor de

wet en het gerecht; de communistische ambtenaar
kan feitelijk onverantwo’ordelijk handelen. Bij’ de cri-
tiscihe toestanden van het geheele bedrijfsleven en de
anarchie van het. staatsbeheer stuit de concessionaris
op enorme, soms onovei-winneljke moeilijkheden, wan-
neer hij productiem’iddelen, ‘grondstoffen, onderdeelen

van machines, enz. noodig heeft. Talrijke bepalingen

belemmeren het verkeer met de particuliere Russische
kooplieden, die geen rechten bezitten. Wil de conces-

si’onaris de benoodigde productiemiddelen uit het bui-tenland importeeren, dan doet zich een nieuwe belem-
mering voor, namelijk de ‘ketenen van het buiten-
landsch monopolie van den Staat; er verloopen maan-

den, voordat men de vergunning voor den invoer vn
een artikel verkrijgt. Zeer vaak vindt ‘de concessiona-

ns niet het vereischte aantal geschoolde arbeiders in
het’ land zelf; hiji kon ze ‘wel uit het buitenland laten
komen, maar ook hierbij hindert de Scvjet-Russische

politiek. Volgens de concessieverdragen is het
Rus-
sische
gerecht bevoegd oneenigheden ‘tussohen de Sov-
jetregeering en de concessionar’issen te beslechten. Dit
gerecht is echter volkomen afhankelijk van de Sovjet-

regeering. Het is merkwaardig, dat ‘de Russische

hoofdcommissie voor concessieaanvragen in principe
tegen het instellen van een neutraal schei’dsgerec’ht, is.
De in Sovjet-Rusland bestaan’de gedwongen ‘koers voor
buitenlandsche munt hena’deelt in hooge mate de eco-

nomische resultaten van ‘het concessiebedrijf. Bij ‘het in-
wisselen tegen den gedwongen koers draagt de conces-
sionaris .groo’te verliezen. Ok ‘de vergunning tot ‘het

uitvoeren van de concessiewinst gaat met groote moei-
lj’khpden gepaard. Men mag ‘daarbij niet uit het oog
verliezen, dat men buiten Rusland niets met den
Tscherwonez ‘kan beginnen. Ten slotte
zij
gewezen op de eigenaardigheden van de Russische sociale politiek,
die op den particulieren kapitalist, zoowel den ‘bin-
nen- als ‘den buitenlandschen, in den regel ondrageljic

drukken en aan chicanes ‘doet bloot staan. Terwijl in
‘de staatsbedrijven de rechten der werknemers zeer
beperkt zijn, worden hun door het Sovjetgezag met
betrekking tot particuliere ondernemingen de meest
vergaande eisc.hen ingewilligd.
De economiche opbouw van Rusland is zonder bui-
tenlandsch kap’itaal een onmogelij;kheid. Maar in de
huidige wettelijke en economische omstandigheden van
den Sovjetstaat valt de aantrekking van het buiten-
landsche kapitaal in de vereischte’ mate niet te ver-
wachten. Het beste bewijs daarvoor zijn de ondervin-
dingen met de Sovjet-Runsisc’he conceasies, die wij
hier geschetst hebben.

538

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

15
Juni 1927

AANTEEKENINGEN.

Het rapport van den Commissaris bij de
Duitsche Rijksbank.

In zijn dezer dagen aan ‘de Commissie van Herstel,

uitgebrachte Rapport behandelt de Commissaris van,

de Rijks’ban’k, Professor Bruinis, in ‘de eerste plaas d&

aan zijn toezicht onderworpen uitgifte en dekking ,der’
hankbiljetten. ‘
11

Uit dit gedeelte van ‘het Rappot moge worden aa
geteekend, dat in de laatste
4
maanden van het jaar
1926
een netto goudimport van R.M.
385,7
m’illioen
plaats had, waarvan
R.M. 364,9
mill’ioen naar de Rijks-,

bank vloeide. 1-liervan waren R.M.
131,2
millioen af-

komstig uit haar depots in het buitenland, terwijl de

rest ‘haar grootendeels door arbitrage, Waaraan door

de ontwikkeling van den Sterlingkoers goudimport;

dikwijls voordeel opleverde, werd aangeboden. Sedert
het begin van
1927
bewegen
zich
‘zoowel Pond Ster-,

ling als Dollar boven ‘de pariteit, in het vrije verkeer

had’den ‘dus geen goudimporten meer plaats. De Rijks-.

bank werd door dit verloop der wisselkoersen genood-‘

zaakt valuta af te geven, zoodat ‘haar totale voorraad,

inclusief de niet, in de weekstaten opgenomen .devie-

ren, met 1 milliard R.M. afnam, De afgifte van devie

ren had tot elk verlangd ibedrag plaats tegen koersen”
die, met name in ‘d’en laatsten tijd, slechts weinig bene-

den de gou’dexportpunteii bleven; in de tweede helft
,
.

van Mei had zelfs goudafgifte (tot een bedrag van’.
R.M.
34,7
millioen) plaats.

Ten aanzien van het betalingsverkeer worden o.a.ri

besproken: ‘de stand ‘van de liquidatie der rentebank
3

bil)etten, de invoering van het binneniand’sc’he teiegra-

fisc’he girosysteern en van het internationale giroveT-

keer met de centrale banken van ‘de volgende landen

Oostenrijk, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Zwitserland,,
Danzig, Nederland, Noorwegen, Zweden, Denemarken,

Letland, Finland, Lithauen, Engeland, Estiand en de

Vereenigde ‘Staten.
II

Evenals in het vorige Rapport het geval was, gaat
ook ditmaal aan ‘de behandeling van de disconto- en(

credietpol’itiek van ‘de Rij’ksbank een ‘overzicht, van de
)

verschillende factoren, die
op
‘deze politiek van in-t
vloed zijn geweest, vooraf. In de eerste plaats komt,

hierbij de ontwikkeling op de
geldmarkt
ter sprake.

Het verloop van de rente voor de verschillende onder-
deelen ‘dezer markt wordt, toegelicht door een bweetalj
diagrammen, uitvoerig besproken. Hierbij’ wordt gewe-
zen op de verandering, die ‘zich oli deze markt heeft’
voltrokken en gecontateerd, .dat de tot voor kort aan-

wezige spanning ‘tusschen de rente op de geld- en kapi-
taalmarkt verdwenen is, ,eenerzij”ds door een veidere

geleidelijke daling van de rente op ‘de kapitaalmarkt,
anderzijds, ‘en in ‘het bijzonder, door de stijging van
den rentevoet op de geldmarkt.
Het Rapport vervolgt dan:
,,Het is îan belang, de oorizaken van deze onitwdkk&:ing,
ciie zich weerspiegelt in een algehee]e verandering in het’ beroep, .dat op de Rijksbank wordt gedaan, na te gan.
De oorzaken, clie in ‘cle eerste plaats genoemd moeten’
worden, zijn, afgezien van den nog nader te bespreken in-
vloed van de toenemende speculatie, ‘in hoofdzaak:
a de verandering in de lisn’delsbalans,
de afneming der buitenlandsche leeningen op langen’
termijn,


dle economische herleving van Dnitsohland.
acf a.
De handelsbalans, die gedurende de eerste 9 maan-
den van 1926 een exportoversohot van R.M.. 358,8 milhioen
vertoonde, is daarna in ‘sterke mate passief geworden. In
October bedroeg het tinvoersurplus R.M. 110,3 mi.l.lioen, in
November R.M. 123,4 milhioen, in December R.M. 228,0 mii-
lioen, ‘in Januari 1927 R.M. 295,5 miljoenen in Februari
zelfs R.M. 338,5 miilhioen. In Maart daalde het ‘deficit op
R.M. 243,9 rni’lhioen, doch in April ‘bedroeg het weer R.M.
299,4 millioen. Voor de laatste 7 maanden te zamen be-
loopt het deficit dus niet minder dan R.M. 1639 milhioen. Bij anaiyse van deze cijfers blijkt, dat, wat den invoer be- –
treft, in het bijzonder voedingsniiicldelen en grondstoffen
gestegen zijn. De toeneming van den ‘invoer van voeding-middelen staat in de eerste plaats met de minder .gunstiige

oogstresultaten van 1926 in verband, terwijl in den invoer
van grondstoffen, naast de ‘aanvulling van voorraden ‘Legen
lage prijzen (in het bijzonder van katoen), ‘de geleidelijke
verbetering de industrieele conjunctuur tot ‘uitdrukking
komt. Verder vertoont zich een zekere algeheele toeneming
der consumptie, ‘in het bijzonder in ‘die van de buitenland.
sche luxeartikelen.
Bij den export is natuurlijk ‘de vermindering van den
export van steenkolen en s’teenkoolproducten het voornaam-
ste element. Deze teruggang hangt met het einde der En-
gelsche kolenstaking samen. Teleurstellend ‘is, dat de uit-voer van eindproducten voorshands geen verbetering ver-
toont en zich reeds maan.denia.sg
op omstreeks R.M. 575
millioen handhaaft. Ook wanneer men in aanmerking neemt,
dat zici.h ‘de economische opleving eerder in de in.voereijfers,
dan in de uitvoercijfers van eindproclucten manifesteert,
blijft deze stilstand teleurstellend.
ad b.
De vrmindering der buitenlandsche leeningen op
langen termijn is slechts gedeeltelijk toe te sdhrijven aan
‘de daling van het Duitsche renten,iveau, doch moet ook wor-
den toegeschreven aan een fiscalen ‘maatregel der regeering,
waarop nog nader wordt teruggekomen.
Tegenover deze verminideriug staat echter naar het
adhijut een zekere. vermeerdering van de buitenlandsche
credicten op korten termijn.
ed o.
‘De algemeene verbetering der conjunctuur is’ duide-
lijk waarneembaar, al dient men ook haar beteekenis niet
te overschafjten. Gedurende een groot gedeelte van het jaar
1926 leverde cle Engelsche kolenstakin,g voor vele takken van industrie onverwaoht voordeel op, terwijl haar uitwer-
king veel verder merkbaar was dan erst verwacht was.
Toen de kolenstaking geëindigd was, daalden de kolenprij-
zen snel tot ban oorspronkelijke ‘hoogte en de groote win-
sten op dit gebied bdhoorden tot het verleden. Niettemin
was cle hiermede samenhangende tcrugslag niet zoo groot
als verwacht werd en ging de ‘algemeene veilbeteri’ng van den
economisdhen toestand voort De ijzer- en staalindustrie
wei-kL thans op volle capaciteit en ‘de positie der ‘tex-tielin.
clustrie, die door de voorafgaande depressc zecr zwaar ge
troffen w.as, is eveneens verbeterd.
In.tussohen mag niet worden vergeten, diat de op •vermin-
dering der werkloosheid gerichte overhei’dsmaatregelen, be-
staande in bevordering van den woningbouw en uitvoering
van bepaalde werken in dit verband een belangrijke rol
spelen.
Voor zoover de verbetering in de conjunctuur op
dergelijke maatregelen berust, heeft zij in zeker opzicht een
kunstmatig karakter.

De genoemde verbetering heeft natuurlijk ook cle crediet-
behoeften van de industrie vergroot. Dat deze ontwikkeling
tot dusver nog niet in een belangrijke uitbreiding van de
door de banken verleende industrieele crechieten tot uiting
komt, is hieraan toe te schrijven, dat vele ondernemingen
in de laatste jaren getracht lbebben haar financieele positie
zoo liquide mogelijk
te
maken, ‘wat haar in tal van geval-
len door huitenlandsche leeningen ‘werd vergemakkelijkt.
‘Natuurlijk zijn de onder a en b genoemde factoren niet
de eenige geweest, clie op de ontwikkeling vnu de betalings-balans en daardoor op die van de geldmarkt van ‘invloed zijn
geweest. Vermoedelijk .is
in de .be:handelde periode de out-
wikkeltng ook in meerdere ‘of mindere mate .be5nwloedgewor-
den door het feit, dat in ‘het buitenland geëinittee’rde Duit-
sche fondsen werden teruggekoeht, door de ‘terugtrekking
van buiteniandsehe specuhatieve ‘belegging in ‘Duitschland,
en ,door, eveneens gedeeltelijk s’peculatiieve, Duitsehe beleg-
gingen in ‘het buitenlau’d. Dergelijke kapitaalbewegingen
kunnen echter niet in cijfers worden uitgedrukt. Ook de herstelbetalingen en de dienst der nog loopeude buiten-
‘ian’dsche leenin.gen moeten in dit verband vermeld worden.”

De daling van de rente op de
kapitazlrnnrkt
hield
aan tot Februari ji., in deze maand werd de 5
pOt..
Rijksleeniug geëmi’tteerd. Het resultaat van deze emis-

sie was weinig bevredigend. Van het totale bedrag,
zijnde R.M. 500 mill’ioeii, was reeds voor de opening
der inschrijving R.M. 200 millioen bij publiekrechte.
lijke lichamen geplaatst, de rest kon slechts door ander-

maal een beroep op dezelfde instituten te doen wor-
den ondérgebracht. De, ‘door deze leenin.g op ‘de ‘geld-
markt uitgeoefende druk ‘bleek te groot, althans •het

renteniveau op deze markt is daarna gestegen en be-
woog zich sedertdien .tussdhen ‘de 6 en 7 pOt. De toe-

neming der ‘spaargelden blijkt bevredigend, al wordt

1
5Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

539

ook het vraagstuk,
of
de kapitaalvorming in Duitsch-

land voldoende is om de binnenlandsc’he behoeften te
bevredigen, thans minder optimistisch beoordepld dan

tevoren.

Uitvoerige beschouwingen worden ditmaal gewijd

aan de ontwikkeling op de
effectenbeurs:
,,TerwijI in 1925 de koersen, na een korte stijging, een
voortgezette daling vertoonden, waardoor de gewogen ge-
middeicle koers der aan de Berlijnsehe beurs genoteerde aan-
deelen aan het eind des jaars op 69,7 was gedaald, werd het
jaar 1926 gekenmerkt door een nagenoeg ononderbroken stij-ging, die zich, zij het met sdhommelingen, in de eerste mand-
den van liet loopnde jaar voortzette, zoodat het indexcijfer,
dat einde 1926 168,6 bedroeg, in den aanvang van Mei 1927
een mnximum van 203,6 bereikte.
De dalende tendens in 1925 wordt hoofdzakelijk aan de
volgende omstandigheden toegeschreven. De goudbalansen
waren grooteudeels op de basis van een – zij het ook zeer
voorzichtige – schatting van de waarde der activa opge-maakt, waarbij overwegingen omtrent de hoogte van de directe opbrengst op den achtergrond traden. Natuurlijk
bleek spoedig, dat, indien men de koersen beoordeelde naar
de rentabiliteit, zij in geenerlei verhouding stonden tot
het destijds nog zeer hooge renteniveau. Van een speeula-
tieve tendens was nauwelijks sprake, ware een dergelijke
tendens tot eenige ontwikkeling gekomen, dan zou de des-tijds zeer gespannen toestand op de geldmarkt een uitbrei-
ding daarvan verhinderd hebben. Als gevolg van het lage
koei-sniveau van eind 1925 ‘was de marge tussdhen de ver-
kregen of verwachte opbrengst der aandeelem en cle rente
op de kapitaalmarkt, die destijds reeds belangrijk was in-
gekrompen, vrijwel geheel verdwenen.
De daling van het 1-enteniveau in 1926 en 1927 zou dus
op zichzelf reeds voldoende zijn geweest om een koersatij-
ging in het leven te roepen; hierbij kwam nog de geleide-
lijke verbetering van den algemeenen economischen toestand.
Deze factoren zijn echter onvoldoende om de groote stij-
ging, die in 1926 en 1927 plaats vond, te verklaren. Deze
stijging zou nimmer zulke proporties hebben aangenomen
indien niet tegelijkertijd een groote ruimte op de geldmarkt
was ontstaan, clie gedurende het geheele jaar 1926 aanhield
en de speculatie tea zeerste in de hand werkte. De laatste
richtte aich eerst op de scheepvaartfoadsen, – als gevolg van
de geruchten over teruggave van in de Vereenigde Staten in
beslag genomen Duitsche bezittingen in de Vereenigde Sta-
ten – en breidde ziek daarna over de ganseke beurs uit,
zoodat een algemeene haussebeweging on{stond”.

Nadat cijfers van beursbelasting en tweemaandelijk-
sche balansen der pai-ticuliere banken als indicators
van den omvang der speculatie zijn weergegeven en
gewezen is op de hervatting der stij:ging na de inzin-
king in Maart, waarbij echter de drijvende krachten
zwakker en de geldmarkt minder ruim was geworden

volgt de itekst van het communiqué, dat op 13 Mei door
do -voornaamste Berlijnsche banken werd gepubliceerd,

in aansluiting aan de op 11 Mei in de Rijksbank ge-
houden bespreking, luidende:
,,De leden der Vereeniging ‘van. BerljnsOhe banken en
bankiers (Stempelvereinigu ng) zijn heden overeengekomen
de ‘voor report en verdere beleening van effecten verleende
gelden geleidelijk, doch belangrijk te verminderen. Zij zullen
daartoe allereerst de verstrekking vhn report- en termijn-
geld ter beurze tot aan de medio-liquidatie van Juni met
25 pOt. verminderen en op de volgende liquidatieaernunen
tot verdere neperkiug overgaan. Ten opzichte van de par-
ticuliere clientSle aal in denzelfclen geest gehandeld worden.
Het wordt verwacht, dat de buiten de Vereeniging staande
gel.clgevers zieh hierbij zullen aansluiten”, liet Rapport ver-
volgt clan:
,,Udt is begrijpelijk, dat een dergelijk communiqué, gezien
den omvang, dien de speculatie had aangenomen en de groote
bedragen aan geleend geld, waarop zij berustte, een ernstige
reactie ter beurze te voorschijn riep. Alle koersen daalden en van een aantal fondsen kwam geen noteering tot stand.
vie
Dn ‘volgenden dag bleek, dat de eerste schrik was orwon-
ilen, en de eerstvolgende liquidatietermijn (19 Mei) verliep
zonder groote moeilijkheden. Na de eerste daling bleven de
koersen ongeveer op de hoogte van Januari 1927, hetzelfde
niveau, dat reeds gedurende enkele dagen in Maart was
bereikt. Tijdens het opstellen van het Rapport zijn de koer-
seri verder gevaUen: het inclexcijfer was op 1 Juni 154,5.

Disconto- en creclietpolitiek der Rijksbank.

Ten tijde van de discontoverlaging (11 Januari 1927)

begonnen de bij de bespreking der geidmarkt genoemde fac-
toren hun in1loed te doen gelden. De passiviteit der hen-
delsbalans nam groote afmetingen aan, het bedrag der bui-
tenlandsche leeningen nam af. Een daling in de deviezen-
voorraden werd spoedig merkbaar, de geldruimte verminder-
‘de en een grooter beroep op de Rijksbank werd gedaan.
Sedert eind Maart bleef de gemiddelde daggeldnoteering,
afgezien van een korte periode, op het niveau ‘van het bank-
disconto of iets daarboven. Alléén de min of meer nominale
rente voor bankaccepten was als regel lager.
De vraag rees of en in hoeverre deze omstandigheden de
Rijksbauk tot het nemen van bepaalde maatregelen aan-
leiding gaven. Op de besprekingen met de voornaamste ban-
leen van 11 Mei maakte deze vraag een onderwerp van dis-
cussie uit; de vertegenwoordigers der banken drongen op
discontoverhooging aan, de Directie der Rijksbank daaren-
tegen was van meening, dat haar interventie een anderen
vorm diende te hebben. De President van de Rijksbank
heeft omtrent het standpunt der bank een verklaring ge-
publiceerd, aan de hand waarvan het volgende medegedeeld
moge worden:
De algemeene economische positie van Duitsdhl and was ge-
zond, zij begon juist teekenen van ‘herleving te vertoo’nen. Af-
gezien van de positie der betalingsbalans was slechts de
ver-
scherping van de situatie op cle beurs ongezond, in de eerste
plaats wegens de hoogte der voor specuiatieve doeleinden
opgenomen credieten en verder omdat groote bedragen op
korten termijn in het buitenland evan-en opgenomen ter be-
legging op de beurs. liet dekkingspercentage was wel,is-
waar ‘veel ongunstiger gowordeu dan enkele maanden ge-
leden, doch was nog niet van dien aard (58,3 pCt. op 14
Mei) dat zulks tot onmiddellijke discontoivei-hooging aanlei-
ding zou geven Vej-cler bestond de mogelijkheid, dat een
Jiooger disconto cle toevloeiing van buitenlandsdhe craclie-
ten naar de beurs zou bevorderen. Onder deze omstandig-
‘heden meende de Directie der Rijksbank, dat getracht
moest worden op indirecte wijze een ontspanning op cle
geldmarkt teweeg te brengen door een ingrijpende beper-
king der aan de beurs verstrekte credieten en daarmede
van cie door cle pai

hiculiere banken verleende accomodatie.
Rekening ‘houdend met deze overwegingen gingen de
banken over tot publicatie van het geciteerde communiqué
smet de reeds vermelde gevolgen.”

Op 10 Juni werd evenwel toch tot verhooging van
het dilsconto overgegaan; de hierbij door den Presi-
dent der Rijksbank afgelegde verklaring is in het
Rapport afgedrukt. Deze verklaring knoopt aan bij

de ter gelegenheid van de discontoverlaging in Janu-
ari ji. door hem geleverde beschouwingen:

,,Destijds werd lverkluard, dat 4e verdere ontwikkeling in
Duitschland zou moeten leeren of deze hoogte (van 5 pCt.)
eenigen tijd gehandhaafd zou kunnen worden, dan wel of de
omstandigheden reeds spoedig weer tot een verhooging zou-
den dwingen, terwijl tevens de verwadhting werd uitge-
sproken, dat de ‘disooatoverhcsoging de toevloeiing van geld
op korten termijn uit het buitenland zou verminderen. Dat
niet ‘het disconto van 5 pCt. geen beïnvloeding van de kapi-
taalmarkt niagestreefd ‘werd of kon worden bleek reeds uit
het feit, dat de beieeningsrenite onveranderd op 7 pCt.
bleef.
Inderdaad zijn in cle tweede volgende maanden belangrijke
door het buitenland in Duitschland uitgezette sommen te-
‘ruggetrokken. Daarna echter hebben de Duitsehe banken in
toenemende mate geld op korten termijn opgenomen tegen
een van het ba.nkclisconto onafhankelijke rente; dit geld
werd voornamelijk gebruikt voor de financiering van den
aankoop van effecten. Reeds in thaar ter gelegenheid van de
discontoverlaging in Januari atgelegde verklaring wees de Rijksbank op den thans nog klemmender geworden eiisdh
het binnenlandsche kapitaal zoo doelmatig mogelijk te ge-
bruiken, de overdreven effeetenspeculatie echter werkt in
tegenstelde richting. De opneming van geld op korten ter-
mijn in het buitenland en de ia aterke mate op credietgeba-
eeerde beu rsengagementen verimmaderden voorts de eeonomii-
sche liqu’iditeit. Nadat door de op 12 Mei genomen maatrege. len der banken met de saneening der speculatie was begonnen
en de in de toestrooming van buitenlandsch geld voor die
beurs gelegen tegenwerking eener effectieve discontopoli-tiek gereduceerd ‘is, heeft de discontopolitiek opnieuw een
meer natuurlijke basis.
Evenwel blijkt, dat ook thans nog de Rijksibank niet vrij is in haar beslissingen op dit gebied. Zij kan niet in de eer-ste plaats steunen op een met eigen middelen funotionnee-
rende geldnearkt, het sterk onjtav.ikkelde economisch leven in
Duitsdhland blijft, als gevolg van het gebrek aan liquide

540

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juni 1927

middelen, dat door den oorlog

inflatie ontston’d, ok
verder op den toevoOr van buiten.lanclsdh kapitaal aange-
wezen. Elke diseontoverhoogiiig ‘heett de tendens die toe-
vloeiing te vergrooten, selis meer clan noodzakelijk of
wenschelijk is. Ondanks den toegenomen rentelast blijft
dein de conjunctuur met
geleeivd
geld stijgen en wordt de
illusie ‘van economisdhen bloei geschapen, clie tdt toene-
mende consumptie, snede van bizitenla’adsch artik&on,
‘voert, tenwiji terzelfclertijd de transfercering der hesstelbo-
talingen door afgifte der geleende deviezen kunstmatig
wordt vergemakkelijkt, zonder dat de export overeenkom-
stig wordt bevorderd. Indien do Bij’ksbank echter een nor-
male circulatie in stand wil honden, moet zij zorgen voor
een volcioendn voorraad van goud en deiviesen nieîttegen-
staande het feit, dat de passiviteit van de handelsbalans en
de transfereering dozen voorraad voortdurend bedreigen.
F[dtis onjuist naar aanleiding van deze situatie te spre-
ken van een.gevaar voor ons rnilm,ididel. Niet de positie
vat
het ruilinicldel, cloclh de economische quaestie is een probleem.
Neemt de dekking van de Rijksbank in goud en deviezen af, dan moet de billotteneireulalie worden ingekrosnpen.
iDi Rijksmark blijft onder alle onistandilheden stabiel, de
eenige vraag is slechts hoeveel stabiele Rijksmarkbilletten
do Rijksbank aan het becrjfseven door eredietverleening
kan verschaffen. Op iden duur kan slechts een land, waar-
van cle betalingsbalans in evenwicht verkeert, zich de dek-king voor een in verband met zijn cre-diet en betalingsver-
keer ‘voldoende circulabie verschaffen. Dit evenwicht der be-
talingsboians kan ontstaan door het surplus, dat ht land
in zijn verkeer met het buitenlnncl verwerft, het kan na-
tuurlijk ook op crecliet verkregen worden. De laatste metho-
de beteekent slechts uitstel der ten slotte eenmaal noodzake-
lijke compensatie, want rente en aflossing der buitenland-
sche creclieten moeten in rvreemde valuta worden voldaan.
Deze overweging noopt tot beperking der buitenlwndsdhe
credieten en divingt ons slechts van clie buitenlandshe cre-
dieten gebruik te maken, welke de Duitsdhe productie be-
‘vorderen temvijI anderzijds de vorming van spaarkkpitanl
in het binnenland en het zoo doelmatig mogelijk gebruik
daarvan
in de hand gewerkt moet worden”.

Het Rapport wijdt verder eenige beschouwingen

aan de buitenlandsche credieten op langen termijn,

waarbij speciaal aandacht wordt gesdhonken aan de

mogelijkheid buitenlanders te ontheffen van dQ beta-

ling der 10 pOt. Kapitalertreigsteuer, een mogelijk-

heid, waarvan de: Minister van Financiën seder.t De-

censber 1026 geen gebruik moer had gemaakt, als gé-

volg waarvan de toevloeuing van buitenlandisch kapi-
taal werd geremd. In verband met de veranderde ver-

houdingen op de geldmarkt beeft de Minister zich o

2 Juni ji. bereid verklaard van zijn bevoegdheid wê-
der in zooverre gebruik te maken, dat hij voor leenin-
gen voor productieve doeleinden ontheffing bij de

bevoegde -instanties zal voorstellen. Na een ‘bespre-

king van de publieke gelden, waarop in dit blad nok

wordt’ teruggekomen, eindigt het Rapport met een

paragraaf over de
crediietcon-diiies
der banken, waar-

aan ontleend moge worden, dat de banken in aanslui-

ting aan de discontoverlaging in Januari jl. hnar de-
bet,rente met 1 pOt. hebben verlaagd (tot 8 pOt. inclu-

sief 2 pOt. voorschotprovisie) en haar creditrente

voor deposito’.s op provisievrije. rekening van 3 op 2,5
pOt. hebben teruggebracht.

Voorts zijn de banken tot een andeie verlaging van
de cre’dietkosten overgegaan. -Tot dusver werd de debetrente berekend voor het-volle bedrag van het
toegestane crediet; sedert 1 Ja.nuari jl. brengen de
banken nog slechts rente in relkening over het ge-
•deelte van het crediet, dat werkelijk wordt gebruikt.

Amsterdam als wisselmarkt.

Naast ‘de vele nadeelen, die de oorlog an het be-
drijfsieven in Nederland heeft toegebracht, dient de

ontwikkeling van een wisselmarkt te Amsterdam on-

getw’ijfeld als een voordeel te worden aangemerkt.
Weliswaar dient men zich ervoor te hoeden de betee-

kenis van deze ontwikkeling voorshands te overschat-ten; zelfs dient men rekening te houden met de moge-

lijlcheid, dat bij een toenémende stabiliteit van het
economisch leven in de ons omringende landen het
reeds bereikte weer gedeeltelijk te niet zal gaan, .doch

daarnaast is hetgeen tot stand kwam van dien aard

en zijn de factoren, die tot een verdere ontwikkeling
kunnen
bijdragen,
zoodanig, dat een onderschatting

van de wisselmarkt te Amsterdam even onrechtvaar-

dig zou zijn als een oversohatting voorbarig.

De ontwikkeling van Amsterdam als wisselmarkt

laat zich uitstekend volgen aan de hand v’an de ver-

schillende bepalingen en circulaires, die het stand-

punt van de Nederlandsche Bank ten opzichte van

deze materie in de achter ons liggende jaren hebben

bepaald en die ten deele louter registreerden, wat

reeds burgerrecht verkregen ‘had, ten deele ‘de voor-
waarden schiepen, die voor een volgende ontiwikke-
lingsperiode noodzakelijk waren. Nu door de jongste

verklaring van de Nederlandsdhe Bank ook op de bui-

tenlandsche ‘banken (voor zoover toegelaten tot het

disconto)
het
voor de Nederlandsche banken geldende

arrangement van toepassing zal zijn, lijkt het moment

ons gunstig nog eens in het kort de voorafgaande
ontwikkeling na te gaan.

Van een wisselmarkt ‘te Amsterdam was voor den

oorlog feitelijk geen sprake. Het guldensaccept in het

inter-nationale credietverkeer kwam niet voor en zelfs

van een binnenlandsche wisselmarkt in den eigen-

lijken zin van het woord was geen sprake. De wissels,

die te Amsterdam aan de markt kwamen, bestonden

vrijwel uitsluitend uit binnenlandsch financierings-

papier, d.w.z. door promessen of door trekkingen op

de banken kunstmatig liquide gemaakte credieten,

die het typisch kênmerk misten van den zuiveren rem

bourswissel: zichzelf op den vervaldag te liquideeren.

De oorlog bracht in dezen toestand spoedig wijzi-‘

ging. De behoeften van de oorlogvoerende landen aan

Nederlancische producten maakten ‘den Nederland-schen gulden tot een waardevolle valuta en het No-

derlandsche crediet tot een begeerd object. De regee-

ringsmaatregelen in die dagen, welke erop gericht

waren ‘het leegkoopen van Holland zonder belangrijke

contra-prestaties tegen te gaan en de financiering van
den oorlog met Nederlandsch geld zoo mogelijk te ver-

hinderen vonden in de houding van de Nederlandsche
Bank een noodzakelijk complement. Aanvankelijk

handhaafde de directie van de Nederlan’dsche Bank

in het algemeen de gewoonte geen wissels te discon-

toeren, waarover niet tevoren door de bankiers met
de directie overleg was gepleegd. Naarmate echter de
handel met het buitenland toenam, werd, eooals van-
zelf spreokt, ide voortzetting van deze igewoonte steeds

bezwaarlijker. Overleg van tevoren werd bij de veel-

heid van transacties
vrijwel
onmogelijk en bij den ge-

leide] ijken teiugkeer tot normalere omstandigheden
ook minder noodzakelijk. Daarom ging de directie op

1 April 1022 ertoe over met de ‘belangrijkste Hol-
landsohe banken een arrangement te sluiten, waardoor
deze bij voorbaat de zekerheid kregen, dat bepaalde

categorieën van wissels althans in principe discon-

tabel waren.
Dit arrangement begon met de verklaring, dat ,wis-
sels, betreffende warentransacties met ‘het buitenland,
mits luidende in guldens, igeacht kunnen worden bij
onze instelling (d.w.z. de Nederlandsche Bank) dis-
contabel te zijn, indien behalve aan de algemeene

voorwaarden, wat betreft aantal teokeningen
(til.
ten

minste drie, waarvan twee Holiandsche), looptijd
enz., welke moesten worden gevorderd, tevens voldaan
is aan de hierna gemelde voorwaarden”: a. wissels,
dienende ter financiering van invoer van goederen in

Nederland of Nederlandsdh-Indië, getrokken door
den exporteur in het buitenland op een Holiandsohe

bankinstelling en door deze geaccepteerd;
,
b. wissels,
voortspruitende uit een door een Hollandsche bank-

instelling verleend rembourscrediet aan een Neder-

landsche of buitenlandsche firma en door de Holland-
schei bankinstelling geaccepteerd; c. wissels, betref-
fende invoer van goederen in Nederland, getrokken
uit het buitenland op de importeerende firma in Ne-

derland en door ‘deze geaccepteerd, welke door een

15 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

541

Ilollandsche bankinstelling in disconto werden ge-
geven. Aan deze algemeene bepalingen waren nog

eenige meer gedetailleerde opmerkingen toegevoegd,

die hior echter niet nader behoeven te w’orden bespro-

ken. Merkwaardig is het echter wel erop te wijzen,

hoe in de bovengenoemde bepalingen de nadruk valt

op wissels betreffende invoer van goederen in Ne-

derland.

Historisch laat zich dit gemakkelijk verklaren. De

oorlogsmentaliteit, de angst het buitenland voordeelen

te verschaffen zonder voldoende compensaties behoor-

den nog niet geheel tot het verleden en worden tot

op zekere hoogte dooi’ de bepalingen 1 en III’ weer-spiegeld. Daarentegen is de ‘tweede bepaling kenne-

lijk een concessie aan ‘den vrerlestoestand. Het ver-
klaart in het algemeen de rembourscredie’ten discon-
tabel, zij het met ‘de reserve, dat de onder deze cate-
gorie vallende accepten in verhouding tot, het ‘totaal

van de ‘door ‘de betrokken banken verleende accepten

geen te ‘grooten omvang mogen aannemen.

Ten slotte bleven er nog tal van papieren, die niet
onder ‘het ,,arrangement” vielen en ‘waarvoor, even-

als vroeger, van tevoren met de Nederlandsche Bank

overleg diende te worden gepleegd. Ook hier werd nog

aanvankelijk het Nederlandsc’he belang iii het oog
gehouden, doch ook ‘hier zag men zich steeds meer

genoodzaakt en steeds meer geneigd bijt ‘het verleenen
van vergunningen minder nauwkeurig toe te zien op
iie vraag in hoeverre credietverleening aan het bui-
tenland ‘direct aanwijsbare voordeelen afwie’rp voor
het Nederlandsche bedrijfsleven. De circulaire, die

den lOden Maai’t 1925 aan. de ban’kiers werd ‘toegezon-
den en waarbij ‘hun werd geschreven, dat, indien do
accep’teerende banken in het algemeen het Neder-

]an&sche belang in het oog hielden en niet met het Na-
derlandsche belang in strijd ‘handeldeir, hun wissels in
principe discontabel zouden zijn, ‘deed dan ook in
weren niet anders dan een toestand, die zich in den
loop der jaren ‘ha’d ontwikkeld, nog eens met zooveel
woorden vastleggen.

En ‘de hierboven geschetste ontwikkeling spelen de

buitenlandscho banken nog geen rol. In de periode,
die direct op den oorlog volgde, bestonden hier te
lande geen buitenlandsche banken en ‘hoewel deze

toestand zich in verloop van tijd ‘wijzigde en enkele buitenlandsche, met name Duitsche banken, zich in
ons land vestigden, was tot voor enkele jaren do
vraag, of de Nederiandsche Bank hun accept zou aan-
vaarden en hun wissels discotabel zou verklaren, n’og
allerminst acuut. De Duitsche banken ‘hier te lande
‘deden echter spoedig meer van zic’h. ‘spreken en zoo
verklaarde ‘den 15den Maart 1926 ‘de Nederlan’dsc’he
Bank zich in beginsel bereid aan banldnstellingen of
bankiers, die na 1914 in Nederland waren gekomen,
disconto-bevoegdheid ‘te geven en hun accept discon-
tabel te verklaren ‘).
Bij het nemen van dit besluit zal de Nederlandsche
Bank ongetwijfeld rekening hebben gehouden met het feit, ‘dat ‘de vestiging van buitenlandsche ‘banken hier

te lande naar alle waarschijnlijkheid een blijvende zou
zijn en dat zij in menig opzicht beter dan ‘de Neder-
landsche banken, ‘die nog slechts zulk een korte leer-
school ‘hadden ‘doorgemaakt, met het acceptbedrijf op
‘de hoogte waren. Ten slotte ‘kon de veruimi’ng van
de wisselmarkt te Amsterdam, die van •deze bepaling
waarschijnlijk het gevolg zou zijn, de beteekeni.s van

den guldenswissel slechts ten goede komen. ‘De tallooze

protesten uit ‘de Nederlancische bankwereld, ‘die in-
dertijd tegen ‘dezen maatregel werden geuit, zijn dan
ook op een enkele ria verstomd
2)
De sombere voorspel-
lingen, die aan deze protesten kracht bij moesten zet-
ten, zijn over het algemeen niet verwezenlj’k’t en
tegenover het geringe nadeel, dat enkele Nederland-

‘) Men zie voor den volledigen tekst van deze verklaring
de .-S. B. van
31
Maart
1926,
pag. 310.
2)
Vgl.
o.a. de E.-S. B. van 10 Maart
1926,
pag.
222.

sc:he banken hebben ‘geleden doordat zij zich de accept-

provisie zagen ontgaan, die zij indertijd konden ver-

dienen, toen ‘de Duitsche banken op hen aangewezen

waren, staat het onmiskenbare voordeel van een ver-
tuimde acceptmark’t.

Intu.sschen was door ‘de verklaring van 25 Maart

1926 de positie van ‘de buitenlandsche banken iiog allerminst gelijk aan die van ‘de Nederlandsche in-

stellingen. In de eerste plaats waren slechts zuivere

rembourswissels ‘voor ‘de financiering van import in

het land van ‘dengene, voor wiens rekening werd ge-
accepteerd, ‘discontabel verklaard; met andere woor-

den, alleen het allerbeste visselmateriaal, dat zeker

viel onder het met ‘de Hollandsche ‘banken getroffen
arrangement; in cie tweede plaats dien’de over eik

accept véér ‘de afgifte overleg met de Nederlandsche

Bank te worden gepleegd, terwijl in de derde plaats
de Nederlandsche Bank ‘desgewensc’ht ten kantore
van accep’tant of discontant inzage van de benoodigde

bewijsstukken zou mogen nemen.

Door de verklaringen van de Nederlandsche Bank
van Januari en April 1927 werden de bepalingen van
Maart 1926 echter verruimd en werd aan ‘de reeds lan-

gen tijd gevestigde buitenlandsche banken – hetgeen
in de practijk steeds wil zeggen Duitsche banken –

toelating verleend tot het met ‘de Hollandsche banken

getroffen arrangement. Formeel zijn ‘de buitenland-
sche ‘banken hiermede vrijwel op één lijn gekomen met ‘de Hollan’dsche instellingen van ‘dien aard. Of
deze formeele gelijkstelling in de practijk ôok tot
een feitelijke zal worden, zal echter, voor de niet

onder het arran’gement vallende transacties, geheel
afhangen van de houding van de directie van de No-
derlandsche Bank. Dit is ec’hter een vraag, die ‘do

toekomst eerst zal moeten ‘uitmaken en waarl)ij wij thans niet verder behoeven stil te staan.
Hoe zich ten slotte de ‘toestand op de wisselmarkt

zelf zal ontwikkelen, valt moeilijk te ‘voorspellen. Eén
van de nadeelen is nog steeds het feit, dat de geld-
gevers en ‘de materiaalverschaffers veelal dezelfde per-

sonen zijn, waardoor ‘de wisselmarkt vooral op do
ultimo’s nog niet de gewenschte soepelheid ‘bezit.
Mocht het echter- mogelijk blijken ook andere groepen
van ‘geldgevers voor de wisselmarkt te interesseeren,
dan lijkt de mogelijkheid geenszins uitgesloten, dat oo’k
in een verdere toekomst ‘de wisselmarkt te Amsterdam
in het wereld-credietverkeer eèu relatief zeer zeker

bescheiden, doch op zichzelf niet onbelangrijke func-
tie zal vervullen.
‘ S. P.

De Economische toestand van Suriname in 1926

De Vereeniging voor Handel en
Nijverheid
in Su-
riname ‘heeft ‘haar jaarlijksch Verslag uitgebracht over
‘den Economischen toestand van Suriname in 1926.
Aan dit Verslag, ‘dat tot begin Mei 1927 is bijgewerkt, ontleenen wij de volgende passages:
De groots landbouw.
De toestand van dit bedrijf bleef ook de laatste jaren
zorgelijk. Gelukkig bood de regeering de helpende hand
aan de cacao- en koffie-plan’bnges door voor de jaren
1923
en
1924
de immigratie bijdrage af te schaffen. (In
1927
werd die geheel afgeschaft). Intussehen verbeterden zich
de koffieprijzen, wat
wed
eenige vcrlichtiing bracht, doch
waarvan sledhts tea deele ‘werd geprofiteerd, omdat ten
gevolge der onguristige seizoenen de oogst gering was. De
vooruitzichten ‘voor de koffie-cultuur zijn thans gunstig. De
cacao-cultuur daarentegen bleek niet meer te redden ‘ en
speelt dan ook in de Surinaamsche huishouding geen rol
van beteekenis meer.
En de koffie- en suikercuituur valt een sterke drang
tot uitbreiding waar te nemen, vooral nadat bekend ge-
‘worden was, dat de regeering bereid ‘was ore vei’scihiilen’de,
op den landbouw drukkende lasten, weg te nemen. Ook
de extra grondrente – nawee van de baoovencultuur –
die vaak een wezenlijk bezwaar was voor uitbreiding van
bestaande plantages, is thans verdwenen.
Voor een hervatting der rubberculituur blijft belangstel
ling bestaan. De strijdvraag, in hoeverre die cultuur levens.
vatbaarheid heeft ‘in Suriname,. is nog niet opgelost. Dr.

542

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juni 1927

Stahel is van oordeel, dat in een smalle strook aan de kust
wellicht dit gewas zal kunnen aarden. Via het Departe-
ment van Landbouw te Wiashingbon, is dan ook a.n een
combinatie in de Vereenigde Staten, welke zich voor deze
zaak interesseert, het advies’ gegeven om zich door ui.t
zending van eigen deskundigen van de toestanden ter
plaatse te overtuigen.

Het vraagstuk der bacovencultuur verkeert nog in het-
zelfde stadium. Een hervetting der Gros Michel cultuur,
wordt vrij algemeen als riskant beschou,wcl, terwijl ovet
de Dwergbacove (Canary Islaads bacove) de .meeningen
verdeeld zijn. De vrucht, hoewel nilet soo superieur als de
Gros Miehel, zou vermoedelijk wel marktwaardig zijn; in-
dien zij gaaf overkomt. Dit wordt echter betwijfeld, op
grond van genomen proeven. 0p Trinidml worden op dit
oogenbl’ik cle verschepïnigsproeven met deze variëteit her-
ihaald, waarvan het resultaat valt af te wachten.

Is voorloopig niets te zeggen over de kans op hervatting
van den uitvoer van versche bacoven, er schijnt sprake dat binnenkort een bacovendrogerj zal worden opgericht, zoo-
dat een uitvoer van bacoven in gedroogde.n vorm in de
toekomst niet onwaarschijnlijk is.

Het Proefstation legt zich de laatste j.aren bijzonder
toe op bodemonderzoek, omdat het vermoeden bestaat, dat
verschillende ziekten in nauw verband staan met den
physischen toestand van den bodem. Een der conclusies
van ciii onderzoek is: dat, zoolang niet beschikt wordt
over drrigatie, een diepe bedelving van het kleiland moet
wordèn ontraden.
De proeven tot kolonisatie van arbeiders op de planta.
ges, hebben de laatste jaren tot een merkwaardig succei
geleid op verschillende ondernemingen. Deze vestiging van
kleine landbouwers op behoorlijk af waterencle landerijen,
met geschikte woningen en in voortdurend contact met cle
onderneming, (waarop de landbouwers in hun vrije dag
als arbeiders bijverdienste vinden) is ongetwijfeld voor d’e
landbouwers verre te verkiezen boven de vlestigingen, waar-
toe het Gouvernement hun gelegenheid verschaft. Voor
cle plantages is deze kolonisatie het middel om op den duur
te beschikken over een aanzienlijke reserve aan arbeids-
krachten. Immigratie moet op den duur aanvulling wor-
den. Bovendien geeft de vestiging van kleine landbouwers
op de ondernemingen gelegenheid om op bepaalde oogen-
blikken een groote wrbeidsmadht te concentreeren op een
bepaald werk, bijvooTbeeld het binnenhalen van den oogst.
Een der groote ondernemingen durfde het onder deze
omstandigheden weder wagen om de cultuur •san te vatte4
van cle Surinaamsche Coffea Arabica, een buitengewooi
superieur product, maar waarvan cle teelt vroeger door
de plantages moest worden opgegeven, omdat het plukken
van de Vrij schieljk aanrijpende koffie op een gegevn
oogeublik te veel handen eisckte.

Veeteelt.

De gezondheidstoestand van den veestapel bleef gunstig.
De zware beproeving van de droogte werd beter doorstaan
dan men had durven verwachten. De sterfte rten gevolge
van deze droogte was zeer gering. Voor een deel komt dit
doordien de zwakkere beesten op de markt werden ge-
bracht. Door het grooter aanbod van vee, daalde de vee-
prijs en als gevolg daarvan daalden de vleeschprijzen.
Toen de toestand •ih weder herstelde, werden de
vleesehprijzen weder gebracht op het volgende: Ossen-
haas
f 1,—.,
beefstea.k
f
0,70, schijf en gehakt
f 0,60,
braad-

vleesch
f 050,
soepvleesch
f 0,40,
alles per pond.

Aanvoer van
vee
uit het buitenland vond in hoofdzaak
pidats uit Demerara, van waar
43
runderen en
550
var-
keis wetden ingevoerd, wat op een sterke vermindering
wijst, vooral vat runderen betreft. De Surinaamsehe
Bauite Maatschappij voerde eenig rasvee aan uit Neder-

land.
Het verbruik van runcivleesch bleef ongeveer gelijk aah
het vorig jaar. Het aantal geslachte runderen was iets
gronter, doh het gemiddeld geevidhit iets mtnder. iDe slach-
ting van runderen en varkens bedroeg in het Abattoir te

Paramaribo in:

1921 2409
rund, weg.
244040 K.G.
en
1263
vark.
56458 K.G.

1922 2599 ,,

,, 270028

,, 1765

75088

1923 2842 ,,

,, 318862

1558
,,
72397 1»

1924 3433

,,

,, 354756

,, ,,
1820

,,

78602

1925 3567

,, . ,, 351604

,, 1968

83749

1926 3631

,,

,, 334180

,, ,,
1819

,

82090

De pekelvleesdhbereidiing, welke het vorig jaar in de
kolonie ter hand werd genomen toen de prijs van buiten.

lanjdsch z,outvleeseh hoog stond, moest weder opgegeven
worden, toen die prijs daalde.
De Nederla,nclsche gezant te Caracas, de beer d’Artillact BriJl, die begin
1927
de kolonie bezocht, liet zich gunstig uit over de kansen eau op onze savanas een veeteelt uit te
oefenen in Venezoiaanschen trant. Oncierhandeliugen zijn gaande om voor dit doel een maatschappij op te richten.
Van overproductie van melk werd de laatste jaren weinig
meer veniomen. Door bereiding van boter en den. afzet in
den vorm van tapte melk, schijnt het vroeger bestaand over-
schot thans plaatsing te vinden en hebben prijzen zich
gestabiliseerd.

De veestapel, die zich van
191i)
tot
1925
uitbreicide van

7462
tot
16.411
runderen en van
3271
tot
6430
varkens,

bedroeg aan het eind van
1926:
Runderen
16.316
stuks.

Varkens
5904
stuks.
Dat dit jaar de statistiek, in plaats van stijging, op een
kleine vermindering wijst, is een gevolg van cle groote
droogte.

De kleine landbouw.

Ook dit bedrijf doorleefde een bangen tijd gedurende de

groote droogte
1925/1926.
Nijpend voedselgebrek trad in,
doord:ien te productie bijna geheel stilstond. Dat cle land-
bouwers zich onder deze moeilijke omstandigheden konden
staande konden, getuigt van hun aanpassingsvermogen en
geringe behoeften.
Door de zware branden, waarmede de droogte gepaard
ging, waren groote oppervlakten open gekomen, die bij het
invallen der regens voor rijsteuituur werden benut. De –
in weerswil van •wantsen en andere plagen – overvloedige rijstoogst, bracht eenige veiliohbing in den nood der land-
bouwers. Mag men de officieele statistieken geiooen, dan
heeft het droge jaar
1926
een recordproductie aan rijst ge-
levend, namelijk ruim
21
miljoen kilogram padi. Productie-
cijfers, vooral van den kleinen landbouw, hebben echter
slechts betrekkelijke waarde. in Nickerie bijrvoorbeeld be-
idr,ceg, volgens de ingekomen opgaven der kleine laniLbou-
vers, de productie nog geen drie millioen kilogram terwijl
de commissaris den oogst schatte op
7;5
ncillioen KO. In
de of Licieele statistiek is laaistbecloelcie schatting als jiet
productïecijfer aangenomen. Doch ook al zou men meenen,
dat het cijfer der productie verlaagd moet worden met meer-
dere mil’lioenen, dan nog blijkt het, diat een ruime oogst ver-
kregen werd en dus de klachten, dat cle wan4sen ,,het groot-ste gedeelte” van den oogst zouden hebben vernield, schro-
melijk overdreven waren. De schade door wantsen geleden,
is plaatselijk geweest, doch het valt niet te ontkennen, dat
cle kwaliteit van het product – hetzij tengevolge van want-
sen, hetzij door andere oorzaken – slecht is geweest en in
het algemeen de uitlevering aan rijst beneden het normale
was.
Dank zij het gunstig seizoen in de eerste maanden van
1927, is
ook de kleine rijstoogst goed uitgevallen en daar-
door de voorraad aan pacli op dit oogeablik buitengewoon
groot. De prijs daalde dientengevolge per baai tot ongeveer
twaalf gulden en het laat zich aanzien, dat de prijsstijging, welke gewoonlijk in het midden van het jaar intreecit (cle
laatste maanden voor den nieuwen oogst), dit jaar veel min-
der zal zijn dan vorige ji’aren. Rijstinvoer – als correctie op
de binnenlaitclsehe prijzen – zal dan ook dwaarschij.nljk in die
maanden niet noodig zijn: integendeel, blijft de productie

zich
in
stijgende lijn bewegen, dan zal het vraagstuk van
den uitvoer van rijst scherper dan ooit naar voren treden.
Uitvoer van rijst en andere kleine lanclbouwproclucten zal
echter slechts mogelijk zijn als de bakens worden verzet.
Totdusverre is nog maar al te vaak de leus van den kleinen
landbouw: weinig productie, met hooge winst. Dit moet
worden: groote productie, met kleine winst. De sleutel tot oplossing van het kleine landbonwvraagstuk, bevindt zich
voor een goed deel in handen van de landbouiwers .zelven:

zij
moeten door grooter inspanning de productiviteit hun-
ner gronden opvoeren. De Overheid kan daarbij leiding en
steun geven, door goede voorlichting, zorg voor zuiver
piantmaterieel, irrigatiewerken enz.
In die richting is men werkzaam.
Op kleine schaal zijn irrigatieproeven genomen, die waar-
schijnlijk krachtiger zullen w’orden aangepakt na aankomst
van den door de regeering toegezegden irrigntie-ïingenieur.
De sinaasappelcnituur is •met veredeld materiaal belang-
rijk uitgebreid, terwijl door uiitvoerproeven is aangetoond,
dat in de goede maanden een loonende export van dit ar-
tikel mogelijk is. De koffieeuituiur onder de kleine landbouwers wordt van
Gouvernenventswege aangemoedigd, waarvoor eveneens ver
edeld plautateriaai ter beschikking wordt gesteld.

1
5Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

543

Met verschillende andere artikelen (een nieuwe soort
pinda, de vezelpiant Roselle, suca,de, nz.) worden proeven genomen in het belang van den kleinen landbouw.
Ten slotte is een fonds gevormd, waaruit de kosten be-
streden zullen worden om zuiver zaaizaad, in de eerste
plaats van rijst, aan de kleine landbouwers te verschaffen,
waarmede in een lang gevoelde behoefte zal worden voor-
zien. Als eerste kapitaal voor dit fonds is aangewend het
bedrag van ongeveer twee duizend gulden, door de Vereeni-ging voor Suriname in Nederland gecollecteerd, ten behoeve
van cie slachtoffers van de droogte welk geld daardoor een
blijvend nuttige bestemming ontvangt.
Dat de kleine landbouwers niet onwillig zijn om in de
iinhting van productieverhooging mede te werken, blijkt
om. uit ‘de cijfers, die eeniige maanden geleden in een der
.itieuwsbladen werden geproduceerd, volgens rwelke het op de
vestigingsplaats Alkmaar gelukt zou zijn padi te prodiicee-
ren voor een kostprijs beneden drie cent per kilogram. Js
die opgaaf juist, dan zou daarmede een grens bereikt zijn
clie mogelijkheid opent op uitvoer. In Britsch Guyana werd
vOÔr den oorlog de pacli voor uitvoer opgekocht voor
f
2,75

tot
f
3,- per zak van 70 kilogram, dus voor ongeveer vier cent per kilogram. Het kleine landbouwbedrijf was dus in
staat bij een drgeljkeu verkoopprijs winst te maken, hoe-
vel in Demerara grondhuren en arbeidsloonen hooger zijn
dan in Suriname.
Op dezelfde vestigingsplaats werd het afgeloopen jaar een
begin gemaakt met ca.ne t arming. Het riet wordt door de
kleine lan.clbou.w’ers geleverd voor zes gulden per ton aan
de centrale Mariënburg, met automatische verhooging, in-
‘dien de marktprijs een zeker niveau bereikt. De centrale
zorgt harerzijds voor de verstrekking van pinntmater’iaal.
Nadat vijf landbouwers begonnen waren ieder 66n hectare
met suikerriet te beplanten, bleek de animo weldra toe te nenen en besloten de landbouwers het oppervlak belang-
rijk te vergrooten, terwijl nog twee nieuwe landbouwers toe-
traden, die respectievelijk 3 en 7,5 akker aanbrachten.

Wat de
industrieën.
‘betreft, vermeldt het rapport

o.a., dat ‘de proc] actie van b a 1 a ‘t a in verband met de

droogte slechts
583
ton bedroeg tegen
735
ton in
1925.

Bovendien ondervonden de exploitanten – met uit-
zondering van de Balata Compagnie Suriname, clie zoo
gelukkig was om haar product vooruit te verkoopeli
tegen zeer bevredigende prijzen – de bezwaren van

een ongunstigen stand van de markt, die ‘tot beneden

kostprijs daalde.

De g o u d p zo duo t i e was het afgeloopen jaar

vijftig kilogram minder •dan in
1025.
Zij ‘bedroeg
slechts
258
KG., waarbij vooral de abnormale droogte

haar invloed deed ‘gelden.

:De productie van b a u x i e t bedroeg in het afgeloo-

pen jaar
46.454
ton, tegen
86.825
4on in het jaar tevo-

ren. De oorzaak hiervan was gelegen in het feit, dat

in 1926
de krachten in hoofdzaak werden geconcen-

treord op den afbouw van de fabrik op Moengo, waar-

toe in October
1925
de noodige voorbereidingen ver-

den getroffen en die in December
1926
voltooid werd.

Voor
1921 is
de productie vastgesteld op
170
dui-

zend ton, waarvoor gemiddeld zes schepen per maand
zullen noodig zijn. Bovendien zal bij wijze van proef

30
duizend ton ‘bauxiet van eenigszins gewijzigde sa-
menstelling worden verscheept naar Canada, waar in
een reusac’htige nieuwe installatie volgens een gewij-
zigd procédé aluminium wordt gefabriceerd. Voldoet
het Surinaamsche erts, dan is het zeer waarschijnlijk,

dat – behalve aan East St.
Louis,
waarheen tot ‘dus-

verre alle Surinaamsche erts verscheept werd – ook
aan Canada erts zal worden geleverd. Een belangrijke
uitbreiding van de pas gebouwde fabriek zou hiervan

het gevolg zijn. De eerste proefzending naar Canada
vond plaats in ‘den loop van Maart
1921.

De uitvoerwaarde van ‘ho u t bedroeg het af.geloo-

pen jaar
232
duizend gulden, ruim een ton meer dan
het jaar ‘tevoren, terwijl door een wijziging in ‘de Ar-
beidsverordening thans wettig is vastgesteld, dat –
in tegenstelling met andere boschbedrijveu – voor het hou.tbedrjf geen verplichting bestaat om de arbeiders

te contracteeren.

De h a n dol beleefde, in verband met de in de, kolo-
nie heerschen’de malaise, een moeilijken tijd, ofschoon

‘men voor de tweede helft van
1927
verbetering ver-

wacht.

Ten ‘slotte ‘bracht het ‘afgeloopen jaar in do
s c h e e p v a a r t der kolonie geen ingrijpende wij

ziging.

lndexcijfers van scheepsvrachten.

Scheepsvrachten voor volle ladingen bleven gedu-

rende Mei per saldo, ‘betrekkelijk stationnair, sdhrijft
H
,,The Economist”.

et indexcijf’er steeg met
0,31

pOt. Deze beweging is gevolgd op een daling van
6,34

pOt. in April en
1,63
pOt. in Maart. Het indexcijfer

voor Mei,
129,61,
staat tegenover
114,28
in Mei
1925

en een gemiddeld van
137,26
voor de overeen’komstige

maand in elk der drie jaren
1922-’24.
De bewegin-

gen ‘der verschillende groepen in het indexcijfer wor-
den door de volgende tèbel aangegeven:

Datum


0.
C,

.i

N

!



0
)

>

Basis
(Gerniddeldev.
1898-1913)
100
100
100
100 100
100 100
(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9
116,3
Febr.

1920
814,3
529,9 757,5
744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.

,,
268,9 277,2
244,1
256,8
286,7 347,2 280,1 Dec.

1921 160,1
164,1
163,7 144,4 141,3
166,5
156,7
Dec.

1922
137,1
135,2
129,2 122,6
136,1
159,3
136,6 Dec.

1923
134,0
132,7
120,1
124,4
125,1
144,2
130,2
Dec.

1924
117,4
129,2
119,5
119,8
129,3
161,1
129,4
Dec.

1925
117,0 121,6 117,0
110,1 110,1
154,9
121,8
(
111,4
102,6
115,8 107,9
78,1 99,7
1026
Mei

1926k
114,1
102,6 110,0 72,7
78,1
99,7
96,2
Ç
Juni
110,8
105,0
121,1
120,4
98,3
92,6
1080
L
112,3 105,0
120,6
97,7 98,3
92,6 104,4

j
U
i
110,9
116,2
134,4
119,8
98,8
124,6 117,5
.
112,6
116,2 147,4
96,5
98,8
124,6
116,0
Au

J
g.
111,6
127,8
133,7
119,6
100,9
151,3
124,2
L
114,7
127,8 145,8
96,0
100,9 151,3
122,8

t

,,
f
ep
.
113,7
140,3 144,3
121,7
104,1
154,9
129,8
k
121,1
140,3
167,1
100,2
104,1

154,9 131,3

o
t

,,
J
c
128,1
214,6
175,1
141,7 144,4
170,9
162,5
.
197,6
214,6
228,6 140,3
144,4
170,9
182,7

N
ov
.

130,5
224,4
174,3
158,0
161,8
181,6
171,8
‘k.
,,
212,3
224,4 227,1
172,9
161,8
181,6 196,7
December,,
139,7
156,1
145,9 132,9 129,2 179,8 147,3
Januari1927
126,4
136,5
139,1
122,7
136,7
166,5
138,0
Februari
125.0 132,6
140,1
130,4 145,2
168,2 140,2
Maart
123,8
131,1
1
136,21
132,1
143,5
161,1
138,0
April
118,9
133,01
133,0
124,4 128,9
137,1
129,2
Mei
118,3
131,4
134,3,
130,9
122,3 140,7 129,6

De volgende tabel geeft de veranderingen weer,
die geduren’de do afgeloopen maand in het indexcijfer

van iedere groep en sub-groep hebben plaats gevon-
den, waarbij het cijfer 100 telkens het gemiddelde
niveau gedus-ende de periode
1898-1913
voorstelt.

+ of –

Golf van Biscaye; uitgaande vracht

132,11

+ 12,84
thuisvracht ……..135,48 – 4,85
Middeil. Zee; uitgaande vracht …….155,80 + 0,25

thuisvracht ………….110,40

– 5,65

Noord-Amerika …………………131,35

– 1,63

Zuid-Amerika; uitgaande vracht

97,41

– 1,26

thuisvracht ……….
.171,10

+ 3,83

Indië; uitgaande vracht …………
..151,58

+ 10,53
11.

thuisvracht ………………110,23

+

2,51

Het verre Oosten, enz ……………
.122,27

– 6,64

Australië ………………………..140,65

+

3,56

Gedurende Mei was Euro’pa het minst bevredigende
deel van de markt. Ladingen voor kolen en erts wa-
ren ontoereikend voor de beschikbare tonnage. Spe-
ciaal in de t’huisvrachtert had een ‘buitengewone de-
pressie de overhand. Wat de meer afgelegen markten
betreft werd gedurende de heele maand levendig ge-

charterci van La Plata en er was eenige herleving
in thuisvrachten van Indië. Australië bleef kalm.

544

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juni 1927

Noord-Amerika zette de maand oed in meteen leven-

clige vraag naar tonnage voor do St. Lawvonce, maar

de ‘tarieven liepen later terug, aangezien do vraag

van verschepers, die men verwacht had, neiging toon-

de uit te blijven. Het Verre Oosten had weinig ‘Laken

aaa te bieden voor ,,tramp”-‘booten. Do verhouding

van het, indexcij.fer tot het gemiddelde van
1913
wordt

in de volgende tabel aangetoond, waarin hot jaar
1926

is weggelaten in verband met de kolenstaking.

(1913
=
100)

Maand
1923
1

J924
1925
1927

Januari
.
114,05
117,11
114,49
118,59
112,73
123,78
115,90
120,54
Maart ……….
.122,09 100,63
118,58
April ………..
117,22
104,24
111,06

Februari………..

Mei

…………
114,27 08,23

111,41
Juni

………..

…115,23 …115,45

108,62
n,74
Juli

………..

…114,55 …100,82
103,39 103,75
94,90
100,Ï6
104,43 95,87
September ……
103,04

110,50
98,19
115,55
99,49

Augustus ……….
..

112,76
.102,23
October ……….107,86
November

…….111,21
111,21
104,67
December ……..111,81
Jaari. gemiddeld
106,69
113,44
102,22.

Tot nu toe heeft hot jaar
1927
iets meer bevredi-

gende han delsvoorwaar’den voor ,, tra.mp’ ‘-reeders g&

geven dan de laatste twee jaar. De vasthoid van ,,t
o
er

koms’tigo” noteeringen van Argentinië geef t reden

om te hopen, dat men do volgende twee of drie maan-

den, totdat de grooto verschepingen van de oogsten

van het Noordelijk halfrond beginnen, zonder ernsti

gen achteruitgang der vrachten ‘Lal doorkomen. Teg&

iij!kertijd dient men echter in hot, oog to houden, dt
nomentoel aanzienlijke hoeveelheden nieuwe tonnage

op stapel staan en .dat men het resultaat van dee
vermeerdering
vvfi
beschikbare laadruimte tegen hët eind van het jaar zal hebben af te wachten.

ONTVANGEN:

1

Hel vuilv erwijderirbgsvrao.gsluk.
Rapport met aan-

hangsel, uitgchracht door eene commissie uit
‘het

hoofdbestuur van den Nederl. bond van personeel

in overheidsdienst. Rapporteur A. A. Lührs. –

Rapport définitif de in Conférence Econoniique In-
terno.Jionale.
Genève, •mai
1927;
Société des Na
;
,
‘Lions.

Les tendances monopolisatrices dans l’industrie ei le

comm•erce nu cdurs de ces derniâres années. Cti
ractères et causes ‘de l’appauvrissement de’s Na

Lions, par
lvi.
Gustave Cassel, Professeur ‘d’Econo’

mie politique è l’Université de Stockholm.
Sou-
mis au comité prépara’toire ‘de la Conférence éco-
nomiquo internationale. Genève,
1927;
Société
des Nations.

Index du journal of ficiel 1036
(contenant les procès-

verbaux des sessions
XXXVII â
XLII du con-
seil). Genève,
1927;
Société des Nations.

Prir&cipaux aspects ei problmnves de in siluation’ éco-
nom.ique mondiale nu poin.t de vue des différenis
pays. Belgique, Brésil, Colom.hie, Gréce, Po
logn.e, Un’ion de l’Afrique du Sud.
(Première par-
tie dli Programme ‘de. la Conférenco). Section

économique et financière ‘de la Conférence écono-
miquo internationale (Genève, mai
1927).
Genève,
1927;
Société ‘des Nations.

Double Insposition ei Eva.sion fiscale.
Rapport, pré-
santé par le Comité des Experts techniques sur
la double imposition et l’évasion fiscale. Genève,
1927;
Société ‘des Nations.

Medezeggenschap bij. de Overheidsbedrijvert èn Ldien-
sten, door F. van Meurs.
Amsterdam, April
1927;
Nederlandsche Bond’ van personeel in overheids-
dienst te Amstérdam.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
**4
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d iVrsch.

Disc.Wissels. 34
3
Oct.’25 Zwits:Nat.Bk.
3422 Oct.’25
Bel.Binn.Eif.44
3Feb.
’27
N.Bk.v.Denem.5
24Juni’26
inR.C. 54
3Feb.’27
ZweedscheRbk 4
21 Apr’27
Javasche Bank…. 4
14Juli’26
Bank v.Noorw. 4426
Oct. ’26 Bank van Engeland
4l21Apr.’27
Bk. v. Tsjecho.
Duitsché Rijksbank 6
10Juni’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk. 5
14Apr.’27
N.Bkv.O’rijk. 6
4Feb.’27
Belgische Nat.Bnk.
5427Apr.’27
N
25Aug.’26
Fed.Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’35
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1927
.1926
1925
1914

11
Juni
6/11
33Mei/
23128
7/12
8113
20124
Juni
4 Juni
I
Mei
Juni
Juni
Juli

Amslcrdam
Pa rtic. disc.
31/2-116
313..519

3116-/s
37/35_519
‘2’
1
116-
7
1s
2
5
18-3
3
1
18116
Prolong.
3114
31441/2
331
4
_411
4

31144
2
3
14-3
21/
4
3
211
4
3/
4

Londen
Daggeld ..
3..
1
j2
3-4
2314-5
3
1
/25
3-4
3-4
1
3
1
4
-2
Partic. disc.
411_3/
4I16-18
45j
16
_3/
8

4
1
116.
3
/8
4114_5114
4
18
7
116
211
4
_3/
4

Berlijn
Daggeld ..
411_1/
4.711
68
1
13
3
1
127
31/35113
791/3
Partic.dlsc.
30-55 d…
5118
47155114
5
4
7
18
41
12
1
18
7
3
14-8

56-90 d…
S’Is
4719514 5
4I8
41I2-518
731
8
_3/
4

2
1
15_
1
/2
Waren- wechsel.
551
7
71
8

5_7/
g

5 5
5114ij9
8314-15

New
Yo,k
1
)
Cail money
4.1/
4

4.3/4
411’2.314

411
3
..3/
4

33j
4
_411
4

331
4
_411
4

1314-211
3

Partic.disc.
,

3
7
18
1
331
4
_7f
$

1

321
4

331
4

33/8

3218

11

1)
Cali money-koers van 10Juni en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.


WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.
Data

.
New
Londen
‘Berlijn
Parijs
BrussellBatavia
1)
York)
*)
*) *)
*)

7 Juni 1927
2.49%
12.12
59.16
9.78
34.69
100
8

,,

1927
2.49′
12.124 59.14 9.78
34.68*

100’/
9

1927
2.491i,
12.124
59.15*
9.78
34
.
6
8* 100
5
/
s

10

1927
2.4911,
12.12459.161
9.78 34.69
100
1
/
8

11

1927

1212h
59.15
9.78
34.68*
)00’1
13

,,

1927
2.4911/15
TDIF

59.151
9.774
34.69 100
1
/
s

Laagsted.w.1)
2.49
9
/
16

12.12*
5
9.
12
4
9.76*
34.66
9971
8

Hoogste d.w’)
2.49
13
/
16

12.124 59.17
9.79
34.70
100%
6Juni1927
– – – –
-‘



30 Mei

1927
2.49%
12i3
59.18
9.78*

34.70
997/
s

Muntpariteit
2.48%
,

12.104 59.26
48.-
134.59
100

Da a
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
•)
rest’)
•*,l

7 Juni 1927
4.04
35.174
7.40
1.50
13.774
43.30′
8

,,

1927
48.024
35.17*

7.40
1.50
13.781

43-
9

1927
48.03%
35.174
7.40
1.50
13.78
43.19
10

,,

1927
48.03
35.16
7.40
1.48
13.774
43.30
11

1927
48.02
35.174
7.40
1.474
– –
13

1927
4.8.01
35.16 7.40
1.474
13.77
43.01
Laagsted.w.l)
48.-
35.10
7.39
1.45
13.70
‘42.75
Hoogste d.wl)
48.06 35.25
7.42 1.524 33.85
43.85
6Juni1927
– – –

– –
30 Mei

1927
48.06
35.174
7.40
1.50
13.74
43.88
Muntpariteit
48.-
35.-
2
)48……..
48.-
48.-

Data
Stock- Kopen-
°

Hel-
Buenos-
Mon-
*)
hol,n
hagen)
J,f;
Aires’)
freal’)

7 Juni 1927
66.85 66.75

64.82 6.30
106
2.49%
‘8

1927
66.824
66.75

64.65,
6.30
106
2.49%
9

1927
66.85 66.75

64.674
6.30
306

.
10

1927
66.85 66.75

64.55 6.30
106
2.49%
11

1927
66.85
66.75

64.57.4
6.30
106
2.49%
13

,,

1927
66.85
66.75

64.55
6 30
106
1
/
8

2.495!
Laagste d.w.’)
66.774
66.65

64,45 6.28
105%
2.49s
Hoogste
d.wl)
66.90
66.80

64.85
6.31
1063/
8

2.497/
3

6
Juni 1927
– –

,




30 Mei

1927 66:85
66.70

65.-
6.30
105
2.50
Muntpariteit
66.67 66.67

66.67
6.264
1053/
5

12.48y
4

) Noteering te Amsterdam.
5*)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.

Wettelijk gestabiliseerd tusachen
7.534j
en 7.2111
2.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

15 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

545

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

D a a
Londen
($
per
£,)
Parijs
($
p. JOOfr.,!
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gldj

7
Juni

1927
4,85
21
1
32

3,915
23,69%
40,05%

8

,,

1927
4,85
5
/
9

3,91
o
5

23,69%
40,05%

9

,,

1927
4,8511,
3,91s
23,69%
40,05
10

1927
4,85
11
/
16

3,915j
23,69%
40,05%
11

1927
.4,85
11
/,
3,91*1
8

23,69
40,05%

13

1927
4,85″/
j6

3,91
5
/8
23,69%
40,0531

14 Juni

19261
4,86%
2,79
23,80
40,1734

Muntpariteit..
1
4,8667
19,30
23,81%
40
2
/16

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en

INoteerings-I
Landen
eenheden
28Mei
1927
4Juni
1927
1

6(11
Juni
1927
lLaagsteHoogste 11Juni
1927

A.lexandrië..
Piast. p. X
9714
9714
97/,

97*j
9714

Athene
Dr.p.0
369 367%
357
68
360
Bangkok …
Sh.p.tical
1/103/ 1110k
11105/
1/10T
7
19
1110
2
/s
Budapest
.
..
Pen. p. £
27.871 27.86
27.83
27.90
27.85k
B. Aires’). …
d. p.
$
4721/
4719/s,
4721/32
4713116
47111

Calcutta ….
Sh. p. rup.
1/5
+
1/51*,,,,
15

f54
1 5
61
1
!
64
1/529/32
Constantin
Piast. p.
£
927%
922
920 940 928

Hongkong
Sh. p.
$
2
/0
7
1
32

2/0%
2,0
2 0
Te
°
2/0%

Kobe

………
Sh.p.yen
1/10 yff 1/107/,
1/10H
1/11
l/10
Lissabon
1)
..
d. per Esc.
281!
164
27′
116
2″!
234
2″
18$
Mexico . ….
d.
per
$
24
23%
23 24
23’4
Montevideo
1)

d. per
$
498/
50
4934
50
1
/8
4934
Montreal’)
..
$
per
£

485′
32

485′
485
°
Te
4.86
4.855/
R.d.Janeiro
1)

d. per Mi!.
527,
8
527!
35

518′
’16
555!
64


527!
’82
Shanghai …
Sh. p. tael
217
Te
2173723)
2
1
1
6%
2/7%
27′
Singapore. ..
id. p.
$
2/39/
4

213
49
/
64

2/3
28
/
89

2/3
18
/
18

213si.
Valparaiso
2).
$
p.,C 39.85
39.84
39.80
39.85
1
39.82
Warschau ..
Zl. p.
£
4334
433

44
4314
1)
Telegrafisch transtert,
1
)90
cig.
1)
r’loteering van
i
JUfli.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York’)
Londen
6 Juni 1927..


57
1
,
6 Juni 1927

7

1927..

268/
15

56%
7

1927
84/11%
8

1927..

262/
16

56%
8

,,

1927 …..
84/11%
9

,,

1927..

26’/
571
/8
9

1927….
84/11%
10

1927..

26o/
16

57
10

1927….
84/11%
11

,,

1927.’.

262/
8

57
11

1927….
84/113,

12 Juni 1926..

30
,’a
65
1
/8
12 Juni 1926….
.
84111%

20 Juli

1914.. 2411/,,
541,
20 Juli

1914….
84/11
1)
in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver
in $c. p. oz. line.
8)
in sh.
p.
oz.fine

STAND VAN
‘.
RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
1

31 Mei 1927
I

7 Juni 1927

Saldo bij de Nederiandsche Bank

f

6i6.45l,75
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

402,53

334.060,97
Voorschot
op
uit. Apr. 1927 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting
……..
43.827.486,14
,,

43.827.486,14 15.057.978,88
,,

8.731.726,82
Kasvord.we. credietverst. a(h. buiteni.
,,
124.837.505,39
,,
126.915.920,38
Daggeldieeningen tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven
– –

Voorschotten aan de koloniën…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-

14.977.290,17
,,

19.341.616,27
comptabelen

……………………
Vordering
op
het Staatsbedrif der
P.,
j
‘)
T.

en

T.

…………………………
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)

2.605.348,03

,,

2.605.348,03

Verplichtinn.
I
Voorschot door de Nederl. Bank
….

f

3.400.757,60

f
58.724.000,-
,,
29.580.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank



,,

11.828.874,50

Schatkistbiljetten in Omloop’)……….,,

58.724.000,-

Schuld a.d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
2)


Schatkistpromessen in omloop ……..29.580.000,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2) ..,,

2.338.303,68
,,

3.123.943,59

Zilverbons in

omloop… …. ………..,,

11.841.850,50

Id. a.
11.
Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..

21.317.944,88
,,

27.927.810,57
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……
,,

730.000
1

…730.000,.-
Id. aan diverse instellingen
2)

……….

..
4.578.625,21
,,

4.593.145,90
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

4Juni1927
1

11Juni1927
Vorderingen:
Saldo bij
‘s
Rijks kas
…………….


Saldo bil de Javasche Bank ……….

Verplichtingen:
Voorschot uit
‘5
Rijks kasaanN.-Indië

f
4.079.000,-
f 2.379.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië
,,

2.626.000,-

,,
7.866.000,-
Schatkistpromessen in omloop


30.640.000,-
,,30.306.000,-
Muntbiijetten in omloop

…………..
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..
,,

1.186.000,–
1.186000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
.,

1.371.000,-
,,

1.272.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 13 Juni 1927.

Activa.
Binnen!. Wis-(Hfdbk. t 121.167.352,35
sels,Prom., Bijbnk. ,, 15.489.345,05
enz.in
dlsc.(Ag.scb. ,, 16.379.13,4
f
1.53.035.880,82
Papier o. h. Buitenl. in disconto


Idem eigen portef.. f 114.102.663,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.

114.102.663,
Beleeningen
1′
mcl. vrsch.J Hfdbk.
f
44.911.025,78
in rek.-crt.1 Bijbnk. ,, 11.872.406,92
op onderp. Ag.sch. ,, 76.788.069,94

/ 133.571.502,84

Op Effecten……… / 129.275.602,64
A9OÇOfl
133.571.502,64
Voorschotten a. h. Rijk
.. …… … .. ……,,

Munten Muntmateriaal Munt, Goud
……. f

63.634.230,-
Muntmat., Goud
.. ,,
351.459.082.98

r
415.093.312,98
Munt, Zilver, enz..

27.835.047,57
Muntmat. Zilver..

Effecten
442.928.360,55

BeleggingRes.fonds.
f

7.047.300,79
id. van
‘,’,v.
h. kapit.,,

3.998.970,04
11.046.270,83
Gebouwen en Meub. der Bank
…….. . ,, 5.142.000,-
Diverse rekeningen
… … .. …. …….-
36.201.287,33

f
Passiva.

___________________
896.097.96517

Kapitaal
…………. …. . .. …. …
20.000.000,-
Reservefonds
…….. ……
,,
7.047.731,06
Bijzondere reserve
………._

……..,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop…………..
795.428.660,_
Bankassignatiën in omloop………..
213.610,20
Rek.-Cour.
j
Het Rijk

f

9.339.513,18
saldo’s:

‘l
Anderen

41.557.345,84
50.896.859,02
Diverse rekeningen
. .

. . .-.. .. . .-.. ..

,,
13.641.104,89

896.027.965,17

Beschikbaar metaalsaldo
….. ._… .-.. . 273.095.790,63
Op de basis van
*,
metaaldekking……
,,
103.787.964,79
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.365.478.650,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circulatie
opeischb.
i
schulden
Metaal-
kings
saldo
perc.

13 Juni ’27
63.634 351.459
795.429 51.110
273.096
52
7

,,

’27
63.719
345.444
808.354
33.847 267.691
52 30

Mei ’27
58.819
350.444 812.553
31.942 267.561
58
23

,,

’27
58.896
357.909
792.881
41.964
277.214
53
16

’27
59.001
359.732 813.082
33.982
276.242
52
9

,,

’27
59.048 359.732 830.459 32.003
272.983
49

14 Juni ’28
65.625
366.250
815.280
62.674 282.812
52

25 Juli

‘14165.7031
98.410
1310.437
1

6.1981
43.521
1
)
1
54

Totaal
SchatKist-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
B 1
e
:_
je

n ng n
op
het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ningen
2)

13 Juni 1927
153.036

133.572
114.103
36.501
7

,,

1927
149.257

141.353 114.076
33.967
30

Mei 1921
13.516

141.692 140.490
34.515
23

,,

1927
98.803

148.260
140.380
34.997
16

,,

1927
102.028

138.787 143.659
54.929
9

,,

1927
112.257

142.204
123.637
74.330

14 Juni 1926
64.811

140.022 195.177
58.658

25 Juli

19141
67.947
14.300
61.686 20.188
509
‘) up ae oasis van

metaaiaeicking. ‘) blunpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal

c

1
Andere
oP,isflb.
Discont.
D

k
ngz’

7 Mei

1927..
1.030
1.543
648 940
571
29 April 1927-
1.040 1.642
522 926
517
23

,,

1927..
1.040
1.475 549 927 513
16

1927-
1.041
1.481
600 916
495
9

1927-
1.031 1.515 589 929
477

8 Mei

1926-
1.020 1.613
763
958 466

5
Juli

1914..
645
1.100
560
735 396
-, OIUILPUS. UCI 4CUV4.

546

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juni 1927

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
schulden
metaal-
saldo

11Juni1927
2i.4O0
318.400 48.500
140.020
4

,,

1927
214.600
311.900
55.000
141.220
28 Mej 1927
215.300
308.400 54.300
142.760

7
Mei 1927
185.286

30.256
312.420
58.290
142.289
30 Apr.1927
185.330

30.484
305.629 58.238
143.927
23

1927
185.428

30.263
306.850
48.455
145.507
16

1927
185.589

30.113
311.664
42.277
145.771

12Juni1926
195.354

37.787
330.033
43.787
158,851
13Juni1925
133.233

48.651
293.055
45.186
115.043

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172 12.634 4.842
2
)

Wissels,
iverse Dek-
Data
Dis-
buiten
Belee-
kings
conto’s
N.-Jnd.
ningen
ningen’)

percen-

11Juni1927
124.800
58
4

,,

1927
119.000
58
28 Mei 1927
114.600
59

7 Mei 1927
14.181
12
64.544.
58.741
58
30Apr.1927
14.026
18.612
64.968
56.909
59
23

1927
13.932
20.411 61.404 50.351
61
16

»

1927
13.815
19.715
62.865
48.31i
61

12Juni1926
11.099
21.278 43.328
65.491
62
13Juni1925
19.590
18.228
50.435 67.400
54

25 Juli 1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘)
Sluitpost
activa.

2)
Basis
2/

metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
..irculatu
Currency Notes

Bedrag
1
Bankbil1.I 00v. Sec.

8 Juni 1927
152.111
137.333
302.460
56.250
252.650
1

,,

1927
152.576 136.346
297.979 56.250 248.216
25 Mej

1927
152.540 135.859
293.556
56.250
243.930
18

1927
155.418
135.493
295.249
56.250 245.517
11

1927
153.959
136.170
295.719
56.250
246.032
4

,,

1927
153.602
137.585
295.772 56.250
245.991

9 Juni 1926
148.983 140.380
298.057 56.250 247.494
22 Juli

1914
40.164
1

29.317


Data
Oov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Reserve Dek-
ings
😉

8 Juni’27
52.586 45.606
12.550 102.389
34.528
30
1

,,

’27 50.606
57.320
14.724
111.402 35.980
28
25 Mei ’27
48.519 50.919
19.759
98.356
36.431
30111
18

’27 47.249 46.762
15.885
100.247 39.675
34
11

’27
47.824 47.220
.12.758
102.094
37.539
325 4

,,

’27
46.289 41.902
12.398
93.830
35.767
332/
8

9 Juni’26
39.455 68.002
9.775 108.214
28.353
24
22 Juli ’14
1
11.005
1
33.633
13.736
42.185 29.297
52
UUUIII5 LUO3LIICII flCDÇI VC CII lJCpVbIlD.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in millioenen franos.

Data
Goud
Waarvan
in het
1

I
IZilver
Te goed
in h
I
Belee
buitenl.l)
Wis-
Waarv.
buiteenl.I
sels
I
ftt.
ningen

9Juni’27
5.547
1.864 346
53
1.7791
9
1.670
2

,,

’27
5.547 1.864
345
52
2.6441
7
1.630
27 Mei ’27
5.547
1.864
344
53
2.193
7
1.594
19

’27
5.547
1.864 343
52
2.092
9
1.638
12

’27
5.547
1.864 342
57
1.935
11
1.674

10Juni’26
5.549
1.864
335
574
4.682
18
2.383

23Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Buit .gelv.
1
Schat-
Diver-
1
Reke. Courant
Da’ta
voorsch. kist bil- sen
3)
Circulatie

I
Parti-
afd._Staat1jetten
2)
cuijeren
Staat

9Juni’27
27.200
5.720
20.483
52.786
11.255
4
2

,,

’27
27.100
5.704
19.704
52.328
10.231
30
27 Mei ’27
26.600
5.701
19.018
51.801
10.424
159
19

’27
27.400 5.700
18.074
52.157
9.823
172
12

’27
28.900
5.694
16.179
52.617 9.156
43

10Juni’26
36.400
5.363
3.655 53.353
2.822
36
23Juli’14
– –

5.912
943
401
1)
Waarvan beschikbaar 463 miilioen.
2) In disconto
genomen wegens
voorsch. v.
d. Staat aan
buiteni.
regeeringen.

3)
Sluitpost
activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in mi.11ioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere
a a

ud
0
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
2)

geldende
cheques

7 Juni 1927
1.815,5
69,1
86,9
2.338,2
54,9
31 Mei

1927
1.815,6
69,1
78,6
2.421,3
71,6
23

1927
1.816,5
69,1
92,3 1.873,6 20,1
14

1927
1.849,1
101,2
106,2
1.905,4
16,2
7

1927
1.849,8 101,2
127,0
1.931,4
27,1
7 Juni 1926
1.492,0
260,4
355,9 1.240,3
6,3
30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Da a
t
Effec-
Diverse
Circu-
.Rekg.-
Diverse
ten Activas)
latie
Crt.
Passiva

7 Juni 1927
92,9
464,9 3.689,2
650,9
252,6
31 Mei

1927
92,9
444,3
3.719,2
699,8 245,2
23

1927
92,9
485,7
3.191,9
728,6
229,9
14

,,

1927
92,9
507,9
3.351,7
625,1
258,4
7

1927
92,9
485,0
3.504,0
572,0
188,7
7 Juni 1926
89,0 616,7
2.794,9
647,4
118,2
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
-y
unuelasi.
‘) WO.
sçenrenoankscnelne
7
Juni,
31,
23, 14, 7
Mei
’27
7
Juni ’26, resp. 61; 40; 91; 86; 67; 219 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Voornaamste kosten in millioenen Belgas.

Data

Goud

5′
Rekg. Crt.

1927
.
..


.2
Ç)
0

9 Juni
644
438
41
484
28
400
1.876
12
116
2

,,
640
444
41
480
34
400
1.882 23
101
26 Mei
640
433
41
485
29
400
1.862
18
116
19

,,
640
418
41
469
33
400
1.859
21
89
12
638
422
40
471
33
400
1.892
13
70
.iau ue
5CL1tK1SL
geCeueera.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BA.NKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal

_-
Dekking
In her-
disc.
v.
d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
___
banks

.
gekocht

18 Mei’27
3.056,9 1.688,2
166,3
458,2
225,5
11

’27
3.070,2
1.680,8
164,2
442,0
233,1
4

’27 3.043,9
1.621,6
162,7
507,6
244,2
27Apr.’27
3.040,9
1.668,9
166,5
443,6
241,9
20

’27 3.035,3
1.709,5
167,9
414,4 247,4
13

’27 3.030,6
1.677,6
160,3
425,8 256,7
19 Mei’261
2.814,7
11.5238
162,3
489,9
226,5

Data
Belegd
in
u. s.
Notes

Totaal
Gesto,t
Goud-‘
Dek-
Algem. Dek-
Gov.Sec.
in circu-
Kapitaal
kings-
kings-
latie
1

perc.’)
perc.
2)

18 Mei’27
_________
269,1
1.711,4
2.353,4
128,9
75,1
79,3
11

’27
253,9
1.718,3
2.325,8
128,9
75,9
80,0
4

’27
316,3 1.720,8
2.389,3
•1290
74,1
78,0
27Apr.’27
318,3
1.718,3
2.313,9
128,8
75,4
79,5 20

’27
332,8 1.729,8
2.299,6
128,4
75,3 79,5
13

,,

’27
355,3 1.743,8
2.307,3
128,3
74,8 78,8
19 Mei’261
398,6
1.665,2
2.280,6
122,5
71,3 75,4
,utaICII
guuuvvu.zaau
tCgCI,uvCr
upeisenuare senuluen:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totaien voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. flES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-
1

conto’s
en
beleen.

1
1

Beleg-
1

gingen
1

Reserve
bij de
F. R.
banks

1.675

Totaal
depo-
sito’s
time

I

Waarvan

deposifs

11 Mei’27
669
14.449
5.959
19.452
6.124
4

,,

’27
669
1

14.484
5.931 1.723
19.416
6.103
27 Apr.’27
670
1

14.353
5.924
1.679
19.296
6.088
20

’27
671
1

14.316
5.867
1.652 19.238
6.031
13

’27
671
1

14.345 5.855
1.676
19.351
6.032
12 Mei ‘261
705 13.961
5.670
1.632
18.802 5.559
.nan net eina van ieder Rwartaal Wordt een oVerZicflt
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

15 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

547

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 13 Juni 1927

1h’ ltiis ‘ii 11 c i.’
1
ij ii heeft
iti
de ;dgo1oopii week ei’ii
?t(•
r ka
1
ni vpr!oLip goli tI .. [ ii cle i ai
rlIIg
w as de
st’n iii 1 i
{I It rhij alui (1(‘ t
1
Z
Wa
kke n kan t al s gevolg
vnii
0e
n ig
aan-
I(yI ’19’oorznI kt door cle cnguustiger wordiicic Russisch-
l’)()Isç1le licti’kkii.igcn, terwijl voorts ook (le berocl)ssr)e-
(-II
tt,ic nct on’ds ter iii’arkt was in vcrbaiid met een moge-
1 ij ke di S(Ot tuveilioogi tig
VIlI
de
Ban
k va E i gel and I’1 ke
neiatt’egel
Cl’
toe
Z011
kannen bijdragen dat ook de 13ijk-
Ieiiik tot
ccii
verlioogi’ng zoi nioeteu ovelg;eIi.
Te
Luiiden
I)I(ef (Ie •(lis(oIlto’erhooging achtervoge,
wat
menig herst&
teji gevogo hail, (ioc-h te Br1ijn werd
1].
Vrijc1g iht tarief
vaji
5 1)Ct. tot 6 pCt. veihogd, een utaatragolwelke ovcri-
gens reeds geduicndeseiigentijdweiiLtegemoetgezien, ‘cs-
halve .hij
0′!)
cle Duitsolhe itiaikteti ‘dan ook nict van gloe-ten
iIIIon(I ems. De stemrtiin
g
bleef ‘i1fs viij ‘mst op ce
eetonilerstel
1
i ig climt geld ui cl e zij de
v
iii het in i te
ii
i II
d
er -(Loor Zal woicie ii aangetrokkett en ite a.m. niclio-reseon –
tic geinikkelijk ad verloopen. Toch bleven de zakon -tot
ccii aiinii,inju beperkt. Wei avaren er ook heden versohjiillen-
(le kociporders aan de nat rkt, diocli door de rest.ricbic-po1itiek
toont de groote 1it;Issa nog weinig oirdernerningslust en is.
ook dc’ bc’roc’psspc’eiilatie weinig geneigd tot het entanieereti
‘;l,Il ii
i(IIWe zaketi.
Ook te L o ii d. en heeft de betirshandel sedert de vac’;i.n-
tie:lageti geen grooten omvang meet’ aangenomen. Slechts
in enkele iniltistrieele specialiteiten ieI er af en toe nogal
ccii ige hndrijvigheid waar te nemen. Gedurende de eerste
dagen was cie stenuni lig daarbij uiterst lusteloos iii ver-
h;i.iicI ook niet de nog voortdurende onzekerheid ten aanzien
m’an cle oiitiwikkeliimig dr gelcimarkt, doali later mverci de
tendens algemeen ‘iets beter. Ook heden was de stemming algen cci aan (fell vaste
ci
kant ei
t
Ii iudcle n vooral r
1
hbc r-
petroleniti-
cii in
ijriw.aarclen een beter aanzien.
Te I.
;L
t’
i,j s is ook ccii gedrukte steintniiig overileersdheinl
goweist gedurciide bijna de gelieele week. Eerst ]atcr kwam
hierin eenige verbetei:ing cii heden brak zelfs een voor vele
:ifdeclingen vaste stemiiig door, waarbij vooral bankaaii-
ileelen aantrokken. Ook petroleum- en ]liljnaandeeleu wit-moetten meer kooplust, idoch ruibbers sloten lusteloos.
‘Pci N e
ei
York blijven de oiiizistitcn nog stecc:!s zeer
ruim, doch cle stemming heeft, vooral cle laatste dagen,
nogal te
we
nscbeii overgelaten En het hegi
t
van cle ii’eek
werden vcirsnli.illencle spoorwegshares op fusiegeruehten weer
sterk gezocht ciii liepen ook Reneral Motors sterk omhoog,
il oc’Ii
t
iderli antI weril ile Let dcii s mi eiler geanin eend, eens-
deels door dcii minder gunstigen invloed van cle vernhiii-
.tlei’ing iii de ouiiiitgevoercle orders der Steeltrtist itiet na.
400.000 ton, uiclerdeols ‘door het tegenvallende resnitftat
i’a,n de gol:iodeii gelegenheid tot caiiversie van Liberty
licincls iii cle nieuwe 3% pCt. schatkistohl.igatiën, zoodat de
teriiiijn van aanmelding moest verlengd worden.
Ten o ii z
ci
ii ‘t ‘is liet publiek nog groote terughoucleticl-licid in acht hlijvtti nemen cii gevoelde ook de berocipsspe-.
caila,tie blijkbaar vein.ig lust iets te oneernemnen. Op cle aan-
cle&eitmarkt (leed deze lusteloosheid nogal eens afbreuk aan
de stemituiug, dodit op Lie
beleggingssnarkt bleef bij vooriclu-
ring een eer vaste tendens heersohen, dank zij ook de ltinhte
vlcrlagiiig (lie
Ot
in dcii prolongatie-koers viel op te merken.
6 PCI. Ned. Werk. Schuld 1922: 105%, 105
11
j, 105%
431 pOt NeW Werk. Sdhuld 1917: :100%,
1
00
1
1111.
i00’% ; 4%
p>LNed.-Fn’:liii1
926:

97%, 97l5f,,, 97lO ; 5
pOt.
Meki,n
£ 100-1 000 (afgest.) .10%. 1034, 10
°
fio;
5 pOt. Braziliii
1903 £ 1.00: 83
1
/s, 84%, 83%; 8 PCI. Sao Paolo 1921: 106%,
106%. –
Ricjlïct’ciatidacicin
itebbe
II
1.1
cig voortil uiend
0
id er lii n
iii –
t’loet gestaan vitu cle zwakke su,ikerniai’kteu te New York,
‘wat aich evenwel meer uitte Lin gerlugei.i kooplust dan
.ut’el iii aanbod.
Na
aanvankelijk iets te zijn teruggeloopen
‘is liet slot heden iveder vaster geweest en kwanien TE.V,..’s
zelf s 10 pCt. bowen het slot van de vorige week. Cultuur
l.ij.. der Vorsteultinilen : 180, :178%, :176, 177% ;
m’er.g. Auisterdatii: 768, 77734, 77234, 776%; Javaselie Cul-
1uur Mij. ‘.382; 384, 386; iÇali Bagor: 426, 424, 43; :krii.i
219, 215, 210%, 218
5
/8;
Mai-on: 268, 269, 267; Neil. LuL Suiker Unie: 289, 292,
2
93%; :Poerworecljo: 127%
1
124%,
123, 126 S’in.cl;i.iig Laoet: 450, 455, 445; Suiker Cnit. Mij.:
304%, 301, 298, 295% ; Tjepper 760, 765, 780, 787; Va,.
toetoelis :Poppoli: 846, 840, 839.
Tabalcsaandeelen
verhiepea stil hij over ‘t algeriieen
cii-
lueteekenende fluctuaties. Alleen in certificaten Oostkust
viel oenig aanbod.
te
absorbeerert, waardoor cle koers enkele
plinten tertigliep. Heden hadden er weder taxaties plaats
voor Cciie
01)
1.7 dezet’ te houden inschrijving c1oh tot i’ui-
mere traiisactïes gaven cle ta.xatieprijzen geen aanleiding.

])e nieuw aangeboden partijen blijken van middelmatige
kwaliteit te zijn. Vait. de Java-soorten liepen i3esookis aauu-
vankelijk ruim 10 pCt. terug, doch wisten zich later veer
t4 luei’stelleii. Arendsbui’g: 640, 639%, 639; :llesoeki pa.
‘l)ak: 525, 501 (ex div.) ; Dcli Ba,tavia: 494, 496%, 492%,
493.
1
i)eli Mij. 458, 462, 457%, 458% ; Ngoepit: 420, 413,
41034, 415; Oostkust: 249, 250%, 229% (ex cliv.), 227%;
Seuuembah : 474%,
470,
467%,
445 (ex div.).
i?itbbei’iuiicdtilcui
hadden eeti flauwe markt. Il)e lagere
(‘ijzeli val, lucit product., zoowel te New York als te Loii-
‘dcii en clie mogelijk in verband stonden met geruchten onu-
treurt voornemens der Jdiugelsc’he regeering tot opheffing
der restrictie-luepahingcu (welke geruchten iii geenen dccle
nog bevestigd zijn) leidden tot eenig grooter aauubod, dat
slechts tot vi’ij scherp teritgdoopeiicle koersen catsing
kon viuiclen. Eo’eiiivcml wis heden de stemming iveor beter oii-
der clan invloed van Louc1en en kon een gedselte ‘van het aan-
vankelijk geleden verlies heravonnen worden. Amsterd. .Rab-
her

..715%, 308, 305% 309%. ])eli IBatavia Buibher : 270%,
263, 244% (ex (liv.); ITessa Rubber: 457, 450,
438%,
443;
Indische Rubber Oie,: 363 359, 364; Java Caoiitchouc:
21234, 206, 209 ; K. cli T elepak : 331, 333%, 323, 325 ; Ken-
deng Lemhoe: 437, 428, 422, 427% ; Ned.-Jnd. Rm,bber
cii
Koffie : 354, 354, 350 ; Mcjaiug Landen : 367, 361, 356, 360;
Oost-Java ‘Ruibbei’ : 358% 360, 740, 347 ; Rotter(l. ‘Papa-
noch : :149
34,
150 ; Serbacljacli : 315, 30534, 308, 305% ; Sit-
matra Caoutchouc: 291, 285%, 285% ; Sumatra Rubber:
360, 357, 152; Ver, End. Cultuur Ond.: 190%, 187, 186%,
19
0
1
A;
Tntercon’tinetmtal Rubber : :13,
1•3I1
13
1
/s, 135/
1
.

01) de
Pets-olewuna.fdeeling
hebben aandeelen Kon.inklijke
tijdelijk den guuustigen invloed ondervonden dien het jaar-
verslag algemeen teweegbraclit, doch spoedig was het
enthousiasme iveer verdwenen cii keerde cle oude loste-
loosheki iveer terug, die (let) koers weer eemuigsz’ins deed
afbrokkelen. Peudaiva’s waren flauw. Dordtsche Petr. leid.
Mij.: 353, 359, 357; Geeons. Heil. Petr. Cie.: 220; Kou.
PeIr. Mij. 372%, 377%, 376; Perla.k Petroleutti: 61, 65%,
68; Peuidawa: 19%, 18%, 1.4, 14%; Marlancl Gil: 37%,
37%
,
36%.
$c-hoepvaarlaaucdeelea
vermnochten ook (leze week geen
belangstelling ‘te trekken en veranderden nagenoeg niet in
prijS. Roll-Amerika Lijn: 79%, 77, 79, 78. Java-China-
Jipauu Lijn: 132%, 130%, 131%, 132%; Kon. Neci. Stoomb.
Mij.: 93, 94, 937/
8
; Ned. Scheepv. Unie: 198%,
1989/; Nievelt Goudriaan: 124%, 125%, 126%, 124
1
/8;
Stoomv. Mij Nedei’lancl: :1.85, 180, 184 34.
1
Ook
binnenlandsche industrie fondsen
blijven veren acht-
zaamcl, Zelfs ‘in aandeelen van kuustzijdefabrieken ‘blijven
tle
transacties tot een mniruuimum beperkt, wat doet zien dat
ook hier de’ Duitsche speculatiegeest sterk is afgenomen.
Ïnnucldels kivium er in de koersen weinig verandering. .Phi-
lips-amcncleeleit waren awakker. Centrale Suiker Mij.
11.9%, 119%, 119%; Gekroomle Valk: i717/, 169
7
/8,168%
:Ftolluiuiia Melkprod.: 113
5
/s, 114% 113; HeIl. Kunstzijde
luid. : :1147/8, 115, 1.1534 ; Roll. Mij. t/b. Maken v. Werkcui
in (.kw. Bot.: 159 34, 155, 156; Jurgens: 173%, 172; Leer-dam: 62%, 60, 55, 57; Maekubee: 115%, :111, 109%, 110;
Mijn’bouwk. Werken : 108%, 107%, 1077/
8
; Necl. Gist- en
Spiritus: 382, 383%, 384% ; Ned. Kabelfabriek: 343, 338;
Ned. Knntzi,jclefahr.: 313, 309%, 31234 ; Ned. Sehecpshoaw
Mij.: 9434, 93%, 92% ; Philips Gloeil’antpenfabr.: 432,
42834 420%, 424.
Op
du
ilïijnenmau’iu;t
lul
ijft er voor Bocitous .uuog
ccii
ige he’
iauugstelling cints’baan, doch cle stemming was over ‘t al-
gettieen iets zwakker, Ook :l4illitons cii Red.,jangs eenigszins
iii reactie. Alleen aandeeleui Sii.ugkep ‘Liii sloten vaster.
Alg. Exploratiie Mij.: 71, 72; Billitoiu ie h{uibm’iek : 918. 924,
910, 905; Boetoui hfijnb. Mij. 178,. 183%, 176%: MUller &
Co.’s
Mijl>. Mij.: 84, 76%, 78; Bedjang Lehong: 172,
167%, 163%; Siugkep Tiui Mij.: 49214, 488, 490, 496.
Ilcnuckaandccleum
stil cii ciii vercnc ercl ; alleen ciiedur Ko-
louciale Cred ietinsteiiingeti gavemi lichte fluct.uaties te zien
iii overeenstemming met de suikermarkt. Amsterdanische
i3ank: 171%, 171%, 170%; Roll. Bank v. Z.-Amerika:
74%, 74%, 73%; Incasso Bank: 122; Koloniale Bank:
251, 253 249%; Ned.-Ttid. Handelsbank: 174, 176%, 176%;
Ned. Handel Mij. C. v.
A.:
165 34, 166%, 15811u1 (ex div.)
Rotterd. :Bankverg.: 87, 86%, 87%; Tventsche Bank: 139,
140, 138.
In
Amcrikaaaac1co s/mies
was de handel van weinig of
geen heteekenis. Amem’ie. Smelting & Refining Co.: 1.62%,
1
6
0%,
163,
161%; Am. Water Works: 490, 470; Ana-
couuda Copper: 92%, 92,
9134;
St,udebaker’..507/8 (ex div.),
51116, 50%; United States Steel: 124%, 124% (ex claim),
123%; Atehison Topeca: 1853/
4
, 180% (ex ‘div.), 179%;
Baltiniore & Oh’io: 1247/8 (ex div.), 124, 121
3
/,;; Ene: 55%,
54%, 54%; New York Ontarion & Western Rtv. Co.: 32%,
34%, 35
9
132; Wabash Rw.:
7734,
7621/32, 78
5
I1s, 77/i.

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data Tartte
Maïs
Haver Tarwe
Maïs
Lijazaad
Juli Juli
Juli
Juli
Juli Juli

11Juni’27
1443/
8

93l
471,
12,50
6,45
161,20

4

,,

’27
142
101
49 Y
4

2,45
6
1
45
16,20
11Juni’26
140’/,
74 43
13,55
6.75
16,50
11Juni’25
1621/
4

1161,
53
14,55
9,05
11Juni24
1 l0/
8
.
80
4/8
11,65
7,65
121,40
20,_
20Juli’14
82
563,
3614
9,40
5,38
13,70

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

13Juni

7Juni
1

14Juni

1927

1927

1926

Tarwe (Hardwinter II) ….’
15,70
Rogge (No. 2 Western) ..’
13,60
Maïs (La Plai.a)

……..
2

175,-
Gerst
(48
lbs. rnalting)”.

2
253,-

313,25
Haver (Canada 3) …….. ..
Lijnkoeken (Noord-Afneri-
ka van La Plata-zaad).
1
12,10
Lijnzaad (La Plata) ..

..’
372,-
1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.

15,50
16,25
3,20
11,10
177,-
168,-
250,- 200,-
13,25
10.90

12,15
12,15
376,_
363,-

‘) per 1960 KG.

548

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Juiij 1927

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

14 Juni 1927.
T a t
w
e.
Teii
oi.irecite iticeitdeit wij verleden week, dat het Regecriugsi’apporrt bdtrcffcncle den oogst ,’ai.l winter-
tarwe in de Vereenigde Staten weinig zou versdhillen van
•e ree:s te voren gepubliceerde rapporten der oogstexperts,
‘welke hiatsteit onceili,iig een groote overeenstemming ver-
toon.deti. Tegen sdiiattingen van 568.000.000 bushels en
563.000.000 huhes komt Wash’irigtoit even wel met •slh,ts
537.000.000 bushels, ccii feit, dat een sterk atiinuleerenden
invloed op den kooplust had. Den vol.gendleui dag opende de
markt te Ohicago veel liooger, maar al spoedig werd de
stenimiug kalmer en over het algemeen toonen de Noord-
Amerikii,aiische markten een zekere virirloeilIheid. De vet –
schillen bij een week geleden zijn dati ook niet bijzonder
groot (Chicago
Juli 142%-145X.,
September
1.407/-144,
W’iunipeg Juli 155.!4.-158%, October
142-146). FLat
weer is in
(lCiI
laatsten tijd gunsti
g
er geweest, soodait uien
gelooft, dat de stand verbeterd is. Ook iii Canada is liet
iveer verbeterd, Oe uttzaai is nu wl voltooid, trou:wciis het
zou nu todh te laat zijn nog verder uit te
zaaien,
daar het
dan vrij zeker wor:lt. dat cc vorst i nvaibt voor het graan
geoogst kati worden. Itet oogstrappont van Ottawa betref-
fende dec stanil omtreek,s
liet
ciii e ‘van Mei, ‘is niet bepaiatd
ongunstig. Met gunstig warm ‘weer is het nog zeer goed
mogelijk een geutiddefiden of zelfs niiei dan ccii gemidtlel-
den oogst te krijgen. lii vergelijking met liet gemiddelde
van de laatste tian jaar, ivorclt de opbrengst per nere ge-
schat iii Manitolia op 86 pOt., in Saskaitohewan op 94, pOt.
en iii Alberta. op 100 pCt. Terwijl dc Europeesche markten
de neiging om terug te loopen der Aanerikaansolie nvinktett
volgden.
liras
er todh ccii betrekkelijk vaste on’dergrond. De
versehepingen zijn iets a.fgeiioinon cii dientengevo!ge ook
de zeilende voorraad. De behoeften valt Europa blijven
groot, daar dc eigen oogsten in verschillende laniden bijna
uitgeput ziji. Dientengevolge is er tlkns ivederoni koop-
lust, zoowel in Engeland als op het Continent. iii Zuid-
Italië begint mcii nu spoedig te oogsted, doch de oogst is
in sommige streken niet groot, doeT gebrek taal regen
waarshij.nlijk zal de geheele oogst kleiner zijn dan., ver-
leden jaar. En de meer Noorddlijke landen zijn de .berieli,tein
over dc oogsten vershillend, maar veelal woedt over te
litge temperatuur geklaagd, alsook over schade door storm en hagel. In vergelijking niet ai,d.erd jaren,
zijni
de berieh-
telt niet bijzonder gunstig en dit heeft ontegenzeggelijk
zij.el invloed op de markten reeds uitgeoefend.
Terwijl van Argentinië en Austrailië nog steeds belang-
rijke hoeveelheden verscheept worden, heeft nu toch zoo-
veed tai’we dde landen verlaten, dat (le voorraden er begin-
neti te vermindtren en daardoor ook de versehepingen ge.
leiiclelijk zullen afvallen. De grootste hoeveelheden zullen
dus rog .van Noord-Aanerika blijven komen en daarbij zal
cle nieuwe oogst van ‘wintei-tar,we bdtrelekelijk spoe4ig een
woordje mee ga en spreken.

R oggo: blijft vast gestemd, als ivas ook de omfiet ge-
r’i:ug. Washi.iigton geeft eei beiteren stand, en ccii grocatere
opbrengst voor den nieurwen. oogst aan. Dit heeft niot veel
invl&d uitgeoefend, vooral omdat de aich’tbare vooTraadl
‘vat, rogge in cle Staten op dit oogeniblik klein is. Het ian-
i:o:l is daardoor zeer gering, hetgeen vooral ‘van beteekenis is,
omdat cle andere landen bijna geen rogge voor export over
hebben. De berichten over dc groeiende oogsten iii Dudtseli-
land en over liet algemeeni in Noord-E.uro’pa zijn lang niet
osuvei’deelcl ‘gunstig, zoodiat het er wel naar uitziet, of men
ook’ iii liet volgertcl jaar ‘weer vrij veel regge z’all moeten
importeeren.
Mais: Behalve grcote fluetuaties in Ohicaigo, cie al boel
weinig iniviloed ihviden op ihet verloop der prijzen in Ar-
entieië en ii, Europa, is er weinig niienxw’s te vermelden. Wel blijft de consumptie zeer groot, ‘zooclait telkens weer
vraag ‘oor spoe.:lig icn’crbare maIs ontstaat, maar aan tleti
uidei’eai ‘kant ‘wordt er telkens zooveal verscheept, dat deze
‘vraag nu en daai vervuld raakt. Onze Hollaiuclsøhe niarktivas
al hizonder actief dooi opnaanie van een dirielial ladingen, maai
ciaarctoor raakte clie markt blijkba r ivat oiververzacligcl en
‘trad eeluige reactie in. Ook de ]E[a.m;huigsche markt is over.

voerd, Iuiaar ofschoon er weinig vraag is, worden de prij:
zon toch goed geh’and’haafd. De afiaders van Argentinië
blijven op ruime ‘schaal aanbieden da ofehou er Ivel re-
gelmatig zakoni tot stand komen, zijn die blijkbaar nauwe-
lijks voldoende en dieute.ngcvolge w’as er in de prijzen voor
ma.ïs
01)
aflacling ccii neiging tot daden.
Ook mais uit dc Do’uaulanden iv’as wat lager te koop,
aangezien Scantc!inavië cii Noord-Dicitisc’hl’arid met deze
sooit ivat o’veiwoerd werden en dus
01)
liet oogenhilik weinig
opnemen.
Merkiwaat’dig is het cijfer vait Duitsdhllaaicl’s iiiiport over
dc eerste 4 ruiaau’clen ivan luit jaar, ni. 669.804 toiis tegen
144.475 tons verlodein jaar.
Wij vinden bijna even niei.kivaniircl’ige importeij Iers veer
ge r s t, cl. 732289 tons teo.en 400′.1.3 tous verleden jaar.
Di’t merdere, dat Dtritshlancl heeft noodig gehad, is de
oorzaak ‘vati de voortdurend, vaste markten vooi dit art,-
Wel ‘ivoedt er voortdurend gerst aangeboden van ver-scihd’llende landen, nl. van Canada cle Vereenigde Starten,
Argentinië, Br,itsch-i’nclië, Perzië enz. maar alles in be-
1ieik te hoeveelheden. Daarentegen is liet aanbod van de
landen clie gewoonlijk ‘vel gerst leveren, iii. de Donau cii
Rn.land, al heel gering, met uitzondering voor wat be-
treft Roemenië verseheprng ‘van den nieuwen oogst. Ook
Noorcl-Anieri’ka b,iodrt meer aan voor versc4heping gedurende
September en October en ibeit spreekt ‘vanzelf, dat clie pos-
tin tot zeer i’cdl lagere prijzen geh’aardelml w’or’dl. Voor cle

zeer hooge prijzen voor epoediige verscheping, is de iin’dei
iutoe.ilijk, maar ten slotte worden toch vrij regelmatig zake,,
gecla.a;n. De verscliepingen voor gerst waren in cle af gç-
loopen week tamelijk gering, doch dik, moet waarschijnlijk
aan toeeraill ige om’st’arn’dirgiheclen worden toegesdhrë’ven.
Over het algemeen blijven de Ii a v e r-niairkten -vast ge-

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam

Totaal

Artikelen
5jI1
Juni
,Sedert
Overeenk.
5111
Juni
Sedert
Overeenk.
1927
1926
1927
1 Jan. 1927
tijdvak 1926
1927
1 Jan. 1927
tijdvak 1926

Tarwe ……………..
43.855
997.883
572.342
2.500
33.065
7.568
1.030.948
580.410
[logge

………………
25.148
.
168.917
92.979

100
596
169.017
93.575
180
10.094
11.298

67
585 10.161
11.883
25. 675
587.963
370.928 2.879
97.502
.

33.351
685.465
404.279
Boekweit………………….

9.548
200.703
147.094

6.529
5.303
207.232
152.397
2.111
81.865
83.509
, –
.

2.728
2.095 84.593
85604

Maïs ………………..

9.676
117.883
-108.267
14.825 121.888 105.099
239.771 213.366

Gerst

………………..
Haver………………..

2.158
83.439
,
111.495



83.439
111.495
lijozaad

…………….
f.ijukoek

……………
1.573
52.731
29.765
380
17.637 5.701
70.368
35.466
Tarwemeel

………….
Andere uuicelsoorten

7.486
6.711
.-:

– .
7.486 6.711

15 Juni .1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

549

steiiicI, aangezien in Europa dc voorraden van den ouden
oogst bijna geheel watbreken. In de E.ngelsche markt was
cle vroocg voor buitenlanclsehe hxver evenwel gering en ook
op (het C»tunent was de handel niet levendig. De oogst-beriehten wil. Europa blijven niet al te gunstig, doch
uit
Noorcl-Ajïierjka zijn zij wel wat vbeterd.

SUIKER.

Ook (10 algoloopei week toonden cle verschilleiiete suiker-
mn.rkiten zioli nog zeer gevoelig en gedeprimeencl en onder-
gingen prijzen cciie verdere daling.
.1 ii i m e r i k a hadden cle no’teerunn voor Sp. C. en
01) cle termijnmarkt het volgend verloop:

Sp. C. Juli Spt. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafg. week ……4.77 2.92 3.03 3.09 2.97 2.77
Opening veralagweek…. 4.77 2.81 2.90 2.97 2.86 2.68
Slot verslagweek …….. 4.52 2.70 2.81 2.89 2.80 2.66

De ontvangsten te 1e Atlantiadhe havens der V.
S.
be-
droegen ‘deze week 62.000 tens, de versmelthngeti 72.000
tons tegen 64.000 tons in 1926 en de voorraden 270.000
‘lions tegen 368.000 tons.
Voor prompte kolonialle suikers werden prijzen betaald,
dalende tot 2,84 cl.c. basis Cuba c. & fr. New. York. Cuba
suiker zelf houdt z,ich Vrij goed; houders ibeibben zich vrij-
wel van de markt teruggetrokken.
De laatste C ii b a-statistiek is als, volgt:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot4 Juni

34.429

75.631

78.492
Totaal sedert 1 Jan.-4 Juni. 3.217.165 3.597.243 3.971.162
Werkende fabrieken

5

11

31

Weekexport 4 Juni ……..84.649

111.811

114.191
Totale export sedert 1 J.-4 J. 1.910.340 9.191.193 2.716.268
Totale voorraad 4 Juni
..
. . 1.306.895 1.409.101 1.254.894

dii E ii gooi and bad eveneens eeue verderte scherpe
dali uig
lkial.s
en boekten de oiorteeringeri op de termijnmarkt o’eze week eensui val van ongeveer s’h.
1.1-;
cle slo’tnoteer’in-
geli varen als volgt.:

Juni

1927 . . Sh. 15/-

Oct.

1927 …. Sh. 14/6
Aug.

,,

. .

15/14

Dec…….,, 1415,j
Maart 1928 •…

16/3

‘Iii runve suiker ging deze week bijna niets
Olil.
Op J a;
v
a. bleef cle markt voor tweecleloaaiciseh suiker de
algeloopen week flauw gestemd en ondergoiiigen ‘de nofe&
ringen eene verdere daling van
j
‘tot
f
.
IT i c r te 1
t
n cl e hadden de iioteer.ingen
01)
de termijn-
markt ongeveer hetzelfde verloop als te New York en ver-
k leeg tno ee nige fliicmtui atie het aanbod cle oveilon ntl. De
nut kt sloot kalm op de volgeurde afdoeni ngsprijz.eii
:
i lig.

f
17; Dec.
fi73;
Met. fi7.
i)e onzc9t bedroeg deze week ongeveer 4600 torus.

NOTEERINGJ?IN.

Londen
Nee’ Vork
Anzs(erdtom

1
W/mjfe Java’s
1

Cuba’s
1

96
0

Data

per

Tates! f.o.b. per

9 c.i.f.

Centri-
Augustus Cubes

1

fuga Is
No.! i Mei (Juni

Juni/Juli

kristalsulker
h.

Sb. Sh.
$
ets.
basis 99°
13Juni’27

f
17
341_

136
1313

30

4ei ’27

19io
35,’-

15
1

1
419

13 Juni’26

,, 165,
5

33/3

15/3
11/4
4.13
13 Juni’25

19
3513

151134
1219
4,40
ruwsuiker
basis 88
0

4 Juli ’14

f 11
18
/
18/-



3;26
basis 9*0
1)
Het verschil tusschen
ruwsuiker
88
0
en
f

l415/

1

krlst.suik.
990
is aan te nemen
opf3 p. lOO KO.

‘KATOEN.
Noteeritig voor Loco-Katoen.

(Middhing Upla.nds.)

1
0Juni
1927
3Juni
1927
27Mei
1927
10Juni
1926
10Juni
1925

New York voor
Middling…
17,05e
16,85e 16,75e 18,50e
23,55 c
New Orleans
voor Middling
16.67e
1)

c
16,22e
17,50e
23,90e
Liverpool voor
Middling…
•’

d
9,23 d
8,94 d
10,14 d
13,35 d
1)
Gesloten.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansehe havens
(In duizendtallen balen).

1
Aug.
’26
Overeenkomst/ge periode
tol
3Juni’27
1925126
1924125

Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.Havens
{12729
9431
9282

Uitvoer naar Gr.Brittannië
2478
2160 2492
‘t Vasteland ete.
6291
4257
4494
Japan ………
1705 1139
879

Voorraden.
(Induizendtallen balen).

Overeenkomstigtijdstip
3Juni’27
1926
1925

1569
810
445

1302
308

Ainerik. havens………….

44
143
Binnenland …………..614
New York

…………….225

. 015
233

98
New Orleans ………….405
Liverpool ..
.
534
569

KOFFIE.
Ook ‘in de afgeloopeii • week was de markt moieerendeeis
ouder den invloed ‘aui cle lager aifkontende aanbiedingen
van .I3rizil’i6 en van Java en dientengevolge kalm gestemd.
iDe vraagprijien van Brazilië voor Sauto’s op prompte ver-
suhep’in’g liepen wederom ‘1/- A 2/- terug; die voor Rio daal-
den zelfs clooreen ongeveer 2/6. Van Java waren de aan-
biedingen
%
,
fill
Palemhang Robusta op pronopte aflacling
teti slotte ongeveer 2 t 2 ot. lager dan een week geleden,
terwijl de betere gewassehen Sumat

na Robusta-soorten in
:loo’rsnecle ongeveei- 1
al.
afawa.koten.
Op cle termijmnaikt zakte naar aaudeiding van een en
ander de itoteering van de Seiten],ber-‘maancl van het Ge-
miiengcl contract 1′ ot. in, waartegenover die van de ver-
der verwijderde ma:tnclen slechts ongeveer 3/ ut. lager
lcw;un. Van liet Sa,ntos-oo’ntraet bleven de noteeringen on-
veranderd, doch in den laatsten tijd •gaat op dit contract
slechts zeer weinig om en daarom geven de officieele notee-
ringen er van de juiste avaar’cle van ‘het oogenblik meestal
– ook ditmaal – niet aan. –
.oiji de loco-markt was de afzet nog steeds oiiibevrechi-
gend.
‘F[et in liet overzicht van 31 Mei I.I. opgenomen bericht,
dat op een te Sao Paulo gehouden bijeenkomst van het
.l,ntitnut tot Peronanente Verdediging van de Koffie van
‘Sao ?auilo met afgevaardigden van de Staten Rio, Espirito
Santo en Minas Geraes, definitief ‘besloten vzIs tot alge-titeolle a;uhnemiig voor den volgeut:en oogst van liet loer
Sao Vaulo reeds ger’uimen tijd gevolgde systeem tot beper-
kii’cg van de aa;n’voeren ‘uit hit buunenlond, iii overeenstem-
1ll’
lig met de uitvoeren van cle voorafgaande maanden, werd
reeds deze week grootendeels bevestigd door telegrammen
uit Bi-‘aailië, ovaarbij werd medegedeeld, dat voor de periode
van 7 Juni tot 6 Juli de aanvoer
in
de haven van [bio geli-
miteeril is op 360.000 balen en dat deze hoeveelheid waar-
selujitlijk bestaan zal uit 205.000 ba,len van Minas Geraes,
90.000 balen van Rio, 47.000 balen van Espir-ito Santo en 18.000 ‘balen van Sao Paulo. Verder werd bericht ontvan-
gen, tint voor Victoria de aanwoeren gelimiteerci zouden
worden op 1,00.000 balen maandelijks.
Ten slotte vermeldde een dezer dagen ontvangen telegram
uit Brazilië, dat cle voorraad, door het :lhnstituut tot Per

ma.nente Verdediging van cle Koffie in cle pa.khuïzen en de
spoorcgstations in het ,biiinenlaund van Sao :Paulo cmi
Minas Gernes teruggehouden, op 31 Mei bedroeg 2.810.000
halen, hetgeen tegen 14 Mei eene vermindering beteekent
van 181.000 balen. Aangezien de vermindering van dezen
voorraad in cle eerste helft van Mei :142.000 balen heeft
bedragen, komt de afneming gedurende de geheele maand
Mei te staan op 325.000 balen tegen 755.000 balen in April
en 736.000 balen in Maai-‘t. Waar de aanvoeren uit het
binnenland in de haven van Saiitos gedurende de maand
Mei bedragen hebben 741.000 balen, moet bij een af nem.ing
van den hinnenl-andseben voorraad, van slechts 323.000
balen aangenomen worden, dat het verschil, zijnde 418.000
halen, vainuit de plantages in den 1oop van die maand in
de ibiurnen’landsche pakhitizen is afgeleverd, en waar het
buiteugewooii kleine verschil tussehen cle vermindering van
den binneniandsohen voorraad en liet totaal der aanvoeren
in Santos in de maanden Maart en April een bewijs was,
dat de loopende oogst als ‘afgeloopen kon worden beschouwd,
kan liet niet anders of de in Mei in ‘hét binnenland aan-
gevoerde 418.000 balen moeten voor liet grootste deel uit
vroege aanvoeren van den nièu’wen oogst hebben bestaan.

550

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15Juni 1927

De prijzen van gewoon goed beschreven Suporior Satstos
op prompte versdheping zijn thans ongeveer 71/- h, 731- per
awit. en van dito Prime ongeveer 741- a 76/-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, pronipte versch’-
ping bedragen 60/- 1, 6016.
Van Robusta op afFading van Nederiaarlsch-i.nLiii zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogen’blik:

1

Palembang ltccbusta, Juni/Juli .versehe.piug, 30ys nt;
MeuncIlieling Robicsta, JuliifJ uh ver.scheping, 3434 ct., alles
per 34 KG., cif., uitgeleverd gen’iclbt, netto contant.
De officieele loco-noteeTingen bleven onveranderd 52
of

per
34
KG. voor Superior Sanitos en 47 et. voor Rohusta.
De noiteeriagen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wsi
ren aan cle odhtent-ca]l als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

1
Sept.j Dec.
1
Mrt.
I
Mei
11
Sept.
1
Dec.
I
Mrt.
I
Mei

14
Juni

39} 37

36q 35X 37

35Vs
34

33/
7

3734 3634 3534 38s

35
/8
34
‘h
31 Mei

3934 3734 3634 3534 38′

35I8
3451
8
335,

24 ,,

39y
4
3734 3634
351/
377/
8
35s/
8
3434 33

De slot-noteeringeu te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Sept.
I

Dec.
Maart
I

l’dei

10 Juni
$

11,60
$

11,30.
$

11,18
$
11,05
,,

11,78
,,

11,47
11,32
11,17
6

…………
27 Mei
,,

12,07
11,75
,,

11,60
,,

11,45
23

,,
11,78
,,

11,42
,,

11,25

Rotterdam, 14 Juni 1927.

(Mededeeli ng van de Vereeniging voor den Goederenh:i ii
te Rotterdam.)
Noteeriagen en voorraden in Brazilië.

– te Rio

te Santos

Wisselkoers
Data

-,—

te Rio
Voorraad Prijs Voorraad Prijs op Londen
(In Balen) No.
71)
(In Balen) No. 4′)

13 Juni 1927

256.00021.450 920.000 nonlin. 559/54
6 ,,

1927

202.000. 22.200

957.000 24.000

1/,6
30 Mei 1927

176.000 23.625 948.000 24.100 561/64
1
14 Juni 1926

191.000 25.325 1.286.000 25.500

711
,

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data


Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert

iveek

1Ju1i

week

1juli

11 Juni 1927…. 111.000

3.385.000
1
174.000

9.036.000
12 Juni 1926….

48.000

3.791.000

155.000 8.705.000
1)
In Reis.

THEE.

In cle afgeloopeti week vnd op 9 dezer een Anisterdaj1
sche theevei.ling plaats clie een

aanbod te zien gaf van

i
20.000 kisten Neci. Inchjische thee directe aanvoer.

1
Het verloop van -deze veiling was onregelmatig met p’i

zen clie in den regel
van
1 tot 6 cts. lager waren dan die
in de vorige veiIiiig. Slechts enkele partijen konden de parf
teit der vorige halen of stelden aichi enkele centen daar-
boven.
De stemniing was onzeker door cle omstandigheid dat cle
Londensehe markt nog gesloten was wegens Pin.ksterva-
cantie. De grootst aanveaige verschillen gaven de kleide
grisieen en de stoftheeën te zien, terwijl- ook de Oranje
Pecco’s 4 h 5 cts. lager waren genoteerd. Wol werden
ei

aanvankelijk nogal enkele paitijen opgehouden, maar toch
was het saldo onverkocht uit deze veiling ten slotte slechts
klein.
Het baarde eenige verwondering om te verlietuen dai
de volgende veiling, -die -vastgesteld is op den 3Oen dezer,
een grooter aanbod en wel van 23.000 kisten te zien zocï
geven.
Amsterdam, 13 J uni.

COPRA.
Gedurende de aifgeldopen week -was dc markt zeer goed
prijshoudend gestemd. Het aanbod uit het Oosten bleef bij
voor,t(Iuur gering, daarentegen was de vraag naar Cocosolie
in den laatsten tijd zon beperkt, dat vraag en aanbod van
Copra elkaar vrijwel in eveniv.iclht houcleii.
l)e si otnoteeringe.” zijn

Nederl.-Indische f.m.s.,- stoomend,

verkoopers

Mei/Juni. all

f1. 3234

Juni/Juli.

(

koopers

Juli/Aug.
,,

J

11. 32sj

VERKEERS WEZEN.

.

VRACHTENMARKT.

De vraag op de Noord-Anierika’ansche graativ-raoliten-
:in:t.r;kt i’as dc afigccloopen week gen ig. Vaii ilontreal werd een spotprompte -booit bevrach.t naar Anbwerpea/Ro-tteidam
tegeci 12 cents per 100 hbs. anaal graan, optie Hamburg/ Brenien tegen 13 cents. Tegen het einde der week ,’as cle
markt echter nog fi-auwor en er zijii geeii orders iiioer voor
Juni bel ishing. Vain cle C- olf v;i cc liexi co lielbe.ii bewra611-
.te,5 geweigeici 17 34 coiits te betalen haar A iit’erpeii/l{ot-
tei•diini.
i]II1]i idde is iii cents doch er is knus, dat zij tot
16
34-1
7 cents zullen opkomen.
i)c -Vest-Indische suikernia-rkt was llaiiv ccl
de
eeriige
ino-gclijk.lieid om te bevraehiteii is ccii 3000 ton-no, pei J lui
tegen 211. tot 21/6 naar U.K./Ooirtiiiiciit.
a,i
de Nortih Pa.cific ging ii,iets out.
De nvaikke t,enidens van cle La Plata clititide voort en the afgeloopen veek was wei -dc kahnste, clie ii, vele in:uat,tleti
is geweest. Aan tleze zijde werd weinig gekonhi. Het water
in dc :Paraua is zeer laag en s’ele booteu, zelfs met eelt
diepgang van slechts 21 i’oet, zijn aan den grond geraakt.
De vrachten zijn aanzienlijk teruggeloopen ; per
.1
uni ,vei-cl
voor handige booten 27/- gedaan en 261- pci J di vat, boven
La. Platte ‘havens naar UF./Coittinent. –
De chibsaipeter vrauhitenniarkt is beter geworden cii er – werd een aantal hev-racbtingen gedaan. Een 6800 toittier
werd bevradht naar Bilbao direct tegen 311-, Juli belading,
en een 7000/7400 ton-iter naar Boi-deattxjlFTasnbtirg range op
basis van 30/. met opties, J uh/Augustus. De lo’endighei-d
ontbreekt echter nok op be’ze markt. Naar rut.iattte pel’ lijn-
booiten is slechts weinig vraag. De boekingen van deze week
-zijn: 2000 tolis per October nda.-r Dttinkei

ke-n/Hanibttrg
range tegeit 30/- en 2000 tons gedurende ieder valt de ntaa.n-
den Nua’enhihei/illn.art tegeit 31/6. –
De neesie Oosl;elijke afciccii’ttigen we-rolt Ir-abn,
doch
vast.
Toitnitge is over het rlgeineeii slechts in gen itg

e maite lie-
solukhaa,r, – zoo:lnt cle vracllrten gehandihaaftdl bleven. Vatt
Wiadiwostock vonden geen bevraclt-tingen van Soya bon-
ItOti plaats. Vati Saigoit werd eelt grootte gedee-lte-liu.I-i ttg
gechutac v-att 7000 Fons rijatmeel naar Lfrerpooi, Londen,
RuIl, Raivre, Atttliwerpeiu, Rotitkrd:um, B-remcrltavett, Nor-
:lercla.’n of r[ant’bttrg tegeir 30/- basis 1 los-haven. Van .
liS-
trahië waren een aantal orders aan de markt en cie schaarse-It-
te na.,, vroege boeten had telt gevolge, dat 43/9 werd, ho-
teiahicl van Zuid-Austral-ië naar de Mi-ddeilaidsche Zee/U. K./
Continent i’oor eer Juni/Juli boot van 5800 tonrs,iweikeijîe-r
kar, vor:lcn herhaald. Sn,ikcrbevrachrte-r-s zijn aan de markt
pet J cdi, Augustus, Septenilear naar UK/Continent tegen
401- -vatt Queeitslanch. Br-itsclt-i.udië versdhafte wederom een
î10-nke vraag it nar ton it-age ei, van i3osnbayfKaraeiii ktutt
Juni tonnage geplaatst worden tegen 25/6 naar :1e Middel-
lattdselte Zee/U.K./Contitteiit, -terwijl voor J ttl’i 241- ett llthi/
Augustus 23/- tot 23/6 kan -worden bedongetu. –
Van tIen Dottati wordt nog- steeds itizt’raaht, etaitter tegett
lagere cijfers. Voor Scandinavië werd 2013 btnald basis 3
‘havens ei, naar A-nt.werpe.n/Rottenclnirt 16/-. Va,tt de Zwarte
Zee zijn geen bevr-aohtingen fbe vrcniieiden.
Van le 3id:l’clehlaii-dsche Zee gi tg slenhts wei t i-g om ei,
cle vracihteui staat, op eelt 1 lag peil. Voor erts werd
old.
betaald: Me.lillii[lLottterclam 5/-, Bona/Rotterdani 4/7
34,
fos-
first betaalde SfaxfCihent 5/-6. De Golf van B-iswnye is vast
met
CCII
flinke vraag naar continen-tahe hestelnm-i

wgeu. hIl1-
baôFRo4terclam stelt 6/- in uitzicht. Er werd om, betaald
Bifbao[Newport Rover 7/., Snita Cahallo/Boutaait 616
3
Onton/
R otterilani 619. –
De uitgaande Er,g-elsc-ilte kolenvrucitten ivaren over liet
algemeen iets awa.kker. Van Zqiicl-Wales werd, out. betaald Aai-i,ns 6/., Lissaboti 316, Alexanclrië 12/3,1Port-Sa.icl 11/6,
Buenos Aires 13/- en van de Oostkust: Kotk:t,
5/-,
Kopen-
-hagen 5/-, Botterilturt
816,
Genrta 9/- ett Butnains Aires 12/9.

RIJNVAART.
-,

Week van 6 t/m. 11 Juni 1927.

De

acm
t
voere rt van zeezij.le ware
II
leve ti cl i.ge r dan the voor-
t fgeganc week. De vraag maor .1 eege rIt-in te, clie in 1,-ei,
begin der week vol-doende uan:wezig was, doli sticeessieve-
lijk sehaarscher werd, nam itoe. De er’tsrvi’aciltten, ,’e1ke in liet hegi ii der week
f’
0,40/0,50-, niet resp.
34
en
34
lotijd,

bechi-oegeit, liepen op tot
f
0,50/060 pci’ last.
Na al’ -den Reve ii rijn betaalde mei, itt doorsttee voor -r-tiwc producten ce..
f 1,—
per last. Het shee’ploon va.niee’cde ttts-
sdheit het 35 en 40 ets. tarief. De v-aterstan-cl bleef gunstig.
Tit -cle Bultrhiuve-us bleef, cle al-geniciette toesl;a:ttcl ongewijzigd.

Auteur