Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 579

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 2 1927

2 .1EBRUAR1 1927

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch-Statistische

Berl
“chten

ALGEMEEN WEEKBLAD
VOOR HANDEL,NIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E JAARGANG

WOENSDAG 2 FEBRUARI 1927

No. 579

INHOUD

Blz.

BELGISC1E VERDRAG EN GESOHILBESLECHTING
door
Prof.
Mr. C. van Vollenhoven ……………………..9
6

Naar aanleiding van het Arrest van dan Hoogen Raad
in de zaak van den Koninklijke» Hollandschen Lloyd
door
Mr. H. M. A. Schadee ……… …………… 96
Een Vennootschapskamer? door
Prof. Mr. W. H. Druceer 98
T.Jitlegging van het Dawes-Rapport door
Mr. L. II. J. J.
Muzel
……………………………………
1
00

Amerika en Zijne debiteuren door
H. Dunlop……….101
Eenige beschouwingen over Kolen ………………104
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De handel op Rusland door de Staten der voormalige
Oostenrijk-Hongaarsche monarchie door
Dr. R.
Kerschagi ………………………………
107

BOEKAANKONDIGING:
William Trufant Foster and Waddili Catchings,
Profits, bespr. door
D. J. Wansini.. ………..
..108
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN ……….

.
109
MAANDCIJFERS:
R6sum6 uit het ,,Tvlonthly Bulletin of Statistics”. . . . 110
Postchèque en. Girodienst……………………111
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………. … …
111-118
Geidkoersen.

I Bankstaten.

GoederenhandeL Wis8elkoersen.

I Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECOIVOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Ter pstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIC UTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van. Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. va.n
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr.
E.
Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regont; .Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Sehilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Secretariaat: I’ieter de Hooclvwe.g 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekemving 8408.

Abonnemendsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
20,—, Buitenland en Koloniën
f
23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont.
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.
Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing .bij abonnement volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties:
Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Postchèque- en giro.
rekening No. 6729.

1 FEBRUARI
1927.

In verband met cle naderende maandswisseling werd

de geidmarkt gedurende de afgloopen berichtsweek

minder ruim. De rente van particulier disconto steeg
daardoor van 2
13
/is tot
215/la
pOt. en de prolongatie-

rente klom van omstreeks 214 pOt. tot 3 h 314 pOt.
* *
*

Op den weekstaat. van De Nederlandsche Bank blijkt

de post binnenlandsche wissels met
f
1,4 millioen te
zijn afgenomen. De beleeningen stegen; blijkbaar in

veji and met de maandswisseling, niet [15,7 i

nillioen.

De goucivoorraaci vertoont een teruggang van
f 1,1

niilhoen, die zich voor ruim
f100.000
vericlaren laat

uit liet afvloeien van gouden munt naar de circulatie.
De ziFvervoorraad bleef vrijwel op dezelfde hoogte.

De post papier op liet buitenland verminderde met

f 15.4 mi]]ioen, terwijl de diverse rekeiiïngew op de

actiefzijde der balans met
f
4 millioen toenamen.

De biljettencirculatio steeg met
f
25,6 millioen.

Het tegoed va» het Rij!k geeft een vermindering van

f
16,1 millioen te zien. De rakening-courantsaldi van

anderen blijken niet
f 7
millioen te zijn afgenomen.

Het hesGhi’kbaar metaalsaido daalde met
f
1,4 mil-

ii mii. Het dekkingspercentage bedraagt ruim 52.

* *
*

Do koersen van de meeste wissels bleven deze week

vrijwel onveranderd. De stemming was vast voor alle

goudwissels en tamelijk flauw voor Fransche Fran-

ken; in de koersen kwam dit echter nauwe1iks tot

iiitdrukking, daar cle schommelingen zich vooi Port-

den en Dollars tot Y8 of 14 centen bepaalden en ook

Franken niet meer dan enkele centen terugliepen.

De hoofdkelangstelling was voor Peseta’s en Noorsche

Kronen. Beide wissels gingen spromagsgew’ijze naar

boven. Oslo steeg van 63,30 tot 64,40 en Madrid klom

van 40,45 tot 41,70. Daarna trad een kleine reactie

in, maar gisteren was cle stemming weder vast en

werd voor 41,00 afgedaan.

LONDEN, 31 JA.NUAP,.I
1927.

.l)e geldpositie was verleden week zeer onregelmatig

en h1ek per saldo krap te zijn, zoodat zelfs een onbe-
duiclend bedrag van cle Bank geleend moest worden.

Uit den wekstaat van de Bank op Donderdag bleek

clan ook, dat het voor de markt beschikbare saldo sterk

was teruggegaan. De pos:itie begint onder den invloed

te geraken van het innen der belastingen, waarvan

steeds een groot bedrag tot Ae laatste 2 maanden van
het gouvernementsboekjaar blijft openstaan.

Disconto was onder den invloed van het geld vast.

Men realiseert bovendien, dat de kwestie met China

eerst een meer bevredigend aanzien moet verkrijgen

voordat de Banikrate verlaagd kan worden; hiermede

kan nog vrij geruime tijd gemoeid zijn. Heden i

geld zeer gezocht en wordt tot 514 voor geld betaald

om buiten de Bank to blijven, hetgeen echter wel

niet geheel gelukken zal. Disconto sluit vast op
4
3
/16

—34
pOt. voor 3-maands prima bank-accepten.

1

96

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927

.5

BELGISCH VERDRAG EN GESCHIL-

BESLECHTING.

Evenmin als de overleggingen der Tweede Kamer

over het Belgisch verdrag,richt het zorgvuldig ver-

slag der Eerste Kamer aandacht op het ontbreken

van een algemeene voorziening nopens
geschilbeslech-

tvng tusschen België en ons land.

Dat zelfs bij aanwezigheid aan weerskanten vati

goeden wil de bepalingen ‘van ‘hot tractaat licht aaü-

leiding kunnen geven tot strijd, omdat de mooi1ijk-
heden er ,,als opgestapeld” ‘liggen, is in de Tweed.e

Kamer overvloediglijk gebleken. Te eerder is geschil
te duchten, als aan ‘den goeden wil of aan de neiging

tot volhartige samenwerking iets mocht gaa’n haperen.

En te recht merkt het verslag der Eerste Kamer op,

dat die geschillen talrijke.r en ,,veel moeilijker” zullen

wezen ,,dan (er) uit het bestaande verdrag ooit zijn

ontstaan” (‘blz. 140, 151). Derhalve is voor ons land
geen enkel verdrag voor volledige geschilbesi eohting

z66 urgent als juist een met België; men mag het

van het aanhangig tractaat van 3 April 1925 hét en-

misbaar corollanium noemen.

Al heeft op voet van wderkeerighid Nederland

tot Augustûs 1936 en België tot Sept.ber 1940 of

Maart 1941 de verplichte rechtspraak van het per-

manente hof van internationale justitie (in het Vre-

despaleis) aanvaard voor rechtsgeschil’len, nochtans

blijft een algemeen arbitrage- en verzoeningsverdrag

tusschen de twee landen vereischt: (a). omdat naast

rechtspraak in rechtsgeschillen de verzoeni-ngsproce-
dure (of: arbitrage naast verzoening) verplicht moet

worden gesteld voor de zeker niet. minder ‘gevaarlijke

belan.ggesc’billen, en (b). omdat ‘onderwerping aan het Haagsche hof geschiedt voor een
beperkt
aantal

jaren, terwij1 het aanhangig tractaat beoogt te gelden

voor onbeperkten tijd.

Trouwens, nu Nederland en België dik voor zich

al hun rechtsgeschi]’.len voor de naaste toekomst en-

derwierpen aan het Haagsche hof ,,behoudens die ten
aanzien waarvan partijen….nopens een andere wijze

van vreedzame beslechting zouden zijn overeengeko-

men”, is moeilijk in te zien, hoe men een nieuw op-
rijzend geschil over dè Wielingen aan ‘s h6fs’ juris-
dictie onttrokken zou kunnen achten; want het ver-

drag van 3 April 1925, wel verre van voor Wielingen-
geschillen een ,,andere” wijze van oplossing te bedini-

gen, zwijgt.
1

Bezwaar tegen een algemeen verdrag van arbitrage en verzoening ti.isschen België en ons, desnoods met
uitzondering van wat de Wielin-gen raakt, kan niet ge-
komen zijn van Nederlandschen kant. Na een veel-

jarige periode, van aarzeling, althans van afwachten,
is ‘de Nederiandsc’he regeering naar haar eigen woord met overtuiging •den weg der alomvat-teu’de beslech-
tiiigsverdragen opgegaan (met Zwitserland gebrekkig
in 1925, met Duitschiand in 1926), geho’orzamend aan
den geest van artikel 57 grondwet en aanknoopend
aan wat al vroeger partieel bereikt werd met Dene-

marken (1904), Itali6.(1909), Amerika (1913), O’hina
(1915). Voor vreedzame betrokkin’gen tusscheu ons
en België schijnt een compleet arbitrage- en verzoe
ni’ngsverdxag als ‘het in Mei 1926 met Duitsch-

land geslotene een waarborg dien men
s
juist
naast

het aanhangig tractaat, niet kan missen. Hj ontbreekt

C. VAN VOLLENHOVEN

NAAR AANLEIDING VAN HET ARREST VAN DEN

HOOGEN RAAD IN DE ZAAK VAN DEN

KONINKLIJK-EN HOLLANDSCHEN LLOYD.

Het Weekblad v.h. Recht van.21 December 11. –
no. 11593 – bracht ons het arrest van den Hoogen
Raad in ‘de bekende zaak van den Koninklijken Hol-
landschen Lloyd. De rechtsvraag, waarover het ge-

schil liep, wordt door den’ hooggeleerden adnotator

van 1.et arrst,’ Prof. Molengraaff, aangeduid als de
vraag, of ,,het bestaafl van gelijke of gem’eenschappe-

,,lijike ‘belangen op zichzelf een rechtsband tusscheri

,,de belanghebbenden in het bijen roept, i.h.b. mede-
,,brengt onderwerping van de minderheid
aan
‘de be-
,,slissingen van de meerderheid.” Deze vraag nu is

door den Hoogen Raad ontkennend beantwoord: er

zijn naar de wet bijsondere gevallen, waarin een

schuldeisc’her gebonden’ kan worden door een beslis-

sing van zijn medeschuideisehers – bijv. het geval

van faillissement van den schuldenaar – maar in

hot algemeen schijnt ,,voorshands” ,,een rèc’htsband
,,tusschen de houders van schuldbrieven eener geld-

,,leening alleen te lontstaaD, wanneer die houders een

,,overeenkomst tot samenwerking aangaan, m.aw.

,,wanneer zij zich vereenigen ter gemeenschappelijke
,,uitoefening hunner rechten.”

Inderdaad kon ‘niet worden . verwacht, al-dus prof.
Molengraaff, dat de Hooge Raad anders zou •oordee-
len. Niet gaarne zoude ik het tegendeel beweren: wie

zich ertoe zou verstouten; zou reeds gebleken zijn te

hebben gedwaald. Nochtans ‘blijft het aantrekkelijk
een poging te wagen ook aan dengeen, die niet anders

verwachtte, voelbaar te maken, ‘dat de door den Lloyd

verdedigde -stellingen’ toc’h ‘niet z66 dwaas waren, zoo

apert in strijd met alle ,,recht”, als wel door sommi-

gen wordt aangenomen. En voorts in het kort na te

gaan, welke bering -de practijk, bij het uitgeven van

obligatieleeningen, aan •het arrest van den Hoogen

Raad zal hebben te ontleenen.

1.

De formu.leering van ‘het geschilpunt, hierboven

aangehaald, is ni.i. niet volkomen juist: voor zoover
de processtukken zijn gepubliceerd, is door den raads-
man van den Lloy’d
niet
beweerd, dat in het ‘algemeen
bij een obligatieleening ‘de minderheid aan de ‘beslis-

singen van de ‘meerderheid zu zijn onderworpen;

maar enkel, dat in dit ‘bijzondere geval, gezien alle
omstandigheden, ‘het een uit de billjkheid en goede

trouw voortvloeiende ‘plicht der geringe minderheid

zon zijn geweest zich hij de besluiten der overgroote

meerderheid neer te leggen.

Men gevoelt het. verschil: er is niet beweerd, dat

6001 obli’gatichouders een besluit konden nemen,
waardoor 5999 lotgenooten zouden worden gebonden,
eiâ.r enkel dat, wa’ar meer dan 11.200 .obligatiehou-
der-s tot zekere regeling waren toegetreden, gezien
vooral ook den inhoud diei regeling, het in ‘dit geval
een eisch van goede zede, fatsoen en moraal, -billjk-

heid en goede trouw was, die aan de overige 800
obligatiehouders kon worden gesteld, zich daarbij’ neer

te leggen.

Toetsen wij; de hou-ding van degenen,, die zich
niet

hij-de overgroote meerderheid hebben willen sans] u i-ten aan de ,,moraal”, aan de ,,goede zeden”. Men over-wege daartoe, wat ‘het antwoord der minderheid moest

zijn op de vraag: ,,Zoudt Gij willen, dat Mle obliga-
,,tiehouders Uw standpunt had’den gedée]d? Moet Gij
,,niet toegeven, dat
Gij
dan, met U allen, veel slec’h-

.,,ter zoudt af-zijn dan- nul” Zied’aar de vragen, het
antw’oord waarop beslissend
schijnt.
Zou op de eerste
vraag ontkennend moeten worden geantwoord, dan is

uit
moreel
oogpunt de houding der minderheid moei-

lijk verdedigbaar. Het is jammer, dat de ‘gewezen
vonnissen en arresten niet inhouden wat op
deze
vraag, naar het oordeel des’ Rechters, het antwoord

zou zijn geweest.
Maar ,,recht” en ,,moraal” zijn twee. Zeker, doch

het recht
verwijst
‘veelal naar de
,,Soede
zede”; is

niet, reeds sinds 1919, ook de Hooge Raa’d van mee-
ni’ng, dat onder ,,onrechtimatige daad” mede te be-
grijpen is de ,,daad, dije indruischt tegen de goede
zeden” en zegt niet art. 1375, dat overeenkomsten 66k
verbinden tot al hetgeen door de ,,bi-llijkheid” – en

is die niet met -de ,,moraal” te vereenzelvigen? –

w’ordt gevorderd?

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Een felle aanval op het door den Lloyd ver.dedigd

systeem
was
die van den advocaat-generaal, Mr. Tak:

,,Het kan zijn’, – alilns Mr. Tak -, ,,clat de ontwikke-
ling van het verkeer straks of in de verre toekomst een
verband zal gas ii vorderen tussohen obligatiehouders en
dat de zieners van thans. in den vorm der doctrine, reeds
nu ‘dit verband voelen, ofschoon ik altijd van oordeel was,
dat uien elkaar steeds vrij onverschillig was en bleef tot
op het oogenblik eener ddconfiture, als wanneer een be-
scherniingscomitC werd in het leven geroepen, bij de in-
stelling daarvan zich herianerend, dat men lotgenooten had,
wil aldus gezamenlijk sterker te staan. Maar die band is
clati toch slechts een utiliteitsband en nooit een rechtsband.
lIen wijze mij het artikel der wet, waarin hij als zoodimig
wor(it erkend.”

Het klinkt ev’ertuigd…..maar ook overtuigend?

Wellicht is ‘het geooraoofcl op te merken, dat er toch
niet zoo groote ,,ziener”gave voor ,,een verre toe-

komst”, voor .verei’scht is, als men cle erkenning

wenscht van een reohtsbancl tusschen zekere groepen
belanghebbenden dciii r, waar buy. Dnitsch, Zwitsersch
en Oostenrijksch recht cle.rgelijken rechtsband reeds
tal vn jaren hebben geregeld. Ten onzent sprak reeds

in 1885 cle Nederiandsche 3uristenvere&niging met
31 van 49 stemmen de wenschelijkheid uit, dat de wet

subsidiair regelen zou geven ,,volgens welke houders

van obligatiën, waarin een leening is gesplitsi,, roet
,,betrekking tot hunne gemeenschappelijke belangen,
,,als zoodanig kunnen worden vertegenwoordigd.”
1)

Goed, – maar dit is dus jus constiituenclu.rn. Doch

jurc constituto? ,,
Wijs mij
het artikel!”
Verwezen

w-erd, wij zagen het reeds, hoofdzakelijk naar artikel

1315
B. IV.: Gvereenllcom’sten verbinden ,,00k tot al hetgeen dat, naar den aard val) cle’zelve overeenkom-sten door de billijkheid” wo:rdt gevorderd. Niet om te
betoogen, dat steeds de meerderheid de minderheid

behoort te binden, doch enkel ben betooge, dat
i?5
dit

tjevcni
de houding der minderheid niet was in over-
ceustemming met {e billijkheid, niet te- rijmen met
t de

eischen van het maatschappelijk verkeer.

,,Doch onderschat ik niet” – zoo vraagt Mr. Tak
zich
af – ,,de billijkheid en verlies ik niet uit het oog, dat zij
cle minderheid verplicht zich, aan de meerderheid te ouder-
werpen? Mcci veroorlove mij de schuchtere wedervraag, wie
van onbillijkheid mag worden beticht? Is het de vennoot-
schap, die haren obligatiehouders een vaste rente verze-
kert en dan plotseling ile gedane belofte terugneemt, of
is het cle obligatielsouder, die niet heeft willen cleelea in de
lotgevallen der vennootschap en zich daarom met een vaste
rente tevreden stelt en die op inlossirig dier belofte aal!-
dringt, waarvan hij geen afstand heeft gedaan?
Ongetw9feld de eerste, omdat zij vergeet; dat wettiglijk
gemaakte overeenkomsten ‘haar volgens het ingeroepen art.
.1374 13. W. tot vet strekken en dat ‘zij niet kunnen worden
herroepen dan niet wederzijctscli goedvindon.
De bi’llijkheid, die in deze pleitzaa.k is verdedigd, zou
dati
ook
feitelijk neerkomen op gewelddadige ontzetting uit
te goeder trouw en met onderling goectvin-deu verkregen
rechten, waarvoor de vet nergens houvast biedt en die vol-
komen terecht iii beide instanties als e.enc onhillijkheid is
afgew’ezen.”

Wanneer ook tegen deze passage een ,,schuchtere”
tegenwerping mag worden ingebracht, zon vaag ik het
aan te teekenen, dat de niet-betaling door den Lloycl
van zijne coupons toch vermoedelijk wel gemotiveerd
is geweest door zeker onvermogei. Ik heb de zaak
slechts uit de verte gevolgd, meende echter, dat er
nog wèl sprake was ‘van iets mé.r dan enkel een onge-
motiveerde, willekeurige weigering om te betalen,
.iets meer dan enkel het ,,plotseling terugnemen eener

belofte”.
,,Een geweiddadige ontzetting uit te goeder trouw
verkregen rechten”. Komt hierbij niet van zelve de

herinnering bij ons op aan de onde juridische strijd.-
vraag, of toch eigenlijk aan Shy-lock niet groot on-
recht werd aangedaan. Hoor zijn toespraak – tot den i)ore:

1)
Zie de buitengewoon verdieiistelijke dissertatie van
Mr. J. Deking i)urn, ,,Uandbaving der rechten van obli-
gatiehouclers”
1887.

,,En
ik bezwoer
Te vordren wat mij toekomt door mijn schuldbrief.
Als Gij dit weigert, brengt Gij van Uw stad
De rechten cii de vrijheid in gevaar.”

Vermoedelijk is Mr. Tak het eens met von Jhering,

dat aan Shylock zijn pond vleesch had moeten zijn

toegewezen. Maar aan deze stelling van ‘von Jhering

heeft het toch waarlijk niet aan weerlegging ont-

broken.

Waar zou de rechtszekerheid blijven? Ziedaar al-

toos weer dezelfde vraag, die den modernen ,,zie’ner”

wordt tegengeworpen. Van hoe weinig vertrouwen ge-

tuigt toch deze steeds herhaalde tegenwerping in den

rechter, in zijn besef van recht en moraal. Pacta ser-

vanda sunt! Vreest men nu werkelijk, dat aan deren

eerbiedwaardi.gen rechtsregel wordt te kort gedaan,
wanneer in een speciaal geval zou worden erkend, dat

bij de uitoefening van zijn recht de sohuldoischer, op

grond van moraal en fatsoen, op grond van billijk-

heid, iets van zijn ,,:recht” moet laten vallen; wanneer

het den rechter zou vrjstaai’n den enkeling-crediteur
met ‘zijn rentevordering terug te wijzen en hem zich

te laten aansluiten bij hetgeen de overgroote meerder-

heid een billijke regdliug heeft geacht, altoos als die

regeling ook door den rechter juist wordt geacht, a

fortiori al-s door den enkeli ng de nnred’elijiheid ervan

zelfs niet wordt beweerd.
Zou dit nu inderdaad zijn een terzijdestellin.g val:!
het ,,recht” ‘doo:r den rechter of zou een uitspraalc in

deze richting niet ‘veeleer kunnen worden aangemerkt
als een volkomen binnen de grenzen van liet ,,recht”

liggende toepassing van hetgeen ,,de goede zeden”
mede-brengen, een toepassing der ,,billijkheid”, waar-

bij enkel de
,,scherpheid”
van regten” (zie deze uit-

drukking in 1551 B. W.) eenigermate zou worden
verzacht?
“-

Heb ik getracht met het voorgaande voelbaar te
maken, dat tegenover de scherpe critiek, als die van
Mc-. Tak, op de stdllingen’ van den Lioyd toch wel

wat valt in te brengen – zoo moet ik erkennen, dat
nochtans het arrest ‘van deti ‘Hoogen Raad mij ten
slotte volkomen juist voorkomt.
T
a
n
ne
e
r
het mij vrij-staat, het voorbeeld te volgen
van een bekend koopman, van wien ik vaak hoorde
vertellen dat hij, als hem eau project werd voorgelegd,
steeds begon niet te zeggen, dat hij het er heelornaal
niet mee eens was; na een half uur pratens bledk hij

clan meestal de conclusies, ‘die hem werden voorge-
legd, te aanvaarden ,,maar op heel andere gronden”;

zoo zou ik hier nog een geheel andere bescihouwings-
wijze van liet geval willen geven.

Inderdaad hoede men zich er voor jus constituon-
dam en jus constitutum dooreen te halen. Houden
wij ons aan het ,,.geldend” recht ten aanzien van obli-
gatieleeningen en zien ‘wij clan
wiel
naar ontbrekende
wetsartikelen, ‘doch naa:r hetgeen het ,,recht der wer-
kelijkheid” ons leert. Welnu, dan, worden, zeker al ‘n

vijftig jaren, o’bligati eleen:ingen onderscheiden in
twee soorten: ,,obliga-ti deen i ngen ‘mèt trustverband”
en ,,zouder trustees”. Is mi-sschieu aanvankelijk de
instelling van trustees’ hoofdzakelljk. gemotiveerd ge-
weest door de -noodzakelijkheid, wanneer een leen.ing
wordt gedekt door hypotheek, alsdan één persoon aan
te wijzen, gezamenlijke obligatiehouders verlegen-
woordigende, te wiens name de zekerheid ten Hypo-
theekkantore kan worden ingeschreven, – zoo bleek
al spoedig, dat het aanwijzen van één vertegenwoor-

diger der gezamenlijke belanghebbenden ook een ver-
dere strekking had, immers ook rnedebraclht, dat de
ind’ividueele obligatiehouder zich moest begeven onder
zeker ,,verband”, waardoor zijn individueele bevoegd-
heid tot uitoefening zijner rechten in zekere mate
werd beknot.
Deze onderscheiding nu – tusschen obligatielee-
ningen mèt en zonder een verband tusschen gezamen.-
]ijke crediteuren – was, toen de olb]igatieléening van

98

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927

den Lloycl werd uitgegeven, reeds lang gemeen-goed.

Daargelaten verdere fouten, die misschien bij de

emissie zijn gemaakt, is toch niet aannemelijk, dat cle

Lloycl en de emittente der leening de aangeduide on-

derscheiding niet hebben gekend: Zij hebben gekozen
een obiigatieleeriing uit te geven, waarbij dan mdi-

vidueelen obligatiehoude.r in divi d ueel optreden in

rechte werd vcorbehouden – wclnu, de gevolgen der

keuze hebben zij zelf te dragen. Achteraf tch derge-
lijk verband als wèi-bestaand aan te nemen, waar cle

schulden ares zelf aanvankelijk opzettelijk heeft na-gelaten een verband te stipuleeren, gaat niet aan.

Z’iedaar dan de redeneering, naar welke mi. de

Lloyd in het ongelijk had moeten zijn gesteld. Rede-

neerng, waarin ik verstei’kt ben door hetgeen ik hij

latere obligatieleeningen wel door geldleenende ven-

nootschappen en bankiers heb hooren overwegen: ,,de

,,trusteo is tegenwoordig niet populair; men verwijt

.,hern, dat hij wordt gekozen door maat.schappij-dehi-

,,trice, dat, hij tot den kring der ernittenten behoort,

.dat hij in den regel veel te formeel-lijdelijk is.

,,dit is nu weliswaar goeddeels onjuist….mr laten

,,wij deze nieuwe emissie van obligatiën nu maar laten

,,gebeuren zon.der trustee. . .” ,,Ja, maar weet goed,

,,dat dan ook elk individueel nemer van een obligatie

,,bij onverhoopten tegenslag de geldieenende vennoot-

,,schap de strop kan omdoen”….,Zij zi hare ver-

,,plichtingen nakomen”.

Deze dialoog is historisch. . . . en zou het straks all-
clers loopen, en toch de maatschappij-debitrice eau-

maal de clementie harer schuldeischers moeten inroe-
pen, zou het dân niet gerechtvaardigd zijn haa.r tegen

te voeren : ,,pacta servanda sunt. Vous l’avez voulu,

George Dandin.”
Ik moet nu maar hopen, dat de lezer tussc-hen deel
1 en II van mijn opstel niet al te groote incorigruen-

tja zie. Misschien is er nog wel een overbrugging

mogelijk. Zou niet de vrouw van George Dandin het

z66 bont kunnen maken, dat het niet oirbaar meer
zou zijn hem het ,,Vous l’avez voulu” tegen te voe-

ren? Gesteld, dat nu eens niet 800 van de 12.000,

maar slechts 3 obligatiehouders waren achtergebleven,
en dat vaststond, dat de actie van die 3 liet leven zelf

der deb.i trice zou kunnen afsnijden, zou dan voor den

bogen Raad niet de verleiding sterk zijn geweest
te zeggen: 11.991 stel ik gelijk met 12.000 – zooals
hetzelfde College (in een overigens niet vergelijkbaar
geval) onlangs besliste, dat een overeenkonist, aange-

gaan tot 3 dagen v66r het overlijden van een contrac-tant, in zeker geval, moest geaeht worden te zijn aan-
gegaan tot den datum van overlijden-zelf? Is niet in-

derdaad alle rechtstoepassing heel vaak méér een
kwestie van méér of minder, dan wel een keuze tus-

schen twee geheel-tegenover-gesteld en?
(Wordt vervolgd).

Mr.
H. M. A. SCHADEE.

EEN VENNOOTSCHAPSKAMER?

De herziening van ons recht ten aanzien van de
naamlooze vennootschap is nog steeds aan de orde.

Nog heeft het aanhangige gewijzigde Ontwerp-Nelis-

sen het niet kunnen brengen tot openbare behandeling
in de Staten-Generaal; njeiîand weet wanneer het er-
toe zal komen. Maar zeker is er geen aanleiding, aan
te nemen, dat het ontwerp van cle orde is afgevoerd.

In zijn Antwoord op het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer betreffende •de hegrooting voor het
loopende jaar heeft de Minister te kennen gegeven,
dat hij nieuwe wijzigingen van het ontwerp overweegt,
maar overigens het zijne wil doen om een spoedige

afhandeling van het onderwerp te bevorderen. Een
nieuw, laat ons hopen een laatste rapport over het
ontwerp – nu van de Vereeniging voor Handelsrecht
– is zoo juist nog verschenen.
Inmiddels is bij de openbare behandeling van de

begrootirig in de Tweede Kamer de heer
Van Schaik

gekomen niet een nieuw •denkbeeld van vergaande

strekking. Nieuwe denkbeelden zijn altijd welkom,

zeker op dit terrein, waar het telkens weer hergieten

van oude beginselen en maatregelen in nieuwe vor-

men, ieder die met de zaak te maken heeft, verschrik-kelijk begint te vervelen.
IDe heer j
7
an. Schaik
heeft een Naamlooze-Vennoot-

schaps-Kamer voorgesteld. Hij heeft gemeend te iiio-

gen spreken van een Vennootschapskamer en wij wil-
len hem daarin volgen, daar aan bemoeiingen van het

instituut met de vennootschappen onder een firma
toch wei niemand zal denken.

Heel scherp omlijn.d was het voorloopige voointel

niet. Het te scheppen lichaam zou moeten kunnen

voorzien in het noodig gebleken toezicht op de leiding

clan naamlooze vennootschap; het zou moeten kun-

nen ingrijpen in geval van roekelooze hedrijfsgestie,

maar met de hedrijfspolitiek in engeren zin zou het
zich niet moeten inlaten. Dat de bedoeling van den

voorsteller den Mi.nister niet heel duidelijk werd

en dat deze verklaarde, daarmede niet goed weg te

weten, kunnen wij ons dan ook wel begrijpen.
Wij kunnen •ons het denkbeeld van Mr.
Van Scicaik
voorstellen als niets anders dan een terugkeer tot het

ove.rheidstoezicht, zooals wij dat in de geschiedenis
reeds uit verschillende voorbeelden kennen, met een
nieuwen naam als eenig verschil. Wij zouden er dan

niet langer bij stil staan. Maar het is ook niet zoo

heel moeilijk voor een Vennootschapskamer een taak
aan te wijzen, passend in het kader van het aanhan-

gige ontwerp, dat toch in het algemeen van overheids-

toezicht. niet wil weten. In dien vorm verdient het

denkbeeld de aandacht. Al dadelijk maalct het aan-

spraak op belangstelling door zijn aanknooping aan

het instituut van de Verzekeringskamer, dat, voor-
zoove’.r na de ]cortstonclige ervaring kan worden geoor-
deeld, wel als geslaagd schijnt te kunnen worden aan-

gemerkt. Alleen door ons rekenschap te geven van

den aard van het toezicht, dat de Kamer zou kunnen

uitoefenen, zal het mogelijk zijn onze houding tegen-
over de gedachte te bepalen.
Nu is er één ‘ding, dat – ik zal niet zeggen op de

Kamer ligt te wachten – maar toch onmiddellijk voor
haar gereed ligt, zoodat het aan de Kamer zou kunnen
worden opgedragen bijkans zonder eenige verdere wij-

ziging van het Ontwerp.

IDe taak, welke het Ontwerp toeden]ct aan den ac-
countant (den deskundige van art. 42a) zou op de
Kamer kunnen worden overgebracht of wel naast den
particulieren accountant zou de Kamer kunnen op-

treden niet een Rijksaccountantsdiens’t tot haar be-
schikking.

Volgens het Ontwerp k a n de Naamloo’ze Vennoot-
schap hebben een deskundige. Er zijn stemmen op-
gegaan, die voolm de openbare naamlooze vennoot-schap het hebben van een accountant dwingend wil-
len voorschrijven. De bemoeiingen van de Vennoot-
schapskamer zouden zich tot de openbare naamloo’ze
vennootschap moeten bepalen, maar deze zou zich
daaraan ook moeten onderwerpen.

Aan den deskundige ‘draagt het Ontwerp op (art.

42e), regelmatig toezicht te houden op de boelchou-
ding en de algemeene vergadering, die deze stukken
moet goedkeuren, over de balans en de winst- en ver-
liesrekening te adviseeren.

Naar het voorbeeld van ‘de wet op het Levensverze-
keringsbedrijf zou ten aanzien van de Kamer moeten
worden voorgeschreven, dat zij in geval van afwijken-de denkbeelden omtrent het financieel beheer, omtrent

de winst- en verliesrekening en ‘de balans, eerst zal
moeten pogen het bestuur tot haar inzicht te brengen.
Bij mislukking van haar pogen, zou
:
dan de Kamer
tot mededeeling van haar bevindingen aan aandeel-

houders of tot publicatie daarvan moeten kunnen
overgaan.

Een vertegenwoordiger van de Kamer zou kunnen
verschijnen in de algemeene vergadering tot het doen
van mededeelingen of het geven van beschouwingen

2 Februari 1927 ”

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

99

over’ het ‘stitndpunt der Kamer op de wijze, gelijk

zich het ontwerp het optreden denkt van don deskurt-

clige (art. 420).
De taak’ van ‘do Kamer zou hiermede niet behoeven

te zijn afgesloten. Blijvend bineen het. kader van het
Ontwerp is gemakkelijk meer te vinden, dat aan haai

zou kunnen worden opgedragen.
Voor het geval bij de oprichting van de naamlooze

vennootschap een prospectus wordt uitgegeven, vestigt

het nieuw ontworpen art. 1416a B. W. een bijzondere

aansprakelijkheid ter zake van het vermelden ‘van en-

ware, onvolledige of

verminkto
,
gegevens. Eenig

preventief toezicht tot voorkoming van onwaarheid,

otivolledigheid of verdraaiing van feiten, zou de Ka-mer kunnen krijgen. Verplichte mededeeling van het prospectus aan de Kamer v66r publicatie, advies van
do Kamer tot het aanbrengen van aanvulling of ver-

di,uclelijkjtig, een advies van kracht voorzien door do

mogelijkheid van publicatie voor het geval, dat oprich-

ters zich niet ernaar gedragen, dit alles kunnen wij

ons weer zeer gemakkelijk voorstellen. We zouden op

deze wijze iets krijgen in den trant van het
Pi-üfungs-

bericht
bet reffen.d e ‘de oprichting van de
ii
ktiengesell-

schaft volgens
H
192/103 Duitsch
ffanclelsgesctzbi.ich.

Art. 40a van het Ontwerp schrijft de publicatie

voor van zekere overeenkomsten, in verband met de
oprichting aangegaan, als die betreffende uitgifte
van aandoelen tegen zakelijken inbreng, belooningen
toe te kennen aan oprichters e.a.rn. Dit artikel zal
zeker ‘nog wol wijziging ondergaan, inaar iets van
dien aard zal ten slotte wel in de wet komefl. Het, ligt

weer voor de hau’d ten aanzien van dergelijke over-
eenkomsten, die eigenlijk in het prospectus hehooren
te worden vermeld, aan cle Kamer bevoegdheden te
geven, als hiorvoren ten opzichte van hot prospectus

geconcipioerd.
Wanneer dergelijke overeenkomsten, die ‘dikwijls

van groot belang zijn voor do financiën der onderne-
ming, tijdens het bestaan van de vennootschap vor-
den afgesloten, acht het Ontwerp bij de tot stand ko-
miug medewerking van de algemeene vergadering het

meest doelmatig (hot wordt als regelend recht voor-
geschreven in art. 40h). Kennis van den inhoud dezer
overeenkomsten wordt van publiek belang geacht.; zij

moeten met de balans worden gepubliceerd volgèns
arL 40e. Ton aanzien van het tot stand brengen dezer

overeenkomsten zou de Kamer weer een adviseerende
taak kunnen worden gegeven.
Kbrnen bestuurders in de algemeene vergadering

met reorganisatievoorstellen, dan zien wij bij aandeel-
houders ‘dikwijls aarzeling ‘deze aan te nemen. Men

zou willen meegaan, als men maar zeker ws onpartij-
dig te ‘worden ingelicht, maar juist omdat men vreest,
dat ‘het bestuur de zaak eenzijdig voorstelt, aarzelt

men. Een eigen oordeel ootbreekt; dan heeft het voor-stel, een aceoun’tantsonderzoek te doen plaats hebben, altijd een goede kans. De wet zou nu aan aandeelhou-
ders de bevoegdheid kunnen geven, zich in zulke ge-
vallen tot de Kamer te wenden om advies of wel de

wet zou kunnen voorschrijven, dat voorstellen tot reorganisatie of in het algemeen tot wijziging van
het kapitaal, van een advies van de Kamer vergezeld

moeten gaan.

De heer
Van Schailc
heeft de gedachte geopperd,

dat de Kamer preventief zou kunnen optreden ter
voorkoming van overtreding van wettelijke regels als
waarborg voor aandeelhouders gesteld, hoedanige
overtreding nu slechts repressief wordt getroffen door
een ‘dikwijls niet te verwezenlijken aansprakelijkheid.

Veel gevallen, waar de Kamer op zulk een wijze
zou kannen optreden, kan ik mij niet voorstellen. Het
is
mogelijk,
dat de accountant der Kamer bij zijn
onderzoek bemerkt, ‘dat ongeoorloofde practijken
plaats hebben, bijv. dat toonderaan’deelen worden uit-
gegeven zonder dat voistorting wordt gevorderd, dat
aa’ndeelen worden uitgegeven beneden pan, dat eigen
aan’deelen worden ingekocht buiten de gevallen, waar

de vet dit toestaat. Toezicht op ‘de nhkoming
v.an
itrt.

421, de verplichting ongedekte verliezen van het eeno

jaar over te brengen op ‘de rekening van het volgende,

volgt van zelf uit de verplichting te adviseeren over

de winst- en verliesrekening en de balans.
Op deze wijze ware voor een vennootschapskanier

een taak aan te wijzen. Het zou in deren trant wat
moer kunren zijn of wat minder. In elk geval blijven

wij met dit alles op het terrein ‘der mogelijkheden.

Een Kamer daarentegen, die het commercieel beheer

binnen haar bemoeiingon zou mogen en moeten be-

trekken, kan wel uitgesloten wordlen geacht. Het mag

worden aangenomen, dat dit ook den heer
Van Schai1e

voor oogen heeft gestaan, toen hij sprak over het be-

heer, waarmede de Kamer zich wel en het beheer in
engeren zin, waarmede de Kamer zich niet zou mogen

inlaten.
Het is waar, dat do Verzekeninigskanier ziéh kan

mengen in de bedrijfsmethoden van ‘de ondernemin-

gen, maar daar betreft het &in speciaal bedrijf, da
wetenschappelijk van alle kanten is bestudeerd en
waar eischen van gezonde politiek eenigszins sche-

ma’tisch kunnen worden vastgesteld. Misschien zijn

er andere taklden van bedrijf, die zich voor een analoge
behandeling zouden leenen. Aan een soortgelijke be-

handeling van het geheelo
bedrijfsleven
kan niet vor-
den gedacht.
In dit licht moet ook verstaan worden, wat ik als
mogelijke taak van de Kamer geschetst heb. Advisee-

rend over een piospectus of over een uitbreiding van
kapitaal zal de Kamer zich in de zuiver commercieele
vragen niet hebben te begeven. Is een walswerk in
Nederland bestaanbaar, is IJmuiden daarvoor de juis-

te plaats, is er ruimte voor nog een kunstzijdefabniek
of een stoomvaartlijn. dergelijke vragen behooren’ bui-
ten beschouwing te blijven. Sprekend over de moge-
lijkheid van een preventief toezicht van de Kamer,

heb ik ook niet genoemd het a’ttendeeren op een in
het oog der Kamer ongewenschte hednijfspolitiek, ook
al zou deze van dien aard zijn, dat de mogelijkheid
niet is uitgesloten, dat achteraf ter zake daarvan een

aansprakelijkheid voor directeuren tegenover de ven-
nootschap ontstaat.

Nu zijn we zoover, diat we do wen.schelijkheid van
het ‘nieuwe instituut kunnen heoordeelen. Wij merken
nu dadelijk op, diat het hij de instelling van een Ven-

nootschapskamen niet gaat om iets volstrekt nieuws,
maar veeleer om do vervanging van de tegenwoordige accountan’tscontrôle door een dergelijke contrôle door
een van overheidswege ingesteld lichaam. Voor den
wetgever, die de tegenwoordige aceoun tantscontrôle
niet behoeft te laten, zooals
zij
is, gaat het om ver-
dere ontwikkeling daarvan of ‘de nieuwe overheidsin-

stelling.

Laatstgenoemd alternatief heeft zeker aantrekke-
lijkheid. Het publiek zal weten, dat de voorlichting
komt van bekwame, en volstrekt onpartijdige zijde.
Dat is juist hetgeen waarnaar men tot dusver in het

recht van de naanilooze vennnootschap tevergeefs

heeft gezocht: het orgaan, waartoe de aahdeelhouder
zich met vertrouwen om voolichting kan wenden.
Men heeft het willen geven in het Commissoriaat,
maar is langs ‘dien- weg ondanks alle pogingen niet
geslaagd. Niettemin aarzel ik niet,
mijn
keuze op de
eerste
mogelijkheid
te bepalen. Van de zijde van de
overheidsinstelling zou ik te zeer bevreesd zijn voor
een ambtelijke behandeling van zaken, die naast haar

goede kwaliteiten ‘hier onvermijdelijk ook haar min-
der aantrekkelijke – en hier speciaal bezwaarlijke –
eigenschappen zal vertoonen. Laat ik er niet te veel
van zeggen. De tegenstelling ambtenaar-koopman is

naar mijne meening te groot, dan dat men met gunstig
resultaat den eerste als adviseur en controleur zou
kunnen stellen naast den tweede in de uitoefening
van zijn bedrijf.

Nu is wel de mogelijkheid geopperd, de bevoegd-
heden van de ‘Venniootschapskamer op te dragen aai’i

100

ECONOMISÇH-STATISTISCHE
BERICHTEN


‘2 Februari 1927

de Kamers van Koophandel, maar hiermede zou mijn

bewaar niet verdwijnen. Daarhet uitgesloten is, dat
de leden der Kamer persoonlijk de nieuwe omvang-

rijke taak zouden vervullen, zouden toch weer ambte-

naren in dienst van de Kamer met het werk moeten
worden belast.

Bovendien blijven bij mij’ andere groote bezwaren tegen het overheidsorgaan. Zal het niet geschikt. zijn

om het geldbeleggen’d publiek geheel te doen insla-

pen, terwijl het juist gewenscht ijs, het zelf meer op

zijn tellen te leeren passen? Ook de onderneming,

werkend onder het toezicht van de Kamer, zal haar

kwade kansen behouden en het is de vraag, of het
publiek dit voldoende zal beseffen.

Ten slotte noem ik het bezwaar, dat aan het toe-

zicht door het overheidsorgaan ‘de noodige soepelheid

zal ontbreken. Bij’ den particulieren accountant be-
staat misschien te groote neiging mede te gaan met

het bestuur, anderzijds vrees ik, dat hij het overheids-

orgaan to zeer de neiging bestaan zal op alles, wat

niet volstrekt correct is, de vinger te leggen, ook al

zou het in het, belang van ‘het bedrijf zijn iets door
de vingers te zien. Er kunnen zich toch mstandighe-

den voordoen, waaronder dit in ieders belang ge-
wenscht:i.s. –

De andere keuzë was, verdere ontwikkeling van het

instituut van de accounrtantscontrôle. Ik heb reeds

vroeger opgemerkt, ) dat de wetgever het nu niet

latén mag bij de opdracht aan den ,,deskundige” (de

wetgever durft dec accountant altijd nog niet hiS zijn

naam te noemen), te a’dviseeren over de winst- en
verliesrekening en de balans..

Wil de wetgever met den ‘accountant geven het’ on-
partijdige orgaan, waarnaar gezocht wordt, ‘ dan zal
hij eerst moeten zorgen voor een regeling van het be-

roep. Hij zal eisohen – en geen lichte moeten stel-

len voor de toelating tot het beroep. Hij zal het zijne

moeten bijdragen om te bevorderen, ‘dat zij, die het
beroep bekleeden, de eer en de waardigheid daarvan

hooghouden.

DRUOKER.

UITLEGGING VAN HET DAWE’S-RAPPORT.

Het ‘Scheidgercht’, ingeitel’d volgens

de bepalin-

gen van de overeenkomst van Lonçlen van. Augustus
1924, heeft den 29en Januari 1927 ijn tweede vonnis uitgesproken in ake een geschll, gerezen tussôhen de

Duitsché Regeering en de Commissie van Herstel, be-
treffend de interprtat’i .va het. zgn: ,;Dawes-Plan”.

Sinds de, eerste, zitting in Maart 1926
2)
heeft de

samenstelling van ‘het ‘Scheid,sgerecht in zooverre’een
verandering ondergaan, datde heer’Walter P. Ooche,
uit Buffalo, als voorzitter vervangen is door den. heer
Thomas N. Perkins, advocaat., te. Boston; de overige
rechters, de ‘heeren. Kröller,. Mendelssohn Bartiholdy,
Risc
en Wallenberg, zijn. hun functie als scheidsrech-ter blijven vervullen.

De ‘schriftelijke procedure heeft
bp
dezelfde wijze
als de eerste ‘maal plaats gevonden door uitwisseling

van memories, waarna den 19en Januari 1927 de plei-
dooien in het Vredespaleis konden beginnen., inge-

leid door ‘dan advocaat der Duitsche R’egeering, Pro-
fessor Erich Kaufmann, uit Bonn; de woordvoerders

voor de Commissie van Herstel waren de heeren Sir

John F.ischer Williams, K.C., en Lyon.

Het- geschil betrof de vraag, of de annuïteitep, wel-ke’ krachtens het Dawes-P.l’an te betal,en zijn aan dan

,,Agent-General for Reparation Payrnents’ ter credi-
teering van Dnitschl-ands- rekening ‘voor ,herstelbeta-

lingen, omvatten: de vergoedingen, door Duitschland
sinds 1 September 1924 ‘betaald of ,te ‘betalen aan

Duitsche onderdanen ten gevolge van de sequestratie,

‘) Zie pag. 924-925 in het nummer van’ 20 October
1926. [Rad.)
2)
Zie
voor
het eerste vonnis van dit Scheidsgeree,ht
Econ.-Stat. Berichten, 1926, ‘bl’z. 304. –

liquidatie of overdracht van hun eigendom, rechten

of belangen, wanneer zulke vergoedingen ‘betreffen
betalingen ter uitvoering’ van de artikelen 2971, 74,

145, 156 en 260 van ‘het Verdrag van Versailles.

De Duitscho ‘verdediger was van meening, dat de

te betalen acnuïteit-en deze vergoedingen, die door

zijn R.egeeri’ng op ongeveer 9 milliard goudmarken

werden -geschat, zouden moeten insluiten. De Com-
missie van Herstel ‘daarentegen stelde zich ‘op het
tegenovergestelde standpunt.

Het Scheidsgerecht nu, tot taak hebbend de bedoe-

ling ‘der Deskundigen aan de hand van hu’n Rapport
veer te geven, i’s tot de conclusie gekomen, dat ge-
noemde vergoedingen door Duitschiand aan haar on-

derdanen betaald! ,of te betalen, geen deel uit kunnen

maken van de annuïteiten; in het vonnis worden aan

deze beslissing dle volgende ‘overwegingen toegevoegd.

In de eerste plaats wordt. op’ den voorgrond .gestel’d

de scherp om.ljnde taak van het Scheidsgerecht:
slechts
int erp’retat’ie
van het Deskundigen-rapport be-
hoort tot zijn: competentie. Of het vonnis gewens

chte
of niet gewenschte gevolgen zou kunnen hebben, ‘heeft

da’aiorn geen puit van overweging kunnen en mogen
uitmaken. Een op dergelijke overwegingen gegronde
beslissing zou een verandering van het Dawes-Plan

zelf ‘kunnen beteekenen, en daarom ultra vires zijn.
Het Sch’ei’dsgerec’ht wijs hier daarom uitdrukkelijk
op, aangezien eIk der part’ijen verklaarde, dat een ‘be-

slissing niet in overeenstemming met haar standpunt,

ongewenschte gevolgen zou hebben. Vervolgens onder-

scheidt het Sc’heid.sgerecht. de hem opgedragen beslis-

sing, betreffende de aan Duitsche onderdanen uit te
betalen vergoedingen,
en de geheel verschillende
vraag, wa’aromt,rent hem geen beslissing gevraagd is, namelijk of ‘de
crediteeringen
van Duitsch’land voor

de w’aarde van eigendommen, die na 1 September 1924

in beslag genomen, geliquideerd of ‘overgedragen zijn,

in de annuïteiten begrepen zouden moeten worden.

Het Scheidsgerecht refeeert daarna aan eenige
passages uit het Da’wes-Pian ter .staving van zijn.

standpunt, en stelt het volgende in het licht: in hun
Rapport hebben de Deskundigen, na een nâuwgezette
studie van den econo’mi’schen toestand van Duitsch-

land, slechts een bedrag vastgesteld, dat niet als maxi-
mum-bedrag bedoeld was, maar ‘slechts als een som,
die zeker ]-aariks betaald kon, worden voor ‘herstel-

betalingen, en in goudmarken op rekening van den

Generaal-Agent voor Herstelhetalihgen gestort moet
worden. Deze storting zou dan telkens een v’olledigu
kwijting dor Duirsche Regeering inhouden. De t’ak

van ‘het’ ,,Transfer Committee” is ‘dan, vast te ‘stellen,
welke bedragen, ‘zonder den- Duitschen markenkoers
in gevaar te ‘keengen, ‘overgebracht» zouden kunnen
vordeh naar de crediteur-staten.

Deze ten bate van
dle crediteur-staten gestorte bedragen kunnen, volgens

het Scheids-gerecht, niet- ook da vergoedingen in
‘qua’estie aan Duitsche onderdanen omvtten.

Beide partijen hebben zich op vele citaten uit het
Dawes-Plan beroepen, het Sche,id’sgerecht stelt drie
citaten ‘op d-en voorgrond, waarin ‘slechts gesproken

vordt van betalingen, die ten bate van de, belasting-
betalers en ‘onderdanen van ‘de crediteur-staten komen,

terwijl nergens sprake ‘is ,van zoodanige, welke den

D’uitschen onderdanen ten goede” zouden kunnen ko-
men; de Deskundigen hebben geen andere betalingen
kunnen bedoelen d’an die, welke ten gunste van ‘de

Geallieerde en Gea.ésocieerde ‘Staten plaats bebben.
Zoo moeten. den ook vergoedingen aan Duitsche
0fl-
derdd,.nei ten -eenen- male uitgesloten zijn van de an-
nuï’teiten-betalingeii, omdat deze vergoedingen niet

ten goede komen aan ‘geallieerde onderdanen.

Mr. L. H. J. J.
MAZEL.

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

AMERIKA EN ZIJNE DEBITEUREN

1.

Het vraagstuk der geiillieerde schulden aan de Ver-

eenigde Staten is uitvoerig in dit tijdschrift behan-

deld
1
) door Dr. Mautner, en nu de regelingen met

Joego-Slavië evenals met de overgroote meerderheid

der andere landen definitief zijn geworden, bedraagt

het totaal der gefundeerde inter-gouvernementeele

schulden een som van $ 11
.
522.354.000
2
) volgens
011-

derstaand staatje, gepubliceerd in de
Finojrcial Ti?nes

cid. 6 Januari 1927:

(In

1000 dollars)
Origineele
Gefundeerde Gefundeerde

Landen
Ii oofdso mm en
Interest
Schulden

België

……….
377.029
40.750
417.780

Tsjecho-Slowakije
91.879
23.120
115.000

Estiand
12.066
1.763
13.830

Finland
8.281
718
9.000

Frankrijk
3.340.516
684.483
4.025.000

Groot-Brittannië
4.074.818
525.181
4.600.000

Hongarije
1.685
253
1.939

Italië

……….
1.647.869
394.130 2.042.000
Letland
5.132
642
5.775

Litthauen
4.981
1.048

6030

Polen

……….
159.666
18.893
178.560

Rumenië
36.128
8.461
44.590
Joego Slavië

..
51.037
11.812
62.850

9.811.087
1.711.254 11.522.354

Genoemd cityblad vermeldt verder dat de ,,World War Foreign Debt Commission” na een vijfjarig be-
staan, waarschijnlijk den 9° Feb. a.s. uiteen zal gaan,
tenzij het Congres der Vereenigde Staten haar dan

opnieuw mocht benoemen.
Van het totale bedrag, hetwelk 5 jaren geleden aan

de V.S. verschuldigd was, ad ongeveer $ 24.300.000.000
is nu ongeveer 91 pOt. gefundeerd.
Bij het einde van den oorlog waren de V.S. in het
becit van schuldbekentenissen van 20 landen tot een
totaal bedrag van $ 10.338.058.352, betaalbaar op de

eerste aanvrage met 5 pOt. rente. Het was echter uit-

gesloten, aan die voorwaarden te voldoen, weshalve
de Oommissje werd ingesteld om regelingen aan te lie-
velen, waarbij 3 punten als basis moesten dienen:

1° Betaalkracht (capacity to pay);

2
1
de hoofdsomm-en moesten ten volle betaald wor-

den;
30
de aflossingstermijn moest 62 jaren bedragen.
Natuurlijk is het ad 1° genoemde beginsel een
quaestie van opinie, waarbij men rekening dient te

houden met hetgeen men na .vroegere oorlogen heeft waargenomen. Zoo is na de Napoleontische oorlogen
do groote ijzer- en staalnijverheid ontstaan en heeft
het productie-vermogen van Europa en de overige
wereld een ten eenen male ongekende uitbreiding op

alle gebied te zien gegeven.
De Vereenigde Staten, zoo bericht het blad, zullen volgens do getroffen regelingen, wanneer die geheel
ten uitvoer worden gelegd, na verloop van 62 jaren
een totaalbedrag van $ 22.144.000.000 van Europa heb-

ben ontvangen. Maar op 15 December 1926 bedroegen
do totale betalingen pl.m. $ 662.000.000, waarvan Enge-
land alleen $ 643.000.000 of 97 pOt. betaalde.
Echter zouden, volgens bovenstaand bericht uit
Amerika, -de meeste economen in dat land van mee-

ning zijn, dat in later jaren de geheele quaestie her-
zien zal moeten worden; dat de thans getroffen rege-

lingen slecht-s van tijdelijken aard zijn en dat -de we-

Zie E.S.-B. van
26
Mei
1926.

Dit bedrag is
$ 13.000
hooger clan de gezamenlijke
hooidsornmen en interesten, doordien de eindbedragen naar boven afgerond zijn.

reldgelegeiïheid heeft, zich voorloopig met andere,
meer spoed vereischende vraagstukken bezig te hou-

den.
Geheel hiermede in overeenstemming is een bericht

in de Lon-densche
Times
van 8 Januari. Bij de ope-

ning van den radio-telefonischen dienst tusschen En-

geland en de Vereonigde Staten op den 7en dezer tele-

foneerde de eigenaar van •de
New-York Times,
‘Mr.

Ochs, aan den hoofdredacteur van de Lon-densche

Tirnes
o.a. dat het hem zeker genoegen zou -doen, te

vernemen dat de overtuiging in de V.S. steeds meer

veld wint, dat het tot een herziening -der schuldrege-lingen zal moeten komen, nadat Frankrijk de getrof-

feui regeling zal hebben geratificeerd ,,to the end that

they may be adjnsted on a higher moral and political
basis for peace and good will throughout the world.”

Ook Hearst, die gedurende de eerste oorlogsjaren

alles behalve Engelsch-gezin-d was, schijnt blijkens
zijn recente uit]ating betreffende samenwerking met
het Britsche Rijk in die richting te werken.

Dezo.uitlatingen, en dit lijkt mij van veel belang,
komen na het den lOen December 11. gepubliceerde M-

nifest
van de ,,Faculty of Political Science of Colum-
bia,” on-derteekend door den beroemden professor Dr.

Nicholas Murray Butler, voorzitter, en door een veer-

tigtal andere hoogleeraren, waarin
zij
uiting geven

aan hun gevoel van onbehaaglijkheid dat de hou-ding der regeering in (leze netelige aangelegenheid bij hen
heeft opgewekt.
Wel noemt het bekende Am. weekblad
Tive Chrorsi-

cle
van 25 Dec. 11. in een heftig artikel het manifest

,,superficial, sentimental and embodying errors of

statements and of figures”, terwijl het blad meent, dat do overgroote meerderheid in de V. S. de politiek dei regeerin-g steunt; maar of dit zoo is, mag worden be-
twijfeld en moet afgewacht worden.
Het verdient in de eerste plaats de aandacht, dat

de onderteekenaars in hun land in de eigenlijke hin-
nenlandsche politiek geen rol spelen, doch niettemin,
en juist daarom wellicht, wordt door velen aan deze
uiting van de nieening van een belangrijk deel der
intellectueele wereld in de V.S. groote beteekenis ge-
hecht, al zou ook blijkens een bericht van 21 Dec. uit

Washington het Manifest in. egeeringzkringen een
onaangenamen indruk gemaakt hebben. President
Coolidge toch verklaarde dat de regeering bezig was,
,;te pogen het vraagstuk op ‘te lossen op een wijze, die
dienstig (helpful) zal -zijn, niet alleen voor ons zelven,
maar ook voor de debiteuren-staten en hij betwijfelde

of het optreden der professomen op het oognnblik nut-
tig (helpful) zou-kunnen zijn.” – –
Daar het Manifest -reeds in de bladen-
in extenio
gé-

• publicëerd is, kunnen
wij
hier volstaan met het s-art-

ioeren van de- voornaamste punten ervan, nI. -1. de
voortgang der vredesgedachte sedert Locarno, waar
een nieuwe periode is ingeluid die- de V.S. naar ver-
mogen, volgens hunne traditie moeten steunen; 2. de
regelingen -hebben een -diep gevoel van onwil têgen over

de V.S. -doen ontstaan,- en de onderteekenaars verlan-
gen een internationale conferentie ,,in the light of
present knowledge”; 3. Amerika trok ten oorlog in zijn

eigen belang, in verband met het gevaar van -den on-
beperkten -duikbootoorlog, doch afgescheiden van de
vraag op welke mogendhei-d .de schuld aan den oorlog
rust, zou een mogelijke overwinning der Centrale mo-
gendheden voor Amerika een bedreiging zijn -geweest;
4. De voorschotten, toen ze door het Congres werden
gevoteerci, werden niet beschouwd als ,,business trans-
action-s” (hetgeen juist de Amerikaansche ultra’s be-
weren) maar als gemeenschappelijke bijdragen voor
een gemeenschappelijk doel; 5. de Staten, die -de voor-

schotten ontvingen, hielpen de V.S. om
hun,
oorlogs-
-doel te winnen; 6. de getroffen regelingen beteekenen
-dat de V.S. feitelijk reeds ongeveer $ 5.489.000.000
hebben geschrapt, wat de schulden van Engeland,Ita-
iië, België en Frankrijk (hangende ‘de ratificatie) ho-

treft, hetgeen buiten-gewoon edelmoedig zou
zijn,
ware

102

ECONC MISCE-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari P27

het niet, dat juist clie schulden in het odgevat moeten
worden clie werden aangegaan gedurende het jaar na
Amerika’s oorlogsverklaring, toen het de legers dier

landen waren, clie alleen den vijand in toom hielden, na

Ruslands afval. Hadden de West-Europeesche Verbon-

denen, na deze opperste crisis, het leven hunner solda-

ten gespaard, Amerika’s oorlog, zoowel als de hunne

zou verloren zijn geweest; 7. Engeland verdient bij-

zondere consideratie omdat hel; van Amerika geleende

gelden aan andere landen o.a. Frankrijk en Italië had

voorgeschoten, terwijl hel; bereid is die schulden te

schrappen naar rato van hetgeen Amerika aan Enge-

land zou kwijtschelden; 8. Amerika mag op den duur

niet onverschillig zijn voor den gioeienden afkeer,

vaarmecle het in Europa beschouwd wordt. Iedere
week brengt nieuwe bewijzen, dat Amerika’s aandrang

in Europa een gevoel van
hao
doet ontstaan ,,which
European countries are finding means to allay amoog

themselves to he squarely concentrated against us.”
Reeds worden internationale trusts tegen de V. S. ge-
vormd en
wijst
men er
01)
dat de herstelbetalingen die Duitschland voor drie generaties in financieele
alavernij (bondage) zullen houden, noodig zijn om de

Verhondenen in staal; te stellen, Amerika te betalen.

Een anti-Amerikaanscho coalitie zou voor Europa van

nut kunnen w’dzen, maar voor de Vereenig.cle Staten?

II.

Voor de eerste maal aien wij hier in dit Manifest,

dat in de Vereenigde Staten groot opzien gebaard
heeft, al de argumenten bijeen die in Europa sedert

jaren tegen cle steiloorige Shylock-politiek van Wash-
i ogton zijn aangevoerd.

Jarenlang hebben die arguienten, voor zooverre ze
al in Amerika doordrongen, daar weinig of geen in-
druk gemaakt. De Arnerikaansche halsstarrigheid, die
nogal eens werd toegeschreven aan Amerikaansche,

geheim gehouden verlangens naar Britsch en Fransch

gebied in West-Indië, of naar F.ransch gebied in Ach-
ter-Indië, waar Amerika zich, wat de Rubber-voorzie-

ning betreft van cle Engelsche en Nederlandsche pro-
(lucoicten onafhankelijk zou kunnen maken, kweekte

con nauwelijks verho]en wantrouwen aan. Dat was des

te meer het geval, omdat Amerika het •den Europee-

scheci debiteureri moeilijk maakte, in goederen ‘te be-
talen uit hoofde van de hoogë Amerikaansche tarie-
ven op fahrikaten. Zoo moest zich aan cle debiteuren-
volkeren wel het denkbeeld opdringen, dat achter dit
schijnbare gebrek aan logica iets lag, hetwelk men aan
{e overzijde ,,ulterior motives” noemt.

Het meest in het oog springend voor Amerika was
echter de hoe langer hoe sterker naar voren komende
neiging der vroegere Europeesche strjdenden, om den
strijdbijl te begraven, een neiging die in de
Locarno-
verdragen
practische toepassing heeft gevonden en er

ongetwijfeld het meest toe bijgedragen heeft, veler
oogen in Amerika te openen.

En al heeft nu ook het Manifest te Washington
naar het heet, een onaangenamen indruk gemaakt,
en al heeft President Coolidge de boven aangehaalde
verklaring afgelegd, toch dient men in de eerste plaats

wel in aanmerking te nemen dat het moeilijk van de

regeering te verwachten was, ‘dat zij plotseling over-
stag zou gaan, en in de tweede plaats geven de be-
woordingen van President Coolidge’s ‘verklaring toch
wel duidelijk aan, dat men in hooge regeeririgskringen
te Washington de beteekenis van het Manifest vol-‘
strekt niet onderschat. Integendeel, wanneer men tus-

sehen de regels weet door te lezen, en het twee keer
gebruikte woord ,,helpful” in aanmerking neemt,
dan is ‘s Presidenten terechtwijzing, wel verre van een
terugwijzing, eerder gekenmerkt door een met voor-

zichtigheid en terughouding te kennen gegeven be-
reidwilligheid om een oplossing te zoeken. .Trouwens,
men weet in Europa zoo goed als claarginds, dat het
State Departnsent buitengewoon goed over de publie-
ke opinie in Europa is ingelicht en er de gebeurtenis-

sen met de grootste andacbt volgt. Ook is men er
daar volstrekt niet zeker van dat de Tractaten van
Tashjngton
waarbij de Japansche bedreiging voorloo-pig ter zijde gesteld werd, na 1936 (de termijn waarop zij afloopen) •hernieuwd zullen worden.’)

Bovendien heeft Engeland, hoewel het de Alliantie

met Japan heeft opgezegd, zich volstrekt niet verbon-
den, die nooit ofte nimmer te zullen hernieuwen.

Daarbij komt, dat al stellen zoowel Amerika als Enge-

land en de Dominions zich nog steeds op een star af-

wijzend standpunt wat de quaestie der rassen, blank
en gekleurd, aangaat, geen sterveling vermag te voor-
spellen, of dat standpunt
op dcv, duur
houdbaar zal
blijken te zijn. Amerika, zoowel als de Dominions –
clie in dit opzicht één lijn ‘trekken – volstrekt niet

zeker van een voor hen gunstige internationale opinie

in deze materie, hebben dan ook steeds geweigerd, clie

quaestio aan het oordeel van het Internationale Hof
van Justitie onderworpen te verklaren.

Daarom is het dan ook geenszins uitgesloten dat,
naarmate het jaar 1934 nader komt, men te Washirig-
ton meer water in den wijn der Europeesche schulden

zal willen gieten, en ik acht de stelling geenszins ge-

waagd, dat een Manifest als het onderhavige te Wash-
ington niet eens zoo onwelkom is als men het wel wil

laten voorkomen, en dat er na verloop van tijd nog

wel meer dergelijke Manifesten zullen volgen.

Immers, terwijl de Vereoiiigde Staten in 1922 het

hoogtepunt van hun macht hadden bereikt, omdat zij

een schijnbaar hopeloos verdeeld Europa tegenover
zich hadden, moeten zij van .dat hoogtepunt gaan af-

dalen naarmate Locarno meer en meer practische

waarde zal erlan.gen. En zoo dringt zich de overwe-
ging meer en meer op, dat allen die in staat zijn mede
te werken tot de verwezenlijking van de idealen van
Locarno, daardoor tevens Eurôpa nader zullen bren-

gen tot Amerika. Dit laatste land beschouwt, zeer

terecht, het in bedwang houden vau de Aziatische be-
dreiging als een quaestie van to be er not to ho.
2)

Mocht Europa, ten einde raad,lie bedreiging willen
gebruiken om zich van Amerika’s financieele boeien te
ontdoen, dan zou dat het begin van het einde beteeke-

nen van do wereidpositie niet alleen van Amerika,
maar van alle blan]ce rassen. Dat alles weet men in

Amerika zeer goed, hoewel het nog wel eenigen tijd
zal duren, voor en aleer alle totnogtoe recalcitrante
senatoren die overtuiging tot do hunne zullen hebben
gemaakt.

III.

Het Wallstreet Journal heeft kort geleden een lijst
gepubliceerd van verschillende leeningen, die na den oorlog in de Vereenigde Staten aan de markt zijn ge-.

bracht ten behoeve van Europeesche regeeringen, ge

meenten, banken, nijverheidsondernemingen ena. Ik
heb daaruit de hierna volgende tabel. getrokken, waar-

uit iblijkt, dat alleen uit hoofde van gelden door Amen-
kaansche
particuliere beleggers
aan Europa verstrekt, welke een totaal vormen van $ 2.400.871.000, indien
men voor rente en aflossing gemiddeld 8 pOt. per jaar

rekent, een jaarlijksch tribuut van meer. dan

$ 192.000.000 door Europa aan Amerika in den eenen
of anderen vorm betaald zal moeten worden, tenzij
Europeesche staten en gemeenten het voorbeeld volgen
van enkele Amerikaansche staten en gemeenten, die
destijds hun mie schulden repu dieer’den.

Art.
XIII
van de Five Power Treaty van 6 Febr.
1922
zegt, (lat het Tractaat van kracht zal blijven tot
31
Dec.
1936 en tenzij een der onderteekeuaars
2
jaren van te voren
opzegt, het gedurende
2
jaren na opzegging van kracht’
blijft. Na die opzagging zullen cle mogendheden binnen
1
jiiar opnieuw confereeren.
,,Where the Japanese come,
we go”
verklaarde.kort ge-lecleim een ‘Amnerikaansah auteur, die in het Verre Westen
had
ervaren wat zelfs een beginnende Japansche invasie
beteekent.

..

.

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

103

Oostenrijk.
Regeering…………..
$

25.000.000
Provincies en Gemeenten
,,

35.000.000
$
60.000.000
België.
Regeering …………..
$
260.000.000
Industrie

…………..

Tsjecho-.Slovakije.
Regeering…………..
$

48.000.000
Gemeenten

…………
,,

9.000.000 57.000.000
Denemarken.
Regeering…………..
$

56.500.000
Gemeenten

…………
37.000.000
Banken ete ………….
14.000.000
107.500.000
Finland.
Regeering…………..
$

20.000.000
Gemeenten

…………
17.000.000
Industrie etc ………..
12.000.000
,,
49.000.000
Frankrijk.
Regeering…………..
$
300.000.000
Gemeenten en Provincies
76.000.000
Spoorwegen …………
95.000.000
Stoomvaart …………
»

10.000.000
,
481000000 Dnitschland.
Regeering …………..
$
110.000.000
Beieren …………….
15.000.000
Saksen

…………….
30.000.000
Gemeenten

…………
169.900.000
Banken …………….
33.600.000
Div.

md.

Ond………
115.000.000
Stoomv ………………
6.500.000
Handel

(Tietz) ……….
3.000.000
Kath. mat. Beieren

……
8.000.000
491.000.000
Groot-Brittannië.
Regeering…………..
$
291.966.000
291.966.000

Griekenland.
Regeering…………..
$

11.000.000
11.000.000
Hongarije.
Regeering…………..
$

12.000.000
Gemeenten

…………
10.000.000
Diversen

……………
3.000.000
,
25.000.000
Italië.
Regeering …………..
$ 100.000.000
Banken …………….
,,

20.000.000
zo.000.000

,,
Nederland.
Regeering…………..
$

58.000.000
Gemeenten

…………
,,

6.000.000
,,
64.000.000
Noorwegen.
Regeering…………..
$

93.000.000
Gemeenten

…………
,,

30.000.000
123.000.000
Polen.
Regeering…………..
$

58.075.000
»
58.075.000
Joego Blavië.
Regeering…………..
$

25.000.000
25.000.000
Zweden.
Regeering …………..
….000.000
55.000.000
Zwitserland.
Regeering…………..
$

85.000.000
Gemeenten

…………
6.000.000 91.000,000
Diversen

……………………….
,,
21.330.000

Totaal ………………….
.$
2.400.871.000

Iv.

Dit zijn zeker geweldige cijfers, en wanneer men

daar nog bij optelt de nog grootere bedragen, die van
staat tot staat door Europeesche staten aan Amerika
voor rente en aflossing moeten worden opgebracht, dan komt men tot een totaal van meer dan 500 mii-
lioen dollar per jaar (Engeland ongeveer 200 mii-
lioen).

Vooral met hot oog op de reeds in een voorafgaand
iioofdstulc kort aangeduide Amerikaansehe tarieven,

wint dat cijfer aan beteekenis. lntusscheu importeer-
don de V. S. in 1925 uit Europa diverse goederen
(crle]e metalen buiten beschouwing gelaten), ter waar-

cle van $ 1.238.180.842, zoodat het niet opgaat, te be-
weren, dat Amerika Europa geheel belet in goederen
Ie betalen.

Het verdient verder de aandacht, dat van de in
1925 blijkens de officieele Amerikaansche statistieken

uit Europa ingevoerde goederen (geene edele meta-
len) ter waarde van $ 1.238.180.842 niet minder dan
31 pOt. viii van invoerrecht was:

Vrij

Belast

Totaal
Engeland …..
$190.506.257 $222.198.278 $ 412.704.535 Duitschlaad ..,
55.435.898 ., 108.814.610 ., 164.250.508
Prankrijk …..
44.293.532 ,, 113.139.029

157.432.561
Italië ………
30.679.862

71.525.068

102.204.930
Nederland ….,
27.380.313

65.158.579 ,,

92.538.892
België

……..
18.351.703 ,, 50.667.334 ,,

69.019.037
Zweden …….
32.096.841

8.936.569 ,,

41.033.410
Zwitserland
..,,

3.646.333 ., 36.20.868 ,.

40.267.201
Spanje ………
1.2.302.817 ,; 20.494.913

32.797.730
Griekenland .

2.106.971

24.079.529

26.186.500
Noorwegen …..
10.019.657

13.269.427

23.289.084
Tsjeeho-Slov.

1.579.096 ., 21.258.725

22.837.821
Europ. Rusland ,,

7.780.281
.,

5.124.450

12.904.731
Europ. Turkije ,,
1.903.322

3.699.061

5.602.383
Div. landen ..

20.711.062 ., 14.400.457 ,,

35.111.519

$458.793.045 $779.386.897 $ 1.238.180.842

Verder dient in aanmerking genomen te worden, .dat

Amerika in hetzelfde jaar aan Europa goederen lever-
de ter waarde van $ 2.515.611.130, zoodat men, den

geheelen toestand in debet en credit uitdrukkende,

zou komen tot het volgende: Europa debet

voor Rente en AfI… $ 500.000.000
Tmporten …..

2.515.671.130

Totaal …………..$ 3.075.671.130
waartegen slechts in het credit zou-

den komen ………………….,, 1.23.180.842

voor aan Amerika geleverde goederen, benevens o.a. de
in Europa bestede gelden van Amerikaansche toeristen

ad pl.m. $ 350.000.000 en rente van (bi.jv. doo Ne-
derland) teruggekochte obligaties. Het saldo kan
0])
tal van manieren word6n aangezuiverd, en wel in de eerste plaats door de goederen en edele metalen, die Amerika uit Europa en uit landen buiten Europa im-
porteert,
1)
en die op hun beurt Europeesche fabrika-
ten en. afnemen. Zoo importeerde Amerika (in 1925):

uit Azië ……………….voor
$1.329.125.947
Anstraiië, Afrika, enz…

,, ,,
159.951.793
N..Amer. (Canada, W.-Ind)

,,
497.551.518
Zuid-Amerika en Mexico.,
1.001.779.163

Totaal ……$
2.988.408.421

Naar die landen exporteerde Amerika in 1925 voor
een waarde van $ 2.243.051.305.

Het is uiteraard onmogelijk een schatting te ma-
ken van het deel van het import-surplus, hetwelk
direct of indirect voor Europeesche rekening zou
komen. Maar wel lig

t de gissing voor de hand, dat .dat bedrag waarschijnlijk niet voldoende zal zijn. Integen-
deel, to rekenen naar het feit, dat Amerika nog steeds
leeningen aan Europa blijft verstrekken, zou men al-
licht tot de conclusie moeten komen, dat zulks vol-
strekt niet het geval is, en .dat alles bij elkander geno-
men Europa voor zijn teveel aan importen aJdoor aan
Amerika in .den vorm van leeningen betaalt.
2)
Ténzij
Europa mi de Europeesche koloniën en bezittingen

i) In dit verband verdient het de aandacht, dat de V. S.
in
1925
meer goud naar Europa exporteerden clan zij van
daar ontvingen, en wel in verband met Duitschlands terug-
keer tot •dei gouden standaard.
2)
Blijkens de Fin. Times van
4
Jan. jI. heeft Dr. Win-
kier, Vice-President van ,,Moody’s Investors’ Service” dezer
dagen eenige cijfers gepubliceerd, waaruit blijkt, dat alleen
in
1926
voor $
1.906.705.000
niet alleen aan publieke in-
schrijvingen (hiermede worden denkelijk die bedoeld, welke
ook iii Europa voor een deel aan de markt zijn gebracht, zoonls ettelijke Belgische, Duitsche ea. leeningen) maar ook bij particulieren in de Amerikaansde markt door be.
leggers geplaatst zijn. Daarvan gingen
43 pCt.
of
$ 812.632.980
naar Europa (waarvan meer dan cle helft
naar Duitschiand) –
Volgens Dr. W. bezit Amerika thans voor een totaal
van
$13.000.000.000
aan buitenlandsche fondsen, grooten-
deels na den oorlog gecreëerd, waarvan in Latijnsch Ame.
rika
36
pCt., in Europa
29
pCt., in Canada
26 pCt.
Daar-
uit zou blijken, dat Europas percentage, hetwelk in
1926
43
pCt. van alle uitgiften bedroeg, aan het toenemen is.

104

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTËN

2 Februari 1927

nog geheel ongekende bronnen van welvaart aanho-

ren,
1
)’lijkt. het wel duidelijk, dat men op den duur
01)
de eene of andere wijze vast zal loopen.
O(yk is het nietmogelijk cle winst te schatten, die

op Europa’s exporten gemaakt wordt.

Het gevolg zal zoowel voor de Vereenigde Staten

als voor Europa niet anders dan funest kunnen zijn,

al spelen Amerika’s exporten voor de geheele huishou
ding der V. S. ‘niet een z66 overwegende rol als Euro-

pa’s exporten voor die van Europa.

Maar dat beide op elkander aangewezen zijn, en •de

welvaart van de V. S. nauw samenhangt met. ‘de ver-
dere ontwikkeling van de toestanden in Europa, moet
wel in Amerika duidelijk zijn geworden.

Zoowel staatkundig als economisch zijn bide door

allerlei wisselwerkingen zeer nauw aan elkander ver-

bonden, en daarom is het te hopen, dat het hier be-

sproken Manifest uit ‘Columhia door
talrijke
andere

zal worden gevolgd.
H. DUNLOP.

Den Haag, 11 Januari 1927.

EENIGE BESCHOUWINGEN OVER KOLEN.

Onze medeweiker voor kolen schrijft ons:

Voor ‘ons artiikel is het afgeloopen jaar een van de

belangrijkste geweest, die opgeteekend staan.

Op 1 Mei toch brak de zoo lang gevreesde staking

uit in de kolengebieden van. Wales, Engeland en

Schotland, we]ke de
Koninklijke
Comnissie, ondanks

haar unaniem rapport, niet had vermogen af te wen-

den. Men kent de ‘voorgeschiedenis: de nationale loon-

overeenkomst van 1924 verhoogde, onder den druk

van door de Roerbezetting ontstane wl’vaart in d

Engelsche mijnindustrie de bonen boven cle grens
van de overeenkomst. van 1921, die zich de mijnwer-

kers hadden laten opleggen na een staking van 13 we-
ken. Toen, onder de werking van de h’oogere bonen,

de winning van kolen in 1925 on.boonend begon te

worden, gezien de lagere marktwaarde vah het gewon-

nen product, deelden de mijneigenaars omstreeks Juni
van dat jaar mede; dat zij de 1924-boono’vereetikornst

wenschten te Ebeëindigen. De mij’nwerkèrs wenschten
daarop niet in te gaan en zouden tegen 1 Augustus
1925 in staking zijn gegaan, ware het niet, dat de Re-

geering, vermoedelijk door de bedreiging van een al-

gemeene staking-uit-sympathie, op het laatste oogen-
blik dat had weten te voorkomen door een aanbod van
geldelijken steun gedurende 9 maanden aan de indus-
trie, opdat men in staat zou zijn, een volledig inzicht

te verkrijgen in haren toestand. De Commissie boven-
genoemd beval aan in de eerste plaats: Geen verlen-
ging van de subsidie. Verder zou de algemeene duur

van den werkdag onveranderd blijven met de vrijheid
aan werknemerszijde iets langer te werkeh met over-
eenkomstig mindere loonsverlaging ‘dan voor de best-
betaalde mijmverkers in het algemeen was ‘voorzien.

De Regeering verklaarde in Maart 1926 het rapport

van de Ooal Commission te aanvaarden en wel zulke
wettelijke maatregelen te zu!llen voorstellen als noodi
zouden zijn om de aanbevelingen der Commissie kracht bij te zetten, mits de eigenaars en de
m
ijn2

werkers gezegd Rapport evenzeer aanvaardden en zich

verbonden de industrie voort te zetten op fbasis van

de aanbevelingen. Zelfs• deed de Regeering haar ‘no-
reidverklari’ng vergezeld gaan van de toezegging aan
den Voorzitter ‘van de Miners’ Federation, te willen

overwegen., welke tij’deljke, geldelijke hulp zij’ zou kun-
nen verleenen om de scherpe kanten van den over-,
gangstoestand weg te nemen, alles mits overeenstem-

ming werd bereiktv66r 1 Mei.
Ofschoon ‘de eigenaars in April in hoofdzaak bereid
bleken, de maatregelen na te leven, die het Parlement

1)
Inderdaad heeft reeds de Ru’bbercujtuur gedeeltelijk een
onverwachte uitkomst gebracht. De V. S. hebben daarvan
ver-
leden jaar vermoedelijk
360.000
ton verbruikt, ter waarde
van ongeveer
$ 400.000.000,
waarvan het grootste gedeelte
aan Britsche en Nederl. producenten ten goede kwam.

hun zou willen opleggen, mits in ‘de loonquaestie
nationale onderhandelingen werden geopend en de

bepaling van het minimum percentage, dat boven de
districtsbasis moet worden betaald, aan de di’stricts-

vereenigingen werd overgelaten, kwam er geen ‘over-

eenstemrnmg, omdat de Ifiners’ Federation verklaar-

cle, ‘dat districtsonderhandelingen tot dit doeleinde een

onoverkomelijk bezwaar zouden ‘vormen voo.r een

vriendschappelijke oplossing. Op 30 April, den laat-

sten dag van •de subsidie, die aan de natie £ 23 mii-

lioen had gekost, bleek er geen overeenkomst mogelijk
te zijn en maakten •de eigenaars op de mijn
..
empla
cementen de voorwaarden bekend, waarop van 1 Mei

af de menschen aan het werk koflden gaan. Dezen wei-

gerden te treden in eenige reductie van het loon, noch

in eenige verlenging van den werkdag. De staking in

de mijnen was compleet. Om de kans op de overwin-

ning kracht ‘bij te zetten – misschien ook met de ge-

dachte de ontwrichting van het maatschappelijke

leven zoo kort mogelijk te doen zijn – besloot de

Algemeene Raad van het Vakvereenigingscongres een
algemeene staking af te kondigen, in te gaan op 3

Mei. Deze geweidmaatregel, door ‘velen aangezien als

een aanslag op de ‘geregelde samenleving en door som-

mige vooraanstaande arbeidersleiders afgekeurd, leid-

cle tot niets, tenzij om aangetoond te krijgen, dat de

maatschappij de blufferji van den machtigen arm zat
begint te worden. De
mijnwerkers
zijn er niet door

geholpen geworden en de Vakvereenigingen hebben
er een gedeelte van hun prestige door verloren.

De staking heeft in voflen omvang geduurd tot

1 November, toen vertegenwoordigers van de meer-
derheid der mijnwer]cers in No’ttin ghamshire besloten

te trachten een aparten ‘vrede te sluiten. Daarna kwam snel het verloop. Den lOden November waren er reeds
320.000 mijnwerkers op eigen gelegenheid aan den
gang gegaan en den 13den dier maand besloot een

conferentie van gedelegeerden van de Miners’ Fede

ratiori, den districtsiereenigingen aan te bevelen, de

voorwaarden van de Regeei-ing aan te nemen. Den

isten December was het werk in de mijnen vrijwel

algemeen hervat. De werktijd in Engeland is nu be-
paald op 8 uur ‘per dag, waarop alleen de houwers –
althans in de Northcountry – een uitzondering ma-

ken, die 74 uur werken.

De gevolgen nu van de staking voor cle mijiiindus-
trie moeten niet te tragisch worden opgenomen. Zeker
zij er voor de allernaaste toekomst afzetkansen ver-

loren gegaan. Afzetgebieden echter geene. Zoodra de
leveringscontracten met ‘de Duitschers en anderen ge-
maakt, zullen zijn afgeboopen, is het weer de oude

toestand: ,,the best man wins”. Daarbij speelt ook de
kwaliteit van de Engelsche kolen een rol. Er w6tdt
wel eens van een vooroordeel tegen Duitsche kolen
– omdat ze Duitsch zijn, gesproken. Wij geloo-
ren daar niet aan. Bij open en eerlijke mededinging

weten we van geen afnemers waar ook, die, alles
gelijk zijnde, Duitsehe kolen niet even graag nemen

als Engelsche. Gewoonlijk evenwel is niet alles gelijk.
Bij Dui’tsche ‘kolen ‘of derivaten weet de kooper hoogst
zelden, van welke mijn of mijnen hij zijn waar krijgt.

Er is geen continuiteit van kwaliteit. De algemee-

ne klacht i’s, ‘dat men heeft te nemen wat gezonden
wordt. Al zijn de meevallers in de meerderheid, toch
wenscht de afnemer zekerheid, die van Duitsche zijde
nu eenmaal door het gevolgde systeem – alle zijnen
moeten leven – niet te geven is. In Engeland koopt
men van een bepaalde mijn en weet wat men krijgt,

behoudens gradueele verschillen, omdat kolen nu een-
maal geen fabrikaat, ‘doch een natuurproduct zijn.
Het land heeft gedurende de laatste maanden der
staking voor ruim 18 millioen per maand aan kolen iiigevoerd. Het totale invoersaido voor de eerste elf
maanden, dus tot het oogenblik, waarop de staking
afgeloopen was, •bedroeg £ 413 millioen, d.i. het ver-
schil tusschen invoeren en uitvoeren. Het overeen-

komstige cijfer voor 1925 bedroeg £ 341 millioen. Dit

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

105

wordt begrijpelijk, wanneer men weet, dat van Januari

tot November 1925, 64 millioen tons kolen, cokes en briketten werd uitgevoerd, terwijl slechts 27 millioen

tans overzee gezonden werden van Januari tot No-

vember 1926. Over het geheele jaar berekend, bedroeg

de totale kolen-, cokes- en brikettenuitvoer es. 28

millioen tans en over 1925 70 millioen tans.

Wanneer de eigenaars een verzoeningsgezinde poli-

tiek volgen en door wat breed te zijn, bewerken, dat

het land niet in een nabije toekomst opnieuw voor een

economischen strijd van zulke afmetingen wordt ge-

plaatst, gaat de kolenindustrie er een goeden tijd te-

gemoet. De arbeidstijd is over het algemeen met een

half uur verlengd en de bonen zijn omlaag gaande.
De prestatie per hoofd per dag was bevredigend en bedraagt alweer bijna 1 ton, d.i. bijna het
cijfer
van
1913. In Duitschiarid daarentegen hebben de bonen

een stijgende tendens en ten slotte betaalt de Brit-

sche mijneigenaar minder aan sociale lasten dan z’n
Duitsche confrater.

In Duitschiand een beeld, in &k opzicht afwijkend

van het voorafgaande. De vooruitzichten, zelfs in den
aanvang van de stoppage in Engeland, waren troos-

teloos. Vele millioenen tonnen kolen opgeslagen aan
de mijnen; honderdduizenden tonnen cokes en briket-
ten deelden het lot van de kolen en waren bij de over-

al achteruitgaande vraag naar brandstof vrijwel on-
verkoopbaar tegen iets, dat ook maar eenigszins op
marktwaarde geleek. In den beginne volgde het ver-

koopkantoor van de Westfaalsche mijnen in Essen,
het Kolensyndicaat, de onzes bescheiden inziens eenig

juiste methode van te trachten zoo groot mogeljken
afzet te
krijgen.
In zijn prijspolitiek was het uiter-
mate vrijgevig. De eerste taak was: ,,Absatz schaf-

fen”, opdat we niet, wanneer de staking voorbij is,
nog steeds met een gedeelte onzer opslagkolen zitten.

1)e hediliers van het Syndicaat behoorden te beden-
ken, dat het M achteraf-gepraat is door te beweren,
dat veel meer geld uit de staking ware te halen ge-
weest. Dezelfde critici zouden de eersten zijn ge-
weest met verwijten te komen, indien men niet eens

alle ,,Halden”-kolen kwijt ware geweest, wanneer de
staking in Engeland nu eens twee maanden in plaats

van zeven maanden had geduurd. Bedoelde taktiek
heeft het Syndikaat consequent volgehouden, ook toen
de opgeslagen kolen en cokes aan den man waren ge-

bracht. Langloopende contracten ging het aan tegen

lage prijzen, liever ‘dan kortloopende verplichtingen

tegen hooge prijzen. Dat het zich ten leste ,,o’ver-
verkocht” heeft en tijdelijk alle aanbiedingen voor
kolen t’en uitvoer – zelfs naar ons land – heeft

moeten staken, is te betreuren, maar dat doet niets
af aan de juistheid van zijn zienswijze.

De productie werd op krachtdadige wijze bevor-
derd. De volgende cijfers geven een beeld:

kolen

cokes

bru’inkool
in millioenen tous, in rnillioenen toïis, in milIioenen tons 1913

141

32

87
1924

119

24

124
1925

133

27

140
1926

1.44

25

138

De cijfers voor 1913 hebben op ‘die kolengebieden
betrekking, welke ook binnen de nieuwe grenzen voor
Dui.tschland zijn behouden gebleven. De oorspronke-
]jkc
cijfers
waren natuurlijk grooter. Voor kolen
alleen bedroeg het cijfer 190 millioen tons. Door de
voorgenomen rationalisatie, die nog niet eens te.n
volle is doorgevoerd, is de praestatie per mijnwerker

per dag sterk naar boven gegaan en ze steekt vooral
voor Silezië (1305 KG.) en de Roer (1141 KG.) gun-
stig af bij die van andere landen. Alle mjnbouwge-
bieden in Duitschland, behalve Saksen, hebben thans
een grootere productie per capita per dag dan v66r
den oorlog, ofschoon (omdat?) de werkdag 8 uur
in plaats van 8 6 uur bedraagt. De voortbrenging ge-
schiedt thans grootelijks langs mech’anischen weg. Ongeveer de helft van alle kolen in het Roergebied

wordt tegenwoordig machinaal gewonnen, terwijl in
1913 de zoo gedolveni kolen slechts 5 pOt. van het
totaal uitmaakten.
De ontwikkeling van de kolenvoortbrenging is on-getwijfeld van groot belang geweest voor de Duitsce

handelsbalans en voor den terugkeer tot gezonde
economische verhoudingen in het land. Naast de

bruinkolenwiniai.ig, die de laatste jaren in Duitsch-

land, zeer ten nadeele van de kolen, zoo’n groote

vlucht genomen heeft, is er de turfindustrie aan het

opkomen. Men is er reeds toe overgegaan om de turf

te briketteeren, ten einde het overtollige water kwijt

te raken. De stookwaarde van zoo’n briket bedraagt

ongeveer 3700 calonieën, vergeleken met 42/4500 voor
bruinkoolbriketten. Op bescheiden schaal worden ze
hier en daar voor stoomontwikkeling gebruikt – zon-
der groot succes evenwel.

.[n Frankrijk, waar de kolenwinning eigenlijk eerst

in 1880 krachtig ter hand werd genomen, gaat het

met de productie weer bergopwaarts, sinds deze ‘door
oorlogsdaden onderbroken werd. In 1913 bedroeg de

productie ruim 40 millioen tons. Dit totaal werd eerst veer bereikt in 1923. In 1924 bedroeg ze 45 millioen

tons. Hiervan dienen afgetrokken de Lotharingsche
kolen, die v66r den oorlog niet bij Frankrijk telden.

Toch blijft de productie dat jaar iets boven de 1913-

productie voor dezelfde gebieden. In 1925 beliep het totale Fransche productiecijfer voor alle gebieden 48
millioen tons. Hierbij komen ruim 3 millioen tons

cokes. Over 1926 bedraagt de geschatte productie 51
millioen tons, di. ca
. 25 pOt. meer dan over het
laatste vôöroonlogsehe jaar. Buitendien bedraagt de
invoer van kolen in Frankrijk ongeveer 25 millioen
tors per jaar, zoodat dat land een jaarljksch verbruik

laat zien van 16 mi’llioen – 4 millioen uitvoer =
12 millioen tans ongeveer, waarbij komen do mii-

1 ioenen P.K., die het uit z’n barrages haalt, waarover
te dezer plaatse in een vorig artikel gesproken werd.

In België heeft de totale productie van kolen –
stoorn’kolen en anthraciet – bedragen es. 27 millioen
tons. Merkwaardig is het in den zomer van 1926 ge-

nomen besluit van de Regeeri.ng om een exportverbod
voor kolen af te kondigen. Men was bevreesd, door ‘de
groote vraag naar kolen van Engeland en Ierland, niet
genoeg kolen in het eigen land te houden, ‘ofschoon de
invoer van Duitschiand en Frankrijk in het land nooit
geheel opgehouden heeft.

Op het laatst van de stak.ing heeft ook Amerika

weer beteekenis voor de kolenverzorging van ons land
gehad. Toen het met Duitsche kolen en ook met Hol-
landsche dreigde spaak te loopen, hebben sommige
groothandelaren in ons land, naar we hebben kunnen
eonstateeren, den moed gehad Amerikaansche vet-

kolen te koopen. Ze hebben, naar we hoore’n, niet veel
plezier van hun ondernemingszin beleefd, daar de
meeste ladingen hier aankwamen toen de markt in
elkaar gezakt was. De hier bedoelde kolen moeten on-
geveer
f
35,— de ton c.i.f. Rotterdam gekost hebben,
wat in hoofdzaak te
wijten
is aan de toen sterk op-
geboopen vrachten.

Amerika heeft uiteraard zijn aandeel gehad in de
vooi-ziening van Engeland met kolen. Gedurende de
eerste elf maanden van 1926 hebben de Vereenigde

Staten 21 millioen fons uitgevoerd, tegenover slechts 14 millioen tons in 1925. Ruim 12 millioen ging naar
Europa tegen ongeveer 1 millioen tons in 1925. Odk
in Amerika is de stijging van de productie markant
geweest. Van 1 Januari tot 25 December, de periode

waarover ‘de cijfers gepubliceerd zijn, beliep de pro-
ductie 568 millioen tons, waarbij komen 83 millioen
tons anthraciet en 11 millioen tons cokes. De overeen-

komstige cijfers voor 1925 bedroegen 512, 61 en 10
millioen tons.

Zooals men weet, bestaat er een niet geringe kans,
dat tegen 1 April a.s. een staking uitbreekt in de
vette-kolenmijnen in Amerika uit hoofde van loon-
quaesties. Dezer dagen zullen de leiders der mjnwer-

106

ECONC’MISCH-STAiISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927

kers• een conventie te Indianapolis houden, ten einde

cle eischen te formi.i]eeren. Men gelooft algemeen, dat

dezen cle menschen zullen adviseeren geen cent min-

der an te nemen dan op het oogenblik betaald wordt.

111
cle korte welvaartsperiode, die de Amerikaansche

mij neigenaars gedurende de Engelsche staking gekend

hebben, zijn de bonen in de meeste Noord-Amerikaan-

sche gobieden van 20 tot 30 pOt. verhoogd. De non-

Union menschen hebben toegestemd in reducties sinds de staking voorbij is, liever dan de kans te loopen geen

job te hebben, doch de Unionists onder de mijnwe:r-

kers zullen naar sommigen gelooven, voor het behoud

van de stakingsloönen een sta!king aangaan.

De stakingsloonen bedroegen
$
7,50 minimum voor

den ongeschoolden arbeider bij een ahturigen werk-

dag, terwijl de loonn van 1917, die op ht oogenblik

in de non-Union mijnen betaald worden op ongeveer

$
5,— per dag neerkomen vooj ongeschoolde werk-

lieden. In elk geval zullen, mocht de staking komen,

cle mijnen met non-Union labour wel aan den gang

blijven en dat beteekent, dat 50160 pOt. van de totale
productie ongestoord aan den dag blijft komen. Men

mag derhalve aannemen, dat de gevolgen van deze

staking, indien ziji komt, door Europa niet al te zeer

gevoeld zullen worden.

In Spanje heeft de kolenproductie 6Y millioen tons

bedragen. Het moet een groot deel van z’u behoefte
importeereil.

Om ton slotte tot ons land te koihen. Of de Ne-

derlandsche
mijnen
heel veel van de staking hebben

geprofiteerd is eën open vraag, in •zooverre dat
ze,

zooa•ls te doen gebruikelijk, groete leveringsverplich-

tingen waren aangegaan v66r het uitbreken van de

staking. De vaste afnemers, zoowel hinnén- als bui
tenlandsche, plegen telken jare in den tijd tusschen
1 Januari en 1 April – 1 April begint het boekjaar
voor den kolenhandel – hun behoeften aan kolen,

cokes of briketten contractueel voor een jaar te dek-
ken. Alleen derhalve over wat cle mijhen boven en

behalve de op de loopende jaarcontracten te leveren
hoeveelheden produceerden, ‘kon worden geprofiteed

van de continu stijgende marktprijzen. Dat is natuur-

lijk geschied en zonder
twijfel
is het jaar voor de

Nederlandsche mijnen, alles
bijeen
genomen, niet on-
profijtelijk geweest. Dit wordt het treffendst geïllus-

treerd door een opsomming van de prijzen, die voor
bunkerkolen in de vrije markt in de twee groote Hol-landsche zeehavens te maken zijn geweest en die min
of meer als leiddraad hebben gediend bij de bepaling

.van de
prijzen,
die de Nederlandsche mijnen voor. hare vetkolen en voor wat daarvoor doorgaat, gevraagd heb-ben, altijd voor zoover ze vrije kelen beschikbaar had-
den. Deze bunkorkolenprjzen f.o.b. Rotterdam en

Amsterdam waren als volgt:

:1
April

……………..
f
9,75
t Mei

………………..
..10,75
1
Juni

………………
,, 13,50
1
Juli

……………….
..16,-
1
Augustus ……………
, 18,50
1
September …………. ..
21,50
1
October

………. . …. ..
27,50
.1
November …………..

36,-
t December ……………
, 21,-
1 Januari 1927

……

14,25

Voor de leveranties van bunkerkolen geldt stel-
lig in nog sterkere mate watboven aangevoerd werd
voor industriekolen. Het .systeem- van het aangaan

van jaarcontracten voor de•]evering van bunkerkolert

in de voornaamste havens,
1
der wereld is sinds ruim
een kwart eeuw in zwangenop-die wijze is een stoom-
schip, dat in een onzhr havens.’binnenvalt, bijna steeds
gedekt voor zijn
eventueel
benoodigde kolen. Het om
redelijke, in zulke contcten is de omstandigheid,
dat er geen grens gesteld is aan de gedurende den
looptijd ervan te leveren hoeveelheid. Weliswaar voor
ziet een dergelijk ,,contract” in den regel in een maxi-
munt kwantum per bobt doch de leverancier vermag
nu eenmaal niet te berekenen, hoeveel maal ‘s jaars

dc reeclers, die met hem tot vasten prijs gecontra-

teerd hebben, hun booten in zijn haven of haverÇs
zullen zenden. Dit zoo
zijnde,
is de leverancier

in het onzekere, voor welke hoeveelheid hij zich bij.

de mijnen dekken. moet, die hem
niet
naar gelang van

de béhoefte tot vasten prijs bedienen, doch die de

vastlegging van een kwantum eischen. Natuurlijk is

bij den leverancier met zijn zoogenaamde open con-

tracten de toeloop het grootst in tijden van stijging
van
prijzen
en dan – ziende dat de vraag boven het

normale stijgt – voelt hij hoe
eenzijdig
en derhalve

onbillijk al zijn leveringscontracten met de reeders

– de geregelde lijnen uitgezonderd, die gewoonlijk

vaststaande hoeveelheden koopen – zijn. Immers hij,

die zich op zijn best gedekt heeft voor de volle 100

pOt. van zijn geschatte behoefte, ziet zich plotseling

genoodzaakt, bij te koopen en zulks tot den prijs van

den dag, die dan natuurlijk min of moer verwijderd

ligt van den pi-ijs zijner leveringscontracten zonder

limite. Om al deze redenen zijn cle veihalen van de

winsten, die de kole’nhandelaars gedurende de Engel-
sche kolenstaking zouden hebben gemaakt, naar het

rijk der fabelen te verwijzen.

De productie in Limburg is over 1926 weer stéric

uitgezet.

Naar dfficieuze gegevens zou aet totaal der gewon-

nen ko]en 8.850.000 tons bedragen. Dit dekt, quanti-

tatief, nog wel niet het geheele Nederlandsche ver-

bruik, doch het zal in het tempo der laatste jaren niet
lang moer duren, of we zijn er. Te bedenken is daar-

bij, dat Nederland nooit geheel op de Limburgsche

kolen met uitsluiting van andere kan toren, omdat

het percentage magere kolen te groot is.

Het totale verbruik van kolen in Nederland is te
taxeeren op om en nabij 12 millioen tons per jaar, in-
cluis cle 936.000 tons, die als bunlkerkolen aan Ne-

deilandsche schepen werden geleverd. Voorwaar een

hoog
cij.fer
voor een land met een groote 1 millioen
mensc’hen, dat een niet zoo hoog ontwikkelde industrie
bezit als Belgid, Duitschland of Engeland.

Tot slot de vraag, wat zal de toekomst aan de kolen-.

industrie brengen? Naar onze bescheiden meening is

er slechts een
tijdelijke
onderbrekipg in de chronische
overproductie geweest. Er zijn te vele factoren, die

remmend werken op het verbruik. In de eerste plaats
het streven naar bezuiniging bij het verbruik zelf.
Hoe langer he meer neemt cokes voor centrale ver-

warming de plaats in van kolen in den oertoestand.
Oo’k in Engeland – het klassieke land van de open
haarden – dringt de overtuiging door, dat het ver-
‘ende en gevierde zusje gezelligheid een plaatsje bij

het vuur zal moeten afstaan aan het stiefzusje zuinig-
heid. Men’is zich bewust van de kapitale vermorsing door de directe wijze van warmtewinning en het kan

niet uitbljven of ook daar zal de centrale wijze van.
warmte-opwekking hoe langer hoe meer aanhangers
vinden. Dan is. er de verbranding van gepuiveriseerde
Icolen, die door inspuiting in den vuurhaard zonder

roosters verbranding vinden en een reusachtigen hit-

tegraad, ca. 1800° Celsius, ontwikkelen. Daai alle on-reinheden in de kolen mede verbranden, beteekent het
stelsel een dubbele bezuiniging, nl. grooter nuttig
effect en minder kolen. In Amerika en Duitschland
worden reeds hier en daar centrales gebouwd, die op
deze wijze gaan sttken. Wie weet waar dat proces

nog heenvoert.

Over de mededingers van kolen als ontwikkelaars
van warmte-energie spraken we in vorige opstellen
reeds. Zelfs in ons vlakke land wordt de mogelijkheid
van het bouwen van waterkrachtcentrales bestudeerd

met het doel, tot een economische electriciteitsvoor-
ziening van het land te geraken. Kortom, alles wijst erop, dat er in het wereldbestel niet meer die groote
plaats voor kolen beschikbaar is, die tot voor een
tiental jaren ieder nog
begrijpelijk
vond.

Het Bergius-procédé, waarbij kolen in vloeibare

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

brandstof worden omgezet, kan een uitwerking in

tegenovergestelde richting hhbe.n; indien de proeven
gelukken, is er door de vloeibaarheid een deugdelijkor

wapen geschapen in den strijd tegen die andere vloei-

bare brandstof, de ruwe olie. De wapenen waarmede

de beide tegenstanders elkaar kunnen te lijf gaan,

zijn dan ten minste gelijk. Het zou kunnen zijn, dat

er op die wijre een groote, nooit gedachte vraag naar
kolen ontstaat, doch dit alles is speculatie en het ligt,

naar ons beste weten, nog niet binnen het bereik der

werkelijkheid.
Een betrekkelijk snelle terugkeer van de thans gel-

dende prijen tot die van vSôr de staking zal aantoo-

nen, dat het bovengezegde in hoofdzak juist is –

tenzij
.
…. de industrie zich aaneensluit en zich b-

perkingen oplegt, zooals andere industrieën dat dan

laatsten tijd te zien geven of – tenzij groote stakin-
gen of uitsluitingen het geregelde voortbrengingspro-

ces op onnatuurlijke wijze komen onderbreken.

De kolenpro’ductie van de wereld heeft ruw gete-
kend ongeveer het cijfer van 1913 bereikt. Toen geen

vloeibare oliebrandstof en barrages op iets van de

schnal van tegenwoordig, de pulverisatie nog in de

proefstadia en alleen in de Vereenigde Staten, en
brui nkolen voor industrieele warmte-ontwikkeling
nog weinig toegepast! Dit alles wèl beschouwd, moet

het verwondering wekken, dat het. uit dezen hoof ‘le

te verwachten overschot nog telkens nieuwe afnemers
vindt. In zdkeren ‘zin een hoopvolle ornstaudiheicl,
waaruit besloten mag worden, (lat er, waar en hoe
dan ook, compensatie gevonden wordt voor de uit
bekende oor-zaken ontstane vermindering van vraag. Een Duitsch econoom, Dr. Tlirsch, heeft becijferd, in
welke verhouding de verschillende warm tevoortbren-
gei’s bijdragen tot de totale krachtproductie. Volgens
hem als volgt: kolen 61 pOt., hout 18 pOt., water-
kracht 9 pOt., vloeibare brandstof (olie) 7 pOt., wind,

turf en natuurlijke gassen 5 pOt.

DE VERLAGING VAN HET DUITSCHE DISCONTO.

11 ee t i f i c a t i e. In het artikel ,,De verlaging van het Duitsche disconto” in het nummer van 26
Januari ji. staan onder de landen wier Centrale Bank
in het laatste half jaar tot discontoverlaging zijn

overgegaan ook Letland en Indië genoemd. Dit be-
rust op een vergissing. In plaats van Letland leze men

Estland,
terwijl Britscih-Indië – waar het disconto na een aanvankeljko verlaging op 1 en 15 Januari
ii. wederom verhoogd werd – dient te vervallen.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE HANDEL OP RUSLAND DOOR DE STATEN DER

VOORMALIGE OOSTENRIJK-HONGAARSCHE

MONARCHIE.

Dr. R. Kersehagi te Weenen schrijft ons:

Voor de ontwikkeling van den handel op Rusland
door de staten der voormalige Oostenrijk-Hongaarsche
monarchie waren van nature drie omstandigheden

van bijzondere beteekenis. Deze omstandigheden hebben
den buitenlandschen handel met Rusland in den laatsten
tijd over het algemeen zeer karakteristiek beïnvloed.
De eerste factor, die overigens gemakkelijk te voor-
zien was, bestond in het feit, dat de Russische bui-
tenlandsche handel, zoolang hem geen groote credieten
op langen termijn ter beschikking stonden, wel
gedwongen was om in- en uitvoer met elkaar in even-

wicht te brengen. Zoodoende kon er over het alge-
meen van een werkelijken opbloei geen sprake zijn.
De totale buitenlandsche handel van Rusland bedraagt
dan ook volgens de officieele Russische statistieken

ongeveer
1/4
van den uitvoer van vn5r den oorlog

en ongeveer
1(3
van den voormaligen invoer. Daarbij
dient men nog in aanmerking te nemen, dat de

huidige invoercijfers relatief veel te hoog
zijn,
aan-

gezien de Russische statistiek uit den
tijd
van véôr

den oorlog niet het
totaal
der ingevoerde goederen

omvatte, iets wat heden ten dage door de strenge staats-
contrôle op den invoer wel degelijk het geval schijnt.
De credieten, die door de afzonderlijke staten aan

Rusland verleend zijn, hebben dan ook in hoofdzaak

tot gevolg gehad, dat de invoer in Rusland zoo doel-

matig mogelijk kon plaats vinden; onafhankelijk van

de aan seizoenschommelingen onderhevige resultaten

van den oogenblikkeljken uitvoer. Zij hebben echter het

totale
uitvoercontingent niet aanmerkelijk verhoogd.

Het tweede en waarschijnlijk gewichtigste ver-

schijnsel is, dat de Russische sovjet-republiek in den

laatsten tijd, ongeveer sinds begin 1926, systematisch
haar totalen invoer uit Duitschland schijnt te be-

trekken, dat zij derhalve het Duitsche Rijk in zekeren

zin als haar Midden-Europeeschen agent beschouwt.
Ja zelfs koopen en verkoopen de in Duitschiand ge-
vestigde Russische export- en importzaken thans in de

staten van de vroegere Hongaarsche monarchie die
goederen, welke vroeger door de in deze staten ge-
vestigde firma’s en handelsvertegenwoordigers direct

werden verhandeld. De oorzaak hiervan ligt tea deele in

den goedkooperen arbeid van een centrale organisatie
tegenover de vroeger vaak al te groote versnippering.

Voorts heeft Duitsehland weliswaar geen langdurige
credieten verleend, doch de staat en de diverse landen

hebben een aanzienlijk deel van de garantie in den
vorm van een credietverzekering der exporten naar
Rusland overgenomen. Het feit, dat in de laatste
twee jaren zeer veel buitenlandsch geld in Duitschiand

is binnengestroomd; heeft dit land in staat gesteld,
credieten te verleenen, die weliswaar niet direct
langdurig kunnen heeten, maar die toch vaak een
looptijd hebben van twee â drie jaren. Het valt nauwe-

lijks te betwijfelen, dat langs dezen weg indirect een soort credietverleening aan Rusland heeft plaats ge-
vonden met behulp van Engelsche, Amerikaansche en
andere gelden.

Het derde belangrijke punt, dat in verband met
den handel op Rusland van invloed is, volgt uit het
feit, dat een wezenlijke verbetering van het economisch
leven in het binnenland slechts dan mogelijk zou
zijn, wanneer
werkelijk
groote kapitalen van vele
honderden millioenen dollars in Rusland belegd
werden. Twee redenen
zijn
hiervoor aan te wijzen.

In de eerste plaats, omdat de tegenwaarde van den
Russischen uitvoer bijna uitsluitend bestaat uit granen,

ruwe oliën en mineralen en een, vermeerdering van
deze productie slechts mogelijk zou zijn met behulp
van groote en langdurige beleggingen. De tweede reden is, dat de weinig gunstige ontwikkeling van
den Russischen uitvoer voor een belangrijk deel is te

wijten aan het feit, dat het verkeerswezen van Rus-
land en in het bijzonder de spoorwegen zich in een
toestand bevinden, die dagelijks slechter wordt. Het
komt herhaaldelijk voor, dat een verbinding, die snel
genoeg en een laadruimte, die groot genoeg is, een-

voudig ontbreken. Geweldige kapitalen zouden echter
noodig zijn om het geheele Russische spoorwegnet
slechts in een half voldoenden toestand te brengen

en zoo
mogelijk
nog eenige nieuwe verbindingen in
het leven te roepen.

Vooral in Oostenrijk heeft men zich aanvankelijk heel
wat van den handel op Rusland voorgesteld en in vele kringen daarvan zelfs een succesvolle
bestrijding
ver-

wacht van een groot deel der heerschende industrieele
afzetcrisis. Dein dit opzicht gekoesterde verwachtingen
kwamen vooral tot uitdrukking in de besluiten van

de Oostenrijksche Nationale Bank van 25 November
1925, waarbij deze besloot over te gaan tot het op-
nemen ter beleening van vreemde warenwissels met
een looptijd van niet meer dan zes maanden, luidende
in sehillings of vreemde valuta. Het plan was van
niemand minder afkomstig dan van Dr. Reisch,
President van de’Nationale Bank. De getroffen maat-
regel zou de handelsbankert in staat stellen, indus-

trieele credieten voor zaken op Rusland in groote

108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927

bedragen ter beschikking tè stellen, aangezien zij

door de mogelijkheid om deze wissels te beleenen

voor het grootste gedeelte bevrijd zouden zijn van de
zorg voor hun liquiditeit. Aanvankelijk scheen het

ook, dat een niet onaanzienlijke verbetering in de

handelsbetrekkingen van Oostenrijk met Rusland zou

intreden. Onderstaande tabel toont de resultaten van

den buitenlandschen handel van Oostenrijk met
Rusland.
Invoer naar Oos- Uitvoer uit Oos-

tenrijk uit
tenrijk naar
Rusland
Rusland
in 1000 Sch. in 1000 Sch.
1924

…………
10.932 (0,3
0/
0
)
i7.945 (0,9
0
/0)
1925

…………
9.357 (0,3
o/)
38.673 (2
0/
s
)

le halfjaar

1926
2.613
25.321

Juli

.
449
3.408
Augustus

.
375
1.681
September
339
1.806

3e kwartaal 1926..

1.163

6.895

le tot 3e kwart. 1926

3.776

32.216

Ook in het eerste halfjaar van 1920 scheen de handel

met Rusland eerder in versterkte mate toe te zullen

nemen, toen ongeveer in het begin van het derde kwar-

taal van 1926 evenals in de overige staten een zicht-
bare achteruitgang intrad, die ongetwijfeld in hoofd-

zaak voortvloeide uit de nieuwe, minder gunstige export-

mogelijkheden van Rusland. Op dit oogeublik begon
in Oostenrijk een sterke propaganda ten gunste van
een credietverzekering voor den handel op Rusland,

die evenals in Duitschland onder het patronaat van

den Staat zou komen te staan. De verzekeringsmaat-
schappijen, die onlangs tot de voor Oostenrijk zeer

belangrijke stichting van een exportcredietverzekerjrjg
waren overgegaan, weigerden echter onder alle om-‘
standigheden een exportcredietverzekerjng voor Rus-‘

land op zich te nemen zonder garantie van den
Staat,
terwijl
de Oostenrijksche Staat in verband met haar begrooting en de te Genève aangegane
verplichtingen zulks voor onmogelijk verklaarde.

Bij dit alles werd steeds gesproken van het grootè’
politieke risico verbonden aan het zakendoen met’

Rusland. In werkelijkheid echter zal men de gronden;

wel ëlders moeten zoeken. Ontegenzeggelijk, hebben de
Russeii tot op heden, ofschoon niet steeds op tijd, toch’

altijd met de pijnlijkste nauwkeurigheid tot op den’
laatsten heller betaald. Zij wenschen echter steeds wder
langere credieten te ontvangen. Door de aanwending

van een credietverzekering dacht men nu klaarblijkelijk
buitenlandsch kapitaal te kunnen aantrekken en langs
dezen weg den Oostenrjkschen handel op Rusland met

langdurige buitenlandsche credieten, indirect zooals
in Duitschland, te kunnen financieren. De werkelijke toestand is echter van dien aard, dat de mogelijkheid

tot invoer in Rusland momenteel sterk verminderd
is en dat, zelfs wanneer de Russische importen uit
andere staten van de voormalige monarchie – zooals
b.v. Tsjecho-Slowakije, waarmee Rusland thans be-
paalde geschillen heeft – op andere .staten mochten,
overgaan, niet Oostenrijk, doch Duitichiand
in de eerste plaats zou profiteeren.

Wat de commerciëele
zijde
van den handel op Rusland
betreft en wat de tot nu toe in Oostenrijk opgedane

ervaringen aangaat, kan worden volstaan met de op-
merking, dat, zooals ik gedeeltelijk reeds zeide, Rusland
over het algemeen in dollarwissels betaalde, waarbij
het eenmaal, hoogstens tweemaal recht had op ver
lenging; een looptijd derhalve van zes tot negen

maanden. In werkelijkheid werd deze looptijd bijna
regelmatig overschreden en moesten de betrokken

firma’s nogmaals in een verlenging toestaan om niet

bij nieuwe opdrachten gepaseerd te worden. De be-
taalde prijzen werden bijzonder scherp berekend, de
Russische onderhandelaren bewezen groote kennis van
zaken. te bezitten in de keuze van het te leveren
materiaal, zij betoonden de grootste vasthoudendheid
bij het onderhandelen en een overdreven gestrengheid

bij het in ontvangst nemen van de leveringen, waarbij

men in sommige gevallen bijna van chicaneeren kon

spreken. De handel op Rusland is ongetwijfeld geheel
anders dan die met bepaalde Balkanstaten, waar men

stuit op den grootsten onwil en de grootste onmacht
tot betalen, doch waar men deze factoren veelal kan

opheffen door de levering van niet geheel volwaardige

goederen en door de prijzen met een risicopremie
van 50 tot 60 pOt. te verhoogen noodzakelijkheid,
om in verband met de voortdurende credietverlenging

hooge rentelasten in de prijzen te berekenen en al-

thans voor zichzelf een zekere risicopremie in acht te
nemen, is, mede in verband met de scherpe prijs-

calculatie, oorzaak, dat in Oostenrijk – en, naar

men uit goed ingelichte bronnen hoort, ook vâor het
grootste deel in Duitschland — de handel met Rus-

land minder rendabel is dan denormalebjnnenlandsche

handel en dat deze zèker zeer aanzienlijk achterstaat

hij den normalen buitenlandschen handel. In de
eerste’plaats komt de handel op Rusland dan ook in

vele gevallen slechts in aanmerking, om het stilleggen
van groote machinale bedrijven, door het aannëmen van onverschillig welke order, althans voor eenigen
tijd uit te stellen.

BOEKAANKONDIGING.

Pro fits
by Williaim Trufant Poster
and Wa’ddill Oatchings. Publications of

the Pollak Foundation for Economie
Research, No 8. Boston & New York,

1925. Houghton Mifflin Oompany.

Reeds meer dan honderd jaar zoekt men op het ge-
bied der crisis- en con junctuurverklaning naar den Steen •der Wijzen. En alsof het aantal van hen, die

hem meenen gevonden te hebben – terwijl zij in wer-
kelijkheid slechts een meer of minder fraaien keisteen

meebrachten – nog niet groot genoeg is, komen tel-
•kens met treffelijken ijver nieuwe vo’rschers roet….
nieuwe keisteenen aandragen.

1-let zou intussch’en on’billijk zijn, het hierboven ge-

noemde boek zonder meer onder deze categorie te rangsehikken. Daartoe is, de eerste helft te zeer de
lezing waard. Doch deze heeft dan ook betrekking op
een ander onderwerp dan in den aanhef werd genoemd.

Zij is ni. een verdediging van de ‘huidige, op het ren-
tabiflteitsbegius’el gegrondveste ‘economische organisa-
tie en komt in het kort hierop neer:

Winst en verlies vloeien voort uit het dragen van
risico’s. In een maatschappij waarin alles volgens den
bekenden weg geschiedt, zouden geen risico’s aanwe-
zig en mitsdieni winst en verlies onbekend zijn. Zal
•de maatschappij zich echter ontwikkelen, dan dienen
risico’s aanvaard te worden. M.a.w. geen economische

vooruitgang is mogelijk zonder •dat er personen zijn,
clie, hopen’cle op winst, bereid zijn risico’s te’ dragen.
Uit deze risico-dracht vloeit echter behalve winst ook
verlies voort. Naar de winst wordt gewoonlijk te veel,

naar het verlies te weinig gekeken. Zelfs in het hausse-
jaar 1919 ‘bijv. rapporteerdo een derde deel van de cor-

1)orations in de V. S. geen ‘batig saldo. ,,Yet the
system which occasions ‘these losses is calle’d a ,,profit
econorny” never a ,,profit and loss economy”,” aldus
de schrijvers (p. 103). Met tal van statistische ge-
gevens en grafische voorstellingen laten zij ‘dan zien,
hoe de winsten sterk uiteenloopen, zoowel bij ‘verge-lijking van verschillende branches als voor de onder-
nemingen binnen denzelfden tak van nijverheid, en
hoe zij van jaor ‘tot jaar, telkens in denzeifden tak en
voor dezelfde onderneming,, schommelen.

Het voornaamste risico vloeit vooi-t uit de vrijheid
der consumenten, te ]coopen wanneer, waar en bij wien

zij willen. De koopers bepalen de prijzen en ,,control
procluction by their •dollar-vot’es” (p. 191). ,,Under a
competitive system in which men must seil goods at
a profit, they either respond quinkly to consumer de-
niand or go out of business”. De schr. hebben intus

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

sc’hen een open oog voor het feit, ‘dat de stemmen der
consumenten vaak tot productie van minderwaardige

en schadelijke producten aanleiding geven.

De vinstkans is dus noodzakelijk als stimulans voor
het op
zich
nemen van risico, voor economische werk-

zaamheid en vooruitgang. Een anderen, even sterk in
deze richting werkenden prikkel vermogen de schr. niet

aan te geven. Waar voorts prijzen en winsten bepalei,

hoeveel zal worden geproduceerd en ‘door wie, en deze
prijzen en winsten afhankelijk zijn van de ,,dollar-
ve
t
es
‘? der consumenten, achten de schr. bovendien

een stelsel, dat den consumenten meer macht geeft
niet denkbaar, zulks in tgenste1ling tot hen, die kla-

gen over de afhankelijkheid der consumenten van de

producenten.
Het stelsel heeft ec’hter een belangrijk gebrek, waar-
aan het tweede deel van het boek is gewijd. Dit ge-
brek staat in den weg aan ‘het doel van het economisch
streven, dat verhoogde consumptie per hoofd der be-

volicing is. Voorwaarde hiertoe is volgens de schr., dat
de consumenten, hoe dan ook, jaar in, jaar uit, over

voldoende middelen beschikken, om de goederen ‘te koopen, ongeveer even snel als zij worden geprodu-

ceerd. Onze huidige economische geld- en ‘winst-orga-

nisatie stelt de consumenten echter niet lang achter-een in staat, de hiertoe benoodigde middelen te ver-
krijgen en ‘bijgevoig is er geen mogelijkheid van on-

onderbroken economischen vooruitgang en groote
schommelingen tusschen prosperiteit en ‘depre’ssie zijn

onvermijdelijk.

De grondoorzaak van het euvel zoeken de schrij-
vers in het feit, dat van de winsten van naamlooze
vennootschappen en ‘van ‘het inkomen van particulie-ren een deel niet direct voor consumptieve doeleinden
‘wordt ‘aangewend, doch dat het eerst via de vervaar-
diging van nieuwe productiemiddelen de consumenten,
in dit geval dus loontrekkers, bereikt. Er treedt dan,
zoodra deze nieuwe productiemiddelen gereed zijn, een

productievergrooting van eindproducten op, waarte-genover geen gestegen koopkracht der consumenten
staat. Wordt de productieuitbreiding met bankvoor-
schot, d.w.z. door de banken gecreëerd geld, gefinan-
cierd, dan staat tijdens de productie der nieuwe pro-
ductie-installaties een gestegen koopkracht tegenover
een gelijkblijvend aanbod van consumptiegoederen en

treedt dus
prijsstijging
in, gevolgd ‘door prijsdaling,
zoodra de nieuwe productiemiddelen hun eindproduc-
ten afleveren. In dit geval kunnen slechts progres-
sieve geldinjecties de vereischte koopkracht leveren.
Het kapitaalvormings-dilemma, gelijk de schr. het noe-
men, is dus, dat voor individu, onderneming en maat-

schappij besparingen noodzakelijk zijn, doch de inves-
teering dezer besparingen in productiemid’delen –
voor de maatschappij’ in haar geheel het eenige middel
tot welvaartsverhooging – de aanleiding, is tot een
depressie, daar de koopkracht der consumenten ach-teraan komt. De schrijvers •demonstreeren dit aan de
han’d van een aantal voorbeelden en gaan den invloed
na, dien verschillende omstan’digheden, o.m. de hef-
fing van belastingen, op de ontwikkeling ‘der koop-

kracht hebben.
De remedie? Deze beloven de schrijvers ons in een
volgend boek. Zooveel blijkt echter thans reeds, dat
zij op het gebied van ‘het geldwezen zal liggen. ,,The
question at issue is not whether it is ‘best to have a
,,managed currency”, since every currency is neces-
sarily a ,,’managed currency”. The sole question is
vhether the currency shall be managed intelligently”

(p. 332).

Het is dit deel van het boek, dat wij onder de ru-
briek imitatie-Steen der Wijzen zouden willen rang-
schikken. Indien toch de conjunctuurbeweging slechts
een financieel-technische oorzaak had, gelijk de schr.
ons willen doen gelooven, zou men, hoogstwaarschijn-
lijk reeds lang een middel tegen de kwaal – als ten
minste de golvingen van het economisch leven een
kwaal zijn, wat niet vast staat – hebben gevonden.

Vèrder ontbreekt iedere analyse van de prijsvorming.

Zelfs schijnt het, dat men den schr. kan tegenvoeren,
dat hun verklaring een hausse van enkele jaren on-

denkbaar maakt,
terwijl
anderzijds aan den ,,vicieusen
deflatie spiraal” geen einde komt, indien het econo-
misch leven zich eenmaal op ‘deze rutschbaan bevindt.

1-lun inzicht toch leidt naar het voorkomt onvermijde-
lijk tot de conclusie, dat iedere opleving, ook een par-
tieele, wordt gesmoord, zoodra een productievergroo-
ting tot stand komt. Anderzijds is niet in te zien, hoe

aan een depressie een einde moet komen, indien zij het

volgende beeld vertoont (p. 368) productiedaling,
loondaling, ‘daling van de waarde van den afzet; ver-

clere productiedaling, verdere loondaling, enz. omlaag

langs den ,,vicieuzen deflatie-spiraal”.
Ten onrechte meenen zij dan ook, dat hun schets van

het typische beloop van een conjunctuurcyclus zich

met hun opvatting laat vereenigen.

Dé casus posities, waaraan de schrijvers hun theorie
demonstreeren, kunnen niet geacht worden een beeld

van ‘de werkelijkheid te geven.
Terwijl
de schr. op

p. 49150 constateeren, dat in een maatschappij, waarin alles langs vooruit bekende banen geschiedt, het waar-
de- en prijsstelsel geheel is uitgebalanceerd, en winst

onbestaanbaar is, voeren zij in hun voorbeelden, welke
een dergeljken toestand veronderstellen, toch ,,winst”
in, en vergeten zij, dat wijziging in één der factoren,
‘die elkaar in evenwicht houden, door al de andere
wordt gevoeld en niet door een willekeurige, waarop
zij hun keuze laten vallen.

Als een verdienste moet hun worden aangerekend

de
belangrijke
beteekenis, ‘die zij toekennen aan ‘de
vraag der uiteindelijke consnmenten – de nadruk, dien
zij er op leggen, dat de waarde van heel het productie-
apparaat afhankelijk is van het nut, gest’icht door
zijn eindproducten, zooals zich ‘dat manifesteert in de

voor deze betaalde prijzen.
De schr.
zijn
echter niet ‘d’e eersten, die hierop wij-
zen en de vraag is, of anderen op ‘dit ‘gebied geen beter
gefundeerd werk geleverd hebben.
Al moet dus de centrale stelling van het tweede
deel onhoudbaar worden geacht, niettemin komen ook
in dit deel opmerkingen voor van ‘de rake soort,

waarmede de eerste ‘helft doorspekt is. Zoo krijgen
bijv. de aanhangers der opvatting, dat gestegen pro-
d actie tegelijkertijd gestegen consumptie beteekent
(,.,les produits s’échangent contre les produits”), ter
overpeinzing: ,,In some mystenious way – which must

be accepted en fait’h, since it is never deseribed except
in the vaguest terms – the processes of producing a
five-dollar hat are supposed to put into somebody’s
pocket the five dollars wherewith to buy the hat”

(p. 318).
De beteekenis van het boek ligt e’chter in de eerste
helft, die tal van ‘beschouwingen bevat’, welke de over-
denking waard zijn. Slecht’s deze opmerking zou men
willen maken, dat de schrijvers in zake de macht der
consumenten tegenover monopolistische producenten

wel wat optimist schijnen.
Een groote aantrekkelijkheid van den arbei’d der
heeren Poster en Oatchings is ‘de hoogst onderhouden-
de wijze, waarop zij ‘hun denkbeelden uiteenzetten,
daarbij een ruim ‘gebruik makend van het benijdens

waardige statistische materiaal, waarover men in de

V. S. de beschikking ‘heeft. Hun terminologie en voor-

beelden sluiten zich geheel aan
bij
die van het dage-
ljksch leven; men leest het boek bij wijze van spre-
ken als een roman. Als zoodanig is het onder econo-
mische verhandelingen, die meestal niet ‘bepaald atmu-

sante lectuur zijn, een witte raaf.
D. J. WANSINat.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

The Economie Journal. – Londen, De-

cember 1926.

Prof.
P.
Sraffa
,
The laws of returns under compe-

t.itive conditions;
A. W. Flux, British export trade;

A. Mo’rgan,
The coal problem as seen by a colliery

T

110

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927

official;
0. Vla.sto,
-Family allowances and the skilied

worker Prof. M. C. Waltersdorf,
The holding corn-

pany in American public utility de’velopment;
W. E.
Heitlo,nd,
An economie history of Rome.

3ournal des Economistes – Parijs, 15
December 1926.

Yves-Ouyoi,
L’endémie britaunique;
P. Cauboue,
La technique bancaire; C. K. Leith,
Les ressources

minières •de 1’Extr6me-Orient;
J. Lef ort,
Revue •de
l’Académie des Sciences morales et politiques (du 16
août au 27 novemhre 1926);
G. de Nouvion,
Le bud-

get du travail et les assurances sociales;
J. Périnard,

Les actions â vote plural;
N. Mondet,
Le vote du bud-
get de 1927 et les remboursemeots â in Banque de
France;
B. L. L. E.,
La Ligne du Libre-Echange (dS-
èembre 1926).

The Journal of Political Ecenomy —
Chicago, December 1926.

W. C. Keirstead,
Rural taxation in New Brunswick

A. Joy,
Washington’s minimum-wage Jaw;
J. V.
Huffinan,
Expansion possibilities of our hanking
system;
B.
Peterson,
Teaching the prinaiples of eco-
nomics.

The Quarteriy Journal of Econ omics.

– Cambridge, Mass., November 1926.
H. L. Moore,
A theory of economie osciliations; R.
T. Bye,
The nature and funciamental elements of
coats;
E. S. Mason,
The doctrine of comparative cost.;
11
7
. M. Persons,
Theories of business fluctuations;
P. Ge?n?niU,
Equity: The actor’s trade union.

The G oographical 1 ourii al. – Londen,
December 1926.

Ph. C. Visser,
Ëxplo.rations in the Karakoram;
M.
C.
Andrews,
The British isles
111
the nautical charts of the XIVth. and XVth. centuries;
C. M. Woodford,
Notes en the Solornon islands;
W. P. Holland, Vol-
canie action nort,h of Rudolf in 1918;
D. V. Lat ha?n,
Kilimanjaro and some observations en the physiology
of high altitudes in the tropics; Lubaantun.

D e 1 n d i s c h e G i d s. – Amsterdam, 1 Nov.
1926.

R. Schuursma,
De Hoogere Krijgsschool en Neder-
landsch-Indië; Mr. S. Cohen Pen,.,
De opeentenver-
ordeningen der provincie West-Java, met naschrift;
J. A. Loebèr Jr.,.
Oceanische schorsbewerking;
Dr. J.
F. Scheltema,
The birth of woman;
Mr. J. J. van
Bolhuis,
Indië en de Ned. Volksvertegenwoordiging.
De Naamlooze Vennootschap
– Roer-
mond, 15 December 1926.

Prof. J. G. Ch. Volmer,
Waaidebepaling vn incou-
rante aandeelen V (slot);
Abr. Mey,
De grenzen der
accountantscontrôle (met naschrift door L. Roemer
Valk); Prof. Mr. E. J. J. v. d. Heyden,
De feestuit-
gave der Broederschap III;
A. E. C. van Saarloos,
De
Indische Vennootschapsbelasting en de Nederlandsche

ondernemingen. (met naschrift door Prof. J. G. Oh.
Volme.r);
Mr G. Bussel,
Stelsels voor ,,richtige” be-
lastingheffing 1; G.
F. Eveleisv,
De stabilisatie der
werkgelegenheid in de Vereenigde Staten van Amerika
II (slot); J. J. M. H. Nijst,
Mr. D. J. Sannes:
Do rechtsverhouding van Moeder- en Dochtermaat-
schappij.

RESUMÉ UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (VOLKENBOND).

Maandgemiddelde

1

1926

1913
1
1924
1
1925
1
Mei
I
Juni
I
Juli
I
Aug.
I
Sept.
I
Oct.
I
Nov.

Productievan Engeland
1)


24,336 22,646 20,694

19)

7,704
steenkool

Ver. Staten ——–

43,088 43,182 44,209 42,740 46,202 47,084 49,511

52,090 57
2
395 60
2
933
(1000 tons) Frankrijk
2)
………..
3,404

4,916

5,087

4
2
997

5,524

5,573

5
2
500

5,518

5,738

4,645
22

Duitschiand
8) – . -.
15,843

9,897

11,052

10,678

11,756

13,074

12,879

12
2
876

13
2
517

13,496
Productievan Engeland
…………..
869

619

528

90
2
0

42
20

18
0

1420

13
20

13
20

13
20

ruw
ijzer

Ver. Staten
……….
2,601

2,634

3,082

3,537

3,287

3,275

3,252

3,187

3,388

3,289
(1000 tons) Frankrijk
4)
…………
434

638

706

783

778

792

814

785

816

790
België
……………..
207

237

212

300

295

307

318

313

320

310
Duitschiand 5)

….
1,397

651

848

736

720

768

850

880

935

983
Import (voor Engeland 1000
£ 6)
54,931

94,789 97,223 73,667 86,751 90,841 92,567 93,642 100,653 102,292
binneni.

Ver. Stat.
1000 $

147,932 297,926 348,540 311,988 333,763 345,542 341,191 351,943 371,278 367,237
verbruik)

Frankrijkl000Frs.
7
) 701,778 3327,334 3665,042 4399,408 5180,955 5016,083 5235,332 4625,367 5106,420 4994,327
Italië

1000 Lire
8
303,803 1614,972 2181,102 2484,286 2689,702 2051,429 1992,381 1763,696 1757,505 1860,149
D’land

1000 M.
9)
897,474 – 756,901 1030,171 702,943 791,924 928,959 919,727 823,419 990,116 999,736

Export (bin- Engeland 1000
£ 6)
43,77Ï

66,747 64,448 45,764 50,107 57,264 49,787 50,680 53,177 53,064
nenlandsche Ver. Stat.
1000 $

204,024 374,804 401,560 348,158 328,654 360,452 379,469 440,865 448,883 473,509
producten)

Frankrijkl000Frs.
10
573,351 3455,697 3784,463 4460,596 4671,554 5244,187 5543,483 5196,684 6103,279 5329,269
Italië

1000 Lire
8
209,303 1197,574 1523,038 1325,929 1699;805 1329,570 1694,264 1707,647 1841,946 1708,591
D’land

1000 M.
9)
841,436 545,971 733,190 728,963 758,595 821,279 833,917 836,370 879,762 876,306

Inklaringen Engeland(geladen)O)
4,089

4,814

4,825

3,915

5,061

6,100

6,945

6,294

6,565

6,239
(1000 tons) Ver. Staten
(gel. en ballast)..

4,440

5,691

5,782

5,922

6,294

7,707

7,941

7,550

7.279


Frankrijk (geladen)
2,876

3,549

3,666

3,757

3,725

3,880

3,635

3,741

4,048

3,707
Italië (gel. en ballast)

1,560

1,372

1,436

1,555

1,555

1,391

1,391

1,391


Aantalwerk- Engeland
11)

…..
1,719
21
1,751
21
1,737
21
1,68521 1,648
21
1,636
11

1,630
loozen in 1000 Italië
12)

.

.98

83

78

83

89

113

149
Duitschiand
18)
. – . –

640

627

600

568

513

477

485

.

Indexcijfers

Ver. Staten
14) -. ..

40,2

149,2

156,6

163,2

160,1

151,2

154,5
van aandeel-
Engel.15
(1913 =100)

182

186

181

184

187

190

197
koersen

Zweden
18)
(nom.
waarde=
100) .. .

141

145

149

149

146

146

149
Zwitserland
17)
(id.)

117,2

119,5

123,0

127,2

127,9

124,8

126,4
Nederland
18)

(1921-25 = 100)..

91

91

91
1

91
1

91
1

92

92

] Voor den verkoop beschikbaar. Vanaf einde 1921 zonder Ierland.

1922 nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden.
9]
Vanaf

2]
Inclusief bruinkool. Vanaf 1918 mcl. Elzas-Lotharingen. Vanaf 1920

Januari 1922 in goudmarken.
101
Met ingang van 1925 officieele waarde-

md. het Saargebied.
3]
Vanaf 1918 zonder Elzas-Lotharingen. Vanaf

cijfers.
11]
Verplichte verzekering. Sedert April 1922 excl. den lerschen

1920 zonder Saargebied en de Pfalz. Vanaf Juli 1922 zonder Poolsch

Vrijstaat.
11
1
Geheel werkloos.
13]
Leden van vakvereenigingen; geheel

Opper-Silezie.
41
Vanaf 1919 inclusief Elzas-Lotharingen.
51
Zonder

werkloos.
14]
Wall Street Journal: 20 gewone aand. Maandgem. in $.

Luxemburg. Vanaf 1918 zonder Elzas-Lotharingen, vanaf 1922 zonder

15]
London and Cambridge Economic Service: 20 gew. aand.
16]
Offi-

Poolsch Opper-Silezië.
61
Vanaf 1 April 1923 met inbegrip van den

deel: Industrieele en Scheepvaartaand.
171
Schweizerischer Bankverein:

handel van Groot-Brittannië en Noord Ierland met den lerschen vrij-

21 industrieele, spoorweg- en bankaandeelen.
12]
Officieel:49 gewone

staat en uitgezonderd den buitenlandschen handel van den lerschen

aandeelen.
19]
Gedurende de staking geen cijfer gepubliceerd.
201
Ko-

vrijstaat.
7]
Sedert Januari1921 gedeclareerde waarde.
81
Sedert Januari

lenstaking.
.211
Kolenstaking niet inbegrepen.
121
Zon
derSaargebied.

2. Februari… 1927

ECONOMISCH-STATISTÎCHE BERICHTEN

POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
(In duizenden guldens).
Data

Stock
I
holm*)
Mon-
treal
1)

December 1926 December 1925

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekeningen
op

tilto.

………
120.037
113.224
Bij sch rij vingen
..

wegens………
1.303.494
422.571
1.031.553 459.081

a.Stortingen
555.591
109.820
438.008 93.572
5. Overschrijvingen.
van andere rek

.

747.756
299.138

1

367.423
van Ned. Bank
147
13.583
2)
2)

e. And. onderwerpen
30
Afschrijvingen
866.312

..

403.798 672.392
417.836 53.010
139.431
50.283
wegens-

………

b.
Overschrijvingen.
t.
Chèques

……..172.369

van anderu rek
659.809
299.138
367.423
van Ned. Bank
685
51.614
2)
.2)

o. And. onderwerpen
33.449
36
Gezamenlijk tegoed
op ulto
.103.851
498.612
Bedrag der beleg-
ging’)
63.761
-.
77.292
) net oecirag, uat vroeger tegen vergoeuiug
van
rruuc

aan de schatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor zoover het nog niet voor vaste belegging is aangewend, te
zamen met andere bedragen in rekening-courant met het
Staatsbedrijf der posterijen en telegrafie begrepen en is
daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen.
2)
Sinds Juli 1926 overschrijvingen Ned. Bank afzon-
derlijk.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1927

11
1926
1925
1914

29Jan.
24129
17122
1

10115
25/30
26131
20-24
Jan. Jan. Jan.
Jan.
Jan.
Juli

Amslrrdom
Partic.disc.
2
7
/8-
1
51
271-
1
11
2314-715
2314-3
3
1
2
1
12-
5
1
2315-1/
3

3
1
18116
Prolong.
3-
1
1.
2
1
14-3
1
14
2114314

2
1
12-3
3 2
1
14-14
211
4
314

Londen
Dageld ..
4_31
4

4-5
3-4
3-41/z
3431
21/
3
-411
4

1
3
/4-2
Partic. disc.
41115118
4I1_I1
4/8
4ij_515

4
9
I,s”/a
3314
1
S/l
b

211
4
3/
4
BrI(n
Daggeld ..
41
1
2-6
2-4
2-4
5-7
1
/s


Particdlsc.
30-55 d.. –
4)8
4

1
/8
4.
1
18
411..1/
6
– –
56-90 d.. –
4
1
/s
4
-1
18
4-lig
4
1
1s-’17
6

2
1
18_1/
2

Waren-
wechsel.
4215_1/3
41/8-1/2
41151)3

4
1
I2-i8
6314-73/4

New York’)
CaO money
.

4i1
4_11
4.31
4

4-
3
/4
45
1
14
312414
1
3
/42ij2
Partic. disc.
3314
3/4″/8
314

18
3’ije’/s
3147/$
3-
1
/s

1)
CaO money-koers van 14 Jan. en daaraan vooralgaande weken ljm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

JI

25 Jan. 19i7 2.501/

12.144 59.30

9.90 34795 100%
26,

1927 2.50%

13.13*
59.30

9.88k 34.805 100%
27

. 1927 2.50%

12.144 59.30

988 34.80

100%
28

1927 2.50%

12.144 59.31

9.87 34.81

100% 29

1927

12.144 59.314 9.864 34.814 100%
31

1927 2508/

12.144 59.324 4.86 34.82 100%
Laagsted.w.i) 2.501/

12.13*
59.275 9.85JI 34.76

1001,
Hoogste d.w1) 250’i

12.144 59.33

9.91 34.83

100h/
24 Jan. 1927 2.508/,,’ 12.144 59.28

9.92 34.784 100%
17 ,,

1927 250t/,

12.134 59.30

9.95 .34.78

100′.
Muutpariteit 2.48%

12.104 59.26 48.- 34.59 100

Zwit-

Weenen
Praa.g
Boeka- Milaan Madrid
ata

serland

i

rest”

*8)

8*

/

/

25 Jan. 1927 48.20

35.324

7.40

1.324 10.714 41.124
26. .,,

1927 48.20

35.30 . 7.40

1.30 10.73 40.90
27

1927 48.174 35.325

7.40

1.35 10.785 41.275
23 ,

1927 48.171 35.324

7.40

1.35 10.75 41.575
20 ,,

1927 48,16

35.324

7.40

1.35


31 ,,

1927 48.16

35.324

7.40

3.32 10.75 41.93
Laagsted.w.’) 48.15

35.20

7.38

1.274 10.65 40.70
floogsted.wl) 48.20

3535

7.42

1.37 10.82 42.-
24 Jan. 1927 48.20

3630

7.40

1.324 10.784 40.71
17 ,,

1927 48.18

35.25

7.40

1.325 10.725 40.50
Muntpariteit 48.-

35.

2)

48.- 48.- 48.-

25 Jan. 1927
68.80 66.65
64.-
6.30
103%
2.49%
26

1927
66.80 66.65 63.95
6.30
103%
2.49%
27

1927
66.80 66.70
64.20
6.30
103% 2.498/
4

28

1927
66.80
670
64.45 6.30

103%
2.49
2
4
29

1927
66.80
66.724
84.45 6.30
103% 2.49%
31

1927
66.80 66.70 64.70 6.30
103%
2.497/
8

Laagste d.w.’)
86.70 66.60
63.774
6.28
103
2.49%
Hoogste d.wl)
66.85
66.75
64.55
8.32
103%
2.50
24 Jan. 1927
66.80
66.65 63.85
6.30
1033.(
2.49%
17

,,

1927
66.80 66.625
64.05
6.30
103%
2.49%
Muntpariteit
1
66.67
66.67 66.67
6.264
1058/
5

2.48%
8) Noteering te
Amsterdam.
*8)

Not, te
Rotterdam.
1)
Part.
opgave.
2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j5
en 7.21
1
12.

Laatstbekende noteeringen
te Amsterdam
en Rotterdam op
31 Jan. 1927 voor
telegrafische

uitbetaling
op:

Gulden per
Pari
Koers
Bank-
dis-
conto

Esropa.
.
O/,

Londen*)
£
12.104
12144
5
Berlijn*)
100 Mark
59.26
59.325
5
100 Franc
48.-
9.86
64
Parijs

)…………..
Brussel 8) *8)
100 Belga
34.82
64
100 Franc

..

6.90.

Luxemburg ………
Zü rich 8)
..100

,,
48._
48.36
34

.
………….

100 Kronen
50.41′
7.415
54
Weenen 8)
100 Schilling
35._
35.325
64
Boedapest
50.41
1)

43.70
6
100 Lei
48.-
1.33
6
100 Leva
48.-
1.80
10
100 Dinar
48.-
4.39
7
Turksch £
10.93
1.26
100 Drachme
.48.-
3.32,1,8*
11
irlilaan S)
100 Lira
48.-
10.75
7
Madrid *)
100 Peseta
48.-
41.93
5

Praag

…………..

Lissabon ……….
2.884
0
.
12
*
8
Kopenhagen *)
100 Kronen

..

66.67 66.70
5

Boekarest

……….
Sofia

…………..

100

,,

.. ..

66.67
64.70
45

Belgrado …………
Stamboel

………

Stockholm 8)

E
.scudo

100

,,
66.67
68.80
44

Athene

…………

100 IJsLKr.

..

66.67
55.03
100 Zloty
48.-
26.-
94

Oslo *) …………..

Warschau

……….
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
2
4.87*
7

Reickjavik ……….

Riga (Letland) .. . –
100 Lat
48.-
18.10
7
Reval (Estland). ..
100 Estl. Mk.
0.664
0.1164
8
flelsingfors

……
100.Finnmrk.
6.26*

6.30
75
Tjerwonets
12.80
12.85
(10 Roebel)
100 Gulden
48.40
4
8*
54

Moskou

………..

Amerika.

..

Danzig…………

New-York *)
$
2.4876
2.50k
Canad. $
2.4876 2.50
Montreal

……….
Mexico

………..
M ex. Dollar
1.19
Buenos Aires ……
.Peso (papier)
1.0568
2

1.034
La Paz (Bolivia)
Boliviano
0.97
0.88*
Rio de Janeiro….
Milreis (pap.)
0.8075e
0.
29
*
Peso (papier)
0.9080
2

0.30
74 h 8
Bogota (Columbia)
Peso
2.42
2.45
Valparaiso ………

Quito (Ecuador)

.
Sucre
1.21
0.50
Lima (Peru)

…….
Per. £
12.10*
. 9.454
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.53
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795 0.4
7
*
Paramaribo

……
Gulden
3.-
0.99*
Willemstad (Curag.) Gulden
1.-

San Josd (0. Rica)
Colon
0.6220
0.6
2
*
Guatemala ……..
Peso
0.0415
g. n. ontv.
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.48*
2
.
47
*
San Salvador (Salv.)
Colon
1.2440 1.23*
Azië.
Calcutta ……….
Rupee
0.807
0.91
6
Gulden I.C.
L_
1.00k
Kobe

…………
Yen

..

1.24
1.22
6.57
Dollar
1.
2
6*
Shanghai

……..
Taël
1.62

Batavia

………….

Hong Kong

……..

Singapore

……..
Straits Doll.
1.4125
1.41
Phil. Peso
1.214
1
.
2
3*
SIanilla

…………
Bangkok ……….
Tical

..

0.914
1.14
Teheran (Perzië) .

0.26
Afrika.

..

Kaapstad
£
12
.10*
12.11
54 k 6
Alexandrië ……..
Egypt. £
12.42 12.45
Australië.

..
..
..

..Kran

Melbourne, Sidney

..

en Brisbane .
£
1
2
.10*
12.15*
Nieuw Zeeland .
£
12.10* 12.154

Not. i
‘e Amsterdam.6v ge not. part. pgave)1eigazr5frank

112

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

a a

Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
(8
per
)
($
p.
lOOfr.)
(S
p. 100 Mk.)
(5
p. 100 gld.

25 Jan.

1927
3,95%
23,70
39,97
26

1927
4,851/
3,95
23,6934
39,964i
27

1927
4,85i,
3,94%
23,70
39,96 28

1927
4,85t/
3,94
23,70
39,96
1
4
29

1927
4,85
3,94
23,6934
39,95,4
31

1927
4,85
3,94
23,70
39,95

1 Febr.

19261
4,869/
3,76
23,80
40,11
Muntpariteit ..
4,8667
19,30
23,813.(
401

TE LONDEN.
KOERSEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
1
5Jan.
1927
22Jan.
1927 24129
Jan.
1927

i
LaagstelHoogstel
1
29Jan.
1927

Alexandrië.,
Piast.
p.c

97
97%
Athene
Dr. P.
£
3723,/
36711,
368 375
368%
Bangkok
Sh.p.tical
111031
8

1/10
1/10,
1/10%
1110
T3
Budapest
.
Pen.p,
£
27.75
27.75 27.74 27.80
27.76
B. Aires
2).
d. p.
$
46
15/32

467/
468/
8

46
% 46
7
/
i

Sh. p. rup.
1/6
1
1
32

1/6k
11563/
116
8
/
64

1j6I1
64

Constantin
Piast. p.
£
962h
962% 940 965
947%
Hongkong
Sh. p.
$
2/0
1
/
8

2109/
2/0
2111u/
ie

2
011
Kobe
.

……
210
7
!
/07/64

2/01/
8

2/0
8
/
18

2/08/
1
8
Lissabon 1)
.
d
.
per Esc.
2
83/
64

2
83
/
84

2%
2
17
/32

217/
33

Mexico . ….
d. per
$
24
24
23
25
24

Calcutta … …

Montevideo 1)
d. per
$ 50
5
0

a

4924
50
Montreal’)
$
per
£

.Sh.p.yen

.

.
per Mil.
4.86
4.86k
4.85+
4.86
1
/
8

4.853%
R.d.Janeiro
1)

..

525/82
553/61

5
29
/
32

57f

Shanghai
. .
Sh. p. tael
2
1
,
67/ 16
2171/
5

2
1
1
6%
218
7
18
2181/
Singapore.
id. p.
$ 213iaI,
2/3. 2/3
28
/
35

2/37/
5

2/3
25
/
38

Valparaiso
2)
$
p.,E
39.62
39.72
39.75 39.78
39.75
Warschau
Zi. p.
£
433%
4334
42
45
4334
1)
Telegrafisch
transfert.
2)
90 dg.

ZILVERPRLJS
GOUDPRIJS
5)

Londen’)
N.York’)
Londen
24 Jan.

1927.. 26
7
/16
56%
24 Jan. 1927-
84/11%
25

,,

1927- 2634
563%
25

1927….,
84110%
26

,,

1927- 2634
563%
26

1927…..
84/11 27

,,

1927- 2615j
27

1927..
.
84111
28

,,

1927..

267/
571/
9

28

1927-
84/11%
29

,,

1927- 2718
1

591/
s

29

1927…..
84/11%
30 Jan. 1926-
3015/16

67
29

Jan.

1928…..
.
84/9%
20 Juli

1914.. 24i1/
9

54
1
/8
20 Juli

1914….
84/11
1)
in pence p. oz. stand.
1)
Foreign silver in
ft.
p. oz.fine.
3)
In sh. p. oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Min ister van Financiën maakt bekend
Vorderi.ngen.
1

15Jan.1927
22Jan.1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank
f

5.961.341,26
f
14205.452,39
Saldo
b.
d.
Bank
voor Ned.
Gemeenten
,,

487.807,72
,,

621.272,73
Voorschot op uit. Dec.
1926 aan de ge-
meenten op voor haar
door de
Rijks-
administratie te
heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de.Rijksinkomsten belasting
……..
,,

41.195.158,97
..41.195.158,97
7.786.832,08
10 864.509,86
Kasvord.
weg, credietverst.aJh.buitenl
,,.38.003.597,24
.141.396.277,13
Daggeldieeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

……….
6.500.000,-
6.500.000,-

Voorschotten
aan
de koloniën………..

Saldo der postrekeningen van Rijks-
14.783.081,57

18.806.236,84
comptabelen

…………………….
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
.
……………………….
T. en T.’)


Id. op andere Staatsbedrijven 2)
,,

680.348,03
860.348,03

V e r pil c h t i n ge n.

Voorschot door de Nederi. Bank



/111.361.000.-
31.760.000.-
Waarvan direct bij de Ned. Bank



Schatkistpromessen in omloop ………..31.760.000,-

,,

12.516.771,-

Schatkistbiljetten in omloop’)
………f111.361.000,-

Schuld a.d. Bank v. Ned. Gemeenten 2)



Zilverbons in Omloop
…………………12.767.238,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2) ..,,

18.108.739,61
,,

19.146.228,99
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T. 2)

46.971.175,49
,,
45.855.352,39
Id. aan andere Staatsbedrijven 2)
…………590.000,-
590,000,-
Id. aan diverse instellingen 2)

…36.041.703,89
,,
35.854.468,57
Waarvan
f
12.056.000
vervallende op
t
Juli
1929.
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

1

22
Jan.
1927
1

29
Jan.
1927

Vorderingen:

/

52.000,-
f
3.056.000,-
28.033.000,-
Verplichtingen:

Saldo

bij

‘s

Rijks

kas ……………..

Voorschot uit ‘8 Rijks kasaanN.-Indië

Saldo bij de
Javasche
Bank
………..31.986.000,-

Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië


Schatkistpromessen in omloop …….
800.000,-
800.000,-
Muntbiljetten in Omloop

……… …
32383.000,-
….
,,
31.946.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds..
,,
3.526.000,–
..
,,

3.526.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,
852.000,-

1
,,

788.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 31 Januari 1927.

Activa.
Binnen!. Wis. (
Hfdbk.
f
44.315.621,86
sels, Prom., Bijbnk. ,,

8.246. 34,83
.1:

A

..,.2.
…,.

1

AflA flCfl’Ifl
£.bÇU.

1
,.uuu.o1,00
f

69.652.078,07
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto………

Idem eigen portef.
.
f
178.026.576,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
«


178.026.576,.-
Beleeningen
nc1.
vrsch. Hfdbk.

57.271.781,83

in r:k.:rt.
Bijbnk

14.295.090,83
Ag.sch.
,,

74.568.597,97

f

146.135.470,63

Op
Effecten …….
f

143.353.870,63

OpGoederenenSpec.
,,

2.781.600,-
46.135.470,63
Voorschotten a. h. Rijk
……. .. .. ……
,,


Munt en Muntmateriaaj
Munt, Goud
……
f

60.469.045,-
Muntmat., Goud
..

353.961.132,41

f
414.430.177,41

Munt, Zilver, enz.

28.648.892,96
Muntmat., Zilver..

Effecten
443.079.070,37

BeleggingRes.fonds.
f

7.046.981,68
id. van
i
5
v.
h. kapit.,,

3.999941,20
11.046.922,88
Gebouwen en Meub. der Bank
………
,,

5.142.000,-
Diverse rekeningen
..

…………..
,,

47.529.669,27

f

900.611.787,22
Passiva.
Kapitaal
……….. .-..

…………..
f

20.000.000,-
Reservefonds……………………
,,

7.047.731,06
Bijzondere reserve
………… ……..
,,

8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

819.429.740,-
Bankassignatiën in omloop… … …..
671.477,85
Rek.-Cour.Het Rijk

f

756.534,67
J
saldo’s:

Anderen,, 29.418.721,88
30.175.256,55
Diverse rekeningen
………… . .. .. .,,
14.487.581,76

f

900.611.787,22

Beschikbaar metaalsaldo
……-. .. ….
f

272.472.396,47 Op cie basis van
8/

metaaldekicing …..
,,

102.417.101,59
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is.
,,

1.362.361.980,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data
Goud
Circulatie
Andere
I
opeischb.
schulden

Beschikb.
I
Metaal-
saldo

Dek-
kings
oerc.
Munt
1
Muntmad

31

Jan. ’27
60.469
353.961
819.430
30.847
272,472
52
24

’27
60.603
354.956 793.877
55.132
273.920
52
17

’27
60.659 354.957
811.772
42.865
272.585
52
10

,,

’27
60.737
353.738
831.090
46.291
266.453
50
3

,,

’27
60.824
352.513
865.706
33.148
260.592
49
27 Dec. ’26
60.997
352.513 817.063
30.512
271.389
52
1
Febr.
1
26
40 607
395.646 865.386
66.024
275.096
50
25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.521
1
)
54
Totaal
SchatKist-
,
e ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
I
rech
promessen
t? t?
gFz
op
het
reke-
I

dtscon to’s
tstreeks
buiten
1.
ningen
2)

31 Jan. 1927

69.652

146.135

178.027

47.530 24

1927

71.092

130.440

193.417

43.544
17

1927

75.443

128.644

195.834

43.976
10

,,

1927

81.795

131.209

194.945

59.500
3

1927

83.189

151.805

187.177

87.622
27 Dec.

1926

56.759

129.960

187.078

63.917
1
Febr. 1926

83.481

136.270

247.443

41.593

25 Juli

1914

67.947

14.300

61.686

20.188

509
1) Op de basis van
2J

metaaldekking.

2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.


Data
Metaal

Andere
opeischb.
Discont.
k

31 Dec.

1926-
1.001
1.698
1.024
986
449
24 Nov.

1926-
1.011
1.487 1.155 963
445
18

,,

1926..
1.011
1.476
1.153
930
494
11

,,

1926..
1.020
1.502
1.117 925
410
4

1926-
1.020 1.609
1.161
932 415
2 Jan.

1926-
1.005
1.779
769
954 410

5 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
1) Sluitpost der activa.

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

113

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver Circulafie
opeischb.
1
schulden

1
metaal-
t

saldo

22Jan.1927
22750
314.500
73.000
149.250

15

1927
226.000
319.000
1

69.500
148.300
8

1927
227.000
321.000
1

62.000
150,400

1 Jan.1927
Ï97.209

28.861
320.011 64.527
149.931
25Dec. 1926
197.435

28.411 321.331 68.629
148.555

18

,,

1926
197.728

27.969 325.568
68.004
147.645

11

1926
197.747

28.352 330.436
67.013
147.317

23Jan.1926
199.495

39.143 348.938 49.900
159.605

24Jan.1925
133.666

51.789
276.119
99.113
111.203

25 Juli 19141
22.057

31.907 110.172 12.634 4.842
3
)

Data
1

Dis-
Wissels,
buiten
f”
Belee-
I
ningen

Diverse

1
reke-

1

Dek-
kings-
conto’s
N.-Jnd.
ningen’)
1
percen-
betaaib.
toge

22Jan.1927
136570

59
15

1927
139.200
58
8

»

1927
138.720
-______

.’
59

1Jan.1927
12.043 19.607
89.911
43.548
59
25 Dec. 1926
11.654 19.396
90.078 49.736
58
18

»

1926
11.684
21.912
89.884
51.141
57
11

,,

1926
11.766
21.888 90.512
53.897
57

23Jan.1926
8.075
24.464
56.631
76.721
60
24Jan.1925
30.102
17.284
65.583 84.355
49

25 Juli1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
‘)Sluitpost activa.

‘) Basis
2
16 metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
‘irculatieI
1

Currency Notes
Bedrag
1
Bankbi 1]
. 1
Qov. Sec.

26 Jan. 1927
151.345
137.049
280.247 56.250
229.175

19

1927
151.491
137.101
282.472
56.250
231.629
12

»

1927
151.489
138.084
287.309
56.250
236.726

5

1927
151.381 139.803
291.169
56.250
240.879
29 Dec.

1926
151.119
140.785
296.461 58.250
246.248
22

,,

1926
151.943
141.285
297.614
56.250
247.377

27 Jan. 1926
144.205 141.503
286.246
56.250
234.864

22 Juli

1914
1

40.164
1

29.317


1

Data
1

00v.
1

Sec.
1

Other
1

Sec.

Public
1
Depos.
1

‘Othe
Deposr.
1
1
Reserve

1

Dek-
kings-
1

28 Jan. ’27
28.118
72.453 13.734 102.777
34.045
29

19

’27 31.883
75.877
12.052
111.749
34.140
27,
9

12

,,

’27 34.768
77.056 15.372 111.539
33.155
26
1
/8
5

,,

’27 36.098
103.203
11.527 141.057
31.327
20
29Dec. ’26
34.168
96.659
11.832
131.343
30.084
21

22

,,

’26
31.338 76.279
12.135
107.940
30.408
25

27 Jan. ’26
45.578
73.956
22.538
101.333
22.452
181/
8

22 Juli
’14
11.005
33.633
13.736
1
42.185
29.297
52
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franos.

Waarv.
Te
goed

Waarvan
ee-

e
Data
Goud
in
h e
t

Zilver
in
het

se
og het
ntngen
buiteal.
buit.1.3)
buitenl.

27Jan.’27
5.548
1.864341
87
3.593
11
2.058
20

,,

’27
5.548
1.864

341
86
3.591
13
2.101

13

’27
5.549
1.864

341
’86
3.581
16
2.136
6

’27
5.549
1.864

341
84
5.128
16
2.071
30Dec.’26
5.549
1.864

341
83
4.437
11
2.083

28Jan.’26
5.548
1.884

325
74
3.393
12
2.496

23 Juli’141
4.104
1

640

1.541
8
769

Buit.gew.
Schat-
D il’er-

Rekg.
Courant
Data
voorsch.
kistbil-
jetten’)
l

I

Circulatie
Parti
a

Staat
culieren

27Jan.’27
32.550 5.594
7.225
52.172
5.924
42

20

,,

’27 33.850 5.593 6.524
52.811 5.849
14

13

,,

’27
34.550
5.591
6.125 53.515
5.581
28
6

,,

’27
35.000
5.581 5.931
54.305 5.660
21
30Dec.’26
36.000
5.576
5.010
52.907
5.894
14

28Jan.’26
34.200
5.227
3.561
50.618
3.148
40

23 Juli’14


5.912
943
401

In disc, genomen
wegens voorsch.
v.
d. Staat a. buiteni.
regeeringen.
Sluitpost
activa.
‘)
Except tegoed bil Russische
Staatsbank.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Data
Goud

Daarvan
bij bui-
tenl.
circ.
banken
1)

Deviezen
als
goud-
dekking
geldende

Andere
wissels
en
cheques

Belee-
ningen

22 Jan. 1927
1.834,7 128,4
501,5 1.379,7
9,6
15

1927
1.834,5 149,4
501,0
1.505,2
14,0
7

,,

1927
1.831,2 559,8 513,3
1.694,4
23,8
31 Dec.

1926
1.831,4
170,3
519,2 1.828,6
84,1 23

,,

1926
1.805,9
170,3
472,0
1.412,7 29,4
23 Jan. 1926
1.249,8 137,8
379,0
1.350,6
4,7

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data

1 Effec-
1
Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
1
Diverse
1

ten

1
Activa’)
1

lat ie

Crt.

1
Passiva

22 Jan. 1927
89,6

1
656,6
1

2.976,7

11.085,0
1
203,6
15

,,

1927
1

89,8

1
629,9
1

3.133,1

11.012,7
1
207,6
7

1827
1

90,9

1
574,7
1

3.436,8

1
842,8
1
204,8
31 Dec.

1926
1

90,9

1
473,2
1

3.735,5
648;0
1
174,2
23

,,

1926
1

91,0

1
527,0
1

3.298,1
585,4
1
219,3
23 Jan. 1926
1

232,8

1
788,3
1

2.341,0

t
922,2
1
557,5

30 Juli

1914
330,8

1
200,4

1

1.890,9

1
1
40,0
1)
Onbelast.
‘) Wo.
Rentenbankscheine 22,15,7 Jan.
’27; 31, 23Dec.’26, 23 Jan. ’26, resp. 129,5;
110;
66; 7; 77; 355,0 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Voornaamste kosten in millioenen Belgas.

Goud
Rekg.
Crt.

.2
Data
, Is
.3
ç’
1926127

0

27 Jan.
622 423
38
478
28
400
1.815
24
122
20 620
436
38
490
29
400
1.810
20
156
13

,,
620
454
38
505
32
400 1.827
1
1
195
6

,,
620 469
38
515
36
400
1.820
14
217
29 Dec.
620 447
38
492
37
400
1.789
i

17
201
1)
Aan de schatkist gecedeerd.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig Wissels

Data Totaal
Dekking
betaal-
middel,
In her-
disc. v. d.
In de
apen
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

12Jan.’27
2.916,0
1.574,0
155,1
490,5
338,1
5

,,

’27
2.855,4
1.487,7 142,8
633,5
388,8
29Dec.’26
2.814,8
1.434,8
129,4
710,9
378,8
22

,,

’26
2.803,3
1.442,2
107,0
715,4
387,6
15

’26
2.830,7
1.491,6
121,3
562,3
384,1
8

,,

’26
2.828,4
1.406,7
121,1
604,7 391,0

13 Jan.’261
2.799,0
1.522,1
150,8
505,8
327,4

1
Belegd
Notes
in
circui

Gestort
Goud-
Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
1
in U. S.
Gov
.Sec.
.,O;
Kapitaal
kings-
1

kings-
lat ie
1
perc.’)
‘1
perc.
2)

12Jan.’27
311,1
1.750,5
2.323,8
125,1
71,6
75,4
5

,,

’27
313,9
1.812,7
2.409,4
125,0 67,6
71,0
29Dec.’26
317,2
1.857,0
2.345,7
124,8
66,9
70,1
22

’26
314,4
1.914,0
2.308,0
124,8
67,2
68,9
15

’26
478,2
1.840,1
2.392,5
124,8 66,9 69,7
8

,,

’26
323,6
1.803,8
2.288,6
124,7
69,1
72,1

13Jan.’26
368,8
1.733,3
2.325,0
1
117,3
1

68,9
72,7
1)
Verhouding
totalen
goudvoorraad
tegenover
opeischbare
schulden
F.
R. Notes en netto deposito.

2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
1
Aantal
conto’s
Beleg-

1
IJ5erve
bij de
Totaal
depo-
Waarvan
time
banken
en
beleen.
gingen

1

lbanks
F. R.
sito’s
deposits

5Jan.’27
684

14.585
5.488
1.750

19.234
5.859
29Dec.’26
688

14.569 5.541

11.675
19.037
5.792
22

’26
688

14.439
5.514
1.657
18.885
5.775
15

,;

’26
689

14.379
5.553
1.759
19.160
5.782
8

,,

’26
690

14.342
5.531
1.660
18.778 5.780

6 Jan.’261
716

14.181
1

5.444
1.687
18.881
5.361
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

114

ECONOMISCH-STA’fISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 31 Januari 1927.

De internationale fondsenmarkten hebben in de 6cliter
ons liggende beriehtsweek van een Vrij groote bewogenheid
blijk gegeven.
Te B e r
1 ij n bijv. is de stemming over het
algemeen opgewekt geweest. Voornamelijk was de aandacht
geconcentreerd op aandeelen in bankondernemingen, in
verband met de reeds aangekondigde uitbreidingen van
kapitaal en met de verwachtingen, welke hieromtrent nog
worden gekoesterd. Vervolgens waren het Mannesmann,
Deutsche Erdöl, Farbenindustrie, Rheiuische Braunkohie,
cnz.,
welke in groote posten uit de markt werden genomen.
Ook de beurs te Pa
1
ij s heeft een geanimeerd verloop
gehad. De rede, door den beer Poincar.6 voor de findn-
cieele commissie uit do Kamer gehouden, heeft in het licht
gesteld, dat voorloopig vermoedelijk gereked zal kunnen
worden op de koersen van de buitenlandsche betaalmidde-
len, zooals deze in de laatste weken hebben gegolden.
Te L o n d e n is de stemming tamelijk scher.p afgeweken
van die aan de hier reeds besproken beursplaatsen. Ver-
schillende omstandigheden hebben tot een gedrukte hou-
ding bijgedragen. In de eerste plaats hebben de berichten
uit China een onaangenhmen indruk gemaakt. Vervolgens
heeft het teleurstelling gewekt, dat de Bank of Engeland
nog niet tot verlaging, van den discontovoet is overgegaan
en dat Vrij omvangrijke hoeveelheden goud aan de centrale
credietinstelliag zijn onttrokken. Tegen het einde van de
berichtsperiode echter viel een licht herstel op te merken.
Te N e v Y o r k is de fondsenmarkt onregelmatig ge-
weest, waarbij de reacties hebben overheerseht. Deze zijn
voornamelijk in het leven geroepen door aanvallen van
baissiers, die Vrij omvangrijke contramineposities hebben
opgebouwd, in verband met de onzekerheid, welke nog ten
aanzien van de- bestellingen in handel en nijverheid voor
1

het aanstaande voorjaar bestaat. Toch konden de koers-
verliezen geengrooten omvang bereiken, in hoofdzaak door-
dat de gel.dmarkt ten stimuleerend element hef t gevormd.
T e u o n z e n t is de markt hoofdzakelijk gekenmerkt
door een groote levendigheid, welke des te. sterker heeft
getroffen, doordat in de laatste maanden de omzetten
slechts bij uitzondering afmetingen van eenigen omvang
hadden aangenomen. Opmerkelijk is de belangstelling voor
de
leieggingsefdeeling
geweest. Inheemsche soorten hebben
hierbij min of meer op. den achtergrond gestaan; zelfs
werden hier ei.i daar verliezen, zij het slechts van frac-
t.ionc&.eu aard, in het leven geroepen. Daarentegen steeg
de aandacht bijna voortdurend voor buitenlandsche obli-.
gaties en voor die buitenlandsehe fondsen, welke liet karak-
ter van beleggingspapieren bezitten, zooals de preferente
aandeelen der Belgische Spoorvegmaatschappij. In de
adhter ons liggende berichtaperiode heeft zich ook het ver-
schijnsel voorgedaan, dat Fransche fondsen, welke niet
in buitenlandsehe munt noteeren – zooals guldens, dollars,
Zwitsersche Franes enz. – doch in Fransche fra]1cs, in
omvangrijke hoeveelheden w’e.rden gekocht. Hiertoe behoor-
den o.a. de obligaties van de z.g. ,,Emprunt de la Victoire”.
Het agio op de obligaties van de leening der Stad Parijs
heeft zich nagenoeg ten volle kunnen handhaven. 6 pCt.
Ned. Werk. Schuld 1922: 106, 106%, 106
1
/
16
; 4% pCt. Ned.
Werk. Schuld 1917: 99
5
/8,
99
15
/ic, 99%; 4% pCt. Ned.-Inlië
1926: 963/
1e,
955/s, 95
28
1
32
; 5 pCt. Mexico Goud £ 20-100
Afg.: 46, 46%, 46%; 5 pCt. Brazilië 1903 £ 100: 78%,
78%, 78%; S pCt. Sao Paulo: 105
5
/8,
1057/
s
, 105
5
/8.
Van de aandeelenafdeelingcn heeft die voor
scheepvaart-
foltse?v,
wel de meeste belangstelling getrokken. De gun-
stige houding van de vrachtenniarkt heeft er toe bijge-
dragen, dat vraag voor de desbetreffende aandeelen is ont-
staan, waarbij echter enkele soorten zijn geweest, welke
zioh op den voorgrond hebben weten te stellen. Dit varen
aaudeelen Holland-Amerika Lijn, Java-China-Japan Lijn,
van Nievelt Goudriaan, Zeevaart, enz. Omtrent de Holland-
Amerika Lijn deden opnieuw geruchten omtren’t het afbou-
wen van de ,,Statendam” de. ronde. Holland-Amerika Lijn
68,
70%,
72%, 73; Java-China-Japanlijn: 131%, 134%,
136ys; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 99%, 100%, 101%; Ned. Scheepvaart Unie: 182%, 183, 185; Stoomvaart Mij. Neder-
land: 177%, 178.
De afdeel.ing voor binnen.lan.dsche inclustrieele aaisdeelen
is veel kalmer geworden, nu de wilde fluctuaties van kunst-
zijdesoorten niet meer zijn voorgekoen. Wel bestond een
,

vaste stemming, voornamelijk voor aandeelen Enka en Mac-
kubee, doch de sprongsgewijze verbeteringen van de vorige
week zijn niet meer voorgekomen. Ook in de overige aan-
deden van deze afdeelin.g heeft de handel geen ruime vor-
men aangenomen, al werden wel enkele aankoopen uitge-voerd in aandeelen Hollaudsc.he Draad- en Kabelfabriek.

Stokvis, enz. Centrale Suiker Mij. : 131%,
130%,
130%;
Hollandsche Kun.stzijde Industrie
:
85%, 84, 87%
;
Jurgens:
172%, 165%, 171%, 168%
;
Maekubee
:
97, 101, 102
5
/8
; Ned.
Kunstzijdefabriek: 232%, 239, 240; Ned. Kabelfabriek: 332,
334, 335, 333; Philips Gloeil.ampenfaoriek: 382%, 374, 378.
Van
bankaandeeles.,
welke over het algemeen rustig zijn
geweest, hebben aandeeleir Rotterdamsche B ankvereen3ging
de aandacht getrokken door een vrij sterke koersstïjging,
welke in verband heeft gestaan met gunstige beschoiiwin-
gen ter beurze omtrent de vorderingen bp het Müller con-cern. Amsterdamische Bank: 162
5
/8,
1627/
s
, 163
3
/
8
; Jiloil.
Bank voor Zuid-Amerika: 72%, 73, 73%.; Incasso Bank:
119%, 11934°; Javascbe Bank: 362%; Koloninle Bank:
244%, 247%, 24734; Ned.-Iad. Handelsbank: 172%, 1717/
s
,
172; Ned. Handel Mij. C. v. A.: 158, 157%, 158; R’dam-
sehe Bankvereeniging: 8434, 86,
89%,
92%; r1
Wen
t
sc
h
e

Bank: 140, 140%.

Dc afdeeling ,voor
rnijnaa.ndeelen,
welke in den laatsten
tijd een kwijnend bestaan had geleid, is uit deze apathie
opgewekt, voornamelijk door de vraag naar preferente aan-
deden Müller Mijnbouw Maatschappij, welke overigens
hand aan band is gegaan met de hiervoran reeds gerele-
veerde aandacht voor aandeelen Rotterdamsche Bankver-
eeniging en met kooplust voor de preferente aandeelen der
Commanditaire Bankvereeniging Wm.
H.
MillIer & Co. Van
de overige mijnaandeelen verdienen vermelding aandeeien
Algemeene Exploratie Mij., welke tegen het einde van de berichtsweek eenigszins in koers konden stijgen. Alg. E-
poratie Mij.: 92%, 95, 100; Billiiton le Rubr.:
7
61%, 765;
Müller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 61, .63, 67%, 75, 78%; Rad-
jang Lebong: 220, 216%,
2
19%; Singkep Tin Mij.: 429,
428, 431%.

De
tabaksma.rkt
was vast, in het bijzonder voor aandeelen
Besoeki Tabak en anndeelen Senemibah. Otrent de aan-
staande voorj aarsinschrijvingen van Sumatratabak, waar-
van de eerste te. Amsterdam zal plaats vinden op 11 Maart
a.s., was men ter beurze optimistisch gestemd. Arends-
burg: 605
1
2,
603, 608; Besoeki Tabak Mij.: 330, 327, 339;
Dcli Batavia: 454, 459, 457; Dcli Mij.: 434, 437, 439%;
Oostkust: 199%, 198, 202%, 200; Senembah: 427%, 435%,
4
39%, 435%.
Rubberaa9vdeelex
hebben op den achtergrond gestaan.
De fluctuatiies hebben nauw verband gehouden met de wis-
selingen in den rubberprijs te Lönlen, welke echter’ ook
slechts van beperkten aard zijn gebleven. Amsterdam
Rubber: 328%, 326%, 330%, 328; Dcli Batavia Rubbei:
364%, 363%,
369, 366%; Hessa Rubber: 487, 488%, 489,
485% ; Java Caoutehouc: 207%, 203%, 205%, 203%; Kali
Telepak: 339%, 338%, 336; Kendeng Le.mboe: 407, 402,
405%, 401; Majanglanden: 395, 392,
397%;
Ned.-Ind. 11mb-
ber & Koffie: 35%, 328, 321%; Padlaug Rubber: 381, 388, 398; R’dam Tapanoeli: 156, 153%, 158%, 157%; Serbadja-
di: 336%, 331, 332; Sumatra Rubber: 379, 386%, 389, 387;
Vereenigde Indische Cultuur Ondernemingen: 195, 193,
201%, 197.
1
Ook
suikera,andeelen
waren weinig bew’ogen, hetgeen een
gevolg was van het uitblijven van berichten omtrent af-
dloeningen door de V.J.S.P. Cultuur Mij. der Vorstenlkn-
den: 182%,
181%,
182; Handelsvereenigi.ng
Amsterdam:
684%,
691%,
694; Java Cultuur Mij.: 379%,
383%,
381;
I1aron: 268, 271, 273; Moormait: 454, 456, 459, 458; Ned
lcd. Suiker Unie: 262%, 261%, 263; Poerworedjo: 117,
117%, 118; Sindanglaoet:412, 402, 416; Tjepper: 715, 710,
725;
rrjeweng
Lesta.ri: 246, 248.
Veel sterker zijn de schommelingen op de
petrolewrnaivarkt
geworden. Anndeelen ‘Koninklijke waren kalm, met een
rustig stijgende tendens, doch in aandeelen Gecosisolideeroe
is plotseling een zoodanige kooplust ontstaan, dat het fonds
tot 240 pCt. kon monteeren, om daarna echter weer ccli
gevoelige inzinking te ondergaan. Het slot kwam evenwel
boven den laagst bereikten koers. Ongecontroleerde geruch-
ten omtrent een liquidatie der maatschappij hebben de oor-
zaak van de snelle stijging gevormd. Dordtsche Ptrôleux
md. Mij.: 362, 360,
363%;
Ccc. HoU. Potr. Cy.: 205%,
222,
227%,
219, 224; Kon. Petroleum Mij.: 384
5
/8,
383%,
387%; Perlak Petroleum: 70, 68%, 69%; Peudawa : 22%,
23, 25, 26%. –
De
Ame’rikaa.nsche markt
was stil en op een lager nivealï.
Anaconda Gopper: 96%, 97, OS
°
/is;
Studebaker: 54%, 53%, 54; United States Steel Corp.: 155%, 154%, 156% ; A.tohi-
son Topeca: 163%, 165%; Ene: 44, 42; New York Ontario & Western: 29%, 27%; St. Louis & San Francisco: 107%,
104%; Union Pacific: 164%, 162, 162%; Wabaab Railway:
4
7
15
/i,
45%,
45
18
fi6.
De
gelcimarkt
was ruim, doch met een neiging tot duur-
der geld; prolongatie steeg van 3 pCt. tot ongeveer 3
Y4
pCt.

2 Februari 1927

ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

115

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

1 1?ebruari 1927.

l)e houtting dci tir w e-niarkt is
deze
week bij voort-
during taeiielijk vast gebleven, hetgeen vooral het gevolg
is van den voortcturenden goeden kooplust in Europa. Voor-
al Plata-tarwe ontmoette algemeene belangstelling en ook
iii Engeland werd zij deze week in meerdere mate gekocht.
Iii Duitschiand is het voornamelijk het Zuidelijk gedeelte
van het land, .dat deze week de meeste inkoopen deed, doch
ook Noord.Duitsciliiand koopt geregeld tarwe en behalve
uit Argentijusche bestonden de. inkoopen daar deze week ook
ge1eeltelijk uit Australische tarwe. Deze laatste tarwesoort
vindt verder voornamelijk afzet in Engeland en in Italië,
waarheen ook deze week weder belangrijke zaken tot stand
kwamen en iii mnndere mate in Frankrijk cii België. Iii
spoedige tarwe komen de zaken op het vasteland vat moei-
lijker tot stand. Manitoba’s zijn namelijk zooveel duurder
dan dc tarwesoorten van het Zuidelijk halfrond, dat deze
iii de meeste invoerlancien van het vasteland slechts bij
uitzondering worden gekocht. in Engeland is dit niet het
geval cii daar werd ook deze week w&ler vrij wat Cana-
cleesclie tiirwe verhandeld, doch in Nederland en Duitsoli-
land dekte men zijn behoeften aan spoedige tarive liever
dooi- liet koopeti van ie goedkoopere Russische tarwe. De
prijs, waartoe deze werd aangeboden, heeft niet slechts
voor stoomtiende, doelt ook voor Fobruari-afladiug de Faatste
dagen weder tot zaken geleid. De tarweverschepingeu van
Argentinië waren deze week weder vat grooter, doch de
toenitnie was slechts klein. Dit •schijnt het gevolg te zijn
vatt
(le omtistandigimeid, dat althans in het begin der week,
dc aanvoeren iii de Argentijusche havens niet groot waren.
Zelfs werd uit Argentinië gemeld, dat de beschikbare hoe-veelbedeu tarwe niet groot geuoog waren om het daarvoor
bestemde gedeelte der voor belading aangekomen scheeps-
ruimte te vullen, zoodat meer maïs verladeti nioest worden
dan eiget.ilijk wel de bedoeling was. Later schijnt hierin
echter verbetering te zijn gekomen, want tea slotte zijn
zelfs cle tarwe.voori’aden in de Argeiitijnsche havens nog
wat afgenomen. De goede vraag naar .P.lata-tarwe in
Europa heeft nu en dat.t eenige prijsverliooging aan cle
Argentijitsche terxnijnmaxkten te veeg kunnen brengen,
doch de verhooging was ten slotte niet groot, daar het
aanbod uit den grooten oogst prijsstijging tegenhoudt. Op
31 Januari waren de boide Argeutijsche termijnmarkten
wat lager, behalve de Maart-termijn te Rosario, die 15 cen
tavos per 100 KO. in prijs steeg. Het slot was te Buenos
Au-es in vergelijking met een week tevoren vrijwel onver-
anderd, te Rosario voor Februari 5 en voor Maart 15 een-
tavos hooger.

In Europa echter zijn de prijzen van Plata-tarwe nogal
wat gestegen, hetgeen samenhangt met cle zooeveu vermelde
beperkte Argentijnsche versohepingen alsmede met de vaste
vrachtenitiarkt Zeer goed handhaven zich cle markten in Noord-Amerika en zelfs trad daar algemeen eenige prijs. verhooging in. Op 31 Januard trad zoowal te Chicago als
te Winnipeg eenige verlaging in, doch het slot was te
Chicago nog ongeveer 1, te Winnlpeg voor Mei en Juli 1,
voor October % dollarcent per 60 lbs. hooger dan op den
24sten. Blijkbaar voelen de leiders van de Cauadeesche
tarwepool zich weder, evenals iii het vorige jaar om clezen
tijd, in staat om voor hun tarwe de prijzen op peil te
houden, al is de positie van de pool dan ook niet zoo sterk
als een jaar geleden. Het ruime aanbod van goede Argen-
tijusche en Australische tar.vc stelt namelijk de Europee-
sche invoerlanden in staat om zich bij de inkoopen van de
duurdere Canadeesche soorten meer te beperken en het zal
voornamelijk Engeland moeten zijn, dat gesteund door
Italië, zoolaiig de Canacleesche prijzen zoo hoog blijven, de
Canadeesche tarwe zal moeten opnemen. in Duitschlancl is
liet aanbod van inlandsche tarwe zeer klein en het ziet er
naar uit, dat daarin dit seizoen geen verbetering van be-
teekenis meer zal ontstaan, zoodat Duitschland zal moe-
temi voortgaan in ruime mate bnitenlandsche tarwe te koo-
pen. De stand van het wintergraan op het Noordelijk half. rond blijft bevredigend. Koude in sommige gedeelten van de Vereenigde Staten heeft wegens voldoende sneeuwbe.
dekking geen ongunstigen invloed kunnen oefenen en in
andere streken, waar de sneeuwbedeikking verdwenen was,
was het weder zacht.

R o g g e was in het begin der week nog zeer vast, doch
meer en meer is de vraag verminderd wegens het hooge
peil, waarop cle roggeprijs was aangekomen. Rogge staat
nu zoo weinig lager in prijs dan Plata-tarwe, dat het niet
te verwonderan is, d.at voor eerstgenoemde graansoort het
verbruik begint af te nemen. Eenige prijsverlaging heeft

iii den loop der week plaats gevonden aalt dc terniijnmarkt
te Chicago, doch de prijzen, waartoe iii Europa Plata- cii
Noord-Anierikaansche rogge worcleit aangeboden, zij ii wei ii ig
gedaald, terwijl uit Rusland deze week in het geheel geen
verschepingen werden gemeld. Daarbij wordt in Duitschiand
zoo goed als geen inlandseihe logge aangeboden, zoodat
eeuig herstel der in den loop dezer week sterk afgenomen
vraag wel kan worden verwacht. Rogga sloot op 31 Januari
te Chicago nog ongeveer 1 dollarcent per 56 lbs. hooger
dan een week tevoren.

Voor ni a,
16
was de markt deze week over het algemeen
vast door de voortdurend goede vraag in Duitschiand en
belangrijk toegenomen kooplust aan cle Engelsche markt.
Een veel grooter aantal ladingen zijn deze week in Enge-
land verhandeld dan de laatste weken het geval is geweest,
terwijl ook in parcels op verschillende dagen een flinke
omzet w’erd bereikt. Nederland blijft zeer veel maïs opne-
men en in den loop der week zijn in overeenstemming niet
den
1001)
der wereldmarkt de prijzen ook daar gestegen, al
bevondl de prijs voor Plata-mais in Naderlanl zich vrijwel
de geheele week beneden de door Argentijnsche versehe-
peas gevraagde prijzen. Aan de termijnmarkten te Buenos
Aires en Bosario heeft op 25 Januari een sterke prijs-
verhooging plaats gevonden. Zij vond in Europa echter
weinig weerklank en kon zich ook in Argentinië niet hand-
haven, doch ten slotte behield de maïsmarkt toch een vasten
grondtoon en de Argentijuscha termijnmarkten sloten 01)
31 januari 5 A 10 centavos per 100 kgr. hooger diati
0)
dcii 24sten. Iii Noord-Amerika was maïs aanvankelijk vast
en hooger, doch teleurstellende inlandsche vraag en beter
weder voor liet dorschen deed dc prjsstijgiug weder verlo-
ren gaail en het slot te Chicago op 31 Januari was onver-
atiderd tegeuover een week tevoren. Van zaken in mais
uit Noord-Amerika naar Europa is echter nog steeds geen
sprake. In Nederland werd cle laatste dagen voor spoedig leverbare partijen weder eenige premie boven latere
1)00-
ten betaald, hetgeen na dc zeer groote aanvoeren van
Januari, duidelijk wijst op het zeei- groote veibruik van
mais in ons land. De markt werd nog gesteund door de
Duitsche vraag, welke ook aan de Nederlandsche markt
weder van tijd tot tijd Plata.maïs opnam. Aan het einde
der week was iii Zuicl-Duitsdhla.nd de stemming voor mais
minder vast en zelfs werden daar veder eenige pai-tijen
naar Nederland verkocht. Ook in Hamburg nam de koop-lust w’at af. Van den Donau wordt bij voortduring weinig
mais afgeladen, hetgeen tot hoogere prijzen voor stoomende
partijen heeft kunnen leiden. In Nederland viel nog al
eenige omzet in stoomende Donaumaïs te constateeren,
doch veel hoogere prijzen waren daarvoor te verkrijgen in Noord.Duitschlancl en Scandinavië. Een deel der in Ham-burg verhandelde maïs was overigens ook voor de Noord-
sehe landen bestemd.

Voor ge i

s t is in dcii loop der week de stemming niinder
vast geworden en cie prijzen zijn voor sommige soorten nogal
wat gedaald beneden het niveau, dat de vorige week was
bereikt. Plata-gerst is geleidelijk goeclkooper te koop geko-
men en ook aan de gerstmarkt te Winnipag heeft eenige
prijsdaling plaats gevonden. Dit alles is voornamelijk het
gevolg van het afnemen der Duitsche vi-aag. Meet- en meer
tracht men in Duitschiand liet verbruik der zeer dure gerst
te vc,rvaugen door maïs en -dit leidde in Noord-Duitschlancl
cii Westfalen deze week tot het aanbod van weclerverkoo-
pers, die hun winst wenschten te realiseeren. Verschepin-
gen van gerst uit Rusland woi-deii ook deze week niet ge-
rapporteerd, terwijl van den Donau het aanbod zeer be-
perkt blijft. Vrij wat gerst echter werd uit Noord-Amerika
verscheept en waarschijnlijk zullen binnenkoit ook van
Argentinië de afladingen een groote,ren omvang aannemen.

H a
v
e r is tegenwoordig beter gevraagd clan eenigen
tijd geleden. Argentijnsche haver kon dan ook, ondanks
groote verschepingen, weder eenige prijsvcrliooging onder

gaan, terwijl van Noord-Amerika de zaken wegens de hooge
prijzen nog steeds onmogelijk blijven. Zelfs is in de afge-
loopen week uit Noord-Amerika in het geheel geen haver
naar Europa verscheept. Te Ohicago en Winnipeg heeft
haver eenige prijsdaling ondergaan, die ivel verband zal
hebben gehouden met cle onlangs gepubliceerde finale ra-
ming van dec Canadeesdhen haveroogst. Onlangs was er
zulk ccii raniing verschenen, waarin de haveroogst zeer
veel lager werd aangegeven dan in de voorafgaande. De
nieuwste cijfers zijn nu voor haver weder heel vat hooger, doch ook nu nog vertegenwoordigen zij geen groote hoe-veelheid in vergelijking met andere jaren.
Zie voor den staat
volgende pagina.

116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1927
Noteeringen.
Locoprjzen te
Rotterdam/Amsterdam.

Chicago
Buenos
Aires
Soorten
1

31
Jan.
1
24
Jan.
1 Febr. Tarwe
MaYs
1

1
Haver.
1

Tarwe Mais
Lzjnzaad
Data
1

S
1

1927 1927
1926
Mei.
Mei.

Mei.
Febr.
Febr.
Febr.
Tarwe (ffardwinter II)
.
.’J
Rogge (No. 2 Western)
.
.1
15,10
13,-
15,20
12,80
16,50
11,50
___
29 Jan.’27 1421/
8

818/
s

48X
11,30

6,10

14,70
22

,,

’27 140

81X

49
11,20

5,90

14,60
Maïs (La Plata)

…….
-9

.
Gerst (48 lbs. malting)

. .
171,-
227,-
167,-
232,-
178,- 175,-
29 Jan.’26

175

847/
s
:

44/
13,55

7.65

15,80
Haver (Canada3) ……..

11,60 11,45 10,75
29Jan.’25
2
03

135
7
I
a

638/
6
18,15

11,05

2
Lijnkoeken (Noord-Amen-

29Jan.’24

110

808/
s

487/
s

10,70

9,80

1950
kavanLaPlata.zaad).i
12,20
12,25 13,40
20Juli’14

82

56/
8

36).
9,40

5,38

13,70
Lijnzaad (La Plata) …..
8

372,_
366,-
366,-

.
1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.

8)

per 1960 KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KQ.

.
Rotterdam
1

Amsterdam
Totaal
Artikelen
.

,

23129Januari

Sedert

Qiiereenk.
1
23I29Januarij

Sedert

Overeenk.
1927

1 Jan.
1927

tijdvak
1926
1927

1Jan.
1927

tijdvak
1926 1927

1926

Tarwe……………..
1
16.563
122.264
71.753

5.994
701
128.258
72.454
Rogge

…………….
1.351
19.906
19.735

_ _
19.906 19.735
Boekweit ………………..
150
758 3.317

67
90
825
3.407
19.124 118.646
89.545

6.366
21.774
12.247
140.420 101.792
6.767
29.095
32.822

602
395

29.607
33 217

Ma1s ……………….

Haven ……………..
859
5.600 5.920
– –
654 5.600 6.574

Genst

……………….

1.460 10.825 10.883

9.828
7.418
20.653
18.301
Lijnzaad

…………….
….

2.102
7.953
26.766



7.953
26.766
Lijnkok

……………
Tarwemeel

…………..
593
6.820
6.826 692
.

2.818
1.096
9.638
7.922
Andere meelsoonten
472
1.465
1.085



1.465 1.085

SUIKER,
schijnt dit weder aan de verschillende bietoogsten geen on- De verschillende suikermarkten fluetueerden de afgeloo-
verdeeld goed gedaan te hebben. rfOch vond

Licht aanlei-
pen week eeuigszius.
ding Zijne laatste raming van den Europeesehen bietsuiker- in A ni e r i .k a waren de cioteeringen voor Spot Ceutrif-
oogst met 6.840.000 tons (5 Januari in Ee. St. Ber. gepu-
gals en op de termijnma.rkt als volgt:
blieeerd) weder te verhoogen en op 6.385.000 tons te bren-

Sp. 0; Jan. Mnt. Mei Juli Spt. Dec. J. ’28.
gen. De gespecificeerde cijfers volgen hieronder:

Slot voorafg. week

. .
5.02 3.16 3.21 3.31 3.42 3.49 3.29


1926127

1926/27

1925/26
Opening verslagweek 5.02

3.13 3.23 3.34 3.40 3.22 3.08
Laatste Ram. Vorige Ram.
Hoogste punt ,…..5.02

3.19 3.29 3.40 3.46 3.25 3.10
Tons

Tons

Tons
Slot verslagweek…. 4.93

3.14 3.24 3.34 3.40 3.20 3.05
Duitschiand …………..1.660.000

1.640.000

1.595.161

De ontvangsten in de AtI. havens der

V.S. bedroegen
Tsjecho-Slowakije ……..1.050.000

1.050.000

1.437.920

(leze week 33.000 tons, de versmeltingen 41.000 tons tegen
Oostenrijk ……………78.000

78.000

78.145

52.000 tons in 1926 en 4e voorraden 135.000 tons tegen
Hongarije …………….180.000

175.000

166.286
Frankrijk

700.000
50.000 tons.
Voor Cubasuiker toonden Raffinadeurs weer meer be-

……………
680.000

746.913
België

……………….230.000

240.000

332.170
Nederland
langstelliiig als gevolg van

grootere

vraag naar geraffi-
…………..285.000

275.000

306.970
Denemarken
tieerde suiker. Er ging het een en ander om tot ongeveer
………….151.000

151.000

182.000

31% dc. c. & fr. New York.
Zweden ……………..21.000.

21.000

204.497

De Cubastatistiek is als volgt:
Polen

………………550.000

550.000

588.770

1927

1926

1925
Italië ……………….310.000

310.000

182.000
Spanje

260.000
Tons

Tons

Tons

………………
260.000

250.000
Rusland

…………….975.000

975.000

1.050.000
Weekontvangsten tot 2211 ..

200.166

137.750

162.947
Andere landen ………..435.000

435.000

300.000
Totaal sedert 1 Jan.-22 Jan

278.438

538.053

549.091
Totaal
Werkende fabrieken

168

169

168
……..6.885.000

6.840.000

7.470.832

Weekexport 22/1

……….63.315

74.657

94.756
Op J a v a liepen in de tweede hand de nominale prijzen Totale export sedert 1-22 Jan

70.460

279.713

329.754
voor S(liker gedurende de afgeloopeii

week ongeveer

f
1’f
Totale voorraad 2211

232.933

271.311

219.337
terug en waren deze aan het slot:

In Engel all d verlaagden Ra4finadeurs de prijzen voor
Superieur disponibelfFebruari
f
1 2;

Superieur

Maart

hun product in alle posities met 6 d. De voorraden zijn
13′-f1(,; Superieur Mei, Nieuwe Oogst, »
205
/s; No. 16 &fh.

groot, waarom eenige raffinaderijen werden gesloten.
clisponibel,
f
11%, per 100 KG., alles vraag.

De termijnmarkt aldaar sloot op te volgende noteeringen:
Ei e r

te

1 a n cl e

fluetueerden

prijzen op

cle

termijn-

Januari

1927 ..

Sh. 18/_

Aug. 1927

….

Sh. 18/101.4
markt in sympathie met New York. De noteeringen sloten
als volgt:
Maart

. .

18153.4

Dec.

,…..

16/94
Mei

18/8
.

.
4
Maart

f
21.
.
De Ziølitbare Voorraden waren volgens Czarnikow:
Mei

,, 21.

aanbod
Augustus

,, 2171

J
1926/27

1925/26

1924/25
De omZet bedroeg deze w’eek 7250 tons.
Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 December

985.000 1.049.000

881.000

NOTEERINGEN.
______________________________________________
Tsjechoslowakije

1 Januari

611.000

934.000

769.000
Londen
Frankrijk 1 December …….398.000

378.000

305.000
Data
Amsterdam
.Vew
York
96°
i
White Java’s
Cuba’s
Nederland 1 Januari

238.000

170.000

195.000 per
Tates
f.o.b.
per
1

96° ci.!.
Centri-
België 1 Januari

………..137.000

223.000

228.000
Maart
Cubesl
No.J
MeilJuni Febr./Mrf.
fijgals
Polen 1Januari

……….292.000

289.000

237.000

kristalsuiker
______
______
______
Sh.

Sh.

8h.

$cts.
Engeland 1 Januari ……..351.000

432.000

162.000

Europa.. 3.012.000 3.475.000 2.777.000
31 Jan. ’27
basis 990
f
211I
3713

16/4

15/4k

4,90
V.S. Atlant. havens 26 Jan

135.000

50.000

40.000
24 Jan. ’27
,,

21
3813

16/9

15;8

5,02
Cuba 22 Jan…………
….

233.000

271.000

219.000
31 Jan. ’26
17
311

14/9

1119

4,27
Totaal ..

3.380.000 3.796.000 3.036.000
31 Jan.
1
25
205/
j

36/6

17/6

14/_

4,65

F.0. L
i ch t deelt mede, dat het weer gedurende de afge-
ruwsuiker
basis 88
0

1
1
loopen wintermaanden, vooral in Januari, te zacht en te
4 Juli ’14
f

11
18
/
82

18/-

3,26
regenachtig was. Dit geldt met uitzondering van enkele ge-
basis 990
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
cleelten

vrijwel

voor geheel

Europa.

Over

het algemeen

f

14
18
/
1

krist.suik. 99° is aan te nemen opf3 p. 100 KG.

2 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

IIp

KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.

– – (Middling Uplands.)

2
8Jan.
1927
21
Jan.
1

1927

14Jan.
1

1927

28Jan.
1

1926
28Jan.
1925

New
York
voor
Middling
.

13,70e
13,60e
13,50e
20,90e
23,90 e
New Orleans voor Middling
13,40e 13,40e 13,25e
20,07e
23,65 c
Liverpool voor
Middling…
7,26 d 7,30 d
7,26 d
10,71 d
12,78 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In duizendtallen balen).

1 Aug.
’26
Overeenkomstige periode
tot
21
Jan.’27
1925126

1924125.

Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.Havens
5
9541

7280

7071

Uitvoer naar Gr.Brittannië

1620

1536

1785
‘t Vasteland ete.

3857

2958

2820
Japan

909

705

557

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
21Jan.’27

1926

1925

2897
1580
1508
Amerik. havens………….
1486
1976
1380
Binnenland …………..
New York

……………
150
,78
201
842
482 420
New Orleans ………….
Liverpool

……………..
897 610 678

Marktberjeht van de Heeren Sir Jacob Behrens &
Sons.

Manchester, d.d. 26 Januari 1927.

De Amerikaansche katoenniarkt kenmerkte zich door een
geregelde vraag tegen vaste prijzen. Het Bureau Rappi

t,
balen aan als :16.61.0.000, een vermeci-dering van ruim een
millioen balen, vergeleken bij het laatste rapport, hetgeen
echter geen iii-‘loetl had
01)
prijzen, daar dit cijfer reeds in
de markt verclisconteerd was. In de Liverpoolmarkt bleef
de goede stemming zich handhaven en er werden 69.000
halen verkocht. idgyptische stapels blijven vast, hoewel de
‘iaig
matig is en voorraden in Alexundrië beginnen toe
te nemen.

merikaansche garens worden goed gevraagd, doch het
is vbor spinners moeilijk hun prijzen te verbeteren. Sinds
liet ruwe materiaal het laagste punt op 4 December jI. be-
reikt heeft, is er een stijging geweest van ruim een penny
er pond. Er zijn de voc

igo week flinke zaken gedaan, doch
hij cle stijging van katoenprijzen trachten spinners hun
iiiarges te verbeteren door hoogere prijzen te vragen, waar-
door de omzet gisteren iets minder groot was. Het moet
eehtei- gezeg(l worden, dat vergeleken met de stijging van
het ruwe materiaal, spinners met hiiii marges slecht af
zijn en derhalve wel gedwongen zijn om te trachten deze te
verbeteren. Naar enkele bunclelga.rens bestaat een goede
vraag voor Bombay, waarvoor clan ook flinke partijen ge-
boekt zijn. In getwijucle garens zijn zaken geclaati voor de binnenlanclsche markt en cle vraag
is nog niet uitgeput. Naar Egyptische stapels bestaat wel
belangstelling en er woi-den goede zaken gedaan, zoowel
in twist als veft garens. Ook haar boometi •in enkele ga. rens, bestewd voor Poplins, bestaat een goede vr.aag. In
getwijndle garens zijn flinke hoeveelhe:Ien voor Indië ge-
plaatst sedert ons laatste bericht, terwijl ook voor cle bin-
neulandsche markt in divere styles op bescheiden schaal
vnt omgaat.
Doekprijzen blijven vast en toonen neiging tot stijgen.
Sedle.1t dc jaarswisseling zijn ongetwijfeld meer zaken ge-
daan cii is Lancashire iii staat geweest haar positie aan-
nierkelijk te veibeteren, speciaal in stapelartikelen. Velen
zijn teleurgesteld, dat het aantal geboekte orders niet groo-
ter is, doch men moet niet vergeten, lat de capaciteit van
Lancashire zeer groot is, speciaal rin er meer fabrieken lan-
geren tijd werken. Ook zijn koopers niet geneigd eenige
prijsverhooging te betalen, zooclat zaken dikwijls zeer moei-
lijk tot stand komeu:u, terwijl vele aanvragen dikwijls meer
dan eens voor prijsverbetering teruggewezen moeten wor-
den. Daar staat tegenover, dat er een geregelde onder-
stroom van orders is, die niet overzien mag worden, hoe-
wel deze niet op een speciale style of mai-kt betrekking
hebben. De toon in de markt blijft gezond en de fabrie-

ken in Lancashire zijn in bijna alle soorten goederen voor
den cerstea tijd bezet.

19Jan. 26Jan. Oost. koersen. 18Jan.25 Jan.
Liverpoolnoteeringen. T.T. op Br..Indië 1/61 1161
F.G.F.Sakellaridis 13,95 13,70 T.T.opHongkong1/1i 210
G.F. No. 1 Oomra.. 5,55 5,50 T.T.opShanghai216 216%

KOFFIE.

Over cle afgeloopen week kan niet veel nieuws worden
bericht. De stemming voor het artikel bleef onveranderd
kalm, hoewel niet flauw. Aan de termijnmarkt bewogen
zich de noteeringen binnen zeer enge grenzen, waardoor
cle prijzen aan de call van hedenmorgen ten slotte slechts
zeer weinig verschil toonden met die van een veek ge-
leden.
Iii Brazilië kwam, voor
zoover
liet San.tos betreft, zoo
goed als geen veranclei-ing iii de kost- en vracht-aanbiedin-
gen; die van Rio liepen echte,r eene fractie op, hetgeen
hoo
g
stwaarschijnlijk is toe te schrijven aan het langzamer-
hand afnemen der aanvoeren uit het binnenland in de
haven van Rio. Tegenover 375.000 it 440.000 balen per
maand gedurende Juli tot November 1926 bedroegen de
aanvoeren in December 1926 – 324.000 balen en in Januari
1927 slechts 186.000 balen. Deze teruggang schijnt er op
te wijzen, dat de voorraden in liet binnenland beginnen
teti einde te loopen.
De offertes uit Indië van Palembang Robusta liepen in
de afgeloopen week, nadat de prijs eerst nog gedaald was
van 39 op 3834 et. per 34 KG. cif. voor pi

ompte vorsche-
pii.ig, wederom iets op, terwijl de aanbiedingen van de
andere Robusta-soorten vrijwel onveranderd bleven.
Naar aanleiding van de slechte kwaliteit van de meeste
afladiugen van Palembang Robusta in den loop van 1926,
heeft, naar dezer dagen alhier bekend is geworden, de
Resident van Palembang op verzoek van de,n Indiechen
handel er de inlandsche koffieboeren op gewezen, dat liet
hun eigen belang is, wanneer zij hun product in het ver-
volg weder zoo zorgvuldig mogelijk bereiden en aan cle
markt brengen. Dat de naam van deze soort dooi

boven-
bedoelde minderwaardige afladingen werkelijk zeer geleden
heef t, blijkt ten duidelijkste uit het feit, dat in December
1925 de prijs ei- van in Indië circa 13 pOt. lager stond dan
die van Robusta W.T.B. f.a.q., terwijl hij in het nudden
vati December 1926 circa 33 pCt. lager was, zonder dat
daartoe eenige zaken van beteekenis naal- Europa konden
worden gedaan.
Gewasschen Centraal-Anierikaansche koffies zijn de laat-
sta week ook iets gemakkelijker in prijs geworden. Zoo
wordt op het oogenblik Guatemala $1,-
ii
134 per 50 KG.
lager aangeboden dan in het begin van Januari; Salvador
is zelfs nog iets meer gedaald. De teruggang in prijs van
Santos op prompte verscheping in cle afgeloopen maand be-
droeg ongeveer 2/6 per ewt.,
doch
Rio steeg ongeveer
11
6
.
])e prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 8216 ii 84/- per
cwt. en van dito Prirne ongeveer 85/ it 8616, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, pi-ompte versche-
ping, bedi-agen 7113 ii 71/6.
Van Bobusta op aflacling van Nederlanclsch-Iridië zijn ile prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Bobusta, Februari/Maai-t verscheping, 3934
et.; W.T.B. f.a.q. Roiusta, Februarijk[aar.t verschephag, 54
ct., alles per 34 KG., cii., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 57 ct.
per.
34
KG. vooi Superior Santos en 50 et. voor Rohusta.
De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmai-kt wa-
1-en aan de ochtend-caIl als volgt:

Santos-contraetGemengd Contract

basis Good

basiv Santos Good

Mrt.
I
Mei
I
Sept.1 Dec.
11
Mrt.
1
Mei
I
Sept.I
Dec.

lFebr.
451
/
44
42%
401/
8

4334
428/
8

38′,
36%
25 Jan.
45i/
44
42%
43ij
4ti/
38y.
3634 18

,,
46
7
/8
44
42
5
/8
407/
8

4434
428/
t

39
1
/8
37t
11

,
47%
4584
42
4434
3’/8
405/
s
384,,

De slot-noteeringen te New.York
van het aldaar
geldende
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren

Maart

I
M e i

I

Sept.
Dec.

31 Jan ………
$
14
?
5
0

$
13,91
$
12,62
$
12,21
,,

14,35
13,75
12,45
12,01
24

,……….
,,

14,60

.

,, 14,-
12,84 12,50
17

,……….
10

,.

……..
.,,

14,96
,,

13,37
13,23 12,85

Rotterdam, 1 Februari 1927.

118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Februari 1.927

THEE.

De theemarkt handhaafde in cle afgeloopen week cle vaste
stemming, die een week ge]eden
ingezet
werd, alhoewel bij
het slot de stemming wat flatiwer was dan bij de opening.
Todh kenden de prijzen nog ongeveer
34
cl.
per Ib. rijzen,
alleen de Javathee, die cle vorige week het ineëst van dc
rijzing geprofiteerd had, was thans nauwelijks prijhoci-
ilenci voor alles wat eenigsains ordinaire was.
Officieel werd medegedeeld, dat de Britsch-:[ndisehe thee-
oogst tot ulto. December 345% millioen lbs. bedroeg tegen-over 317% millioen lbs. voor 1925, een vermeerdering voor
het afgeloopen jaar dus van bijna 28 millioen l’bs.
Hier is men in afwachting van de veling van 3 Februari,
terwijl de aanvoeren ook voor de volgende veiling ruim
blijven.
Amsterdam, 31 Januari 1927.

COPRA.

De markt opende vast en bleef gedurende den loop der
week goed prijshoudend. Aan het slot was de stemming
wat gemakkelijker, hoewel het aanbod van importeurs’ zijde
beperkt bleef.
De noteeringen zijn:
Nederl.-J.ndische luis., stoonieicd ………
f
32%
Jan/Febr. afi. …. ..33
Febr.[Mrt…….”

IJZER.

In de veertien
(lagen,
welke sedert de publicatie van het
vorige marktbericht zijn verloopen, zijn geen belangrijke veranderingen in den toestand van de ijzer- en staalmarkt opgetreden. De algemeen dalende tendenz heeft zich nog
eenigermate versterkt: de prijs van Lux. 3 is opnieuw met 2 sb. verlaagd, terwijl de prijzen voor walsproducten ver-
der scherp zijn gedaald. Stafijzer wordt tegen £ 5 ver-
handeld.
Ii Engeland is de markt vast, nog altijd zijn hier de
hooge kooksprijzeri een belemmering vooi- verlaging der
ruwijrLerprijzen.
De Fransche producenten hebben de Frebruari-prijzen
nog niet vastgesteld, het wachten is hier op een besluit
der kooksproduoenten, tav, den prijs, die waarschijnlijk
naar benedeû zal gaan. In dit geval zullen ook de ruw-
ij•aerprijzen worden verlaagd.

Noteering in de week van

17/23 Jan.
24/30 Jan.I25/31
Jan.
1927
1927 1927

Ruwijzer.
f.o. b. Middiesborough
Sh.

.
Sh.
Sh.
Cleveland Foundry no. 1
90/6 90/6
73/_
3
85/6
8516
7016

,,

,,

4
8416
84/6
69/6
Hematite East Coast Mixed Numbers ..
90/—
901—
7716

Wagon départ Longwy
(Lot haringen)
Frs. Frs.
Frs.
Moulange P. L. no. 3..
540,_
540,—
367,-
Semi-phosphoreuse …
580,—
580,_
382,-

eb Werk RheinL-West falen
Mk.
Mk. Mk.
Giessereiroheisen

no. 1
88.—
88.—
88.-

11

3
86.—
86.—
86.-
93.50
93.50 93.50
Hamatit…………….

f.o.b. Antwerpen
Sh. Sh.
Sh;
Gieterij ruwijzer no. 3.
75/_78
75-78
61/.

Walsproducten.

.

02/6-105

f. o. b. Antwerpen (vtijbl.)
Sh.
Sh.

Stafijzer

…………
100_102,6

.
122/6—
Plaatijzer

5 mM………..
12316
120

3

,
……..
130-132/61
130

STEENKOLEN.
Afwezigheid van aanvragen van beteekenis is het ken-
merk van de laatste (lagen
op
de Engelsche kolenarkten.
Vooral in Cardiff wordt geklaagd over gebrek aan afzet.
De prijzen zijn daar sterk aan het afbrokkelen. In New-
castle is de vraag wat beter, terwijl ook cle Sdhotsehe
markt ziob vrij goed gehouden heeft.
De markt in Westfalen blijft in ddn doen en vast.
De prijzen zijn als volgt:
Northumberland Ongezeefde ………….
f
12,30
Durham Ongezeefde ………………… ..12,45
Cardiff 2/3 Large 113 Smalls ………… ..14,75

Sehotsche

Gezeefde

…………………
..12,15
Yorkshire Gewasscheu

Doubles

……….
,, 16,25
Te.stf
aa
1 sche

Vetförcler

……………..
..14,25
Vetstukkeii

……………
,, 16,25
Smeenootjes

…………..
..16,—
Gasvl:tmförder

…………
..14,25


illcs per toii
van
1000 KO., franco station Rottrdam/Am-
sterdam.
Westfa:ilsche hunkerkoleri f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
12,25.
Markt prijshoudend.
1 :lfebruari 1927.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
I

Tin
lytisch

I

Lood
I

Zink

31 Jan. 1927..
54.10/_
62.215
292.2/6 26.10/_ 29.5/_
24

1927..
55.216
62.10/—
299.7/6
26.1016
29.15/_
17

1927…
55.15/_
62.151_
301.17/6
27.1716
31./12/6
10

1927..
55.10/_
62./5
301.1716
27.15/.
32.2/6
1 Feb. 1926..
58.10/_
65.7/6
279.12/6
34.10/_1
37.2/6
20 Juli 1914..
61.-1—
145.15/—
19.—/—
1

21.10/-

VRACHTENMARKT.
De Noorci-Amerikaansche graanvraehtenmarkt was cle
afgeloopen week iets kalmer en, ofschoon het aanbod van
tonnage niet overvloedig is, blijft de vraag betrekkelijk ge-
ring. Van cle Northern ilange werd naar Antwerpen of Rotterdam 17 cents per Febr. betaald, naar Bremen 18
cents, terwijl naar Portugal 4/134: per qtr. werd gedaan.
Van West St. John werd een aantal Februari boeten be-
vracht naar de Middellandsche Zee op basis van
2134
cents
per 100 lbs., basis 66n haven. Van Montreal was de vraag iets beter. Naar Antwerpen of Rotterdam werd
1534.
cents
per 100 lbs. betaald en naar de Midclellandsche Zee 19
cents.
De West-Indische suikervracht,enmarkt was kalm en of-
schoon e,en flink aantal orders wordt gecirculeerd is de
vraag niet groot. Een Maart-boot yan 65/6800 tons werd
bevracht van Cuba naar U.K./Contiiieut tegen 211-, doch
in
is voor die positie 2.116 te bedingen.
De North Pacif ie bleef kalm en er w’erd slechts édn be-
vrachting gedaan, ul. een 7000 tonner van Vancouver tegen
de lage vracht van 35f9 per Fe.brnari naar U.K./Continent.
De markt van de La Plata rivier bleef levendig. De
vrachten zijn eebtei voor de vroege posities iets minder
vast geworden en per Februari werd van de, boven La Plata
havens 28/9 betaald, hetgeen ee.hter nu niet meer kan
worden herhaald.
De chilisalpeter vrachtenmarkt verschafte eenige vraag
naar lijnbootruimte. Er is slechts weinig ruimte beschik-baar en liet overgebleven gedeelte vraagt 40/- naar Ant-
werpen/Hamburg range. Maart/April ruimte is geboekt
naar Diiinkerken/Plamburg range tegen 30/-, welke vracht
ook is betaald voor ruimte naar Londen/LiverpoolfGreen-
ock, met 9 cl. extra voor Leith.
De oostelijke af deelingen bleven alle vast, doch van Aus-tralië was de meeste vraag. Van Wlacliwostock is per April/
Mei 5000 toiis geboekt op basis van 31/3 naar Hull[Rottsr-
dam/Hamburg, 32/6 Scandinavië.
Van Sydney is per Februari voor een boot van middel-
matige grootte naar de Middellanclsche Zee/UK/Continent
4819 betaald, terwijl West-Australië een aantal bevrae.htin-
gen tot stand bracht op basis van 43/9 per Febr/Maart.
Burmah bleef kalm en de eenige afsluiting was een
7000 tonner naar Antwerpen/Hamburg range op basis van
3216 per Febr./Mrt.
Van den Donau vonden geen bevraehtingen plaats. De
Zwarte Zee is kalm; per Februari werd 15/- gedaan.
De Middellandsche Zee was levendig en er werd veel be-
vracht. De volgende vrachten werden o.a. betaald: Bona/
Rotterdam 516, Tyiie Doch of Sunderland 7/9, La Goulette/
Maryport 9/-, Oran/Botterdam 6(9. Fosfaat werd slee.hts
weinig bevracht.
De vrachten van de Golf van Biscaye bleven vast en de
meeste vraag is voor U.K. Er werd betaald: Bilbao/Middles-
borough 6/9 en 71-, Cardiff 6/3, IJmuiden 6/3, Santander 6/-.

Auteur