Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 587

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 30 1927

80 MAART 197

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Econom’isch
‘-
tatistische

Berl
‘o chte
‘n

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E JAARCANG

WOENSDAG 3

INHOUD.

Slz.

DE WERKZAAMI-IEDE4VAN lIET DouANE-COMITÉ, INGE-
STELD DOOR
ole
CENTRAIE RIJNvAARTC0MMISSIE …. 284
De Nederlandsche Katoenindustrie in
1926
door
J. Gel-

derman
………………………………….
2
85

De economische toestanden van den dag in China door
Thos. T. H. Ferguson ……………………….
288

Dumping door
S. Post huma ……………………
290

De arbeidersbanken-beweging in de Verenigde Staten
doorGerlof Verwey …………………………
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De ban deisvertegenwoordigingen van de Sovjet als instrumenten voor de buitenlandsche politiek van
Rusland door
Och. Reg. Rat Georg Cleinow……
295
AANTEEKENfl4OEN:
Jaarrede van den Voorzitter der Nederlandsche Ree-
ders-Vereeniging…………………………
298

MAANPOIJFERS:
Rij
kspostspaarbank ………………………..300
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………. 300-3I6
Geidkoersen.

Bankstaten. –

Qoederenhandel. Wisselkoersen.

I Effectenbeurzen.
I
Verkeerswezen.

INBTITUUT VOOR ECONOMI$CIIE GE,SCIIRIFTEN.
Algemeen ,8ecretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOM1SCR-STATISTISCl/E BERI 0 FITEN.

:COMMISSIE
VAN ADVIES:

Prof., Mr. D. van Blom; J. van Ijasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. 1-1. ‘Regout; Dr. E. van Welderen IJi;ron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.

$ecretariaat: Pieter de ‘lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad /ranco p. p.
sn
Nederland f20,—, Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateur8 kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende 8tukken: Bijkantoor Ruigeploatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Admin’istratie van abonnementen en adver-tenties: Nijgh t van Ditnear’8 Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘s-G’ravenhage. Postch.èque- en giro.
rekeunng No. 6729.

29 MAART 1927.

De meerdere geidruimte is in den loop dezer week

weder grootencieels verdwenen. De rente voor particu-

lier disconto liep weder op tot 3% pOt. en de prolon-

gatierente noteerde weder herhaaldelijk 3% pOt.

Alleen caligeld bleef nog sterk aangeboden; er stond

echter een belangrijk .grootere vraag tegenover, zoo-

dat ook ‘hiervoor de rente een néiging tot stijgen ver-

toonde.
•* *
*

Op den weekstaat van De Nederlan’dsche Bank

geeft de post binnen1ndsc’he wissels een daling van

O

MAART 1927

No. 587

f
35 millioen te zien. De beleeningen blijken met

f
1,8 millioen te zijn toegenomen.

De voorraad gouden munt liep met een kleine

f
200.000 terug. De ailvervoorraad klom met
1
100.000.

Het hoofd muntmateriaad bleef onveranderd. De post

papier op het buitenland vertoont een stijging van

1
150.000, terwijl de diverse rekeningen op de actief-

zijde der balans zich
1
2,8 millioen lager stelden.

De biljettencirculatie steeg met
f
2 millioen, doch

de rekening-courautsaldi v,ertoonen een daling. Het

tegoed van den Staat liep met
1
1,1 millioen terug; dc

saldi van anderen vermincterden met
1
6,3 millioen.

•ji[et beschikbaar metaalsaldo klom met
f
900.000. liet

dekkingspercentage bedraagt nagel’! oeg 54.

* *
*

De wisselmarkt was weder zeer rustig. Van de goud-

wissels trok vrijwel alleen Londen iets meer belang-

tel1ing, doordat de koers gettadig opliep. Geopend

op 12,13%, werd Zaterdag 12,14% betaald. Marken

stegen van 59,21 tot 59,31, wai-en echter later weder

oor 59,27 verkrijgbaar. New York, Parijs, Brussel

ondeigiingen vrijwel ‘geen ‘verandering. Van de specu-

latieve wissels waren Pesetas weder zeer vast. Vrijdag

trad plotseling een reactie in, maar Zaterdag was het

verlies in enkele uren weder ingehaald. Oslo was

“flauw en Italië, .hoeel per saldo onveranderd, liep

herhaaldelijk op en neer. Er voêg’de zich deze week

een ‘vierde bij, door een plotseling oploopen van
BI!-

carest, dat van 1,50 tot 1,6234
R
1,65 kon stijger!.

LONDEN, 28
MAAAT
1927.,

Zooals’ gewoonlijk gedurende de laatste weken van

het Gouvernemen’ts boekjaar, was geld ook verleden

week min of meer schaarsch zonder echter moeilijk te

zijn, terwijl ditmaal bij: uitzondering ook de laatste

‘dagen der week gekenmerkt werden door een vrij

levendige vraag naar geld.

Disconto onveranderd op 4
5
/1e—%
met een zeer

klein aanbod van papier. Niettegens’taande de staki n.g

nu reeds eenige maanden over is en de industrieën

weer meer nominaal werken, is het aantal ban:kaccep

ten in de markt er niet merkbaar door vermeerderd.

Het in de markt komende goud uit Zuid-Afrika

vindt nog steeds niet zijn weg naar de Bank van

Engeland. Guldens en Dollars zijn in de afgeloopen

l’eek iets goed.kooper gewol-den, op resp. 12 en 4,85.

284

ECONOMISCH-STA1jSTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927
11

DE WERKZAAMHEDEN VAN HET

DOUANE-COMITÉ, INGESTELD DOOR DE

CENTRALE RIJNVAARTCOMMISSIE.

Bij de werkzaamheden, betrekking hebbende op

herziening van ‘de Akte vnu .Maunheim van 1868, ‘heeft

de Centrale Commissie het wensc’helijk geacht hare

bijzondere aandacht te wijden aan het ‘douane-stelsel

Het is haar namelijk voorgekomen, dat het huidige
r

stelsel, ten behoeve van de ontwikkeling van de

scheepvaart ‘verbeterd zou kunnen worden. Zij heeft
aan een ‘daarvoor ingesteld Comité opgedragen deze

aangelegenheid te onderzoeken, na in ‘groote lijnen t

hebben aangegeven, in welke richting eventueele ver-

beteringen zouden moeten worden aangebracht. Dit

Comité, is alt volgt samengesteld:

President: de llr. Baidwin, Commissaris voor Engeland.
Leden:
voor het Rijk en de
D,uïtsche Oeverstaten …. de Ur. Zweck
voor België ………….,,

van der Cruyssen
Frankrijk……….

Steil
Nederland……..

Meijers
Zwitserland ……..

Hausermann

Het Comité is zijn werkzaamheden in het voorjaar

van 1924′ te Straatsburg begonnen.
Na eeti onderbreking van twee jaar, ‘door verschil-

len’de oni’standigheden veroorzaakt, ‘heeft. het Comité

in 1926 zijn werkzaamheden hervat en door vier keer

in het afgeloopen jaar’ te vergaderen heeft het zijn

taak belangrijk vooruitgebracht. Het Comité is in

Maart te Keulen en in April te cStraatosburg bijeenge-

komen. In September zijn ‘de voornaamste douanekan-

toren en vrj entrpots, w’elke voor de Rijnvaart van

Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam naar Bazel van

belang zijn, bezocht en op die reis
:heeft
het Comité

het oordeel ‘der belanghebbenden bij de Rijnvaart in:

gewonnen. Ten slotte is laatstelijk nog in November

te Straatsburg verga’derd.

Zoodoencie ‘heeft het ‘Comité een nauwkeurige docu-
mentatie over de in de verschillende landen in wer-

king zijnde stelsels, over ‘de wijze van toepassing door

cie
plaatselijke
autoriteiten en ten slotte over de ge-

buiken dei schipper’s en kooplieden, kunnen verza-

melen. Deze eerste ‘schrede, langdurig en moeizaam

door de ‘snmengesteldhei’d van het vtaagstuk, was nood-
zakelijk om te kunnen beoordeelen in hoeverre het in
het belang ‘der scheepvaart mogelijk zou zijn meer een-
heid en vereen”,iou.diging in ‘de voorgeschreven forma-
liteiten te brengen. In verband met de ‘door ‘de Cen-

trale Commissie aangegeven richting, heeft het Co-mité zich in ‘de eerste plaats beziggehouden met de

vaststelling van middelen, waardoor’ de duur van ‘het
oponthoud aan de grenzen verminderd zou ‘kunnen
worden en ‘de formaliteiten, voorafgaande aan ‘de vrij-
making van ‘goederen zouden kunnen worden vervuld,

zonder dat een bijzondere kennis van de verschillende

wetgevingen nood.i4 is.

Te dien einde ‘heeft het Comité een ontwerp ,,ge-
leidpapier”, dat een ‘der gron’dgedac’hten van ‘het ge-
heele stelsel is, opgesteld. Dit document, dat betiteld

is met ‘den naam van ,,Rijndocument’, heeft veel over-
eeikomst met de ,,Vrachtlijst”, zooals die in Neder-

land gebruikt. wordt, en wel in zooverre, dat er voor
elke lading evenveel documenten moeten zijn, al’s
plaatsen, waar gedeelten der ladi.g moeten worden ge-
lost. ‘Het ,,Rijn’document” verschilt in ‘dit opzicht van
het manifest van de Akte ‘van 1868 en van het tegen-

woorclig ‘door ‘de Fi’ansche douane geëischte manifest,
welke beide de geheele lading moeten ‘dekken. Het
onderscheidt zich van deti in Duitschland gebruikten

,,Begleitschein”, doordat er niet, zooals bij’den Ee-
gleibsc’hein het geval is, afgescheiden van het aantal

losplaatsen, evenveel documenten worden opgesteld al’s
er verschillende artikelen geladen zijn. Het voordeel
van het gebruik van ‘den ,,Begleitschein” bestaat, hier-
in, dat hij’, nadat de goederen de grens ‘hebben ovei-

c’hreden, elk artikel kan begeleiden tot de inklaring

in het binnenland op ‘dikwijls ver van den
Rijn
gele-
gen’ bestemmingsplaatsen. Opgemerkt ‘dient te worden,
dat in de practijk, zooals do’or ‘het Comité is vastge-
steld, ‘de ,,Begleitsc.hëin” op d’en Rijn in ‘den regel

gebruikt wordt om, zooals trouwens ook ‘het ,,Rij.ndo-
cument” beoogt, het voor elke los’haven bestemde ge-
deelte eener lading te dekken.
Zoca’l.s het ,,Rijndocument” is ontwôrien moeit het

strekken tot ‘dkking van de goederen, vanaf het oogen-

blik, dat deze het land van ‘herkomst verlaten en in een

ander land via den Rijn binnenkomen, tot aan het

oogenblik van lossing in .dat laatste land (of in eenig

ander verder’ gelegen land); hetzij om aladan inge-

klaard te worden, hetzij om langs een anderen weg dan

den Rijn verder vervoerd te worden of wel om in en-

trepot opgeslagen te wonden. Voordat ‘de opslag op den

wal’heeft plaats gehad,’moet er geene verplichting be-

staan tot overleggi’rtg aan ‘de ‘douaneautoriteiten van

andere ‘douanedociimenten dan het ,,Rijndocument”.

Na de lossing wordt ‘dit document aangezuiverd door

opgave te ‘doen van de’ aan de goederen te ‘geven be-

stemming. Indien echter ‘de goederen worden overge-

laden hetzij’ met, ‘hetzij zonder opslag op den wal, lich-

ting hierondet begrepen, moet ‘het vervoer der goede-

ren langs ‘den Rijn voortgezet kunnen worden onder

dekking van ‘het ,,Rijn’document”.. Zoo, zal, vanaf ‘het

vertrek uit het land van lading een zelfde soort van

‘document voldoende zijn:voor ‘de ‘douane van verschil-

lende landen; echter ‘behouden belanghebbenden ‘het

recht om, ‘indien zij zulks wensc’hen, de nationale do-

cumenten ‘te gêbruikeii. Het model van dit Rijn’docu-

mout is voorts uiterst eenvoudig; het behoeft geen
andere aanwijzingen, te bevatten ‘dan d’ie, welke ook
in het gewone handelsverkeer vereischt worddn, te

weten: plaats van lading en letsing; aard der goede-

ren, geat’oit of stukgoederen met in het. laatste .eval

aanduiding van ‘het aantal, de soort, de merken en de

nummers van de colli’s; han’clelsbenaming ‘der goede-

ren; hoeveelheid; gewicht of aantal. Het’ ,,Rijndocu
ment” kan ‘dus ‘opgesteld worden ‘door ied’eren belang-
hebbende bij’ de verzending, voor of na de lading en

zonder dat er een bijzondere kennis voor noodig is.’

De tweede grondgedachte van het stelsel van het
Comité is de erkenning van de douaneversluitingen,
welke overeenkomstig internationaal vastgestelde voor-
waarden zijn aanigebrac’ht. Met het oog ‘daarop heeft ‘het
Comité ‘de ‘scheepswerven te Mülheim ‘afd Rijn bezocht

en zich de medewerking verzekerd van twee deskun-

digen op het ‘gebied van ‘scheesbouw, te weten,: de
H.H. van Driel (Nederland) en de Mullen’heim’
(Frankrijk). Als gevolg ‘van deze studie heeft het
Comité een reeks technische voorwaarden samenge-

stel’d, waaraan de vaartuigen en hunne versluitinri’ch-

tin’gen moeten voldoen, opdat de door een ‘douaneauto-
riteit op ‘deze versluitin.gen ‘aangebrachte boden doo’r
alle andere ‘douaneautoriteiten ‘worden erkend: Naast
‘de oude versluitingswijze door middel van kleppen,
oogen en roeden heeft ‘het Comité een nieuw stelsel,

gebaseerd op ‘het gebrui’k van hoekijzers, aangenomen,
het aan ‘de practijk overlat’en’d om aan te toonen ‘of
de critiek, waartoe dit ‘stelsel aanleiding heeft gege-
ven, al of niet gegrond is.

Het Comité was in ‘t algemeen van oordeel, ‘dat op
‘dit punt met den vooruitgang op technisch gebied mee-
gegaan moest worden, ‘dat de taak ‘der scheepsbouwers

zooveel mogelijk moest worden vereénvou’digd, en dat
tevens ‘den douaneautoriteiten meerdere waarboi’gen
zouden moeten worden geboden. De vaartuigen, be-antwoorden’de aan internationaal vastgestelde voor-

waarden, zullen certificaten’moeten hebben, bevattende
een
beschrijving
van de versluitinrichtingen enz., die
na contrôle ‘door een daartoe ‘bevoegde douaneautori-
teit verstrekt worden en evenals de douanevesluitin-
gen zlf erkend moeten worden. Aldus nou ‘het opont-
houd aan de grenzen, ‘teweeggebracht 400r het afne-.

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

285

men en weder aanleggen van een verzegeling, kunnen

vervallen.
Op deren dubbelen grondslag zou het. beoogde stelsel,

behalve de reeds genoemde voordeelen van eenheid en
eonvou’d, den duur van ‘het oponthu’d aan de grenzen

verminderen tot ‘den tijd noodig voor het inleveren van

het ,,Rij.ndocument” en voor de contrôle van het n.ge-

schonden zijn der loodeia.
Kunnen nu nog meer voordeelen aan dit stelsel ver-

bonden worden? Op dit punt liepen de meeningen

van de ‘Com,i’téledeu uiteen. De meerderheid was van

oordeel, ‘dat voor alle verkeer geen andere formaliteit

zou moeten worden geëischt dan de inlevering van, het
,,Rijn’document”, een summiere visitatie en het aan

boord plaatsen van wakers, dit laatste alleen als ‘de aard van ‘de lading – met het oog op hare geschikt-
heid voor fraude – zulks vereisc’ht, of als de ruimen
niet versleten zijn geweest en ook niet aan ‘de grens
versloten worden. (Hier zij opgemerkt, dat de wakers

slechts voeding en huisvesting kunnen vorderen.) An-
derzijds waren er leden van oordeel, dat de faciliteiten

van het stelsel ‘beperkt, zouden moeten blijven tot de

doorvoertransporten zonder overlading, terwijl ‘de an-

clere tran’sporten onderworpen zouden moeten blijven

aan de nationale wetgeving, welke, naar te berde i’s ge-
bracht, meer geëigend is om zich aan te passen aan ‘de
veranderlijke behoeften van handel en scheepvaart. Ten

slotte, son’der zoo ver te gaan, waren enkele leden van
oordeel, dat, buiten het ‘geval van doorvoer zonder

overlading, buy. hij transporten van Lobith naar over-

zeesche havens met overlading te Rotterdam en ‘van
Emmerik naar Man’nheim in tegenstelling met directe

transporten van Lohi’tih naar Hansweert in de richting
Antwerpen en van Emmerik naar .Straatsburg, de

autoriteiten een borgstelling en, als het vaartuig niet

voldoet aan de voorwaarden om versloten te kunnen worden, een vergoeding zouden moeten kunnen ver-

langen voor de bewaking. De Centrale Commissie
heeft zich voorbehouden later op deze kwestie n’og

terug te komen.
De’ Commissie moet het onderzoek van het vraag-
stuk in de aanstaande zitting hervatten en vermoede-
lijk zullen dan, n’ieuwe voorstellen ter zake aanhangig
gemaakt worden. Zij heeft eveneens het Comité opge-
dragen ‘de mogelijkheid te onderzoeken om een uni-
form internationaal document op te stellen voor de
begeleiding van op zich zelf staande zendingen in den

geest van, eeu ontwerp voor een internationaie’n Be-
gleitschein, zooals het door den Duitschen deskundige
aan het Comité was voorgelegd. Dit document, waar-
van het gebruik eveneens niet verplichtend ou zijn,

daar het immers aan een ieder vrij! zou staan de na-
tionale documenten te gebruiken, zou hetzij een geheel

kunnen uitmaken met het reeds genoemde ,,Rijndo-
cument”, waarvan dan de inrichting zou moeten wor-
den gewijzigd, hetzij een afzonderlijk ‘document vor-
men. Enkele leden van de Commissie waren. van mee-
nin’g, ‘dat een dergelijk document de aan de ‘scheep-

vaart toegeken’de faciliteiten nog zou vermeerderen
en dat men aldus eenzelfde document zou kunnen gebruiken èn voor het vervoer van de haven, waar
geladen wordt naar de grens èn voor ‘het vervoer

tussc’hen twee ‘entrep ets.
Het voer •oogen •gestelde doel is ‘steeds: het ver-
eenvoudigen en ‘het meer eenheid brengen in de ‘docu-
menten en ‘de formaliteiten, in het bijzonder aan de,

grenzen..
Nog andere maatregelen genomen op initiatief van

Oeverstaten zullen ‘de in- en u’itklaring der vaartui-
gen vlugger doen plaats hebben. Zee heeft het Comité,
welks aandacht in “t bijzonder gevestigd was op de
kantoren te Lobi’th en te Emmerik, kennis genomen
van ‘de maatregelen der Nederlan’dsche Regèerin’g be-
treffende ‘het regelen van het aanleggen der vaartui-
gen te Lobith en van de onderhandelingen tusschen

‘de Dui’tsche en Nederlandsche Regeeringen geopend,
om te Lobith de noodi’ge formaliteiten bij
,
het verla-

t.en van Duitschland en het binnenkomen van Ne-
•derland, te Emmerik ‘de formaliteiten voor de tegen-

gestelde richting te centraliseeren. De opgaande, zoo-
wol als de afgaande vaartuigen behoeven dan, met ‘dit
stelsel, maar één keer aan t’e leggen in plaats van twee

keer, .zooals nu .het geval is.

Ten slotte heeft het Comité nog de kwestie der
entrepots bestudeerd, welke een zoo groote rol voor

handel en scheepvaart spelen en waarvan de erkende

voordeelen moeten blijven gehandhaafd en wel onder
dusdanige voorwaarden, dat aan ‘de belanghebbenden

van alle landen een absolute gelijkheid van behan-

deling wordt gewaarborgd. Het Comité heeft zich insgeljk’s beziggehouden met ‘de diensttijden ‘der
douanekantoren en met de kwestie van ‘de scheepspro-

visiën ten aanzien waarvan ‘de Commissie zich heeft

voorbehouden ‘daarop later nog terug te komen.

In do volgende zitting, welke den 21.en Maart te

Straatsburg zal plaats hebben, zullen behalve .de in-

ternationale ,,Begleitschein” ook ‘de rechtstoestand
der goederen na ‘den opslag, evenals verschillende
andere minder belangrijke aangelegenheden, ter sprake

komen.
Zoodra de Commissie in het bezit is van het laatste

rapport van ‘het’ Comité, zal zij in staat zijn het ge-
heele hoofdstuk van de Akte, betrekking hebbende op
cle douane aangelegenheden in verband met. de Rijn-
vaart, in eerste lering tot een einde te brengen..

DE NEDERLANDSCHE KATOENINDUSTRIE IN 1926.

In hot afgeloopen jaar heeft de katoenindust.rie,
zoowel in ons vaderland alsook in andere landen, zeer

sterk den invloed ondervonden van de steeds dalende
katoenprij.zen. De noteering voor rni’cldling in New
York, die begin Januari ruim 20 Amerikaansche cen-

ten per lb. bedroeg, heeft in het eerste halfjaar tus-
‘sc’hen dien prijs en 18 cents met kleine schornmelin-
.gen gefluctueerd. In ‘de zomermaanden daalden prij

zen eenigszins verder, toen geleidelijk ‘betere berich-
ten omtrent den stand van den Amerikaanschen

‘katoenoogst werden o:ntvangen. Deze berichten waren
ec’hter hij’ tijden zeer tegens’trjdig en eik minder

gunstig weerbericht wer’d van Amerikaansche zijde geëxploiteerd, om do markt weer wat op te ‘drijven.
Hoewel dan ook al]engs bleek, dat ‘de opbrengst van

‘den Ameri’kaan’schen oogst waarschijnlijk zeer groot
zoude zijn, bleef de markt, niettogenstaan.de de vrij

hevige fluctuatios, tamelijk vast en de prijs schom-
melde begin ‘September nog ‘tusschen 11 en 18 cents.

In ‘de tweede helft van September had echter een
zeer gevoelige ‘daling plaats, die ‘begin October ver-

deren voortgang maakte en werd toen een prijsniveau

van ruim 12 cents bereikt, welke prijs zich tot ‘het
ein’de van het jaar met kleine fluctuaties ‘kon ban d-

haven.
In verband met deze dalende kat.oenprijzen is de
vraag naar manufacturen gedurende het geheele af-

goloopen jaar ‘onvoldoende ‘gebleven.
Biji
de koopers

op de •overzeesche markten was geen vertrouwen in
cle stabiliteit ‘der Europeesche kostprjzen; ‘door de
gedurige vermindering daarvan werd het aanbod van
manufacturen .dezer importeurs steeds dringender ‘en
bewogen ‘de verkoopprijzen op de overzeesche mark-
ten zich eveneens ‘in dalende richting. Op de meeste
aanvoeren werd geld verloren en .de lust om nieuwe bestellingen te plaatsen, werd ‘hoe langer hoe gerin-
ger. Fabrikanten konden ‘dan ook in vele gevallen hun

productie niet verkoopen en indien zij toch hun
fabrieken wilden laten doorwerken, moesten zij’ veel-
al een gedeelte der geproduceerde goederen in voor-
raad ‘houden, of voor eigen rekening uitzenden, in
welke gevallen deze goederen ‘dan later tot ‘de inmici-
dels sterk gedaalde marktwaarde verkocht moesten
worden. Het is ‘duidelijk, dat onder déze omstandig-
heden van een gunstige conjunctuur voor de textiel-

industrie ‘in het afgel.00pen jaar geen sprake kon zijn

286

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

en de resultaten zullen voor de meeste fabrieken dan
ook wel teleurstelling hebben gebracht.
Speciaal
wei
dit het geval in Lancashire, waar de
toestand in de herfstmaan’den van 1926 voor vele

fabrieken zeer ongunstig was geworden en men wei

tot de overtuiging was gekomen, dat het zoo niet lan-

ger door kon gaan. De bekende economist J. M. Keynes

heeft toen in November een artikel in ,,The Nation

& Atheneum” gepubliceerd, waarin hij tot de conclu-

sie komt, dat cle vermindering van het katocnverhriiik

in Engeland geen tijdelijk verschijnsel is, doch dat

men in verband met de goedkoopere arbeidsvoorwaar-
den in de Aziatische landen en de steeds hooger vov-

dende tariefmuren in Europa wel degelijk op eCu

blijvende vermindering van productie in de Engel-
sche text.ielfabrieken zal moeten rekenen. Keynes

meent, dat het middel tot verbetering niet gezocht

zal moeten worden in het verminderen van de pro-

dtectie door, zooals de laatste jaren veelal geschiedde,

voor een zeker gedeelte van de industrie,
bijv.
rio
spinnerijen, het aantal werkuren per week bij onder-

ling overleg zeer ‘sterk te beperker, doch dat men zal

moeten trachten ‘door grootere aaneen’sl uiting en

spccialiseering van de industrie de productiekosten
te verlagen. Deze denkbeelden van Keynes hebben iii

Engeland zeer veel opzien gewekt; de oppositie, voor-

al van de zijde der katoenfabrikanten, was zeer hevig,

doc’h men was algemeen ook wel van meening, dat het

gevolgde systeem in de laatste jaren al heel weinig

su’ces heeft gehad en dat ‘de resultaten in elk geval

zeer teleurstellend zijn geweest. Of de verschillende

besprekingen, die naar aanleiding van de artikelen

van Keynes zijn gehouden, nog tot ver reikende resul-

taten zullen voeren, moet worden afgewacht. Voor-

loopig is er door een groot gedeelte van de spinnerijen
van Amerikaansche garens, ‘die samen ruim 19 mii-

lioen spindels bevatten, de ,,American Yarn Associa-

tion Ltd.” opgericht, een naam]ooze vennootschap,

waar’in de contracteerende ‘sp’innerijen het kapitaal

fourneeren. De bedoeling is alle transacties in •garens
te registreeren, minimurn-verkooppri5zen vast te stel-

len en in verband met den afzet de productie ‘der ver-
schillende garen’s te regelen. Overtreding de’r ver-

schillende voorschriften wordt met zeer hooge boetes
gestraft en men zal moeten afwachten of deze com-

binatie er in zal slagen het spinnen van garens van

Amerikaansche katoen in Engeland weer loonend te
maken. Bij de oprichting van ‘de ,,Ameriean Yarn
Association” heeft men ook het advies van Keynes

ingewonnen, ‘die zich daarmede accoord heeft ver-
klaard en op verschillende onderdeelen zelfs advies
heeft uitgebracht, hoewel zijn eigen denkbeelden om-
trent de te volgen maatregelen van veel verdere strek-
king waren. In de practijk is voor katoenen garens

een prjsovereenkomst, zelfs met het groote aantal,
kwaliteiten, nog niet onmogelijk; voor man ufacturen,
waarin het aantal soorten niet alleen veel grooter is,
doch ook nog ‘dagelijks verandert, wordt dit veel moei-
lijker en kan men ‘daarvan alleen ]esultaat verwach-
ten, als het aantal bedrijven zeer sterk wordt irige-
krompen
cii
do verkoop wordt gecentraliseerd. Tn
deze richting
is
men echter nog niet gegaan en de
financieele resultaten die de groote combinaties op
textielgebied, die in Engeland meestal in 1920121 zijn

opgericht, tot nu toe hebben bereikt, zijn niet van
dien aard geweest, dat
men
zou moeten concludeeren,
dat ‘dit de eenige juiste weg is.

in ons eigen land ‘hebben, niottegenstaande den
onbevredigenden toestand, de meeste fabrieken gere-geld doorgewerkt. De prijzen, die de spinnerijen voor
katoenen garens konden maken, waren weliswaar

meestal onvoldoende, doch de geproduceerde hoeveel-
heden konden wel verkocht worden, al moest zulks
dikwijls met prijsopofferin’gen gepaard gaan.
in verschillende we’vorijen heeft men, in verband
met den ‘onvoldoenden afzet, de productie wel wat
ingekrompen, ‘doch uit het totaal-cijfer van de ge-

bruikte garcns mag men wel conchudeeren, dat deze
i
nlc ci mp ing niet al gemeen is geweest.

l)e invoer van ruwe katoen
in Nederland
in:
bedroeg
1926:
KO.:
‘Ier waarde van’:
Noordl-Amerjkaansclue

……
29.615.000
f
32.877.000
Eugelseh-Indische

………..
6.166.000
5.168.000
Egyptische

……………..
64.000
68.000
Ned.

Oost-Indische

……….
14.000
16.000
Diverse

soorten

…………
830.000
.,

919.000

Totaal

1926

………..
36.689.000
f
39.048.000
1925

………..
34.135.000
., 48.560.000
1924

………..
19.433.000
31.414.000

en van katoenafval
(mcl
linters):
1926:
KG.:
‘Ier waarde van.:
Diutschlaad

……………..
6.481.000
f2.370.000
Engeland

……………….
2.981.000
1.085.000
Vareenigde

Staten

………..
2.583.000
1.412.000
Frankrijk

……………….
1.253.000
,,

537.000
België

………………….
1.262.000
518.000
Keizerrijk

Indië

………….
1.300.000
263.000
Diverse

landen

……………
277.000
108.000

Totaal

1926

………….
16.117.000
f6.293.000
1925

…………..
16.548.000
,. 8.305.00

te.riviji h ierva
ii
werd uitgevoerd
1926:
KG.
Ier waarde van:
Ruwe

katoen

………………
557.000
f

599.000
Katoenafval

………………
7.166.000 ,. 3.811.000

van welken afval resp.:

3.964.000 KG.
naar iDuitsehiaad.
1.593.000
Frankrijk,
654.000
België,
252.000
Engeland,
268.000

.,
.,

Ver. ‘Staten

werd gezonden.

liet grootere verbruik van ruwe katoen houdt ver-band met de uitbreiding van het aantal katoenspin-

nerijen. Volgens cle bedrijfs’stat.istieic voor ‘de katoen-

nijverheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek

bedroeg het aantal spiridel’s in de Nederlandsche ka-
toenspinnerijen
Op:

31 Dec. 1923

775.881 spindels
31

1924

832.466
31

1925

886.098
31 Jan. 1927

994.268

iTet laatste cijfer is aflcomstig van cle international

Ferleration of Master Cotton Spin ners’ and Manufac-

turers’ Associat.ions te Manchester, terwijl volgens
dezelfde opgave van dit lichaam op 31 Januari 1927
nog totaal 25.368 spindels i’n aanbouw waren.

Dat voor cle gr.00tere productie dezer spinnerjen
nog wel plaats is, bewijzen ‘de invoeren van katoenen
.garens, die nog steeds zeer groot blijven. Deze invoer
bedroeg nI.:

1926:

KG.:

Ter waarde van:
Ougetwijnde, ruwe garens … 27.931.000

f
39.088.000
Ongetwijncle, gebleekte ei ge-

verfcle garens …………974.000

1.228.000
Getwijn’cle gareuus, 2-dra.ads . .

1.315.000

2.837.000
,,

, meercir495.000

1.086.000

Totaal ………..30.715.000

f
44.239.000

tegen in 1925 ………35.246.000

,, 64.943.000

en
in
1924 …………31.849.000

65.531.000

waarvan uit:
KG.

KG. ‘in 1925
Engeland ……………..20.482.000 tegen 26.220.000
Duitsehland ……………7.779.000

4.456.000
België

………………..1.209.000

3.138.000
Polen en Dairtsi
g
……….789.000

581.000
Tsjechoslowakije ………..124.000

100.000
Frankrijk

……………..35.000

,,

52.000

Dc grootcro uitvoer uit Duttschland ‘houdt verband
met dc slechte toestanden in ‘de Duitsche text’iei’in dus-

trie in de zomermaanden, waardoor de daa.r geprodu-
ceerde garens in het land zelf .geen plaatsing konden
vinden en een gedeelte van de Duitsche productie in
het buitenland verkocht moest. worden.

De uitvoer van katoenen garens heeft in 1926 be-
dragen:

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

287

KO.: Ter waarde van:

Ongetwijnde, ruwe garens …. 1.241.000

f
1.644.000

Ongetwijnde, gebleelote of ge-

verf.de gaiens ……………842.000

,, 1.685.000

Ongetwijude garens, 2-draads ..

169.000

,,
552.000

Get’ijnie garens, meerd.r…..39.000

,, 116.000

Totaal ……………..2.291.000

f3.997.000

tegen in 1925 ……….3.016.000

,, 6.946.000

en in 1924 ………….1.692.000

,, 4.505.000

Van deze uitgevoerde ougetwijnde, ruwe garens

waren bestemd voor:

Duitsehiand …..338.000 KG. tegen 812.000 KG. in 1925
Engelainci …….361.000

,,

,,

279.000

,,,,,,

Argentinië ……295.000 ,,

,,

175.000

Bovendien bedroeg de uitvoer van naaigarens:
356.000 KG. ter waarde van
f
1.290.000

tegen in ’25: 204.000
,,,,
,,

,, ,,

880.000

’24: 281.000 ,,,,,,

,,

985.000

Hët invoersaldo ‘heeft dus in
1926
bedragen:

Ton: Ter waarde van:

Ton:
in 1925

Ruwe katoen ………36.132
f
38.449.000 tegen 33.800
Kajtoenafval ………8.951 ,, 2.482.000
,,
8692

Katoenen. garens …..28.424 ,, 40.242.000

,,

32.230

Het invoersaldo van ruwe katoen en garens samen

heeft dus over
1926
totaal
64.556
ton bedragen tegen

06.030
ton in
1925.
Hoewel hierbij geen rekening ge-

houden kan worden met dé voorraden en deze cijfers
dus geen absolute basis geven wat het grondstoffen-
verbruik ‘in de industrie betreft, is het misschien niet

gewaagd daaruit te coucludeeren, dat de totale pro-

•ductio der Nederla.ndsche katoenindustrie over
1920

kleiner is geweest dan over het voorafgaande jaar,

hetwelk ook zeer goed te verklaren zou zijn in verband
met de geleidelijk seer verminderde vraag naar manu-

facturen.
Aan manufacturen is in
1.926
nog ingevoerd:
1W.: Ter waarde van:

Ongebleekt, voor drukkerij en

ververij ……………….586.000

f
1.838.000
.Andere on.gebl. manufaoturen . 1.815.000

,, 4.945.000

Gebleekte

,,

376.000

,, 1.591.000

Geverf de

,,

. 2.624.000

1
11
,
2.258.000

Be,drukte

,,

.

639.000

,, 2.917.000

Bontgeweven

,,

.

171.000

,,

560.000

Totaal ………6.211.000

f
,24
.
109
.
000

tegen
in
1925 . . . 7.183.000

,,31.554.000

en in 1924 ……6.941.000

31.537.000

waarvan uit de volgende landen:
Engeland . . . . 3.806.000 KG. tegen 5.136.000 •KG in 1925
België …….1.073.000 ,,

,,

808.000

Duitschlan’d . .

651.000
,,

.,

597.000
Frankrijk

301.000
,,

,,

232.000

Deze invoer is in de laatste jaren zeer stabi’el geble-
ven, ioowel wat de totaal-hoeveelheid betreft, als ok
wat de verdeeling der verschillende soorten aangaat.
De uitvoer van katoenen manufacturen heeft in

1926
bedragen:
KG.:

Ter waarde van:
netto gewicht
Ongebleekte manufacturen

2.399.000

f
4.538.000
Gebleekte

,,

14.032.000

46.976.000

Geverfde

,,

2.870.000

,,

9.629.000

l3edrukte

,,

1.743.000

,, 11.314.000
Bontgeweven

,,

5.472.000

,, 22.293.000

Totaal …………26.510.000

f
94.750.000
tegen iii 1925 • . . . 26.696.000

,, 106.080.000

terwijl bovendien nog aan katoenen dekens werd in-

gevoerd:
In 1926: 7.383.000 KG. ter waarde
vnu f
9.768.000

11
1925: 7.209.000 ,,

,,

,,

.,

,,
10.922.000

Verder zijn er nog verschillende producten der Ne-
•derla.ndsche katoen-industrie, die in de statistiek niet
als manufacturen vernield worden •en toch voor den
uitvoet van belang zijn.
Als
zoodanig mogen o.a. ge-

noenid worden:
Tafel- en servetgoed, handdoeken en ander huis-
houdgoed, zoowel afgepast als aan het stuk, beddela-
ken’s en s]oope.u, zoowei van linnen, ‘haiflinnen als ka-

toen, die toch hoofdzakelijk uit katoen bestaan, waar-

van in
1926
totaal
728.000
KG. ter waarde van

f 2.409.000
werd uitgevoerd, tegen
348.000
KG. ter

waarde van
f 1.254.000
in
1925.

Gebreide en tricot-goederen, waarvan de uitvoer be-

droeg in:,

1926: 1.013.000 KG. ter waarde van
‘f
3.428.000
1925:

872.000
,,

,,

,, –

,, ,,
3.169.000

Katoenen band en veters, waarvan werden uitge-

voerd:
1026: 215.000 KG. ter waarde van
f
742.000
1925: 240.000
,,
,,
,,

,, ,,
885.000

De uitvoer van katoen’en stukgoederen heeft, wat

de landen van bestemming betreft, bedragen:

Europa:

KG. •

Ter waarde van:
netto gewicht:

Groot-Brittannië ……..1.778.000

f 7.140.000
Eiiropeeseh Turkije

775.000

,, 1.846.000

Denemarken en IJsland

854.000

,, 2.009.000
Noorwegen ………….• 457.000

,, 1.354.000
Griekenland …………63.000

,,

209.000
Duitschland ………….100.000

,,

263.000
België ……………….63.000

,,

342.000
Boeigarije …………..38.000

,,

140.000
Frankrijk ……………..29.000

51.000
Zweden ……………..21.000

,,

61.000
Finland …………….15.000

,,

51.000

Azië.’
Ned. 0.-Indië ………..14.330.000

f
49.003.000
Eng-Indië ………….

2.218.000

,, 9.176.000
Ceylon ……………..699.000

,, 2.843.000
Malakka & N.W. 13o.r.neo –

372.000

,, 1.649.000
China

……………..444.000

,, 1.248.000
Siam ……………….263.000

,, 1.058.000
Hongkong …………..25.000

,,

76.000
Az. Turkije ………….63.000

,,

163.000
Syrië

………………40.000

,,

78.000

Afrika:
13r. bez. 0.-Afrika

806.000

f
3.211.000
Fr. W..Afrika ……….261.000

,, 1.218.000
Br. W.-Afrika ……….565.000

,, 4.410.000
Unie Z.-Afr.ika ………469.000

,, 1.319.000
Egypte ………………152.000

,,

484.000
Port. 0.-Afriki ………161.000

,,

665.000
Belg. Kongo. …………

12.000

45.000

Amerika:
Argentinië ………….599.000

J’
1.877.000
Chili ……………….92.000

,,

261.000
Suj-inajne

…………..54.000

,,

160.000
Ver. ‘Staten ………….19.000

,,

89.000

Canada

………………25.000

,,

62.000
Columbia ……………51.000

,,

104.000

Avstralië:
Gemeenebest …………15.000

f

50.000
Nieuw Zeeland, en?

10.000

,,

43.000.

De totaal-uitvoer is, wat de hoeveelheid ‘betreft, vrij-
wel gelijk aan dien van het daaraan voorafgaande jaar;
•de,waarde is echter ruim 10 pCt. lager in verband met
de lagere prijzen voor ruwe katoen, waai’door manu-
facturen goedkooper zijn geworden.

Hoewel •de uitvoer naar Nedorland’sc’h-Indië nog

steeds zeer groot is is deze in
sterk afgenomen en bedroeg nl. in:

1921 …..68 pCt. van 1922 …..64

1923 ……59 1.924 …..59 1.925 …..58
1926 ….., 52

Dit is hoofdzakelijk een gevolg van den sterk toe-
genomen ‘invoer van Japansche manufacturen in onze

Nederlandsch-Indische ‘bezittingen, waardoor de
Twentsche artikelen in verschillende soorten, als b.v.
ruwe en geverfde drills, ruwe ‘shirtings en goedkoope
geverfde en gestreepte goederen vrijwel geheel ver-

dron gen zijn.
1)
Het aandeel van Nederland in den to-

1)
Men vergelijkc hiermee de vélgende passage uit het Jaarverslag van dc Kamer van Koophandel en Fabrieken i’oor Rotterdam (pag. 127) : ,,Het gewicht, door Japan in

288

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

30
Maart 1927

taal-aanvoer van katoenen manufacturen in Ned.-In-

dië is dan ook in ‘cle laatste jaren geregeld gedaald en

bodroeg’dit volgens het laatste jaarverslag van de Inter-

nationale ‘Orecliet- & lilandeisvereeniging Rotterdam in:
1913 …………4534
pel.
1923 …………33
1924 …………27
1925 …………26

Het spreekt vanzelf, dat het op deze wijze verloren
afzetgebied
0
1) andere wijze ge’remplaceer d moest wol’-
‘den en blijkt u.it boveï’cstaande cijfers ook, dat cle
Twentsche industrie daarin wel geslaagd is, al heeft

zulks in vele gevallen waarschijnlijk groote moeite ge-

kost, daar voor het introduceeren van goederen op

nieuwe markten niet alleen dikwijls groote technische
veranderingen in de fabrieken moeten worden aange-

bracht, doch ook in de eerste jaren dikwijls prijsopof-
feringen noodig zijn.

Bij de steeds toenemende in’dustrialiseering van ‘de
Aziatiscie landen zullen ook de komende jaren nog

groote moeilijkheden voor den export van de vader-

landsche textielindustrie brengen en het is ‘dus zeker

te hopen, dat de uitvoermotgelijkheid naar andere lan-

den niet verder belemmerd wordt dan zulks tot nu toe
reed’s geschied is. In E’ngeisc’h-Indië ‘schijnt ‘de verhoo-

ging van ‘die sterk door •de Bombay-in-

dustrieelen werd gepropageerd, om zoodoende ee
grooter tegenwicht te krijgen tegen de Japan sche con-‘

current’ie, voorloopig van cle baan te zijn, doch in ver-
schillende Europeesche landen is ‘dit gevaar niet denk-

beeldig. Waar ook volgens de cijfers van ‘cle productie-
statistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek

procentsgewijze een steeds grooter gedeelte van do pro-
•ductie der katoenfabrieken voor export is bestemd, is

het zeker zaak te zorgen, dat de producti.evoorwaarden

in ons land ioo guustg mogelijk blijven, en cle bc-
cirijfsiosten, ‘die in verhouding tot de voo’roo:rlogsjaren

sterk zijn toegenomen, niet .o’nnoodig worden verhoogd.

IDe onmiddellijke vooruitzichten ‘der katoen industrie

zijn zeker in cle laatste niaanclen verbetert. Prijzen van

man u.factui’en zijn door cle zeer sterke dal i n.g van ka-

toenprjzen op een heel wat lager niveau ‘gekomen en

men beschouwt algemeen ‘de tegeiiwoordi.ge kostprijzen
wel koopwaardig. Er i’s meer ‘vertrouwen gekomen,
speciaal
0])
‘dc ove.rzeesche markten, terwijl voorraden

van man ufacturen bij cle afnemers, clie cle laatste
maanden al zeer weinig koc’hten, over het algemeen
niet groot zijn. Do meeste fabrieken zijn ‘clan oo’k vrij

goed bezet en vooral van Manchester luiden ‘de berich-
ten ‘heel wat, ‘beter dan men zulks sinds geruimen tijd

gewend was, De lagere kostprijs van manufacturen zal
ook zeker het verbruik van ruwe katoen stimuleeren

en zelfs in het afgeloopen ‘halfjaar, ‘toen gedeeltelijk
nog met dure grondstoffen gewerkt moest worden, is
zulks reeds het geval geweest. Volgen’s ‘cle statistiek

van de International Cotto’n Federation te Manches-
ter bedroeg het wereldverbruik aan ruwe katoen:
1.
Aug. 1924-31 Jan. 1.925

11.168.000 balen
1
,,

1925-31 ,,

1926

12.338.000
1
Feb. 192631
juli
1926

12.33.000
1
Aug. 1926-31 Jan. 1927

12.934.000
Waarschijnlijk zal in verbaild niet ‘de betere vraag
naar manufacturen het verbruik wel verder toenemen

de schaal der vrije Inc ische manict geworpen, blijft een
ernstige bedreiging voor onze Nederla’nclsche weefnijverheicl,
clie door hooge bonen en verminderde capaciteit, door den
verkorten arbeidsduur, een ongelijken strijd blijft voeren.
Dat verandering hoog noodig
is,
wil ‘de werkgelegenheid
in Twente niet sterk achteruitgaan, is om, duidelijk ge-
maakt door J. M. Keynes in cle door hem bekend gemaakte
gegevens over den arbeidstijd in de Japausche textie’lf a-
brieken, die bedroeg: tot Mei 1923, 132 uren per week,
daarna 120 uren per week, thans 113 uren pei’ week, ver-
deeicl
over
twee ploegen in oon’t.inu-‘bedrijf, di. dus 5634
werkuren per week voor elke ploeg.
Waar Japan bovendien het voordeel heeft van goedkoope
arbeidskrachten en electrische ‘krah’t, is het niet te ver-
wonderen, dat Nederland, met een 48.ur’ige werkweek, op
ilen duur veel te zwaar belast is.” [lIed.

en zal. ‘dan ook van Amei’i’kaansche katoen in het

loopencle seizoen meer versponnen worden clan zulks
.de laatste jaren liet geval was, zoodat ‘het oversèhot

uit den bumper-oogst 1926/27, die ten slotte wel circa

18 mullioen balen zal opleveren, niet zoo groot zal

zijn als men eerst had verwacht. Of ‘de betere ‘vraag

naar manufacturen zal aanhouden, zal waarschijnlijk

hoofdzakelijk afhangen vn den loop der katoenprij-
zen. Als ‘deze zich ongeveer op hot tegenwo.ordige
niveau blijven bewegen, zal ‘de consumptie van katoe-

nen manufacturen zeker toenemen; stijgen de prijzen
echter weer, zoo vermindert onmiddellijk de vraag en

het is voor de kato’enindustrie, die in de laatste jaren
zoo veel geleden heef t van de groote prijsfluctuaties
van het ruwe materiaal zeker te hopen, dat er nu ein-

delijk eens een tijdperld aanbreekt van stabiele prijzen

gepaard aan een bevredigende vraag naar manufac-

turen. ‘ J. G.

DE ECONOMISCHE TOESTANDEN VAN DEN DAG

IN CHINA.

Het is voorzeker een uiterst. moeilijke taak om in

clezo ‘dagen een overzicht te geven van de economische

toestanden in China en zoodoende de meest belang-

rijke veranderingen, welke ‘daar in ‘de laatste maanden

in handel, industrie en financiewezen hebben plaats
gevonden, eenigermate d irideljk ‘te maken. Feitelijk

kan men zeggen, dat ‘de toestand niet, rijp is voor een’i-

ge beschouwing op economisch gebied; doch aan den
anderen kant is het zeker, .dat zeer belangrijke ver-

anderingen, ook te midden van ‘den politieken chaos,
aan het plaats’grijpen zijn en. geboekstaafd dienen te

worden, ook al is men uit den aard der ‘zaak gedwo’n-

gen orn zich vooralsnog te bepalen tot een vrij oppër

vlakkige heschouwi tig ‘der diverse onderwerpen. Meer
gecleta i 1 leerde
betrrnmw bars
gegevens ontbreken ten
cenenmale. Boven.dlien staan wij op steeds verschui-

ven’de gronden en zou het weinig zin ‘hebben om onder

zulke omstaiidigheclen te preciseeren of ut te werken.

Ei’ is nog een an’dere groote moeilijkheid op den

weg van hen, die een oprechte voorstelling willen

geven, van ‘de toestanden in Ohi.na, en dlat is, ‘dat ‘deze
in werkelijkheid over het algemeen zoo ontzettend en onvergoelij’kbaar ongunsti.g zijn, dat het, er zeer dcii
schijn van heeft alsof do schrijver de zaken ‘door een.
buitengewoon zwartgalligen bril beschouwt, of zich
in zijn commentaar ‘door sterke persoonlijke gevoelens

laat leiden. Want geheel objectief, zonder commentaar
over ‘heden’claagsch Ohina schrijven, is ten eencnmale
ondoenlijk. Do terminologie, clie ons. ‘daarvoor ten

dienste ‘staat, is ontoereikend, en als wij’ ‘de naastbij-

komende termen gebruiken, zooals: regeering, bestuur,
minister, leger, politie, vel’dtocht, aanvoerder, partij,
vol ksgeest, ‘vakbeweging, staking, posten, student,

enz., enz., ‘dan roepen wij daarmede zulke totaal fou-
tieve voorstellingen ‘in hot leven, dat het geheele he-
i’ieht niets meer dan
één grove naisleidlin,g
woi’clt. Van-
daar ‘de vele misvattingeni, welke nog steeds omtrent

Ohina blijven bestaan, •die niet dan niet zeer veel
moeite en ‘dilcwijls onaangenaam aan doende oprecht-
heid uit ‘den weg te ruimen zijn.

Ptgene, waarmede ‘de wereld zich bijna uitsluitend
bezig houdt in verband met. China, nl. de krijgsver-

richtingen der ‘diverse partijhoofden, enz., is van het
allerminste belang. Daarvan ‘heeft, men toch in de
laatste jaren .genoeg ‘kunnen merken. Doch ‘het toeval

wil, .dat juist in •de jongste militaire verrichtingen

in zooverre tijdelijk eenige be’teekenis ligt, dat men er
een aanduiding in zou kunnen zien van den geogra-
fischen voortgang van het zgn. nationalisme in China,
althans de regeeringspartj, die het nationalisme tot

‘haar voornaamste leus ‘heeft gemaakt. Feitelijk is het
nationialisme, ôf in het geheel niet bestaand in China,
ôf reeds ‘door het gehee’le land verbreid, al naar dat

men ‘dozen term op wil vatten. Doch ‘hoe het ook opge-
vat wordt, er is een zekere nei.gin.g of politiek – een

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

soort Chineesch bolsjewisme – die de Zuidelijke partij
als drager en verspreider heeft en die in de laatste

maanden een iangzamen doch vrij zekeren voortgang

in het land heeft. gehad. Ik zal hieronder trachten in

het kort, onder diverse rubrieken aan te stippen, welke

economische uitworkingen er tot dusverre van te be-
speuren zijn geweest. Men houcle wei in liet oog, dat

er hier slechts sprake kan zijn van
voorloopige con-

clusies. In hoeverre deze tei’ prognose van de toekomst

kunnen cl ienen, beoordeele cle lezer zelf.

Handel.

Voor zooverre men nu reeds de aanduidingen heeft,

ziot het er zeker niet naar uit, of de ,,Chineesche ara-
dox” – uh. de rustige voortgang van den handel trots

de ergste politieke verwikkelingen – in het. loopende
jaar nog gehandhaafd zal blijven. De economische out-

‘richt.ing
01)
verscheidene plaatsen is te groot ge-

weest, en liet verlies aan koopkracht bij de bevolking

moet zich
eens laten gelden, hoe sterk zich ook de

compenseerende invloeden in dit kolossale land kun-

nen laten gelden. Vooral in deJangtse havens – van

.f.tsjang, Iiankou, Kiockiang, tot en met Nanking – is de achteruitgang der in- en uitvoerrechten reeds
aanmerkelijk geweest. Dit is ook zeer goed te begrij-
pen, daar de Zuidelijke partij, die thans die havens in
haar macht heeft, haar voortgang hoofdzakelijk be-

werkt door middel van de economische wapens: propa-

ganda, boycotts en stakingen, die zich zelf op den duur moeten wreken. Inderdaad is de partij er nog
niet in geslaagd om in een enkele der vele thans door

haar beheerde provincies veer een redehijken even-
urichtstoestand in het leven te roepen. rIOt ver in het
binnenland (dus waar het buitenlandsche element niet

in aanmerking komt) ondervindt de handel daarvan

den terugsiag.
Intusschen houdt the buitenlandsche handel in Ohina
zich oniedig met te redden wat er nog te redden valt,
hiopende op betere dagen. Hierbij treedt meer en meer
de nationahitei.t van het lianclelshuis op den voorgrond
dc ,,meest begunstigde natie” dreigt van een nivellee-

ringsterm in de traktaten over te gaan in een te.m

van werkelijke heteekonis. De wanhopige pogingen van
Engeland om, ten. koste van zijn eer en prestige (in

Oostersche en Oosterseh-geschooide oogen) zijn econo-
misch ,,disagio” in China ongedaan te maken, hebben
absoluut gefaald. De anti-Britscho stemming op te

3angtse en in de Zuidelijke havens is er eer erger
dan boter op geworden. Daar algemeen wordt aangeno-

men; dat de Britsche politiek hoofdzakelijk is geïnspi-
reerd door – of ten gunste van – zijn groote han-
telsbelangen, is het merkwaardig om te lezen, dat een
der magnaten van den Britschen handel in het Oosten,

liet conservatieve pariemen tslicl Sir Alfred Mond, zich
onlangs i.n een openbare speech uitliet als volgt.: ,,I

wish some of those pohitical gentlemen who are doing
no trade in China would leave the trade part to us.
We are all prepared to face the stress ‘of boycott and
to deal with the trade aspect. We know exactly hou’
to handle it. What we aak for is the support of our
Government in the protection of life and propert,y”.

S’cheepvaairt.

Terwijl de scheepvaart met het buitenland weinig
of geen nadeel heeft ondervonden, is de kust- en

:riviervaart in groote mate het kind van de rekening
geweest. Vooral de. vaart op de Jangtse heeft zooda-
nige belemmeringen ondervonden, .dat er in sommige
streken, met name op den boveuloop ‘dier rivier en in
de provincie Hoenan, haast niet meer van een gere-
gelde stoomvaart kan gesproken worden. Een opva]-
lende tragedie is geweest de ai.geheele stopzetti:ng van
de kustvaart onder Chineesche vlag. De van ouds be-kende China Me.rchants Steam Navigation Company
heeft haar geheele vloot van 31 stoomschepen (van om

en bij ‘de 1000 registerton) opgelegd en de equipage,
waaronder vele buitenlanders, afgeclankt. Daze maat-
schappij, clie al sedert jaren een dappere.n strijd voer-

cle tegen ‘de ontzettende handicaps, w’aaronder zij haar

bedrijf moest vooitzetten, voornamelijk de constante
willekeurige requisities en zelfs ,,prevent,ieve beslag-
leggingon” van de zijde der plaatselijke autoriteiten

in hun politiek geharrew’ar, – kon ‘het in de laatste

maanden niet meer bolwerken. Het is wel curieus, dat

deze eens zon bloeiende zuiver Chineesche stoomvaart-concern, cle trots van Li I-Ioeng-Tsjang, Y’oean Sje-kai

eu ancleie Chineeschest-aatslieden van vroeger, –

thans een ‘der eerste groote slachtoffers is geworden

van het ,,nati on ah sti sche” streven iii Ohina. Andere
kleine Chineesche kustvaa rt.rnaatsehappijen, waaron-

der eenige van -vrij goede – ook zuiver Ch’ineesche –

organisatie, zooals de ‘San Peh Company, moesten het
reeds veel eertle.r afleggen. Volgens laatste dagen ligt ‘de ‘geheele kustvaart vanuit Sjang-
hai thans vrijwel lam vanwege ‘de politieke staking.
Het is te vreezen, dat, wanneer deze afgeloopen zal

zijn, een veel ergere economische strijd zal voortko-

men uit de doos van .Pandora, waarmede de nationalis-

ten nu ook Sjangha’i begiftigd hebben.

Douane, surtaxes, enz.

Zooals men weet, is de Engeischo Inspecteur Ge-

neraal -cbr :Doicaiie onder vreemd beheer, Sir Francis

A.glen, genoodzaakt geweest om af te treden wegens
een verschil van meening met de regeeringspersonen

te Peking, omtrent ‘het al of niet innen -der zgn. sur-

.taxes door -den -douanedienst. Dere surtaxes, ten be-
drage van 50 opcenten op de invoerrechten op gewone

goederen en 100 of meer op ,,luxe-artikelen”, waren
reeds in 1921 hij de conferentie van Wahington. aan China toegezegd. De tarief-conferentie in het najaar

van 1925 te Peking bijeengekomen, kon echter niet
-de noodige uitvoering geven aan de daarmede in ver-

band staande tarief-herziening, en ‘dus bleef de zaak
nog hangende. In October 1026 echter gaf -de nationa-
hi’stische regeering te Kanton het voorbeeld om deze
surtaxes op eigen gezag plaatselijk te innen. D:it

voorbeeld werd elders gevolgd en oolc door de Kan-
tonneesche regeering, hij de uitbreiding van hun
macht over de centrale provincies, aldaar hestencligd.

Eindelijk besloot de regeering te Peking om te sur – taxes voor alle havens in China in te voeren zonder
de verdragsmogendheden daarin te kennen, en de in-

ning er van
01)
te dragen aan de douane onder vreemd

beheer. De Inspecteur generaal – Sir Francis

Aglen – had ‘hiertegen ernstige bezwaren, deels van

prncipieelen aard – daar hij zich niet wilde leenen
tot zoo’n verkrachting der verdragen en ook tech-
nisch niet competent ‘zou zijn om de surtaxes ‘door te

voeren tegen den wil van een der mogendheden – en

‘deels ap practische
– ‘gronden, ‘daar het vrij. zolder was

dat -de Kantonneesche regeeririg op krasse wijze tegen

den ‘douanedienst- zou optreden, indien het plan werd
door.gezet. De Peking regeerin’g bleef echtr ‘bij haar
standpunt en ontsloeg Sir F. Aglen van zijn ambt.
Sindsdien is toch van het ,,centra.io” plan afgezien en
worden de surtaxes in de verschillende havens door

‘de plaatselijke machthebber-s afzonderlijk geïnd.

Do handel van China heeft zoodoen-de definitief

zijn extra last- te dragen gekregen, en de extra op-
brengsten dienen als ,,onbezwaarde” belooning voor
ieder partijhoofd of. generaal, die zich -tijdelijk van

een of meer verdragshiavens meester kan maken. Het-
geen niet juist- een spoedig einde van de btu’geroor-
logen in het verschiet stelt. flet feit,. -dat de meeste
dor havens onder het Zuidelijk bewind zijn gekomen,
zal hierin, helaas, geen verschil maken, daar dese par
tij haar succes bijna uitsluitend te danken heeft ge-
had aan propaganda, ophitsing ”an -het gepeupel en
omkonperij der onderbevelhebbers. Dit is geen blij-
vende machtsuitoefening. Weldra zullen de militaire

stut-ten de hun ‘todgezegde belooniog komen opeischeu
en, hij liet onvermijdelijke ,,non possurnus”, zuileii zij
zich weer ,,o’nafhankelij’k” verklaren en liet lieve le’eii

begint
“CCI
opnieuw.

290

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

Leenirigen.

Het behoeft nauwelijks vermelding, dat deo buiten-
landsche leeningen van China in hooge mate den weer-

omstuit der chaotische toestanden hebben ondervon-

•den. Bovendien is het merkwaardig dat, terwijl de erg-

ste burgeroorlogen der voorafgaande jaren zeer weinig

invloed hebben gehad op den koers der •door de dou-

ane gewaarborgde leenin gen, ook deze nu niet meer

bestand blijken te zijn tegen de latere ontwikkelingen,

waarin het nationali.sme de overhand verkreeg. Van-

daar dat elk eenigszins belangrijk succes van de natio-
nalistische partij terstond gevolgd wordt door een

,,marking down” op de Londensche beurs van
alle.Chi-
neesche leeningen. Men heeft dus niet meer het vaste

vertrouwen van weleer, dat er onder alle omstandig-
heden op de douaneopbrerigst gerekend mag worden.

Wat betreft de tweede groote zekerheidstelling – de

zoutrechten -, deze zijn reeds zoo goed als geheel in

‘de wacht gesleept door ‘de plaatselijke machthebbers.

Van ‘de buiteulandsche leeningen van China zijn er nu
een zestal geheel in gebreke en noteeren slechts drie

boven de 60 pOt. De overige sleepen nog een precair

bestaan voort op koersen van 40 tot 50 pOt. Ook in

dit opzicht schijnt het dus niet dat de nationalistische

beweging de belangen der natie ten goede is gekomen.

Spoorwege’r.

Nog treuriger is het met de Spoorwegen in China

gesteld. Het is werkelijk geen overdrijving om te be-

weren, dat ‘deze vrijwel in hun laatste stadium van

verval zijn. Aan weg, werken of rollerid materieel
wordt geen ‘sou meer besteed dan strikt noodig om

eenige treinen per dag loopende te houden. Nog

slechts van drie spoorwegleeningen wordt de interest
uitgekeerd. doch ‘de koersen (alle beneden 50 pOt.),
waarop •de obligatiën staan, stemmen niet tot opti-

misme. Een vijftal andere spoorwegleeningen zijn nu
in gebreke, ‘doch de
lijnen
zijn nog in exploitatie op
de aangegeven manier.

Va7bewegir&g.

Daar de vakbeweging de groote specialiteit is van
•de Kantonneesche partij, wordt het een vraag van bij-

zondere beteekenis hoe ‘deze zaak door haar behandeld

is geworden ‘en welke resultaten ziJ
7
tot dusverre he-
haald heeft in het door haar sedert eenigen tijd be-

zette igebied. En ‘in ‘dit opzicht bestaat er een zeer
goed voorbeeld. De provincie Hoenan was een bijzon-
der bloeiende, prachtige streek met een nijvere bevol-

king, trotsch op hun superioriteit en hun provin-
cialen geest. Deze prov mcie was de eerste, welke de

Kantonneezen in hun opmarsc’h naar het Noorden
veroverden. Sindsdien hebben zij ruim tijd gehad om

te toonen wat zij er mede konden doen, temeer daar

de complicaties van het ‘buitenla.n’dsche element daar
zoo goed als niet bestonden. De geheele provincie

werd overgeleverd aan ‘de ,,vakbeweging” en, naar
het schijnt, is er geen poging gedaan om d’eze te be-
tëugelen ‘of binnen wettige grenzen te houden. Het

resultaat was, dat handel en landbouw binnen enkele
maanden vleugellam waren geslagen. Ondrageljtko

belastingen, waarvan de opbrengst (volgens de amb-
telijke schikking) gelijkelijk verdeeld werd tusschen ‘de regeering en ‘de vakbonden, de grofste willekeur

en intimidatie, wanbeheer en rechtsverkrachting, heb-
ben van de eens zoo bloeiende provincie een treu-
rig wrak gemaakt. Hoe ver de ,,vakbewegin’g” onder

het nationalistische bewind gaat, bewijst het feit, dat
in de provihcie Hoenan de gilde der roovers en ‘die
der prostitus met goedkeuring der autoriteiten tot

den algemeenen arbei’dersbond zijn toegetreden!
Rechtspraak over de leden van den bond wor’dt door ‘den bond zelf uitgeoefend. Volgens offici.eele gege-
vens
1)
hebben in de laatste vijf maanden de arbeiders
in de provincie deelgenomen aan 253 politieke demon-

1)
Bulletin of the Bureau of Economie Information,
26
Feb.
1927.

straties en hebben zij 108 stakingen georganiseerd,
welke alle succes hadden!

Als een concreet voorbeeld van hoever de eischen
der vakbonden gaan, diene het navolgend uittreksel-

tje uit een betrouwbare vertaling van een serie eischen

door ‘den ,,bon’d van employés van buitenlandsche ban-

ken” te Hankou onlangs aan de directies van ‘die ban-

ken gesteld.’) De eischen waren volstrekt niet als een
grap bedoeld.

Art. 4. De bank zal niet ‘in liquidatie gaan zonder
toestemming van ‘den bond…………………..

Art. 6. Voor elke twee uren overwerk zullen de
employés een dag extra loon ontvangen …………

Art. 7. Alle employ&s zullen de uniform van Dr.

Soen .Jat-sen dragen, op ko’sten van de bank…….
Art. 9. De employ6s zullen veertig dagen in het

jaar vacantie hebben en een extra maand verlof in

geval van overlijden of huwelijk van een familielid,
enz……………………………………..

Art. 12. Bij gelegenheid van het huwelijk of over-
lijden van een familielid ontvangt de employô 200

‘dollars: ………………………………….

Art. 13. Ongeschikt’hei’d door ziekte of lichaamsge-

breken geeft recht op vol salaris voor het leven…..

Art. 14. Pensioen: vol salaris na 20 jaar dienst,
enz., enz…………………………………

Art. 15. Na zeven jaar ‘dienst, een gratificatie van
een jaar salaris; •na 13 jaar dienst, gratificatie van

2 jaar salaris; na 18 jaar dienst, 3 jaar salaris, en-
zoovoort………………………………….

Art. 22. De employés kunnen van de bank eischen

afschaffing van alles wat zij nadeelig voor zichzelf
achten, zooals: verwarming, electrische ventilators,
couranten, 0n7…………………………….

Art. 27. Bij elk half-jaarlijksch opmaken der boe-

ken zullen alle employés recht hebben op drie maan-
den extra salaris………………………….

Art. 28. Tweemaal per jaar, ni. op 30 Juni en 31

December, zullen zij een maand extra salaris ont-
vangen…………………………………..

Art. 19. Deze condities zijn niet toepasselijk op ban-

ken, die genegen zijn om hun empl’oyés nog betere
voorwaarden toe te ‘staan…………………….

Het niet-humoristische in het bovenstaande ligt in
de aanduiding van den aard der voorspiegelingen,
waarmede de nationa.listen in China ‘hun voortgang

bewerken en van de mentaliteit waartoe de an’ders zoo

redelijke Chinees gebracht .kan worden ‘door hen, die

met kwistige hand zulke beloften uitdeelen. De taak
voor Jong ‘China weggelegd, om in zoo’n verbijstering

van zinnen en begrippen weer de eenvoudige waar-
hed’en naar voren te brengen, zal inderdaad niet licht

zijn! Tnos.
T.
H.
FERGUSON.
Genève, Maart 1927.

DLJMPING.

In het nummer van 9 Februari jl. maakten wiji reeds

terloops melding van het verschijnen van een voor de
Economische Conferentie van den Volkenbond ge-
schreven Memorandum over ,,’dumping”.
2)
De schrij-

North China Herald,
12
Feb.
1927.

Als een waardevol complement op het hier ‘besproken
Meniorairduin verscheen sindsdien, eveneens op instigatie
van den Volkenbond, een ,,Mémoire sur la législation de
clivers états concernant la protection contre le dumping, notamment le drimping des changes”. Men vindt in deze
documentatie een korte samenvatting der bestaande wet-
ten ‘tegen exportpremies, ,,dumpiug” en ,,valuta-dumping”.
Lcuiclen, clie een dergelijke wet bezitten,
zijn:
de Vereenig-
de ‘Staten van Amerika, Canada, Australië, Nieuw Zeeland,
Unie van Zuid-Afrika, Zwitserla.ad, Servië, Spanje, Frank-
rijk, J apa.n, België, Groot-Brittannië, Portugal, Polen, Oos-tenrijk en Tsjeoho-Slovakije.
Volgens cle samenvattenda conclusie van het Memoran-
dum zouden de anti-dumpingwetten in geheel Europa,

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

291

ver, Professor Jacob Viner, behoort op dit gebied on-
getwijfeld tot &in Van cle meest ter zake kundige geleer-

den. In 1922 verscheen van zijn hand een zeer uitge-

breid artikel over hetzelfde ‘onderwerp in ,,The Jour-

nal of Political Econorny” (XXX le halfjaar 1922)
terwijl een jaar later zijn boek ,,’dumping: a problern

in international trade” bij de Un.iversity of Chicago

Press, te Chicago, Illinois, het licht zag. Men kan het

onlangs verschenen Memorandum min of meer be-

schouwen als een samenvattende conclusie uit het

reeds eerder door den schrijver saanigebrachte feiten-

materiaal en de daaraaa.vastgekuoopte theorieën.
Aangezien men hier te lande de moeilijkheden, waar-

in bepaalde takken van industrie verkeeren, althans
ten deele aan ,,dumping” en •de daaraan in de verte
verwante verschijnselen als ,,valutadumping” en bui-
tenlandsche exportpremies toeschrijf’t, mag men ver-

wachten, dat ook onder de Noderlandsche afgevaar-

digden ter conferentie de noodige belangstelling voor

dit vraagstuk zal bestaan.

Professor Viner, die ,,durnping” definieert als:
ver-

koop naar het buitenland tegen lagere prijzen dan die,

welke ?nen onder volkomen dezelfde omstandigheden

op cle binnenlwadsche markt bedingt,
behandelt in zijn

Memorandum zoowel de maatregelen, die ieder land
afzonderlijk tegen ,,dumping” en daarmee in de verte

verwante verschijnselen (,,valutadumping” en export-
premies) zou kunnen nemen, als de mogelijkheden van

een internationale samenwerking.

Nationale maatregelen.

Bij het eerste vraagstuk dient men een scherp en-

derscheid te maken tussehen
duurzame
dumping en

verschijnselen van meer
tijdelijken
aard.

Zeer terecht wijst Prof. Viner erop, dat zij, die ge-
boven in de juistheid van de vrijhandeistheorie, trim-
mer kunnen ‘toestemmen in het nemen van bescher-

mende maatregelen tegen een
d’uurzam.en
goedkoopen

import; onverschillig, aan welke oorzaken deze lage
prijzen dienen te worden toegeschreven. Ongetwijfeld
kan een prijsverlaging van bepaalde importgoederen
tot moeilijkheden aanleiding geven, doch wanneer deze
lage prijzen inderdaad een min of meer duurzaam ka-

rakter dragen, dan dient het economisch leven van het
importland zich daaraan aan te passen en de bakens
dienovereenkomstig te verzetten. Een bescherming kan

dit proces slechts vertragen en offert de belangen van
de natie als geheel aan d.ie van een beperkte groep
van haar onderdanen.
De eerste vraag is dus deze: wanneer heeft ,,dump-
ing” een
duurzaam
karakter? – In ‘de eerste plaats,

wanneer de prijzen in het binnenland steunen op een
monopolie en de exportprijzen,
ofschoon lager dan den

gemiddeiclen kostprijs,
toch nog een nettowinst opleve-
ren; in de tweede plaats, wanneer de exportprijsen,
ofschoon lager dan den ge?nicldelden kostprijs,
tot een
zoodanige vergrooting van den afzet leiden, dat de kos-

Groot-Brittannië inbegrepen, evenals in de Vereenigde
Staten en Nieuw Zeeland feitelijk nooit •zijn toegepast. De
wetten van Canada, Australië en de Unie van Zuid-Afrika zouden derhalve de eenige czijn, die in de practijk tot een
belasbing van den ‘imort hebben geleid.
Inzake valuta-dumping concludeert de samensteller van
het Memorandum:
T.
dat België, Zwitserland, Canada, Australië en Nieuw Zeeland de eenige Janden zijn, die betrekkelijk werkzame
maatregelen hebben genomen om de nationale markt tegen
vi-eemcle valuta-concurrentie te beschermen;
dat de totale uitvoer van landen, waarvan de in-
dustrieën valuta-dumping in groeten omvang hebben toe-
gepast, verhoudingsgewijs slechts in geringe mate is be-
perkt door cle maatregelen, clie de vreemde landen tegen
cle valuta-dumping hebben genomen;
dat de staten, clie het meest tot den ‘internationalen
handel bijdragen, vooral de groote Europeesche staten, evenals Noord-Amerika en Japan, in het geheel niet tot
valuta-dump’ing over zijn gegaan, of, zooals bijv. Engeland,
zich er toe hebben beperkt tijdelijke maatregelen te nemen,
die slechts op enkele artikelen betrekking hadden.

ten per eenheid dalen en wel in die mate, dat de netto-

winst op de totale productie toch nog altijd grooter is

dan wanneer men alle goederen voor eenzelfden prijs

verkocht. In deze beide gevallen kan de ,,dumping”

tot ‘in het oneindige worden voortgezet en geeft zij
derhalve geen enkele
specifieke
reden tot bescherming.
Intusschen blijft de moeilijkheid een criterium te vin-

den, op grond waarvan men een
tijdelijke
prijsverla

ging van zulk een duurzame ,,dumping” zou kunnen

onderscheiden. Theoretisch is het maken van een der-

gelijk onderscheid zeer wel mogelijk, doch practisch
is het
vrijwel
uitgesloten, aangezien men over tal van
gegevens, den kostprijs en den afzet betreffende, zou
moeten beschikken, gegevens, ‘die de buitenlandsche

fabrikanten zeker niet goedschiks zullen verstrekken.

Nu verklaart Prof. Viner wel, dat, voorzoover hij
heeft kunnen nagaan de meeste gevallen van dumping
een
tijdelijk
karakter dragen en de bovengenoemde

twee gevallen derhalve tot de uitzonderingen behooren,
doch deze opvatting schijnt in strijd met de hier te lan-

de opgedane ervaring. Zoowel in het adres van de Ke-

ramische industrie (zie E.-S.B. van 6 October 1926,

blz. 882) als in het jongste rapport van den Nijverheids-

raad wordt er met nadruk op gewezen, dat vele takken
van industrie hier in Nederland juist van een duur-

zame ,,dumping” ‘hebben te lijden. Dit verschil van in-
zicht ‘zal er ongetwijfeld niet toe medewerken eenstem-
migheid omtrent de te nemen maatregelen te bevorde-
ren.

Zulk een overeenstemming zou ten opzichte van een
tijdelijke ,,dumping”, althans in principe, ongetwijfeld

mogelijk zijn. Immers, de vrijhandelaar erkent, dat zijn
leer slechts geldt op den langen duur en dat het wel
degelijk gewenscht kan zijn een tijdelijke, abnormaal

heftige concurrentie tegen te gaan. Zelfs voor de con-
sumenten kan dit van belang zijn. Wanneei de buiten-landsche industrie er in slaagt cle binnenlandsche pro-duceriten door tijdelijk lage prijzen te vernietigen, dan

zal de daarop volgende prijsstijging zelfs boven het
aanvankelijke niveau kunnen uitgaan.

Bij de maatregelen, clie mer tegen een dergelijke
,,dumping” in het belang van het land dient te nemen,

stelt Prof. Viner de Canadeesche wet in menig op-
zicht als een voorbeeld. Men blijft hiermee in de lijn’der
historie. De Canadeesche wet van 1904, gewijzigd in

1907 en later (1921) nog op eenige punten geamen-
deerd, is het prototype van alle thans bestaande anti-

dumping wetten. Zij bepaalt o.a., dat het verschil in
prijs tusschen vreemde goederen bestemd voor de na-
tionale markt en voor den export naar Canada, onder

overigens gelijke omstandigheden, minstens 5 pCt.
moet bedragen, wil er van tegenmaatregelen sprake
zijn. Bovendien is het maximumpercentage der be-

scherming vastgesteld op 15 pCt, ad valorem. Hoewel
deze wet in menig opzicht een geschikte basis biedt,
zou men haar toch op belangrijkê punten dienen te
amendeeren. In verband met het hierboven gezegde
zou men er een bepaling aan moeten toevoegen, en wel

den tijdsduur, gedurende welke de bescherming hoog-stens zou mogen gelden! Verder zou de wet niet auto-
matisch in werking gesteld moeten worden, doch zou de benadeelde industrie het bewijs dienen te leveren,

dat zij inderdaad door abnormale concurrentie en niet
door achterbijke productiemethoden of een verouderde
Organisatie in haar bestaan wordt bedreigd. In de der-
de plaats zou de Regeering dienen te beslissen of de
industrie van voldoende belang is, om bescherming te rechtvaardigen. Wij denken hier aan het onlangs in de
Tweede Kamer ter sprake gebrachte geval van de

Limburgsche Cement-industrie. De Minister stelde
zich daarbij terecht op ‘het standpunt, dat het niet

aangaat beschermende maatregelen te nemen ten bate
van een industrie, die voor nog geen 3 pCt. in de Ne-
derlandsche behoefte voorziet en die – zèlfs bij het in werking stellen van de nieuwe fabriek – het bin-
nenlandsch gebruik voor slechts één derde zou dekken.
Artikel 6 van de Canadeesche wet bevat een soortge-

292

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
Maart 1927

iijke rest.rictie.
rfeI.i
slotte zou men nog een extra re-

serve dienen te maken voor het geval cle geïmpor-
teerde goederen bestaan uit grondstoffen of laiffa-

brikaten, clie hier te lande geheel of gedeeltelijk, di-

rect of indirect voor don export worcleti verder ver-

werkt.

lIet bovenstaande geldt mutatis mutandis voor een,

met dumping vaak in 66n adem genoemd verschijosel,

de z.g. valutadumping. ‘) Daar men, wanneer cle tee-

kenen niet bedriegen, echter mag aannemen, dat deze

abnormaliteit voorloopig weer tot het verleden be-

hoort, meenen wij dit vraagstuk gevoegelijk te kunnen

laten rusten. Overigens client de wijze, waarop Prof.

Viner de wenschelijkheid en den omvang der bescher-

ming zou willen vaststellen, ongetwijfeld waardee-
ring. Prof. Viner baseert de grootte der eventueele be-

scherming, behalve op enkele van de hierboven ge-

noemde principes, op het
tempo
eti den omvang
van

de daling van het buitenlandsche ruiimid.del.

Resten nog de exportprenues. De moeilijkheid is

hier, dat deze premies over het algemeen een zeer

duurzaam karakter hebben, al bestaat natuurlijk in

principe de mogelijkheid, dat zij eik oogenblik wor-
den opgeheven. Daarbij komt, dat men met bescher-

inende maatregelen slechts ‘de bi nneniandsche ‘i’ndus-

trie beschermt voor zoover het clan binnenland’schen
afzet betreft. In vele gevallen ligt het zwaartepunt

echter bij den export. Men denke slechts aan scheeps-
bouw- en dokwerken in verband met de exportpremies

in Italië en de credietfaciliteiten in Engeland en

Duitsehland. Gaat men in dergelijke gevallen ook zelf

tot exportpremies over, dan weet men wei wanneer

men iDegint, maar niet, wanneer men eindigt.

Uit liet bovenstaande volgt, dat eenigsiins unifor-

me maatregelen slechts voor een zeer beperkt •aantal
gevallen mogelijk zuilen zijn. Daarbij mag men verwach-
ten, dat de overtuigde p.rotectionisten voortdurend

zullen trachten van een specifieke a,nti-dumping wet-

geving een reeks beschermende maatregelen in het

algemeen te maken,
terwijl
men andenzijds kan aan-

nemen, dat, deels uit reactie, vele vrjhandelaren, of-
schoon zij in abstracto de juistheid van bepaalde be-

schermende maatregelen erkennen, in feite geneigd

zullen blijken de vrjhandelspolitiek door te voeren,

ook in geval van een tijdelijke ,,clurnping”, van-
neer een dergelijke politiek geen steun meer vindt in

cle theorie.

Interno,t’ionale
0V
ereen1C0?aS.te?,.

Sehijat de kans op overeenstemming hij het nemen

van
no,tionale
maatregelen al gering, voor
inter-

nationale
overeenkomsten lijkt de mogelijkheid op

eensgezindheid nog aanzienlijk kleiner. Immers, op

een enkele, meer theoretisch mogelijke clan practisch
voorkomende, uitzoi den n g ria, bestaan de bezwaren

tegen dumping uitsluitend in het land van import.
Voor het land van export is ,,dumping” in den regel

(absoluut of relatief) voordeelig. De historie kent dan

ook slechts twee gevallen van internationale samen-
werking. Het eerste is ‘de in vele handelsverrlragen
voorkomende clausule niet tot exportprernies te zullen

overgaan, het tweede is de internationale Suikercon-
vent ie. De beteelcenis der eerstgenoemde verdragen,
hoe wenschaljk zij op zich zelf beschouwd ook mogen
zijn, is echter relatief gering. Immers, de genoemde

overeenkomsten beperkten zich uitsluitend tot de
twee hij het verdrag betrokken landen en tot 66n
enkel met name genoemd geval. Daarentegen ging

de Brusselsche Sui’kerconventie een stap verder: zij
omvatte meerdere landen en schreef bovendien voor,
om suiker uit landen, die een premie betaalden, te
treffen, hetzij door eell invoerverbod, hetzij door het
heffen van compensatorische rechten. Zelfs st.reefde

1)
Aangezien cle
oorzaken
van beide verschijnselen we.zen-
lijk verschillen, is een
duurza.rne
,,valiitacliirnping”, in tegen-
stelling niet een duurzame
,,dum.pixg”
in den eigeulijken zin van ht woord, bij voorbaat uitgesloteii.

zij ernaar de oorzaken weg te nemen, die – 661: zon-
der exportpremie – leidden tot den uitvoer van suiker

togen ,,clumpingprijzen”, door de heffing van gewone

i ivoerrechteo op buitenianclsche suiker te beperken.
Prof. Vincr wijst er echter op, dat de omstandigheden,

die tot cle Conventie aanleiding gaven, bijzonder gun-

stig waren, terwijl hij zich zeer sceptseh betoont ten

Opzichte van een eveutueele vorni euwi ng. Daar de

Noderlandsche regeering zich ‘niet gaarne aan een

mogelijk échec zal blootstelien, blijft het bovendien de

vraag, ‘van welk land het overigens zeer gewenschte

initiatief in deze zou moeten uitgaan.

De kans, dat de Economische Conferentie, voor zoo-

ver het ,,dumping” betreft, tot con positief resultaat

al komen, schijnt dan ook zeer ger.ing. Slechts in twee

opzichten suggereert Prof. Viner cle mogelijkheid en

cle wensehelijkheicl van een algemeene internationale

samenwerking en wel, ie waar het geldt een dumping-

strijd tusschen meerci ere landen op een bepaalde markt,

clie zelf bij het nemen van beschermende maatregelen

geen belang heeft, onmogelijk te maken en 2e. waar

‘het geldt elkan’d’er inlichtingen te verschaffen over
kostprijzen, afzet, verkoopmethodes e.d. In het eerste

geval mag men echter met reden verwachten, dat de

betrokken industrieën zelf vroeg of laat tot overeen-

stemming zuilen geraken. Een typisch voorbeeld hier-

van is het onlangs tot stand gekomen stalen-buizen-

syndicaat. Ook de strijd om de Nedenlandsche markt

tusschen de Duitsche en de Belgische cementindus-

trie, waarover wij in een ander verband hierboven

reeds spraken, zal vroeg of laat wei door een meer of

minder bindende overeenkomst tussehen de betrokken
industrieën zelf tot oplossing worden gebracht. Voor

staatsinmenging zien wij hier derhalve, in tegenstel-

ling met Prof. Viner, geen enkele gegronde reden.
Wat ten ‘slotte het tw’eede geval betreft: de manier,

waarop Amerika indertijd gemeend heeft inlichtingen

inzake kostprijzen, verkoopmet’hodes e.t.q. te mogen

eischen, maakt het aan’/aarden van een ‘dergelijk voor-

• stel, mede in verband met de mogelijkheid om ‘de op

deze wijze verkregen gegevens te gebruiken, ‘niet alleen
tegen dumping, doch ook in den normalen concurren-

tiestrijd, reeds bij voorbaat onwaarschijnlijk. Mocht het

inderdaad tot een dergelijk voorstel komen, dan zou
dit voor klei,ne landen, zooals Nederland, ongetwijfeld
onaannemelijk zijn. T-Jet geldt hier: cave canem!

Februari 1921.

.

S. POSTHWIA.

DE ARBEIDERSBANKEN-BEWEGING IN DE

VERENIGDE STATEN.

T.

hoewel eerst sinds weinige jaren bestaande, heeft
in Amerika de zogenaamde ,,iabor banking niove-
ment” reeds bewezen van hoe grote betekenis zij zal

kunnen zijn voor het bedrijfsleven. Al is ook in Euro-
pa de, zij het op enigszins andere basis ontworpen,
arbeidersbank niet geheel onbekend,’) zo dragen toch

de arheidersbanken in de Verenigde. Staten een ge-
heel eigen kai’alcter, en kunnen zij staat maken op een
zo belangwekkende ontwikkeling, dat het niet onge-
wenst schijnt, in deze kolommen een korte beschou-
wing aan ‘dit. hier te lande nog te weinig bekende on-

derwerp te wijden.

De arbeidersbanken-beweging in de Verenigde Sta-
ten dateert van 1920 en is dus tans nog slechts zeven
jaar oud. Begonnen in Mei van dat jaar, met de op-
richting van de Mount Vernon Bank in Washington,
D.C. heeft zij zich zodanig uitgebreid dat begin 1926
niet minder dan 36 arbeidersbanken, over de gehele

Unie verspreid, met gezamenlike beschikbare micide-
len van honderdvijftien millioen dollars, het bankbe-

drijf uitoefenden. ‘Sindsdien is dit aantal en zijn ook
de middelen, nog belangrijk aangegroei’d.

Wij noemen o.a. iie ,,Arbeiter-Bank
A.
G.” te Wee-
nen, onder presiclitini van Dr. Karl Ren ner.

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

293

De a hei d eishanken zij ii in h oofcl zaak opgebouwd

op het beginsel van de eredie’tvc’reniging : bevorclerig

van het stoffclik welzijn van de betrokkenen, n jet zui-

ver winstbejag, is richtsnoer voor hun financiële poi.i-

tiek. Zij zijn beide doortrokken van dezelfde gemeen-
schapsgeest. Beider 1 ejders zijn vaak dezelfde perso-

nen.

Dank zij de onvermoei.de werkzaamheid van :Desjar-

dins,
2)
clie zich hierin een waardig navolgor toonde

van zijn vermaarde voorgangers Raiffeisen en Schul-

ze-Delitzsch en dank zij de steun die hij daarbij van

de zijde der geestelikheid mocht ondervinden, mede

als gevolg van de op gelijksoortig doel gerichte po-

gingen van zijn tijdgenoteii en opvolgers Filene, Hill
en Hamm (Russeil Sage Foundation), heeft het ere-
clietverenigingswezen in de Verenigde Staten, het-

welk in 1909 met de oprichting van ,,La Ca.isse Popu-

laire St. Marie” in Manchester, New Hampshire, een

aanvang nam, zich in een gestadige ontwikkeling mo-

gen verheugen.
3)

Eerst in 1920, geruime tijd nadat cle credietver-

eniging zijn deugdelikheid op de meest overtuigende

wijze door een lang tijdperk van welslagen bewezen

had, kwamen de arheidersleiders op het denkbeeld, de
idee dor crediet,vereniging meer dan tot dusverre aan

de arbeidersbelangen dienstbaar te maken. Het inzicht
dat de tot dusverre gevoerde negatieve politiek van
de georganizeerde arbeiders noodzakelik door een op-
bouwende moest vervangen worden, had h i ertoe klaar-

bljkelik aangezet.
4)

De i.dee ,,arbeiders-bankwezen” maakte op een at-

beidersconferentie, gehouden in Februarie 1920 te
Chicago, voor ‘t eerst een punt van bespreking uit.

De oprichting van arbeidersbanken is het gevolg
geweest.

De arbeiclersbanken hebben hun sociale opvatting,
hun gemeenschapsgeest, en hun zedelik streven met

de credietvereniging gemeen. Het zijn echter geen
zuivere coöpe:ratieve verenigingen en sterker nog on-
derscheiden zij zich van de credietverenigingen door
de aanvaarding van een constructief strijdprogramma.
Als rechtsvorm kiezen zij steeds die van de in het
particuliere bedrij fsl even staan cle bankorganisatie, die

van de National of State Bank, welke rechtsvorm hen
in staat stelt het bankwezen in al zijn verscheidenheid
uit te oefenen, en hen bovendien het aanzien van een

volwaardige bank verzelcert. Niet in de rechtsvorm,
maar in de statuten, is het coöperatief karakter van
de bank vastgelegd. De arbeidersbanken zijn steeds opgericht en blijven ook verder werkzaam onder de auspiciën van een vak-

vereniging, welke zi eb bi jvencl control e verzekert
door het, bezit van 51 pOt. van het aandelenkapitaal.
i)e overige aandelen worden onder •de leden van cle
vakvereniging geplaatst. De plaatsing wordt verge-

makkelikt door de uitgifte van kleine coupures ($ 10
tot $ 50) of door betaling in termijnen toe te staan.
liet dividend is, volgens cle statuten, in de regel
tot 1 pOt, of S pOt., in enkele gevallen tot 10 pOt.,

Zo hebben Dr.
Mc.
Galeb, de voormalige leider van
de Biotherhood Bank en de tegenwoordige leider van de
Federated Trtist Cornpany en Warren S. Stone, chairman
van de ]Srotherliood Bank, deel gehad aan de oprichting
van verscheidene credietverenigiugen, en was beider nasm verhoii den naii dc, inmiddels weder ontbonden, ,,National
Association on Credit Union Banks’.
jt an Desjardi ns een Canadees journalist, geboorti.g uit Levis (Qnebec) komt het vaderschap toe van de Ame.
r ikaati se ciedietveren igilig.
Zi(
,
,
voor een beschrijving van het Amerikaanse ere-
d ietverenigingswezen : Boy P. Bergengren, Cooperati ve
Banking. a Credit Union Bonk, New York
1 923.
Zie Sidney Fihihaan, The Labor :I3aiiking Movenient
in the United States. An address before the Academy of
politic-al Science in the City of New York, New York
192.,
p. 114.

beperkt en voor het bech-ag dat de jaarlikse winst het
totaal der dividenduitkeringen te hoven gaat, wordt

aan de cl epos i to- en rekening-courant-houders buiten
de hen. toekornende vaste rente, een coöperatief divi-
deuci uitgekeerd.

De banken stellen hun deui’eu open voor het gehele
pu.hliék zij zijn in dit opzicht niet zuiver coöperati.ef.

Slechts een gedeelte •der cleposito- en der rekening-

courant-houders zijn leden van de betreffende vak-
vereniging.
1)
Arbeiders, behorende tot vakverenigin-

gen, welke nog niet tot de oprichting van banken zijn

overgegaan, of zij die in hot geheel niet
hij
vakver enigingen zijn aangesloten, de winkelstand, cle vrije

beroepen, maar ook industrie en handel, voor zover

deze met het streven van de arbeidersbank sympathi-

seren, of •die door haar bemiddeling accomodatie heb-
ben genoten, in het algemeen ,,labor and friends of labor” en voorts al diegenen op wie de in het alge-

meen hoge rentevoet aantrekkingskracht uitoefent,

vormen het merendeel der rekening-courant- en depo-
sito-houders. Ook de gelden van de vakverenigingen
staan bij de iirbeidershanken uit.

Kenmerkend voor het merendeel der rekening-hou-

ders is, dat hun individueel spaarvermogen gering,
hun collectief spaarvermogen belangrijk, hun toekom-

stig collectief spaarvermogen, indien
zij
zich van de
economiese macht bewust. worden, welke het arbei-

derskapitaal zou kunnen vertegenwoordigen, indien
het doelmatig geconcentreerd en verstandig geleid
– werd, vrjse1 aan ‘geen grenzen gebonden is.
‘2)
Dat in
dit opzicht de arbeidersbank een snellere groei. kan

doormaken dan men in het algemeen van de particu-

liere bank verwachten kan, is wel bewezen door de
zeer snelle jaarlikse toename in cle deposito’s der ar-
boidersbanken, een toename in sommige gevallen van
100 pOt. en meer in één enkel jaar, en ook door do

sterke aanzwelli’ng der deposito’s wanneer de verwe-
zenliking van een voor de arbeiders belangrijk plan
op het spel staat.

Het is dan ook juist de verdienste van de arbeiders-
banic dat zij de arbeider, in sterkere mate nog dan de
spaarbank of eredietvereniging tot sparen aanzet,

waarbij zij zich met vrucht van de bemiddeling der
vakvereniging bedienen kan. In de zeer sterke prikkel

tot sparen welke van haar uitgaat en in de concen-

tratie van braak liggende spaargelden, welke zij be-
werkstelligt, is allereerst het economies nut. van de

arheidersbank gelegen.

Produetief in de beste zin, moreel verheffend, is
ook haar eredietpolitiek.

Oredieten, welke met speeulatieve oogmerken wor-
den aangevraagd, of welke tegen een maatschappelik
of arbeidersbelang indru.isen, worden systematies ge-
weige.rcl.

Naar de oplossing is gezocht van het voorschot-
‘vraagstuk.

Door een onderzoek, ingesteld door de Russell Sage

Foundation, en zich uitstrelcicende over een tijdperk
van veertien jaar, is komen vast te staan, dat in de

Verenigde Staten het voorsehotbedrjf, gekenmerkt
door zeer kleine eredieten van sterk individueel Ica-
rakter, indien het op commerciële grondslag ‘door een
bank of geldiener wordt uitgeoefend, slechts renda-
bel is indien over ‘de verstrekte voorschotten een rente
van minstens 42 püt. per jaar vergoed wordt. In wei’-kelikheid was cle door particuliere woekeraars bere-
kende rente in cle regel zeer veel hoger.

Bij de Brotherhood Bank
14
l)Ct.; hij de Washington
Bank
20
pCt. Boeckel, Lnboui”s Moiiey, London
1924, p 113
.13ij de Amalganiated Bank, volgens ons perSooiilik ver-
strekte gegevens, ca.
20
pCt
De financier Otto II. Kahn heeft ieecls gewezen op
de financiële kracht, welke door enkele niillioeneii arbei-
ders, bij een spaarvermogen van
$ 1.—
pci’ week, na ver-
loop van tijd kan worden ontwikkeld. Het gemiddeld spaar-
vermogen van de bij vakverenigingen aangesloten arbei-
ders is belangrijk groter gebleken clan
$ L—
per week

294

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

30 Maart 1927

De credietvereniging op den voet. volgend, hebben

ook de arbeidersbanken allereerst het voorschotvraag-

stuk in studie genomen en zijn zij er inderdaad in

geslaagd dit vraagstuk bevredigend op te loss?n.

De reden dat de arbeidersbanken, evenals de crediet-

verenigingen, deze soort credietverlening met. succes

kunnen beoefenen, waar anderen hebben gefaald, is al-

lereerst te wijten aan de betrouwbare inlichtingendienst

waarover de arbeidersbank door de vakvereniging en

haar leden de beschikking heeft. De zodoende verkre-

gen zekerheid ten aanzien van de betrouwbaarheid van

de .geldnemer wordt verder niet weinig versterkt door

het . endossement van twee te goeder trouw bekend

staande borgen. De eer van de betrokkene, zijn naam

in zijn onmiddellike omgeving, is met de stipte terug

betaling der gelden gemoeid. De schuld is een vrien-

den-, geen woekerschuld.

Tot dusver zijn verliezen uit hoofde van wanpres-

tatie •dan ook nagenoeg geheel achterwege gebleven.

Schuldenaren worden bovendien, na terugbetaling

van de door hen geleende bedragen, in de regel depo-
sito-houders.

Een tweede reden, welke de arbeidersbank tot

dienstverrichtingen tegen geringe vergoeding in staat

stelt, hoewel deze slechts tegen een zeer belangrijke

beloning door een gewone bank zouden kunnen wor-

den gepresteerd, is de omstandigheid dat de ,,over-

head charges” der arbeidersbank, met name de repre-
sentatie-kosten en de salariëring van het ‘hogere per-
soneel, binnen enge grenzen worden gehouden. In dit

opzicht vertoont de arbeidersbank een sterke overeen-

komst met de credietvereniging.

In het algemeen wordt ‘tans tegen een redelike

rente – variërend van 6 tot 8 pOt. – accomodatie

verleend, alt.ans in gevallen, waarbij de aard der om-
standigheden en de persoon van •de betrokkene deze

hulp rechtvaardigt, mits voorts twee vrienden zich

door het zetten van hun handtekening tot borgstel-

ling verplichten.

De verstrekte voorschotten zullen in het algemeen
ten doel hebben achteruitgang in individueele wel-

stand te voorkomen of welstandstoename te bevorde-

ren en zij zullen in karakter dus met de door crediet-

verenigingen verstrekte voorschotten een sterke over-
eenkomst vertonen. Behalve winkelnering-, ziekte- en

soortgelijke voorschotten, worden credieten verleend

voor ‘de aankoop van wintervoorraden en van artike-
len, welke bij voorkeur op afbetaling plegen gekocht te worden. Aangezien bij ‘koop op aîbetaling, volgens een
onderzoek ingesteld door de Federal Trade Oommis-

sion, gemiddeld 16 pOt. ‘boven de contante waarde der
goederen moet. worden betaald, is de rentebesparing,
die op deze wijze verkregen wordt, niet oiibelangrjk.

Voorschotten van deze aard vormen in de regel
echter een kleine minderheid van het totaal der uit-
staande gelden. Niettemin is hun economies nut zeer
groot. Odk zou .hun gangbare aanduiding als ,,con-
sumptie-credieten” licht tot misverstand kunnen aan-
leiding geven. Het economies nut van deze soort ore-
dieten toch is niet af te meten aan het totaal van de

aldus uitstaande bedragen, maar veeleer aan het aantal
gezinnen dat er profijt van trekt en aan de productief-

menselike kracht, die zodoende voor achteruitgang
wordt behoed. Daar het veld van dg arbeidersbanken
zich niet alleen uitstrekt over de leden van de vakver-

enigingen, maar zelfs ver daarbuiten, zullen zij in dit
opzicht een belangrijke rol vervullen kunnen.

Afgezien van de boven beschreven voorschotten

voorzien de arbeidersbanken ook in de credietbehoef-
tea van de winkelstand en de kleinhandel en van de
coöperatieve verenigingen, (wat de laatste betreft
tegen iets lagere dan de voor anderen geldende rente-

voet), terwijl
vooral de grotere arbeidersbanken zich

in belangrijke mate met handels- en industriële cre-

die’ten bezig houden.

Het wapen van de arbeidersban’ken is het grotere

industriële crediet. Hun strijdprogramma is hierop

geconcentreerd. Oredieten worden verleend aan in-

dutriën, nadat gebleken is, dat de lonen en ver-
zorging der aldaar werkende arbeiders aan redelike
eisen voldoen. Industriën, welke in
tijden
van loon-
staking doorwerken op basis van’ v.akverenigings-

lonen, zijn in enkele gevallen financieël gesteund.

Getracht wordt door aandelenbezit controle te ver-

krijgen in en tot de exploitatie over te gaan van mij-

nen en industriën, met het bezit waarvan grote arbei-

dersbelangen gemoeid zijn.
1)
in ‘samenwerking met
de arbeidersbanken zijn voorts ,,investment-trusts”

opgericht, die de gezamenlike beleggingen der deel-

nemers ter bevordering van arbeidersbelangen en tot

het oprichten van ‘door en voor arbeiders bestuurde
industriën aanwenden.

Het is duidelik, dat het arbeidersbelang niet nood-
zakelik met het economies belang behoeft overeen te

komen en dat er, om deze reden, in de invloed van de

arbeidersbanken op het bedrijfsiven een zeker gevaar

kan ‘schuilen. Tot dusver echter was het gematigd op-
treden der arbeiders oorzaak, ‘dat hiervoor geen vrees

behoefde te bestaan. Het verkrijgen van overwegend

arbeiderscontrole in industriën heeft integendeel in

de meeste gevallen geleid tot doelmatiger exploitatie

door verhoging van de arbeid’sintensiviteit. Ook is
het ‘voorgekomen ‘dat leiders ‘der in de arbeidersmacht

overgaande ondernemingen werden gehandhaafd, in-

dien zij ‘bekwaam bleken. In het algemeen is wel ge-

bleken dat de arbeiderspolitiek ten aanzien van deze

ontwikkeling van inzicht getuigt en opbouwend con-
tact tussen ondernemer en arbeiders in de meeste ge-

vallen niet uitsluit. Deze politiek is in overeenstem-

ming met het karakter der arbeidsbeweging in de Ver-
enigde Staten, welke over het algemeen weinig radi-
kale tendenzen vertoont.

IV.

De vraag is vaak opgeworpen of de aard der door
cle arbeidersbanken verleende credieten en het karak-
ter van de bij hen uitstaande gelden, geen gevaar op-

leveren voor de handhaving van ‘hun likwiditeit. in-

derdaad zou een oppervlakkige beoordeling het ver-

moeden kunnen wekken dat er van een grote eenzij-

digheid zowel ten opzichte van de aard der verstrekte
credieten als ten aanzien van het karakter der deposi-to’s sprake zou zijn.

Bij nader inzien blijkt er echter een belangrijke
verscheidenheid in deposito’s en credieten te bestaan.
Wij hebben er reeds op gewezen ‘dat de leden van

de vakvereniging over het algemeen slechts een ge-
deelte van de deposito’s hebben aangebracht, zodat
zelfs bij een algemene staking van de leden der be-treffende vakvereniging er nog van geen angstwek-

kende onttrekking van gelden sprake behoeft. te zijn.
De invloed van stakingen op ‘de arbeidersban’ken heeft
men inmiddels kunnen nagaan bij’ de mijnwerkers-
staking van 1922. De arbeidersbanken in Pennsyl-
vania, gelegen in een gebied dat geheel afhankelik is
van de
mijnbouw,
hebben zonder uitzondering de druk
van deze zic’h over vijf maanden uitstrekkende staking
met succes weerstaan.

Bovendien, ook hierop wezen wij reeds, is de morele
band tussen de bank en de kleine credietnemer zo

sterk, dat gevallen van wanprestatie tot de uitzonde-
ringen behoren en de arbeidersbanken in het’ alge-meen zich op een voor een partikuliere bank benij-denswaardige staat van dubieuze vorderingen kun-
nen beroemen.
Over het algemeen blijken deposito- en rekening-

courant-houders der arbeidersbanken uit zeer ver-
schillende elementen te bestaan. De meer dan 13000

depositohouders der Amalgamated Bank bv. vertegen-

1)
Aldus werd o.m. in
1922
controle verkregen in de Philadelphia Rapid Transit Company en werden door de
arbeiders in hetzelfde jaar de ,,Coal River Collieries” in
exploitatie genomen.

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

295

woordigen honderden beroepen en industriën van zeer

gevarieerd karakter. Ook de vakverenigingsieden zelf
zijn vaak over de gehele Unie verspreid en als gevolg

van de door hen gevoerde propaganda trekken de

arbeidorsbanken deposito’s aan en staan zij in reke-

ning-courant-verkeer met personen uit elke Staat

van de Unie en zelfs van ver daarbuiten. De Brother-

hood Bank heeft onder zijn rekening-houders zelfs

personen uit Anchorage in Alaska, Quiche in Guata-

mala, Mexico City, Leitrim in Ierland, l’arijs en

Berlijn. ,,Banking by mail” is bij de arbeidersbanken

zeer sterk ontwikkeld.

Het valt niet te ontkennen dat het gevaar voor de

likwiditeit van de arbeidersbank in het industriële of
grotere handelscrediet is gelegen.
In verband met de rol die aan dit crediet in het
arbeidsprogramma is toebedeeld, ligt het vermoeden
voor de hand dat niet allereerst de rentabiliteit en de
soliditeit van de te financieren onderneming, maar

veeleer het door de steunverlening te verwezenliken

arbeidsideaal bij de beslissing omtrent een te ver-

lenen crediet de doorslag geeft. Uit de aard der

zaak zullen daarom aan het verantwoordelikheidsge-

voel en de bekwaamheid van de leiders hoge eisen

gesteld moeten worden.
De praktijk in do afgelopen jaren heeft echter

e
bewezn dat de leiders van het arbeidsbankwezen zich
hun verantwoordelikheid ten volle bewust zijn. Al
moge het waar zijn dat het arbeidersbankwezen, even-
als het credietverenigingswezen, personen aantrekt

van idealistiese gezindheid, over het algemeen heb-
ben de leiders bewezen dicht genoeg bij de praktijk

te staan om de vraagstukken, welke zich in dit ver-band voordeden, met voldoende objectiviteit te be-

schouwen. Aan de andere kant heeft zich het arbeiders-

bankwezen, juist door de op deze wijze verkregen
selectie, kunnen verzekeren van bekwame en kundige
‘krachten, waarvan verscheidene voordien leidende
functies hebben bekleed in ‘het particuliere bedrijfs

leven, en die vaak bereid bleken, in het belang van
het door hen nagestreefde ‘doel, zich persoonlike offers

te getroosten.
De bekwaamheid der leiding zal echter, wellicht in
nog meerdere mate dan dit bij de in het particuliere
bedrijfsleven staande bank het geval is, de grondslag moeten zijn waarop het arbeidersbankwezen is opge-

bouwd.
V.

De kapitaalkracht der arbeidersbanken, in verhou-

ding tot die van ce in het particuliere bedrijfsleven
werkzame banken, is betrekkelik gering. Het geza-

menlik kapitaal der arbeidersbanken bedraagt ver-
moedelik niet veel meer dan 1 pOt. van het ‘in de
Verenigde Staten belegde bankkapitaal.
In verhouding tot hun kapitaaikracht spelen zij
echter een rol van betekenis en men mag verwachten
dat deze in belangrijkheid in de toekomst nog zal

toenemen.
Door hun sociale opvatting en morele strekking zul-
len zij’ een uitwerking ten goede op het bedrijfsleven
kunnen uitoefenen. De arbeidersbanken toch staan
niet naast, doch in de praktijk. Met de in het par-
ticuliere bedrijfsleven werkzame banken onderhouden
zij een geregeld verkeer. Alvorens tot de oprichting

van de eerste arbeidersbank, de Mount Vernon Bank
in Washington, werd overgegaan, heeft de vakver-
eniging van de machinisten zich door ‘aandelenbezit
controle verzekerd van de Commercial National Bank,
een reeds bestaand, op commerciële grondslag gedre-
ven, bankbedrijf, en hebben twee van hun leiders,
een jaar lang, als commissarissen van deze ban’k, het
bankbedrijf in •de praktijk beoefend. De banden met
de Oommercial National Bank en daardoor met de
verdere bankwereld, zijn ook na 1920 onverminderd
blijven bestaan. Op gelijke wijze heeft de Brother-hood Bank zich reeds bij’ haar oprichting ‘de steun
verzekerd van de Empire Trust Oompany.
i)e particuliere banken van hun kant hebben veel-

”uldig gebruik gemaakt van de bemiddeling van de

Amalgamateci Bank of New York, die ten dienste
van de leden van de vakvereniging der ,,Clothing

Workers”, meest Russiese en Poolse emigranten, reeds

in 1920 de overmaking van gelden in vaste valuta

naar Rusland voortreffelik georgaiaizeerd had.

De arbeidersbanken hebben de arbeider met het
bankbedrijf vertrouwd gemaakt, oefenen een zeer

sterke prikkel tot sparen uit, niet slechts in hun on-

middel like omgeving, maar ver daarbuiten, en hebben

in sterkere mate dan de credietverenigingen bijgedra

gen tot de concentratie van braakliggende spaargel-

den en zodoende tot derzelvev productief gebruik.

Zij hebben, steunende op hun vakverenigingen, de

verlening van het zg. consumptiecrediet en het ver-
strekken van kleinere bedrijfsvoorschotten voortref-
felik georganizeerd.
Door de aanvaarding van een strijdpr.ogramma gaan

de arbeidersbanken een andere ontwikkeling tegemoet
dan de credietverenigingen, spaarbankbn en andere

instituten, waarmede zij de bevordering van het stof
felik welzijn der betrokkenen als doelstelling gemeen

hebben. Immers hierdoor zullen zij steeds meer met
het werkelike
bedrijfsleven
in aanraking komen, en
zal de praktijk van dit
bedrijfsleven
hen meer en
meer voor dezelfde vraagstukken stellen, waarvoor
tans het particuliere bankwezen bij’ voortduring to
staan komt. Het is niet onmogelik dat zij, onder in-
vloed van dit contact, hun arbeids-karakter meer en
meer verliezen zullen en zich in wezen als kapitalis-

tiese instituten zullen ontwikkelen. Hand in hand
hiermede zou de verhouding van ,,’arbeid” tot ,,kapi-
taal” verandering kunnen ondergaan. O.a. Dr. Ore-

gory schijnt een ontwikkeling in ‘deze richting te
verwachten.
1)

Aan de andere kant zou de arbeidersbank het mid-
del kunnen worden waardoor het arbeidsvraagstuk
langs evolutionnaire weg tot oplosaing zou kunnen

komen.
‘De tijd zal moeten leren in hoeverre deze voorspel-
lingen in de toekomst zullen worden bewaarheid.

GERLOF VERWEY.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE HANDELSVERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE

SOVJET ALS INSTRUMENTEN VOOR DE BUITEN-

LANDSCHE POLITIEK VAN RUSLAND.

Geh. Reg. Rat Georg Cleinow te Berlijn schrijft
ons:

Wanneer men in Duitschlan.d spreekt over de han-

deisvertegenwoordiging van ‘de Sovjet in verband met
de politiek, ‘dan ‘geschiedt dit gewoonlijk om haar
betrekkingen tot cle communistische partij in het al-gemeen en tot de communistische propaganda in het
bijzonder. Hierover zal in het volgende niet gesproken
worden. Wij willen integendeel aantoonen, dat er zeer
veel grootere terreinen zijn dan die van den naakten
partijstrjd, waarop de han’delsvertegenwoor.digingen

van de Sovjet in het buitenland geroepen zijn ernstige
‘politieke opgaven van wijde strekking ie vervullen.
Opgaven, die ‘de wereld, vér boven de handelskringen
van enkele landen uit, aangaan. De voor deze onder-
zoekingen noodzakelijke grondslagen vinden wij eener-
zijds in de ervaringen uit de Duitsch-Russische be-
trekkin gen sedert het van kracht worden der October-
verdragen van 1925 en anderzijds in de interessante
uitlatingen, die de Moskau.sche bolsjewisten onder-
ling over ‘de doelmatigste inrichting van het monopo-
lie voor den buitenlandschen handel ten beste geven.
Behalve Lenin en Krassin, die samen de wettelijke
grondslagen voor het monopolie geschapen hebben, be-
schikken wij over uitlatingen in verband met ons

1)
T. E. Gregory – The present position ol ban’king in
America, Oxiord University Press, 1925, pag.
40.

296

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

thema van Kamenew, Ganetzki, K’aufmann in 10

Prawda en de Iswest’ija, benevens een belangrijk arti-

kel van M…Frumkin in het tijdschrift der ontwerp-
commissie.

T.

De vraag,, of liet. tlans reeds tijd is, dit thema ook

in de bui’tenlandsche pers, te behandelen, moet beves-,
tigend beantwoord worden. 1

let Russische materiaal
!

staat. den tegenstanders van de Sovjetunie evengoed

ter. beschikking als ons . en bovendien: de Du’itsch-,

Russische verdragen van 12 October 1925 zijn thans:

juit een jaar van kracht. Reeds in 1028 kannen twee,

van hen, de vestigingsovereenkomst en de econômi-

echo overeenkomst, wed erom wonden opgezegd. Deze

beide overeenkomsten zijn echter juist ‘degenen, die in

de Russische uiteenzettingen het meeste w’ovden aan–

geroerd. In het middelpunt van het gehe-ele vragen-.

complex staat namelijk het probleem der wederkee’-1

righeid en gelijkgerech’t.igdheid, .dat in de Octoberver-,

dragen niet tot oplossing kon worden gebracht. En

juist -uit deze bron ontstaan de meeste misverstanden
in het Duitsch-Russische verkeer; hier liggen de af-

gronden, die, hoewel niet steeds duidelijk zichthaar,
niet overbrugd konden wonden. In het bijzonder na de!

uiteenzettingen, van Fumkin wordt begrijpelijk, waar-

om het bij de Oc’toberverdragen van 192 niet gelukt
:

is in het verkeer met de Sorjetunie weclerkeerigheid

en gelijkgerechtigdheid te bedingen en waarom, noch.

door compensatie noch door eenz.ij’cige bepalingen op’
verschillende gebieden, een overeenkomst kon wpr-
den tot stand gebracht. :De Sovjetregeering kon van’
haar standpunt uit. en ten gevolge der instructies ‘an

de Paitij het principe der wederkeeri’ghei’d over het

algemeen niet erkennen. lIieruit vloeit logisch voort,
haar houding bij de.handhaving der verdragsiepalin-.gen, in het bijzonder op al ‘de gebieden, die de vesti-
gingsovereenkomst omnatte.

in het algemeen beschouwd zijn de Duitsch-Rus-

sische handelsbetrekkingen niet gekomen tot den
groot bloei, dien men er wederzijds van had ver-

wacht. En wanneer wij ook erkennen, dat ondanks de

gegeven ‘beperki:ngeri de beide partijen, die “het ver:

d’rag hebben gesloten, daar minder verantwoordelijk
voor zijn te stellen dan de algemeene toestand van de
wereld met haar achtereenvolgende hersteicrises, gaat

hot niet aan alles op rekening ‘van deze crises te
schrijven.
Het beeld, dat zich vertoont, nadat de verdragen
een jaar van kracht zijn geweest, is in korte trekken
het volgende: cle Sovjetregeeri.ng beperkt het verlof

aan Dui.tschers om het land binnen te komen onver-
anderd; het aantal Duitsche’reizigers ‘in Rusland i.s,
afgerien. van de communistische afgevaardigden, na
.de aanvankelijke toename wederom aanzienlijk terug-
geloo’pe’n en beperkt zich e:igenlijk slechts ‘tot bepaal-
de bevoorrechte personen. Nog steeds behoudt de ‘Sov-
jetregeering zich het recht voor de overschrijding van

de Sovjet.grenzen van een bepaalde waardeering van
iederen reiziger afzonderlijk afhankelijk te maken.
Daartegenover staat het feit, dat een toenemend
aantal beambten van den Sovjetstaat naar Duit’sci-
land komt. Het zijn ‘grooten.d eels vertegenwoordigers
van technische commissies, ‘die .in Duitsc’hland den

inkoop van machines ed. door middel van de Berlijn-
sche handel svertegenwoord igi ng moeten voorbereiden.
Onder . hen bevinden, zich zoowel organisatoren van
den inkoop als van .de productie. Eei groot deel, van
de thermometerfabri cage door ‘de hui”sin-d u-strieelen ‘in
en om Ilmenau zou, om slechts een enkel voorbeeld
te noemen, heden ten dage door de Russische verte-
genwoordigers georganiseerd zijn.

Ook ‘dient men er rekening mede te houden, dat de
toestanden i.n de Sovjetunie nog ‘steeds in hooge mate
vlotten’d zijn gebleven en da’t de Russisc’he binnen-landsche politiek een experimenteel karakter draagt,
welke een consolideering van ‘de verhoudingen, zooals
‘die in de genoemde verdragen tot uitgangspunt geno-

men wordt, nog niet heeft mogelijk gemaakt. Van een

heugelijke on’tw’ikkeli’ng •der Du:i tsch-Ru’ssjsche betrek-
ki.igen in ‘de breeclte,en ‘diepte ma.g slechts met beper-

king gesproken wonden en waar wij haar vaststellen,
is zij ‘vooral daar bemerkbaar, waar de Duitsche Rijks-

regee.ring haar steun heeft verleend, bij.v. door de be-

kende credietgar-antie van 300 millioen Mark, die zij

met behulp ‘van ‘de ‘ian’dsregeeringen op zich heeft ge-

nomèn. Van den kant der Sovjetregeering kon ‘in het afgeloopen jaar ‘sin’ds het bestaan der verdragen een

overeenk-omstige, den omvang van het han’delsverkee’r

vergrootende tegemoetkoming n:iet worden ‘ aange-

toond. Eerder valt reeds een zekere verstijving in de
Russische houding vast te stellen – een koppig sti-e-

von naar een bepaald ‘doel, dat voorgeeft noch com-

promissen’ noch tegemoetkomendhoid te ‘kennen.

II.

De waarschijnlijkheid van zulk een ontwikkeling
hebben wijt in onze ,,Erliiut’rungen zu den deutsch-.
rus-sischen Vertrilgen von 1925″ (Verlag Reimar; Hob-

bing, Berlin 1926) reeds aangeduid, toen wij erop we-

zen, ‘dat het handelsmonopolie actief, ja agressief werd

uitgeoefend (pag. 246). Wj zijn ‘dan ook volstrelct

piet. verrast. Nu wij de Russische -argumenten voor
haar politiek voor ons hebben is het destemeer onze
plicht ons daarmede bezig te houden, aangezien een
sti’lzwijgende negatie noc’h haar zakelijke beteeken is

noch ‘cle bedoeling van haar voorvechters ‘recht zo’.i

doen wedervar.e’n. Overeenkomstig het idoel en ‘cle

richt-snoeren der der-de Internationale van he’t jaai
1920, clie voor de Ri.issische commui.iistische partij en

via ‘deze voor ‘de Sovjetregeering maatgeven’d zij:n,

heeft liet handel’smonopoiie
,,cle tendens, een wereld-
hv..’isho’ud’ing te scheppen volgens een door het prole-
tariaat vcm alle landen te
regelen.
plan. .

in Februari 1926 omschreef L. B. Kamenew, toen

hij voo’r korten tij’d ‘de leiding van het Commissariaat

voor den Handel overnam, de beteekenis-van het han-

.clelsrn-o’nopolie door een woord van Lenin: ,,’de handel

is in de overgangsv.ormen van ons ‘socialistisch bouw

plan de schakel in ‘de hi.stoni’sche ‘keten ‘der .gebeurte

nissen, die wij als proletarische staat met al onze’

lci’aehten moeten grijpen …. Wanneer wij- than-s de
schakel stevi.g genoeg vast grijpen, zulen wij- ongetwij-
feld in de nabije ‘toekomst ‘de geheele Iceten in onze
macht hebben” (Pra.vd’a 1926, No. 32). Met de geheele
,,keten” i-s de beheersching van ‘d-e politieke ontwikke-

ling ‘der wereld bedoeld. Wij herkennen hier het en-

wankelbare doel, dat de ‘Sovjetregeering gesteld is. In
de zeven jaren, die tijdens het genoem’de besluit ‘der

derde Internationale zij-n verloopen, heeft in -de ot-
w’ikkeling van de organen v li
an et buitenlandsche .han-
delsmonopol’ie -en ‘daarmede ook in de organisatie van
de handelsvertegenwoordi gingen in liet buitenland
een heele reeks- van feiten plaats gehad, ‘die ons een in-
zicht geven in de bewon’deren.swaardige .taaiheid,
waarmede -de Sovjetregeeri’ng aan het ‘doel heeft vast-

gehouden en zich heeft ingespannen, door het beproe-

ven van steeds nieuwe ergani-satievormen ‘voor het ap-
paraat der han-delsvertegenwoondigi’n,g in liet buiten-
land, zich ‘in de .bui.tenlan’dsche politiek het ‘instru-
ment te .smeden, -dat Lenin als een zoo belangrijlce
schakel i’n de keten ‘der historische gebeurtenissen
had aangeduid.

De ziel der mono’poliegedachte was, na Lenin, de eind 1926 overleden Leo Krassin.
Bij
hem berustte
ook -de practische uitvoering. In 1922 ‘toonde hij- aan,

dat ‘iedere afwijking van, het handel-smonopol ie.
,,o’nverbid’deljk tot de feitelijke t’erzijdesteiling en on’t-
wapening van den S&vjetstaat zou voeren” (geciteerd

‘door Frumk’in) : ,,de buit enlandsche handel is de
poort, waardoor de imperialistische en. kapitalistische
staten het gem’a1dëlijkst in een zwak land kun’nen, bin nendrin. gen, ons het economisch te onderwerpen en uit
te buiten.” Zoo
uitte Krassin zich ter vèrdediging van
het huit-enlandsche handel’smonopolie op -de eerste be-

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

297

sproking der vertegenwoordigers voor den buitenland-

schen handel, toen zich in Moskau stemmen lieten

hoo ie n, om het schij nba ai’ n agestreefcl e ecoii orn.i sche

resultaat met behulp van tol] cii
Cfl
belast in gen te be-
reiken. ‘l’ot -den organischen opbouw overgaan-de, zei-de

hij: ,,het monopolie
van
-den buite-n]an-dschen handel

beschouwd als een verschijn:ing op zichzelf, ‘vormt een

bestanddeel der systematische doorvoering van het aan
den Staat brengen •der economische functies”. Vol-

gens :Ki’assins opvattJng is de stantshuish-ouding als

een vorm van hoogere economische ontwikkeling

slechts mogelijk in een proletarisch-en staat. Zij eischt

derhalve de samenwerking van de handelsorgani sat-ies,

niet alleen met de organen van het plaatselijk bestuur

en de .geno-otschappon, doch ook met de coperaties en
met ‘de organisaties der communistische partij. ,,Wij
-hebben”, ze.i Kras-sin eens tegen buitenlanders, die zijn
politiek cr.itiseerden, ,,het buitenl-an-cische handeismo-

nopolie opgericht al-s een sterken wal; wiji hebben het
noodig voor onze zelfstandige economische ontw’ikke-
ling en -ter verdediging tegen economische interven-

‘ties”.
Krassi-n is derhalve voor den duur van het ,,-tijclvak

van den socialistisch-en opbouw” protectioni-st. Ver-
heffing van den landbouw, schepping een-er nationale

industrie en een ‘daarmede – overeenstemmend trans-

port-wezen is zijn programma. Daarom is -hij -de groet-
ate tegenstander van Trotzky en van iedere goederen-
int-e’rventie, -d.w.z. van iedere poging eerst cle Sovjet-
bbwo’ners met ‘de door hen benoodi-gd-e goederen uit het

buitenland te verzorgen en vervolgen-s den Staat uit
de opbrengst van deze goederen in het binnenland de
middelen te verschaffen, -die voor de idustrialiseering
noodzakelijk zijn. ‘Uitpersing van de boeren door -den
ban-de! van -den Staat! Krassiii gaat- niet zoover open-
lijk ‘toe te geven, da.t hij streeft naar het scheppen van

ccii zelfgenoegzaam economisch leven voor -de Sovjet-
unie. Dat zou ‘tégeno’v-er -de buitenla’n-dsche credietge-
vers, een tactische fout zijn. Maar hij’ kan toch’ opmer-
kingen niet onderdrukken, -die zijn geheime bedoelin-
gen verraden. ,,Het monopolie van -den buitenland-schen handel -schept voor alles en daarbij in onaan-

vechtbaren vorm de economische en commercieele af-
zondering (obosobi-ennost) van ‘den Sovjet-staat ten op-
zi chte van de omringende kapi-tal i st,i sche wereld.

Deze ideeën zijn ‘door den dood van Kr ass-in niet-
0fl-

werkzaam -gemaakt. Reed-s -eer-der, in October 1925, had

het Centraal Comité van de communistische partij een
hand] eiicling uitgegeven, waarin liet bui’tenl an-dsche

handel-smonopolie opnieuw als een ,,hoeksteon van het
Sovjetbeheer” en als ‘handhaving vah ‘den klassestrij-d
tegen het imperialisme -:in de -gansche wereld” werd
voorgesteld ,,het kenmerk van de -beteekeni-s van het
bu itenlan-cische handelsmono-pol ie -doo-r Wind. 1. Lenin”,

heet het aan het slot van -de handleiding, ,,als belangrijk-

zIe verdedzgingsni.iddei van den socialist ischen, opbouw
si een economsc hen strijd tegen een kapitalistische

wereld’
blijft volledig van kracht, ook voor de eerst-
volgen-de periode. Vastberaden strijd tegen de open-

lijke en heimelijke sympathieën voer opheffing of ver-zwakking van het buitenland sche ha’n-delsmonopoli-e
van den Staat, die in -cle laatste instantie door de
klein-burgerlijke elementen in ons eco-n omi sch ‘leven

gevoed worden, is noodzakelijk”.

III.

Onder -den ‘druk van ‘het geldgebrek, -dat chronisch
in -de Sovjetunie heerscht, heeft Krassin -een tij-d lang
getracht, den buitenlan-dschen handel door gemengde
maatschappijen te laten drijven. Hij- wil-de daardoor
eenerzijds op gemakkelijker wijze aan buitenlan-dsch
crediet komen en anderzijds zijn medearbeiders de me-gelijkheid geven ,,te leeren, hoe men in Europ-a handel
drijft”. Van Russisch -standpunt zou het experiment
mislukt zijn. Immers, zooals Prumkins vertelt, -kon-den
de buiten-lan-dsche’ deelnemers der gemengde maat-
schappijen zich niet aan -de -ha’rsd.h-aving der Sovjet-

wetten wennen en het geheele werk moest -door ‘de

Sovjetburgers en Sovjetbeambten verricht worden.
Verder had-den cle gemengde maatschappij-en het na-

dÔel, -dat -de koerswinsten, die bij den handel gemaakt

konden worden, in de eerste plaats ten goede kwamen

aan -de buitenlanders en eerst in de -allerlaatste plaats

aan -den Sovjetstaat. De gemengde han-delmaatschap-

pijen zijn -dientengevolge, zooals Frumkins toegeeft,

tot -onbedui-dend-e -organisaties ineengeschrompeld en

spelen geen noemenswaardige rol in het economisch

1-even van den Sovjetstaat. Bovendien zou-den ook bin-
nenlandsche invloeden niet onopgemerkt gebleven zij-n.

De Regeering ‘zou aan -den drang van binnenland-

sche organen, zooals trusts en syndicaten, doch ook

van enkele bon-dsrepublieken, hebben toegegeven en in

liet buitenland
bijzondere
vertegenwoordigers van eeni-
ge groote firma’s, bijv. Zentrosojus, Jugustial, Sewe-roles en van eenige boid-srepubli-eken hebben inge-

voerd. Ook met ‘deze regeling zou men, volgens -de ver-

zekering van Frumkins, het monopolie in gevaar heb-

ben gebracht, nog geheel afgezien van het feit, dat de

vertegenwoordigingen zeer duur gewerkt zou-den heb-

ben en elkander bovendien concurrentie zond-en heb-
ben aangedaan.

De Sovj-etregeering heeft nu een bij’zonder in-teres-

santen uitweg uit deze ‘draaikolk gevonden. Kra-ssin –
ondersteund -door Stomenjakow, -den stichter van het
stelsel van handelsvertegenwoor-digingen in het bui-
tenla.n-d en als zoodanig ook ‘door zijn opvolger, den
heer Frum-kin, zou-der afgunst erken’d – Krassin
heeit, al-s zwakste punt van zijn gebouw, de mogelijk-

heid gezien, -dat het monopolieapparaat tot Russisch
gebied beperkt of binnen de grenzen teruggedrev-en
zou kunnen word-en. Hij zegt ergens, -dat het beslist

noodzalcijk is, alle handelsoperaties uit Rusland naar
het buitenland te verleggen en met het geheele Rus-
sische lwJn-delsdtp paraat naar het buiteuvlaircd te trek-
ken.
Het op-treden van buitenlan-dache kooplieden in
het, gebied van de Sovjet, bereidt -hem zorgen. Hij- ver-
gelijkt het met het optreden van fac-torijen in onbe-
schaafde landen, -clie deze Inn-den zeer -snel in koloniën
doen verkeeren. Juist wegens deze mogelijkheid moes-

ten de buitenlandsehe kooplieden ver gehouden wor-
-den van de Russische belanghebbenden. Hun overwicht
tegenover den Ru-ssischen producent van grondstoffen zou ‘te groot zijn, en zou deze spoedig i-n economische
en financieele afhicnkelijkhei-d van de buitenlanders

brengen. Niet slechts door credietverleening, doch ook
-door levering van alle mogelijke nuttelooze zaken,
waaraan liet Russisch economisch leven geen behoefte
heeft, zouden -de burger-s van -de Sovjet in afhankelijk-

hei-d van het buitenland geraken. Bij een zoodanige
onrtwikeling van den handel zou-den de grondslagen
van den -Staat in gevaar worden -gebracht, aangezien
(hijv. bij de garantie van credieten) niet -slechts het
roerend eigen-dom -der afzonderlijke Ru-ssische staats-
burgers, -doch ook de grondslagen van het socialisme,
ni. -de grond, de wou-den en an’dere gesocialiseerde goe-
deren, zouden worden aangetast.
Eerst in den laatsten ‘tijd gelooft de Sovje’tregeering, overeenkomstig de bedoelingen van Lenin en Krass-i’n
en in verband met de politieke opgaven, -die zij te ver-
vullen heeft, het beste typ-e voor de handhaving van
het buitenl-andsche h-an-delsmonopolie te hebben gevon-
den.

Zooals tot nu toe, zal de handelsvertegenwoor-diging
in het buitenland reguleerend en con-troleerend werk-
zaam zijn. De eigenlijke handel zal ook verder door or-

ganen van -de G-ostorgg (staats-handeimaatschappij) ge-
dreven worden. Om rekening te kunnen houden met de
veelzijdige behoeften van het binnenland en om -de
bureaucratie -tegen te gaan, zal -de handelsvertegen-
woordiging verder ,,gespecialiseerd” worden. De spe-
cialiseeni-ng is voorbereid door de in- en verkoop-af-
deel-

–ngen van d-e handeisvertegenwoordiging, die in
de toekomst tot een zoo klein mogelijk personeel be-
perkt zullen worden. In plaats van het tot nu toe per-

298

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

manente personeel, zullen ad hoc samengestelde tech-

nische commissies werkzaam zijn, die in het gebied

van de Sovjetu’nie onder de controle van het Commis-
sariaat voor den Handel zullen samenkomen. Voor de

verleening van opdrachten zullen deze commissies, die

gedurende hun werkzaamheden in het buitenland,

waarheen zij gestuurd worden, ondergeschikt zijn aan

het Commissariaat voor den Handel, de afzonderlijke

groote bestellingen in het buitenland onder toezicht

van ‘de competente buitenlanclsche handelsvertegen-

woordiging, •doch in technisch opzicht op aanwijzin-

gen van de bestellers, uitvoeren. Men heeft derhalve

de hureaucratisch-reguleerende elementen van het mo-

nopolie-apparaat ten bate van de practische behoeften

in het binnenland beperkt zonder ‘daarbij buitenlan-

ders te laten medewerken. De commissies zullen boven-

dien de markt bestudeeren, de productieplaatsen on-

derzoeken, voel’i’ng met ‘de producenten houden enz.

De commissies zullen het overbodig maken, dat bui-

tenlandsche leverariten de Sovjetunie afreizen, hun

waren aanbieden en voeling met ‘de klanten houden.

Waar dit uit practische overwegingen, zooals bijv. op
het oogenblik bij de voorbereiding van den bouw van

een groote electrische centrale aan ‘de stroomversnel-

ling van den Njepper, toch gewenscht is, zullen be-
paalde buitenlanders, naar keuze van de Regeering,

toegelaten worden. De heer Frumkin legt dan nadruk

op de voor’deelen van deze organisatie, wanneer hij

schrijft: ,,De import- en exportvereenigingen, die bij

de verschillende afdeelingen ‘der handelsvertegenwoor-

diging geschapen zijn, stemmen overeen met de orga-

nisatieplanne’n van Krassin. Deze organisaties ver-
eischen een groote saamhoorigheid tusschen de desbe-

treffende gebieden van de i’ndustrie en h’andelsverte-

genwoordiging en bezitten daarenboven nog een zekere
autonome zelfstandigheid”. Vervolgens critiseert
Frumk’in: ,,Voor het doorvoeren van ‘de raadgevin-

gen van Krassin is nog slecht één ding noodig: de im-

port- en exportvereenigingen moeten in het centrum
ook inderdaad aan het Commissariaat voor den Handel

ondergeschikt zijn, terwijl de bijzondere afdeeli’ngen

werkelijk afdeel’ingen van de handelsvertegenwoordi-
gingen zijn en overeenkomstig het •door hen bestre-

ken gebied ‘door de vereeni’gingen moeten worden be-
nut…… Uit het slot van zijn uiteenzettingen vindt

Frumkin bolsjewistisch-drastische woorden: ,,Wij
moeten bij onze operaties de elkander weerstrevende
belangen der afzonderlijke landen, concerns en firma’s,
tegen elkander uitspelen, de een tegen den ander op-hitsen (woordelijk ‘strawliwaja) en daardoor winnen.

Dit is slechts dan mogelijk, wanneer wij onze operaties

in het buitenland uitvoeren”. De heer Frumkin is van
de kracht van de thans ingeleide hervorming van het

buitenland’sche handelsapparaat zon vast overtuigd,
at hij er niet voor terugdeinst, ‘de hoop ui.t te spre-
ken: ,,de macht van het apparaat voor den buitenland-
schen handel zal zich in de eerstkomende jaren zoo

ontwikkelen, dat het diplomatieke corps als een over-
blijfsel van burgerlijke staten voor den Sovjetstaat

niet meer noodig zal zijn.”
Duidélijker kunnen wegen en doel van de handels-
vertegenwoordigingen der Sovjetun’ie door woorden en
daden van hun verantwoordelijke leiders moeilijk wor-
den bekend gemaakt. Eerste étappe: schepping van
een zelfgenoegzaam economisch gebied met behulp
der kapitalistische wereld ‘en met het front gekeerd
tegen deze kapitalistische wereld; tweede étappe: aan-wending van de overschotten van het nieuw-georgani-seerde economische .gebied, om als sterkste firma van
de aarde de politieke ontwikkeling ‘der volken beslis-

send te beïnvloeden.

AANTEEKENINGEN.

Jaarrede van den Voorzitter der
Nederlandsche Reeders-Vereeniging.
Op de Algemeene Vergadering der Nederlandsche

Reeclers-Vereeniging op 23 Maart 11. heeft de voorzit-

ter, cle ‘leer J. B. van der Houven van Oordt een rede

uitgesproken, waaraan het volgende ‘is ontleend:

De invloed van de langdurige k o 1 e n s t a k i ii g op de
prijzen ‘in cle aigemeeiie vrachtvaart is van dien aard ge-
weest dat de tweede helft van het jaar as.” die reeclerijen,
welke in staat waren er van te prof’i’teeren, goede verdien-
sten heel t gebracht. De enkele reeds uitgekomen jaarversla-
gen van reatlerjen in de a.lgemeene vrachtvaart bevestigen
dit, en ik ben er van overtuigd dat ieder onzer zich daar-
over aal verheugen. De wilde vaart heeft uiterst moeilijke
jaren achter cleti rug, jaren waarin zij meer nog dan de
ljubedrijven in haar bestaan werd bedreigd, en een kort
oogeubliji van heracleming was dus ten volle verdiend.
De vrees dat spoedig na het eindigen der staking de
vrachten tot haar vroeger peil zouden terugvallen is tot
dusver ‘niet verwezenlijkt. Vermoedelijk voor een deel ten
gevolge van de omstandigheid dat gedurende de staking ach-
terstand is ontstaan in het vervoer van andere nijassa-arti-
kelen dan kolen, hebben de vruchten zich in de eerste maan-den van het loopende jaar verwonderlijk goed kunnen hand-
haven. Ook dit is een reden tot ‘dankbaarheid.
Toch zon ik voor al te groot optimisme willen waar-
schuwen, want ttegenover de verhoogde vrachten staan an-
dere factoren, die op het netto-overschot der, reizen van
zeer riadeeligeu invloed zijn. Trouwens zelfs van die ver-
hoogde vrachte:n make men zich geen overdreven voorstel-
ling, want als men het jaar 1926 als geheel beschouwt, blijkt
dat het vrachtindexeijfer niet hoogei’ is dan 109.68 (1913 –
100), wat weliswaar hooger was clan 1935 met 102,22, maar
lager clan 1924 met 113.44 en juist even hoog als 1923 met
109.69. Heeft men bezwaar ‘tegen deze vergelijking omdat 1926 in verband met cle kolenst
taki.ng
‘statistisch n:iet goed
vergelijkbaar is, dan neme men Januari 1927 met 118.59
tegenover Januari 1925 met 114.49, Januari 1924 niet
117.11 en Januari 1923 met 114.05; of wel Februari 1927
met 120.54 tegenover 115.96, 123.78 en 112.73 in de over-
eenkomstige maand van 1925, 1924 en 1923. Deze cijfers
doen genooegzaam zien dat wij van een boom-periode’ nog
ver af zijn.
En ‘dit vooral als men rekening houdt met de evenbe-
doelde nacteelige factoren, als hoeda.nig ik nauwelijks be-
hoef aan
te
wijzen de verhoogde kolenprijzen en de ver-
hoogde assurantiepremies, die betaald moeten worden, ter-
wijl de personeelskosten, de havenkosten en de sociale las-
ten nog altijd op een onevenredig boog peil blijven staan.
Houdt men daarbij voor oogen, dat ten slotte de thans
geldende vrachtprijzen, maar weinig hooger zijn dan d’ie
van vöSr den oorlog, dan is het duidelijk dat de kansen op
een loonend bedrijf toch altijd nog zeer problematiek blijvak.
Optimisten hebben uit de snelle stijging van de vrach-
ten ten gevolge van de staking, de conclusie getrokken dat
daardoor toch wel is aangetoond, dat het beweerde sur-
plus aan seheepsruimtc toch eigenlijk een fabel is, ‘Ik be-
‘twijfel of deze conclusie wel gewettigcl ‘is, w’ant men ver-
gete niet, dat cle groote vraag naar vervoerruimte in ide
tweede helft van 1926 uitsluitend betrof schepen voor da
algemeene vrachtvaart, welker aantal uiteraard min of
meer beperkt iis, en bovendien dat, wanneer plotseling een
dergelijke groote vraag ontstaat, het geruinien ‘tijd duurt
voordat cle verei’schcte itouna
g
ge beschikbaar is op het terrein
waar zij noodig is. De stijgiug der vruchten is dus zeer wel
verklaarbaar ook al blijft men van oordeel, .dat er meer
schepen
zijn,
dan ‘de toestand van den werek handel voor
het oogen’blik behoeft en dus wettigt.
Voor cle lijnbedrijven zijn de gevolgen van de staking van veel minder ingrijpende beteekenis geweest, al mcig
gelukkig geconstateerd worden dat ook hier in vele geval-
len een’ige verbetering valt waar te nemen.

Onder te belangrijke gebeurtenissen van het afgeloopen
jaar behoort ongetwijfeld in de eerste plaats genoemd te
worden de ‘totstandkoming van het, ‘sedert ook reeds in
werking getreden,
11
ie u w e z e er e cli t. Dit is niet alleen
een belangrijke maar ook een gelukkige gebeurtenis. Ons
zeerecht was verouderd en, al is in le nieun’e wetgeving
volstrekt niet all es geregeld overeen konistig nu ze ven-
‘schen, zoo moet toch ten volle en met waardeering erkend worden, dat de thans ingevoerde wet zeer veel goeds bevat
en ons gebracht heeft een met moderne eischen rekening
houdenclen grondslag voor ons bedrijf.

Op twee onderwerpen zou ik overigens in dit verband
nog TJwe aandacht willen testigen, ul. to z.g. Hague Rules
en de regeling van cle reeclersaansprakelijkheid.
Wat de H a g u e R ul es betreft is liet toe te juichen,
dat de wet ten slotte roodanig is ingericht dat zij de toe-

30. Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

299

passing valt cle Hague Rules zoowel voor vervoer van als
naar Nederland toelaat, maar daarmede kan niet worden
volstaan om te bereiken, wat wij als einddoel altijd hebben voorgestaan, het verkrijgen van een uniform vervoersrecht
‘oor de verschillende zeevarende natihu. Het blijft dus te
hopen, dat de Regeariug niet de wenscheljkheid zal uit het
oog verliezen om, rekeiiing houdende met wat in de ons
pmringende landen geschiedt, te goeder tijd over te gaan
tot ratifïeatie van •de op de 1-Iague Rules betrekking heb-
bende Brusselsche Conventie van 1923. Deze opmerking
wint aati kracht door het feit, dat juist in cle Vereenigde
Staten van Amerika een wetsontwerp hij dcii Senaat is
nirtitangig gemaakt tot ratificatie van de evengenoenvle

Conventie.
Ten aanzien van (le C o u v en t ie i n z ak e cl e r e e-
dersaansprakelijkheid, zal 0 uit het Verslag
hebben gezien, dat de Regeeri.ng meent ten deze een af-
wachtende houding Le moeten aannemen. Het zal goed zijn,
dat de Internationale Reedersgemeenschap telkens, wan-
itner dit pas geeft, de aandacht der respectieve Regeerin-
gen op deze zaak vestigt, want het blijft van zeer groot
belang dat deze Conventie ten slotte algemeen worde
aanvaard.

Een van de onder werpen clie gedurende het afgeloopen
jaar veel aandacht hebben gevergd, is de voorbereiding van
de aanstaande herziening van cle i n te r ii itt i o n al e
voorschriften in zake de Rdio.teiegrafie.
Het ligt allerminst in mijn bedoeling deze quaestie hier ii onderdeelen te bespreken, maar er ris d6n groot vraag.
stuk van practische beteekenis waarvoor ik Uwe hijzon-•ticro aandacht zou willen, vragen. Het betreft cle vraag,
welke taak aan gewone vrachtschepen, zoowel clie van cle
lijnen als die van de algemeene vrachtvaart, in het belang
van cle veiligheid moet worden opgelegd. Er zijn daarbij
twee stelsels: het eene wil (lat gewone vrachtschepen kun.
ten volstaan met enkel voor zichzelf te zorgen (dus geen
enkele luisterplicht) ; het andere stelsel wil, dat ook ge.
wone vrachtschepen gedurende bepaalde perioden bereik-
baar moeten zijn voor in nood verkeerende schepen (be-
perkte .luisterplicht lus). De keus tusschen deze beide stelsels hangt af van allerlei
vragen, als bijv.: of de algemeene veiligheid ter zee al clan
niet voldoende verzekerd is indien de gewone vrachtsche-pen, dat is de oveigroote meerderheid, niet te hulp kunnen
worden geroepeil; voorts of gewone vrachtschepen al of
niet van nut kunnen zijn voor het verleenen van hulp aan
andere schepen, met name passagiersschepen met een groot
aantal opvarenden; voorts ook of een eisch aan gewone
vrachtschepen om zoodani.g personeel te varen dat zij met-

terdaad ge
1
durende bepaalde perioden luisteren kunnen, uit
economisch oogpunt mag gesteld worden, m.a.w. of de kos-
ten daarvan niet te bezwarend zouden zijn.
ik acht mij niet bevoegd hier een stellig antwoord op
deze vragen te geven, tal wil ik niet verhelen, dat naar mijn
persoonlijke overtuiging slechts op grond van zeer overwe-
gende redenen genoegen genomen zou mogen worden met
een regeling, waarbij een schip met benianning en lading
zou te gronde gaan, terwijl hulp verleend had kunnen wor-‘
den indien de in de nabijheid zijnde en van radio voorziene
schepen het noodsein maar hadden gehoord of kunnen
hooren.
Wij zullen eerlang te dezen opzichte een bepaald stand-
ptt moeten innemen. Het is mijne bedoeling met deze
enkele opmerkingen Uwe aandacht ‘te ‘vestigen op het be-
lang dier beslissing, welke eerst baar beteekenis zal ver-
liezen wanneer kan worden overgegaan tot de invoering
van een automatisch alarmsignaal.

Op internationaal gebied is in het afgeloopen jaar be
laugrijk werk verricht. Ik herinner aan de in April te
Londen gehouden vergadering van ‘de 1 n te r n at i o ii al S Iii p p in g C on 1 e r e n c e, waar, in een atmosfeer van
oordiale samenwerking, ongeveer alle actueele vraagstuk-ken op scheepvaartgebied werden behandeld, en waar om.
een eerste stap werd gezet öp den weg naar vereeuvoucli-
ging van de internationale behandeling van scheepvaart-
zaken. De Chaniber of Shipping of the United Kingdom,
wcdker voortreffelijke organisatie
ons
bij die gelegenheid
andermaal trof, heeft sedert ‘dien haar vijftigjarig feest
gevierd, en dit is mij een welkome aanleiding om hier uit-
cirukking te geven aan onze groote waardeer.ing voor het-
geen dit lichaam met zijn uitnemenden staf, ver richt en tot
stand brengt als centrum van de internationale behar-
tiging der reedersbelangen.
Ik kan hier uit den aard der zaak niet alle onderwer-
pen, welke de International Slmippiug Conference heeft be-
ban deld,. de revue laten passeeren. Er is echter reden om

op édn punt in het bijzonder cle aandacht te vestigen, nI.
de op deze conferentie duidelijk uitgesproken zienswijze,
dat het voorloopignog ccii onbegonnen werk is om in zake
scheepvaart en met name veiligheid een voor alle lancic’i
gel(lende uniforme wetgeving tot stand te brengen, en dat
het daarom veel verstandiger is om te streven naar weder-
zijdsche erkenning van elkaars certificaten indien de grond.
slagen der resp. wetgevingen met elkaar overeenkonten, ook
al zijn er ‘in te uitwerking der details, verschillen.
Waar deze opvatting, niet bevestiging van een reeds in
1924 uitgesproken vensch, tCr conferentie algemeen aan-
vaard werd, bestaat er mi. geen grond voor de in een
onlangs in een artikel getiteld ,,Nieuwe richtlijnen voor in-
ternationale scheepvaartwetgeving”
1)
betoogde noodzake-
lijkheid voor de kleinere zeevarende mogendheden om
gemeenschappelijk front te maken tegen een bij de groote
mogendheclen onderstelde opvatting van tegenovergestelde
strekking.
Met verwondering heb ik ook kennis genomen van de in datzelfde artikel uitgesproken meaning als zouden bij
sommige landen grieven bestaan tegen de wijze van stem-
ming op de internationale scheepvaartcongressen, in tien
zin dat de andere landen door Engeland met zijn Domi.
nions zouden worden o’verstemd. Wie den gang van zaken
op deze congressen kent, weet voldoende dat hier een
misverstand in het spel moet zijn.

Op internationaal terrein kan hier eveneens met vol-
doening melding gemaakt worden van ‘de totstandkoming
in het afgeloopen jaar van de nieuwe s a n i t al r e c
0 Ii-
v e n t i e, die, mede dank zij een te waardeeren contact
tusschen het officieele element en cle vertegenwoordigers
van te belangen der scheepvaart beschouwd mag worden
als een bevredigend compromis tussehen de uiteenloopend e
eischen en vërlangens, •zoodat aller belang gebaat zal wor-den door ccii spoedige en algemeene ratificatie.
Over de U uit het Verslag bekende resultaten van de
heide in 1926 te Genève gehouden 1 n te r n ati o n al e
Arbei ds-Con f e r en’ties zal ik ditmaal niet uitwei-
den. Die resultaten zijn onbevredigend, maar nog onbevre.
digender is de indruk, dien de loop van zaken op die Con-
ferenties heeft achtergelaten bij hen,. die ze bij woonden.
Steeds sterker wordt het gevoel, dat langs den voor het
Internationaal Arbeidsbureau voorgeschreven weg nimmer
goede resultaten zullen te bereiken zijn, al was het ‘alleen
omdat de verhoudingen waaronder op die Conferenties de verschillende groepen moeten samenwerken, geen juisten
grondslag vormen voor het verkrijgen van regelingen, ctie
algemeen als billijk en rechtvaardig erkend zullen worden.
Of bij een anderen opzet – meer in ‘den geest van de voor neutrale onderwerpen bij dn Volkenbond gevolgde werk-
wijze – een beter succes zou verzekerd zijn, is bij voor-
baat niet te zeggen. Mijns inziens ware dat ernstig te
overwegen, want zooals het nu gaat komt men niet verder
dan de vaststelling op papier van een groot aantal unifor-
me sociale regelingen, die noch geratificeerd noch ingevoerd
worden, en waardoor ten slotte verbittering in stede van
sociale vrede wordt gekweekt.

Van de ‘desiderata, die ik verleden jaar opnoemde, zijn
sedert dien verscheidene geheel of ten dccle in vervulling
gegaan. Ten aanzien van de voorkoming van d u b b e le
b e 1 as t i n .g werd een stap voorwaarts gedaan. Omtrent
een regeling in zake de verstekelungen aan
b o o r d trad do Rageeriug met ons in overleg. Met vol-
doening kan voorts worden vermeld, dat de belangrijke
conventies aangaande het internationaal •r eg ime
v art z ee h’a ven s (vlagbevoorrechting), en betreffende
cle Immuniteit van Staatsschepen eerlang
aan de goedkeuring van het Parlement zullen worden on-
derivorpen.
Daartegenover kan ik niet zonder leedwezen releveeren,
dat in het afgeloopen jaar de afzonderlijke af d ee Ii n g
S clie e p v a a
t
t lbij het Departement van Waterstaat is
opgeheven. Sedert dien is de behartiging der scheepvaart-
aangelegenheden ondergebracht bij de afdeeling Vervoer en
Mijnwezen. Met dankbaarheid voeg ik dinar dadelijk bij dat
het Hoofd dezer afdeeling met groote belangstelling deze
uitbreiding van zijn taak is tegemoet getreden, maar toch
vraag ik mij af, of het goed gezien was, terwille van een
vrij oubeteekenende bezuiniging, de afzonderlijke afdeeliug
scheepvaart te doen verdwijnen, (lie toch in een land met
een koopvaardijvloot van bijna 2,5 millioen bruto ton wer-kelijk wel reilen van bestaan heeft. Wilde men bezuiniging
dan ware dat doel naar mijn persoonlijke meening beter
bereikt door de funetiën van Hoofdinspecteur voor de

i) E.-S. B. van 2 Maart 1927, pagina 190 e.v. [RecI.]

300

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

Scheepvaart en Chef der bètrokkcn Departeentsafdeeling
in één persoon te vereenigen, waardoor tevens organ’iek een toestand zou zijn verkregen, the elders bewezen heeft doe1-
matig
te zijn.
4.
Een andere wijziging in de Departemenbale organisatie,
welke wel is waar nog niet doorgevoerd, maar dan toch met
nadruk aangekondigd is, betreft de o v e r b r e ‘ii
g
i ii g v cc n
het Loodswezen van het Departement van
M a r i n e n a a r tl a t v a ii Wat er s t act t. Dit voorne-
men vervult ons niet bezorgdheid, omdat wij overtuigd zijn
dat de ovcrbrenging van het Looclsweaen (lezen dienst wel
kan sdhaden, doch nooit verbeteren. Het Loodswezen werkt
voortreffelijk en het ware ernstig te betreuren indien’ de
Regeering maatregelen zou gaan nemen, welke onvermijde-
lijk het gevaar in zich dragen van vroegere of latere priu
cipieele wijzigingen waardoor deze uitnemende dienst zou
worden ontwricht. De overbrenging zou bovendien noodza-
kelijk tot verhooging van uitgaven en uitbreiding van per-soneele en m’acterieele hulpmiddelen leiden, als direct ge-
volg van de opheffing van de thans bestaande organieke en
innige samenwerking van den 1)ienet van het Loodswezen
met de andere onderdeelen valt het Marineclepartement.

Belangrijke onderwerpen op het gebied der – scheepvcuirt
komen in behandeling op de in Mei te houden ]d con o
in
i-
sche Volkenbonci.sconferent.ie
Ik noem: Vlag-
bevo&rrechtiug, Staatsvlo’ten en Immuniteit van Staats-
schepen, Scheepvaaritsubsidies, Dubbele Belasting, Emigra-
tie in verband met Vlagbevoor.rech.tiug, Sanitaire oor

schriften, i)oua.neregelingen in haar verbaiicl met de scheep-
vaart, Veiligheid te,r Zee, alsmede te Scheepvaart. op •den
Donau. In het uitvoerig rapport, dat de Internationale
Kamer van Koophandel ten behoeve van de Einnomische
Conferentie heeft samengesteld, en waaraan door verschil-
lende vooraanstaande Nederlanders is medegewerkt, zijn
ten aanzien’ van al deze onderwerpen wenschen en aanbe
vel’ingen uitgesproken, en wanneer daaraan te Genève de
noodi
g
e aandacht wordt geschonken, kunnen onze belan-
gen daarbij slechts gebaat zijn. Ook afgezien van cle zoo-
even genoemde speciale onderwerpen ‘heelt trouwens het
scheepvaartbedrijf uit den aard der zaak in de hoogste niate
belang bij het door de Economische Conferentie beoogde
doel: we.gneming van de beletselen, clie aan een economische
opleving in ‘den weg staan. –

Andere landen, zooals Engeland en België, hebben clan
ook in hunne delegaties naar Genève bekende deskundigen
tilt de scheepvaartwerelcl opgenomen, doch onze Regeeriug
heeft daartoe kennelijk geen aanleiding gevonden, ‘at mi.
jammer ‘is, omdat dit onwillekeurig moet doen denken, (lat
de toch iicderdaacl grootebeteekenis van cle scheepvaart-
nijverheid voor ons laat, niet altijd vokloencle wordt er-
kend. Het heeft mij trouwens wel meer getroffen, dat ver
tegenwoorcl’igers van het seheepvaartbeclrijf zelden of nooit
worden geroepen om mede te werken ter voorl:idvtiug van de Regeering ‘in economische vraagstukkei. Als voorbeeld
uit tien laatsten tijd noem ik de Commissie in zake de
Economische voorlichting; ook daarin ‘is geen reeder op-
genomen, ondanks het feit, dat cle scheepvaart l)ij onze
economische voorlichting het grootste belang heeft en on-,
danks het feit,, ‘dat door onze ‘in alle oorden der wereld
komende geregelde lijnen zooveel pion.iersarbeicl wordt ver-
richt op het gebied v.an economische verkenning en als
wegbereiders voor onzen handel.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

FEBRUARI
,
1925 1926
1927

f

11
.
225
.
203
f
11.890.028f
12;295.414
Terugbetalingen

,,

9.905.318,,
9.722.084
10.086.183
Tegoed der inleggers
,, 301.283.816
307.563.906 316.446.003
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes
,,

43.380.450,,
42.157.650
42.031.000

Inlagen …………

Spaarbankboekj es:

op ultimo ………

op ultimo ………

gegeven
11.688 11.803
12.344
Aantal nieuw uit-

Aantal geheel

af-
betaald
7.849
7.471
7.462
Aantal in omloop
op ultimo …….

1.978.182 1.997.219
2.028.535

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

‘BANKDISCONTO’S.

t
iVrsch.

Disc. Wissels. 34
3Oct.’25
ZwitsNat.Bk. 3422
Oct.’25
Be1.Binn.Eff.44
3Feb.’27
N.Bk.v.Denem.5
24Juni’26
inR.C. 54
3Feb.’27
ZweedscheRbk 44
8 Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14Juli’26
Bankv.Noorw. 4426
Oct. ’26
Bank van Engeland 5
3 Dec.’25
Bk. v. Tsj echo.
Duitsche Rijksbank 5
11 Jan.’27
slowakije .. 5
8Mrt.’27
Bank v. Frankrijk. 54 3Feb.’27N.Bk.v.0’rijk.6
4Feb.’27
Belgische Nat. Bnk. (1
9Feb.’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug. ’26
Fed. Res.BankN.Y. 4
12Aug.26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5 23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1927
1926
1925
1914

26M t
2
1
126
14119
.

7/12
22/27
23128
20124
Maart Maart Maart
Maart
Maart
juli

Amsterdam
Partic. disc.
3
7
j16-
112
3418-1I2
3713_513
3116-
9
I16
2/4-
7
/8
211
4
.3/
4

3
1
18.3116
Prolong.
3112
311
4
.31
4

311
2
_3/
4

3110/
4

231
4
-311
4

211
4
3/
4

211
4
31
4

Londen
Dageld
. .
341.4
331
4
.5
331
4
_5
31145
3
1
/2-4
1
12
3114_4
114-2
Prtic. disc.
4116-I8
4I16-I8
4I16-I8
4114_3/5
4116-116
4I16-i16
2114.3/4
Berlijn’
Daggeld ..
2-5
2-5
2
1
12-5
1
1,
3-7
4-6,


Partic.disc.
30.55 d..
.
431
4

431
4

4
5
1-
3
1
45/5_314
5

56-90 d..
.
411
4
1
12
411
4’12
5

2118-1/2
Waren-
wechsel.
4715
471_5
471_5
47/.5
6-1!2


New York’) Cail money
41/
3
.3/
4

4.3/4
3lz-41/4
4.J/
4

41/
3
.53/
4

451/
4

13/4.211,
Partic.disc.
3314
3314
331
4

331
4

3314
331s

1)
Cail money-koers van 25Maart en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
‘Londen
Berlijn
Parijs
BrusseljBatavia
1)
York°°.)
•)
)
0,)
*)

22Maart1927
12.134
1

59.29
9.78k
34.74
1001j
23

1927
2.497
12.134 59.30
9.79
34.74
1001j
24

1927
2.497/8

1
2.134
59.31
9.79
34.734
1001/
10

25

,,

1927
2.4915/16

12.134
59.30
9.79
34.734
10011
10

26

1927

121T1r
59.274
9.79
34.734
1001/
28

,,

1927
2.4915/,
121′

59.274
9.79
34.74
1001
Laagsted.w.
1
)
2.49
13
/,
12.134 59.25
9.77 34.72
100
Hoogste d.wl)
2.50
12.144
59.324
9.80
34.76
100
3
116
21Maart1927
9
.49
is
.
12.13JI
59.29
9.784
34.74
1001/
16

14

,,

1927
2.49
15
/16
12.124
59.30
9.78 34.75
)00
1
/
Muntparteit
2.48%
12.104
59.26
48.-
34.59
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
PraaR
Boeka-
Milaan Madrid
•’
,t
e ti’
*01
3

/
•*

22Maart1927
48.06
35.20
7.40
1.50
11.394
44.04
23

1927
48.06 35.20
7.40
1.50
11.50
44.50
24

1927
48.06
35.20
7.40
1.524 11.49
44.70
25

1927
48.09 35.20
7.40
1.624
11.424
44.534
26

1927
48.09
35.20
7.40
1.62),


28

1927
48.09
35.20
7.40
1.70
11.49
45._
Laagsted.w.i)
48.03 35.15
7.39
1.45
11.30
43.80
Hoogsted.w’)
48.10
35.25 7.42
1.75
11.55
45.25′
21 Maart1927
48.064 35.20
7.40
1.51
11.244
43.79
14

,,

1927
48.10 35.20
7.40
1.524
11.26
43.36
Muntpariteit
48.-
35.-
2)
48.-
48.-
48.-

a a
D t
Stock-
Kopen- Oslö
Hel-
Buenos-
Mon-
‘.1
holm
hagen.)
for!’)
Aires’)
treall)

22Maart1927
86.95
66.85

65.25
6.30
10514
2.49%
23

1927
68.95
66.65

65.25
6.30
105%
2.49%
24

1927
66.95
66.65

65.25
6.30
105%
2.4934
25

1927
66.95 66.65

65.25
6.30
)051.
2.497 26

1927
66.974
66.674 85.224
6.30
105/4
2.50
28

,,

1927
66.974
66.674 65.174
8.30
10534
2.50
Laagsted.w.
1
)
66.85 66.55

65.10
8.28
105%
2.491,
Hoogste d.w’)
66.974
66.70

65.30
6.32
105%
2.50%
21Maart1927
66.924
66.65

65.25
6.30
105k
2.49s
14

,,

1927
66.90
66.60

65.374
6.30
105%
2.498/’
Muntpariteit
66.67
66.67

66.67
6.264
1051/
5

I

2.48%
) Noteering te Amsterdam. 0*) Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tussehen
7.534j
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijksopgenomen wisselkoersen.

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

301

KOERSEN
TE
NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($
per
P.
100 fr.,i
(3
p. 100 Mk.)
(3
p. 100 gid.)

22 Maart 1927
4,855/
8

3,9ij4
23,73
40,01k
23

,,

1927 4,855/
S

3,91;
23
9
73)
40,01)

24

1927
4,8511/
16

3,91 y
4

23,73k
40,01

25

1927
4,85
3,91%
23,72k’
40,014

26

,,

1927
4,85%
4

3,91
5
/
23,7134
40,01

28

,,

1927
4,8594
3,911/
8

23,71j.
40,01

29 Maart 19261
4
1
865/
16

3,41
93,80
40,08

Muntpariteit
.. J
4,8667 19,30
23,81,4
40
/16

TE LONDEN.
KOERSEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
12
Mrt.
1927
19
Mrt.
1927

I
LaagstelHoogste
2
11
2
6
Maart
1927
26
Mrt.

1

1927

Alexandrië.

Piast. p. X
97
97
97/1,

979/
16

9714
Athene

Dr.p.g
37634
3763,j
374

378
375ij

Bangkok

Sh.p.tical
1/1011
111034
111014

111034
1/1034
Budapest
.

Pen. p.
£
27.78
27.821
27.80

27.86
27.821
B. Airesl). .-

d. p.
$
77/16
4714 47
6
/8

47518
4717132

Calcutta
. . .

Sh. p. rup.
1/5
5

1

11’5
81/32

159

1
1
,
6
1/531/
33

Constantin

Piast.p.
z
e
96234 96734
960

975
95734

Hongkong
.

Sh. p.
$
1/11+
1111
1/1134

2
1
07/
210
1
/
82

2/05/
88

2
10
9
/
32

2
10
9
1′
32
210
11
/
32

20
5
1
d
Lissabon 1)
.

.
per Esc.
217/
217/33
2
33
/64

2
27
/
32

2
17
/
52

Mexico …..

d.per$
24
24 23

25
24
Montevideo
1)

d. per
$

.
50
50
49s/

506/
8

505,
12

Montreal’)

$
per
£
4.86
4.85H

4.852/
8

4.857/
8

4.857/
8

Kobe

…….Sh.p.yen

R.d.Janeirol)

.
per Mii.

..

57/6
555
1
64
5271
32
571
0

585

Shanghai ..

Sh. p. tael
2157/
8

2
1
,
5211
33

2/594

2/62e,
215
1
51
Singapore.

id. p.
$
2/3k
2/3si
2/3
23
/
55
2
1
,
3
18
1
16

2136/
8

Valparaiso 3)

$
p. Y,
39.87 39.72 39.66

39.71
39.69
Warschau

Zi. p.
£
4334 4394
43

44
4334
1) Telegrafisch transfert.
2)

90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.Yorlci)
Londen
21Maart1927.. 2594
5534
21Maart1927….

84/114
22

,,

1927..

25’/
55
22
1927…,

84/1094
23

,,

1927..

25
7
/t,
55
23
1927….

8411134
24

,,

1927..

25s/
55’i,
24

1927..

84/1134.
25

,,

1927..

2511/
16

552/, 25

,,
1927….

84/1134
26

,,

1927..

25u1j,
55ij,
26

,,
1927…..

84/1134
27Maart1926.. 3094
655/
8

26Maart1926….

84/1094

20 Juli 1914.. 2452/56
1
4r/
$

20 Juli 1914…. 84111

1) in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver In
$c.
p.oz.fine.
3)
in sh. p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Finan ciën maakt bekend

Vorderingen.
1 IS
Maart 1927 23 Maart 1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank….
f
21.832.795,59
/
27.156.465,95
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

1.726.899,61
,,

3.513.106,58
Voorschot
op
uit. Febr. 1927 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting ……..
45.115.333,12
,,

45.115.333,12

,,

5869.708,23
Kasvord. wee. credietverst. ajh. buiteni
,,li
..
1.640.814,67
,,
110.719.185,84
Daggeldleeningen tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

……….
21.700.000,-

16.000.000,-

Voorschotten aan de koloniën……….3.976.444,16

Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen

………………….
..

14.237.650,78

..

,,

17.546.787,34
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
T.

en

T.

)…………………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)

1.985.348,03

,,

2.265.348,03

V
e rp11_c h t
i
nge_n.

Voorschot door de Nederi. Bank


Schatkistbiljetten in omloop
1
) ……..
fl11.356.000,- fl11.356.000.-
Schatkistpromessen in om1oo

……
28.330.000,-
,,
28.330.000.-
Waarvan direct bij de Ned. Bank


Zilverbons in

Omloop
…………….
11.910.839,-
,,

11.935.507
0
0
Schuld a.d.Bankv.Ned.Gemeenten
2)

.



Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2)

,,

6.466.871,88
,,

6.436.741,51
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en T.
8)..

34.869.849,81
,,
26.053.383.64
670.000,-
,,

620.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’)…………
Id. aan diverse instellingen’)

……….
35.330.081,56
,,

35.315.958,21
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
28 Maart
1927.
Activa.
Binnenl.Wis-j’Hfdbk.
f

68.393.007,77
sels, Prom.,
Bijbnk.
,,

9.770.399,68
enz. in disc.(
Ag.sch.
,,

16.973.680,70

f
95.137.088,15
Papier
o.
h. Buiten!. in disconto……….

Idem eigen portef..
f
146.550.418,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nogniet afgel.


146.550.418,-
Beleeningen
ncl.
vrsch.
Hfdbk.
f

47.239.981,13

in rek.-crt.
Bijbnk.

,

10.536.810,10

op
onderp.
Ag.sch.

,

73.877.533,98

/
131.654.325,21

Op
Effecten……..
f

127.894.225,21
OpGoederenenSpec.
,,

3.760.100,…
131.654.325,21
Voorschotten a. h. Rijk
………… ……,,

Munten Muntmateriaal Munt, Goud
……
f

59.669.130,-
Muntmat., Goud
… ,,
359.049.498,15

f
418.718.628,15
Munt, Zilver, enz.
• ,,

28.071.059,68
Muntmat. Zilver..

Effecten
446.789.687 83

BeleggingRes.fonds.
f

7.043.981,68
id. van
‘/
5
v.
h. kapit.,,

3.996.941,20
11.040.922,88
Gebouwen en Meub. der Bank
.. ……
5.142.000,-
Diverse

rekeningen
… ……………
49.740.988,13

(
Passiva

______
886 055.430.

Kapitaal
………..

…… .-

……
f
20.000.000,-
Reservefonds
………………. ……,,
7.047.731,06
Bijzondere reserve
……….._.. ……. .
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop…………..
782.202.910,-
Bankassignatiën in omloop………..
619.098,49
Rek..Cour.
j
Het Rijk

f
29.940.277,65
saldo’s:

1
Anderen,, 20.920.898,06
50.861.175,71
Diverse rekeningen
. ….. ….. .. . .. .. .
16.524.514,94

f
886.055.430,20

Beschikbaar metaalsaldo
…………..
f
279.468.617,06
Op
»
de basis van
21

metaaldekking.
. ..
112.731.880,22
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.397.342.585,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data
Goud
Circulatie
Andere
opeischb.
I Beschikb.
Metaal-
I

Dek-
kings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
oerc.

28 Mrt. ’27
59.669
359.049
782.203 51.480 279.469
53
21

1
27
59.839
359.049 780.217
58.445
278.532
53
14

1
27
59.891
359.055
795.409
44.724
278.099
53
7

,,

1
27
59.967
353.967
806.138
34.459
272.969
53
28 Febr.’27
60.058
353.964
814.156
31.744
272.394
52
21

,,

’27
60.197 353.961
785.460
39.782
276.949
54

29 Mrt. ’26
56.910
372.274
821.005
35.633
283.222
53

25 Juli
1
14
65.703 98.410 310.437
6.198 43.521
1
)
54

Totaal
Schat,cist-
,
ee-

e
Pupier
Dis
eT
Data
bedrag
promessen
ningen

op het
reke-
disconto’s rechtstreeks
buitenl.
nineen
2)

28 MrL 1927
95.137

131.654
146.550
49.741
21

1927
98.666

129.873
146.400
52.536
14

1927
98.631

130.502
146.247
53.374
7

1927
105.779

132.457
143.636 52.221
28 Febr. 1927
101.677

141.090
141:111
54.732
21

,,

1927
93.501

128.311
136.706
58.838

29 Mrt. 1926
71.680
2.000 137.200 176.795
43.972

25 Juli

19141
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1) Op
de basIs
van
2
16
metaaldekking.
2)
Sluitpost
activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

19
Mrt. 1927
1

26 Mrt. 1927

Vorderingen
f
5.955.000,-
f
5.500.000,-
Saldo bi1 ‘s Rijks

kas……………..
»
5.723.000,-
,,

5.668.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uit
‘S
Rijks kas aan N.-lndlë

Saldo bij de Javasche Bank
………..

Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië


Schatkistpromessen in omloop …….
200.000,-
»

200.000,-
30.818.000,-
….
»
30.358.000,-
Muntbi1jetten in omloop

………….
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds..
3.744.000,–
3.744.000,-.
idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
.,

1.314.000,-
,,

1.286.000,-

Data
Metaal
C/Ç/J
1
Oi
Ande
re
sib.
Discont.
D

rk
nge
e
n
i

26 Febr.

1927..
1.000
1.497
545
963 499
19

1927..
1.001
1.418
523
957
517
12

1927…
1.000
1.444
481 970
436
5

1927-
1.000
1.582
548
963
476
29 Jan.

1927-
1.026
1.491
518 973
444

27 Febr.

1926..
1.005 1.757
622
935 325

5
Juli

1914..
645
1.100
560
735 396
1)
Sluitpost der activa.

302

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie
opeischb.
I
metaal-
schulden
saldo

19 Mrt.1927
222.200 306.100
45.200
151.940
12

1927
221.900 309.600 44.000
151.180
5

1927
226.800
306.900 57.000
154.020′

26Feb. 1927
195.402

30.447
305.205
V

58.457 154.038
19

,,

1927
195.494

29.891
307.542
61.647 152.345
12

1927
195.479

30.012
314.325
62.123
151.024
5

,,

1927
195.929

30.150
313.828 66.552
150848

20 Mrt.1926
202.100

39.603
330.420 56.182
164.947,
21 Mrt.1925
133.924

50.980 273.299
56.214
119.837

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172 12.634 4.842
8
)

Data

1
Dis-
1

Belee-

Diverse

contos
1

N.-Ind.
1
ningen

reke-

kings-

nzngenl)
I
percen-

1

tac’e

19Mrt.1927

1100

63
12

1927

120.100

63
5,,

1927

121.500

62

26Feb.1927

13.296

19.442

72.086

39.587

62
19

,,

1927

13.116

21.117

74.151

42.104

61
12

1927

13.049

20.758

78.501

45.026

60
5

1927

12.820

20.443

76.752

50.533

59

20 Mrt.1926

8.679

19.536

42.744

77.547

63
21 Mrt.1925

20.967

17.066

50.857

62.704

56

25Juli 1914

7.259

6.395

47.934

2.228

44
1)
Sluitpost activa.

‘) Basis
1
16 metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data

Metaal

Circulatze

Currency Notes

Bedrag

Bankbilf.
Gov
. Sec.

23Maart1927

150.725

136.254

285.334

56.250

235.419
16

,,

1927

150.736

136.706

286.195

56.250

235.469
9

1927

150.753

137.057

286.050

56.250

235.193
2

1927

150.115

137.589

283.990

56.250

233.129
23 Febr. 1927

150.148

136.604

281.493

56.250

230:438
16

1927

150.176

136.188

281.992

56.250

231.023

24Maart 1926

146.843

141.617

286.302

56.250

235.321
22 Juli

1914 1

40.164 1

29.317

Gov.

Other

Public

Other
Data

Sec.

Sec.

Depos.

Depos.

Reserve kings Dek-

23 Mrt. ’27

30.798

74.733

17.397

104.031

34.221

28s
16

,

’27

32.658

73.231

19.184

102.179

33.780

27+
9

’27

31.223

73.690

16.159

103.922

33.446

277/
8

2

,,

’27

32.268

72.912

9.643

109.530

32.276

27
23Febr.’27

29.965

71.251

17.834

98.478

33.294

2851
8

16

,,

’27

29.813

74.429

17.508

102.282

33.739

281/
8

24 Mrt. ’26

43.585

72.521

14.406

108.373

24.975

20
3
/
8

22 Juli ’14

11.005 – 33.633

13.136

42.185

29.297

52
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

Data

Goud

in het

h t

op het

Belee-
Waarv.
1

goed

Wis’

Waarvan

buitenl.

buit.l
e
.3)

sels

buitenl.

ningen

24 Mrt.’27

5.548

1.864

342

81

2.895

9

1.897
17

,,

’27

5.548

1.864

342

83

2.723

8

1.936
10

’27

5.548

1.864

342

88

3.946

13

1.979
3

’27

5.548

1.864

342

87

3.669

11

1.945
24Feb.’27

5.548

1.864

342

86

3.228

9

1.967

25 Mrt.’26

5.548

1.864

331

71

3.310

11

2.450

23 Juli’141 4.104
1

640

1.5411

8

1

769

Data

voorsch.

kistbil-
J

sen 2)
Staat

Buit .gew.
1
Schat-

Diver_
I
Rekg.Courant
Circulatie ( Parti-
ajd.Staat1jettenl)

1
culieren

24 Mrt.’27

28.100

5.658

10.733

51.912

4.457

67
17

,,

’27

28.900

5.657

9.784

52.273

3.896

21
10

’27

29.300

5.651

9.308

‘52.764

3.360

59
3

,,

’27

29.500

5.645

8.887

52.462

3.293

82
24Feb.’27

29.600

5.624

9.075

51.697

4.752

93

25 Mrt.’26

35.000

5.289

3.502

51.492

2.802

32

23 Juli’14

5.912

1

943

401
In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staat a. buiten!. regeeringen.
Sluitpost activa.
3)
Except tegoed bij Russische Staatsbank.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 28 Maart 1927.
De iutei

uationa]e fondsenmarkten hebben in de achter
0115
liggende week voor ecn goed deel de schaduw van de poli-
tieke gebeurtenissen op tien Balkan en van de militaire
voorvallen in China ondervonden. Wat earstgenoemde eoh-ter betreft, is eenige verMchiting ingetreden, toen bleek, dat
dc desbetreffende partijen geneigd waren tot besprekingen
over te gaan. Dientengevlge is hijv. de beurs van B e r 1 ij i
ook iets vast,er geworden, waartoe inmiddela ook andere
factoren het J’tu’nne hebben bijgedragen. De geldmarkt is nl
iets ruimer geworen, hetgeen vooral geruststellend heeft
gewerkt, omdat men de ziadering van het einde van de
maand met eenige vrees tegemoet had gezien. Klaarblijkelijk
echter hebben de belanghebbenden reeds lang te voren zoo-
danige maatregelen genomen, dat aan de eischen van dê
afgeloopen week gemakkelijk kon worden voldaan. Dit wil
echter niet zeggen, dat men thans de ontwikkeling van de
geldmarkt met vol verti

ouwn tegemoet ziet. In het bij-
zonder acht men het een ongunstig ‘teeken, dat in Februari
de passiviteit van de handelsbalans verder is toegenomen. Tezamen met de groeiende verplichtingen, voortkomende
uit het plan Dawes, zou deze omstandigheid, indien ook cle
volgeiicle maanden een zelfde verloop te zien geven, duaan-gename gevolgen kunen medebrengen. In verband hiermede
zijn de verbeteringen van het koerspeil nog bescheiden ge-
bleven.
Te L o nA e n ‘heeft cle beurs meerendeels een zwak ver-
loop gehad, hetgeen het rechtstreeksche ‘gevolg is geweest
‘van den gang van iaken in China. Ook de binnenlandsche
financieele toestand – in het bijzonder die van de schatkist
– heeft aanleiding tot terughouding ter beurze gegeve.I.
Het tekort van de •staathu’ishouding in het weldra achter
ons liggende f’inancieele boekjaar 1 April 1926131 Maart
1927 wordt op ongeveer 35 mi:llioen ‘pond sterling geschat,
zoodat van ee’n vermindering van cle inkomstenbelasbing –
waarop tot voor korten tijd veler hoop was gevestigd –
vermoedelijk geen sprake zal ‘kunnen zijn. De uitspraak
van minister Mellon ten aanzien van de ‘bu’iteniandsche vorderingen van Amerika – waaruit kon wrclen ‘gecoel-
cludeerd, dat van Amerikaansche zijde geen concessies ver-
wacht moeten worden – heeft inmiddels geen indruk ge-
maakt.
De foeilsenmaxkt Le P a r ijs ‘is tamelijk opgewekt ge-
‘eest. Ten aanzien van finaneieeie’plannen vtn de regee-
ring bestaat nog geen gevestigde overtuiging, doch over het
algemeen neemt men aan, dat de uitlatingen ‘an den hees’
Poinca.ré zoo opgevat dienen te worden, dat met een aan-
staande stabilisatie rekening mag worden ‘gehouden.
Te N e w Y o r k is de markt minder opgewekt geweest.
Technische factoren hebbe]i de geldmarkt iets stroever ge-
maakt – zooals de ini’iug der belastinggelden – terwijl
ook de leeui’ngea van cle makelaars een toeneming te zien
hdbben gegeven. Een cii ander heeft de co’ntram’ine aanlei-
ding tot ingrijpen verschaft. De beleggingsafdeeling is ech-
ter opgewekt gebleven en de lagere tioteering voor cali
m.oney tegen het einde van de bericlitsperiocle heeft ook
eenige verlichting gebracht. Over het algemeen gelooft men
met normale oipstand’igheden op de geldmarkt voor de
maand April rekening te kunnen houden.
T en o n z e n ‘t hebben sommige af.deelingen aanleiding
tot iets ru’imerenl handel gegeven, hoewel over het alge-
meen de omzetten gering zijn geweest. De af deeling voor
leleggiags[ondsen
was bijzonder rustig. Een uitzoadering
dient ‘te worden gemaakt voor enkele bu’itenl’andscbe ‘koor-
ten, zooals de obligaties ten laste van den Belgischen
Congo (Kilo Moto) en Fransche rente. 6 pCt. Ned. Werk.
Schuld 1922: 106
1
/
16
, 106%, 106
3
11o; 4%’ pCt. NecI. Wer’k.
Schuld 1917:
9815/1o,
99
3
/8,
99; 4%. pCt. Ned.-In.dië 1926:
95
5
/s, 96,
9537/;
5 pC’t. Mexico: £ 100-1000′: 11,
lOf,
1o/s;
5 pCt. Brazilië 1913 £20-100: 71%
1
72%, 71%;
8 pCt. Sao Paulo: 106, iO61fie.
De af deeliug voor
suikes

a.andeelen
was over liet algemeen
stil, zondei- dat zich groote koersvariaties voordeclen. Cul-tuur Mij. ‘der Vorsteu’]anclen: 175
5
/8,
173%, 1787/
8
.; Han-
delsvereen’igitg Amsterdam: 723, 729, 728; Java Cultuur
Mij.: 376%,
372%,
377, 378′; Moormanu: 47(1,
463%,
455;
Necl.-Incl. Suiker Unie:
260%,
263%, 261, 263; Poerwored-
je: 117, 118%, 118; Sundanglaoet: 425; Tjepper: 769, 770;
a,toetoel
,
is Pop’poh: 820, ‘825, 828.
De
tabieksrn.airkt is
clooi’gaans opgewekt geweest. De eer-
ste twee inschrijvingen van Sumatratabak hebben een
mooie opbrengst te zien gegeven, waardoor de ongnnsbige
opinie, welke men omtrent dle kwaliteit van oogst 1926
koestert, eenigszins op den achtergrond is gedrongen. Ter
beurze gelooft men, dat de schaarsehte aan tabak, welke

30 Maart 1927

ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

303

iii de verbruikende landen bestaat, ertoe aal leiden, dat
ook voor de minder goede soorten hooge prijzen besteed
zullen worden. Ai-en:ls.biirg: 635, 640, 644; Besoeki Tabak
360, 361, 365, 375; Dcli Batavia:
468%,
464, 473%, 479%;
Dcli Maatschappij: 435%, 432
7
/8, 445%, 449% ; Oostkust:
236, 232%, 243, 246%;
Sc’nembah: 426%, 424, 436%, 440V4.

Rubberca.ndeelen
hebben geen aandacht van beteekeiris
getrokken. De koersvuriaties zijn binnen enge grenzen be-
perkt gebleven, eensdeels dooi

dat de ruibberprijs geen aan-leiding tot optreden heeft gegeven, an’derdeels, omdat men
de aanstaande div’i.cleuddeolaraties eerst wensc-ht af
te
wachten. Amsterdam’ Rubber:
351%,
347%, 351; Dcli
Batavia Rubber: 2767/8, 278,
273%,
277%; Ressa Rubber:
554,
545%,
550′, 547; Indische Ru’bber: 424, 419,
429%,
430;
Java Caoutchouc’: 233, 228, 237%; KaliTelepak: 353, 348,
358; Kencle’ng Leinboe: 429, 420, 427
%,;
Ned.-In.d. Rubber
& Koffie: 342; Oost-Java Rubber: 397, 391, 400% ; R’dani
Tapanoel’i: 171%, 1.69%,
172%;
Serbadjadi: 350%, 346%, 349; Sumatra Caoutchouc: 305%, 304, 307, 304; Sumatra
:Rubber: 410,
415%,
418; Vereen’igde Indische Cultuur
Ondernemingen: 218%, 215%, 217; Intercontinental Rub-
her Cy: 14
1
/
3
2,
14%, 14
11
1
1
.

In de afdeeling voor
petroleumaain.deelen
is tegen het
midden van de berichtsperiode een’ig vertrouwen terugge-
keerd, hetwelk in hoofdzaak van binnenlandschen oorsprong
is geweest. De beurs te Londen, noch ‘die te Parijs, hebben
een.ig werkzaam aandeel in den handel in aandeeleis Ko-
ninklijke Petroleum Mij. genomen. Aan onze beurs echter heeft men zich niet meer zoo sterk beaig gehouden niet de
berichten omtrent overproductie in Amerika, temeer, om-
dat men geneigd is de raming omtrent het slotdividend van aairdeelen Ko
,
ainklijke niet pessimistisch te doen zijn.
Dordtsche Petr. md. Mij.: 356%,
361%,
357; Gec. Roll.
Petr. Cy.: 254; Kon. Petroleum Cy.: 380%, 382%, 385%,
381%; Perlak Petroleum: 68%, 69%; Peudawa : 30, 27
5
/8,
2
8%.
De
schcepvca’rtm.wrkt
is rustig geweest, met een geringe
‘neiging tot daling, nu de vrachtenmnr’kt haar op’%vaartsche
beweging niet heeft voortgeeet. Bovendien heeft het divi-
dend, van de ‘Stoomvaart Mij .,,Dc Maas’ teleurstellend ge-
werkt. Weliswaaj- moet deze rriaatsch’appij, door haar bezit
aan tankschepen, als een uitzondering vorden beschouad,
doch in geen geval heeft het lage dividend stimuleerend ge-
werkt. Hollaud-,Anierika Lijn: 86%, 85, 83%; Java-China-
Japan Lijn: 130, 129,
130%,
128; Kon. Ned. Stoomboot
Mij.: 103%, 105, 105%
2
104%; Ned. Scheepvaart Unie: 190,
189%, 191%, 1.89%; Stoomvaai-t Mij. Ned.: 187, 189%, 190.
Van
bin’n,enlcnLsche indnstricele ecsncleelen
‘hebben kunst-
zijdesoorten opnieuw de aandacht getrokken, ditmaal door
de mededeel’ing, ‘dat dc Rollantlsche Ku’nstzij.de Industrie
er in geslaagd is, in Engeland een belangrijk bedrag aan
couvertcer.bare obligaties op te nemen en in het eigen land
een post aandeelen te plaatsen. De overige soorten uit de
hier besproken .afdeeling zijn op den achtergrond gebleven.
Centrale ‘Suiker Mij.: 131,
130%,
122 (ex (liv.), 123; Hol-
landsche Kunstzijde Industrie: 114, 1147/8, 119; Jurgens:
17434, 175, 174%’; Maekubee: 115%,
113%,
11.4%; Ned.
Kiinstzijdefabriek: 308, 304%,
303%,
307%’, 310; Philips
O loeilampenfabriek: 376, 379%, 383%.
Mijncandeelen
waren aanvankelijk 1 usteloos voor aanclee-
len Algemeene Exploratie Mij., in verband met de mede-
deeling, dat de Bataafsche een boring op de terreinen der
Mij. zou hebben gestaakt. Ook acht men het niet waar-
schijnlijk, dat de Explorat’ie Mij. over 1926 divi:end zal
n’itkeeren. Aandeelen Müller Mijnbouw waren gevraagd.
Daarentegen bleken aandeelen Si’ngkep Tin Mij. aan de
markt te zijn, zij het iii geringe mate. Alg. Exploi-atie
Mij.: 88, 82, 85. 82; B’i.11iton le Rubriek: 775, 780; Boeton
Mijnbouw Mij.:
210%,
222,
226%,
224; Mtii’ler & Co.’s
Mijnbouw Mij.: 86%, 84%, 89%, 91; Redjang Lebong: 218,
217%, 217; Singkep Tin Mij.: 464, 462, 459, 458.
Bankaandeelen
waren vast zonder noemenswaardige ver-
schillen. Amsterdamsche Bank: 1747/
8
, 174, 174%; Roll.
Bank vdor Zuid-Amerika: 76/s, 75%, 77; Koloniale Bank:
251%
1
250
0
/, 252%; Ned.-Ind. Handelsbank:
173%,
174,
173%; Ned. Handel Mij.: 160%, 1597/8,
159%;
Rotterdam-
sche Baukvereeniging: 94, 937/8; Twentsohe Bink: 147, 144.
De
Aneeri]caansche a.fdeeliavg
is stil gebleven, met eenigs-
zins omvangrijken handel in aandeelen Chicago M’ilwati’kee. Anacoisda Copper:
90f16,
94%; S’tudebaker: 507/8. 50%,
51%, 52
1
/s; United States Steel Corp.: 165
5
/8, 164, 167,
166%; Atehison Topeca: 177, 175, 175%; Ene: 42%, 43;
New York Ontario & Western: 29, 28%, 29; Union Pacific:
170, 1687/
s
, 169%; Wabash Railway: 70271, 68116, 69
1
/
io
.
De
geldinarkt
was kalm; prolongatie varieerde tusschen 3% cii 3% pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
29 Maart 1927.

Geduremle het grootste deel der afgeloopen week is de
t a r w e-markt nog steeds weinig levendig geweest en eenige
veidere prijsverlaging vond aali alle markten plaats. 1)e
zeer groote verschepingen uit ,A.r gentinië in dle vorige week
en de buitengewone omvang der naar Enropa ondei

weg
zijnde hoeveelheden deden hun invloed nog gelden. Zij
werkten bovendien het uitblijven van een herstel van de
vraag der iiivoerla.nden in de hand, omdat men daar niet
het oog op den groeten ze.ilenden voornaa:L zijne inkoopeii
beperkte in afwachting, of ‘niet die voorraad tot verdere
prijsverlaging zou leiden. Niet slechts de weinig bevrecl’i-
gendle Europeesche vraag en de groote verschepingen van
het Zuidelijk half rond, doch ook cle gunstige ‘berichten dei
nieuwe wintertarwe der Vereenigde Staten en het ruime
uitvoeroverschot, waarover Canada ‘nog beschikt, hebben te Chicago en W.inn’ipeg aanvankelijk nog een verdes-e prijs-vci-laging ten gevolge gehad. Uit de Vereenigde Staten viel
daarbij een toename van het aanbod van Re:lwinten tarwe
te constateeren. Het gebrek aan ondernemï’ngslust aan cle
Europeesche tarwemarkt ‘kwam zoowel op het vastelaud als
in Engeland tot uiting. Ook in cle eerste dagen van clez
week weder bleef cle omzet in ladingen aan de Engelsohe
markt zeer beperkt, terwijl ook in parcels, ondanks den
daleulen prijs, geen groote omzet werd bereikt. Dat ‘Erank-
rijk geen groote belangstelling toonde voor bu’ite u land sche
tarwe bleek wel uit de omstandigheid, dat een lading
Austrajische tarwe, die zich in Fransche handen bevond,
naar Engeland werd verkocht. Ook uit Diiitschland hoorde
men, dat moieuaars ertoe overgingen vroeger gekochte
buitenlandsche tarwe weder
te
verkoopen, oniclat zij wegens
den slechten afzet van meel geen dadelijke behoefte aan
tarwe hadden en de verwachting koesterden, binnenkort
tot lageren prijs weder te kunnen koopen. Tot lagere prij-
zen dan iii de voorafgaande week was ook Manitoba tarwe
van den nieuwen oogst ter verscheping iii de najaarsma’an-
den aan de markt. Daar deze tarwe echter nog niet is uit-
gezaaid, dragen deze zaken een zeer speeulatief karakter.
Slechts schijnen de verkoopers te verwachten, dat er dit
jaar speciaal in Canada een aanzienlijk overschot van den
onden oogst zal overblijven, hetgeen dan later de markt
zal drukkeii. Een vci-betering is aan de tarweniark,t aan
het einde der week ‘ingetreden. Gedeeltelijk was deze het
gevolg van niet zoo abnormaal groote verschepidgen uit
Argentinië en vooral zeer veel kleinere .aflacl’ingen uit
Australië. Die afname in de verschepingen leidde op het
verlaagde prijsniveau tot vat meer kooplust en aan het
einde der week toonden speciaal Engeland en Du1tschland
meer belangstelling voor tarwe. Tot de lustelooze houding
dci

markt had het groote aantal spoedig verwachte ladingen
Australische tarwe bijgedragen. Men vreesde daarvoor he-
zwaarlijk plaatsing te zullen vinden en in verband lriei–
mede was ook in latei-e posities Australische tarwe goed-
kooper aan cle mai-kt gekomen. De iets betere houding der
markt heeft echter ook hierin verandering gebracht en
eenige dier ladingen konden reeds aan de Engelsche markt
worden geplaatst. Ook Ma’nito’ba s zijn daar de laatste dagen
in toenemende niate gekocht, waarbij in ovei-eenstenim’ing
met den loop der Noord-Aiuerikaansche markten iets hoo-gere prijzen werden betaald. De volle prijsverhooging viel
echter in Europa niet dadelijk te bereiken er dlit gold
eveneens voor Pl’atatarwe, waarvoor cle ou’iiet vel toe-
nam, doch waarvoor een prij’sverhoogiug slechts schoorvoe-
tend werd betaald. Het geniakkelij’kst bleek men daartoe
nog in Engeland en Noorcl-DuitschIand bereid. Ook in
België viel een vermeerdering van den omzet te constatee-
en, doch werkelijk levenclige markten, zooals anders als
reactie ‘op een periode van beperkte zaken wel plegen te
volgen, vallen ditmaal nog niet te vernielden. ]3lijkbaar zijn
cle naar Europa onderweg zijnde voorraden ditmaal nog te
groot. Eenigen steun zal de markt misschien ondervinden,
indien cle Anstralische producenten er werkelijk toe zouden
komen om wegens den door hen al’s te laag beschouwden tarweprijs hun product voorloopig achter te houden, doch’ gewoonlijk komen zulke bedreigingen slechts in zeer ge-
1-inge mate tot uitvoering. ‘Pot ‘nog toe valt van zulk een
beperking der Austra,lische versche’pingen niet veel te be-
speuren, want ondanks de moeilijkheden bij de verschepin-
gen, waarmede men in het begin van het jaar te worste,-
leo heeft gehad, zijn sedert 1 Januari uit den zeer groeten’
Australischen oogst reeds 5.3 millioen quarters verscheept
‘tegen 4.8 m’illioen in het vorige jaar.. Verder is ibinnenkoft
een toename ‘der verschepingen van Noord-A.merikaansche
tarwe te verwachten. Uit Canada wordt namelijk bericht,

304

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

dat de scheepvaart op de Atlantische Canadeesche havens
zeer vroeg mogelijk zal jzijn en reeds in het begin van April
verwaoh’t men groote verschepingen van graan uit de Ver-
eenigde Staten en Canad.a over Quebec en Montreal. Tevens
mag ook op voortzetting van flinke verschepingen van tarwé
uit Argentinië worden gerekend en het ziet er dus ondanks
de iets betere stemming der markt niet naar uit, dat spoe
ç

clig op een eeuigszi.ns belangrijtke vermin•dering van het
aanbod behoeft te worden gerekend. Eigenlijk is het dan
ook ‘niet te verwonderen, dat Noord-Amerika reeds o’p 28 Maart weder f].au.wer was en lager, zooclat Chicago voor
tarwe ielfs
34
t 1 dollarcent per 60 lbs. lager slot cla
een week tevoren. Te Winnipeg viel voor Mei nog een ‘vei–
ooging te coostateeren van
34
cent, terwijl Juli en October
in vergelijking met den Zlsten onveranderd sloot.
R o gg e is aanvankelijk deze week zeer flauw geweest
met sterke, van Noord-Amerika uitgaande prijsdaling. Da’
gelij’ks kwam Noor]-Ameri’kaansche rogge tot lageren prij.s
aan de markt, wat voor afladi’ng in Mei wel tot een toe
name der zaken naar Du’itschlancl en gedeeltelijk ook naai’
Nederland heeft geleid. in spoedige rogge bleven de zaken
echter van beperkten omvang, omdat daarvoor in Duitsch-
land’ zeer weinig vraag bestond en ook in Nederland de
verkoop ‘niet gemakkelijk was. Op clie flaawere markten voor
rogge is echter een krachtig herstel gevolgd. Te Chicago was
in navolging van tkrwe en bovendien door de toename der
Duitsche zaken de roggeniarkt op 24 Maart en volgende
dagen vrij’ wat ‘hooger. Die prijsverhooging heeft den Duit-
sehen kooiplust niet verminderd en ondanks de stijging der
prijzen bleven ook nu nog dagelijks zaken in Noord-Ameri-
kaansche rogge op Mei af lading tot stand komen. Weliswaar
blijft de omzet van bescheiden omvang, doch uit de om:
sta,nd’igheid, dat ondanks de prjsveriioogirig de zaken toch
blijven voortgaan, mag men wel de conclusie trekken, dat
in de eerstvolgende maanden w’at meer zaken in rogge
naar Duitsch’lanid te verwachten zijn. Overigens is op 28
Maart te Chicago ook de roggemarkt weer ingezakt en
tegenover de markt van 21 Maart was de roggeprijs ei
slechts
34
dollarcent per 56 lbs. hooger. Intusschen luid
echter na 21 Maart nog een prijsdaling van ruim 2 cent
plaat’s gevondea.

In m af s was ook deze week cle markt weder kleurloos.
Zij kenmerkte zich door een merkwaardig gebrek aan prijs-
‘schommelingen en aan de terijnmarkten te Buenos Aires
en Rosario ‘kwam zelfs gedurende 5 of 6 ‘dagen geen enkele prijsverandering voor. De berichten over ide nieuwe Argen-‘tijnsche mais blijven gunstig en regenval heeft ‘nu oo’k voor
het laat gezaaide gewas een goede opbrengst verzekerd.
Zaken in maïs van den nieuwen Argentij’nschen oogst naai
Enropa waren deze week niet groot. Gew’oonlijk werden zij
afgesloten beneden de door de verschepers gevraagde prij-
zen en de zaken, die deze naar Europa konden doen, ivaren
dan ook niet van grooten omvang. Ofschoon ook voor spoe-
dige maIs de vraag /n de meeste invoerlanden niet groot is,’
konden nog tamelijk wat zaken gedaan worden in oude mais

ter verlading in de eerstvolgende weken. Voor deze ver-
,

schepi’ngstermijnen va.ren de Argentijnsehe af laders v.aif
‘tijd «tot tijd geschikt aan de markt omdat men zich blijk-baar in Argentinië alle moeite geeft om’zih van de ,oucle
maIs te ontdoen, vOOr de nieuwe beschikbaar komt. De verschepingen van Argentinië waren dan ook deze week.
grooter dan in de vorige en voor dezen tijd van het seizoen
blijven zij ruim. Weliswaar wordt lang niet zooveel mais
uit Argentinië verscheept als eenigen tijd geleden, doch
er is nog zooveel naar Europa onderweg, dat daar in de
eerstvolgende weken zal aankomen, dat de recente afname
der versehepiigen zich nog niet sterk op de Eu’roeesche
markten doet gevoelen. Zelfs is in den loop dezer week cle
prijs voor spoedige .Platamafs aan dc meeste Europeesche
markten nog vrij wat gedaald en eerst de allerlaatste dagen
is speciaal in Nederland de vraag ten gevolge vail die
prijsverlaging toegenomen. Op 28 Maart viel dan ook aan
de Nederla,n’clsche markt een vrij sterle uitbreiding der
zaken te constateeren. Zij betrof echter slechts aangekomen
partijen, omdat binnen-enkele dagen een aanvang zal kun-
een worden gemaakt met de, vroeger op April levering
afgesloten contracten. Het uitblijven van eenige prijsschom-
nieling in Argentijnschè mais van den nieu.wen oogst heeft
in Nederland, waar onlangs ‘nog zulke .groote zaken werden
gedaan ter levering in de laatste helft van het jaar, een
sterke verwindiering dier zaken met zich gebracht.

Van den Donau werd in het begin der week mais nog tot
verder dalenden prijs aangeboden. Daar Donauma.ïs echter
nog steeds duurder bleef dan Platamaï,s en over de kwali-
teit in vele gevallen niet te roemen valt, ‘toonde men in
West-Europa niet veel lust van het Roemeen’sche aanbod
te profiteeren. Slechts Nederland kocht vrij geregeld. De verschepingen van den Donau varea dan ook deze week
weder niet groot en bovendien ondervinden .de laatste
dagen de ‘zaken weder eenige belemmering van verdere stij-
ging van den Roemeensohen wisselkoers. InAmerika. bleef
mais deze week flauw en een verdere vrij aanzienlijke prijs-
daling had plaats, ‘welke slechts op 25 Maart door een kort
herstel
werd
onderbroken. De onvoldoende binnenlanclsche
Amerikaan’sche vraag en groote voorraden in het Westen
waar tegenover geen export van eenige beteeken.is
staat,
biachten clie flauwe stemming tewea. In vergelijking met 21 Maart sloot Chicago voor mais op den 28sten 2 8. 234
dollarcent per 56 lbs. Jager.
Ge r St is het grootste deel dezer week stil gebleven,
doch in cle laatste dagen viel zoowel in Duitsohla.ncl als in
Nederland eindelijk eene toename der vraag te eonsbatee-
ren, welke speciaal voor Donau-gerst tot een sterke prijs-verhooging heeft geleid. Ook voor Piatagei-st konden cle
prijzen, vooral voor spoedige poaihies, bij betere vraag, vrij
aanmerkelijk worden verhoogd. De markt werd daarbij flink
gesteund door aanzienlijke prjsvethoogingen te Win’nipeg.
Wel trad op 28 Maart eenige reactie in, doch cle prijs
handhaafde zich toch nog vrij ivat boven het peil Van liet
be
g
in der week.

Noteeringen.
Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago
Buenos Aires
Soorten
1

28Maart
7
21 Maart
1927
29Maart
1926
Data
Tarwe
1

Maïs
Haver
1
Tarwe
Maïs
Lijazaad

Tarwe (Hardwinter II)
.

1

Rogge (No. 2 Western)
.
.11

14,75
12,35 14,75
12,
70
15,50 10,70

Mei
Mei Mei
Mei Mei Mei

111,20
26Mrt.
1
27 13434
717f
5,80
14,55
Mais (La Plata)

……..
2

164,- 166,-
173,-
19

.,

’27

134y,
74y
4

44

111,20
5,85
14,55
Gerst
(48
lbs. malting)

..’
221,- 220,-
177,-
26Mrt.’26 160
7334
40
y
4

113,05 7.10
15,60
Haver (Canada3) ……..
1

11,90
11,80
10,75
26Mrt.’25

164if
1113.
15,75

9,60
22,30

,
Lijnkoeken (Noord-Amen-
26 Mrt24 10134
77
45’/
10.40
1
)

8,-
18,50′)
ka van La Plata-zaad)..’
11,90
12,-.-
12,75
20Juli’14

82
563/
8

3634
9,40

5,38
13,70
Lijnzaad (La Plata)
354,-
357,-
336,
7

1)
per April.
1)
per 100
KG.

2)
per 2000
KG.
3)

per 1960
KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.


Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
20126 Maart
Sedert
i

Overeenk.
20125 Maart
1

Sedert

Overeenk.
1927

1926
1927
1 Jan. 1927
1

tijdvak 1926
1927

1Jan. 1927

tijdvak 1926

59.164
417.824
251.435

16.784

.
2.182 434.608
,
253.617
Tarwe
……..
……….
Rogge

……………..
14762
64.819
42.965

– –
64.819
42965
662
6.730
6.474

67
140
6.797
6.614
Boekweit ……………….
Male ………………
25 .943
359.223
235.011

63.793
20.037
423.016
255.048
18.397 119.139
87.840
450
2.499 2.286
.121.638
90.126
Gerst

……………….
Haver
……………….

..

12.291
36.445
34.145


1.030 1.795
37.475
35.940 47.578 49.128 5.020 48.841
58.991
.
96.419
108.119
Lijnkoek

…………..
43.749

1
70542



43749 70542

Lijnzaad

……………3.728

Tarwemeel

………….
4
..950
4.395 33.623

1
13.249

3
8.73
510
2.
42.356
15.759
Andere
meelsoorten
.
21
4.630
3.022
– –
4.630
3.022

30 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

305

In Engeland blijven de zaken in voergerst van weinig be-
teekenis, doch zoowel aan de Neclerlaudsche markt als te
Hamburg kwam de betere stemming tot uiting in hooge
prijzen en grooteren omzet.
H a v e
t
is deze week in de Vereenigde Staten eenigszinS
in prijs ge:aald, doch vooral in Canada valt den laatsten
tijd een flinke prijsverlaging voor haver te constateeren.
Tot zaken naar Europa heeft zij echter nog niet geleid en
bovendien •is sedert enkele dagen weder een herstel inge-
treden. In Engeland was de vraag voor haver deze week
niet bevredigend, maar op het vasteland gaat men voort,
in iets meerdere mate haver te koopen. Dit geldt ook voor
Nederland, waar den laatsten tijd de omzet in haver vrij
wat beter is dan in de voorafgaande maanden.

SUIKER.

De noteeri.ngen op de verschillende sui.kermarkten fluc. tueerden de afgeloopen week niet veel. Over het algemeen
lagen de openingskoersen lager dan het slot der voorgaan.
de week, waarna eenig herstel intrad, terwijl ten slotte
prijzen weer wat afbrokkeiden.
In N e w Y o r k gaven de noteeringen het volgend beeld
te zien:

Sp. C. Mei Juli Spt. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafg. week ……4.77 2.99 3.11 3.20 3.12 2.91 2.80 Opening verslagweek ….
4.77
2.94
3.05
3.15 3.08 2.89 2.78
Hoogste puntverslagweek 4.77 3.01 3.12 3.21 3.15 2.95 2.82
Slot verslagweek……..4.71 2.94 3.06 3.15 3.12 2.91 2.79

De ontvangsten iu de Atl. havens der V. S. bedroegen
deze week 116.000 tons, de versmeitingen 76.000 tons, tegen
71.000 tons in 1926 en de voorraden 240.000 tons tegen
178.000 tons.
In prompte Cubasutker kwamen geen groote transaoties
tot stand. De laagste prijs, die betaald werd, was 2.15116
dc. c. & fr. New York.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Weeleontvangsten tot 19 Mrt

258.014 212.186 199.892
Totaalsedert 1jan.-19 Mrt 1.960.639 2.120.783 2.173.786
Werkende fabrieken

176

175

183
Weekexport 19 Mrt………112.963

97.246

135.084
Totale export sedert! J.-19 M. 839.368 1.121.365 1.395.385 Totale voorraad 19 Mrt. . . . . 1.121.271

999.419

778.401

Reeds hebben enkele fabrieken de campagne beëindigd en
meerdere zullen nu spoedig volgen.
In E n ge 1 a ii d varen de slotnoteeringen op de termijn.
markt als volgt:

Maart

1927 .. Sh. 171-

Oct.

1927 …. Sh. 15110j
Mei

,,

. .

,, 1712%

Dec.

,.

….

,, 1516
Aug.

,,..,, 17/434 Maart 1928 …. ,, 17/2%

welke iioteeringen tussohen 3% en 5% d. beneden de hoog.
ste der week lagen.
De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1927

1926

1925

Tons

Tons

‘Tons
Duitschland 1 Maart ……1.048.000 1.057.000 725.000
Tsjechoslowakije 1 Maart 503.000 790.000 591.000
Frankrijk 1 Maart ……..464.000 383.000 453.000
Nederland 1 Februari …..’ 224.000 175.000 164.000
België 1 Maart …………113.000 175.000 205.000
Polen 1 Maart …………219.000 258.000 222.000
Engeland 1 Mrt.geïmpt. suiker 321.000 488.000 138.000
Engeland 1 Mrt.Binnenl. suiker 29.000 9.000 –

Europa.. 2.921.000 3.335.000 2.498.000
V.S.Atlant. havens 23Mrt. .. 240.000 178.000 118.000
Cuba 19 Mrt. ………….. 1.121.000 999.000 778.000

Totaal .. 4.282.000 4.512.000 3.394.000

Ten gevolge van de groote aanvoeren in .Cuba is het ver-
schil der totalen 1927 en 1926 in vergelijking met den
laatst gepubliceerden staat (E.-S. B. No. 585, ddo. 16
Maart 1927) belangrijk verminderd.
Op j a v a was de markt voor tweedehandsch suiker de
afgeloopeit week stil en sloot op de volgende noteeringen:

Superieur ready Maart f 119% per pic.
Nieuweoogst Mei ,, 19
1
/
8
,, 100K.G.
Juni 187

100
No. 16. &/hooger ready

11.-

pic.

II
1
e
t
te la n de opende de markt op onveranderde
basis. Daarna fluctueedea, prijzhn ietwat en was het slot
kahii
01)
de volgende nöteeingen:
1aart f20%; ‘Mei
f
207%; Aug.
f
20;’. Dec.
f
18%,
geboden me
3
c veikoopers tot
f %
f
% hoogeren prijs

KOFFIE.

Ook ditmaal valt er niet veel, nieuws te berichten. De aanbiedingen uit Brazilië schommelden met kleine ver-schillen van den eenen dag op den anderen en sloten bij
het af sluiten van het bericht voor Sautos eeue fractie lager
dan een week geleden en voor Rio geheel onveranderd. In
de offertes van Indië kwam geen wijziging en ook de ge-
wassohen Centraal-Amerikaansche soorten bleven vrijwel
tot onveranderde prijzen aangeboden. Aan de termijnmark-
ten waren de prijsverschillen onbeduidend, terwijl aan de
loco-markt de iets levendiger belangstelling, die in het
vorige bericht reeds viel te constateeren, aanhield. Welis-
waar kan nog altijd niet gesproken worden van bevredi-
genden afzet, dooh tegenover de stilte in zaken, waar-
over in vorige weken geklaagd moest worden, kan althans
op het oogen’blik gewag worden gemaakt van iets meer
vraag voor behoefte Na zoo langen tijd van onthouding is
het trouwens geen wonder, dat de onzichtbare Voorraden
wederom hier en daar moeten worden aangevuld.
Volgens een dezer dagen uit Brazilië ontva.ngen telegram
bedroeg de voorraad, in de pakhuizen en de spoorwegsta-
tions in het binnenland van Sao Paulo en Minas Geraes
teruggehouden, op 15 Maart 4.238.000 balen, hetgeen tegen
einde Februari eene vermindering beteekent ‘van 386.000
balen. Op 1 Januari van dit jaar bedroeg de teruggehou-
den hoeveelheid nog 5.990.000 balen; deze voorraad is dus
in de eerste 2% maand van het jaar met 1.752.000 balen
teruggegaan.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte versebeping zijn thins ongeveer 791- 6. 80/- per
cwt. en van dito Prime ongeveer 81/.
6.
82/6, terwijl
zij
van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 72/3 6. 7216.
Van Rousta op aflading van Nederlanclsch-Indië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, April/Mei verscheping, 37% et.;
Mandheling Robusta, April[Mei verscheping, 38% ct., alles
per % KG., eif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 55 ct.
ier
1%
KG. voor Superior Santos en 48 ct. voor Robusta. De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-ren aan de ochtend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basie Santos Good

Mei
1
Sept.! Dec.
I
Mrt.
11
Mei
1
Spt.1 Dec.
I
M rt.

29Maart
43
41
399%

42%
388/
s

36 35
22
43
41
399%

428/9
38)1
36

15
428/
a

40
8
,1
39%

417/
9

38%
351,

8
423/
8

40%

408/
8

378/s

35%

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar
geldende
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren:

klei

I
Sept.
I

Dec.
I

Maart

28

Mrt ……….
$
14,10
$
12,13
$
11,60
$
11,30
21

,.

……..
,,

13,89
12,08
,,

11,62
,,

13,90

12,14
,,

11,80
14

,……….
7

,…………
,,

13,35
11,91 11,57

Rotterdam, 29 Maart 1927.

THEE.
De stemming dier theemarkt was, vergeleken bij de laat-
ste week, vrijwel onveranderd.
Alles, vat van goede kwaliteit was, werd goed betaald en
was vast tot hier en daar iets hooger, terwijl ordinaire en
inferieure soorten andermaal iets van hun voorloopigen
prijs moesten laten vallen.
De uitvoer van thee uit de Noordelijke Britsch.Indische
h.avens bedroegen voor de eerste helft van Maart 583.000
lbs. tegenover 670.000 lbs. in dezelfde periode van verleden
jaar. De verschepingen van den Britsch-T.ndischen oogst
1926 loopen dus vrijwel ten einde. Hier was de stemming onveranderd en konden nog enkele
partijen ex veiling 17 Maart tot afdoening geraken.
Amsterdam, 28 Maart.

STEENKOLEN.

De markt in Engeland zoowel als in Westfalen verkeert
in afwachting van wat de iste April brengen zal. Een
staking in de Union Mines in de Vereenigde Staten wordt
tot de verre mogelijkheden gerekend, terwijl in Westfalen
eventueele moeilijkheden stellig langs den weg van ge-
dwongen arbitrage zullen worden opgelost, zoodat er geen
tastbare oorzaken zijn aan te wijzen voor een algemeene

306

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Maart 1927

verhooging van prijven. In Schotlancl is groot gebrek aal?
orders en voor elk redelijk bod worden uitvoerzaken ge-
daan.
De prijzen zijn:
Northumberland Ongezeefde
f
11,25
Dur.ham

Ongezeefde


.
……..
.,
11,90
Cardilf 213 Lar.ge 1/3 SmalIs
,, IS,-
Schotsche

Gezeefde

………….
,, 10,75
Yorkshire
Gewassehen Doubles
. .

,.

15.75
Westïaalsche Vetförder

………..
14,50
Vetst.ukken

……….
16.50
Smeenootjes

…….
…t6,-
Gasvlamförcler

……..
14,50
Gietcokes

.
……..
,, 17,50
alles per ton van 1000 KG., franco statjion
Botterdani/Am-
sterdam.
Weatfaalsche

J3unkerkoieii

f.o.Ii.

i.lottercIamfAiisterclam
f 11,—.
Markt prijslioudel.ld.
29 M:iarL 1927.

IJZER.

Op de Belgische markt heeft de o.pie4ng van de laatete
weken in het algemeen geen stand gehouden. De voornaam-
ste ooriaak: is wel de daling der prijzen in Engeland ..Staf-
ijzer is weer een paar shillings goedkooper geworden, doch’
de markt voor platen is vast en voor dunne platen zijn
de prijzen zelfs iets opgeloopen.
De Eigelsehe ruwijzerprijzen zijil, niettegenstaan4e de
nog zeer hooge kooksprijze;i. gedaald, doch
01)
de COTIsUIflen-
ten heeft dit wëinig indruk gemaakt en zij trachten door
eene afwachtende houding aan te nemen eene verdere da-
ling te for.ceeren.
III
‘verband met.
(3011
te verwachten verlaging dr kooks-
prijzen •is de prijs voor Frausch gietij’zer per 1 April met
10 frs. verlaagd.
De Duitsche prijzen blijven voor April ongewijzigd.


Noteering in
de
week van

14-20 lErt.I2
1127 Mrt.I22
1
28
Mrt.
1927 1927 1926

Ruw ii
ze
r.
f.o. b. Middtesborough
Sh.
8h.
Sh.
Cleveland Foundry no. 1
82/6
82/6
73/_
3
80/_ 80/_
7016
4
79/-
791_
69/0
Hematite East Coast
mixed numbers
85/_
851…
771

Wagon clépart Longwy
(Lot haringen)
Frs. Frs.
Frs.
Moulage P. L. no.
3
..
510,_
510,— 407,50
Semi-phosphoreuse …
545,—
545,_
437,50

abWerkRheinf.-Westfalen
Mk.
Mk. Mk.
Giessereiroheisen

no. 1
88.—
88.—
88.-
,,

3
86.—
86.—
86.-
93.50 93.50 93.50

f.o.b.Antwerpen

,
Sh. Sh. Sh.

H.matit…………….

Gieterij ruwijzer no. 3.
70/_71/6
70/_7116
57/_

Waisproducten.

f.
0
.
b. Antwerpen (vrijbL)
Sh.
8h.
Sh.

Stafijzer

…………
99/_100
10.31-104
Plaatijzer 5 zM …….
.100_101
122/-
108(6
3

,……..
.122-123
127-1.2916
130/-
118/6

METALEN.

L000.Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
Tin
lytisch

Lood
Zink

28 Mrt. 1927..
55.5/_
62.151_
307.12/6 27._/_
30._/_
21

1927-
56.216
62.17/6
313.7/6
27.12/6
30.101_
14

192
7

55.15/-
62.17/6
312.716
28.2/6 31._/_
7

1927..
.
56.5/-
63.1/3
317.12/6
.28.10/_
30.12/6
29 Mrt. 1926..
57.17/6
65._/_
287.1716
30.7/6
33.5/_
20 Juli
1914-
61.-/-
.
145.15/_
19.-/-
21.10/-

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
Met uitzondering van de St. Lawrence, was de graan-,
vrachtenmarkt van Noord-Amerika kalm. Van Montreal
werden 8 booteh gedaan; de reden hierian moet kezocht
worden in het feit, dat de reeders ‘thans over het algemeen

meer eneigd
zijn
de dor de bevrachters gebo:lell cijfers
te accepteeren. Hoofdzakelijk werd bèvracht per April/Mei.
Tonnage van middelmatige grootte heeft tot 16 cents be-
dongen naar Antwerpen/Rotterdam, 17 cents naar Ram-
burg.remen.
1)e levendigheid van de suikermarkt van West-Indië nam
af; de vrachten per April bleven onveranderd, doch voor
Mei toonen bovrachters weinig belangstelling. Van Citba
naar U.K. heeft tonnage van 6000 tons per April dezelfde
vraobt bedongen als de vorige week, nl. 2216, in dén geval
met de optie Genua tegen 24/6 en Venetië 26/6. Een 2000
tonner is gedaan vait San Domingo naar U.K.fContineiit
per April tegen de goede vracht van 22/9.
De North Pacific is levenloos. Er werd dle afgeloopen
week slechts Mn böot bevracht, nl een 7000 tonner will
Vancouver naar UK/Continent tegel) 3516,. optie Portland
of Puget 36/9,. April/Mei belading. Voor den niéuwen oogst
stellen bevrachters 3216 per Augustus in uitzicht, doch tot heden komt het vrachtidee der reeders niet onder 35/-.
De markt van de La Plato was de afgeeloopen week miii-
der levendig, doch de vrachten bleven naar verhouding
vast. De incest gezochte positie was iveer April, voor welke
positie tot 28/6 is betaald vali boven La Pla.ta havens en
29/. van Concepcion. Per Apiilj2OIei is 27/6 gedaan, pel
Mei 26(6 en per Juni 26/-.
De salpetervrachtenmarkt is kalmer geworden. De vraag
naar tonliage voor belading vÔÔr Juni is buitengewoon ge-
ring; het beste bod voor April naar .nttwerpenF[amburg
range is 2216 netto. Voor Juni (niet vertreloken van de
laadhaven véér 16 Juni) is een flinke vraag naar conti-
ncntjale havens tegen 24/- misschien 25/- naar Anbwerpen/
Hamburg range. Voor maandeiijksche partijen gedurende
liet nieuwe seizoen wordt 26(3 in uittzicht gesteld naar het
Coitinent, doch de reeders vertoonen slechts weinig nei-ging hierop in te gaan.
De markten van het Oosten bleven wederom kalm, doch
in de vrachten is door het bekende tekort aan tonnage geen
verandering gekomen. Ook Anstralië was kalm en de vrach-
tel) slap. Naar de fdiddellandsche Zee/UK/Continent werd
hevracht op basis van 46/3 tot 45/- per April van Zuid.
AustraliëfVictoria doeh van West-Australië werd in het ge-
heel niet bevracht.
De markten van dcii Donau en de Zwarte Zee zijn veel
kalmer geworden. Val) den Donau werd een 3800 tonner ge-
claan naar 3 Deensche havens tegel) 21/-. De nominale
vracht van de Zwarte Zee havens is 1416 naar Continent.
De markt van de Middellaurulsehe Zee bleef nagenoeg on-
veranderd en de vrachten staal) nog op het lage peil. De
voornaamste ertsbevrnohtingen zijn: La Gon.lebte/Pyne Doek
of Sunder] and 714 Y2, Rotterdani 513, Barcelon a/Rotterdain 6/9, Bona/Emdea 511 Y2 en Middlesboro 7/3. Fosfaat is kalm
met weinig vraag.
De Golf van Biscaye bleef vast en er is een flinke vraag
naar tonnage. Er werd om. betaald: BiibaofCardiff 7/-,
Rotterdam 6/6, Onton,illotterdam 7/- en 713
CII
San’tander( Rotterdam 61-.
De uitgaande kolenvrachten val) Engeland zijn iets
kalmer; er werd om. lbeta,ald van Wales: Rouaa,n 41-, Pi-
mens 120, Alexandrië 13/., Las Palmas 10/6, Montreal
716 en van de Oostkust: Copenhagen 516, Hamulil.rg 416. Bot-
terdam 41134, Genua, 11/-, Las Palmas 10j6.
Voor de hontverseheping van de Baltic naar Holland zijn de reederijen vast gestemd en over het algemeen terughou-
dend. Een 1200 Stds. boot is gedaan van Trhngsnnd naar
Amsterdam tegel)
f
22,75 per begin Jinii.

RUN VAART.

Week van 20 Maart t/m. 26 Maart 1927.

De aanvoeren van de zeezijde, hoofdzakelijk erts, waren
tamelijk levendig. Bij voldoende aanbieding van leege
scheepsruimte bleven de vnachten onveranderd. De erts-
vracht bedroeg gemiddeld
f
0.45/0.55 met resp. 34 en
34
lostijd. Naar den Bovenrijn ii’aS tamelijk veel vraag. Voor
ruwe producten werd betaald
f
0.90 A. f 1— per last met
verkorten lostiid. Ht sleeploon varieerde tusschen 2734 en
37(6 Cts tarief. De waterstahd hoewel vallend, bleef gun.
stig. In de Ruhrhavens ging niet veel om. De vracht voor
exportkolen liep terug tot Mk. 0.70 per
,
ton met vrij sleepen.

Auteur