Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 576

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 12 1927

12 JANUARI 1927

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

S

1

Econom1
*
sch+Statistische

Ber1
*cht
*
en.

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E
JAARGANG

WOENSDAG 12
JÂNUARI
1927

No. 576

INHOUD

Blz.

HET’ JAARVERSLAG VAN DE VERZEKEIIINGSKAMER OVER
1925
door
Prof. Dr. A. 0. ilolwerda ……………
.26
De Vrachtenmarkt gedurende de tweede helft van
1926

door
C.
Vermey …………………………….
2
7

De Haringvisscherij in
1926
door
P. E. van Renesse.

29

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
aet tweede jaar schadevergoedingsregime’ II door
Dr. F. H. Repelius ……………………….31
Eenige opmerkingen over de grondslagen van steun-
verleening inzake werkloosheid door
F. vonKoch 33
AANTEEKENINOEN:
Het Tractaat met België (uit de Rede van B. Hel-
dring) ………………………………..
3
5

Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
37

Emissies in
1926……………………………38
BOEK AANKONDIGING:
Dr. W. M. F. Mansvelt: Geschiedenis van de Neder-
landsche Handel-Maatschappij, bespr. door Prof.
Dr. Z. W. Sneller ………………………..
38

MAANDCIJFERS:
Emissies in December
1926 ………………….40
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………………
41-48
Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.
I
Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECOiVOMISC IIE GESCIIRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J.
Ter
pstra.

ECONOMISCH-STATISTISCILE BERICII’I’EN.
COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. II. van
Lennep
;
Mr. K. P. van der Mav4ele;
Prof.
Dr. E. Moresco;
M
r
. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid’: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.

Met ingang van 1 Januari jl. is belast met de werksaarn-
heden van Redacteur-Secretaris: de heer S. Postkuma. Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 3408.

Abonnemert4sprijs voor het weekblad franco
p.
p. in
Nederland f 20,—, Buitenland en Koloniëiv, f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van aboniwinenten en adver-
te’n,tïes: Nijgh
cG
van Ditm.ar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postch.èque- en giro-
rekening No. 6729.

ii JANUARI
1927

Do geidmarkt werd ‘deze weèk veel gemakkelijker.

liet aanbod van geld was reeds direct na de jaarswis-

seling grooter en groeide nog geregeld in den loop

der week. De prolongatierente, die de vorige week tot

4% pCt. was opgeloopen, opende met een noteering

van 3% pCt., terwijl aan het einde, der week voor 3

pOt. werd afgedaan. Ook particulier disconto noteerde

lager. Eet aanbod van geld was ook hiervoor belangrijk

grooter en hoewel er veel papier op plaatsing wachtte,
kotl ‘men Zaterdag reeds voor
38f
pOt. afdoen.
* *
*

• Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank blijkt

db post binnenlandsche wissels met
f
1,4 millioen te
zijn afgenomen. De beleenirigen daalden met
f
20,6

rtliliioen en bewegen zich dientengevolge thans weder

‘vrijwel op het niveau van vdSr de jaarwisseling.

De voorraad gouden munt verminderde met een

kleine
f 100.000.
lIet hoofd muntmateriaal geeft een

stijging vati
f
1,2 millioen

te zien. De zilvervoorraad

klom met ruim
f
400.000. De daling van
f
8,1 mii-

l.ioen, die de diverse rekeningen onder het actief te

zien geven, correspondeert nagenoeg geheel met de

gelijktijdige stijging van len post papier op het bui-

tenland, die in de afgeloopen week van
f
187,2 mil-

lioen tot
f
194,9 millioen toenam.

i’Do biljettencirculatie daalde met
f
34,6 millioen.

Het tegoed van het Rijk vertoont een vermeerdering

van
f
6,4 millioen. De rekening-courantsaldi van

anderen blijken met
f
8,5 millioen te zijn gestegen.

Het beschikbaar
,
metaalsaldo klom met
f
5,9 millioen.

liet dekkingspercentage bedraagt ruim 50.

‘De huitenlandsche wisselmarkt had weder een stil

verloop; het nieuwe jaar bracht nog geen opleving.

Ook kwam er maa weinig verandering in de koersen.

Londen en Now York bleven vrijwel onveranderd. Ook

Parijs, hoewel iets flauwer, daalde slechts 1% â 2 cent.

i)aarentegen waren Marken opnieuw veel lager en

liepen tot 59,30 terug. Verdere fluctuaties van betee-
kenis kwamen overigens alleen voor in Madrid, Oslo

ei Milaan. De eerste twee- wissels waren vaster, 38,45

—38,88 en 63,20-63,65; en de laatste was flauwer,

11,32-10,96-11,04.

LONDEN, 10 JANUARI.

De gel’dmarkt was gedurende de geheele vorige

week ruim voorzien. Toch begint de terugbetaling van

iit van de Bank van Engeland geleende geld invloed

uit te oefenen en doet zich ook heden sterker gevoe-

leo. Morgen vervallen de laatste bedragen bij de Bank

van Engeland en dan zal men pas kunnen overzien of
de gel’dmarkt al of niet voldoende vlottend materiaal

tr beschikking heeft.

..Djsconto, na ‘door ‘de gelciruimté eerst zwak te zijn

geweest, besloot de week vast op 4%—%. Nu de reduc-

tie in de Bankrate niet onmiddellijk in den aaiivang

van het jaar heeft plaats gehad, begrijpt ben, dat deze

nog wel eenigen tijd pp zich kan laten wachten. Een

verlaging ‘van het ‘disconto in New York zal trouwens

aan een verlaging hier moeten voorafgaan en nu de

Governor van de Bank van Engeland op bezoek is ge-

gaan in New York zal de Bank vtldr zijn terugkeer in

iëder geval wel’ geen actie nemen. Het aanbod van

papier is echter gring –

26

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1927
t

HET JAARVERSLAG VAN DE –

VERZEKERINGSKAMER OVER 1925. i

Het jaarverslag van de Jerzekeringskamer over

1925, in December 1926 verschenen, bevat tweeërlei

soort mededeelingen, en wel mededeeliogen die voo-

al voor het bedrijf zelf van belang zijn, en mededeelin-

gen, die mede tot de groote kring van verzekerden 6h

candidaat-verzekerden gericht, zijn. Het iijn vooral

deze, laatste, •die ons hier ter plaatse interesseeren.
L’

Vooropgesteld zij, .dat het jaar 1925 voor het leven-
verzekeringsbedrijf een bij uitstek gunstig jaar isg-

weest; dit toonen ons bijgaande cijfers ten
.
duidelijksté.

1923 1924 1925″

Totaal batig saldo ……
8.403.371 9.705.012 16.302.245
waarvan ten bate van de
verzekerden enof hun
waarborgen:
buiteng. afschrijving
1)

647.376

207.941

955.497
buiteng. versterking

van reserven …….
3.545.759 4.854.424

9.767.554
winst aan verzekerden2)

65.645

918.542

1.335.196

4.258.780 5.980.907 12.058.247
waarvan ten bate van an-

deren, zijnde dividend,

.

tantième, belasting, enz.
1.231.487 2.922.169

3.341.904
overgebracht op nieuwe
rekening2) ……………
2.913.104,

801.936

902.094

) voornamelijk op vaste goederen.
) de groote onregelmatigheden’ vinden hun oorzaak groo-
tenclee.ls hierin, dat enkele grootere ondernemingen de winst
aan cle verzekerden .niet jaarlijks verdeelen.

De absolute grootte van deze winstcijfers moet m&n

uiteraard beoordeelen in verband met den omvang van

het bedrijf, dat de Verzekeringskamer calculeert op

rond
f
2.400.000.000 verzekerd bedrag, met rond

f
500.000.000 reserve (zonder de extra reserven). De winst in 1925 is dus inderdaad belangrijk, doch dien-

de voor het grootste deel tot versterking van het be-

drijf en dus, mag men zeggen, tot versterking van de

waarborgen voor de verzekerden. Slechts als deze vr-

sterking overmatig zou
blijken
te zijn, ‘zouden ook

aandeelhouders en tantièmisteifi hierbij een toekom-

stig belang hebben.
Het antwoord op de vraag of de’ versterking van

het
bedrijf
thans overmatig is of’ niet, wordt min 6f

meer beheerscht .door den meer of minderen optimisti-
schen kijk, van wie deze vraag stelt op de toekomst en
boven alles op het toekomstige netto-rendement van de
beleggingén. In het algemeen kan men zeggen, dat

het Nederlandsche
bedrijf
krachtens .haar tarieven
haar calculaties maakt op een 4 pot. rentevoet, dat
wil zeggen, .dat. men verwacht, dat in de toekomst in
doorsnee netto 4 pOt. rente op rente te kweeken is van
de beleggingen, die uit de bestaande -verzekeringsporte-

feuille zullen voortvloeien. Er is dus momenteel edn

nog
altijd
aanzienlijke rentewinst. Doch er is even-

zeer een ‘dalende tendens in •den rentestand waar te

nemen, waarvan de toekomstige winst van het bedrijf den ‘terugslag op den duur onvermijdelijk zal . onder-

vinden. Door ‘het
bedrijf
thans aanzienlijk te verster-

ken, doet men in elk opzicht een goede daad: de van

de aldus gecreëerde
vrije
reserven te kweeken renten

kunnen langen
tijd
de winsten op een behoorlijk peil

houden, todat eventueel het tijdstip aan, zal brekeii,
waarop men deze
vrije
middelen noodig ‘heeft, bij

voorbeeld omdat de ‘nieuwe beleggingen de verwachte
theoretische rente niet meer opbrengen. Meerdee

stabiliteit dus van he bedrijf en meerdere zekerheid..
Deze’politiek van versterking, .die ‘door de vooraan-

staande
bedrijven
uit eigen
vrije
beweging wordt ge-

volgd, wordt door de Verzekeringskamer met ‘dank-

baarheid geconstateerd. Op grond van de bekende uit-eenzettingen van Prof. Cassel in de kwartaaloverzich-
ten van de Skandinaviska Kreditaktiebolaget en van
een artikel (of interview?) van J. D.Stratfor’d, chair-
man of the Railroad Owner’e Association (de oor-
spronkeli.jke publicatie wordt niet ‘vermeld, wel echter

en
vertaling – of uittreksel? – in het Amster-

dam sch Effecten))] ed) concludeert de Verzekerings-

kamer, dat men met absolute zekerheid omtrent den

toekomstiget rentevoet wel niet veel kan voorspellen,
maar dat de voorzichtigheid medebrengt, dat men he’t

bedrijf in ‘deze goede jarenverstérkt, opdat men later

de goede vruchten daarvan zal kunnen plukken. Dit

is een conclusie die wel niet voor tegenspraak vat-

baar is. Beleggen brengt beleggings-risico mede, d.w.z.

kans op winst èn kans op verlies. Wie de verliezen,

die op den ‘langen duur nooit’ geheel zullen kunnen

uitblijven, het hoofd wil kunnen bieden, moet in de

erioden van winst de middelen «daarvoor’ ter zijde

stellen.

Het prikkelt natuurlijk onze nieuwsgierig’heid, of

de Verzekeringskamer hier alleen constateert wat er

in het bedrijf werkelijk gebeurt, of dat deze Kamer

nog aan onwilligen ,,adviezen” gaf, dat het aldus ge-

beuren moet. Uit den aard van de zaak is er bij de

levensverzekeringsmaatschappijen nog een belangrijk

,,kwaliteits”-verschil; het spreekt vanzelf dat dit niet

in de paar jaar dat de Kamer bestaat weg te werken

is, als het al ooit weg te werken zal zijn! Het advies-

recht, in art. 24 der Wet geregeld, dat, handig en soe-

pel toegepast, voor de zwakke broeders ,zelfs kan ont-

aarden in een soort ,,bevoogding”, is een belangrijk

punt in de Wet, waarover het publiek echter in het

donker blijft tasten. Omtrent de veelvuldige officieuze
adviezen, die uiteraard een vertrouwelijk karakter

hebben, kan niets worden gepubliceerd dan eenige al-

gemeenheden; en publicatie van de officieele advie-
zen is de stok achter de deur, als de betrokken onder-

neming weigerachtig blijft ‘het advies op te volgen,

en kwam ‘tot lieden niet voor. Tegenover het publielc realiseert zich ‘de werkzaam-
heid van de Verzekeringslcamer het duideljkt, als

er een onderneming onder de zoogenaamde ,,’noodre-

geling” wordt. geplaatst. Tot ultimo 1925 zijn aldus

9 levensverzekeringsondernemingen en 4 spaarkassen
opgeruimd. Deze 13 noodregelingen hebben echter

allen te samen betrekkelijk weinig stof doen opwaaien.
Onverwacht kwam geen ‘dezer liquidaties; van verre-

weg de ‘meeste heeft het
ingewijden
in het bedrijf

slechts verbaasd, dat men de zaken al niet, veel eerder
had stopgezet, wegens gebrek aan levensvatbaar, cii

– meestal een direct gevolg daarvan – gebrek aan
middelen.

In het nigemeen blj’kt de schoonmaak in het bedrijf

te beginnen met de kleineré zalcen, klein ook in dien

zin, dat velen als het ware op de grens staan van het levensverzekeringsbedrijf en van wat men noemt de
begrafenisfondsen. Onder deze fon’dsen zelf is de
schoonmaak ‘nog veel grooter. Van de 232 fondsen,
die onder de Wet vielen, zijn er ultimo 1925 reeds 33
opgeheven en 41 overgedragen, zoodat er nog 158 over-
bleven (plus 53 waarvan nog moet worden uitgemaakt
of zij al dan niet onder de Wet vallen).

Ook met de coisolideering van het zoogenaamde
Spaarkasbedrijf is in 1925 voortgegaan. Toch arbeiden
er nog immer 36 van dit soort instellingen in ons
land, vermoedelijk nog altijd te veel. De Verzekerings-
kamer constateert dan ook een zekere neiging
bij’
en-

kele dezer spaarkassen om zich op het terrein van de

zuivere levensverzekering te gaan bewegen. Daar men ook hier geen behoefte heeft aan meer gegadigd6n, zal
dit hun .de strijd om het bestaan niet gemakkelijker

maken, temeer omdat ‘de Verzekeringskamer vanaf den
aanvang kan aandringen op veilig beheer, d.w.z. ruime
reserven, maar dat wil ook zeggen, bij deze in het
algemeen matig gekapitaliseerde ondernemingen, wei-
nig marge voor nieuwe extra-kosten. Een ander toe-vluchtsoord voor het te veel aan spaarkassen ziet de
Verzekeringskamer
bij’
financi.eele instellingen, die zich
van zulk een spaarbedrjf’ willen meeter maken om
aldus een déboucbe te hebben voor beleggingen van
dubieus gehalte. Uit al deze en nog andere opmerkin-

gen van de ‘Kamer
blijkt
wel overduidelijk, dat het

IF
12 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTI

SCHE BERICHTEN

27

toezichtop het Spaarkasbedrijf geen sinedure is..

Uit wat te Verzekeringskamer ovei misbruiken ver-

telt, die zij is tegengekomen, blijkt wederom, dat veel
van haar aandacht aan het.,,kleine” bedrijf moet wor

den geschonken. Het uitspannen van verzekerden, dat
do Kamer terecht zeer scherp veroordeelt, is een
typisch euvel van de volksverzekering; het creëeren

van, productie door bij voorsc’hotjes van
f
50 polissen

van meei dan 10 maal dat bedrag te eischen, is even-

zeer een misbruik van het kleine bedrijf. Een mis-
bruik van anderen aard signaleert de Verzekerings-
kamer nog: het schijnt, dat er assuradeuren zijn clie

hun bemiddeling verleenen voor het sluiten van
levensverzekeringen bij buitenlaridsche Maatschap-

pijen, clie krachtens •de Wet niet bevoegd zijn hier te
lande het bedrijf uit te oefenen. De Kamer waar-
schuwt, dat wie aldus doet, zich blootstelt aan straf-
vervolging op grond van art. 69 der Wet. Toegelaten
buitenlandsche Maatschappijen, die een vertegenwoor-

diging hier to lande hebben krachtens art. 20 en die
de reserve van de Neclerlandsche posten hier in Ne-

•derland moeten deponeeren, zijn er maar een 8-tal,
waarvan nog 66n Nedorlandsch-Indische. Merkwaar-

dig is daarbij, dat een tweetal der toegelaten Engel-

sche Maatschappijen nog steeds niet de volle reservc

voor haar v66r ultimo 1923 gesloten posten deponeer-
den. Men mag aannemn, dat de op dit punt vrij

rigoureuze Engelsche Wet moeilijkheden in den weg

legt, doch daar het. verslag van de Verzekeringskamer
hierover zwijgt, tast men omtrent de werkelijke oor-
zaken in het duister.
Overigens blijkt, dat het belang van buitenlandsche
Maatschappijen in Nederland, voor zoover die belan-
gen althans niet aan de officieele waarneming ont-

snappen, omdat er verzekeringen op de boven genoem-
cle onwettige wijze tot stand kwamen of omdat verze-
kerden zich rechtstreeks tot buitenlandsche onderne-
mingen wendden, gering blijft, evenals trouwens het

belang van de Nederlandsche Maatschappijen in het buitenland, als men natuurlijk Nederl.-Indië uitzon-
dert, en ook uitzondert de, vermoedelijk gering in
aantal zijnde, posten, die buitenlanders rechtstreeks

bij de Nederlandsche ondernemingen. aanv.roegen. Der-
gelijke rechtstreeksche aanvragen zijn in hoofdzaak

een verschijnsel, dat parallel loopt met wantrouwen in de eigen munt. Van cle landen, die in aanmerking

komen om dergelijke posten aan ons land te leveren,
wordt. Duitschiand meer en meer uitgeschakeld, en
in Frankrijk, waar nog menigeen zijn bezit gaarne

buiten de grenzen weet, is het sluiten van levensver-

zekeringen bij aldaar niet geconcessionneerde Maat-

schappijen ten eenenmale en op de meest absolute
wijze verboden, zoodat feitelijk geen onzer Maatschap-

pijen dergelijke aanvragen van die zijde in behande-

ling kan nemen.
Internationaal is de levensverzekering alleen door

de herverzekering, hoewel blijkens de cijfers door de
Verzekeri.iigskamer medegedeeld ook dit belang niet

groot is: ultimo 1925 was er slechts 34 millioen in

het buitenland herverzekerd. Als de Verzekeringska-
mor nog had opgemaakt hoeveel van de reserve dier
34 millioen in Nederland wordt gedeponeerd of door
onderpand is gedekt, dan zou dit belang zeker nog
aanmerkelijk kleiner proporties hebben aangenomen.
Het Nederlandsche levensverzekeringsbedrjf blijkt,

alles te zamen genomen, een hecht en bloeiend na-

tionaal bedrijf te zijn, van toenemenden omvang en
heteekenis. Dank zij vooral de gunstige omstandighe-
den en de goede leiding van de betreffende Maatschap-
pijen, vond in 1925 een aanzienlijke versterking van

het bedrijf plaats. Dank
zij
de Verzekeringskamer zal

het hopenljk hoe langer hoe minder voorkomen, dat

een bedrijf
niet
onder goede leiding staat. Doch de
Verzekeringskamer, hoe waakzaam en hoe deskundig

ook, kan nooit garandeeren, dat er nimmer meer ver-
keerde dingen zullen gebeuren. Ons wettelijk toezicht
berust op het principe van vrijheid ten opzichte van

ie uitoefening van het bedrijf: de Verzekeringskamer

oort daardoor van genomen maatregelen als regel
erst als deze al genomen zijn, want men behoeft niet,

cooals bijvoorbeeld bij het Duitsche voogdijsysteem,
tevoren voor alles toesternming te vragen.

Het publiek moet dus ook nu wij een Verzeke-
ringskamer hebben, zelf toezien, dat het zijn belan-,

en toevertrouwt aan ondernemingen, clie .dit ver-

trouwen ook inderdaad verdienen. De gelegenheid

daartoe vindt men in de wettelijk voorgeschreven (en

periodiek door de Verzekeringskamer te controleeren)

publicaties, die in de jaarverslagen moeten worden
opgenomen. Wie wil weten hoe én bepaalde Maat-

schappij ei’ voor staat, raadplege het verslag dezer

Maatschappij; uit het verslag van de Verzekerings-
kamer, waar alleen do balansen en winst- en verlies-

rekeningen worden opgenomen, blijkt zullcs in het

Ugemeeu niet. Daarentegen geeft dit laatste verslag
een uitmuntend beeld van .den toestand van het be-
drjf als 66n geheel genomen, evenals het jaar tevoren

in den vorm gegoten van een verzamel-balans en een
verzamel-winst- en verliesrekening. Het eind-resul-

taat hiervan, de winst en haar verdeeling, is hierboven

reeds besproken. Uit alles blijkt, d.at men te maken

heeft niet een overwegend zeer gaaf bedrijf.
Het verslag van de w’erkzaamheden der Verzeke-

ningskamer is, het spreekt vanzelf, een verslag, .dat
veel critische opmerkingen bevat; haar taak is criti-
see.ren, prijzen mag zij niet. Doch als zij dit wèl

mocht, dan zou blijken, .dat er .ten slotte toch méér te

prijzen clan te critiseeren viel!
Dr.
A. 0.
H0LWERDA.

DE VRACHTENMARKT GEDURENDE DE TWEEDE

HELFT VAN 1926.

Moest het overzicht der vrachtenmarkt gedurende
hot eerste seniester 1926 noodzakelijkerwijze in mineur

worden gehouden (zie Econ.-Stat. Berichten No. 552

.d.do. 28 Juli jl.), immers waren de eerste 415 maan-
den van 1926 zeer ongunstig voor de algemeene

vrachtvaart, het conflict in de Engelsche mijnindus-
t.i’e is oorzaak, dat ten slotte het afgeloopen jaa als
geheel genomen niet onfortuinijk voor de wilde vaart

is geweest. Reeds aan het slot onzer vorige beschou-
ving wezen wij op den invloed, die door de groote

vraag naar ruimte voor het vervoer van kolen van

Noord-Amerika naar Engeland op het algemeen vrach-

tenpeil werd uitgeoefend. Noord-Amerika exporteerde
van 1 Januari tot ulto. October 1926 26.321.000 tons
tegenover 12.118.000 tons gedurende de eerste tien maanden van 1925. Ook Duitschiand profiteerde in

zeer ruime mate van de staking; gedurende de eerste
tien maanden van het afgeloopen jaar exporteerde
het ruim 25 millioen tons tegenover ruim 12 milliöen

tons gedurende de overeenkomstige periode ’25. Gaf
men bij den aanvang van het conflict de voorkeur aan

een politiek van afwachten – slechts weinigen ge-
loofden aanvankelijk in ernst aan •de mogelijkheid van
een zoo langen duur der staking – de noodzaak om

OP
groote schaal tot koleninvoer over te gaan deed

zich betrekkelijk spoedig gevoelen en toen de pogin-
gen om het conflict langs den weg van onderhandc-
.lingen bij te leggen bij herhaling schipbreuk leden,
gaven de Engelsche Spoorwegmaatschappiien, die zich

voor de niet gemakkelijke taak geplaatst zagen om
haar diensten zoo volledig mogelijk te handhaven, het
voorbeeld .door belangrijke contracten met Amerikaan-
sche kolenleveranciers af te sluiten. Daarnevens ex-
.portcerde Amerika belangrijke hoeveelheden naar
Zuid-Amerika, Italië, alsmede naar de verschillende
hunkerstations, die voor de staking voornamelijk bun-


kerkoleii uit Engeland betrokken, terwijl ook Frank-
rijk – zij het in minder groote mate – als importeur

van Anierikaansche kolen aan de markt kwam. Naast
Noord-Amerika traden Zuid-Afrika en Australië als
leveranciers van kolen aan Zuid-Amezika op, terwijl

bovendien enkele kolenladirigen van Calcutta en Zuid-

28

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1927

Afrika naar Engeland weidon vérscheept. De voort
;

durend in omvang toenemende kolentransporten van

Noord-Amerika naar Engeland en de daamede ge

paard gaande meerdere vrdag naar scheepsruimé

noopte ook de overige markten vracht.cijfers te betaleit

die gelijken tred hielden met de stijgende koienvrach
ten. Zoo zien wij onder den invloed dej’ kolenvrachten

scherp oploopende cijfers van Montreal, van waar als

hoog’ste vracht gedurende het afgeloopen seizoen 38 dollarcents per 100 betaald wrerd tegenover ongeve:

13 dollarcent.s begin Mei. Ouba, Zuid-Amerika, Paci-
fic betalen, evenals Australië, Bombay/Oaicutta en de

rijsthavens alle aanzienlijk hooger vrachtcijfers, even-

als trouwens cle meer nabijgelegen Zwarte Zee, Donau
en Middellandsche Zee-havens. Het overzicht der laag

ste en hoogste vrachten van de ‘voornaamste marktefr

gedurende 1926 betaald, dat wij op de volgende pagi.nl

laten volgen, geeft een duidelijk beeld van de fiu&

tuaties, trouwens cle verschillen in één maand tijd –
wij hebben het oog op de maand October – zj be

langrijk genoeg om deze afzonderlijk te vermelden. ‘

Hoogste

Laagste vracht,

vracht,
P. 100
a

p.1002’6
Iiontreal(Antwerpen.Hamburg graan $ 0.38

$ 018k
Zuid-Amerika/Ver. Kon.-Eur

p. ton

P.
ton
n
Vasteland

451

28/6
Zwarte Zee/Eur. Vasteland…,

,,

32/6

18/-
Donau/Eur. Vasteland ………

,,

381-

2516
Noord-Amerika/Ver. Kon. …. kolen’
42/6

16/-

Deze cijfers spreke:n voor zichzelf; zij ,00nen aan

dat niet alle reedej’s vtn cle ,,top”-vrachtein, die op
een bepaald oogenblik voor ,,spot”,
d.w.z.
•onmidclel
;

lijk beschilcbare ruimte betaald werlen, konden prj

fiteeren. Het waren dan ook hoofdzakelijk de reeders die, speculeerend op een voortduren der staking, hun
hooten prompt lieten loopen, de hoogste vrachtcijfers

wisten te hedin gen en dus het meest van cle ,,hausse”

hebben geprofiteerd. De lange dur van het cotflict.
heeft de reeders, die h la hausse speculeerden, dit-

maal in hot gelijk gesteld; wel is het eind van de

staking, welker verloop een ieder heeft verrast, nog.

vrij onverwacht gekomen en verkeerden cle reeders, die hovengeschetste politiek tot het einde toe cons&

quent hebben toegepast, ten slotte in de onmogeljk

heid om voor hunne onhevrachte schepen in Noord
Amerika een.retourlading kolen te secureei’eu, doch
graanverschers sprongen in de bres en hevrachtton
een aantal prompte schepen tot alleszins redelijke
vrachtcijfers voor het vervoer van graan van Noord
:

Amerika naar Europa. Bovendien roert de La Plata
markt zich de laatste weken duchtig; niet slechts voor
prompt beschikbare ruimte, maar ook voor tonnage

gedurende de eérste drie maanden van 1921 in Zuid-
Anenilca laadkiaar worden behoo:rljke vrachten be taaid, zoodat reeders met prompte booten in Noord-
Amerika de keuze hadden tusschen directe thuislacling
of wel kolen van Noord- naar Zuid-Amerika om ten
slotte met graan huiswaarts te keeren. Waren de

vrachten, die in de groote vaart konden worden be-
dongen, gedurende het tweede halfjaar 1926 alleszins
guhstig, ook de korte vaart heeft van de betere ten
clenz behoorlijk kunnen profiteeren. Westfaalsche en

Silezische kolen werden in groote hoeveelheden .via
Rotterdam, Hamburg, Antwerpen, Weser, Stettin,
Danzig etc. naar het Vereeni gd Koninkrijk geëxpor-

teerd en oolc hier was de levendige vraag naar ruimte
oorzaak ‘van een stijging van het vrachtenpei], die der
korte vaart ten goede kwam.

Intuschen beteekenden de hoogere vrachten, diep gedurende de tweede helft van het afge]oopen jaar

allerwegen Iconden worden bedongen, niet uitsluitend
winst; reeds eerder werd geezen op de scherp oploo-.
pende prijzen der bunkerkolen, waarvoor ten slotte’

zelfs 651- A 10/ per ton te Rotterdam betaald werd,
terijl de kwaliteit van het geleverde lang niet altijd

bevrediginig sèhonk. Lange baliastreizen over den At-.
lantischen Oceaan, vertraging in de belading en los-

sing der kolenladingen deden in vele gevallen een deel
van het vrachtavans teniet, maar toch is,

dank zij het
conflict in de Engelsche mijnindustnie, het afgeloo-
pen jaar, dat één der sleclitte dreigde te worden, over

het geheel zeer gunstig voor de algemeend vrachtvaart

geweest. Wij leggen den nadruk op ,,algemeene vracht-

vaart”, daar met een enkele uitzondering – wij den-
ken aan de Holland-Amerika Lijn die, zoozeer hij de

l’:ransatiantische vaart betrokken zijnde, van de sta-

king mede in niet onbelangrijke mate geprofiteerd

heeft – het lijnbedrijf van geheel andere factoren af-
hankelijk is en voor de beoordeeling van de resulta-

ten van het lijnhedrijf een totaal verschillende maat-
staf moet worden aangelegd. Zooals wij reeds met een

enkel woord opmerkteu heeft het vrachtenpeil, hoe-

zeer ookna beëindligi]]g der staking over de geheele
linie gedaald, zich nochtans Vrij goed kunnen hand-

haven. Zoowel NoordAmerika, dat bij voortduring

belangstelling toont voor spoedig heschikha:re ruimte

eu daarvoor behoorlijke vrachten betaalt, als Zuid-
Amerika verleenen belangrijken steun aan de vrach-

tenma:pkt. Vooral Zuid-Amerika, dat op een zeer gun-

stigen tarwe-oogst kan. bogen – geschattn oogst

5.860.000 tons tegenover 5.202.000 tons het jaar te-
voren – neemt voortdurend op groote schaal ruimte

op. Gedurende de maand December werden niet min-
der dan 159 schepen met een totaal laadvermogen van

ca, 1.000.000 tons naar Europa bevracht, zonder dat

het vrachtenpeil hiervan den terugsiag ondervindt.

IDe onmiddellijke vooruitzichten zijn dan ook niet

ongunstig; tal van schepen zijn tot loonende cijfers

geduren:de de eerstvolgende maanden bevracht, ,,a

good start” derhalve, die hoor geeft voor het thans
aangebroken jaar.

Het is wellicht belangwekkend, behalve de cijfers
over de afgeloopen jaren, tevens een aan het ,,Daily

Preight Register” van 31 Decemhei’ 1914 ontleend

overzicht der hoogste en laagste vrachten gedurende
de jaren 1910114 te laten volgen. Ook deze statistiek
vindt men op de volgende pagina.

Een vergelijking der gemiddelde vrachten der laat-
ste jareh met de loorsnee-cijfers, welke in het aan

den oorlog voorafgaande jaar 1913 weiden betaald,
doet zien, dat het gemiddeld vrachtenpeil voor het ver-
voer van kolen van Wales naar Zuid-Amerika véér den
oorlog hooger was dan thaes. Vergelijken wij de in
1913 betaalde doorsnee-vracht van de La Plata-rivier

met liet dito vrachtgemiddelcie van 1.925 dan zien wij een verschil van 10
cl.
per ton ten nacleele vaé laatst-genoemd jaar. Op de geheelo rondreis, ni. Wales/Ba-
hia/Lower Plate/Ver. Kon.-Eur. Vasteland bedraagt

het verschil ten nadeele van 1925 niet minder dan
3/6 par ton! Wij nemen voor onze vergéljking met
opzet te jare:n 1925 en 1913; eerstgenoemd jaar stelt
beter dan 1926 in staat zich een beeld van het ver-

looj der vrachtenmarkt te vormen, daar de Engelsche

mijnwerkersstaking, zooals hierboven aangeîtoohd, het
vrachtenpeil tijdelijk volkomen heeft gewijzigd, Ier-

wijl 1925 voor dergelijke ingrijpende gebeurtenissen
gesparrd bleef. Oolc 191.4 lcan moeilijk dienen als basis

voor vergelijking, daar immers tea gevolge van den in

Augustus van dat jaar uitgebroken oorlog, het vrach-ten peil al eveuzeer door abnormale omstandigheden
werd beïnvloed. Dat aanvankelijk het jaar 1914 weinig

gunstig voor de algemeene vrachtvaart was, is enge-

twijfeid in vakkringen nog niet vergeten. In zijn jaar-
overzicht schreef Daily Freight Register destijds:
,,The year open cd somewhat inauspiciously for cargo-

tonnage, for supply had overlapped deirsarrd to en extent that foreshadowed a long period of low and
unprofitable trading. Chartering throughout and in
all ?ncrrlrets was of the barest hand-t o-rnouth nature,
that is the inevitable sequel to supply being in excess
of denrarrd.”

Vergelijkt mén de overige 1.913 doorsnee-vrachten
van de voornaamste aflaadcentra met die van 1925 –
zie Montreal, Burmah, Bombay, etc. dan ziet men

12 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISCHE BERICHTEN

29

Overzicht der hoogste en laagste vrachten gedurende het afgetoopen jaar betaald.

(Ontleend aan het ,,Daily Freight. Register”).

1926
Gem.
Gem.
Hoogste
Laagste
Gem.
1925
1924
1923 1922
vracht
vracht
vracht

Kolenvrach ten.
Wales/Bahia Blanca

……………… . …
.
19/6 p. t.
161- 17/8 15/7
1310%
14/7%
1418%
20/-
1416
17/1%
15/6%
13/0%
14/3%
14/7%
22/-.

,,
1513
1912
16/9%
13/6
15/0%
15/2%
13/6
8/7%
10/1
8/11%
10/23%
10/5
1
4
1213
13/-
10/-
11/8%
1016%
11/8%
10/103%
14/0%
176
141-
16/7%
1318
14/4
13/5
20/3%
37/6
1616 22/23%
16/8
18/3%
17/11%
1716
28/6
181-
22/11%

21/-
– –
42/6
1213
21/4%

– –

33/9

,,
10/-
14/11%
1211%
15/3%
15/4%

(Montevideo

……………………….

15/-

,,
8/10%
11/4%
1014
12/11
12/3%
1419

/Rosario

………………………….
/West.Italië

………………………

13/-
916
11/3
3
%
10/2%
14/0%
12
1
9
141-

(Port

Said

………………………..
/Colombo

………………………….

23/-
16/-
186%

– –

Noord.Amerika/Lower Plate ……………….

45/-

,,
301-
38/10%

– –

41/3

,,
32/-
35/03%

– –

/Colornbo

………………………..
(Singapore

………………………

Rotterdam/West.Italië ………………….
12/6

,,
8/-
9/8% 8/7%
1018

1416

/Vereenigd Koninkrijk ……………..

/Port

Said

………………….
11/6

,,
91-
10/5%
10111
11/3

/Port

Said

…………………
(Vereenigd Koninkrijk

………
Durban/Aden-Perim

…………………….

19F.

,,
13/-
15/8
1514
12/5

Graanvrachten.

$O.38p.lOO
12
16%
13%
15%
13%
14

Newe. N.S.W./Bahia Blanca

……………….

„0.31

,,

6
18%
12%
15
12
141/
8

Calcutta/Vereenigd Koninkrijk

……………

B. Aires/La Plata/ Ver. Kon./Eur. Vasteland ..
36/3 p. t.

1116
19/7% 16/0%
25/3%
20111
2616%
55/-

,,
12/6
25/3%
17/2%
26/9
2313% 29111%

/Lower Plate

…………………..

N..Amerika/

,,

……………

47/3
231-
33/6%
33/6%
34/8%
36111
37/4%

Montreal/Antwerpen/Hamburg ……………

Rosario/Ver. Kon./Eur. Vasteland

…………

Z.-Austr/Vict./ Ver. I(on./Eur. Vasteland

..
5413

»
23/3
42/3%
46/81%
44/6%
34/1%
49/1%
Noord-Pac./Ver. Kon./Eur. Vasteland ……….

28/-
1816
2,l/10;
2415
27/1% 26/4%
23/1%
36/3
14/-
19111
23/6%
2613%
26/3%
22/3%
draagverm.

Z..Afrika/Ver. Kon./Eur. Vasteland …………
Bombay/Ver. Kon./Eur. Vasteland

…………

Cuba/Ver. Kou./Eur. Vasteland ………
uj/Ger
301- p. t.
131-
18/6%
1912%
22/5%
20/3
23/7%
Burma/Ver. Kon./Eur. Vasteland ……
rijst
40/-

,,
161-
25/0%
29/8%
32111.
29/2%
27/1%
Bilbao/Rotterdam

.
erts 8/-

,,
4/6
615%
5110%
6/6%
710%
7/3%

1914

1913
1912
1911
1910
Hoogste
Laagste
Gem.
vracht
vracht vracht

Kolenvrachten.
Wales/Bahia Blanca

………………….
17/- p. t.
1216
14/6%
18/3
21/3%
18/2%
15/2 15/6
11/ –
13/1
16/8
19/3 %
16/9%
14/6
m
21/-
9/-
12/7
1215%
1314%
10/6%
9/2%
/West.Italië ……………………..
..18/-
61-
818%
911
1117
8/1
6/8%
21/-
6/9
9/10%
916%
11/1%
7(6
6/0%

/Montevideo

……………………..

,,

..

7/-
7/1
9/-
11/83%
8/0%
6(11 %

/Colobo

……………..

………….

7/-
7/4%
8110%
11/-
7/2% 7/0%

(Port

Said

………………………
Rotterdam/West.Italië

…………………7/3

Graanvrachten.
11

/Port

Said

…………………..7/1O,,

Australië(Ver. Kon./Eur. Vasteland ……….
30/6
17j6
241-
33/5%
3416
261- 24/6%
Zwarte Zee/Eur. Vasteland

……………..
16/-

,,
.
8/-
9/7
12/5%
1613%
11/3%
10/034
Donau/Eur.

Vasteland

………………..
8/3

,
8/3 8/3
11111
14/5%
1117%
10/8%
Montreal/Ver. Kou./Eur. Vasteland ………..
$O.2Op.lOOl6

9%
19%
14
14%

8%
Riverpl./Ver. Kon./Eur. Vasteland (O/C) ……..
50/6 p. t.
813
16/10 16/10%
2114
11/-
8/9%
Bombay/Ver. Kon.(Eur. Vasteland


Zaden
23/-

,,
11/-
1711%
21/1%
2518
20/1%
18/3
draagverm.
Burmab/HoIl……………………

.

Rijst
23/6 p. t.
2316 2316
27(6
2917%
2313
2216

Ertsvrachten.
Bilbao/Rotterdam ……………………..
4/6
3110%
4/1%
4/11
6/0 %
4/9
4/6 %
613

,,
..
417%
51-
57%
6/4%
519%
514%
Huelva/

,,

Tinto

terms

…………….
Santander/Rotterdam

………………….
.5/4%
4/3
51-
5/7
613
510%
4110%

dat het verschil tu.sschen .v66r en na-oorlogsch peil
zéér gering is, ofschoon de exploita.tielcosten over de
geheele lijn bela.n.gr’ijk zijn gestegen!
Niet slechts de
prijzen dr bunkerkolen, doch ook de gages zijn over
de geheele lijn aanzienlijk hooger, terwijl de haven-kosten vrijwel zonder uitzondering verdubbeld zijn.

(zie Econ.-St.at
. Berichten van 29 December ji.). Te-
genover niet af nauwelijks gestegen vrachteii derhalve
aanmerkelijk hoogere exploitatiekosten. Het kan dan
ook geen verwondering wekken, dat de winstmarge

voor de algemeene vrachtvaart gedurende de laatste
jaren z66r gering was. Moge 1927 een jaar worden van
geleidelijke ontwikkeling in gunstigen zin voor dezen
66k voor ons land zoo belangrijken tak van bedrijf.
Toenemend wereldverkeer, waardoor het teveel aan
ruimte langzamerhand wordt geabsorbeerd; nauwere
samenwerking tusschen werkgevers en werknemers en
vooral een juister inzicht der laatste categorie in wat

economisch mogelijk en bereikbaar is. Slechts op deze
wijze zullen ten slotte blijvend betere tijdeh voor de
rachtvaart kunnen aanbroken.
Rotterdam, Januari 1927.

.

C. V.

DE HARINGVISSCHÈRIJ IN 1926.

De uitkomsten der haringvisscherij waren in 1926
al even slecht als in het voorafgaande jaar.
Toenmaais weten de reeders het ôngunstige be-
drjfsresuitaat aan de schrale vangsten. Zij klaagden,
dat de haring niet meer zon overvloedig in de Noord-
zee voorkwam, als in vroegere tijden en gaven daar-
van cle schuld aan de treilvisscherij, in het bijzonder die op haring en cle vangst van jonge haring (zooge-
iiaamde ,,zeebliek”) in onze zeegaten. Zij drongen
daarom bij ‘de Regeering aan op stappen, waardoor
aan de tccilvisscherj eenige beperking opgelegd cii
(le aanvoer van zeebliek verboden zou worden en von-

30

ECONC
MISCH-STA1ISTISCHE BERICHTEN
12 Jaiivai 1927

den daarvoor stecin in de Tweede Karne:r. Het gevolg

was cle benoeming van de Staatscommissie in zake c19
harin gv.isscherij.

Inmiddels was het seizoen 1926 begonnen met veel

grootere vangsten dan dat van 1925 en die ruimere

vangsten bleven gedurende. de geheele Sçhot.sche vis-

scherij. Die-hards onder de klagers over dan achtei
uitgang der hari.ngvarigsten opperden toen twijfel aaft

de vooruitzichten der visscherij’ op de Doggershan],,

clie vooral in de laatste jaren had teleurgesteld, ma
4

ook d.ie viel erg mee. Opmerkelijk genoeg was het
resultaat le:r vissche.rij, welke in October en Novern-

bar in cle buu:rt van Lowestoft en Yarmouth uitg-

oofend pleegt te worden en waarbij een ander in de
vorige jaren Vrij overvloedig haringras wordt, gevan’

gen, dit jaar, althans voor de zeilloggers, verhöu

dingsgewijze niet zoo gunstig. Voor een groot deel

was dit aan het stormachtige weder te wijten, waai
1

van vooral de zeilschepen te lijden hebben. Ook mt

de visscherij op hetzelfde haringras in het 1anaal aan
het eindovan het seizoen ging het niet zoo voorspôë dig, als het zich aanvankelijk liet aanzien.

Gemiddeld per reisdag waren de aanvoeren in dé
verschillende maanden als volgt:

/

1926

II

1925
Maanden

1
Stoom-1
Motor-
1
Ze

Zeil-

Mei …………
1442

965

799

1122

462

Juni ……….
..
1528

687

514

.758

518

1601

Juli ……….
..
1124

963

494

882

396

236
Augustus …….

..- 1317

803

466

684

342

2491
September

1473 1174 624

987

621

347
j

October
………2114

1483

844

1499

837

5901

November…… ±
.
2200 ± 1380 ± 600 1729 1207

627

December …….± 1108 ± 684 ± 390
1
661

534

425:.
Hierbij moet men in aanmerking nemen, •dat d,e
maand van •den aanvoer lang niet altijd die van cle
vangst is, daar cle schepen dikwijls lang op devisch-

gronden verblijven en de thuisvaart eveneens tijd
vereischt.

Niettege.nstaande cle vangstresultaten der visscherij
bij Yarmouth en Lowestoft. zich niet zoo gunstig vap

clie van het vorige jaar onde.rscheidden, waren de
vangsten eve.r het geheel, hoerei niet ruim, toch be:
cl uidenci beter dan in 1925.
Zij bedroegen nl. gemiddeld per reisdag:

.
Jaar

Stoomloggers Motorl•oggcrs Zeilloggers .

KG.

KG.

EG. 1926

1491

1013

612
1925

1034

677

428


.1924

.

1731

1132

790
1923

1.904

1023

812
1922

1371

822

.596
:1921

1375

856

572
.1920

2026

1448

1098
1.919

1845

1347 .

999

De ongunstige uitkomsten van cle teelt 1925 waren
oorzaak, dat de neiging om ter hai-ingvangst uit te varen aanvankelijk nog niet sterk was. Nauwelijks
was echter gebleken, dat de vargkansen beter waren
of . een betrekkelijk groot aantal iiaringscheperi koos zee. Dit aantal groeide allengs aan, doch tot niet
meel
:

dan 58 stoom-, 41 motor- en 284 zeilloggers. In Octo-
ber begon het reeds weder te veiminderen, doordat
toen 1 stoomiogger en 4 zeilloggers vergingen en I.I.
zei.iioggers de visscherij beëin.digden, meerendeels in
verband met de schade, welke de stormen aan schil),
tuigage of vloot hadden toegebracht. .

In 1925 werd de visscherij’ met een beduidend groo
ter aantal schepen uitgeoefend, iil. door 61 stoom-;
38 motor- en 331. zeilioggers. Vooral de deelneming
dci zeilloggers was dit jaar veel geringer. Verschei-
clene van deze vaartuigen en vooral cle houten zeillog
gërs zijn na de mislukte teelt 1925 uit de vaalt geno
men, andere bleven opgelegd, dmdat de uitrusting te
veel zou kosten, de vooruitzichten der visscherij ii
de middelen hunner :reeçlerijen iii aanmerking ge-
ii omen.

De totale vangst bedroeg rond 49.970.000 KG.,

waarvan 16.960.000 KG. door de stoomloggors,

7.530.000 K.G. door de motorloggers en 25.440.000 KG.
door do zeilloggers gevangen werden. Gemiddeld per

vaartuig bedroeg hun vangst i.n ronde cijfers respec-

tievelijk 292.000 KG., 1.84.000 KG. en 90.000 KG. lli:i

de jaren 1914-1924 (cle ja.ren 1011 en 1918, toen liet
bedrijf niet of nagenoeg niet kon uitgeoefen(l. woiden,

niet meclegerekend), bedroeg de gemiddeldIe vangst

per vaartuig: voor cie stoomioggers 250.000 KG., voor
de motorioggers 172.000 1KG. en voor cle zeilloggers

98.000 KG. Dit jaar is rio verhouding dus iets gun-

stiger voor de stoomloggers dan in genoemd tijdperk.

In mijn artikel, van 25 October ji. wees ik e.r reeds
op, dat i.n het afgeloopen jaardeel veel lagere prijzen
voor cle pekelhaning betaald waren, dan in dezelfde
periode
van
liet, voorafgaande jaar ew stelde ik in
het licht, dat ce oorzaak hiervan gezocht moet worden

eene.rzijds in de grootere productie van dit artikel en
anderzijds in cle slechtere gelegenheid, om het af te

zetten. Nadien kwam er in, dit. opzicht eenige verbe-
te.r.ing. Vooreerst was de aanvoer in November hier

te lande ongeveer 26.000 kantjes, clie in December

meer clan 10.000 kantjes kleiner dan clie vami het vo-
ri.ge jaar en in cle tweede plaats leverde de Engeische
waivi.sscherij. voor cle Britten heel wat mincle.r
0
1) dan
in 1925, omdat rlezen haar, in verband met het gebrek
aan bu.nke.rk

olon en het slechte weder, minder dlruk
ui’toefeuden en hun vangsten over het algemeeil kleiner

waren. Tot half December bedroeg de aanvoer di.t jaar
te Yarrnouth en Lowestoft niet meer dan 619.416
crans tegen 811.640 craiis in het vorige jaar. Daarvan

werden gezouten 444.842 tonnen tegen 581.020 in
1925.
De . ttale prod uct.ie van gezouten Noordzeehar:ing
bedroeg in beide jaren:

1926

1925
Schotsche visscimerij
935.237
tonnen

688.506
tonnen
Engelsche

444.842

,,

581.020

,,
Hollandsche
,,

497.360
(zee)tonnen
381.024
(zee)tonnen
Duitsche drijfnet-
visscherij ……
179.400

,,

127.3.70

11

Te zamen ..
2.056.839
tonnen

1.777.920
tonnen

Die van 1926 overtrof die van 1925′ dus met, rond
280.000 tonnen.

Bovendien vingen de Duitschers met het treilnet
rond 41 millioen KG. haring tegeii 26 million KG.
in 1925.

Hoewel de Noorsche gezouten haring een an.de.r –
goedkooper en minderwaa:rdig – product is, da:n de

Britsche, Hollandsche en Duitsche pekelharing, moet
er intusschen rekening mede gehouden worden, dat
Noorwegen dit jaar slechts rond 590.000 tonnen ge-
zouten haring produceerde tegen 1.011.000 tonnen in
1925 en dat de voorraad van het Holiandsche, Bnitsche,
Duitsche en Noorsche product te zamen hegi ii 1026
op niet meer dan 650.000 tonnen, begin 1925
. daaren-
tegen op 1.300.000 tonnen, dus het, dubbele, geschat
werd.

Omtrent de opbrengst van onze haringvisscherij zijn
geen cijfers beschikbaar, die eenige aanspraak
0
1
)

nauwkeurigheid en betrouwbaarheid kunnen maken.
Lang niet alle haring woi-.dt .dadelijk na aan-
voer op de publieke afslagen verkocht. Vele reeders
zijn al. tevens handelaars en verkoopen de haring,
welke hun schepen aanbrengen, geheel of ten deele
uit de hand. Dikwijls wachten zij daarmede, in de
hoop, dat de haningprijzen zullen stijgen, of omdat
er geen v:raag is naar liet artikel. Het bedrag, waar-
voor zij hun haring afstaan, is dus niet dat, hetwelk
zij er i’oor gelcregen’ z.ouden héhben hij verkoop onmid-

dellijk na aanvoer; het is grooter of klulner al naar
gelang de prijzen sinds den aanvoer gestegen of ge-
daald zijn, het is toegenomen met de handelswinst of
verminderd met het handelsverlies. De opbrengst de:r
visscherij is het bedrag, dat ver]coop dadelijk na den aanvoer zou hebben opgeleverd. Zelfs al zouden alle reeclers-handelaren bereid zijn, mede te deelen, hoe-

12 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

31

veel zij voor hun haring gemaakt hebben, dan nog
zou men dus voor cle gevallen, waarin -deze niet bij
aanvoer verkocht is, niet weten, hoeveel de opbrengst
der vissche.rij is geweest. In zulke gevallen moet men
cle waarde bij aanvoer schatten op grond van de prij-

zen hij public-ken verkoop, onmiddellijk na aanvoer

voor haring van dezelfde soort gemaakt. Inderdaad

doen de betrokken reeders dit zelf, om te kunnen be-
rekenen, hoeveel ei besomd is en hoeveel zij- dus aan
cle bemanning als het aan dezen toekomend deel vati

de besomming hebben uit te betalen. Het ligt voor de

hand, .dat deze schatting niet- erg nauwkeurig kan
zijn, want wie kan zeggen, hoe de prijzenloop zou zijn

geweest, indien alle aangevoerde haring .inplaats van

slechts een deel zou zijn geveild. Voor een buiten-
staander is schatting van de waaide der haring hij
aanvoer vrijwel onmogelijk, omdat er een groot aan-tal soorten en kwaliteiten worden aangevoerd, die de
meest verschillende prijzen opbrengen en niet bekend
is, hoeveel van elk, dier soorten wordt aangevoerd.

De cijfers, welke betreffeiicle de opbrengst .der .door

onze schepen aangevoerde ge-ron ten haring woeden
gepubliceerd, zijn dan ook verkregen door een zoo

ruwe iamil:Ig, dat zij geen basis voor een vergelijking
der geldelijke uitkomsten van het bedrijf in verschil-

lende jaren kuur en opleveren.

Zeker is echter, -dat clie uitkomsten in 1926 evenals
in het voorafgaande jaar zeer onbevredigend zijn ge-

weest. VOOr cle stoorologgers was dit te meer het ge-
val, omdat ook de stcenkolenp.rijzen tengevolge van
iie i3ritsche mijnwerkersstaking sterk gestegen waren.
De steenkolen vormen nl., zij het ook niet in die mate

dis bij cle tre.ilv.isscherij, ook hij de-drijfnetvisscheni
met stooniloggers een belangrijke post op de explo:i-

to ti ereke.n ing.
Een ongu nst.ige factor was ook -dit jaar, dat in de
ongeveer 6 w.i n ter- en voorjaarsmaan-den, gedurende

velke de vaartuigen zich niet met de haringvangst
hezighouclen, slechts met meer of minder groot ver-
lies de heug- of treilvisscherij uitgeo r-
efend kon wo

dcii. Niettegenstaande de gemeente ‘s-G-ravenhage
deze verliezen voor de Scheveniingsche schepen tot
ccii zeker bedrag voor haar rekening nam, was de

deelneming aan die hijbedri.jven .dan ook gering.

Hetzelfde placht ook vroeger het geval te zijn.
‘l’oen ‘verdien den. vele vi sschers evenwel in zes
maanden genoeg, om het geheele jaar van te kunnen
leven en was ook in andere vakken de toestand niet
zoo rooskleurg. ‘Dat is alles anders geworden: de loo-ncri tijdens het har.ingseizoeni zijn tengevolge van de
lage besornmu’igen – immers zij bestaan hoofdzake-
lijk in een ‘deel der besomming – voor de meeste
vissche.rs nauwelijks voldoende, om er gedurende dien
tijd hun gezin van te onderhouden, zoodat er voor de
periode der seizoen-werkloosheid niets of althans niet
veel van kan overschieten.

Ook -dit jaar is liet Britsche
bedrijf
weer minstens

even zwaar get:roffen als liet o.nze. De resultaten der

Dii itsche drijfnetvisscherij
0])
haring zijn nog niet be-
Icend, maar er is geen reden, om te meenen, dat -die
beter geweest zullen zijn. De malaise in het bedrijf

der Noordzeedrjfnetvissche.rs is een algemeen ver-
schijnsel. Dat is begrijpelijk, omdat zij overal dezelfde
oorzaken. heeft: ongunstiger afzetgelegenhei-d met en-
volcl oende in gek:rompen productie en sterk toegeno-

men bedrijfskosten.
P. E.
vAN
RENESSE.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET TWEEDE JAAR SCHADEVERGOEDINGSREGIME.

II.

Dr. F. 1-1. Repelius te Berlijn schrijft ons:

Wat de betaling -der schadevergoeding betreft, on-
derscheidt zich het op 31 Augustus 1926 geëindigde
herstel jaar hierdoor van liet eerste, -dat thans het be-drag in zijn geheel door Duitschiancl zelf moest wor-
deli opgeh:racht., terwijl de eerste annuïte.i t voor
4/5

uit de opbrengst der Dawesleening kon worden vol-

cl aan.

Samenstelling der Annuïteiten (in millioenen G.M.).

1192511
1926127

1
1927/28

1
1928129

1
1926

a

I
S
I

a

I

b
I

a

I
b

Bijdrage uit budget
250
110
410
750
500
1500
1250

Transportbelasting
250 290
290
290
290
290 290

Spoorwegobligaties
Industrieobligaties.
595
125
550
250
550
250
660
300
660
300
660
300
660
300

Totaal

…….
1220
1
1
2
001
15001
2
0001
17501
97501
2500

a=
voIens de oorsoronkelijke.
5=
volgens
de
huidige
regeling.

. i)e samenstelling -der tweede
-au nuïteit blijkt uit

bovenstaande tabel. De bef cle eerstgenoemde betalin-

gen zouden volgen-s het Plan der Experts uit de aan
den Staat overgedragen opbrengst van een gedeelte
der preferente spoorwegobi i gaties worden voldaan,

terwijl desnoods ook tot -cle uitgifte eer er binnenland
sche leening zou mogen worden overgegaan. Inder-

daad heeft liet Rijk zoowel de bijdrage uit liet budget
als -clie uit cle opbrengst der transporthelasti lig geheel
uit eigen middelen opgebracht; liet behield dle spoor-
wegaandeeleni in portefeuille en tot een binnenland-cclie leening behoefde het niet oven te gaan.
Dc samenstelling cle.r an nuïteitec heeft thans, als

gevolg van -dc overeei komst tu-sschen -dc Commissie
van Herstel eni de Do itsehe :regeering van S Septem-
ber 1926, een belangrijke wijziging ondergaan. Vol-
gens cle oorspron kelijke regel ing zouden cle hijd lagen
van het Rijk tot de-derde en vierde annuïtei ten ivon-

den verhoogd met 1/3 van het bedrag, waarmede de
opbrengst der verpan-de belastingen gedurende het

-derde jaar 1000 niiUioeil G-.M. en gedurende het
vier-de jaar 1250 millioen OM. te boven gaat. Deze
aanvullen-de betalingen zouden, tot een. maximum van
2.50 mill ioen G-.M., worden betaald in liet vierde en
vijfdle jaar. Gebleken is nu, dat reeds gedurende het
eerste jaa:r -cle opbrengst -der v erpancle belastiiigeni
1.106 n.illioen G.M. bedroeg, terwijl dle’ze voor 1

jet

tweede jaar word t getaxeerd op 1900, zoodiat te ver-
wachten is, -dat in de beide ‘volgen-de ja.reni liet volle
aan vulli ngshedrag betaald zou moet-en wor]en. Over-
eengekomen is -deze aanvuliingsbet-al i ngen te vervan-

gen door de voldoening van 300 millioen G-.M. in het
-derde jaar. I:Tierdoor is de p:rogressie in de schade-vcrgoedingshetalingen veel geie.iclelijker geworden,
zooal-s blijkt uit de tabel, waarin van cle ‘eronder-
stelling is uitgegaan, dat cle supplennentatre betalin-
gen. ten volle betaald moeten worlen. Dc crediteursta-
ten komen hier-door eer-der in het genot -der bedoelde
betalingen, Duit-sehiand ziet een. voorwaardelijke
schuld gefixeer-d, doch tot een belangrijk lager he-
-drag. Een ver-der gevolg van deze regeling is dat, nu
de hoogte van de bijdrage uit de Rijlcsmiddelen niet
meer afhankelijk is van de absolute hoogte der op-
brengst van de verpan-de belastingen, doch op een
vaste som is bepaald, er tegen belastingverlaging
van -de zijde de:r ciediteurstaten geen bezwaar meer
ico n bestaan, mits slechts -de opbreigst dier belastin-
gen’ daardoor niet daalt beneden het bedrag, dat door
het Rijlc moet worden betaald. Hierop bestaat voois-
ban-ds geen kans: op cle basis van dle resultaten geclu-
rende liet tweede jaar zou er in een stan-daar-djaar
i)

een marge van omstreeks 50 pCt. zijn tusschen op-
brengst en bijdrage van het Rijk.
Ten aanzien van de betalingen door het Rijk, die
door den Commissaris voor de verpande belastingen.
worden, ingehouden van de, direct na ontvangst aan
hem overgedragen, belastingen. -die -daarvoor zijn aan-
gewezen, is eveneens een nieuwe regeling getroffen, volgens welke -cle gelden spoediger ter beschikking
komen, zoowel van -den Commissaris als – voor zoo-
ve.r betreft het eventueele restant – van dei:i Min is-
ter ‘van Financiën. De normale bijdragen van het
Rijk zijn gelijkelijk over het jaar verdeeld, de addi-

t) :E[ieroiider verstaat neu het vijfde cii cle volgende jorett
waarin telkens
2500
nnllioen.
GJ’i..
moet worden betaald.

32

ECONOMISCH-STAFISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1927

tioneele betalingen bedragen: 7 X 18 millioen G.Ml,

3 X 39,8 millioen G.M. en eenmaal 69,6 millioen OM.
cl
Ten einde een zoo gelijkmatig mogelijke verdeeling

der betalingen over het jaar te verkrijgen is ook voor

de transporthelasting een nieuwe regeling tot stand

gebracht: de G-eneraalagent ontvangt niet meer maan-
clelijks van de. Spoorwegmaatschappij de steeds wi-

m
selende opbrengst dezer belasting, doch een vaste so

van den Minister van Financiën, die op zijn beui,t

met de Maatschappij afrekent. Een overeenkomst,

waardoor de betalingen voor den dienst der .spoorwg-

obligaties maandelijks plaats vinden, met rentevergoq
ding ‘door den Generaalagent voor verrichte voorui’-

betalingen, was reeds voor het tweede jaar van kracht;

deze blijft ook gedurende het derde jaar haar gelding
behouden.
;.

De op de Duitsche spoorwegen gelegde last is in

werkelijkheid progressief. Moest in het eerste herstel-
jaar, als eenige binnenslands opgebrachte bijdrage

tot ‘de annuïteit, een bedrag17 van 200 ‘millioen OM.
wordep opgebracht, volgens 1de bepalingen van het
Plan ‘der Experts moest in ‘dat jaar bovendien een

som van 130 millioen G.M. worden gereserveerd tér
voldoening van een gedeelte der betalingen van het

tweede jaar. Hieruit volgt, dat de druk ‘der herstél-
betalingen achtereenvolgens 200, 465, 550 en 660 mii-

lioen G.M. bedraagt. L

De Spoorwegmaatschéppij is in het tweede herstel-

jaar teruggekeerd tot de financiering harer kapitaal’s-

uitgaven door leeningen; tot dusver had zij deze uit-
gaven bestredh uit haar bedrijfsinkomsten.
Zij’
kdb

tot deze norm&ie methode overgaan voornamelijk doör
de hulp van het Rijk, .dat; zooals reeds werd medè-

gedeeld, herhaaldelijk prefereite aan deelen van dé
Spoorwegmaatschappij overnam. Aanvankelijk die-

den deze transacties ter voldoening van bestaande

verplichtingen, in September 1925 kwam reeds 38
millioen G.M. ter beschikking van de Maatschappij,
terwijl de opbrengst van de in Maart door het Rijk
overgenomen 101 millioen G.M. geheel voor de uit-

voering i’an werken kon worden besteed. Het. Rijk

verleende voorts nog credieten tot ‘de volgende be-
dragen: 53,3 millioen G.M. voor de voltooiing van

lijnen, waarvan de aanleg reeds begonnen was voor
1920, 20 millioen G.M. voor electrificatie en 80 mii-
lioen G.M. tegen lage rente als uitvloeisel van de poli-
tiek der productieve werkloosheidszorg. Van ,de in dén
zomer van 1926 geëmitteerde 150 millioen G.M. werd
ook nog ongeveer één derde door rjksinstellingen
overgenomen.

De ‘Commissaris acht de positie van cle spoorwegdi
zeer bevredigend. Ondanks ‘de depressie en niette-
genstaande het feit, dat de Engelsche steenkolensté-
king hierop geen gunstigen invloed kon doen gel-
‘den
1),
(daar st’eenkolenvervder ‘onbelast is), leverde
‘de transportbelasting nog 18,7 millioen G.M. meer op

dan de vereischte 250 millioen G.M. Ondanks de em-stige crisis kon de Spoorwegmaatschappij ‘de haar op-
gelegde herstellasten volledig voldoen en wel zo’nder
dat het noodig was haar tarieven te veel te verhoo-
gen. Met inbegrip van de verkeersbelasting
zijn
de

goederentarieven thans gemiddeld slechts 40 pCt.
hooger ‘dan ‘véér den oorlog, zoodat Duitschlan’cl in’vlit
opzicht gunstig afsteekt bij de overige landen.
r

De ‘Spoorwegmaatschappij heeft ook in het tweede
hersteljaar haar politiek om, zbnder eigen
.,r entabHi
teit in gevaar te brengen, het economisch leven van
Duitschiand te steunen met goed gevolg voortgezet.
Een voorbeeld van deze politiëk vindt men in de be
vordering van het vervoer naar Duitsche havens door
cle uitbreiding ‘der speciale tarieven zoowel voor goe-
deren, die uit het binnenland via die haves worden
in- of uitgevoerd, als voor goéderen, getransporteerd

1)
Op cle bedrijfsresultaten hacr deze staking grooten in±
vloed: als gevolg ervan werden 15mi1lioen ton steenkolen
meer vervoerd, met een opbrengst van ongeveer
100 mii-
lioen Mark.

tusschen de grensstations van Zwitserland, Oosten-

rijk, Tsjecho-Sl’owakije en Polen eenerzijds en Duit
sche havens anderzijds.

Do Generaalagent wijdt in zijn Rapport enkele op-

merkingen aan ‘de mobiliseering der spoorweg- en

industrie-obligaties. Hij wijst op de – door een reso-

lutie van de lCommissie van Herstel nog nader vast-
gelegde

zeggenschap van het Transfer Committee

zoowel over de betalingen voor den dienst dezer obli-
gaties als over ‘de voorwaarden, waaronder eventueel’

verkoop aan het publiek zal plaats vinden. Hij’ con-

stateert voorts, dat, toen de Trustee der spoorweg-

obligaties in April 1925 het oordeel van het Trans-

fer Committee over mobiliseering in het algemeen
inriep, deze commissie zich haar antwoord voorbe-
hield totdat er haar een concreet plan
,
zou zijn voor-
gelegd. Dit laatste is tot ‘dusver nog niet geschied.

De rente der industrieobligaties bedroeg in het

tweede jaar 2% pOt., in het derde jaar zal de volle
rente (5 pCt.) moeten worden betaald, terwijl in het ‘daaropvolgèn’cle jaar met de aflossing een aanvang

wordt gemaakt. Het is niet mogelijk gebleken deze
betalingen gelijkmatig over het jaar te verdeelen;

ernstige bezwaren zal dit voor het loopende jaar niet
opleveren, daar aldus, mede door de regeling van de
aanvullingsbetaling door het Rijk, de laatste periode

van ‘dat jaar zwaarder belast en de overgang naar
liet volgende jaar voor de overmaking ‘der betalingen
vergemakkelijkt, wordt.

Verdeeling der Betalingen (in inillioenen Goudmark).

..
.

Leveranties in natura
426,0
71,7
163,1
57,0
657,8
Reparat.RecoveryActs
41,5 201,6
243,1
Dienst der Leening.
97,2
Bezettingskosten
.. . .
56,9
20,5
8,7
86,1
Getran’sfereerd ……
33,8
4,2
5,3 4,6
17,1
65,0
Intergeali. comm.
2).
.
18,4
Diversen
3)
……….
7,3

..

0,3


-‘
0,2
15,4

..

565,7
1
226,7
1
77,1
1
116,4
1
74,4
1
1
.
183,3

) De aiwijkrngen in
dc
optellingeu zijn tei verklaren uit
afronclïngen en, wat het algemeen totaal betreft, uit het
feit, dat de getallen op de horizontale lijn slechts de bedra-
gen geven, clie rechtstreeks aan de crediteurnaties zijn ten
goede gekomen, terwijl de totaalkolom alle uitgaven van
den Generaalagent, dus bovendien de cijfers van den dienst
der leening en van alle onkosten, omvat.
3)
Commissie van Herstel, Bureau van den Generaal-
agent, Rijnland Commissie en Militaire Contrôle Commissie.
3)
Waarvan 7,4 millioen interest, vergoed aan de Spoor-
ii’egmaatschappij.

Bovenstaan’d staatje geeft de verdeeling van de ge-
durende het tweede hersteljaar verrichte betalingen.
In vreemde valuta werd tijdens deze periode overge-
maakt de tegenwaarde van 415,7 millioen OM. of
35,35 pCt., hoofdzakelijk onder de bepalingen der Re-
paration Recovery Acts en voor den dienst der Bui-
tenlandsche Leening 1924. Tegen het eind van het
jaar liet het Transfer Co’mmittee voor het eerst eenige
bedragen in vreemde valuta rechtstreeks aan de ze-
geeringen der crediteurstaten overmaken, deze bedra-
gen, die totatl 65 millioen G.M. vertegenwoordigden,
zijn op het staatje onder 5. opgenomen.

De rest ‘der betalingen geschiedde binnen Duitsch-
land, in hoofdzaak tot dekking van de kosten der be-
ettingstroepen en ter bétaling van de leveranties in
natura. Van de laatste hebben zich die op grond van
2ontracten tusschen particulieren, volgens de over-
eenkomst van 1 Mei 1925, sterk ontwikkeld: het
iransfer Committée keurde in ‘dit jaar contracten
met Fransche onderdanen tot een bedrag van 262,2
millioen G.M. en met Belgische onderdanen tot een
bedrag van .50,1 millioen G.M. goed.

Ook in het afgeloopen hersteljaar kwam Duitsch-
land al zijn verplichtingen ten volle na. De geest van

2 Januari 1927

ECÖNOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

33

samenwerking en tegemoetkoming, waarin – vol-
gens de woorden van den Generaalagent – het

Plan ‘der Experts wordt ten uitvoer gelegd, is een

groote verbetering vergeleken bij •de vroegere verhou-
dingen en heeft groote beteekenis, niet slechts voor

de toekomstige ontwikkeling van het hersteivraag-
stuk, maar ook voor den verderen voortgang der

vreedzame reconstructie van Europa. In dit ruimere

kader moet hot reparatieprobleern tot oplossing wor-
den gebracht. In welken zin dit ten slotte zal geschie-

den is moeUijk te overzien, zoolang instabiele geld-
stelsels en taricfmnren op rico wereldhandel hun in-
vloed uitoefenen. Eerst wanneer deze factoren hun
abnormale proporties zullen hebben verloren en de

invloed van de herstelbetalingen op productie en han-
del zich duidelijker zal hebben afgeteekend, zal het
mogelijk zijn om, zooals in het Plan der Experts is
voorzien, een nadere én definitieve regeling der re-

paratiebetalin gen tot stand te brengen.

EENIGE OPMERKINGEN OVER DE GRONDSLAGEN

VAN STEUNVERLEENING INZAKE WERKLOOSHEID.’)

De heer F. von Koch te Stockholm schrijft ons:

Het vraagstuk van, de fmn.ancierin.g.

Do moeilijkheden, waar men
bij
een ondersteuning

van onvermogen de werkloozen rekening mee heeft te
houden, zijn in den regel belangrijk grooter dan zelfs
door autoriteiten op dit gebied wordt erkend ‘). De
eivaringen, die op dit terrein gedurende de laatste

jaren in verschillende landen zijn opgedaan, schijnen
de algemeene theorie, dat werkloosheidsverzekering de

beste methode is voor verkloozensteun, ternauwernood

te rechtvaardigen.
De groote en fundamenteele moeilijkheid is deze:
hoe verkrijgt men de noodzakelijke middelen voor
werkloozensteun, zonder daardoor de werkloosheid

elders te vergrooten? Gestld, dat het geld wordt op-
gebracht door midclél van belastingen of door leenin-

gen op de binnenlandsehe markt. Dan volgt daaruit dat ‘degenen, die het geld opbrengen, hun uitgaven
voor consumptieartikelen of voor kapitaalbestedingen
beperken. Dit zal in •de meeste gevallen tot resultaat
hebben, dat hun vraag naar arbeid vermindert en
nieuwe werkloosheid geschapen wordt. Deze nieuwe
werkloosheid, intusschen, kan grooter of kleiner zijn
en haar sociale beteekenis kan natuurlijk zeer uiteen-


1)
Dit artikel was oorspronkelijk geschreven voor een
Zweedsch blad. Daar het echter eenige punten raakt, door
Ir. Verwey naar voren gebracht in diens artikel in de
E.-S. B. van
15
September 1926, is de inhoud waarschijn-
lijk ook voor de lezers van de E.-S. B. van belang en ge-
schikt voor verdere discussie.
Indien ik Ir. Verwey goed begrijp, zijn de grondgedach-
ten van zijn betoog de volgende: le. werkloosheidsverze-
kering is een beter systeem voor werkloozensteun clan de
Zweeclsche methode.
2e. Men heeft in Zweden verzuimd, fondsen te creëeren
voor toekomstige werkloosheid.
3e. De werkloosheid is gedurende de laatste jaren in
Zweden toegenomen.
En verband met het eerste punt zou ik willen opmer-
ken, dat cle vorige socialistische regeering aan den Rijks-
dag nooit heeft voorgesteld verzekering tegen werkloosheid
in te voeren. De reden hiervoor was in de eerste plaats,
dat cle voorgestelde wet reeds bij voorbaat heftig was be-critiseerd door de competente autoriteiten en in de tweede
plaats, dat het plan bij cle toenmalige samenstelling van
den Rijksdag toch niet de miuste kans had, om aange-
nomen te worden. Het wetsvoorstel werd derhalve niet
eens in behandeling genomen. In plaats daarvan stelde cle
socialistische Regeering een nieuwe commissie in voor ver-
der onderzoek. Dit onderzoek zal meer tijd kosten, dan
men aanvankelijk had verondersteld. Thans, in November
1926, is het volstrekt zeker, .dat deze onderzoekingen in
geen geval zullen leiden tot nieuwe wetsvoorstellen op den
eerstvolgenden Rijksdag.
2)
De drie principes, die hier vooral in aanmerking ko-
men, zijn:
(1)
verzekering tegen werkloosheid; (2) onder-
steuning van werkloozen (zooals in Zweden) en (3) werk-
verschaffing.

loopen. De moeilijkheid, die wij in de eerste plaats
onder dc oogen hebben te zien, is dus deze: hoe ‘dient

men de noodzakelijke gelden voor werkloozensteun op

te brengen?
Een van de grondslagen der belastiagpolitiek, of-

schoon in de practijk zeer moeilijk te verwezenlijken,

is
deze: dc belastingen dienen te worden gedragen

door diegenen, welke hun consumptie kunnen beper-
ken met een betrekkelijk gering offer. In het onder-

havige geval dient men den last der werkloosheidson-

dersteuning zooclanig te vercieelen, dat men bij de
doorvoering van het genoemde principe tevens zooveel

mogelijk rekening houdt met het speciale doel, geen

nieuwe werkloosheid tb scheppen.
1)

Dat dit aan de meesten niet helder voor oogen staat,

blijkt in de eerste plaats uit de groote vereering, die
men heeft voor verzekering en in de tweede plaats uit
den hoogen dunk, dien men heeft van fondsvorming.

* *
*

Wat de werkloosheiclsverzekering, van welken aard
ook, aangaat, deze wordt gekarakteriseerd eenerzijds

door het recht van ‘den werklooze op ondersteuning
(zie hieronder) en anderzijds door ‘de wijze, waarop
men de kosten financiert: deze toch worden gedeelte-
lijk gedragen door de arbeiders en hun werkgevers als

zoodanig, in plaats door de belastingbetalers in het

algemeen.
Gesteld nu, zooals sin:ds eenige jaren inderdaad
het geval is geweest, dat bepaalde groepen arbeiders
zoo goed als steeds werk hebben, al is het dan mis-
schien tegen zeer lage bonen, terwijl andere groepen
vrijwel constant werkloos zijn, wat voor reden is er
dan uitsluitend de eerste categorie en niet de geheele
bevolking den last te laten ‘dragen? Er zijn, dunkt mij,
redenen, die eerder voor het tegendeel pleiten. In de
eerste plaats dient men personen met kleine inko-
mens niet extra te belasten, in de tweede plaats kan
de gevolgde methode leiden tot een vermeerdering

der werkloosheid. Indien, wat zeer wel mogelijk is,
de arbeiders niet geneigd zijn om te werken tegen
bonen, die met het bedrag der premie zijn verminderd
of indien de werkgevers hun productie beperken, zal
nieuwe werkloosheid optreden, die onder andere om-

standigheden
bij
een andere wijze van belastinghef-

fing voorkomen zou zijn.
Het lijkt mij inderdaad een zeer
belangrijke
vraag’
vôor specialisten op het gebied der staatsfinanciën, te
onderzoeken, welke speciale belasting men dient te
kiezen om zoo min mogelijk werkloosheid te schep-
pen. In ieder geval lijkt mij de belasting van werk-
nemers en werkgevers als zoodanig een bijzonder wei-
nig geschikte methode in tijden van groote werkloos-

heid.

Een zeer voor cle hand liggende wijze om de boven-

staande moeilijkheden te omzeilen – en hier komen
wij tot ‘de foncisvorming – schijnt ‘de volgende. Zou
men de huidige werkloosheid niet het beste bestrijden
met een zeker geldbedrag, uit een bepaald ,,fonds”,
dat men in vroegere jaren speciaal met het oog op de werkloosheid gevormd heeft? Nu zijn er twee moge-lijkheden: het fonds kan in werkelijkheid bestaan uit geld of het bestaat uit tastbare goederen van welicen
vorm dan ook. Bestaat het alleen uit geld, dan is het
nutteloos. Wanneer de nood aan den man komt kan
men steeds genoeg papiergeld drukken. Wanneer het
echter uit goederen bestaat, hoe kan men deze dan
besteden, zonder werkloosheid te scheppen?- Zeker,
indien het bestond uit een voorraad vleesch of koren,
dan zou men de werkboozen kunnen voeden en zou men uit het fonds hun bonen in natura kunnen beta-
len. Bij een vermindering van den voorraad zou men

3)
Op den langen duur kan het scheppen van nieuwe
werkloosheid in sommige gevallen voordeelig zijn: bijv. in-
dien deze werkloosheid voortvloeit uit de opheffing van
luxe-industrieën eenerzijds en de ontwikkeling van nutti-
ger bedrijven anderzijds, d.w.z. als overgangstoestand naar
– op den langen duur – gewenschtere verhoudingen.

34

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1927

elders geen
.0
ieuwe weridooshejd scheppen. Men client
echter wel te bedenken, dat cle gelde’n van het fonds
in werkelijkheid nooit op zulk een wijze zijn belegd,
doch dat men er aandeelen of obhgates voor p1éet

to koopen. In het laatste geval kan men de fondsen
niet mohiliseeren, zonder dat een ander geneigd is,

een gedeelte van zijn in komen beschikbaar te stellen
voor het koopen van de aandeelen of de obligaties in

kwestie. En deze ,,an’dere” moet dan zijn overige uit-
gaven beperken, met het gevolg, dat de mogelijicheid

bestaat, dat nieuwe werkloosheid wordt geschapen,

precies alsof er geen fonds was, en do kosten
01)
‘ de
gewone wijze .door middel van belastingen warn

gedekt,. T-Jet lijkt mij dan ook zeer twijfelachtig, bf
men speciale fondsen van het gewone type in ht
binnenland
1)
moet scheppen met het oog op een toe-

komstigen steun aan werkloozen.

Nuttige werlcverschaffing en de verdeeling van den

werlcloozensteues dient men van te voren niet aan
starre regels vast te leggen.

Niet alleen do financiering, doch ook de verdde
ling van ‘de ondersteuning kan werkloosheid ‘erooi’-

zaken, ni. wanneer daardoor de beweegljkheid van den arbeid of de elasticiteit der bonen vermindei’cl

wordt. Het is dan ook zeer belangrijk, dat de wijie,
waarop men steun verleent, de juiste is.

Inzake werkverschaffing van overheidswege blijkn
de principes, •die men in de rdeeste landen heeft aan-
s’aard, weinig bevredigend. In tal van landen, bijv.
in Duitschiand, neemt men aan, .dat werkverschaf-
fing voor het land in zijn geheel genomen de werk-

gelegenheid nioet vermeerderen. Daarom is het de
taak van de overheid, om steeds te zorgen voor niedw
werk, voor ,,zusiitzliche Arbeit.”. Dit vericlaart het principe, dat men in Duitschland heeft aanvaard en
ad absurdum doorgevoerd, nl. dat de arbeid van werk-
loozen n.iet zoo heel nutti.g hoeft te zijn. Bijvoorbeeld:

het herstellen van schade, die is aangericht, doordat

een rivIer buiten haar oevers is getreden – een werk, dat toch in ieder geval in de naaste toekomst gedaan
moet worden – zou men villei reserveeren voor
,,gewone werkkracht&n”, al kon men ook van te voren
niet weten, dat zulk een werkgelegenheid zich zou

voordoen. Op deze wijze sluit men de beste schema’s
voor werkloozeiisteun, (zelfs van het standpunt, dat
het wenschelijk is, de gewone arbeidsmarkt niet te
verstoren) ten eenenmale uit.

Immers, het meest gewenscht zijn die schema’s
‘OOr werkloozensteun, welke in de naaste toekomst
een goede opbrengst beloven. Dit kan al of niet een
verplaatsing van andere werklcrachten noodzakelijk

maken. Gevestigde.helangen, van welken aard ook, mo-
gen geen sta-in-den-weg zijn. Veronderstel, dat vobr
bestrating in een stad werklieden worden gebruikt,
die hun woonplaats hebben op het platteland,’ waar-
heen’ zij eventueel kunnen terugkeeren. Veronderstel
verder, dat werklieden uit een machinefabriek wor-
den ontslagen en in aanmerking komen voor werkver-
schaffing. Indien deze arbeiders, zooals vaak ‘het ge-
.’ai is, gebruikt kunnen worden als straatmakers, doch
niet als landbouwers, dan kan het nuttig zijn, hen als
straatmakers te werk te stellen en de s’traatmakers
te doen terugkeeren tot den ‘landbouw. Men kan dit bereiken, door de bonen voor het straatmakerswei’k
te verlagen. Indien rne.n daarentegen op de tradi-
ti.oneele wijze nieuw bestratingswerk verschaft voor. de we.rkloozen, dan zal men ten hoogste cle behoefte
der gemeenschap aan straten en wegen voldoen en
zelfs meer dan voldoen, doch, dan, gaat d.i.t ten koste
van meer dringende behoeften; dat zijn’ in dit geval
de behoeften aan meer’voedsel, in het bijzonder voor
het levensonderhoud der verkl oozen.
.1)
Sluit men een 1eeing in het buitenland of realiseert
men vroegere beleggingen in den vreemde, dan wordt de
kwestie anders; clan hoeft zulks iiiclerdad niet te leiden tot
nieuwe werkloosheid, als gevolg van een onttrekking van
koopkracht aan de biun enl andsche. markt.

Voor zoove.r het anderen steun van overheidswege

betreft, dient men uit te gaan van het principe,
steeds zoo effectief mogelijk hulp te verleenen, zon-

der de beweeglijkheicl van ‘den arbeid ‘teveel te ver-

minderen. Dit laatste zou echter het geva.l zijn, wan-

neer men het systeem der werkloosheidsverzekering
invoerde en dus op grond van het principe der ver-
zekering gebonden zou zijn, een bepaald aantal van

te voren vastgestelde dagen hulp te verleenen, onver-

schillig den aard der werkloosheid i.n dit of dat bij-
zondere geval. Het kan hijv. mogelijk zijn, dat in een
bepaalde in dustrie de opheffing van werkloosheid

onmogelijk is, tenzij de werkioozen overgaan naar een
andere industrie, of verhuizen naar een ver uit de

buurt gelegen streek. 1-let verschaffen van werkboo-
zensteun uit een ‘verzekeringsfonds voor een bepaald
aantal dagen, hjv. drie maanden,
kan
tot niets ‘dienen.
Het
kan
leiden tot een verspii]ing van gelden en de

vernietiging van een bepaalde werkgelegenheid, zon-
der de personen in kwestie in een betere positie t’e
plaatsen. Hun positie kan er zelfs op achteruit, gaan,

wanneer zij – vertrouwend op ondersteuning – de
noodzakelijke verplaatsing uitstellen; immers – he

juiste oogenbl.ik vooc’ zulk ee.n verplaatsing ‘kan snel
voorbijgaan. De on de.rvi n ding in. Engel and schijnt
aan te toonen, dat dit punt practisch van veel belang

is. Aan den anderen kant is het zeer goed mogelijk en
zelfs waarschijljlc, dat men in vele gevallen werkboo-

zensteun . dient te geven gedurende een langere pe-
riode, dan
hij
de verzekeri.ngswet is voorzien. Dan dient men de verzekering te amendeeren of armen-

zorg dient zich met de zaak te bemoeien. Dit kan tot

vele admini strat.i cve moeilijkheden leiden; dubbel werk, dat vermeden had kunnen worden, indien alle
soorten van ondersteuning geadministreerd werden
door é.én centraal lichaam, dat gemachtigd was onder-

steuning te geven aan werklooreu, niet, als een op-
ei schbaar ,,recht”, doch overeenkomstig zijn’ eigen in-

‘zichten. In vele gevallen zouden ‘dan grootere som-
men voor ondersteuning aan de werkboozen gegeven
kunnen worden., die dozen laatsten, van meen
werke-
lijk
nu.t waren geweest.

De zwakheden. in de Zweedsche methode van werk-
loozensteun.

Men heeft op verschillende gronden het tamelijk
vrije systeem van werkloozensteun in Zweden (uitkee-
ringen en werkverschaffing) becnitiseerd.

In de eerste plaats heeft men gezegd, dat het
creëeren van fondsen, in ,,goede tijden” om in (le
toekomstige uitgaven voor ondersteuning te voorzien,
verwaarloosd is. Zooals echter bôven reeds is uiteen-
gezet, schijnen dergelijke fondsen mij slechts van een
zeer betrekkelijke waarde.

In de tweede plaats heeft men gezegd, dat werk-
verschaff.ing alleen niet voldoende is: indien ‘vrij
plotseling werkloosheid ontstaat kan het nuttig zijn, werkboozensteun te geven, ten minste voor het tijd-perk, noodig om het schema voor werkverschaffing
op te maken. Men heeft daaraan toegevoegd, dat be-
paalde catdgorieën van arbeiders iïiet voor we.i’kver-
schaffing geschikt zijn, hijv. omdat hun handen te
fijn zijn (typografen, horlogemakers etc.) en men be-
toogt, dat zulke arbeiders werkloozensteun dienen te
ontvangen. Dit soort ‘van critiek is niet nieuw. Juist

in de eerste jaren van de •deflatieperiode (1920/21.) heeft ipen aan deze omstandigheden bijzondere aan-
dacht gewijd. De onderv.inding echter, heeft geleerd,
dat een dergelijke vrees over het algemeen sterk over-
dreven is: tal van geschoolde arbeiders, die jarenlang
binnenshuis gezeten hadden, hadden een tamelijk
goeden
tijd,
toen zij’ in de open lucht werkten, waarbij
zij gezondheid en kracht opdedeh. En. wat arbeiders
met een ‘zwakke gezondheid betreft, hiervoor kon zeer
‘vaak
lichte
arbeid gevonden worden.

Niettemin is het zeer goed mogeljk dat het geven
yau vrkloozensteun in 1.023′ n:iet zoo plotseling had
dienen op te houden. 1)och de wet op den Staatsstean

12 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

35

hij uitkeeringen aan werkloozeti .i.s niet opgeheven
671

het val.t niet te ontkennen, dat dit soort steun zoo
noodig opnieuw kan worden verleend en zelfs op zeer
korten termijn – veel sneller dan volgens eenig

systeem van werkloosheidsverzekering. i)iegenen iii
Zweden, welke pleiten voor de invocring van een ver-

zekering tegen werkloosheid op grond van het feit,
dat werkverschaffing alleen niet onder alle omstan-

cligheden voldöende
is,
maken het zich zelf te gemak-

kelijk bij de verdediging van hun voorstellen.
Van groot belang is het derde punt van critiek, nl.

dat de resultaten van de in Zweden gevolgde methode
onvoldoende zijn. Onder verwijzing naar de statistie-

ken der Vakvereeniging betoogt mcii, dat de
huidige

positie van de arbeidsmarkt in Zweden niet veel beter is clan in andere landen, waar werkloosheidsverzeke-
ring sinds jaren bestaat. Aangezien internationale

vergelijkingen buitengewoon moeilijk zijn, kiest men
den zekersten weg, het voorafgaande niet te ontkennen,

in het bijzonder, waar de kans groot is, dat de ,,on-
zichtbare” werkloosheid, d.w.z. die onder jonge man-nen en vrouwen, die nog nooit werk hebben gehad en

die niet in de officieele
cijfers
zijn opgenomen, aan-

zienlijk grooter is dan een paar jaar geleden. De oor-
zaak hiervan schijnt te zijn, dat men de toelating tot
het eene vak naar het andere beperkt in liet belang der
oudere leden, die bang zijn voor nieuwe concurrentie.
Tegen deze tendenzen kunnen de werkloosheidscom-
missie en haar locale comité’s onder de huidige om-
s tact digheden niet veel uitrichten.
Wanneer men het werk van de Commissie en de
waarde van het Zweedsche systeem beoordeelt, dient
men biHijkervtjze niet deze en clergelijlce overwegin-
gen relceulug te houden. Onder deze verdere overwe-
gingen dienen de volgende genoemd:
ie. het feit, dat in Zweden de werkverschaffing
van overheidswege nog niet voldoende gecentraliseerd
is. De gemeenten hebben bepaalde mogelijkheden tot
werkverschaffing, bijv. door de armbesturen, wat veel
kwaad doet aan de arbeidsmarkt en wat de noodzake-
lijke beweegljlcheid van den arbeid vermindert;
2e. liet even belangrijke feit, dat de werkloosheids-
verzekering der vakvereenigingen eveneens tot op ze-

icere hoogte de werkloosheid in stand houdt en de’
beweeglijicheid van den arbeid t.o.v. plaats en beroep
tegengaat, evenals •de noodzakelijke elasticiteit der
bonen. T.a.v. deze maatregelen heeft de werkloos-
heidscommissie zoo goed als geen invloed.
Dat de toestand op de Zweedsche arbeidsmarkt,
die in 1923 zoo hoopvol leek, thans niet zoo bevre-
digend is als men verwachten mocht, zij derhalve
toegegeven. Maar waar liggen de fouten en hoe kan
men deze verwijderen? Is cle werlcioosheidsverzelcering
een beter middel dan een vrijer systeem? Mocht zulks
liet geval zijn, – menig twijfelaar zou zich met
vreugde laten overtuigen.

AANTEEKENINGEN.

Het Tractaat met België.

De beer E. Heidring, Voorzitter van de Amster-
damsche Kamer van Koophandel, uit wiens belang-
wekkende Jaarrecle wij in ons nummer van 5 Januari
Ii. reeds het een en ander hebben overgenomen, heef t hij die gelegenheid nog cens met groote duidelijkheid
uiteengezet, welke bezwaren tegen het Tractaat met
België in zijn huid igen vorm lcu.nnen worden aange-
voerd. De heer II. vangt zij ne beschouwingen over deze
zaak als volgt aan
Loodzwaar drukt op velen dc aanneming door dc Tweede
Kaiiicr van het Verdrag niet België. Uelaas maar al te zeer
ton rechte, want een vazalstaat zou anti Cen
11ja1J vcn solive-
ii ii:i.iiwclijks een ditikkender samenstel van offers kun-
neti brengen dan dit troetaat Nederland aan België laat
doen.
Oeheel otiopgelost blijft, zonder dat daarvan in het Ver-ding bepnaldelijk wordt gesproken, het Wiel ingen-vraag-
stuk. Het afbreken van de onderhan(lelingeii in 1920 en het

011gerege1cl blijven • vuti (leze aatigelegetdicid thans, laten
geen andere conclusie toe, dart dat België slechts dlie oplos-
siug zal nanvaardeit,, wejke ten volle aati zijn wenschen vol-
(1oct
Cfl
dat Ne,derlan(l daartoe niet zal willen medewerken.
i)at hierin een zeer ernstige bedreiging voor de wederzijcl-
sche verhouding in de tockonist is gelegen, kan wel aan geen
‘twijfel onderhevig zijn.
”oornauie pititeci voorts blijven in het Verdrag aan latere
regeling voorbehouden, welke te zijner tijd oiiverniijdeljk
‘llieIIve vrijving moet inedebrengen. Ik denk onder anderen and de, aan dle toekomst overgelaten overeenkomst nopens
het door ieder der partijen te dragen deel der kosteti in
tle in het VercIlag vermelde kanalen. Indien, zooals ‘s
[Vii-
nisters bedoeling is, dieze bijdlrage naar gelang van ieders be.
lang wordt geregeld, dan weet men reeds thans, dat de
schatting zeer sterk zal uiteenloopen. Voor ons is het be-
lang in het kanaal, alles tezamen genomen, sterk negatief,
hetgeen geen bijdrage onzerzijds, ja zelfs vergoeding door
België
ZOU
meclebrengen; doch in België denkt men daar-
over anders. Zoo zeide bijvoorbeeld dle heer Carton de
‘Wiart :,,S’ ii éta.it entendu que les Pa3’s-Bas, qui tireront
‘aussi de ce canal cer.tains avantages direets, l’exdcuteraient
sur leur territoire h. leurs frais, cions pourriom considérer
In formule eoinme réalisable.”

])eze onzekerheidi is te onbehagelijker, omdat dc kanalen
ongehoorde sommen zullen kunnen eischen in aanleg en on-derhouci, nu zoowcl’ het ontworpen Moerdijkkanaal, als (lat
1
van Rubrort naar
twerpen, practisch onbeperkt van af-
metingen zijn; immers, ingevolge het verdlragsvoorschrif t,
zullen deze het te allen tijde moeten mogelijk maken, dat drie Rijnsehepen of sleeptreinen, van de grootste tonnen-
maat welke er in gebruik zal zijn, naast elkander op het
kanaal kunnen varen. Voor de nieuwe verbinding van
Amsterdam met den Boven-Rijn is aan zoodatiige cischen
van bevaarbaarheid zelfs niet ged acht, niettegenstan ide
uien voornemens is deze in dier voege te verbeteren, dat
niet een ontwikkeling tot in verre toekomst zal zijn reke-
ning gehouden

Na gewezen te hebben op de politieke gevaren van

het Tractaat, gaat de heer
H.
verder over het Moer-

.dijkkanaai, waarbij hij den volieri nadruk legt op de

groote nadeelen,
die
zoowel Ainsterda-in. als Boterdam

van ht kanaal zullen ondervinden:

1

let verwonderlijke standpunt ten aanzien van dit kanaal,
ten slotte door den Minister van ‘J3uitenlandsche Zaken in-
genomen, schijnt te zijn: ik kan het zelf niet goed beoor

deden; in elk geval gaan West-]3rabant en Zeeuwsch-Vlaan-
deren ermede vooruit, en gij hebt mij niet tijdig gewaar

sehuwd en ook nu nog niet bewezen, dat het kanaal zoo
ernstige nadeelen voor Rotterdam zal opleveren.
Hoe onredelijk deze omkeering van den bewijslast is, be-
hoeft wel niet nader te worden aangetoond; desnietteittin
heeft ‘s Ministers eisch meer recht wedervaren dan daaraan
toekomt, door hetgeen van vele zijden ten bewijze van den
te verwachten sehadelijken invloedi toch inderdaad werd
aangetoond. Slechts zij, clie niet overtuigd willen wordien en
zij, die dien invloed van ondergeschikte heteekenis aehteui
tegenover andere in aanmerking komende factoren, zullen
gegrondheid en beteekenis der pessimistisehe verwachtingen
nog kunnen onderschatten.
Het belang dier zaak dwingt ertoe, om in dit verband nog
aandacht te schenken aan een, te elfder ure
5
immers eerst
hij de mondelinge behandeling in de Tweede Kamer bij de
repliekeu gedane poging aan te toonen, dat van het ka-
ii aal toch geen zoo ernstige gevolgen zijn te wachten; ware
dit belang minder groot, dan zonde eerbied voor de
gezag-
hebbende zijde van welke dat betoog uitging, ertoe hebben
kwu en leiden de luchthartige oppeu-vlakkigheid, waarmede
hij die gelegenheid 16.000.000 ton als uiterste grens werd ge-
trokken voor een mogelijke ondermijning van liet vervoer
naar de Nederlanclsche zeehavens, maar zooveel mogelijk
dugemerkt te laten passeeren; thans komt mij dit niet
geoorloofd voor. Van hoe groote beteekenis deze 16 millioen
ton
01)
zichzelf reeds zouden zijn, moge illustratie vinden in
het feit, dat in het jaar 1913 het Amsterdamsche :I{ijnver

keer
2,5
millioen ton, en in 1925 3,8 millioen ton beliep.
Doch zelfs dio 1.6.000.000 ton, derhalve het zes-, resp. liet
viervond van het geheele Amsteidautsche lRijnverkecr, geven
een geheel onjuist en veel te gunstig beeld van de bedrei-
ging, welke er iii liet k.n aal ligt, omdat de becijfering, welke
tot die uitkomst leidde, volstrekt onhondbaar is; die on
houdbaarheid ligt in het uitgangspunt: dat de sluis, toegang
gevendc tot liet kanaal, zonde worden ingericht zooals clie
bij dc Maaskinalisatie, di. voor liet schntten van
twee
schepen s’ari 2000 ton. Dit uitgangspunt ziet echter volledig

36

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Januari
1927

over het hoofd, dat de afmetingen van kunstwerken in een
kanaal worden bepaald door cle afmetingen van dat kanaal:
zelf, en niet door die van een ander kanaal. En nu voor-
ziet het Verdrag in zoodanige afmetingen van dat kanaal
Antverpeu-Moerclijk, dat daarop te allen tijde
drie
der
grootste Rijnsehepen – welke op dit oogeublik reeds vae 3600 tot 4000 ton meten – naast elkander kunnen varen,’
derhalve in afmetingen voor dit kanaal – en daarmede
voor zijn kunstwerken -, welke reeds thans veel grooter,
zijn, dan die van de gekanaliseerde Maas.
Geheel blijvende in den gedachtengang van den geachten
afgevaardigde, wordt hier derhalve •de uiterste grens van
mogelijke ondermijuing van het vervoer naar Nederlandsche’ zeehavens niet bepaald •door dc capaciteit van een sluis vozi

twee schepen van 2000 ton, doch van een sluis voor drie
schepen van 4000 ton, di. reeds het drievoudige van do
capaciteit waarmede die afgevaardigde opereerde. Het drie-
vond van cle door hem becijferde 16.000.000 ton, zijnde
48.000.000 ton, is ten naaste bij gelijk aan het totale Rijn-
vaartverkeer van Nederland en België te zamen op dit
oogenblik, (in 1925 rond 57 millioen ton). Doch ook daar-
mede is •de uiterste capaciteit van het overeengekomen Ant-
werpen—Moerdijkkanaal nog geenszins bereikt. Waij
naast e.en bestaande sluis, kan men andere, even •groote,
desgewenscht grootere sluizen boiven, zoodra daaraan b
hoef te zou komen te bestaan; reeds thans is dat een ge-
bruikelijke wijze van v.erhooging eener, kanaalcapaciteit. Er is echter meer. Antwerpen is als markt de mededinger,
in vele opzichten cle meerdere, van Amsterdam. Van Bel-
gië, dat iets meer inwoners dan Nederland heeft, is Ant-
werpen de eenige belangrijke haven; van zijn andere havens
beperkt het verkeer zich, voor wat Zeebrugge betreft, tot
eenig transito vervoer nafcr Engeland, voor wat Gent en Ostende betreft, tot het voorzien in lokale behoeften. De
haven van Antwerpen vereenigt in zich de karakteristie-
ken van Amsterdam en Rotterdam: stukgoed en massaal
vervoer, handclsbeweging en transitoverkeer van stapel-
artikelen eeiierzijds, van granen en ertsen anderzijds. Ant-
w’erpeu ligt voor de stapelartikelen gunstiger dan Am-
sterclam; want het bestrijkt geheel België en, dank zij lage
spoorwegvrachten, een deel van Zuicl-Duitschlancl, Luxem-
burg, Noord- en Oos-Frank.rjk; cle belangensfeer van
Amsterdam met Rotterdam te zamen omvat daarentegen
slechts Nederland en het daarachter gelegen Duitsche ge
bied. In dit laatste gebied dringt evenwel ook Antwerpen
door en minder dan de Nederlandsche havens, ondervindt
het daarbij de §cherpe concurrentie van Hamburg en Bre-
men. Rotterda, aan den mond van (Ten Rijn, beschikt ove
cle gunstigste waterverbinding met dat achterland en ziet
zich dientengevolge de massale transporten, waarin het op
enkele centen per ton in den vervoerprijs aankomt, toe-
vloeien; granen en ertsen voor Zuid-West Duitschland be-
stemd, worden grootendeels voor rekening van Duitsche
koopers, c.i.f. (cost, insurance, freight) Rotterdam verkocht,
niet c.i.f. Antwerpen of c.i.f. Amsterdam. Stukgoederen,
(goederen, die in balen; kisten en vaten verzonden worden),
waarin Antwerpen

en Amsterdam en ook Rotterdam in
mindere mate, handel drijven, worden naar
ni
die havens
c.i.f. verkocht of geconsigneerd. Ln meerdere mate zouden
deze, evenals graan en erts, naar Rotterdam gaan, hadde niet Antwerpen een zoo groot eigen afzetgebied en ware
Amsterdam niet van ouds cle kapitaalkrachtige koopstad
welke, behalve de voortbrengselen uit onze koloniën, kost-
bare artikelen van anderen oorsprong trekt. Deze eigen
handel en het zeer belangrijke transito-vervoer der te Am-
sterdam gevestigde stoomvaartlijnen, verklaren den om-
vang van, het Amsterdamsehe stukgoederenvervoer. Het
geheele Rijn-vervoer naar Amsterdam bedroeg, volgens op-
gaaf van het douanekantoor te Lobith, gedurende de eerste
elf maanden van het afgeloopen jaar, 1.827.074 ton; dat
met bestemming naar Rotterdam 20.582.512 ton en voor
Antwerpen 3.990.402 ton. Daarvan bedraagt het deel aan
stukgoederen, berekend op den grondslag van normale ver-
houdingen, dus nadat de storende invloed van de Engelsche
kolenstaking is uitgeschakeld, voor Amsterdam 47 pOt.,
Rotterdam 18 pOt. en Antwerpen 53 pOt. ,
Behalve dat de positie van Antwerpen van nature ster-
ker is dan die van Amsterdam, omdat het, zooals gezegd,
een achterland heeft, dat het niet met een andere haven be-
hoeft te deelen, bezit het het onschatbaar voordeel, dat het
eigen land in veel grootere mate dan Nederland lading
verschaft. Kolen- en ijzermijnen hebben België tot een be-
langrijken industrieelen staat gemaakt en de daaruit voort-
vloeiende uitvoer, lokt buitenlandsche lijnen tot geregeld
aanloopen in menigte ui.t.
Al zullen, ingevolge de inbreng van de Belgische spoor-
wegen in een naamlooze vennootschap, welke haar rekening

sluitend moet maken, le tarieven op clie spoorwegen voort
loopig een neiging tot stijging vertoonen, de Belgen hebben
te allen tijde, door lagere bonen dan hij ons gelden, veel
goedkooper kunnen werken. Afstanden naar het achter-
land
J),
en ook de eenheidsprijzen van vervoer zijn, en zullen
steeds zijn, in liet voordeel van Antwerpen. Wat de Am-
sterdamsche reederijen dan ook met moeite als lading voor haar schepen bijeenbrengen, sti-oomt naar Antwerpen vaii
zelf toe, in dc eerste plaats per spoor en in de tweede
plaats langs den Rijn. De ervaring leert voorts, (lat schepen,
clie een haven aanlooper om lading te halen, er ook lading
van overzee aanvoeren; de tonnenmaat der Antwerpen aan-loopende schepen overtreft zoowel in 1925 als in 1924, on-
danks zijn minder gunstige ligging tegenover den Rijn, die
vati Rotterdam ietwat en was in beide jaren meer dan het
5-vond van die van Amsterdam. Beter bewijs dan deze
cijf ei-s, van Antwerpen’s sterke positie, nog kunstmatig ge-
zchraagd door den vrijdam van surtaxe d’eati-epôt voor het
vel-voel- naar Antwerpen, is niet aan te voeren. En men be-
hoeft er geen oogeublik aan te twijfelen, dat ook, al zullen
de hiervooi

genoemde speciale begunstigingen wellicht te
eeniger tijd ingetrokken worden, België er steeds op uit zal
zijn de positie van Antwerpen te versterken. Een niet te
niiskennen bijzonder gevaar ligt voor ons in dit opzicht nog
in de aansluiting van België aan liet internationale staal-
cartel, waaraan ‘Nederland, als niet-producent, geen deel
kan nemen en waarin op het gebied van vervoer voor,Ant-
werpen nog zekere vooi-deelen verborgen kunnen liggen.
Zoo is de toestand zonder Moerdijkkauaal. Indien dit
wei-k tot stand komt, wordt niet een verbetering van den
vaarweg van den Rijn naar Antwerpen verkregen, doch een
geheel nieuwe waterweg geschapen, welke van verkeers-
standpunt bezien, practisch een nieuwe J{ijnmonding zal
zijn, op welke in gevolge verdragsbepaling, te allen tijde drie
dci

gi

ootste in gebruik zijnde Rijnschepen naast elkander
zullen moeten kunnen varen. Dit beteekent, dat niet alleen het natuui-lijke voordeel, dat Rotterdam thans heeft, groo-
tendeels vervalt en dat het massale vervoer, gegeven ook
de groote beweging van zeeschepen, die Antwerpen natunr-lijkerwijze trekt, en op zijn beurt meer vraag naar Rijnsche-
pen doet ontstaan, naar deze haven afgeleid zal kunneh
worden, maar tevens dat de positie, die Amsterdam als in-
ternationale markt van vele artikelen inneemt, aangetast
en de reeds natuurlijke moeilijkheden der Amsterdamsche
reederijen om voeding voor haar lijnverkeer te verzamelen,
buitengewoon vei-zwaard zullen worden. An onze andere
grens treedt het Duitsche havenproteotionisme steeds meer
agressief op, en nog immer voortgezette verlagingen van de
tarieven op de Duitsche spoorwegen nemen het ijzer- en
stukgoederenvervoer in steeds meerdere mate van den na-tdlurlijken weg, den Rijn, en daarmede van Amsterdam en Botterdam weg. De zoo dringend noodige verbetering van
cle verbinding van Amsterdam met den Bovenrijn moet die-
nen om den strijd van clie havn tegenover dergelijke pogin-
gen eenigermate te veilichten; liet graven van een kanaal
van Antwerpen naar den Moerdijk van zoo ongehoorde af-
meting als het Verdi-ag mogelijk maakt, dreigt het moge-
lijke effect van liet Amsterdamsche kanaal te niet te doen.

Ook
‘de vraag, of Nederland voo,L

deelen van het

kanaal zal hebben, moet onticennend worden beant-
woord :-

Staan nu tegenover deze te verwachten nadeelen, aan
het Moerdijkkanaal verbonden, voordeelen voor Nederland?
ik meen van niet, afgezien dan van eenig profijt voor de af-
watering van Westelijk Noord-Brabant. De Minister van
l3nitenlandsche Zaken wijst op de mogelijkheid öm, door
een aftakking van het ‘Moerdijkkauaal naa,r de Wester-
schelde, Zeéuwsch-Vlaanderen uit zijn tegenwoordig isole-
ment te verlossen. Het is moeilijk hem daarin te volgen,
want de tegenwoordige verbinding met Zeeuwsch-Vlaande-
ren is, van ‘Zuid-Holland af gerekend tot aan Hansw’eert,

1)
De afstand van Amsterdam/Rotterdam, onderscheiden-
lijk Antwerpen, naar eenige plaatsen’ in het achterland be-draagt:
Amsterdamj Antwerpen
naar:

Rotterdam

Tarief KM. Tarief KM.
Aken-Rothe Erde —————-241/228

153
Frankfort (Mai,n) —————

4671454

426
Pont f Mousson ….., 495/456

365
Thionville ………….. – …….

431/392

301
Saarbrücken ——————–513/474

383
Straatsburg …….. – ………..

61 9/ 580

489
Bazel via Duitschiand ———–750j745

722
Bazel via Frankrijk ————-787/700

609

12
Januari
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

37

dezelfde als die naar Antwerpen en voortreffelijk voor cle schepen van cle afmetingen, velk het vervoer tusschea liet
overige Nederland cii dit gedeelte van de provincie Zee-
land bewerkstelligen.
Dat het Moerdijkkan aal althans aan de Nederlandsche
binnenvaart tea goede zon komen, kan bezwaarlijk volge-
houden worden, na de overtuigende betoogen, welke daar-
omtrent van cleskutulige zijde zijn geleverd. De bewering, dat elke nieuwe verbindingsweg nieuw ver-
keer schept, is in veel gevallen juist, maar niet iii het oncir-
havige. Zij ‘is juist ten aanzien van verbindingen, die twee verkeerseentra of twee verkeerswegen, clie niet volkomen
denzeliden stroom leiden, met elkaar in verbinding brengen.
Zoodanige verbindingswegen vergemakkelijken niet alleen het vervoer, voor hetwelk zij ontworpen zijn en leiden ver-
voer in de gedachte richting, doch zij vormen ook afzetmo-
gelijkheden in tegengestelde richting. Zoo zon een Rijn-Donau-
kanaal zonder twijfel niet alleen het vervoer van het Rijn.
landsche industriegebied naar Zuid-Oost Europa van de
Noordzee aftappen, doch evenzeer goederen uit Centraal
Europa naar de Noorclzee trekken. Het Moerdijkkanaal ech-
ter zou kunstmatig een nieuwen arm van een delta vor-
men, die het toch reeds gesplitste vervoer in nog sterker
mate van de andere armen zou afvoeren, zonder andere
nieuwe vervoersrnogelijkheicl te scheppen dan die tusschen België en Nederland; en deze mogelijkheid zal, zooals hier-
voor aangetoond, allereerst worden gebruikt om een deel
van het overladingsvervoer aan de Nederlandsche havens
te ontnemen.

De voorstelling, dat Antwerpen, Rotterdam en Am-ster’dam een soort van trits, een gemeenschap zouden
vormen, acht de heer H. terecht niet anders dan een
rhetorisch beeld. Deze havens vormen geen belangen-

gemeenschap, doch bestrijden elkander voortdurend.
In het ontworpen Limburgsche kanalenstelsel acht
de heer H. in tegenstelling tot den Minister geen

compensatie aanwezig:
Nederland is bezig de Maas ten Noorden van Maasbracht
te kanaliseeren en – nadat de Belgische Regeering haar
medewerking aan de kanalisatie van de Maas ten Zniden
daarvan geweigerd had – het Julianakanaal van Maastricht tot Bom, onderscheiclenlijk Maasbracht, te graven, een en
ander met het doel om het vervoer uit Limburg en liet
Oosten van België langs den waterweg te bevorderen. Nu
beteckenen cle in het Verdrag voorziene kanalen een verbe-
tering van den vaarweg langs Maastricht over de
Zuid-
Willeinsvaart en van de verbindin’g van het gebied onzer
steenkolenmijnen, haar Antwerpen, terwijl het Rnhrort-
Antwerpen kanaal zijn beteekenis voor België ontleent aan
de mogelijkheid om het vervoer van den Beneclenriju van
Nederland af en naar Antwerpen toe te leiden. Indien dit
ulles eenige uitwerking zal hebben, dan zal het zijn, dat
zoowel het vervoer van het Luiksche district, als dat van
ons Limburg, zich veel goedkooper in de richting van het
dichter bij gelegen Antwerpen, dan in clie van cle Neder-
landsche havens zal kunnen bewegen. De hierbovengenoemn-
de, ten koste van
f
70.000.000 in uitvoering zijnde water-
werken op ons eigen gebied, dreigen daardoor een groot
gedeelte van hun doel te zullen missen.

Ook Dordrecht zal door het Moer.dijkkanaal worden
geschaad, zoodat er werkelijk geen enkele grond over-
blijft om aan België dit onverplichte economisch ge-

schenk toe te staan. Onverplicht niet slechts, ‘doch ook
in strijd met een reëele internationalistische politiek,

– en in de toekomst een bron van tallooze twistpunten.
Moge de Eerste Kamer gehoor geven aan de ook
hier weder ‘door een man van gezag geuiten wensch om
ons land te behoeden voor de verwezeiilijking van dit

noodlottige Verdrag.
‘ S.

Indexcijfers van groothandeisprijzen.

,,The Economist” schrijft:

– De algemeene beweging der prijzen was gedurende
de laatste maand gering; ‘doch gedeeltelijk ten gevolge
van het feit, dat Britsche kolen nu weer plotseling
verkrijgbaar zijn en wei tegen aanmerkelijk lagere
prijzen dan die van de geïmporteerde soorten, welke
gebruikt werden bij het’ samenstellen der cijfers gedu-

rende den laatsten

tijd der kolenstaking, en voorts ten

gevolge van een daling in de
prijzen
van ruwijzer ver-

toont het indexcijfer over December een aanzienlijke
dcJing. Het totaalcijfer is met 210 punten tot 3975 ge-

daald, het laagste cijfer, dat sedert Januari 1916 werd

bereikt. Deze daling is feitelijk te wijten aan een daling

iii de prijzen van katoen en andere weefstoffen, welke

eenige maandôn geleden plaats vond, maar verborgen

bleef door ‘de
stijging
in de kolenprijzen. Dit wordt

duidelijk, wanneer men de cijfers over een vol jaar
beschouwt. Gedurende 1926 daal ri e het totaal-index-

cijfer met 276 punten, w’aarvan er 201, voor rekening

van de groep weefstoffen kwamen.
Op
de onderstaande –

tabel kan rnn zien, dat het hoogste niveau verleden

jaar in September bereikt werd, terwijl het vej-schil

ticsschen dit cijfer en ‘dat van December 271 bedroeg.

1
iL
:1925 was het verschil tusschen de hoogste en laag-

ste cijfers 521 punten.

Data
to

.2

Basis
(gemidd.
1901-5) …
500
300
500
400 500
2200
100,0
EindeJu1i1914
579 352
6164
4644
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
7824
1848
903
13894
6212
282,6
Dec.1923
853
8154
13824
774 755
4580 208,2
Dec.1924
992
7894
1452
8154
806
4855 220,7
Dec. 1925
9364
679
1120
733
7824
4251
193,2
Jan.1926
8924 6944
1117
7264
7584
4189
190,4
Febr.
884
699
1058
736
762
4139
188,1
Mrt.
880
688
10254
7234
771
4088
185,f
Apr.

,,
894
6784
1000
714
7664
4053
184,2
Mei
8854
681
9784 7184 7654
4029
183,1
Juni
8934
6824
9634
735
7604
4035
183,4
Juli
910
6784
945 763
7484
4045
183,Ç
Aug.
914
695
954
849 744
4156
188,
Sept.
893
708
9424
963
7394 4246
193,C
Oct.
920
7214 8804
9764
7384
4237
192,
Nov.
8954
728 867 959
7354
4185
190,2
Dec.

,,
875
7364
859
7734
731
3975
,
,180,

Gedurende Decembe.r waren alle granen en vleesch,
varkensvieesch uitgezonderd, een weinig lager, thee daalde en suiker steeg verder. Weefstoffen bewogen
zeer weinig, maar er was een scherpe daling in ruw

ijzerprijzen, evenals in kolen.- Een ‘verdere geringe
daling in rubber was de eenige verandlering van be-

teekenis in de groep diversen.
Tarwe sluit het jaar aanzienlijk beneden het niveau

van het ein’d der beide vorige jaren, maar niet zoo
laag als dat van eind 1923. Aan het einde van het

laatste jaar, en ook in den voorzomer, was er een nei.-
ging tot verstijven; •daarentegen was er eenige bewe-
ging in October, toen een slecht rapport over den Ga-
nadeeschen toestand de markt verschrikte. De buit

dige vooruitzichten maken echter een prijsverbetering

waarschijnlijk. Aardappelen vertoonen hun seizoenbe-
weging, terwijl prijzen van riiiid’leesch de daling der
laatste twee of drie jaren voortzetten. Gedurende de
laatste drie •of vier jaren is thee een duur handels-
artikel; in 1922 is een aanzienlijke stijging ingct:re-
den. In het midden van 1924 vond een verdere stij

ging van ongeveer 1 s. i5 d. plaats, welke voortduurde
tot den vorigen zomer; maar nu is er een duidelijke
daling te zien. In deze hoofdgroepen zijn de prijzen
lager dan een jaar geleden. Aan den anderen kant
eindigt suiker dit jaar met een veel hooger cijfer dan
verleden jaar; -deze’ -verandering is gedurende den

herfst ingetreden. Op het oogenblik vertoonen de
schattingen van den, wereldoogst een daling van meer

dan 1.000.000 ‘ton. Koffie stijgt eveneens. Alle weef-
stoffen vertoonen een aanzienlijke daling; jute, dat in

1925 tot een bijzonder hoog
cijfer
steeg, in verwach-

ting van een kleinen oogst, daalde relatief het sterkst.

De belangrijkste prjsverandering vertoont echter
Amerikaansche katoen, die nu onder het voor-oorlog-
niveau is. De daling vond in het derde kwartaal van
het jaar plaats bij de publicatie van record-oogstschat-
tin gen. Sindsdien zijn de noteeringen stabiel geble-
ven. Egyptische katoen heeft een geringere daling
vertoond en deze prjsverminderin gen van ruw mate
riaal worden natuurlijk weerspiegeld in den prijs van

38

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
:Januari 1927

katoenen garen en doek; de prijs van katoen is 25 PCt.I

beneden liet cijfer van vorig jaar December. Wolp rij-.
zen daalden in den zomer, maat zijn sindsdien een

weinig gestegen, terwijl zijdenoteeringen gedurende

een deel ‘van liet jaar het gevolg. vertoone.0 van de

concurrentie van kunstzijcle. Köienp.rijzen waren aan
het eind van liet jaar ongeveer op hetzelfde niveall als

aan het einde van. 1023 en 1.924, en iets hooger dan

aan het eind van 1925, toen men Cie productie sub-
sidieer.de
. Ruwijzer en staalnoteeringen waren natuur-

lijk onder den invloed van de kolenstaking, maar zij

weersp.i.egel’deri de kolenschaarschte niet volledig. Deze

noteeringen waren zeer onder den invloed van buiten-t
landsche prijzen en
wijzen
op een kleinen omzet. Lood
is dit jaar laag geweest, maar tin eindigt ‘dit jaar na

een zeer aanzienlijke ‘daling in den zomer, niet .een

hooger
cijfer
dan vorige jaren, hoewel een weinig be-

neden het hoogste cijfer van het jaar. Koper is, ge-
1

daald, terwijl ook rubber het jaai op een laag niveau
eindigt.

De volgende tabel geeft ‘de niaandelij’k.sche veran-
deringen van elk der vijf groepen te zien, vergeleken

met liet niveau van einde Juli 1914, dat op 100 is
gesteld.

Df
aa
co
5,

.,

Juli

1914
100 100
100 100 100
100
December

1918
226
222 293
186
241
237,51
December

1923
148
231
225
167 136
178,6
December

1924
171
224
235
175
146
189,3
December

1925
162 193 182 158
141 165,8]
Januari

1926
154
197 181
156 137
163,3
Februari

,.

….
153
199
172 158 138
161,4
1

152
196 167
156 140
159,41
April

,,
154
193 162
154
139
158,0
153
194
159 155 139
157,1!
Juni

,…..
154
194
156 158 138
157,31
Juli

,…..
157

.

193
153 164
135
157,7j

liaart

,……

Augustus

,…..
158
197
155 183 134
162,0

Mei

,…….

154
201
153
207
134
165,51

159
205
143
210
134.
165,2:

Beptember

,……
Dctober

,……

.

155
207
141
206
133
163,2′
NTovember

,……
December

,…..
.
151
209
139
167
132
155,0

iie daling oer vorige maanct vermindert cle stijging
7

boven liet niveau van Juli. 1914 ‘tot 55 pCt. in totaal,
terwijl weefstoffen maar 39 pCt. hooger staan ‘dan bij
hot uitbreken van ‘den oorlog. Aan den anderen kant’
zijn bijkomstige voedingsmiddelen, dank zij ‘de..stijging

in suiker, 109 pOt. boven liet voor-oorlog-niveau.
Amorikaansche prijzen vertoonen een opmerkelijke
stabiliteit over de afgeloopen acht, maanden. Vergele-

ken met het gemiddelde voor 1924 vertoonen de prij-1 zen aan het eind van November in Amerika geen ver-:
an’dering, terwijl in Engeland eenzelfde vergeljking

een zeer aanzienlijke daling ‘te zien geeft, een ‘daling,
4

n

n
5.’
v 5,

N

_-;—

5.
5,.

5

1913
lOO
1005
100
1005) 1005)
.100
100
100
Novemb.
1918
206
272 358
591
438



367 392
214
Hoogste

1920
{
Mei)
(Apr.)
679
(Apr.)
325
Uan.)
366
(Juni)
.297
322

Decemb.
1923
151
458 577
140
183
160
(juIï)
154
(Mrt.)
211
Decemb.
1924
157
507
640
147
171

168
160
214 Novemb.
1925
158
606 712
145
157
155
154
197
Decemb.,,
‘156
632 715
143
156
156
155
194
Januari

1926
156
634 708
141
155
153
153
192
Februari
155
636 704
139
151.
152
149
188
taart
152
632
693
138 148
149
145.
184
April

,
151
651
636
138
148
150
143
181
4ei

,,
153.
688 643
137 147
151
143
177
Juni

,,
152
739
654
136
145
150
144
177
Juli

,
149
837 677
135
145
148
141.
179
Augustus
148
770
691
134
145
147
139
177
3eptember:
148
788
683
134
146
145
140
175
Dctober
148
753 655
136
145 148
143
4ovember
151
684
641
.
138
147
148
147
1)
Bureau os Labour.
2)
Frankfurter Zeitung. Sedert januari
1924
ge-.
baseerd op
100
artikelen in plaats van
op 98.
Sedert
1922
gebaseerd
op 48
artikelen in plaats van
op 53.
Sedert October
1923:
juli
1914= 100.
5)
Midden
1914.

•d ie- nog grooter is, wanneer men het cijfer voor hetL
eind van 1926 neemt.

Vorenstaande tabel geeft een overzicht van het
prijsverloop ii een aantal belangrijke landen.

• .De onderstaande, aal) ‘het Centraal Bureau voor cle

Statistiek ontleende cijfers, hebben betrekking op de

Nederiandsche in dexcijfers met basis 1913.

Bij beschouw.i ng der cijfers over liet jaar 1926 blijkt,
•dat in vergelijking met liet jaar :1925, het algemeen

in’dlexcijfer met 10, dat der voedingsmiddelen e.d. met
11 punten is gedaald. Tegenover een prijsstijging van

slechts 11 artikelen met i.n totaal 207 punten, staat

een prijsdaling van 33 artikelen met in totaal 699
• punten. Met 1.0 of meer punten stegen de artikelen:

peper (66), hars (45), thee (23), erwten (16), tin (15),
,

• rijst (11) en tarwe (11 punten).

Emissies in 1926.
• De aandeelen en obligatiën, welke h.
t.
1. gedurende
• 1926 bij openbare inschrijving zijn aangeboden, zijn

als volgt over de verschillende categorieën geldnemers
verdeeld (in duizenden guldens):

Jaartotaal

waarvan

(reëel)

Aandeelen Obligaties
t

‘t

t
Staatsleeningen ……….
..
319.585′) .

319.585
Prov. en Gemeentel. Ieenic:gen
175.724
2
)

-.

175.724
Bank- en Credietinstellingen
12.021
3
)

1.931

10.090
Hypotheekbanken ……….
3.289

311

2.978
10
)
Industrieele ondernemingen.
166.817
4
) 74.671 92.146
Handelsondernemingen ……
4.825

4.825


Mijobouwondernemingen

3.807

1.638

‘2.169
Petroleumondernemingen

95.697

44.510′ 51.187
Rubber Maatschappijen ……
7.308

7.368


Scheepvaart-Maatschappijen

8.795
5
)

7.800

995
Suikerondernerningen

5.000

5.000


,Tabaksondernemingen
/

945

945


Theeonclernemingen ……..
1.116

1.116


Diverse Cultuurondern… . . . .

7.085
6
)

6.585

500
Diversen ……………….
30.684
7
)

2.300

28.384
Spoorweg-Maatschappijen..
. 143.9338)

15.149 128.784
Tramweg-Maatschappijen .

14.311
9
)

14.311

Totaal ……..
1.001.002

174.140 826.853
R.K. Instellingen (nom.)

28.060

28.060

‘) Waarvan voor coaversie nom.
f
255.614;
2)
Id. f 91.538;
3)
Id.
[1.824;
4)
Id.
‘f
3.450;
5)
Id. [1.000;
6)
Id. [
250;
7)
Id.
[ 1.250;
8)
Id.
f
63.715;
5)
Id.
[6.924;
10)
Pandbrieven.
Aan Duitsche leeningen werd in
1926
h. t.
1.
geëmitteerd
(in duizenden guldens):
Aandeelen
Obligaties
Staatsleeningen

…………[


[

10.899
Prov. en Gemeentel. leen’ingen


20.252
Bank-
en
Credietinstellingen


7.630
Hypotheekbanken

……….


2.9781)
Industrieele ondernemingen


52.558
Mijnbouwondernemingen


1.169
Tramweg-Maatschappijen ..

,•

7.088

T

[
102.574
R.K. Instellingen (nom.) …

12.810
1)
Pandbrieven.

BOEKAANKONDIGING.

Dr. 14
1
. M. F. Ma,nsvelt, Geschiedenis
van de ‘ Nederla,’n.clsche Handel-Mwzt-
scho.ppij,
deel II (Haarlem z. j.).

Het eerste deel van Dr. Mansvelt’s Geschiedenis
der Nederjandsche I-IandelMaatschappij, dat in 1924,
O’
den herdenkingsdag’v an liet honderdjarig bestaan
dci- Maatschappij, in. het licht verscheen, bracht cid
• beschrijving ian de ontwikkeling tot ongeveer liet jaar
1.84, toen de koninklijke stichter Willem 1 van liet
staatstooneel vetudween, en in ‘de plaats van de per-
Soon lijke een wettelijke verhouding tu’sschen Staat en Vennootschap werd geschapen; toen ook ongeveer ter-
zelfder tijd de beide lei.dsii.eden u:it den gevaarvollen

en onrustgen tijd van Cultui-stelsel en Belgischen
Opstand het, veld hunner werkzaamheden ‘moesten ver-
laten (Van der Houven, afgetreden 31 December
1.843; Villem do Clercq, oyerleden 4 Februari 1844).
Dit tweede deel .geef t niet een gelijkmatige behan-
deling van ‘de geschiedenis der Maatschappij van 1840

1
12 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN

39

tot 1921. Reeds dadelijk valt, de laatste periode af, die

van 1884 tot het einde gaat, waarin cle Maatschappij,
wier banden met den Staat door cle Jiqu idati.e van
het Cul tuurstel’sei zijn losgemaakt, zich ontwikkelt.
tot Bankinstituut. Aan dit laatste tijdvak, dat te dicht

bij het heden ligt dan .dat het voor historische behan-
deling vatbaar zou zijn, en waarin de N.H.M., nu ge-,

heel een particuliere instelling geworden, niet meer

zooals vroeger bij de geschiedenis van Nederland ‘en

Ncderlandsch-Indië is betrokken, w’orden slechts een
twintigtal bladzijden gewijd. Door de suikercrisis van
1884 is de N.H.M. al’s bankinstelling in het zadel

gelieven; toeiï zij in 1903 begon met het opnemen
van gelden in deposito, was de nieuwe ontwikkeling

volkomen.
Ook het voorlaatste tijdvak, van omstreeks 1850 tot
1.880, heeft niet een behandeling gevonden, dia tot in
alle hoeken gaat. De jaren van 1.850 tot 1880 zijn in

cle geschiedenis van Nederlandsch-Indië jaren van
overgang, waarin de liberale economie, clie in Neder-
land een gemakkelijke overwinning behaalt, langzaam
en omzichtig doordringt in Nederlandsch-Fndië,
stukje voor stukje afbrekend het oude Gouve.rne-

ments-Exploitati.e- en Protectie-systeem en een vrije
Indische gemeenschap ‘scheppend, waarin het Euro-
peesche kapitaal terrein zal vinden van arbeidzaam-
heid. Hoe do N.11.M., hij de geleidelijke liquidatie van
het oude systeem, zich langzaam omvormt tot een
maatschap)ij ‘van cultuurzaken en hancleisonderne-
mingen, is de inhoud van het voorlaatste, het zestien-
do hoofdstuk, waarin beschreven wordt, hoe de fac-
torij te Batavia, naar de grondgeclachten van het in
Europa werkend crédit foncier, optreedt als hypo-
theekbank voor cultuur-, met name suikeronder-
nem.ingen en hoe de Handel-Maatschappij, als in de
eerste jaren van haar bestaan, een net van handels-
verbindingen over de zeeën spreidt (G’olfstaten van
Amerika, Japan, etc.). Oolc eigen ondernemingen wor-
den in exploitatie gebracht, als de suikerfabriek Wo-
nopr.Lnggo en ccii indigo-onderneming in Bagelen.
De vrije Nederlan’dsche handel heeft deze ontwik-
kel.i ng met leede oogen aangezien; hij oordeelde, dat
de N.U.M. agent der regeering wezen moest of an-
dein diende te verdwijnen; oordeelde voorts, mirabile
clictu!, ‘dat de naamlooze vennootschap geen geschikte

vorm voor een handelsonderneming was, en had nog tal van bezwaren meer. Rotterdam stelde zich tegen-

over de Maatschappij; evenzoo de Twentsche katoen-industrie, die meende, dat de kolossus van 1.824 noch
als ljnwaadhandeiaar voor eigen rekening, noch als
commissionnair groot vertrouwen waardig was. Wer-
kelijk was de N.1-T.M. als vrije ondeirnemér weinig for-
tuinlijk, al was te bewering ha:rer tegenstanders on-

juist, ‘dat, zij
01)
haar zaken voor eigen rekening ver-
loor en ‘dat zij haar ‘verlies •dekte met de provisie, die
zij genoot als agent van het Gouvernement.
Commissarissen, bij monde van Hendrik Muller,

drongen er dan ook op aan, dat de Maatschappij’ den
goeclerenhaudel staken zou en zich zou i:nrichten voor
het bankiersbedrijf. De in 1,880 opgetreden directeur
13. Tl’eldring was van gelijice meening en zoo kon het
gebcuren ‘dat na 1880 de ontwikkeling in hoofdzaak
gezocht werd in de richting, waarin zij de laatste 40

jaren is gegaan.

Met het voorgaande is nog steeds niet de hoofdin-
houd aangegeven van het door ons to bespreken boek.
‘Die is door den schrijver aangekondigd aal) het slot
van het voorafgaand deel, in dezer Voege, dat ‘de reke-

ning
ZOLL
worden opgemaakt en ‘de oeconmische uit-
komsten zouden worden aangewezen van het door
koning ‘Villem 11 gevoerde regeerbelei’d.
Zulk een opzet: eerst de uiteenzettin.g van het sys-
teem en daarna de bespreking van de resultaten van
het systeem, sluit in, dat de overgang van het eerste
op het tweede deel niet zuiver chronologiseh is. Het
eerste hoofdstuk in het nieuwe boek, het 9e in de ge-
héele reeks, over de Kompenie Ketjil, d.w.z. over de
Ft.Mij. in Nederiandsch-In’dië, gaat terug tot 1830, en

evenzoo hoofdstuk 11 ovc.r Scheepvaart- en assuran-
tie-zakon en. hoofdstuk 12 over cle Teilingen. Alleen
het hoofdstuk, dat verhaalt ‘van Jjnwaadhandel en
katoenindustrie, vangt bij 1840 aan, daar in een vroe-

ger gedeelte reeds de ontwikkeling tot 1840 w’e,rd be-

schreven. Met 184S, sluitjaar van ‘de mereanti.list.isch-

protectionistische pertode, vindt het in deze hoofd-
stukken behandelde zijn natuurlijke afslu.i ting.

Deze meer systematische dan ehronologische behan-

deling der historische stof brengt het gevaar van her-

haling mede, een gevaar, waaraan de schrijver dan

ook niet geheel is ontkomen. Zoo hoorden we over
het Cultuurstelsel reeds in deel 1, bij de besprelcing

van ‘de finaneieele verhouding tussehen Maatschappij
en Gouvernement; desniettemin vangt deel II, nu in

ander verband, niet een breede uiteenzetting van het
Cultuurstelsel aan; en Willem cle Clercq, de ethische
en philanthropische oeconoom, ‘die in deel 1 het tijde-

lijke reeds heeft gezegend, sterft in ‘deel 1,1 ander-
maal. Met alle bedoeling eener goede systematiek .i.s
‘de schrijver niet gekomen tot een strakke compositie
in alle ‘deden van zijn breed-uitgewerkte boeic.

Op hlz. 345 vlg. maakt Dr. Mansvelt zijn eindoor-
deel op over het oeconomisch-politiek bedrijf van
koning Willem 1 en van zijn helper Van den Bosch.

Dit oordeel wordt gegeven als samenvatting van een
breedvoerig hoofdstuk, het afsluitend hoofdstuk van
het hoofddeel van het boek, getiteld: Het einde dor
bescherming, waarin de geleidelijke afbraak van het
Indisch beheersysteem na 1848 wordt geschetst, en
het losraken van de betrekkingen tusschen Gouver-
nement en Maatschappij. ,,Toen de bescherming werd
ingetrokken, kwamen er geen krachtige bedrijven voor
den ‘dag. De Nederlandsche zee-assurantie ging vrij-
vel geheel teniet, en in de katoennijveiheid en op

scheepvaa rtgebi ed moest men opnieuw beginn en. Ook
de hier in het leven geroepen markt voor koloniale
producten bleek slechts ten deel bestendig”.

Dit oordeel bevreemdt den lezer na het betrekke-
lijk zoo gunstige over liet Cuituursteisel.
,,Wat
de

loop van onze oeconomische geschiedenis zou zijn ge-
weest, indien Van den Bosch niet op het kritieke
oogenhlk ten tooneele verschenen was, is niet te zeg-
gen. Waarschijnlijk zou Nederland nog tientallen van
jaren een koloniale mogendheid gebleven zijn in het

genre van Portugal en eerst ontwaakt zijn door de
groote opleving van het achterland van onze groote

riviermonden. Het denkbeel’d van Van. den Bosch,
op Java producten te kweeken tegen zeer lagel) kost-
prijs en ze uitsluitend in. Nederland ten verkoop aan
te bieden, heeft het niet alleen mogelijk gemaakt, hier
weer een belangrijke marict te vestigen, maar te Ee-
geeririg ook in staat gesteld, opnieuw en met andere
middelen aanmoedigeude prijzen te besteden voor We-
clerl and sch fabrikaat, voor v rachten en assuran t ie-
premies, terwijl de Handel-Maatschappij, clie met de
su.penintendentic dezer zaken belast werd, . door de
toegekende provisie uit den brand geholpen werd”.
1)

Zoozeer ik geneigd ben liet tweede oordeel bij te
vallen, omdat in het ineengezakte Nederland van na

1913
. de kracht tot wederopstaan ontbrak en de sterke
greep van Willem 1 en van Van den Bosch noodig wa-
ren, om zoowel hier als over-zee, wat neergeslagen was,
weer op te richten, zoo weinig ben ,ik geneigd in te
stemmen met liet ongunstig oordeel over het eind-
resultaat. De markt van koloniale producten is ge-
bleven; suiker allooi) ging verloren, door cle opkomst
van do Europeeschc.bietsuiker, en ‘door de omstandig-
hei d, dat de Javasui ken op standaard verkocht wordt

1)
Vgl. :iï,
hlz.
308, ,,1)e
grootste heteekenis van liet Ciii-
tuurstelsel ligt men, clat cultures, waarvoor veel kapitaal
en kennis verei sht werden, ondernemingen, waartoe de
inlanciers niet in staat cii waarvoor Europeanen nog niet
te vinden waren, door liet Gouvernement begonnen zijn. De
Staat heeft alle eerste proefnemingen en mislukkiugen
voor zijn rekening genomen. l)e uitkomsten hebben cle oogen
voor Java geopend .,,Die ProcluktivitiLt der Kolonie war
glidnzend bewiesen” (Helfferich)”.

40

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1927
C.

en in Oost-Azië wordt geconsumeerd; de katoennijve.r-
Scheepvaart-Maatschappijen

…..f

995.000,-
heid behoefde stellig niet opnieuw te beginnen, want
zijnde:

in ‘de dagen

van

de

mo-ederlijke

bescherming

der
Nederland

N.H.M. valt de mechaniseering en

coiicentreering,
Obligatiën

eerst in de spinnerij en daarna in de weverij’; en wat
Van Nievelt, Goudriaan
&
Co’s

Stoomvaart-Maat-
den scheepsbouw en de scheepvaart betreft, juist in
schappij

f

.000.000
1)
-den tijd, waarin

het

protectie-stelsel

werd

geliqui-
5
0/

le hyp. ohi.

99

0/0
f

995.000
-deerci, valt
d

overgang van de houten zeilvaart op de
Thee-ondernemingen

…………253.750,-
ijeien stoomvaart, waaraa.n Nederland, nede in ver-
,,
zijnde:
band met- het graven van den nieuwen verkeersweg
Neclerlandscs.Indië
naar Indië, zich
had
aan te passen. Dit bracht groote
Aandeele?d
verschuivingen en dus groote moeilijkheden mee, zoo-
Cultuur-Mij. Melangbong als

cle

geschiedenis

van

‘de

Friesch-Groningscho
f175.000 aand. fi 145 o/
f

253.750

scheepvaart en scheepsbouw leert. Diverse Oultuurondernemingen.
. . .

1.562.000,-
Inmiddels, ik geef toe, aan een definitief oordeel
zijnde:
ovér -deze aangelegenheden is’ de oeëonomische geschie-
Afrika

denis van Nederland nog niet toe.. Ze is pas in haar
Aandeelen

aanvangsstadium
5
en het is .de niet geringe: verdienste
N.V. Cultuur-Mij. ,,Ngom-

van Dr. Mansvelt, en van ‘de royale opdrachtgevers,
.

bezi”

890000 aand. k

do directeuren der Nederlandsche Handelmaatschap-
100
0
/0
…………….
f

890.000
Nederlandsch-Indië
pij, tot de kennis dier oeconomische geschiedenis een,.
Aandeel en
zeer beIngrijke
bijdrage
te hebben geleverd.
West-Sumatra Rubber- en
Z. W.
SNELLER.

Koffie-cultuur Matscb.

f
640.000 aand. â 105
O/
f

672.000

MAANDCIJFERS.
Diversen
……………………1.537.500,-
EMISSIES
IN
DEÔEMBER
1926.
,,
zijnde:

Staatsleeningen

…… ……….

f.’io.000,—
Nederland

zijnde: Aândeelen

Bnlgarije
N.V. Magazijn
»
De Bijen-

7
0/

Vluchtelingen Lee-

.
korf”
f

1.000.000 aand.

ningl926 £250.000 ster-

,
a

105
0
/0
………….. fl.O5O.000

ling oh!.
R
93o

……
f
2.790.000
Obligatiën

Prov.
en Gemeentelijke Leeningen.

15.401.612,50
N.V. ,,De Landbank”
f500.000
1
)5o/
0
obl.a97
0
j

487.500
zijnde:
Nederland
Spoorweg-Maatschappijen ……..,,

19.100.000,-
Noord-Hol!.
f
9.581.000
1
)
zijnde:
41/

0
/o oh!. â 98o,

0/0
..

f
9.460.250
1
Frankrijk
Gem. Apeld.f 1.230.0001)

.
Obligatiën

4
K°/0 oh!. a 97
7
/g
0
/0
.._
11
1.203.862,50
Fransche

Staatsspoorwe-

Totaal

. –
f
10.664112,50
gen
f
20.000.000 7 o/
0
‘obl.

Vereenigde Staten


R

95

0/……………./
19.100.000

Provincie

Buenos-Aires
‘Totaal….

f

64.508.612,50
$ 2.000.000
A
9
4j
(,io

..

1
4.737.500

Industrieele Ondernemingen
……,,

15.668.750,—
Deze leening diende geheel voor conversie.

zijnde:
le koers van afgifte.

Nederland
t
Totaal der

Januari….
Aandeelen
emissies in

f
124.766.250,-
Van Berkel’s Patent

,
1

Februari
. .

,’

29.542.250,-

f
640.000 aand.
It
150

/0
f

960.000

.,

.

Maart

. . . .

,,

21.925.975,-
Obligatiën
1

April

,,

19.849.750,-
N.V. Zuid-Roll. Bierbrou-

.

Mei

……,,

50.022.402,50
werij

f
2.750.000
1
)

5
Oj,’


Juni
……,,
190.759.500,-

ob!.

A

97
0/.

…………
2.667.500


Juli

……,,

73.557.482,50
Totaal


f
3.627.500
.

Augustus
. ,

,,

24.797.935,—
Duitschland

.
Obligatiën

.
September..,,
112.157.237,50

BerI. Stiidtische Elektrizi-


October

. .

144.453.145,—

tatzw. A.G.
$
2.000.000
.

November..

144.661.906,25

6o/ Sinking Fund Goud,
December..
,,

64.508.612,50
obi. It 98v
4
0
/0 ………..
f
4.912.500

Algemeen Totaal.-
f
1.001.002.446,25
J. Bruening
&
Sohn A.G.

$50.000 7

o/
0
obl. It98o
0

120.000


Deutsche Linoleum Werke
Voorts bestond’ hier te lande-gelegenheid tot inschrijving
.

A.G. R.M. 2.500.000

0io
. op
een beperkt bedrag 7

oi
o
35-jarige le
ilyp.
Goudpand-

obl.

AL

94oi………… 1.410.000
.
brieven der Innerstkdtische Sparcassa A.G. te Budapest en
– op
de vo)gende obligatieleeningen:

Totaal

….
f
6.442.500


Rente- Emissie-

Vereenigde Staten

.
Aandeelen


Guldens

voet

koers
Orde der Br. van Barmhartigheid

BayukCigarslnc.$300.000

v. A. H.
Joannes de Deo ……..350.000

7

/0

98o/
7
0/

cum. pref. aand.


‘Bisdom ,Meissen Saksen

300.000

7
0/

100 0/

101K 0/0
2
)

…….
…..
f

761.250
Orde der priesters
v.
d.
H.
Johan-
Obligatiën


nes den

Dooper…………….800.000

7
o/

100

o/

DodgeBroslnc$2.000.000
-Kerk
H.
Thomas van Aquino
(Am-


6
0
/0
goud-oh!.
5.
96

0/0,,4.837.500
sterdan

Zuid)
……………….150.000

5
0/

99
0

Totaal


f
5.598.750
Kerk
v.
d.

II.
Dominicus te Tiel

Petroleum-Ondernemingen
…….
.

7.200.000,—
(conversie)

………………..250.000

4j
0/

96

o/

Far.
v.
d.
II.
Michael Friedrichstahl 135.000

8
0/

100 0/
zijnde:
R.K. Ziekenhuis Mathia4
Spit
al te
Engeland
Rheine
i. W;
……………….500.000

7
0
/0

100

o/
Aandeelen
Phoenix
Oil
Products
Pauselijk Liefdeswerk van den
H

£600.000cum. pref,aand.

– –

Apostel Petrus ,te Rome
………
750.000

5
o/

99o/

5.

100 0/

……………
f
7.200.000




:

12 Januari 1927

ECONOMISCH-STA’ISTISCHE BERICHTEN

41

INDISCHE SCHULD.
(In
duizenden euldens) ov ultimo

1914 1916
1921
1926

Totaal …………

Vaste schuld ………
Vlottende schuld….

179.432
.
243.053
1.127.463
1.085.563

82.365
97.067
218.497
24.556
529.683
597.780
1.084.451
1)
1.112

1)
waarvan in vreemde valuta 21)0.341.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. **’ beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

OPEN MARKT.

1927
1926 1926
1925
1914

8 Jan.
318 27131
20124
4/9
5110
20-24
Jan.
Dec. Dec.
Jan.
J an.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
3116
3I10I8
311
5

33/,_71
351
1
7J
23143115
31I8-116
Prolong.
3
331
4
1
(2
4 2
3
14-3
1
/2
2
1
173
1
14
211
4
-3/
4

Londen
Daggeld ..
3-4
2-4
35
1
12
3
1
14
311
4
4
2
1
173
1
17
1314-2
Partic. disc.
4
1
14_
5
116
41/s-‘116
4/7_915
4112-‘I16
4131_7/
33/
4
_7/
2114-314

Berlijn
Dageld ..
2-5 2-8
4
1
1i-1O
4
1
1-6
6-9
.-

Partic.disc.
30.55 d…
4
1
12
41/2-51
471_5
5
618-/4
– –
56-90 d..
.
4
1
12
41175/5
41_1/
4314.715
6318-17

2118_1I2
Waren-
wechsel.
471
8

471
5
.53/
4

55/
5
_6
51818
71178114
– –
New York’)
CalI money
41/
7
.3/
4

41/
4
51/
4

56
1
/4
41/761/4
4.51/
4

2-3
3
/4
1
3
/4-2
1
J3
Partic. disc.
3
7
18
318
371
4 3h187/8
1

3
1
18
1


1) Cali money-koers van 7Jan. en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
York’)
Londen
I

*)
Berlijn
5)
Parijs
5)
Brussel
5)
Bataeia
1)

.4 Jan. 1927
2.49
15
/,
12.134
59.404
9.874 34.774
100%

5

1927
2.497/
8

12.13
59.34
9.874 34.75
100%

6

1927
2.497/, 12.124
59.35
9.86

34.75
100%

7

1927
2.49
7
/8
12.124
59.30
9.88

34.76
100%

8

1927

12.124
59.324
9.89

34.76
100%

10

1927
2.4915/,
12.124
59.34
9.91

34.76
100%

Laagsted.w.l)
2.49
8
%
2.49’s,,
12.124 59.29
59.44

9.84

34.72

9.91

34.78
1001/
8

1008/
8

Hoogste
12.134
3 Jan. 1927
2.49’sj,,
12.124
59.42k
9.874 34.77,l
100%
27 Dec.

1926
2.50
12.134 59.58
9.894 34.774
100%

Muntpariteit
1
2.48%
12.104 59.26
48.- 134.59
100

Data
s]d
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid

4 Jan. 1927
48.25 35.30
7.40
1.32
11.224
38.764

5

1927
48.26 35.30
7.40
1.32
11.17
38.624

6

1927
48.25
35.25
7.40
1.32
11.11
38.61

7

,,

1927
48.25 35.25
7.40
1.30 11.02
38.824

8

,,

1927
48.24
35.25
7.40
1.324

10

1927
48.24
35.2214
7.40
1.30
10.87
39.224

Laagsted.
w.’)
48.20
35.15
7.38
1.274
10.87
38.50
.w
Hoogste d1)
48.27
35.30
7.42
1.35
11.274
39.224

3 Jan. 19271
48.30 35.30
7.40
1.32
11.204
38.36

27 Dec.

19261
48.34 35.30
7.414
1.30 11.26
38.18

Muntpariteit
1
48.-
35.
2)
48.- 48.- 48.-

D
a a
Stock-
holin
0
9
Kopen-
hagen)
° )
Hel-
Buenos-
Aires
1)
Mon-
treal’)

4 Jan. 1927
66.824
66.70 63.80 6.30
102%
2.49%

5

1927
66.80 66.70
63.75
6.30
10234
2.49%

6

,,

1927
66.80 66.65 63.60
6.30
102% 2.4934

7

,,

1927
66.80 66.65 63.70 6.30
1025/
4

2.49%

8

,,

1927
66.80
66.65
63.674
6.30
102%
2.4914

10

1927
66.80
66.60 63.80 6.30
103%
2.4934

Laagsted.w.’)
66.75 66.60 63.50
6.28
102
2.49
‘/
Hoogste d.w’)
86.874
66.70 63.80
6.32
103%
2.50

3 Jan. 1927
66.85 66.70 63.65 6.30
103%
2.49%

27 Dec. 1928
66.80
66.66
63.20 6.30
103%
2.50

Muntpariteit
66.80
66.67
66.67
6.264
1058/
5

2.48%

‘9
Noteering te Amsterdam. ‘) Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.
3) Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
5
en 7.21
1
17.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
Londen
($
per
£)
Parijs
($ P.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amsterdam
($
P. 100 gid.)

4 Jan.

1927
4,85% 3,94%
23,77j.,
40,02%

5

,)

1927
4,353/
8

3,943%
23,75
40,01%

6

,,

1927
4,85
3
/8
3,95
23,74%
40
9
01%

7

1927
4,855/,
3,95%
23,735/
8

40,01

8

1927
4,85k
3,96
23,74% 40,01%

10

1927
4,85%
3,96%
23,74%
40,00%

11 Jan.

19261
4
9
857/
10

3,83
23
9
80
40,19

Muntpariteit
..
1

4,8667
19,30
23,81%
408/
10

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
23
Dec.
I
1926

1
1
Jan.

1
1927

I
LaagstelHoogstel
318
Jan.
1927

1
8Jan.
1927

Ajexandrië..
Piast. p. Y,
97%
9714
977/
1
,
971/
16

97%
Athene
Dr. p.
£
390
385’j,
379 288
383%
Bangkok
.
..
Sh.p.tical
11107/
8

1/101/,
1/101/
2

1110%
1/10%

Budapest
. ..
Pen.
p. £
97.77 27.77
27.70 .27.82
27.75

B.
Aires’).
..
d.
p. $
4617/
33

467/
16

461/
10

46%
4715/33

Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1/515/
16

116′
116
1161/
16

11’6
1
1
04

Constantin..
Piast.p.0
962%
962%
955
970
962%

Hongkong
..
Sh.
p. $
1/11T5
1/1.1
1/113/,
2/01/,,
1111
Kobe

……
.Sh.p.yen
2101/,
210/
2101/
8

2/015/
6

2/0
Lissabon
1) . .
d. per
Esc.
217/
53

2
38
/
,
2%
217/33
233164
Mexico
…..
d. per
$
24
24
23 25
24
Montevideo’)
d. per
$
501/
4

50% 49%
50%
50%
Montreal’)
..
$
per
£
4.855/,
4.85
29

4.85%
4.86% 4.86
R.d.Janeirol)
d. per Mii.

..

57/,
527 /32
521132
57/,
523/32
Shanghai
.. .
Sh.
p.
tael
2;5si,,
2/58/,,
214%
21518/
6

2/5181
33

Singapore.
..

.

id.
p. $
213
18
/16
2/3+
2/3%
2
11
3ij,
21317/,,
Valparaiso
‘).
$ p.
z
e
39.83
39.62 39.56 39.65 39.63
Warschau
..
ZI. p. £
4334
43%
42
45
43%
1)
Telegratisch transtert.
8)
90
dg.

ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS’)
Londen’) N.York’)

Londen
3 Jan. 1927.. 25

54

3 Jan. 1927.
. .

841119
4

1927…. 24’sj
16

53%

4

1927

84/10%
5

1927.. 24%

535/,

5

1927

84111%
6

1927_. 25

5’/8

6

1927

84111%
7

1927..

2415,

537/
5

7

,,

1927

84/11%

8

1927-

25

537/
8

8

,,

1927…
.

84111%

9 Jan. 1926… 311s/
6

68%

8 Jan. 1926

84/10%

20 Juli

1914..

2415/
16

541/,

20
Juli

1914…..84111
1)
in pence
p. oz.
stand.
3)
Foreign silver in
tc.
p.oz.fine.
3)
in sh. p.oz.fine

STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.
1
31Dec.1926

1
7Jan.1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank….
f

3.270.036,61

Saldo b.
tj.
Bank voor Ned. Gemeenten
2.078,67
t

137.180,56
Voorschot
op
uIt.
Nov.
1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting ……..
49.351.034,90
,,

49.351.034,90
,,

3 658.204,21
Voorschotten aan de koloniën…………439.085,07
Kasvord.weg. credietverst.a/h. buitenl.
137.397.499,62
,,139.407.907,04
Daggeldleeningen

tegen onderpand

van Staalsschuldbrieven

…………18.850.000,-
,,

7.150.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
.2
7.226.612,54
,,

14.869.257,52
comptabelen

…………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
T
.enî.
2
)………………………

..

.

Id.opandereStaatsbedrijven
2
) ……
__50.348,03
,,500.348,03

Verplichtingen.
I
Voorschot door de Nederl. Bank
….

f

3.680.479,28
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
.fl11.361.000,-
37.720.000,-
,,
lII.361.000.-
,,
31.770.000.-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..


13.294.017,-
,,

13.169.436,50
Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
2)
..

Schatkistpromessen in omloop
……..

Zilverbons in omloop
………………

Id. a.
Ii.
Alg. Burg. Pensioenfonds
2)
..
10.478.000,27
18.983.859,-
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..

25.121.512,93
,,

66.189.168,12
590.000,-
590,000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
2)
…………
Id. aan diverse instellingen
2)

……….
36.124.027,24
,,
36.079.255,23
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
8)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1Jan. 1927
1

8Jan.1927

Totaal …………………………..
.
f
1.112.000,-
f
4.067.000,-

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië


Indische Schatkistprom. in omloop
..,,
800.000,-
,,

800.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië


Muntbiljetten in Omloop

………….,32.975.000,-
,32 558.000,-
Ten voordeele van Ned.-Indië ge-
boekte beleggingsgelden van het

Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank.

,,
3.171.000,-
515.000,-
,,

3.526.000,–
,,

711.000,-
Ned.-Ind. munttonds……………….

Te goed bi)
‘s
Rijks kas……………..
l0.920.000,-
,,

7.082.000,-
Te goed bil de Javasche Bank
………..
25.429.000,-
,,26.446.000,-

42

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Januari
1927

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 10 Januari 1927

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk. f 55.878.158,66
sels,Pr
om.i
u1.. IU u1Ii.(
ig.aen.

11.0
42
.458,ai
f

81.795.069,1 7
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……..

Idem eigen portef.
.
f
194.945.310,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.

194.945.310,-
Beleeningen

f

45.950.446,41
ncl. vrsch.
Bijbnk
1
.

13.437.401,96
in rek.-crL
Ag.sch.

71.820.893,83
op onderp.(

f

131.208.742,20

Op Effecten……. f
128.689.642,20
Op Goederen en Spec. ,,

2.519.100,-
131.208.742,20
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

Munten Muutmateriaal Munt, Goud
…. …
f

60.737.356
2

Muntmat., Goud

,, 353.737.952,60

f 414.475.307,60
Munt, Zilver, enz.

28.009.068,17
Muntmat. Zilver..

Effecten
442.484.375,77

BeleggingRes.fonds.
f

7.046.981,68
id. van
i

v. h. kapit.,,

3.999.941220
11.046.922,88
Gebouwen en Meub. der Bank ………
5.142.000,-
Diverse rekeningen
.

………………
,,

59.500.315,35

f

926.122.735,37
Paisiva.
Kapitaal
……………….-

……..
f

20.000.000,-
Reservefonds
……………………
,,

7.047.731,06
Bijzondere

reserve
………………..
,,

8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

831.090.440,-
Bankassignatiën in omloop………..
,,

306.363,09
Rek.-Cour.j Het Rijk

f

7.809.504,06
saldo’s:

,
Anderen,,

38.174.647,31

45.984.151,37
Diverse rekeningen
……………..
,,

12.894.049,85

f

926.122.735,37

Beschikbaar metaalsaldo
…………..
f

266.452.657,59
Op
de basis van
2h

metaaldekking….
90.976.466,70
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,

1.332.263.285,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.

10 Jan.
’27
60.737
353.738
831.090
46.291
266.453
50
3

,,
’27
60.824
352.513 865.706
33.148
260.592
49
27 Dec.
’26
60.997
352.513
817.063
30.512
271.369
52
20
‘2t
61.116
352.513 814.070
33.441
271.882
52
13
’26
61.292
356.281
825.670
21.036
275.450
52
6

,,
’26 61.370
356.281
845.838
22.251
270.364
51
11 Jan.
’26
44.117
395.647
884.296
49.961
277.054
50
25 Juli

’14
65.703
96.410 1310.4371
6.198
43.521
1
)
54 Totaal
Schatkist-
a


ee
Papier
Diverse.
Data
bedrag
promessen
i
op het
reke-
disconto’s rechtstreeks

buiten!.
ningen 2)

10 Jan.
1927
81.795

131.209
194.945 59.500
3

,,
1927
83.189

151.805 187.177
67.622
27 Dec.
1926
56.759

129.960 187.078 63.917
20
1926
57.216

129.280
183.807 66.701
13
1926
60.481

125.763 181.718
62.274
6
1926
63.402

133.921
180.952 65.783
11 Jan.
1926
93.777

127.173
247.414
39.832
25
Juli
1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
-, vp uc
uasis van
-16
metaalueKKing. ‘) niuliposi acuva.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

•Data
Metaal
C,rci-

latie
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke-
,zingeni)

4 Dec.

1926..
1.020
1.609
1.161
932
415
27 Nov.

1926..
1.021 1.431
1.292
928
463
20

1926..
1.020
1.448 1.398 926
580
13

1926..
1.021
1.523 1.199 929
610
6

1926..
1.021
1.629
1.005
909
600
5 Dec.

1925-
1.011
1.753
706
965 314

5 Juli

1914..
645 1.100 560
735 396
-,

IJVLUÇIUL(IV (1.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden

saldo

1 Jan.1927
2750
320.000
64.500
149.850
25Dec. 1926
226.500 321.000
68.500
1
148.600
18

,,

1926
226.250
325.500
68.000
147.550

11Dec. 1926
197.747

28.352
330.436 67.013
147.317
4

,,

1926
198.147

28.845 328.772
72.793 147.292
27Nov.1926
198.135

28.590
327.479
69.633
147.863
20

,,

1926
198.299

28.263 331.885 68.640
146.990
2Jan.1926
189.868

40.399
355.051
44.394
151.025
3Jan. 1925
133.500

52.319
280.871 87.831
112.856
25Juli1914
22.057


31.907 110.172 12.634 4.842
2
)

Belee-
Data

1 Dis-
1

1

‘ Diverse
I
1

reke-

1
kings-

conto’s
J

1
N.-Ind.

ningen

ningeni)

percen-
1 betaalb. 1
laos

1Jan.1927
139:780
59
25Dec.1926
139.340

58
18

»

1926
141.700

57

11Dec. 1926
11.766
21.888
90.512 53.897
57
4

,,

1926
12.139
21.905
89.848 57.023
57
27 Nov. 1926
12.146
22.358
95.533
46.570
57
20

»

1926
12.311
23.120
95.135 49.983
57
2 Jan. 1926
15.669
20.542
55.522 82.267
58
3 Jan. 1925
30.969
16.335
76.330
68.947
50
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228 44
1) Sluitpost activa.
1)
Basis
2
1 metsaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, iii duizenden ponden sterling.

Data
Metaal Circulatte
Currency Notes

Bedrag
I
Bankbilf. 1 Gov. Sec.

5 Jan. 1927
151.381
139.803
291.169
56.250
240.879
29 Dec. 1926
151.119 140.785
996.461 56.250
246.248
22

1926
151.943
141.285
297.614
56.250
247.377
15

,,

1926
152.093
139.889
291.226
58.250
240.615
8

1926
153.234 139.634
289.414
56.250
238.822
1

»

1926
152.876
139.694
285.783 56.250
234.863
6 Jan. 1926
144.673
143.407
293.933
56.250
243.228
22 Juli

1914
40.164 29.317


Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
R eserve
Dek-
k ings
1

)

5
Jan. ’27
36.098
103.203
11.527 141.057
31.327
20
29Dec. ’26
34.168 96.659
11.632 131.343
30.084
21
22

’26
31.338
76.279
12.135
107.940 30.408
25
15

’26
28.878
76.313
11.146 108.098
31.954
26+
8

’26
36.153
68.725
8.806
111.585
33.349
27
1

,,

’26
42.258 69.673
9.191
117.827
32.932
25
6 Jan. ’26
46.363
87.461
12.002
124.829 21.017
15i/
22Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185
29.297
52
,, v..uuuiig tuaaçiivii 1 SC[VC CH iJCOSlTb.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franes.

Data
Goud
Waarv.I
in het
Zilverl
‘Tegoed
in h t
Wis- Belee-
buitenl.I
buit..$)
sels
buiten!.
ningen

6Jan.’27
5.549
1.864
341
84
5.1281
16
2.071
30Dec.’26
5.549
1.864
341
83
4437I

11
2.083
23

,,

’26
5.549
1.864
341
84
3.642
12
2.155
16

’26
5.549
1.864
341
83
3.563
13
2.194
9

’26
5.549
1.864
341
82
3.801
16
2.235
7Jan.’26
5.548
1.864
321
69
4.732
13
2.493
23Juli’14
4.104

.640

1.541
8
769

Buit.gew.
Schat-
Dver-
Rekg.Courant
Data
voorsch.
afd.Staatjetteni)
kistbil-
sen2)
I

Circulatie
c
1
[
e
t
rn

Staat

6Jan.’27
35.000
5.581 5.931
54.305 5.660
21
30Dec.’26
36.000
5.576 5.010 52.907 5.894
14
23

’26
36.450
5.575
4.738
52.234
5.324
47
16

’26
36.450
5.566
4.892 52.536
5.284
29
9

’26
36.700 5.559
5.137
53.294
5.262
30
7Jan.’26
35.550
5.221
3.312
51.983
3.623
48
23Juli’14
– – –
5.912
943
401
-, .0 …,. 5cuu1u wcgvI.h
vQuI5cfl.
v. u. alaala.
fluiten,. Tegeer,flgefl.
2)
Sluitpost activa.
3)
Except tegoed bij Russische Staatsbank.

12
.Januari
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

43

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in miljoenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques

31 Dec.

1926
1.831,4
170,3
519,2
1.828,6
84,1

23

1926
1.805,9
170,3
472,0
1.412,7 29,4

15

1926
1.772,3
176,6
460,1 1.278,0
44,7

7

1926
1.755,0
176,6
478,8 1.267,9
143,3

30 Nov. 1928
1.755,0
176,6
418,4
1.286,3
321,3

31 Dec.

1925
1.208,1
96,6
402,5
1.914,8
10,3

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Dii’erse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva

31 Dec.

1926
90,9
473,2 3.735,5

648,0
174,2

23

,,

1926
91,0
527,0
3.298,1 585,4
219,3

15

,,

1926
90,9
642,3 3.165,8
653,8
259,4

7

,,

1926
90,9
604,7
3.290,9
528
9
3
302,5

30 Nov. 1926
91,1
581,4
3.374,5
528,3 332,5

31 Dec.

1925
231,1
589,5
2.960,4
697,0 464,0

30 Juli

1914 330,8
200,4
1.890,9
1

944,-
40,0
1)
Onbelast. ) W.o. Rentenbankscheine 31, 23, 15,
7
Dec.; 30 Nov.
’26,
31 Dec. ’25, resp.
7; 77;
150;
104;
86; 133 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste kosten in millioenen Belgas.

Data

Goud

.2

Rekg. Crt.

19261
2
7
0
u
.a
o
0
,

__

6 Jan.
620
469
38
515
1

36

————-
400
1.820
14
217

29 Dec.
620 447
38
492
1

37
400 1.789
17
201

22
820 446
38
497
32
400
1.758
19
231

16

,,
620
442
38
492
1

32
400
1.758
16
224

9

,,
620
431
38
484
33
400
1.763
19
199 1)
Met ingang van 4 Nov. aan de schatkist gecedeerd.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FE])ERAL RESERVE BA.NKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars..

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
inember
banks
markt
gekocht

22Dec.’26
2.803,3
1.442,2
107,0
715,4
387,6

15

’26
2.830,7
1.491,6
121,3
562,3
384,1

8

,,

’26
2.828,4
1.406,7
121,1
604,7
391,0

1

’26
2.829,6
1.401,9
126,5
645,5
368,2

24Nov.’26
2.829,7
1.450,0
128,2
627,6
340,6

17

,,

’26 2.851,1 1.456,3
133,6
567,0
347,9

23 Dec.’251
2.665,3
1

1.376,8 92,0
764,1
370,0

Belegd
Notes

Gestort
id-
Dek- Algeni.
1

Dek-
Data
in
u.
s.
Gov.Sec.
in circu-
lat ie

Depo-
sito’s
I
Kapitaal
kings-
perc.’)
kings-
1

perc.
2)

22 Dec.’26
314,4
1.914,0
2.308,0
124,8
67,2
68,9

15

’26
478,2
1.840,1
2.392,5
124,8 66,9 69,7

8

’26
323,6
1.803,8
2.288,6
124,7
69,1
72,1

1

’26
305,9 1.771,6
2.324,4
124,5
69,1
72,2

24Nov.’26
299,9
1.774,1
2.262,3
124,4
70,1 73,3

17

,,

’26
308,1
1.750,3 2.301,1
124,9 70,4
73,7

23 Dec.’251 359,5
1.895,7
2.275,6
117,0
63
9
1
66,1
– 1)
Verhouding totalen goudvoorraaa tegenover opeiscnoare
scnuluen:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
1
banken
conto’s
en
beleen.

1

Beleg-
1

gingen
1

Reserve
bij de
F.
ln
Rks

1.759

Totaal

1
depo
51t0’S

Waarvan
time
deposits

15Dec.’26
689 14.379
5.553
1

19.160 5.782

8

1
26
690
14.342 5.531
1.660
18.778
1

5.780

1

’26
691
14.375
5.521
1.678
1

18.888
5.780

24Nov.
1
26
691
14.325
5.524
1.624
18.732
1

5.774

17

,,

’26
691
14.289
5.543
1.658
1

18.812
5.772

16Dec.’25
721
14.069
5.512 1.690
18.804 5.285

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 10 Januari 1927.

De eerste week van het nieuwe jaar is voor de interna-
tionale fondsenniarktcn niet zeer be1angve,kkend gcweest.
‘Waar een bepaalde stemming -dc overhand heeft gehad, was
deze meestal ongeanimeerd. De minder opgewekte tendens is
!vooral aan cle beurs vuil 13 e r 1 ij ii tot uiting gekomen. Dit
heeft niet in de eerste plaats aan den toestand van de geld-
markt gelegen, althans niet aan dc situatie van het oogeublik.
Deze w’aS nog steeds
iUiui
;
men vreest echter, dat de af-

1
wikkeling van dien iILe(liO termijn moeilijkheden. zal kunnen
1brengen, omdat verschillende bauiken als hun vooruemeti
,hebben aangekotidigd het totale bedrag aan ,,report”-gelden
tegen dien tijd sterk in te krimpen. Het is niet onmoge-
lijk, dat dlit voortiernen verband houdt met de mogelijke
verlaging van het baukdiscotito, welke tegen dien tijd wordt
verwacht. Een onttrekking valt gelden zou dan kdtnuen
p1aats vindcii, waarop nien zich thans reeds wuscht voor
te bereiden.
Te L o n il e ii heeft de markt geen opmerkelijke feiten
getoond. De vroegtijdige sluiting van de lijsten voor inschrij-

t
ving op de nieuwe 4 j)Ct. Consols heeft uit den aard der zaak
eeli gunstig effect gehad op de akleeling voor beleggings-
fondsen, doch hiertegeuiover stonden dle berichten uit China,
welke een onguunstigc uitwerking hebben gehad. Van iie ver-
schillende aandeclensoorten waren bi
is
uienlauidsche inilus-
,trieele fondsen vrij goed gei’raagdl, iii do hoop op een spoedig
herstel van de nadeelen, welke door de inijnwerkersstaking
zijn toegebracht. Ook rubber- cii petroleumaaudeelen konden
‘zich in goede vr:i:ug verheugen. Daarentegen bleken aandee-

1
len in biuincnlandsche spoorvegonderuuemiiigen te zijn aan-
geboden, in verband met de onzekerheid, welke onitrent -dc uit te keereti diviclenden bestaat.
Te P a r ij s was de beurs kahut en zonder veel ingrij-
pende veranderingen. De grondtoon is echter vast gebleven,
vooral nu men heeft gezien, dat dle regering, resp. de
Bauqne de Frauce, -dle bewegingen van de wiselmarkt vrij
goed blijkt to kunnen beheerscheci. Ook heeft het een goe-dien indruk gemaakt, dat -de schatkist een bedrag van twee
nsillia iii In ties op liet door dle centrale credietinstelling ver-
leende voorschot terug heeft kunnen betalen.
Te N e w Vo rk-is iie markt zeer onregelmatig geweest.
Alleen dle afdeeiiiug voor bcieggiiugsfoinisen ii’as vast in ver-
band met de vraag naar herbelegging, welke ook in iie Ver-
e.enigcie Staten in dien aanvang
V111.1
het jaar optreedt.

T e
ii
o
ti
z e n t heeft -dc markt, in afwijking van het
voorbeeld -dier buitenla idsehe beursplaatsen, ecu tamelijk
• levendig aanzien gehad. Dit was ook het geval voor dle ii-
deeling voor
bcleggings[ondlscue,
welke in vrij groote pos-
– ten uit die markt werden. genomen. iTet waren ditmaal niet
in de eerste plaats inheemsche obligaties, – hoewel ook
van dieze soorten sommige zich op den voorgrond konden
stellen, zooals 6 pCt. obi. IlEollanci-Amerika Lijn – doch voornamelijk huitenlatidische soorten, wo. naast de reeds
langen tijd geleden aan onze markt geïntrocluceercie Duit-
sche industniecic obligaties, zich ook die schuldbrieven der
Fransc’he staatsspoorwegen hebben bevonden. Door dc niet
-onbelangrijke -stijging van de koersen van buitenlatidsehe
obligaties lied t een zekere nivelleeringstendens – met be-
trekkiuig tot het rendement – zich voorgedaan tegenover
bitinenlandsche soorten, al loopt de opbrengst van de rente
nog ver uit elkaar. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1927: 106;
4%
pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
100,
100%,
100
1
/1
s
;
4%
pCt. Ned….ndië 1926: 9
7
/32,
9615
116
,
96%- ; 5 pCt. Mexico
(loud £ 20-lOO: 45, 42%; 5 pCt. Brazilië 1903 £100:
74%, 74%, 73%;
8 pCt. Sao Paulo:
10
5%, 1
0
5%, 105%.

– De aandeelenmarkt heeft voor
runbbcrsoortesn
de aandacht
getrokken door een krachtige stijging, welke alleen tegen
het slot iets iii tempo is verminderd. De verbetering van
den rubberpnijs is van deze beweging die oorzaak geweest;
de berichten omtrent een nieuwe toeneming van de voor-
raden te Londen gedurende de achter ons liggende week
heeft -dIen verdereic voortgang echter geremd. Deze toene-
niing was des te teleurstcllender, omdat men had gedacht,
dat de schade, ci-oor overstroominig aan sommige plantages
in Malakka toegebracht, den uitvoer zon hebben ingeperkt.
Toch is cle achteruitgang van den koers binnen enge gren-
zen gebleven. Amsterdam Rubber: 3257/
s
, 338V4, 334%;
Deli Batavia Rubber: 255/, 270%, 272,
267%;
Hessa Rub-
her: 458, 477, 471; Java Caoutchouc: 195%, 198%, 207%;
Kali Telepak: 314%, 328, 334; Kenideng Lemboe: 414%, 421, 428%, 425; Necl.-Ind. Rubber & Koffie: 340, 342%,
346; Oost-Java Rubber: 338, 355, 360; R’dam ‘l’apanoeli:
153, 157%, 159; Serbadjadi: 330, 343, 340; Sumatra
Caoutchouc: 294%, 305, 303; Sumatra Rubber: 379%, 388,

44

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12. Januari 1927

393, 389; Vereenigde Indische Cultuur Ondernemingen:
192%, 197,
2
00%, 197%.
Zeer opgewekt is de
t&.laksa[de.eling
geweest. De koersen,
zoowel van de Sumatra- als van de Javasoorten, zijn hier
met sprongen omhoog geloopen. Aan den eenen kant heb
ben de berichten omtrent een bevredigende kwaliteit van
de nieuwe tabak hiertoe bijgedragen, aan den anderen kant
werd vermeld, dat van Amerikaansche zijde thaxs reeds
gingen worden aangewend, om de goedkoopere soorten in
het bezit te verkrijgen. Deze geruchten bleven onbevestigd,
doch de stemming heeft hieronder niet te lijden gehad.
Arendsburg: 601, 602; Besoeki Tabak: 309, 314%, 319,
318; Deli Batavia:
4
52%,
4
65%, 459; Deli Maatschappij
4
30%,
441, 4
35%; De Oostkust: 195%,
198,
205%,
204;
Sencmbah Mij.:
417%,
424%, 431, 424%.
Een derde afdeeling, welke van een krachtige teiiden
blijk heeft gegeven, was clie voor
scheepveertaaxcleeleiv.
Over.
de geheele linie hebben ruime aankoopcn plaats gevonden,
waarbij echter aandeelen Holland-Amerika Lijn vooraan
hebben gestaan. Geruchten omtrent het afbouwen van den
Statenclarn – welke evenmin bevestiging konden erlangen.
– hebben hiertoe bijgedragen; het feit, dat de desbetref-
fencie berichten wellicht van goeden grond zijn ontbloot,
hebben geen invloed op den koers kunnen uitoefenen. Hol-
land-Amerika Lijn: 61, 64%, 66, 68%, Java-China-Japan
Lijn: 127,
12
7%, 129%; Kon. Ned. Stoomboot Mij.:
95v/s, 100%, 101%; Neci. Scheepvaart Unie: 181%, 1’83,
182%; Stoom’. Mij. Nederland: 172%, 174%, 176%.
Ook de
vetrolev.rne[deeling
heeft een krachtige uitbrei-
ding vn de omzetten te zien gegeve, althans in zooverre
liet aandeelen Koninklijke l’etroleum heeft betroffen. Hier
wcrdn groote aankooporciers uitgevoerd. Een uitzondering
op cle opgewekte stemming in deze afdeeling heeben aandee-,
len Peudawa gevormd. Dordtsche Petr. md. Mij.: 374, 361,
372; Gec. HoIl. Petr. Cy.: 186, 187%, 190% ; Kon. Petro-
leum Mij.: 393%, 386% (ex div.), 396% ; Perlak Petr.:
6934; Peudawa: 27
5
/s, 28
13
11e, 25, 22%.
SikeraatZeeiex
bleven stil; hier en daar hebben zelfs,
koersverliezen plaats gevonden. Alleen voor aandeelen
H.V.A. is de tendens bij voortduring vast gebleven, hoe
wel ook hier voorbijgaand inzinkingen plaats hebben ge-
vonden. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 186%, 1824,
185; Handelsvereeniging A.nisterclam: 695
1
%, 689, 694; Java
Cultuur Mij.: 396, 391, 388, 385% ; Krikn: 175, 173, 172;
Ned.-Iiid. Suiker Unie: 272%, 269, 266, 265%; Poerwo-
redjo:
122%,
121, 120; Tjepper: 725, 721, 724; Tjeweug
Lestari: 254, 252, 251; Watoetoelis Poppoh: 794, 789%.
Van
bircnenlccnclsche industrieeie aandeclen
konden kunst-
zijdesoorten een min of meer aanzienlijk herstel boeken.
Hetzelfde was het geval met aandeelen Nederlandsche Gist-
,

S

en Spiritusfabriek, in de verwachting van een gunstig jaar-
verslag. Jurgenssoorten waren prjshouclend. Aandeelen
Philips Gloeilampen bleven aangeboden. Zeer vast varen
aancleeleu Wiltous Dok en Werf Mij. iii verband met
ge-‘
ruchten, volgens welke cle vermeende bouw van de ,,Sta-
tenclam” door deze firma zou geschieden. Centrale Suiker
Mij.: 125%, 126%, 128; Hollandsche Kunstzijcle Industrie:
76%, 74%, 78, 76; Jurgens: 176, 177%, 177; Maekubee:
82, 78
5
/8,
84, 82%; Ned. Kunstzijdefabriek: 184%, -181,
192%; Philips Gloeilainpenfabr.: 384, 376%,
378%;
Wil-
ton’s Dok- en Wrf-Mij.: 61
3
/8,
59%, 74, 68; Ned. Gist- en – Spiritusfabr.: 372%, 378, 390, 389%.
Baaika.aawZeelen
zijn vrijwel onveranderd gebleven. Am-
sterdamsche Bank: 1
6
2%, 162
5
h, 161%; Hol!. Bank voo
!

Zuid-Amerika: 74%, 73%, 74%; Incasso Bank: 118%,’
118%; Koloniale Bank: 248%, 247%,
24
8%; Ned.-Ind.
Handelsbank: 176
5
/
8
,
175%,
176, 175%; Ned. Handel Mij.:
160, 158%, 159, 157%; R’damsche Bankvei-eenigiug: 86%,
86, 86%; Twentsche Bank: 137 (ex div.), 138.
Ook
mijnaandeelen
waren rustig, met uitzondering van
aancleeien Algemeene Exploratie Mij., welke een vrij
ge-
1
voelig verlies hebben geleden. Alg. Exploratie Mij.: 97%
,3
98, 95, 96; Billiton le Rubriek: 750, 770, 780, 775; Muller
& Co.’s Alg. Mijnbouw Mij.: 54, 59, 57; Redjang Le-
hong: 220, 225%, 226%; Singkep Tin Mij.: 423%.
42i,
432, 435%. –
De
Amerikacznsche afdeelircg
was kalm, doch onregel- 1
matig. Anaconda Copper: 96/1, 96, 96% ; Studebaker:
53%, 55,5/8; United States Steel. Corp.: 157%, 158,
155/i (ex cliv.),
158%;
Atchison Topeca: 166%, 164%
166%; Baltimore & Ohio: 108%, 107, 106% ; Southern Pa-
cific: 112u1,
o
, 111
15
/1,
110% (ex div.), Union .I’acific:
165%, 163% (ex div.), 162% ; Wabash Railway: 42
5
/
15
,
43,
4
3/i. .
De
geicinear/ct is
ruimer gewoTdlen; prolongatie noteerde
3 pCt. na
3% pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

11 januari 1927.
In deu loop dezer week heeft eindelijk de graanmarkt
geleidelijk een levendiger aanzien gekregen. In de aller-
eerste dagen der week was de stemming echter nog flauw
en voor tarwe was de markt nog gedrukt door de uitste-
kende oogstresultaten in Argentinië en Australië. Daarbij
was cie hoeveelheid nieuwe tarve, welke van Australië werd
verscheept, van flinken omvang en werd Australisehe tarve
dringendl aangeboden. Dit zelfde i’as het geval met nieuwe
tarwe uit Argentinië, doch de verschepingen nemen daar-
van slechts zeer langzaam toe. Binnenkort zal echter waar-
schijnlijk ook Argentinië in ruime mate tarive verschepen.
Na eene niet onbelangrijke prijsdaling in de laatste dagen
van het oudle jaar konden in Noord-Amerika de prijzen
zich, op het verlaagde niveau vrij goed handhaven, doch
aan de Argentijnsche termijnmarkten zette de prijsverlaging
zich nog enkele dagen verder voort. Op 4 Januari waren
Buenos Aires en Rosario zelfs vrij wat flauwei’ met prijs-
verlagingen van 10 h 20 eentavos per 100 KG. tegenover
den vorigen dag. Op diezelfde dagen echter begon zich in
Europa een verbetering der vraag naar taïwe af te teeke-
nen. Voor Australische tarwe had reeds eenigen tijd goede
vraag bestaan, speciaal in Italië, terwijl ook :IDngeland ge-
regeld parcels Australische tarwe kocht, en ook in Argen-tijnsche tarwe kwamen zaken tot stand naar het vasteland,
terwijl Engeland zich voor deze soort minder interesseerde.
In de meeste invoerlanden kon de markt echter .in het begin
der maand nog allerminst levendig worden genoemd, en
speciaal voor spoedige tarwe uit Noord-Amerika was cie kooplust in de ‘invoerlandeu van het vasteland niet groot.
Een uitzondering maakte aan het eii’ide van 1926 slechts
Frankrijk, waar ten gevolge van het herstel van het in-
voerrecht op het oude niveau in die dagen zeer veel spoe-
dige tarwe is gekocht. In het begin dezer week begon ech
ter hier en daar blijkbaar de meening te overheerschen, dat
de •tarweprijzen nu voorloopig weder voldoende waren ge-
vallen en in verschillende landen ging men in versterkte
mate tot koopen over. Reeds op 3 en 4 Januari bestond
groote vraag in België en Duitschiand en spoedig werden
ook elders op het vasteland eer zaken gedaan. Italië,
Zuid-Frankrijk en België kochten Vrij wat Australische
tarwe, terwijl Nederland en Duitschland zich meer Voor
Argentijnsche interesseerden. In Engeland kwam de ver-
betering ‘der vraag eerst langzamer tot ontwikkeling, doch
in de tweede helft der week waren ook daar de zaken
groote.r. Minder gemakkelijk dan de inkoopen van nieuwe
tarwe van het Zuidelijk halfrond, te verschepen in de
eerstvolgende maanden, en gedeeltelijk, wat Australische
tarwe betrof, reeds onderweg ,naar Europa, kwamen echter
de zaken in spoeclige posities tot ontwikkeling. Canadee-
sche tarwe wordt op het vasteland veelal als te duur be-
schouwd en de beste soorten vinden voornamelijk haar weg
naar Engeland. De groote verschepingen van tarwe uit
Noorcl-Anierika van de laatste weken toonen echter ivel
aan, .dat daarvan ook op het vasteland geregeld een flink
verbruik bestaat en al spoedig reageerden de Noord-Aéri-
kaansche markten met eene vastere stemming op de ver-
betering, welke in •de geheele Europeesche vraag is inge-
treden, terwijl ook in Engeland de toenemende vasteland-
sche kooplust bijdroeg tot een verbetering der marktstem-
ming. In .trgentinië kon eene niet onaanzienlijke verhoo-
‘ging in den tarweprjs tot stand komen en ook Chicago –
en Winnipeg zijn voor den Mei-termijn geleidelijk ghste-
gen. Daarbij waren de zeevrachten, speciaal van Zuid-
Amerika, vast en voor belading in Februari drerden hoo-
gere vrachten betaald. Uit Rusland werd deze week meer
-tarwe afgeladen dan in de vorige, doch van die toename
der Russische verschepingen ging al evenmin een druk
op de markt uit als van de weder zeer groote hoeveelheid,
welke uit Noord-Amerika werd afgeladen. In Noord-Ame-
rika ziet men in de vermeerderde Europeesche vraag een
bevestiging van de berichten, dat de tarwe-oogsten in
• eenige der invoerlanden van het vasteland, overschat zijn
geweest,. hetgeen trouwens ook blijkt uit de laatste bereke-
ningen van cle Duitsche oogsten van tarwe en rogge. Men
dient echter niet te vergeten, dat in cie statistische positie
van tarwe dle laatste weken geen verandering is ingetre-
den, en dat met zekerheid spoedig zeer groote verschepin-
gen van het Noordelijk halfrond kunnen worden verwacht,
welke nog zeer goed nieuwe prijsverlaging van tarwe ten
gevolge kunnen hebben. Ten slotte zijn de fluctuaties te
Chicago en Winnipeg, nadat cle kleine prijsdaling van het
begin der week hersteld was, niet groot meer geweest en
in vergelijking niet 3 Januari waren op den lûden de tarwe-
prijzen er vrijwel onveranderd. Aan de Argentijnsche ter-

12 Januari 1927

ECONOMISCH-STATISISCHE BERICHTEN

45

Noteeringen.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago
1

Buenos
Aires
Soorten
1

10Jan.
3Jan.
II
Jan.

Data
1

1927 1927
1926
Tarwe
Maïs
Haver

1
i

Tarwe

1

Maïs
Lijnzaad

Tarwe (Hardwinter II) ..’
Rogge (No. 2 Western)
…1
15,40
12
,
20

15,30 12,10
16,85 11,50

Mei.
Mei.
Mei.
1

Febr.

1

Febr.
Febr.

8 Jan.’27

138j.

80

49118
11,

5,60

114,25
161,-
194,-
31 Dec.’26 132h
1)

674
1)

4 5Y4
1)

11,10

5,25
2
)

14,25
Gerst (48 lbs. malting)

.
218,- 214,-
185,-
8Jan.’26 1783,(

824

46
14,95

7.95

1
16
,
10

Haver (Canada3) ……..
1
11,40
11,40
10,50
8Jan.
1
25 177k

128X

615
/8
15,65

1,-2)

23,50

Mais (La Plata)

……… ..164,-

Lijnkoeken (Noord-Amen-
8Jan.’24 1O8l/

76
11,35
2
)

9,85
2
)

19,752)
ka
van
La Plata-zaad)…
1

11,65
11,80
14,40
20Juli’14

82

1

563/
s

36X
9,40

5,38

1
3,70
Lijnzaad (La Plata) …..$
355,-
362,_
377,-

1)
Per December.
2)
Per Januari.
1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.
8)

per 1960
KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
.

Amsterdam
Totaal

Artikelen
218
Januari
t
i

Sedert Overeenk.
2/8
Januari
1

Sedert
Overeenk.
1927
1926
1927
1

1
Jan.
1927
tijdvak
1926
1927
J

1
Jan.I927
tijdvak
1926

46.170 46.170
14.521
5.000 5.000

51.170
14.521
Tarwe ……………. ..
9.553 9.553
6.675

.


9.553 6.675
Rogge

………………..
Boekweit
……………



468
– –
– –
468
Mais ……………….
58.896
58.896
37.216
6.400
6.400 5.322
65.296
42.538
8.893 8.893 4.344
602
602

9.495
4.344
Haver ………………
200
200 4.047


200
200
4.247 5.115 5.115 7.120


2.793
5.115 9.913

Gerst

……………….

2.239

2.239
8.529



2.239
8.529
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
2.074 2.074
2.097
1.834 1.834
145
3.908
2.242
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
105 105
403

.

105
403

inijuniarkten zette de prijsverbeteritig zich iets verder voort
en het slot was er op 10 Januari 5 t 10 ceatavos hooger
dan een week tevoren.
Voor r o g g e toonde deze week Duitschland een aanzien-
lijke verbeterii:ig van den kooplust. Het aanbod van Duit-
sche rogge is zeer beperkt en naar de Noord-Duitsche ha-
vens werden veclet- geregeld zaken van Noord-Amerika ge-
daati. Nederland en de Duitsclie markten aan den Rijn in-
teresseeren zich meer voor :Plata en Doanti rogge, doch
ook Noorcl-Amerikaansche logge ter verlading van Golf-
havens ontmoette in Nederland meer belangstelling. Rogge
is te Chicago in den loop (Ier week in prijs gestegen. In
:Duitscllaud
Cu
vooral ook in Amerika konit men meer en
meer tot cle conclusie, dat de grondtoon der roggemarkt vast is, omdat zoowcl in Duitschiand als in Polen de op.
brengst van logge zoozeer is tegengevallen en in het
restant van het seizoen flinke aanvoer in de roggeverbrui-kende landen van Europa noodig zal zijn. De prjsverhoo-
ging voor rogge aan de termijnmarkt te Chicago beliep in
den loop der week ongeveer
:134
dollarcent per 56 lbs.
Uit Rusland waren cle verschepingen van rogge ook deze
week weder niet zeer groot en meir wacht nog op het uit-
komen der Russische voorspelling, dat in de tweede helft
van dit seizoen veel rogge uit Rusland voor uitvoer ter
beschikking zal zijn.
Ook m al s verkeerde in het begin der week nog in flau-
we stemming, wegens
g
11
roote. aanvoeren in West-Europa.
Vooral in Nederland was dc markt gedrukt door groote
aanvoeren, doch de vraag is op het tegenwoordige prijs-
niveau in verschillende landen zoo bevredigend, dat al
spoedig weder een herstel kon iutrccleu. in Engeland breid-
dc cle vraag zich in den .1oop «er week uit en werden. veel
meen zaken in Platamaïs gedaan dan den laatsten tijd het
geval was geweest. In de Noord-Duitsche havens bleef de
vraaE naar mais levendig, vooral_te Hamburg, zoovel voor
:Diiïtsch gebruik als voor overlading naar de Noordsche
landen. ])aarbij leidde cle gedaalde prijs ertoe, dat ook in
Nederland ten slotte cle groote aanvoeren vrij gemakke-
lijk werden opgenomen en toen in Argentinië geen verdere
prijsdaling 1)laats vond en zelfs ten gevolge van een vaste
vrachtenmarkt de Argentijnsche verschepers hunne prijzen
nogal wat verhoogden, vormde die prijsverhooging geen
belemmering voor geregelde nieuwe zaken in Platamaïs naar
Engeland en het Noord-Westelijke vasteland. Eenigen steun
ondervond de markt daarbij van de omstandigheid, dat
ondanks kleinere Argentijnsche verschepingen de voorra-
den in cle Argentijnsche havens eenige vermindering on-
clergingen, wat het vermoeden doet opkomen, dat vel eens
ecn blijvende vermindering in de groote verschepingen van
Argentinië zou kunnen plaats vinden. ])aartegenover staat
echter een vermeerdering van het aanbod van den Douau,
terwijl tevens houders van Donaumais bereid waren tot
lagere prijzen af te geven wegens de dalende zeevrachten
uit de Roemeensche havens. In het begin der week zijn
dan ook stoomende partijen Roemeensche maIs naar West-

Europeesche havens tot vrij wat gedaalde prijzen opge-
ruimd. Een herstel, dat later intrad, kon geen grooten om-
vang bereiken al is Donaumaïs clan ook tot de laagste prij-
zen, waartoe zij de vorige week ter verscheping in Februari en in de voorjaarsmaanden wei-d aangeboden, niet meen te
koop. En meerdere mate was Rusland deze week met maïs
aan de markt en naar Nederland en Duitschland werd in
Russische maïs nogal vat gedaan tot lagere prijzen dan
waarvoor Donansoorten te koop waren. Het begint er ein-
delijk op te lijken, dat in Donaumaïs op aflading in de
voorjaarsmaanden de zaken zich wat meer zullen gaan ont-
wikkelen, want op het tegeuwoordige lage prijsniveau be-
staat in Nederland meer belangstelling voor maïs ter leve-
ring in de laatste heil t van het jaar. Hetzelfde geldt voor
Platama,ïs en daarin zijn dan ook zoowel in Engeland als
in Nederland den laatsten tijd ter verscheping van den
nieuweii oogst in Mei/Juni nu en dan zaken gedaan. De
nieuwe Argentijnsehe inaïsoogst staat er bij voortduring
uitstekend voor. De prijsverhooging aan de Argentijnsebe
termijnmarkten leidde daar tot een pnijsverhooging van
mais van 15 centavos per 100 KG. te Buenos Aires en 30
centavos te Rosario sedert 3 Januari. Ook in Noord-Amerika
heeft de nlaisprijs zich hersteld en van 3 tot 10 Januari trad
te Chicago een verhoogïng in van 2 dollarcent per 56 lbs.
Ce r s t is vooral in de laatste helft dezer week bij uit-
stek vast geweest. Duitschland ontwikkelde al. weder toe-
nemenden kooplust voor gerst en bij zeer beperkt Russisch
aanbod, kleine verschepingen van den Donau en vaste
markten in Noord-Amerika zijn voor alle soorten gerst
de prijzen vrij. wat gestegen. Het goedkoopst blijft nog
steeds Platagerst en nadat men cenigen tijd, ten gevolge
van de onzekerheid omtrent de kwaliteit, in Duitschland
die soort slechts schoorvoetend heeft willen koopen, zijn
deze week cle zaken in Platagerst naar Duitschland toege-nomen, wat ook daarvoor tot prijsverhooging geleid heeft.

In h
t
v e r worden van Noord-Amerika nog steeds geen
zaken naar Europa gedaan, ten gevolge van de zeer hooge
prijzen, welke voor haver in de Vereenigde Staten en
Canada worden gevraagd. Vrij veel nieuwe haver is echter
deze week uit Argentinië verscheept en behalve in Enge-
land werden daarin ook naar Duitschland vrij geregeld za-
ken gedaan. Rusland was aan de markt met lichte haver
uit Noord-Russische havens en vond daarvoor koopens in
Duitschland. In Engeland bestaan de zaken in haver bij
voortduring, behalve uit Platahaver, vooral ook uit haver
uit Chili.

SUIKER.

De verschillende suikenmanktea waren cle afgeloopen
week aan eenige fluctuatie onderhevig.
Nadat Amenikaansche Raffinadeurs zich aan het begin
der week plotseling interesseerden voor ruwe suiker, waar-
door prompte Cuba-suiker tot 334 d.c, c. & fr. New York
opliep, trokken zij zich weer even snel terug, toen voor het

46

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Januari 1927

oongenblik hunne behoeften gedekt waren, zoodat de prijs
weer terugliep tot 3.34 dc.
De terniijnmarkt to New York had het volgende verloop

Sp. C. Jan. Mrt. Mei Juli ept
Slot voorafgaande week . 5.15 3.25 3.32 3.38 3.45 –
Opening verslagweek …. 5.21 3.35 3.39 3.45 3.50 3.55
Slot verslagweek ……..5.12 3.25 3.32 3.41 3.49 3.54

De ontvangsten in de Atlantische havens der V.S. be
droegen deze week 26.000 tons, de versmeltingen 33.000
tons en cle voorraden 181.000 tons.
De Uubastatistiek is als volgt:

1927

1926

.1925
Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 1/1….

9.684

6.456

577
Nieuwe oogst ……………- . 43.815

55.905
Totaal oogst 4/1 …………4.735.890

138.035

120.679
Werkende fabrieken 8/1 .

97

140

142
Weekexport 1/1 …………41.09’i

31.974

38
Nieuwe oogst …………..-

30.024.

37.777
Totale export 4/1 ………. 4.660.114

51.657

80.110
Totale voorraad ………….69.741 .132.148

42.015

De termijnmarkt in Londen liep de eerste veekdag
eveneens nogal op om claarnt. ten gevolge van winstneming
enden gemakkelijker toon in Amerika, vee.r een 3 tot
41%
(1.
terug te vallen. De slotnoteeï-ingen waren als volgt:

Januari ……Sh. 18/7ji

1
Aug……… Sh. 1914
Maart ……

l9/2

Dec. ……….

,, 174
Mei

………..,,

19/3k

De Zichtbare Voorraden waren volgens Czarnikov:

1926/27 1925/26 1924/25
Tons

Tous

Tons
Duitschiand 1 December …

985.000 1.049.000 881.000
Tsjechoslowakije 1 December 628.000 780.000 706.000
Frankrijk 1 December ……398.000 378.000 305.000
Nederland 1 December ……212.000

173.000

176.000
België 1 December ………129.000

169.000.

148.000
Polen 1 December ……….220.000 212.000

181.000
Engeland 1 December ……349.000 304.000 152.000

Europa

2.921.000 3.065.000 2.549.000
611/26

711/25
V.S. Atlant. havens 29 Dec

189.000

76.000

32.000
Cuba 1/1/’27 …………..

70.000

132.000

42.000

Totaal .. 3.180.000 3.273.000 2.623.000
Op
Java
verkochten de V.I.S.P. verdere kwantiteiten uit
oogst 1927 tot prijzen oplopend tot
f
20.50 lier 100 Ko. In de tweede hand werd disponibele Superieure suiker ge-
vraagd tdt
f.
14.25 per pic; Februari tot
f
14.31; Maart
tot
f
14.44, terwijl voor disponibele No. 16 en .hooger

f
12.875 geboden werd.
Hier te lande
opende de markt in sympathie met het bui-
teuland in vaste stemming. Wegens winstneming brokkel-
den prijzen daarna af. De markt sloot prijshoudend op de
volgende noteeringen:
Maart . . .. . f22.625
Mei

……….22.875
Augustus …..22.75
De omzet bedroeg deze week 7000 tons.

NOTEERINGEN.

Londen
Amsterdam
New York
960
White Java’s
1

Cuba’s
Data
per
Tates
Job. per
960 c.i.f.
Centri-,
Cube
Maart
fugali
No. 1
Mei/Juni
Maart

kristalsuiker
Sh.
5h.

.
.

Sh.
$
ets.
basis 990
10 Jan. ’27
f

22’11,
3813
.
181_
16/3
5,12
3 Jan. ’27
2213/,

..
38’_
.

18;21
159
5,21
lOJan.’211
17.-
3119
14/3 11/6
4,11
10 Jan. ‘2
19y
4

371
171_
13/6
4,59
ruwsuiker
basis 88°
4Juli ’14
f

11
18
/
’18/-


3,26

basis 990
1)
Het
verschil tusschen
ruwsuiker
88
0
en
f

l4’3/

1
krist.suik.
99° is aan
te nemen
opf3
p. 1001(0.

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 29 December 1926.

De A1erikaansclie katoenma.rkt blijft vast. Aahvoeren
gaan geregeld door, terwijl ontvangsten in de havens bijna
twee millioen balen meer bedragen dan een jaar ge/eden n de totaal export circa 66n millioen balen meer. Egyp-
tische soorten zijn dets va4tei in piijs, terwijl de vraag
iii. Liverpool voor locokatoen zeer gering was.

Over de Ainerikaansche garenmarkt valt weinig nieuws
te vermelden. De omzet, hetzij voor binnenland of voor
export, is aanmerkelijk beneden dle productie en weinig
orders van beteekenis worden genoemd. Er is weinig ver-schil in cle positie van grove of medio numinrs, daar ver-
koopen zich voornamelijk bepalen tot kleine hoeveelheden
voor spoedig gebruik. Zooals dikwijls het geval is, worden
hier en daar enkele verkoopen gemeld ter aanvulling van
afloopen-de orders. Er iÇordt nog algemeen kort gewerkt en
cle markt heeft veel van villige verkoopers te lijden. Naar
getivijnde garens bestaat een flinke exportviaag voor goede
hoeveelheden 3612 en 4012, doch de geboden prijzen zijn
over het algemeen veel te laag. In Egyptische soorten be-
paalt de vraag zich voornamelijk voor direct gebruik. In de
fijnere nummers schijnen echter enkele flinke partijen te
zijn afgesloten waar spinners bereid w’aren eenige prijs-
comiessie •toe te staan; zoodat de geboekte prijzen dan ook
siechts weinig of in het geheel geen marges laten. Enkele garenproducenten zijn van meening, dat er teekenen zijn,
•die erop wijzen, dat een opleving van den handel aanstaan-
dd is en het is te hopen, dat deze diagnose juist zal blij-
ken te zijn. Het kan echter gezegd worden, dat de markt
na de Kerstvacautie voor geen enkel speciaal soort garen
verbeterd is en wij verwachten hierin voor het. Nieuwe Jaar
ook geen verandering.
In de doekmarkt is ook geen wijziging in de gebeurte-
Ilissen gekomen. Het nieuws van India luidt gunstig en
de Eege.eringsiiota aan China, deze week gepubliceerd, is
algemeen goed ontvangen. De voorzichtige politiek, welke
clan laatsten tijd door bijna alle kôopers over de geheele
wereld gevolgc is, heeft het zich vormen van voorraden voorkomen en er is een nieuwe economische basis voor
katoen-, garen- en doekprjzen bereikt; deze feiten moeten
volgens cle opinie -van de meeste verkoopers vroeger of later
het vertrouwen van koopers wekken. Tegen het einde van
het jaar is de markt voldoende van bieclin,gen tegen lage
en ortaannemelijke limites voorzien. Prijzen blijven vast en
de toon vaii cle markt is gezond en hoopvol.
Manchester, d.d. 5 Januari 1927.

De jaarswisseling heeft geen nieuwe

vooruitzichten in cle
katoenmarkt gebracht. Deze is rustig, maar vast, terwijl
ontvangsten in de havens, alsook exporten zich in de.
zelfde groote hoeveelheden, als reeds vermeld, blijven hand-
haven. Het hoogste punt voor Mid-America-n spot te Liver-
Pool
WflS
10.96 op 16 Januari en het laagste 6.30 op 4 De-
cember. Het is wel merkvaarc1ig, dat clenzelfden dag FGF
Sakel liet hoogste puilt,
111.
18.95
cl.,
bereikte tegen 13.40
het laagste punt 01) 10 en 15 December.
De Amerikaanscite garenmarkt toont weinig verandering.
Gedurende het laatste gedeelte van de vorig6 week bracht
het slot van het jaar nog vrij goede zaken in diverse aan-
vullingsorders, terwijl vrij groote hokveelheden in ring-garens geplaatst werden. Deze week is rustig begonnen.
Er bestaat echter een goede onderstroom van Vraag; doch
cle geboden prijzen zijn over het algemeen •te laag, zoodat
zij voor verbetering moeten worden teruggewezen. In ge. twijncle garens zijn -cle vorige week voor het binnenland
goede zaken gedaan, terwijl lage biedingen van Duitschiand
thans in de markt zijn. Ook in Eng. soorten zijn gedurende
de laatste dagen van het jaar flinke zaken gedaan, zoowel
in cops als voor doubling doeleinden. Deze week is kalmer
begonnen; doch dc toon schijnt wel wat beter te zijn, ter-
wijl enkele spinners rapporteeren; dat hun verkoopen groo-
ter zijn dan hun productie. Ook in andere richtingen be-
staat een goede vraag, doch cle geboden prijzen zijn te laag.
Getwijnde garens worden, voornamelijk verlangd in kleine
hoeveelheden voor spoedige levering, hoewel hier en daar.
ook wel enkele flinke partijen zijn afgesloten. In de Ame-
rikaansche sectie worden met medewerking van den heer
J. M. Keynes, cle economist, pogingeil in het werk gesteld; om de door de Cotton Yarn Association voorgestelde plan-
nen ter verbetering van de spinmarge door te voeren, welke
pgingen door de Federation of Master Cotton Spinners’
Assoeiation gesteund worden.
In’ cle doekmarkt begint meer vraag door te komen en
Ie stemming is hoopvoller. India toont meer belangstelling

ener schijnen biedingen voor dhooties, speciaal van Cal-
cutta, aan de markt te zijn. Het valt moeilijk te zeggen, welk
percentage van deze vraag werkelijk zaken tot grondslag
heëft en welk gedeelte uitsluitend ter oriënteering – dient,
want tot nog toe heeft slechts een klein percentage zijn
weg
tot de boeken gevonden. De mailberichten luiden over
het algemeen echter gunstig en indien prijzen vast blijven
e er zich geen onvoorziene ontwikkelingen voordoen,
vaardoor liet toch al wankele vertrouwen bij koopers weer
geschokt kan worden, hebben de – dagbladen misschien -wel

12
Januari
1927

ECONOMISCH-STATIS’Ï’ISCHE BERICHTEN

.4

47

gelijk in hun Nieuwjaarsverslagen, waarin zij melden, dat
betere tijden reeds begonnen
zijn.
Men hoopt, dat deze
gunstigere stemming spoedig een algeheele verbetering van
de positie van Lancashire ten ‘gevolge zal hebben.

29Dec. 5Jan. Oost. koersen. 28Dec. 4Jan.

Liverpoolnoteeringen.

T.T.opBr.-Indië 1/6
1
/
32
1/6
1

F.G.F. Sakellaridis 13,95 13,90 T.T.opllonkong 1/11k 1/14
G.F. No. 1 Oomra.. 5,25 5,25 T.T. op Shanghai 2/4% 2143%
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling IJpiands.)

7
Jan.
1927
1

31 Dec.
1926
24
Dec.
1

1926

1

7 Jan.
1926
7 Jan.
1925

New York voor
Middling…
13,10e
12,95e
12,95e
20,65e
23,95 e
New Orleans
voor Middling
12,86 c
12,69e
12,47e
20,07e
23,60e Liverpool voor
Middling
.

6,98 d
6,89 d
6,81 d
10,49 d
13,12 d

Ontvangsten in- en uitvoeien van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’26
Overeenkomstige
periode
tot

31
Dec.’26
1925

1924

Ontvangsten Gulf-Havens. } 8726

6732

3366
Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr.Brittannië

1386

1375

1530
‘t Vasteland ete.

3305

2705

2488
Japan

773

608

489

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
31Dec.’26

1925

1924

3056
1656 1564
1561
2016
1509
Amerik. havens ……..

338
98
212
Binnenland …………..
New York

……………
677
501
442
New Orleans ………….
Liverpool ………………
831
547
556

KOFFIE.
De iets betere stemming, welke bij den overgang van het
jaar aan de koffiemarkt viel te constateeren, hield ook in
de afgeloopen week aan, al was in de eerste dagen de stem-
ming feitelijk weder iets geclrukter. In de aanbiedingen
van Brazilië kwam slechts zeer weinig verandering, terwijl
ook de offertes van Indië ongeveer dezelfde bleven; alleen
Palembang Robusta, •die tegen het einde van het vorig
jaar met sprongen was opgeloopen tot 42 ct. cif, zakte
ongeveer 1% et. in.
Op af lading van Brazilië en van Centraal-Amerika kwa-
men enkele zaken tot stand, terwijl ook op de loco-markt
iets meer vraag viel te bespeuren. Op termijn liepen de noteeringen aanvankelijk in navolging van de markt te
New-York iets terug, doch daarna herstelden zij zieh
wederom grootendeels.
Volgens een dezer dagen verschenen Statistiek van de
Firma G. Duuring & Zoon te Rotterdam, is in December
de aanvoer geweest als volgt:

1926

1925

1924
balen

balen

balen

ii Europa ……………791.000

692.000

922.000
Ver. Staten van Amerika 1.058.000 1.079.000

852.000

Totaal…. 1.849.000 1.771.000 1.774.000 De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende het jaar 1926 bedroegen 20.600.000 balen tegen
19.270.000 balen in 1925 e.n 20.772.000 halen in 1924.
De Afleveringen in December waren:
1926

1925

1924
balen

balen

balen

in Europa …………….784.000

661.000

662.000

Ver. Staten van Amerika 969.000

980.000 1.026.000

Totaal…. 1.753.000 1.641.000 1.688.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge
durende het jaar 1926 waren 20.649.000 balen tegen
19.969.000 balen in 1925 en 20.690.000 balen in 1924.
Vanaf 1 Juli tot 31 December waren de Aanvoeren in
Europa en in Amerika tezamen in 1,926 10.263.000 balefl
tagen.10.220.000 balen in 1925 en 10.156.000 balen in 1924,
terwijl de Afleveringen bedroegen 10.009.000 balen tegen
10.097.000 balen in 1925 en 10.386.000 balen in 1924.
De zichtbare voorraad was .op 31 ])eeernber in Europa
1.498.000 balen tegen 1.491.000 balen op 1 December. In

Amerika bedroeg hij 977.000 baleii tegen 888.000 balen op
1 December. In Europa en in Amerika te zamen was de
zichtbare voorraad dus op 31 December 2.475.000 balen te-gen 2.379.000 balen op 1 December. Hij bedroeg op 31 De-
eember 1925 – 2.524.000 balen en op 31 December 1924
2.223.000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 31 December 1926 –
4.911.000′ balen tegen 4.779.000 balen op 1 December en
5.164.000 balen in 1925 (in deze cijfers zijn niet begrepen
de voorraden in het binnenland van Sao Paulo, die op 15
December 1926 – 6.209.000 balen bedroegen, op 1 December
1926 – 6.397.000 balen en op 31 December 1925 –
4.383.000 balen).
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op .prompte verscheping zijn thans ongeveer 86/-
A
87/6 per
cwt. en van dito Prime ongeveer 88/.
A
90/-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche.
jiing, bedragen 70/9 5. 71/6.
Van Robusta op aflading van Nederlandseh-Indië zijn de prijzen in de eerste hand op het oogenblik: Palembang Robusta, Jan/Febr. verscheping, 40% cl. Pa-
1embang Robusta, stoornend, 40 et., Mandheling Robusta
‘Jan.JF’ebr. verseheping 43 ct., alles per % KG., cii, uit.-
geleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 57 ct.
per
1%
KG. voor Superior Santos en 50 et. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-eall als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

11

basiv Santos Good

1 Mrt.I Mei 1 Sept. 1
Dec.
II
Mrt.
1 Mei l.ei’.I
Dec.

“11 Jan.
47%
45%
4371
t

42
44%
431
0/8
381/8
4

,,
47%
459%
437/
s

42
44%
41/4
39%
28 Dec.
46%
449/
4

4334

431i
413%
39t.

21

,,
461
3

44Y
4

42%

42%
413i
8
38/4

De slot-noteeringen te New-York van
het aldaar gelden-
kle gemengd contract (basis
Rio No. 7)
waren:

Maart
I

Mei

I
Sept.
I

Dec.

$
14,96
$

13,37
$

13,23
$
12,85
,,

14,99
14,43
,,

13,35
13,05
10 Jan……….
3

,……….
27 Dec ………
,,

14,45
13,92
13,03
,,

12,70
’20

,.

……..
..,,

14,45
,,

13,90
12,90
Rotterdam, 11 Januari 1927.

OVERZICHT VAN DE KOFFIEMARKT 1926.

Wij ontleenen aan het overzicht van de koffiemarkt in
1926, door de Vereeniging voor den Goederenhandcl te Rot-terdam, de volgende gegevens:
Produetie.
De wereld-opbrengst (onder aftrek van het in de productielaaden voor eigen verbruik benoo:ligde), her-leid tot balen van 60 KG., wordt aangenomen als volgt:

1924/25

1925/26

192
61
27

balen

balen

balen
raming

Santos …………….6.577.000 10.129.000

10.000.000
Rio

………………3.161.000

3.955.000

3.000.000

Victoria …………..940.000

913.000

900.000

Overig Brazilië ……..490.000

464.000

490.000
Nederl. Oost-Indië

971.000

916.000

1.000.000

Columbia ………….1.948.000

2.200.000

2.000.000

Venezuela …………1.077.000

902.000

1.000.000

Overige Mikis ………3.617.000

4.029.0003.555.000

18.781.000 23.508.000 21.945.000
Tegenover deze productie staat een voor 1926 geraamde
eonsunrptie
(met uitzondering van wat de productielanden
zelf verbruiken) van minstens 21.500.000 balen van 60 Kil.
Zic5.tbwre Wereldvoorreed op 31 December.

1926

.1925

1924

balen

balen

balen
Voorraad volgens Statistiek

4.911.000 5.164.000. 5.384.000
,,

Binnenl. Sao Paulo *6.209.000 4.383.000 4.000.000

Totaal …. 11.120.000 9.547.000 9.384.000
* 15 December.
Zooals blijkt uit de cijfers, is de vermeerdering van dcii
zichtbaren wereldvoorraad uitsluitend toe te schrijven aali
de vernieerderdë voOrraden in het binnenland van Sao
Paulo, waai het Instituut tot Permaneilte Verdediging van
de Koffie, in Januari van het vorige jaar door den Staat
Sao Paolo opgericht, onafgebroken werkzaam bleef en door
beperking van de aanvoeren te Santos de prijzen op peil
trachtte te houden. Op de op deze wijze in het binnenland
van Sao Paulo teruggehouden koffie, werden door het ii

48

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Janüari 1927

stituut voorschotten verstrekt, waartoe de in Januari en in J lini uitgegeven leeningen van te

samen
£
10.000.000
het
iii staat stelden.

invoeren in Herkomst

1926

1925
1924

,
balen

balen
balen
Xederlaiidsch Oost-:!nclië

.511.600

417.100
433.400
Brazilië

………………979.600

916.600
1.265.000
Centr. Amerika en w.-:[ndië

631.600

688.200
646.300
Afrika

………………43.200

76.700
52.300
Verschillende landen

……112.000

128.400 145.000

Te

zamen….

278.000

2.227.000
2.542.000

Afleveringen in Nederland:
1926

1925
1924
balen

balen
balen

Alle soorten

…………..2.344.000

2.059.000
2.495.000

Voorraad in iVeclerlancl op 31 December:
Herkomst

1926

1925
1924
balen

balen balen
Neclerlandsch

Oost-Indië

…….114.900.

133.800 78.900
Brazilië

………………….152.400

154.800
98.100
Centraal Amerika en West-Indië

64.800

106.300 46.200
Afrika

…………………..4.100

5.500 8.700
Verschillende

landen

……….3.000

5.000
5.300

Te samen….

339.200

405.400 237.200

Onezc
tIen ‘Ier mijnrna’rkt:
1926

.

:1925
1924
balen

balen
baJen
Rotterdam

……………1.240.000

977.500 745.500
Amsterdam

……………1.478.500

1.627.5001.421.000

Totaal Nederland….2.718.500

2.605.000 2.166.500

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

1

te Rio

te Santos
d
Wisselkoers
Data

teRo
Voorraad Prijs
1
Voorraad 1 Prop Londen
1
(In Balen)
i
No. 71)1 (In Balen)
1
No.

10 Jan. 1927

278.000 26.225949.000 28.200

/61

3 ,,

1927

304.000 25.875 957.000 27.800

/32
27 Dec. 1926

288.000 25.200 905.000 27.500 561/
64

11 Jan. 1926

312.000 24.775 1.193.000 27.500

77/
1

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data
Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1 Juli

week

1Juli

8 Jan. 1926……

513.000

2.394.000
1
227.000

4.874.000
9 Jan. 1926…….

84.000

2.833.000

181.000 4.923.000
1)
In Reis.

THEE.
Ook in de afgeloopen week was hier nog weinig bedrijvig-
heid op de theemaikt te bernerken. Londen hervatte intusschen hare wekelijksche veilingen
en maakte cle stemming van de laatste maanden van het
oude jaar ook verderen voortgang in de eerste veilingen
van het nieuwe jaar.
Alleen cle betere kwaliteiten konden vorige prijzen hand-
haven, echter moesten de ordinaire en mindere kVa.liteiten
wederom een teruggang lijden van
4
tot 1
A
1Y
2
. d. per lb.
])ie teruggangeu in prijs zijn niet geheel te wijten aan de
marktstemming, daar ook de kwa]iteit van de Java-thee
in veiling niet onbelangrijk terugliep.
Hier is men in afwachting van hetgeen de veiling van
13 dezer, die ruim 19.000 kisten zal opvatten, zal opleveren.
Amsterdam, 10 Januari.

COPRA.
De markt was gedurende de afgeloopen week vaster ge-
stenid. Amerika neemt momenteel rjvel alle door de Phi-
lippijuen geoffreerde partijen op, terwijl het aanbod van
Singapore en Ned.-Indië niet dringend is.
Fabrikanten kochten opnieuv verschillende stoomende
partijen.
De slotnoteeringen zijn:
Nederl.-Inclische f.m.s., stoomend ……….
f
3134
Dec.fJan. all……….3134
Jan.fFebr. ,……..,, 31
34
Febr.fMrt. , ……….31%

VRACHTENMARKT.
Op de Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt was de
afgeloopen week een ononderbroken vraag naar tonnage

voor Januari verscheping, speciaal naar de Middellandsehe
Zee. Daar er slechts weinig tonnage werd aangeboden, wer

den de vruchten vastér, d&ch stegen slechts weinig. Van cle
Northern range werden hniiclige booten gedaan naar Ant-
werpen/Rotterdam voor spotprornpte belading tegen 310 per
qtr. en verdere booten kunnen worden gedaan per ,Jan
tegen 1834 tot 19 cents per 100 lbs. naar Antwerpen/Rot-
terdam/Bremen/Hamburg. Voor prompte belading werd
naar Griekenland 516 per qtr. betaald. Van West St. John
is een groote Jauuariboot bevracht naar Brementegen
1834 cents gerst en booten van middelmatige grootte naar
de Mkldellaiidsche Ze tegen 23 cents, zwaar graan. Voor
Februari is slechts weinig definitieve vraag. Voor deze
positie is 163.
2
cents geaccepteerd van de Northern range
naar Antwerpen of Rotterdam, optie Middellandsche Zee
tegen 1934 cents.
Ofschoon van West-Indië wel suikerorders aan de markt
zijn, zijn de bevrachtsrs niet erg geneigd tot bevrachten.
Er bestaat uitzicht, dat Jan. en Februari tonnage naar
lJ.K.fContineut 22/6 kan bedingen, terwijl voor Maart hoog-
stens 20/- in uitzicht wordt gesteld.
De North Pacific is stil, er vallen geen bevrachtingen te
vermelden. Ook voor gezaagd hout is deze af cleeling kalm.
De markt van de La Plata was levendig en er zijn on-
geveer 40 booten bevracht voor belading tussehen Januari
en eind Maart. Januari is vast en er werd tot
I-
betaald
van de boven La Platahavens. Voor Februari was iets
minder vraag en er werd tot 30J- betaald, terwijl de be-
vrachters voor Maart meer interesse aan den dag legden
en een flink aantal booten hebben opgenomen tegen 26/-.
De chilisalpeter vrachtenmarkt bleef buitengewoon kalm.
De eenige mogelijkheid tot bevrachting is een kleine boot
van 3/4000 bus naar Scandinavië tegen ongeveer 3716, Jan.!
Febr. belading.
De markten van het Oosten waren alle kalm, doch het
tekort aan tonnage hield de vrachten op peil. Wladiwostock
was iets levendiger voor boon en en een aantal Maart-par

tijen, gezamenlijk 10.000 tons, werden geboekt naar Lon-
den(Hull/Rotterdani/Hamburg ten
301-,
optie Scandina-
vië 31/3. De kwestie over de charter tusschen cle Engelsche
reeders en cle bevrachters van Australië is nog niet uit de
wereld, ofschoon het verschil nog zeer gering is.
Burmali is door het tekort aan tonnage iets vaster. Voor een volle lading naar het Continent wordt
33f9
in uitzicht
gesteld.
De bevrachters van de Zwarte Zee hebben slechts weinig
interesse voor bevrachten. Zij stellen 14/. in uitzicht, welke
vracht echter niet aan de eischen der reeders beantwoordt.
De liddellandsche Zee was levendig voor erts en de
voornaamste bestemming was Rotterdam. Er werd o.a. be-
taald: Bona 6f6, Algiers 6/6, Beuisaf 6/6, Billaricos Pier
716, alles naar Rotterdam. Fosfaat betaalde rfunis/0t
terdam 10/-.
De Golf van Biseaye was kalm; Bilbao/Rotterdam be-
taalde in het begin der week 7/- en eenige dagen later
slechts 519. Bilbao(IJrnuiden werd bevracit tegen 6/734.
De Engelsche kolenvrachtenmarkt was levendig en er
vond een flink aantal afsluitingen plaats. Van Wales werd
bevracht: Rouaan 4/9, Gibraltar 8/6, Gen na 916, Las Pal-
mas 9/3, Bermuda 7/- en van Oostkust: Hangö 9/3, Aar-
hus 619, Gonstantinopel 11/3, Port Said 10/6.
De Amerikaansche kolenvrachtenmarkt was kalm en de
vruchten zijn nog verder gedaald, ondanks het tekort aan
tonnage.

RIJN VAART.
Week van 2 t/m. 8 Januari 1927.
Over het algemeen bleef de toestand onveranderd. De
aanvoeren van erts ete. bleven tamelijk levendig. De kolen-,
verladingen werden successievelijk minder druk.
Scheepsruimte bleef ruimschoots beschikbaar, tegenover
tamelijke navraag.
De ertsvrachten liepen terug van 60-70 ets, met
34
en
34
lostijcl, tot resp. 50-60 ets.
Naar dec Bovenrijn werd tamelijk gecharterd; voor i-uwe
producten betaalde men
f
1,60 fc f1,70 per last, in dag-
huur ca. 2% ets. per ton.
Het sleeploon varieerde tusschen 35 ets.
en
40 ets.
De waterstand was tot in het laatst der week langzaam
vallend, zoodat zoowel naar den Boven- als naar den Be-
nedenrjn op beperkten diepgang we,d afgeladen. Daarna
trad wederom was in.
In de Ruhrhavens bleven de versche.pingen van kolen
rustig. Tegenover meer dan voldoende scheepsruimte was
de vraag matig. De vracht voor exportkolen naar Rotter-
dam kon zich op Mk. 1,- per ton exclusief sleeploon hand-
haven.

Auteur