Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 597

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 8 1927

8 JUNI
197

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economischr
“Statistische
14-

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E JAARGANG

WOENSDAG 8 JUNI 1927

No. 597
INHOUD

BIz.

liET
Eunoiiiss(,iw
LEJMSYNDICAAT
EN I)E N1oEuiANo-
SOHE LFJMINDUS’I’RIE
door S.
Posthuma ………….O8
De Economische Conferentie T.T. door
Mej. Mr. E. C. van
Dorp
……………………………………
511
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De Wet op de Vakvereenigingen in Engeland door
F.
W.
Purge ………………………………513
De herzienin.g van het Fransche douaoetarief door
Prof. Bertrancl Nogaro …………………….515
AANTKEKENINGEN:
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
5 17
MAANDCIJFERS:
Emissies in Mei
1927……………………….518
Rijkspostspaarbank ………………………..
519
Productie der Steen kolen-, B ruinkol en- en Zoutmijnen
519
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
519-526
Geidkoersen.

I Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISC IIE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECOJVOMISCII-STATISTISC 11E BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van flasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. 1!. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Prof. Mr. II. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Ter pstra, Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.

Redacteur- Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter cle Jtoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon lVr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnemen.tsprijs voor het weekblad franco p. p.
int

Nederland
f20,—.
Buitenland en Jtolon’iën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van hete Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties
f
0,50 per regel. . Plaatsing bij abonnement
vôlgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
cl
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

7 JUNI 1927.

:[n den toestand van do geidmarkt kwam geen ver-‘
andering. De vraag naar geld bleef ook deze week

weder zeer groot. Particulier disconto noteerde door4′

loopend
3
°
/&o A 3%
Ct. en op verschillende dagen was

het gedeelte, dat voor
3
°
/
1s
pOt.. ondergebracht kon, worden, uiterst gering. Ook de prolongatierotte bleef

hoog en schommelde tusschen
3%
en
4%
pCt.

Op de balans van Do Node.riandsche Bank geeft de
post binneniandsche wissels wederom een vrij belang-

rijke stijging te zien. Hij bedraagt thans
f 149,3
mii-.

lioen tegen
f123,5
millioenop den vorigen weeketaat.

De heleeningen vertoonen een teruggang van
f 300.000.

Het hoofd papier op het buitenland blijkt met
f 26,4

millioen te zijn afgenomen,•terwijl de diverse rekenin-
gen onder het actief niet
f 500.000
terugliepen. Blijk-

baar heeft de Bank dus ook in de afgeloopen week
weder vrij belangrijke bedragen aan buitenlandsche
valuta aangewend tot steun van den guldenkoers.

De post gouden mwitmateriaai daalde met
f S
mii-

iioen, doch do voorraad gouden munt steeg met een

vrijwel overeenkomstig bedrag. Vermoedelijk heeft de

centrale eroclietinstelling dus weder een partij gouden

tienguldenstukken doen aanmun ten, welke zij in cle

afgeloopen week van ‘s Rijks Munt ontvangeii heeft.

De bii.jettenci roulatie daalde met
f4,2
millioen. Het

tegoed van het lijk vermeerderde met
.f
1,3
miilioeii.

Do relclring-eou.rantsaldi van anderen stegen met

f 100.000.
Hot beschikbaar nietaalsaldo noteert een

goede
f100.000
hooger. liet dekkingspercentage be-
draagt nagenoeg
52.
* *

De dollarkodrs noteerde de geheelo week
249,75. Op

de dagen, dat er een neiging bestond tot opioepen, het-

geen vooral in het begin der week het geval was,
apiong de Nede.i.landsche Bank in en gaf elk gevraagd

bedrag tot dezen koers af. Ponden waren
iets
flauwer
en. liepen tot
12,12%
terug. Ok Marken liepen vrij-

wel evenredig terug met noiglng tot verdere daling,
hetgeen zich gisteren sterker accentueerde, waardoor

deze koer.s tot
59,14
inzakte. De geheele wisselma.rkt
was echter gisteren flauwer, want ook Dollars waren
aangeboden en daalden op
2,49
11
/io;
terwijl voor de
meer speculatieve wissels als Madrid, Milaan en Oslo,

die de goheele week
vrij
stabiel geweest waren, de
stemming zelfs zeer flauw was. Madrid daalde hier-

door van
43,85
op 43,15; Milaan van
14,—
op 13.30
011
Oslo van
64,95
op
64,30.

LONDEN, 5 JUlTI
1927.

De geidmarkt heeft in het begin van verleden week
voor de afwikkeling van de verplichtingen voor het

einde der maand een ruim .gdhruik moeten maken van
de leening-faciliteiton hij de Bank van Engeland. In
de maand Mei met de groote War Loan divideuden.
in uitzicht op 1 Juni is dit betrekkelijk zeldzaam.

Teekenend voor den krappen toestand was dat het zelfs
op 1 Juni nog noodig was een klein bedrag van de
Bank van Engeland te benen.
Nadat de War Loan dividenden via de eigenaars

4aan de banken waren toegevloeid, werd geld natuur-
lijk gemakkelijk, maar vermoedelijk zal deze betrek-

kelijke overvloed niet lang aanhouden.
De discontomarkt wordt nog geheel beheerscht door
do goudpolitiok van de Banque de France en dair
niettegenstaande het in, de c:ouranten verluidde, dat
arrangementen tusschen de beide centrale instellin-

gen getroffen waren om de geldmarkt hier niet ver-
der •dan noodig was te beïnvloeden, bleek reeds dade-
lijk uit een verdere onttrekking op Donderdag van
een half mii]iden goud voor Fransche rekening, dat
er voorloopig geen sprake kan zijn van eene verdere
verwidering tusschen officieel en particulier disconto.

De koers bleef dan ook op
4%—%
gehandhaafd en dle

nieuwe schatki stbilletten werden weder tot, ongeveer
4/16
pOt. toegewezen.
In de vreemde wisselmarkt waren zaken zeer stil.

508

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

HET EUROPEESCHE LIJMSYNDICAAT EN

DE NEDERLANDSCHE. LIJMINDUSTRIE.

In cle laaste maaticleti vanfiet vorige jaar kon rlleu

i i cle clagbiacleia ]1c1haa1cIe1ijk )E3r.IChtell lezen &ver

cie vorming van een internationaal kartel tusscheri
cle beenderlijm-proclucenten in ‘de belangrijkste Euro-

peesche landen. Aanvankelijk viel uit ‘deze berichten
moeilijk op te maken of ook de Ned’erlandsdhe heen-

clorljjm-producenten zich bij het Syndicaat zouden aan-

sluiten, doch reeds spoedig bleek, ‘dat dit niet ‘het geval
was. Koot daarop verschenen zelfs min of moor uit-
‘voerige mededeelingen over een strijd, clie zou zijn

ontbrand tusschen •hot kartel en de Nederlandsehe

fabrilanten. Een uiteenzetting van cle oorzaken, clie

aan deren strijd ton grondslag liggen en een beschou-

wing over het idarakter ‘van ‘dien strijd zelf is het doel

van dit artikel. Een kort ‘historisch overzicht van de

anieen.s1 uiting van ondernemingen in de uijnijlidlustrie

moge daarbij aan d6 beschouwingen over het onlangs

gevormde Syndicaat, en zijn verhouding tot de Neder-
landsche ‘industrie voorafgaen.

De aaneensluitin.g van ondernemingen in de lijm-
industrie dateert reeds uit de laatste jaren van de

von ge eeuw, en, zooais ook nog heden ten dage het geval is, ging’ ‘do impuls van deze beweging uit van

.Dnitschland en meer in het ‘bijzonder van het Scieide-

manciel-concern. Volgens een artikel in de ,,Bei lage.
zur Fleischer-Verban’ds-Zeitung” van 16 Februari ji.

begon de expansie van (leze onderneming reeds in

1896 iliet het opkoopan van kleine fabrieken in Bohe-

men, waarop tal van Duitsche fabrieken volgden. Do
1

uitbreiding zette zich voort tot ver over de grenzen.

In Hongarije, België,’ Frankrijk, Aigentinië en in

Brazili.ë werden in de volgende jaren verschillende
fabrieken opgekocht. Hierbij sloot zich aan ‘de oprich-
ti ag van twee maatschappijen voor den inkoon en de

verdeeling van de grondstoffen, ni. ‘de ,,Rohag” en cle

,,Coecernos” niet te verwisselen niet de tegenwooi’-
•clige verkoopsonderneniing van cl:ien naam. In 1911
,
.

bereikte het concern zijn hoogtepunt, toen het onge-J

veer 50 maatschappijen in en buiten Dui’tschla.nd con-
1

troleerde, die ongeveei 60 afzonderlijke bedrijven.
hadden.

‘Wat was hot ‘doel van ‘deze expansie?

Voor zoovor het op’koopen van ondernemingen niet
1

vei1daarbaar is uit louter psychologische mot,i even,,
waarbij eerzucht en heersch-rucht veelal de belangrijk-
ste factoren zijn, is iedere concentratie een poging’

tot vergroo’ting van de winst. In prIncipe valt dit
doel op tweeërlei wijze ‘te bereiken. Men kan zich in

cle eerste plaats toeleggen op een .rationalisatie van
de productie; in de tweede plaats kan men het ge-‘

laat naar buiten wenden en trachten de inkoopsprij
zon van ‘de grondstoffen te drukken en ‘den verkoops-
prijs van het vervaardigde product ‘te verhoogen. Het
spreekt echter vanzelf, ‘dat, wil de laatste methode

succes hebben, men eerst een meer of minder ‘hechte

monopolie-positie dient te veroveren. Vooral dit laat-
sto streven, lag aan de ontwikkeling van het Scheicle-
niandel-concern ten grondslag. Uit het feit, dat van

de o’pgekochte bedrijven velen niet verlies wericten of
geheel moesten worden stilgelegd, blijkt wel, dat de

‘h’ier’bovn beschreven expansie geen interne .rational i.-
sati.c, doch ccii elimineering van de concurrentie ten
doel had.

Dit laat zich des te gemaklcelijker verklaren, wan-‘

neer men bedenkt, dat de voornaamste grondstof van
cle iijniindustrie bestaat uit beenderen. Bij. ‘deze gi’ond-
s’tof doet zich het e’igenaa.rdige verschijnsel roo
:r
, dat’
de omvang van de productie vrijwel. onafhankelijk
is van den prijs’. De waarde van. de ‘beenderen vant
een stulc vee ‘is namelijk zoo gering, dat een verande-‘
ring van
prijs
niet leidt tot een vermeerdering of een+,
vermindering van de slach’t. Terwijl bij’ andere pro-
ducten een verlaging van den prijs meestal leidt tot
een verminderng van het aanbod zoodat het drukken

ve n den j)J’i,jS door monopol ie-vorming zichzelf reeds
SJ)Oedl
i.g vreekt, i s d it hij de bel au grij’k’ste gron d stof

vooi’ ‘cle lijmfabricage in veel niinclere mate het geval.

Eerst wanneer do pi’ijs zou ‘dalen tot een zoodluni.g
oh-
‘eau, dat ‘de kosten ‘van verzamelen en vervoer niet
ni.eer gedekt zouden worden, maw. de prijs cle moeite

van het verzamelen niet moer zou bonen, zou cle p-

duc’tie wèl terugl.00pen. Zoolang deze grens echter

niet is bereikt, beteeken t een uitschakeling van de

concurrentie tusschen cle ‘afnemers van beenderen een
aanmerkelijke vermindering van ‘cle prijzen zonder

een noemenswaardige verkleining van het aanbod.

Het is dan ook geen ‘toeval, dat men reeds voor (en

oorlog ‘hij’ ‘de lijmfab.ricage een ernstig streven naar

de vorming van een monopolie kan waarnemen.

Intusschen bleek al ispoedig, dat hot Scheirlemanclel-

concei’ri zijn krachten had overschat, in. 191.3 stortte

hot concern in elkander en een ‘afschrij’ving van het

aan’d’eelenkapitaal van 1 op 4 bleek noodzakelijk.

De oorlog en ‘de ‘daarop ‘volgende inflatie brachten
liet concern ‘tot ‘nieuwen bloei. De ‘belangen in hot
buitenland, die in den krijg gedeeltelijk waren teloor

gegaan, werden hersteld of door andere vervangen,
zoodat het Sche’i,deman.dei-concern reeds spoedli.g weer

belang ha’d hij Deensche, Zwee’clsche, Italiaansche,
Brazil.iaansche, Engelsche, Oos’tenrij;ksche, Tsjecho-

Sl owaalesche, I:Tongaarsche, Poolsche, Roemeen sche,

EstI an’dsche, Letlandsche, Lithausche en Joego-si a-
vische fabrielcen, waarbijl echter in hoofdzaak alleen

de Oost-Europeesche belangen van beteekenis zijn. In

ons land ‘kocht het een ntiiliggencl fabr.iekje te Die-
men
1)
op, dat zijn ontstaan dankte aan een mislukte

poging van slagers, om ‘langs coöperatieveii weg tot

de ontvetting va’n beenderen over te gaan. In ‘verband
met het onlangs opgerichte Europeesche Lijmsynd 1-
caat komen wij’ op dêze fabrielc nog nader terug.

Reeds spoedig na ‘de stahiliseering van ‘de Mark

trachtte het Schei’deman’del-concern de monopoEe-po-

.sit’io, cli.e het door de zoojnist genoemde uitbreiding
van zijn invloedssfeer langzamerhand begon te ‘hen a-

deren, door do vorming van een internationaal kartel
te ‘bevestigen. Volgens een bericht van de Frkt. Ztg.

van 16 Januari 1926 begonnen reeds in October 1925
‘to Brussel de onderhandelingen over cl’e vorming ‘van

een intei’nat,ionaal sy’dicaat, welke onderhandelingen

kort daarop te Frankfort a. Main werden voortgezet.
Het duurde echter nog tot 23 September 1.926, al-
orens deze plannen werden verwezenlijkt en een aan-
een’sluiting tot stand kwam. )

Nu zijn afspralceri tussohen de voornaamste lij’nipro-

ducenten over een verdeeling van ‘de markten van in-
‘1oop en verkoop op zichzelf geen novum. Reeds in
1891 schreef Professor Roheot Lief’mann in zijn hok
,,die Unternehmerverbiincle” over het bestaan van’een

internationaal ]i5k’artel. Het zoo juist genoemde

Europeesche ‘syndicaat gaat echter veel verder en is

dan ook niet als een eenvoudige voortzetting van deze
vrogcre ‘afspraken te beschouwen. In de eerste plaat’s
zijn cle bepalingen zoodanig, dat zij’ ‘bewu.st of on’he-
‘wust een ‘bedreiging vormen van bepaal’de producen-

ten, waarop in yerhand niet de Nederlandsche indus-
– trio nog nader zal worden teruggekomen, en in de

tweede plaats is de aaneensluiting veel hechter en
reikt ‘haar strekking veel verder. Een ‘korte uiteenzet-

ting van de voornaamste bepalingen moge ‘hier der-
halve volgen.

Besloten werd een Zwitsersche naamlooze vennoot-

‘schap op te richten niet ‘het dooi: le. do verbonden
maatschappijen onderling te steunen in moreel, mate-
‘rioel en organisatorisch-technisch opzicht; 2e. de heen-

‘deren voor de fabricage ‘benoodi.gd te verdeelen; 3e.
den wrijvingsloozen verkoop ‘van ‘de eind-producten te

verzekeren; en 4e. mogelijke benadeeling en storingen
van buiten af te weren.
1)
Zie Frkt.
Ztg.
van 18
Februari
1926.
• 2)
Berliner Lo’kacn’zeiger van
23
September
1926 en
Frkt. Ztg. van
28
September
1926.

8 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

509

Producenten uit de volgende landen sloten zich aan:

Duitschianci, Engeland (en Ierland), Frankrijk, Ita-

1 ië, België, Zwitserland, Oostenrijk, Tsjecho-Siowa-

kije, Zuid-Slavië, Hongarije, Roemenië, Polen, Zwe-

den, Denemarken en de randstaten Estland, Letland

en Lithauon. Behalve de Neder]andsche producen-

ten,
1),
te grootsten der Belgische fabrieken en en-

kele fabrieken in Engeland en Duitschlancl en behalve

Spanje en Portugal en enkele Bajkanstaten, waar de

hcen’derenlijmindustrie niet belangrijk is, omvat het

Syndicaat derhalve de geheele Europeesche industrie.

Dank zij den invloed van het ‘Scheideman.del-concern

op tal van producenten in vele aangesloten landen, is

dit concern de feitelijke leider van het ‘syndicaat.

Het syndicaat zetelt te Glarus in Zwitserland. Het

draagt den naam ,,Epidos” en heeft dun vorm van een
Zwitsersche Aktien-Geselischaft. De verdeeling van
de stemmen is als volgt: Duitschiand, Engeland,

Frankrijk en Italië ieder 16, Denemarken, Joego-

siavië en do randstaten, die als 66n geheel worden he-
sehouwd, ieder 2, cle overige landen 4. Het kapitaal

bedraagt 100.000 Zwitsersche franken, de aandeelen

bevinden zich uitsluitend in het bezit van de syn-

dicaatsloden.

V.00rts heeft hot syndicaat de beschikking over een

kas,die ontstaat doordat de •deeinemeiu een bepaald

bedrag storten per 100 KG. verkochte lijm. Deze kas
heeft een drieledig doe]. Zij kan in d eerste plaat’s
haar dienst bewijzen bij den afzet van bijzonder groo-
te voorraden. Wanneer nl .in een vn de deelnemende

landen cle voorraden 50 pOt. grooter zijn dan de ge-
middelde voorraad van de deelnemers in andere staten,

kan het syndicaat over, den verkoop van deze a’bnor-
j’naal groote voorraden beschikken. De kas dient in dat geval voor de financiering van den afzet op een
,,neutraa]” gebied. Ook kunnen do voorraden in het

land zelf beneden den vastgostelden prijs verkocht

worden. Is deze prijs meer clan 5 pOt. beneden den

synrlicaatsprijs, dan krijgt het betrokicen lid de helft

van
zijn
vo.riies uit, de kas vergoed. Voorts kan onder-
stounirig uit do syndicaats’kas worden verleend, wan-
neer in ecu ‘van de deelnemende landen de bee.nde-

renverzorging op moeilijkheden stuit. Last not least

kan do 1cm worden aangewnd bij de bestrijding van
outsiders. Voor de besteding van kasgeiden op een van
do twee laatstgenoemde wijzen is een meerderheid

noodig van
Y4
van het aahtal stemmen.
De verkoopsprijzen van de ‘lijm worden vooi ieder

land afzonderlijk door het syndicaat bepaald.

De kern van het syndicaatsverdrag betreft derhal-
ve: eene.rzijds den inicoop van de grondstof beenderen,

anderzijds den vericoop van het product lijm.

Bij de regeling
iran
den inicoop gaat het syndicaat

van het principe uit, dat de verschillende producenten

zich ‘bij dun inkoop van de grondstoffen zullen be-
perken tot hun eigen land, voor zoover het betreft
‘den inkoop in ‘de bij het Syndicaat aangesloten lan-
den. Wat den inkoop van beenderen in de overzeesche
1

landen betreft is de bedoeling over te gaan tot een

contingenteering. Door ‘op deze wijze de onderlinge
concurrentie uit te schakelen ontstaat de mogelijk-

heid een sterken druk uit te oefenen op de beenderen-‘
markt. Een dergelijke politiek wordt in de hand ge-
werkt door het reeds gesignaleeide verschijnsel, dat

het aan
1
bod van beenderen betrekkelijk onafhankelijk

is van den prje, zoodat bij een uitschakeling van de

concurrentie de mogelijkheid bestaat de verkregen
monopolie-positie ten voile uit te buiten.

Ten opzichte van den verkoop van het product lijm
volgt het syndicaat de volgende methode. Zij stelt
1

voor ieder land een minimum-prijs voor de lijm vast,
beneden welke noch de fabrikanten in •dat land noch
de andere deelnemers aan het syndicaat in dat land

1)
Het reeds eerder genoemde litbriekje te Diemen ver-
vaar4igt geen
lijni,
doch beperkt zich uitsluitend tot cle
ontvetting van beenderen.

mogen verkoopen. Daarentegen worden de te ver-

koopen hoeveelheden niet, gelimiteerd.

Nu behoort in het algemeen de regeling van don

afzet tot de meest delicate kwesties van iedere kartel-

leering. De belangen van de verschillende deelnemers

zijn in vele gevallen geheel aan elkander tegenover-

gesteld en slechts zelden gelukt het deze in een enkele

formule met el’kander te verzoenen. Hoe staat het in

dit opzicht met het Internationale Lijmkartel?’

Deze vraag is vooral van belang in verband met

onze nationale industrie. De Nederlandsche lijmin-

dustrie heeft zich’ in den loop der jaren uit kleine

bedrijven ontwikkeld tot twee belangrijke maatschap-

pijen, do N.V. Lijm- en Gelatinefabriek ,,Delft” te

Delft en de Firma Wed. P. Smits & Zoon ‘te Utrecht.

Deze industrie heeft zich allengs weten op te wer-
ken tot een belangrijke oxportnijverheid, die jaarlijks

voor eenige millioenen guldens aan producten naar
het buitenland uitvoert. Daartegenover staat, dat de

beenderen van het in het ;laud gefokte vee voor de

instandhouding van haar bedrijf niet voldoenae zijn

en ‘dat zij haar grondstoffen voor belangrijke hoeveel-
heden moet importeeren uit andere Europeesche lan-

den en overzeescho gebieden, speciaal Argentinië, dat
door do groote ,,frigorificos” aldaar 66n van de be-

langrijkste beenderenpro’duceeren’de landen van • de We-

reld is.

In verband met het hierboven geschetste karakter
van de Nederlandsche lijmindustrie wordt ook de af-
wijzende houding, die deze ‘industrie ten opzichte van
het Syndictat heeft aangenomen, volkomên ‘begrijpe-

lijk. Wat toch is het geval? Door de bepaling van het
Syndicaat, .dat ‘de minimumprijzen in ieder land af-

zon derljk worden vastgesteld, zonder ‘dat aan deze
regeling, zooa]s hjv. bij het Gloeilampenka.rtel, een
contingonteering is verbonden, worden de bedrijven, die exporteeren, sterk in hun afzet belemmerd. Wan-

neer in een bepaald land ‘zoowel de binnenlandsche

als de bu.iteniarndsche producenten voor een volkomen
ge]ijksoortig product precies dezelfde prijzen vragen,
beteekeirt dit, dat over het algemeen genomen de bin-
nenlandsche verkooper belangrijk in het voordeel is.
In de eerste plaats ‘zal er een grootero vertrouwelijk-
heiid en een beter onderling begrijpen tussehen leve-
rancier en afnemer bestaan, wanneer deze twee land-
genooten zijn. In de tweede plaats zijn de moOiten en
‘kosten aan de bestelling verbonden, geringer, terwijl
men bij reclames het duhbeie voordeel heeft, dat men
dun fabrikant vaak persoonlijk of in zijn directe

rlatios Icent en in het uiterste geval een beroep kan
doen op ‘de nationale rechtspraak, die in tal van om-
standigheden meer waarborgen biedt dan de uitspraak

van een ‘buitenlandschen rechter. Ten slotte geldt in
hooge mate ‘de waarde van het nationale element. In

het algemeen mag men dan ook zeggen, dat de wijze,

waarop het Lijmsyndicaat den afzet regelt, voor ‘ex-
port-industrieën een zware handicap heteekent.
Aangezien echter het meeréndeel van de huidige
deelnemers hun producten in hoofdzaak binnenslands
verkoopen, en voor zoover ‘zij exporteeren de verhou-

ding van hun exportbelangen onderling niet zoo heel
veel uiteenloopt, ontmoette ‘deze regeling bij hen wei-
nig bezwaar. De op zichzelf reeds betrekkelijk onbe-
langrijke export, ‘dien zij op deze wijze verliezen, wordt
automatisch gecompenseerd door een ongeveer even
groote toename van don ‘binnenlandschen verkoop.
Voor Nederland is ‘dit zeker niet ‘het geval. Engeland

bijv. exporteert naar Frankrijk en Frankrijk expor-
teert naar Engeland een naar verhouding van hun
eigen productie bij lange na niet zoo belangrijk ‘deel
als Holland naar ‘die landen uitvoert. Wanneer nu

op de een of andere wijze de export wordt ‘belemmerd,
zooals blijkens het bovenstaande door de syndicaats-
bepaling het geval is, heeft ‘dit ten gevolge, dat En-
geland weliswaar zijn export naar Frankrijk en Frank-‘
rijk zijn export naar Engeland ziet afnemen, doch
tegenover den afzet, ‘die Engeland in Frankrijk ver-

510

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

liest, vindt het een gelijiwaardi.ge compensatie in

• eigen land, doordat ook de uitvoer van Frankrijk

naar Engeland daalt. Voor Nederland, waar de ‘export

van beenderenlijm naar verhouding veel belangrijker

is ‘dan in ‘de overige landen van Europa en dat bo-
vendien reeds voorziet in verreweg het grootste ge-
deelte van den afzet in Nederland zelf, zou het ver-

lies aan export in ‘de overige Europeesche landen veel

.groote’r zijn dan de geringe winst in eigen land, die

met een vermindering van den invoer uit het, buiten-
land gepaard zou gaan.

Hierin mag men dan ook ongetwijfeld de voornaam-

ste reden zien, waarom de Nederland’sche iudustriè

zich tot op heden van iedere deelneming aan het Syn-

•dicaat heefz onthouden.

Bovendien leidt •de regeling van den inkoop ‘der

grondstoffen tot een soorgelijk bezwaar. Wij zagen

reeds, idat niet alleen voor den afzet, doch ook voor

de voorziening van h’aar ‘grondstoffen de Nederland-

sche industrie voor een gedeelte op het buitenland is

aangewezen. Door in principe te bepalen, dat de deel-

nemende partijen zich lij den inkoop van ‘beenderen

tot hun eigen land zullen beperken, zou de Nderlan’d-

sche industrie zich eriastige moeilijkheden op den hals

halen. Een contingenteerin.g van de uit overzeesche

landen, in te voeren beenderen zou tot een zoodanige

productiebeperking kunner leiden, da.t de rentabiliteit

der Nederlandsche ondernemingen onmogelijk zou
woiide’n.

De Nederlandsche limindust.rie heeft zich dan

ook tot op heden niet bij het kartel aangesloten.

Omgekeerd stelt ‘het ‘kartel alle ‘krachten in het

werk om ‘de Nederland’sche fabrieken tot toetreding

te dwingen.
In zijn streven naar de vorming ‘van een monopolie
heeft het Scheidemanidel-concern reeds sedert vele

jaren getracht ook de Nederlandsche indus’trie aan

zijn invloed te onderwerpen. Het heeft daartoe iii

April 1924 wederom een poging aangewend door, zoo-
als wij reeds zeiden, het. stilli.ggen’de fabriekje te Die-
men te .koopeia.

De beenderen, ‘die deze fabriek verwerkte, ontgin’

gen aan ‘de Nederlandsche industrie, terwiji de con-

currentie ‘op de beenderenmarkt’de prjzen van de

grondstof voor ‘de Nederlandsche fabrieken sterk naar

boven joeg. Het ‘te Diemen vervaardigde tusschen-
product, ontvtte beenderen, werd zonder tot het eind-product lijm te worden verwerkt, naar het ‘buitenland
nitgevoerd.

Deze bedreiging van de Nederlau’dsche industrie

lei’dde echter niet tot het gewenschte resultaat. Na

een
strijd
van anderhalf jaar had de A. O. Scheide-
mandel een verlies van 400.000 Mark geleden en zette

de fabriek te Diemen stop.

Intusschen slaagde het, Scheidemandel-concern erin

de fabriek voor 18.000 gulden te verpachten aan het

inmiddels opgerichte syndicaat, waarvan het., naar
wij reeds zagen, ‘de ‘belangrijkste deelnemer is.
1)
Met
behulp van de ‘Syndicaatskas werd in Januari 1927 de fabriek te Diemen opnieuw in werking gesteld en trad
de strijd tegen ‘de Nederlandsche industrie in een

nieuwe phase. Weliswaar deelde de directie aan de

redactie van ‘d’e Nieuwe Rotterdamsche Courant mede,
dat het, niet in de bedoeling ligt concurrentie te voe-
ren tegen de Nedeilandsche fabrieken, doch op deze
geruststellende verklaring volgde de minder gerust-

stellende mededeeling, ‘dat het Internatiole Lij’msyn-
dicaat deze fabriek weder in bedrijf heeft ‘gebracht om

in. Nederland evenals, in andere, gebieden vertegen-
woordigd te zijn met een belangrijke fabriek,
welke
haar
in de toekomst
in staat zal stellen haar invloed
in het desbetreffende land) te doen, gelden!
In ieder geval heeft de houding van het kartel tot

gevolg, ‘dat ‘d’e prijs op ‘de Nederl’andische beenderen-
markt wordt opgedreven. Voor de N’ederlandsche in-

1)
Berliner Börsen Zeitung,
22
J’anua.r
1927.

d u’strie’ is dit ‘des te ernsti.ger ‘door het feit., dat de

export van beenderen uit de omrigende landen nog

steeds d’oor wettelijke ‘bepalingen onmogelijk of zeer

moeilijk wordt gemaakt. Deze uitvoerverboden zijn een
overblijfsel van den toestand ‘tijdens den ‘gr’ooten oor-
log, toen ‘deze uit,voerverboden in bijna alle Europee-

sche landen, ook in Nederland, werden uitgevaardigd,
aangezien men de uit deze beenderen te vervaardi
g
en
producten in het eigen, land wilde houden. In Maart

1921 werd het uitvoerverbocl in Nederland opgeheven,

aangezien de Regeerijag verwachtte, ‘dat in de overige

Europeesche landen de uitvoerveiboden spoedig zon-
‘den worden opgeheven. Deze verwachting is echter niet vervuld. In Dui’tschlan.d is de uitvoer van ruwe

beenderen, op een zeer onbelangrijke ‘hoeveelheid na,

nog steeds verboden; België heeft, nadat het uitvoer-

verbod ‘gedurende ‘korten tijd opgeheven was, weder-
om een absoluut uitvoerverb,od eenige jaren geleden

ingesteld en uit Frankrijk is ‘de uitvoer van slechts
een ‘zeer geringe hoeveelheid toegestaan. In Nederland

echter is ‘de uitvoer van beenderen nog steeds gëheel

vrij’.
Het gevolg van deze ‘sii.ua’tie is, ‘dat het Syndicaat
in staat is in Nederland den prijs voor de grondstof
beenderen hoog op to
”drij’ven en aldus schade toe te
brengen aan ‘de Nederlandsche industrie, zonder dat

deze haar tegenmaatregelen kan nemen door in het

buitenland ‘eveneens beenderen in te ‘koopen. Doordat

voor ‘den oorlog de uitvoer van beenderen uit alle in

aanmerking komende landen vriji was, is de Neder-

l’andsche in’dustrié er toen ter tijd steeds in geslaagd

(aangezien zij over ‘dezelfde wapens van aanval be-

schikte als haar buiteulan’dsche concurrenten) haar

eigen inkoopgebied van ‘beenderen te verdedigen. Nu
thans ‘de uitvoer van beenderen uit Nderia’n’d vrij is,
terwijl het buitenland sterk beperkende bepalingen
of algeheele uitvoerverboden heeft, is ‘de Nederland-

sche industrie in haar strijd tegen het Syndicaat sterk
‘gehandicapt.

• Doordat de ‘buitenland’sche industrie, ‘dank zij het
èxportverbazl voor beenderen haar grondstoffen tegen

lage prijzen kan inkoo’pen, en derhalve ‘tegen betrek-

lcelijk lage prijzen kan produceeren, staat het haar

vrj een ‘gedeelte van haar winst via de kas van het

Syndicaat te besteden voor het opdrijven van de prij-

zon van beenderen op de Nederlandsche markt. Het ware te wenschen, dat de ‘door het Economisch
Comité van ‘den Volkenbon.d ontworpen Conventie

voor ide afschaffing van exportverboden tot positieve
resultaten mag leiden. Voor ‘de Nederlandsche lijmin-
dustrie zou ‘dit ongetwijfeld een aanzienlijke verlich-

ting beteekenen. Mocht de aanneming van ‘het ge-

noemde ontwerp op zich laten wachten, ‘of ‘de inter-
pretatie tot teleurstellingen leiden, ‘dan zou het zeker
gewenscht zijn ernstig te overwegen of een vernieu-
wing van het exportverbod voor beenderen ‘ook voor

Nederland niet op zijn plaats ware. Hier toch heeft
men inderdaad te maken met een van ‘de betrekkelijk
zeldzame gevallen, waar, door een belemmerend in-
grijpen van ‘do Overheid in het internationale ruil-
verkeer, ‘d’e producent wordt gebaat, zonder dat dit

aan den consument ten laste komt. Zelfs voor de

slagers zou een dergelijk ingrijpen op den duur niet
n’adeelig behoeven te zijn. Integendeel. Immers, ‘mocht
de Nederlandsche industrie onder ‘invloed komen van
het Scheidamandel-concer’n of tot aansluiting bij het
kartel worden gedwongen, dan zullen de prijzen op de

beenderenmarkt even zeer daden en is de kans zelfs

allerminst uitgesloten, ‘dat het kartel erin slaagt cle
prijzen ‘te drukken tot beneden het aanvankelijke
niveau.
De vraag of een meer dan oppervlakkige ‘belangstel-
ling van de zijde der regeering in de verdere ontwikke-

ling van de concentratie in de lijmindustrie niet ge-
wetti’gcl zou zijn, worde hier dan ook met nadruk ge-
steld!

S. POSTHUMA.

8 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

511

DE ECONOMISCHE CONFERENTIE.

II.

Ik heb in mijn vorig artikel het eerst over de resul-

taten der conferentie ton aanzien ‘van de verlaging

der tarieven gesproken, daar dit verreweg het belang-

rijkste succes geweest is. Toch is er ook in .de overige

gedeelten der handels-resolutie nog heel wat te vinden,

dat do m’oeité eener beschouwing loont. Het groote

verschil echter met de uitspraak over de tarieven was

hierin gelegen – en hiermede is ‘dan tevens het
min-

der
belangrijke van dit bijwerk verklaard -, dat het

hier onderwerpen betrof, waarover eigenlijk iedereen

het in hoofdzaak eens was. Merkwaardig genoeg op

zichzelf. Want het ging hier om maatregelen, die over

‘do ‘geheele wereld ‘door de regeeri’n.gen getroffen wor-
den, en die hier een unanieme veroordeeling vonden,
door een vergadering, waarvan ook een groot aantal

regeeringsainbtenaren deel uitmaakte, en…. waaraan

toch misschien het einde nog lang niet te aien is.

In de eerste plaats dan werden de verboden en be-
perkingen van den in- en uitvoer veroordeeld, helaas

met de reserves, die men in het voorontwerp van de

Economische Commissie van den Volkenbotd aantreft.

Deze reserves ziju uitvoerig besproken in dit blad, en

toen is terecht opgemerkt, dat zij, bij eenigen ‘kwaden

wil, het geheele voorstel van. zijn ‘kracht ‘beroover. Ik

behoef er hier dus maar kort aan te herinneren.

De Aissemblee had, in hare vergadering van 25 Sep-
tember 1924, •op voorstel van de Italiaansche delega-

tie, aan ‘de Economische ‘Commissie opgedragen te on-
derzoeken, ‘of een entente mogelijk was, die de afschaf-
fing der verboden en beperkingen van in- en uitvoer

tot inhoud zou hebben. Als redenen, die door de ver-
schillende regeeringen werden opgegeven voor het
nemen van dergelijke maatregelen, worden door de
Economische ‘Commissie van ‘den Volkenbond opge-

noemd: vernietiging van het economische evenwicht
als gevolg van den oorlog; herstel van de noodigo

voorraden van levensmiddelen en grondstoffen; waar-
bo.rgiug van zekere industrieën, die men onmisbaar
acht met het oog op de nationale veiligheid; strijd

tegen ‘de stijging van bonen en
prijzen;
verdediging

van ‘de handelsbalans en van de wisselkoersen.

Een reserve maakte de Ass’enihlee nu voor maat-

regelen, die de bescherming van de levefishelan’gen ten
doel hadden, (visant la protection des mn.térêts viia,uz

des étatr).
Daarmede had de Economische Commissie
dus rekening te houden. De reserve gaf echter bij’ de

uitwerking tot veel verschil van gevoelen aanleiding.

Eenerzijds meende men, ‘d’at de reserve was uitgeput,
met de vermelding van alle uitzonderingen, die men
ook v66r den oorlog als billjk gelden liet, en die in
art. 4 van het avanrt-projet vermeld zijn: belangen
van nationale verdediging, publieke orde, volksge
zondhoid, planten- en veterinaire ziekten, openbare
zedeljkhei’d, bewaring van kunstachatten, intellec-

tneelen eigendom, monopolies, enz. Maar anderen had-
den een omvangrijker begrip op het oog, en zoo volgde
een art. 5, waarin nog eens uitzondering wordt ge-

maald voor buitengewone omstandigheden,
en
levens-

belain gen van ecoisomischen en financieelen aard.
Als

voorbeeld werd genoemd: het ‘geval van sterke inflatie.
Het bekende Rapport namens de Internationale Ka-
mer van Koophandel door een Commissie uit haar
midden aan de Conferentie over de belemmeringen
van den handel uitgebracht, gaat met het avarit-projet
mede, aanvaardt dus ook de reserves. In zijn rede, ge-
houden hij de ‘algemeene debatten, had de heer Colijn

‘den raad gegeven, de in- en uitvoerverboden en beper-
‘ldngen af te schaffen onder de reserves,
genoern.d in

art. 4
van het avant-projet. Ik acht. het te ‘betreuren,
dat men aan ‘denen wen.k geen gevolg heeft gegeven.

Men ‘heeft getracht, misbruik te voorkomen, door
toevoeging van een tweede alinea ‘aan art. 5, waarin
gezegd wordt, dat van de reserve alleen gebruik mag
worden gemaakt in inderdaad buitengewone gevallen,

en
bij,
absolute noodzakelijkheid, en .dat zij niet mogen

worden gebruikt, om de nationale ‘nijverheid te be-

schermen. Afgewacht moet nu worden, wat de diplo-

matieke conferentie over deze aangelegenheid, die in
November as. bijeenkomt, tot stand brengt. Dan toch

is eerst het woord ‘aan de regeeringen.

Ten aanzien van de douane-tarieven worden ver-

schillende weliswaar ‘ondergeschikte, maar toch zeer

belangrijke wensch’en geuit. Allereerst wordt met

kracht opgekomen tegen het voortdurend vermeerde-

ren van het aantal posten der tarieven, een politiek

die, gelijk beken’d is, nauw ‘verband houdt met de

clausule ‘der meest bevoorrechte natie. Het nieuwe

Fransche tarief heeft honderden posten meer dan het

voorafgaande. Met name heeft ‘de conferentie afge-

‘keurd het misbruik, dat dezelfde waar onder verschil-
lende posten wordt opgenomen, op ‘don uitsluiten’den
grond, dat .zij van verschillenden oorsprong i’s, een tac-

tiek, waarmede men in het
bijzonder
onze Hollandsche

kaas getroffen heeft.
Behalve op vereenvoudiging heeft de conferentie

ook op unificatie’ in de nomenclatuur der tarieven

aangedrongen, welke eveneens het misbruik van dis-

criminaties ‘zal kunnen voorkomen. Opdat ‘de uitvoe-

ring van •dit den’kbeeld niet te lang op zich zal laten
wachten, heeft de conferentie ‘aanbevolen, dat ‘de Con-

seil van den Volkenbond het initiatief zal nemen, om,
weliswaar eerst een ‘algemeen plan op te stellen, opdat
de systematiek niet verloren ga, maar dan aanstonds
te beginnen met die categorieën goederen, die ‘het ge-
makkelijkst zich voor een gemeenschappelijke nomen-

clatuur benen.
Veel discussies zijn gewijd aan de clausule der meest
begunstigde natie, welke eenerzijda weliswaar het
eenige middel is om el’kan’der onder ‘staten het leven

niet ‘al te zuur te maken met hooge rechten, maar dan
ook anderzijds in ‘den protectionistischen waan op ‘alle

d’enkbare wijzen ontdoken w’ordt. Vooral ‘de Scandina-
vische ‘staten waren ten aanzien van deze clausule zeer
gevoelig, en het kwam miji voor, ‘dat zij bij ‘andere
‘kleine staten aansluiting zochten, om op het’ punt
dezer clausule het mogelijke te bereiken.

Het mogelijke. Veel is dat uit den aard der zaak
niet. De clausule is een in zichzelf ‘onlogisch insti-
tuut. De toekenning ervan heeft voor dengeen, die

ze toekent, onberekenbare gevolgen. Hij. geeft ‘plot-
s’eiing een aantal concessies, ‘altijd dan in den protec-

tionistischen ‘gedachtengang, die hij’ aanvankelijk niet
heeft willen geven, en niet berekend heeft niet het

oog op de verhouding tot den bevoordeelde. Waar-
schijnljk heeft ide clausule ‘dan ‘ook eerder tot verhoo-gin’g ‘dan tot vérla’ging van tariefmuren gestrekt. Toch

was zij op ‘deze
‘bijeenkomst
bijzonder in de gunst.

Waarom? Ik vermeen, ‘dat daarvoor zeer goede gron-
den aanwezig waren. Men koestert den wensch, .dat er
opgehouden zal worden met het m’aken van discrimi-
naties, met het geven van privileges, die men niet
aan allen geeft, met ‘de preferentieele politiek. En men
ziet in de clausule het middel tot een ‘tegenover ieder-
een gelijk tarief. Als vrjhandelaar kan ik mij daarin
‘slechts verheugen, want door zulk een tariefpolitiek
wordt èn aan ‘het protectionisme de spits afgebroken:
het mooie daarvan toch is, op geraffineerde wijze de
buitenland’sche concurrentie te breken, wat juist dis-

criminatie eischt; èn de tariefoorlog moet erdoor
‘verdwijnen, waarmede zooveel economisch nadeel is
toegebracht, en zooveel oorlogsbran’d stof o’pgehoopt.
Met dit ‘doel voor oogen heeft men nu vooral een
eerlijke toepassing van de clausule ‘trachten te waar-

borgen, door zoo duidelijk
mogelijk
te omschrijven,
wat men eronder ‘te verstaan heeft. Gelijk vanzelf
spreekt, deden zich daarbij ‘de twee opvattingen van de
clausule gelden: de voorwaardelijke, die reciprociteit
eischt,, en ‘de onvoorwaardelijke, ofwel: de Fra.nsc’he
en de Amerikaansdhe. De onvoorwaardelijke, als de
meest ruime, heeft, gelijk te voorzien was, de overhand
gehou’den; terwijl ‘verder
‘als
eisch gesteld wordt, ‘dat

S

512

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

de werking der clausule, noch door uitdrukkelijke be-

palingen noch door uitleggin-g zal worden verzwakt,

en in ieder opzicht zoo ruim mogelijk zal worden op-

gevat. Daarbij heeft men natuurlijk het oog op allerlei

uitrLouderingen, die de clausule van haar kracht plach-

ten te be.rooyen: bijzondere rechten

voor n’abuursta’ten,

voor contingenten, voor goederen ‘van bijzonderen oor-
sprong.

Op één punt wil ik nog in het
voorbijgaan wi,jzen:
waar do Fransche gedelegeerde voor ‘het voorwaarde-

lijke stelsel opkwam .dat op zichzelf zeer goed te

‘motiveeren is: het- moet niet mogelijk -zijn voor -een

staat, van alle andere staten lage rechten ‘te bedin.gen,

wanneer hijzelf een hoog ‘tarief heeft (het was niet

onduidelijk op welken staat dit -doelde), -daar werd er

tevens op gewezen, dat dit niet sloeg op een staat als

Nederland, ‘die een laag en autonoom tarief heeft, en
-die dus ‘bij onderhandelingen niets ‘te -bieden heeft.

Zulk een staat heeft, zoo werd nadrukkelijk -gecon-
stateerd, -vanzelf recht
01)
de clausule.

Kan op zichzelf de clausule ons niet -uit den nood

helpen, gecombineerd met een eerlijke neiging tot

-tariefverlagin-g, en met een tweede voorwaarde kan
het een goed stelsel worden. Die tweede voorwaarde

is de stabiliteit ‘dor tarieven en ‘der handelsvei’dragen.

Het komt er toc-h voor ‘de verschillende takken ‘der

productie vooral op aan, dat de verhouding tusschen de productievoorwaarden in de verschillende binden
clezelf de blijft.
Afgezien van den invloed op de koop-

kracht ‘der bevoliin’g, ons dus op ‘het protectionistiisch

standp un-t plaatsend, moeten wij er vooral naar stre-

‘ven, dat de eenmaal bestaande
bedrijven
dezelfde kan-

sen behouden, opdat niet noodeloos kapitaal verloren

gaat, door te gronde gaan van bedrijven. Uit d’at oog-
punt is de hoofdzaak, .dat -de pro’ductievoorwaar.den,
wanneer zij eenmaal gewijzigd worden, steeds
tegelijk
gewij:zi-gd worden in de verschillende landen. Daar dat nu wel nooit gebeuren zal, is ‘de -hoofdzaak,
dat
er zoo weinig mogelijk gewijzigd wordt.
De sta!biliteit

der tarieven en ‘der verdragen .is’dan ook een der
hoofdpunten in de resolutie der hande],scommissie
g
e:

worden. Ook op de wen-schelij-khaid, ‘geen te plotse-

linge wijzigingen -aan te brengen is -gewezen. De debat-

‘ten over -di-t punt in verband mei het vorige lieten

‘w1 eens iets aan duidelijkheid te weri’schen over. Het

gaat ‘hier toch om twee ghee1 ‘verschillende zaken. De
stablitei’t is van het grootste belang, maar word-en ex
eenmaal wijzigingen. in de hand’eispoli.tiek aangebracht,

dan is hot meer ‘of minder plotselinge van onder-ge-

schikte ‘heteekenis. De wijziging zal zooveel -mogelijk

reeds bestaande h’andel-sverbintenis’se’n moet-en ont-
zien, maar verder gaan kan men moeilijk eischen van
een staat, die zijn tarieven verhoogt. Het is tot zekere
hoogte zijn rechtmatig belang; plotseling te handelen,
-daar een aankondiging van ‘tevoren -den handel maat-

regelen döe’t nemen, om althans voor eenigen tijd het
tarief -krachteloos ‘te maken. Practisc!h zal intussc-hen

deze laatste kwestie wel alleen van gewicht zijn voor
landen -als de Vereenigde S’taten, waar de administra-
‘t-je competenties op het -gebied der tariefpolitiek heeft,
die zij in andere landen mist. In een land als het -onze

werpt een tariefwij’zigin-g haar schaduw -lang -genoeg

vooruit. Maar hoe poodi-g – een aansporing was, om
-stabiliteit in de tarieven te brengen, en -dus ook han-
clel’sverdragen voor langen tijd te -sluiten, ontwaart

men bij ‘de lezing van een der bijdragen tot de docu-
mentatie-der conferentie, die van Dr. Grossman
,,’Systènies de rapprochement économique” (bespro-

ken door Prof. G. M. V. S. in Nr.
592
-van dit ‘blad).
Deze schrijver herinnert eraan, hoe ‘het Methuen-

tractaat, dat in 1103 -cle handels-betrekkingen tus’sc-hen
Engeland en Portugal regelde, bedoeld was..,. voor

de eeuwigheid; hoe het Oobden4ractaat van
1860
tussc-hen Frankrijk en Engeland, dat -tien jaar ‘duurde,
als voorbeeld voor vele andere bescho’uwd werd; hoe
‘v66r -den oorlog in Midden-Europa tractaten voor

twaalf jaar in zwang waren sedert
1891;
-en hij- deelt

-dan -mede, hoe het -staat met -den ‘duur der 180 tusschen
1 Januari
1920
en -einde Au-gus’tus
1926
gesloten han-
-delsverdra-gen, waarvan men -de lijst vind-t in het

Board of Tra-de Journ’aJ. Daaronder zijn zes ver-dragen

van tien jaar, -zes van vijf jaar; twee van vier jaar;
negen van -drie jaar; vier van twee jaar, samen dus

maar zeven en -twintig ‘van langer dan een jaar; bij cle
– andere -zijn er verscheidene, die niet lan-ger duren clan

drie maan-den. Als -men d’an bedenkt, -dat iedere op-

– ‘zegging -den ondergang van bloeiende ondernemingen

beduiden kan, -dan is het geen wonder, dat het econo-
misch leven kwijnt.

D’e uitspraak van ‘de conferentie over ,,-dum’pin.g” is

niet erg fraai ‘geworden, en ‘da-t is -geen wonder. Op -de

laatste ver-gaderin-g sc-hrapte men nog -de definitie, om-

dat men het niet eens kon worden over de beteelc-en

i-s
van hef, begrip, -doch sloeg ‘den raad van Prof. Ansiaux,

-dat- men er -dan ook niets over zeggen moest, in -den

wind. Z-oo -draagt -de gdheele resolutie het kenmerk .der

onzekerheid. Men constateert, -dat -de onv-astheid, die

‘de duinping-practjjk in den handel brengt, wol eens
– meer na-deel aanricht, -dan het voordeel der lage pij’-

zon bedraagt, en dat dit vooral het -geval is, waar
machtige concerns het middel -aangr

ijpen, om buiten-
l-andsch.e concurrentie te vernietigen, om -dan, meester

van de -markt, dè’prijzen op te zetten. Op de laatste

vergadering dei Commissie luid-de het slot -der resolu-
tie nog, -dat
wa-n.’n.eer
men -dumping ,,’tot -een minimum
gereduceerd wil-de zien” lage invoerrechten het beste
middel zijn. Een inderdaad zeer juiste conclusie. (Als

ander middel wordt nog -genoemd: stabiliteit van

d-en ‘handel en -de productie. Di-t is miji -echter niet dui-

– -de-lijk geworden, daar ,,-dum-pi’ng” eerst zelf als ee±i oor-
zaak van onstabiliteit- wordt beschreven.)

De coördinatie-commissie heeft -de uitspraak blijk-

haar nu wat heel slap gevonden, en positief geschre-
ven,
dat
-de conferentie meent, dat ,,’du-mping” tot een

minimum moe-t worden gereduceerd. Echter heeft zij

toch i,reer niet -gewaagd, afweer-m-aatregele-n aan -te -be-

‘velen, maar daarentegen gewaarschuwd, dat landen,
1
-die tot zulke middelen hun toevlucht me-enen -te moe-

t -ten nemen, daarmede toch zeer voorzichtig moeten
zijn..

Mij wil het voorkomen, ‘dat -de conferentie vei’s-t-an-

dig zou hbben gedaan, positief de aan-dacht ‘te vesti-
gen op de zeer verschillen-de -definities’ van dumping, -die er op wijzen, dat men met de -vrees voor dumping
• voor een zeer groot deel ‘te doen -heeft

met zuiver pro-
‘tectio-nisme, met vrees voor goedkoopen invoer. Alen
spreekt tegenvoordi-g namelijk al in menig ‘geval van
• dumpin-g, waar niet in het buitenland -goed-kooper ver-

• kocht wordt -dan in het binnenland, -maar waar om -de
eene -of an’dere reden….de productie in hot ee-no
land goed-Icooper kan zijn -dan in het andere! Terecht
heedt de bejaarde en sympathieke Sir N-orman Hill,

i een Engelsche liberaal en vrji-an-delaar van den ouden
– ‘stem-pel, -gelijk zij helaas meer en meer verdwijnen, om

plaats te maken voor m-annèn met heel wat slapper
overtuiging, telkens weer in -de sub-commissie op di-t
feit gewezen.

Sterk had de conferentie ge-staan, wanneer zij al-
leen -de aanklacht -had gericht te-gen het ,,-dumpen”
van groote concerns om biiit’enl’andsc’ho concurrentie
te -vernietigen. Hier hoeft men ten eerste met -eeh -dui-

delj’k begrip, immers met een -duidelijk aanwijsbare
zaak, te -doen; tevens met een zaak, die onomwonden

kan vorden afgekeurd; en waartegen inderdaad lage
-tarieven -het beste afweermi-d-del zijn: slechts binnen
tariefmuren kan -der-gelijk -dumpin.g -gedijen. Da-t er
overigeïi-s van de ‘andere afwermid-dolen weini-g to-
recht komt is -de in-druk, -dien ik vér’k regen heb uit de
uitvoerige documentatie van Trend’elenburg. Alleen in
Canada, Z.-Afrilca en N.-Zeel-an’d is men ertoe overge-

gaan; concrete gegevens over werkelijke gevallen en
het gebruik der middelen zij-n echter niet eens aanwe-‘zig. Alle andere landen lieten het bij een zeker ‘-begin
van uitvoering.

8 Juni 1927

ECONOMTSCH-STATISTISCHEBERICHTEN

513

Niet zeer consequent is er op conferenties, die de

invoerrechten niet principieel aandurven, altijd een
zeer sterke stroorniug tegen uitvoerrechten; te tverkla-

ren uit het feit, dat zij grootencieels bestaan uit verte-

genwoordigers van de groote industrielanden, en dat

1e gedelegeerden der grondstoffenianden, die uit-

voerreehteu, èn als fiscalen mantregel, èn ter protectie

van ndustriën, die de gro.ndsteffen verwerken, pie-

gen te heffen, er in cle ininderhei4 zijn. Men rak’t hier
aan de belangrijke kwestie der grondstoffen. In Genua
heeft men in 1922 een zeer onduidelijke conclusie sa-

mengeateld in dezen zin: het land van oorsprong was

gerechtigd de grondstoffen te houden, voor zoover het

die nooclig heeft. Wat er te veel is, behoort het a.f te

geven, en dan geen hooge uitvoerrechten te heffen.

Alsof wat men noodig heeft, een absoluut v’aststaancle

hoeveelheid zou zijn.
1)eze conferentie heeft juist als gronclbeginsel ge-

steld, dat de gmp’dstoffqn vrij moeten circuleeren, ter-

wille van de normale ontwikkeling der productie; en ‘daf, ieder uitvoerrecht de tendentie heeft de natuur-
lijke ongelijkheid tuaschen de verschil] ende landen, die

bstaat door de geografische verdeeling der natuur-

lijke rijkdommen, te vergrooten. Niet ten onrechte

stelde. de gedelegeerde van Caba, de vraag: waarom
moogt gij uwe nidu,s’trieartikelen wl duur maken voor

ons, en mogen wij onze grondstoffen niet duur maken
voor U? Als men die vraag waa gaan beantwoorden,
was won in den vrijhandel beland, en dat zou tçch al

te erg geweest zijn.. Dus gaf men geen antwoord, maar
versterkte alleen de uitzonderingen, die men gemaaid

had voer de beia.nge,u van den fiscus en bijzondere om-
standigheden, nog eeaigszins; niet echter door de
Zuid-Amerikanen liet men zich in deze richting be-

wegen, mAar door een jongen Fin, die ‘de vergadering

wist te roeren door ‘de opmerking, dat
zijn
vaderland

weliswaar
rijk enu
hout, waa,r daarentegen arm aa,n
zon was!

Ten alotte hoeft de conferentie nog eens ‘aanged.ro’n,-
gen op voor;tzetiting van het werk van den Volkenbond

in zake eenheid van het w.iiselrecht, ‘h.andelsarbitrage,
tegengaan van deloyale concurrentie en het econ cmi-sche en fiscale statuut van vreemdelingen en vreemde
vennootschappen; aangedrongen ook op voortzetting
vai het in 1013 begonnen werk in zake een internatio-
naal te Brussel geijestigd Bureau van Handelsstafis-
tiek; ‘verder op ht afschaffen van alle indirecte mid-
delen, als subsidies en di’scriminatoire tarieven, ter be-
voordeeling van den natipnalen handel en de nationale

vlag; op ratifica.tie van de verkeersconventies van Bar-
celona ‘en C’enève (192.1 en 1923) en van de conventie
voor do vereenvoudiging van douaneformaliteiten van
Genève, (1923) on op verd,ere samenwerking van de
Internationale Kamer van Koophandel, de Union In-
ternationaJe des Chemins de For en de Commissies der
groote Europeesche stroomen met de organisaties van. ‘den V’lk’en’bond in het verkeerevraagstuk.
De handlscommissie nam nog een eenigszins uit
het schema vallende resolutie aan tegen privileges van.
over’heidbedrjvn. Ten slotte werd in ‘de resolutie
over ‘de toepassing der tarieven vonnis gestreken over de methode van etn zeker groot rijk, ‘om door agenten
een inquisi’toriaa.I on’drzoek te doen instellen naar

den kostprijs van, invoerarti:kelen, ten einde het ad va-.
brom recht toe te passen; een piethode die veel er-

.gerniis gewekt héef t.
Voor de uitvoering van al ‘deze wenschen wordt bij
herhaling in de resoluties verwezen naar den Valken-
bon’d, in &e allereerste plaats,
gelijk
ik de vorige maal

reeds vermeldde, voor een onderzoek inzake tariefver-
l’agiiig. In verband daarmede werden thans. geen spe-
1

ciale middelen aangewezen. Men meende, dat de Vol-.

kenbond
zon
vrij’ mogelijk in haar onderzoek moest
zijn; aanbevolen wordt echter, ‘dat. 1hij ‘de representa-

tieve kringen der productie zal raadplegen. Zoo ble-
ven plannen ‘as die van een Europeesche tolunie, van
een plafond douanier”, gelijk de O.ostenrij’ksche gede-
iegeer’de Riedl voorgesteld had (een conventieel maxi-

mum van tariefrechten), en van een enquête naar het

verband ‘tiisschen levensstandaard en tarief, voorgesla-

gen ‘door de .ar’beidersgroep, vanzelf ‘onbesproken. Het

laatste p’lan was wat doctrinair, waar het meende op

‘grond van zulk een onderzoek direct te kunnen komen

tot een vast ‘schema van rechten voor iederen staat,

maar niet onvermeld mag blijven, dat ‘het tevens een

algemeene langzame vermindering ider rechten voor-

stelde,
niet als einddoel geheele
afschaffing
vaan alle beschermende rechten,
gelijk dit ook voorkomt in het
Memorandum van het. Comité ter voorbereiding eener

Europeesche tolunie, dat Dr. Lüders en schr. dezes

aan de Conferentie hebben doen voorleggen en verder
aandrong op onderzoek van de
mogelijkheid
eener der-
gelijke tolunie, als over’gangsstadium tot een algemeen
stelsel van vrijhandel.
Ik eindig deze samenvatting van het werk ‘der ban-

delscommissie met het vermelden van een belangrjken

wenk, die op voorstel van Sir Hu’be’rt Llewellyn Smith

en Louchekr in de resolutie over de handelsverdrager

is opgenomen.. Aan de staten wordt de raad gegeven,

in geval van geschil tot arbitrage hun toevlucht te
nemen of beter zich tot het Hof van Internationale

Justitie te wenden; er is ‘opgemerkt, ‘dat wellicht te een.iger tijd het Hof zou kunnen worden uitgebreid

niet een ‘speciale Kamer voor handelsaapgelegenhe-
den. ,,Do Conferentie acht zich niet competent, tot
een uitspraak over de mérites van dit denkbeeld, maar
weuscht het. over ‘te brengen aan den Raad van den
Volkeuboud, opdat deze het ‘zal onderzoeken.”.

E. C. v. Doitp.

R o c t i f i c a t i e. In het artikel
,,Na.tiona2iteit en
Belastingpiicht”,
voorkomend in het ruunmer van
1 Juni No. 596, staat ‘op blz. 489, linker kolom even

boven ‘het midden, moveerend goed”. Dit moet zijn
,,onroerend goed”. Op blz. 489, rechter kolom, ‘staat
in do laatste alinea ,,vrij antipathiek”. Lees mij na-

tipat.hiek”. Op blz. 490, laatste alinea, staat ,,Toege-

geven, dus”. Dit moet zijn . ,,Toegegeven, doch”.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE WET OP DE VAKVEREENICINGEN IN ENGELAND.

De heet F. W. Forge te Londen schrijft ons:

De ,,Trade Disputes and
rlrade
Unions Bill”, die
‘thans door een commissie in het. Parlement onderzocht
wordt, is een gevolg van ‘de algemeene staking van ver-

leden jaar en een pogin’g om de wet, zooals die is vast-
gesteld in de Trade Union Acts van 1811 tot 1917 te

wijzigen en te verbeteren, ten einde herhaling van een
dergelijke ramp ‘te voorkomen, en de minder aange-
name praçtijk,en, ‘die worden aangewend om haar te
‘steunen voortaan onmogelijk te maken. Zooals de
vertegenwoordiger van de Regeering, de Minister van .Justitie, Sir Douglas Hogg, officieel verklaarde, is het
doel van cle wet om de onwettigheid van ‘de algemeene

staking boven ‘alle twijfel te veiheffen en te bepalen,
dat niemand strafbaar zal zijn, indien hij er niet aan

deelneemt; ‘dat intimidatie onwettig is; dat niemand
gedwongen zal zijn bij te dragen aan de fondsen van
eenige politieke partij en ten slotte, ‘dat zij, die in
dienst van den Staat zijn, hun onverdeelden trouw daaraan moeten geven. Over eik dezer punten, het

laztste ‘misschien uitgezonderd, zijn alle partijen het
grootendeels eens, maar meia beweert, ‘dat aan den

eenen kant de tegenwoordige tekst voldoende is en
aan den anderen kant de
gewijzigde
wet aan de rech-
ter zooveel vrijheid laat en zoo vaa’g is, dat de werk

zaaniheid van de v’akvereenigingen en ‘van haar in di-vidueele leden zoo ernstig belemmerd zal worden, dat
hun positie erdoor wordt teruggebracht tot die van
een eeuw geleden.
Beschouwen wij tha,ns de wet zelf. Artikel 1, welke
de onwettigheid van de algemeene staking behandelt,
bepaalt, dat iedere staking onwettig is ,,indien deze

514

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

eenig ander doel of nevendoel heeft dan de voortaet-

‘ting van een arbeidsgeschil binnen dell handel of •de

industrie, waarin de -stakers werkzaam zijn, of wel

indien deze gericht is op of berekend om dwang uit te

oefenen op de Itegeering, hetzij, direct, hetzij door

ellende over de bevolking te brengen”. De moeilijkheid

om te omschrijven wat een ,,handel of industrie” is en

waaruit ,,•dwang” bestaat, zal ‘direct opvallen. De vak-

vereenigingen •hebben in de laatste tijden een sterke

neiging •getoond om sympathiestaking te bezigen als

wapen om een regeling voor ‘arbeidsgeschillen af te

dwingen, louter door de industrie met verlamming te

bedreigen, en in het algemeen om stakingen af te kon-

digen met andere doeleinden dan die, welke zuiver

loon- en uurkwestiez betreffen. De Regeering beant-
woordt het verzoek ‘om een -definitie van ,,handel of
industrie”, met te zeggen, dat een ‘sympathie-staking

wettig is, indien zij rechtstreeks pressie uitoefent op

de werkgevers van .de eerste groep stakers, maar dat

zij’ onwettig is, indien zij tot doel of tot gevolg heeft,

inderdaad zulk een ellende over de bevolking te bren-

gen, dat zij dwang op •de Regeerin’g uitoefent. De
maatstaf moet de uitwerking, niet de beweegreden

zijn. Er is nog steeds geen definitie van ,,dwang”,

maar het is duidelijk, ‘dat dit veel verder gaat dan de

algemeene staking en dat. sympathie-stakingen ‘op

groote schaal onwettig zullen zijn. Er worden interes-

sante vragen opgeworpen, in hoeverre de staking be-

langrijk moet zijn om de Itegeering te dwingen en deze

vragen zullen door het gerecht worden beantwoord.

Dit lijkt ons een geschikt punt om artikel 1 verder on-

besproken te laten en direct over ‘te gaan tot de be-

schouwing van artikel VII, hetwelk den Minister van

Justitie de macht geeft een ‘bevel uit te vaardigen om
hot gebruik van ‘de vereenigingsfondsen, in strijd met

de wet te voorkomen.
Het is veel wenscheljker een onwettige staking te

voorkomen dan de ‘stakers te straffen, nadat deze heeft
plaats ‘gevonden. Zelfs is het noodzakelijker bij voor-

baat op de fondsen ,der vereeniging beslag te leggen

en door onthouding ‘der strijdmiddelen een •onwettige
staking te verhinderen dan te wachten totdat het geld

is besteed en de vereeniging eerst dan bankroet te
laten gaan. Maar artikel VII doet meer dan dit, want

‘de ‘beslissing van de rechters om op aandran’g van den
Minister van Justitie zulk een bevel uit te vaardigen,
zou tot gevolg hebben, dat ‘de betrokken staking
prima

facie
onwettig was. De vereeniging in kwestie zou dan
het geval voor het gerecht brengen, aangezien zij an-
ders de staking niet geldelijk kon steunen en indien

zij het proces verloor, zou de ‘beraamde actie onwettig
ajn. Dit is natuurlijk de opzet, waartegen in. ‘het bij-

zonder de arbei’derspartij protesteert. Het karakter van de Taff Vale en Osborne uitspraken ligt nog te
versc’h in het ‘geheugen. In elk geval ontn’am het ge-
nomen besluit iedere beteekenis aan de bijzondere
voorrechten, wel’ke ‘de wetgever, volgens algemeene

opinie, van plan was geweest aan de vakvereenigingen
te verleenen. Klaarblijkelijk valt te verwachten, dat
het gerecht voortaan weer even weinig liberaal zal
zijn als indertija het geval was. Deze vrees kan onge-

grond
blijken,
maar zij wordt door de geschiedenis
zeker gerechtvaardigd. Wij keeren nu terug tot de
straffen, welke volgens artikel 1 zullen worden opge-

legd aan vertegenwoor’digers en indivi’dueele leden.
Indien de staking niet verhinderd wordt, ofschoon
zij op grond van artikel 7 onwettig is verklaard, zijn
alle verantwoordelijke personen blootgesteld aan ‘boe-

ten tot een maximum van 10 pond ‘of aan gevange-nisstraf van hoogstens drie maanden bij veroordee-
ling door een rechtbank van magistraten, of aan ge-

vangenisstraf van twee jaar na veroordeelin’g op rech-
telj’ke ‘aanklacht. De maximum vonnissen zijn aan-
zienlijk en het is duidelijk, dat vertegenwoordigers
van vakvereenigingen zeer nauwkeurig zullen hebben

na te gaan -of een staking al dan niet wettig i’s, sivo-

reus haar af te kondigen of te ondersteunen, indien zij

er ton minste prijs op stellen hun vrijheid ‘te behouden.

Artikel 2 ‘behandelt uitsluitend ‘het vraagstuk der

bescherming van den arbeider, -die weigert deel te

nemen aan een onwettige staking. Het wijzigt de posi-
tie van den ,,on’derkruip-er”
in andere onssiandigheden

volstrekt niet. De eenige belangrijke critiek, die er-

tegen. aangevoerd ‘wordt, is, -dat zij’ den arbeider, -die

weigert deel te nemen aan een onwet,tige staking in

een betere positie pla’atst ‘dan zijn collega’s, doordat hij

bij de vereeniging aanspraak kan maken op voorrech-

‘ten, terwijl zij dit niet kunnen doen onder de bestaan-

de wet. Wij gaan nu over tot artikel 3, dat handelt

over intimidatie en dat na ‘artikel 1,
het
‘belangrijkste
artikel van de wet is. Men beweert, dat dit artikel

slechts verklarend -is en geen wijzigingen aan’brengt,

doch slechts ‘do tegenwo-ordige wet uiteenzet. Dit is

in groote lijnen juist, behalve dat zij een nieuwe defi-

ni’tie geeft van intimidatie. Iedere handeling, – die een

redelijke vrees of een lichamelijken, geestelijken of

maatschappelijken angst doet -ontstaan, bij den per-
soon, -die men wil ‘dwingen, is intimidatie. Feitelijk

is ‘dit altijd ‘de bedoeling -geweest, ma’ar gedurende de
kolen- en ‘algemeene staking werd het duidelijk, dat
de posten voor het -grootste gedeelte geloofden, dat

– zoolang zij niet ‘dreigden iemands hoofd af te slaan of

zijn huis en inboedel af te breken, zij binnen de wet
bleven. Ook hier is ‘de maatstaf natuurlijk het resul-

taat, dat men redelj’kerwjze van een gegeven hande-

ling verwachten ‘kan. De interpretatie is en mo-et aan

het gerecht worden overgelaten, terwijl het aan’ de

‘kracht van ‘het algemeen inzicht in de sociale groep,

waartoe de arbeider beh-oort’ wordt ‘overgelaten, een

disciplinaire handeling uit te oefenen zonder speciale

bedrei-gingen te gebruiken.

Artikel 4 behandelt ‘de kwestie der
‘bijdragen
van
‘leden van vereenigin’gen voor de politieke fondsen

• van ‘de ‘arbeiderspartij. Vroeger was -het regel, dat alle

leden bij droegen en de betaling, die ‘bestemd was voor

‘de ondersteuning van ‘de partij, in de algemeene hef-

fing wa’s, inbegrepen, een betaling, die een van -de

voorwaarden is van lidmaatschap. Terzelf’dertijd is het

voor een lid altijd theoretisch mogelijk geweest toe
te treden zonder eenige verplichting voor ‘het betalen
van de politieke contributie op zich te nemen. In wer-
kelijkheid maakte -de kracht van de publieke opinie

een d-ergelijken gan’g van zaken mèeilijk. De wet -stelt
vast, -dat de politieke heffing alleen kan plaats heb-ben van leden, ‘die een formulier hebben geteekend,
-dat op een bepaalde manier is opgesteld en verklaart,

-dat de betrokkene bereid is’de contributie te betalen.

Dit vermeerdert klaarblijkelijk ‘het werk, dat de inning
met zich brengt en kan, o’nder overigen’s ‘gelijke om-

– standigheden, op het totaalbedrag v-an invloed zijn.

Men kan echter niet z-eggen, ‘dat
‘het
onrechtvaardig is

en het ergste -ervan is, dat het misschien op het oogen-
blik ondoelmatig is, nu al ‘het mogelijke gedaan moet

worden om samenwerking te bevorderen tusschen ka-
pi’taal en arbeid. Deze critiek is natuurlijk min of

• meer van toepassing op de heele wet.
Artikel 5 en 6 voorzien respectievelijk in de ‘sociale

positie van personen, die in -dienst zijn van den

Staat
– en van plaatselijke -en -andere openbare autoriteiten.

De inhoud van artikel 5 is, dat een burgerlijk amb-

ten-aar met een volledig aantal ‘diensturen tot geen

veree±iigin-g mag behooren, waarvan het ‘lidmaatschap
niet is beperkt tot diegenen, die in ‘dienst zijn van den
St-aat, ‘behalve indien hij reeds lid is van een -derge-lijkt vereeniging en hij’ door terugtrekking pensioen-

voordeel-en zou verliezen. Iemand-, die behalve een
bur-gerlij’k ambt n-og een andere ‘betrekking bekleedt.,

‘kan lid
‘blijven
van zijn andere vereeniging -of orga-

nisa’tie, indien het voornaamste doel -daarvan is in-vloed uit te oefenen -op arbeids- en loontoestanden.

De straf, ‘die kan worden opgelegd hij’ overtreding van
deze voorschriften, kan ontslag uit den -dienst zijn.
De wetsbepalingen voor plaatselijke autoriteiten zijn

anders, want ‘hier is het de werkgevende autoriteit,

aan wie.n belet wordt oenig verschil te maken in de

voorwaarden voor werkgeving, op grond van thet feit

of do employé al dan niet lid is van een vakvereeni-

ging. Met andere woorden, cle overheden moeten voor-

taan ,,ope’n
huizen”
zijn. Hiertegenover staat, dat een
employé of een groep employé’s van, zulk een overheid,

die zijn clienstcontract verbreekt op een wijze, die de

juiste vervulling van de functies van de overheid op

het spel zet, bloot staat aan de boeten, omschreven

in artikel 1. Artikel 7, dat reeds behandeld is, besluit
het wetgevende gedeelte. De wet heeft zeer veel op-

zien .gebaard en is zin voor zin bestreden in het La-

gerhuis, maar het is uiterst twijfelachtig, of zij’ in ver-

keljkheid veel aandacht heeft getrokken onder de

arbeidersgr’oepen. In ‘de gegeven omstandigheden is zij

een nuttig propagandawapen voor de oppositie. Wat

haar uiteindelijke gevolgen betreft, zal alles afhangen
‘van. de interpretatie, ‘die de rechters ervan geven. Dat
zij hun macht om in ite grijpen in industrieele geschil-
len aanzienlijk vermeerdert, valt niet. ‘te ontkennen.

DE HERZIENING VAN HET FRANSCHE

DOUANETARIEF.

Prof. Bertra’n’d No’garo te Parijs schrijft ons:

De schrijver van deze mededeelin’gen heeft reeds de
‘vorige maand een algemeene uiteenzetting gegeven
van het nieuwe Fransche douanetarief en van de be-
ginselen, clie daaraan ten grondslag zouden moeten
liggen, te oordeele’c naar de uiteenzetting ‘van de mo-
tieven van het voorstel der Regeering. De ‘discussie is geopend voor de Kamer van Afgevaardigden; zij deed

zich in het begin voor als een streng technisch debat,

hetgeen men kon opmaken uit ‘het kleine aantal afge-
vaardigden, ‘dat ter vergadering ‘aanwezig was. ‘Nadat

echter een amendement, dat door een socialistischen
afgevaardigde was voorgesteld, verworpen was, bleek

uit het plotseling samengaan van de meerderheid der
‘stemmen, dat het ‘debat een politiek karakter droeg,

zoodat het voor een goed bezochte vergadering werd
voortgezet. De Kamer van Afgevaardigden heeft zich
ten slotte vereenigd ‘met een motie, die ten doel had
cle artikelen, welke ‘de
principes
van het nieuwe
douanostolsel inhielden,, achter elkaar af te handelen,

terwijl sij de stemming over artikel 1 en de schaal, die
het eigenlijke ‘douaneterief vormt, tot een lateren

‘datum – begin Juni – heeft uitgesteld.

Hoewel de Minister van Handel zich met ‘dit voor-
stel ‘hëeft vereeni.gd,’hebben ‘de sprekers van ‘de tegen-

partij er prijs op gesteld, ‘op .de werkelijke ‘beteekenis
van deze onderbreking ‘der. discussie den nadruk te
leggen.

De Minister stemde er inderdaad in toe ‘de di’scu.s-
sie van elk der douanerechten afzonderlijk tot een
later tijdstip uit te stellen, zonder een uiteenzetting

‘van het geheel te hebben ‘gegeven. H’em ‘werden dan
ook een bepaald aantal vra’gen gesteld, die nog niet
beantwoord zijn.

Deze vragen luiden als volgt:
Is het inderdaad juist, dat. ‘het nieuwe douanestelsel

een vervolg is op dat van 1892, hetwelk een dubbel ta-
r.ief eischt om de autonomie op handelispolitiek gebied

to verzekeren? Inderdaad, toen in 1892 een duhbel ta-
rief werd ingevoerd – een algemeen en een minimum-

tarief – werd dit gedaan om het’ Parlement in de ge-
legenheid ‘te ‘stellen zelf de uiterste grens te bepalen
van ‘de concessies, welke ‘door de Fransche ‘onderhande-
laars in hun overeenkomsten met hun buitenlandsche

collega’s kon’den worden verleend: voortaan streefden
de ‘d’oor Frankrijk gesloten handeisverdragen ernaar,
den contractanten het voordeel van een minimumtarjef
te waarborgen voor alle of voor een gedeelte van de in
Frankrijk ingevoerde artikelen, maar het Fransche
Parlement behield het recht ‘dit minimum te bepalen.
Thans schijnt wel, ‘da’t het de bedoeling van ‘de Regee-

ving is geweest om de Fransche onderhandelaars niet
alleen te ‘wapenen door de invoering van een vrij hoog

algemeen tarief, maar ook nog door een verhoog’ing op

enkele punten van het minimumtai-ief zelf, een en an-

der met de bijgedachte, dart het niet ‘geheel onmogelijk
zou zijn, om, na onderhandelingen, aan een vreemd
land eenige reducties op dit minimum te verleenen,

welke ‘daarna aan de bekrachtiging van het Parlement zouden worden onderworpen. Wat kan het ‘doel en de

juiste draagwijdte van zulk een proces zijn? Dit heeft

de Minister nog niet aan het Parlement te ‘kennen
gegeven.

Anderzijds is het nieuwe tarief, ‘dat ongeveer 8.000
posten. zal bevatten in plaats van

de nog geen 2.000
van vroeger, voortaan zoodanig ‘gedifferentieerd, dat

het op het eerste gezicht onmogelijk is de nieuwe rech-

ten met de oude te vergelijken. Den Minister van Han-
‘del is dus verzocht om althans beknopte aanwijzingen
te geven over de verhooging der belastingen, ‘die het

;gevo]g zou kunnen zijn van de wijziging van de

voorgestelde tarieven. Zijn aandacht werd eveneens

gevraagd voor ‘den terugslag, dien het nieuwe tarief

op cle ‘kosten van levensonderhoud en de kostprijzen
van de industrieelen zou hebben; ten slotte heeft men

hem gevraagd of de eventueele verhooging van het
leveiisonderhoud, die eruit zou kunnen voortvloeien,

zou kunnen samengaan met de handhaving van de
stabilisatie van den franc op den huidigen koers.

Daar de Minister van Handel zich volkomen zeker
voelde van zijn zaak, meende hij niet te ‘hoeven ant-
woorden op ‘deze reeks vragen en verkreeg aanvan,ke-
lijk ‘toestemming om onmiddellijk tot het debat over
cle artikelen over ‘te gaan; maar daarop zijn een reeks
moties voorgesteld in den ‘geest van de hierboven ge-
noemde, die ten ‘doel hadden ‘de voortzetting van het

debat op te schorten. Onder ‘deze omstandigheden i’s de
‘discussie over het eigenlijke ‘tarief uitgesteld tot Juni,
ongetwijfeld met ‘het vooruitzicht, dat niet alleen een

onderzoek van elk .der voorgestelde rechten, maar een

nieuw ‘algemeen debat zal plaats hebben, dat tot op-
heldering van de hierboven ‘genoemde vragen kan
‘leiden.

Hoe het zij, men kan thans als vaststaand beschou-
ven, ‘d’at ‘de tekst, die den grondslag legt voor (het

nieuwe douanesteLsel – afgezien van het eigenlijke ta-
rief van invoer – wordt aangenomen; immers, het is
niet zeer waarschijnlijk, dat deze tekst noemensaar-
.dige wijzigingen zal on.dergaan, wanneer hij’ aan den
Senaat zal worden voorgelegd.

De Kamer ‘heeft het tweede artikel aangenomen,
dat de Regeeri’ng de bevoegdheid ‘verleent elk kwar-
‘taal het bed
rag
van do ingevorderde rechten ‘automa-
tisch .bij ministerieel ‘besluit te wijzigen, indien een
verandering van minstens 20 pOt. van het indexcijfer
‘der ‘groothandelsprijzen ‘onts’taat.

Indien de stabilisatie van het mun’twezen – die zoo
onwankelbaar in Frankrijk kan wor.den ingevoerd –

wordt gehandhaafd, is ‘het niet zeer waarschijnlijk, .dat

er voortaan wijzigingen van zulk een omvang zullen
plaats hebben; toch heeft men reeds de opmerking ge-
maakt, da’t ‘de toepassing van het douane’tarief van

dien a’ar.d was, .dat ze ‘de prijzen deed stijgen; maar men
moet wel veronderstellen, ‘dat deze stijging niet z66
groot zal zijn, dat d’e toepa’ssing ‘van het nieuwe ta-
rief onmiddellijk haar ei.gen ver’hooging met zich mee-
brengt.

Artikel 5, dat ‘de Regeering toestaat in bepaalde bij-
zon’dere omstandigheden ‘de douanerechten bij m.inis-terieel besluit ‘te verhoogen, te verlagen of op te schor-

ten, onder voorbehoud, dat een wetsontwerp zal worden
inigediend, waarin het besluit wordt :gesanctionneer’d,
i’s eveneens aangenomen, evenals ‘de andere artikelen,
die ‘bijkomstige technische beschikkin.gen bevatten,
waarbij wij hier niet.behoeven stil ‘te staan.

Het douanestelsel tu’sschen Frankrijk en de kolo-
niën is eveneens aangenomen, nadat er eenige wijzigin-

516

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

S

gen door de douanecommissie in zijn aaigebracht.
Hier zijn nog in principe de besluiten van 1892 ge-

hand.haafd. De Fransche koloniën blijven in twee groe-

pen verdeeld: de .gelijkgestelde ‘koloniënen die, welke

onder een bijzondere regeling vallen; maar ‘voortaan

zijn het de gelijkgestelde koloniën, welke in den tekst

genoemd worden; zij omvatten IndoOhina, Madagas-

car en onderhoorigheden, Guadeloupe en onderhoorig-

heden, Martinique, Guyana, Réunion, Nieuw Caledo-

nië en Gabon.

Men dient er aan toe te voegen, dat Algerije in het

gent is van een zoodanig douanestelsel, dat men dit

land in zijn geheel genomen kan beschouwen als een

gelijkgestelde kolonie; maar gegeven de gewoonten van

de Fransche administratie wordt.
Algerije
eerder be-

schouw.d als een uitbreiding van het moederland dan

als een eigenlijke kolonie.

Zooals bekend, bestaat het stelsel van de handels-

politieke
gelijkstelling
hoofdzakelijk hierin, dat het

douanerecht, toegepast op de grenzen van gelijkge-

stelde koloniën, hetzelfde is als het douanerecht, dat
op ‘de grenzen van het moederland wordt toegepast.

Toch is het mogelijk, dat er wijzigingen worden aan-

gebracht, die er .toe kunnen leiden, dat de zoogenaam-

de gelijkgestelde ioioniën feitelijk een afzonderlijk

douanestelsel ‘hebben.
Een ander normaal gevolg van de’ gelijkstelling, die

als het ware de grens van de Franische douane uit-

breidt, tot de grenzen van de koloniën, kon bestaan

in de afwezigheid ‘van elk douanetarief tusschen de

laatstgenoemde en het moederland, en de vrije circu-

latie der producten rtusschen hun respectievelijk grond-

gebied; dit principe was echter in de wet van 1892

iiiet duidelijk neergelegd en de producten uit de
•koioniën, suiker enz., werden bij’ hun komst in Frank-

rijk belast. De douanecommissie .der Kamer heeft er
prijs op gesteld op •dit punt het Regee’ringson’twerp

nauwkeurig uit to werken en in den aangenomen tekst

is vastgesteld, dat ,,de oorspronkelijk Fransche en

Algerijnsohe producten vrij van invoerrechten in de

koloniën van de eerste igroep (gelijkgestelde) worden

toegelaten” en ‘dat omgekeerd ,,de oorspronkelijk uit

de koloniën van de eerste groep afkomstige produc-

ten
vrij von irvoerrec/en, in Frankrijk en Algerije

worden toegelaten”.
Dit principe heeft men echter niet zonder een enkel
beperkend voorbehoud kunnen aanvaarden. Wat be-
treft suiker, ‘heeft de commissie ‘voor dounne-aangele-

genheden beslist, dat het lbij invoer geheven recht, dat
minder hoog .is dan dat op vreemde suiker, voortaan

,,consumptie-recht” genoemd zou worden. Wat melasse
betreft, voegt de wt er zelf aan toe, nadat zij het prin-

cipe van den vrijen invoer heeft gestipuleerd, dat
,,melasse, die niet voor distil]atie bestemd is, slechts
de helft van het minimum-tarief van het moederland

hoeft te betalen”.
Wat de koloniën van ‘de tweede groep betreft,
d.w.z.

de niet-gelijkgestelden, behouden zij een afzonderlijk

stelsel, dat de vrijstelling van ‘douanerechten niet
noodzakelijkerwijze impliceert, en ZelfS niet inhoudt,
dat zij voorkeur genieten voor de Fransehe produc-
ten. Toch is de algemeene grondslag, dat de Fransche

en Algerjnsche producten
Vrij
van invoerrechten in

het gebied van de tweede groep (niet geljkgestelde

koloniën) worden toegelaten. De
vrijstelling
van

douanerechten voor de Fransche producten blijft dus
de algemeene regel, maar men moet ten slotte de kolo-

niën van ‘de tweede groep in
twee categorieën onder-

verdeeleiv:
die, welke een recht van voorkeur behou-
den ten opzichte van de nationale producten en de
andere. Men kan in de eerste categorie rangscbikken:

Fransch Guyana, Mauritianië, Senegal, Fransch Soe-
dan, Taï’ti, St. Pierre en Mic’helon; deze koloniën heb-

ben omgekeerd het genot van vrijstelling
van rechten
in Frankrijk en Algerije, voor grondstoffen, die voor
de industrie bestemd zijn; en vooi levensmiddelen, die

zij er importeeren, en waarvan de lijst
bij
ministerieel

besluit zal worden vastgesteld. Wat de andere produc-

ten betreft, zullen zij ten volle in, het genot worden

gesteld van het minimum-tarief of van een ‘hij minis-

toneel besluit verminderd tarief.

De niet gelij’kgestelde koloniën, clie geen voorkeur

verleenen aan nationale producten, zijn de Ivoorkust,

Dahomey, Boven-Volta, het gebied van den Niger,

Midden-Congo, Oubangi, Fransch Soma’liland, de

Fransche nederzettingen in Indië, terwijl men aan

deze lijst dient toe te voegen de Afrikaansche gebie-

den onder mandaat van Kameroen en Toko.

Zooals men kan zien, omvat deze laatste lijst een

gedeelte van het gebied, dat onder het algemeen beheer

van Eidden- en West-Afrika staat,
terwijl
een ander
gedeelte van dit gebied onder de vorige groep valt.

Deze laatste bezittingen verleenen geen voorkeur aan

producten uit het moederland of Algerije, terwijl zij

evenmin recht hebben op voorkeurstarieven, wat be-
treft hun export naar het moederlan’d of Algerije. De

wet verleent hun slechts het genot van het minimum-

tarief, maar voorziet erin, dat bij ministerieel besluit

verlagingen kunnen worden toegestaan.

Wanneer men de nieuwe teksten vergelijkt met de
vorige wet, bevatten zij eenige nadere aanduidingen,

die ertoe leiden, dat de toepassing van het tarief van
het moederland voor de geljkgestelde koloniën beter

verzekerd is. Zoo wordt aan de gouverneurs ‘der kolo-

niën de verplichting opgelegd, deze nieuwe tarieven

binnen twee ‘maanden na den datum van hun publica-

tie in de Franische staatscourant in het openbaar af
te kondigen. Deze bepaling is niet overbodig, want

het kwam soms inderdaad voor, dat de gouverneurs

van de koloniën de toepassing van ‘de door het moe-

derlan’d uitgevaardigde wetten opschortten door ze

niet af te kondigen.
Eveneens bepaalt men nauwkeurig de voorwaarden,
waaronder de ‘koloniën afwijkingen zuilen kunnen ver-

krijgen van ‘de toepassing van het tarief van het moe-

derland. De Regeeringsraden van de genoemde kolo-

niën zullen het aanvragen van deze
afwijkingen
kun-

nen overw’egen, wanneer de tarieven van het moeder-
land nog niet in het openbaar zijn afgekondigd; deze

verzoeken om afwij’king zullen een uitstel ten gevolge

hebben ‘totdat de Regeering van het moederland over hun aannoming of hun verwerping zal hebben beslist.

Wanneer het tarief van het moederla.nd reeds zal
zijn toegepast, zal een verzoek om speciale tarieven het
onderwerp moeten uitmaken van een ‘departem’ntale
beslissing met een uitstel ‘van hoogstens drie menu-

den, ‘te rekenen vanaf de ontvangst van de ovewegin-

gen der locale raden van ‘de koloniën.
Ten slotte voegt men eraan toe, dat de speciale
tarieven der koloniën in een constante verhouding

moeten blijven
tot ‘die van het moederlan’d: ze moeten
dezelfde percentages van vermeerdering of vermin de-
ring ondergaan als de tarieven van het moederland
onder voorbehoud van het recht van de locale raden,

om afwijkingen aan te vragen.
Men kan vaststellen, dat de douanecommissie der
Kamer gepoogd heeft het denkbeeld van de handels-

politieke gelijkstelling nader uit te werken door in
principe vast te leggen, dat ‘behalve speciaal aange-
vraagde afwijkingen niet alleen de rechten, welke aan-
vankelijk door do nieuwe wet zijn vastgesteld, zullen

worden toegepast, maar in het algemeen het recht
zelf, ‘dat in het moederland in werking zal zijn ten
gevolge van ‘de wettelijke wijzigingen en misschien
beter gezegd, ‘van de handelsovereenkomsten. Dit laat-
ste punt is echter hachelijk en schijnt niet ‘goed te zijn

opgehelderd.
Wat cle koloniën met een speciaal stelsel betreft,

is geen enkele wezenlijke verbetering aangebracht. De
douane-commissie der Kamer heeft slechts de reeds

bestaande gewoonte ‘gewettigd om de locale raden ‘der
koloniën te raadplegen, alvorens ministerieele beslui-
ten, bestemd om hun douanetarieven ‘te regelen, uit
te vaardigen, terwijl zij vaststelt, dat ‘de instelling der

8 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISC BERICHTEN

517

speciale douanetarieven in de niet .gelijkge’stelde kolo-

niën zal plaats vinden volgens hetzelfde proces, als

de afwijkingen ten opzichte van cle tarieven van het

moederland in de gelijkgestelde koloniën.
Bovendien is het principe gehandhaafd, ‘dat, de

handel tusscheu koloniën vrij van rechten zal plaats

vinden, onverschillig tot welke groep de koloniën be-
hooren, echter met één voorbehoud voor zoover het

Fransch-Indië betreft, en, zooals vanzelf spreekt, Al-

gerije, dat door de Fra.nsche administratie niet als een
kolonie wordt beschouwd. ,,Ten slotte zijn de vreemde

producten, welke in Frankrijk, Algerije of een kolonie

door betaling van douanerechten zijn genationaliseerd,

voor zoover zij weer worden uitgevoerd naar een ander
Fransch gebied, in het land van bestemming onder-

worpen aan betaling van het eveutueele verschil tas-
schen de rechten van het locale tarief en die, welke

reeds ‘voldaan zijn”.
Deze tekst, hoewel kott, brengt een belangrijke ver-

zachting aan in de strengheid van de huidige wetge-

ving, want ‘thans voldoen de vreemde producten, welke

weder in Frankrijk of in Algerije geïmporteerd wor-
den, na genationaliseerd te zijn door de betaling van
rechten in een andere Fransche bezitting, tweemaal

•de invoerrechten: :den eersten keer in ‘de ‘kolonie, dan

tweeden keer bij den invoer in Frankrijk of Algerije.

Voortaan zullen ze niet meer betalen dan het even-
tuee verschil tusschen het tarief van het moedei’land
of van Algerije en dat van de koloniën.

De douanecommissie heeft echter door het aanne-

men van. ‘de ‘voorstellen van de Regeering om een ein-
de te maken aan deze dubbele heffing van rechten,

willen bereiken, dat w’anneer omgekeerd in Frankrijk
of Algerije genationaliseerde goederen in een kolonie
worden ingevoerd, waarvan het tarief hooger is ‘dan
van het moederland of Algerije, deze goederen even-

eens het verschil tusschen de ‘twee tarieven zouden
voldoen; daarom heeft zij zich bepaald tot de zeer
algemeene formuleering, die hierboven geciteerd is.

Men moet bovendien opmerken, dat de cl,ouanecom-
missie ‘der Kamer de macht der Regeering beperkt
heeft door te eischen, dat voortaan de ministerieele
besluiten, die bestemd zijn om ‘het koloniale ‘douane-

stelsel vast te stellen of te wijzigen, aan ‘de goedkeu-
ring van do Kamers worden onderworpen: dit is een
afwijking van het algemeene principe, dat de Fran-
sche Regeering toestaat bij ministerieel ‘besluit wetten

uit te vaardigen ‘betreffende een groot aantal kolo-
niën. Het doel van ‘deze beperking is echter om aan
hot Fransche Parlement de contrôle te laten over de

douane-tarieven in de koloriiën in de hoop ‘zoodoende
de ‘harmonie met het moederland beter te verzekeren.

Ten slotte moet men niet vergeten, 1dat ‘de twee

groote protectoraten Tunis en Marokko gcheel andere
tarieven dan Frankrijk hebben en buiten het ontwerp
valle’ii, dat juist door ‘de Kamer van Afgevaardigden

is aangenomen.
* *
*

Over het algemeen karakter van de rechten zelf en

vooral over de vraag met hoeveel procent zij de oude rêchten v’erhooge’n, bezit het Parlement, zooais hier-
boven is uiteengezet, slechts zeer onvolledige aanwij-
zingen uit particuliere bron. Dit is dus een onder-
worp, ‘dat thans moet worden uitgesteld, maar dal
waarschijnlijk deze of de volgende week n.auwkeurigei
zal worden behandeld.

AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groothandelspriizen.

Gedurende Mei, schrijf t ,,The Economist”, was dI
algemeene beweging in de prijzen van de handelsarti’
keien in stijgende richting. Het indexcij’fer vertoon
een stijging in vergelijking met einde April van 6!
punten in het, totaal, dat nu op 3986 staat. Zooal
uit de volgende tabel ‘blijkt, was de groep deifstof

fen deze mand lager, maar er ‘waren aanzienlijke

stijgingen in voedingsmiddelen en weefstoffen.

Data
°.
Basis (gemidd.
1901-5) …
500 300 500 400 500
2200
100,0

EindeJuli1914
579 352
616*
464*
553
2565
116,6

Nov.1918
1289
7824
1848
903
1
13894
6212 282,6

Dec.1923
853
815*
13824
774 755
4580
208,2

Dec.1924
992
7894
1452
815*
806 4855
220,7

Dec.1925
9364
679
1120 733
7824
4251
193,2

klei 1926
885*
681
9784
7184 7654
4029
183,1

Juni

,,
8934 6824 9634
735
7604
4035
183,4

Juli
910
6784
945 763
7484 4045
183,9

Aug.

,,
914 695 954
849 744
4156
188,9

Sept.

,,
893 708
9424
963 7394
4246
193,0

Oct.

,,
920
,

7214
8804 9764
7384
4237
192,6

Nov.

,,
8954
728 867 959
7354
4185
190,2

Dec.

,,
875
7364
859
7734
731
3975
180,1

Jan.1927′
8674 734 8734
7344
7184 3928
178,6

Feb.

,,
8974 7404
904
742 728
4012
182,4

Mrt.
8804
704
9094
725
725 3944
179,1

Apr.
886
697
9Î74
1

9614
7044
716
3921
178,2

Mei
911
724
6734
716
3986
181,2

Alle granen stegen gedurende Mei; binnenlandsch

graan was hooger in overeenstemming met geïmpor-

teerde’ granen, welke gestegen zijn naar aanleiding

van berichten over ‘schadelijke gevolgen van buiten-
gewoon zwaren regenval voor de uitgezaaide voor-
jaarsoogsten en van een ‘goede vraag van Europa. Er

was
ook een ‘seizoenstijging in aardappelen, maar var-
lcervsvleesch daalde sterk. in de groep bijkomstige
roed,j ngsmid’delen waren thee en suiker cle oorzaak

van de stijging. In de groep weefstoffen was wol iets

lager, maar vla.s, hennep en katoen waren ‘hooger,
cle laatste gedeeltelijk ‘ten gevolge van ongunsti’ge oogstboricht’en en gedeeltelijk als resultaat van het vtstellen van minimumprijzen voor Amerikaansche
garen’s. De prijzen voor ruwijer zijn verder gedaald,

maar staafijzer en stalen rails zijn ongewijzigd. De

kolenprijzen daalden weer en de niet-ijzei’houdeude
metalen ‘waren lager. De volgende ‘tabel vertoont de

wijzigingen in het indexcijfer der verschillende arti-
kelen, vergeleken met einde April, waarbij het cijfer

50 telkens ‘het gemiddelde voor de periode 1001—’05

voorstelt.

IjT
0

ii+

..
0

+1

0:
0
+

Tarwe (btl.)
1075
+
75
Katoen(Am.)
82
+ 5
Koper
45

6

ii
(..ng.)
956
+
7
,,

(Egypt.)
115
+14
6
1
Delfstoff.
Meel
92
+
4
Garen
89
5

+
Hout
Gerst
Haver
89
78
+
4
+
96
Laken
Wol (Eng.)
102 105
+
6

3
(Baltisch)
93

Aardapp.
87′ +
65
,,

(Austr.)
102

26
Hout
(Amerik.)
776
Rijst Rundvl.
117′
676
+
2
..
Zijde
vlas
77
132
+
12
Leder
615

Schapenvi.
83
..
Hennep
61
+
3
Petroleum
Oliën
100
70

Varkensvi.
935
—15
ute
96
..
Oliezaden
75
+
2
Gran. en vi,’T+is
Weefstoffèn
+
44

Talk
58
‘- 26
Thee
ii
Ruw-Ijzer
106
Indigo
76′
Koffie
136

1′
Stalen rails
71
..
Soda
85
6
Rietsuiker
115
+
9
!jz.
staven
906
..
Rubber
19
+
1′
“713”
Bietsuiker
117′
+
11
n,olen (st.)
1045

46
Diversen
Boter
Tabak
776
116′
+
t
..
,, (huisbr.)
Lood 70
6

102

9

6
Totaal
Ï3′
PT

And., voed.
Tin
114′

5

en genotm.
724
+
27

De
stijging van ‘de vorige maand doet de verhooging
in vergelijking met het vééroorlogsniveau oploopen

tot 55,4 pOt., tegen 52,9 pOt. een maand ‘geleden. De
eerstvolgende tabel toont den stand van de vijf groe-
pen in vergelijking’ ‘met cijfer van einde Juli 1914. De groep delfstoffen is lager dan zij gedurende de
laatste jaren ooit geweest is. Vorig jaar om deren tijd

was het cijfer voor deze ‘groep 155.
Voorts laten wij nog een overzicht volgen van het prijsverloop in een aantal belangrijke landen. De onderstaande, aan het bericht van het Centraal
Bureau voor de Statistiek .ont,leen’de opmerkingen heb-
ben betrekking op de Nederlandsche indexcijfers over

518

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni -1927

aa

Juli

1914
100
100
100 100
100
100
December

1918
226
222
293
186 241
237,5
December

1923
148
231
225
167 136
178,6
December

1924
171
224
235
175 146
189,3
December

1925
162
193 182 158 141
165,8 Mei

1926
153
194
159
155 139 157,1
Juni

.,…..
154
194
156
158 138
157,3
157
..
193
153
164
135 157,7

Augustus

,
158 197
155 183
134 162,0
154 201
153
207 134
165,5

Juli

,……..

159
205
143
210
134
165,2
155
207
141
206
133
163,2

September
.

,……..
October

,……..

151
209
139 167
132
155,0

ovember

,……..

Januari

1927..
150
209
142
158 130
153,1

December

,……..

155
210
146
160
132
156,4
U’ebrua.ri

,……..
[tiaart

..
152
200
147 156
131
153,8
8pri1

,……
153
198 149 152 130
152,9
Iei


,……
157
206
156 145 130
155,4

0
0
-0
cc
ut
si
t
.5
1

I__

0

CL

1913
Novemb.
1918
-lOO
206
100′
358
100
438
1005)

100′)

100
367
lOO
392

100
214
Hoogste

1920
{
272
591
679

325 366
297 322
Decemb.
1923 Mei)
151
(Apr.)
458
(Apr.)
577
140
(Jan.)
183
(Juni)
160
(Juli)
154
(Mrt.)
211
Decemb.
1924
Decemb.
1925
157 156
507
632 640
715

——————

147 143
171
156
168
156
160
155
214
194
Maart

1926 April
152
151
632
651
693 636
138
138
148 148 149
150
145 143 184
181
Mei
Juni
153
152
688
739
643 654
137
136
147
145
151
150
143 144
177
177
Juli
Augustus
151
149
837
770
677
691 135
134
145 145
148 147
141
139
179
177
September,

Dctober

»
150 150
788
753
683
655
134
136
146 145
146 148
140
143
175 174
NJovember,,
December,,
148-
147
684
627
641
619
137
138
147
148
148
150
147 147
171
170
anuari

1927
Februari
147
146
623 632
603
601
137 138
146
145
146 146 145 146
170
171
1aart

.

»
145
642 593
,

138
147
145
144
•, oureau 01
LaDOUr. ‘) lrankfurter Zeitung. SedertJanuari
1924
ge-,
baseerd op 100 artikelen in plaats van
op 98.
Sedert
1922
gebaseerd op
48
artikelen in plaats van op
53.
Sedert October
1923: Juli 1914=100.
5)
Midden
1914.
-de maand April
1927
met basis
1913.
Tegenover een prijsdaling van
20
artikelen met in
totaal
123
punten rtaat een prijsstijging van 15 arti-
keien niet in totaal
19
punten.
Met 10 of meer punten daalden de
ar
tik
e
l
en:
melk
(15), kaas
(20),
terpentijn
(12)
en hars
(22
punten); daarentegen stegen met 10 of meer punten de artike-
len: rogge
(12),
gerst (10), en paardehuiden (14).

ONTVANGEN:

Geden,lcboek Bitliton 185-197.
Eerste en Tweede
Deel. ‘s-Graven.hago,
1927;
M’artinus’ Nijhoff.

Populatiorj, ei.Bessonrces natv,relles.
Section économi-que et fin•nncière de la Oonférence économique in-ternatioriale. Genève,
1927;
Soeiété des Nations.
Rapport sur l’oeuvre de te Société des Nations dans
le donsaine écorsorna qua.
Section économique et
firtancière de la Oonférence économique interna-
tionale (Genève, mai
1927).
Genève,
1927;
Sociét&
des. Nn-tions.

Principaux aspecis eI probldm,es de la situation e’co’no
mique mondiale
en
point de vue des différents
• pays. Danernark, mde, Novvelle-Zélande, Tchéco-
slovaqv..ic.
Première partie -du Programme de la
Oonférence. Section économique et financière de
la Oonférence économique internationale (Ge-
nève, mal
1927).
Genève,
1927;
Société des Na-
tions. . .

The Tacna.-Arica Dispute,
:b3r Graham
II.
‘Stuart,
Associte Professor of Poiitical Science, Stanford
University, California. Boston,
1927;
World Peace
Foundation.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES
IN
MEI
1927.
Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
f
14.419.920,—
zijnde:
Nederland

Provincie Noord-Holland

f
5.122.000
v1
0
/0
obi. t
98
1
/2
0
/0
…………..
f
5.045.170
Gem. Utrecht f 5.000.000
4X
0/
0
obl.
8.
98X
0/0
..
f
4.912.500
België
Stad Antwerpen Belg. Frs.
30.000.000 6
0
/0
Kasbons
8.
98 °/o …………/ 2.068.500
Vereeovigde Staten

Piovincie Buenos-Aires
$ 1.000.000 7
0/
Buit.
Sinking Fund Goud-obi.
95%
Io …………/
2.393.750

Industrieelé Ondernemingen ……
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Hol!. OvermanBanden Mij.
fl00.000 7
01
0
cum.-prèf.

.
winstd. aand.
8.
100
0/0.
/ 100.000
België
Aandeelen
Société Intern. d’Energie
Hydro.Electrique B. Fr. 6.250.000 pref. aand.
8.
1120 o, …………../ 4.900.000

Handelsondernemingen ………..
zijnde:


Nederland
Aandeelen
Graan Elevator-Maatsch.
/ 150.000 aand. A 8100
0/
f
150.000
f150.000
aand.B 8100
o/
f
150.000
Obligatiën
Graan Elevator-Maatsch.
– t 977.000ink.obl.8.100ô/0 / 977.000
Nederlandgch.Jndjë
A andeelen
Handel-Mij. Guentzel &.
Schumacher
f
500.000
aand.
8.
125
0
/o ……../ 625.000
Mijnbouwondernemingen ……….
zijnde:
Duitschl and
Obligatiën
Gewerksch. Carl-Alexan-
der / 6.875.000
6

0/
v4rzekerde obl. 8. 97
0/0
f
6.703.125
Scheepvaart-Maatschappijen ……
zijnde:-


Nederland
Obligatiën


Maild. der Hol!.-Amerika

Lijn f 6.000.000 5%
0
/0
ob!. 8. 984
0/
……..
f
5.910.000

Diverse Oultuurondernemingen.
zijnde:
Nederlandsch-Jndjë
A.andeelen –
Cultuur-Mij. ,,Maswati”

f
170.000
1
)aand. (serie C)
t 200
0/
……….
f
340.000

‘Diversen …………………..,,

1.666.000,-
zijnde:


België
Obligatiës,
Société Les Grands-Maga-

.
sins ,,A I’Innovation”
Belga 5.000.000 6X
°/0
30j. winstd. obi. 898
0f
f1.666.000

Spoorweg-Maatschappijen ……..,,
37.740.500,-
z
ij
n
d
e:

Vereenjgde Staten
t
Aandeelen
St. Louis & San Francisco
Ry.
$
15.096.200 gew.


aand.
8.
100
0/. …… /
37.740.500

Totaal.
..
.
f
73.681.545,—
1)
Hiervan fl2O.000 ter aflossing ob!igatie-scbu!d.

5.000.000,-
1.902.000,-
6.703.125,-
5.910.000,-

340.000,—

8 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

519

Totaal der emissieg in Januari ….
f 35.079.000,-

Februari . .

48.089.825,-

Maart ….

44.212.687,50

April …..,,
30.640.692,50

Mei ……,,
73.681.545,

Algemeen Totaal.
f 231.703.750,-

Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de
inschrijving opengesteld op: Soc. des Charbonnages réunis
Laura & Vereeniging f
40.000 aand. zonder nom. waarde
B. fr. 1050 en op de volgende obligatieleeningen:

Rente- Emissie-

Guldens voet

koers

Abdij Nullius ………………2.100.000 7
0
/0

99
0
/0
St. Jans Stichting Laren (conv.) 400.000 5
0
/0
100
0
/0
St. Thomas â Villa Novastichting 100.000 5
0/5
100
°io
R.K. Weeshuis & CoIl. Aloisium

St. Wendel ………………..250.000 7
0/0

99*°/
Broeders de Deo Rome ……. . …. 198.000 7
0

98*o,o
E.E. P.P. Franciscanen Breslau

300.000 6
0
/0

98
0/

Herderinnen van de Goddelijke

Voorzienigheid Posen ……….200.000 8
0/

98
0
/0

RIJKSPOSTSPAARBANK.

APRIL
1

1925

1
1926
1

1927

f

8.249.163
f

8.396.768f
8.801.549
Terugbetalingen…
,,

11.544.349,,
11.434.495,,
11.720.122
Tegoed der inleggers

Inlagen ………….

,, 304.341.703
,, 310.823.864,
320.243.219
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes

op ultimo … …. ..

op ultimo . …. ….
,,

43.138.800,, 42.034.600,,
41.976.150
Spaarbankboekj es

gegeven
8.174
8.024
8.318
Aantal geheel

af-

Aantal nieuw uit-

betaald
8.792 8.122
7.763
Aantal in omloop
op ultimo
1.972.624
1.991.631
2.024.461

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt dor den Hoofdingenieur der mijnen)

1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

April
Jan./Apr. Jan./Apr.
1927
1927 1926

Prod. Steenkolen in tonnen.
725.497
2.952.084
2.594.659
11.925
42.366
101.786
Kolenslik

……………….
Aantal normale werkdagen
25
3
)
-100
100

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

April
Jan./Apr.

1

Jan.fApr.
1927
1927
1926

Netto-productie in tonnen.

15.819,8
64.775,3
68.833
Aantal normale werkdagen
25
52
97

III. Zoutinijnen.

(Kon. Ned. Zoutinclustrie te Boekelo.)

April
1927
Jan./Apr.
1927
Jan./Apr.
1926

Afgeleverd:
Geraff. zout ……..(ton)
2.485,5
9.884,5 9.734
Industriezout

…….(
,,
)
46
209 120,5
Afvalzout

………….(

,,
)
57
340
191
Aantal normale werkdagen
25
101
99

Arbeiders.

in-
lijke
Stelen-
kolenmijn
Zoutmijnen
mijnen

Carisborg”

1 Mei 1927
9.067
1
)
(24.171
1
)
181
125

………………

1 Mei 1926
…………..{
8.5981) 138
104
22.418
1
)
1)
bovengronds.
1)
ondergronds.
8)
Domaniale mijn en
Oranje.Nassauxnijnen 1 en III 23 dagen.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.
(Disc. Wissels.
*
3 Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.
3*22
Oct.’25

Bk
Ned. Bel. Binn. Eff. * 3Feb.’27
N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
(Vrsch. in R.C. 54
3Feb.’27
ZweedscheRbk 4
21 Apr.’27
Javasche Bank…. 4
14 Juh’26
Bankv.Noorw.
4426 Oct. ’26
Bank van Engeland
4421Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 5
11 Jan.’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk. 5
14Apr.’27
N.Bk.v. O’rijk. 6 .4
Feb.’27
Belgische Nat. Bnk.
5427Apr. ’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res.BankN.Y 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt. ’23
Z..Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1927
1926
1925
1914

Juni
30Mei)
23128
16121
31Mei!
116
20)24
4Juni
Mei
Mei
5Juni
Juni
Juli

AmIerdam
Partic.dlsc.
3116

18
3(1-
5
18
3
1
11e-
5
Is
3
3
1-1’16
25-3
3_1/4
3118_3116
Prolong.
331
4
_4 2)
3114..4
3114.314

2
1
12.3
1
14
2
3
14-3
2114-214
Londen
33144
1
14
Daggeld ..
231-3′
2
3
14-5
3
1
12-5
35 35
3411
1
3
14-2
Partic. disc.
4
3
18
41I6-1/8
41(5_3(5

3
1
18-
7
1s
41145116

4!8-116
21143/4
Berlijn
Daggeld ..
6-71/2
2)
6811
2

311_7
3
1
12-7
4
1
12-7
1
12
8-10

Partic.disc.
30-55 d…
52)
5
471
471
45/
8

8

56-90 d…
5 2)
5
471
4718 4518
731
4
_7(
5

211
5
1(
3

Waren- wechsel.
5
)
5 5
5
S’/-Is
818

New
Yorkl)
Cali money
411
3
.3/
4

41j31
4

4113_314
4-
3/4
3lj_511
331
4
_431
4

1
3
1-2
1
1
Partic. disc.
3314
1

331
4

331
4

3314
312
331

1) CaIl money-koers van 3 Juni en daaraan voorafgaande weken t(m
Vrijdag.
‘)
Koers van 3 Juni.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatavia
1)
York)
)
) )
)

31 Mei

1927 2.4913/,
12.134
59.19*
9.78*
34.71
997/
8

1
Juni 1927
2.49% 12.134
59.
1
9*
9.78*
3
4
.70*
997/
6

2

1927
2.49%
12.13*

59.19

9.78*

34.70
100
3

1927
2.4911/,
12
.
12
*
59.164,
9.78
34.69*

100
4

1927

1
2
.
12
*
59.16 9.78
34.69
100
6

1927
– – – – –

Laagsted.w.I)
2.4910/,,
12.12*

59.15
9.77
34.68
9984

Hoogste d.wl)
2.49ilj,
1213
59.20 9.794
34.74
1000/,
30 Mei

1927
2.49%
1213,
6

59.18
9.78*

34.70
997/
8

23

1927
2.497i
1213
59.20 9.78*
34.72*
1001/
1
,
Muntpariteit
2.48%
12.10*

59.26
48.-
34.59 100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
ij
rest’)
*0,)

31 Mei

1927
48.07
35.174
7.40 1.50
13.76
43.89
1
Juni 1927
48.05
35.174
7.40
1.50
13.73
43.81
2

1927
48.05
35.174
7.40
1.50
14.-
43.88
3

,,

1927
48.04
35.174
7.40
1.50
13.88 43.81
4

,,

1927
48.04 35.174
7.40
1.50


6

1927-





Laagsted.w.’)
48.02
35.10
7.39 1.474 13.70
43.70
Hoogsted.w’)
48.08
35.25 7.42 1.524 14.05
43.95
30 Mei

1927
48.06
35.174
7.40
1.50
1
13.74
43.88
23

,,

-1927
48.07%
35.174
7.40
1.524
13.66
43.96
Muntpariteit
48.- 35.-
1)
48.- 48.-
48.-

Data
Stock-
Kopen-
° *
Hel-
Buenos-
Mon-
lwlm•)
hagen)

Aires’)
treal’)

31 Mei

1927
66.85
66.724 64.95
6.30
10534
2.50
1
Juni 1927
66.85
66.724 64.874
6.30
105%
2.50
2

1927
66.85
66.75

64.874
6.30
105% 2.497/
5

3

1927
66.85 66.75

64.85 6.30
105%
2.497/
5

4

1927
66.85
66.75

64.85 6.30
105%
2.497/,
6

1927-





Laagsted.w?)
66.80 66.60

64.75 6.28
105%
2.49
8
%
Hoogste d.w’)
6(1.90
66.75

64.95
6.31
106
2.50%
30 Mei

1927
66.85
66.70

65.-
6.30
105%
2.50
23

,,

1927
66.874
66.674 64.524
6.30
105%
2.50
Muntpariteit
66.67 66.67
66.67
6.264
1058/,
2.48%

*) Noteering te Amsterdam.
*0)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
5
en 7.2112.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

520

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

p
t
a a
Londen
(5 per £)
Parijs
($ P. JOOfr.)
Berlijn
(S p. 100
Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100 gld)

31 Mei

1927
4,85%
3,91%
23,70
40,0394
1 Juni

1927
4,65%
3,91%
23,70%
40,03%
2

1927
4,853/
9
.
3,915/,
23,70
40,03%
3

1927
4,859,,
3,915
23,69% 40,04
4

1927
4,851/
8

3,91
1
/
8

23,69%
40,04%
6

,,

1927
4,85
11
/
16

3,915/
8

23,69%
40,04%

7 Juni

1926
4,869/
16

3,0134
23,80
40,18
Muntpariteit.
4,8667
19,30
23,81%
408/
19

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings-I
eenheden
21 Mei
1927
28Mei
1927
30
Mei/4Juni19271
ILaagsteHoogstel
4Juni
1927

Alexandrië.
.
Piast. p. Z
97
/18
7/16
97%
Athene

….
Dr. p. y
,
367% 369
364
377
36734
Bangkok …
Sh.p.tical
l/103/
1/108/
8

1110%
1/10%
111(ik.
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.841

210.j

27.871
27.83
27.90 27.86
B. Aires’). …
d. p.
$
4717/32
4721182
1
4717!32
11
/16
19
I32
Calcutta ….
Sh. p. rup.
1j515i
10
15


1
15
5
°’
/

/84
1/5
61
/
64

1/515/
16

Con2tantin..
Piast.p..E
9273j,
927%
917
935 922
Rongkong ..
Sh. p.
$
210
7
/
33

2,0
2,06/
8

2/0%
K:obe

……
..Sh.p.yen
111

1
/
1’10°
,
11025
l/10
1/107/
6

Lissabon
1)
. .
d. per Esc.
2%
2e”
184
213!
’32
2%
2
7
/88
Mexico …..
d. per
$
24 24 23
25
24
Montevideo 1)
d. per
$
49%
498/
4

49
8
/
2

50%
50
Montreal’)
..
$
per
£

..
.

.
per Mii.
4.85
4 858
4

T
85
e

4.855/
8

4.85
R.d.Janeiro’)
527!
’32 527.
82
553′
.64
5551
leg
527!
182
Shanghai …
Sh. p. tael
2,611/
86
1

217

1
2,
1
6y

2/7
1
l/
1

2/7,
3
)
Singapore. ..
id. p.
$
21326′
133
213%
213
23
1
31

2,
1
3
13
1
16

2’3′
1

184
Valparaiso
2).
$
p.0
39.85
39.85
39.82 39.85
39.f4
Warschau ..
Zl. p.
£
1 43%
1 43%
1

43
44
4334
1)
Iglegratisch transtert.
‘)YO
cig.
3)
Noteering van 3 Juni.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)

Londçnt)
N.Yorkl)
Londen
30 Mei

1927..

26
9
1
19


30 Mei

1927
84/1134
31

,,

1927..

26
9
/
8

57
31

,,

1927
84/11%
1
Juni 1927..

263i
57
1
Juni 1927….
84111%
2

1927.. 26%
57%
2

1921

..
84/11%
3

,,

1927..

267/
16

57y,
3

,,

1927…
.
84/11%
4

,,

1927…

268/
8

57
4

,,

1927…

.
84/11%
5 Juni 1926..

301/
8

65%
5 Juni 1926…..
84/11%
20 Juli

1914..

24
1
6/
10

541/
20 Juli

1914….
84/11
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver
in $ç. p.
oz.fine.
2)
in 5h. p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Fina nciën maakt bekend

Vorderingen.

1 23 Mei 1927 1 31 Mei 1927
Saldo bij de Nederlandsche Bank


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
2.326.036,57
1

402,53
Voorschot op uit. Apr. 1927 aan de ge-
meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomsten belasting ……..
,

43.827.486,14
,,

43.827.486,14
11.244.457,73
,,

15.057.978,88
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buitenl.
,,
121.683.061,93
,,124.837.505,39
Daggeldleeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

..

Voorschotten aan de koloniën…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen

………………….
22.257.665,09
,,

14.977.290,17
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
..

T.

en

T.2)…………………….


Id.
op
andere Staatsbedrijven
8)
…….
2.80
,,

5.348,03
,,

2.605.348,03

V
e r
p1 i c
h t
1
n ge n.

Voorschot door de Nederi. Bank
….
f

313.739,73
/

3.400.757,60
58.725.000,-
»
58.724.000,- 29.580.000.-
,,
29.580.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
– –
11.972.694,-
,,

11.841.850,50

Schatkistbiljetten in omloop’)………..

Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
2)
– –

Schatkistpr.omessen in omloop
………

Zilverbons in omloop
………………..

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2) ..,,
5.007.993,49
2.338.303,68 Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2).,,,

25.802.231,07
21.317.944,88
Id. aan andere Staatsbedrijven
2) ………
,

730.000,-
730.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)
………..
4
1
588.669,52
,,

4.578.625,21
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1

28 Mei1927
1

4 Juni 1927

Vorderingen:


Saldo bij
‘s
Rijks kas
……………..-

Verplichtingen:
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
f
5.1
.82.000,-
f
4.079.000,-

Saldo bij de Javasche Bank
………..-

Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
4.035.000,-
,,

2.626.000,-
Schatkistpromessen in omloop

.

»
30.496.000,-
30.640.000,-
Muntbiljetten in omloop

………….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..
1.071.00,-
1.186.000,–
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,

1.423.000,-
,,

1.371.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 Juni 1927.

Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
116.316.660,88
se1s,Prorn., Bibfl]. ,, 16.496.661,85
enz.iii
uise.

t1g.scu.

,,

10.443.1 08.1,0!)

f
149.257.073,29
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto
……..

Idem eigen portef.
.

114.075.965,-
Af :Verkoehtmaar voor de bk. nogniet afgel.


114.075.965,….-.
Beleeningen

Hfdbk.
f

51.916.094,16
mci.
vrsch.
Bijbnk.

12.270.505,33
in rek..:rt.
Ag.sch.

77.166.421,38
op

/

141.353.020,87

Op
Effecten
……-. /
137.623.920,87
Op
Goederen en Spec.

3.729.100,-
141.353.020,87
Voorschotten a.
h.
Rijk
… .. .. … ……..,,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f

63.718.710,-
Muntmat., Goud
.. ,,
345.443.992.03

f
409.162.702,03
Munt, Zilver, enz..

27.491.291,43
Muntmat. Zilver..

Effecten
436.653.993,46

BeleggingRes.fonds.
f

7.047.300,79
id. van
8/ v. h.
lapit.,,

3.998.970,04
11.046.270,83
Gebouwen en Meub. der Bank
……. ,,
5.142.000,-
Diverse rekeningen
……………..
33.967.303,71

Pau

f
iva,

_________________________
891.495.627,16

Kapitaal
………… … . …….-

……
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve
………

……..
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop
…………..,,
808.354.005,_
Bankassignatiën in omloop………..,,
334.451,33
Rek.-Cour.
j
Het Rijk

f

2.974.649,26
saldo’s:

‘I
Anderen

30.538.289,21
33.5 12.93g,47
Diverse rekeningen
. . .. ..- ………,,
13.446.501,30

f
891.495.627,16

Beschikbaar metaalsaldo
……

.

f
267.690.870,46
Op de basis van
2/

metaaldekleing

,,
99.250.591,50
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.338.454.350,-

Voornaamste posten in duizenden
auldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmad
Circulatie
opeischb.
Metaal-
k
schulden
saldo
perc.

7 Juni ’27
63.710
345.444
808.354
33.847
267.691
52
30

Mei ’27
58.819 350.444
812.553
31.942
267.561
56
23

,,

1
27
58.896
357.909
792.881
41.964
277.214
53
16

’27
59.001
359.732
813.082
33.982
276.242
52
9

’27 59.048
359.732 830.459
32.003
272.983
49
2

’27 59.156
359.739
867.801
32.824
365.518
54
7 Juni ’26
65.764 366.250
827.151 47.857
283.309
52
25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437
6.198 43.521
1
)
54
Totaal
Schatkist-
,
ee-
Papier
Dieerse
Data
bedrag
disconto’s
promessen
rechtstreeks
nie
ng_n_

op
het
buïtenl.
reke- ningen
2)

7 Juni 1927
149.257

141.353
114.076
33.967
30

Mei 1927
123.516

141.692
140.490
34.515
23

1927
98.803

148.260
140.380
34.997
16

1927
102.028

138.787
143.659
54.929
9

,,

1927
112.257

142.204
123.637
74.330
2

1927
113.678

175.169 134.355
64.597

7 Juni 1926
66.714

129.342
195.132
64.150
25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686
20.188
.509
‘j up ae oasis van ‘/ metaalaekklng.
1)
sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in ‘duizenden aulclens.

Data
________________

Metaal
Circu-
latie
Dis-
c
onto’s

1
Voor-
Ischotten
1
aan
de
1
kolonie

Dieerse
reke-
ningeni

D ieerse
reke-
ningena

1
!!(ei

1927
1.769
2.473
150
48
1.825 856
1
April

1927
1.657
2.495
146
32
1.775 648
1
Maart

1927
1.586
2.194
148
58
1.550
691
1
Februari 1927
1.534 1.988
146
36
1.534
807
1
Januari

1927
1.516
2.081
147
29
1.690
550
1
December 1926
1.402
2.323
148
4993
1.752
46
1
Mei

1926
861
1.584
i2
130
1.024
85
‘, oiutsp. uer acolva. ) oluilp. oer pasalva. ) ie geea van net uouvern.

8 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

521

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
kn cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere Bèsc/zikb.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden

saldo

4Juni1927

21600

311.900

55.000 141.220
28 Mei 1927

215.300

308.400

54.300 142.760
21 ,, 1927

215.200

310.200

54.500 142.260

7 Mei 1927 18.286

30.256 312.420

58.290 142.289
30Apr.1927 185.330

30.484 305.629

58.238 143.927
23

1927 185.428

30.263 306.850

48.455 145.507
16

1927 185.589

30.113

311.664

42.277 145.771

5Juni1926 195.309

38.037 327.578

47.364 158.869
6Juni1925 133.703

50.108 289.110

47.717 117.309

25 Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.8429

Wissels,

.

Dek-

Dis-

buiten

Belee-

u1’e,e

kings-

a a

conto’s

N.-Ind.

ningen

[

percen-
______________

betaalb.

g n

lage

4Juni1927

119000

58
28 Mei 1927

114.600

***

59
21 ,, 1927

116.600

*5*

59

7Mei1927 14.181

19.442

64.544

58.741

58
30Apr.1927 14.026 18.612

64.968

56.909

59
23

1927 13.932 20.411

61.404

50.351

61
16

1927

13.815

19.715

62.865

48.311

61

5Juni1926 10.876 20.753

43.426

64.182

62
6Juni1925 19.406 16.564

54.007

61.452

55

25 Juli1914

7.259

6.395

47.934

2.228

44
1)
Sluitpost activa.
2)
Basis

metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pouden sterling.

Data
Metaal
Circulatie Currency Notes

B

1
Bankbil/l Gov. Sec.

1 Juni 1927
152.576
136.346
297.979
56.250
248.216
25 Mei

1927
152.540
135.859
293.556
56.250
243.930
18

1927
155.418 135.493
295.249
56.250
245.517
11

,,

1927
153.959 136.170
295.719 56.250
246.032
4

1927
153.602 137.585
295.772
56.250 245.991
27 April 1927
154.163
137.515
294.779
56.250
245.108

2 Juni 1926
148.771
140.982
1
299.175
56.250
248.536
22 Juli

1914
40.164 29.317
I[”


Dafa
Gov.
Other
Public
Of/ier
R
k
ings-
Sec.
Sec.
Depos. Depos.

1 Juni’27
50.606
57.320
14.724
111.402 35.980
28K
25 Mei ’27
48.519 50.919
19.759
98.356
36.431
30’3,
18

’27
47.249 46.762
15.685 100.247
39.675
34
11

’27
47.824
47.220
12.758
102.094
37.539
325
4

’27
46.289 41.902
12.398
93:830 35.767
33′
27Apr.’27
47.940
42.155
10.170 98.647
36.398
337/
16

2Juni’26
51.570
68.896
11.458
118.764
27.539
21
1
/
8

22 Juli
’14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
,
Vc[tiuuuiIlg tUbbLIICuI
n.caclvc
CII L1CUIL5.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posien in millioenen franes.

Waarvan’
Tegoed
Waarv.
Belee-
Data
Goud
in het
‘Zilver
in
/
sels

op het
ningen
buitenl.’)
buitil.
buitenl.

2Juni’27
5.547
1.864
345
52
2.644
7
1.630
27 Mei’27
5.547
1.864
344
53
2.193
7
1.594
19

’27
5.547
1.864
343
52
2.092
9
1.638
12

’27
5.547 1.864
342
57
1.935
11
1.674
5

’27
5.547
1.864
342
57
3.191
11
1.649

3Juni’26
5.548
1.864
335
75
5.714
18
2.316

23 Juli’14
4.104

640

1.541
8
1

769
Buit.geiv.
Schat-
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
kistbil-
sen
3)
Circulatie
Parti-
Staat
ald. Staat
2)j
Jetten
culieren

2Juni’27
27.100
5.704 19.704
52.328
10.231
30
27 Mei’27
26.600
5.701
19.018 51.801 10.424
159
19

’27
27.400
5.700 18.074
52.157
9.823
172
12

’27
28.900
5.694
16.179
52.617
9.156
43
28Apr.’27
29.300
5.690
14.301
53.319
7.270
82

3Juni’26
36.900
5.338
3.220
53.390
3.106
8

23 Juli’14



5.912
943
401
) waarvan oescnlKoaar
40.3
miltioen. ‘) In aisconto
genomen wegens
voorsch. v. d. Staat aan buitenl. regeeringen.
3)
Stuitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

a a
r

d
ou
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

31 Mei

1927
1.815,6
69,1 78,6
2.421,3
71,6
23

1927
1.816,5
69,1 92,3
1.873,6 20,1
14

1927
1.849,1 101,2
106,2
1.905,4
16,2
7

1927
1.849,8 101,2
127,0
1.931,4
27,1
30 April 1927
1.850,3
101,2 170,6
2.067,5
66,6
31 Mei

1926
1.491,9
260,4
387,5
1.244,4
86,8
30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Da a
t
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva

31 Mei

1927
92,9
444,3
3.719,2
699,8 245,2
23

1927
92,9 485,7
3.191,9 728,6
229,9
14

1927
92,9
507,9 3.351,7 625,1
258,4
7

1927
92,9
485,0 3.504,0 572,0
188,7
30 April 1927
92,9 451,6
3.676,2
581,5
185,5
31 Mei

1926
89,0 517,5
2.878,0
579,0
111,8
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
1

944,-
1

40,0
,, unumasi. ‘., wo. aenienoanscneine .11, Z.3, I’1, 1 Mei, ii,
Apr.
1
31
Mei
’26,
resp.
40; 91; 86; 67; 40; 254
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Voornaamste kosten in millioenen Be1as.

Data

Goud

0

zZ
.9

Rekg. Crt.

1927
.9

0,
CIO

2 Juni
640 444
1

41
480
34
400
1.882
23
101
26 Mei
640
433
41
485
29
400 1.862
18
116
19

,,
640
418
41
469
33
400
1.859
21
89
12
638
422
40
471
33
400
1.892
13
70
5
635
422
40
465
40
400
1.884
13
76
Aan cie scnaticist gecedieerd.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
PEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten dn millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaa l- middel,
Totaal
Dekking
In her-

1
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R. Notes
Zilver
etc.
member
1
markt
1
gekocht

18 Mei ’27
3.056,9 1.688,2
166,3
458,2 225,5
11

’27
3.070,2 1.680,8
164,2
442,0
233,1
4

’27
3.043,9
1.621,6
162,7
507,6
244,2
27Apr.’27
3.040,9
1.668,9 166,5
443,6 241,9
20

’27 3.035,3
1.709,5
167,9
414,4
247,4
13

’27
3.030,6 1.677,6
160,3
425,8 256,7

19 Mei
1
26
2.814,7
11.523,8
162,3
489,9

1
226,5

Data
Belegd
in
u. s.
Notes

Totaal


Gestort
Goud-
Dek- Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in circu-
latie
Kapitaal

kings- perc.i) kings-
perc.2)

__________

18 Mei’27
269,1 1.711,4
2.353,4
128,9
75,1
79,3
11

,,

’27
253,9
1.718,3
2.325,8
128,9
75,9
80,0
4

’27
316,3
1.720,8
2.389,3
129,0
74,1
78,0
27Apr.’27
318,3 1.718,3
2.313,9
128,8
75,4
79,5
20

’27
332,8 1.729,8
2.299,6
128,4 75,3
79,5
13

,,

’27
355,3 1.743,8
2.307,3
128,3 74,8 78,8

19 Afei ‘261
398,6
1.665,2
2.280,6
122,5
71,3 75,4
-, v er,IuuulIlg.wLaldn
gouuvuorraau iegenover opeiscnoare
scnulaen:
F. R. Notes en netto deposito.
1)
Verhouding
totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel
tegenover
idem.

1
3
ARTICULTERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FE1. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in mi lioenen dollars.

Data
1
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

Rerve
de
R.
banks

11.675

Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
1

time
1
deposits

11 Mei ’27
669
14.449
5.959
19.452
6.124
4

,,

’27
669
14.484
5.931 11.723 19.416
6.103
27 Apr.’27
670
14.353
5.924
1.679
19.296
6.088
20

’27
671
14.316 5.867
1.652
19.238
6.031
13

’27
671
14.345
5.855
1.676 19.351
6.032

12 Mei ’26
705
13.961
5.670
1.632
18.802
5.559
Aan net eind van ieder awart,aaj wordt een overziCflt
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

522

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 7 Juni 1927.

Van de groote buitenl.an,dsche fondsenmarkten heeft die
van
Berlijn
in de afgeloopen week wel weer de meeste aan-
dacht getrokken. Na •de betrekkelijke rust die er aan het
slot van de vorige week was ii.ngetreden, zijn op aandrang.
van banken en oomui’issiehuizen de liquidaties spoedig weer
hervat geworden, •zoodat opnieuw belangrijke koersverke
ien tot stand kwamen, die zich over vrijwel cle geheele.
markt uitstrekten. Natuurlijk waren het nog cle maatrege-.,
len tot credietbeperking die hierbij nawerkten. Toch werd
geleidelijk aan het veerstandsvermogen der markt grooter,,
veroorzaakt’ voor een deel ook door hutitenlandsche belang-
stelling op de lagere prijzen. En op het einde van de week:
leek de ten.denz aanmerkelijk verbeterd, dank zij vooral •het
zeer vlotte verloop van de rescon’tre en cle optimistische
beschouwingen omtrent het Duiïtsche bedrijfsleven. Echter
,

waren de koersverheffingen slechts matig en ging een deel
1

er van heden weer verloren toen bleek, dat ook na cle feest. dagen de kooplust van ‘het publiek nog slechts gerduig was..
Hoe ernstig ide koersverliezen in Mei zijn geweest blijkt uit een vergelijking der uH. Mei-iiquiclatiekoersen met die van
ult. April, volgens w’elke Verein. Gla.nzstoffen niet minder
dan 167 pOt. verloren, Osbverke 148, Schultheiss Brauerei
1.40, Ludiw. Löwe 115, Siemens & Halske 95 pCt.
Waren de transacties
te
Berlijn meesttijds van levendigen
aard, te
Londen
daarentegen heeft cle beurs voortdurend een zeer kalm aanzien gehad. De verschillende vacanbie-
en de nog steeds bestaande onzekerheid ten aati-,
zien van de owtw’ikikè.ling ‘der gelcimarkt ‘werkten blijkbaar
be,lemmereud op den ondernemings’lust van het publiek. Toch
was over ‘t geheel genomen ide tenden z niet ongunstig, hoe-
wel rubber- en petroleumfiondsen in een gedrukte stem-.
ming sloten.
Te
Pa.rjs
gaf de beurs af en toe Vrij le’vend’igen handel,
te zien, hoewel de stemming vrij onregelmatig was. Aan
den eenen kant werkte de aanmerkelijk verbeterde f.inan
cieele positie des lands een vaste tendenz in •de ‘hand, ter.
wijl daarentegen anderzijds de shouding der Berlijiische beur,
en ‘de vrees voor l’iquid’aties ook te Parijs, een zekeren druk
u.itoefenden. Het slot was eer gedeprimeerd.
Te
New York
waren de zaken doorgaans weer van leven-
digen aard. Vooral spoorwegshares zijn weer door de spe-
uilatie gezocht geweest, doch ook i.ndustrials waren rneestal
aan den vasten kant. Een verwachte nieuwe belastingverla-
ging en •de vodrtclureiid zeer ruime geldinarkt bevorderden
de opwaartsçhe tendens. Tegen het einde der afgelopen,
week ontsitond er eenige reactie, doch de nieuwe week vercl
weder in zeer gunstige teudenz ingezet.
Tea. onseat
heeft de affaire in de afgeloopen berdchts-periode niet veel
te
beteekenen gehad. De stemming was
(daarbij eer aan den wakken kant, terwijl lieden in zelfs,
Vrij flauwe stemming besloten werd als gevolg van de ou-
geanimeerde productenmarkten in de Vereenigcle Staten.,
Inmiddels hielden
beleggings fondsen
zich doorgaans goed
op prijs, ‘hoewel tegen de voorgaande week de geidmarkt
nog geen verruiming onderging. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld: –
10546,
105
5
/s, 105%; 4i’Ç pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
99
g
, 100, 100
3
/8; 4Y
2
. pCt. Ned.-Iudië 1926: 97%,
/8;
5 pCt. Mexico £ 100-1000 (afgesl.) : 10u1
i
, 10
11
1,
10%;
5 pCt. Brazilië 1903 ‘ 100: 84%, 84%,
83%;
8 pCt. Sao
[‘auto 1921: 106%, 10.6lf
16
, 106%.
Op de ‘af cleeling ider
suikerea’rbdeelen
zijn de omzetten be-
langrijk on.der diie van de vorige week gebleven. Het meeste
ging er nog om in de anders incourante soorteji, zooais Gayanische cultuur, Soemberredjo, enz., terwijl voor ‘t
overige ook aand. Javasche Cultuur en Poerworedjo nogal
eenige belangstelling hadden. Hoewel de positie van de In-
•disohe suikercultuur gunstig blijft afsteken tegen diie van
andere gewesten en men diens’volgens nog steeds hoopvol
voor de verschillende aandeelensoorten geclisponeerd blijft,
hebben de awakkere suikermarkten ten slotte toch een zwak.
kere stemming in het leven geroepen en iivas de sterke ver-
Inging te New York oorzaak, dat de geheele af deeling heden
flauw sloot. Cult. Mij. der Vorstenlanden: 183, 182%, 180;
Hanclelsver. Amsterdam: 785%,, 774, 780, 768; Java Cultuur
Mij.: 407, 694%’, 393, 382; Maron: 281%, .
2
79%,, 268; Ned.-
End. Suiker Unie: 296%, 291%, 297%, 289; Poerworecljo:
13&% 132%, 133
3
/s, 127
5
/s; Smn.danglaoet: 455, 450, 460,
450; Suiker Cult. Mij.: 310%, 308%:, 304%; Tjepper: 790,
789, 760; Vl’atoetoelis Poppoh: 846, 840, 845, 846
Tsbsksonncleelen,
hadden een zeer stil verloop, terwijl de koersfluctuabies niet van groote beteekenis waren. Van de
verschillende Sumatra-soorten kenmerkten Senenibah’s zich
‘intiussehen door een zeer vaste tendens, gebaseerd op gunsti-
ge berichten omtrent den -nieuwen oogst. Deli’s hadden eeni-

germae te lijden onder, berichten over stormschade. Van de
Java-soorten bleven Besoeki’s een zeer ‘vaste tendens aan
den dag leggen. Arendsburg, 640, 639, 640 ; Besoeki Tabak:
519, 530, 534; Dell Batavia: 497, 494, 4983/2, 494; Dcli Mij.:
466, 462%, 456%, 458; Oostkust: 256, 253, 249; Senembah:
471% 468, 474.

Rubberaandeelen
zijn de geheele week door weinig geani-
lIleer{I geweest. Het schijnt eeisige teleurstelling te wekken,
dat het 1 Mei jl. verlaagde uitvoerpercentage van zoo wei-
‘nig stimuleerenden invloed op de .rubberprjzen is geweest.
Hierdoor bestaat e.r voor de verschillende aandeelensoor’ten
hoegenaamd geen koopl’ust. Aan .den anderen kant blijft
het aanbod ook beperkt, zood’at die .koers’verliêzen, die gele-
den werden, per saldo niet groot wa.ren. Amsterdam Rub-
ber:
325%,
320, 314%; Deli Batavia Rubber: 280, 277,
270%; Hessa Biubber: 465, 459, 457; Indische Rubber: 424,
42
1%, 384% (ex div),
3825/s;
Kali Telepak: 339, 337, 332,
340, 331; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 361, 364, 360; Oost-
‘J.ava Rubber: 372, 360, 358%;
Rotterdam Tapanoeli: 170%,
158 (ex ‘div.), 149%;; Serbacijad,i: 324%, 322%, 318, 315;
Sumatra Caoutohouc: 300′, 293, 296, 291; Sumatra Rubber:
379 (ex div.),
377%;
Ver. md. Cultuur Ond: 222, 20434
(ex div.), 199%, 19034; Wal Sumatra Rubber: 329 (ex div.),
323,
318%;
Intercont’inenjtal Rubber: 14
1
/
32
, 13%, 13.

Petroleumaandeelein
lu.steloos als gevolg van de nog voort-
durend ongunstige opvattingen omtrent dc huidige positie
van de olie-industrie in de Vereenigde Staten. Aandeelen
Koninklijke verloren per saldo 5
A
6pCt.; de zoo af en toe
opduikende geruchten ‘omtrnt een a.s. aandeelen-uitgifte,
werden heden door ide diredtie tegengesproken. Dordtsche
PeIr. Lid. Mij.:
358%,
356; Kon. Petr. Mij.: 375%, 375%,
372%; Periak Petr.: 6534, 67%, 66; Peuclawa:
21%,
20,
19%; Marla.nd 0fl: 38%, 36/
8
, 37%. &heepvaarteandeelen
bleven zoo goed als geheel veron-
achtzaa.md. De Indische lijnen hielden zich doorgaans goed op prijs wegens de bevredigende dividenden, welke over het
afgeloopen jaar tot uiitkeering komen; daarentegen waren
de meeste overige soorten eer iets lioliiter. In aandeelen Hol-
land-Amerika Lijn
viel
heden een’ig sianbod waar te nemen.
Holland-Amerika Lijn: 83%;, 79, 81, 79%; Java-China-J-
pan Lijn: 134, 132, 130%, 131%’; Ned. Scheepv. Unie:
198%, 195%, 198%; N’ievelt Goudriaan: 126%, 1
2
5%,
124%, 124%; Stoomv. Mij. Nederland: 184, 186, 185.

Binnenlandsoh.e industrie fondsen
alsmede met zeer kal-
men handel. De flauwe stemming van Berlijn was oorzaak,
dat aaudeelen vau kunstzijdefabrieken algemeen iets lager
waren. Aandeelen Philips reageerden in het midden van ‘de
week ook vrij scherp, doch konden zich later weer gedeelte-
lijk herstellen. Centrale Suiker Mij.: 119%, 120%, 119%;
Hoil. Kunstzijde mci.: 117, 113, 117%, 1147/
g
; bIl. Mij. t.
h. Maken v. Werken in’Gew. Beton: 175, 164 (ex ‘div.), 160,
159%; Jurgens: 172%, 1727/
s
, 173%; ‘Maekubee: 115%,
112% 114%; Ned. Kuustzijdefabriek:
315%;
(ex div.), 310,
313; Philips Gloeila.mpen: 441, 428, 436, 432; Ver. Touw:
fabrieken: 90′ (ex cliv.), 90%.

Op de
mijnena.fdeeling
waren tinaandeelen opnieuw hoo-
ger gevraagd. Vooral Billitons waren millig op de of ficieele
bevestiging, dat eerlaug een bonus zal worden verstrekt, nl.
op elk aandeel van
f
1000 een nieuw aandeel 2e rubriek.
Boetons ook vrij krachtig in ‘herstel op bevredigende ver-
klaringen der directie ter aandeelhoudersvergadering. Alg.
Exploratie Mij.: 71,
71%,
71; Bill’iton le Rubriek: 895, 900,
924, 895 (ex cliv.), 918; Boeton Mijnib.: 164%, 16634, 178;
Müller & Co.’s Mijn’b. Mij.: 80, 83, 84; Reclja.ng Lebong:
169%, 171, 173%, 172′; Singkep Tin Mij.: 485., 481, 496%,
492%. « –
In
banlcaa’rvdseien
ging zoo goed al’s niets om, waardoor
er in de koersen geen noemenswaardige veranderingen voor

kwamen. Amst. Bank: 172, 170%, 171% ; Incasso Bank:
122; Javasche Bank: 388, 386, 387; Koloniale Bank:
254%,
2517/
s
, 254%, 251; Ned.-Incl. Handelsbank: 175%’, 174%,
174; Ned. Handel Mij. C. v. A.: 165, 164%, 165%;; Rott.
Ban’kver.: 87%, 87
3
/8, 87; Twentsehe Bank: 139, 140, 139.
Op
de
Arnerikaensche afdeeling
beperkte de affaire zich
tot eentigen handel ‘in’ enkele spooriegshares, met Wabash
op den voorgrond, waarbij de koersbewegingen van Wall-
street trouw werden nage’volgd. Anaconda Copper: 92%,
93,
92%;
Studebaker:
533fs,
52, 507/
s
(ex div.) ; United Sta-
tes iSteel Corp.: 173
3
/, 175
3
/8, 174%; Atohison Topeca: 185,
184%, 185%; Balti.more & Ohio: 124%’, 1263/4, 125%; Ene:
55, 557/
s
, 55%; Miss. Kansas & Texas: 51
3
1,
54%; Southern l’acific Cy.: 115%, 117%; Waba.sh Railw’ay:
763
132
,
74132,
77%. –
Op de
geldrn.arkt
bleef de prolongatiekoers zich op es.
4 pCt. be’wegen.

16,50 13,90
180,-
262,-
13,-.

16,25 10,85
178,-
19 8,-
10,75
12,15

11,90
383,-

341,-
8)
per 1960 KG.

8 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

523

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

7 Juni 1927.

T u r w e: Teiwij.I tot 30 Mei de tar.wemarkteri onder in-
vloed waren va,n. te zeer ongunstige oogstberiehten, (lie voor-
namelijk uit Noord-Amerika verspreid werden, is daarna een groote ontsnnning ingetreden, welke liet scherpst tot
tLiti.ng kwam in de noteeriulgen voor J’ulitar•we te Winuipeg
vi. op 30 Mei 167 en op 6 Juni 155%. In Chicago waren
do prijsverschillen ongeveer overeenkomstig, maar .aange-
abu 30 Mei een feestdag was, ontbreken de, noteeringen van
dien dag. Te Bueuos Aires daalde de noteering in hetzelfde
tijdsverloop van 13,05 tot 12,35 en te Rosario van 13 tot
12;40. Deze scherpe daling is ontstaan doordat over het
algeliteen de berichten over den slechten toestand der oog-sten en vooral over den te laten aitzaai, overdreven bleken.
Wat den slechten stand der iwintentarwe aangaat, het Wash-
ingtonbericht over den stand op 1 Juni is nog niet gepu-
bliceerd,. maar Mr. Snow, de oogst-expert, puibliceer.de zijn
schatting van 568 millioen bu.shels, die cl heel weinig
scheelt van tle schatting van Clement Curtis & Co. van
563 millioen hushels. Men kan veilig aannemen dat liet of-
Ficieele cijfer deze twee schattingen niet veel zal ontloopen
en ofschoon deze cijfers niet onbelangrijk lager zijn dan
dat van den opbrengst van den vorigen oogst, die tenslotte
627 miljoen bushels bedragen ‘heeft, vergete men niet dat
op 1 Mei 1926 diezelfde oogst met slechts 548 millioen bus-
hels geraamd werd. Nu is liet aveliswaar niet aan te nemen
dat de oogst van wintertarwc dit jaar evenveel zal verbe-
tecen als verleden jaar geschied is, aangezien in ieder ge-
val in tegenstelling met verleden jaar de stand in Mei er
niet
01)
vooruit is gegaan, maar daar liet grootste ge1ee.lte
van de minder gunstige berichten reeds in genoemde cijfers
is opgenomen, is het ‘toch ook duidelijk, dat er van een mis-
oogst al weinig sprake is. Bovendien wordt door genoemde
experts de oogst van de zomertarwe geschat op respectieve-
lijk 233 en 216 nuillïoei bushels tegen een opbrengst ver-
leden jaar van 205 millioen bus.hels. De geheele tarweoogst
van de Vereenigde Staten zou, indien de geschattte cijfers
juist bleken, niet meer dan circa 7 tot 29 miljoen bushels
bij dien van verleden jaar ten achter blijven. Men moet na-
tuurlijk in aanmerking nemen, dat vooral de opbrengst van
de zomertarwe nog zeer onzeker is, maar ontegenzeggelijk
heeft de oogst toch ook goede kansen.
Ook van den
Canadieeschen
oogst kan gezegd worden,
dat de cijfers, die gepubliceerd zijn, een zekere geruststel-
ling hebben gegeven ±én aanzien van de berichten van den
achterstand bij den uitzani, aangezien 90 pCt. van den uitzaai
zon geschied zijn. De M.anitoba Free Press schat de ge-
zaaide oppervlakte op 17.859.000 acres tegen verleden jaar
21.896.713 acres. Een ojficieel bericht uit .Mberta gif al
zeer gunstige vooruitzichten voor den oogst in die Provincie.
De Europeesche markten zijn in het algetÛeen die vail de
exportla.nden gevolgd, ofschoon veelal de daling niet zoo
hevig was, ‘nat te begrijpen was, daar de voorafgaande

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe 1

Mars
Lijnzaad
Juli
Juli
Juli Juli

Juli
Juli

4Juni’27
1424
101
49
12,45
6,45
16,20
28 Mei ’27
153
8
,4
1
)
98341)
018/
8
1
)
12,702)
6,302)
16,25
2
)
4Juni’26
138h
72i/
4034
13,55
6,70
15,60
4Juni’25
168′,
1171,
4934
15,_2)
9,252)
21,402)

4Juni’24
10534
7734
45
1
/s
11,102)
7,652)

1

19,60
2
)
20Juli’14
82
.568/
8

3634
9,40
5,38
13,70
1)
per Mei.
2)
per Juni

stijging iii Europa niet telt volle gevolgd was. De omzet is onder die omstandigheden sterk afgenomen. Op ‘de hooge
prijzen van verleden week was er een algemeene vrees ont-
staan nog verder groote kwantiteiten tarwe te koopen en
terwijl bij de daling de markt naar verhouding stabiel was,
werd dit toch meer veroorzaakt door het gebrek aan drin-
gend aanbod dan door meerdere vraag. Terwijl ontegen-
zeggelijk de importbehoeften van Europa groot blijven, wil
men toch even aanzien hoe liet verdere verloop der mark-
ten gaat. De weekversohepingen waren in vergelijking tot
een normaal jaar groot, doch vat kleiner dan wij in do
laatste weken gewend zijur geweest, zoodat ook te stoomen-
de voorraad een vermindering heeft ondergaan..

Rogge: De roggemarkten hebben in het algemeen den
loop der tarweprijzen gevolgd. De vraag naar rogge is, ook
in verband niet het onzekere verloop van cle markten, ver-
minderd, doch op de aanmerkelijk verlaagde prijzen kwa-
men er aan het ein.d van de vorige week ‘toch eenige zaken
tot stand, o.a. in onze markt. De verschepingen van Noord-
Amerika blijven tamelijk ruim, vooral naar Duitschland,
terwijl bovendien een gedeelte van .den uitvoer naar Hol-
land eveneens voor Duiitschland bestemd is. Tot nog toe
wOrdt de verscheepte rogge gemakkelijk opgenomen.
Maf
5:
De ma.ïsmarkt is in de af.geloopen week in zoo-
verre meiku’aardig geweest, dat de prijzen te Chicago de scherpe stijging onverminderd ‘hebben voortgezet, totdat
eerst op 2 Juni een reactie intrad. Mais per Juli, die op
2 Mei nog 79Y
4
noteerde en eindigde op den laatsten dag
van de maand op 100%, noteerde op 2 Juni niet minder
dcii
107%,
om ‘tenslotte op 6 Juni op 101 te sluiten. Waar
de stijging vooral op 2 Juni samenviel met een daling van
de tarweprijzen, is het duidelijk .dat er zeer sterke redenen
geweest moeten zijn voor een dusdanige stijging. Deze moet
men niet in de eerste plaats zoeken in de verminderende
voorraden, want deze blijven toch nog zeer groot, gezien den
tijd van het jaar en vooral ook ‘in aanmerking genomen de hooge prijzen. Het is de nieuwe oogst waarover men
zich ernstig ongerust maakte. Te veel vocht iii belangrijke
streken, waar mais het. hoofdproduct is, veroorzaakte zeer
pessirnistische ,herichten, zoowel over de hoegrootheid valu
den uitzaai als over .den stand van den oogst. Deze berich-
ten zijn wel iets verbeterd, maar .de scherpe daling moet
toch in de eerste plaats toegeschreven worden aan een
reactie op de sterke speculatie h la hausse. Ook zijn ten-
gevolge van •de stijging der prijzen de aanvoeren toegeno-
men, waardoor de locomarkten minder vast werden.
In Argentinië heeft men blijkbaar verwacht, dat iii ver-
band met de h.00ge Noord-Amerikaansche prijzen, de Sta-
ten een aanvang zouden maken met ‘het importeeren van
Argentijasche mais. De prijzen te Buenos-Aires en Rosario
zijn dan aanvankelijk ook scherp gestegen, doch moesten
later een belangrijk ideel van de behaalde avance weder ver-
liezen. Van zaken met Noord-Amerika is dan ook slechts
weinig gekomen, en de on’derv’in.diug van vroegere jaren heeft wel geleerd, dat men er niet op rekenen mag, dat ‘de

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

1

7Juni
1
’30
Mei

1

7Juni
1927

1927

1926

Tarwe (Hardwinter II) ….’
15,50
Rogge (No. 2 Western)
..1
13,20
Mais (La Plata)

.,_2
177,-
Gerst (48 lbs. malting)


•2
250,-
Haver (Canada 3)……..•i
13,25
Lijnkoeken (Noord-Amen

kavanLaPlata-zaad)…’
12,15
Lijnzaad (La Plata) …..
8

1)
per 100 KG.

8)
per 2000
KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
,

Amsterdam
Totaal

Artikelen
29Mei14 Juni
Sedert
Overeenk. 29Mei14 Juni
Sedert
Overeenk.
1927
1926
1927
1 Jan. 1927
tijdvak 1926
1927
1Jan. 1927
tijdvak 1926

Tarwe ………………
67.037
954.028 518.704

30.565 7.568
984.593 526.272
Rogge

…………….
28.778
143.769
85.144

100
596
143.869
85.740
198
9.914
10.873
1


67
585
9.981 11.458
Boekweit ………………..
Male ………………
562.288 352.149
1.180
94.623
31.331 656.911
383.480
10.947
191.155 138.516

3.630 6.529
4.714
197.684
143.230
Haver ………………
7.500

.

79.754
79.983

2.728
2.095
82.482 82.078
Lijnzaad ……….

24.
.387

722
108.207
93.480
4.715 107.063 105.099
215.270
198.579

Gerst

………………

4.412

..

81.341 106.032



81.281
106.032
Lijnkoek

…………….
m
1.066
51.158
27.888
,
1.143

17.257 5.701
68.415
33.589
Tarweeel

………….
Andere meelsoorten
45
7.486
6.514
– –

7.486
6.514

524

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Juni 1927

Ver. Staten een aanzienlijk deel van hun tekort met bui-
tenland.sche mais zullen dekken. De Europeesche markten
zijn evenwel de Argen’tijnsche markten op den voet gevolgd;
er werden in de E-ngelsche markt een aantal ladingen
gekocht op de hoogste prijzen, doch de koopers waren met
een enkele uitzondering niet de gewone niaïskoopers, doch voornamelijk tarwe-operateurs, die angst hadden de hausse
in hun eigen artikel te volgen en zich nu op meïs wierpen.
Deze vraag heeft evenwel niet voortgeduurd, vooral niet
toen •de record-verschapiiigen van maIs van Argenziuië be-
kend werden. Deze bedroegen 235.000 ton, een cijler, dat nog nooit bereikt is. I3ovendien heeft ook de Donau deze
week wederom tamelijk ruim afgeladen. De totale hoeveel-
heid onderweg met 4.650.000 qrs. tegen 2.700.000 qrs. een
jaar geleden, is dan ook abnormaal groot. Terwijl in vele
landen de vraag voor sposdige levering niet zeer groot
was, wordt toch nog in de meeste morkten een premie be-
taald. In sommige markten is deze premie bijna verdwenen,
terwijl er aan den anderen kant een neiging begint te
komen om niaïs voor zeer late versoheping te koopen.
Vermeldenswaard is, dat verschillende booten voor graan
van Zuid-Afrika naar Europa bevracht werden, welke dus
vel Zuid-Afrikaausclie maïs naar Europa zullen noeten
brengen. Van zaken hebben wij evenwel nog niet gehoord,
aangezien voor zoover bekend, ‘de prijzen in Zuid-Afrika
zich op een aanmerkelijk hooger niveau bewegen dan in Europa het geval is.
Ge r St: Er was meer aanbod van gerst voor af lading
van Noord-Amerika, maar de prijzen hebben zich toch nog op een zeer hoog niveau gehandhaafd. De meeste handela-
ren hebben angst op deze prïjr.en gerst te koopen, maar
niettegenstaande ‘dit zijn toch •de verschepingen ruim ge-
weest, tweemaal aoo groot als verleden jaar gedurende de
overeenkomstige ‘week. Ook voor dit ardikel is Duitsch-
land de grootste afnemer en het valt te bezien of men op
dit niveau kan voortgaan dergelijke hoeveelheden op te
nemen. Waar evenwel inlandsche gerst practisch geheel
ontbreekt, wordt door velen nog den voortduren van de
vraag naar gerst verwacht.
H a v e r: Ofschoon ook haver met de prijzen van de an-
dere granen fluctueewle, bleef toch in het algmeen de stem-
ming vast, daar het aaiibod niet zeer groot was. in cle
meeste Europeesche markten zijn de voorraden inlaindsche
haver vrijwel uitgeput, zon ten ojizent, waardoor men hier
meer dan gewoonlijk bnitenlandsche haver moet opnemen.
Bovendien heeft de nieuwe haveroogst hier veel valt de
vorst geleden, zoodat men slechts een zeer geringe opbrengst
verwacht.

SUIKER.
De door F. 0. Licht juist gepubiiceei-de nieuwe raming
met verdere uitbreiding van het areaal van den beetwortel-
uitzaai iii Europa, alsook de pressie, welke op het oogen-
blik van Java uitgaat, nu de oogst aldaar vrijwel in vollen
omvang binnenkomt, accentueerden nog de daling in stij-
kerprijzen, welke zich reeds de geheele week op de ver-
schillende suikermarkten kenbaar maskte. Ook valt de con-
sumptie in de versollende landen nog tegen wegens het
heerschende koele weder. Vooral Zaterdag ondergingen de
noteeringen een sterken teruggang en gaven clie te New
Vn r k gedurende de verslagweek het volgende beeld te zien:

Sp. C. Juli Spt. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafg. week ……4.83 3.03 3.13 3.22 3.07 2.89
Opening verslagweek. … 4.83 2.97 3.08 3.15 3.- 2.82
Slot verslagweek …….. 4.77 2.81 2.90 2.97 2.86 2.68

De ontvangsten ‘in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze w’eek 97.000 tons, de versmeltingen 75.000 tons
tegen 70.000 tous in 1926 en de voorraden 280.000 tons
tegen 370.000 tons.
P•rompte Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen, dalende
tot 3,03 d.c. c. & fr. New York.
De laatste C uh a-statistiek is als volgt:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 28Mei

28.737

54.297 114.612
Totaal sedert 1Jan.-28 Mei. 3.182.736 3.521.612 3.892.740 Werkende fabrieken

7

19

40
Weekexport 28 Mei ……..74.251 84.736 123.439′
Totale export sedert 1 J.-28M. 1.825.691 2.079.382 2.602.077
Totale voorraad 28Mei

. 1.357.045 1.442.231 1290.663
1

Naar verluidt heeft de President van Cuba het decreet
geteekend, waarbij met den volgenden oogst niet mag begon-
nen worden vddr 1 Januari 1928.
Wille.tt & Qray ramen de opbrengst der
Phil%ppijnen
thans
op 575.000 tans vorige raming 520.000 tons), tegen een
opbrengst van 436.000 tons in de vorige campagne.

Volgens F. 0. L i ch t was het weder gedurende le maand
Mei in de biet-produceerende landen van Europa gllnStigeT
dan in April. Het vrijwel algemeene verlangen naar meer
neerslag werd in meerdere of mindere mate bevredigend;
toch blijit over het algemeen meer regenval gewenscht, aan-
gezien de jonge planten in ontwikkeling nog ten achter
zijn bij normale jaren.
Licht publiceert eene nieuwe ram Ing van de.ii bie’tuitzaai
in Europa, welke hieronder vo’lgt in vergelijking met zijne
vorige raming en met het areaal in 1926/27:

1927128

1927/28

1926/27
Raming. Vor. Raming IJitzaa,i

H.A.

H.A.

H.A.
Duitsebland …………..405.000

395.000

373.561
Tejecho-Slowakije ……..280.000

273.000

258.176
Oostenrijk ……………22.500

22.000

18.741
Hongarije ……………..64.000

64.000

62.500
Frankrijk ……………232.000

232.000

218170
België ………………70.000

70.000

61.755
Nederland …………..66.000

65.000

60.492
Denemarken ………….40.000

31.000

29.500
Zweden ……………..40.500

40.500

4.418
Polen ………………200.000

185.000

180.453
Italië ……………….95.000

100.000

80.255
Spanje ………………87.000

87.000

87.000
Andere landen ………..234.000

218.000

192.594

Totaal Europa (zonder Rus-
land)

…………….1.836.000

1.782.500

1.628.225
Rusland …………….584.000

584.000

492.000

Totaal Europa……..2.420.000 2.366.500 2.120.415

Hiouit blijkt, dat %et. totaal der nieuwe ranhing eene
uitbreiding vertoont van 53.500 H.A. in vergelijking met
de vorige raming (het cijfer voor Rusland laat Licht onvei
anderd) en van bijna 300.000 Bit. of ruim 14 pCt. in verge-
lijking met het areaal in 1926/27 (zonder mederekening van
Rusland bijna 13 pCt.).
In E n ge lan d sloot de termijnmarkt na gestadige af.
brokkeltiug op de volgende noteeringen:

Juni

1927 . . Sh. 161-

Oct.

1927 …. 5h. 15/3
Aug.

,, .. ,,
16/2% Dec…….

15/2%

Maart 1928 ….

16/9%

De zichtbare voorraden zijn volgens Czaraikov:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Mei ……….764.000

805.000

480.000
Tsjechoslowakije 1 Mei ..

321.000 566.000

407.000
Frankrijk 1 Mei ……….362.000 281.000 299.000
Nederland 1 Mei ……….129.000

165.000

79,000
België 1 I1ei …………..98.000

122.000

136.000
Polen 1 Mei …………..159.000

168.000

144.000
Engeland 1 Mei geïmpt. suiker 379.000 517.000 315.000
Engeland 1Mei Binnenl. suiker

11.000

1.000

Europa.. 2.223.000 2.625.000 1.853.000
V.S. Atlant. havens 1 Juni…. 280.000 370.000 218.000 Cuba28 Mei …………….. 1.370.000 1.442.000 1.291.000.

Totaal .. 3.873.000 4.437.000 3.362.000

Op J a v a was de markt cle afgeloopen week zeer flauw
en daalden prijzen op de tweedehandsch markt voor alle
termijnen gedurende den loop der week ongeveer
f
1,- per
100 KG.
H i e r t e 1 a n d e was de markt gedurende de geheele
week gedrukt en in sympathie met het buitenland brokkel-
den ook hier de prijzen i’oortdurend af. De markt sloot
kalm op de volgende vraagprijzen:
Aug.
f
19%; Dec.
f
18%; Maart f1834; met koopers tot
f-.%
lager.
De omzet bedroeg ca. 3500 tons.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 1 Juni 1927.

Prijzen van Anierikaansche katoen zijn opnieuw vester
geworden; Liverpool Mid-American spot noteerde verleden
Maandag 9.17, een cijfer, dat sedert midden September ‘ver-
laden jaar niet bereikt is. De weersomstanc1igheden in de
katoendistricten zijn over het algemeen wel gunstiger en
in sommige gedeelten van de overstroomde districten is her-
planten beter mogelijk geweest dan men aanvankelijk wel
verwacht had. Aanvoeren en distributie hebben op groote
schaal plaats en ontvangsten in de havens en exporten zijn
heel wat grooter dan in het vorige seizoen. Locoverkoopen
in Liverpool zijn de vorige week zeer goed geweest en be-droegen 59.000 balen. Vermeldenswaard is de activiteit in

– –

8 Juni 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

525

Soedairprcluctcn en verkoopeii hiervan bedroegen circa
1 6.000 balen .jir iveiden 27.000 balen Amerikaansche katoen
verkocht, 7000 balen Peruaansche, 2000 balen Egyp.tische,
5780 balen .Afrikaansche en 1220 balen biversen. Egyptische
soorten zijn ook ‘duurder en F G F spot bereikte in Liverpool
jI. illaandag 17,15 cl., wat sedert eind September i.p. niet
meer het geval is geweest.
Over de Amerika;i usche garenina.rkt fvalt weinig nieuws te
nielden. De Donderdag jI. door cle Yarn Assooi•atioii uitge-
geven niiiiimuiiiprijzen voor weftcops,

bwistcops en ningcops,
boonien, warps en biii.idelga.rens, alsmede de stijging van ka-
toenprijzen zijn voor den handel een beletsel geweest. Wel
zijn er onder deze omstacedigheden biedingen aan cle. markt,
terwijl er eveneens voldoende vraag bestaat, doch koopers
zijn huiverig de hoogere prijzen aan te leggen, daar over-
zeesche biedingen voor manufacturen de stijging slechts
langzaam ivolgen. Verkoopen, hetzij voor de binnenlandsche
markt, dan wel
voor
export zijn dan ook slech.ts zeer be-
perkt en voornamelijk voor dringende behoefte. Slechts in enkele gevallen vernailien wij gisteren van verkoopen van
36er twistcops tegen cle nieuwe prijzen; de meeste spin iers
rappor’teeren
slechte resultaten. In getwijn(le garens zijn
gedurende de afgeloopen week goede zaken gedaan voor
binnen In
ii
dsch gebrccik, terwijl de vraag nog voortduurt.
Wat Egyptisehe garens betreft, rapporteeren de meeste
spitiners weinig zaken, hoewel de meeste spinners van Bol-
ton couiits goed bezet zijn. Ook schijnen er goede zaken ge-
•daau te zijn in getwijn.cle garens voor poplins, terwijl er ook
in de andere soorten wat omgaat, zoowel voor het binnen-
land als voor export.
Doekprijzen tooneii nog steeds neiging tot stijgen in
overeensteniniiiig met katoen- en garenprijzen. Zooals wij
cle vorige week reeds schreven, zijn everzeesdhe koopers edh-
ter niet geneigd de markt te volgen, zooclat er minder om-
gaat. Dit is wel jammer, daar de mailberiekteis van T:ndië
en speciaal van Calcutta wel vat gunstiger luiden en bete]’e
prijzen voor voorradige partijen gemaakt konden wor.:Ieu.
(Jewone indentzaken van het Oosten zijn practisch tot stil-
stciucl gekomen. De berichten van China zijn nog verre van opsvekkend cii Hongkong schijnt voorloopig voldoende ge-
kocht te hebben. Voor het binnenland en het Continent gaat liet meeste orn en er zijn enkele flinke, transacties tot stand
ge kon en.

25Mei 1Juni Oost. koersen. 24Mei 31Mei
Liverpoolnoteeringen.

T.T.opBr.-Indië 1/5

1/5H

F.G.F. Sakellaridis 16,70 17,00 T.T.opHongkong2/0

210
G.F.No. 1
Oomra.. .7,00 7,35 T.T.opShanghai 216k 21684

Noteeriug voor Loco-Katoen.

(Micidling UpIan.ds.)

3Juni
1927
27Mei
1927
20Mei
1927

3Juni
1926
3Juni
1925

New York
voor
Middling
.
..
16,85e
16,75e 16,20e 18,85e
23,85 c
New
Orleans
voor Middling
1)

c
16,22e 15,74e
1)

c
1)

c
Liverpool voor
Middling. ..
9,23 d 8,94 d
8,91 d
10,30 d
12,97 d

Ont.v;uigsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(Induizendtallen balen).

1
Aug.’26
I
Overeenkomstige periode
tot
27
Mei
’27

1925126

1

1924j25

Ontvangsten Gulf-Havens.
11

Atlant.Havens
{1
.
2673
9336
9246

Uitvoer naarGr.Briltannië
1

2472
1

2138
2477
‘t Vasteland etc.
1

6194
1

4180
1

4414
Japan …….
1684
1117
1

855

Voorraden.
(in dulzendtallen balen).

27Mei ’27-
Overeenkomstig tijdstip

1926
1925

Amerik. havens………..

1667
857 543 1302 336
43
161
Binnenland ……………656
New York ……………224
.

246
115
New Orleans ………….435
Liverpool …………….043
539 576
1)
Gesloten.

KOFFIE.

])e markt was in de afgeloopen week ondèr den invloed
der naderende feestdagen zeer kalm, en de omzet was van
niet veel beteekenis. De vraagprijzen van Brazi1i voor

Sautos op proinpte vei

schepiiig liepen een fractie terug; clie voor Rio daalden ongeveer 21.. Ook op Java zakten de prij-
zen voor Robusta nog iets verder iu. Van gewasschen Cen-
traa.l Amerikaaiisc
1
he soorten is het aanbod, zooals reeds
in het vorig bei

kht vermeld eøhter zoo goed als a.fgeloopen.
i)aarentegen verden sedert enkele weken hierheen reeds
herhaaldelijk zaken geclaati i
ii
gewasschen Gciaitemal a va ii
den volgenden oogst, aflaclitig JauuarifMaart 1928
;
tot prik
zen, eii’ca $2
1
/
2
c 3 per 50 KU. ]ager clan die, waarop de
verkoop van den nu afge1oopen oogst in de laatste maanden
‘ahm het vorige jaar is begonnen.
Op de termijnmarkt liepen de uoteei

ingen aanvankelijk
iets op om daarna, in navolging van New-York wederom
iets in. te zakken en het Gemengd contract sluit dientenge-
volge heclenniorgen op noteeringen,
Y
4
lager A
Y
4
hooger
lan verleden week, -terwijl het Santos-contr;ict geheel on-
veran derde cijfers aan wijst. –
Volgens ‘de dezer dagen verschenen Statistiek van de
Firma G. Dmni’i-ing & Zoon te Rotterdam, is in Mei cle aan-
voer geweest als volgt: –

1927

1926

1925

balen

balen

balen

inEuropa …………970.000

757.000

761.000

Ver.Statenv.Amerika

755.000

622.000

455.000

Totaal….

1.725.000

1.379.000 1.216.000

De Aanvoeren in E.nropa en in Amerika te zamnen gerlu-
rende de eerste vijf maan,clen van het jaar bedroegen
9.024.000 balen tegen 8.572.000 balen in 1926 en 7.552.000
balen in 1925.
De Afleveringen in Mei waren:

1927

1926

1925

balen

balen

balen

in Europa …………869.000

762.000

677.000

Ver. Statenv. Amerika

819.000

733.000

614.000

Totaal…. 1.688.000

1.495.000 1.291.000

De Afleveringen in Europa en in Amerika te zamen ge-
‘durende cle eerste vijf maancleii

van ‘het jaar varen
8.953.000 balen tegen 8.904.000 halen in 1926 en 7.446.000 balen in 1925.
Vanaf 1 J cmli tot 31 Mei wmtrej.m de Aanvoeren in Europa
en in Amerika te zanien dit seizoen 19.287.000 balen tegen
18.792.000 balen, in 1925/26 en 17.70’S.00O balen in 1924/25,
terwijl de Afleveringen bedroegen 18.932.000 balen tegen
19.001.000 balen in 1925/26 en 17.832.000 balen in 1924/25.
De zichtbare voorraad was
01)
1 dezer in Europa 1.833.000
balen tegen 1.732.000′ balen op t Mei. En Amerika bedrong
‘hij 743.000 balen tegemi 807.000 balen op 1 Mei. lYn Europa
en in Amerika te zamem] was cle zightbare voorraad dus op
t dezer 2.576.000 balen tegen 2.539.000 balen op 1 Mei. Hij
bedroeg op 1 Juni 1926 2.192.000 balen’ en op 1 Juni 1925
2.329.000 balen.
De zichtbare werl•cIvoorraad was op t Juni 4.631.000
balen tegen 4.537.000 balen op 1 Mei-en 4.449.000 balen ver-
leden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voorra-.len
in het binnenland van Sao Paulo, waarvan het cijfer van
1 Juni 1927 nog niet bekend is, doch die op 14 Mei 1927
bedroegen 2.991.000 halen, op 1 Mei 1927 3.133.000 balen en
op 1 Juni 1926 3.144.000 balen).
Bij nadere beschouwing van ‘bovenstaande cijfers valt in
liet bijzonder op:
ie. ‘dat de afleveringen in cle laatste elf maanden .clitn,aa.l
bijna precies even groot zijn geweest als cle zeer groote iii
dc overeenkomstige maanden van het vorige oogstjaar;
2e. dat de afleveringen in de eerste vijf maanden van dit
aar zelfs nog iets grooter zijn geweest dan de reeds zeer
groote in cle eerste vijf maanden van 1926; 3e. dat cle geheele voorraad in Amerika op het oogenblik
een flink stuk kleiner is dan het cijfer dem- af]evingen in
dOn maand.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superiom- Santos
op pronipte verscheping zijn thans ongeveer 73/- ic
74/- per
wt. en van dito :Prin:e ongeveer 751- h 77/-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 62/6 ii 63/..
Van Rohusta op afadimig van Nederlandsch-Jeclië zijn cle
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
.Palembang Rohimsta, Jnn’i-ver.sciheping, 32,
ei.;
Paleni-
hang Rohusta, Juli-verscheping, 32% ct.; Mandheling Ro-
husta, JunifJnli verseheping, 354 ct., alles per Y2 KG., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 52 ct.
per 3 KG. voor Superior Santos en 47 ct. voor Rohusta.
De noteeringen aan ‘de Rotterdamsche termijnmarkt ivaren
aan de ochtend-call als volgt:

526

ECONOMISCH-STATISTISCHE.BERICHTEN

8 Juni 1927

lantos-contract

Gemngd Contract
basis Good

basis Santos Good

1
Sept.
I
Dec.
I
Mrt.
I
Mei Sept.I Dec.
I
Mrt.
I
Mei

7 Juni
39y,
3734

36% 35%
38i/
353 341,
33
31 Mei
39%
37%
36%
35
38′
35/8
345/
8

335/

24

,,
39%
37%
36%
35%
3/8
34%
33
17
39% 38
37
36 37%
353
34%
33%,

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar ge1denr1e
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren:

Sept.

I
Dec.
Maart
Mei

6 Juni
$
11,78
$
11,47
$
11,32
$

11,17
,,

12,07
11,75
11,60
,,

11,45
27

Mei

…..
….
23
11,78
,,

11,42
,,

11,25
16
11,86 11,46
,,

11,28

Rotterdam, 7 Juni
1927.

(Mecledeeling van de Vereeniging voor den Goederenhsnde1
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio
te Santos
Wisselkoers
Data



te Rio
Voorraad
Prijs
I

Voorraad
I

Prijs
op Londen

(In Balen)
No.7
1
)
(In Balen)
No.4′)

6 Juni 1927
202.000 22.200
957.000

24.000
515/

30 Mei

1927
176.000
23.625 948.000

24.100
561/

23

,,

1927
166.000
23.825 994.000

24.100
5151

7 Juni 1926
163.000
25.325
1.369.000

25.400
7%

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio
te Santos
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week

I
1Juli

4 Juni 1927.. ..

75.000

3.274.000
1
180.000
1
8.862.000
5 Juni 1926….
1
43.000

3.743.000

149.000 8.550.000
1)
In
Reis.

THEE.

De theemarkt in cle afgeloopen week onderging een ver-
dere reactie, did tot uitdrukking kwam in een prijsniveau,
dat
1%
tot 1 cl. lager was clan een week geleden. In deze
week houdt de Lonclensche theemarkt nog Pinkstervacantie,
zoodat de veiling van 9 dezer op 7iichaelf zal zijn wange-
wezen.
De afleveringen te Londen voor invoer tot verbruik over
de afgeloopen maand Mei wijzen een hoeveelheid aan vals 27,3 millioen lbs., welke hoeveelheid iuim 1,3 millioen lbs:
honger is dan die van de overeenkomstige maand van ver-
1

leden jaar. -(
De voorraden in entrepôt te Londen zijn in le maand Mei van ruim 158 millioen lbs. teruggeloopen tot ruim 139 mil- –
.lioen l’bs. en staan op ulto. dier maand 12 millioen lbs. ten achter bij die van verleden jaar op hetzelfde tijdstip.
Aan de hand van deze cijfers laat het zich wel aanzien, dat de binnenkort te publiceeren maandstaat ‘voor geheel
Groot-Brittannië en Ierland gunstige cijfers te zien zal
geven.
Amsterdam, 7 Juni.

COPRA.

Gedurende de afgeloo’pen week vis de markt -zeer k’alni
gestemd, Indië verkocht een en ander, dat -door consunienten
werd opgenomen. De afschepen blij;ven -voor het oogeiiblik
echter betrekkelijk klein.
Met uitzondering van enkele, reeds vroeger verkodlite partijen gaat alle Philippijnen-.opra thans naar Amerika.
De slotnoteeringen zijn:

Nederl.-Indische f.m.s., stoomend f1. 32
Mei/Juni.
Juni/Juli, aflading f1. 328/
8
.
Juli/Aug.

STEENKOLEN.
Het kenmerkende verschijnsel op alle kolenmarkten zoo-
w’el in als buiten Europa, is een groo

te •sclhaarschte aan
orders. De prijzen lo
9
pen’ over de geheele linie terug en
vooral in Engeland is men bereid concessies te doen voor
onmiddellijke afname. Daarentegen wordt voor levering op
ruimen termijn van 6
Cl.
tot
y
per ton meer verlangd.
n
Kenelijk is men dus voor de toekonst wat hoopvoller ge-
stemd dan voor het oogenblik.
G-roote bertecin-g in exporteurskringen, zoowel in Enge-
land als in Westfalen als eldeis, heeft het Decreet van den
President van de Fr-a.nsche Republiek veroorzaakt, dat
voortaan import van buitenla.n-clsohe kolen in Frankrijk
b&houclens enkele restrioties slechts mogelijk zal zijn door
mIddel van speciale licent.ies, af te geven door het Minis-
terie van Financiën..
Ondanks alle schoone noorden te Gen’e gesproken, is het ook hier at weer het oude lied: men denkt nationaal
en hel aas niet i-ntern.wtio n aal.
De prijzen zijn

– Northumberland Ougezeefde ………
J•
10,75
Durham Ongezeefcle ……………… ,, 11
1

Cardiff 2/3 large, 113 smaills …….. .. 14,25
Scho’t.sche.Gezeef de ……………….., 9,85
Yorkskire Gewassche.n Doubles …… .. 13,25
Westfaalsche Vetförder …………. ..14,-
Vetstiukken …………., 16,-
Smenootjes ……….. ..15,-
Gas-vlainiförder ……… ..14,-
Clietookes ………….. ..16,50

alles per

ton vah 1000 Kc4., franco station Rotterdam/Am-
terdarn.

—-.

‘-‘h
– Westfn’a 1 sche bii ii kerkolen f.o.lj. :Elottei

chini/Amsterclani

f
Markt nu regeliu:itig.

IJZER.

Op
1
cle Èngelsche ‘markt ii een verdere prijsdaling inge-
treden (Clevel-and No. 3 ging niet. 51- omlaag) zonder even-
wel tot toeneming van de vraag te leiden. De producenten betoogeir, cl.at hierme:e het minimum bereikt is, tenzij de
kooksprijzen dalen.
Terwijl in het vorig overnicht wordt vermeld, dat het
Franseh-Belgisch-Luxernbll-]gseh prijskartei geen officieele
noteeringen mer afgeeft., is sedertd.ien gebleken, dat dit
slechts een tijdelijke maatregel was. Het kartel is met een
nieuwe prijslijst voor den dag gekomen,
waarvan
‘cle tiotee-
ringen echter be:lui-!end honger liggen dan de prijzen, die
werkelijk gein aakt worden.
Men houde er rekening mede, dat ook beneden de hier-
onder vermelde prijzen voor Liux. 11.11: f.o.b. Antwerpen zaken
ku un en worden gedaan.

Noteering
in
de week van

2329
Mei
30M./5J.
3lM./6J.
1927 1927 1926

Ruwijzer.
(.0.
b. Middlesborough
Sh.
Sh.
Ski.
Cleveland Foundry no. 1
7216
72/6 75/6
3
70/_
701_
73
4
691_
69/_
72

Hematite East Coast
79/

79l..
7716

mixed numbers

……

Wagon dép’art Longwy

(Lotharingen)
,


Frs. Frs.
Frs.
Moulage ‘P. L.nd. ‘3

..
500,_L
460,-
460,-
Semi-phosphoreuse ..
535,
7

495,_ 500,_

eb Werk R heinl.-West falen
Mk.
Mk.
Mk.
Giessereiroheisen

no. 1
88.- 88.- 88.-

11

,,

3
86.-.
86.-.-
86.-
Hiimatit …………..
93,50 93.50
93.50

f.o.b. Antwerpen
Sh. Sh.
Ski.
Cieferij ruwijzer no. 3.

64-65

..

64_65
66/_

Waisproducten.
f.o. b. Antwerpen (vrijbi.)
5h.
Sh.
Sh.

Stafijzer

…………
96-9616
95-96
Plaatijzer 5 mM …….
.951Ô_96
.
120-121
100_101

11

3

,.

……
.l20_121
.25_127/6
125_127/6
109-110

METALEN.

Loco- N oteeringen te Londen:


Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch Tin
Lood
Zink

7 Juni1927..
54.15/_
60.76
295.12/6
25.716
28.1716
30 Mei 1927..
54./5
60.2j6 294.2/6 24.7/6 28.10/_
23

,,

1927..
54.7/6
61.216
295.2/6
24.15/_
29.216
16

1927..

54:17/6
61.76
290.15/_
25.2/6
29.216
7-Juni1926…
56.5/_.
64.5/_
261.7/6
29_
1
_:
32.12/6
20. Juli 1914.

61_
1

6


145.15/_
19.-/_
21.101-

Auteur