Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 539

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 28 1926

28 APRIL 1926

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EconomischpwStatistische

Berl”chten

ALEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

1E JAARGANG

WOENSDAG 28 APRIL 1926

No. 539

INHOUD

BIz.
EEN EN ANDER OVER TIN
door
J. C.
Molieina ……..390
De Bloembollenexport van 1901-1925
door
E. R. Krelage 392
De Radio-Omroep door
Mr.
G.
H. Dijkmans van Gunst. 393
De verlaging van het Belgisch Disconto door
Mr. R. van
Oenechten
………………………………..
395
.BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De Economische toestand van Sovjet-Rusland door
Geh. Reg. Rat Georg Cleinow ………………396
De huidige stand der kolencrisis door
Prof.
Dr. T.
E. Gregory …………………………….398
A
ANTEEKENINGEN:
Vereeniging voor Actieve Handelspolitiek ……..
399
Het Duitsâhe Productie-apparaat …………….
400
OVERZICHT VAN
TIJDSCHRIFTEN
…………………..401
STATISTIEKEN EN OVEREIORTEN..
.. – . .

.. 401-408
Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTiTUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr.
Q. J.
Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADViES.
Prof. Mr. D. van Blom;
J.
van ilasselt; ,Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. ii. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. Ii. R. Ribbius; Mr.
Q. J.
Terpstra;
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: D.
J.
Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f 20,—.
Buitenland en Koloniën.
f
23,—
per
jaar. Losse nummer8 50 cents. Leden en donateurs von het Fnstitvut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nïjgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

27
APRIL
1926.

Op de geldmarkt wordt cle iiaderng van den Mei-

termijn hemerkbaar. De geldvraag wordt langzamer-

hand grooter en ruim aanhod van geld is er bijna

alleen voor zeer korte belegging. De rente voor par-

ticulier disconto steeg daardoor, na aanvankelijk nog
te zijn teruggeloopen tot
2hhie
pOt.. in het laatst der

week tot 215/is
a
31/ pOt. De prolongatierente was

zeer afwisselend. Maandag werd 3 pot. genoteerd;

daarna twee dagen SY4 pOt., maar aan het einde der

week werd meestal weder 3 pOt. genoteerd.
* *

Bij de inschrijving op het schatkistpapier werd in
totaal ingeschreven voor
f
59.780.000. Toegewezen

werden
f
8.690.000 driomaands promessen voor

f
993,44 of 2Y2 pCt.;
f
13.620.000 zesmaands promes-

sen voor
f
985,25 of. 2
7
/s pOt, en
f
11.997.000 biljet-

ten voor
f
1.004,83 of iets minder dan 3Y2 pOt.
* *
*

Op den weekstaat van De Neclerlandsche Bank geeft

‘de pos

t binnenlanclsdhe wissels, als gevolg van aflos-

sing van rechtstreëks bij de Bank geplaatste schat-

ki’stpromessen, een daling van
f
6 rniilion te zien.

Het rehtstreks bij de Bank ondergebrachte sdhat-

kistpapier is thaug weder g&heel uit de portefeuille

der Centrale Oredietinsteiling verdwenen. De belee-

ningen blijken in de afgeloopen week met
f
6,6 mil-

lioen te zijn toegenomen. Het renteloos voorsdhot

adn het Rijk steeg met
f
1,1 millioen.

De voorraad gouden munt daalde met
f 150.000.

De voorraad muntmateriaal bleef onveranderd. De

zilvervoorraad steeg met een kleine
f
500.000. De

Post papier op het buitenland en de diverse rekenin-

gen onder het actief klommen resp. met
f
300.000 en

f
800.000. –

De biljettencirculatie daalde met
f 1,3
millioen.

De rekening-courantsaldi blijken met
f
3,9 millioen
te zijn toegenomen. Het beschikbaar metanlsaldo ver-
minderde met
f
250.000. Het dekkingspercentage be-

lraagt 5:3. * * *


De wisselmarkt was deze week flauw gestemd. Door

het aantrekken van de geidkoersen hier te lande

tegenover een vrij sterke daling van de rente in New

York, kwam er vrij veel aanbod van Dollars uit be-

legging, waardoor ook Ponden en Marken werden

meegetrokken. België was opnieuw terk aangeboden

en brokkelde verder af tot

8,84. Daarentegen was de

Fran sche koers eerder iets vaster, 8,31-8,2 5-8,38.

In tegenstelling met de vorige week was Oslo sterk

aangeboden, zoodat het gheele avance weder verloren

ging. Buenos Aires opnieuw vaster: 99%-100/4.

Yen onverandérd.

LONDEN,
26
APRIL
1926.

De geldmarkt had een kalm verloop in de afge-

loopen week. Er was goede vraag bij voldoede aan-

bod, zoodat de dagelijksche afwikkelingen zonder

eenige pressie plaats hadden. –

De eeni’gszins zwakkere tendens der discontomarkt

bleef ook deze week aanhouden en nadat de Federal

Reserve Bank te New
York
haar officieele disconto
op 334 pOt. had verlaagd, kwam deze tendens in een

verlaging van den marktkoers tot uitdrukking. Drie-

maands maand’accepten noteeren
434_451.
De han-

del richt zich onder den invloed van buitenlandsche

vraag naar 3 maandspapier hoofdzakelijk op 434 pOt.

Guldens waren gezocht en werden duurder; slot

heden 12,1034.

390

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

EEN EN ANDER OVER TIN.

Voor het overgroote deel wordt tin gewonnen uit
Ca’ssiteriet (SnOs).

Het Sn02 komt voor in de spleten van het vaste
gesteente (primair erts) of tot hoogen graad gezui-

verd als allu.viaal erts in va1leiboddinge en op hun
oevers.

De winning van het primaire erts eischt specifie-

ken mijrbouw; daarentegen is het alluviale erts in
dagbouw te winnen.

Na de smelting van tinerts kan een buitengewoon
zuiver metaal verkregen worden.

Billiton, Banka en F.M.S. tin analyseeren respec-

tievelijk 99,96 pOt., 99,95 pOt.

en 99,87 pot. tin. De’ London Metal Exchange, cle wereldtinmarkt,

önderschei’clt dan ook drie soorten tin en wel tin

met 99% pOt. Sn en hooger, tin met 99 pOt.-

99
3
 pOt. Sn en tin met minder dan 99 pOt. Sn.
Nog niet zoolang geleden was standaard-tin iden-
tiek met F.M.S.-tin en werd het zuiverder Banicatin
als tweede kwaliteit behandeld, doch sinds de Straits-.
productie haar domineerend overwicht moest prijs-

geven, ‘heeft de Metal Exc’hange dit tyranniek stand-
punt moeten loslaten.

Alvorens statistische gegevens van het tin te ver-
melden, mogen eenige bijzonderheden voorafgaan van

dit merkwaardig metaal, dat als zoodanig den ge-

bruiker bijna niet opvalt, omdat het als eigenlijk tin
niet meer wordt gebruikt.

Men treft het tin, in den vorm van tinerts op be-

trkkeljk weinig vindplaatsen en niet in bijzonder
machtige, onuitputtelijke afzettingen, aan.
Naar hun bijdrage aan de wereidproductie worden
vermeld: de gefedereerde en niet gefedereerde Ma-
leische Staten inclusief Siam en Burma met 39 pOt.,
Ned.-Indië met 22 pOt., Bolivia met 22 pOt., China
met 6 pOt., Nigerië met 4 pOt., Cornwallis met

2 pOt., Australië met 2 pOt. en Zuid-Afrika met
0,8 pOt.

Kleine of ex-producenten zijn Boheme, Saksen,

Spanje, Portugal, Finland, Canada en Mexico.

De wereldproductie in 1925 bedroeg 146.368 (lori)
tons.

Zonder het tin kan men zich geen beschaafde sa-
menleving denken, al is de tijd van tinnen schenk
;

kannen, kroezen en kandelaars voorbij, en al ging het
gilde der tinnegieters te niet.
If

Van uitsluitend tin worden alleen nog orgelpijpen
vervaardigd.
De onontbeerlijkheid van het tin blijkt uit zijn

nuttige toepassingen, welke in o.s. tabel zijn opge-
geven (voor Amerika 1917):

Blik

……………….36,2

pOt.


Soldeer ……………..22,3
Balybith

…………….1.4.1.6

Messirig & Brons ……..6,29
Tuhes

.’ ……………..2,75

Zi]verpapior

………………
Wit metaal ………….2.30

Div. ve.rti’nningen

2,50
Chemicaliën

…………2,22
Nieuw zilver …………1,31.
Diversen

……………4,73.

.,

100,— pOt.

Uit de tabel blijkt, da’t,in deze producten ‘het tin
slechts een ondergeschikte rol vervult, waardoor zijn.
relatieve zeldzaamheid tezamen met zijn onontbeer-

lijkhei’d er qua waarde geen ,,edel” metaal van hebben kunnen maken.

Tin is ‘zee ud als de geschreven geschiedenis der
menschhei d.

De klassieke tinproducenten zijn China en Corn-
wallis.

Cornwal’lis is tot op den huidigen dag tinproducen’t
gebleven; in zijn ‘besten tijd leverde het ruim 10.000
ton per jaar op en was tot diep in de 17e eeuw vrij-

wel de eenige producent voor Europa, dat toen onge-veer 2000 ton ‘s jaars verbruikte.

In 1.240 ontdekte men tinerts in Boheme, welk land
op het einde der 17e eeu.w vrijwel uitgeput raakte.

In 1458 trof men tinerts in Saksen aan, waar ook
nimmer zeer groote producties verkregen, werden,
doch waar de vervaardiging van blik werd uitge-.
vonden.

Banka en Malacca dateeren uit het begin der

achttiende eeuw. M.alacca staat nog steeds bovenaan
in het rijtje der tinproducenten.

Later volgden Billiton, tusschon 1850 en 160, en

Aus’t.,’alië (Tasmanië. Nev So’uth Wales, Queensland
en West-Australië) in 1870, welk land reeds. in 1874,

6000 ton opbracht. •Het heeft deze productie niet
kun non handhaven.

Uit het laatst der 19e eeuw ‘dateeren de tinerts-
p.roduc’ties van Singke, Bolivia en Nigeria, waarvan

Bolivia verreweg de lbelang4lkste producent is ge-

worden met zijn huidig aandeel van 22 pOt. in de

wereldproductie, een bedrag, even hoog als hetgeen
Ned.-Indië daaraan bijdraagt.

Van de voornaamste toep.assing van het tin, ni. in

cle biikfahricage, wordt nog vermeld, dat ‘deze sinds

cle uitvinding van het walsen in Engeland in 1728,
haar groote ontwikkeling kreeg.

Hoe oud de blikindustrie ‘ook is, het gbruik van

blik als ,,bli’kken” is toch blijkbaar van den recenten

tijd, want in de 17e eeuw’ schatte men de wereldcon-

suluptie (Europa) op slechts 3000 ton ‘s jaars, ter-
wijl in 1860 de wereldproductie van 16.500 ton nog
aan de behoefte voldeed.

Van ‘dien ‘tijd af kan men spreken van een over
het geheel genomen steike rijsing van het veibruik
en daardoor ook van de productie, welke slechts on-
derbroken werd dooi den oorlog en de daarop ge-
volgde malaise (vi’de grafiek), maar d.aarna ongekend

snel is gaan rijzen.
De krachtige
prijsstijging,
ingezet in 1923, moet de
tii’iproducenten gestimuleerd hebben tot het opvoeren
hunner productie. In hoeverre hun dat gelukt is,

blijkt uit o.s. tabel:

Tinproducenten

Productie (1. t.)
0
10
aandeel in
de
wereldproductie

Tusscheii
1896-98
1912 1925
00
1912
1925

Maleische Staten
en omgeving
48.908
58.000 56.550
60,5 48
39
Ned.-Indjë

……
15.360
21.750
32.749
19
18
22
Australië ……..
6.470
3.625
2.800
8
3
2
Cornwallis
4.850
5.430
2.500
6
4,5
2
4.850 20.540 32.980
6
17
22
Bolivia ………
China

8.460 8.500

7

,
6
Nigeria ………
..-
1.810
6.186

1,5
4
Diversen
412
1.220
4.103
0.5
1
3

Totalen.
.1
80.850
120.835
11,46.368 1100 1100 1100

Nog steeds leveren Malacca en omgeving ‘het leeu
wendeel, doch de
cijfers
wijzen aan, dat een goede
marktprijs niet meer in staat is, om tallooze .mijrntjes te doen openen, die l5rofiteeren van de gunstige oon

junctuur. Het z.g. ,,scratching the surface” is hier
uit; slechts door kostbare machinale ontginningsmid-

delen is de productie op peil te houden, en in zeer
goede tijden’ misschien met een 5000 ton ‘s jaars te

vergrooten.
In Ned.-Ïndië is de productie sterk opgevoerd, ‘zeer
ten bate van ‘s lands financiën, zoodat de Indische
gulden, die geen ‘tin bevatten mag, toch heel wat aan

dat metaal te danken heeft. Of het echter gemakke-
lijk zal vallen dit tempo ‘der productievermeerdering
vol te houden, mag betwijfeld worden op grond van
het feit, dat telken jare de gemiddelde tinrijkdom der
Indische ontginningen, ,dus het aantal picols tin, dat
uit een bepaald volume .grond gedoïveii
wordt,’
niet

onbelangvijk gedaald blijkt te ‘zijn. Hoewel ‘bij den

28 April 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

391

000000008080 0000 O

8
0000000

0000000QooQ
0 00000QOOQOQ Q.Q00 0′

00000000000 00 000öÖ0

im•a

u.i.a•uuu

HUMMEMEME

IuRU•.URiRIR•uu.
NUl•uaU.INIi.aUI.I.

NUUuI•UUl•lLMupIuu.:.:

HuIuuuu•Ruu•••ruu•.
uu•uuuu•uiuuii•u•

N•.•U•UU••l•$UIIUI :..

MU••UIU•UII•IRUPIN•
MUI•R•UUUiUUIPl1I1l

iuI•l••URUUUlRL1UUU:.

ii…..auui•iu..juuu•.
uuuu•u••uu•ïmuuiu•u•i

Hm•muuu•uuau••uiuu•u.
i.
utuauu.
•..um.uu………1u…:.

tinertsmijnbouw niet te spoedig gesproken moet

worden van uitputting der reserven, daar hooge

marktprijzen en voortschrijdende techniek onont’gin-

bare terreinen exploitabel kunnen maken, komt het
dezerzijds toch onjuist voor om te gelooven aan de

mogelijkheid van vol te houden groote productie-
uitbreiding in
.
Ned.-Indië.

Uit de tabel blijkt verder, dat Australië en Corn-

wallis zoowel in absoluten zin als in verhouding tot

de andere producenten door hun productiezenith heen

zijn.

Bolivia, met zijn resorven van
bijna
uitsluitend

primair erts, kan ongetwijfeld verrassingen brengen,

evenals het donkere Nigeria, waar hot transportvraag-

stuk overigens nog verre van eenvoudig is.

ilet is dan ook geen wonder, dat vele tindeskun-

digen de toekomst van den marktprijs gunstig inzien.

Ondanks een met inspanning van alle krachten sterk

gestegen productie is cle marktprijs snel gerezen en

bereikte in Maart een peil, dat niet belangrijk gelogen

is beneden de ,,topscore» in. 1918. De vraag naar tin

is dus wel belangrijk, de marktpositie is ongetwijfeld
gezond, hetgeen ook wel blijkt uit het verloop van de

zichtbare voorraden (de visibie supplies), welke in

os. tabel is aangegeven.

Visible Swpply.

Maximum in

long tons

Minimum in

long tons

1912. …
Januari …
16735
December
. .
12121
1913
,,


14855
April……
10809
1914….
Mei

……
19824
‘October….
13261
1915
Juli

……
18201
,…..
15430
1916 November..
22893 Januari
17561
1917
Maart

….
22298
,,
19057
1918
Mei

…….
13943
October
8543
1919
October….
23869
Februari 5213
1920
Februari

..
21208
Maart …..
17271
1921
December..
24060
April
15217
1922.
Januari
.
..
25538
October … 19925
1923
Maart …..
22544
Augustus
.
16295
1
•1924. ..
December ..
‘23160
April ……
16293
1925..
Februari
. .
21951


October
15264

.r Hoewel de jarproductie in drie jaren tijds onge-

veer 24.000 tons steeg, daalden de zichtbare voorraden

van Maart 1923 tot October 1925 met ongeveer 7000

ton; bovendien werd een hoeveelheid van 19.550 ton,

die sedert Februari 1921 door eenige voorname

lelanghdbhen’den bij de z.g. ,,Bandoeng agreement”

was gdblokkeerd, gedurende de periode April 1923

tot November 1924 vrijgegeven en door de markt

zonder moeite geheel opgenomen. Hieruit ‘blijkt wel,
dat de toestanden belangrijk verbeterd waren – sedert

het jaar 1921, toen biiji een jaarpreductie van onge-
veer 110.000 ‘ton de zichtbare voorraad in ruim een

half jaar met bijna 9000 ton toenam.

Het verschaffen van volledige gegevens over de

consumptie, waartoe de statistieken van alle tin im-

porteerende landen, en dat zijn alle landen, ter be-

schikkin:g zouden moeten staan, is den schrijver on-

mogelijk gebleken, doch eene opgave van tinimporten

in een zestal staten moge hier volgen en is voldoende

om daar een ‘belangrijke conclusie uit te trekken.

Men ziet althans uit deze tabel, dat, abnormaie

perioden daargelaten, de consumptie een eenigszins

stijgende tendens.heeft, behalve in Amerika, waar het

veribruik steeds enorm groot is, doch buitengewoon
grillig.

Uit periodieke marktberichten blijkt, dat Duitsch-

land, dat v66r den oorlog 100.000 ton blik verbruikte,

na een aw-are inzinking, nu in 1925 weer ongéveer

34.000 ton heeft opgenomen. Ook in F
r
a
n
k
r
ijk en

Italië neemt het tingobruik toe, terwijl Rusland nog

geeil factor van belan-g is geworden.

Hoe gunstig de ontzettende import in Amerika
,
00k den marktprj’s beïnvloed moe-t- hebben, de gril-

‘ligheid dier afname geeft toch te denken.

Wat ican
geschieden, als in dit land plotseling een

392

ECONOMICH?ST4TISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

Importen van Tin (metrieke tonnen).

1912
1

1913
1

1914

1
1915
1

1916119171

1918
1

1919

1
1920
1

1921

1
1922
1

1923
1

1924
1

1925

U.

S.

A…………..
49885 45527 41541
48600
59290 55745 58955
40685
57167 24584
61520
69789
66096
76455
(
15550
14135
7231
– – –

4534 8260 8226 5563
8800
12943
Dultschland*)

”’
16557
18186
9220
– –



1970
7643
2273
3130
5013
1703
10513 10385
8799
10385
12068
12641
10127
10682 7302
7719
9345
11131
13242
13045


3570
4906 2424
– –
– –



Frankrijk

………..
Rusland

………….


1153
1476 1372 1288
421
1824
1223
844
1265 1238
1143

Spanje

………….
Japan ……………
– –

741
9501
20001
27971 29551
3096,
3324
291

41
31041
3440

*) Van de twee getallen
sub
Duitschiand
geeft het
bovenste
den
invoer
van tin,
het onderste
den invoer
van
tinerts
aan.

inciustrieele crisis ontstaat en wat
ken
geschieden

door m.arktmanipulaties in dat land van onbegreus-
cle mogelijkheden, dat 52 püt. van db wereidproduc-

tie tot zich neemt? Indien Amerika zijn behoeften
bijvooibeeld met 50.000 ton gedekt acht, zou de visi’ble

supQ]y. met 20.000 ton toenemen, in ‘welk geval een

scherpe daling van den marktpri.js niet kan uitblijven.

Het is de vraag of de producenten een dergelijke

dnling kunnen bestrijden door een vermindering der
productie, hetgeen wel degelijk mogelijk was, zoolang

zij nog beschikt over eene uitgebreide reserve met

ruime kwaliteitsmarge. Het is in allen gevalle zeker,
dat enorme fluctuaties in den marktprijs, weiks maxi-
mum binnen é,én korten menschenleeftijd acht malen

zijn minimum ‘bedroeg, steeds lastiger zullen ‘kunnen
worden ,,opgenomen” door de tinproduceuten, wier

ertsreserven in den loop der jaren zijn verkleind en
verarmd. en ‘dus als ‘het ware minder elastisch zijn

geworden.. In de moderne tinertsontginningen is

tegenwoordig een te groot kapitaal aan technische

outillago vastgelegdj dan dat men zonder grote
schade een deel daarvan tijdelijk op non-actief kan

stellen.

Zoodoende zou een te lang volgehouden productie
op het huidig peil een eenmani ingezette daling van
den marktprijs sterk kunnen stimuleeren en labg

doen duren, indien deze daling werkelijk het gevolg

was van sterk verminderde consumptie. Zoolang ech-

ter voor het tin geen afdoend surrogaat gevonden is,

blijft het onontbeerlijk en veelzijdig in zijn toepas-

singen, en i.n dit verband kan juist de vermindering
der .elasticiteit van de ertsreserven tot gevolg hebben,
dat de productie zich volledig aanpast aan de con-
sunyptie en weinig door rnarkt,manipulaties beïnvloed

wordt, waardoor de amplituden der prijsfluctuatis

verkleinen zullen. ..

Mocht het dien kant uitgaan, zoo is zulks een zegen
te noemen voor producenten, want het stelt hen in
staat de reserve aan nuttige delfstof, die nu eenmaal
niet aangroeit, homogeen en op efficiente wijze, dus
maxfmaal economisch, uit te kunnen werken, en daar-
mede is ook •de ‘gemeenschap gdbaat.
J. C.
MOLLzMÂ.

DE BLOEMBOLLENEXPORT VAN 1901-1925.

Tijdens en na den oorlog zijn in dit tijdschrift’)

overzichten gegeven van den toestand vanhet bloom-bollenbedrijf onder den. invloed der wereldgeheurto-
nissen., De voltooiing van de eerste vijf en twintig
jaren der 20e eeuw is een welkome aanleiding om
de uitkomsten van den export van bloembollen ge-

durende dit tijdvak in beeld te brengen.

De bl oembollen export hoeft zich reeds sedert lan-
gen tijd gspecialiseorcl naar de landen, waarop deze
handel gedreven wordt. De bijzondere eischen zijn
verschillend, evenals cle muntsoorten en talen. Er
zijn ondernemingen, die ingericht zijn ‘op den ban-,

lel, met alle wereldcleelen; maar andere geven er cle
voorkeur aan zich toe te leggen op een intensieve
bewerking van een beperkter gebied. Zoo hebben zich
de bloem’bollenexporteurs reeds sinds – jaren groeps-
gewij’ze ‘vereenigd in ‘den Bond van Bloembollenhan-

i) ,,De ‘inv1ed van den oorlog op het bloembollenbe-
cirijf”, Ec.-Stat. Ber. 3e Jaarg. No.
111
(13 Febr. 1918).
,,Het bloembollenbecirijf sedert den oorlog”, Ec.-Stat. Ber.
7e Jaarg. No. 319 (8 Febr. 1922).

delaren. Deze groepsindeeling heeft af en toe om

practische redenen enkele wijzigingen ondergaan,
maar is toch in hoofdzaak in de vijfentwintig jaar

van het bestaan van den Bond dezelfde gebleven.

De
Amerikaanscive
groep omvat de Vereeriigcle

Staten van Amerika, Canada, Cuha en Mexico.
De
Engelsch.e
groep bepaalt zich tot Groot-Brit-

tannië, Ierland en de Engelsche bezittingen in
Europa.

De
Duitsche
groep bestaat na den oorlog uit

Duitschland, Oostenrijic, Hongarije en Tsjechoslo-
wakije.

De
Zweedsche
groep heeft betrekking op Zweden,

Noorwegen, Denemarken en Finland.

Do
Russische
groep omvat Rusland, Polen en de
randstaten.

Do
Fransche
groep vereenigt alle landen met den

frank of overeenkomstige munt als eenheid; Frank-

rijk, België, Luxemburg, Zwitserland, Spanje, Portu-
gal, Italië, Rumenië, Bulgarije, Zuid-Slavië, One- –

konland, Turkije.

De uitvoer naar Zuid-Amerika – hoewel toene-

mend .: Afrika, Azië en Austraiië is in vergelijking
tot den overigen export van’ ondergeschikte heteeke-
ii
S.
Hot Centraal l3ureau voor de Statistiek stelt maan-
delijks de gedetailleerde opgaven van den in- en uit-
voer van bloembollen ter beschildcing van cie Alge-
mcciie Vereeniging voor Bloembollencultuur, in wei-

ker orgaan, het Weekblad ‘voer Bloembollencultuur,

deze gegevens geregeld worden opgenomen. Tijdens
den oorlog werden ‘deze opgaven gedurende eeni ge
jaren niet verstrekt en cle gI-oepeei-ing ‘voor de ptibli-

catie in het orgaan is niet altijd volkomen volgens
dezelfde regelen geschied. Ten einde dus vergelijk-
bare cijfers te verkrijgen, moesten deze gegevens ge-
deeltelijk opnieuw bewerkt worden.
Thans kunnen die gegevens over het tijdvak der
laatste 25 jaar in een ovevcht worden samengevat,
waa:ruit de geheele geschiedenis van clan export v661.,
tijdens en na den oorlog met een oogopslag kan wor-

den överzien.
De joor den bi oënibol ]eihatilel onbelangri.jlce ive-
reiddeelen Zuid-Amerika, Afiilca, Azië en Australië zijn in dit overzicht niet verwerkt. Evenmin de Rus-
sische groep, (lie vöôr den oorlog beneden 66n mii-

heen kilogram bleef en na den oorlog nog niet van
eenig belang voor dn hollenexport is geworden, met
uitzondering van Polen, dat in 1925 140.295 KG.

verbruikte.
V66r den oorlog stond cle Engelschegroep als vom-
ivamste af nemen bovenaan, daarop volgde de Dcit-
sche, dan de Arnerikaansche, de Zweedsehe en einde-
lijk de Fransehe’ (en de Russische) groepen. Deze
verhouding heeft tot 1914 geduurd, toen do export
naar Noord-Amerika dien’ naar de Duit,sche landen
ove:rvleugeide en dien op Engeland zelfs inhaalde.
Hier is terstond het eerste gevolg van den oorlogs-
toestand merkbaar. Do uitvoer op alle oonlogvoeren-
de landen beweegt zich in dalende richting. De hol-
lenexporteurs trachten zich voor een mogelijk over-
schot te dekken door met alle kracht den verlcoop
in Amerika en – de drie neutrale Noord-Europeesche
landen te versterken.
In 1915 blijft -de uitvoer naar-‘ Amerika, Engeland
en Duitschland stationnair, die op de Noordelijke
landen handhaaft zich op’ het ‘hooger bereikte cijfer;

28 April 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

393

MILLIOEN

DE BLOEM BOLLEN-EXPORT VAN 1901

1925

———/-

/
t


Al

gP


-.-
—-
….i

171
1901 2 3 ei

5 S 7 8 9 10 II 12 13 4 15 16 17 18 19 20 2′
22
23 2425

‘3

2

10

9

8

7

6

5

4

3

2

Frankrijk blijft achter. Het volgend jaar kenmerkt
zich door het volstrekte invoerverbod van bloembol-
len in Engeland. Gevolg: een nog grootere krachts
inspanning voor den verkoop in Amerika en Zwedeti
c.•s., clie met goeclen uitslag wordt bekroond en merk-
waarcligerwijze ook nog een toeneming van den ex-
port op Duitschiand:

Nu breekt een nog moeilijker jaar aan: in 1917
blijft Engeland nog steeds gesloten, Duitsehland en
Oostenrijk raritsooneeren den invoer zeer sterk, de verzendingsmogelijkheden naar Amerika (en Rus-
land) worden neer beperkt. Zweden es. zijn het
conige lichtpunt en worden met een vroeger nooit
gekcn de hoeveelheid bloembollen gelukkig gemaakt.
De diepste inzinking zou echter in 191.8 komen. De
normale uitvoer van 25 millioen kilo v66r den oor-
log liep tot 11 millioen kilo (waarde
f
8.000.000)
terug; dc uitvoer naar Amerika kon slechts in enkele
versehepingen p]aatshehbei, Duitschland bleef zich
beperken; alleen in de Noordelijke Europeesche lan-
den werd •het eenmaal bereikte peil behouden.

Zooclra was niet do vrede tot stand gekomen, of
dt feit spiegelde zich in clan bollenexport af. Enge-
land hef int September 1919 alle importbelemmerin-
gen op, cle uitvoer naar Amerika en de Fransche
landen herstelde zich eenigermato. Daarentegen cle-
den zieh thans eerst recht de gevolgen van den oor-
log in Duitsehiand gevoelen, wtar strenge invoerbe-
perkingen en geringe koopkracht den handel sterk
belemmerden. Dit beeld versterkt zich in de volgende
jaren. Met name op Engeland herstelt zich de bloem-
)ollonexport voilcomen, zoodat in 1925 ongeveer weer
het hooge exporteijfer van het jaar 1013 voor dit
land bereikt werd. Amerika volgde Engeland op den
voet en heeft zelfs aan het eind van 1.925 een voor
sprong, die echter ten gevolge van het verwachte
invoerverbod van Narcissen abnormaal is, •het be-
treft een grootere hoeveelheid plantgoed van Nar-
cissen, dat men v66r de sluiting nog wenschte in te
voeren.

De Zweecische groep handhaafde zich niet op het
hoogste cijfer, dat in 1.022 werd bereikt, maar b]ëef
toch een veel grootere hoeveelheid nemen dan bij een
geleidelijke toeneming in vredestijd vermoedelijk het
geval zou zijn geweest.

Ook de Fransche groep bereikte in 1922 haar hoog-
ste punt na den oorlog, om sedert weer terug te loo-

pen tot hetzelfde cijfer, dat omstreeks 1010 voor de’ze
landen voldoende bleek.

Merkwaardig is de toeneming van hel; ])uitsche
cijfer sedert 1923, na do opheffing dci invoorbelem-
meringen; terstond is hier een stijgi.ng
waar te ne-
men tot
01)
de hoeveelheid van 1010.
Het overzicht bevestigt dus op sprelcende wijze, dat
het bloembollenbedrijf na de inzinking in de beide

laatste oorlogsjaren zich snel heeft kunnen herstel-
len, ondanks dd veel hoogero prijzen, die ten gev.olge
van de hoogere exploitatiekosten na den oorlog moes-
ten worden gevraagd. Een hmvijs, dat bloembollen
door den buitenlancisehen kooper niet beschouwd wor-
den als een weeicle-artikei, maar als een onvermijde-

lijke behoefte. Inderdaad behooren zij in alle landen
der wereld tot de grondstoffen voor den bloemkwee-
ker en den markthroeier en tot de onmisbare artike-
len voor den zaadhandelaar. Het is niet waarschijn-
lijk; dat deze omstandigheden zich spoedig zullen
wijzigen, en het hioemhollenbecirijf kan dus, zelfs

met het vooruitzicht op een verminderd debiet in
Amerika, met vertrouwen de toelcomst tegemoetgaan,
al mag wellicht niet verwacht worden, dat de export
die van 1901-1025 van 10 tot 30 mil]ioon kilo steeg,
in do volgende kwarteeuw in gelijke mate rzal toe-
nemen.
E. K.

DE RADIO-OMROEP.

Ontwikkeling in het Buitenland.

Sinds ik in dit blad (No. 527, blz. 106 e.v.) het
een en ander mededeelde over de organisatie van den
radiö-omroep in andere landen en den, naar mijn
inzien, gewenschten organisatievorm voor Nederland,
heeft zich in Engeland en Duitsehland een ontwik-
kelingslijn afgeteekend, die gaat in de richting van

Oen nauwere betrekking tusschen Staat en Omroep, d.w.z. in een richting tegengesteld aan die, welke ik
voor ons land wenschelijk achtte. De nieuwe Engelsche
en Duitsche gegevens zijn op zichzelf reeds zeer de
aandacht waard; nu zij zoo zeer afwijken van het

resultaat mijner vorige beschouwing, meen ik, dat
het gewenscht is in het kort na te gaan of en in hoeverre
de nadere ervaringen in die landen aan de regeling
van het instituut ten onzent dienstbaar kunnen worden
gemaakt.
In
Engeland
werd ten vorigen jare een staatscom-
missie ingesteld met de opdracht: ,,to advise as to the

394

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

proper scope of the Broadcasting service and as to

the management control and finance thereof after

the expiry of the existing licence’) on 31st December

1926. The Committee will indicate what changes in
the law, if any, are desirable in the interests of the

Broadcasting service”.

Onder datum van 2 Maart 1926 bood de Commissie

haar rapport aan den Postmaster-General aan. Zij
adviseert de vergunning van de bestaande B.B.O.

niet te verlengen. Zij heeft alle waardeering voor

het werk tot nu toe door de Company verricht, maar

acht de ontwikkeling van den radio-omroep in Engeland

gekomen in een stadium, waarin het beheer en de

ontwikkeling van het instituut niet langer moet worden

gelaten aan een ,,body composed of persons, who

represent particular interests”, zooals bij de Company

het geval was. Direète Staatsbemoeiing – door den

radio-omroep in ambtelijk-hierarchisch verband onder

het beheer van een Minister te brengen – acht de

Commissie evenmin wensehelijk; een Minister is niet
het aangewezen orgaan voor het samenstellen van

programma’s en het bestudeeren van den smaak van

het publiek in zijn uiteenloopende richtingen. De
Commissie beveelt een tusschenweg aan, ni. het

scheppen van een ,,public corporation”, een autonoom
openbaar orgaan onder den naam van ,,British Broad-

casting Commission”, weiks taak wordt omschreven

te
zijn,
die van ,,a Trustee for the national interest

in Broadcasting”. De leiding van dit lichaam moet

de opdracht
krijgen
te bevorderen ,,tbe utmost utility

and development of the enterprise’. De leden der

,,Commission” zullen moeten worden benoemd door
de Kroon.
Zij
moeten geen bepaalde belangen — als
die van de industrie – vertegenwoordigen. Integen-
deel het moeten mannen zijn ,,of judgment and mde-
pendence, free of commitments” en zij moeten ver-
trouwen geven ,,by having no other interests to pro-

mote than those of the public service”. De positie
van het nieuwe orgaan zal er een moeten zijn van
de grootst mogelijke
vrijheid,
alleen beperkt door een

supervisie

geen ambtelijke opperleiding –
van den
Postmaster-General. Deze supervisie is niet te missen,
omdat de P. G. nu eenmaal tegenover het Parlement
verantwoordelijk blijft voor de groote lijnen van het
beleid. Maar de Commissie beveelt zoowel aan den

P. G. als aan het Parlement de grootst mogelijke
beperking bij het uitoefenen van invloed op de gestie
van het.nieuwe orgaan aan.

Het bestuur van het nieuwe lichaam heeft de be-slissing over de samenstelling der programma’s; de

Commissie verwacht evenwel, dat het zich daarbij
door adviseerende instanties, bestaande uit vertegen-
woordigers van verschillende belangen bij den radio-Omroep, zal laten voorlichten. Ook politieke onder-
werpen worden toelaatbaar geacht; de Commissie
zegt: ,,we believe that if the material be of high
guality, not too lengthy or insistent, and distributed

with scrupulous fairness, licensees (ontvanginrichting-houders) will desire a moderate amount of controversy.
But the discretion of the new authority must be
upheld”.

De in te stellen ,,British Broadcasting Commission”
zal, meent de Commissie, voor minstens 10 jaar moeten
worden geoctroyeerd. Toch acht zij het zeer wel
denkbaar, dat op den duur nog weer een andere
organisatie-vorm zal noodig blijken, hetzij die van
een zuiveren tak van Staatsdienst (als de telefoon-
dienst), hetzij georienteerd in de richting van het

niet-gemonopoliseerde particuliere bedrijf.

Op 26 en 27 Februari j.l. werd in
Duitschla’nd

(Stuttgart) een congres gehouden van alle Duitsche
,,Rundfunkgesellschaften”, de genootschappen, die

den omroep uitoefenen. Op dat congres werd een in-
grijpende
wijziging
in de organisatie van den Rund-
funk en vooral in de positie van alle Geselischaften

1)
Van
de British Broadcasting Company

omvattende
Reichs-Rundfunkgesell.schaf t (R.R.G.)
bereikt.

Deze (een Gesellschaft mit b. II.) heeft van nu
aan tot taak: de centrale leiding der plaatselijke

Rundfunkgesellschaften (waaronder begrepen het

toezicht) en de behartiging van de internationale

belangen van den radio-omroep. Het centrale lichaam

vindt zijn taak op technisch en finantieel gebied. Het

stelt richtlijnen op, ter waarborging, dat op beide

gebieden in de handelingen der Gesellschaften eenheid
zij. Het ondersteunt finantieel- zwakke Geseilschaften

uit de middelen der finantieel sterke, oefent finantieele

contrôle uit en laat zich gelegen liggen aan de alge-

meene finantieele vraagstukken van den radio-omroep.

Zijn funties zijn dus van algemeen-beheerenden,

unificeerenden en reguleerenden aard.

De plaatselijke Gesellschaften behouden de samen-

stelling van de programma’s en alles wat verder tot

de uitoefening van den omroep behoort. Zij staan

elk onder het toezicht van een ambtelijke instantie,
een tJeberwachuzigs-Ausschusz, die toeziet, dat de
programma’s niet in conflict komen met de openbare

orde enz. Aan de opstelling van de programma’s
werkt bij elke Geselischaft mede een ,,Beirat”, be-

noemd door de ,,Landesregierung” in overleg met het

Rijk en na overleg met de Gesellschaft.

Het Rijk behoudt als taak den bouw der omroep-
zenders, de beschikbaarstelling daarvan aan de Ge-

selischaften en de vaststelling der Tarieven voor het
gebruik van zender en ontvanginrichtingen.

Het Rijk heeft het oppertoezicht; het heeft overigens

aan de R. R. G. alle bemoeiingen, die het tot nu toe

ten aanzien van den omroep zelf verrichtte, over-
gedragen, voorzoover het die niet, om redepen van
algemeen staatsbelang, zelf heeft meenen te moeten
behouden. De leiding van de R.R.G. berust bijeen
Verwaltongsrat met een directeur, die door zijn be-

heer tegenover den Reichspostminister ambtelijk een

ruime mate van zelfstandigheid bezit. Aangezien de
minister evenwel voor het geheel tegenover den Reichs-
tag de verantwoordelijkheid draagt, heeft het Rijk

zich door overneming van de meerderheid der aan-

deelen in de R. R. G. den overwegenden invloed ver-
zekerd. De benoeming van de leden van den Ver-

waltungs”at en den directeur – deze geschiedt door
de Rundfunkgesellschaften – vereischt de goed-
keuring van den Reichspostminister. De R. R. G. be-
schikt harerzijds over de meerderheid der stemmen in de besturen van elk der Rundfunkgesellschaften.

Tot zoover de nieuwe plannen en regelingen. Voor

ons onderwerp kan hiermede worden volstaan; immers
het gaat, zooals ik reeds opmerkte in mijn vorige
artikel in dit blad, thans alleen om de vraag, hoe
moeten zich ten aanzien van beschikbaarstelling en
gebruik van radio-omroep Staatswerkzaamheid en
particulier initiatief verhouden.

Dan valt in
Duitschland
een voortgaande terug-
dringing van het particuliere element te constateeren.
Vanuit de sterke positie, die de Overheid tot nu toe
in den radio-omroep innam, is zij bezig, van bovenaf,
het geheele instituut te doordringen; haar invloed
reikt langs verschillende wegen thans tot diep in de
Rundfunkgesellschaften – van huis uit particuliere
lichamen.

In
Engeland wil
men thans het geheele instituut
brengen in de sfeer der openbare aangelegenheden.
Het particuliere element in leiding en beheer zal

moeten verdwijnen. Bijzondere belangen mogen den
leiders niet tot richtsnoer
zijn;
wel zullen zij den

dienst bedrijfsmatig moeten beheeren.
T)eze vergrooting der Overheidsbemoeiing is mogelijk,
onidat in beide landen de Overheid handelt van de
overtuiging uit, dat de radio-omroep door een nationale
gedachte dient te worden gedragen en zij deze ge-
dachte in de volksgemeenschap voldoende krachtig
tot uiting ziet komen, om ze
harerzijds
tot een voor-
werp van verzorging en verderen uitbouw, ook door

28 April
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

395

den Omroep, te maken. De Engelsche Staatscommissie

drukt het zeer eenvoudig uit door te zeggen, dat

het nieuwe, lichaam zal hebben te behartigen ,,the

national interest of Broadcasting.” In Duitschiand
drukt men dezelfde gedachte uit door te bepalen,
dat de Rundfunk zich
wel
met aangelegenheden van
politielcen, niet
van partijpolitieken aard mag bezig-
houden.

Dit alles neemt niet weg, dat in beide landen een

zekere afstand tusschen het Staatsgezag en den radio-

omroep bewaard blijft. In Duitschland door de uit-
oefening’ van den omroep in handen van particuliere

genootschappen te laten, in Engeland door de zeer

onafhankelijke positie, die het nieuwe beheerende or-

gaan tegenover de andere Staat’sorganen (Minister
en Parlement) zou moeten innemen.
En wat valt nu uit dit alles voor ons land te leeren
en na te volgen? Te leeren veel, na te volgen voor-

loopig niets, dunkt mij. In Nederland ontbreekt een

nationale gedachte in den Omroep. Wij kennen prac-
tisch geen onderscheid tusschen politiek en partij-

politiek; beide zijn in de praktijk bij ons identiek.
En wie zou thans ten onzent in een officieele publicatie

willen spreken van het nationale belang van den
omroep? Niets bewijst het ontbreken eener nationale

gedachte zoozeer, als het t etsen van deze termen

uit het buitenland aan Nederlandsche verhoudingen.
En zoolang zulk een gedachte inderdaad afwezig is,
zal de Overheid in Nederland goed doen de afstand
tusschen haar en den radio-omroep zoo groot te houden,
als vereenigbaar is met de eischen van een algemeen

toezicht. Het geconcessioneerde particuliere bedrijf
lijkt mij daarvoor ook thans nog den aangewezen
vorm.
1
) Doet de Overheid dat niet, dan begeeft 51j
zich zonder eigen richtlijnen op het gebied van den
strijd der partijen.

Mochten onverhoopt de meeningsverschillen tusschen

de groepen zoo sterk zijn, dat geen algemeen’ver-
trouwen bij hen meer bestaat in de uitoefening van
het omroepbedrijf door een particulieren exploitant,
dan zou als eenige mogelijkheid overblijven, dat de Staat door het verleenen van vergunningen voor de
oprichting van een zendstation aan elk der rièhtin gen,
zich bij de veelheid der tendenzen neerlegt. Maar dan
kiest hij, naar
mijn
inzien, noodgedwongen een op-
lossing, in strijd met de belangen der algemeene
radioëxploitatie (vooral het openbare radioverkeer)
en uit een algemeen-maatschappelijk oogpunt zeer
zeker niet onbedenkeljk.

Mr. G.
H. DIJKMANS VAN GUNST.

DE VERLAGING VAN HET BELGISCHE DISCONTO.

De mededeeling in de pers, dat de
Nationale Bank van België
haar disconto verlaagd heeft van 7 l tot
7 pOt., is met niet geringe verbaning ontvangen ge-
worden. Deze maatregel toch is in directen strijd met
do sta’bilisatiepolitiek, die men hij de Belgische regee-
ring veronderstelt te ‘bestaan.

Inderdaad voert de Belgische regeering nog eene
stdbilisatiepolitiek, maar het is eene andere ‘dan die-
gene, welke in September van het vorige jaar is inge-
zet en die zij in Maart heeft moeten opgven.
Om dit te ‘begrijpen moet men teruggaan tot de
Belgische geldpolitiek van v66r den ‘oorlog. België
heeft, iooals het zijn geheele economische systeem een-
zijdig op de exportindustrieën heeft georiënteerd,
steeds een geldpolitiek gevolgd van laag disconto, ter-
wijl de wisselkoersen gestabiliseerd werden ‘door een
.grootscheepsche deviezen-politik. De verliezen, die
men hierop leed, achtte men ruimschoots vergoed
(loor het ‘goedkoope geld, dat den export vergemak-
kelijkte.

Deze deviezenpolitiek ‘voerde men via Parijs. Door

1)
Men bedenke, dat in Engeland deze vorm
op
het oogen.
blik nog geldt en dat men eerst thans, na eenige jaren
praktijk daarmede, overweegt een nieuwen, publiekrechte.
lijken, te kiezen.

stabiliteit te betrachten ten opzichte van den Fran-

sehen franc, verkreeg men deze ook, vooi zoover zij
voor Frankrijk zelf bestond, t.o. van ‘de andere wis-

sels, die men te Parijs kocht. Het bestaan der Latijn-
sche Unie vergemakkelijkte dit systeem, waarbij
België op Frankrijk steunde. De discontopolitiek

regelde zich naar de Fransche, die men onderboed.

Goud was in België niet in omloop en kon dus niet

wegvloeien. De zilveren 5 franc stukken, waartegen
men de biljetten inwisselde, en die ook in alle landen

aer Latijnsche Unie gel’ding hadden, vloeiden inder-

daad naar Frankrijk weg. Uitgebreide maatregelen
aan de Belgische grens moesten dit trachten te voor-

komen. Anderzijds trachtte Frankrijk zich zooveel

mogelijk, door ‘het betalen van een goudpremie, tegen
deze politiek. te verdedi’gen.

De gevaren van de koppeling van den Belgischen
aan den Franschen franc kwamen na den oorlog dui-
delijk tot ‘uiting. Er was vrijwel geene internationale
markt voor den Belgischen franc, die alle weder-

waardigheden van den Franschen meemaakte, omdat
men de vooro’orlogsche politiek voortzette. Maar dit
achtte men, met het oog op de moeielijkheden, waar-
in de exportindustrieën verkeerden, dringend noodig.
Het feit, dat ‘de Belgische franc steeds een paar pun-

ten lager stond dan de Fransche, hetgeen in het ‘bui-
tenland algemeen verwondering verwekte, had dus
een zeer eenvoudige reden. Dit verschijnsel heeft
zic’h, binnen kleinere proporties, vooi . den oorlog
eveneens steeds voorgedaan, en vond zijn oorzaak in
do bovengeschetste geidpolitiek.

Toen in September van het vorige jaar ‘de Fran-
sche franc een nieuwe crisis ‘doormaakte heeft de
Belgische regeering het plan opgevat tot stabilisatie
cvver te gaan. Vrucht van de improvisatie, die nood-
zakelijk was, wilde men niet in de crisis ‘betrokken

worden, toonde dit plan verschil’lede zwakke punten,
op welke ik hier niet nader zal ingaan. Het zwakste
van alles was evenwel, dat men ook nu voornamelijk

een deviezenpolitiek wensc’hte te voeren en de dis-
contoverhooging slechts in zeer subsidiaire mate wil-

de gebruiken. Men wilde eenvoudig rechtstreeks op
de internationale markt clenzeifden invloed gaan uit-
oefenen, dien men tot hiertoe op de Fransche markt
deed gelden. Dat men door de moeielijkheden in’ an-

dere landen niet wijzer geworden was, vindt zijn
oorzaak o.m. in ‘de omstandigheid, dat in het bijzon-
der de Waalsche steenkool- en ijzerindustrie in een
slec’hten ‘toestand verkeert en men voor de expôrt-

mogelijkheden een laag disconto a’bsoluut noodzakelijk
acht.

De regeering achtte een groote buitenlandsche lee-
ning op langen termijn dan ook een onontbeerlijke

voorwaarde voor har.e stabilisatiepoljtjek. In afwach-
ting daarvan werd de franc door middel van voor-
loopige credieten gestabiliseerd. De ‘buitenlandsche
bankiers waren echter niet bereid deze leening op zoo
langen termijn te verleenen en eischten tevens eene
binnenlandsche consolidatie der enorme vlottende

schuld, alvorens iets definitiefs te beloven.
Daardoor moest de regeering een beroep doen op
de binuenlandsche banken. Deze waren tegen het sta-
bilisatieplan. Ten eerste omdat zij van de stabilisatie
zelf, vooral wanneer zij niet tevens in het concurree-
rende Frankrijk plaats had, afkeerig waren, daar
de dalende valuta voor de exportindustrie een voor-
deel is, ten tweede omdat
zij
waarschijnlijk wel in-zagen, dat het op den duur toch niet zonder disconto-
verhooging tot een aanmerkelijk hooger percentage
dan reeds had plaats gevonden zou gaan; ten derde
omdat zij meenden, dat het voor den export althans
minder nadeelig zou zijn, wanneer het £ op pl.m.

140 fr. dan op 107 fr. gestabiliseerd werd, en dus de
periode der valuta-winsten nog wat kon worden ge-
rekt en ten slotte heeft oo’k de politieke afkeer van
het •democratiscli-katholjek-socialistjsciie ministerie
een rl gespeeld.

Zij waren niet bereid op de voorwaarden, die, de

396

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

regeering voorstelde, in te gaan. Door in’discreties of
rechtstreeks is. de zwakke positie van den franc voor

de speculanten duidelijk geworden en deze hebben zich rtet plotselinge kracht op den franc geworpen.

De rogeering heeft hen de schuld der mislukking

gegeven, wat -. natuurlijk onjuist is, want tegen een
sterke positie hadden zij niets vermocht. Maar wel

hebben zij de kans tot het laatste uitgebuit. De aan

val kwam zoo onverwachts, dat men den dag v66r de
débac’le in ‘zeer goed ingelichte Neder]and’sch’e ‘krin-

gen aan cle mogelijkheid hiervan geen geloof wilde

hechten; Tusschen 10 en 13 Maart verkocht de Na-

tionale Bank 3.700.000 £ tegen 101 franc het E. Van
hoe groote beteekenis de rol der zuivere speculatie

was, moge blijken uit het feit, dat haar pim. 20 Maart

réods 2.500.000 £ tegen 116 franc waren terugv’er

kocht uit de binnenlandsche markt.

Zoo mislukte deze staibilisatiepoging ‘dus als gevolg

van de haifslachtigheid der gevoerde politiek. Had
men niet geschroomd de discontoschroef flinic aan te
zetten, en de ‘buitenlandsche leening tot een meer be-
scheiden bedrag te reduceeren, uitsluitend met het

doel, om oneffenheden in den koers glad te strijken,
inplaats van haar als st’eun voor een mercantilistische

geld’politiek te beschouwen, dan zou men tegenover
elke speculatidbeweging sterk hdbben gestaan.
De regering toon’de zich zeer verstoord. Rumoe-
rige debatten hadden in de Kamer plaats. De eersté

n’inister bechuidigde uitdrukkelijk de binnenland-

sche banken. Vervoigingen werden aangekondigd.

Maar weldra zag de Regeering in, dat, wilde zij: nog
eenige mogelijkheid openhouden, zij wel onder het

caudinisc’hejuk zou moeten gaan van hen die, juist

doordat de Regeeririg hen bij de stabilisatie had wil-
len ‘sparen, haar geldpoiitiek ‘nu geheel beheerschten.
Er werd opnieuw onderhandeld over de cousolida-
tie der vlottende schuld. De eerste minister trok Zijne

trouwens veel te algemeen gestelde woorden aan het

adres der baniders in het parlement in. E’en nieuw stabilisatieplan werd ontworpen. Dit is een geheel
ander dan het vroegere. Want niet alleen zal de stabi-‘
lisatie op een ander niveau geschieden, maar zij’ be-

rust weer op het oude systeem,’ dat op den Fransaihen
franc steunt. De heer van de Vijvere, de vroegere

minister, die nu nog eenigszins de ,,patroon” der
regeering is en die het stabilisatieplan grootendeels
geleid heeft, heeft dit in een interview met cle
,,Agence Eeonomique et Financière”, te Parijs, de vorige week duidelijk doen blijken. Waar vroeger altijd gewezen werd door de regeering op het ver-
sdhil tusschen Frankrijlc en België, heet het nu ,,dat
België, ondanks alles, verbonden is aan het Fransche
f,inancieele vraagstuk”. Hij: kondigde in dit inter-

view de verlaging van het disconto reeds aan.
Men heeft blijkbaar in België voldoende vertrou-

wen in de maatregelen, in ‘Frankrijk genomen, om de
positie van den Franschen franc te verbeteren, om

het lot van dan Belgischen franc daar meer aan te
verbinden.
Het is duidelijk dat, nu men weder tot het oude
verkeerde stelsel is teruggekeerd, de discontopolitiek

de geringe vermeerdering aan beteekenis, die zij had
verkregen, weer geheel ,heeft ingeboet. Wanneer men,

van verre, Frankrijk

in dezen volgt, wordt zulks vol-
doende geacht. Daarom heeft de regeering er ook
geen bezwaar in gezien tot een eerste verlaging van,
het discontd over te gaan, wat waarschijnlijk als voor-,

waarde door ‘de bankiers is gesteld voor het opnemen

der consolidatieleening. Waar deze leenin’g – die
ondert’usschen. alleen dat gedeelte der vlottende schuld
zal omvatten, dat binnenkort vervalt – volgens de
berichten tegen 6 pOt. tot den koers Tan 95 zal wor-
dn geëmitteerd, is een’ verdere verlaging te voorzien.
In hoeverre na deze maatregelen en bij deze poli-
tielc nog van eene werkelijke stabilisatie van den,
Belgischen franc sprake kan zijn, zal van de verdere
wederwaardigheden van den Franschen franc afhan-
gen. In elk geval is eene daling van den Belgischen

franc tot echele percenten beneden den Franschen —

een herstel van de vroegere verhouding dus – mi.

binnen zeer korten tijd te verwachten.

R. VAN
GENECHTEN.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN

SOVJET-RUSLAND.

Geh.Reg.Rat Georg Cleinow te Berlijn schrj’ft ons:

In het economische leven van de Sovjet-Unie is

datgene in getreden, dat deskundigen ha’dden voor-

zien voor het geval, dat ‘de landbouw zou aanvangen,
overschotten te pro’duceeren, terwijl de industrie niet

‘in staat ‘zou zijn, aan de boeren te leveren: de ‘boer

behoudt zijn producten: graan, vlas, hennep en hui-
den, gebruikt het graan ongedorscht als ‘veevoeder,
vormt reserves en laat zijn talrijke familie in huis-

arbeid al datgene vervaardigen, wat hij aan kleeding

en verdere uitrusting noodig heeft. Alle primitieve

huishoudingen vallen steeds meer tot de ,,Natural-
virtschaft” terug; het aantal paarden en de veesta-

pel vermeerderen, doc’h geen arbeid wordt verricht,
om producten op ,de wereldmarkt af te zetten, aan-

gezien de voor clan meerderen arbeid aangeboden ‘in-

dustrieproclucten, in den vorm van textieigoedere’n en

gereedschappen voor den akkerbouw, in te geringe

hoeveelheid voorhanden en te weinig waard zijn. Niet

een slechte oogst vormt het uitgangspunt van de
hui’dige crisis, doch een igoede. Het economische staatsappai’aa’t was in ‘den herfst van 1925 niet in

staat, den oogst te realiseeren, den boer ertoe te bi’e:ii-

gen. den aanwezigen overvloed te dorschen, ter markt
te brengen en zoo den ‘handel in staat te stellen met
de graanhoeveelheden
0
1)
de wereldmarkt te verschij-
nen. In één woord: de vernietiging van dan particu-

lieren handel en zijn organisatie wreelcte zich.
De
staatscoöperaties en naamlooze vennootschappen met

staatskapitaal hdbben de geduren’de de eeuwen ge-

groeide particuliere han’delsorganisatie niet kunnen
vervangen. Daarbij kwam nog, dat alle buitenland-sche firma’s zijn uitgevallen, die zich bijizonder op
den handel met het bisitenland toelegden en naast

een technisch hoogstaanid personeel ook over buiten-

landsche credietea van honderden milliqenen goud-
roehels beschikten. De vraag, hoe de grondstoffen voor
de wereldmarkt uit ‘handen van den boer te krijgen,
is een levenskwestie voor de vo]kshuishourling der
Sovjet-Unie geworden.

Deze is op vrijwilligheid onder uitschakeling van het particuliere’ winststreven ingericht.
Zelfs theo-
retisch zou een zoedanige volkshuishou’ding slechts
denkbaar zij’n bij een hoog ontwikkelde ‘techniek op
het gebied van het verkeer en van de landbouwpro-
ductie en
bij
een groote algemeene ontwikkeling van
de bevolking. Onder zooclaniige voorwaarden zou een
coö’peratie± systeem het particuliere win ststreveu echter slechts terugdringen en niet kunnen terzijde
stellen, zonder de geheele volkshuis’hou’ding met lam-‘
heid te slaan. In de verkeerstechnisch, productietech-
nisch en overigens algemeen achte.rlij’ke Russischo

volkshuishouding ‘berust alle economische succes van
den Staat in de eerste plaats op het particuliere ini-
tiatief. De handelaar, die het verstaat, het graan uit een gebied, dat 100 of 200 KM. van den spoorweg
of van den waterweg verwijderd ligt, op de wereld-
markt te ‘brengen, moet iemand zijn, die zeer intel-

ligent is en een sterken wil heeft. Zoo iemand wil
‘weten, waarvoor hij zich inspant.
In de fabriek wordt eveneens een beroep gedaan’
op ‘de vrijwilligheid, doordat van den arbeider maxi-
male prestaties verlangd worden. Daar zorgen de vak-
vereenigingen voor naar verhouding hooge gel’dloo-

nen, doch sij kuniien den ongeschoolden arbeider niet
dwin’gen, daarvoor kwalitèitsarbei’d te, leveren. Iedere
.
uitbreiding van de productie van een fabriek heeft
een daling der gemiddelde prestatie ten gevolge, on-

der
gelijktijdige
stijging der geld’behoeften. Een ge-

28 ApriF1926.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

397

schoold opgroeiend geslacht ontibreekt. De slijtage

van machines en apparaten is veel grooter dan in
andere landen en de verwerking der grondstoffen

geschiedt oneconomisch. Hier ontbreekt naast het

particuliere belang van den ondernemer de groep der
ii gen i eu rs, technici, rneesterknechts en voorwerkers.

:u:et gebrek is des te grooter, omdat talrijke buiten-
landers van de fabrieken werden verdreven en naast

de ontwikkelde Duitschers, die de Tsaristisdhe Re-

geering verjaagd had, ook de technisch gevormde
Polen, Letten en Esten zich uit de Sovjet-Unie

hdlben teruggetrokken.

Trotsky’s zoogenaaro.de goedereninterventie, d.w.z.

de invoer van industrieproducten uit het buitenland

voor den boer, kwam te laat en werd een mislukking,
omdat cle ploegen, landbouwmachines en textielgoe-
deren, waartegen de boer geneigd zou zijn geweest,
zijn graan, hennep enz. af
te leveren, zon langzaam

door het bureaucratische staatsapparaat werden door-

gelaten, dat zij te laat kwamen. Dientengevolge werd
de poging ook een bedreiging van den Tscherwouetz.
* *
*
Alle technische moeilijkheden, die wij aangeven,

zouden te overwinnen zijn, wanneer de Sovjet-Unie
ertoe kon besluiten, den opbouw van een particulier handelsapparaat te bevorderen; dan namelijk zou zij

via particuliere handelscredieten de buiteniandsche
gelden, welke zij voor den wederopbouw van haar
volkshuishouding noodig heeft, vinden. Uit
politieke overwegingen kan zij dozen weg slechts zeer tvoorzich-
tig betreden. De geschiedenis der Tsaristische lee-
:ningpolitiek schrikt haar af. De afhankelijkheid,
waarin de handel het Tsaristische Rusland van het
buitenland, in het
bijzonder
van de kapitaalmachtei.i
van West-Europa, had gebracht, is niet geschikt, de
So’vjet-Regeering op den’zelden weg te lokken. Zij moet er veeleer naar streven, de krachten, die in de
volkehuishouding
sçhuilen,
zelf te ontwikkelen, doch
de ontwikkeling intusschen zoo te drukken, dat haar geldbehoefte geen vormen aanneemt, welke haar op
liet gebied der politieke compromissen en concessies
zouden kunnen dringen. Het voorbeeld van 1925 leert,
dat een zoodanige roguleering, zonder de volkshuis-

houding schade toe te brengen en zonder de staats-
politiek in gevaar te brengen, onmogelijk is. De eco-
.nomisehe vetteu zijn niet door communistische dog-
ma’s en staats-,,Zwangswirtschaft” te verdringen of

buiten koers te stellen. Zij werken tegen alle ver-
krachting in onophoudelijk voort.

Bij zoodaniige situatie is het van tbelang, dat de
kring van diegenen te Moskou, welke deze waarheid
hebben erkend, voortdurend groeit en dat de nei-
ging, zich aan •de fundamenteele economische wetten
to onderwerpen, in vele individueele maatregelen reeds tot uitdrukking komt. Het erfrecht is uitge-

breid tot het geheele onroerende vermogen, het gezin
wordt systematisch onder verbetering van de positie
van de vrouw en moeder weder opgebouwd, het par-
ticuliere bezit vindt in toenemende mate rechtbe-
scherming, de
binnenlandsche
staatshandel krijgt het
overwicht boven dien met het buitenland. In de be-
drijven worden de politieke schreeu.wers onder den
duim gehouden en het houden van personeelvergade-
i

i ogen gedurende den arbeidstijd word t bestreden.
i)e toelating van de groote massa der boeren met
een bedrijf van middelbare grootte tot de regeerende

partij is een beteekenende schrede op den weg der
gezondmaking. Dit alles kan zich slechts zeer lang-
zaam doorzetten, omdat in de eerste plaats de rede-
:neeringen moeten worden gevonden, die voorkomen,
dat cle leden der partij niet meer weten, wat zij aan
de leidirg hdbben. Intusschen valt sinds 4-5 jaar

een consequent afzwenlcen van de starre dognia’s op
economisch gebied waar te nemen, alsmede het ee?-ljk
streven der Sovjet-Regeerin,g, zich aan economische
wetten te onderwerpen,
zonder dat hierdoor de poli-
tieke zelfstandigheid van den Staat of de macht der
partij kwestieus wordt. * * *

De Duitsche kenners van Russische toestanden,

die deze tendentie in de ontwikkeling reeds vroegtij-
dig hebben gezien – tot hen behooren niet slechts
geleerden en politici, doch ook groote economische

leiders, als bv. de Geheimrat Deutsch van de A.E.G.,

om nu maar één naam te noemen – hebben haar ten

voordeele van de Duitsche volkshuishouding en van de
Rijkspolitiek aangewend. Duitschland werkt met de
Sovjet-Unie. Wiji leven met Moskou in een huwelijk,

dat ‘wellicht nog meer interessant dan behaaglijk te
noemen is, doch noch de Russen, noch de Duitschers
zien op de verloopen vijf jaren met misnoegen terug.

Er zijn natuurlijk ook Duitsche firma’s, die zich aan

zaken met Rusland de vingers gebrand hebben, doch dat zijn overwegend nieuwelingen op het gebied van

den handel met het Oosten, die bovendien, ondanks
waarschuwingen, met onvoldoende kapitaal en met
nog minder toereikend geduld zaken zijn begonnen.
De houding van Duitschland tegenover de Sovjet-

Unie gedurende de huidige financieele crisis wordt
het duidelijkst belicht door de in October 1925 afge-

sloten juridische en economische verdragen en door
de verstrekking van credieten. De’ credieten, die de

Sovjet-staat opneemt zijn o.i. veilig. Haar streven
richt zich op een internationale leening, velker groot-

te in het licht treedt, wanneer men zich voorstelt,
dat de volkshuishouding van Sovjet-Rusland minstens
15 tot 16 milliard Hollandsche guldens kapitaal noo-
dig heeft, om bij benadering op de hoogte van 1914

te komen. Een zoodanige leeiiing zou onmogelijk zijn, waflneer de Sovjet-regeering een onbetrouwbare debi-trice tegenover particnlieren’was gebleken. Bovendien

kan aan zoodanige leening nauwelijks worden gedacht,
zoolang niet de Vereenigde Staten hun officieel’e po-
sitie ten opzichte van de Unie veranderen. Derhalve
moet er mede worden gerekend, dat Rusland op een
goeden dag een poging zal doen, zijn particuliere

schulden in een leening van staat tot staat om te
zetten. In Duitschland vreest men de ontwikkeling
in deze richting niet, doch wenscht daarbij niet te
struikelen en is bij het onderzoek van de verschillen-
de transacties diehovereenkomstig voorzichtig. Het vooruitzicht, het gebied der So’vjets weder in direct
contact met de wereldmarkt te brengen, bevat zooveel
‘verlokkends, dat de Duitschers aan dit vraagstuk zoo-
veel en zon ernstig mogelijke aandacht wijden en
zekere offers aan tijd en geld niet schuwen. Daarbij
is het echter in het ‘geheel geen ongeluk, dat de voor
zaken met Rusland beschikbare geldmiddelen in

Duitschland niet bepaald groot zijn en dat dienten-

gevolge met nog grootere voorzichtigheid moet wor-
den te werk gegaan. Het vertrouwen in de Sovjet-
regeering groeit ongetwijfeld en er zijn breede krin-
gen, die wenschen aan dit vertrouwen een meer con-

crete uitdrukking te geven dan tot dusverre.

In de Duitsc’he politiek tegenover Sovjet-Rusland
is in ieder geval een psychologisch moment uitermate

krachtig gebleken. De tusschen Duitschland en Rus-
land gesloten verdragen hebben op de ontwikkeling
der binnenlandsche Russisehe toestanden veel sterker en opvoedender gewerkt dan zulks van buiten af zon-
der meer valt waar te nemen. De Sovjet-Regeering
spant zich ongetwijfeld in, aan gegane verplichtingen

na te komen. Bij de technische onvoikomenheid van
haar apparaat valt haar zulks vaak zeer moeilijk. Ver-

zijn derhalve ook bolwerken tegenover de
eiperimenteerzucht der Bolsjewisten. Bij de uitleg-
ging der verdragen in de practijk ontbrandt ‘te Mos-

kou de strijd tusschen de noodzakelij;k’heden, waar-
voor de Staat zich gesteld ziet en de partij-doctrine
en leidt, zooals de ,,Kaltstellung” van Sinowjew en

de besluiten van het veertiende Partijcongres aan-
toonen, tot het stellen van den Staat boven de partij. Ik persoonlijk, die sinds vijf jaren ieder jaar min-

stens vijf maanden in de Sovjet-Unie heb doorge-
bracht, sta optimistisch tegenover de algemeene bin-
nenlandsche ontwikkeling der Sovjet-Unie. Het recht

wordt overal uitgebouwd en overa’F verbetert de

398

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

rechtspositie voor al diegenen, die zich verre van de

partijpolitiek houden. Het is immer
.
s juist deze ont-

wikkeliiig, die de Churchill-groep in Engeland zoo
tegen de Sovjet-Unie doet opspelen. Voor de Engel-

sche politiek in Azië liggen in deze ontwikkeling

zekere gevaren – niet voor het Europeesche Conti-
nent, dat vrede noodig heeft en derhalve rust, arbeid

en afzetgebieden. Rusland behoeft in de volgende

jaren voor vele milliarden industrieproducten. Om
hen te kunnen verdeelen, behoeft het ook buitenlan-
ders als technici op alle gebieden. Welk een enorme

garantie voor den wereldvrede, wanneer de Sovjet-Unie
zich ongestoord zou kunnen wijden aan cle hiervoor

.uood.zakeljke samenwerking met de overige staten

van Eüropa. aet Duitsche economische leven tracht
uit deze tendentie voordeel te trekken ten eigen

nutte. Want zijn leiders weten, welke rijkdommen

uit Rusland zijn te halen, dat een zevende deel van
het aardoppervlak bedekt en 140 mili. verbruikers

herbergt. Alleen, blind moet niemand zaken met Rus-

land beginnen; V66r iemand zich bindt, trachte hij
een persoonlijken indruk van menschen en dingen

in Moskou te verkrijgen. Met da Sovjet-Unie econo-
misch të werken beteekent in lit.sten aanleg het

dienen van den wereldvrede en liet terugdringen van

het Boisjewisme, van het Boisjewisme ten gunste

van den
.Russischen. Staat.

DE HUIDIGE STAND DER KOLENCRISIS.

Prof. Dr. T. E. Gregory te Londen schrijft ons:
De fundamenteele feiten inzake het geschil in dan

steenkolenmijnbouw zijn drie in getal. Ten eerste:

het subsidie loopt den 30sten April af. Ten tweede:
geen overeenkomst is nog bereikt omtrent de bonen,
welke de mijnwerkers na 1 Mei zullen accepteeren.
Ten slotte: wij bevinden ons weer in het bekende

stadium lbij
,
loononderhandelingen, waarin het publiek zoo. veibijsteid is door cle details van bet, geschil, dat

het gevaar loopt, gdheel door zijn gevoel te worden
overheerscht. Gehoopt werd, dat het rapport der Ko-
lencommissie ons voor dit laatste gevaar zou behoe-
den. In plaats daarvan heeft het, naar ik hieronder
nog hoop aan te toonen, de moeilijkheden vermeer-

derd, dooi beide partijen ammunitie te verschaffen,

die zij tegen de andere kunnen gebruiken.
De kwesties, waaromtrent werkgeveis en -oe:lI’rs
van ‘gdahten wisselen, zijn drie in getal en kuti:i’n

als volgt worden samengevat:

Wat is het geëigende apparaat tot het regelen
an de hangende kwesties? Dit is het punt van de

nationale en/of districtsovereenkomsten, dat min of
meer bewust wordt gebruikt als middel tot het schep-
pen van vooroordeelen en tot het vertroebelen der
kwestie. Indien dit het eenige belangrijke probleem
ware, dan zouden wij de ernstige mogelijkheid van een
staking niet onder het oog bebben te zien.
Behoort er een minimumloon te zijn, dat voor

het geheele land uniform is, gelijk door de mijnwer-kers wordt betoogd, of behoort het minimum te wis-
selen van district tot district, gelijk de werkgevers

eischen?
Behooren de bestaande bonen gehandhaafd te

blijven, zooals de conferentie van afgevaardigden der
Miners’ Federation betoogt of behoorèn, zij verlaagd
te worden tot datgene, wat de
mijnen
in ieder dis

trict zonder su’bsidie kunnen betalen, gelijk de werk,
gevers betoogen?
Het is dui’deljk, dat de beteekenis van het eerste
punt in sterke mate afhangt van de antwoorden, die
gegeven worden of behooren te worden op de tweede
en derde vraag. Want idien men het erover eens is,
dat de bonen boven het minimum niet gewijzigd
moe
:

ten worden, of indien men het erover eens is, dat dit
minimum, hoe het ook zij, voor het geheele land het-
zelfde moet zijn, dan is het duidelijk, dat liet meest
geschikte lichaam voor de bespreking van de geheele kwestie een. nationaal college is. Indien er, aderzijds,

verschil moet bestaan, dan moeten in het een of

andere stadium districtsgewijze onderhandelingen
plaats vinden. Zelfs indien de vertegenwoordigers
der mijnwerkers dezelfden blijven, zullen de verschil-

bende belangen der werkgevers in de verschillende

districten een of ander locaal lichaam vereischen, om
daaraan uitdrukking te geven. De eenige overblijven-
de kwestie zal blijven, of het beter is, in de eerste

plaats algemeene beginselen vast te leggen en dan
over te gaan tot de besprking der plaatselijke be-

hoeften, ôf in de eerste plaats den economisdhen. toe-

stand der locale eenheden te beschouwen en vervol-

gens een nationale overeenkomit uit te w’erken, waar-
in de locale bes1uiten zijn opgenomen. Doch zoodra

de overheerschende positie van de Miners’ Federation
wordt erkend, maakt het niet veel verschil uit, welke

procedure wordt aanvaard.

Voor wij nagaan, welke do houding van werkgevers
en -nemers in
bijzonderheden
is, zij in de eerste plaats

de vraag gesteld, wat de Commissie had te zeggeiï

dver de onderhavige punten.

Ongelukkig voor alle ibetrckkenen is het thans dui-
delijk, dat de Commissie over de vraag van het appa-
raat met twee monden heeft gesproken; of, in ieder

geval, de twee
partijen
de gelegenheid heeft gegeven, verschillende conclusies te trekken uit hetgeen in ‘het
rapport werd betoogd. Gelijk reeds in mijn vorig

artikel
1)
werd opgemerkt, dringt het rapport erop

aan, dat de eigenaren een nationale beraadsiaging
met de mijnwerkers niet zullen weigeren. Op pag. 230

zegt de Commissie, dat als eerste stap partijen elkaar

op nationalen grondslag moeten ontmoeten en voegt
hieraan toe: ,,hèt schijnt ons een redelijke gedrags-

lijn voor de nationale conferentie, de kwestie van het
minimum-percentage, en zoodanige andere zaken als
zij daartoe geschikt acht, te verwijzen naar districts-
groepen, ten einde voorstellen te formuleeren. Deze
voorstellen zouden aan de nationale conferentie ter

goedkeuring moeten worden onderworpen”. Doch op
pag. 152 van het rapport voegt de Commissie hier-
aan toe, hoewel zij opnieuw betoogt, dat ,,het mini-

mum moet worden geregeld, of althans goedgekeurd,
door lichamen, die alle werkgevers en alle werkne-

mers in de industrie vertegenwoordigen: ,;dit betee-
kent niet, dat het minimum-percentage voor ieder
district niet in eersten aanleg met voordeel doof
Jistrietsvereenigingen kan worden besproken, indien
zij zulks gewensc.ht achten, mits de aldus voorloopig
overeengekomen r.’iinima nadeihand ter goedkeuring
aan de een of and& re nationale autoriteit worden on-
derworp’en”. 1-let is volkomen duidelijk, dat, terwijl de
Commissie eenerzijds gevoelt voor die rnethode van onderhandelen, waarbij als beginsel wordt aanvaard,
dat er in zeker stadi.m nationale ratificatie zal plaats vinden, zij tot de conclusie gekomen is,
dat van een enkel en uniform minimum geen sprake
kan zijn. Dit blijkt inderdaad duidelijk uit de reeds
geciteerde passage, hoewel in dezelfde passage, waar-

uit het bovenstaande werd gelicht, ook duidelijk wordt
uitgesproken, dat er eenig verband moet bestaan tus-
schen de minima in de verschillende districten, om-
dat anders de AaDdaard der betere districten zou zijn
overgeleverd atn een moordende concurrentie’van de
ergste districten.’ Het is ook duidelijk, dat de Com-
missie van nieening is, dat het huidige booripeil om-
laag moet en het is onnoodig, hiëraan tijd cc ver-
spillen.

Zoowel de eigenaren als de mijnwerkers hebben hun
ouding t.o.v. het rapport als geheel gepublice(.rd.’ Dé
eigenaren, die hun antwoord baseeren op de Ijierbo-
ven geciteerde passage van pag. 230, verklaren zich
in de eerste plaats bereid tot een conferentie ter be-
sprking van de algemeene beginselen, vervolgens
tot verwijzing van de kwestie vait het minimum naar
de districten en dan tot de goedkeuring van de dis-
trictsminima door de nationale conferentie. De eigen-

1)
In
het No.
van
17 Maait 1926.

28 April 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

399

aren zijn het eens met de opvatting, dat nationale

overeenkomsten niet moeten worden geweigerd, hoe-
vel zij in het algemeen de voorkeur geven aan dis-
trictsovereenkomsten. De mijnwerkers zijn het geheel

oneens, wat de kwestie van het minimum aangaat,

dat het minimum-percentage in de districten wordt
vastgesteld en verwijzen goedkeurend naar zekere
zinaneden op pag. 152 van het rapport.
Wat het officieele antwoord der Federation aan-

gaat, dit bevat niets over haar houding t.o.v. de

vraagstukken van loonsverlaging of wisselende mi-

nima. Doch de conferentie van afgevaardigden der

Federation heeft reeds eerder tegen langeren arbeids-
duur geprotesteerd, die ook door het rapport wordt

verworpen en eveneens tegen wisselende minima en

togen loonsverlagingen. Toen partijen den 13den April
elkander ontmoetten, wenschten de eigenaren deze laatste twee kwesties in eersten aanleg naar de dis-

tricten te verwijzen en de mijnwerkers wenschten hen
ter plaatse te bespreken. Beide partijen konden n-
tnurlijk eenigen steun vinden in de bewoordingen
van het rapport. Sedert dien tijd hebben de mijnwer-

kers geweigerd, de voorgestelde nieuwe voorwaarden
in de districten te overwegen en hebben zij met de
ondernemers niet tot een nationale overeenkomst kun-

nen komen.
• Het officieele verslag, dat thans is gepubliceerd
omtrent de samenkomst op 23 April, maakt het vol-
komen duidelijk, dat het vraagstuk der nationale con-
tra districtsovereenkomsten niet het wezenlijke punt
is, waar het om draait. Wellicht verkeeren de mijnwer-kers onder den indruk, dat een nationale overeenkomst
]ogischerwij’ze een nationaal uniform minimum moet
i nhouden en zijn zij tegen districtsovereenkomsten,

omdat ideze noodwendig verschillen met zich brengen,
doch dit is slechts warhoofderij. De wezenlijke ver-
sdhilpunten komen thans aan den dag: de door de
mijneigenaren aangeboden bonen zijn te laag en het
minimum moet een nationaal karakter dragen. Dat

de geëischte boo’nsverlagingen zeer groot zijn wordt
door beide partijen erkend: de woordvoerder der
werkgevers verklaarde, sprkende over de in de
xportdistricten voorgestelde bonen, dat deze ,,mise-rabel” waren. Tezelfder tijd wees hij er wederom op,
dat, indien de arbeiders slechts wilden toestemrnen in een langeren werkdag, de bonen niet in dien om-
vang omlaag zouden hebben te gaan. De arbeiders zijn
niet alleen niet tevreden over de loonvoorstellen, doch
betoogen ook, dat de werkgevers hen erin willen laten
vliegen door in de ontwerp-overeenkomsten, welke op
staanden voet zijn verworpen, zekere wijzigingen in

de arbeidsvoorwaarden op te nemen, waarin de arbei-
ders niet hbben willen toestemmen.
De openbare meening steunt thans in het algemeen de mijnwerkers, grootendeels als gevolg van het feit,
dat de in een deel der pers aangekondigde loonsver-
lagingen zoo groot zijn, dat
duidelijk
blijkt, dat het
loon aldus ver beneden de kosten van het levenson-
derhoud zal liggen. Deze cijfers worden onjuist ver-
klaard, doch indien men de
cijfers
neemt, die in ,,The
Times” van 24 April ii. zijn gepubliceerd, staat het
vast, dat in sommige gevallen ernstige ontberingen
zouden worden opgelegd. Zoo is buy, in het North-
umberlanddistrict de voorgestelde bijslag op de basis-
bonen 50 pOt., hetgeen juist evenveel is als in Juli
1914. In Zuid-Wales is de positie nog erger, daar de voorgestelde bijslag slechts 5 pOt. is, vergeleken bij
bijna 1 pOt. in 1914. Hieruit blijkt duidelijk, dat het
zeer moeilijk zal zijn, de mijnwerkers ertoe te krij-
gen, in voorwaarden als deze toe te stemmen. De
werkgevers doen zichzelf geen goed door altijd weder
terug te komen op voordeelen, die zouden worden
verkregen, idien de aibeiders slechts langer wilden
werken, hoewel zelfs hier een zorgvuldige lezing van
het rapport der Commissie aantoont, dat zij tot op
zekere hoogte de Commissie aan hunne zijde hebben.

Want
terwijl
het voorstel tot een algemeene verlen-
ging van den werkdag met beslistheid wordt verwor-

pen, is de Commissie het ermede eens, dat een twee-
ploegen stelsel gewenscht is, ten einde verspilling

van kapitaallasten te voorkomen en zij betoogt (pag.
118 van het rapport) met nadruk ,,dat het volkomen logisch zou zijn te bepalen, dat handhaving van den

huidigen arbeidsduur afhankelijk zal zijn van de Vrij-

willige aanvaarding door de arbeiders van een twee-
pboegenstelsel, waar de wenschelijkheid daarvan zou

kunnen worden aangetoond, m.a.w. den ,,Seeretary for

Mines” te machtigen, de wettelijke grens van den
arbeidsduur in eenig district te verhoogen, waar de

invoering van een tweepboegenstelsel op onredelijken
tegenstand van de
mijnwerkers
zou stuiten”. Verwij-
zing naar deze passage helpt de eigenaren echter niet

veel, daar het Rapport er ook op wijst, dat de afwe-
zigheid van een tweeploegenstelsel bijna evenzeer aan
de traagheid der werkgevers als aan de oppositie der
arbeiders te
wijten
is.

• Per saldo is de toestand eenvoudig. Het Rapport

heeft er de mijnwerkers niet toe kunnen brengen, een
deel van het huidige loon op te offeren ten bate van
toekomstige voordeelen en in zooverre het zulks niet
heeft gedaan, heeft het ons teruggevoerd tot den toe-
stand yan Juli jl. De keuze, waarvoor het land zich

gesteld ziet, is wederom M een staking, waarin de
gheele arbeidersbeweging zal worden betrokken, ôf
meer geld uit de staatskas.

AANTEEKENINGEN.

Vereeniging voor Actieve Handelspolitiek.

Dezer dagen is in de pers een bericht verschenen
omtrent de oprichting eener Vereeniging voor Ac-
tieve Handelspolitiek. Aan een door het constituee-
rend Comité rondgezonden circulaire ontleent de
,,Msb.” het volgende:
De druk, dien een. groot deel van het Nederlandsch be-
drijfsleven onci4rvindt, wordt naar ons oordeel mede ver-
oorzaakt door eene leemte in onze handelspolitiek.
Wij streven niet naar eene geheele omverking onzer
tarief wet, maar begeeren slechts het tot stand brengen eener hervorming, die bij de tariefsherziening door minister Colijn
in
1924
niet aan de orde kon komen.
Toen ging het om eene herziening, die opzettelijk buiten
behandeling liet de vraag of niet in onze wetgeving de mo-
gelijkheid moest worden geopend om met hoogere invoer-
rechten te treffen ‘het laad, dat den import van onze artii-
kelen bejegent, op eene wijze, die ongunstig af steekt bij de
behandeling, die andere mogendheden van dat land ervaren. Het ging om eene herziening, ‘die buiten behandeling liet de
kwestie of niet aan sommige bedrijfsta.kken, welke door
bijzondere omstandigheden van verhoogden buitenlandshen aanvoer in druk geraakten, besdherming moest worden ver-
leend.
Die vragen moesten toen bij dec opzet der vetsherziening
buiten beschouwing worden gelaten. Minister Colijn wees
hun afwerking af, niet omdat hij zich principieel tegen
maatregelen van retorsiê en dumping-bestrijding verzette,
maar omdat deze materie zelfstandig diende geregeld te .wor-
(leo, buiten de herziening van de wet van 1862 om.
Deze kwesties zijn aan de orde gebleven en de onverbicl-
clelijke praktijk maakt ze aotueeler ‘dan ooit; vooral het
vraagstuk der retorsierechten wordt met buitengewone
kracht naar voren gedrongen.
De ‘handelspoliitiek der andere Jaaclen maakt dit vraagstuk
actueel.
Al
vÔÔr den oorlog nam Nederland eene vrijwel
exeeptioneele positie in door de groote vrijgevigheid, die het
bij het binnenlaten van vreemcle artikelen betrachtte, ter-
wijl andere landen steeds zwaardere belemmeringen op-
wierpen.
Na den oorlog werd het door de toespitsing der nationale
gevoelens nog erger. Alle staten zetten de bescherming van hun eigen bedrijfsleven nog forschen door. Hoe menige tak
van industrie daardoor werd getroffen behoeft geen nadere
uiteenzetting.
Het kon niet anders of ook onze land- en tuinbouw, in
zoo overheerschende mate op export aangewezen, moesten
den terugslag van die stemming ondervinden.
Met de werkelijkheid hebben wij te rekenen. Gegronde
redenen voor de gedachte, dat in de naaste toekomst door
eene meer harmonieuze samenwerking der volkeren de posi-
tie van Nederland zal verbeteren, bestaan niet.
Niets wijst op de waarschijnlijkheid, dat aan den protec-
tionistischen wedren der ons omringende staten spoedig een
eind zal komen.

400

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

Kuftnefl, mogeu vij daartegenover weerloos b1ijen?
Plu

ins zijn wijHw eerioos.
In de 1an[ien rcn(Icjm ons w’oi”den al hooger tariefmiren
opgetrkken. Netleriaud Jaat de vremt1e artikelen binnen
tegen een recht, gering in vergeiijking met de buitenland-
selie heffingen. Nederland heeft een uniform laag tarief, gel-
clencl voor allen, voor •boozen en goeclen. /
Met dat tarief als grondslag gaat Nederland :hanjdelsver-
dragen sluiten, dde vasbleggen op fwat wijie
onze
produc-
ten door den vreemden ‘staat zullen worden ontvangen. Die
vreemde staat heeft wel onderscheiden tarieven en het ideaal,
dat oase on,derJiandeiaa.rs •gemeenlijk leidde was: het ver-
1
krijgen ‘der meest-begunstigingselausitle, het behandeld wor-
den als de incest begunattigtie natie.

‘De inhoud van de ha.n’delsverdragen wordt dus niet be-
paald doör onizen eigen w’il, maar door hetgeen ide andere
staten, met welke wij een ieieest-betiistigingstraetaat slo-
ten, aan derden toekennen. Wij zijn geen werkelijk onder-
hjin.d’elende partij, wij vervullen een passieve tol, wij evach-
ten af wat er overachiet.
Naarmate de -pr otectionistische geest in andere landen
sterker werd, ideed liet bedenkelijke van dit principe ziele
gevoelen. Ook al snagden wij er ‘in de •meest-:bcgunstigirigs-,
clausule te ‘verkrijgen, dan was dit meermalen slechts eeu
formeel bezit. Door allerlei beperkingen werd de meestbe-
gunstiging uitgesteld en de afwijkingen zijn zon vele, dat
heiliaaldelijk in naam geen land gunstiger voorwaarden
beef t, maar in
j
wczen wij ver achter blijven.
Slag op, slag wordt de Hollandsdlie ondet-nemer teleurge-
steld door ide ongiuitige positie, die ons land bij ‘liet atslui-
ten van li andelstraetateii inrieeint.
De klacht, die minister dle Marees van Swinderen in 1908
in de
rfiveede
Kamer slaakte over onze maghtelooshe’id,
moest sindsdien al te ‘veel iworden herhaald. Vooral in de
laatste jaren verruenigwu]digden die klachten.. Denkt aan heit verdrag tact Einhautd, niet Canada, met Portugal, met
Duitsohuand. Denkt aan liet optreden van Frankrijk, dat
voor verschillende artikelen uit Nederland een invoerver-
bod trof, hietwelk tegenover andere landen niet geldt. Denkt
aan thet beschuatnend falen van ons pogen one met Spanje een
hanslelistractaat af te sluiten.
De klachten kunnen niet uitblijven. Nederland staat niet
leege handen; wij hebben niets te geven, niets te beloven,
met niets te dreigen. Wij hebben geen enkel wapen.
Naar onze vaste overtuiging moet met die lijdeljkheid
wordsn gebroken. Het is plicht ons te verweren tegen wie
ons onbillij’k hejegenen.

Verschillende mogelijkheden komen voor .dat ‘verweer in aanmerking. Gedacht kan worden aan een duibbel tarief ge-
lijk Frankrijk en Spa.nje bezitten, aan een wettelijk en con–
ventioneel tarief, aan de uitvaardi.ging van in’voerverboden gelijk de suibcotm issie voor de economische politiek onder
1

voorzitterschap van .derL toenmaligeri minister Van Yssel-
steyn bepleitte. Wellicht verdient voor ‘de eenvoudige en
spoedige afdoening liet meest overweging eene bepaling, die
de regeering machtigt tot ‘hoogere rechten date de w.ettelijk
vastgestelde, indien eenig land ons in een uitzonde.ringspo-
sutiie plaatst.
De technische vraag, welk middel liet incest geschikt moet
‘heeten, behoeft door ons niet te ‘worden beslist. Zij is on,der-,
geschikt aan het groote doel: ver.hooging van onze econo-
mische weerbaarheid door de mogelijkheid van het tref fen
van retorsiemaatregelen –
Wordt dan daarnaast ruimte gemaakt voor de u’itvaar-
diging van maatregelen tin den. geest van het Schoeneniwetje,
wanneer abnormale toevoer liet Noderhandsch e :bedr ijlsleven
bedreigt, dan ‘stillen aan onze productie niet langer blijven
onthouden de bestnausvoorwaar’cl:eu, die elke ‘bu.iteulandsclie
wetgever aan zijn nationale voortbrenging schonk.
Op cciie goede werking van ‘deze ‘hier’vormiing mag worden
gehoopt. Zeker, wij zijn een klein land maar ‘daarom geen
waardeloos alzetgebied. De resultaten door andere kleine
landen met hun actieve lian.del.spohi.tiek bereikt, evettigen
de hoop op on.s succes. Een succes, dat te meet mag worden £ verwacht, iwaar wij ‘door ons uitgebreid koloniaal ‘bezit nog
meer reden voor cliffereuitiëele.beltandeli.n.g hebben dan an-‘
dere kleine landen.
Pleitend voor .retorsiemantregelen voeren wij niet een pro-
teotion.istisolie politiek. Vurige verdediger’s van den .vrijfian
dcl, Gijsbert Karel van Hogen’dorp voorop, hebben het ge-
voeld, .dat vergelclingsmaatregelen niet zijn een uitvloeisel
van protectionist’isehen geest, maar een ni’icidel tot bevorde-
ring van den interna.tionalen vrijhandel.
Plei’tend voor retorsiemaaitregelen voeren wij niet een aan-
vallende politiek; die den wereldvrede bedreigt. ])oor de
weerloosheid van ééii enkele, van Nederin,d alleen, te mid-
den van, een gewapende wereld, wordt de ‘wereldvrede, ook –
de internationale vrjliandel niet gediud, maar gêschaad.

Pleitent voor retorsiemaatregelen voeren wij niet een
egoïstisahe politiek, die de belangen van enkele onderne-
mers dient, maar eene echte nationale politiek, die niet
straffeloos de hand laat slaan aan de gi

ond.pcilers onzer
i’olkswel vaart.
* *
*

Bovenstaande circulaire is ondrteekend ‘door de volgen-
de personen: Prof. air. 1
11
. A. :Diepedior.st, Voornittet-; 1:1.
A. van 1J sselsteijn, oud-Minister van Landbouw, Handel
en Nijvet

heid, onder-Voorzitter; D. Ten Cate Brouwer,
Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland; Fr. Deurvorst, Voorzitter van ‘liet Covenant
van IJzerg.ieterijen in Nederland,’ Ulf t; J. N. Menko-Har-
togensis, Textielfabi’ikant, Enschede; J. H. Moltzer, Direc-
teur van Erven Lucas Bols, Anisterdeon; W. J. J’. M. Ra-
demaker, Directeur der
N.V.
Fiank Rademakers Chocolade-cii Cacaofabrieken, Rotterdam; Ir. Jos. Regout, Gedelegeer-
de van liet Bestuur der NV. De Spliiinx, Maastricht; M.
Smith, oud-Sigarenfabrikaii’t, Heenestede; mr. B. J. M. van
Spaendonck, Secretaris •der Vereeniging van Tilburgsche
Fabrikanten van Wollen Stoffen, Tilburg; P. J’. Spooren-
l.ierg, N.V. Verwey & Spoorenher.gs Fabrieken, Tiel; mr.

M. P. L. Steenibergite, Directeur der N.V. H. van ‘Puijen.
broek’s Textiel-Maatschappij, Goir.le; W. L. Stevens, Direc-
teur der N.V. Koninklijke Ver. Tapijtfabrieken, Rotterdam;
M. Susan, van de fa. De Vries .& Sitsan, Confeotiefabriek,
Amsterdam; A. M. Tilanus, van de fa. Jansen & Tilanus,
Vi’iezenveen; F. V. Vaistat-, Nan.lcliwijk en Si. Woitda, Di-
recteur ‘der N
.
V. Ned. Instrumenten- en Apparatenfabr.iek,
ljtreclit.

Het Duitsche Productie-apparaat.

In
cle op
11
April ji. gehouden jaarvergadering

van do ,,Ban.lc fiir clentscho Indastrie-Obligatiouen”,

clie, gelijk bekend, in het leven is geroepen in ver

band met de bij het l)awes-p]an aan de Duitsche

industrie opgelegde verplichting, om de rente en af-

lossing 01) te brengen van 5 milluard
G.M..,
heeft de
President-Commissaris, Dr. Krupp von Bohleni und
1

lalbach, een rede geho’u’den, waarin hij’, na enkele
beschouwingen over de Duitsche handelsbalans,
o.m.
het volgende opmerkte over liet productie-apparaat,
waarover Duitschiand thans de beschikking heeft:
,,De vaststellingen der deskundigen vielen ongeveer In
den’zelîden tijd als de ovei-gang van de Duitsche industrie
naar de goudmark. Hierbij bleek, dat de tijd van vlucht
naar de ,,Saehewerte” ccii tijd van cle grootste zelfinisleic
ding geweest evas. Overal evaren productie-installaties voor
toevallig werk ontstaan, welke geen duurzame waarde be-
zaten en die ‘voor cle verdere ontwikkeling van het ccciie-
inisCh. leven des te drukkender waren, omdat zij veelal
niet beantwoor,dclen aan de eischen, door de concurrentie
op de wereldmarkt gesteld. In de goudinarkbalansen eva-
ren vele ondernemingen weliswaar over de ineensOhrom-
peling van hun waarden verrast, doch evienzon vaak ook
nog door een zekere zelfmisleiding bevangen, doordat zij
cijfers opvoerden, die op zijn minst niet met de toekom-
stige renta’b i’l iteitswaarde overeen.kwamen. Reeds liet eerste
jaar na den overgang tot de goudmark voerde tot de over-
tuiging, dat veelvuldig’ te hoog was gewaardeerd. Bijna
overal moest een deel van het productie-apparaat worden
stilgelegd, one in andere deden des te rationeeler te kun-
nen werken. Wat voor liSt individueele bedi-ijf gold, gold
ook voor liet geheele bedrijfsleven. Geheele ondernemingen
bleken onvruchtbaar en overbodig en bezweken vervel-
gens. Veelvuldig werd eerst een poging gedaan, ondanks
de hooge reuite buitenlandsche bedrijfsmi.ddelen op te nemen,
doch in de mate, waarin korte leeningen moesten worden
geconvei-teerd, keva,m liet inziCht in de gren’zen der renta-
biliteit. Iii vele gevallen was ook het door de schuldier-
mindering wegens de waardedaling van het geld ontStane
actief overschot, doordat een zeer onereuze ,,Aufwertung”
kwam. Juist deze vermeende schuldvermindering was eoh’-
ter, gelijk u allen beken’d is, uitgangspunt van de gedachte
der in’dus’triebelasting. Hoe de toestand der industrie moet
worden beoordeeld, ‘blijkt en, uit cle beraadslagingen van
het Verband der deutscieen Maschinen’bau.an,stalten” in
i)ecember 1925. Op de vergadering van dit Verband werd
zonder voorbehoud en zonder tegenspraak rücksichtslose
afbraak van installaties en ver’koô’p van’ ondebrui’kte ma-
chines als oud ijzer aanbevolen, omdat dit proces, gegeven
den toestand van liet bedrijfsleven, liet kleinste van twee
kwaden scheen en een wieg om door de crisis heen tot ge-
zonder toestanden te komen. Wanneer meet zich voorstelt,
dat cle ondernemers in geheele industriegroepcn naar der-
gelij’ke middelen grijpen
om
zich te handhaven, dan zal men

28
April
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

401

den ernstigen wil van het Duitscihe bedrijfsleven, out een
gezonde basis voor zijn verdere ontwikkeling te verkrijgen,
niet kunnen bestrijden. In zooverre wordt de gedachte
der Daivos-cleskundigen, gelijk die zich in het denkbeeld
van liet moratorium
1)
uit, door alle betrokkenen, dat mag
ik wel naar voren brengen, in een vorm in cle daad omge-
zet, waaraan tevoren niemand had gedacht. Eerst ‘anneer
dese crisis overwonnen zal zijn, zal men zich op den weg
bevinden, die den Dawes-deskundigen voor den geest stond cii (lie stijgende (herstel)prestaties mogelijk zal maken.”

i) [Spr. bedoelt hier, blijkens het begin zijner rede, het
eerste Daives-jaar, waarin liet door Duitschiand uit eigen
inkomen op te brengen bedrag laag werd gesteld, om liet
land gelegenheid tot innerlijke consolidatie te geven. –
Red.]

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

D e E c o n o rn i s t. – ‘s-Gravenhage, 15 Januari
1926.

Prof. Dr.
J. C.
Kielsira,
De Inclisdhe begrooting
voor 1926;
Mr. A. F. van Laherveld,
iluisarbeiders-
ellende;
J. S.
van l3raam,,
Enke]o beschouwingen over
het weduwen- en weezenfortcls van burgerlijke ainhte-
.naren in Nederl.-Indjë.

T cl em. – ‘s-G.raverihage, 15 Februari 1926.

Prof. Mr.
W. C.
Mees R.Azn.,
Pacht en algemeene
waardeleer;
Ir.
E. P.
Wellenstein.,
Progressie
bij
zake-
lijke heffingen;
Prof. Dr. J. Wolf,
Europiiische Sa-
nierung durch den Europiii schen Zusammenschluss?
Mitteleuropa and Paneuropa.

WOltwirtschaftijches Arch iv. – Je-
na, Januari 1926.

Dr. Fr. v. Gottl-Ottilienfeld,
Wirtschaf als Leis-
tung;
Dr. R..tiefman.n.,
,,Uni’versalismus” und Wirt-
schaftstheorie;
Dr. L. Ziegler,
Arnerikanismus;
Dr.
A. Sa.lz,
Das Land ohrie Mittelalter;
Jou.. J. Han-
rat/s,
Zurn Prb1ern der h,’pothetischen und konkre-
ten Standortsbedingungen.

– The Journal ofPoliticalEconoiny. –
Ohicago, Dec. 1925.

H. Schultz,
The statistical law of demand. IT;
J.
Viner,
The ut.ility concept and its crities. II;
L. M.
.Vow cli,
Typothetae and the eight-hour day.

Journal cle la Sijciété cle Statist.ique
d e
P
a r is. – Parijs, November 1925.

J. Bourdon,
La stati•st

ique des familles riorv6g:ien-
nes au rece.nsement de 1920;
P.
Neymarc/c,
Les émis-
sions et remboursements en 1923 et en 1924 d’obli-
gations et bons des Conipagnies de Ohemins de fer Est, P.L.M., Midi, Norci et Orléans;
L. Janrot,
Le
mouvement. des Bariques fianç.aises et ét.rangères
la Chambre de Compensat,i.on de Paris.

T d e rn. – Parijs, December 1925.

J. Bourdon,
La statistiquo des familles norvégien-
fles
nu
recensomerit cle 1920;
G.
Cadoux,
Nos pertes
de guerre, leurs réparations et nos dettes de guerre.

1 d e in. – Parijs, Januari 1926.

J. Bourdon.,
La statistique des families norvégien-
nes
nu
recensernent de 1920 (f.in);
G. Cadoux,
Nos
po.rtes cle guerre; leurs réparations et nos debtes de
guerre;
Al.
l3arincou,
Chroniques des transports.

Rechtsgel’eerd Magaijn. – Haarlem,
Jaarg. 44, Afi. 6.

Mr.
W. P. H.
Smits,
Een onderzoek naar de theo-
rie der natuurlijke of onvoikornen verbintenissen en
haar heteek

enis voor het moderne recht, in het bij-zonder met het oog op het Neclerlandsch geldend
recht;
Mr. Ph. S. Fren.7cel,
De verplichting van den
he.rverzeker.aar bij faillissenien t van den verzekeraar.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S. Disc. Wissels.
34 3 Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.
3422 Oct.125
N d (
Bk .Bel.Binn.Eff.
4 3 Oct.’25
N.Bk.v.Denem.
54 7Sept.
1
25
tVrsch. inR.C.
5 2 Oct.’25
ZweedscheRbk
44 8 Oct.’25
Javasche Bank….
4420 Oct.’24
Bankv.Noorw.
5420Apr.’26
Bank van Engeland
5 3Dec.’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank
7 27Mrt.’26
slowakije . .
6 13Jan.’26
Bank
v.
Frankrijk.
6 9Juli’25
N.Bk.v.O’rijk.
742831rt.’26
BelgischeNat.Bnk.
7 28Apr.’26
N.Bk.v.Houg.
7 22 Oct.’25
Fed. Res. Bank N.Y.
3422 Apr.’26
Bank v. Italië.
7 17 Juni’25
Bank van Spanje..
5 23Mrt.
1
23
Z.-Afr.Res.bnk
54
OPEN MARKT.

1926 1925 1924 1914

4

pri
2

A

1
19-24 12-17
5-10
20-25 21-26 20-24
April
April April
April April
Juli
Amslerdam
Partic.disc.
21-
5
11
2
13
116
2
3
14.
1
5116
2
13
116_3
3u1
16
_1/
4

5
3
1
18
3
116
Prolong.
3
211
4
.3
2’12-3
23/4.31/4

211
2
_3
5.1/
4

211
4
-3/
4

Londen
Dageld ..
3
1
12-4
3
1
12-I4
3_4
1
12
34
31
/2
4
14
11
12-3
1114
-2
Partic. disc.
4
1
14_5
115
411
4
.313

431
4
5
116.
1
18
411e5116
3_1/
211
4
-3/
4

Berlijn
Dage1d ..
3-5
3-5 4-6

– –
Partic.disc.
30.55
d…
431
4

4314
4
7
1s-5
5

8
– –
56-90 d…
4314
43/
4

471_5
5.
8

2
1
8-1/2
Waren-
wechsel.
5
1
1
5
1
/23/4
5
3
14-6
53/86114



New Yorkl)
Cail money
3I/4
3..411
4

4_531
4

4.1/4
311..4314
31/3_4114

1314.2113
Partic.disc.
3/
4
_5/
5

311
4

35/
8

1

3
/8

/4

1
311
4

– –
..aIi
money-goers
V. ZJ
Apru en aaaraan voorafgaande weken tfm.Vrijd.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAJ’,TD.

1)
a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatavia’)
York

)
•)
)
)
)

20
April
1926
2.49
5
/
86

12.12
59.30
8.25 9.05
100i,
21

1926
2.493.
1 2. 12
59.34
8.32
8.92
1001/
8

22

1926
249
K
1211+
59.33
8.37
8.914
1001/
8

23

,,

1926
2.49 /8
12.114
59.324 8.314
8.85
100
1
/
8

24

1926

12.104 59.30
8.38 8.85
100
8
/
8

26

1926
2,48
L
1
!16
12.104
59.27
8.33 8.94
100’/
Laagste d.w.i)
9.486/
8

12.104
59.24
8.21
8.81
100
Hoogste d.wl)
2.49/8
12.124 59.37 8.39
1008,
19
April
1926
2.49
12.124 59.38 8.40
9.23
100ij,
12

,,

1926
2.49k
12.12
59.33 8.55

9.15
9.49
100
1
/8
Muntpariteit
2.48
(
12.10
59.26
48.-
48.-
100

Dat
a
zwlt-
Weenen
Praag
Boeka-IMllaan
Madrid
5)
1)
rest
1)
*5)
*1)

20
April
1926
48.14 35.20
7.38
1.-
10.024
35.824
21

1926
48.15
35.25 7.38
0.95
10.03.
35.874
22

1926
48.15 35.25
7.38
0.95
10.03
36.05
23

1926
48.13 35.20
7.38 0.95
10.03
35.85
24

1926
48.11
35.20
7.38
0.95
– –
26

1926
48.10
35.20
7.38
0.95
10.01
35.90
Laageted.w.’)l
48.06 35.10
7.37
0.90
9.99
35.72 Hoogsted.wl) 48.16 35.30
7.40
1.074
10.05
36.10
19
April
1926
48.14
35.20
7.38
1.-
10.02
36.05
12

,,

1926
4812
K
35.20
7.39
1.03
10.02
35.30
Muntpariteit
48._
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-

Data
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
Oslo’)
Buenos.
Aires’)
Mon-
treal])
j

20
April
1926
66.80
65.25

54.55
6.274
100
2.49k
21

1926
66.80
65.224 54.10
6.274
100/,
2.49%
22

1926
66.75 65.25

53.95
6.274
100
2.49
5
/
8

23

1926
66.75
65.224 53.60
6.274
100%
2.491/
8

24

1926
66.70
65.20

53.55
6.27
100w
2.49h
26

1926
66.70 65.20

53.80
6.274
100%
249K
Laagated.w.
1
)
66.60 65.10

53.35
6.25
100
2.491/
8

Hoogste d.wl)
66.824
65.40

54.70 6.30
101k
2.50
19
April
1926
66.80
65.30

54.724
6.274
99
2.4934 12

,,

1926
66.774
65.35

53.75
6.28
99
Y4
2.49}
Muntpariteit
66.67
66.67

66.67
48.-
105
2.483j
8

‘) Noteering te Amsterdam. 0*) Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

In het eerste nummer van iedere maand komt een over-
zicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wissel-
koersen.

402

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($ per £)
Parijs
($ p.IOOfr.)
Berlijn
($p. 100 Mk.)
Amsterdam
(op.
100 gid.)

20 April

1926
4,86%
3,311 23,80
40,11
21

1926 4,863/
8

3,34
23,80
40,12
22

1926
4,86(
3,34
23,80
40,12
23

1926
4,86’/
1

3,38
23,80
40,14
24

1926
4,862/
9

3,361
23,80
40,14
26

1926
4,8681,
3,36k
23,80
40,17%

27 April

1925
4,82 5,20
23,80
40,05
Muntpariteit
..
j

4,8667
19,30
23,813, 401/

.

KOERSEN TE LONDEN.


Plaatsen en

lNoteerings-I
Landen
eenheden
10
Apr.
1926
17
Apr.
1926
19124
April’26
LaagsteltIoogstel
24
Apr.
1926

Alexandrië..
Piast. p.
z
e
97
j
16 97%
Athene

….
Dr. p.
£
37134
382%
380
399 391
n
Bangkok …
Sh.p.tical
1/10l/,
1/10k
1/10%
1110%
111034
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.75 27.85 27.60
27.90 27.80
B. Aires’).
d. p.
$
4411/
1

44t5,
5

44/
9

4551
A
5
5
/
16

Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
11
5251
1/529/82
1
15271
32

1 5
29
/
32

1
1
555
/
84

Constantin..
Piast.p.c
975 980
920
985 925
3
)
Hongkong ..
Sh.p.$
0
l
39

/32

./2
25
/
g9

2111/
9

21215/1
22191
Sh.p.yen
1/107/
8
1111

2
I’

25
1/11
18
Pil
ls

1

lv
1’Il
Ii
l
Kobe

……..
Lissabon
1)
. .
d. per Esc.
2
1
v’
I32
2171
135
2′
144
285
164
217
/32
d. per
$
24
24
23
25
24
Mexico ……..
Montevideo’)
d. per
$
50
3
/
4

507/
8

50%
51%
51
Montreal
..
$
per
£
.86
IT
485
4.85%
4.8521
4

4 8
“T T
R.d.Janeirol)
d. per Mii.
6271
32
6′
/32
627
iss
71/52
Shanghai
..
.
Sh. p. tael
2/”TT

2’10’
2/lO1/
2/111/
9

2/10+*
Singapore. ..
id. p.
$
2
/
41
/
213’i
16
1

/
2’3’32
2
1
’32

4
213
31
1
32

Valparaiso 2).
$ p.0
39.40 39.50 39.60
39.80
39.80
Warschau
..
Zi. p. £
45.00
40
8)
44 48
48
4)

1) Telegrafisch transfert.
2)90
dg.
3)
Laten.
4)
Bieden

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York’)
Londen
19 April 1926.
.
295/
638/,
19 April 1926 .

84111%
20

1926..

297/,
6334
20

1926 ….
84/11l/
21

,,

1926..

29y
4

63%
21

1926
84/11%
22

1926..

293/
63
22

1926
84/113.
23

1926.. 297
63s
23,

1926…
84/1134
24

,,

1926..

29
5
/8
64

.
24

1926

25 April 1925..

311,
668/
8

24 April 1925..
.
8613
20Juli

1914.. 2415/
54
1
/8
20Juli

1914
84110
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
fine.
3)
in sh.
p.
oz.fine

STAND VAN ‘8 RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
1

15 April 1926 23 April 1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank….


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

2.103.356,06

f

844.750,50
Voorschot
op
uit. Febr. 1926 aan dege-
meenten
op
voor haar door de Rijks- administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten bei3sting……….52.861.933,88
,,

52.861.933,88
,,

12.897.805,48
203.306.162,06 205.203.194,39
Daggeldleeningen

tegen onderpand
van Stalsschuldbrieven

3.000000,-.’

Voorschotten aan de koloniën……….12.158.029,45
Voorschotten aan het buitenland
……

Saldo der postrekeningen van Rijks-
4
26.736357,55
,,

23.166.028,40
comptabelen

……………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
.
…………………………
T..enT.
2
)


Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
»

3.568.348,03
,,

3.568.348,03

V
e rpl
i
Ch t
i
n ge n.

Voorschot door de Nederl. Bank
/

10.465.422,88
f

7.498.822,65
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
133.127.000,-
,,
133.127.000,-
Schatkistpromessen in omloop
……
80.150.000,-
,,

74.150.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
6.000.000,-

,,

15.692.995,50
,,

15.269.479,-
Schuld a. d. Bank
v.
Ned.Gemeenten
2)

…12.560.353,53

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds’)
..
12.565.224,59

Zilverbons

in

omloop
……………..

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T. 2)..,,
78.111.436,71
72.245.730,67
Id. aan andere Staatsbedrijven’)…………
135.000,-
,,

135.100,-
Id. aan diverse instellingen
2)
……..
…2.437.111,30
2.433.913,59
Waarvan
/
37.056.000 vervallen
op
of na
1
April 1927.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
II
4.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:

1

17 April1926

1
24 April 1926

Voorschot uit ‘sRijks kas aan N.-lndië
/

119.000,-
/
1.786.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
..
22.100.000,-
25.300.000,-
350.000,-
350.000,-
Ander Schatkistpapier

………………
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië
12.208.000,-
5.627.000,-
Muntbiljetten in omloop

……………
32.317.000,-
,,32.395.000,-
Ten voordeele van Ned.-Indië ge-
boekte beleggingsgelden van het
Ned.-Ind. muntfonds …………….
4.351.000,-
4.535.000,–
Idem van de Ned.-Ind. Postspaarbank__…
,,900.000,-

1
860.000,-
Totaal …………………….
In
‘s
lands kassen aanwezig

……..
.
f72.345.000,-
/
70.853.000.-
..
41.511.000,-

1

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 26 April 1926.

Activa.
Binnenl.Wis.I Hfdbk.
f
31.532.169,76
sels, Prom.,’ Bijbnk. ,, 14.271.687,95
U.1UU18t.I

ig.sun. ,,

f
68.225.939,88
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto

Idem eigen portef.
.
f
183.763.506,-
Af:Verkochtmaarvoor
debk.nognietafgel.

.
183.763.506,-• Beleeningen
mcl.
vrsch.
Hfdbk.
f

54.662.661,87

in rek.-crt.
Bijbnk.

11.322.275,04
Ag.sch.

72.439.862,62
op
onderp.

f
138.424.799,73

Op
Effecten…….
f
136.641.599,73
OpGoederenenSpec.
,,

.1.783.200,_
138.424.799,73
Voorschotten a. h. Rijk
…………….,,
8.518.837,77
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f

56.026.810,_
Muntmat., Goud
.. ,,
372.171.701,19

f
428.198.511,19
Munt, Zilver, enz.

26.197.460,82
Muntmat., Zilver
. .

Effecten

454.395.972,01

BeleggingRes.fonds.
f

6.482.559,17
id.van 1/
5
v.h. kapit.,,

3.994.107,93
10.476.667,10
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.171.000,-
Diverse

rekeningen
……………..
48 125.888,97

f
917.102.611,46
Passiva.
Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
Bijzondere

reserve
………………. ..
6.483.597,96
12.000.000,-.
Bankbiljetten in omloop…………..
817.161.840,-
Bankassignatiën in omloop………..
415.045,17
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f


saldo’s:

‘(
Anderen,,

40.253.887,65
40.253.887,65
Diverse rekeningen
…………
……
20.788.240,68

f
917.102.611,46

Beschikbaar metaalsaldo
…………..
f
282.255.321,56
Op de basis van
‘/i
metaaldekking….
110.681.967,-
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.41 1.276.605,-S
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

(Joud
Andere
Beschlkb.
Dek-
Data
Circulatle
I
opelschb.
Metaal-
I

kinga
Munt

Muntinat.
schulden
saldo
perc.

26 Apr. ’26
56.027
372.172 817.162
40.669
282.255
53
19

’26 56.179 372.172
818.435
36.570
282.513
53
12

’28
56.376 372.172
830.887
28.896
281.563
53
6

’26
56.588 372.359
849.766
31.636
277.280
.51
29 Mrt. ’26
56.910
372.274
821.005
35.633
283.222
53
22

,,

’26 50.110
379.584 810.434
40.726
284.734
53
27 Apr

’25
56.284
423.189
895.741
43.444
312.

312
53
?5Juli’14_
65.703
_96.410
310.437
6.198
43.5211)
54
Totaal
I Schatkist-
elee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
nin en
°p het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
bultent.
ningen

26 Apr.

1926
68.226

138.425
183.764 48.126
19

1926
74.251
6.000
131.790
183.425 47.288
12

1926
77.411
7.000
129.079 177.068
52.467
6

,,

1926
85.321
15.000 146.102
176.941
52.988
29 Mrt, 1926
71.680
2.000
137.200
176.795
43.972
22,,

1926
74.408
2.000
3
)
130.109 176.746 43.331

27 Apr. 1925
95.022
3.000
152.721
146.657
73.382
25
Juli

1914
67.947
1

14.300
61.686
20.188
509
‘t up ae basis van
‘Is
metaalaekktng.
8)
Sluitpost acttva.
3) per 23 Maart.

SURINAAMSCHE BANK.
– – Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
1
Andere
opelschb.
schulden
Discont.
IDiv.
reke-
Iningenl)
_____________
13

Mrt.

1926..
1.001
1.611
542 950
1

350
6

,,

1926..
1.005
1.692
622

944
239
27 Febr.

1926..
1.005 1.757 622
.

935
325
20

1926..
1.005
1.614
.

768 937
461
13

1925-
1.005 1.609 653 933 322
14 Mrt.

1925-
1.052
1.527
872
1.025
316
5
Juli

1914-1
645
1.100
560

1
735

396
t) SIUltpOSt aer activa.

28
April
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

403

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud Zilver
Circulatie
opetschb.
schulden
metaal-
saldo

17Apr.19261
23.500
336.500
48.500
162.500
10

19261
241.500
335.500
48.000
164.800
3

1926
242.250
331.000 54.000
165.500

13Mrt.1926
201.894

39.546′
335.136
54.563
164.103
6

,,

1926
202.848

39.753
338.434
51.315
164.688
27Feb.1926
202.883

39.952
338.086
65.717
162.704
20

,,

1926
203.004

39.945
340.490
64.676
162.549

18Apr.1925
134.038

50.473
277.573
50.494
119.708
19

,,

1924
151.615

64.796
259.050
85.615
148.199

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172 12.634
4.842e

Data
1

Dis-
Wissels,
buiten
1
1

Belee-

1
Diverse
reke-

1

Dek-
kings-
con tos
N.-Ind.
1
ntngen
1
ningen’)
percen-
befaaib.
1
tage

17Apr.1926
10

1926
3

,,

1926

13Mt. 1926

102:150
103.740
94.800

83.049

62 63 63
62
8.710
1923
42.916
6

,,

1926
8.799
20.006
42.594
80.811
62
27Feb.1926
9.057
20.317
42.058
79.786
60
20

,,

1926
8.136
19.712
46.287
82.456
60

18Apr.1925
20.798 20.413
42.884
59.656
56
19

,,

1924
35.143
16.009
56.241 16.180
63

25Juli1914
7.259
1

6.395
47.934
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
‘)
Basis
‘h
me
aaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Currency Notes
Data

Metaal CirculatieO
Bedrag IBankbij.I
00v. Sec.

21 April 1926 146.410 140.161 293.375 56.250 242.723
14

1926 146.491 140.717 295.314 56.250 244.921
7 ,,

1926 146.655 141.892 297.726 56.250 247.680
31 Maart1926 146.769 142.762 295.337 56.250 244.585
24 ,,

1926 146.843 141.617 286.302 56.250 235.321
17 ,,

1926 145.562 141.207 288.771 56.250 237.698

22 April 1925 128.733 120.279 291.744 27.000
9
) 242.840

22 Jûli 1914 40.164 29.317


1
Dek-
1
00v.
1
Other
1
Public

Other Reservel kings-
Data

1
Sec.
1

Sec.
1
Depos.
1
Depos

i

21 Apr.’28 39.270 68.031 13.369 103.196 25.998 22′
14 ,, ’26 40.210 66.577 10.964 103.619 25.524 221/
4

7 ,

’26 45.140 68.205 13.176 106.972 24.513 20
5
1,
31 Mrt. ’26 37.015 86.570 35.441 93.607 23.757 183j
24

’26 43.585 72.521 14.406 108.373 24.975 201/,
17 ,, ’26 38.020 76.177 19.813 100.203 24.105 20

22April’25 36.812 75.530 17.058 105.770 28.204 23

22 Juli ’14 11.005 33.633 13.735 42.185 29.297 525/
8

1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
2)
Gouddekking.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

Data
Goud
Waarv.
in het
buitenl.
Zilver
Te goed
in het
buiteni.

Buit. gew.
voorsch.
ajd. Staal

Schat-
kist bil-
jetten
1)
wi

S

22Apr.’26
5.548
1.864
333 573
35.300
5.306 3.399
15

’26
5.548
1.864
332
571
35.650
5.303
3.482
8

’26
5.548
1.864
332 573
36.250
5.301
3.344
1

’26
5.548
1.864
332
570
36.250
5.292 4.174
25 Mrt.’26
5.548
1.864
331
570
35.000
5.289
3.310

23Apr.’25
5.548
1.864
317
582
22.700
4.978
5.371

23 Juli’14
4.104

640
– –

1.541

Data
Waarvan’
op het
buttènl.

Uitge-
stelde
Wissels

i
e ee-
ningen
Circulatie
J
_
Rekg. Courant
Parti
culiernI

Staat

22Apr.’26
13
1
2.460
52.014 2.646
45
15

’26
12
1
2.479
52.443
2.687
11
8

,,

1
26
13
1
2.538
52.851
2.822
4
1

’26
11
2
2.418
52.127
3.039
8
25Mrt.’26
11
2
2.450 51.492
2.802
32

23Apr.’25
22
6
3.070
42.662
1.948
4

23 Juli’14
8

789 5.912
943
401
1)
In disc,
genomen wegens
voorsch.
v.
d.
Staat a. buiteni.
regeeringen.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 26 April 1926.

Het feit, dat de wet op de teruggave van Dutsch eigen-
dom in de Vereenigde Staten slechts een geringe kans heeft
nog gedurende het ]oopende zittingsjaar te worden aange-
nomen, heeft op de gaheele fon.dsenmarkt te B e r 1 ii n een
druk uitgeoefend; het sterkst varen echter scheepvaart-
aancleelen, zooals Hamburg-Amerika Lijn en Norddeutsche
Lloycl aangeboden. Voorts bleken verschillende inontaan-
deelen aan cle markt te zijn. Aan de algemeene ongeani-
meerde tendens hebben zich alleen de aandeeen uit de
chemische industrie, als Badische Anilin, vervolgens aan-
deelen in brou.werijen en enkele bijzondere soorten, zooals
Vereinigte Glanzstoff, kunnen onttrekken. Desniettmin
valt over het algemeen een daling van het koerspeil op te
merken, waartegen eerst tegen het einde der berichtsweek
eenige wijziging is gekomen voornamelijk in verband met
het afsluiten van het verdrag met Rusland, waarvan men
in industrieele kringen verschillende voordeelen verwacht.

Te L o n d e n hebben cle onderhandelingen inzake de
steenkooicrisis alle andere overwegingen oversuhaduwd. In
den aanvang des’ beursweek zag het er naar uit, alsof beid
partijen tot overeenstemming zouden kunnen komen, doch
het mislukken der conferentie op Donderdag ji. heeft deze
hoop den bodem ingeslagen. De fondsenmarkt heeR clan ook
duidelijk den terugsiag hiervan aangetoond. Daarna is bij
zeer geringe omzetten, de stemming iets verbeterd. In
het bijzonder heeft cle beleggingsmarkt hiervan kunnen
profiteeren; zoo is bijv. de inschrijving op de 5 pCt. obl.
(‘er African Railway Finance Company een dag voor den
of Îicieelen datum gesloten.

Te N e w Y o r k is de markt gesteund door de verla-
ging van het disconto der Federal Reserve Bank. Deze
wijaiging van den rentevoet is volkomen bij verras-
sing gekomen, doch heeft haar rechtvaardiging gevonden
in den weekstaat van de Federal Reserve Bank. Het be-drag der disconteerin.gen is sterk verminderd, terwijl de
reserves aanmerkelijk zijn toegenomen. Een en ander is
een bewijs voor de ruime houding van de geldniarkt. On-
danks berichten omtrent een lichte vermindering van cle
bedrijvigheid in de staalindustrie wordt in industrieele
kringen gewag gemaakt van een nog steeds bevredigeri-den gang van zaken. Te samen genomen is uit deze om-
standigheden de vaste tendens van de fondsenmarkt te
Walistreet goed te verklaren.

De beurs te 1′ a rij s heeft weinig verandering onder-
gaan, ondanks het feit, dat cle wisselkoers ziel, vrij goel
heeft kunnen bancihaven en ondanks de berichten, welke
melding hebben gemaakt van het tot stand komen eefler regeling niet de regeering te Washington betreffende de
buitenlanc!sc4ie schuld. Op het oogenblik, dat dit overzicht
wordt samengesteld is weliswaar nog geen of 1 icieele be-
vestiging van een dergelijke regeling verkregen, doch alge-
meen neemt men aan, dat binnen afzienbaren tij ii wel eelt
overeenstemming tot stand zal komen.

T e n o n z e n t is de stemming over het algemeen Ralm,
doch vast gebleven. De
hele ggingsmerkt
heeft slechts ge-
ringe variaties te zien gegeven, voor zoover het de reeds
genoteerde soorten betreft. Wat de nieu.w aangeboden
obligaties aangaat, over het algemeen viel goede vraag naar
deze stukken
01)
te merken, zooidat de meeste emissies een
groot succes hebben behaald. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld
106/, 106%, 10651
1Le
; 434 pCt. Neci. Werk. Schuld 1917:
991/, 99%, 98%; 7 pCt. NecL-Inclië: 101
5
/s, 102%, 101%; 5 pCt. Mexico 1899: 42%, 43%; 5 pCt. Brazïliii 1913 £20
-100: 66, 65%, 66; S pCt. Sao Paulo: 1047%, 104
3
/.
Van de verschillende aandeelenrubrieken is de meeste
aandacht gevallen op de
i-ubbern,erkt. Gedurende het groot-
ste gedeelte van de berichtsweek is de handel binnen enge grenzen gebleven, hoewel de grondtoon bijna voortdurend
vast is geweest. Op den laatsten dag echter kon een op-
gewekte stemming ziele baan breken in verband niet de
melding, dat gedurende het eerstvolgende kwac

taal –
1 Mei tot 31 Juli – geen verhooging van het uitvoerper-
centage uit het Britseh-Indisehe plantagedistrict zal vor-
den toegestaan, waartegeuover dan echter het standaard areaal zal worden vergroot. Ter beurze heeft men dit als
een gunstigen factor opgevat, voornamelijk omiat tegelij-
kertijd werd bericht, dat na Augustus weder tot restrictie
zal worden overgegaan, indien cle gemiddelde rubberirijs
in het komende kwartaal beneden 1 sh. 9 6. per Engelsch
pond zal dalen. De meeste soorten konden aanmerkelijke
koersverbeteringen behalen. Amsterdam Rubber: 318,
327%, 337%; Deli Batavia: 219, 232%,
241%;
Hessa Rub-
her: 412, 448, 455; Indische Rubber: 361, 371, 380; Kali
Telepah: 343, 36234, 370; Ned.-Inclisehe Rubber en Koffie:

404

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

.315, 328%; R’dam Tapanoeli: 143, 1481/
4
, 155; Serbad-jadi: 320%, 337, 351%; Sumatra Caoutckouc: 269, 285,
294; Wai Snmat,ra Rubber: 256 (ex div.), 268%, 277.
De
tabaksma’rkt is
nogal verdeeld geweêst. De beridhten omtrent droogte in Nederla.udsoh-Indië hebben enkele voor-
aanstaande soorten, voornamelijk aandeelen Senemhak,
nogal gedrukt. Vrij spoedig outstond op het verlaagde peil
omvangrijk aanbod, zoodat een niet onaanzienlijk herstel
zijn intrede heeft kunnèn doen. De inmiddels geleden ver-
liezen zijn dn ook voor een goed deel weder ingehaald,
voor een ander deel hebben aij plaats moeten maken voor
koersverbeteringen. Arendsburg: 530, 535,
53434.;
Besoeki
Takak Mij.: 187, 195; Dcli Batavia: 401, 411%, 401%;
Dcli Mij.: 374%, 386; De Oostkust: 201, 210, 211; Senern-
bak Mij:: 441,
4
37%,
44
8%, 436.
Buikeraer&deelcn
bleven doorgaans vast. De berihteia
omtrent cle vermindering van den Cubaoogst hebben hun
uitwerking gedaan, doch gedurende de achter ons liggende
dagen hebbende hernieuavde verkoopen van cle W.S.P. in
snikerkringen sterk de aandacht getrokken. Weliswaar
bleek de verkoopprijs niet veel hooger te zijn dan die der
transacties, welke eenigen tij.d geleden tot stand zijn geko-
men, doch men ondervond het als Cen gunstig teeken, dat
de handel weer belang begint te stellen in Nederiandsoh-
Indische suiker. Desniettemiu zijn de koersveebeteringen
bescheiden gebleven, terwijl van den omvang der omzetten
hetzelfde kan worden gezegd. Cult. Mij. der Vorstenlanden:
170%, 171; Handeisverg. Amsterdam: 649, 655, 654%;
Java Cultuur Mij.: 341%, 344, 3487/
8
.; Kalibagor: 351, 326,
340; Moormaj3: 424, 414,
414%;
Ned.-Ind. Suiker Unie:
223, 222, 226; Poerworedjo: 107%, 106%, 107%; Tjepper:
674, 664, 653, 640; Tjoekir: 416 (ex div.).
Petroleurnaendeelen
‘hebben een bewogen week achter dec
rug gehad. Speciaal is de daling in aandeelen Peudawa op-
merkelijk geweest. Het aanbod in deze aandeelen werd ver-
oorzaakt door berichten omtrent teleurstellende boorresul-
taten op de terreinen der onderneming. Na den scherpen
val is echter een zoodanige vraag ontstaan, dat spoedig bijna het geheele koersverlies weer was ingehaald. Een
vrijwel analoog verloop hebben aandeelen Perlak Petroleum
getoond; hier waren de koersverschillen echter van veel
geringere beteekenis. A andeelen Koninklijke Petroleum
Mij. waren zoo goed als verlaten, totdat tegen het einde
der berichtsleriode de betere houding van Walistreet voor
dit fonds stinLuleorend heeft gewerkt. Dordtshe Petr.
lcd. Mij.: 358, 365%, 375% ; Ccc. Hol]. :petr. Mij.: 180%,
184,
180%;
Kou. Petroletun Mij.: 38634, 392%, 394; Pci–
lak Petroleum: 74%, 6934, 7234 ; Pendawa: 41
3
/, 28, 39,
36%.
Scheeiveartaandzelen
hebben geen aanleiding tot be-
spreking gegeven, hoewel de groudtoon bijna voortdurend
vast is geweest. Holland-Amerika Lijn: 45%, 45, 44%;
Java China-Japan Lijn: 117%, 115%, 115; Kon. Ned.
Stooniboot Mij.: 7834, 77%, 78
3
/
4
; Ned. Scheepvaart Unie:
168,
169%;
Stooinvaart Mij. Nederland:
171%,
166, 168.
Industrieele ondernerninqeAv
hebben een kalm verloop ge.
had. Het jaarverslag van Jurgens’ Vereenigde Fabrieken
heeft een goeden indruk gemaakt; niettenlin bleken de
koersen van de Jurgeussoorten iets zavakker te zijn, het-
geen echter meer aan gebrek aan vraag dan aan aanbod
dient te worden toegesehreven Kunstzijdesoorten waren
slechts weinig veranderd. Centrale Suiker Mij.: 11734,
117%, 11634 ; Roll. Kuustzijde inc ustrie: 123,
125%,
124;
Jurgeus: 165%, 16234, 163; Meekubee: 131, 134, 13334;
Neci. Kunstzijrdefahriek: 308, 314; Philips Gloeilasmpen:
364, 360.
J)Ijnaendeelelz
waren stil, doch vast. Alg. Explora.tie
Mij.: 121, 119, 119%;
Billiton le Rubriek: 649, 640, 6
4
3%;
Redjang Lebong: 285, 257 (ex div.), 263,. 26S% ; Singkep
Tin Mij.: 28.2%,
280%,
284.
De afdeeling voor
bankaandeelcn
was gunstig, waarbij
een lichte reactie voor enkele soorten viel op te meiken.
Amsterdamsehe Bank: 163, 157,
156%;
Roll. Bank voor
Zuid-Aanctika: 73, .72%, 74; Incassô Bank: 119, 115 (ex
div.); Javasche Bank: 341%, 340; Koloniale Bank: 193%,
195, 197%; Ned.-Ind. Handelsbank: 159%, 160%, 161;
Ned. Handel Mij.: 146%, 145
34,
144% ; R’damsuhe Bank-
verg.: 72, 7234,
71%;
Twentsche Bank: 135.
Âmeri/caangclve aancloeiea
varen iets meer gevraagd, in
overeenstemming met het koersverloop aan de beurs van
New York. Anaeonda Copper: S7
5
1,
90, 90% ; Stude-
baker: 50%, 52%, 5434; United States Steel Corp.: 117
5
/8,
121, 122% ; Atehison rfoleca: 127
11
/
18
, 131; Baltiinoro &
Ohio: 87, 9134, 91
1
5/16; Ene: 293/
s
, 32,
327/in;
Union
Pacific: 147%, 148, 149, 1487/
8
; Wabash Railway: 39/i6,
431132, 4221/32.
1e
geldlrcar/Gt
veranderde weinig; prolongatie was door-
gaans
A
3 pCt. goed verkrijgbaar.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

27 April 1926.
Aan het begin dezer week was de t a r w e-markt nog vast
nadat op de voorafgaande dagen een aanzienlijke prijsstij-
ging had plaats gevonden, welke vooral veroorzaakt was
door goede vraag in verschillende Europeesche landen, min-
der gunstig weder voor de wintertarsve der Vereenigde
Staten en voor den uitzaai der zomertarwe in de Ver-
eenigde Staten en Oanada, alsmede door de verhooging
vati Mei-tarwe te Chicago, die eveneens haar oorzaak vond iii cle goede Europeesche vraag, doch vooral ook in specu_
latieve manipulaties. Een den hoofdoorzaken van de prijs-stijging was dus de Europeesche vraag naar tarwe en deze
is in den loop dezer week in omivang afgenomen. In Enge-
land toonden namelijk de molens na de groote inkoopen,
die zij in den laatsten tijd hadden gedaan, minder belang-stelling en de omzet aan (le Engelsehe markt was de laat-
ste dagen belangrijk geringer dan in het begin der week.
Gek Duitschiand treedt niet meer zoo sterk als kooper op.
Wel wordt daar nog bij voortdu ar
ring twe gekocht en zal
ook in de resteerende maanden van dit seizoen Duitseh-land geregeld flinke hoeveelheden buitenlandsche tarwe
iiooclig hebben, doch de inkoopen van den laatsten tijd
sdhijnen nu weder in een flink gedeelte der behoeften te
hebben voorzien, zoodat in de tweede helft dezer wek de
oiiivang dci

Duitsche inkoopen is afgenomen. Ok naar
Nederland waren de zaken in tarwe verminderd. Dat Italië
nog voortgaat niet zijne inkoopen en dat ook België op
sommige dagen der week goede belangstelling toonde was
geen voidoend tegenwicht tegen de flauwere stemming der
Noord-Aimerikaansche markten. Zij werd vooral te weeg
geroepen door de zooeven beschreven afname in de Euro. peeselle vraag en tevens door beter weder vqor dc winter-
tarwe zoowel als voor den uitzaai der zomertarwe. In het
Westen der Vercenigde Staten, waar men zoo over droogte
gdkiaagd had, was namelijk regen gevallen en ook werd
regenval gemeld uit de streken der zomertarwe, waardoor
het er voor den uibzaai beter uitziCt. Het schijnt echter
wel, dat de koule van den laatsten tijd daarin eene ver-
traging heeft veroorzaakt en dat in Canada de voehtreseiwe
in den bodem geringer is clan in andere jaren. De Juli- en
September-termijnen te Chicago zijn daardoor nogal wat
n prijs gedaald. Ook echter verdween cle vaste houding
voor den Mei.terniijn en voor tarwe van den ouden oogst
te Winnipcg. Nadat daar in het begin der week nog eenige
prijsverlioogiug had plaats gevonden, ging. deze later weder
geheel verloren. Sterker dan te Winuipeg was ten slotte
de prijsdaling voor Mei te Chicago, w’aar in sterker mate
dan te Winnipeg speculatie tot de stijging had bijgedragen.
De Canadeesehe taravopooi doet bij de gedaalde prijzen
weder haar best, die daling niet in de hand te wenken, en
haar aanbod is niet overdadig. De geheele wereldwersebe-
piugen varen deze week klein en bleven weder belangrijk beneden het reeds beperkte totaal (Ier laatste weken. Van
dien beperkten omvang der verschepingen ondervond dc
markt in Europa eeuigen steun, doch dat dit niet in ster-
kere mate het geval is geweest, geeft toch te denken voor
hen, die den laatsten tijd waren gaan gelooven aan onvol-
doende tarwevoorraden voor het restant van dit seizoen.
De ovèrtuiging, dat de voorraden niet nver.daidig zouden
zijn had sterk tot de recente prijsstijging medegewerkt,
doch indien niet mocht blijken, dat in het vervolg zeer veel
grootere verschepingen noodig zijn om de Europeesche be-
hoef te te dekken, dan aal zeker aan het einde van dit
seizoen in verschillende ititvoerlaijden een fiinke hoeveel-
heid tarwe overblijven. Grooter waren de verschepingeut
deze week van Austrnulië, zoowel naar Europa
els
naar de
niet-Europeesche invoerlanden ofschoon reeds eenige weken
Australië nauwelijks meer als belangrijk tarweleverancier
optrad en eigenlijk niet niet eene belangrijke uitbreiding
der Australische af ladingen werd gerekend. Ook Rusland
heel t iii de laatste week een flinlce hoeveelheid tarwe ver-
scheept, doch van dec Donau werden in het geheel geen
vorschepingen gerapporteerd. Tot de a.fnenmcnde hoeveel-
heden tarwe, welke in de laatste dagen naar Duitsehlaiid
werden ‘erkocht, behoorde slechts weinig Platatarwe en
speciaal uit Duitschland komen den laatsten tijd veel
klachten over de kwaliteit dier tarw’e. In Engeland schijnt
men daarover eene betere nieening te hebben en Argen-
tijnsehe tarwe werd daar ook deze week geregeld gekocht.
Zooals gewoonlijk bestond een groot gedeelte der Engel-
sChe inkoopen weder uit Canadeesche soorten en verder
richtte de vraag zich voornamelijk tot Australisehe tarwe.
Ook kwamen echter geregeld, evenals naar Duitschland,
zaken tot stand in nieuwe Amerikaansohe wintertarwe ter
verscheping in Juli en Juli/Augustus, terwijl een enkele
zaak werd gedaan in Britscli-Iudische tarwe van den nieu-

28 April 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

405

• Noteeringen.

Chicago

I

Buenos Aires

Data

Tarwe

Maïs

Haver Tarwe

Maïs Ltjnzaad

Mei

Mei

Mei

Mei

Mei
I
Mei

24Apr.’26
162
K
1
/8
41
13,65
7,10
15,30
17

,,

’26
1681/
425/
8

13,70 7,15
15,35
24Apr.’25
1525/
8

1071/
8

414
15.30
9,90
22,10
24Apr.’24
10231
76
465/
8

10,80
7,75
19,20
24Apr.’23
1251/
8

801/
8

45(
12,20
1
)
8,451)

21,90
1
)
1

20Juli’14
82
5611
8

36X
9,40 5,38
13,70

1)
per April

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
26A,ril
19April
27April

Tarwe (Manitoba III)


1
16,50
16,40
*
16,25
Rogge (No. 2 Western)
.

1
** 11,55
**

11,80
13,40
Maïs (La Plata)

……..
2

178,- 178,-
238,-
Gerst (48 ib. malting) ….
2
200,-
200,-
252,-
Haver (Canada 3) ……..
1

12,-
11,60 11,90
Lijukoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata.zaad)..
12,05 12,35 12,75
Lijnzaad (La Plata) …..
8

341,_
334,-
470,-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
3)
per 1960 KG. * No. 2
Hard/Eed Winter Wheat. ** Zuid-Russische.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

It

Amsterdam

Totaal

Artikelen

.
1

1

ii

1

1
18124 pr,l

Sedert

Overeenk.

18)24 April i

Sedert

i Overeenk.

1 Jan. 1926
1
tijdvak 1925

1926

1Jan. 1926
1
tijdvak 1925

Tarwe…. … ………..22.352

375.808

253.740
Rogge

…………..

4.295

60.342

33.198
Boekweit ………..

328

8.603

9.891
Maïs..

…………

25.942

294.596

237.797
Gerst …………..

6.362

110.437

47.391
Haver ……………..
.3.757

55.036

33.469
Lijnzaad …………..3.708

68.727

53.330
Lijnkoek ……………5.355

84.545

83.974
Tarwemeel ………….2.008

19.638

31.477
Andere meelsoorten ..

163

4.461

3.059

weit oogst. De Argeutijnsche termijiunarkten hebben, even-
als de Noord-Amerikaansche in de tweede helft, cciie prijs-
verlaging ondergaan.
01)
26 April eliter waren Chicago en
Wiiiiiipog weder vast en hooger, waarvoor als reden nieu-
we droogte in het gebied der zolilertarwe wordt opgegeven.
De Mei-termijn te Chicago deed aan dit prijsherstel slechts
in geringe mate mccle en het slot was daarvoor nog 4
dollarcent per 60 lbs. lager dan op dcii 19clen. Voor Juli
en September werd de prijsdaling echter geheel hersteld.
Witirtipeg sloot un de vaste markt van 26 April nog 3 cent
lager dan een week tevoren en iii Argentinië was op dc
teruitijnintarkten op 26 April de tarweprijs onveranderd
tot IS centavos lager dan op den 19den. In r o g ge

ren deze week de zaken van weinig betee.
ken is. Zoowel Dit itchc als Noorcl-Amerikaanshe logge
was teti slotte goedkooper te koop. -De cmtzet bleef echter
aanzienlijk ten achter bij dien van cle voorafgaande week.
In maf s zijn de zaken de geheele week stil geweest,
cii de verbetering
itt
cle consuniptievraag, welke in Ons
vorig weekbericht werd vermeld, is niet tot verdere ont-
vikkeling gekomen. :0e Duitsdte kooplust voor mais, die
voor het eerst iii dit seizoen een wat helangrijkeren om-
vang aaitii;mt, •vencbvecn weder voor ccii groot gedeelte en
de geregelde zaken, welke uit de Donnulanden langs den
Donau naar Zuid- en Midden-Duitschland wei-den gedaan,
zijn sterk in omvang afgenomen. Voor Zuid-Slavische mals
op aflading in de eerstvolgende maanden zijn dan ook de
vraagprijzen verlaagd, doch de kooplust voor maIs op clie
posities is iii West-Etropa zeer gering en in Nederland
waS rnaïS ter vorsciseping van den Donau gedurende den
zomer steeds tot lagere prijzen te kool) dan uit de uit-
voerlauclen werden gevraagd. Veel zaken kwamen echter
itiet tot stand. Dit was vooral ook het gevolg van de om-
standigheid, dat voor Donaumaïs op de zomermaanden vrij
wel dezelfde prij.en werden gevraagd als voor Plata.mais,
terwijl in dit seizoen zaken in eerstgenoemde soort slechts
mogelijk zijn, indien deze Vrij wat goedkooper dan Plata-
ittais te koop is. Voor spoedige Donaninaïs was aanvan-
kelijk nog wel eenige vraag in verband met de omstandig-
heicl, dat zeer weinig mais van den Donan naar West-
Europa onderweg is, doch nadat gebleken was, dat door
den lagen stand van den Donau bij Soelina. het vertrok
der booten werd vertraagd, namen ook deze zaken a.f,
te meer omdat ook voor spoedige mak de vraag in de in-
voerlanden verntindercle. Uit Argentinië werd beter weder gemeld, waardoor aan dc termijnma.rkten te Buenos-Aires
en Rosario eenige prijsverlaging plaats vond, vorschepers
wat goedkooper aan de markt kwamen en uit de tweede
hand Plataisiaïs ter verscheping in den zomer lager werd
aangeboden. De zaken waren echter zeer beperkt en in
Engeland waren clie op sommige dagen der week zelfs
van zeer weinig beteekenis of werden in het geheel geen
zaken gedaan. Aan de Argentijnsehe termijnmarkten is
maIs van 19 tot 26 April 5 ii 15 oentavos per 100 KG. in
prijs gedaald.
In Noord-Amerika toonde de ma.ïsmarkt weinig ver-

2.182

6.731

377.990

260.471

200

296

• 60.638

33.198

157

297

150

8.900

10.041

23.799

30.004

318.395

267.801

1.120

4.049

2.465

114.486

49856

1.995

150

57.031

33619

74.396

14.087

143.123

67.417

84.545

83.974

212

3.586

6.011

23.224

37.488

4.461

3.059

andering, doch geleidelijk zijn de prijzen daar gedaald
zonder echter een niveau te bereiken, dat nieuwe zaken
naar Europa mogelijk maakt. De verscheping van maïs
van Noord-Amerika blijft zeer klein. Geregeld is Rusland
aan de markt met mais, ter versdheping in April/Mei en Mei/Juni. De verschepingen van Argentinië waren deze
week weder wat grooter, terwijl de maïsvoorraad in de
drgentijnselse havens Vrij aanzienlijk toenam. De onlangs
in Argentinië gevallen regen heeft ivel eellige vertraging
iii de verschepingen veroorzaakt, doch. de ter verscheping
gebrachte hoeveelheden zijn toch wegens den vroegen
oogst en de grootte opbrengst van vroege mais zeer veel
grooter dan in het vorige jaar. –
Voor ge r s t zijn in het begin der week nog weder hoo-
gere prijzen betaald. Dit geldt vooral voor gerst van den
])onait, welke slechts in beperkte hoeveelheid werd aan-
geboden. Ook voor Aruerika;utsche gerst ging cle prijsstij-
ging nog voort, cci naar Duitschland bleven op ruime schaal
zken tot stand komen. In de tweede helft der week viel echter ook voor gerst in Duitsehland een vermindering
der vraag te constateerert cii ten slotte heeft dit eene Vrij
sterke prijsinzinking ten gevolge gehad, welke echter op
26 April zich wel het sterkst in Nederltucci deed gevoelen.
Ook voor spoeclige gerst is liet aanbod wat toegenomen. l)e termijnmarkt te Winnipeg oudoiging ecne niet onaan-
zienlijke verlaging, cloli iveclerverkoopers bleven cle laatste
dagen in Duitschlanel en Nederland steeds beneden Amen-
kaansclien ptijs aan de markt. Ook in Is a v c r is de omzet afgenomen. AanvankOlijk was de vraag in Engeland nog goed en ook op het vaste-
land bleef men geregeld haver koopeii zoowel van Argen-
tinië als van Noord-Amerika, terwijl speciaal in Engeland
tegenwoordig geregeld Chili-haver wordt gekocht. In
Noord-Amerika is echter in cle tweede helft der week
haver geleidelijk in prijs gedaald, en met dringend aanbod
werden Amenikaansche vi-aagprijzen is aar Europa dage-
lijks verlaagd wat den ondernensingslust allerminst in cld
hand werkte. De berichten omtrent den nieuwen haver-
uitzani in Noord-Amerika zijn in den loop der week ver-
beterd, wat wel een der oorzaken voor de prijsverlaging
aan de mai-kten te Chicago en Winnipeg zal zijn geweest.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren deze week prijs-
houdend tot vast gestemd voornamelijk tengevolge der situ-atie op Cuba, alwaar hevige regens en een spoorwegstaking
den oogst bemoeilijken. Elet blijkt thans, dat de Cubaansche
regeering betreffende de inkrimping van den oogst met
10 pCt. eigenlijk nog geen definitief besluit heeft genomen;
in suikerkningen is men ëchten van meening, dat – afge-
zien van dit eventueele regeeringsbesluit – de Cubaoogst
aanmerkelijk beneden Guma’s raming van 5.374.000 tons
zal blijven.
In Amerika, waar de termijnmarkt op iets lagere no-
teeningen opende als voorafgaande week, trokken de prijzen

406

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

iets aan, zoodat het slot op precies dezelfde cijfers afkwam
als verleden week.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be.
droegen deze week 96.000 tons, de versmeltingen 67.000 tons
(tegen 80.003 tons in 1925) en de voorraden 272.000 tons.
Promptc Cubasuiker werd verhandeld tot 23j $ c. & fr.
New York, terwijl voor Mei verscheping naar Europa Sh. 11/74 cif gevraagd wordt.
De Cubastatistiek is als volgt:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 17 April 184.810 178.188 138.338
Totaal sedert 1/12 tot 17/4 …..2.880.861 2.961.077 2.642.041
Werkende fabrieken ……….169

183

146
Weekuitvoer 17April ………112.030 111.682

73.889
Totale uitvoersedert 1/1 tot 1714 1.574.216 1.977.606 1.737.126
Totale voorraad 17 Apri…….1.306.646 983.471 904.965

Op het eiland Mauritius heeft een cycloon gewoed,
welke een gedeelte van den te velde staanden oogst ver-
woest heeft, die hierdoor geraamd wordt niet meer dan
200.100 tons te zullen opbrengen.
Op J a v a kwamen de eerste afdoeningen door de V.I.S.P.
van suiker uit oogst 1927 tot stand en werden niet on-
belangrijke kvantiteiteu afgedaan tot t 16Y
4
per 100 K.G.
voor Superieur en resp. tot t 14 en £ 14 voor No. 16
en hooger en Muscovados. Verdere biedingen op deze basis
werden geweigerd en koopers moesten f Y
4
meer betalen.
Dit zijn de eerste verkoopen op Java, welke plaats hebben
op een prijsbasis per 100 K.G. in plaats van per picol.
Uit den ditjarigen oogst verkocht de V.I.S.P. nog wat
Superieur tot f 10.- en hoofdeulker tot t 9.

per picol. De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Duitschiand 1 April ……..930.000 598.000 737.000
Tsjechoslowakije 1 April

680.000 494.000 378.000
Frankrijk 1 April ………35.000

373.000

127.000
Nederland 1 Maart ………187.000 160.000 106.000
België 1 April ………….148.000

166.000

72.000
Engeland ………………505.000

192.000

264.000

Europa

2.775.000 1.983.000 1.684.000
V.S. Atlant. baveng 21 April

272.000 158.000 175.000
Cuba 17 April alle havens

1.307.000 983.000 905.000

Totaal

4.354.000 3.124.000 2.764.000

Het verschil van den totaal voorraad in vergelijking met
dien van verleden jaar is intusschen vermeerderd tot
1.230.000 tons.
In Engeland sloot de termijnmarkt als volgt:

Mei …… Sli. 14/0%

September Sh. 15/_

Augustus. ,, 14/1034

December. ,, 15/134.

Hier te lande opende de markt de afgeloopen week
in vaste stemming op t 16 voor Mei,
1
171/
1
voor Aug.
en
1
1734 voor Dec., waarna prijzen wat afbrokkelden om
daarna echter – in symphatie met New York – weer aan
te trekken. Het slot was prijshoudend op dezelfde notee.
ringen als bij opening, waartoe vraag bestond, terwijl ver-
koopers f
1
/8
hooger hielden.

NOTEERINGEN.

Londen
New York
Amster-

1
Whlte Java’s

Cubas

96°
Data

dam per Tates
J.
f.o.b.
per

I

96° c.l.f.

Centri-
Aug.

Cubesj
Meiljuni

ApriliMel. fugals

kristalsuiker
8 h.
lh.
Sh
$
ets.
basis 990
26Apr.’26
f
17 321_
151…
11/9
4,14
19

;,

’26
,,

171/
1

32/-
14,6
111734
4,14
26Apr.’25
205,
35,9
16/434
13
1
3
4,40
26Apr.’24
27%
61/6 22
1
9

24_
6,28
ruwsuiker
basis 88°
4Juli ‘141
f

1118/
35

18/-
. –

3,26
basis 990 1
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
f
14
18
/
1
krist.suik.
990
is aan te nemen opf3p. 100KG.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 21 April 1926.

Prijzen van Amer.ikaansehe katoen zijn wat flauwer en
er is weinig te doen. Weerberichten uit de katoendistric-
ten wijzen op een o’vervloedigen regenval in Texas gedu-rende de maand Maart, doch elke invloed, welken ongun-
stige weerberichten op de markt zouden hebben, ‘wordt weer
teniet gedaan door de groote hoeveelheden beschikbare

katoen. liet is wel merkwaardig, dat loco-verkoopen de
laatste week wat beter waren, zoodat tot gisteravond
deze week 11.340 balen Amerikaansche katoen zijn ver-
kocht, terwijl futurezaken daarentegen de laatste twee we-
ken eenigszins verminderd zijn. Egyptische F G F Sa.kel is
vaster geworden en noteerde gisteren 16.05, tegen 15 d.
als laagste punt van dit seizoen op 22 Maart jI. Ontvang

sten in Alexandrië, alsook de voorraden, zijn grooter dan
verleden jaar.
De. vraag naar Amerikaanshe garens is over het alge-
meen nog van weinig beteekenis en cle totaal’verkoopen,
zoowel Mule als riaggaren, zijn slechts gering. Spinners
hebben groote moeite hun productie te verkoopen en in
enkele gevallen oordeelen spinners van grovere nummers het goedkooper hun productie stop te zetten dan op voor-
raad te spinnen. Gisteren was de vraag naar medio num-
mers, zoowel Mule als ringgarens, iets beter. Hier en daar
schijnen enkele posten te zijn afgesloten, doch over het algemeen zijn biedingen te laag om tot zaken te leiden.
Getwijnde garens worden slechts weinig verkocht en er is
slechts een zeer beperkte handel voor de binnenlandsche
markten. De geoombineerde vergadering van Spinners’ en
arbeiders heeft het voorgestelde plan van ,,sectional work-
ing’ verworpen. Er worden echter pogingen in het werk
gesteld om tot een centraal verkoopsysteem te komen,
waarvan de d6tails nog niet bekend zijn, doch waarover
heden avond een particuliere conferentie gehouden zal wor-
den. Er is een geregelde bescheiden handel in Egyptische
garens, doch zaken beperken zich uitsluitend tot dringende
behoefte en speciaal voor het binnenland. De cijfers van
den Boarci of Trade betreffende den export van katoenen garens gedurende de maand Maart bedroegen 16.004.400
lbs. tegen 17.853.000 lbs. over dezelfde maand verleden
jaar. Voor Duitschianci was het totaal 2.613.400 1bs. tegen
5.138.000 lbs. voor Maart 1925. Het totaal voor Britsch-
Indië bedroeg 913.600 1bs. meer dan een jaar geleden.
In de doekmarkt is gedurende de afgeloopen week wei-
nig gedaan. Wel zijn er biedingen aan de markt van
Shanghai en enkele partijen fancygoed zijn geboekt. Ook
van Indië bestaat een goede vraag, alsmede van ‘de andere
Oostersche markten, doch over het algemeen zijn de ge-
boden prijzen te laag om tot zaken te leiden. Manchester
prijzen blijven vast; de jongste flauwere stemming van
zilver heeft een deprimeerenden invloed uitgeoefend en
heeft zeker tot de afzijdige houding van koopers bijgedra-gen. Over het algemeen kan men dan ook wel zeggen, dat
de consumeerende markten voldoende belangstelling toonen,
doch dat het nooclige vertrouwen nog ontbreekt.

14 Apr. 21Apr. Oost. koersen. 13 Apr. 20Apr.

Liverpoolnoteeringen. T.T.opBr.Indië l/5fl 1I5+
F.G.F.Sakellaridis 15,50 16,30 T.T.opllongkong2/2% 2/234
G.F. No. 1 Oomra 6,30 6,15 T.T.op Shanghai 2/11 2/10

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands.)

23April
1926
16April
1926
1

9April
1926
23April
1
.

1925
1
23April
1924

New York voor
Middling …
18,90e
19,15 c 19,30 c
24,40e
29,35 c
New Orleans voor Middling
17,89 c 18,07 c 18,33 c
24,45 c
29,63 c
Liverpool voor
Middliug …
10,01 d
10,13 d
9,99 d
13,65 d
17,78d’)
*) Voor fully midd]ing ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.’25
I
Overeenkomst (ge periode
tot

16April’26

1924(25

1

1923124

Ontvangsten Gulf-Havens.

Atlant.Havens
8838
5
8941
6268

Uitvoenaar Gr.Brittannië
1

1985
2385
1499
‘t Vasteland ete.
3901
4072
2818
Japan
973 838 544

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

April’26
1

1,,
16
reenkoTstig tijdstip
1
1925 1924

Amerik. havens ……….
1574 799 565
1044
626 506
36

.

180 130

Binnenland

…………..
New York

……………..
325
210
154
New Orleans …………..
Liverpool

…………….
537 734 342

28
April
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

407

KOFFIE.

De afgeloopen week was er eene van bijna onafgebroken
oploopende termijnno’teeringen. De vaste stemming aan de
teimijumarkten werd hoofdzakelijk in het leven geroepen
door den stand van zaken in Brazilië, alwaar de wissel-
koers belangrijk steeg en de binnenlandsche koffieprijzen
in Mi]reis opliepen, hetgeen ten gevolge had, dat de kost-
en vrachtaanbiedingen van Rio- en Santos-koffie op
prompte verseheping eenige shillings in de hoogte gingen.
De noteeringen aan onze termijnmarkt waren dan ook bij
het afsluiten van dit bericht wederom ongeveer %
k134
ct.
hooger dan een week tevoren.
Op den handel in loco had deze verbeterde stemming
in zooverre invloed, dat de a.fzet, in de eerste plaats die
voor uitvoer, ditmaal niet onbevredigend was, al waren de
prijzen, die gemaakt werden, dan ook in de meeste geval.
len nog niet loonend te noemen. In dit opzicht steekt
onze markt wel zeer ongunstig af bij de buiteniandsche
markten en vooral bij die van New.York, alwaar de stem-
ming voor loco-koffie in de laatste week zeer vast was
en de officieele l000-noteering van Rio No. 7 van $ 18% op $ 19% kwam, hetgeen eene stijging beteekent van on-
geveer 5% pCt.
De twee weken geleden van den Amerikaansohen Consul
te Rio ontvangen raming van den volganden Santos-oogst
van 12, wellicht 14 millioen balen, werd in de laatste dagen
van versdhillende niet-officieele zijden tegengesproken en
uit Londen werd bericht, dat verscheidene onafhankelijke
deskundigen hunne vroeger medegedeelde opinie, dat de
oogst geen 10 millioen zal bedragen, handhaafden. Volgens
een telegram uit New-York zou de ,,Jouznal of Commer-
ce” zelfs eene raming van 9 millioen hebben uitgegeven.
Verder werd in de laatste dagen bericht ontvangen, dat
men den volgenden Rio-oogst als matig aanneemt en dat
de oogsten van Venezuela en van Columbia zôôzeer door
droogte geleden hebben, dat eene opbrengst van 20 tot 30 procent minder dan de loopende oogst zal moeten worden
aangenomen. –
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 9918
A
101/-
per cw’t. en van dito Prime ongeveer 1021- & 103/6, terwijl
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
versohepïng, bedragen 87/3
A
89/..
In Robusta op af lading van Nederlandsoh-Indië kwamen
deze week eenige zaken tot stand. De prijzen zijn echter, in vergelijking tot’ dê marktwaarde ‘alhier zCiô hoog, dat
alleen prompte versolieping naar andere Europeesche ha-
vens (in cle eerste plaats Frankrijk), alwaar de loco-waarde
op het oogenblik belaigrjk ‘ hooger is dan hier, in aan-
merking komt. De laatste noteeringen zijn:
Palemhang Robusta, Mei verscheping, 47 ct.; Palem-
bang Robusta, Mei/Juni verscheping,. 46% ot.; Palembang
Robusta. Juiii/Juli verscheping, 46% ct., alles per % KG.,
c.i.f., uitgeleverd gewidht netto contant.
De officiele,loco-noteeringen bleven onveranderd 63 ct.
per % KG. voor Superior Santos en 54 cl. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rottezdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de oolitend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

Mei
I
Sept. Dec. Mrt. LMei
Sept.
1
Dec. Mrt.

27 Apr. 557, 53

51

498j

5149

46
h 44
20 ,,

545,
51ij,
4
9
‘i

(
48’/8 495/s

7/8 44

4251
8

13

5271, 49

481/
t
473f

49

417/
8

6

54
/8

49

48

50

471
i

45

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldend
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei

I
Juli

I
Sept.

I

Dec.

26Apr ……… .$ 17,04

$16,84

$ 16,21

$15,70
19

18,88

16,26

15,65

15,07
12

,, 16,39

15,65

15,20

14,69
5

,, 16,50

,, 16,05

15,65

15,06
Rotterdam, 27 April 1926.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data
Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1Juli –

week

1Juli

24 April 1926…

27.000 3.432.000 133.000 7.700.000
25 April 1925……

8.000 12.843.000
1
145.000
1
8.273.000
1)
In Reis.

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

1

te Rio
te Santos
Wisselkoers
Data Voorraad

Prijs
Voorraad 1
Prijs
te Rio
op Londen
(In Balen)
No. 71)
(In Balen)
1
No.
41)

26April1926
105.000
1
26.425 1.411.000
1
28.800
711
4

17

19261
126.000
1
25.875 1.408.000
1
26.500
6′
132
12

»

1926
1

134.000
25.525 1.423.000
1
26.500
6
1

178
27 April 19251
117.000
37.100
2.169.000
38.000
53!
IS

THEE.

De theeivarkt was in de afgeloopen week iets luier en
Londen gaf voor cle ordinaire soorten vaak prijsverlagingen
te zien van Y, d., terwijl de middensoorten dikwijls 14 tot
1
cl.
lager afgegeven werden.
Goede kwaliteiten met krachtige schenken bleven gevraagd
en waren ten volle prjshoudend. Het gemiddelde prijsniveau
daalde met ongeveer
cl.
per lb., doch staat toch nog ca.
4 d. boven dat van verleden jaar.
Afleveringen blijven goed, doch is er nog steeds beperkte
vraag voor export.

Hier ging er op de markt weinig om en is men in af-
wachting van de veiling van 29 dezer.
Amsterdam, 26 April.

RIJST.

Sedert het laatste bericht zijn ook de rjstmarkten in
het Oosten gemakkelijker geworden, behalve in Siam.
Burmaih kwam door onvoldoende vraag lager af met
f.o.b-noteeringen, terwijl ook cle vracht uaar Eurôpa daalde.
Formosa bericht een record-oogst, terwijl over hét alge-
meen de weei.:beriah.te
n
uit de groote productiecentra gun-
stig luiden.
Ook op Java werden onder deze omstandigheden lagere
prijzen verwacht, doch de groote droogte, welke ook reeds
op auclere eilanden in den Archipel gemeld werd, kan,
indien niet spoedig een omkeer ten goede komt, den oogst
nog aanzienlijk benadeelen. De, laatste dagen is dan ook
de stemming daar door de onzekere vooruitzichten vaster
geworden.
Zaken in export-rijst met Europa vonden bijna niet
plaats, daar Frankrijk door de onzekere valuta geen
arrangementen wil aangaan, in Engeland de kooplust ge-
temperd wordt door de critieke phase, waarin zich het
koleiunijnvraagstuk bevindt, terwijl ook door de overige Europeesche pellers weinig neiging betoond werd iets te
ondernemen.

RUBBER.
De rubbermarkt had gedurende de afgeloopen week een
kalm verloop. Prijzen bleven vrijwel onveranderd en de
omzet was gering. De slotnoteeringen luidden:
la Crëpe:

einde voorafgaandeweek:
27

April 1926.
April

1
.
2
8*

……………1.29*
April/Juni

1.
2
7*

…………..1.30*
Juli/Sept.

1
.
2
6*

…………..1.28

STEENKOLEN.

De kolenmarkt in Engeland is geheel uit haar voegen
dooi’ de omstandigheid, dat het er naar uitziet, dat de
productie tot staan zal zijn gekomen doordat mijneigenaars
en mijnwerkers het niet eens zullen zijn geworden over de
bonen en werktijden. Het is opvallend, hoe weinig geloof
aan deze zijde van de Noordzee wordt gehecht aan het
uitbreken van de staking. Iedereen zegt overtuigd te zijn,
dat het geschil te elfder ure door tusschenkomst van de
Britsche Regeering zal worden bijgelegd of althans zal
worden opgelapt. Het is overigens een feit, dat op het
Continent de gevolgen van een Britsche kolenstaking nau-
welijks voelbaar zouden zijn door de groote voorraden kolen
van andere herkomst, die gereed staan om daar in te val.
beu, waar totdusver Britsche werden geleverd.
Onder den druk van een en ander zijn niettemin de prijzen
voor Engelsche kolen opgeloopen, die van Weatfaalsche zijn
vrijwel stabiel gebleven.
De prijzen zijn: Northumberland Ongezeefde ..
f
11,-
Durham Ongezeefde ……….,, 12,-
Cardiff Ongezeefde ………… ,, 16,50
Schotsche Gezeefde ……….,, 10,95
Yorkshire Gewasscben Doubles ,, 14,75

408

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 April 1926

Westfaalsche Vetiörder …… f10,75
Vetstukken ……,, 12,75
Smeenootjes …. ,, 12,50
Gasvlamförder .. ,, 10,75
Gietcokes ……,, 14,75
alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/
Amsterdam.
Westfaalsche bunkerkolen fo.b. Rotterdam/Amsterdam

f
10.25.
Markt prijshoudend.

27 April 1926.

IJZER.

Er is in de afgeloopen twee weken weinig veranderd in
de situatie van de Engelsche ruwijzermarkt: de moeilijk-heden in (le kolenindustrie zijn nog niet tot een oplossing
gebracht, wat dus zeggen wil, dat de toestand nog onzeker
is. Hoewel de stemming dus lusteloos is, hebben de prijzen
zich kunnen handhaven; alleen hematiet liep een shilling
terug. Ook de Belgische markt vertoont nog hetzelfde beeld
als twee weken geleden; in alle afdeelingen is weinig te
doen en gaan de prijzen terug, behalve in die van ruwijzer,
dat vast is en goed gevraagd.
De Fransche ruwijzerprjzen, zooals die hieronder gege-
ven worden, zullen zeer waarschijnlijk met ingang van
1 Mei worden verhoogd en wel resp. tot 420 en 457,50 frs.

Noteering in de week van

12/18 Apr. 19/25 Apr. 20/26 Apr.
1926

1

1926

1

1925

Ruwijr.
f.o. b. Middtesbrough
Cleveland Foundry no. 1

4
Hematite East Coast
Mixed Numbers

• Wagon départ Longwy
(Lot haringén)
Moulage P. L. no. 3 …..
.Semi•phosphoreuse

ab Werk Rheinl.-West falen

Gieszerei Roheisen no: 1

Hâmatit………..

‘f. o.1. Antwerpen


Gieterij ruwijzer no. 3
1
)

Waisproducten.
f. o. b. Antwerpen (vrijbl.)
Stafijzer
• Plaatijzçr 5 mM…….
……..

1)
De in het vorige overzicht vermelde prijzen, ontleend
aan Engelsche en Franschebron, schijnen onjuist te zijn
en dienen tot 64 k 65 sh. verhoogd te vorden.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
.
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch
I

Tin
Lood
Zink

26April1926..
57.10/
65.5/_ 280.7/6
28.151_
32.10/_
19

1926—
57.7/6
65._/_
284.7/6
28.5/_
32.716
12

,,

1926..
56.15/-
64.51-
280.5/_
28.10/-
32._1_
6

,,

1926..
57.1716
65.-/2
286.17/6
30.7/6
33.101_
27 Apr. 1925..
61.10/-
64.17/6
244.2/6 33.10/_
34.151_
20 Juli 1914..
61.-1-
145.15/_
19.-1-
21.10/_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Het aantal orders van de Noord-Amerikaansche graan-
vrachtenmarkt is de afgeloopen week toegenomen en de
vrachten zijn vaster. Van Montreal was een groot aantal
ordrs aan de markt voor tweede helft Mei belading en,
dat er sledbts wewig bevrachtingen gesloten zijn, is alleen
te wijten aan het feit, dat tonnage moeilijk te krijgen is tegen cle in uitzicht gestelde vrachten. Booten met lig-
(lagen niet vÔÔr 12 Mei werden bev-raht naar Antwerpen!
Hamburg range tegen 13 cents en naar Antwerpen of Rot-
terdam alleen, tegen 12Y
2
cents per 100 lbs., zwaar graan.
Naar (le Middel’landsche Zee is de vracht een halven cent,
tot 16 cents, opgeloopen en werd tegen dit cijfer bevracht
per 12/25 Mei, hetgeen kan worden herhaald. Ook van de
Northern Bange zijn meer ladingen beschikbaar en van
Philadelphia werd 9 cents zwaar graan, 10 cents gerst en
11 cents haver betaald voor versehepin-g midden Mei. De
Golf van Mexico was minder levendig. Per tweede helft
Juli. is 3/- per qtr. te bediingen naar U. K., optie Antwer-pen/Hamburg range tegen 2/9, doch reeders toonen tegen
die cijfers weinig interesse.
De suikermarkt van West-Indië was kalm en ofschoon
de orders niet tal-rijk zijn, hebben de bevrachters het toch
noodzakelijk gevonden hun vrachtidee iets te verhoogen,
ten einde interesse bij reeclers op te wekken. Van San
Domingo werden verscheidene kleine bootjes van ongeveer
3000 tons bevracht naar U. K./Coiitinent per April en
April/Mei tegen vrachten tot 16/3. Van Cuba naar Japan
werd een lading vaii 717500 tons afgesloten tegen 26/9 één,
7/9 twee en 2819 3 havens, optie Taiwan tegen 6 d. extra,
pér begin Mei.
Ofschoon de vraag v-aû de North Pacific niet is toege-
nomen bleven cle vrachten gehandhaafd op 27/6 voor Mei-
belading voot boten tot 7000 tons. Per Augus’tus(Septem.
ber werd een lading ger-st bevracht van San Francisco
naar U. K./Continent tegen 301-. Voor gezaagd hout kan
nog steeds tonnage geplaatst worden.
De markt van de La Plata is vasten vooral in het begin
der week werden veel bevrachtingen gedaan per April.
Voor (leze positie werd tot 20/- betaald van de boven-La Platalhavens naar het Continent. Van Bahia Blanca
werden verschillende groote boeten bevraaht tegen 17/6.
De salpeter vraobtenmarkt bleef bijzonder flauw gestemd.
Naar deze zijde is de eenige bevrachting een 6/8000 tonner
per Juni/Juli naar A-lexandrië tegen 21/-, optie U. K./Con.
tinent/Middeil-andsche Zee met overeenkomstige extra’s. Ook
werd er slechts één partij geboekt, al. Juli/December iedere
ma-and 500 tons naar Liverpool tegen 1816 netto.
Met uitzondering van Australië waren de Oostelijke
markten flauw. Van Wladi-wostoek wordt tonnage per Mei
aangeboden naar de gebruikelijke lij

nbooth-a’vens tegen 17/6,
doch de – bevrachters hebben hiervoor geen interesse. Van
Australië zijn de vrachten voor prompte belading sterk
gestegen. Van – Sydney werd bevracht tegen vrachten van
2216 tot 27/- per April/Mei en 27/6 per Mei. Van Zuid-
Australië/Victoria werd tot 27/- betaald per April/Mei.
Burmah was kalm en de vrachten zijn laag. Voor een
8/9000 tonner naar Holland direct werd 161- betaald,
April/Mei. Van. Bombay en Karachi kwamen geen be-
vrachtingen tot stand.
De Donau was vast en betaalde 171- tot 17/6 voor boo.
ten van matige grootte naar het Continent, met 116 extra
voor Deensche opties. Booten van 6/7000 tons lading accep-
teerden 161- naar hawens als Antwerpen, Rotterdam of
Amsterdam, alles voor belading in Mei. Van de Zwarte Zee
werd verdere prompte tonnage opgenmen tegen’ 12/3 Con.
tinent, 12/9 1f. K., 14/3 Denemarken.
Van de Middellandsohe Zee vonden veel bevrachtingen in
erts naar de Vereendgde Staten plaats. Gedurende de
laatste week werdeif meer dan 20 booten hiervoor be-
vracht. De vrachten zijn echter teruggeloopen. De laatste
bevraohtin.gen naar de Vereenigde Staten zijn: Benisaf 816,
La Goulette 91-, Ail-giers 8/6 en Melilla 9/-. Algiers/Middies-
borough betaalde 6/6, Bona/Rotter.dam 4/3, Almeria/Os-
lehshausen 514. In fosf-aat, ging slechts weinig om.
De markt van de Golf van Bisaye is vast en een flink
aantal bevrachtingen werd gedaan, bijv. Bilbao/Cardiff
6/-, Newport River 6/6, Rotterdam 513, Santancier/Rotter-
dam 5/1
1
/2,
OntonflJmuiden 5/9.
Ook de Anerikaansche kolenvrachtenmar-kt was vast en
de vrachten, zoowel naar Zuid-Amerika als naar Europa,
vertoonen een rverdere -stijging. Naar Pernambuco werd $ 3,50
betaald per Mei en naar Buenos-Aires 16/6. Naar West-
Italië wordt $2,50 geboden en naar de Adriatische Zee
$ 2,90, AprilfMei. Naar Montreal werd een 6500 tonner
bevracht tegen 90 cents.
De vrachten voor kolen van Engeland zijn niet bijzon-
der; van Wales werd betaald: Bordeaux
41-,
Alexandrië
11/-, Rio 15/- en van de Oostkust Aarhus 51., Rotterdam
41-, Hav-re 3141%, Port-Said 1016, Las Palmas 10/-.

RIJN VAART.
Week van 18 t/m. 24 April 1926.

De algemeene toestand bleef ongewijzigd.

Sh.

Sh.

5h.
73/-

73/-

82/-
70/6

70/6

77/-
69/6

69/6

78/-

76/-

76/

82/-

Frs.

Frs.

Frs.

407,50

407,50

345,-

437,50

437,50

365,—

Mk.

Mk.

Mk.
88

88

93
86

86

91
9350

93.50

99.50

Sh.

Sh.

Sh.
65 66

66

76/3-77/3

Sh.

Sh.
100/101 99/6-100
105/6-10 105-106
114-115 112/6-114

Auteur