Ga direct naar de content

Jrg. 10, editie 512

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 21 1925

21 OCTOBER 1925

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch,-Statistische

Berl
“chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

10E JAARGANG

WOENSDAG 21 OCTOBER 1925

No. 512

INHOUD

Blz.
DE ZEEREOI-IT-CONFERENTIE VAN GENUA
door
Mr. G.
van Slooten Azn. ………………………….. 920
Loonen en Loonsverhoudingen Eerste halfjaar
1925
door
Ir. B. Bölger ………………………………921
Waarschuwende cijfers uit de Gemeente-financiën
1925
door
Prof.
Mr. C. W. van der Pot Bv …………… 924
Het verslag der Staatscommissie inzake de Electriciteits.
voorziening van ons land II (Slot) door
Ir. G. J. Th.
Bakker …………………………………..926
Zuiderzeekwesties: II. T-let peil van de afgesloten Zui-
derzee door
Ir. S. L. Louwes ………………….927
De Surinaamsche begrooting voor
1926
door
Mr. 0. E. G.
Graaf van Limburg S tirum ………………….930
De ontwikkeling van de Kempen als Industrieel Centrum
door
Ir. P. R.egout Jr………………………..931
De Rijksmiddelen …………………………….
931
BUITENLANI)SOHE MEDEWERKING:
De Landbouwpolitiek in Engeland 1 door
Dr. T. E.
Gregory………………………………933
OVERZICHT VAN TI.msouRIF’rEN ………………….
935
MAANDOIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….
935
STATISTTEKEN EN OVERZICHTEN ……………..
936-942
Geidkoersen.

Sankstaten.

Goederenliandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

• INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Wel. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIChTEN

COMMISSIE VAN ADVIES.
J.
van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Prof. Dr. E.
Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Rogout; Dr. E. van Weldertn
Baron Rengers; Mr. Q. J. Ter pstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden:
Prof.
Mr. D. van Bi om; Prof. Mr. H. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink. Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Kolonsën f 25,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het
Tnstituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh t van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam., ‘s-Gravenkage.

20 OCTOBER
1925.

De geldvraag bleef ook deze week aanhouden. Aan-
vankelijk was er iets meer aanbod; particulier dis-
conto liep op 3
e
/is
k 3% pOt. terug, maar na de medio
was het aanbod weder geringer, zoodat Vrijdag zelfs
3
7
/ie
pOt. werd toegestaan. Ook voor prolongatie was
het aanbod gering. De noteering was weder 3 pOt.
met uitzondering van Zaterdag, toen 3% pOt. werd
genoteerd. Dit percentage was meestal ook voor call-
geld te maken, waarvoor de vraag steeds vrij sterk
-bleef. * *
*

De Ministej- van Financiën heeft de inschrijving
opengesteld op schatkistpapier op Donderdag 22 Oc-
tober a.s. Aangeboden worden drie- en zesmaands
promessen en 4 pOt. jaarbiljetten tot een bedrag van
ten hoogste 65 millioen gulden.

Op den weekstaat van De Neder-landsche Bank ver-
toont de post binnenlandsche wissels een daling van

f
6,9 millioen, welke zich geheel verklaren laat uit
aflossing van schatkistpapier; het bedrag der recht-
steeks bij de Bank geplaatste schatkistpromessen
‘dttal’de in de afgeloopen week van
f 20
millioen tot

f
13 millioen. De beleeningen blijken van
f
124,3 mii-
li6en tot
f
129 millioen te zijn gestegen.

A

et renteloos voorschot aan het Rijk steeg van
0,1 millioen tot
f
13 millioen. De zilvervoorraad
dr Bank vermeerderde met een kleine
f
300.000. De
pdst papier op het buitenland noteert ruim
f
200.000
hooger dan verleden week, terwijl de diverse rekenin-
gen, onder liet actief zich
f
800.000 lager stelden.
iDe biljettencirculatie verminderde met
f 11
mil-
lioen. De rekeningcourant-saldi van anderen stëgen
met
f
10,2 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo klom
met
f
400.000. Het dekkingsperceutage bedraagt
nagenoeg 48.
* *
*

De
‘daling van de Fransche francs blef aanhouden.
jdag werd voor 11.01 verhandeld; daarna ontstoud
een verbetering op een mededeeling van de’ Fransche
regeering over het gebruik van de Morgan credieten,
waaruit viel op te maken, dat deze credieten: nog on-
gebruikt zouden aijn. De verbetering was echter van korten duur en het slot was opnieuw flauw. Daaren-
tegen bleef België weder vast, zonder dat de koers
veel veranderde. Oslo en Kopenhagen schommelden
weder sterk, ook waren de omzetten in deze wissels
weder veel grooter. Vooral Kopenhagen was zeer ge-
zht. Vri.jdag werd 62.65 betaald waarna echter een
kleine reactie intrad. Overigens was de wisselmarkt
zder stabiel. Dollars en Panden schommeldert nau-
welijks ¼ cent. Alleen Buenos Aires was aangeboden
eh liep van 102% op 102
3
/4
terug.

LONDEN,
19
OCTOBER
1925.

De betrekkelijke ge’idruinite vande vorige beric’hts-
periode maakte verleden week plaats voor een volle-
digen ommekeer. Daar belaigrijke goudonttrekkingen
bij: voortduring bleven plaatshebben en het uit Zuid-
Afrika inkomende goud eveneens direct voor export
werd geabsorbeerd, kromp het bedrag aan vlottend
gdl’d, beschikbaar voor de geldmarkt, belangrijk in en
moest de markt zich verleden weëk op meerdere dagen
tot de Bank van Engeland wenden om in hare be-
hoeften te kunnen voorzien.

.De ‘discontomarkt reageerde hierop onmiddellijk en
de, koers verhoogde zic’h daarom van 3% tot 3

jis
voor
prima 3-maands bankaccepten, terwijl de gebruikelijke
marge voor korter papier eveneens wegviel.

Ook heden is geld zeer gezocht en wordt disconto
nièt Ibeter dan 33% genoteerd.
Niettegenstaande de voortdurende goudonttrekkin-
gen bleef de New York wisselkoers zic’h op hetzelfde
vaste niveau van 4,84 handhaven, zoodat het er nog
niet naar uitziet; dat de uitvoer van goud naar Ame-
rika beëindigd is.

920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

DE ZEERECHT-CONFERENTIE

VAN GENUA.

De conferenties van •het Comité Maritime Interna-
tional worden in de kringen van handel en scheep-
vaart met bijzondere belangstelling gadegeslagen, om-
dat in deze samenkomsten ter voorbereiding van ge-
schreven internationaal zeerecht niet in de eerste
plaats het woord is aan ge1eerdn en diplomaten, maar
aan de belanghebbenden in eigen persoon. Deze di-
recte inmenging van de zijde der geïnteresseerden be-
perkt zich niet alleen tot raadgeving en kritiek naar
aanleiding van ,00rstellen uit officieele kokers af-
komstig, maar gaat zelfs zoover, dat zij bepaaldelijk de
onderwerpen aanwijst, die naar het oordeel der man-
nen van de practijk een spoedige regeling van intei

nationalen aard behoeven. Dientengevolge geraakt ht
Comité Maritime zelfs nu en dan buiten het gebied vai
het eigenlijke zeerecht, namelijk het privaatrecht vai de zee zooals het in ons Wetboek,van Koophandel t
vinden is, en begeeft zich in het domein der maat
schappelijke voorzorg, gelijk het geval is met de vert-
plichte verzekering van passagiers, of van het volken-
recht, zooals bij •de ‘behandeling •der immuniteit viii
staatsschepen. Den niet-juristen maken zulke theöreti
sche onderscheidingen slechts geringe zorgen. D’e
juristen in het Comité stellen zich steeds op het stand-
punt, dat, binnen de grenzen van het redelijke, aau
hen om wier belangen het ten slotte gaat, deze grootë
macht dient te worden gelaten, wil men werkelijk iets
bereiken, dat voor de internationale practijk te aan-
vaarden is. Het gevolg is, dat hetgeen in deze samen:
komsten wordt verhandeld niet als een on’verstaan-
baar geluid over de hoofden van koopman, reeder e’
verzekeraar heenruischt, zooals zoovele schoone rede-
voeringen in geleerde genootschappen, doch nauwkeu-
rig wordt gevolgd en ijverig besproken in kantoor e’n
vergaderkamer.
Van de drie voornaamste onderwerpen, die door de conferentie te Genua behandeld werden, zijn er twee:
de verplichte verzekering van passagiers en de beper-
king der immuniteit van staatsschepen, welke door d,
belanghebbenden op de agenda geplaatst zijn. Het
derde: de unificatie van het vrachtrecht in een intei-
nationalen code, was meer een droombeeld van juris- –
ton. Naar alle waarschijnlijkheid zal het nog langen
tijd een droombeeld blijven. Menig rechtgeaard jurist
moge zich verbeelden, dat zulk een code, zuiver logisdh
opgebouwd op het in artikel één fraai omschreven
grondbeginsel, een waardevol geschenk aan de zeeva-
rende mensch’heid zal mogen heeten, de practijk staat
er tamelijk koel tegenover.’ De ‘omstandigheden rijn
trouwens niet zeer gunstig. In vele landen is de her-ziening of geheel nieuwe regeling van het nationale
vrachtrecht in voorbereiding of reeds totstandgeko-
men. Zij, die hieraan ‘hebben medegewerkt, ‘Lijn na-
tuurlijk niet iblind voor de nadeelen voortspruitende
uit het naast elkaar bestaan van verschiHende
nationale regelingen met de daaraan onvermijdelijk
verbonden conflicten, doch zijn in het algemeen niet
gemakkelijk te bewegen tot een omwerking van het
met moeite totstandgebrachte. Ieder tevredengesteld
hervormer heeft neiging naar den ‘behoudenden kan,t.
Een andère oigunstige omstandigheid voor codifica-
tie is de onlangs, gereedgekomen regeling van een deel
van het vrachtrecht, ni. de aansprakelijkheid van dn
vervoerder, in een vorm, die slecht past in een code
zooals de juristen dien zich gaarne voorstellen. Ik be-
doel de Hague Rule-Conventie, welke meer de gedaan-
te van een model-contract dan van een wet vertoont. ‘)
En eindelijk werkt het bestaan van de algemeen ge-
bruikelijke, na veel onderhandeling tusschen betrok-
ken partijen totstandgekomen standaard-charters,
een internationale codifieatie tegen. Ieder van de

i) Deze conventie is thans ook door de Vereenigde Staten eû door Duitsohland geteekend, roodat men mag aannemen,
dat de Staten, welke tot nu toe de zaak nog in beraad hiel
den (waaronder Nederland) spoedig zuilen toetreden.

partijen moet toch vreezen, dat indien die code bepa-
lingen lbevat, welke van minder vérstrekkenden aard
zijn dan hetgeen zij in, het standaard-contract heeft
weten te bedingen, de wederpartij er aanstonds op uit
zal zijn de positie van haar mede-contractant tot op
het niveau van den code terug te ‘brengen.
Ter conferentie heeft men van verschillende zijden
voor de codificatie nog wel een goed woord gedaan,
doch het komt mij voor, ‘dat ten slotte de internationa-
le regeling van het vrachtrecht hoofdzakelijk zal be-
vatten eene unificatie van hetgeen in dat deel van
het zeerecht van openbare orde moet zijn. Men kan
dit dan nog wel een ,,code” noemen – voor Engel-
sc’he ooren zou dit trouwens niet ‘Loo vreemd klinken
– en tevreden naar huis gaan, maar het oorspronke-
lijk denkbeeld zooals het nog ter conferentie van Ko-
penhagen aan de orde was, zal in dat geval voor lan-
gen tijd van ‘de baan zijn.
De quaestie van de immuniteit der Staatsschepen heeft na het weinig voorspoedig verloop der staats-
ondernemingen op reederj-gebied veel van haar prac-
tisch belang verloren. Zooals men zich waarschijnlijk
herinneren zal, was de oplossing, welke door de con-
ferentie van Oothenburg
1)
aan de hand werd gedaan,
in ‘t kort deze. Onderscheiden wordt tusschen vaar-
tuigen van den publieken dienst en koopvaardijsche-
pen. Voor ‘de laatste voortaan geen immuniteit meer. Voor de eerste desgelijks, doch zij mogen in het bui-tenland niet inbeslag worden genomen en ‘het proces
moet voor den nationalen rechter worden gevoerd. De
groote moeilijkheid bleef het trekken van de lijn tus-
schen vaartuigen van den publieken dienst en koop-
vaardijschepen.
Men heeft nu de oorspronkelijke redactie wat meer
gepreciseerd en de eerstgenoemde categorie van sche-
pen aldus omschreven: ,,ships of war, State yachts, surveying vessels, hospital ships, and öther vessels
owned er operated by the State and employed in other than commercial werk”, ‘hetgeen op het eerste gezicht
een verbetering lijkt. Toch blijven er ve]e dubieuse
gevallen over. Gedurende de discussies werd de vraag
gedaan of een mailboot, ingericht en gebruikt voor
troepenvervoer, maar niet door den Staat gecharterd,
onder het begrip ,,Staatsschip” te brengen was. Dit
werd ontkend, en
mijns
inziens terecht. Toch blijft
dit wellicht in de practijk een netelig punt, vooral
voor landen met overzeesche bezittingen, doch zonder
transportvloot – zooals Nederland. Hiermede rij niet
gezegd, dat op deren grond aansluiting bij een con-
ventie in den tegenwoor’digen vorm mag worden af-
geraden, doch dat het voor de genoemde landen nog
meer dan voorheen van belang zal zijn deze aangele-
genheid van nationaal standpunt te bezien en in de
nationale wet te regelen.
Het vraagstuk der immuniteit is thans geheel rijp
voor discussie in een volgende
bijeenkomst
van gede-
legeerden der zeevarende Staten te Brussel, welke bijeenkomst zeer waarschijnlijk in 1926 zal plaats
vinden.
De verplichte verzekering van passagiers zou oor-
spronkelijk alleen moeten gelden voor emigranten.
Doch de emigrant is zeldzaam geworden en, het is niet
gemakkelijk’ te zeggen wat ‘de uiterlijke kenteekenen
van een landverhuizer zijn. Toen men nader over de
zaak ging nadenken, vroeg men zich af waarom deze
maatregel niet zou kunnen worden toegepast op alle
passagiers, en nog verder ziende, bespeurde men, dat
op deze wijze de regeling der schadeloosstelling voor
ongevallen voor een groot deel zou kunnen worden
gelicht uit het civiele recht. Het gronddenkbeeld werd
nu: verplichte verzekering eenerzijds; an’derzijds ont-
heffing van den vervoerder van wettelijke aansprake-
lijkheid, behoudens, zooals van zelf spreekt, in geval
van opzet. Practisch beteekent dit voor den reiziger
een uitkeering onmiddellijk na het ongeval en niet
eerst na het gebruikelijk drie- of vierjarig proces,
terwijl hij zeker is van zijn geld en niet behoeft te

‘) [Zie p. 798 van den jaargaag 1923. – Red.]

21 October 1925

ECONOMISCH-STATIS

vreezen voor cle wettelijk beperkte aansprakelijkheid
des vervoerders, waardoor, in geval van een ramp als
van de ,,Titanic”, zijn vordering tot bijna niets, zou
worden teruggebracht. De voordeelen, welke de ver-
voerder door zulk een regeling zou genieten, behoe-
ven niet nader te worden aangeduid. Zij zijn in ‘t
oog vallend.
Aan een behoorlijke regeling zit intusschen nog
veel vast. Er zijn moeilijkheden van technischen aard;
er zijn lastige vragen van juridischen aard. Wat moet
de premie zijn; hoe wordt zij geïnd; hoe groot kan
de maximum-uitkeering zijn? Behoort de verzekering
Vrij te zijn of moet er aansluiting zijn ‘bij de staats-
verzekeringen? En van juridische zijde beschouwd:
moet de verzekerde passagier zijn actie tot volledige
schadevergoeding, welke hij tegen derden mocht heb-
ben (men denke aan aanvaring) aan den vervoerder
afstaan?

Het denkbeelci zelf, waartegenover velen aanvan-
kelijk zeer sceptisch stonden, heeft gaandeweg meer
en meer sympathie veroverd. Frankrijk heeft er zich
v66r verklaard en, wat veel zegt, bij monde van een
uitnemend civilist als Prof. Ripert. Voor ons is de
zaak eigenlijk geen nieuwigheid. Wij kenden haar
reeds, .op een aangrenzend gebied, in de Zeeongeval-
lenwet. De conferentie zag echter in, •dat het vraag-
stuk nog niet voldoende bestudeerd was om reeds
thans een oplossing te kunnen vinden. De sub-com-
missie, welke een schets van regeling in enkele artike-
len ter tafel bracht, ontving de opdracht de zaak nog
eens nader te bezien ,,taking into account all the views
expressed at the Conference” (en waarschijnlijk ook
nog wel wat meer).

De geringe genegenheid, welke zich voor de Con-
ventie omtrent de hypotheken en voorrechten heeft
geopenbaard, de heftige kritiek, waaraan zij van ver-
schillende zijden heeft blootgestaan, zullen waarschijn-
lijk wel hiertoe leiden, dat de volgende diplomatieke
conferentie van Brussel haar werk van
1923
zal her-

T1ISCHE BERICHTEN

921

zien. Nederland, met zijn uitgebreid scheepscrediet,
heeft hierbij groote belangen. Te Genua kon men zich
intusschen moeilijk met deze aangelegenheid inlaten en men bepaalde zich tot een votum, waarbij de ven-
schelijkheid van een nader bezien werd uitgesproken.
De volgende conferentie zal in
1921
te ‘s-Graven-
bage’ plaats vinden. Mr. G.
VAN SLOOTEN AZN.
LOONEN EN LOONSVERHOUDINGEN

EERSTE HALFJAAR 1925.

Door het Bureau van Centraal Overleg te Haarlem
z4jn wederom gegevens verzameld over de bonen en
lonsverhoudingen van meerderj arige mannelijke
yerddied’en. De gegevens betreffen thans
45.893
werk-
lj.eden in dienst van
252
oniderneniingen, de gemeente
4
‘mster’daim en de gemeente Rotterdam benevens de borvengron’dsdhe arbeiders in het Mijnbedzjf in Lim-
hurg. De cijfers voor Amsterdam zijn verzameld door
lbmiddebi’ng van liet Plaatselijk Overleg (secr. Dr. J.
ègtdoorzee Greup).

-11
De werklieden zijn verdeeld in drie vakgroepen:
’11 geschool’den;
2,
geoefenden en
3,
ongeschoolden,
(olgens de methode aangegeven in de Handleiding
iet Vaklijst voor de loonsvergeljking tusschen ver-
chillende bedrijfstakken. ‘) Voor belangstellenden is
de Handleiding te verkrijgen bij het bureau van
entraal Overleg, Schotersingel
9,
Haarlem. Van deze
‘kgroepen is, overeenkomstig de methode, aange-
even in de genoemde ‘hndleid•ing, het gemiddeld
‘i,iurinlcomen
berekend door het totale inkomen over

he’t iste halfjaar
1925
(loon plus bijverdiensten vol-

e
ens opgave van de R.V.B. sub
8)
te deelen door het
t&taal aantal gedurende dat tijdvak gewerkte uren,
(-ewone uren plus overuren). De kosten der sociale
voorzieningen (ziekengeld, verlof etc.) zijn dus niet
1ij het uurink•omen inbegrepen.

) Zie hiervoor o.a. het artikel van den heer M. Triebels
iji E.S.B. van 5 Augustus1925.

Amsterdam.
De gegevens hebben betrekking op 154 ondernemingen en de gem. Amsterdam met totaal
18078
werkl.
Amsterdam, late halfjaar 1925.

Aantal
1

Aantal werklieden.

Uurinkomen.

ondern.
1
Totaal
1

er

1

2

1

3

1

1

2

1

3

Bouwvakken ………………….
Gemeente Amsterdam
1)

Brouwersbedrijf ………………..
Cacao- en suikerwerkindustrie ……
Kuipers- en kistenmakersbedrjf
Houtbedrijf ……………………
Meubelbedrijf …………………..
Bakkersbedrjf

……………….
Boekbindersbedrijf ………………

55
764

8395
4
748
3
98
4
179
12
347
2 15
3
46
8
207

p
384
.2604
l82

i
47
r 86
12
12
.1131

113
4652
350
61
103 93
3
24
76
1040

267
1139
216
29
29
168

10

92
89
88 84 80
79
78
78 77

88
f
861

78f
72
75
72 75 73
66
‘7fl

86
81,
70
63′
75
65

70

Diverse fabriekmatige bedrijven
2
)
.

13

1225
.

o-o


73

68



179

299

747

63
avenoearijx

…………………..
….i0±.)

2213

1257

671

72

65

55
Metaalindustrie

…………………16

4141
Zuivelbedrijf

……………………2

70
9

7

54

72

56

60
I)
Uurinkornen over het geheele jaar 1924 van cle -man-
,

2)
Tot deze groep ‘behooren: 1 superfosfaatfabriek, 1 chi-
eelijke werklieden, ingedeeld volgens de metjhocie van het
ninefabriek, 1 zwavelzuurfabrick, 1 asphaltfabriek, 1 socla-
N.AJ’cI. De bijdrage van de werklieden voor pensioen (8,
1
4
fbriek, 2 verifabrieken, 1 pharmaceutisehe haiidelsvereeni-
pCt. van het loon) is van het ‘bedrag niet afgetrokken.
ging,

1

blikf.abriek,

1

vruchtensappenfabriek,

1

kabelf a-
briek, 1 meelfabriek en t papierwarenfabriek

Rotterdam.
De gegevens hebben betrekking op
30
ondernemingén en de gem. Rotterdam met totaal 14571 werkl.

Rotterdam, lste halfjaar 1925.

Aaiital
Aantal werklieden.
Unrinkomen.

ondern.
Totaal
1

1

1
2

1

3
1
1

2
1

3

Brouwersbedrijf ………………….2

576
Gemeente Rotterdam
3)
……………-

4342
Bakkersbedrijf …………………. ….3

100
Boekdrukkers – bindersbedrjf ………2

57
Houtbedrjf …………………….

.2

199
Diverse fabriekmatige bedrijven
4
)

6

249
Metaalindustrie ……………….5

9038
2)
Uurinkomen over Jet lste kwartaal 1925 van de man-
nelijke .werldieden hij een 11-1,al gemeentebedrjven en -dien-
sten. De bijdrage van de werklieden voor pensioen (6 pCt.
van het loon) is van het bedrag niet afgetrokken.

111
363
102 88
79 73
1470
.
1885
987
83
78J
73
,19
52
29
78
73
70
37
22

71
64

46


54
99
70 67 61
.59
75
115
68
57
50
4023
2361
2654
60
56
45

Tot deze groep behooren:
1 chemicaliënfabriek, 2 verf-
fabrieken, 1 papierwa.renfabriek,
1 bli’kfabr.iek en 1 zuivel-
fabriek.

922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

UtrechL
Degegevens hebben betrekking op 27 ondernemingen met 2869 werklieden.

Utrecht, 1ste halfjaar
1925.

Aantal

Aantal werklieden.

Uurinkomen.
ondern.

Totaa1I

1

1

2

1

3

1

1

2

1

3

872
559
151
162
86

1
78
70
Bakkersbedrijf

………………..
2
68
25
38
5
74
69
60
1
10 10
– –
70

Centrale werkplaatsen
5)

….1

Drankind,istrie

.-
……………….
2

.
0

26
3
17
6
69 60 48
Boekbindersbedrijf ………………..
..

348
38
110
200
65
61
54
Chemische industrie
6)

…………….4

Houtbedrijf

……………………
2

..

48


12 17
19
62
54
45
Metaalindustrie

…………………
..
1360 731
324
305
60
53
46
Diverse fabriekmatige bedrijven
7)
.
5
1

137 13
1

77
47
59
1

56
48
5)
Onder gemiddeld uurinkomen wordt hier verstaan het
Tot deze groep behooren:
t zeepfabriek,
2
asphaltf a-
gemiddeld uurloon per uitbetaald uur vermeerderd met den- brieken en 1 beenzwartfabriek.
gemicklel-clen kindertoeslag per uitbetaald uur en -de gemicl-
Tot deze groep behooren: 1
blikfabriek, 1 papierwaren.
delde overwerkverdiiensten per gewerkt uur. De bijdrage
fabriek, 1 marourinefakriek en
2
onderuaminoun in bouw-
voor pensioen
(8Y
2
pCt. van het loon) is niet van het be
materialen.
drag afgetrokken.

Haarlem.
De gegevens hebben betrekking op 22 ondernemingen met 2987 werklieden.

Haarlem, lste halfjaar
1925.

– –

Aantal

Aantal werklieden.

Uurinkomen

1
ondern. – Totaal ‘l

1

1

2

1

3

1

1

2

1

3

Centrale werkplaatsen
8)

.
.
1


1019
Bakkersbedrijf ………………….
3
71
Tramwegen

……………………1
316


Diverse fabriekmatige bedrijven
9
)…
4
288
Boekbindersbedrjf
………………2

.

17
HoutbedrijflO)

…………………..
2
25
Zuivelbedrijf

………………….2
92

i.
Metaalindustrie

………………..7
1159


8)
Onder gemiddeld uurinkomen wordt hier
i’erstaan het
gemiddeld uurloon per uAbetaald uur, vermeerderd
met dea
gemicklelden kindertoe-slag per uitbetaald uur en de gemid-
clelde overiverkverdiensten per gewerkt

uur.
13e bijdragt
voor peiisioen
(8

pCt. van het loon) is niet van het be

739
130
150
89
1

81
75
15
36
20
77
69
56
54
266
56 75
67
61
59
64
165
73

62
53
7
10

72
62

7
6
12
70
61
65
4
26
62
66j
63
58
568
345
246
64
57
46

drag afgetrokken.
Tot deze groep behooren
1 zeepfabriek,
1 margarine.
fabriek, 1 cacaofabriek en 1 verf f-abriek.
Deze cijfers zijn zonder
meel
niet vergelijkbaar niet
clie van het Zde halfjaar
1924.

Diverse plaoisen.
Ook ditmaal is cle rubriek diver

plaatsen der Nederl. Spoorwegen (evenals die te
se plaatsen voortgezet. Een belangrijke uitbreiding Utrecht en Haarlem) te Tilburg, Amersfoort en
onderging deze rubriek doordat de centrale werkt’ Zwolle gegevens verstrekten.

Diverse plaatseiT
,
lste halfjaar
1925.

Aantal

Aantal werklieden.

Uurinkomen.
ondern.

Totaal

1

1

1

2

1

3

1

1

2

1

3

Centr. werkplaatsen te Amersfoort
11)
1
261
143
79
39
85
76j
70
Tilburg”)
1
1177

o
828
132
217
84
75j
68
,,

Zwolle
11)

1
924
676
109 139
81 73
65
313
1
50 72

1
191
75 72
66
Mijnindustrie Limburg (bovengr. arb.)

20394912) 25123812) 43779912)
67
60
53
Bakkersbedrijf Den Haag …………1
892986
12
1
2220
1124
761
335
64
56
50
Metaalindustrie Hengelo
………….5
Dordrecht ………..
. 0 1493
375 943
175
59
52
42

“)
Onder gemiddeld uurinkomen wordt hier verstaan het

I

voor pensioen
(8l
pCt.
van
het loon)
is
niet van het be-
gemiddeld uurloon per uitbetaald uur, vermeerderd met den,
drag afgetrokken.
gemiddeiclen kiaclertoeslag per uitbetaald uur en de gemid-
12)

Aantal

diensten

(idan
8

uur)
gedurende het
eer-stc
clelde overwerkverdiensten per gewerkt
uur.

De

bijdrage,
halfjaar
1925.

Wat het steendrukkersbedrijf betreft kunnen voor
het iste halfjaar 1925 de looncijfers van het 2de half-
jaar 1924 worden aangehouden. Hetzelfde geldt voo het kleedingbedrijf te Amsterdam. Wij meenden ech-
ter beter te doen, deze cijfers niet in de tabellen te
vermeld-en. Van ide siigareninidustrie zijn ook nog loon-
gegevens ontvangen, aangezien deze echter betrkkin hadden op Jan. 1924 konden zij voer -de vergelijicing
geen ‘dienst doen en hebben wij ze dus achterwege ge-
laten. –
Evenals vorige keeren zijn ook than-s weer de
cijfers van de omvangrijkste bedrijfstaklcen vereenigd in een grafiek. Links is het uurinkomen der geschool..-
den, in het midden dat der geoefenden en rechts dat der ongeschoolden uitgezet. (In verband ‘met de af-
metingen vangt de grafiek met 40 ct. aan). Er is zoo-
doen-de een gemakkelijk overzicht verkregen van het
loonpeil, terwijl de schuinte van de lijnen een maat
is voor de verhouding van het uuriukomen der 3 vak:
groepen. De niet in de grafiek opgenomen bedrijf s-
takken kunnen door hen, die zich daarvoor in het

bijzonder interesseeren, gemakkelijk in de grafiek ge-
teekehd worden. Werkgevers, -die het uurinkomen van
hunne onderneming will-en vergelijken met het alge-
meene loonpeil, kunnen dit in de grafiek aangeven
en dan de verbindingslijn bijv. met rooden inkt tee-
kenen, zoodat zij in een oogopslag een in-druk krijgen
van de verhoudingen.
Ten slotte hebben wij uit de gegevens, die tot nog
toe werden gepubl-iceerd, een- overzicht opgesteld van
-de loonbeweging gedurende 1923 en 1924 en over het
lste halfjaar 1925. Wij -hebben de cijfers, die door
verschillende omstandigheden niet met -de vroeger ge-
publiceerde vergelijkbaar waren, daarbij weggelaten.
Daar-door werd op sommige plaatsen het overzicht niet
geheel compleet, doch voor alles moet worden verme-den, dat uit de cijfers verkeer-de conclusies getrokken zouden kunnen worden.
De invloed van de Ibetrok-ken cijfers kan worden
• afgeleid uit de gegevens omtrent het aantal werklie-
den over het iste halfjaar 1925 in de hier bovenstaan-
de tabellen. –

21 October 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

923

GEMIDDELD UI77JM(OMEH L4/VNEERDERJAPJGE NAAWELIJJfE

WERItZJEDENOR[IJ7EER5TEHATJJAAR 1925 TffA/f,5ÎLWf

M4RE1IÇ UTRECHT EN ROT ERDAif

GESCHOOLDE]’!.

GEOEFENDEN

0ÂTGEA5CHOOLD.W

9,
9,

39
.jç
_________
89
ee-
38

87
37
-.

35
85

c

82
82

31
e

30
-.

4

s

30
79
___________
79

e


73

77
77

.

‘•,..


76

75

.


75

74
7Lf
0

o

•73
‘l

R-.
72

if
-•.
71

700-

.
70

MavenA.
69

66
.
0,
..
68.

6 7
-..

– –

67

66

66

P
65

6’4

-;–
63

621


0•
••.
60

59
S

-‘

S
59



0

‘-…!
i’

O
58

571

57

551
e

•’Vep

•–.

-.

•0•
56

531

.54
54


S

5!2

s

52

0•
51

*

0
50
L4 9
t

S.

t

-z
L47
0

t

.•

*5

VERKLARING DER LJJNN

AMSTERDAM

• A
HMR LE M – – __- H

UTRECHT_.__._U
ROTTERDAM————–
R
DIVPLAAf5EN_….._..Di

_



••
•-
ZtT
_

-••


L.1
245

-•-

-.

924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925
1

Amsterdam.

(
1
107
103
95
91
92
Bouwvakken


.
2



87
87
3
96
95
88
85
86

(
Kuipers- en
1
80
78
80
81
80

Kistenmakers
2
85
77
77
77 75

•)•
3
78
73
73 77 75
77
75
75
77 79
Houtbedrijf
2 71
70 70
71 72

(T
Havenbedrijf

.. ..
2
70
69
67
5

68
70

1
3

(
1
76
75
72
71
72
Metaalindustrie ..
2
66
66
63
63
65

(
1
81
81
75
75
73
Div. Fabr. m. bedr.,
2
66
67
66 66 68

t 3
65
68
65 66 63

Rotterdam.

(
1
68
63
59
61
60
Metaalindustrie
. .
2
62
58
54
55
56
3
53
46
46
46
45

(
1
73

71
70
Houtbedrijf
2

69
70
65
67

1

59
59 58
61

(
1

70
71
70 68
Div.
Fabr. in. bedr.
2

63
61
62
57
3

58
56
54
50

Utrecht.
(
64
65
61
60 60
Metaalindustrie
.
..’
2
55 55 53 52
53
3
46
47
46 46 46

(
1

68
61
61
62
Houtbedrijf
2

66
59
56
54

1
3

55
49 48 45

(
1

69 62
65
65
Chemische irid.

. .
2

65
60
64
61

13

56 54
54
54

1


62 59 59
Div.
Fabr. in. bedr,
2


59
56
56

t
3

69

50
49 48

(
1

72
69 69
Drankindustrie

.
..
2

60
60
59
60
3

48
49
49
48

Haarlem.
1
100
94
87
88
89
Centrale Werkpl.

2
94
88
81 81
81
3
86
80
75
75
75

1
69
67
63
65
64
Metaalindustrie
. .
2
62
60
57
59 57
53
53
48
46
46

1

80
766
756 755
2

72
68
67 67
Trambedrijf………
3

65
62
61
61′

(
1

85
83
79
77
Bakkersbedrijf

. .
2

69
69
70
69
3



56

(
1

68
69
68
73
Div. Fabr. m. bedr..
2

55
56
62
62

t
3


54
56
53

(
1


67
66
1

66
Zuivelbedrijf

..
. .
2
63
62
63
63
63


3
57
56
57
56
58

Dordrecht.

(
1
65
62
59
59
59
Metaalindustrie
. .
2
55
54
52
52
52
1

3
47
46
41
42
42

Hengelo.
1
68 68
64
63
64
Metaalindustrie
. .
2
59
59 57
1
54
56
3
51
52
51
49
50

Haarlem, October 1925.

Ir. B. BÖLOER.

}VAARS’CHUWENDE CIJFERS UiT DE

GEMEENTE-FINANCIËN 195.
1
)

De ouder bovenstaanden titel verschenen brochure is een vervolg op een soortgelijk werkje, dat de Cen-trale. Commissie voor Bezuiniging, uitgaande van de
Maatschappij voor Nijverheid, in •het voorjaar van

1923 het licht deed zien. Destijds werd een vergelij-
kend overzicht gegeven van ontvangsten en uitgaven
van 34 Nederlandsche gemeenten volgens de ontwerp-begrootingen voor 1914 en 1922, hetwelk ten doel had
de onevenredige stijging der gemeentelijke uitgaven
en den dientengevolge zoo sterk toegenomen belasting-
druk te demons’treeren en gegevens aan de. hand te
doen voor het streven naar de ‘door de Commissie ge-
propageerde bezuiniging op het terrein der overheid.
Sindsdien wordt, naar de Commissie in haar inleiding
constateert, de noodzakelijkheid van deze bezuiniging
wel meer algemeen ingezien. Maar bevredigend is de
toestand nog allerminst. In ‘de eerste jaren van de
crisis profiteerden de meeste gemeenten nog van. de
hooge overschotten der voorafgaande diensten, toen
de belastingopbrengst .de ramingen ver had overtrof-
fen. Daaraan is nu een einde gekomen; het totaal be-
drag van het belastbaar inkomen is aanzienlijk gedaald
en nieuwe wettelijke bepalingen op -het gebied van
onderwijs, pensioenen, enz. heb’ben de uitgaven nog
weer opgevoerd. Nu haar vroegere cijfers inmiddels
verouderd zijn, komt de Commissie met nieuw mate-
riaal aandragen, op zichzelf niet bedoeld als kritiek,
maar geschikt om, met voorzichtigheid gehanteerd,
kritiek op hooge ‘uitgaven en aa’nsporing tot zuinig-
heid te steunen.

Niet bedoeld als kritiek -op het financieele beleid
der behandelde gemeenten. Het is goed, dat de Com-
missie zelve dit uitdrukkelijk verklaart, want anders
zouden haar ‘ ,,waarschuwende cijfers” allicht den
schijn wekken wèl tegen de gestie der gemeenten, in
het bijzonder der groote gemeenten, gericht te zijn en ‘dit ‘ware, in het algemeen gespruken, volstrekt onge-
rec’htvaardigd. De waarschuwing, dat ook de gemeen-
telijke uit-gaven omlaag moeten, zal het economische
leven zich uit -den toestand van malaise kunnen ver-
heffen, is in de eerste plaats noodig voor de ooren
der rijksregeering.
Zij’
was het, die de gemeen-ten aan-
zette hier, met wettelijke voorschriften tot uitgaven
dwong daarginds. Toegegeven kan worden, dat ‘daar-
naast in vele gemeenten te zwakke weerstand is ge-
boden aan de salaris- en daarmee verband hou.dende
cischen van ‘het eigen personeel, doch maakt men hier-
voor een voorbehoud, dan kan waarlijk niet worden
gezegd, dat het verwijt, als zou in de vette jaren ‘het geld over den balk zijn gesmeten, in de eerste plaats
tot de gemeentebesturefl is te richten. Wat dienaan-
gaande enkele malen door leden van de nu afgetreden
Regeening op vermaneuden toon werd verkondigd,
moet dan ôok bij ieder, die met deze zaken iets meei
van
nabij
heeft kennis gemaakt, een gevoel van, erger-
nis hebben gewekt.

Ook de waarschuwing der Commissie, dat haar
cijfers bij het maken van vergeljkingen ,,met groote
voorzichtigheid” te gebruiken zijn (bl. 28), is wel op
haar plaats. Alleen voor de totaalbedragen der ge-meentelijke belastingen en voor de schulden wordt
nog een vergelijking geboden tusschen 1925 en 1914.
Bij de gedetailleerde overzichten van ontvangsten en
uitgaven der 31 thans ‘behandelde gemeenten, die bijna
de helft der ‘brochure beslaan, was de vergeljkig met
een vroeger jaar te bezwaarlijk, in verband met de
sedert 1924 geheel gewijzigde inrichting der gemeente-
begrootingen. Hiervoor is nu in de plaats gekomen
de mogelijkheid van vergelijking van de cijfers der
gemeenten onderling en ‘klaaibljkelijk verbindt zich
hieraan de gedachte, dat aldus valt op te sporen, voor
welk doel de uitgaven in verhouding hoog zijn, en
waar dus het allereerst te bezuinigen valt. Uit de in-
leiding zien wij evenwel, ‘dat men, om tot eenigszins
vergelijkbare cijfers te komen, allerlei correcties op
de bedragen der ‘begiootingen heeft moeten aanibren-
gen en dat er bovendien nog in menig ander opzicht

1)
Vergelijkend overzicht van ontvangsten en uitgaven
van
37
gemeenten volgens de begrootingen voor
1925,
samengesteld op verzoek vaji de Centrale Commissie voor
BezuIniging, ingesteld door le Nederi. Maatschappij voor
Nijrverheid en Handel -te Haarlem.

21 October 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

925

correcties noodig waren, waartoe men echter niet in
staat was. De boekingen zijn niet overal eender en de
Commissie klaagt, dat de nieuwe voorschriften, al brachten zij groote verbetering, toch in dit opzicht
nog niet geheel aan de verwachting beantwoorden. Zij
wil de voorschriften klaarblijkelijk nog stringenter
om te voldoen aan den eisch, dat de gemeentcbegroo-
tingen onderling gemakkelijk vergelijkbaar zijn, een
eisch, dien zij mi. te veel naar voren schuift. Voor
den statisticus is deze eigenschap
ongetwijfeld
van
groot nut, maar ‘de gemeentebegrootingen worden nu
eenmaal niet ten ‘behoeve van de statistiek in elkaar
gezet. Geven zij stuk voor stuk een veel duidelijker
beeld van den financieelen toestand ‘der gemeente dan
vroeger – en ik geloof dat ‘dit het geval is -, dan
mag de hervorming, die in 1923 onder leiding van de
Griffiers der Staten tot stand kwam, geslaagd heeten
en ‘moet men er zich voor wachten door een streven
iiaar nog grooter uniformiteit te gaan ingrijpen in
gewoonten van boeking en rangschikking, waarvoor
veelal, al lijk-en zij op ‘het eerste gezicht vreemd, een
alleszins redelijke verklaring bestaat.
En ook al is de vergelijking nog zoo zuiver te tref-
fen, dan nog is voorzichtigheid bij ‘het maken van
conclusies geboden. Wat zegt het op zichzelf, dat Gro-
ningen voor 1925
bijna
anderhalf millioen gulden
raamde voor openbare werken en Utrecht
f
972.000;
dat ‘s-Gravenhage daarvoor meer noodig achtte dan
Rotterdam, ook al telt men bij het Rotterdamsche be-
drag ‘het verliessaldo van ‘den dienst der gemeente-
reiniging, dat in Den Haag blijkbaar onder de kosten
van open’bare werken is begrepen; dat Haarlem

f
1,15.000 ‘begrootte voor uitgaven ten behoeve der volksgezondheid, terwijl Groningen ‘met
f
800 kon
volstaan? Moet men niet kennis van allerlei details
bezitten – een kennis, waarover slechts weinigen be-
schikken ten opzichte van meer dan één gemeente –
om hier tot een juist en bilij’k waardeeringsoordeel
i.n staat te wezen?

Meer houvast heeft men uiteraard aan ‘de staten, die
con vergelijking mogelijk maken tusschen het totaal-
bedrag aan schuld en het totaalbedrag der over 1925
te heffen gemeentelijke belasting. De schuldenstaat
(‘bijlage IX) geeft recente gegevens, waar de officieele
Statistiek der gemeentelijke en provinc:iale financiën
nog lang niet aan toe is. Interessant zijn vooral de
kolommen, die het schuldbedrag per, inwoner vôrmel-
den, eerst voor 1914 en vervolgens voor 1925. Daar-
uit blijkt bijv. hoe Utrecht ‘de mooie plaats, die het it dit opzicht tusschen de groote gemeenten innam, ver-
loren heeft, evenals Tilburg. Nijmegen, Leiden en
Groningen maken nu het beste figuur met resp.
f
145,99,
f
150,09 en
f
188,19 per inwoner. Dordrecht
komt ‘met
f
417,51 onmiddellijk na Rotterdam, dat
met
f
443,77. bovenaan staat. Intusschen zou men ook
hier voor een zuiver oordeel over de kapitaalpositie
der gemeenten ,meer gegevens moeten bezitten, im-
mers de waarde der activa moeten ‘kennen, die tegen-
over ‘dit passief staan. De ‘havensteden hebben een
groot deel van hun schuld in kostbare, maar produc-
tieve havenwerken vastgelegd. Eenige Zuidholland-
sche steden hebben belangrijke schuld gemaakt ten
behoeve van een electriciteitshedrijf, dat ook een groot
aantal omliggende gemeenten bedient en een waarde
vertegenwoordigt, die on’der andere omstandigheden,
hijv. bij gewijzigde wetgeving, onmiddellijk te realisee-
ren zou zijn. De kapitaalpositie van zoo’n gemeente is
uiteraard beduidend gunstiger dan die van een andere gemeente met gelijk of lager schuldbedrag per hoofd,
welke alleen voor scholen, bruggen en ‘dergelijke objec-
ten leende. Een vergelijkend overzicht van het actief
der gemeenten ware ter aanvulling hoogst ‘belangrijk,
maar de samenstelling ervan zou natuurlijk op niet
geringe moeilijkheden stuiten.
Onder de schulden zijn niet opgenomen de voor-
schotten van het Rijk, die de gemeenten in staat stel-
den ‘harerzijds voorschotten aan woningbouwvereeni-gingen te verleenen. Slechts twee gemeenten maakten

pro memorie van deze voorschotten melding, terwijl
de overige er blijkbaar van uit gingen, dat zij geen deel uitmaken van den schuldenlast der gemeente.
De Commissie betwijfelt of zoo wel voldoende rekening
*ordt gehouden met de werkelijkheid, daar de Minis-
ter van Financiën, blijkens een door haar aangehaalde
recente uitlating in de Eerste Kamer, de gemeenten
eenvoudig als ‘borgen voor de rijksvoorschotten be-
sc’houwt. Het schijnt mij echter de vraag, of de volks-
vertegenwoordiging deze opvatting, mocht zij inder-
daad door den Minister gehandhaafd worden, zal blij-
ken te ‘deelen. De gemeenten zijn in ‘het voorschotten-
systeem der Woningwet ingelascht, omdat haar be-sturen, beter dan. ‘de rjksregeering, zouden kunnen
toezien,’ dat het voor de Volkshuisvesting ‘bestemde
kapitaal in goede ‘handen kwam. Blijkt het vertrouwen
in een bepaald geval bescmhaamd of is een woning-
bouwvereeniging om eenigerlei andere reden in moei-
lijkheid geraakt, de gemeente en niet het Rijk zal de
schade moeten lijden. Iets geheel anders is het echter,
wanneer ten gevolge van algemeen werkende oorzaken
de ten laste der vereenigingen komende annuïteiten niet meer uit de huren der woningen bestreden kun-
nen worden. Daarvoor eenvoudig de gemeenten te
laten opkomen, zou een schieeuwend onrecht zijn.

Het overzicht dër belastingtotalen
(‘bijlage
II) wordt
gevolgd door een overzicht van de totaalbedragen, die
aan belastingen in 1925 geheven hadden moeten wor-
den, wanneer over dat jaar geen grooter ‘batig saldo
van vorige jaren beschikbaar was geweest clan in 1914
en evenmin de baten uit electriciteits- en gasbedrijf
hooger geweest waren dan in ‘dat jaar. De Commissie
ac’ht de vergelijking, die deze laatste staat vergunt,
zuiverder en terecht, want de saldo’s, die aan den
dienst 1925 ten goede Icomen, loopen
zeer
uiteen:
terwijl bijv. ‘s-Gravenhage bijna 534 millioen en Gro-
ningen ruim 2 mi]lioen konden ramen, ‘beschikte Rot-
terdam over slechts
f
207.000 en moesten Breda,
Vlaardingen en Zutp’hen zelfs beginnen met een na-
deelig saldo. Hetzelfde is het geval met de baten uit
de beide genoemde bedrijven, nader vergeleken iii twee
bijlagen (X en XI), die tevens een overzicht geven
van de tegenwoordig zeer uiteenloopend geregelde
tarieven.

In ‘heide, op de ‘belastingen betrekking hebbende
staten worden behalve cle totaalbedragen ook de
ramingen per inwoner vermeld. ‘s-Gravenhage staat
dan bovenaan met
f
54,83, gevo]gd door Amsterdam
met
f
54,63, terwijl hijv. Maastricht slechts
,f
22,04
vraagt. In den op de boven aangegeven wijze gecor-
rigeerden staat wint Arnhem het met
,f
70,58, waar-
op Den Haag en Amsterdam volgen met
f
66,21 en
f
64,86, terwijl Maastricht op
f
28,88 staat. Men kan
hieruit, met eliminatie van alle ‘hijkomstige factoren,
wel zoo ongeveer zien in welke gemeenten het bestuur
relatief het duurst is, maar tot een vergelijkende be-
oordeeling van den belastingdruk. stellen zij natuurlijk
niet in staat. Daarvoor heeft men meer aan cijfers,
als het verleden jaar door ‘het Centraal Bureau voor
•de Statistiek uitgegeven statistisch zakboek, verstrek-
te, waaruit men zien kon, hoeveel in verschillende ge-
meenten door een gehuwd persoon met 2 kinderen aan
belasting op het inicomen te betalen was bij een inko-
men van
f
2000 en bij een inkomen van
f
5000. Hier-
uit blijkt, dat voor beide gevallen, althans in ‘het
l)elstingjaar 1923/1924, ,de ‘bewoner van ‘s-Graven-
hage minder te offeren had dan die van Maastricht.

Wanneer ik deze cijfers ten slotte belangrijker vind,
dan denk ik daarbij niet alleen aan contribuabelen,
die zich een woonplaats kunnen uitzoeken, maar ook
aan de gemeentebesturen zelf. Voor zoover men de
cijfers wil laten waarschuwen, gaat deze strekking
juist in hooge mate uit van een vergelijking, als waar-
toe ‘het Centraal Bureau in staat stelde. Immers niet
wat de inwoners, aangeslagenen en niët-aangeslage-
uien, gemiddeld per ‘hoofd opbrengen, maar wat de
verschillende categorieën van belastingplichtigen in
vergelijking met die in andere gemeenten, per hoof’d

926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

moeten offeren, is voor een gemeente van vitaal be-
lang. Blijkt zij in dat• opzicht een slechte plaats in
te nemen, dan dreigt zij, onder het vigeer-en-d §ysteem
van drukver-cleeling tusschen rijk en gemeenten, in den gevreesden circulus vitiosus te geraken, die van
verhoogden belastingdruk leidt naar uittocht van ge-
goeden en vandaar naar nieuwe belastingverhooging,
enz. Aan de vrees voor dien kringloop kan geen be-
stuurder met eenig verantwoor’delijkheidshesef, welke
overigens zijn sociale opvattingen mogen zijn, zich
onttrekken.-
In het bovenstaande bracht ik de voornaamste
sta-ten uit de brochure met een enkel woord ter
sprake. Tevens bleek vol-doende, dat, al moge het
materiaal, hetwelk de Centrale Commissie voor Be
zuiniging verzamelen liet, in vele opzichten nuttigè gegevens bevatten, de opzet mij toch -niet tea vollé
geslaagd voorkomt. Met bedoelingen, die ik volkomen
waardeer, ‘heeft men de Ihezuini-gers in de gemeente raden een handje willen -helpen. Laten dezen, voordat zij aan de hand van deze cijfers waarschuwen en kriti-
seeren gaan, zich buitengewoon goed rekenschap
geven, in hoeverre daaraan in-der-daad beteekenis toet
komt. Anders zullen -zij een gemakkelijke prooi blij
ken voor hun tegenstander en de zaak, die zij voor-
staan, een slechten -dienst bewijzen. –

Groningen.

C.
W. VAN DER POT
Bz.’

HET VERSLAG DER STAATSCOMMISSIE

INZAKE DE ELECTRIC1 TEJTSVO ORZIENIN

VAN ONS LAND.

II
(Blot).

Zooals uit het voorgaande blijkt, zijn wij- dus van
nieening, •dat het economisch verschil tussc

hen – de
locale en de .interlocale bedrijven slechts ten gevolge
van hun ongelijken leeftijd groot schijnt en dat op den
-duur, als de interlocale
-bedrijven
in een verder sta-
dium hunner ontwikkeling zijn -gekomen, -dit als mo
tief voor -de ingrijpen-de -Staatsbemoei.ing -zal verval-
len. Ook zal er -daarom, dunkt ons, geen -gron-d zijn
voor de op zijn minst vreemd aandoende wensch, dat,
als er een overeenkomst wordt gesloten tusschen een
grootere gemeente en een interi-ocaal bedrijf voor
stroomlevering aan dit laatste, de Minister zijn ii
vloed -moet -doen gelden om -te voorkomen, dat -de
gemeente yan -die levering voor-deel zal hebben. Afge’-
scheiden nog ervan, dat wij ons de totstaudkomin
van een drgeljke overeenkomst -dan niet meer goe
kunnen voorstellen, lijkt het ons bovendien bedenke’-
lijk, dat -het voor-deel -door een -samenwerking van he’
locaal en het interlocaal bedrijf, -door sam-envoegin
-der productie verkregen, geheel aan het interlocaal
bedrijf zou toevallen, waarschijnlijk -om dit zoo goed mogelijk in de gelegenheid te stellen, om ook -de niet
rendeerende streken te electrificeeren. Naar onze
meening zal het algemeen belang -het ‘best gediend zijn, als men met de electrificatie van -die gebieden
uiterst voorzichtig is; de gelden, daaraan besteed,
kunnen o.i. veelal -beter worden belegd.

Tenslotte werd de noodzakelijkheid van de Rijks
hemoeiing betoogd als noodig voor het
verkrijgen
vah
de grootst mogelijke voordeelen, welke gelegen kunnak
zijn -in -de koppeling van – alle ultra-hoogspannings’-
lijnen en van de electriciteitsfabrieken. De redenee-
ring, die daaibij wordt gevolgd, is, dat als nu eens
alle productiemiddelen in één hand waren en de bé-
zitters daarvan de bevoegdheid zouden hebben, ver-bin-din-gslijn-en tusschen de centralen aan te legge,
het aan geen twijfel onderhevig was, of al deze lijne
zouden er spoedig zijn. Wij vreezeu 66k, dat ze in dat
geval er wel spoedig zullen zijn, ook -die, waarvan het
niet economisch gemotiveerd is, dat ze er onmiddel-
lijk zullen komen. Slechts een gedeelte -dezer ultra.
hoogspanningslij-nen is direct rendabel en nu meenen
wij, dat de bouw van die stukken ten gevolge van het
belang, -dat ze voor de -betrokkenen -hebben, door -dezen
zelf zal worden ter ‘hand genomen. Indien in dan

aanleg een voor-deel is gelegen, dan zullen de- bedrij-
ven er toch zelf voor zorgen, dat deze worden gebouwd.
In dit verband zouden wij er op willen wijzen, dat
in Amerika, in

het land, waar de grootste netten te
vinden zijn, waar -de samenkoppeling der bedrijven
-het verst is doorgevoerd- en waar de grootste concen-
tratie -der krachts opwekking bestaat, dit niet tot stand
gekomen is door den Staat, maar zelfs-door het par-
ticulier initiatief. Voor -dit laatste was natuurlijk in
dat land meer aanleiding, omdat de electriciteits’be-
drijven er voor het overgroote -deel in particuliere

handen zijn; ten minste slechts -de particuliere electri-
citeitsibedrijven kunnen -al-daar op goede resultaten
wijzen; cle overheidsbedrj-ven gaan er in het alge-
meen slecht. Gelukkig is in tegenstelling daarmee
hier te- lande het bewijs geleverd, dat ook door de
overheid de politiek uit de door haar geëxploiteerde
electricitoitsbedrijven kan worden -gehouden en dat
die bedrijven aan hooge eisch-en van economie kun-
nen voldoen, en daarom zullen -de leiders niet blind
blijken te zijn voor -de voordeelen, welke in de koppe-
ling der netten en der centralen kunnen zijn gelegen. Indien men moet kiezen tussehen koppelen, opge-leg-d door het Centrale Gezag of koppelen, tot stand
gekomen -door den weusch van -de bedrijven, dan wil
het ons voorkomen, dat er een veel grootere kans is
op een vlotte-samenwerking, wanneer ‘het contact door
de belanghebbenden zelf is gezocht, dan wanneer het
van boven af is opgelegd. Juist wanneer de centralen-bouw in een revolutionnair stadium is, in dien zin, dat
nieuwe electriciteitsfabriekon geheel anders moeten
worden gebouwd dan vroeger, omdat -de allernieuwste
middelen van de techniek ons in staat stellen een
grootere economie in -de -electriciteitsproductie te
bereiken, clan zal de -drang voor de leiders -der bedrij-
ven tot rendabel maken. van -de grootere kapitaalskos-
ten, die aan de centra-je daartoe moeten worden he-
steed, hen eerder tot samenwerking brengen. –
Dit neemt echter niet weg, dat het particularisme;
onzen vo]ksaarcl zoo eigen, er soms toe zal kunnen lei-
den, -dat cle wensch om ,,zelfstandig te blijven”, op
‘zichzelf gemot-iveerde combinaties verijdelt. Een rege-
lende macht vai-i het Centrale Gezag kan dus niet
worden gemist, eenerzij-ds -om de totstandkoming van

oneconomische werken te voorkomen en anderzijds, om
er voor te zorgen, dat de geprojecteerde werken pas-
sen in een logisch plan der lands-electrificatie. Mocht
er gevaar voor dergelijke zaken bestaan, -dan belooft
een behandeling -door een Centrale Commissie van
Electriciteitsvooiziening goede resultaten. De wijze,
waarop het moeilijke vraagstuk van de – stroomvoor-
ziening voor de electrificeering ‘der spoorwegen is be-
handel-d, kan hier een nuttige aanwijzing geven. Op
welke wijze -deze stroomvoorziening tot stand is geko-
men, zullen wij.
-bij
de bespreking van ‘het rapport
der sub-commissie inzake de electrificatie -der spoor-
wegen, dat als bijlage bij ‘het Verslag is gevoegd,
weldra hieronder kunnen zien.
* *
*

Waar het door ons lblijkons – bovenstaande regelen,
het meest in het belanig -der el-ectri-citeits’voorsienipg
geacht wordt, -dat de invloed van het Centrale Gezag
zich zal ‘beperlcen tot

het geven van richting, meenen
wij met -de -nieerdeiheiid der Staat’sco’mimiss-ie, -d-at het
‘systeem van concessies behoort te -veiwail-en. Hot rap-
port van d-e suh-consmiiss-ie i-nzaike’cle

wijziging van
de voor.waa
i
-ide
n
-der Rijkisconcesisies zuillen wij dan
ook voo-rhij gaan en hierin -slechts ziien een tijdelijke
oplossing -voor -de moeilijkheden, welke -die geconces-
sionneerdo -bedrijven ondervonden hhben dloo
r
de al
te zwa:re

voorwaarden, aan de oorspronkelijke Rijks-
concessies rejiboi-.den

Aan de opwekking van electrische energie in de
provincie Limburg zal in dit tijdschrift een sipec.iale
beschouwing gewijd wonden; daarom meenen wij over
cle rapporten van de -desbetreffende sujb-coimmissie
hier te kunnen zwijgen.
Van het rapport -van -de sub-commissie inzake de

21 October 1925

ECONOMISCH-STA

BERICHTEN

927

leotrificatie ider Spoo»wegen moge hier cci ter een
nadere bespreking volgen. –

Na een koste historische besohou.wiiriig van de elec-
ti.ische tractie in het algemeen, zegt deze sub-corn-
missie, dat het aan geen twijfel onderhevig is, dat op
de ho:ofdtspoorwegen met sterk verkeer de stooin een-
maal door electeiciteit zal woeden ve’drengen. De
twee hoofdvoordeelen, welke bij cie elect.rificatie kun-
nen worden bereikt, zijn

Besparing rvan steenkolen, en

Grootere capaciteit van de baanvakken en sta-
ttonsempiacementen.

Tegenover een koienverbru’ik in het jaar 1913 voor
onze hoofdspoo.rween van 800.000 ton bijt gchruik van
stoomiocomotieven, wond t berekend, dat hetzelfde ver-
keer zou kunnen zijn bcheerseh.t ten koste van 320.000
ton kolen, indien alle lijnen geëlectrificeerd zouden zijn. Deze besparing schijnt groot, doch indien men
bedenkt, dat bij de electrificatie voor de aansohaffing
van rollend materieel en voor den aanleg ivan bovnn-
leidingen en ondemtatiens een kapitaal van 400 mil-
1 i een gul den noodig zou zijn, ongerekend nog de aan-
legilcosten van een t.raleu en ul-tra-•hoogspanni ntgslijnen,
is het duidelijk, dat de besparing vent steenholen hier
te lande niet een do’orsiaand motief voo.r electrificntie
kan zijn. Dit is slechts het geial in landen met veel
waterkracht, waar de steenkolen veel cluurider zij ii dan
bij ons ten het koienverhruik hij electrische tractie ge-
heel wegvalt.

Het voordeel onder B. -genoemd is hij ons cxhter
zoo groot, dat het de Directe der Nederiandsc1he
Spoorwegen op zich zelf al -tot electnifi.catie der
drukst Ibereden baanvakken heeft doen lbeskLiten. Te
dien einde werd door genoemde Directie in Juli 1918
een Comimissiébenoemd, welke o.a. tot ide concduisie
kwam, dat als strotom4rsteern voor de electrificatie
van het baanvak Amsterdaim—’s-Gra-venihage–Rotter-
dam gekozen moest worden éénphase wisselstroom
met een bedsjfsspann’ing van 15.000 Vol-t en 16%
periode per secunde en idat de tbenoodi
4
glde stroom niet
moest worden opgewekt -in aparte spoorweg-centra-lee, -doch uit de plaatselifke centralen te Amsterdam,
‘s-Graveivhage of Rotterdam rechtstreeks zou kunnen
woeden betrokken.

Toen de goede resultaten van het:.gcbruiik van ge-
ijkstroom voor de hoofdspoorwegen in Amerika ver-
den goprabliceer.ct ten verschillende lanld:en, onder welke
Frankrijk, na langdurige studies zich voor .den geljk-stroom uitspraken, besloot Ide. directie der H.IJ.S.M.
nog eens aan een volgende Commissie op te -dragen
een rapport uit te brengen, welk stroomabelsel Voor
de eiecbrillicatie hier te lande het meest gewensdht
zou zijn. Deze Commissie advisiende tot -het aan-raar-
den van 1500 Velt geljlkstrooim voor de hoofdspoo’r-
wegen en was weer van meening, dat 1e benoodigde
energie in gemeenschappelijke ceintralen –
oer de alge-
meene electriciteitsvoorziening en voor de spoorwe-
gen moest vordien geprodaceetrid.

Naar onze meening wns ideze conclusie volkomen
juist en is ons land hierdoor ‘bij vele andere landen,
waar nog aparte centra.l’en voor de spoorwegen wor-
den gebouwd, of afzonderlj
1
ke machines voor den trac-
tiestiroom naast die voor de algemeene vroorziening in
de centralen worden opgesteld terwijl afzonderlijke
leiidingnetteu de verschillende stroomsoorten transpor-
teeren, in econom’ischn zin vooruit.

Een oegenibliik nog dreigde het gevaar, dat in dit
opzicht een verkeerde richtin-g zou worden ingesla-
gen, toen door de aarinerning in de Tweede Kamer
van de motie van orde Van Beresteyn—Marohant
01)
4 Maart 1921 het uitzicht top een lan’dselectriciteiti-i)edlrjf. veidween. De spoorwegen steldni zich voor,
dat het voor hun bedrijf niet idoenlijk was om met
ieder ider aan de te electrificeeren baanvakken gelegen
el’eeiciteitebedrjven een afzonderlijk stroomleve-
ringscontract af te sluiten,- waardoor plannen werden
uitgewerkt, om de spoorwagcentrale te Leidschenda.m
uit te breiden en die te gebruiken voor cle stroomleve-
ring voor het traject Rotterdam—Hidiegom.
De Minister van. Waterstaat, wiens sanctie deze
plannen ‘behoefden, vroeg advies aan de Staatscommis-
sie, welke deze vraag endosseerde aan haar te – dezer
zake benoemde Sub-commissie. De Su’b-com,rniissie noo-
digde -de ‘betrokkenen uit tot een nadere bespreking
van dit vraa-gttuk, als gevolg waarvan- in onderling
overleg idoor liet Centraal Bureau van de Vereenigin-g
Van Directeuren van Electriciteitsbedrijven in. Neder-
land uitvoerige berekeningen werden uitgevoerd, waar-
uit zou ‘moeten blijken, op welke ‘wijze de stroomvoor-
ziening voor het baanvak Rotterdani—Hillegom het
meest economisch kan 1geschiedien. Dit onderzoek werd
tevens dienstbaar gemaakt aan het vraagstuk van de
koppeling -der centralen van Rotterdam en ‘s-Gravën-
hage. Het is interessant, te -vermelden, dat als resul-
taat van deze berekeningen naar voren kwam, dat een koppeling van de centralen te Rotterdam en te ‘s-Gra-
Vnhage, zoownl zonder sp:oorweglbeiasting als met
spoor-wegibelas’ting, oneconomisch was, doch dat aan ide
troom1evering uit -deze afzonderlijke ceiitra.len aan -het
baan-vak Rotterdarn—Hiliegorn belangrijke bbsparin-
-en waren irerbonçden
De bezwaren, welke ‘door de spoorwegen werden ver-
bonden geacht aan het feit, dat zij niet over Iran eigen
krachtstatioti zouden beschikken, werden door de Oom-
iniss’ie niet zoo ernstig geacht, of zij vond de vrijheid
om als haar oordeel uit te spreken: ,,dnt ten behoeve
aa het baanvak Hilllegom—Rotteridam van de te elec-
tr ificeeren lijn Anister daim—Rotter dam de ‘benoodigd e
ei ectri,sche energie ware te betrekkeu van de gemeen –
f,eilijke
centralen
te Rotterdam eu -te ‘s-Graveuhage.”
Ten slotte is dan ook dor cie spoorwegen een over-
eenkomst vioer stroonilevering afgesloten met -die hei-
de gemeenten, volgens welke, ‘wat Den Haag betreft,
1-hans sinds circa 1% jaar istroom wordt geleverd. Be-
driegen (de teekenen niet, dan zuilen beide partijen
met deze oplossing zeer tevreden zijn.
De igeschiedenis van deze stroomvoorziening is hier
at ruim uitgesponnen, om aan te toonen, dat wan-
ieer er slechte een cellege is, waarvoor partijen moe-
ten versclhij,nen om hun belangen voor te brengen, de oede olossing dan wel meestal zal worden gevonden.
Bov’en’dien geschiedt dit dan op een wijze, die aan ide
belan9behbenden ‘veel meer bevrediginig geeft dan men
ooit zal kannen vervaohten bij een behandelingswijze,
ooals die door de minderheid -van de Staatscommissie
‘vordt bepleit, en -die wij -dan ook iniet achten in -het belang te zijn van een goede Electriciiteitsvooïziening
van ons land.
G. J. TH. BAKKER.

Den Haag.

Z UIDERZEEK WESTIES.

II (Slot).

Het peil van de afgesloten Zuiderzee.

Het peil van de afgesloten Zuiderzee was tot nu toe altijd aangenomen op 40 cM. —N.A.P. Dat is
door een wetsontwerp, dat op 13 Mei in de Tweede
en op 25 Juni van dit jaar in de Eerste Kamer werd
aangenomen, gebracht op 13 eM —N.A.P. bij Urk.
Dit ontwerp werd in 1919 ingediend en droeg den
titel van ,,Wet,sontwerp inhoudende imaatregelen en
werken tot voorzien-ing in de landsverdediging in
verband met de afsluiting en droogmaking van de
Zuiderzee”. –
Dit ontwerp was oorspronkelijk alleen voor -de mili-
taire verdediging van belang en trok daarom, even
win als het later te noemen rapport Lely, veel aan-
dacht. Het karakter van het wetsontwerp veranderde
geheel, toen ‘bij Memorie van Antwoord op 27 April
1925, daarjn voorgesteld werd om de afgesloten Zui-
dérzee een peil van 13 oM. —N.A.P. bij Urk, dus 27 W. hooger dan tot ‘nu toe was aangenomen, te
geven.
– Door de razend snelle behandeling, die bij een der-
gelijk bélangrijk wetsontwerp, eigenlijk niet toelaat-

928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

baar is, hadden de belanghehhen.deii geen voldoenden
tijd om met hunne bezwaren voor den dag te komen.
Zoo is dan ook te verklaren, dat de Tweede Kamer,
zonder eenige discussie, .dit peil accepteerde. Er is wel
over het wetsontwerp gediscussieerd, maar dat betrof
den zuiveren militairen kant van de zaak. Er was ni.
eenig debat tusschen de ontwapenaars en de niet-
ontwapenaars.
• Het nu aangenomen peil is het gemiddelde ebpeil
bij Urk.
Nu •beteekent een gemiddeld ebpeil bij de Zuider-
zee niet zoo erg veel. Vele rond de Zuiderzee liggende
gronden kunnen slechts voldoende afwateren als door
afwaaiing van water het peil in de Zuiderzee daalt
tot ver beneden gemiddeld ebpeil, o.a. is dit het gevaa voor een groot deel in West-Overijssel en het Meppe-
lerdiep.
Ieder jaar komen er nu heele tijden voor, dat dagen
adhtereen het gemiddeld ebpeil, zelfs bij vloed, niet
wordt bereikt. Dan kunnen die gronden hun overtollig water kwijt woiden. Het onderscheid tusschen de Zui-
derzee eenerzijds en de Noordzee en de Wadden ander-
zijds is,’ dat het verschil tusschen eb en vloed in de
eerstgenoemde zoo gering is, bij Urk gemiddeld slechts
ongeveer 20 cM. De wind regelt het peil van de Zui
clerzee en niet eb en vloed.
Dat verschijnsel beheerscht hier den toestand en dat
moet men bij al die dingen in ‘t oog houden. Dat
doet ook niet voldoende de Commissie, ingesteld bij
beschikking van den Minister van Waterstaat van
den llden Juli 1910 ZaB, afdeeling Waterstaat T
inzake wijziging der afsluiting van het IJ, bij ver-
korting de Commissie Lely.
Op het verslag dezer Commissie grondden de Minis-
ters van Waterstaat en Oorlog hunne meeniag, dat
de langs natuurljken weg afwaterende gronden door deze peilverhooging niet in slechtere conditie zullen
komen dan ze nu zijn.
Het komt er nu dus op aan, welke motieven deze Commissie voor hare meening aanvoert. Deze zijn
wel buitengewoon sober.
Het gedeelte van het rapport, dat hierop vooral be-
trekking heeft, luidt woordelijk, welke woorden bizon-
dere beteekenis hebben gkregen, omdat de Minister
van Oorlog ze, bij de behandeling in de Eerste Kamei
tot de zijne maakte:
Ten einde die belangen te leeren kennen werden dc
Hoofclingenieurs van den Provincialan Waterstaat der be-
trokken Provincies inlichtingen gevraagd omtrent
de
be-
staande poiderpeilen en de toe te laten waterstanden, vel
ke inlichtingen met de meeste velwillendheid werden ver-strekt.
Uit de aldus verkregen gegevens is af te leiden,
va
i
c

trotlwens ook te verwachten wns, dat de landen, die thans rechtstreeks op de Zuiderzee bemaden worden, niet in on-
gunstiger toestand zullen komen wanneer op het Ijssel-
meer een stand gehandhaafd wordt overeenkomende met den gemicldelden zeestand en bijgevolg in gunstiger toe-
stand komen wanneer op dat meel- de gemiddelde laag-
waterstand zooveel mogelijk gehandhaafd wordt.
Voor geheel of gedeeltelijk onbemalen landen en boe-
zeilis, welke op het Oostelijk deel der afgesloten Zuiderzee
af wateren, zal de nieuwe toestand, waarbij te Kraggen-
burg een waterstand wordt gehandhaafd overeenkomende
met den tegenwoordigen gemiddelden laag-waterstand in
open Zee, geen nadeel opleveren. Het nadeel toch, dat de
lage ebstanden, die in verband met de buitengewoon lage
ebbe in de Noordzee nu en dan kunnen voorkomen, hij
den nieuwen toestand wegblijven, kan geacht worden ruim-‘
sohoots te worden epgeogen door het voordeel, dat de
vrije looziug, welke thans slechts gedurende de enkele uren van de eb mogelijk is, dan gedurende het geheele
etmaal zal kunnen geschieden. Buitengewoon lage water-
standen, veroorzaakt door afwaaiing, zullen ook na de
afsluiting evenals thans voorkomen.”.
Het komt vooral aan op den laatsten zin en tegen hetgeen hier gezegd wordt, is wel ‘het een en ander
,

aan te voeren.
De Commissie stelt het hier voor, alsof de af-
,

stroomin gsmogelijkheid voor de niet bemajen landen
op de Zuiderzee beheerscht wordt door de getijbewe-
ging. Dit nu is, zooals ik reeds zeide, onjuist.
in bovenstaande heb ik er dan ook reeds op gewe-
zen, dat er vele gronden zijn, waar van afstrooming
op gemiddeld ebpeil geen sprake is.

De vraag is: zal de afwaaiing op de Zuiderzee na
de afsluiting nog voldoende optreden.
De Commissie is hier al heel onduidelijk. Na eerst beweerd te hebben, dat buitengewoon lage ebben, in
verband met de lage ebben in de Noordzee, niet meer
zullen voorkomen, zegt ze verder, dat buitengewoon
lage waterstanden, veroorzaakt door afwaaiing, na de
afsluiting eenals thans zullen voorkomen.
Als men deze tirade zoo leest, dan is het alsof de
Commissie wil zeggen, dat men 24 uur per etmaal
kan afstroomen op gemiddeld ebpeil plus nog eens
extra diep
bij
afwaaiing.
Zoo is het nu allerminst.

Er komen nu soms tijden van buitengewoon lage wa-
terstanden in de Zuiderzee voor. Er is dan minder
w’ater in de Zuiderzee dan normaal, ‘de rest is er uit-
gewaaid.

Bij den nieuwen toestand, zal er daarentegen altijd
een hoeveelheid water in de Zuiderzee zijn, gelijk aan
het gemiddeld obpeil bij Urk. Dit water zal door
den wind opgestuwd kunnen worden en aan den kant
vanwaar de wind waait krijgt men dan afwaaiirg.
Nooit krijgt men als nu
‘bij
de Z.- en 0.-winden
afwaaiing uit de geheele Zuiderzee.

Om bij Kraggenburg te blijven. Alle Westelijke
winden zullen in ‘t vervolg daar opwaaiing geven,
slechts de Oostelijke een afwaaiing. Tot nu toe gaf
een Zuidenwixid afwaaiing in de geheele Zuiderzee,
nu zeer zeker opwaaiing bij Kraggen’burg.

Dat tegenover de ,,buitexigewoon lage waterstan-
den, veroorzaakt door afwaaiing”, buitengewoon hooge
door opwaaiing zullen ontstaan, altijd en immer als
ergens elders sprake van afwaaiing is, verwaarloosde
de Commissie hier gemakshalve maar..
Er is dan ook geen sprake van dat ,,er gedurende
het geheele etmaal afgestroomd kan worden”. Zelfs
al kunnen de onderhavige gronden op gemiddeld eb-
peil afwateren, dan nog zou dg afwatering dagen
achtereen gestremd kunnen zijn.

Het eenige wat beslist niet meer zou voorkomen
zijn de zeer lange
tijden
van heel lage waterstanden.
Een enkelen keer zal een meer langdurige afstrooming
nog eens kunnen voorkomen, maar niet zoo lang en
lang niet zoo diep als nu.
Waar de Oommissie geen rekening heeft gehouden met de navolgende feiten:

le. dat de betrokken gronden juist voor hunne af-
wâtering moeten gebruik maken van de veelvuldig
voorkomende lage waterstanden gedurende lange
perioden;

2e. dat er van vrije afwatering op gemiddeld eb-
peil bij de meeste gronden geen sprake is;
3e. dat er ook in de afgesloten Zuiderzee opwaai-
ing van water zal plaats hebben,
meen ik de gevolgtrekking te mogen maken, dat aan
de conclusies van de Commissie ten deen niet te
veel waarde mag worden gehecht.
Op dit rapport evenwel zijn de Ministers van Wa-
terstaat en Oorlog afgegaan en hebben zij de opmer-
kingen van den heer Smeenge, die het adres, dat de
0 verijsselsche LandbouwMaatschappij te dezer zake
tot de Eerste Kamer ‘had gericht, ter sprake bracht,
afgewezen.

De Kamer ging met den Minister mee.
Dat ook bij de Regeering wel eenige vrees bestaat,.
dat het toch wel eens een heel klein beetje anders
uit zou kunnen komen, blijkt uit de volgende woor-
den van den Minister van Waterstaat:

,,Mijnheer de Voorzitter! Mijn adviseurs zien voors-
hands heelemaal niet in, dat dit, (d.w.z. bemaling der nu
vrij afwaterenzle landen.— L.) noodig zal zijn, maar dit
wil ik dhr. Smeenge wel zeggen: stel eens, dat inderdaad
blijken zou, dat die landen ten gevolge van deze maat-
regelen ten aanzien van de afwatering in slechter conditie
zouden komen, wat meent hij dan, dat de Regeering zou
doen? Ik zou zeggen: door een tijdelijke bemaling er in

21 October 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

929

‘oorieu, maar de koatwi daa.rvaji zou men niet kuunei)
4.

afschuiven op cle gronden, die iii ongunstigen toestand
zouden zijn gebracht. Ik zie dus geen enkele reden, mijn-
heer cle voorzitter, waarom dit wetsontwerp thans niet
verder
zou
kunnen worden behandeld.”

Voor de bezitters dezer gronden is het van zeer
voel ‘gewicht, dat zij precies weten, wat de Minister
van Waterstaat met deze woorden bedoelde, opdat, als
zij straks in slechtere conditie zijn gekomen met hun
gronden, zij houvast hebben aan een werkelijke toe-
zegging en niet slechts aan een eenigszins vage uit-
lating van deû Minister van Waterstaat.

Bovendien is met deze toezegging de zaak aller-
minst voldoende geregeld. Voordat, de nadeelige in-vloed van den ‘hoogen waterstand zich in de oogsten
doet gevoelen, verloopt er tijd. Er verloopt tijd, voor-
dat dit door de officieele autoriteiten zal zijn erkend.
Er verloopt tijd, voordat de schade door een officieele
Staatscommissie zal zijn ‘geconstateerd, er. verloopt
tijd, voordat een wetsontwerp tot het stichten van
tijdelijke bernalingsinsta.11aties zal zijn gereedgemaakt,
en door de beide Kamers der ‘Staten-Generaal zal zijn
aangenomen. Men mag niet verwachten, dat het steeds
zoo zal gaan als bij de eindspurt van het onderhavige
wetsontwerp. Ten slotte verloopt er tijd, voordat de
tijdelijke bemalingsinstallaties zullen zijn gesticht.
Gedurende al dien tijd wordt schade geleden, niet
alleen door de verminderde oogsten, maar ook door
verzuring van den bodem, weiks nadeelige invloed
zich nog jaren na de totstandkoming der tijdelijke
hemalingsinstallaties zal doen gevoelen. Wie betaalt
(leze directe en indirecte schaden? Is het onredelijk
te verlangen dat ook de Staat deze risico’s voor zije
rekening neemt? of moeten die risico’s gedragen wor-
(len door de gedupeerde grondeigenaren en boeren?
Hoe staat het nu met de bemalen landen?

De Commissie meent, dat deze in ‘betere ‘omstandig-
heden komen dan nu,
wijl
zij niet meer tegen de
hooge lbuitenwatexstanden behoeven op te malen. De
Commissie zegt ‘heel weinig van deze gronden, maar
voor deze gronden geldt voor een zeer groot deel het-
zelfde als voor ‘de onbemalen gronden en zeer zeker
be’hoef t evenmin als boven met de beweringen van
deze Commissie genoegen worden genomen. Inplaats
van enkele losse beweringen, gegron’dvest op niet ge-
publiceerde rapporten van Provinciale hoofdinge-
mieu.rs, ware het gewenscht, dat de Commissie hier
een werkelijk onderzoek had ingesteld. Nu blijft de
meening, dat deze bemalen polders door het handha-‘en van een peil van 13 cM. —N4.P. op •de afgeslo’-ten Zuiderzee, in slechter conditie ‘dan nu komen, op
zijn minst genomen gerechtvaardigd.
Bij de behandeling van het wetsontwerp is geen
enkel motief naar voren gebracht, dat deze vrees zou te niet doen.

Nu zou de vraag kunnen worden opgeworpen of
niet op andere wijze in de belangen der inundatie
kan worden voorzien.

De Minister van Oorlog heeft gezegd, dat hij dit
peil moest hebben zoo]ang de, op 27 millioen geschatte
werken, om de inundatie te bewerkstelligen door wa-
ter in te laten door de sluizen en via ‘het Noordzee-
kanaal aan te voeren, nog niet gereed zijn.

Het is ni. de ‘bedoeling de inundatie later via het
Noordzeekanaal te regelen. Daarvoor zal ‘dan een dijk
dienen te worden gelegd, van Muiderberg tot Nos, ten Zuiden van de Gouwzee bij Marken, waardoor

een Ymeer gevormd wordt, dat ook de scheepvaart-belangen van Amsterdam zal dienen. Dat aanleggen van dezen dijk, terwijl de afsluitdijk er nog niet ligt,
komt veel ‘duurder en geeft aanleiding tot volgens
•de commissie vrijwel onoverkomenljke ‘moeilijkheden.

Er zullen ‘dan ook vermoedelijk meerdere jaren zijn,
waarin de afsluitdijk er ligt en de dijk Muiderberg-
Nos niet.
Gedurende die jaren moet er volgens de commissie
voor de militaire verdediging een voorziening komen.

De voorziening is ‘nu op twee manieren te verkrij-
gen en wel:
door nood’gemalen, die 34 millioen zullen
.kosten,

‘door verhooging van het peil van 13 cM.-
N.A.P.
Do ‘militairen achten de onder a genoemde voor-
ziening van de inundatie aan meerdere militaire
risico’s onderhevig dan de tweede, en de Commissie
vindt, dat zij door de peilverhooging een mooien weg
gevonden ‘heeft om 3l millioen te sparen voor de
regeering. Men zal nu de vraag ‘stellen, is dat nu
werkelijk noodig, kan de inundatie bij een peil van
40 cM. —N.A.P. niet goed geschieden? Neen, zegt de
Commissie. Ze zegt niet waarom niet, wijl hiermede
militaire geheimen gemoeid zijn, die zich tegen pu-
blicatie verzetten.
We kunnen dus alleen nagaan uit bekende gegevens
of het nu wel zoo erg noodig lijkt, het peil tot 13 cM.
..NAP op te voeren.
– H’et inundatiewater wordt nu gekregen voor het
Noordelijk deel van de nieuwe Hollandsche water-
linie, door den ‘mond van de Vecht. De stand van de
Zuiderzee is dan dus alles beheerschend, welke stand
soms tijden achtereen een hoogte van 13 cM. —N.A.P.
niet bereikte. Waar een ‘keten precies net zoo sterk
is als de zwakste ‘schakel, is onze waterlinie precies
zoo sterk als zij
op
de zwakste momenten is. Het wil
mij nu ‘voorkomen, dat de Regeering met dit wets-
ontwerp probeert, de zwakke schakels, als zij werke-
lijk ‘bestaan, weg te
krijgen.
Een loffeljk voornemen
zal men zeggen, maar het ‘geeft aan het ‘wetsontwerp
wel een heel ander karakter. Het zou dan moeten
heeten: ‘,,We’tsontwerp houdende maatregelen en wer-
ken om ‘de inundatiemogeljkheid der Nieuwe-Holland-
sche waterlinie te verbeteren”, hetgeen geheel iets
anders is, ook ‘met het oog op het ‘dragen der lasten!

Hoe wordt het nu in de toekomst? De waterstand is
altijd op zijn ‘minst 13 cM. —N.A.P. Zoodra er een gerucht van oorlog door de wereld gaat, worden de
sluizen in den a.fsluitdijk gesloten. Het water rijst, hoe
snel, ja, dat vinden we in het geheele rapport niet en dat is wel een der hoofdzaken. Tegen den tijd dat de
eerste voorteekenen van oorlog zich tot een regelrech-
ten ‘donderkop hebben ontwikkeld, is de Zuiderzee ver-
moedelijk vol tot ver ‘boven 13 cM. –N.A.P. In 1914
duurde de spanning toch zeker wel 14 ‘dagen, en nu
met de ‘geheele volkenbon’dprocedure mag men toch, al
is men nog zoo pessimistisch, wel op een 14 dagen
rekenen. Hoeveel water is er in 14 ‘dagen, naar men-schelijke berekening, uit IJssei, Vecht, enz. ens. door
de sluizen te Ijmuiden en ‘die in den afsluitdijk op de
Zui’derzee in ‘te laten?

Daaromtrent missen we iedere aanduiding in het
rapport! Nadere gegevens in deze richting waren zeer
wenschelijk.

Dan komt de mogelijkheid van noodbeinaling, als
wordt toegegeven, ‘dat liet direct leggen van den dijk Mui’derberg—Nes niet aan te raden is. Dat is iets ns-
kanten dan een peil van 13 oM. —N.A.P. zeggen de
militairen, hoewel de commissie, geloof ik, meent,
dat er met het oog op dit risico wel iets te vinden is.
Het komt er nu op aan, voor ‘hoeveel jaren deze
tijdelijke voorziening is. Volgens de plannen zal in
1933 ‘de, afsluitdijk gereed zijn. Dan begint ‘men met
cle polders. Het geheele plan zal ongeveer 20 jaar
duren, misschien iets langer, maar in ieder geval ge-
loof ik, dat men niet pessimistisch is. als men zegt,
dat wij 15 jaren met dit hoogere peil zullen zitten,
als van uitstel geen afstel wordt en er niet ‘wat anders
op gevonden wordt om Amsterdam te ‘helpen en het
peil om de een of andere reden op 13 cM. —N.A.P.
wordt ‘gelaten. Het is altijd buitengewoon ‘gevaarlijk
als een ‘dergelijk peil er een keer is.
Men moet ‘dus om 3 mnillioen te sparen beginnen met meer gelden voor bemaling uit te geven voor de
intusschen gereedgekomen Zuiderzeepolders. Waar,
als het peil op 13 oM. —N.A.P. gehandhaafd blijft,

930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

het nadeel hiervan voor de Zuiclerzeepolders op 5 mii-
lioen door de commissie wordt gekapitaliseer.d, zal een
extra kapitaaluitgave van 1 millioen voor de 15 jaren wel aan den lagen kant geraamd zijn. Voor de andere
op de Zuiderzee af te wateren gronden mag men cle
kosten wel op een zeer aanzienlijk bedrag per jaar
schatten. Door de tijdelijke machine niet te ‘bouwen,
brè’ngt men anderen vermoedelijk op grootere kosten
dan men zelf uitspaart. Een, voordeel van de huipbe-
maling is nog, dat na 15 jaren de machines niet weg
zijn. Ze kunnen altijd gebruikt worden om in tijden
,Tan inundatie te helpen, dus om mogelijk zwakke
plekken, die het inundatiesysteem na de vorming van
het IJmeer nog mocht vertoonen, te versterken.

Ik geloof dan ook niet te veel te zeggen, als ik con-stateer, dat men door het niet-bouwen der noodbema-
ling, uitgaven, die de schatkist zou moeten doen, be-
spaart, door die op anderen over te brengen. Nu kijkt
een particulier in de eerste plaats naar zijn eigen
belang, maar de Staat mag in een geval als dit, waar
het de verbetering van de verdediging van ons land
betreft, dat niet doen. Men vergete niet, dat men een
gr.00te massa voorstanders voor het plan heeft ge-
wonnen met het peil van 40 cM. —N.A.P.

Nn
hb ik nog niet gesproken over de groote waar-
schijnlijkheid, dat voor de, langs ntUurlijken weg
afwaterende gronden, bemalingsinrichtingen zullen
moeten worden gebouwd •door de Regeering, als de
vage toezegging van Minister van Swaay in een defi-
nitieve wordt omgezet. Dat bedrag gaat dan natuur-lijk al vast van de 3l millioen ,,winst” af.
Ik meen dan ook, dat ik gerechtigd ben te concia-deeren, dat do Tweede Kamer der Staten-Generaal,
dat Wetsontwerp op zeer onvoldoende gegevens heb-
ben goedgekeurd, en dat het zeer gewenscht is, dkt
een nader onderzoek naar de gevolgen, verbonden aan
deze peijverhooging, wordt ingesteld.

Zwolle.

:’

.

S. L. Louwzs.

DE SUB JNAAMS’CHE BEOROOTING VOOR 1926.

Ook deze begrooti ng staat wederom in het teeken der bezuiniging en in de debetreffende Memorie van
Toelichting wordt meer dan eens de zoo bekend ge-
worden iveeklacht over den bedroevenden stand van
‘s Lands financiën vernomen. Dat men de tering naar
de nering moet zetten, wordt thans eindelijk in steeds
breede.r kring erkend. Gelukkig dat deze aloude
waar-
heid teii slotte vele •der leidende geesten tot inkeer
begint te brengen.

Dit neemt natuurlijk fliet weg, dat over de wijze’
van bezuiniging en over de posten, waarop zij plaats
heeft, wel gerechtvaardigd verschil van meening kan

bestaah. Dit geldt ook ten aanzien van .het bij Konink-
lijke Boodschai van 15 September 1925 aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal aangeboden wetsontwerp
tot vaststelling, van de Surinaamsche begrooting voor
het dienstjaar 1926. Helaas is uit de daarbij overge-
iede stukken niet steeds na te gaan, waarin die be-
zuinigingen hebben bestaan en op welke posten zij
werden toegepast. Slechts ten aanzien van, die artike-
len, welke in de Memoriê van TQelichting werden be-
sproken, kan een oordeel worden gevormd.

:Ekele verblijdende teekenen mag men daarbij niet
voorbijzien. Zoo is ten slotte de Landsradioteiegraaf-
dienst tot stand gekomen, waardoor een einde wordt
gemaakt aan het monopolistisch ka±akter van den
dienst van de .Fransche Kabelmaatschappij. Deze on-
houdbare toestand heeft reeds veel te lang geduurd
en de thans gevonden oplossing mag zeker, zoowel
van economisch als van staatsrechtelijk standpunt be-
zien, als een zeer gelukkige worden aangemekt, ter-
wijl bovendien de hierdoor verkregen vermindering
van den onderhavigen post op de begrooting niet
onaanzienlijk is.

Een andere juiste maatregel wordt voorgesteld in,
•cle schrapping van den post voor het Internaat der
Aucaner Boschnegers aan de’ Bôven-Marowijne en

voor het ambt van Posthouder aldaar. Hiermede wordt
een eind gemaakt aan een geschiedenis, welke een
zeer eigenaardig politiek karakter droeg. Dat het
Internaat, bedoeld om cle kinderen van de Bosch-
negers te herbergen, die te Drietabbetje aan dcii
Tapanahoni ter school zouden gaan, er eenige jaren
geiedn gekomen is, was te danken aan een eenmaal
door een ambtsvoorganger van clan huidigen Gouver-
neur ‘gegeven belofte, welker inlossing, gezien de om-
stanclighedei, waaronder die belofte was gedaan, als
een eerezaak moest worden beschouwd. Dat dus op
verzoek der Boschnegers liet Internaat werd toege-
staan, ves voor de interne verhoudingen in Suriname
niet van belang ontbloot. Nu echter de bewoiïers van het Boschland gezien hebben, dat liet Gouvernement
zijn woord ‘gestand doet, welk woord was gegeven als contrapraestatie voor een door dat Gouvernement ver-
langde daad der Boschnegers, kon bij de inmiddels
gebleken en door velen verwachte overbodigheid van
het Internaat als zoodanig ditzelve gevoegelijk weder-om verdw’ijnen. De geheele geschiedenis is – hoe wei-
nig belangrijk zij den buitenstaander ook moge toe-
schijnen – typerend voor cle verhouding tusscheii
hot Gouvernement en deze bewoners des’ ‘binnenlan-
den, wier vrachtvaart naar den bovenloop der rivie-
ren zulk een eigenaardig en monopolistisch karakter
draagt.
‘)
Van harte moet worden toegejuicht, wat de ‘Minis-
ter in de Memorie van Toelichting op de artikelen 103
en 164 en artikel 112 der voorloopige begrooting
schrijft omtrent de sinaasappelencultuur. Niet zoo-
zeer liet feit, dat daarvoor
f 7000
meer wordt uitge-
trokken dan over liet vorige jaar, als wei te motivee-
ring is verblijdend, temeer nu deze memorie is ge-
teekend door den Minister ad interim, op wiens m. i.
zoo noodiottige uitlating over cle toekomstmogelijkhe-
den van Suriname ik in mijn artikel over deze cultuur
in
NL
509 van dit tijdschrift de aandacht vestigde.
Al worden niet alle wenschen, in dat artikel geuit,
vervuld, toch mag dankbaar worden erkend, dat van
de ‘zijde der moederlandsche Regeering liet belang
dezer cultuur wordt ingezien. Zelfs gaat cle Minister
nok verder door de noodzakelijkheid van middelen, vereischt voor den bouw van een ,,pakhuis”, te aan-vaarden. Alleen vraagt men zich af, of thans plotse-
ling aan het Departement van Koloniën gunstiger
deskundige inlichtingen zijn verstrekt, of dat men
aldaar zelfstandig het eigen oordeel over die inlich-
tingen heeft gewijzigd. Zoude er ten aanzien van
Suriname wer]celijk een andere wind op het Plein
gaan waaien? Als dan Suriname zelf ook maar mede-
werkt en deze gunstige verandering weet te waardee-
ren. Want slechts door samenwerking en inspanning van alle krachten zal de opleving komen en cle oude
welvaart wederkeeren.

Een belangrijke comptaibele wijiging wordt aan-
gdbracht door niet meer onder de inkomsten te rang-
schikken een post van
f
330.000 voor rente wegens
door het Imimigratiefon’ds uit ‘s Lands kas ontvangen
voorschotten. Zooa]s bekend is, is het ,,Imirnigrabie-
fonds” in ‘het, leven geroepen,. ten einde dun aanvoer
van immigranten (thans nog alleen udt Java) te
financieren. Hierin zou door ide werkgevers, die door
tussohen’komst van het Fonds arbeiders beitroikken,
voor de helft worden bijgedragen. Voor liet overige
gedeelte wenden leeningeu gesloten (1895 en 1905),
welker rente en aflosing ten laste van de
u
i
s
i
ou

deljke Su.rinaaimsc.’he begrootiug kwamen. In 1915
trachtte men mde ter consol’ideening dezer leeninen
een groote leening ytan
f
4.000.000 te plaatsen, waar-
op echter islechts ‘voor ongeveer Y werd ingeschreven.
De opbrengst werd bestemd ‘ter verreken.ing van de
door Nederland aan Suriname ten behoeve van de
imanigratie reeds venst,rekte voorschotten, welke Su-
riname dan wederom aan het Immigratiefonids ver-leende. Inmiddels ging Surin’am:e met het doen van

‘) Zie over deze kwese nader: Dr. M. van Blankenstein,
,,Suriname”, pa.g.
114/119.

21 October -1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

931

deze voorschotten dooi’, die besohouw’ende als te zijn
verleend aan het immi’gratierfonds, aan welk Fonds
men dezelfde rente berekende als men aan Nederland
voor idie van daar eerst verkregen betalingen moest
voldoen. Zoo werden deze voorschotten als ve.rreke-
ningsposten ‘besckou-wd, welker vorderingen eerst zou.-
den teniet gaan, wanneer de gro’ote consolidatielee-
ning was geplaatst. Deze opvatting is onjuist,, wijl

alleen het }lon’ds voor de ‘betali

ng der aanivoerkosten

van imm:igranten aansprakelijk is, daarvoor wel lee-
rïingen mag sluiten en met de werkgevers regelingen
treffen, doch aan welk Fonds uit de Surinaamsche
Kasgeen gelden mogen worden verstrekt. Het ge-
volg van deze onjuiste opvatting was, zooa.l,s de Me-
morie van Toelichting terecht opmerkt, drieërlei, nl.
toeneming van den rentelast van het Fonds, verhoo-ging van shnild van Suriname aan Nederland en een
te hooge inkom’steupost op de begrooting der gewon.e
middelen, waardoor dus het bedrag ider idoor het moe-
derland te verleenen algemeene subsidie ten onrechte
te laag werd bepaald. Voor een zuiver begrootings-
beeld is de boveiïgerioemde maatregel dan ook inder-
daad noodzakelijk.
Is tot nu toe op enkele lichtpunten gewezen, de
sohaduwzijlden ontbreken niet. Voor wegenaanleg en
beetrijd.ing van tropische ziekten. zijn geen verhoogde
bedragen uitgetrokken; de spoorweg levert nog steeds
een nadeelig saldo op, het aantal laudbouwleeraren is
met twee vern:iind’erd. Vooral op den ‘geleidelijken
aanleg van sbefiaorWke verkeerswegen te iand en een
intensieve bestrijding ‘van malairia, filaria en anehy-
lostomitsis kan niet genoeg de aandacht worden ge-
vestigd. Zender een behoorlijk bruikbaar wegennet en
een gezonde aribeidende bevolking baten de grootste
sommen, in ondernemingen in Suriname gestoken,
waarnaar ‘zoo verlangend wordt uitgezien, niet. Te-
recht wordt aan het Nederlanidsohe kapitaal verwe-

tien, dat het zich zoo weinig met Suriname inlaat,
steeds maar weer op de tegenslagen idaw ziet, niet let
op ‘de groote winsten’, vroeger ‘daar behaald en voorbij
ziet, hoe ook in Oost-Indië tijden van depressie en
groote verliezen zijn voorgekomen. Doch ‘daarnaast
behoort dan ook VA de zijde van Regeering en Volks-
vertegenwoordiging alles te wonden iii het werk ge-
stJ’d, om voor hen, die hun kapitaal en hun arbeids-
kracht in Suriname productie.f willen maken, gezonde
gelegenheden en behoorijke mogelijkheden daartoe te scheppen. Ook ‘hier geldt: concoridia res parvae cres-
cunt; door samenwerking langs deze lijnen is nog

zeer ‘veel te bereiken.
0. E. G. VAN LIMBURG STI1iUM.
Bloemendaal, 8 October 1925.

DE ONTWiKKELING VAN DE KEMPEN ALS

INDUSTRIEEL CENTRUM

De door de Maatschappij voor Nijverheid en Han-
del enkele maanden geleden gemaakte excursie in de
Belgische Kempen ‘heeft menigeen het overtuigend
bewijs geleverd, dat hier een nieuw industri,e,e.l bekken
tot ontwikkeling komt, dat in de toekomst de, bestaan-
de industrieele Belgische niet alleen zal evenaren,
doch deze zelfs in belangrijkheid zal overtreffen. Een waarborg om dit aan te nemen geeft ons, behalve het-
geen wij met eigen oogen aanschouwden, het verleden
van ‘het Belgische volk, dat eveneens heeft weten tot bloei te kbrengen andere industrieele bekkens als die
van Luik, Oharleroi, de Borinage enz., welker produc-
ten een eerste plaats op de wereldmarkt innemen. Zou-
de dan dit volk geen gebruik weten te maken van een
streek als de Kempen, waar de modern ingerichte

kolenmijnen binnen en kele jarn millioenen tonnen kolen per jaar zullen opleveren, welke tot de ‘beste
gas- en cokeskolen behooren? Tot de eerste zes kolen-
mijnen, welke nu reeds bijna alle in werking zijn,
behooren: Wintërslag, Beerin gen, Limbourg-Meuse,
Waterschei en Zwarteberg.
Naast deze Irolenmijnen zijn reed’s verschillende

andere groote industrieën verrezei, zooals 1. de zink-
fabrieken te Overpelt, Rdtdiem’ en Baelen, 2. ‘de che-
mische fabrieken te Reppel, Oolen, Beersse ‘en Tes-
‘senderloo, 3. ‘de glasfabrieken voor flessehen te Lom-
mcl en Moll, 4. de spiegelglasfabrieken te Moll, al-
waar het Libbey-Owens brevet wordt toegepast, 5. ‘de
cementfabrieken van Bonne Espérance, Raevels en
Loën en van db North Portland cenent te Beersse,
0. het industrieele centrum Turnhout enz. enz.
Meerdere dezer industrieën verschaffen reeds werk
aan duizenden arbeiders. Laat men zich rekenschap geven van ‘hetgeen reeds ‘bestaat, het is een bezoek
overwaard. Men leze echter vooraf: ,,La Campine
Industnielle” par Maurice Henriquet, redacteur van
de ,,Ech.o de la Bourse”.
Zooals reeds ‘gezegd, wij zijner van overtuigd, dat
‘wij hier nog pas in het beginstadium zijn van de indus-
trieele ontw.ikkeling der Kampen en ‘dat zich hier
mettertijd •ook de Schwerindustrie zal vestigen, te-meer daar de groote Schwerin.’dustr.ie in België en
Frankrij’k groot belang heeft bij de Kempen. De voor-
naamste fijnancieele instellingen in België zijn sterk
geïnteresseerd in het reeds ‘bestaande en worden
steeds bereid gevonden om nieuwe industrieën op te
richten op een gezonde basis. Dd min of meer vlugge
ontwikkeling zal echter afhangen van een spoedige
oplossing van het verkeersvraagstuk vooral van de aan
‘te leggen waterwegen, daar liet hier geldt het ver-
voer van massaproducten.

Een tweede groote moeilijkheid zal zijn om vol-
doende werkkrachten te vinden.
Wat de verkeersmiddelen betreft, men is nu reeds druk bezig nieuwe spoorverbindingen aan te leggen
en naar het zich laat aanzien, is men van plan van
‘Hasselt een groot :knooppunt te maken, van waaruit
,dan de kolen naar Luik en Antwerpen zullen vervoerd
w’orden.

Ook aan de verbindingen te water wordt volle aan-
dacht geschonken. Zoo heeft men reeds een kanaal
Beeringen-Hasselt gegraven en overweegt men om de ‘verbin’ding door te trekken tot de Zui’d-Willemsvaart.
Verder is er sprake van een kanaal, dat Beerin gen
met Brussel zal verbinden. Iii ieder geval zal men
voor deze streek met groo’te belangstelling het resu.l-
taat tegemoetzien der besprekingen over het Neder-
landsch-Belgisch verdrag.
Wat de
moeilijkheden
om werkkrachten te vinden aangaat, zoo zijn ‘deze zeker niet te onderschatten,
doch daar sta&t ‘tegenover, dat er in België een kern
is van goede technisch geschoolde arbeiders. Zooals vanzelf spreekt, zal het témpo der ontwikkeling van
bovengenoemde bekkens hier nauw mee samenhangen.
Een der directeuren van een der
‘Srootste nieuwe mij-
nen, waar op het oogenblik 3000 man werken, ver-
telde ons, ‘dat men in de mijnen ten opzichte van ‘dit
bezwaar it;dt ‘nu toe niet te ‘klagen had. Wel moest
men natuurlijk zorgen voor woningen, scholen, ker-
ken enz., en men ziet dan ook nu reeds in de Kampen
bij de diverse industrieele ondernemingen heel aar-,
dige dorpjes verrijzen.
Wij hopen, dat deze mededeeling, hoewel belmopt en zeer onvolledig, er toe moge medewerken om ook in. het Noorden en vooral in onze haveisteden eenige
‘belangstelling te wekken voor deze streek, welke een
groote toekomst ‘tegemoetgaat niet alleen tot heil
van België, maar door hare ligging – ook voor hare
Noorderburen. . P. Ranou’r
JR.

Maastricht.

DE RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht ‘van ‘de opbrengst der Rijkismiddelen over ‘de
maand September 1925, vergeleken met de overeen-
komstige
cijfers
van September 1024.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
31.481.900 op tegen
f
36.339.500 iii Septem-
bèr 1924 en vertoonen mitsdien een vooruitgang van

932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

f
1.142.400. .El.iaebij mag evenwel niet uit
I
het oog wor-
den verloren, dat de rijtwi’el1belasting, die in de mnand
September ‘van liet vorige jaar
.f
640.000 voor cle
schatkist opleverde, thans op den middelenstaat niet
voonkomt, hetgeen liie aan is toe te schrijven, dat de
door de Postadninistq’atie t/m. Aujgustiis ji. iverstrelfte
opigaiven, iii totaal ten ibrdrage van
f
6.488.4.00, ach-
teraf zijn gebleken bijna
f
10.000 te hoog te zijn, in
verban4 waarmede de ontvangst tot en met Sep-
tember op
f
6.418.600, moest worden vastge-
steld. Laat men daarom, ten einde een zuiverder

vergelijlking te krijgen, de rijwieljbeiais.ting ibuiten be-
scihouwinig, •dan ‘blijkt, dat ‘de overige middelen in de
afgelioopen maand
f
1.783.300 meer Jieibben opgebracht
dan in ide overeenikomst;i,ge maand van ‘het vorige jaar,
tewiji ‘de rarning met,
f
3.010.100 werd overschreden.
De oplhrengst over de eerste negen anaaniden ver
1925 bedroeg
f
16.644.300 meer dan cle opibr.engst in
hetzelfde tijdvak van het vorige jaar, terwijl. do
.ra.rninlg met
f
27.130.500 werd overtroffen. Rekent
m’en ‘ook hier de rijM’ielibelas’ti.ng niet mede, dan
blijkt,, idat •d.e overige middelen in genoend tijdvak

f
15.398.700 meer opbrach,tnn dan van 3anuari t/m. Septerdber 1924 en
f
24.410.900 stegen boven 9/12 van de geraamde opbrengst over 1925.
In ‘vergelijking met ‘de overeenkomstige maand
van het vorige Jaar vertoonden de pevs’oneele belas-
tiaig, de vermiogensbelastinig, de
wijn-,
cie gedistil-
leerd-, cle zout-, ide bier-, de geslacht- en de taibaks-accijns,. de zegelreclisten, de regiaitratierecih ten, de
invoerrechten en de loodsgelden een ‘h.00ger op-
brengis;teijfer. Daarentegen Fbradliteu minder op ide
groncibelasting, de inkonistenibelasting, ide dividend-en tanti èmdbelasting, de su.ikeraccijns, ‘de successie-
rechten, ‘de ‘atatistiekreo1itn, de doinieineri en ‘het
recht top ide mijnen.
E’venai,s de vorige maand gaf de grondbelasting
olc ditmaal een lagere opibrengat te boeken (van
f224.100). Daar igenoemid middel evenwel in de eer-
ste zeven maanden van het; jaar bijonder ruim heeft
gevloeid, behoeft aan het lage opbrenigstcijfer van
September 1925 geeii bijzondere, beteekenis te war-
den ‘gëh echt. De p erzoneel e ibelaisting wees ii iet min-
der dan
f
4.204.200 aan, een nog nimmer bereikte
opbrengst, die vermoedelijk te danken is aan de om-
standigheid, dat tijdiger met het instellen van eene
vervolging wordt aanigevarilgen dan in vorige jaren
het gevel was. Vergelijkt men de ontvangsten uit
deze bronnen van inkomst over de eerste negen
maanden van 1924 en 1925, dan ‘blijkt, dat 1925 een
surplus ‘hoven het vorige jaar opleverde van onder-
scheidenlijk
f
1.437.800 en
f
3.238.200. •Ook cle ra-
m’injg werd thans bij ibeide belastingen overtroffen
(resp. met
f
2.948.800 en
f
1.089.400).
De inkometenibe,lais’ting gaf ditmaal eene lagere op-
brengst te zien (van
f1.
521.000). Een bepaalde oor-zaak kan hiervoor niet worden opgegeven. Beziet men
de ontjva.ngsten uit deze belasting over de eerste 3
kwartalen van 1924 en 1925, dan blijkt, dat ‘de op-
bren,gis.t;en zih als volgt ide venscuiihlende dienst-
jaren splitsen:

Jan. t/in Sept.
1924.
Jan.. t/in.. Sept. 1925.
1920/21 . ……..
f

970.100


1921/22 ……..,, 3.929.700


1922/23 ……..,, 13.303.900

f 3.414.300
1923/24 ……..
,,
51.186.800.

9.581.100
:1024/25 ……..,,

4.587.300

51.156.100
1925/26

5.981.600

f
73.927.800

f
10.139.100

Uit deze cijfers blijkt., .dat ‘de snllere in.vorderin’g
haar invloed op den loop van dit middel iblijft
uitoefenen, in dit verband moge er nog op wor-
den gewezen, dat de raiming in de eerste 9 maanden
van ‘dit jaar met
f
6.389.100, werd overschreden, het-
geen uiteraard tot voldoening ete*ct.
De dividend- en tantièmebelastin’g liep ditmaal
terug met
f
226.700. De onregelmatige ‘loop van idit

middel brengt evenwel mede, dat nit het opbrengst-
cijfer, van één enkele maand geen bepaalde gevolg-
trekking ‘mag worden afgeleid, doch dat het gewenscht
is, voor het maken van vepgelijkingen een llanger tijds-
verloop in oogeaschouw te nemen. Doet men idit laat-
ste, dan kan de opbrengst, die de ‘dividend- en tan-
tièmebelasting in 1925 tot dusver te boeken gaf, niet
anders dan bevredigend worden . genoemd. Over de
eerste 9 maanden blijkt ‘de inkoms’t nog altijd
f
2.071.800 hooger te zijn dan verleden jaar, terwijl
zij 9/12 van de ransing met
f
5.639.500 overtreft.
Ervenals de vorige maand kwam uit de vermogens-

belasting ditmaal méér iii ‘dan ‘in ‘dezelfde’ maand van
1924. Het voordealig verschil bedroeg
f
134.600. Ver-
gelijking van de eerste 9 maanden van 1924 en 1925
levert voor het lopende jaar een surplus van
f
223.600 op. De ramin’g werd
bij
de ver.moigenisbelas-
ting nog steeds niet berelkt; op di’t oogeniblik bedraagt ‘de achterstand
f
1.278.600.
De accijnzen maakten, indien men althans den sui-
keraccijns uitzonidert, alle een ‘goed figu.ur. De wijn-accijns ‘idom met
f
64.400, waarschijnlijk te danken
aan het m’eerer gebruik van ‘goeclkoope .wijnsoorten
in de plaate van gedistilleerd. De gedistilleerdaccijns
bracht
f
3000 meer voor de schatkist op, een overigens
onbeteekenend verschil. De zoutaccijns nam toe met

f
14.900, waarvoor intusseken een bepaal,de reden niet
aan.wijaibaar is, evenmin al’s voor de stijging van .den
bieraccijns, die een accres ‘van
f
58.500 ‘vertoonde. Het
ruimer vloeien van den geslachtaccijus
(f
95.100 meer)
is vermoedelijk aan de hooge veep’rijzen toe te schrij-
ven, De tabaksaccijns.ga,f een .hooge.re opbrengst van
f
243.100 te zien, waarin ongetwijfeld de kort gele-
‘d’en tot stand gekomen accijn.sveiiooginig ‘tot u.itdru.k-
king komt. Op zichzelf genomen zegt de opbrengst
van één enikele maand overigens in het algemeen ‘zeer
weinig. In hoofdzaak wordt in den mi’ddelenstaat van
September verantwoord de accijns van ‘de in Feb:ruari
ji. betrokken zegels. Vermoedelijk zullen de fabrieken
in Januari zééveel zegels hbben besteld, dat

ook de
behoefte voor Februari daardoor ‘gedeeltelijk wer’d ge-
dekt, Op ‘deze wijaie is het wellicht te verklaren, dat
de maand Auguetius meer dan
f
2.275.000 opleverde,
terwijl in September niet meer dan
f
1.559.200 bin-
nenlowam.

Zooals reeds hieiboven werd opgenerkt vertoonde
.de suilkeraccijins ditmaal een lager opbreiigstcijfer (van
f
459.800). Neemt men evenwel in aanmerking, dat
de maand ‘September 1924 ‘vijf verschijndagen (Maan-
dag) van den crediettermijn bevatte, tegen de maand
Septemiber 1925 slechts vier, dan
blijkt
de opbrengst
van dit miiiddel per slot vainj rekening ‘inistede van te zijn afgenomen nog ‘vooruit te zijn gegaan.
Vergelijkt men de ‘totale opbrengst der accijnzen
over de eerste 9 maanden van 1925 met .die van het-
zelfde tijdvak v’an 1924 en met .de raming, dan komt
men tot het volgende resultaat:

Opbrengst

Opbrengst
9
mnd.
1925

9
mnd.
1924

Raming
Suiker ,,,
f
31.394.100
f
28.892.800
f
29.625.000
Wijn, ……,, 1.864.100

1.141.100

1.425.000
Gedistilleerd

33.621.500

35.112.500

31.575.000
Ziynt ……..1.489.200

1.205.100

1.162.500
Bier ……

9.194.200

6.017.800

1.950.000
Geslacht . ..

1.206.600

1.009.400

1.500.000
Tabak …..,, 13.388.400

12.221.500

12.315.000
Van de milcidelen, die meer in direct ‘verband staan
met ‘het zakenleven, brachten de zegelrec’h.ten
f
660.500
meer op, waarvan
f
166.400 op rekening van de beurs-
belasting komt, terwijl tdo regibratiereeh’ten toenamen
met
f
486.100. Uit deze cijfers ivalt eene meerdere
bedrijvigheid ter beii’ze ei ‘te leiden; intussehen is
ook van invloed ‘de omstandigheid, dat nog telkens
leeningen worden uitgegeven ter converteeri’uig van
oude leeningen met een hooger rentetype en dat de
lagere rentestanidaard vermoedelijk meerdere aan;koo-
pen van vast goed ten gevd’ge heeft. De invoerrechten
stegeh met
f
1.676.000, gevolg van de inwericiiig.tre-

21 October 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

933

ding der nieuwe Tai ofweL, en. de loodegel den mei;
f 21.900.
Daarentegen daalden cle stati,stickrecliten
met
f 20.300.
Ten slotte moge nog wonden gewezen op de succes-sierechten, die
fl56.900
teruglieien; op de domeinen,
die
f203.200
minder te boeken gaven; op de belas-
ting
01)
speelkaarten, ‘die
f 3000
minder opbraohit, ver-
moedelijk te wijten aan fraududauzen inwoer, en op de
belasting op gouden en zilveren werken, die
f 6800
minder oplevende, waarin de nialajise in de goud- en
zil’verbranci.he nicJi weerspiegelt.. Het recht op de mij-
nen, waarvan de heffing bij de wet van
23
Juni
1925
(Staatsblad No.
244)
werd gesehorst, levende thans niets meer op (in September
1924 f 85.200).
De inikomsteu van het ,,Leenin’gfonds
1924″
bedioe-
gen in ‘de afgeloopen maand
f 6.846.800
(rarning rond
f 1.183.000),
waarvan ruim
f 2.234.000
aan de Ver-
deddigingnbelantingen is te danken. De rniddelen.staat
van Septber
1924
wees een ophrengst aan van
f 1.292.100.
In de eerste
9
maa.niden van
1925
kwam
f 71.305.800
binnen (in hetzelfde t.ijdvalc van het vo-
rig jaar
f 72.835.100).

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE LADBOUWPOLITIEK IN ENGELAND.

1.

Dr. T. E. Gregory te Londen schrijft
ofls:
Gedurende de laatste paar jaren is de productie van
litteratuur over het landbouwvraagstuk geweldig ge-.
weest. Iedere politieke partij heeft op haar ‘beurt een
commissie van onderzoek ‘benoemd en min of meer
tevergeefs getracht, de belangstelling van het in
hoofdzaak stedelijke electoraat voor landbouwvraag-
stukken te winnen. Gedurende en onmiddellijk na den
oorlog heeft een sub-commissie van het Ministerie van Reconstructie, onder voorzitterschap van Lord
Selborne, een aantal voorstellen uitgewerkt, bekend
als. het Selborne-rapport. Het conservatieve kabinet
Bonar Law was verantwoordelijk voor de benoeming
van de commissie, welke een onderzoek naar den af-
zet van landbouwproducten instelde, het z.g. ,,Lin-
lithgow Committee”, hot ,,Committee on Agricultural
Credit” en ten slotte het ,,Agricultural Tribunal”,
bestaande uit drie bekende economen, wier het vorige
jaar uitgebrachte eindrapport
1)
gedurende een decen-
nium waarschijnlijk wel het leidende handboek zal
zijn over kwesties, die ten grondslag liggen aan de
detailgeschilpunten, zooals die zich van tijd tot tijd
voordoen. De Labourpartij schiep in den tijd, dat zij aan het bewind was, een speciale research-afdeeling van het landbouwministerie, welke reeds gerappor-
teerd heeft over verschillende aspecten van den coöpe-
ratieven afzet, terwijl daarenboven een kleine com-
missie inzake de stabilisatie der
prijzen
van landbouw-
producten, dok door de arbeidersregeering benoemd
)

haar rapport heeft uitgebracht. In Augustus ji. ver-
scheen het rapport van de ,,Council of Agriculture
for England”, een raadgevend, ter beschikking van
den Minister staand college, over de landbouwpoli-
tiek, en alsof deze groote hoeveelheid litteratuur nog
niet genoeg ware, staan wij thans op het punt te wor-
•den overstroomd met de voorstellen der politici. De
zondvioed is inderdaad reeds begonnen. De vorige
week werd uitgegeven ,,The land and the Nation”,
hetwelk de idealen van het ,,Liberal Land Commit-tee” bevat, terwijl het rapport der Labourparty over
,,Rural Policy” naar gezegd wordt ter perse is en
reeds eenige vrees geconstateerd wordt, dat een ge-
deelte van de socialistische donderbui door Lloyd
George gestolen is.
Ik heb vroeger reeds getracht, een gedeelte dezer
honderden bladzijden vol vermaningen en goeden
raad te behandelen. Thans is het mijn bedoeling, de
aandacht uwer lezers te vragen voor de voornaamste
stroomingen, welke in deze rapporten tot uiting
komen.

‘) Cmd.
2145;
1924.

De geheele ôpen!bare meening over deze vraagstuk-
ken, in zooverre althans van een meening sprake is,
is sterk beïnvloed door een gedurende den oorlog ver-
schenen rapport, dat algemeen bekend staat als het
Middieton-rapport. Dit document behandelde de
recente ontwikkeling van den Duitschen landbouw en
toonde aan, dat •het ver’mogen van een zeker aantal
acres, om in het menscheljk levensonderhoud te voor-
zien, in Duitschiand aanzienlijk grooter was dan hier te lande, indien dit vermogen in calorieën werd bere-kend. Sir T. H. Midd.leton toonde inderdaad aan, dat
gedurende de jaren, welke onmiddellijk aan den oor-log voorafgingen, 100 bebouwde acres land, in calo-
rieën uitgedrukt, in Duitschiand 10 A
75
personen
konden onderhouden, vergeleken met
45
ilt
50
hier
te lande. Deze feiten mogen waar zijn – en zij zijn
inderdaad niet betwist – de uitgebreide bekendheid,
die eraangegeven is, heeft echter tot resultaat gehad,
dat men is gaan gelooven, dat de
verhouding tusschen
de capaciteit, in het levensonderhoud te voorzien,
ôok
een toetssteen is voor de
verhouding tusschen de effi-
ciency van de Duitsche en Engelsche boeren..
Er werd
reeds zeer spoedig in het ,,Economic Journal” op ge-
wezen, dat, indien de vergelijking werd overgebracht
van acres land naar op dat land te werk gestelde per-
sonen, het beeld er ‘geheel anders ging uitzien, aan-
gezien per 100 acres bebouwd land ‘de Duitsche land-
bouw meer dan tweemaal zooveel arbeidskrachten ge-
bruikte als hier te lande geschiedde, zoodat de calori-
sche opbrengst per te werk gestelde persoon geenszins
zoozeer ten gunste van Duitschland uitviel als •het
publiek werd gesuggereerd door het gebruik van den
vorigen index.

• Het bleef echter Prof. D. H. Macgregor, te Oxford,
lid van het ,,Agricultural Tribunal”, overgelaten, de
wanbegrippen waartoe het Middleton-rapport aanlei-
ding heeft gegeven, werkelijk critisch aan te vallen.
Dat het erin geslaagd is, de politici te misleiden,
blijkt vel ‘duidelijk uit het gebruik, dat er te pas en te
onpas van gemaakt is door politici van alle richtin-
gen, om den Britschen boer op grond zijner inefficien-
cy aan te vallen. Voorts blijkt ‘dit uit het feit, dat (le
opdrac’hten der verschillende commissies van onder-
zotk zeer duidelijk aantoonen, dat de gedachten: wel-
vaart, bruto-voedselopbrengst, ongeacht winstgevend-
heid der productie, en capaciteit van de industrie,
arbeid’skrachten te absorbeeren, niet voldoende uiteen-
gehouden zijn. Zoo werd het ,,Agricultura.l Tribunal”
opgedragen het bestudeeren van de methoden, die in
andere landen zijn aanvaard om ‘de welvaart van den
landbouw te vermeerderen, om het zoo volledig moge-
lijk gebruik van het land voor de voedselproductie en
het te werk stellen van aribeiders tegen een ,,living
wages” te verzekeren en te adviseeren over de metho-
den, door welke deze resultaten hier te lande kunnen
worden bereikt. Deze warwinkel van gedachten werd
door Prof. Cannan
1)
in zijn bespreking van ‘het in-
terim-rapport van het ,,Tribunal” in het ,,Eeonomic Journal” aan een vernietigend critiek onderworpen,
terwijl de grondslag van het geheele wanbegrip reeds
werd outzenuwd door Prof. Macgregor.
2)
Zeer terecht
wees deze, erop, dat vraagstukken van voorziening
in eigen behoeften gedurende den oorlog verward 2ijn
‘met kwesties van individueele rentabiliteit en evenals
niemand de efficiency van de katoenindustrie in Ed-geland, vergeleken ‘met die in andere landen, beoor-
‘deelt naar bruto-opbrengst ongeacht de kwaliteit, zoo
ook mag niemand den landbouw op deze wijze beoor-
deelen.
De commissies besteedden uiteraard het grootste
gedeelte van haar tijd met ‘het pogen, den eisch van
rentabiliteit van het individueele bedrijf te verdoenen
met een toeneming van ‘het ‘bebouwde oppervlak, om-
‘dat zij in de handhaving of toeneming van het be-
bouwde_oppervlak de
mogelijkheid
zien, om tegelijk
1)
Cannan
in het ,,Econcnnic
Journal”, Juni
’23. ,,The
Agricultural I’nquiry”.
1 2)
Eindverslag,
bz. 155-159.

934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

een maximum van landbouwarbeidérs aan het werk te
stellen en om ‘de in het binnenland verbouwde voed-
selhoeveelheid te vermeerderen. Het is meer dan dui-
delijk, dat, indien deze twee doeleinden moeten wor-
den gecombineerd, van den Staat een ‘geldelijk offer

zal worden gevergd, zelfs wanneer rekening wordt ge-
houden met de mogelijkheid eener verlaging van de
kostprijzen, die zou voortvloeien uit een meerder
coöperatief optreden van de boeren zelf, hetgeen ech-
ter 6en geest van bereidwilligheid vooronderstelt,
,,welke op het oogenblik ongelukkigerwi.jze slechts in
zeer geringen omvang onder de boeren bestaat”, gelijk
het allérlaatste rapport, .dat van den ,,Agricultural
Oouncil”, met •droefheid erkent.
Welken vorm zal nu de staatshulp aannemen? De
v6orstellen vallén in een aantal wl te oriderschei-

den groepen uiteeii.
1.
Tarief .swijzi gingen..
Het is natuurlijk onmoge-

lijk, dat een invoerrecht op tarwe hier te lande
w6rdt ingevoerd, zoo lang de meerderheid der stedë-lijke kiezen bestaat uit consumenten van buitenland-

sche
tai:we.
De kwestie is echter verschillend, waar
het levensmiddelen betreft, die ‘in den volksgeest niet
zoo direct met den levénsstandaard zijii verbonden.

Zoo bval het Interim-rapport van het ,,Agnicultural
Tnibunal” een iiivoerrecht op •moutgerst, ‘hop (bij de
begréoting van •dit jar ingevoerd) en den invoer
van aardappelen niet anders dan onder licentie aan.
In aanvulling :hierrnedvenlangt het, ni6t,den invoer

van bloem direct te verbieden, doch een ingewikkald
stelsel, dat de bloemimporteurs zou verplichten met
een zekere’ hoeveelheid bloem een zekere hoeveelheid
tarwe-afval in te voeren, omdat het tekort vân- taive-
afval een ernstige hinderpaal is voor’ de landbouw-

belangen.
Indien een oordeel in dezen mogelijk is, schijnt ech-
ter de officieele mdeing steeds minder belang to stel-

len in zuivere
invoerbelemmeringen
door middel van

het tarief, doch weuscht zij officieele monopolies in
te voeren in het belng van prijss’tabiliteit en de rijks-
eenheid. Ter ‘laatste economisché Rijksconfereutie
werd de kwestie• opgeworen; sij heeft natuurlijk
onder de arbeiderspartij terrein gewonnen en is als
een ernstig studieobjéct door het ,,Ommittee on the
Stabilisation of Agnicultural Pnices” aanbevolen. De
uitverkoren’goecleren zijn tarwe en vleesc’h en de hoop
vordl gekoest,érd, •dt de Britsche landb6uwer voor-
deel zal trekken uit de ‘beirekkelijke stabiliteit van
den prijs, voortvloeiende uit het ver’koopen tegen ge-middelde prjzeu, die over korte periôden vadxsc’hijn-
lijk niet veel zullen veranderen.
II. Alles ibijeengenomen is de methode, waaraan
de voorkeur gegeven wordt, de een of andere vorm
van subsidie. Gedurende den oorlog waren de prijzen

gegarandeerd en lag het in de
lijn,
dat het ‘Selborne-

Committee •de voortzetting van ‘dit stelsel aanbeval, dat natuurlijk een subsidie met zich brengt; wanneer
dé marktprijs beiieden den gegarandeerden
prijs
is.
De Regeering van Llôy’d George vaagde het stelsel
ueg, doch het bestaat nog in den geest onzer hervor-
mèrs als een welhaast onmisbaar instrument ter aan-

moediging.
Het tweede interim-rapport van het Tribunal han-
delde bijna uitsluitend over de ver’schillende vormen véii subsidie. Ten slotte kwam het töt de aanbeveling
van eèn subsidie op al het bouwland, met een aanvuir
lend subsidie op niet tarwe bebouwd land. Het sub-
sidie zou 11 per acre voor de tarweakkers en de helft
daarvan voor ander land bedragen. De kosten werden
op £ 6 h 6 millioen geraamd, ‘bij welk laatste cijfer
dan rekening werd gehouden met de mogelijkheid, dat
het subsidie de totale bebokwde oppervlakten eenigs-
zins zou uitbreiden.
De ,,Agricultural Council” behandelt ‘de zaak in
haar recent rapport op ietwat andere wijze. Hij

wenciit geen•ç
li
recte subsidieering van met graan
bebouwd land, ‘doch stelt voor, den boer ieder jaar
een subsidie te geven, niet ‘ovér al zijn bebou-wibaar

land, doch over dat deel, ‘dat hij voor schoonmaak en
bemesting onder handen heeft, ‘door het braak te laten liggen, of ‘door er een voor genoemde ‘doeleinden ‘ge-
schikten oogst op te verbouwen. De Council vreest,
dat directe subsidieering zou kunnen leiden tot een
graanverbouw van zoodanigen omvang, dat de bodem
daardoor eventueel zou worden uitgeput, terwijl zijn
schema’ deze uitwerking niet zou hebben.
Hij raamt de kosten op £ 5 millioen met de waar-
schijnlijkheid Van een toeneming in ‘de toekomst,
naarmate de’ landbouwers meer land onder den ploeg
nemen en het stelsel moet’ voortduren tot zoodanig
tijdstip, waarop het er naar uitziet, dat een akker-
bouw van maximalen omvang volgens het gewone
renta’biliteitsbeginsel zal kunnen worden gehandhaafd
door de verbeteniü’g van de verhouding van wereld-
prijzen en productiekosten: Deze formule vertoont
het gewone pijnlijke onvermogën, het feit onder de
oogen te zien, ‘dat er niets bestaat, dat men normale prodüctiékosten van granen kan noemen, aangezien
deze niet slechts van de gemiddelde bekwaamheid van
den boer cor. afhangen, ‘doch van de kwaliteit van
den gron’d en de oligunstige omstandigheden, waan-
ouder nog geproduceerd kan worden. Als administra-tieve maatregel schijnt de voorgestelde subsidievorm
echter veel aanbevel enswaard igs te hebben.
Er dient bij liet nagaan van wat de toekomst bren-
gen.
zei
rekening mede te worden gehouden, dat het
venieenen van een subsidie aan den mijnbouw den
toestand zeer belangrijk heeft gewijzigd. Tot dusverre
bestond er geen precedent; thans is dit er. Derhalve
ben ik geneigd te gelooven, dat cle, landbouw bij zijn
pogingen te
krijgen
wat hij w’enscht, grootere
kans op succes heef t, ‘dan ooit tevoren. Zijn politieke
,,bargaining power” is ehter nog geringer dan die
van de industrie en totdat-wij weten wat inzake ijzer
en staal gaat gebeuren, doen wij goed ‘de kansen van
den landbouw niet te overschatten.

(Wordt vervolgd.)

.

T.
E.
GREGOnY.

ONTVANGEN:

Nieclerijindisches Jahrbucl?, 1924:
ETerausgeber Dr.
Th. Metz, München; Richard Pflaum Druckerei
und Venlags A. G.

Dit jaarboek is bedoeki als aanvulling van den vorigen
ee.sten jaargang. Wie dezen ‘dus niet bez,it. kan
zich
over
Nederland slechts fragmentarisch oriënteeren. Voor een jaarboek moet ‘dit een onjuisten opzet genoec1 worden. in wat zich als zoodanig aandient mag men verwachten,
tekeii jare opnieuw dezelfde, door den aard van het ter-
reiii waiarop het
zich beweegt bepaalde .hoofdstukken met
zoo recent mogelijke gegevens aangevuld, aan te treffen.
aarnaast bestaat dan nog alle ruimte, aan van jaar op
jaar naar omstandigheden wisselende onderwerpen be-
schouwingen te wijden.
is voor wat de hoofdzaak aangaat uniformiteit van den
inhoud dus’ eisch, daarnaast dient de buitenia.ndsche
lezer zooveel mogelijk objectief voorgelich.t te worden. Het
gevaar, aan een sterk persoonlijk stempel dragende bijdra-gen verbonden, ‘heeft de’ redacteur blijkbaar’ wel gevoeld,
toen hij iets ‘als een waarschuwing aan den lezer plaatste beven het zeer subjectieve artikel over de Nederlandsche
architectuur, en zulks ondanks het feit, dat het boek, blij-
kens het .voorbericht, voor een tot critiseh oordeelen
in
staat zijnd publiek is bedoeld. Op economisch gebied bevat het een bijdrage ‘aii ‘i)r.
W.
Nau’tner ovei het Nederlandsche bankwezen en een van den
heer S. Brouwer over cle organisatie en de beteekenis der
Nederlandsohe Effectenbeurzen, terwijl de redacteur schrijft
over ‘de recente wedemijdsehe economische penetratie van
Duitschlanci en Nederland. Ir. Blankevoort leverde een bij-drage over onzen mijnbouw, Ir. de Blocq van Kuffeler over
cle afsluiting en •droogmaking der Zuiderzee, de heer Ch. J.
Wortelboer over de Spoorwegen, Dr. Schmitz te Keulen
over onze zeereederijen en de beer Minkenhoff te Bussu.m
over het autobus’verkeer.
De redacteur is ‘er, gelijk uit deze opsomming blijkt, in
het algemeen in geslaagd, zich
de medewerking van des-
kundigen te verzekeren. Het is daarom jammer, dat de bij-
dragen van de heeren Minkeuhoff en Schmitz beneden het peil blijven, waarop de overige zich bewegen, terwijl men
in het artikel over de Spoorwegen eeff meer diepgaande

21 October 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

935

bespreking van de moeilijkheden der laatste jaren noode
mist.
Mag men intusschen al met den samensteller van mee-
uilig omtrent den opzet verschillen en critiek hebben op
enkele bijdragen, het streven van Dr. Metz tot het geven
van- goed gefundeerde voorlichting in Dui’tschland omtrent
Nederland verdient, waar op dit gebied een te betreuren
leemte bestaat, gevaardcerd te worden. – W.

Onderzoek naar de vooruitzichten van de houtverko-
lingsindustrie in Nederlandsch-Indië
door R.

‘Wind Hzn. Dissertatie Wageningen. 1925.

Utilisntie van Bruinkolen.
Commissie tot ontwikke-
ling van de Fahriksnijverheid in Nederl.-Indië.
No. 6. ‘s-Grav’enhage, 1925; Alg. Landsdrukkerij.

Das vereinigte Europa
von Dr. Fr. Nonnenbruch,

Leipzig; Verlag von Theodor Weicher.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

T h e
Q
u a r t er 1 y J o u r n al o f E eo no m 1 c
S.

– Cambridge, Mass., Aug. 1925.
H. Working,
The statistical determination of de-

mand curves;
G. E. l3arnett,
Chapteis
011
machinery

and -labor II. The automatic bottle ‘machines;
N. D.
kondratie’ff,
The static and dynamic view of econo-

mies; J.
W. Angeli,
Consumers’ demand;
A. Hewes,

The changing structure of the bargaining unit of
labor

Revue d’EconomiePolitique. -Parijs,
Mei-Juni 1925.
A. Af to2ion,
Les expriences monétaires recéntes et
la théorie quantitati ve;
L. Borudin,
Le retour â l’or en G’rande-Bretagne d’après les banquiers anglais;
Ch.
Turgeon,
Critique de ,,l’utilité finale” (suite);
G. Nestier-Tricoche,
Les tendances sécessionnistes
au Canada et leur bases économiques.

Journal de la Soeiété de Statistique
<1 e P a r i s. – Parijs, Juni 1925.
Yves-Ouyot,
Les facteurs du pouvoir d’achat.

The G’eographical Joui’nal. – Londen,
Juli 1925.
F. G. Binney,
The Oxford Un.i.versity Arctic expe-
dition,’ 1924; The Royal research s’hip ,,Discovery”;
A. R. PL,
1-listoric instruments at Oxford; Ascent of
Aconcagna; Dr. Hamilton Rice’s expedition to the
Rio Branco; Amundsen’s polar flight.

1 cl e m. – Londen, Augustus 1925.
A. F. R. Wollaston,
The Sierra Nevada of Santa
Marta, Colombia; The Oxforcl ‘University Aretic
expedition, 1924;
H. St. J. B. Philby,
The Dead Sea
to Aqa’ba.

D e 1 ii d i s c h e G. i d s. – Amsterdam, 1 Augus-
tus 1,925.
W. van Braam,,
Het Paketvaart-coutract; J.
R.
J3ct’erstuis,
Nederland in Indië;
Ed. van Ohert,
Een
koloniaal avontuur in de XVIII eeuw;
Jb. Ma1linck-
rodt,
Het priesterwezen bij de Dajaki van Kota Wa-
ingin;
G. Nppels,
Emigratie naar cle Larnpongsche
cl istr.icten.

The Arnerica.n J’ournai of Interna-
t i o n a 1 L a w. – Concord, N. H., Juli’i925.
J. B. Scolt,
Grotius’ de Jure Belli ac Pacis: the
vork of a ‘lawyer, statmman and bheologian;
C. van
Vollenhoven,
Diplomatie prerogati’ves of non-diplo-
muts; J. F. Williams.
rJ)he
Leage of Nations and un-
anlmity;
N. A. M. Macicenzie,
The treaty-making
power in Canada;
J. W. Stinson,
International sane-
tions and American
mw;
W. C. Carpenter,
The Red
river boundary dispute. . –

Revue Générale de Droit Ïnerna-
t i o n a 1 P u bi i e. – Parijs, Jan.-Apr. 1925.
P. Fauchille
et
M. Sibert,
La bi agraire lithuanien-ne et les droits des minorités poionaises;
M. Travers,
La Cour permanente de justice internationale;
M.
Moncharville,
L’exécution du mandat français au
Togo et nu Cameroun;
A. Millot,
Le mandat a.hglais
pour l’Irak.

MAANDCIJFERS.

OVERZIOËT’ DER RIJ-KSMIDDELEN.
(In Guldens).

ep em er
Sedert

1
Januari
1925

Overeen-
komstige
periode 1’924

Directe belastingen.
1.247.321
17.293.285 15.855.482
Personeele belasting
4.204.168 19.951.914
16.713.695
Inkomstenbelasting
5.076.408 70.139.130 73.927.849
Dividend- en tanttome.
belasting ………
1.381.546
14.639.499 12.561.679
Vermogensbelasting
526.432
6.596.379,
6.372.751

Accijnzen.
3.748.154
31.394.123
28.892.846
517.044
1.864.696
1.747.084
3.792.103
33:621:465

35:112:512
171.118
1.489.163
1.205.127
1.339.525
9.194.22
6.017.784

Grondbelasting

………

947.323
7.206.619
7.009.384
1.559.244 13.388.417 12.221.511
Belast, op speelkaarten
4.439
65.933
72.639

6.478.599
5.233.008

Suiker

……………..
Wijn ……………….
Gedistilleerd …………

Indirecte belastingen.
1
2.109.230
2

17.789.690
3
13.752.940
Registratierechten
1.711.580 16.499.916 18.022.462
Successierechten ……
3.443.187
32.346.893 33.442.932

Zout …………………

Bier

………………

Invoerrechten
4.717.347
30.627.193
26.429.654
Geslacht

…………..

Gouden en zilver. werken

Tabak……………..

Belasting ………….
90.335 726.200
662.054

Rijwielbelasting ……….

Essaailoon …………
652 772

Zegelrechten ………..

348.014 3.131.202
3.063.640

..

.
71.298

406.630 544.565
Domeinen
………….
2.089.243
1.852.125

Statistiekrecht
………..
Mijnen
……………..

.74

456.092
460.256
Jacht
en
visscherij
39.493
.

19.454
236.360
238.761
taatsloterj …………17.085

lioodsgelden

…………

..

2.962.520
2.538.255

Totaal-Generaal ..

..

37.481.902 340.596.035 323.951.767

1)
Hieronder begrepen
f 432.739
wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
-(Beursbelasting).
2)
Idem
f3.90S.594.
3)
Idem
f2.TOS.513.
4)
De door de Postadministratie t/m. Augustus jI. ver-
strekte opgaven in totaal ten bedrage van
f
6.488.433,-
zijn achteraf gebleken te hoog te zijn, in verband waar-
mede de ontvangst tot en met September, op een lager
bedrag dan het genoemde, moest worden vastgesteld.

HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS
1914.

epem er
Sedert
Januari
1925

Overeen-
komstige
periode
1924

Verdedigingsbelast. la
157.930 1.977.902
1.878.408
Verdedigingsbelast. 1h
594.770 6.638.725
6.471.306
Verdedigingsbelast. II
1.482.140
18.326.611
20.657.608

Opcenten:
254.994
3.479.849 3.183.267
Personeele belasting
793.038 3.909;722
3.220.987
Inkomstenbelasting
1.627.686
20.051.736
21.866.525
Vermogensbelasting
131.608
1.648.947
1.569.259

455.910
4.831.035 4.145.354


Grondbelasting ……..

Dividend- en tantième-

749.631
6.278 825 5.778.569

belasting ………….

103.409
372.939
349.417
Suiker …………….

Gedist. (binn.- en buitl.)
379.210
3.362147
3.511.251
Wijn ………………

Zegelrecht van buitl. eff.
116.523
427.397 203.737

Totaal … …
6.846.849 71.305.835 72.835.688

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 ‘JANUARI
1925.

Dienstjaren
Grond-
belasting
1

Personeele
belasting
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting

1920121


– –

167
1921/22


-‘
1.681
1922/23



3.414.317
11.754 1923/24
148.465 1.367.598
9.587.168

47.705
1924125
3.717.916
1

3.053.259
51.156.077
5.903.584
1925/26
13.426.904
15.531.057

5.981.568
631.488

Totalen.
17.293.285
19.951.914
1

70.139.130 6.596.379

936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
1

Londen
!

($per)
Parijs
($p.JOOfr.)j($p.IOOMk.)j($p.lOOgld.)
Berlijn
Amsterdam
N.B. •*

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

.

GELDKOERSEN.
13 Oct.

1925
,
8
‘/e
4,52
23,80
1

40,19
BANKDISCONTO’S.
14

1925
4,84t/
8

4,48

23,80
40,19
Disc.Wissels. 3

S
Oct.’25
Zwits. Nat. Bk. 4
16JuLi
1
23
Ned.
15

,,

1925
16

1925
4,841/
4,47
23,80 40,20
Bel.Binn.Eff. 4

3
Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 5

7Bept.’25
Bk.
fVrsch.
4,841/
4,49

.
23,80
40,19
inR.C. 5

3 Oct.’25
ZweedscheRbk 4j
8Oct.
1
25
17

1925
4,841/
16

4,46
23,80
40,19
Javasche Bank
.
….
q200ct.. ’24
Bankv.Noorw. 5
14$ept.’25
19

,

1925
4,84
1
/j6
4,42
23,80
40,19
Bank’van Engeland 4

1 Oct.’25
Bk. v. Tsjecho.
6 Oct.

19251
4,848,,
4,60
23,80
40,18
Duitsche Rijksbk.

9
26Feb.
’25

slowakijë. .. 7
25Mrt.
1
25.
Muntpariteit
4,8667
1

19,30
23,81k
405/
t6

Bank v. Frankrijk6

9JuZi’25.Bk.v.O’rjk.9

SiSept.’25

TE LONDEN.
Belgische Nat. Bnk.
522Jan.’28
N. Bk.v.Hong. 9
28Mei
’25
KOERSEN
F’ed.Res.BankN.Y.
326Feb.’25
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Plaatsen en
Landen Noteerings-I
eenheden
3
Oct.
1

1925
Oct.

1925
1

1
2117
Oct.
’25
I
LaagstelHoogstel
17
Oct.
1
925
Bank van Spanje… 5
.
2SAfrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 5

OPEN. MARKT.
Alexandrië.
.

1ïtp.0
9715/35

97

9715/

1/82
*B
ang
k
o
k.
. .
Sh.p.tical 1110

1110

1/10k 11101/,

1110J
.

1925

1924 1923
1914
B. Aires’).
. .

d. p.
$

45°

46
19
/
32
461f

465/
8

46
7
/,
I22
Calcutta
. . . .
Sb. p. rup.

1/6S/,

1/6/

1 ‘6e’

1/67/32

116/
16

1

132

2-17
5-10 I28Sept.-II
13-18
15-20
20-24 17 Oct..
Oct. Oct.
Oct

Oct.
11

Oct.
Juli
Constantin
. .
Piast. p.
£

835

852k

840

867

857k
Hongkong
. .

Sh. p.
$

2142/
9

2/5i

2:5

216
1
/

2/5
19
1
Am3tcrdam
Partic.disc.

3318

3I4-I16

3
5
I16I8

18418

415

218-
3
j4

311e-8116
Lissabon
1)
. .
d. per Mii.

2

1
2
”32

h
2

2°’o

2″!82
Prolbng.

3
1
14

3-/4

2
3
14-3

3

‘/2

4’I2I4

2112-3

2
1
1014
Mexico . ….
..d. per
$

26

26

25

27

26
Londen
Montevideo
1)

d. per
$

495/
s

5034

50t/
9

50(

508/,
Daggeld

..

2I4-3
1
12

211
2
4112

2-3
4

2-3
1
12

2114-4

21!41j4

18j42
Partic. disc. 3″jI6-j4

3116-3!4

351_8

116
5
i8

3
5
I8
-3
14

116I16

2
1
14_
3
14
Montreal
. . .

$
per
£

48
5
‘ ‘
4 83
‘ °
483
K 4.83v
.

Is

.

Iv
Berlijn
R.d.Janeiro ‘) d. per Mii.

6
9
/
16
1

13
/82


/32


/82
Daggeld ..

8-9
1
12

8-10

8-10

812-11


Shanghai
. . .
5h. p. tael

313k
1
3
/
2
°h

3/2k

3/3

33
Partic.disc.


Singapore.
..

id.
p. $

2/48/
16
1 2/43/,,

2/4i1,

2/43.

2/4z/16 30-55 d..
.

711

7′!,

7’18’14

7I4


56-90 d..
.

7118

7-hIe

7

7

2118112
Valparaiso
2).
peso
p.0

39.70

39.60

39.60

39.70

‘39.70
Waren-
Yokohama

Sh.p.yen

1/81/,
1
1
1
89
188

11
8
7132

1(8
7
/

’18’/,
wechsel.

87I8

81_9

81-9

9

_



Koersen der voorafgaande dagen.

1)
Telegrafisch transfert.
2
)90 dg.
New
Yo,k
1
)
Cali money

4
1
12
3
/4

4
1
12
-514

4I2-5I4

411_61J
4

23114

4_31

1314-2112
Partic.disc.

3518

351
s

3
1
18

3518


,

ZILVERPRLJS

COUDPRIJS
8)

‘)CaIl money-koers
v.
16Oct. en daaraan voorafgaande weken t/m.Vrijd.
Londen’) N.York’)

Londen
12 Oct.

1925.. 33

12 Oct.

1925.
. ..

84/1
1
13

,,

1925..

331,

7134

13

1925….

84/11
1
4
WISSELKOERSEN.
14

1925..

32Is/,

71y
4

14

19,25….

84/11

KOERSEN IN NEDERLAND.

,
15

1925..

3215/,,

711/,

15

,,

1925….

84/1134

16

,,

1925..

327/
8

711/,

16

1925….

84/11
17

1925..

331/,

71′,

17

1925….


Data
New
Londen
Berl//nIPar4
,
/s
BrussellBatavial) York”)
•)
)
).
18 Oct.

1924..

3571,,

7111,

17

Oct.

1924….

92/4
20 Juli

1914..

2415/
16
1
541/,

20 Juli

1914….

84/10
13 Oct.

1925
2.48131
16

12.04*

59.22
11.34

11.36
10034
14

1925
2.48171,
12.04*

59.22
11.23

11.35
ioo’4
l)in pencep.’oz.stand. ‘)Foreignsilverin$c.p.oz.fine. ‘)insh.p.oz.fine.
15

1925
2.48′
8
i,
12.04*
59.22*
11.18

11.33
1001/,
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
16

1925
248
1
2/
10

1
2
.04*
5
9.24*
11.06

11.37
1008/8
De Minister van Fin a n
ci

n maakt bekend:______
17

1025
– .
12.04*
59.25

11.16*
11.35
10034
Vorderingen

1

12
October 1925

1′
19
October 1925
19

1925
Laagste d.w.
1
)
2.487e,
2.48
11
/16

12.0

12.04*
59.24
59.20

10.95

11.34

10.92*

11.28
1005/
8

1008,8
Saldo bij Nederi. Bank….

Hoogste d.wl)
2.487/,
1
2.0
4
*
59.26
11.35

11.40
101
Saldo bij betaalmeesters…
,,

4.086.354,12
3.332 677,28

12 Oct.

1925
2.4818/16
1
2
.04*
59.22*
11.44* 11.36
10034
Voorschotopult.Sept.1925

5

,,

1925
9.4818/
15

12.04*

59.25
11.54f’ 11.15
10034
aan de gemeenten
op

Muntpariteit
2.4834
12.10
59.28
48.-
1
48.-
100
voor haar door Rijk te

S)
Noteering te
Amsterdam.
“)
Noteering
te Rotterdam.
heffen gem. ink.bel. en
1)
Particuliere
opgave.
opcenten
op
Rijksink.bel.
Voorsch. aan de ko1onin
,,
65.390.361,16
,,

19.494.398,02
,,
65.390.361,16
22.066.048,06
Z
Data serlan
wit-
d
Weenen
‘)
Praag
rest’)
Boeka-IMilaan
“)
Madrid.
“)
Voorsch. a. h. buitenland
‘,,214.583.163,55
,,214.837.394,64

Daggeldlèeningen

tegen onderp.
v.
schatk.papier
.

______
_____
13 Oct.

1925
47.98k.,
35.071/2
1.20
9.85
35.72*
14

1925
‘8.-
35.0734
7.38
1.20
0.80
3
5.67*
Verplichtingen.
15

1925
48.-
35.0734
7.36
1.20
9.80 35.68
Voorsch.doordeNed.Bank
f
12.360.840,82

f

14.995.720,87
16

1925
48.-
35.0734
7.38
1.20
9.95
35.65
Schatkistbilj. in omloop’)
,,146.849.000,-
,,146.849000,-
17

1925
48.-
35.05
7.37J
1.20

Schatkistprom. in omloop
,,128.660.000,-
,,121.660.000,-.
19


1925
47.95
35.0734
7.37J
1.20 9.91
35.72
Waarv. direct bij Ned. Bk.
,,
20.000.000,_
13.000.000,_
Laagsted.w.1)
47.90
35.-
7.35
1.15
9.72
35.60
Zilverbons(met inbegrip v.
Hoogste d.w
1
)
48.05
35.20
7.40
1.25
10.07
35.80
debedragenbijdebetaal.
12 Oct.

1925′
48.-
35.0734
7.38
1.20
9.95
35.771
,,
18.580.946,-
18.604.304,_
5

,,

1925
48.-
35.1234
7.37
1.16*

10…

35.8
2
*
Door den Postch.. en Giro.
Muntpariteit
48.-
35. 50.41
48.-
48.-
48.-
dienst in ‘s Rijks Schat.
*) Noteering te
1)
‘Pa
rt
iculiere
Amsteraam.
opgave.
5*)

Noteering
te Rotterdam.

meesters in kas)………..

,,
42.911.361,69
,,
41.037.959,91
kist gestort ………..
Schuld a. ei. Bank v. Ned.
Gemeenten

…………
»

1.081.198,99
,,

1.832.389,34
Data
Stock-
1
Kopen-
Oslo
)
si
Buenos.
Mon-

.
holm
5
)
hagen*)J
fors
Aires’)
treal’)


‘) Waarvan
f37.056.000
vervallen

NEDERLANDSCH.INDISCHE

op of
na
1
AprI

VLOTTENDE

1927
.

SCHULD.
13 Oct.

1925 66.72*
60
.87* 50.
2
7*

6
.
2
7*
1023%

2.49
14.

1925
66.67*
.61.80

50.80

6.27*

10234

2.49
De
M
in
is
ter van Kolonie
n maakt bekend:
15

1925 66.65

61.50

50.25

6.27*

10234

2.49
10
October 1925
1

17 October 1925
16

‘1925
66
.6
2
* 62.50

50.65

6.27*

10234

249
Voorechot uit
‘s
Rijks
17

1925 66.60

62.25

50.55

6.27*

19

,,

1925 66.60

62.30

50.60

6.27k
1028/,

2.49
1025/
8

2.49
kas aan N..,I….

f
10.776.000,-

f
13.220.000,-

Laagsted.w.
1
) 16.50

60.60

50.20

6.25
1021/,

2.48a
md. Schatk.prom. in oml.

44.650.000,

,,
44.650.000,.-
Hoogste d.w’

66.75

62.65

50.95

6.30
103

2.4934
Voorsch.Jav.Bk.aanN..I.

13.333.000

10.235.000,-

12 Oct.

1925 66.82JI 60.35

49.90

6.27*

10234

2.49
Muntbiljetten in omloop.

34.834.000,-

35.487.000,-

5′

,,

1925
66.82*
60.-

49.10

6.27
10134

.2.4834
Tenvoordeele
v.
N.-I. ge.
boekt beleggingsgeld
v.
Muntpariteit 66.67

66.67

66.67

48.-
105

2.483%
h. N.J. muntfonds…..

»

6.161.000,

6.222.000,-
‘)
Noteering te Amsterdam.

*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
Totaal
.-. .-….. 1
flOO’.754.000,_
1
flOO.814.000,_

21 October 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

aj
F
j

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 19 October
1925.

Activa.
Binnenl.Wis.g Hfdbk.
f

50.922.230,22
sels, Prom.,f Bijbnk.

14.672.011,69
enz.in
disc.I
Ag.sch. ,,

25.325.952,10
90.920.194,01
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef..
f
243.881.374,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nogniet af gel.


243.881.374,-
Beleeningen
ncl. vrsch.
Hfdbk.
f

48.111.386,30

in rek.-crt.
Bijbnk.

,

11.387.959,12

op onderp.
Ag.sch.

,

69.492.471,99

f
128.991.817,41

Op Effecten……..
f
128.762.662,41
OpGoederen en Spec. ,,

2.229.155,-
128.991.817,41
Voorschotten a. h. Rijk ……..
………

,,
13.012.601,10
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

56.184.160,-
Muntmat., Goud
.. ,,
362.170.816,-

f
418.354.976,-
Munt, Zilver, enz.. ,,

23.036.479,08
Muntmat., Zilver..

Effecten

,,
441.391.455 08

BeleggingRes.fonds.
f

6.457.514,29
id.van
i/
2
v.h. kapit.,,

3.991.050,69
10.448.564,98
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.171.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
38.761.761,61

f
972.578.792,19
Passiva.
Kapitaal
…………………………..f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
6.483.597,96
Bijzondere

reserve ……………….,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop…………..,,
886.959.305,-
Bankassignatiënin omloop………..,,
1.687.161,70
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f


saldo’s:

‘I
Anderen

,, 33.999.958,97
33.999.958,97
Diverse rekeningen ………….

.,,
11.448.768,56

f
972.578.792,19

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
256.305.699,49
Op de basis van
2
/2
metaaldek/cing…. ,,
71.776.414,36
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.281.528.495,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data

GoudZilver Circulatte opeischb. Metaal- king2 schulden saldo
I
verc.

19 Oct. ’25 418.355 23.036

886.959 35.687 256.306 48
12

’25 418.355 22.753

897.944 25.206 255.921 48
5

1
25 418.355 22.745

907.839 26.313 253.713 47

28 Sept. ’25 418.355 23.432

878.564 34.802 258.557 48
21

’25 418.356 23.196

870.153 37.969 259.370 49

14 ,, ’25 418.354 22.923

881.906 36.544 257.031 48

20 Oct. ’24 497.678 10.570

961.329 23.919 310.665 51

25 Juli ’14 162.114 8.228

310.437

6.198 43.521
1
) 54

.ifliervan
I

I
Papier
Data

1
bedrag
Totaai Schatkist- Belee-

ophet
discont

promessen ningen

buit

1
Divse

°
Irechtstreeks

lans

ningen
2)

19 Oct.
1925

90.920
13.000 128.992
243.881
38.762
12

,,
1925

97.834 20.000
124.266
243.640
39.558
5
1925 101.591
22.000
126.493
243.429
41.428
28 Sept.
1925

83.135

127.620
243.323
38.371
21

,,
1925

85.120

122.247
243.187
39.599
14

,,
1925

90.027

124.302
243.026
39.866

20 Oct.
19241 150.381
12.000
159.551
45.257
140.941

25 Juli
19141

67.947
14.300
61.686 20.188
509
1)
Op de
basis van 21

metaaldekking.
2
)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in
duizenden guldens.

Data
Metaal
c
latie
Andere
opeischb.
Discont.

12 Sept.

1925..
1.001
1.702
661
982 246
5

,,

1925…
1.002 1.773
602
980 210
29 Aug.

1925-
1.003 1.824
619
987
254
22

1925..
1.004
1.545
803
986
300
15

1925-
1.004 1.610 806
986
382

13 Sept.

1924-
1.146 1.503 898 1.045
515

5 Juli

1914…
645
1.100
560
735 396

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
1
(loud _Zilver

Circulatle oIschb. I,ietaal’
schulden
1
saldo

10 Oct. 1925

18500

334.000

70.000 106.200
3 ,, 1925 .

175.750

327.500

61.000 98.050
26Sept.1925

176.000

323.500

67.000 97.900

19Sept1925 132.278

42.869′ 324.926

58.994 99.093
12

1925 132.313

43.390 325.048

61.657 98.973
5 ,, 1925 132.373

44.107
.
321.652

51.853 102.443
29Aug.1925 132.310

44.229 315.127

50.865 104.024

11 Oct. 1924 156.841

58.760 275.967 119.005 137.248
13 Oct. 1923 160.887

61.250 263.335 134.869 143.088

25 Juli 19141 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842
2

Wissels,
I
1
Dek-
Data

1
Dis.:

buiten

Belee-
1
Diverse
conto’s

N.-Jnd.

ningen
1
ekekings-

percen-
betaalb.

1
ningen’)
1
tasv

10
Oct. 1925
185:000
46
3

1925
180.500
**
45
26Sept.1925
180.000
.”
45

19Sept.1925
17.752 29.251 101.328
55.738
46
12

1925
17.752
29.008 102.290
58.870
46
5

1925
17.895
30.963
92.904
55.385
47
29Aug.1925
17.627
32.010
86.230
53.131
48

11
Oct. 1924
34.741
18.130
102.701
32.523
55
13 Oct. 1923
38.011
28.676
97.902 35.180
58
25 Juli1914
7.259
1

6.395
1

47.934
2.228
44
‘)Sluitpost activa.

2)
Basis
J&
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
‘irculatie
CurrencyNotes

1
Bedrag
1
Bankbil).
1
Oov.
Sec.

14 Oct.

1925
155.843.
143.134
293.735
56.250 242.537
7

,,

1925
157.917
143.961
294.478
56.250
243.453
30 Sept. 1925
160.467
144.775
293.004
56.250
242.188
23

1925
160.660
142.911
291.731
56.250
240.566
16

1925
161.064
143.527
293.773 56.250
242.661
9

,,

1925
161.378 144.196
295.402
56.250 244.379

14 Oct.

1924
128.484
123.450
287.090
27.0002)
242.860

22 Juli

1914
40.164
1

29.317


Data
00v.
Other
Public
Other
Reserve
Sec. Sec.
Depos. Depos.
kings1-
__

14Oct. ’25
28.822
68.229 8.455 103.413
32.459
29
7

,,

1
25
33.742
69.238
9.547.
109.508
33.706
28’/
30Sept.’25
36.773
75.576
27.110
102.391
35.442
23

,,

’25
36.934 75.364
17.047
114.473
37.499
2834

16

,,

’25
38.014
71.445.
17.450
111.040 37.286
29
9

,,

’25
37.911
72.431
13.232
115.771
36.932
2821
8

14Oct. ’24
42.233
78.571
12.056
115.878
24.74
19,37

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
528/
t

,Yc,LLuLIu,i,g tubaslicil flcaCI vC fl1 IJC)JObItD. -, UUUUUCKItIII5.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Waarv.
Te
goed
Buit. gew.
Schat-
Wis-
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.
kist
bil-
se
5
buitenl. buiteni.
ajd. Staat
letten
i

15Oct.’25
5.547
1.884 310 563
30.500 5.144 2.950
8

’25
5.547
1.864 310
562
30.800
5.142
2.844
1

.,

’25
5.547
1.864
310
561
30.350
5.133
3.691
24Sept.’25
5.547
1.864
310
581
28.900 5.130
3.212
17

,,

1
25
5.547 1.864 310
562
28.800
5.129
3.179

16 Oct. ’24
5.544
1.864 302
571
22.800
4.812 4.872

23 Juli’14
4.104

640
– – –
1.541

Waarvan
Uitge-
e ee-
Rekg.Courant
Data
op
het
bultenl.
stel’de
Wissels
ningen
Circulatie
Parti-
cuuerenl
Staat

15 Oct. ’25
17
6
2.662
46.914
2.261
45
8

,,

’25
17
6
2.745
47.165 2.282
36
1

,,

’25
15
6
2.677
46.354
2.719
23
24Sept.’25
14
6
2.841
45.557
2.144
33
17

,,

’25
19
6
2.864
45.613
2.117
12

16Oct.’24
22
9
2.784
40.570
1.773
13

23 Juli’14
8

769
.

5.912
943
401

1) Sluitpost der activa.

1

‘)Inalsc.genomenwegens v00r8c0.v.a.Staata.buitenl.regeeringen.

ECQNOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

21 October. 1925

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

a a
,
ou
bij bul-
teni. circ.
als goud-
dekking
I

wissels
en
Belee
ningen
banken
1)

geldende
cheques

10 Oct.

1925
1.174,7
94,6
321,4
1.636,0
13,7
30 Sept. 1925
1.174,7
98,6 318,9
1.717,3
56,4
23

,,

1925
1.174,8
128,6
284,5
1.528,5
8,5
15

1925
1.144,5 98,6
332,6 1.601,6
11,3
7

1925
1.144,0
98,6
351,8 1.700,5
14,1
31 Aug. 1925
1.138,4
93,0 357,5
1.765,0
33,0

30 Juli

1914 1.356,9


750,9 50,2

Door

a a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
RlJksb.
ten Activa
2
)
latle
Crt.
Passiva
geher-.
disc.

10 Oct.

1925
207,1
555,4 2.607,8
645,1
435,3
542,0
30 Sept. 1925
202,3
460,0
2.649,1
620,2
429,5 531,5
23

,,

1925
202,1 669,3 2.311,7 881,5 473,9 494,5
15

1925
202,1 612,9
2.413,3
814,6
466,1
469,4
7

,,

1925
202,0
531,7
2.559,3
701,7
460,3 448,9
31 Aug. 1925
201,9 470,6
2.594,6
701,0
440,4
490,4

30 Juli

1914
330,8
200,41
1.890,9
944,-1
40,0
1

1)
Onbelast.
‘) WO.
1T
Sept.,
ïI Aug.,
resp.
120,2; 342,1; 276,1; 193,9; 121,6 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen franca.

13
‘c
Data
nc’
0

15 Oct. ’25
390
85
480
1.395
428
5.200
7.749
212′
8

,,.

25
390
85
480
1.387
429
5.200
7.731
250
1

,,

’25
389,
85
480
1.401 474
5.200
7.760 232
248ept.’25
389
85
480
1.264 370 5.200 7.582
245
17

’25
388
85
480 1.243
375
5.200
7.602
196
10

’25
388
85
480
1.318
361
5.200
7.646
187

16Oct.’24
358
85
480 1
1.254 1
400
5.250
7.617
192

VEREENIGDE
STATEN
VAN
NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-

1
disc. v. d. t
mde
open


bedrag
F. R.
Notes
Zi lver
etc.
member
markt
banks

1
gekocht

30Sept.’25
2.760,0
1.436,1
105,6
633,2
268
1
3
23

1
25
2.765,5
1.454,4
105,4 640,7
238,5
16

’25
2.772,7
1.537,6 109,0
487,9
212,0
9

’25
2.770,7
1.495,5
110,2
639,2 214,1
2

’25
2.776,7
1.484,8
121,2
576,9 213,2
26Aug.’25
2.762,2
1.498,8 125,4 579,7
201,5

1 Oct. ‘241
3.045,2 2.062,1
85,8 266,8
138,5

Data
Belegd
in
T
e
l
s.
Notes
Totaal

Gestort
1 Goud-
Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in circu- latle
/P0?

Kapitaall
kings-
1

perc.’)
kings-
perc.
2
)
___________
30Sept.’25
342,9
1.685,1
2.268,0
116,4 69,8
72,5
23

’25
323,1 1.670,3
2.267,5
116,4 70,2 72,9
16

’25
409,2 1.677,3
2.230,2
116,4
70,9 73,7
9

’25
327,1
1.680,1
2.244,5
116,4
70
1
5
73,4
2

»

’25
326,2 1.637,7
2.235,7
116,4
71,6
74,8
26Aug.’25
332,2 1.615,9
2.236,5
116,3
71,6

75,0
1 Oct. ‘241
576,0
1.745,0
2.214,0
112,0

76,9
79
1
j
)
v
ernouaing totaien gouavoorraaa tegenover
opelscnbare schulaen:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data Aantal
Dis-
conto’s
Beleg-
‘Reserve

‘j
Totaal
depo- Waarvan
time banken
en
beleen.
gingen
banks
sltos
deposlts

23Sept.’25
725
13.632 5.416
1.648
18.093 5.189
16

,,.

’25
727
13.598
5.464
1.628
18.293
5.185
9

,,

’25
727
13.442
5.457
1.651
18.050
5.203
2

’25
727
13.475
5.443
1:635
18.098 5.199
26Aug.’25
728
13375
5.471 1.638 18.010
5.204
248ept.’24
747
12.677
5.331
1.012 17.527
4.664
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 19 October 1925.

De gunstige afloop van de conferen,tie te Locariio heeft
cle beurs Le P a r ii s niet vermogen te stiniuleeren. De reden
hiervoor was cle daling van het Franaohe betaalmiddel,
‘e1ke nog sterker naar vreu is getreftein, doordat de Bel-giache franc inmiddels den Franschen voorbijatreefde. De
schuIdregeling van België heeft klaarblijkelijk een goecen in-
druk geniaakt, terwijl de oiizekeiheikl ten aanzien van het-
geen Frankrjkin dit opzicht zal doen, den koère van het
betaalmiddel sterk heeft gedrukt. In verband hiiermede was
de beurs te Parijs doorgaans ongeanimeerd gestemd, niet
uitzondering van de buitenlandsche oandeelensoorten. Ook
de besprekingen omtrent op handeu iijnde be1astingilatinen
hebben vele bezitters van Fransche fondsen aanleiding gege-
ven tot realisatie over te gaan.
Daarentegen heeft de markt te B er 1 ij
ii
een ve?l beter
aspect vertoond, vooral tegen het einde der herichtsperiocle,
toen de invloed der goede berichten uit Loearaio zich door-
zette. Ook de beteekenis van de discontoverlaging der Gold-
diskontbank drong toen tot de beur,door. Belangrijke bui-
tenlandsche koo.porders steunden de beweging. Aandeeien
Reichsbank, Deutsche Bank en Berliner Ha.ndelsgesell-
sahett waren gevraagd. Ook een antal belangrijke Inon-
taanouclernemingen was beter, vooral Rhei.n-Elbe-IJnion.
De Electromarkt lag zeer vast; ook in chemische aandee-len werd een leveudige vraag tegen stijgende koersen be-
vredigd. De scheepvaartma.rkt vertoonde belangrijke koers-
stijgingen.
Te L o n de n is de teivdens vrij kalm gebleven. De groote
loveddigheid op de aandeelenmarkt, voornamelijk in Tubber–
aandeelen, platinafondsen, ed. is in de achter ons liggende
dagen niet meer op te merken geweest. Ook do .beleggings-
markt ‘heeft een afwachtende houding aangenomen, voorna-
melijk in verband met de onzekerhdid ten aanzien van de ontwikkeling van de geldrente, uit – vöortdurend goud de
Bank of. ]Dn.gland verlaat.
Te No
w
Y o r k is zeer gtoote levendigheid ontstaan. Vrij-wel over de .geheele linie was de fondsenmarkt aanmerkelijk
in herstel. Op den voorgrond hebben aandeelen van automo-biel-ondernemingen gestaan, doch over het algemeen bleken
industrieele fondsen goed gezocht. De omzetten hebben een ongekende hoogte bereikt. De kooplust werd aangewakkerd door de ruime geldmarkt en •de overtuiging, dat de Federa,l
Reserve Bank te New York niet tot een .verhooging van het
disconto zou oves’gaan.
T e n o n ze n t heeft de conferentie te Locarno weinig of
geen invloed uitgeoefend. Ternauwernood is er eeuige aan-dacht aan besteed. Zelfs was cde markt, onmiddellijk na het
bekend worden van den gunstigen afloop, iets minder gea-
nimeerd, hetgeen echter evenmin in verband met- (le bespre-
kingen in Zavitseriand heeft gestaan. De
beleggingsefdeelisv.q
is tamelijk on.bewogcn gev,’eest, zooavel voor inheemsche als
voor buitenlandsehe soorten. 6 pCt. Neci. Werk. Schuld
1922: 106
1
/, 106¼; 4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
98%, 98%, 98%; 7 pCt. Ned. Indië: 101.4, 102, l0l
15
/;
5 pOt. Braailië 1913 E 20-100: 63%, 64; 8 pOt. Sao Paulo:
10315/, 104¼.
Wat de aandeelenmarkten betreft, heeft de
rabberafdee-
liny een groot’ deel van de activiteit, welke hier weken lang
heeft geheerscht, moeten inboeten. De hoofdoorzaak is wel
te vinden in de onzekerheid betreffende hetgeen op 1 No-
vember as, zal gebeuren ten aanzien van de uitbreiding
van het u’i.tvoerpercentage uit Britsch-Indië. Van verschil-
lende zijden is nl. aangedrongen op een sterker uitbrei-
ding dan die van de reglementaire 10 pCt. Hoewel men iii
rubberkringen de overtuiging is toegedaan, dat zelfs een
totale opheffing van ‘het plan Stevenson geen verlichting
zou brengen ten opsichte van de moeilijkheid om direct
leverbare rubber te verkrijgen,’ heeft de markt zelve, zoo-
wel voor het product, als voor de aandeelen, sterk gerea-
geerd op de mogelijkheid van een grooteren uitvoer uit de
Britsch-Iudische bezittingen. Ter beurze wordt dit aange-
zien als een bewijs, dat de markt weer meer in handen der speculatie is gekomen, welke uit den aard der zaak gevoe-
liger is voor verschillende berichten dan de groepen. der
beleggers. De reactie is echter telkens afgewisseld met een
herstel, waarbij ten slotte evenwel een iets lager niveau vesd bereikt. Amsterdam Rubber: 367%, 3507/, 368%;
361%; Deli Batavia Rubber: 242, 220, 240,
235%.;
Ja
Rubber: 433, 409, 435, 430; Java Caoutohoiic: 218, 203,
224, 212%; Lampong Sumatra Rubber: 264, 251%, 272%,
268%; Ned. mcl. Rubber & Koffie: 287%, 279%, 297, 301.;
Oost Java Rubber: 375%, 353%, 383, 360; R’dam Tapa.
noeli: 166%, 156, 171; Sumatra .Caoutehouc: 316, 326%,
317; Serbadjadi: 3523/
4
,
335, 362, 352; Wai Sumatra Rub-
bej’: 298, 287, 310, 296%.

t

•–;,’.-.-

21 October 1925

ECONOMISCH-STA+ISTISCHE BERICHTEN

939

Tabeksaandeelen
zijn vrij vast gebleven, thoewel sommige
soorten, zij het op een afstand, met cle fluctuaties in rub-
berfondsen mede zijn gegaan. Hier heeft echter de beschou-
wing omtrent cle toekomst van cle tabak der verschillende
ondernemingen de overhand behouden en waar deze gun-
stig bleek te zijn, konden de desbetreffende fondsen in de
meeste gevallen hun niveau lichtelijk verbetereh. Arencis-
borg:
501%,
494%, 499%; Besoeki Tabak: 300, 300%,
302%; Deli Batavia: 393%, 399, 396; Deli Mij.: 426%,
412%, 422%; Senembali: 492%, 486%, 495, 492%.
De
suikermarict
daarentegen bleek aangeboden te zijn.
Wel is dit niet tot uiting gekomen in sterk sprekende
koersverschillen, omdat de handel aan onze beurs in deze
afdeeling zeer klein is gebleven. Aan den anderen kant
was het geringe aanbod reeds voldoende om een koersaf-
brokkeling in het leven te roepen. ])e hoofcloorzaak van
deze beweging w’as te vinden in de ongeanimeerde houding van Cabasuiker te New York, avaarvan de noteeringen vrij-
vel onafgebroken een dalende lijn te aanschouwen hebben
gegeven. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 150
5
/s, 149%,
148%; Handels Verg. Amsterdam: 556, 548%, 544%; Ned.
md. Suiker Unie: 207%, 204,
201%;
Poenvoredjo: 100,
105, 104; Sindanglaoet: 400, 391, 385; Tjepper: 569, 565,
559.
De
petroleuininarkt
was iets beter gestemd, hoewel het
Iioofclfonds, Koninklijke Petroleum Maatschappij, hiervan
niet in de eerste plaats heeft kuunen profiteeren. De stem-
ming was hier w’el vast, doch zonder op den voorgrond
tredeMe eigenschappen. De animo concentreerde zich ster-
ker op aan.deelen

Geconsolideerde Hollandsche Petroleum
Maatschppij, welke tot iets hoogeren prijs uit de markt
werden genomen, in verband met berichten omtrent een
bevredigenden gang vau zaken in de desbetreffende nijver-
heid in Roemenië. Dordtsche Petr. md. Mij.: 359, 360,
356; Geconsoltdeerde Hol!. Petr. Cy.: 164%, 166, 167%;
Kon. Petroleum Mij.: 386%, 381%, 3
8
3%.
Scheepvaartaendeelen
zijn voor een groot deel weder te-
ruggekeerd tot de lustelooze houding van eerugeu tijd ge-
leden. Een uitzondering werd echter gevormd dooi

de aan-
deelen in de op Nederland.sch-Indië varende ondernemingen,
welke doorgaans hun peil goed konden hand.haven en, in sommige gevallen, zelfs konden verbeteren. Ook bestond
ec-nige aandacht voor aandeelen Koninklijke Nederlandsche
Stoomboot Maatschappij. Holland Amerika Lijn: 66,
6
5%,
65; Java China Japan Lijn: 108%, 110, 107, 108; Kon.
Ned. Stoomboot Mij.: 76%, 74%, 79; Ned. Scheepvaait
Unie: 159%, 160%, 161%; Stooms’aart Mij. Nederland:
163%, 167%, 169%.
Van bjnnenland.sche iivdustrwele eancleeiea
hebben kunst-
zijde-ondernemingen door een vaste houding de belangstel-
ling getrokken. In cle eerste plaats was dit het geval voor
aandeelen Maekubee, iwelke, in verband met vooi-tgezette
geruchten omtrent een introductie dezer aandeelen aan de
beurs vati Londen, tot vrij sterk verhoogde koersen gezocht
varen. In het verder verloop van de berichtsweek hebben
zich aandeelen Hoilancische Kunstzijde Industrie hierbij ge-
voegd, waarvoor ook hoogere prijzen werden besteed. Hoe-
wel de hoogste noteeringen niet behouden konden blijven,
is de ondergrond opgewekt gebleven. Jurgens-aandeelen wa-
ren iets aangeboden voor de gewone en gevraagd voor de
preferente soorten. De aan.deelen der overige ondernemin-
gen konden over het algemeen hun niveau iets verbeteren.
Centrale Suiker Mij.: 118, 117, 119%; Hoilandsohe Kunst-
zijde Industrie: 152%, 156
5
/s,
163%;
J.urgens: 130%, 128,
127%;
Maekubee:
147%, 150%, 15734, 154%; Ned. Kunst-
zijdefabriek: 368%, 363, 372, 368%; Philips Gloeilampen:
41.8%, 413, 411%. Mijnaandeelen
waren kalm en vrijwel zonder fluctuaties.
Alg. Exploratie Mij.: 128%, 123%, 124; Billiton le Ru-
briek: 598, 602, 585 (ex div.), 590; Redjang Lebong: 316%,
317%, 318; Siloengkang: 44%, 40, 38.
De afdeeling voor
bankaendeeleiz
bleef rustig. Amster-
damsche Bank: 159%, 157%, 158
5
/s; bil. Bank voor Zuid-Amerika: 74%, 76%, 78; Koloniale Bank: 173, 172%,
173%; Ned. md. Handels Bank: 142, 143,
141%;
Neci.
Handel Mij.: 143%, 144%, 143%; Rdamsche Baukverg.:
72, 71%, 71; Twentsche Bank: 132, 134, 133.
A.nserikaansche aandeelen
werden, met uitzondering van
Landeelen Wa.bash, Central Leather en Intercontinental
Rubber, aan onze markt nagenoeg niet verhandeld. De ten-
dens was ten onzent, in tegenstelling met ‘Wall Street, niet
opgewekt. Anaconda Copper:
907/,
90i/, 890/in; Stude-
baker: 1530, .1630, 1570; United States Steel Corp.: 122%, 1.26%, 124%; Atchison Topeca:
123%,
122, 121%; Ene:
3134, 31%; New York Ontanio & Western Rw.: 28, 27%,
26
13
/
is
; Wabash Rw.: 40%, 38, 377/.
De
geldrnarkt
was onveranderd; prolongatie noteerde
doorgaans 3% pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

20 October 1925.

De weerberichten in verschillende landen van het Zui-delijk Halfrond zijn iets minder gu1stig. Vooral -in Aus-
tralië, doch ook in Indië en Zuid-Afrika en in nog mindere
mate in Argentinië is meer regen gewenscht. Niet alleen, dat de berichten over droogte nog verre van alarmeerend
zijn maar bovendien staan de oogsten, die en eventueel
onder zouden lijden nog niet voor de deur en de beschik-
bare hoeveelheid graan is voorloopig zoo veel grooter dan
de behoefte, dat de markten nog bijna niet door deze be-
richten beïnvloed worden.
Ook in cle afgeloopen week was de handel in tarwe in
de meeste landen zeer beperkt. Van de verschillende tar-
wesoorten wordt de Canadeesehe zoowel wegens den prijs,
alsook wegens haar eigenschappen verreweg het meest ver-
handeld. De prijzen dd’r markten in de Staten zijn in ver-houdingte hoog, zoodat export slechts sporad-isch en dan
van bijzondere soorten mogelijk is. Duitsche en Poolsche
tarwe bleven aangeboden tot lage prijzen met slechts ma-
tige zaken. Rusland verkocht evenmin veel tariwe en ook
de verschepingen van dit land varen aanzienlijk minder,
doch de laatste berichten doen vermoeden, dat dit land
toch spoedig weer ruimer aan de markt zal komen, al zei
er hoogstwaarschijnlijk niet zooveel graan geëxporteerd
kunnen worden als aanvankelijk door de Soviet-Regeering geschat werd. Het totaal der verschepingen van tarwe naar
Europa was zeer ruim, door groote af ladingen van Cana-
deescite- tarwe; andere landen droegen slechts zeer wei-
nig bij.
110 gg e werd niet door Busland aangeboden, wat de
markt een veel vasten aanzien gaf. In de meeste gevallen
bleef Noord-Amerikaansche rogge nog te duur in prijs, zoo-
dat slechts weinig nieuwe zaken in dit artikel tot stand
kwamen en ook de markt in Chicago toonde niet veel vast-
heid. Waarschijnlijk zal Ruslaad ook spoedig weer rogge
aanbieden, maar voor het oogenblik is er toch veel minder
druk op de Continentale markten, vooral ook omdat Duit
sche en Poolsche rogge hooger in prijs zijn.
Nadat ma ï.s aanvankelijk nog verder in prijs daalde,
vooral voor Zuid-Alrikaansohe witte, waarvan eenige ladin-
gen tot liqui.datiepnijzen in Rotterdam gedetailleerd wer-
den, kwam er overal een betere stemming. De consumptie, die sterk had teruggehoccden begon meer belangstelling te
toonen, speciaal voor de zeer goedkoope ZuicII-Afrikaansehe
mals. Ook voor Plata
was
meer belangstelling en uiette-
genstaande de termijnmarkt in Argentinië daalde, hield de
prijs zich goed in Europa, ja verbeterde zelfs nog. Een la-
dIng Roemeensche mais werd naar Rotterdam verkocht. Onze
markt toonde trouwens in het algemeen veel meer leven-
digheid. Ook in Nooi-d-Amerika was de stemming aanvali-
kelijk vaster onder invloed van kleine aanvoeren en ge-
ringe voorraden, maar de fluctuaties waren niet groot en
ten slotte werd het weer flauwer. Naar men zegt, zijn de
boeren niet tevreden met de prijzen en houden de maïs
terug, maar daar de eigenlijke oogstbewegtng eerst in het
einde van November begint, zal men vOSr dien tijd moeilijk
kunnen nagaan, wat dit terughouden voor invloed heeft.
De verschepingen varen vooral zeer groot van Zuid-
Afrika, waarschijnlijk ten gevolge van het eindigen der
zeeliedenstaking.
Een lading ge r st die door de oorspronkelijke koopeis
geweigerd werd, werd door de Russen wederom verkocht
en wel naar Rotterdam. Overigens was er in – Russische
gerst veel minder aanbod. De noteeniagen te Winnipeg
fluctueerden sterk, de prijzen waren ten slotte in Europa
nogal wat hooger, vooral vooi- December versoheping, die
door Amerika tot veel hooger prijzen dan spoedige afla-
ding werd aangeboden.
a v e r werd er zeer weinig verscheept en ook de han-
del was zeer klein. De prijzen zijn tamelijk stabiel, doch de kooplust is gering. Zie voor den staat volgende pagina.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren ook deze week
ongeanimeerd met langzaam af brokkelende prijzen.
In Amerika vinden raffinadeuns, hoewel zij slecht
kleine voorraden bezitten, nog geen aanleiding tot be-
langrijke aankoopen, en dekken hunne behoeften ter voor-
ziening der consumptie slechts mondjesmaat.
De noteeringen in New York waren als volgt:


.Sp. C. Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week …….3,94 2.18 2.18 2.23 2.32
Opening verslagweek ……..3,94 2.17 2.17 2.22 2.32
Slot verslagweek ………….3,83 2.07 2.13 2.21 2.30
De ontvangsten in de Atl. havens der V.S. bedroegen

940

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21
October
1925

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Mais
Haver
Tarwe
Mais
L/Jnzaad
Dec. Dec.
Dec.
Nov.
I

Nov. Nov.

17Oct. ’25 147h
763.
395,

12,-
7,90
18,75
10

,,

1
25 143%
5I8
4011
e

11,90
8,15
19,25
123,45
17Oct.’24 151
1091i
54

15.75
.11,60
17Oct.
1
23 106k
7 7y
4

42′

12,40
9,65
24,50
17Oct.
1
22 115k
68
5

43

12,35′)
8,35′)
20,701)

20Juli’14

82
5631
36X

9,40 5,38
13,70

1)
Per Octobr.

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oorten
19
Oct.
1925
12
Oct.
1925
1

20
Oct.
1924

Tarwe’ .. …………..
1

15,50
15,-
16,25
Rogge (No. 2 Western)..’
9,75 9,80
15,25
Male (La

Plata) ……..
2

193,-
200,-
245,-
Gerst (48 Ib. malting)

.
2
196,-
192,-
265,-
Haver

……………..’
10,75
4
)
10,75
4
)
13,75
4
)
Lijnkoeken (Noord-Amen.
kavan La Plata-zaad)
1
13,70
13,75
15,50
Lijnzaad (La Plata)

…..
8

422,-
433,_
510,-

1
)
per 100 KG.

2)
per 2000 KG.

8)
per 1960 KG.
‘No. 2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

1

Amsterdam

Totaal

Artikelen

1

II

11/17 October
1

Sedert

1 Overeenk. 1111/17
October
1

Sedert
.1
Overeenk.

1924
1925

1
Jan.
1925

tijdvak
1924

1925

1Jan.
1925

tijdvak
1924

1925

Tarwe ..

………….. 30.033

977.759

963.303
Rogge ……………..11.134

224.613

425.230
..

. .
Boekweit …………..303

17.756

16.196
MaIs ……………..

12.
.787

615.419

604.408
Gerst ………………10.182

198.287

243.781
Haver……………….398

177.939

170.723
Lijnzaad ..

………..

8.626

188.812

188.888
Lijnkoek ……………5.578
1

155.955

164.607
Tarwemeel …………1.772

99.286

192.194
Andere meelsoorten . .

672

7.328

6.035

deze week 41.000 tons, de versmeltingen 64.000 tons (tegen
57.000 in 1924) en de voorraden 124.000 tons.
Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen dalende van
2.1234 $c. tot
2.06H
$c. c. & fr. New York., terwijl prompte
verscheping naar Europa Sh. 10/6 tot Sli. 1013 noteerde.
De 0 u b astatisiek is als volgt:

1925

1924

1923

Tons

Tons . Tons

Weekontvangsten 10 Oct…..24.073 26.369 20.047
Tot. 1 Dec. ’24-10 Oct………4.772.413 3.841.770 3.443.705
Weekexport 10 Oct………..55.948 50.935 53.932
Totale export 1 Jan.-10 Oct.. . 4.216.210 3.639.478 3.235.793
Totale voorraad op 10 Oct. . .. . 562.508 202.292 207.918

In E u r o p a komen nu de eerste afleveringen van biet-
suiker binnen.
De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1925

1924-

1923

Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Sept………

82.000

70.000 264.000
Tsjechoslowakije 1 Sept…..

76.000

18.000

31.000
Frankrijk 1 Sept………..

70.000

52.000

75.000
Nederland 1 Sept………….

83.000

36.000

27.000
België 1 Sept……………

35.000

14.000

24.000
Engeland 1 Oct………….

294.000

148.000 257.000

Europa.. 640.000 338.000 678.000
V.S. Atlant. havens 14 Oct. 124.000 66.000 88.000
Cuba alle havens 10 Oct…… 562.000 202.000 208.000

Totaal .. 1.326.000 606.000 974.000
De Board of Trade statistiek over September wordt met
de volgende cijfers bekend gemaakt:

September

Januari/Sept.
1925

1924

1925

1924

Import Ruwsuiker

92.659

96.075 1.002.353 943.701

,

Geraffineerd

53.692

17.728 533.285 393.685

Totaal …………..146.351 113.803 1.535.638 1.337.386
Voorraad in Entrepot 240.800 104.150

11
in Raffinaderij

45.750

38.950


Opbrengst

,,

72.524

75.371 654.004 699.523
Tot.binnenl. verbruik 137.729 126.011 1.263.141 1.197.464
Totale uitvoer

7.155

15.250

50.901

68.130
Voorr. op 31 Aug.

1925
f
313.850
1924
f209.000 tons

30 Sept. ..

286.550

‘143.100
Op Java blijft de markt zeer kalm met slechts spora.
dische afdoeningen van disponibele suiker tot eene fractie
beneden de laatste prijzen. Het rendement van 148 fabrieken
bedroeg op 1 October ruim 12 pCt. meer dan op dat
tijdstip verleden jaar.
Ook hier te lande brokkelden prijzen geleidelijk af
wegens voortdurende realisatie-verkoopen. De markt sloot
in zeer kalme stemming op de volgende prijzen:
October en December
f
15y, verkoopers.
Mei ……………. ,, 161
De omzet bedroeg deze week ca. 4300 tans.

.2992
20.866
24.110 998.625
987.413

350
3.775
224.963
429.005


528
17.756 16.724
100
58.933
92.365
674.352
696.773
1000
9.466
31.630
207.753
275.411

252
1.196
178.191
171
1
919

46.894 55.269
235.706 244.157


700
155.955
165.307
241
16.074
21,742
115.360
213.936



7.328
1

6.035

NOTEERINGEN.
Amsier-
Londen.
New York
960
White Java’s
1

Cuba’s
Dato
dam per
Tafes
f.o.b. per
1

96
1
c.i.f.
Centri
Cubes
Oct 1Dec.
fugals
No. 1
Oct ./Nov.
Ocf.jNov.

kristalsuiker
Sh. Sh.
Sh.
$
ets.
basis 990
19 Oct. ’25
f
156
/
31/9
12114
10/-
3,80
12

,,

’25
15281
82

1
32/3
12/70/
2

10/3
3,94
19 Oct. ’24
22ll/
42/_
20/7
1
4
22/.
6,03
19 Oct. ’23
281/
6019
2416
32/_
7,66 ruwsuiker
.
basis 88°
4Juli ’14
f
11′
8
/
18/-!


3,26 basis
990
1
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0′
en
f
14
18
/
1
1 krist.suik.99° is aan te nemen opf3p. 100KG.

KATOEN.
Marktberioht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 14 October 1925.

Het Amerikaansclie Bureau Rapport, dat verleden week
gepubliceerd werd, was in alle opzichten een verrassing.
Dit nieuwe Rapport gaf een oogstraniing van 14.759.000 balen, tenwijl het vorig rapport den oogst &p minder dan
14.000.000 balen schatte, ondanks de ongimstige weerbe-
richten, die sedert gepubliceerd zijn. Dit bericht oefende
ila.tuunJjk grooten invloed op de markt uit en ‘an Woens-
dag tot Vrijdag daalden katoenprijzen ongeveer een penhly,
welk niveau ziel, met enkele kleine fluetuaties kou hand-
haven. Over het algemeen neemt men echter nog niet zoc
grif aan, dat deze laatste schatting werkelijk het juiste
aantal balco aangeeft, dat de oogst zal kunnen opleveren
en verdere berichten van Amerika worden met belangstel-
ling tegemoet gezien. Wel is men van meening, dat de oogst inderdaad groot zal zijn, doch het enorme verschil der beide
laatste schattingen heeft Jet gebrek aan vertrouwen iii deze
Bureau- schattinge n wel vergroot. Het officieele rapport over
den Egyptisohen oogst geeft ok een verbetering aan, hoewel
particuliere schattingen het hiermede niet pn,ver.deeld eens
zijn. Prijzen van Egyptiselie katoen zijn ongeveer 1 penny per ib. gedaald in overeenstemming met prijzen van Arne-
rikaansche.
De daling in prijzen van Amerikaa.nsehe katoen heeft ten
gevolge gehad, .dat aan garenzaken voorloopig gakeel een
einde is gekomen. Koopers honden aich afzijdig totdat de
markt veer op een vaster niveau zal zijn gekomen. Diverse
orders komen van het Continent binnen, doch spinners rap.
porteeren over het algemeen weinig nieuws. Overzeesche
koopers schijnen te verwachten, dat de geheele daling van
katoenprijzen zich iu garenprijzen ,ou weerspiegelen, doch
spinners doen hun uiterste best hiervan een gedeelte voor
zichzelf te houden. Voor vlu.gge levering is het ten minste bijna onmogelijk de volle reductie te verkrijgen. De cijfers
val, den Board of Trade voor garen.exporten over de maand

21 October 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

941

September zijn thans gepubliceerd en geven een welkome
vermeerdering aan vergeleken hij de overeenkomende maan-
den in 1923 en 1924. Deze vermeerdering valt speciaal voor
Duitschiand op, welke markt gedurende de afgeloopen maand
twee en een half maal zoo veel heeft afgenomen als gedu-
rende September 1924. Holland en cle i3alkan bonen ook
een belangrijke verbetering vergeleken bij verleden jaar,
hoewol Indië en China belangrijk minder gekocht hebben. De doekmarkt schijnt door de plotselinge daling van ka-
toenprjzen niet zoo ontredderd te zijn als men iii dit ver-
band wel had mogen verwachten. Door dergelijke ingi-ij-
peude prijsveranderingen houden koopers zich nog wat
afzijdig en de geboekte orders zijn nog van weinig betee-
keni.s. Een verbljdend teeken is echter cle verbeterde vraag
van Calcutta, waaruit w’el blijkt, dat daar flinke posten
grey shirtings, grey d.hooties en lichtere gebleekte soorten geboekt zijn. Over het algemeen blijven prijzen vast en de
toen is optimistisch. Voor China en de Straits gaat wel
iets om, doch met uitzondering van Calcutta zijn er geen
orders van heteekenis geplaatst.

7Oct. 14 Oct.

Oost. koersen. 6 Oct. 13Oct.

Liverpoolnoteeringen. T.T. op Br. Indië 1/6 1/6
9
5
7

F.G.F. Sakellaridis 27,95 25,35 T.T. op Hongkong 215 2/5%
G.F. No. 1 Oomra 9,35 8,70 T.T.op Shanghai 3/2k 3/2%

Noteering voor Loco-Katoén.
(Middling Uplaads.)

16
Oct.
1925
9 Oct.
1925
2 Oct.
1925
17 Oct.
1924
16
Oct.
1

1923

New York voor
Middling …
21,65e
22,10e
23,15e 23,45e
30,25 c
New Orleans
voor Middling
21,03e
21,20e
22,48e
22,50e
29,25 c
Liverpool voor Middling
.
..
11,54 d
11,53 d
12,72 d
13,53 d
17,17d*)

*) Voor fully midclling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1 Aug.’25 Overeenkomst/ge periode
tot
9 Oct.
1
25
1924

1923

Ontvangsten Gulf-Havens.
2381
1893
1802
,’

.A tlant.Havens
L.JitvoernaarGr.Brittannië
359
401
370
‘t Vasteland etc.
980
688
670
Japan

….
107
77 94_

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
9Oct.’25
1924
1923

Amerik. havens
.
.. … .. ._
989
713
594
Binnenland
,
…. ._
.

._ ._
1128
784
806
29
70
12
New York..

………..
New Orleans ………
331
169
91
Liverpool —————-
149
160
106

KOFFIE.
Ook over de afgeloopen week valt niet veel nieuws te
berichten. De stenuning bleef over het algemeen genomen
onveranderd, dat wil zeggen: voor loco stil, doch voor
termijnen vrij vast. De noteeringen aan cle termijnmarkt,
die eerst iets inzakten, herstelden zich weder en sloten
zelfs, althans voor cle latere maanden, ongeveer 1% t 2 ct.
hooger dan verleden week. Die van .de dichtbijzijude maan-
den zijn slechts weinig hooger. De oorzaak hiervan is voor
een deel te zoeken in den nog steeds gebrekkigen afzet
van loco en van stoomend, terwijl bovendien de vraag-prijzen van Brazilië, die sedert verleden week volstrekt
niet gestegen zijn en zelfs hier en daar een fractie ge-
daald, hierop hunnen invloed deden gelden.
De waarde van de Milreis in Brazilië, die verleden week
zoodan’ig gestegen was, dat toen reeds een wisselkoers op
Londen bereikt werd van
75/s
cl. zakte iets in, doch her-
stelde zich daarna weder op 7
19
/
32
. Was in den aanvang
de stijging van den koers in hoofdzaak te wijten aan cle
gunstige handelsbalans en aan de reeds meermalen be-
sproken intrekking van een gedeelte van het in omloop
zijnde papieren geld, thans schijnen de. sprongen, waar-
mede de koers in den laatsten ‘tijd op en neder gaat, ook
voor een groot deel toegeschreven te moeten worden aan
speculatie, en volgens berichten uit Amerika zou in finan-
cieele kringen aldaar de scherpe rjzing van de laatste
vier weken overdreven en ongezond genoemd worden. In
elk geval is de loop van den koers op de houding van de

Brazilinansche exporteurs van beslisseuclen invloed en het
zal dan ook voor een belangrijk deel van dien loop athan-
gen, hoe de vraaglprijzen voor prom.pte versoheping aldaar
in ce naaste toekomst zullen worden gesteld. Volgens officieel bericht uit Rio hebben cle Regeerin-
gen van de Staten Rio cle Janeiro, Mines Geraes en Es-
pirito Santo besloten de aanvoeren uit het binnenland naar
Rio te limiteeren op gezamenlijk 17.000 balen per dag.
l)eze Staten, die hun koffie geheel of voor een groot ge-
deelte evel- de haven van Rio uitvoeren, reiken op deze
wijze de hand aan het bekende Permanente Comité tot
Verdediging van de Koffie, dat voor den Staat Sao Paulo
optreedt. De kunstmatige beperking van de aanvoeren is
daarmede ook voor de tweede der voornaamste af.scheep-
havens van Brazilië definitief in w’erking getreden.
– De prijzen van gew’oon goed beschreven Superior Santos
‘op prompte verscheping zijn thans ongeveer i0/- ic
per cw’t., en van dito Prin1e ongevèer 105/. t 107/-, ter-
vijl zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
ver.scheping, bedragen 83/3 t 851- en voor latere versolie-
ping 81/- t 83/-, naar gelang van den verschepingsterniijn.
lIn Robusta op aflading ging deze week slechts weinig
om. Op het oogenblik zijn de aanbiedingen:

Palembang Robusta, October verscheping, 4734 ct.
W.I.B. f.a.q.

.,,

Oet./Nov.

55

alles per
34
KG. cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco noteeringen bleven onveranderd 70 ct.
per
1%
liG. vodr Superior Santos en 61 ct. voor Rebusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt vii-
ren aan de ochtend-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

11

basis Santos Good

Dec.
I
Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei
I
Sept.

20 Oct. 5534 5134 49
1
/8

52% 487/
8
46
7
/8 45!1
50
1
/8

4634

525/

46

44
49

471/

455/8 52%

47
,
/s 45%

3/8
29 Sept.
54t/

49% 46% 4434 513

47

448/
t
42
1
/
8

De slotnoteeringen te New York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Dec.
I

Mrt.
I

Mei
I

Sept.

$
17,93
$
16,52
$
15,75
$
14,70
,,

17,80
16,30 15,45 14,20
19

Oct……..
9

,……..
,,

17,80
,,

16,17
,,

15,30
14,02
5

,……..
28

Sept……..
17,95
,.

16,20
15,20
14,-

Rotterdam, 20 October 1925.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

t

te Santos

Wisselkoers
Data

te Rio
Voorraad Prijs VoorraadPrijs op Londen
(In Balen) No.7′) (In Balen) No.4
1
)

19 Oct 1925

153.000 24.175 1.218.000 26.000 7
19
/
32

10

1925

215.000 24.850 1.434.000 26.500 . 7
17
/
5

1925

130.000 26.550 1.406.000 26.500 781
9

20 Oct. 1924

311.000 34.725 1.886.000 39.000 6’/
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data

Afgeloopen

Sedert

Sedert
week

1Juli

week

– 1Juli

17 Oct. 1925…. . 96.000

1.638.000

152.000 2.818.000
18 ,,

1924..

97.000

1.594.000 246.000

3.183.000
1)
In
Reis.

THEE.
De vaste stemming van de theemarkt bleef ook gehand-
jlaafd in de afgeloopen week. Alle soorten konden iii de
Loadensche veilingen een avans in prijs aantoonen, wisse-
lende tussehen
34
en
134
ct. per Ib. Het gemiddelde prijs-niveau voer Britsoh-Inclische thee steeg met bijna 1 cl., dat
van Ceylon-thee zelfs met 1% d. per 1h., terwijl Necl.-hicli-
sohe thee alleen hoogere prijzen te zien gaf voor de ordi-
naire en midden-soorten.
– De maandcijfers over September van thee in het V.R. ge-
ven aanvoeren te zien van 56.8 miljoen lbs., een cijfer, dat
bijna 9 millioen lbs. hooger ‘is dan dat van Septeinber 24. De invoeren tot verbruik blijven zich op dezelf cle hoogte
van verleden jaar handhaven – 32.5 millioen ,lbs. -, ter-
vijl cle uitvoeren een accres van bijna 3 millioen lbs. aan-
toonen boven verleden jaar 8.8 millioen tegenover 5.8
millioen lbs. De afleveringen uit entrepot voor invoer tot

942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 October 1925

verbruik en uitvoer samen; ten bedrage van 41.3 millioen
lbs. blijven bijna 15.5 mi.11ioen lbs. ten aohter bij cle aan-voeren, ten gevolge waarvan cle voorraden in entrepot van
165.1 mlllioen lbs. op ultimo Aug. gestegen zijn tot 180.6
millioen op ultimo September. Waren de voorraden op
niti.mo Aug. 38.5 millioen lbs. hooger dan verleden jaar oi
hetzelfde tijdstip, op uitimo September was het verschil toe-
genomen tot 45.5 mi.11ioen lbs.
Tegenover dezen minder gunstigen factor voor de thee-
markt client dacleiijk vermeld te worden het bericht van de
in{lian Tea Association, dat de ditjarige Britsch-Indische oogst, die op ultimo Augustus dien van verleden jaar nog
met ruIm 21.5 millioen lbs: overtrof, tea gevolge der beper-
king – lees fijneren pluk – op ultimo September nog slechts
ii millioen lbs. hooger was dan verleden jaar. De versche-
pingen van thee van Noordel. Bri.tso.h-Indië toonen over Septemher van dit jaar een teruggang van ruim 5
lbs. vergeleken bij verleden jaar. Ook cle uitvoercijfers over Aug. van thee uit Java toonen,
vergeleken bij verleden jaar een teruggang aan van 3.5 mil-
heen KG. tot ruim 3 milhioen KG. Tot ultimo Aug. be-
draagt de vermindering vergeleken bij 1924 bijna 2 mil-
hioen KG.
Van Amsterdam zijn nog enkele alcloeuingen te vermel-
den van opgehouden partijen ex veiling van S October op
volle vorige prijzen. –
Amsterdam, 19 October.

RUBBER.
De rubbermarkt ondervond gedurende de afgeloopen week
vele fluctuaties. De markt opende op veel lagere notee-
ringen ten gevolge van het gerucht, dat de regeering van
Ceylon voorstellen zou hebben gedaan om 1 November 20 pCt:
in plaats van 10 pCt. rubber meer Vrij te geven. Toen het
bericht later tegengesproken werd, stegen de prijzen weder, doch de stemming is onzeker gebleven.
De markt sloot weer vaster, doch de slotnoteeringen
bleven nog iets onder die der voorafgaande week.
De slotnoteeringen luiden als volgt: la Crêpe:

voorafgaandeweek: –
October

250; ct. ………….. 254

ct.
October/Dec.

2351;2 ,……………250k
Januari/Ilaart 223

, ……………
232

19 October 1925.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:
Koper

Koper
Data

I
Stan-
I
Electro-

Tin
I
Lood
I
Zink

19 Oct. 1925..
62.216
67.151_
279.17/6
38.7/6 40.2/6
12

1925..
62.7/6
68.2/6
274.1716
39.17/6
39.10/_
5

1925..
61.15/_
67.216
268.17/6
39.10/_
39.5/_
28 Sept. 1925..
61.2/6
67.5/_
264J216
39.7/_
38.5/-
20 Oct. 1924..
63._/_
66.1716
251.7/6
36.2/6
33.716
20 Juli1914..
61.-1-
145.151-
19.-_
.21.10/_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
De Amerikaansche graanvrachtehsnarkt beloofde in het
begin der week een verbetering en de vrachten werden vas-
ter, d6ch tegen het einde werd deze markt weer flauwer.
Van Montreal werd tonnage van middelbare grootte be-
vracht naar Antwerpen/Rotterdam per October/November
tegen 15 cents, basis zwaar graan, doch het is sindsdien
onmogelijk deze vracht per November tebedingen. Naar de
Oostkust van IJ. K. werd bevracht tegen 3/6 per qtr. per
November, terwijl naar de Micidellandsche Zee tonnage werd opgenomen tegen 3/9 per qtr. met in duin geval de
optie van Adrdatfische
7
Zee tegen 3 d. extia.
De Northerui Range was actief en een flink aantal afslui-
tingen vond plaats. Naar Havre/Antwerpen/range werd 14
cents betaald per Oct.fNov., naar Valencia en/of Tarragoaa
18 cents duin, 18Y
2
cents beide havens per October, naar de
Middellandsche Zee (niet ten Oosten van West-Italië) 16
tot 17 cents, per November. De Gulf is echter geheel zon-
der zakeui voor graan en er is slechts weinig uitzicht op
verbetering.
SuikerVadingen worden van West-Indië aangeboden voor
‘erscheping in de resteereude maanden van dit jaar en
naar U. K./Continent w’erd een groote boot genomen tegen
de verbeterde vracht van 17/6 per November, terwijl Lan-
dige booten erin slaagden een lading te krijgen naar het
Continent alleen tegen 17/- per November/December. Ook
voor nieuwe oogst belading js tamelijk veel vraag naar

tonnage en naar U. K./Continent werd afgesloten per Ja-
nuari tegen 18/-.
De River Plate is niets beter; de vraag is gering en de
lijst van afsluitingen over de laatste week is zeer klein.
Van TJpriver werd wederom 15/- betaald naar U. K./Conti-
nent, doch tezelf.dertijd accepteerde een handige prompte boot 6 d. minder. Voor nieuwe seizoen belading heeft een 5700 tonner de verminderde vracht van 21/- geaccepteerd
per 15 Januari/15 Februari, volle opties voor loshaveuus. –
Ook de toon van de chihisa]petervracktenmarkt was flauw.
Tegen dezelfde lage vraoliten als verleden week worden
ladingen naar het Continent aangeboden, ondanks de flau-
we markt van de River Plate, is echter niet veel tonnage
geïnteresseerd tegen deze i’rachten. Voor prompte belading
hebben bevrachters .goedkoope tonnage gekcegen en eeii
7500 tonner werd per 23 Oct./10 .Nov. bevracht naar I/oorcl-
Spanje tegen 23/6. Naar ruimte voor partijen bestaat prac-
tisch gesproken geen vraag. Per Januari werd 2000 tons .per
een Duitsche Lijnboot gedaan naar Antwerpen/Rotterclam/ Hamburg tegen 24/9 netto; naar Alexandrië werd een 7500
tonner gedaan per November tegen 25/6. Ook naar het Oos-
ten vonden bevrachtingen plaats; naar twee havens Japan
werd 27/6 betaald per 28/10-12111. De markten van het Oosten bleven flauw. Van Wlachiwo-
stook vonden geen afsluitingen plaats, nuich voor boonen,
nôch voor olie. Van Ocean Lslaad werd een fosfaatlading
gedaan naar Aclelaide enjof Wallaroo tegen 18/9, November.
Van Australië vonden alleen afsluitingen plaats naar Egyp-
tische havens tegen 37/6 basis 1 of 2 laadhaveus, 38/9, 3
havens. Ook Burmah was flauw. Per Januari tot Mei ver-
den maandelijksche partijen geboekt naar Liverpooi/Londen/
Hamburg tegen 32/6 netto, waartegen meerdere afsluitin-
geul kunnen worden gedaan.
Britsch.Indië was flauw en onveranderd. Op d.w. basis
werd van BonibayjKarachi bevraclit naar Middeilandsche
Zee[U. K.JContinent tegen 23/6 per November/December,
doch de vraag is zeer gering. Van Zuid-Afrika werd, of-
schoon beperkt, mais bevracht. Een 5500 tom lading werd gedaan van Kaapstad/Beirs range naar U. K./Continent op
basis van 22/- per 10/25 November. Van Mauritius werd
een groote lading afgesloten naar Londen/Liverpool[Green-
ock tegen 22/6, Dec./Jan.
Bevraohtiuigen van den Donau vareu beperkt tot hout-
ladingen; naar Rotterdam werd 11 per wagon betaald en
naar Fransche Mid{ellandsche Zeehavens iets beneden £ 9
per wagon. Van de Zwarte Zee zijn geen bevrachtingen te
vermelden.
Ook van de Micidellandsche Zee vonden niet veel bevrach-
tingen plaats. Erts werd gedaan Bizerta/MiddIesboro 6/3
en een groote boot BonafBdtterdam 4/6. Er is nog tamelijk
veel vraag naar booten voor het transport van fruit en de
vraohten blijven vast, 22/6 voor 110.000 cbft. en 27/6 voor
60/80.000 cbft. Van Alexandrië werden drie groote booten
bevracht van ongeveer 360.000 cbf t. voor October belading,
duin teien 9/6 en de andere. twee tegen 10/- per cbft. De
markt van de Golf van Biscaye is flauw.
De kolenvrachtenmarkt van Amerilca was evenals de vo-
1-ige week kalm, doch de vrachiten naar cle Zuid-Amerikaan-
sche bestemmingen vertoonen eenige stijging. Van Hampton
Itoads naar Rio werd $ 4.10 betaald per Oct./Nov. Naar
West-Italië wordt $ 2.55 genoteerd.
De Engelsche kolenvrachtennuarkt leefde iets op, doch
tegen het einde der w’eek zakten de vrachten naar de Mid-
dellandsche Zee en Zuid-Amerika. Van Zuid-Wales werd
o.a. betakld: Roman 4/., Gibraltar 8/-, Las Palmas 9/-, Bue-
nos Aires 17/6 en van de Oostkust: Libau 616, Hamburg
3/7, Genua 8/6, Venetië 10/6, Monte Video 16/6.
De markt van de Oostzee is van

ter en de vrachten zijn
iets beter geworden. Houtladingen van Züid-Finland (1 of
2 laadhavens) naar Holland worden bevraclit tegen
f
22/24
naar gelang van grootte der boot, terwijl van midden-Fin-
land de vracht ongeveer
f
25 per Bad. bedraagt; van Mid.
del- en Zuid-Zweden is
f
24/25 betaald, terwijl voor Nooid-
Zweden
f
27 geboden wordt..

RIJNVAART.


Week van 11 t/m
17 October 1925.
De algemeeie toestand bleef ongewijzigd.
Nog steeds sleepte het grootste gedeelte der leeggekomen
schepen wegens gebrek aan emplooi naar de Ruhrhavens,
om aldaar kolen te laden.
De ertsvrachten bedroegen maximum fi. 0,30 en fi. 0,40
met resp. y. en
34
lostijd.
Naar de Bovenrijn-stations werd gemiddeld 11. 1,_/fl. 1,10
met verkorten lostijd betaald.
Het sleeploon varieerde tusschen f1 0,35/fi. 0,40.
De water8tand bleef vallend, zoodat naar den Bovenrjn
op beperkten diepgang werd afgeladen.

Auteur