Ga direct naar de content

Jrg. 10, editie 500

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 29 1925

9 JULI 1925

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

E

Berl”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR
HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

10E
JAARGANG

WOENSDAG 29 JULI 1925

No. 500
INHOUD.

BIz.
SURINAME EN S0EICAIIANI)l
door
F. C. iiaronvunA.erssen
Begeren va.n Voshol………………………….642
Papieren kanalen? door
D. J. Wansink ………….. 643
De zevende Internationale Arbeidsconferentie II (Slot)
door
Mej. Mr. G. J. Stemberg ………………..644
BUITENLANDSOHE MEDE WERKING:
Hervorming van het Geldwezen iu Roemenië door
Dr. R. Kerschagl ………………………..645
AANTEEKENINGEN: Is de Duitsche handelsstatistjek onbetrouwbaar’ ….
646
Geidwezen en circulatiebauk in Polen …………
647
Rotterdam en het Nederlandsch-Belgische verdrag
648
BOEKAANKOND1GING:
J. H. A. M. van Bosveld Heiosius: Tarief vaninvoer-
rechten, bespr. door
J. van der Poel …………651
MAANDOIJFER S:
Handelsbeweging over de maand Juni
1925 ……..652
Postchèque en Girodienst……………………
653
Rijkspostspaarbank ……………………….
653 Productie der Steenkolen-, B ruinkolen- en Zoutmijuen 653
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………… .
653-660
Ocldkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

I
Effecte nbeu rzen. I Verkeerswezen.

INS’i’ITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
lVd. Algenseen Secretaris: Mr. Q. J. Tcrpstra.

ECONOMISCH-Sq’Aq’JSTJ3CBE BERICHTEN

COMMISSIE VAN ADVIES.
J. Van lIa.sselt; Jhr. Mr. L. II. va.n Lennep;
Prof.
Dr. E.
Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderon
Baron. Ren gers
;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blosn;
Prof. Mr. H. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de R000hweg 122, Rotterdam..
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprjs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
25,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s.Gravenhage.

27 JULI 1925.

De geldvraag was deze week weder belangrijk en
nam hij hot naderen van den altimo nog toe. De no-

teeririg van particu.I ier disconto steeg opnieuw, zoo-

dat reeds
oensdag
voor 3 pOt. word afgedaan. en

gisteren niet onder 3/s pOt. te plaatsen was. Oailgeld

was eveneens zeer gezocht bij beperkt aanbod. Ook de

prolongatie.rentd was adnvankelijk vaster op 2% pOt.

Bij liet tcru.gloopen der omzetten op de effedtenniarki

w’erc[ de vraag echter belangrijk kleiner, noodat weder

24 pOt. genoteerd werd.
* *
*

Bij de inschrijving op schatkist,papier werd in to-

taal ingeschreven voor
f
96.890.000; toegewezen wer-
den
f
31.060.000 driemaandspromessen h
f
992,50 of

2161j3
pOt.; f1.900.000 zesmaandsprornessen â f985

of eveneens 2l51
1ij
pOt. e.n f 31.953.000 jaarsbiljetten
,i
.
»1004 of ruim 334 pOt.
* *
*

Op den weekstaat van Dc Noderla.n’dscheBnnk ver-

.f000t de post binnenlajn,dsche wissels opnieuw een

daling en wel van ongeveer
f
1,3 millioen. Zij komt

vrijwel geheel voor rekening van een verdere vermin-

dering met
f
1 mill.ioeu der rechtstreeks bij do Bank

geplaatste schatkistpromessen.

De post papier op het buitenland stelde zich een

f
13 millioen hooger, wat ongeveer correspondeert

met de vermindering van den ‘gou’dvoorrnacl met f 12

millioen, die blijkbaar een gevolg is van verderen

uil»oer van gouid naar Engeland.

De beleeningen liepen ruim f 1,7 millioen terug,

terwijl hot voorschot aan het Rijk iorder daalde met

f2,8 m.illioen. Ook de post diverse rekeningen onder

het actief stelde zich een f 2,2 millioen lager clan

‘de vorige week.

De bi1jettencircula tie daalde met ongeveer f 7

millioen, terwijl het bedrag dor in omloop zijnde

assignattiën f 900.000 lager kwam. De rckeninigciou-
ian t-saldi vertoonen een kleine stijging vnu ongeveer

• f200.000; hot beschikbare metaaisaiclo liep met f 10,2

nniliioen terug.
* *
*

De wisselmarkt was deze week zeer rus.ttig en de

omzetten waren gering. Zelfs Franken bleven vrijwel

onveranderd. Alleen Kopenhagen en Oslo ivaren weder

zeer bewogen. De sterke vraag uit Amerika bleef aan-

,liouden; deze week genoot Kopenhagen de voorkeur.

Een onafgebroken wilde stijging bracht ‘den koers
vai 52,7.0 op 57. In Oh.ristiania hadden na en dhn
winstuemingen plaats, zoodat de stijging van deze

wissels niet zoo rcgelniaig was. Het slot was echter

toch eveneens hooger
Of)
circa 45,85.

LONDEN,
27
JULI
1925.

Geld was gemakkelijk en ru.ni, doch i:ertoonde

tegen het einde der w’eek neiging om iets aan te trek-

ken mt het oog
01)
cle vrij ‘groote orittrekkingon, die
‘cle vacantiemaand Aug-ustius met zich brengt.

Disconto werd dientengevolge, en eveneens door dc

dreiging van een steenkooistaking aan het einde der

maand, beslist vaster en noteerde lieden niet beter

dan voor 3-maands prima bankaccepten.

Laat heclenmicidag bleek dat cle Bank van Engeland

wederom £ 1.000.000 goud uit BToiinnid had otitvan-

gen:, hetgeen ongetwijfeld morgen een verzwakken-

den invloed zal uitoefenen op den discon tokoers.

Wisselkoersen waren eveneens geïnfluenceerd door

cle mogelijkheid van. ,,labour troubles”, zoodat Dol-

lars hier tot 4,85% terugliepen; slot heden New

York 4,8534, Amsterdam 12,09%.

642

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925


SURINAME EN SOEKAMANDL

i)iegen.en, ‘die niet wanhopen aan de inogeli.jkheid,
dat voor Suriname een economisch betere toekomst is
weggelegd, zuilen zeker genoten hebben van ‘den in
de bladen gepnibliceerden brief, dien de tegenwoordige
Gouverneur, Mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra,
na Zijn terugkeer van Europeesch verlof, tot de Staten

richtte.

Zihier een document van historische waarde;

sober en
zakelijk,
ontdaan van holle plirasen, is het de

eerlijke getuigenis van een man, die zich tot levens-
taak stelde: de verheffing van Suriname uit Zijn

verval.

Gouverneur van Heemstra noemt eenige mogelijk-
heden, die tot het gestelde doel kunnen voeren, mee-
rendeels liggende op het gebied van den particulieren
ondernemingsgeest, en hij maakt melding van de
stemming, die hij bij zijne besprekingen met onder-

nemers in’ Europa heeft aangetroffen.

Zeer terecht vestigt hij er de aandacht op, dat in
Oost-Indië met de exploratie en exploitatie van thans
economisch zoo bloeiende gebieden, groote kapitalen
gemoeid waren en nog steeds zijn, en dat Surinam”
ook daarom vraagt.
Buitengewoon treffend ter illuist,reering van die

opmerking, is wel hetgeen ons de wordingsgeschie-
denis van de •op Java juist geopende onderneming
Soekamandi te zien geeft. Een geschiedenis van kraoh-

tig aanpakken en doelbewust doorzetten; een relaas van goede organisatie en vruchtbare samenwerking
tusschon de Overheid en het partic’uliero initiatief;
een voorbeeld van wat in korten tijd, ook on’dêr om-
standigheden, die aanvankelijk niet gunstig waren,
kan tot stand gebracht worden, mits niet alleen de
nooclige middelen ter beschikking zijn, doch ook de
onverzettelijke wil aanwezig is om snel te slagen; en

een les voor hen, die den moed laten zinken.
Soekamandi, de pas geopende onderneming van de
bekende Maatschappij ter Exploitatie der Pamanoe-
kan-Tjiasemla,riden, 1it in het Oostelijk deel der
residentie Batavia, in een streek, die enkele jaren ge-
leden o’rtvruchtbaoir, ongezond
en
schao.rs bevolkt
was:

een achterlijke lanidstreek. Water
s
ras er teveel of te

weinig, afhangend van het jaargetijde, zoodat het
land voor cuituur ongeschikt leek.
In dit gebied is een wonder verricht: in enkele
jarèn ‘tijds verrees hier een groote cultuurouderne-
ming (vezel en tapioca) met fabrieken, een Euro-
peesche woonwijk en een Inl.andsohe vestiging van
tienduizenden zielen onder gunstige hygiënische om-
standigheden. In de naaste toekomst zal bovendien ‘de
bouw van suikerriet in het groot ter hand genomen
worden.
Lees, wat het verslag’ der officieele opening ver-

meldt:
Waar
een groot jaar geleden nog jungle was, waar
men bij iederen stap anderhalve voet in het water tjomp-
te, werd het bosch opgeruimd, de grond door een ernuf-
tig draineeriugsstclsel drooggelegd en beplant met sisal
en tapioca.”

En uit de openingsrede van den bedrijfsleider,
den heer Rammon,d, en van Resident Schenck do
Jong, stippen wij aan, dat ‘het groote werk werd aan-
gevangen ‘met; de normaliseering van den beneden-
ioop van de Be]arra’kanrivier, het opruimen der visch-
vijvers, en d en d raineeringsarbeid (volgens plannen
van den heer Elenbaas), waardoor 10.000 bouws wer-
den gedraineerd, welke vervolgens van goed ‘drink- en
badwater voorzien werden. Terwijl voorheen in het
droge seizoen de menschen geen bruikbaar bad- en
drinkwater konden krijgen (‘de putten leverden brak
water), is dit bezwaar opgeheven ‘door het Soekama.ndi
filterstatiou met 45 IÇM. pijpleiding, dat thans aan
50.000 zielen, zoowel op de nieuw geopende onder-
neming als in de ka.mpongs, goed en gratis water ver-

strekt.
De Overheid bleef niet achter: de Gewestelijke
Raad van Batavia zorgde in nauwe en vruchtbare
samenwerking ‘met de M.aatschappij voor de oprich-
ting van vier keurige passargebouwen, Gouverne-
mentskampongs en een Chineesche ‘handeiswijk.

Daar de landstreek zelf arm aan werkvolk was,
kwamen 10 A 20.000 koelies, grooten’dee],s van Oheri-
bon, om den aanplant ‘te beginnen.

Een wonder, zeiden
wij
hierboven?
Welneen! Een schoon voorbeeld van menscheljk
kunnen, te Soekamanidi gegeven, Suriname ter leering.

Wij weten het, de omstandigheden zijn in Suriname
gansch anders; maar ijin er ‘ook niet meerdere pun-
ten van overeenstemming, vooral in den’ weinig be-
moedigeniden aanva.ngstoestand?

Moet ‘men in Suriname, vooral voor landbouw-
arbeid, altijd rekening houden met de noodzaak om
werkvol’k te importeeren, ook Soekamandi leverde
niet de nood’ige werkkrachten. Natuurlijk is het pro-
bleem van gebrek aan werkvolk, of liever aan
werk-

willig volk, in
Suriname veel moeilijker op te lossen,

zooals uit de igeschiedenis
blijkt;
en de aanvulling
van het tekort, die maar eventjes van ‘den anderen kant der aarde komt, bewijst wel ‘hoe moeilijk dat

euvel te verhelpen is. Maar naast dit verschil treft
ons toch eene mogelijke overeenstemming. Wat ‘heeft,
zoo vragen wij ons af, den toevoer van tien duizenden
vrije koeli’es uit Cheribon mogelijk gemaakt als het
niet geweest is, nevens het uitzicht op dadelijk loo-
nen’den arbeid, de kans op blijvend gewin en welvaart,
‘die van het begin af het iionierswerk ‘heeft geken-
merkt? Het is alsof een frissche geest de moerasda’m-
pen en ‘andere narigheden voor zich uitdreef en be
zieling gaf aan allen; die aan ‘do reusach’tige karwei
medewerkten.

Zulk een frissche ondernemingsgeest zou in Suri-
name het prachtigste werk kunnen doen.
De arbeidsschuwheid, welke de stadsbevolking van
Paramaribo in het bijzonder voor landarbeid aan den
dag legt, is ten deele verklaarbaar uit historische

factoren (afschaffing slavernij), en ei’ scheen tot nu
toe weinig of niets aan te doen te zijn om die te
overwinnen. Het spreekt vanzelf dat dit vraagstuk
door ieder die Suriname bestuurd of bestudeerd heeft
als van primair belang beschouwd werd, en het stemt
das niet ‘bemoedigend ‘dat nog steeds geen verande-
ring ten goede te bespeureu valt in het onevenwich-
tige beeld van een ‘hoofdstad met een ‘veel te groote bevolking, dus met werkloosheid, omringd door een
vruchtbaar gebied dat chronisch gebrek aan arbeids-

krachten heeft.

Het in cultuur brengen van land met gebruikma-
.’king van de beschikbare stadsbevolking zou dan ook
een stap in de goede richting zijn, en nu is het maar
•de vraag, of dat overtollige, werkelooze deel ‘der be-
woners van Paramaribo steeds aversie zal blijven too-
non voor loonenden arbeid, ook indien hun ‘daartoe
de gelegenheid kon geboden worden op de wijze zon-
als ‘Soekamandi te zien geeft, dat wil zeggen indien
‘diezelfde frissche geest, die hier tot zulk een snel
en groot resultaat leidde, ook ginds eens kon ge-
kweekt worden, waartoe omvang en opzet van het
geheele werk en verzorging van allerlei détails zoo-

veel vermogen ‘bij te ‘dragen.

Wij durven deze vraag stellen omdat wij meenen,
dat aan wat ‘de van land’bouwarbeid af’keerige Para-
maribobewoner in den regel als
werkgelegenheid
te

zien kreeg, die elementen ontbroken ‘hebben, ‘die hem

van
zijn
afkeer kunnen genezen. Hiermede is aller-
minst eene critiek bedoeld op den goeden wil, den
ijver en ‘de deskundigheid van vroegere pioniers. In-
tegendeel, wij weten dat er, vaak onder zeer nioei-
lijke omstandigheden, hard is gewerkt en wij bewon-
deren den moed, waarmede ondanks het fatum der
vele mislukkingen, de arbeid telkens weer werd be-

gonfnen. Maar wij gelooven, dat het bij de meeste dier
pogingen aan omvang en perspectief ontbroken heeft,

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STAfl’STISCHE BERICHTEN

643

welk gebrek gepaard ging met, en grooten.deels ver-
klaarbaar was door gebrek aan kapitaal.
Kleine middelen zijn niet meer van pas: aux
grands maux les grands ‘remèdes! En dit wordt be-
vestigd doordat een van de weinige ondernemingen
die bevredigende resultaten geven, ]e suikerpin’ntage
met fabriek Mariënhur.g is van do Nederl. Handel
Mij., die er een flink kapitaal aan besteedde om die
onderneming te moderniseeren. Dr. van Blankensteyn merkt dan ook op in zijn bekend boek over Suriname,
dat met 10 Mariënburgs de Surinaamsc’he kwestie
zou opgelost zijn.

Men behoeft er o.i. dan ook niet aan te wanhopen,
het netelige arbeidsvraagstuk en ‘daarmede een ‘der

voornaamste deelen van ‘de Surinaamsche ‘kwestie, tot
een oplossing te brengen.

Een voorbeeld van ‘het overwinnen van ou’de ar-
beidsschuwhei’d, dat wel de vermelding waard is,
hebben wij ‘beleefd bij •de exploitatie van het Kolen-
station te Sa’bang in Atjeh, waar het tot voor korten
tijd niet mocht gelukken voor hot steenkolenwerk de
beschikking over cle ‘bevolking kan ‘het land, de
Atjehers, te krijgen. Met taai geduld en een duidelijk
tot de menschen sprekende ‘betalingswijze heeft men
ten slotte weten te bereiken ‘dat thans een flinke
ploeg Atjehsche koelies in vrijen arbei’d voorhan-
den is.

Te Soekamandi heeft het tot ‘de mentaliteit der
l)eVolkiflg duidelijk sprekende, tastbare resultaat
hoogstwaarschijnlijk bestaan, behalve in de toegepaste
loonregeling, ook in de snel tot stan’d komende ver-
beteringen ‘op het gebied ‘der volkshuisvesting en, -ver-
pleging: aanleg van waterwerken, bouw van woning-
complexen enz., alles objecten, die den ondernemer
zoowel ‘als ‘den bij ‘den bouw werkzamen arbeider en
den toekomstigen werknemer, gunstiger levensvoor-
waarden bieden en zoodoende tot het succes ‘bijdra-
gen, ebjecten, m.a.w., die productief zijn.

Zulk eene gebeurtenis, de opening van een groote

cultuuronderneming met grootsoheepsch voorberei-
•dend outginningswerk, maar tevens met zicht’bare
kans op welslagen en voorspoed, zou, meenen wij, in
Suriname in het tijdperk na de afschaffing der sla-
vernij, een novum zijn, en in zooverre is een beroep
dp hetgeen tot nu toe niet mocht slagen geen afdoend
argument.

Wij wenschen er ons niet in te verdiepen,
welke
cultuur voor zulk een mogelijkheid ‘in aanmerking
komt. Uit hetgeen de laatste jaren over Suriname
gepubliceerd werd krijgt men ‘den indruk dat dit een
keuze uit
vele
kan zijn.

Kom, welk krachtig concern pakt die mogelijkheid

aan, in hanmonische samenwerking met het Bestuur
van Suriname?

Welke ondernemers, toegerust met wilskracht, er-
varing, k&pitaal en een gezonde dosis idealisme, hel-
pen Gouverneur van Heemstra zijn verheven taak
tot een goed einde brengen: de opheffing uit zijn
beschamen’d verval van dit deel van het Nederland-
sche gebied, zooals achterlijk ‘Soekamau’di werd om-
getooverd in een welvarende streek?

F. C.
VAN
AERSSEN BEYIcREN.
Sahang.

PAPIEREN KANALEN?

Zullen de kanalen Antwerpen-Moordijk en Ant-
werpen-Ruhrort, waan ii ‘het Ned.erlondsch-Belgische
verdrag voorziet, ooit tot stand komen? Er zijn er,
‘die het sterk betwijfelen en op deze specu.latieve over-
weging het, tractaat aannemelijk achten. Waar toch
zou België de middelen voor den aanleg moeten vi,-
den?

Deze redeneeri.ng, de Rotterdamsche Kamer van
Koophandel wijst er ook op in haar in ‘het No. van
21 ,Tuli 11. afgedrukt adres, gaat niet op. Het vredes-
vend.rag komt ni. in deren de Belgen krachtig te hulp.

Hierbij’ ‘denken wij niet inj de eerste plaats aan de
bepaling van: art. 361, welke Duitsohlad verplicht,
‘liet gedeelte Ruhrort-Neder1andsc}ie grens iau te leg-
gen, noch ook aan een aanleg, waarbij uit op ‘her-
stelrekening ontvangen bedragen de kosten der ge-
deelten op Belgisch en Nederlaindech grondgebied ge.
heel, resp. ten dccle zou.den worden betreden’. De ge-
deelten in Duitschlaad en Nederland zijn bovendien
niet van belang, zoola.ng niet de aanleg ‘der Belgische
trajecten verzekerd is. De vraag is echter, of niet spoe-
diger dan men denkt en tot Verrassing van, ‘de twij-
felaars met de. uitvoering van ‘deze laatste een begin
zal worden gemaakt, doordat ook zij ‘door cle Duit-
sohers zullen worden aangelegd en wel als schadever-
‘goedingsprestatie in natura.

Deze prestaties in natura .gaan blijkbaar een steeds
belangrijker rol spelen, nu heb inricht in de mooi-
‘ljkheden, aan, de overdracht van groote geidbedragen
naar het buitenland verbonden, algemeen is gewor-den. Het vredesverdrag bepaalt zich,tot de levering
van enkele Duitsc’he massag’oederen (Deel VIII, Au-
nexe V). Daarnaast is men in 1022 bij afzonderlijice
overeenkomsten (Bemelmans-Cuutze en Gillet-Rup-
pol) gekomen tot zg. leveranties in hot
vrije verkeer,
clie echter slechts een klein deel de
r
prestaties om-
vatten.

Het ‘geheele régime dor ,,Sachlieferungen” is nu,
nadat ‘de Daw’es-con]!missie zich met het beginsel had
vereenigd, krachtens besluit ‘der conferentie van
Londen op nieliwe leest geschoeid. Aan een Commis-
s,ie, ‘bestaande uit vier geallieerden, vier Duitschers
en een noutralen (Zweedschen) voorzitter, werd het
ontwerpen oener regeling opgedragen, welke het ge-
liede terrein der piëstties in natura zou bostrijien
en die zich zon nauw mogelijk ‘bij de handelspractijk
zou aansluiten.

Bij schrijven van 0 Maart 1.1. heeft de Commissie
het resultaat van haar arbeid aan ‘de Oommi’ssinn
des Réparations .doen toekomen, die er zich, behou-
dens enkele wijzigingen, mode vereenfTgde. De regeling
trad, volgens het rapport van den Agent-Generaal
voor ‘de Herstelbetalingen, 1 Mei 1.1. in werking en is dezer dagen in haar definitieve redactie als bij lage bij
het Fransche Staatsblad (J’ournal Officiel) van 10
J’uli 1.1. verschenen.
1)
Krachtens dit ,,Règlement re-latif aux prestatioris cii nature” kunnen, behoudens enkele uitzonderingen, als prestaties in natura gele-•
verd worden, d.w.z. worden betaald uit de bedragen, welke uit verschilleniden hoodde in Du.itsch geld op
cle rekening van den Agent-Generaal voor ide Her-
steibetalingen worden gestort, alle goederen en
‘diensten, welke door .1e Duitsche vclkshuishouding worden geproduceerd. De desbetreffende contracten
moeten ‘door cle Commission des Réparatio’ns worden
goedgekeurd.

De toenemende aandacht, die de prestaties in na-
tura als schadevergoedingsmiddel trekken, blijkt ook

uit het Rapport door het Comité de la Res’tauration
Economique der Internationale Kamer van Koop-
handel aan het Brusselsche Congres uitgebracht, en waarin hun onder de vier transfermethoden een ho-
langrijlce plaats wordt toegekend.
2)
Dit inzicht werd
ten Congrosse bevestigd door den Agent-Generaal voor

d’e Herstelbetalingen, die in zijn rede verklaarde, ‘dat
het met de betaling der schadevergoeding vooral den
kant van leveringen in natiu.ra uit moet.
Het verdient nu de aandacht, dat bovengenoemd
,,Règlement” aan ‘de schuld’eischende staten uitdruk-
]celijk de mogelijkheid opent, ‘de Conimission des Ré-
parations zg. ,,contrats excepbionnels” ter goedkeu-
ring voor te leggen.. Al’s zooclanig zullen in de eerste

Sindsdien ook in het Duitseh als ,,Verfa.hrensvor-
schrift für Sachleiistuugen”, bij Cari Heymaun te Berlijn.

Dit rapport verwijst naar een memorandum, door de
heeren ir Josiah Stamp, Alberto Pirelli en A. cle Chalen-
dar aan het congres uitgebracht; eerstgenoemde twee hee-ren waren
lid
der Dawes-commissie.

t
644

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

plaats worden beschouwd: ,,Les cont,rats se rappor-
tant 6 ‘des insta]lations complètes, des fravaux d’ultli-
lité publique, des con,structions de navires.” (Titre

V; 6).
Het schij
1
nt na, dat, er voor België alle aanleiding

bestaat), zoo omvangrijke werke,n als de in het ver-
drag met Nederlarnld’ genoemde kanalen
1)
op deze

rijze te lateu uitvoeren. Zou ‘het zijn schadevergoe-
ding in geld willen ontvangen, dan moet ‘het afwach-
ten, of de te Berlijn zetelende Transfer-commissie
meent, ‘dat de Duitisehe wisselkoers ‘het hiermede sa-
menhangende aanbod van marken kam, verdragen. Tegenover deze tien vogels in ‘de lucht staan leve-
ranties in natura bij wijze van spreken als de eene
in d:e hand. En wat de uitvoering van openbare wer-
ken in het .bijzon’der aangaat komt hier nog bij, .dat
deze geen storing lie veeg brengt in het bestaande
economische organisme van het ontvangenido land.

De boven lgeciteertde zinsnede zou twijfel kunnen
laten omtrent de vraag, of het ,,Règlement” slechts het

oog ‘heeft op leveranties tien behoeve van openbare
werken, dan wel op de a]geheele uitvoering ervan.

Deze twijfel wordt weggenomen door Titre IV, 4,
ivaarin er rekening mede wordt gehouden, dat deze
,,contrats exceptio’nnels. . . . comporteront Un emploi
de main d’oeuvre allemande hors d’All’emagne”.
Zijn de contraclien eenmaal ‘door ‘de Oommission
‘des Réparations godgekeurd, – en het ,,Règlement”
stelt voor deze procedure ‘korte termijnen – dan zal
België over de kosten-v’er.deeling ‘der op Nederlandseh
gebied te graven gedeelten ‘snel tot een oplossing wil-

len komen. Dat de onderhandelinSen hierover zoo
lang zouden ‘duren, ‘dat de termijn van twintig jaren
na het in werking treden van ‘het verdrag, waarbin-,
nen, behoudens nadere overeenkomst, de verleende.
toestemming ‘voor den aanleg moet zijn ingeroepen,,
i’niiniddels zou zijn verstreken, schijnt al zeer onwaar-

schijnlijk.
Is het ‘dan verantwoord te verwachten, dat ‘den
Antaverpschen kanalen ‘slechts een bestaan op papier

is beschoreul
2)
D.
J. WANSINIt.

DE ZEVENDE iNTERNATIONALE ARBEIDkS’-

CONFERENTIE.

II
(Slot).

Als nieuwe onderwerpen werd •de aandacht van cle

conferentie gevraagd voor een ontwerp-verdrag be-,
treffende ‘de ongevailenverzekering en een betreff en-
de de beroepsziekteverzekering en last not least voor
de ‘beginselen ‘der sociale verzekering.
Deze drie ohderwerpen werden door bijzondere

daartoe ingestelde commissies onderzocht.
Bij dat onderzoek wer.d uitgegaan voor zooveel beide

eerstgenoemde onderwerpen ‘betreft, van een ont-
werp-verdrag opgesteld door. het Bureau Intern atio-
nal ‘du Travail, terwijl een verhandeling, getiteld
,,Les prohlèmes généraux de l’assurance sociale”,
uitgegeven door voornoemd bureau, aan de behande-
ling van het laatstgenoemde onderwerp ten grond-

slag werd gelegd.
Ten aanzien van de ongevallenveriekering bood ‘de betrokken commissie aan de conferentie een ontwerp
aan, dat zeer veel afweek van ‘het ‘door ‘het Bureau
opgesteld ontwerp. De conferentie echter wijzigde
door amendeering dat ontwerp in dien geest dat het
thans vastgestelde ontwerp-verdrag het ontwerp van

Drie sleeptreinen, bestaande uit schepen van 3600 ton, iiioeten elkancier varende kunnen passeeren.
Een prikkel, de tot standkoming der kanalen te be-
vorderen, is voor België ook gelegen in
het
feit, door de
,,N. R. CL” in ‘haar Avbld. van 21 Juli ii. vermeld, dat
de vrijstelling van de Fransche surtaxes cl’entrepôt et
cl’origine aan Antwerpen verleend is op voorwaarde van
het ‘tot stanclk’omen dezer kanalen, ‘terwijl, ‘zoolang zulks
nog niet het geval is, op het gedeelte Antwerpen-Dordrecht
van het traject Antwerpen- Str aatsburg de Belgische Re-
geering voor een gratis.sleepdienst moet zorgen.

het Bureau zeer nabij komt. De conferentie besliste
tevens na aanneming van ‘het ontwerp, dat ‘daarover
geen tweede lezing zou plaats hebben. Dit besluit,
dat velen scheen te overvallen – het bleek nl dat
een groot aantal personen in ‘de ‘overtuiging, ‘dat het
ontwerp nog een tweede lezing zou ondergaan, wel
véér gestemd had, •doch gaarne enkele wijzigin-

gen ‘zouden zie.n aangebracht – ‘dreigde een oogen-blik noodlottig te worden en het geheele ontwerp in
gevaar te brengen. V66r de ‘definitieve stemming ‘zijn
echter nog enkele wijzigingen aangebracht, waarop
het ontwerp met gr’oote ‘meerderheid werd aangeno-
men (89 tegen 6 stemmen).

Dit ontwerp legt aan de ratificeerende lan’den de
verplichting op om aan hen, die door een ongeval
getroffen worden, een schadeloosstelling te geven op
de bij’ het verdrag te bepalen voorwaarden. De ‘bepa-
li ngen van het verdrag zijn van toepassing op de
arbeiders, employé’s of leerlingen werkzaam in onder-nemi ogen, bedrijven of inriohtingen van wel’ken aard
ook, hetzij particuliere of openbare. Uitgezonderd
mogen evenwel worden, zij, ‘die tijdelijk arbeid ver-
richten niet in de onderneming van den werkgever,
thuiswerkers, hoofdarbeiders, wier loon een bepaald
bedrag overschrijdt en familieleden van ‘den werk-
gever, ‘die voor zijn rekeiing werken en in zijn huis
wonen.

Personen, werkzaam op ‘de handelsvloot en in de visscherij vallen buiten toepassing van het verdrag, eveneens de arbeiders, werkzaam in den landbouw. Op deze laatsten ‘blijft het verdrag, in de 3de luter-
nationale Arbeidsconferentie aangenomen, van toe-
passing. Als schadeloosstelling wordt bij algeheele
invaliditeit in beginsel een rente toegekend. Onder
bepaalde omstandigheden kan echter een afkoopsom
uitgekeerd worden.

Bij de uitkeering van de schadeloosstelling mag
een ‘karenztijd in aanmerking genomen worden; deze
mag evenwel niet langer dan 5 dagen ‘zijn. Getroffe-
nen, wier toestand geregelde hulp van anderen noo-
dig maakt, moeten een toeslag ontvangen.
Bovendien hebben de getroffenen recht op genees-
kundige hulp (omvattende tevens chirurgische hulp).
De kosten hiervan komen ten laste van ‘den werk-
gever of van de verzekeringsinstituten. Uitdrukkelijk
is nog bepaald dat behalve deze geneeskundige hulp
de getroffenen ook recht op kunstmiddelen hebben.
Bij uitzondering kan hiervoor een som ‘gelds worden
toegekend.

De nationale wetgevingen moeten bepalingen be-
vatten, die de uitbetaling ‘der schadeloosstellingen
verzekeren en de rentetrekkers waarborgen tegen
inso’lvabiliteit van den werkgever of van cle verze-
keringsinstelling.

Deze minimum eischen, waaraan een ongevallen-
verzekering moet voldoen, zullen – mocht de Neder-
landsche Regeering tot ratificeering van dit verdrag
overgaan – wijziging van de Nederlah’dsche On’ge-
vallenwet 1921 niet noodig maken. Onze Ongevallen-

wet 1921 geeft meer dan het te Genève vastgestelde
minimum, zoodat een eventueele ratificatie van ‘dit
ontwerp-verdrag op de industrie geen nieuwe lasten
zal leggen.

Behalve deze conventie nam de conferentie nog 2
aanbevelingen aan, een betreffende het minimum
bedrag der schadeloosstelingen en een betreffende ‘de colleges, aan wie ‘de beslissing in zake geschillen met
betrekking tot de ongevallenverzekering opgedragen
behoort te worden.

Het minimum bedrag ‘der schadeloosstelling toe te.
kennen ‘bij algeheele ongesc’hi’ktheid tot werken zal %
van het loon van den getroffene ‘bedragen, terwijl
bij overlijden van den getroffene als regel recht op
een uitkeering zullen hebben ‘zijn vrouw, zijn kinde-
ren jonger dan 18 jaar, zijn ouders, en ‘kleinkinderen.
Het maximum bedrag aan deze rechthebbenden toe

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

645

te kennen mag niet minder dan: % •van het loon van
den getroffene bedragen.
De aanbeveling in zake de rechtscolieges dtingt aan op instelling van colleges, die behalve uit een
beroepsrechter, zullen hestaan uit een gelijk aantal

werkgevers en arbeiders.
Het ontwerp-verdrag betreffende beroepsziekten,
dat door de conferentie werd aangenomen met 83
tegen 8 stemmen en ten aanzien waarvan ‘bepaald
werd, dat geen tweede lezing gehouden zou worden,

– zooals zulks ook terzake van het verdrag voor de
ongevallenveizekering geschiedde – is van eenvou-

digen aard.
In beginsel worden beroepsziekten met ongevallen
gelijk gesteld, d.w.z. de schadeloosstelling in geval van
heroepsziekte toe te kennen moet berusten op de-
zelfde beginselen als die, welke aan de ongevallen-
verzekering ten grondslag liggen. Daarmede is dus
ook voor beroepsziekten het beginsel van ris4ue pre-
fessionnel aanvaard. Als beroepsziekten beschouwt
liet ontwerp-verdrag loodvergiftiging en haar ge-
volgen, kwikvergiftiging en haar gevolgen en milt-
vuur; wanneer ‘die vergiftigingen zich openbaren

bij arbeiders werkzaam in de in het ontwerp-verdrag
genoemde bedrijven wordt vermoed, dat ‘het beroeps-

ziekten zijn.
Ons land kent geen heroepsziekteverzekering; wel
werd reeds eenmaal een daartoe strekken’d ontwerp
van wet ingediend, doch dit werd later weder inge-
trokken. Een eventueele ratificatie zal derhalve in-
voering van een beroepeziekteverzekering noodig

maken.
Bij een aanbeveling worden de Regeeringen uit-
genoodigd om voor de herziening van ‘de lijst van be-
roepsziekten een eenvoudige procedure vast te stel-
len, terwijl een resolutie, door de conferentie aange-
nomen, het Arbeidsbureau uitnoodigt zijn onderzoek
naar ‘de beroepsziekten voort te zetten, het resultaat
daarvan aan de leden mede te ‘deelen en zoo mogelijk
voor 1926 een nieuw ontwerp voor te bereiden, om
aan ‘d.e thans vastgestelde lijst ‘die beroepsziekten toe
te voegen, welke daarop ‘behooren voor te komen.
Behalve nog enkele andere minder vèrstrekkende
resoluties als een betreffende ‘het brengen van een-
heid in de arbeidsvoorwaarden van mijnwerkers, een’
betreffende ‘het leerlingwezen en technische en be-
roepsopleiding en een betreffende een onderzoek naar
de arbeidsvoorwaarden in de Aziatische landen, nam
de conferentie ten slotte een resolutie betreffende de
sociale verzekering aan. Het zou te ver voeren, indien
ik deze hier in extenso zou doen opnemen. Met een
enkel woord moge ik den korten inhoud mededeelen.
De bijzondere commissie, welke •dit ontwerp behan-
delde, besteedde daaraan 14 vergaderingen en be-
sprak aohtereenvolgens •den kring van de personen,
die onder de verzekering ‘behooren te vallen, de praes-
taties, de bijdragen, het financieele stelsel van de
sociale verzekering, de administratie en ‘de eenheid
en concentratie van de verzekeringslichamen, om
‘daarna tot een resolutie te komen. Bij die resolutie,
waarin de voordeelen van een sociale verzekering wor-
den opgenoemd, en waarin de toestand bestaande in
de verschillende landen ten opzichte van clie verze-
kering wordt geconstateerd, noodigt de conferentie
het Arbeidsbureau ui.t om op ‘de agenda van een vol-
gen’de conferentie, zoo mogelijk op die in 1927 te
houden, de ziekteverzekering aan de orde te stellen
en wegens het nauwe verband met de andere takken
van verzekering op ‘diezelfde of op een latere confe-
rentie de invaliditeits- en ouderdomsverzekering en
de verzekering van een uitkeering aan weduwen en
nagelaten kinderen, te ‘doen behandelen.
Voorts noodigt zij ‘het Bureau uit om voort te gaan
gegevens over de sociale verzekering te verzamelen
en ‘daarvan mededeeling te doen, terwijl eenige pun-
ten opgenoemd worden, waaromtrent het ‘in het bij-
zonder wensohelijk is gegevens te verzamelen.

Zoo heeft dus de Arbeidsconferentie een begin ge-

maakt met ‘de bestu.deering van het zoo belangrijke,

maar zoo moeilijke vraagstuk ‘der sociale verzekering.
Moge het haar gegeven zijn daarmede voorspoed te
hebben.

Ik zou niet volledig zijn, wanneer i’k er nog niet

even ‘de aan’dacht op vestigde, ‘dat de conferentie be-

sloot om de quaestie der tweede lezing nog niet defi-
nitief in het reglement vast te leggen. Waar ‘het vol-

gend jaar (1926) geen onderwerpen i.n tweede lezing
aan de orde zijn, achtte de conferentie ‘het beter de

reglementswijzigingsvoorstellen ‘daarop ‘betrekking
hebbende, niet overhaast af te doen – zij kwamen
den v66rlaatsten ‘dag aan de orde – doch deze aan

den Raad van Beheer ter bestudeering teru’g te zen-
den, om een volgend jaar rustig te bespreken. Tevens
kan genoemde Raad dan rekening houden ‘met de in
de conferentie tot uiting gekomen opvattingen en
‘de voorstellen gedaan in verband met een tweede
lezing.
G.
j.
STEMBERO.

R eet i f i c a t i e. – In het artikel
,,Eene uit-
spraak van he Hooggerechtshof betreffende transac-
ties van Javasuilcer”
in ‘het vorig nummer moet op p. 622, bovenste regel der 3de alinea van on’deren,
gelezen worden’: ,,Voor ‘de toekomat zullen
contrac-
tanten op
J’ava, etc.,” in plaats van ,,con’tracten”.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HERVORMINC VAN HET GELDWEZEN IN
ROEMENIE.

Dr. R. Kerschagl te Wonnen schrijft ons:

Het Roemeensche Ministerie van Financiën heeft
met de Roemeensohe. Nationale Bank twee overeen-
kom:sten gesloten, ‘die een ‘geheel nieuwe regeling
van het Roemeensclhe geidwezen tot onderwerp heb-
ben. Deze ‘overeenkomsten (van 19 Mei 1925), welke
1 Janua.ri 1926 van kracht worden, zijn op een uit-
gesproken ‘deflaepoli’ti’ek gericht, ‘die ‘de circulatie
verminderen , een behoorlijke metaaldekking her-
stellen en een stijging van den koers van de Lei
bewerken moet. De beide co’nventies bevatten nog een
aantal bepalingen van ondergeschikt (belang, welke
naast de hervormingen, waartoe is besloten, sterk op
den achtergrond treden. Als de geestelijke vaders
dezer wetten gelden de gebroeders Bratia.nu, welke
thans eindelijk hun ‘doel op gel’dtechiniisch gebied
hiermede schijnen te ‘hebben ‘bereikt. De ‘beide con-
venties vallen in vier d’eelen’ uiteen. In ‘de eerste
plaats de bepalingen ‘inzake de nieuwe regeling van
de ‘dekking en ‘het biljettencontingent ‘der Roemeen-
sc’he Nationale Bank; in de tweede plaats de bepa-
lingen over oprichting en handhaving van een arnor-
tisatiefon’ds; ten derde die over ‘de verhooging van het
aandenlen’kapitaad van ‘de Nationale Bank en ten
vierde de bepalingen en voorwaarden inzake de ver-
lenging van ‘het privilege dier bank.
Het eerste gedeelte •der eetste overeenkomst be-
paalt, welke waarden van nu ‘af aan als gou’dvoorraad
der Bank zullen gelden. Dit zijn het goud en ver-
sehillende buitenlan.dsche tegoeden, die tezamen een
waarde van 1204 millioen goudlei representeeren.
Deze waarden worden in gou’d of tegen de wettelijke
pariteit o’pgevor’d, terwijl tot ‘dusverre de Natio-
nale Bank haar deviezenbezit op grond van verschil-
lende koersen op de balans bracht. De dekking in
haar nieuwe gedaante blijkt, vergeleken ‘bij ‘de laatst
gepubliceerde ‘balans ‘der bank, met ongeveer
1/7 _1/8

verminderd te zijn. De aldu’s opgevoerde gouddekking
is nog steeds rijkelijk optimistisch, omdat zij posten
bevat – gelijk b.v. een ‘bedrag van ongeveer 315
1
mii-
lioen goudlei, dat indertijd van Bukarest naar Mos-
kou werd gezonden – waarvan op het oogenblik de
liquiditeit en inbaarheid wel in twijfel moeten wor-
deni getrokken. De ‘bank mag ‘inn viermaal zooveel bil-
jetten uitgeven als deze goud’voorraad bedraagt: Dit

646

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

v.iervoud vormt de z.g. gedekte circulatie. De rest
vormt de z:g. on-gedekte circulatie en hiervoor is de
Staat aansprakelijk. De uit dit deel der circul.alie ge-
maakte winsten worden dan ook• niet onder aandeel-
houders verdeeld, doch aan het later nog te bespre-
ken amortisatiefondis tegoed geschreven. De bank
mag boven haar op 31 Januari 1924 ‘bereikte circu-
latie van 19 milliard Lei slechts in, zooverre biljetten
uitgeven, als deze idoor goud voor
1%
van het nomi-
naal bedrag gedekt zij..

De z.g. ongedekte circulatie zal nu worden geresor-
heerd, doordat een amortisatiefoncls wordt gevormd,
waaruit ‘de aflossingen .der schuld van den. Staat aan
de bank plaats vinden. De ‘bedragen, waarmede dit
amort’ijsatiefonds wordt gecrediteer-d, worden in art. 2
van de eerste conventie afzonderlijk genoemd. De be-
iangrijkste zijn: de winst, welke voortvloeit uit de
ongedekte circulatie, 20 püt. van de winst uit de
gedekte circulatie, het provenu van zekere belastin-
gen en heffingen, ‘de opibrengst van ‘den verkoop van
zekere staatsgoederen en de opbrengst van de krach-
tens het verdrag van Versailles door Diiitscihla.nd aan
Roemenië nog te betalen schadeloosstellingen. De
levensduur van het .amortisatiefonds wordt op 15
jaar geschat. Zou echter na 5 j3ar, dr. op 1 Januari i 931, blijken, dat de het amo-rti.satiefonds tegoed
geschreven hedragen n,iet voldoende zijz om binnen
den bedoeiden tijd van 15 jaren tot •de verdwijning
van de geheele ongedekte circulatie te leiden, dan
zal do termijn met vijf jaren tdt twintig worden’ ver-
1 engd, waarbij de Staat zich echter verplicht tot aan-
vullende stortingen tot zood,anig bedrag, als tot vol-
ledige intrekking van de ongedekte circulatie binnen
twintig jaren noodig tblijkt.

De totale circulatie valt derhalve in twee deelen uiteen: de gedekte, welke steeds het viervoud van
den goudvoorraad ‘bedraagt, en -de z.g. ongedekte,
welke bestaat uit het ‘verschil ‘tusschen totale circu-
latie en gedekte. Dit verschil moet dus verdwijnen.
In de eerste plaats ken ‘dit geschieden ‘door verster-
king van den metaalvoorraad en daarmede gepaard
gaande vermeerdering van ‘de gedekte circnlati’e in
verhouding tot de ongedekte, doordat uitgifte van
nieuwe biljetten slechts bij een ‘dekking van 33
pOt, in goud mogelijk zal zijn. In de tweede plaats echter door directe verkleining van. de on’geciekte
circulatie door -stortingen uit het aw,ortisatiefonds,
waarbij de Minister van Financiën het recht heeft
to bepalen, op -welke wijze ‘deze stortingen resp. de
aanwending van het amo’rtisatiefon’d s het doeimatii gst
geschieden. Als ‘derde middel heeft men versterking
van ‘den goudvoorr-aad -en ‘daarmede verhooging dci.’
gedekte circulatie, door ‘kapitaasve:t-hooging in het

oog g&.rat.
Het kapitaal der Roemeensc’he Nationale Bank be-
droeg tot ‘dusverre 30 millioen Lei, waarvan echter
slechts 12 millioen gestort was. Een derde d-er aan-
deden bevond zich to’t 1901 in het bezit van
Staat, die -zich toen echter tengevolge van financieele
moeilijkheden gedwongen zag, deze aan-deelen te ver-
koopen. Het kapitaal zal thans tot 100 millioen goud-
lei worden verhoogd op de volgende wijze: Een -derde
van het totale kapitaal neemt ‘de Staat, 30 millioen wordt aldus opgebracht, ‘dat ‘de bezitters van oude aan’deelen tot volstorting worden verplicht, terwijl
op 36% millioen de vrije insclrij
;
ving wordt openge-
steld. Interessant is vooral het feit, dat de Staat
een derde van het kapitaal neemt, een bepaling,
welke ontleend is aan d-e nieuwe Tsjechosl-owaaksch’e
bankwet.
i)
Intusschen is, tenminste volgens den
tekst ‘der conven’ties waarover ik ‘de beschikking heb,
do mogelijkheid gegeven, dat do Staat niet tea volle
in contanten ‘betaalt. De normale waarde ‘der aan-
deden zal 500 Lei bedragen en de emissiekoors zal
100 pOt. zijn.
Het privilege der Roemeen-sche Nationale Bank

1)
[Zie
pag.
366 in
het nununel’ van
29
April
11.
– Red.]

word.t tot 31 December 1960 verlengd en blijft, voor
liet geval een inieuwo wet niet tot stand komt, auto-
matisch telkens vijf jaar na geuoeniden datum van
kracht. Het stemrecht is opnieuw geregeld. Vier
aan’deel’en geven’ één stem. Niemand mag meer dan
10 stemmen uitbrengen. Ook de winstverdeeling is
opnieuw geregeld, ‘doordat in de eerste plaats 6 pOt.
uit de zuivere win-st aan aain,deelhouder-s, ‘dus ook ‘den
Staat voor zooverre hij aadeelen ‘bezit, word uit-
gekeerd. De verdeeling van de rest volgt op analoge
wijze als tot ‘dusv’erre, met dien verstande, dat in ‘de toekomst ‘een fonds ten behoeve van cedietin’stellin-
gen, welke in het openbaar belang arbeiden, uit een
deel van, liet staatswinstaan’deei zal worden gevormd.
Het ‘di-sconteeren van schatkist’biljetten i-s ook in de
toekomst toegelaten, doc’h slechts tot een maximum
van 20 pOt. van ‘het kapitaal. De ver’dere ‘bepalingen
zijn geschoeid op de leest van het hgidige statuut.
In tegenstelling hiermede -is het opmerkelijk, dat thans art. 11 uitdrukkelj,k ‘bepaalt, ‘dat ‘de trans-
acties, welke de Bank verrichten mag, in art. 10 limiT-
tatief zijin, op-genoemd. Art. 11. verbiedt nog een-s; of-
schoon liet eigenlijk volgens de letter niet meer
noodtig zou zijn, het opnemen van leeningen ‘door de
ban,k, de verleen’ing van ‘hypothecaire credieten, de
beleening of aankoop van eigen aandoeleil en de -deel-
nemiug in een of andere comm-ereieele of industrieele
onderneming, in zo-overre niet een latere wet ‘de -bank
daartoe voor een speci-aal ‘geval zou machtigen .Het
nieuwe statuut bevat- ‘derhalve niet -slechts tegen-
over ‘den toestand in ‘oorlogs- en na-oorlogetij’d, doch
ook tegenover het statuut uit den vééroorlogstij’d
zeer aanzieuflijke versoherp in gen.
Dr. R. KEaSOHAGL.

AANTEEKENINGEN.

is de Duitsche h,andelsstatistielc
0fl-

b str o u w b a a rV
– Met het oog op ‘de verplichtin-
gen, welke Duitschlan’d krachtens ‘de Londiensche
overeenkomsten heeft na te komen, is ‘de ontwikke-
ling van zijn handel’balans van ‘het grootste gewicht. 1-let is ‘bekend, dat’ gedurende de inflatie-periode en
zoo lang ‘liet ,gat in. liet Westen” bestond, de cijfers van de harid-elsbeweging slechts onder het grootste
voorbehoud konden worden bezien. Sinds begin Octo-
‘her van het vorige jaar zijn alle douanestatioins echter
weder ‘door Duitsche ambtenaren ‘bezet en zou men
verwachten, dat ‘de si,ntdsdien geproduceerde cijfers
een juist beeld geven van den toestand.
Het schijnt echter, ‘dat op dit punt gerechtvaar-
cti’gde twijfel mag worden gekoesterd. In ‘de ,,Wirt-
schaftsdierist oppert Prof. Singer, na eerst op de
vrijwel ononcieribroken verbetering ‘der haudelsbal aus
gedu.rende de eerste vijf maanden van 1925 te heb-
ben gewezen (‘het goederentinvoeroverschot ‘daalde van
581 millioen in Januari tot 266 millioen Mark in
Mei) de vraag, of de opgave ider officieele uitvoer-
statistiek wel ‘den werkelij,ken stand van zaken weer-
spiegelt. Hij citeert een artikel van den oud-Mi-
nister Got’hein in het ,,Hamburger F-remden’blatt”
va]1 2 Juni, welke daarin voor een aantal goederen
de gemiddelde prijzen van de in- en uitvoerstatistiek
berekent. En ke e resultaten van diens s:teekproev-en
zijn ‘de volgende:
Invoerprijs T.Jitvoerprijs

Mk.

Mk.
Schrijfmachines ……Stuk

525

154
Rekenmachines ……..

1090

400
Glacé handschoenen .

,,

16

3,5
Geheel zijden linten . 100 K.G.

9800

5000
Katoenen fluweel ……

2200

1545
Dunne katoenen weef sels

468

250
Zeisen en sikkels

400

162
Machinemessen …….


700

360

Moeten wij nu, vraagt Prof. Singer, werkelijk aan-
nemen, ‘dat de Duitsche industrie zoo zeer minder-
waardige goederen of zoo veel onder de wereldmarkt-
prijzen verkoopt? Waarschijnlijk is, dat de aangifte

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

647

der intvoerprijzen door exporteurs naar andere ge-
zichtspunten plaats vindt, dan de officieele schat-,
tingen dor irrvoerprijzen. Slechts een klein deel van
het verschil kan hieruit verklaard worden, ‘dat in de
laatste vracht en verzekering zijfl begrepen, welke
ten deele Dutschen ondernemingen in Reichsmark
toevloeien en dus ‘de wisselmerkt rLiet belasten.
De twijfel aan de betrouwbaarheid der Duitsche

haudolsstati
.
stiek – gaat Prof. S. voort – vindt
ook voedsel in de volgende overwegingen. Neemti men
het iuvoerove.oschot van het zuivere goederenverkeer
(d.i. except goud en zilver) gedurende de ‘eerste vijf
maanden als basis, dan verkrijgt men voor het ge-
heele jaar een passiefsal.do van 4,69 miljard Mark.
Ter financiering van dit invoeroverschot zou meer
dan het jaarlijksche’ exportsaldo ‘der Vereenigde Sta-
ten vereischt zijn, dat volgens de
cijfers
‘der laatste maanden niet meer dan 1 milliard Dollar bedraagt.
Neeuts men de guastigste maandcijfers (Juni) als
grondslag, dan komt men nog steeds tot een jaar-
overschot van 3,2 milliard mark. Ook ‘dit zijn bedra-
gen, welker financiering hoogst problematiek “is. Het
totaal ‘bedrag der Duitsche schuld op korten ‘termijn
aan het buitenland wordt door de Deutsch’e Bank
op hoogstens 2 rnilli.ard Mark geschat.
Verwacht mag worden, dat het Statistische Reiehs-
amt zich over de’Le kwestie uitvoerig uit. Of wel het
Bureau houdt zijn cijfers op goeden grond voor be-
tronw)aar: dan staan wij voor een toestand, welke
de ingrijpendste maatregel en begrijpelijk maakt, of
wel het is zich van •de twijfelachtige waarde zijner
schattingen bewu’st: dan gaat het niet aan, maand
op maand het Duitsch’e publiek en de buiten’landsche
credietgevers door cijfers te verontrusten, die de ge-
varen van den toestand, als in een holle spiegel ver-
groot,’ vertoonen.

Ook zou, besluit schr., opheldering gewenseht zijn,
of de maandcijfers regelmatig den in- en uitvoer
weergeven, welke ii.ij de desbetreffende maand ‘de
g.reus is gepasseerd, dan wel den in- en uitvoer, waar-
van de aangiften in die maand zijn verwerkt. In het
tweede geval is de statistiek voor een vergelijking ‘der maan’d.elijksch e veranderingen zoo goed als onbruik-
baar.

Geidwezen en circulatiebank in Polen. –
Niettegenstaande Polen zijn nieuw bestaan zonder

oorlogsinfiatie en zonder oorlogsschuldenlast kon be-
ginnen, heeft het een zeer hevige monetaire crisis
doorgemaakt. De oorlog had ernstige schade aange-
richt en de in Maart 1921 uitgebroken oorlog met.
Sovjet-Rusland bracht nieuwe moeilijkheden. Polen is,
aldus het Maandbericht van den Schweizerischen Bank-

verein, de staat van Middel-Europa, die er het vroegst
en op de ruimste schaal in slaagde, buitenlandsche
leeningen in aanzienljken omvang te verkrijgen.
Maar ook binnenlandsche leeningen werden in de

meest verschillende vormen uitgeschreven, zooals b.v.,
,,Kassenscheine” (1919), leening op langen termijn
(1920), premieleening (1920), gedwongen leening
(1921), goudleening (1922) en Zloty- schatkistbilj etten
(1923). In weerwil van deze middelen en zijn aan-
zienljken rijkdom aan bodemschatten en natuurlijke
hulpbronnen verviel Polen in een reus achtige papier-
geld-inflatie, met als gevolg een katastrophale de-
preciatie van het geld, die gedurende zekeren tijd
parallel liep aan die der Duitsche mark. Den ilden
November 1918 (wapenstilstand) gaf de staatsvoor-schotkas een circulatie van 876,4 millioen Poolsche
mark op, terwijl deze den 27sten April 1924, d.w.z. bij de laatste opgave van de toenmalige staafsbank,
niet minder dan 570,7 billioen bedroeg.
De voorloopige munteenheid, de Poolsche mark,
heeft ongeveer 5 jaar bestaan. De stabilisatie trad
eerst midden Januari1924 in, nadat reeds vroeger
de Poolsche mark eigenlijk zoo goed als opgegeven
was, doordat
bij
de wet van 26 September 1922 een
rekenkundige, abstracte geldeenheid, de Zloty, werd

ingevoerd. De keer tot de definitieve oplossing kwam
in December 1923, met de benoeming van Grabski
tot minister van flitanciën, die door den Poolschen
Rijksdag met bijzchdere volmachten werd bekleed.
De financieele toestand van Polen was tegen het
einde van 1923 buitengewoon moeilijk; de rijksuit-

gaven bedroegen – in de tegenwoordige eenheid om-
gezet – 1.109.000.000 Zioty, de inkomsten echter
slechts 423.000.000 Zloty, derhalve nauwelijks 38 pOt.
der uitgaven. Dank
zij
den hervormingen van het ka-
binet-G’rabski sloot de staatsrekening in 1924 niet
alleen niet met een tekort, maar integendeel met
een overschot van 42 millioen Zloty, De raming
voor 1925 is eveneens in evenwicht, zooals onderstaande
cijfers toonen:

Raming Rekening Raming
Staatsfinancien

1924
1
1924
1
1925

in millioenen Zioty
Uitgaven ……………….
1.853

1.661

1.981,6
Inkomsten ……………
….
1.548

1.703

1.981,9

Overschot
of
tekort ……..
– 305

+ 42

+ 0,3

Hervorming van het geidwezen en muntsysieem.
Hand in hand met de financieele saneeriug ging de
hervorming van het geidwezen met het tweeledig doel:
nieuw muntsysteem en nieuwe circulatiebank. Den
isten Februari 1924 werd het drukken van Poolsche
marken voor staatsdoeleinden stopgezet. De verande-
ring van het geldsysteem werd bij verordening van
14 April 1924 geregeld; de Poolsche mark heeft
daardoor haar kracht als wettig betaalmiddel ver-loren en zij moet vôôr 31 Mei 1925 in het nieuwe
betaalmiddel, den Zloty, omgewisseld zijn, en wel in
de verhouding van 1.800.000 Poolsche mark voor
1 Zloty. Deze verhouding kwam overeen met de
waarde van den goudfrank, omgerekend tot den
Warschauer dollarkoers, die sedert ongeveer drie
maanden gestabiliseerd was. Gedurende een, tot den
30sten Juni 1924 durende overgangsperiode golden
beide eenheden, zoowel de Poolsche mark als de Zloty;
betalingen konden naar keuze van den schuldenaar
in Zloty-biljetten van de Bank van Polen of in Poolsche
marken tegen den vastgestelden koers tot stand
komen. Den isten Juli 1924 verloor de Poolsche mark
haar eigenschap van wettig Poolsch betaalmiddel,
maar zij wordt nog tot den 31sten Mei 1925 door
den fiscus tegen den wetteljken koers gewisseld.

Het bij verordening van 23 April 1924 geregelde
Poolsche ge]dwezen berust op den gouden standaard
(goudkernstelsel). De goudwaarde van den Zloty is
vastgelegd, maar tegelijkertijd zijn de biljetten der

Bank van Polen tot wettig betaalmiddel verklaarden is
de inwisseiplicht der bank opgeschort. Gouden mun-
ten bevinden zich voorshands niet in het verkeer,
maar een regeling voor het slaan van munten voor
rekening van’derden is getroffen, zoodra de staats-munt in Warschau in staat zal zijn, dit werk op zich
te nemen.

De munteenheid, de Zloty, is in 100 G’roszy (gr.)
verdeeld en bevat gram fijn goud. Aangemunt
zullen worden gouden munten van 10, 20, 50 en 100
Zloty en voorts zilveren munten van 1, 2 en 5 Zloty,
nikkelen munten van 10, 20 en 50 groszy en bronzen
munten van 1, 2 en 5 grbszy.

De gouden munten zullen een gehalte van 900/1000
fijn hebben; uit een kilo muntmetaal zullen 3100
Zloty geslagen worden. De zilveren munten zullen een
gehalte van 750/1000 fijn hebben. Voor gouden munten
bestaat onbeperkte plicht tot aanneming, voor zilveren
munten tot 100 Zloty en voor pasmunt tot 10 Zloty.
De staat zal naar behoefte gouden munten in onbe-
perkten omvang aanmunten, zilveveren munten tot
maximaal 8 Zloty, pasmunt tot maximaal 4 Zloty per
hoofd der bevolking. Gouden munten kunnen voor
rekening van derden tegen vergoeding der muntkosten
aangemunt worden, indien niet minder dan 100 K.G.
aangeboden wordt.

648

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

De
Bank van Polen.
Deze circulatie-instelling, met als
voornaamste taak de regeling van de circulatie, is
28
April
1924
opgericht. Zij brengt inplaats van het
vroegere tijdelijke geld, de Poolsche mark, Zioty-bil-
jetten in omloop. De Poolsche valuta is sedertdien
stabiel. De Bank van Polen bezit het biljettenprivilege
voor
20
jaar, dus tot 31 December
1944,
het kan echter
bij de wet verlengd worden. De circulatie moet minstens
voor 30 pOt. door goud in munten of in baren; bui-
tenlandsche deviezen bij banken, wier solvabiliteit bui-

ten
twijfel
is, gedekt zijn. De bank heeft echter als
richtsnoer, een aldus samengestelde dekking van onge-
veer 50 tot 60 pOt. aan te houden. De rest der dekking
bestaat uit wissels, een zilvervoorraad berekend tegen
de goudwaarde, een voorraad Poolsche zilver- en pas-
munt, echter slechts tot een hoogte van 5 pOt. der
circulatie, alsmede uit verplichtingen der schatkist
uit het rentelooze voorschot van 50 millioen Zlôty,
dat aan de Regeering voor den duur van het bil-
jettenprivilege toegestaan wordt. Behalve deze leening
van 50 millioen Zloty heeft de Bank van Polen geen andere credietverplichtingen tegenover den Staat.
De voornaamste posten der openingsbalans en op
31 December
1924,
resp.
20
Juni
11.
waren:
10 Mei ’24 31 Dec. ’24 20 Juni 1925
(in 1000 Zioty)
Goud …………….70.374

103.363

119.692
Deviezen (goudmark)

179.436

254.081

127.082
Disconto’s en beleen … 118.185

256.955

326.610
Circulatie …………363.130′)

550.874

500.873
Rekening Crt………67.161

69.283

91.978
1)
Waarvan in Poolsche mark, omgerekend in Zioty: 252.013.

De Staat oefent een zeker recht van toezicht
uit. De president en de vice-president worden op
voorstel van den ministerraad door den president
der republiek voor een tijdperk van 5 jaar gekozen.
Verder heeft de minister van financiën het recht een
commissaris te benoemen, die met adviseerende stem
de zittingen van den bankraad en van de directie
bij
kan wonen. De bankraad bestaat uit den president,
den vice-president, twaalf leden en drie plaatsver-
vangers, die door de Algemeene Vergadering voor
drie jaren worden gekozen. Uitvoerend lichaam is de
directie, die uit den directeur-generaal, zijn plaats-
vervanger en een zeker aantal directeuren bestaat. De
bestuursleden worden door den Raad gekozen en hun
benoeming moet door den. minister van financiën be.-
krachtigd worden. De Bank van Polen bezit
48
in be-

drijf zijnde filialen, 3 in wording, bovendien 50 binnen-
landsche correspondentschappen en
40
buitenlandsche

correspondenten.

Rotterdam en het Nederlar&dsch-Bel-

g
is c h e v e r d a g. II.
– De nota, door het De-
partement Rotterdam van de Nederlandsche Maat-
sohappij voor Nijverheid en Handel tot het Hoofd-
bestuur dier Maatschappij gericht over de ‘bezwaren,
die te Rotterdam worden ‘gevoeld tegen het nieuwe
verdrag tusschen Nederland en België, luidt als
volgt:

Ofschoon het verdrag verschillende, ongetwijfeld belang.
rijke, staatkundige veranderingen en gevolgen met zich
brengt, beweegt zich het grootste deel zijner bepalingen
op economisch terrein. Het is deze economische zijde van
het verdrag, die naar onze meening in de eerste plaats
de aandacht. van de Nederlandsche Maatschappij voor Nij-
verheid en Handel verdient. Het zal echter niet mogelijk
zijn, de staatkundige vraagstukken, welke door het ver-
drag worden geregeld of aangeroerd, daarbij geheel buiten
beschouwing te laten, voornamelijk reeds omdat verdedi-
gers van het verdrag vooral op de staatkundige voordee-
len, ‘welke het volgens hen voor ons land bevat, den nadruk
leggen, ja, zich daartoe zelfs vrijwel geheel beperken, zon-der aan het economische gedeelte veel aandacht te wijden.
Wij ontkennen niet, dat de verandering in de staatkun-
dige verhoudingen tussehen België en Nederland, welke het verdrag zou teweegbrengen, voor ons land van waarde kun-nen zijn, ofschoon wij directe of zelfs duidelijk aanwijsbare
indirecte voordeelen, welke daaruit voor onze volkswel.
vaart kunnen voortspruiten, niet vermogen te ontdekken.

Reeds is betoogd, dat als staatkundig voordeel aangemerkt
dient te worden, dat in het verdrag niets meer te vinden
is van de eischen op staatkundig gebied, die België kort
na den oorlog tegenover Nederland heeft gesteld, doch men
kan het toch niet als een voordeel van een te sluiten trac-
taat beschouwen, dat het een aantal bepalingen, welke
voor een der partijen zeei ongunstig zouden zijn geweest, niet bevat. Bovendien zijn de staatkunlige veranderingen,
die het verdrag brengt, en die door sommigen zoo breed
worden uitgemeten als voordelig voor Nederland, dat toch
zeker in minstens even groote mate voor België. . Het is
niet Nederland, doch België, dt zdozeer heeft verlangd
naar het einde der overigens zeer weinig drukkende me-
dezeggenschap der groote mogendheden in de Nederlaudsch-
Belgische relaties, welke tot nog toe voortsproot uit de
tractaten van 1839, die door het nienwe verdrag zullen
worden opgeheven. Wanneer dus de concessies op econo-
misch gebied, welke Nederland zich door dit verdrag heeft
te getroosten, beschreven worden als de tegemoetkoming,
noodig ter verkrijging van de staatkundige voordeelen, dan
gaat die redeneering niet op, omdat cl.ie staatkundige be
pahingen van het. verdrag niet slechts België eveneens voor-
deelen brengen, doch bovendien vooral van Belgische zijde
werden gewenscht. Dat wij in deze opvatting niet alleen
staan, blijkt reeds uit cle omstandigheid, dat velen in Ne-derland zich verdiepen in gissingen over een druk, uitge-
gaan van het buitenland buiten België, welke onzen Mi-
nister van Bu.itenlandsche Zaken ertoe zou hebben ge-
bracht, het verdrag te accepteeren. Wie meent, dat het
verdrag voor ons land voordeelen bevat, die de economi
sche concessies rechtvaardigen, heeft ter verklaring van
de handelwijze van den Minister dit argument niet noodig.
Op dit gebied kan echter slechts sprake zijn van gissingen
en wij meeuen, dat men zich bij een zakelijke beoordeeling
van het tractaat daarin niet mag verdiepen. Mocht de
Minister aan de Volksvertegenwoordiging mededeelingen
doen, waaruit blijkt, dat die gissingen een grond van waar-
heid bevatten, dan kan de Volksvertegenwoordiging daar-
mede rekening houden bij het afwegen der voor- en nadee-
len, welke het verdrag ons brengt en daarnaar haar be-
slissing omtrent het aannemen of verwerpen van het be.
treffende wetsontwerp bepalen. Voor ons echter kan dat
afwegen slechts geschieden naar den ons bekenden inhoud
van het verdrag. Daarbij valt dan na te gaan of. de staat.
kundige veranderingen, die het verdrag bevat, afgezien nog
van het feit, dat zij, zoo zij voor Nederland voordeelen
zijn, eveneens voor België als zoodanig vallen te beschou-ven, met de Neclerlandsche concessies, die het verdrag op
economisch gebied bevat, niet te hoog worden betaald.
Bij een beschouwing der punten, welke tot beantwoor-
ding dier vraag moet leiden, komt in de eerste plaats de
verandering in het Schelderegiem in aanmerking. Ten op-
zichte van dit punt valt op te merken:
Op grond van het verdrag van 1839 werden tot nog
toe de van Belgische zijde verlangde verbeteringen, uit.
breidingen van werken en onderhoud daarvan, door België
betaald en soms ook verricht, terwijl Beigië eveneens de
kosten betaalde van onderhoud, betonning, verlichting,
enz., die door deze verbeteringen en uitbreidingen werden
veroorzaakt. Volgens het nieuwe verdrag neemt Nederland
op zich, op eigen kosten het Nederlandsche gedeelte der
rivier en de bevaarbaarheid daarvan met geulen, kunst-
werken, enz. in den tegenwoordigen staat te houden. Niet slechts beteekent dit voor Nederland ‘een aanzienlijk ver-
lies aan inkomsten, omdat België de zooeven genoemde
kosten niet meer zal hebben te betalen, döch het neemt
daarbij tevens een verplichting op zich, waarvan de ge-
volgen niet zijn te overzien. Bij het grillige karakter van het vaarwater der Schelde is niet te voorspellen, of in de
toekomst dit vaarwater niet
zoodanige
veranderingen zal ondergaafl, dat slechts door zeer kostbare werken de be-
vaarbaarheid in den tegenwoordigen omvang gehandhaafd
kan worden en of misschien niet, zelfs ondanks groote
uitgaven, die handhaving geheel onmogelijk zal blijken.
Nederland zal voor werken, die van Belgische zijde
noodig mochten worden geacht en die verbanil houden met
eventueel verhoogde eischen der scheepvaart, bijvoorbeeld
met betrekking tot den diepgang der schepen, zijn mede-
werking verleenen, terwijl de beide staten zich nader zul-
len vertaaii over ieders aandeel in de kosten van zulke
werken.
Een commissie, bestaande uit een gelijk aantal Belgische
en Nederlaudsehe leden met een voorzitter zonder beslis-seucle stem, is het lichaam, dat in eerste instantie besluit,
welke werken zullen worden uitgevoerd. De aard der pro-
cedure brengt mee, dat moeilijk denkbaar is, dat werken,
die door België wenschelijk worden geacht, achterwege blij.
ven en tevens valt aan te nemen, dat die. werken gedeel.

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

649

telijk voor rekening komen van ons land. Artikel 4 par. 8
bepaalt namelijk niet dat de beide staten zich zullen ver-
staati, of elk hunner een gedeelte der kosten heeft te clra-gen, doch welk aandeel elke staat te dragen heeft. Het ligt
voor de hand, dat Nederland geen moeilijkheden in dcii
weg
legt, wanneer België den toegang tot zijn havens in
goecle n staat wensckt te houdel1, aan welk beginsel het
zich sedert cle verdragen van 1839 steeds heeft gehouden,
doch van Nederland kan niet worden verlangd, dat het
onberekenbare verplichtingen op zich neemt en groote
sommen besteedt ten bate van een buitenlandsche haven,
zonder daarvoor eenig overeenkomstig voordeel in ruil te
ontvangen. Zelfs is eerder •het tegendeel het geval, want
niet slechts wordt de haven van Antwerpen op kosten der
Nederlandsche gemeenschap bevoordeeld, doch eenige onzer
Nederlandsche havens zullen ten bate van Antwerpen, ook
reeds op liet gebied van het Schelde-regiem, van verschil-
lende bepalingen van het verdrag te lijden hebben. Wij
hebben daarbij liet oog op: de bepalingen omtrent het bedrag der loodsgelcieu op
cle Schelde naar en van Antwerpen, waarover het verdrag
voorschrijft, dat zij niet liooger mogen zijn dan uit of naar
zee naar en van Rotterdam. Niet slechts is deze bepaling
onverdedigbaar, omdat de afstand van Antwerpen naar
zee veel langer is clan van Rotterdam naar zee, doch bo-
vcnclien verbiedt het verdrag niet, dat Atitwerpen goedkoo.
per wordt bediend dan ]lotterdam. De bepaling is dus een-
zijdig nadeelig voor Rotterdam. Reeds zijn de Belgische
loodsgelden lager dan die naar Rotterdam, omdat zij
worden geïnd in een verouderd tarief in franken dat niet
in overeenstemming met cle daling van den frankenkoers is verhoogd. Ook mag nog de aandacht worden gevestigd
op het feit, dat door deze bepalingen omtrent het loods-
geld een buitenlancische mogendheid zeggenschap verkrijgt
over de loodsgelden naar Rotterdam op een geheel Neder-
landschen waterweg, wat uit staatkundig oogpunt bezwaar-
lijk instemming kan verwekken.
Nadeelen spruiten uit het verdrag bepaaldelijk nog voort voor cle Nederlandsche haven Terneuzen, wellcer
vooruitzichten voor de toekomst ton gevolge van het ver-
cirag zeer weinig hoopvol worden. V66r den oorlog behoorde
met cle Belgische havens ook Terneuzen tot de havens,
waarheen voor uitvoergoederen de uitzonderingstai

ieven
der Belgische spoorwegen golden. Na den oorlog is hij her-
nieuwde invoering der uitzonderingstarieven Terneuzen
niet weder opgenomen op de lijst der havens, – waarheen zij
worden toegepast. Daardoor werd Terneuzen bij de aan-
zienlijke redactie tegenover cle gewone tarieven, welke clie
uitzondei

iiigstarieven bevatten en die in vele gevallen tot 50 pCt. beloopt, reeds in een zeer ongnnstige positie ge-
plaatst en concurrentie met de Belgische havens is onmo-
gelijk. Tegenover de vele voorcleelen op het gebied van
waterwegen, welke het verdrag aan de Belgische havens
verchaf t, ware toch een overeenkomstige Belgische con-
cessie ten gunste van Terneuzen met betrekking tot de
Spoorwegen op haar plaats geweest. Speciale uitzonde-
ringstarieven voor Terneuzen met geringere reductie dan
cle voor Belgische havens geldende, zouden voor Terneuzen
geen waarde hebben. Slechts met gelijkstelling zôoals vroe-
ger zou een nuttig effect te bereiken zijn. Speciaal valt de
ongunstige behandeling van. Tei

neuzen in het oog, omdat
voor Gent wel degelijk voordeelen in het verdrag bedongen
zijn. Voor het kanaal Gent-Terneuzen wordt namelijk een
dergelijk regiem vastgesteld als voor de Schelde, met dit
verschil echter, dat reeds dadelijk wordt vastgelegd, dat
Nederland een zesde gedeelte heeft te betalen van verbe-
teringen op het Nederlandsche ‘deel van dit kanaal. Dat
zulke verbeteringen zullen plaats vinden volgt reeds uit
cle verdragsbepaling, dat het kanaal te allen tijde moet
beantwoorden aan de toenemende behoeften der scheep-
vaart. Waar is hiervan de grens? Ook hier dus weder ver-
betering der positie van een buitenlandsche haven, gecleel-
telijk op kosten der Nederlandsche gemeenschap.
e. Evenals bij het onder c. genoemde punt voert de be-
paling omtrent het politietoezicht op de Schelde ons weder
op niet uitsluitend economisch gebied. Van het voorschrift;
dat de Nederlandsche autoriteiten, zoo rechterlijke als ad-
ministratieve, zich, wat de naar Antwerpen doorgaande
scheepvaart betreft, van alle inmenging hebben te onthou-
den, zal voor cle Nederlandsche scheepvaart, evenals, wat
kunstwerken en anderen eigendom betreft, voor den
Ne-
lerlandschen staat, het gevolg zijn, dat de veroorzakers
van schaden, ‘welke op wateren in ons eigen Nederlandsch
gebied worden toegebracht, niet te achterhalen zijn. In-
dien niet kan worden gezegd, dat hiermede inbreuk wordt
gemaakt op de souvereiniteitsrechten van den Nederland-
schen staat, dan staat toch zeker vast, dat door dit voor-
schrift die staat een algemeen erkend recht van zijn bur-

gers prjsgeeft, waardoor hun zeer groote verliezen zullen
worden toegebracht.
f-
Ten slotte willen
wij,
met betrekking tot het nieuwe
Schelderegiem, dat het verdrag bevat, nog wijzen op het
gevaar, dat daarin ligt als precedent voor het niet er’-
denkbai-e geval, dat bijvoorbeeld ])uitschland een of meer
zijner Rijnhavens in hoogere mate dan tot nog toe het
geval is, tot zeehaven wenscht te maken. Ondenkbaar is
dit voorbeeld reeds daarom niet, omdat dmtrent Keulen
dergelijke toekomstplannen reeds lang bestaan. Zoude dan
Duitschland niet liet recht hebben om op voorbeeld van
liet nieuwe Neder]andsch-Belgische verdrag een dergelijk
regiem te eischen voor den Rijn as nu voor de Schelde
staat te worden vastgesteld? En moet dan Nederland zich
weder groote opofferingen getroosten om een buitenland-
sche haven ter wille te zijn en tot outwikkeling te helpen
brengen, ten koste van zijn eigen havens en dus van zijn
eigen volkswelvaart?
En dat de verbetering van de Schelde, ver.hooging der capaciteit van het kanaal Gent-Terneuzen en de regeling
der loodsgelden, zooals het verdrag die voor de Schelde
bevat, deze strekking hebben, béhoeft nauwelijks betoog.
Zij worden van Belgische zijde alle verlangd met als doel
verbetering der concurrentie-mogelijkheid van Antwerpen
en Gent, en toename van het verkeer op die havens.
Zulk
een toename kan grootendeels slechts geschieden ten koste van de Nederlanclsche havens. Reeds nu ondervinden deze
in hooge mate de mededinging van Antwerpen, welke ha-
ven gesteund wordt, niet slechts door de lage uitzoude-
ringstarieven der Belgische spoorwegen en een aantal Duit-
sche uitzonderingstarieven, die wel de Belgische doch niet
de Nederlandsche havens ten goede komen, doch bovendien
door verschillende maatregelen der Belgische en Frausche
regeeringen, zooals vrij slepen naar en van Dordrecht voor
het verkeer met Elzas-Lotharingen, de vrijstelling van de
Fransche suutaxes d’entrepôt et d’origine enz.
Verder bevat echter het verdrag nog een aantal bepa-
lingen, die evenzeer afbreuk zullen doen aan het scheep-
vaartverkeer der Nederinndsche havens, de Belgische ha-
vens zullen bevoordeelen en zeer duidelijk met dat doel zijn
opgesteld. In dit verband maken wij het Hoofdbestuur op-
nierkzaa.m op de volgende punten:
g. in de eerste plaats verdienen de bepalingen de aan-
dacht, die verbetering ten doel hebben van de Westelijke
verbinding van Antwerpen met den Rijn. De kanalen door Walcheren en Zuid-Beveland zijn indertijd ter voldoening
aan cle bestaandd verdragsbepalingen aangelegd, toen door
de afdamming der bestaande wateren de verbinding tus-
schen Schelde en de Noordelijker gelegen wateren verloren
zou gaan. Aan Belgische eischen tot vergrooting der capa-
citeit van het kanaal door Zuid-Beveland en zijn sluizen
is van Nederlandsche zijde steeds voldaan, ook nog toen
daardoor de capaciteit van dien waterweg veel beter werd
dan de vroegere natuurlijke verbindingen oöit zouden heb-
ben bezeten. Art. 4 par. 12 van het verdrag bepaalt nu,
dat Nederland op een simpel verzoek van België heeft toe
te stemmen in verruiming der beide kanalen; ook dus van
het kanaal door Walcheren, welks belang voor de Ant-
werpsche scheepvaart reeds lang verdwenen is. Verzet
tegen Belgische eischen op het punt dezer verruiming is
uitgesloten en Art. 4 par. 12 geeft dut pi

actisch aan Bel-
gië het recht, zulk een verruiming te bevelen, zonder aan
de mate der verruiming eenige grens te stellen. Slechts over de plannen, volgens welke de door België voor te schrijven verruiming zal worden uitgevoerd, zullen cle
beide staten zich hebben te verstaan, alsmede over ieders
aandeel in de kosten. Hieruit blijkt dus weder, dat België
zijn haven Antwerpen wenselit te maken tot een volledige
Bijnhaven, wat zij niet is, op dezelfde schaal niet slechts
als Amsterdam, doch ook als Rotterdam. Dit is zijn goed
recht, doch wij zien niet in, waarom Nederland verplicht moet worden daarbij behulpzaam te zijn, zijn technische
administratie en ambtenaren beschikbaai- moet stellen en
zijn geld moet offeren in plaats van deze ki-achten zooveel
mogelijk in eerlijke concurrentie met de nabuurhavens in
te spannen ten voordeele van zijn eigen havens. Nog ste,-
ker geldt dit alles voor den inhoud van Art. 6, par. 1, die
België het recht geeft een kanaal te graven op Neder-
landsch gebied van het havengebied van Antwerpen naar
het Hollandsch Diep bij .Moerdijk. Art. 6 par. 3 bepaalt,
dat dit een kanaal moet zijn met zoo weinig mogelijk slui-
zen en zoo breed, dat te allen tijde over de gehele lengte
drie rïjnschepen van de grootste tonnenmaat of sleeptrei-
ien laigs elkancler kunnen varen. Die eischen van cape-
citeit zijn niet gering en een aanzienlijke oppervlakte aati
Nedei

landschen grond zal voor dit doel moeten worden
opgeofferd. Weder zal een commissie worden aangewezen
met Nederlandsche deskundigen om de plannen op te ma-

¶4-

,

650

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
Juli
1925

ken en weder zal dus van Nederlandsche technische kennis
worden gebruik gemaakt om dit uitsluitend in strijd met
de belangen der Nêderlanilsche volksivelvaart bedoelde ka-
naal tot stand te brengen. Temeer is dat het geval, omdat het op Nederlandsch gebied liggende deel van dit kanaal
door Nederland moet worden uitgevoerd. Het vreemclst en
ongerjmdst van alle bepaliugen omtrent dit kanaal is
echter wel, dat Nederlaud daarvoor een gedeelte der kos-
ten van aanleg, verbetering, ouderitoud en bediening moet
betalen. Art. 6 par. 5 en 6 schrijven nl. voor, .dat beide
landen zich over ieders aandeel in clie kosten hebben te
verstaan. Als dat niet gelukt, beslist, evenals in andere der-
gelijke gevallen, een scheidsgerechit. Zeer sterk zijn wij dan
ook getroffen door het ongerijmde van de Neclerlandsche
concessie ten opzichte van dit kanaal naar den Moerdijk.
Zij brengt aan België de volmaking van zijn plan tot ge-
lijkstelling van Antwerpen met Rotterdam als Riji haven.
Autwerpen komt met zulk een aan zeer hooge eischen
voldociicl kanaal in betere positie ten opzichte van het
.Hijnverkeer clan Amstes

dam en dat alles zal moeten ge-
schieden met Nederlandsche werkkrncht en gedeeltelijk met
Nederlancisch geldl Eet is ons onbegrijpelijk, dat de Mi-
nister in zij ii Memorie van Toelichting cii andere verdedi-
gers vau liet verdrag met enkele nietszeggende woorden
dit kanaal voorbijgaan, en zelfs met een onverschillig gebaar
beweren, dat van uitvoering dezer werken voorloopig toch
niets komt. Neen., zoolang België ook maar eenige finati-
cieele kracht bezit zal het dit kanaaliplan willen verwe-
zenlijken, dat aan Antwerpen een nooit voorziene gemak-
kelijke gelegenheid biedt om aan zijn concurrent Rotter-
dam cii aan Amsterdam een slag toe te brengen, waarvan
deze havens uiet gemakkelijk zullen bekomen.
Hoe kan een onafhankelijke staat zich bij vrijwillig ge-
sloten verdrag verbinden tot liet verrichten van zulken
arbeid, clie recht tegen ‘zijn eigen belangen ingaat! Men
zon meenen, dat zoo iets slechts mogelijk ware, wanneer
die staat daartoe met harde hand werd gedwongen. Voor-
deelen voor Rotterdam zijn van het kanaal Antwerpen-
Moer’clijk niet te verwachten, want het zal Rotterdam niet
de gelegenheid bieden om Aintiverpen een gedeelde van zijn
vervoer afhandig te maken. Uitvoergoederen, die langs de
Belgische Spoorwegen •wo’rden aangevoerd, zullen niet
langs dit kanaal, hoe goed en goedkoop het ook moge zijn,
naar Rotterclaui worden doorgezonden, omdat dan voor
clie goederen cle Belgische uitzoideringstarieven niet meer
gelden. En voor het Bijtiverkeer zal het onvermijdelijke
gevolg een vermindering zijn van liet aaddeel, dat de Ne-
derlandselie havens daarvan tot zich trekken omdat het
kanaal de verbinding van tIen Rijn met Antiverpen ver-
betert. De vaart van den Rijn naar Antiverpen zal niet
slechts korter worden en daardoor goedkooper, doch het-
zelfde gevolg kan bovendien worden verwacht van de om-
standigheid, dat de vaart veel veiliger zal zijn clan over
•de Zeeuwsche stroomen en het kanaal direct uitmoadt in
liet Antiverpsche havengebied met geheele vermijdiug van
de Schelde. Wij achten het kanaal naar den Moerclijk een
der grootste gevaren voor de Neclerlandsche volkswelvaart,
clie het verdrag bevat.
/i.
Het verdrag bevat verschillende bepalingen omtrent
kanaleu iii en nabij Limburg. In de eerste plaats stemt
Nederland er iu art. 6 par. 2 in toe, ,,dat op Nederlanctsch grondgebied een waterweg Rijn-Maas-Schelde wordt
ge-
maakt, uitgaande van den Rijn ter hoogte van Ruhrort en
uitkome.ide te Antwerpen.” Dit is het Rijn-Schelde ka-
tinal, voorkomende in art. 361 van het tractaat van Ver-
sailles. Toen Nederland diende toe te treden tot eenige
artikelen van dit tractaat, ivaarbij art. 361, hebben de
Neclerlandsche vertegenwoordigers te Parijs terecht inge-
zien, welke nadeelige gevolgen voor de Nederlandsche ha-
velis zulk een kanaal zou kunnen hebben, en het wns van
hen zeer goed gezien in het protocol, dat die toetreding
regelde, een bepaling te doen opnemen, volgens welke uit
de goedkeuring door Nederland van art. 361 niet volgde, dat ons land zijn toestemming gaf tot den aanleg van het
op Nederlandsch gebied geprojecteercie gedeelte van het
Rijn-Schelde-kanaal. Te Rotterdam, waar men van dit ka-
naal bevoordeeling van Antwerpen verwachtte ten koste
van onze haven, heeft men indertijd clie omzichtigheid zeer
gewaardeerd en liet treft ons nu te smartelijker, dat het
nieuive Nederlanclsch-Belgische verdrag de toestemming tot
liet graven van dit kanaal op Nederlandsch gebied bevat.
Het beroep van den Minister van Buitenlandsche Zaken op
een vroegere bereidverklaring daartoe door Minister Regout
in 1912 gaat niet op, omdat die bereidverklaring aan Bel-
gië aangeboden werd als tegenprestatie voor de van België
verlangde toestemming tot kanallsatie van de Maas, waar
deze grensrivier is. België stelde voor die toestemming toen
echter zoo Irnoge eischen, dat Neclerla.ud besloot tot aanleg

valt een l:itcraa1 kanaal, geheel op Neclerlandsch gebied.
.l)aarniede verviel natuitilijk ook tie als tegenprestatie tegen-
over cle toestemming tot Maaskattalisatie bedoelde bereid-
verklaring van Minister Begoilt. Van het inlossen eener
belofte van 1912 is dus geen sprake. Het Rijn-Schelde-
kanaal is bedoeld als middel om een grooter gedeelte van
het Rijnverkeer naar Adtwerpen te trekken ten koste van
de Ncderlaiiclsche havens, cii door zijn iaiileg zou ook zeker
dat doel w’orden bereikt. Ook ointretit dit kanaal wordt
beweerd, dat liet tot den aanleg daarvan waarschijnlijk
nooit zal komen. Wij oitkennen niet, dat voor dit vermoe-
tien hier misschien meer te zeggen valt dan ten opzichte
van het kanaal Antwerpen-Moerdijk.
i.
Evenals de Neclerlandsche Maatschappij voor Nijver-
heid en Handel in 1924 deed op haar algemeene vergade-
ring te Maastricht, hebben verschillende Nederlançlsche Ka-
mers van Koophandel en andere lichamen de laatste jaren
aangedrongen op spoeclige voltooiing der waterwegen, clie
Limburg ecn goede verbinding te water zullen bezorgen met
het overige Nederland, de oeltwikkelingsmogeljkheclen dier
provincie zullen vermeercleren
cii
tot haar recht doen ko-
men, cle Nederlandsche havens ten voordeel sti-ekken en de
Nederlanclsche volkswelvaart bevorderen. Op die gronden en uit nationale overwegingen betreffende de wenschelijk-
heid van Ilauweren samenhang van Limburg met Noorcie-
lijker Nederland, is algemeen cle noodzakelijkheid van die
voltooiing bepleit. Reeds is een gedeelte der uit te voeren
iverken ten koste van groote gelclsom.nien gereed gekomen
en voor den aanleg vnu liet lateraal kanaal langs cle Maas
zijn cle voorbereidende maatregelen genomen. Het heeft ons
zeer verbaasd in liet nieuwe Nederlandsch-Belgische ver-
dlrag een aantal bepalingen en concessies aan België te
vinden, die een groot gedeelte der voorcleelen, welke de
aanleg dezer waterivegen met zich zou brengen, voor Ne-
derlanci weder verloren doen •gaau, nog vSdr zij tot ont-
wikkeling gekomen zijn. De bedoelde bepalingen van het
verdrag zijn te vinden in Art. 6 par. 2, Art. 7 par. 2 en 3.
Daarin wordt overeengekomen, (lat:
to. in helt
oi
Nederlandsch gebied liggende gedeelte van
het Rijn-Schelde kanaal een verbinding voor de scheep-
vaart zal worden gemaakt met cle Maas;
2o. het kanaal Luik-Maastricht zal worden vergroot op
voldoende capaciteit voor schepen van 1000 ton; 3o. iii dezelf cle mate zal wordeii vergroot liet gedeelte van
de Zuicl-Willemsvaart tussclieii Maastricht en liet be-
ginpunt van het verbiui.diugskan aal tusscheu Maas en
Schelde hij Bocholt;
4o. België er iii toestemt, dat een

kanaal van diezelfde
capaciteit wordt gegraven uit de Znid-Willemsvaar t
tussclien Neeroeterea en Bocholt, naar de gekanali-
seerde Maas bij Maasbracht.
Eenige dier kanalen zullen eventueel geschikt worden
gemaakt voor schepen van meer dan 1000 ton.
Deze verschillende kanalenplaunen beteekenen,
duIt
Ant-
werpen door groote waterwegen op drie plaatsen verbon-
den zal worden met het Nederlanclsche lateraal kanaal
langs de Maas, of met de gekanaliseercle Maas, waar deze
geen greu:lsrivier is, namelijk bij Maastricht, Venlo en Maas-
bracht. Ht verdrag bepaalt (Art. 7 par. 6), dat al deze
w’erken zoo spoedig mogelijk moeten ivorcien uitgevoerd
en al mag dat misschien voor liet Rijn-Schelde kanaal en chus voor de verbinding te Venlo nog geen spoedige uit-
voering niet zich brengen, er bestaat geen reden om aan
te nemen, dat de kanalen naar Maastricht en Maasbracht
niet spoedig ‘werkelijkheid zullen zijn. Zelfs valt te ver-
wachten, dat België daarmede spoed zal ivillen betrachten,
want deze beide verbindingen bieden Antwerpen de ge-
legenheid om het vervoer, dat zich van het Nederlaudsche
laternal kanaal en de gekanaliseerde Maas zal bedienen,
naar Antwerpen af te leiden. De redeneering, dat kanalen
toch niet kunnen concurreereu met onzo open rivieren,
gaat reeds lang niet meer op, sedert cle techniek van den
katialenbouw zoo groote vorderingeu’ heeft gemaakt, dat
op kanalen cle scheepvaart weinig nadeelen of vertraging
ondervindt, die haar op de open rivier bespaard zouden
blijven. Bovendien zal de Nieuwe Nederlandsche waterweg
van Limburg naar zee slechts gedeeltelijk de open rivier
volgen, w’ant tot dien weg zullen het lateraal kanaal en
het kanaal van Grave naar de Waal behooren. Eet aflei-
den naar Antwerpen van het verkeer van dien waterweg
zal België te gemakkelijker vallen, omdat art. 6 par. 7
weliswaar voorschrijft, dat op alle in dat artikel genoemde
waterwegen, evenals op alle verbindingen tusschen de
Schelde en het lltijnnet (en het zal ivel cle bedoeling zijn,
dat daarbij alle kanalen van art. 7 behooren), de scheep-
vaart aan geen enkelen aard van tol of heffingen onder-
hevig zal zijn en in alle voordeelen deelen, clie zij geniet
op het Rijunet, doch daarin wordt allerminst aan België

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

651

liet recht ontzegd om op de kanalen, die Antwerpen met
de Liniburgsclie waterwegen verbinden, bijzondere voor-
•deelen aan de scheepvaart, of bijv. alleen aan de Belgische
scheepvaart, toe te staan. Men denke slechts aan het micl-
dcl van het Vrije slepen, daf België nu reeds tusschen Ant-
werpen en Dordrecht toepast. Het zal voor België niet
moeilijk zijn, de Nederlandsche pogingen, om Limburg door
middel van kostbare waterwegen weder tot het achterland
der Nederlaedsche havens te maken, grootendeels te ver-
ijilelen en door middel van cle verbindingen bij Maastricht
cii
Maasbracht ook een groot gedeelte der voordelen tot
zich to trekken, die anders voor Nederland zouden voort-
spruiten uit de verkeerstoeuanie, die verdere industrieele
ontwikkeling van Limburg, teweeg gebracht door onze
Liniburgsche waterwegen, met zich zou brengen. Zoo zon
voor ons land het voordeel dier Limburgsche waterwegen,
nog vÔör zij gereed zijn, reeds weder aan België worden
prijsgegeven en blijven slechts de kosten voor onze reke-
ning. Het eenige in het verdrag voorkomende voordeel voor
Nederland, dat de Belgische oud-minister Franck in een
voordracht op 3 Juni te Den Haag aan zijn Nederlandsche
toehoorders kon voorhouclen, was cle verbinding langs een
1000 tons-kanaal van het lateraal kanaal naar Luik. Dit
argument voor cle aanvaarding door Nederland van het
nieuwe ver.drag houdt echter geen steek. Zulk een verbin-
ding belooft niet alleen voordeelig te zijn voor Nederland,
doch vooral voor het industriegebied van Luik. Men heeft daar reeds lang aangedrongen op een goede verbinding te
water met Antwerpen. Op technische gronden was die ver

binding over Belgisch gebied zeer bezwaarlijk en het No-
derlandsche lateraal kanaal bood nu voor Luik een w’el-
kome gelegenheid ter verkrijging van een zeer goeden via-
terweg naar zee. Van Nederlanclsche zijde verwachtte men,
dat een deel van dat verkeer zich naar de Nederlandsche
havens zou richten. Reeds is in hét gebied van Luik en
verder Zuidelijk een begin gemaakt met verbetering der
kanaalverbinding naar het Noorden en er bestonden reeds
‘geruimen tijd plannen om die kanalen te brengen op vol-doende capaciteit voor schepen van 1000 ton, zoodra liet
Limburgsche kanalenplan gereed. zou zijn. Wat doet nu
echter liet nieuwe verdrag? Het ontneemt aan Nederland
liet voordeel dier betere verbinding met Luik, waarop
Dr. U’ranck doelde, want het verschaft niet aan de Neder-lanclsche havens de verbinding met Luik, doch het brengt
Luik langs 1000 tons-kanalen de verbinding met Antwer-
pen. Niet over Belgisch gebied, want daar was de verbin-ding te bezw’aarlijk, doch gedeeltelijk over Nederlandsch
gebied en daar dan nog uit te voeren en gedeeltelijk te
betalen door Nederland. Het verdrag doet het voorkomen,
alsof het voor Nederland zeer gewenscht zou zijn, dat de Zuid-Willemsvaart van Smeermaas tot Bocholt zon wor-
den vergroot en vooral, dat een 1000 tons-kanaal wordt
gegraven van Bocholt naar Maasbracht. Men leest ten
minste, dat België daarin toestemt. Zoodra de Limburg-
sche ivatervegen gereel zijn, is echter het Nederlandsche
belang bij verbetering van het gedeelte der Zuit-Willems-
vaart op Belgisch gebied verdwenen. Juist het feit, dat de
Zuid.Willemsvaart onvoldoende was, is een der redenen ge-
weest voor het besluit tot uitvoering der Limburgsche iva-
terwegen. Van de verbetering van de Zuicl-Willemsvaart
p Neclerlandsch gebied kan natuurlijk niet worden ge-
zegd, dat zij voor ons land niet meer van belang zal zijn.
Daarin wordt dan ook reeds voorzien door den bijna
voleindigden aanleg van het kanaal Wessem-Nederweert
met verdere verbetering van den vaarweg door Noord.
Brabant. Het is zeer juist gezien van België om nu snel,
vÔör het te laat is en de kans voor A.ntwetpen, om het
verkeer van de Limburgsche waterwegen tot zich te trek-
ken, verkeken, een aantal kanalen met behulp en gedeel-
telijk op kosten van Nederland te doen graven, die voor
Nederland de voordeelen, welke het zich van zijn nieuwe
waterwegen voorstelde, verloren doen gaan. Wij nieenen hiermede de voornaamste bezwaren, die men
te Rotterdam tegen het nieuwe Nederlandsch-Belgische ver-
drag gevoelt, te hebben opgesomd en nader beschreven. Het
is ons niet gelukt in het verdrag een enkel economisch
voordeel voor Nederland te ontdekken, doch slechts een groot
aantal belangrijke nadeelen, die aan onze volkswelvaart
slechts aanzienlijke verliezen kunnen berokkenen. In cijfers
laten die verliezen zich bezwaarlijk uitdrukken, doch wij
meenen, dat cijfers hier ook niet noodig zijn om den omvang
der te verwachten nadeelen duidelijk te maken. Indien het Hoofdbestuur dat wenscht, zijn wij tot verdere bespreking
of nadere behandeling van details gaarne bereid.

BOEKAANKONDIGING.

Tarief van invoerrechten., Wet van
O December
1924,
nS’taatsblad No. 588,
met vermelding van de daarop betrek-

hing hebbende Koninklijke Besluiten
enz., bewerkt door J. H. A. M. van. Bos-
veld Heinsius, oud-ontvanger der in-
voerrechten en accijnzen te Ar’n.h.em.
2de
gedeelte. Deventer
E.
E. Kluwer.
iS’upplensent 1, bevattende aanvullin-
gen en wijzigingen vwn het in Februari
verschenen eerste gedeelte.

In
No. 478
(25 Febr. 1925) mocht ik het
eerste
ge-
deelte van dit werk bespreken. Met prijzenswaardigeri
spoed heeft de heer
1-leinsius,
onmiddellijk bijna na
het verschijnen van het Koninklijk Besluit, dat de
artikelen – ,,de vlek op de wet” volgens den Minister
– aanwees, die krachtens Art.
43
der Wet in de toe-
komst met 5 pOt. belast zullen blijven, zijn tweede ge-
deelte ‘doen verschijnen.

Bij de bespreking van ‘het
eerste
gedeelte van dit
werk wees ik ‘erop, dat het verschijnen van ‘dat deel,
10001
reeds, v66r .de publicatie ‘der uitvoerings-K. B.’s
en Resoluties, speciaal v66r .de vaststeling van den Algemeenen matregel van Bestuur, gegrond op art.
43
‘der Wet, zijn bezwaren had. Immers het al of niet
belast zijn van verschillende goederen kon toen nog
niet worden beoordeeld, omdat pas die Algemeene
maatregel van Best,iiur daarover uitsluitsel zou kim-
nen geven.

De gesplitste behandeling zou – tenzij doo:r de

wijze van bewerking van ‘het tweede deel, dit euvel
werd weggenomen – ten gevolge hebben, dat men
door inzage ‘der alphabetische lijst, die voor den door-
snee-raa’dpleger het voornaamste onderdeel van het
boek is, niet afdoende werd ingelicht. Daarnaast zou
steeds raadpleging van een ook dâârvoor in te rich-
ten – alphabetische lijst omtrent de in art.
43
K. B.
genoemde goederen noodig blijven.
De noodzakelijkheid van het formeeren van een der-
‘gelijke lijst, ook voor de artikelen genonmd in dat
K. B., is bevestigd ‘bij het verschijnen daarvan.
In
plaats van een simpele lijst van goederen, die
voortaan met 5 pOt. ‘belast zullen zijn, geeft dit K. B. toch opnieuw in verschillende posten bijzonderheden,
o.n derverdeelinigen, uitzonderingen en uitzonderingen
op ‘de witzon’deringen aan, welke nauwkeurige bestu-
‘deering noodzakelijk maken. Ook dit K. B. is niet een.
alphabetische
of
systematische lijst, clie goederen op-
somt met vermelding van liet feit, dat zij voortaan
(met 5 pOt.) belast zullen zijn. Het vermeldt ook
algemeene
posten met uitzonde-ringen daarop, uitzonderingen o.a. van artikelen, om-
trent welk-er onbelastbaarheid volgens het oude Tarief
bij hen die gewoon waren dit te raadplegen geen twij-
fel bestond. Dit systeem is ongetwijfeld gevolgd., oM raadpleging
van het
oude
Tarief eens en vooral onnoodig te maken,
om de ambtenaren niet te noodzaken, naast het nieuwe
Tarief, 66k nog het vervallen oude te raadplegen.
Maar in elk ‘geval eischt dit stelsel in de practij]
evenzeer’ een zoo uitgebreid mogelijke alpihabetische
lijst, ‘die van elk artikel ‘direct aangeeft, hoe het ‘belast
zal zijn als liet
eigenlijke
nieuwe Tarief. De sch rijver
vervaardigde er ‘dan ook een.
En op gelukkige wijze zijn schrijver en uitgevers
er daarbij in geslaagd, het, in mijn eerste bespreking
‘gesignaleerde verwachte euvel te voorkomen.
Gratis is
thans bijgevoegd een•
overdruk
van het
alphabetisch register, door den schrijver van de arti-
kelen-K. B.-art.
43
vervaardigd. Deze overdruk is in
zoodanigen vorm gegeven, ‘dat deze, in strookjes ge-
knipt, op de aangegeven plaatsen in het doorschoten
exemplaar van het eerste gedeelte kan worden geplakt.
Evenmin als ten opzichte van het bij de Wet vast-
gestelde Tarief; kwam het doenlijk voor, in het Alpha-

652

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

betisch Register bij alle in het K. B. genoemde artike-
len aan te geven of deze aan invoerrecht zijn te onder-
werpen of wel vrij van invoerrecht kunnen worden

toegelaten. Daartoe had toch bij
elic
der artikelen, voor-

komende in de posten 1, V, VIII en IX, een of meer
der opgesomde uitzonderingsgevallen

het zijn er 7,

van meerendeels ingewikkelde structuur

vermeld

moeten worden.
Op korter wijze gaf de heer Heinsius dit aan, door
die gevallen met A tot F te nummeren en in het
alphabetisch register op deze bepalingen de aandacht

te vestigen door .de verwijzingen:
met A, tenzij
B,
enz.

Het bijgevoegde
suppiement
bevat aanvullingen en

wijzigingen van het in Februari verschenen eerste ge-

deelte. Daarin vindt men verwijzingen naar de ver-
schenen Instructies en Besluiten, welke zelf in het
tweede gedeelte zijn opgenomen en wijzigingen, door

de totstandkoming van het K. R-art. 43 teweegge-
bracht.
Zoo is thans de nieuwe Tariefwet-Heinsius com-
pleet. Zij zal, meenen wij, aan haar doel beantwoor-
den. ,,De” vraagbaak, zooais onder de oude wet, zal
zij echter niet meer kunnen zijn. Van deze nieuwe
Tariefwet is immers sindsdien de aangekondigde
Rijksuitgave verschenen, die een op buitengewoon vol-

ledige en

voor bijwerking

practische wijze inge-

richte alphabetische lijst bevat, aan welke

gedra-

gen door de autoriteit der ontwerpers van de Wet

behoudens latere beslissing in anderen zin door de

Directeurs of de Tariefcommissie

‘beslissende kracht

zal en kan worden toegekend.
De heer Heinsi’us belooft bij de bewerking van het eerstvoigend suppiement en den eerstvolgenden ‘her-
druk te overwegen, in hoeverre inhch’tingeu aan de
officieele uitgave kunnen worden ontleend. Dit zal

echter

wat de lijst zelf betreft

niet de voorkeur

aan het werk van den heer Heinsius kunnen doen

geven.
Er zijn echter twee redenen, welke die voorkeur
in ander opzicht wèl wettigen.
De eerste is, dat de R.ijksuitgave voor den handel

tegen
f
21 ter beschikking wordt gesteld; de Tarief-

wet
Heinsius
is veel billjker (het 2de gedeelte kost
ingenaaid
f
2,85, geb’onden en doorsc’hoten
f
4,60).

De tweede is, dat de Rijksuitgave zich wat de teksten
betreft, bepaalt tot het afdrukken, in volgorde, van de
Wet en de verschillende besluiten en instructies, de

bewerking van Heinsius heeft ndet alleen
,4e
wet op
de wet” aangeteekend, doch verwijst lbij de wet en de
toepasselijke plaatsen in de Algemeene maatregelen
van bestuur, c.q. de instructies, bovendien naar de
Kamers’tukken en de vakliteratuur. Een op die wijee
bijgewerkte uitgave zal men, hoe verder men afkomt
van het tijdstip van de invoering der Wet, moeilijker
kunnen ontberen.
VAN DR POuL.

Enschede.

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND .IUNI 1925

(Ontleend aan de Statistiek van den In-, Uit- en Doorvoer).

~1
Invoer

Uitvoer

Saldo Invoer

Saldo Uitvoer
Groepen

Gewicht
I
Waarde
11
Gewicht
1
Waarde 11 Gewicht I Waarde
I
Gewicht
1
Waarde

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden

1 Levende dieren
.
820.331
475.475
1.053.528
854.728


233.197
379.253

II Voedingsmiddelen
voor menech en dier
en dranken:
onbewerkte en
hcilfbewerkte
220.079.881
42.216.521
93.167.730 27.475.985
126.912.151
14.740.536

febrikaten

….
66.714.930
12.366.296
79.577.244 33.328.656



12.862.314
20.962.360

III Onbewerkte en
halfbew. stoffen:
al
v. dierlijke heric
9.004.971
7.201.409
4.001.234 2.501.857
5.003.737
4.699.552

b)

plantaard.,,
201.930.110
36.004.772 28.732.418
10.746.346 173.197.692
25.258.426

c)

minerale

,,
1.189.602.829
23.525.630
1481795.628
i

6.782.294
707.807.201
16.743.336

IV Fabrikaten
263.344.934
61.392.511
2120583921
2
42.475.506
142.761.013 18.917.005

V Gouden en zilveren
munt en muntmat
126
34.891
18.545
24.242.792


18.419
24.207.901

VI Andere goederen
1.875.644
282.904
1.022.028
192.773
853.816
,

90.131

11953.373.7561
183.500.409
809.952.276
148.600.937
1.143.421.4801

34.899.47211


Totaal ……

Zonder gouden en zilve-
ren munt en munt-
materiaal (groep V).
.
1.953.373.630
183.465.518 809.933.731 124.358.145 1.143.439.899

59.107.373

i)
Hieronder zijn niet begrepen
de bunkerkolen
voor
Ned. schepen.
2)
Hieronder
is niet begrepen de bunkerolie voor Ned. schepen

OVERZICHT
van
de
waarde van
den In-
en Uitvoer
voor elke
maand van het loopende jaar en de drie

daaraan voorafgaande
jaren, met
uitzondering
van gouden
en zilveren
munt en muntmateriaal, in guldens.

Invoer

11
Uitvoer
1
)
Maanden
1922
1923
1924

.
1925
1022 1923
1924
1925

Januari …….

152.495.668 173.045.849 177.506.065
210.617.177
86.106.447
91.487.819
116.522.007 139.999.961

Februari ……
152.353.594
162.189.535 185.223.674 196.852.738
84.204.248 94.801.855
125.465.290
136.322.825
180.328.763 165.440.620 186.545.160
203.821.859
112.879.875 106.977.347 131.906.705
146.276.635

April ………

167.451702
169.639.064 189.679.735
193.677.184
92.729.841
97.005.415
136.430.618
144.319.877
194.080.257 160.129.701
218.738.134
198.318.216
108.423.679 104.128.702
135.517.501
150.490.303

Juni

………

150.899.735
159.533.444
188.746.940 183.465.518 100.680.880
97.860.255
110.783.833
12438.145
Tot. Jan./Juni
997.609.719
989.978.213
1.146.439.708
1.186.752.692
585.024.970 592.061.393 756.625.954 841.767.746

Juli ……….

163.863.700

..
..

157.464.022 198.162.017 104.572.575 95.693.919
134.417.411

Maart ……….

Augustus …..

178.807.927

..

150.975.066 174.016.738
99.442.892
107.933.082 137.772.584

Mei

…………

September

164.616.506

..

166.474.283 189.646.172 115.612.131 127.720.569 162.791.232

October …….

186.643.442
192.923.258
218.062.389
112.003.008 125.848.400 173.486.508

November …..

172.295.111

.. ..

176.660.045
217.688.984
104.350.396 126.123.548 159.327.318

December
…..
163.762.355
.. ..

174.750.818
219.516.025
100.225.239 127.839.691 136.235.459

Totaal
….
2.027.598.780 2.009.225.705 2.363.532.033

1.221.231.211 1.303.220.602 1.680.656.466
..

i)
In den uitvoer zijn niet begrepen de bunkerkolen en de bunkerolie be&emd voor Nederlandsche schepen.

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

653

MAANDCIJFERS.
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.

Mei 1925

11

Juni 1925

Aantal
I
Bedrag
11
Aantal I Bedrag

Aantal rekenin-
gen op ult°.
..
108.529

109.552
Ontv. stortingen 391.035 70.632.247 365.619 63.615.957
t.Jitbet. choques.

98.199 39.006.218 101.061 36.349.067
Bijschrijvingen
.

912.149 355.521.340 862.987 316.916.751
waarvan in giro

284.028.199

253.774.232
Afschrijvingen
.

560.533 322.146.6471 549.330 291.229.773
waarvan ingiro

284.028.109

253.774.232
Gezamenlijk te.
goed op uItO.
.

322.967.452

348.631.933
Belegd

64.262.928

63.849.440

RIJKSPOSTSPAARBANK.

MEI
1923 1924
1925

f

9.198.495f
lO.O9&O3Of
9.739.876
Terugbetalingen

10.877.694
11.616.671
11.290.911
Tegoed der inleggers
,,
293.281.590 299.717.988
302.790.669
Nom. bedr. der uitst.

staatsschuidboekjes
,,

44.552.500
45.589.150 42.979.600

Inlagen ……………

Spaarbankboekjes:

01) ultimo ………

gegeven
8.536
8.157
8.396

op ultimo

……….

Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel

af-
betaald
9.388
8.017
9.197
Aantal in omloop
op ultimo
.. -. ..
1.937.430
1.957.842 1.971.823

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-

KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt, door den Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezamenlijke Steenkolenmij nen.

1 Juni
1 Juli
1 Juli
1925 1925
1924

Aant. arbeiders bovengronds.
8.270
8.314
8.031
11

ondergronds.
21.669 21.973 21.620

29.939
30.287 29.651

Mei
Juni Juni
1925
1925 1924
Netto productie in tonnen

Totaal

……………

van 1000 KG.

……….

537.455
526.575
469.074
18.175
20.464
23.598
Aantal normale werkdagen:
waarvan kolenslik ………

25

.

24
24
Staatsmijnen

………….
Oranje.Nassaumijnen
25
24 24
Overige mijnen

………..
25
24
24

II. Bruinkolenmijnen.
(Bruinkoolmijn Carisborg).

1 Juni
1925
1 Juli
1925
I

1 Juli
1924

Aantal arbeiders…………

Netto-productie in tonnen. .
Aantal nôrmale werkdagen

154
140
182

Mei
1925
Juni1925 Juni1924

17.319
25
15.942
24
16J27
24

III. Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo)

1 Juni
1 Juli 1 Juli

1925
1925
1924

92
99
.
92

Mei 1925
Juni1925 Juni1924
Afgeleverd:

Aantal arbeiders …………

Geraif.

zout ……..(ton)
2.436
2.412
2.445
Industriezout

……
(

)
38
41
18
Afvalzout

……….
(

)
150
197
223
Aantal normale werkdagen
25 25
24

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N
.
B.
**
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

Ned
(Disc. Wissels. 4
15Jan.’25
Zwits. Nat. Bk. 4
16Juli ’23
Bel. Binn. Eff. 4J
15 Jan.’25
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
Vrsch.inR.C.
5115
Jan.’25
ZweedscheRbk 5
24 Juli ’25
Javasche Bank. 420
Oct. ’24
Bank vNoorw. 7 8
Mei
1
25
Bankvan Engeland 5
5Mrt.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbk. 9
26Feb.’25
slowakijö.
..
725 Mrt. ’25
Bank v. Frankrijk 6
9Juli’25
N.Bk.v.O’rjk. 1024
Juli’25
Belgische Nat. Bnk.
5122
Jan.’23
N. Bk.v.Hong. 928
Mei ’25
Fed.Res.BankN.Y.
3126Feb!25
Bank v. Italië.
717 Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z..Afr.Res.bnk
1

OPEN MARKT.

1925
1924 1923
1914

25Juli
20-25
13-18
1

6-11
21-26 23-28 20-24
Juli
Juli Juli Juli
Juli
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
3
2I83
21/
5
-3/
4

21/
5
-1/
3

2
3
14-
7
/8
3
1
/8

1
1
3
118

116
Prolong.
2
1
142
)
211
4

231
4

131421/
3

1
3
14-2
3.1/
4

3_3/
4

21/
4
-1/
4

Londen
Daggeld
– .
31/33/
3
1
/2
3_3/
4

3-4
1
1
2
1
124
1
1
122
112
1
314

2
Partic. disc.
43/
16
_lJ
4

41jj_3/
4Iin-/i
4Is-116
351131
31_1j
4

2114_3/4
Berlijn
Daggeld
..
8-9
1
1
8_9
112
8-11
831
4
1011
3

__


Partic. disc.
30-55
d.
– .
771
8
2)
771
8

7
7
1g
77J



56-90 d..
.
7718
2)
771
8

771s
7
18


2
1
18_
1
j2
Varen-
wechsel.
9115_1/4
9..
1
/4
9
-1
/8
9

91
18



New
York’)
Cail money 41/
4

3314
331
4
_511
4

3314_43/4
2-
1
1
4
1
1.5
1
J
1314-2112
Partic. disc.
33/8
3
18
3
3
18
1

3318



¼.dII IrIuney-Kuers v. zqjun cli
uaaraan voorargaanae wegen
tim.
vrija.
2) Noteering van 24 Juli.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

13a a
New
York ‘)
ILonden
s
)

Berl(In
)
I
Parijs
*)
Brussel
*)
Batavia’)

21 Juli

1925
2.49
12
.
0
91
59.24
11.76 11.55
1003.
22

1925
2A87j
12
.
09
1
59.21
11.75
11
.
52
1
1002/
2

23

1925
2.49
12.10f
59.26
11.72 11.50
100% 24

1925
2.492/
8

1
2
.101 59.271
11.76

11.531

100 25

,,

1925





100;
27

,,

1925
2.49a,
12
.091
59.
2
91
11.77

11.521

100%
Laagste d.w.
1
)
9.48sj
12
.0
9
1
59.21
11.72
11.50
100%
Hoogste d.wl)
2.49a
12.101
59.291
11.77
11.5.5
,
100%
20 Juli

1925
2.49
12.10
59.26
11.73
11.52
100%
~10OX
13

,,

1925
2.49s
12.13
59.40
11.741′

11.61
11untpariteit
2.48%
12.10 59.26
48.-
1
48.-
1100

; rsoteering te Amsteraam.

) Noteering te l(otterclam.
1)
Particuliere opgave.

Data
Zwit-
serland
Weenen
S)
Praag
1)
Boeka-
rest
1)
Milaan
)
Madrid
*S)

21 Juli

1925
.48.35
35.121

7.39
1.20
9.25
36.05
22

1925
4830
35.10
7.39
1.20
9.15
3
6
.0
2
1
23

1925
48.35
35.10
7.39
1.20
9.08 35.95 24

1925
48.35 35.10
7.37J
1.30
9.12 35.95
25

1925
– –
739
i.:o


27

1925
48.371/
35.10
7.38
1.30
9.15
36.111
Laagsted.w.l)
48.35 35.10
7.27
1.15
9.08
35.95
Hoogste d.wl)
48.37%
3’5d2%
7.42.
1.35
9.25
36J11
20 Juli

1925
48.34
35.10
7.39
1.20
9.17J
36.071
13

,,

1925
48.47%
35.15 7.40
1.15
9.40
36.2
2
1
Muntpariteit
48.-
35.-.
50.41
48.-
48.-
48.-
-,
ruteering te
ktmsleruam.

j
rsuteertng ie
sioneruam.
1) Particuliere
opgave.

Data
Stock-
hol
m
*)
‘Kopen-I
hagen*)
Oslo
5
)
sing-
Or

ors
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)

21 Juli

1925
67.0
2
1
5
4
A
2
1
45.65
6.28
100%
2.48%
22

1925
67.05
54.10
44.171
6.271
100%
2.49
23

1925
66.95
54.70
45.40
6.271

10034
2.49
24

1925
66.95 55.10 45.40
6.271

100%
2.49
25

,,

1925
– –

6.27
100%
2.49
1
/
27

1925
66.971

56.85
45.75
6.271

100%
2.49%
Laagstedw.’)
66.95 54.10
44.171
6.25
100%
2.483%
Hoogste d.wl)
67.05
56.85 45.75 6.30
100t/
8

2.49%
20 Juli

1925
67.02
53.25
44.15
6.28
1005/
8

2.49
13

,,

1925
67.05 51.20
43.90
6.28
101
2.49%
Muutpariteit
66.67 66.67
66.67
48.-
105
2.48%

,
ioieerin
g
te Amsteraam.

) iNoteering
te 11)
Particuliere
opgave

654

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($per)
Parijs ($p.lOOfr.)($p.lOOMk.)
Berlijn
Amsterdam
($p.IOOgld.)

21 Juli

1925
4,861/
8

4,73
23,80
40,17
22

1925
4,861/
8

4,71
23,80
40,17
23

1925
4,861/,
4,70 23,80
40,16 24

1925
4,85%
4,71
23,80
40,13 25

1925
4,8551,
4,72
23,80
40,14 27

1925
4,85% 4,73
23,80
40,17

14 Juli

1925
4,861/
8

4,69
23,80
40,07
i{untpariteit ….
4,8687
19,30
23,8134
408/
16

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
II
Juli
1925
18jutil
1925

ILaagste
l
Hoogste
l

20125 Juli’25
25
Juli
1925

Alexandrië…
Piast. p.
£
9715/11,
9715/,

978j,
97
i/
9715/
33

Bangkok….
Sh.p.tical
lj10′,I
1/101/,
1/101/
8

1/1011
8

l/lOtj,
B. Aires’)
d. p.
$
458
451/
16

4534
457/,
458/,

Calcutta …
5h. p. rup.
1/61/,
1161/,
1/6
3
/32
1/6
5
/82
116
5
/3
2

Constantin.
.
Piast.p. X,
880
877%
865
880
870
Hongkong
5h. p.
$
2/4%
3
2/4%
2137/,
2145
8

210
6

Lissabon’)
d. per Mil.
2% 2%
215/
12

2%
234
Mexico.
.
…..
d. per
$
26
26
25
27
26
Montevideo’)
d. per
$
4834
48%
4834
49i,
4934
Montreal
….
$
per X.
4.86
4.86
4.8434
4.86
1
Iru
4.84
R.d.Janeircv’)
d. per Mil.
534
/32
5
5
j,
5111
5

51
8

Shanghai

.
5h. p. tael
3/2s,
3
312%
311%
31234
3/41/,

Singapore…
id. p.
$
2/43/
t
,
2148/
10

2/41/,
2/434
214
8
/16
Valparaiso’).
peso p.
£
41.00
40.60 40.60
40.80
40.60
Yokohama …
Sh. p. yen
118
5
/6
118′,
1/88116

1187/
i
,
11834
Koersen der voorafgaande aagen.
1)
1
elegrauscn transtert. ‘) Ju ag.
3)
Nominaal.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.Yorki)
Londen
20 Juli
1925..

32
69%
20 Juli

1925..
84111%
21
1925…

32
1
/8
691/,
21

1925-
84/10%
22
1925..

32i/,
695/
8

22

1925..
84/10%
23
1925…

321/
6

698/
8

23

1925…
8411034
24
1925..

32
8934
24

1925..
84/1034
25
1925…

317/
8

695/, 25

1925..

26 Juli
1924..

345,8
.688/,
25 Juli

1924-
9319

20Juli
1914..

24
1
s/
6

54
1
/8
20 Juli

1914-
84/10
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver in Sc.
p.
oz.fine.
3)
in sh.
p.oz.fine.

STAND
VAN ‘s
RIJKS KÂS.

Saldo bij Nederl. Bank…
f


f


Saldo bij betaalmeesters…
6.025.872,64
,,

5.787.139,38
Saldo b. d. Bank v. Ned.
Gemeenten

……….
,

5.197.724,82
5.366.365,93
Voorschotop uit. Juni 1925
aan de gemeenten op

.

voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bel.
,, 33.747.308,14
33.747.308,14
Voorsch. aan de koloniën
11.488.075,26
12.051.543,27
Voorsch. a. h. buitenland
,,217.793.371,96
,,214.949.322,60
Daggeldleeningen

tegen
onderp. v. schatk.papier

,,

2.000.000,-

Voorsch. door deNed.Bank
f

7.627.072,06

f

3.958.304,31
Schatkistbilj. in omloop’)
130.265.000,- ,,130.265.000,- Schatkistprom. in omloop 110.340.000,- ,,108.340.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.
3.000.000,-
,,

1.000.000,-
Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
,, 18.643.585,-
,,

18.062.325,50
Door den Postch.. en Giro.
meesters in kas). … …….

dienst in ‘s Rijks Schat-
,, 39.252.313,99
,, 37.251.904,87
kist gestort ………..
Schuld a.d. Bank v. Ned.
Gemeenten

……… ..
,,

1)
Waarvan
f 37.056.000
verval en op of na
1
April 1927.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

18
Juli
1925

1

25
Juli
1925

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.J.
… _…… f
3.413.000,-
f
4.131.000,-

md. Schatk.prom. in oml.

64.100.000, – ,, 64.100.000,-

Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.

13.625.000,-

8.530.000,-

Muntbiljetten in omloop.

34.991.000,-

35.289.000,-
Ten voordeele v. N.-I. ge.
boekt beleggingsgeld v.

h. N..I. muntfonds…..

5.760.000,

5.760.000,-

Totaal … ._….
f121.889.000,_
fll7.8l0.000,_
In ‘s lands kassen …….,, 41.899.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 Juli 1925.

Activa.
Binnen!. Wis-1 Hfdbk.
f

36.317.405,48

sels, Prom.,P Bijbnk.

14.266.386,37
enz.indisc.Ag.sch.

26.464.100,21

f
77.047.892,06
Papier o. h. Buitenl. in disconto ……..

Idem eigen portef.
.
f
228.716.672,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nogniet afgel.

.

-.
228.716.672,-
Beleeningenmcl.
vrsch.
Hfdbk.
f

57.765.722,67

in rek.-crt.
Bijbnk.

10.116.842,14

op onderp.
Ag.sch.

67.515.816,36

f
135.398.381,17

Op Effecten
…….f
133.513.381,17
Op Goederen en Spec. ,,

1.885.000,……
135.398.381,17
Voorschotten a. h. Rijk ……………..,,
3.230.632,37
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

56.183.945,-
Muntmat., Goud
-. ,,
363.232.972,78

f
419.416.917,78
Munt, Zilver,
enz.

22.802.549,23
Muntmat., Zilver ..

Effecten
442.219.467,01

BeleggingRes.ïonds.
f

6.476.900,11
id. van
i,
v. h. kapit.,,

3.970.2) 9,37
10.447.119,48
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.171.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
46.263.006,52

f
948.494.170,61
Passiva


Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
6.483.597,96
Bijzondere

reserve ……………….,,
12.000.000,-
Bankbi1jetten in omloop ……………
876.413.560,-
Bankassignatiën in omloop ………..,,
1.263.260,07
Rek.-Cour.

Het Rijk
f



saldo’s:

t
Anderen

25.526.579,50
25.526.579,50
Diverse rekeningen ……..

……….
6.807.173,08

f
948.494.170,61

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
260.998.344,28
Op de basil van
2/

metaaldekicing
80.301.545,65
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is
1.304.991.720,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data

I Goud 1
Zilver
1 Circulatle
chuldenl saldo 1 oeic,

27 Juli ’25
419.417
22.803
876.414
26.790 260.998
49
20

’25
431.571
22.457
883.516
27.559
271.209
50
13

1
25
431.558 22.246
895.963
35.252
266.953
49
6

’25
443.644
22.238
902.739
35.788
277.543
50
29 Juni ’25
455.323
22.577
888.784
48.848
290.072
51
22

,,

’25
455.340
22.414 867.418 52.870 293.389
52

28 Juli ’24
531.511 10.883
963.504
75.094
334.076
52
25

Juli
’14
162.114
8.228 310.437 8.198
43.521
1
)
54

oaa
Hiervan
Schatkist-
Belee-
Papier
op
het
verse
D t
a
b

rag
d1S
e
COfl
,
5

ningen
buiten-
nlne’)

27 Juli

1925
77.048

1.000
135.398
288.717
46.263
20

1925
78.319

3.000
137.745
215.699
48.409
13

,,

1925
89.227

14.000
143.526
213.789
48.510
6

1923
95.194

20.000
145.471
195.466
54.191
29 Juni 1925
85.163


164.271
190.738
47.693
22

,,

1925
87.555

3.000 149.729 190.795
48.656

28

Juli
1924
137.665


198.776
95.283
90.661

25 Juli

1914
67.947

14.300
61.686
20.188
509
1) Op
de basis
van
115
metaaldekking.
2)
Sluitposfactiva.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten in
duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu

latie
Andere
opeïschb.
schulden
1
Discont.
Dlv. reke
ningeni)

20 Juni

1925..
1.008 1.425
869
1.016
315
13

1925…
1.008
1.489
900
.
-1.018
344
6

1925..
1.009 1.629
741
1.013
311
30 Mei

1925..
1.021
1.644
845 1.009
265
23

,,

1925..
1.023
1.441
1.056
1.012
253

21 Juni

1924-
1.152
1.406
830
1.119
435

5 Juli

1914-
645
1.100
560
735
396
, oruinpuat UyL dCLVd.

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

655

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten dn duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo

25 Juli 1925

17500

311.000

55.000 106.300
18

1925

179.250

309.000

45.000 108.450
11

1925

180.750

307.000

44.500 110.450

20 Juni1925 13.547

48.272 292.628

48.151 114.420
13

1925 133.233

48.651 293.055

45.186 115.043
6

1925 133.703

50.108 289.110

47.717 117.309 30 Mei 1925 133.608

50.105 283.249

48.250 118.273

26 Juli1924 146.547

64.783 253.295

95.628 142.253
28 Juli1923 152.380

60.920 260.975 107.053 140.285
25 Juli 1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.8422

Wissels,

Dek-
Da

Dis-

buiten

Belee-

ree
Tse

kings-
a

conto’s

N.-Ind.

ningen

1 e
1)

percen- _____________

betaaib.

n ng n

tage

25Juli1925

1490

‘.

49
18

1925

143.180

51
11

1925

134.080

•’

51

20Juni1925 19.817 18.482

53.90

59.597

53
13

1925 19.590 18.228

50.435

67.400

54
6

1925 19.406 16.564

54.007

61.452

55
30 Mei1925 21.012 17.061

50.213

60.497

55

26 Juli1924 36.524 24.775

65.387

21.735

61
28 Juli1923 36.219 37.788

69.876

23.825

54

25 Juli1914

7.259
1
6.395
1
47.934

2.228

44
1)
Sluitpost activa.
t)
Basis 31
6
me aaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in clu!izenden ponden sterling.

Data
Metaal
7irculatle
Bedrag
Currency_Notes
Bankbilf.
Gov
. Sec.

22 Juli

1925
161.444
143.392
298.936 54.450
249.814
15

1925
161.567
143.149
298.070
53.950
249.502
8

1925
158.862
145.206
297.337
53.950
248.720
1

,,

1925
157.603 146.629 293.501
53.950
245.536
24 Juni 1925
157.184
145.270
292.278
53.950
243.474
17

,,

1925
157.596
145.972
292.250
53.950 243.592

23 Juli

1924 126.450 126.273
292.302
27.0002)
248.295

22 Juli

1914
40.164 29.317



Data
1

00v.
1

Other
1
Public
L
Other
Reserve
Dek-
1
lhngs-
Sec.
1

Sec.

1
Depos.

1
Depos

22 Juli’25
34.960 69.762
15.574
110.691
37.802
317/
8

15

’25
36.007 71.684 12.595
115.229
38.168
29
7
/8
8

’25
42.517
71.992
11.250 118.652 33.406
25%
1

’25
46.577 96.278
11.659
143.951
30.723
19%
24Juni’25
39.031 79.023
13.559
118.254 31.663
24
17

,,

’25
38.502
70.950
13.368 109.626
31.374
25
1
/2

23 Juli ’24
39.682
73.510 11.336 105.575
19.927
18i/

22 Juli ’14
11.005 33.633
13.735
42.185 29.297
528/
7

1
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.
2)
Gouddekking.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voörnaamste posten in millioenen franes.

Waarv. Te goed
Buit. gew.
Schat-
Wis.
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorscil.
kistbil-
se ls
buitenl.
buitenl.
a(d. Staat
letten ‘)

23 Juli’25
5.547
1.864
312
582
27.400
5.068 3.045
16

’25
5.547
1.864 312
581
27.850
5.068
3.167
9

,,

’25
5.547
1.864 312
581
27.400
5.065
3.352
2

’25
5.547
1.864
312
576
27.700
5.054
4.327
25Juni’25
5.547
1.864 313 578
25.650
5.049 3.835
24 Juli’24
5.543 1.864
300 573
22.700
4.698 4.715
23 Juli’14
4.104

640



1.541

Data
Waarvan
Uitge- stetde
e:- Rekg. Courant
op het
buitenl.
Wissels
ni Circulatie
Parti
culieren
Sto.at

23 Juli’25
18
6

.
2.987 44.221
2.270
51
16

’25
23
6
3.012
44.532 2.494
32
9

’25
23
6
3.057
44.494
2.474
14
2,,

’25
22
6
3.013
43.800
3.078
30
25Juni’25
20
6
3.052
43.000
2.409
36
24Juli’24
28
9
2.697
40.082
2.174
15
23 Juli’14
8

769
5.912
943
401
1)
in disc, genomen wegens
voorsch. v. d. Staata.
buiteni. regeeringen.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Data
Goud
,Daarvan
bij bui-
tenl. circ.

Deviezen
als goud- dekking
geldende

Andere
wissels en
cheques

Belee-
ningen

15 Juli

1925
1.069
93,1
356,2 1.526,5
13,4
7

,,

1925
1.065,6
90,7
355,2 1.579,7
.

15,6
30 Juni 1925
1.061,7 91,9
353,9
1.691,5 46,5
23

1925
1.061,6
97,0
346,7 1.336,0
7,1 15

1925
1.040,2
75,7
338,6 1.402,5
8,9
6

1925
1.015,8
52,2 338,6 1.522,2
4,2
30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9 50,2

Data

Effec

Diversel Circu- Rekg.- 1 Diverse

aan
ten Activa
2
,)1
latie

Crt.

Passiva Renten-
_____________

bank

15 Juli 1925 201,5

730,5 2.297,9

765,8

619,7

0,7
7

,,

1925 201,3

685,7 2.442,6 . 574,0

661,7

2,1
30 Juni 1925 201,3

639,3 2;474,4 54,4

724,1

2,4
23

1925 201,3 1.009,7 2.238,6 802,2

750,9

2,4
15

1925 201,2 1.078,8 2.362,9

717,3

776,1

5,6
6

1925 201,0 1.090,1 2.488,1

678,5

769,2

9,1
30 Juli 1914 330,8

200,41 1.890,9 944,-1

40,0


1)
Onbeiast
2)
W.o. Rentenbankscheine 15, 7Juli, 30, 23, 15, 6Juni, resp.
326,5; 257,3; 183,9; 533,9; 515,2; 444,5 miii.

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posteninm.illioenenfrancs.

Data

n
M
Z

23 Juli’25 385 85 480 1.429 235 5.200 7.570 265
16

’25 384 85 480 1.374 254 5.200 7.609 206
9

’25 385 –

– 1.370 257

– 7.590 212
2

’25 384 – – 1.25 306

– 7.562 218
25 Juni’25 383 85 480 1.208 228 5.200 7.403 210 18 ,,
1
25 382 85 480 1.210 231 5.200 7.384 234

:24 Juli’24 353 85 480 1.307 394 5.250 7.603 190

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FiIDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in m2illioenen dollars.

Goudvoorraad

Wettig

Wissels
betaal-
Data

Totaal

Dekking

middel,

In her-

In de

F. R.

Zilver

disc. v. d.

open
member

markt

bedrag

Notes

etc.
banks

gekocht

8 Juli’25 2.784,3

1.508,7

139,5

450,3

240,7
1 ,, ’25 2.785,6

1.517,3

141,3

511,6

249,1
24 Juni’25 2.810,8

1.526,9

148,0

455,4

241,7
1

,, ’25 2.821,1

1.538,4

146,7

442,0

246,1
10

’25 2.821,1

1.582,5

144,2

417,1

275,0
3

1
25 2.818,1

1.567,0

139,4

412,3

285,0
9 Juli t241 3.143

2.137,3

101,9

310,7

58,5
F.R.

Goud- Algem.
Belegd Notes

Gestort
1
Dek-

Dek-
Data

in U.S.

Gov.Sec.

circu-

Kapitaall kings-

kings-
_______ j latie

perc.
2
)

8Juli’25 339,0

1.652,3 2.187,7 115,6

72,5

76,1
1 ,, ’25 353,6

1.653,0 2.252,4 115,7

71,3

74,9
24Juni’25 324,6

1.634,2 2.210,4 115,6

73,1

77,0
17 ,, ’25 306,4

1.643,0 2.244,6 115,5

72,5

76,3
10 ,, ’25 359,8

1.659,7 2.225,6 115,5

72,5

76,3
3

’25 354,1

1.674,7 2.222,1 115,5

72,2

75,9
9 Juli ‘241 450,5

1.855,0 2.078,9 111,4

79,9

82,5
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

1

Dis-
Reserve Totaal

I

Waarvan
Data

anacono’sBeleg-

I

bije

depo-

time
t banken

en

gingen

.
R.
beleen.

banks

.îitos

deposits

1 Juli’25
733
13.375 5.517
1.662 18.339
5.172
24 Juni’25
733
13.205
5.505
1.604 18.030
5.188
17

’25
733
13.201
5.539
1.667
18.167
5.188
10

,,

’25
733
13.190 5.521
1.619
18.105
5.162
3

’25
734
13.180
5.503
1.611
18.083
5.153
2Juli’24
748
12.150 4.906
1.521
16.542
4.418
Aan het
eind
van ieder -kwartaal wordt een
overzicht
gegeven van
enkele
niet wekelijks opgenomen bankstaten.

656

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 27 Juli 1925.

Zooals gewoonlijk om dezen tijd van het jaar, hebben
gedu.rende de achter ons liggende dagen de interna-
tionale beurzen geen al te levendig aanzien vertoond. Te
13 e r 1 ij n is de tendens ongeanimeerd geweest. Wel gaveii verschillende gunstige omstandigheden, zooals cle berichten –
omtrent het begin der ontruiming van het Roergebied en
die omtrent de gunstige ontvangst te Parijs van de Duit-
sche antwoord-nota de contramine aanleiding verschillen-
de dekkingsaankoopen uit te voeren. Het hiertct ontstane
herstel is echter slechts van voorbijgaanden aard geweest,
vooral in verband met de omstandigheid, dat de toestand van de industrie, speciaal in het Roergebied nog als zeer ongunstig moet worden beschouwd. Montaan-aandeelen
vertoonen dan ook weder het grootste •koersverlies. Kali-
aancleelen rustig, de electro-markt wederom betiekkelijk
goed. De hervatting van de officieele noteering voor obli-
gaties in papieren marken ten laste van Rijk, landen en
gemeenten vond hij aanzienlijk verlaagde koersen plaats.
Te P a r ij s zijn geen veranderingen van groote betee-kenis voorgekomen. Wel schijnt er iets meer belangstel-
ling voor de z.g.,,arbitragewaavden” te zijn ontstaan,
zelfs in die mate, dat b.v. op verschillende dagen voor aan-
deelen Koninklijke Petroleum te Parijs aanzienlijk meer
werd besteed dan te Amsterdam. Niettemin is de markt
in deze waarden toch beperkt gebleven. Er is iets meer
vraag ontstaan voor de .bons de la dfense nationale, welke
tegen de stukken der nieuwe goudleening ingewisseld kun-
nen worden.
Te L o ii cle n heeft de ruimere geldmarkt gunstig inge-
werkt op de markt voor beleggingswaarden. In verband hiermede is ook het aanbod van de leeniug tea laste van
Australië een volledig succes geworden. Men houdt zelfs
reeds rekening met de mogelijkheid, dat binnenkort de dis-
contovoet van de Bank van Engeland verlaagd zal kun-nen worden, vooral indien de invoer van goud in Enge-
land .hetzelf de tempo van thans blijft behouden. Van de
aandeelen trokken rubberwaarden de meeste aandacht. Ook
scheepvaartaandeelen hebben een iets .grooter levendigheid
aan den dag gelegd, in verband met iets minder ongun-
stige berichten van de vrachtenmarkt. Te N e w Y o r k heeft cle fondsenmarkt lichte teekenen
van vermoeidheid vertoond, hoewel van een ernstige da.
ling geen sprake is geweest. Vermoedelijk heeft de specu-
latie deze week meer gebruik gemaakt van het apparaat
der katoenbeurs, in verband met de rijzing van den ka-
toenprijs met $7
.
per baaI, als gevolg van de lagere schat-
ting van den oogst. De beleggingsmarkt heeft dan ook
veel grooter weerstand getoond, mede in verband met het
feit, dat de geldmarkt nog steeds ruim is gebleven, hoewel
men een stroever positie verwacht, naarmate het herfst-
seizoen nadert.
Te n o n z e n t is de markt veel kalmer geworden. Iii
bijna geen enkele af deeling is iets van beteekenis omge-
gaan. Desniettegenstaande is de algemeene tendens zeer vast gebleven. Ook voor de
beleggingsmarkt
geldt deze
karakteristiek. Waar de vraag naar goede beleggingsfond-
sea nog steeds aanhoudt en de geldmarkt geen neiging tot
verdere stijging heeft vertoond, konden de meeste koersen
uit de desbetreffende af deeling zich goed handhaven; ten
deele viel zelfs een stijging w’aar te nemen. 6 pCt. Ned. W. Sch.: 105%, 10515f; 4% pCt. Ned. W. Schuld 1917:
984, 99, 983/
4
; 7 pCt. NecI. Lid.: 102151, 102
13
/, 102%;
8 pCt. Sao Paulo 1921: 1077/, 101%, 101.
De meeste aandacht heeft uit den aard der zaak weder
de
rubberafdeeling
getrokken. Het bericht, dat de uitvoer
uit de Ma]eische Staten van een bepaald kwantum rubber,
boven het peil van het plan Stevenson, zou worden toege-
staan, heeft aanvankelijk een zoodanige onrust gewekt, dat
vrij omvangrijke verkoopen ter beurze hebben plaats ge-
vonden. De technische positie van de markt is hierdoor
niet veranderd, omdat deze verkoopen niet zijn voortge-
komen uit baisse aanvallen, doch uit winstnemingen. Hier-door is ook het herstel, dat vrij spoedig volgde, toen bleek,
dat de meerdere uitvoer op zichzelf slechts gering was
en niet voldoende tot dekking der behoefte van het oogen-
blik, niet zoo krachtig geweest. Toch zijn de nadeelige
koersverschillen over het algemeen niet groot geworden;
alleen werd er, na den eersten schok, iets meer selectie
toegepast, wat betreft de soort der verschillende fondsen.
Amsterd. Rubber: 294%, 289%, 291; Hessa Rubber: 385,
377, 391,
383%;
Ned. md. Rubber & Koffie Cult. Mij.:
259%, 255%, 257; Rott. Tapanoeli: 58, 55, 58; Sumatra
Caoutch. Mij.: 240,
250%,
265; Tjiboeni Tjip. Caoutch.
Mij.: 150, 146, 158%.
Naast rubber hebben
petrolewnnwaarden
op enkele dagen

nogal levendigheid aan den dag gelegd. Deze -was echter in
hoofdzaak geconcentreerd op aandeelen Koninklijke Pe-
troleum Maatschappij; de Roemeensche waarden zijn dit-
maal eenigszins op den achtergrond gedrongen. In aan-
deelen Koninklijke is boven-dien de stimulans in hoofdzaak
van het buitenland uitgegaan; buiten onze grenzen be-
stond meer animo dan ten onzent, zoodat de vraag steeds
in voldoen-de mate bevrediging heeft kunnen vinden. Dien-
tengevolge zijn de koersverschillen, ondanks den af en toe
Vrij ruimen handel, slechts klein gebleven. Dordtsche Pe-
troleum: 374, 371, 366% ; Gecons. Hoil. Petr.: 160%,
165%, 164; Kou. Potr.: 401%, 397%, 395%.
De
tabaksrnarkt
heeft weinig schommelingen te aan-
schouwen gegeven. De grondtoon bleef vast, mede in ver-
band met het feit, dat het prospectus der Cultuur Maat-
schappij ,,De Oostkust” was verschenen, voor de aandeelcu
van welke maatschappij nogal animo bleek -te bestaan.
Hierdoor werd -de aan-dacht wat meer op taba.ksaandeelen
gevestigd, clan aDders om dezen tijd van het jaar gewoon-
lijk het geval is. Areadsburg: 442, 440, 444%, 443; Be-
soeki: 283, 281%, 281%; Deli Batavia: 346, 344, 343%;
Deli Mij.: 396%, 392%, 398%, 396; Senembah: 442, 438,
449%, 448
1
/s.
Suike-raancieelen
hebben niet veel belangstelling tot zich
getrokken. De noteeringen voor Cubasuiker te New York
fluctueerden bijna niet.
Over het algemeen is men ten onzent geneigd de naaste toekomst van -de suikermarkt met eenig optimisme te be-schouwen, ten gevolge waarvan de aandrang tot realisatie
slechts sporadisch is geweest. Vorstenlanden: l55Ys, 152%,
156%; H. V. A.: 498, 504%, 501%; Kneu: 112%, 111;
Moorman: 380, 376, 380; Ned. Ind. Suiker Unie: 211,
214, 214%; Poerworedjo: 126, 128, 115% ex-cl.
In de
scheepvaartafdeeling
is eenige verandering ten goede ingetreden. Waar de berichten van de vrachten-
markt iets minder ongunstig luidden, achtte men het moge-
lijk, dat de verbetering thans van meer bljvenden aard zou
zijn. Hoewel men de verwachtingen ten aanzien van de on-
middellijke resultaten der reederijen nog niet al te hoog heef t
gespannen, bleek men toch geneigd op het bestaande peil
eenige soorten van scheepvaartaandeelen uit de markt te
nemen. In het algemeen hebben de lijnen der wilde vaart’
meer van de lichte koersstijging geprofiteerd dan die der
vaste routes, hoewel ook de laatste alle hoogere noteerin-
gen konden behalen. Roll. Am. Lijn: 66, 68, 68%; Java
China Japan Lijn: 99%, 98%, 102; Kon. Ned. Stoomh.
Mij.: 64%, 65%, 67%; Ned. Scheepv. Unie: 141%, 140,
140%; Stoomv. Mij. Nederland: 150, 149%, 153%.
Binnenlaivclsche industrieele aandeelen
hebben, behoudeils
een ‘enkele uitzondering, een vaste markt gehad. De aan-
dacht is grootendeels gevestigd gebleven op aandeelen Jur-
gens, waar echter de variaties ook slechts gering zijn
gebleven. Knnstzijde-aandeelen stonden een-igszins op den
achtergrond. Daarentegen viel iets grooter belangstelling
op te merken voor de aandeelen uit de metaalindustrie.
Centrale Suiker Mij.: 121, 119%, 117%; Holl. Kunstzijde:
175, 173%, 169; Jurgens: 113i,, 115%, 1167/; Maekubee:
134%, 133, 137%; Ned. Kunstzijde: 425, 423%, 432%,
427%; Philips Gloeilampen: 4443%, 439, 434%, 425%.
De afdeeling voor
bankaandeelen
was zeer r-ustig, doch
met een vasten toon. Amsterd. Bank: 154%, 151%, 152;
Inc.. Bank:
114%,
114%, 115; Koloniale Bank: 176%,
175%; Ned. md. Hand. Bank: 141%, 140%, 141; Neci.
Handel Mij.:
135%,
134%, 133; Rott. Bankverg.: 73%, 75.
Mijnaandeelen
bleven eveneens nagenoêg verlaten, doch hier was de stemming min-der opgewekt. Een uitzondering
vormden aandeelen Singkep Tin Maatschappij, die bij kal-
me vraag tot langzaam stijgenden koers uit de markt wer-
den genomen. Alg. Ex-pl. Mij.: 127, 123%, 127%; Singkep Tin Mij.: 200, 201%, 203.
De
.Ainerikaansche af deehing
heeft ook thans geen aan-
leiding tot bijzondere opmerkingen gegeven. Deze week
waren het opnieuw aan-deelen Wabash, die het meest wer
r

den verhandeld. Daarnaast viel de aandacht ook -weer p
aaneleelen Intercontinental Rubber. Am. Water Works
335, 330; Anaconda Co-pper: SSY
S
, 86
15
1,
86
13
/is; Stuclè-
haker: 1210, 1175, 1185; United States Steel Corp.: 1.19, –
118%, 117%; Ene Spoorw.: 28%, 273/
4
.
De
geidmarkt
is na een lichte stijging op hetzelfde
niveau gebleven; de noteering voor prolongatie schommel-
de tusschen 2% en 2% pCt.

GOEDERENHANDEL.
GRANEN.

28 Juli 1925.
T a r w e. De afgeloopen week -heeft geen verandering
gebracht in het algemeene beeld, dat de internationale ter-
wemarkt den laatsten tijd te zien gegeven heeft. Ook nu

29 Juli 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

657

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
LlJnzaad
Juli
Juli
Juli
Aug.
Aug.
Aug.

25Juli’25

1518/
8

102h
438,

13,50 9,50
20,10
18

,,

’25

160
1037/
8

44

14,-
9,45
20,50
25 Juli’24 132
1081
51/
8

15.50
1)

9,70
t)

23,60
1)

25Juli’23

99,(
87t/
8

418/
a

10,70 8,40
21,60
25Juli’22 110
61′,
318/
8

12,75
8,30
20,80
20Juli’14

82
568/
8

3634

9,40 5,38
13,70
1)
per September.
L000prjzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oor
en
t
27Juli
1925
20 Juli
1925
28Juli
1924

Tarwe

.

. .
………
..1

17,_
17,25 15,25
Rogge (No. 2 Western).
1

12,20 12,55
‘11,50
MaIs (La Plata) ………

248,-
240,-
195,-
Gerst (48 Ib. malting)

.

269,-
270,-
250,-
Haver (38 ib. white
clipp.)1

13,50
4
)
13,10)
11,25
4
)
Lijnkoeken (Noord-Amen.
kavan La Plata-zaad)
1

14,10 14,10
13,50
Lijnzaad (La Plata)


.,..3

449,-
453,_
442,-

1
)
per 100 KU.

2)
per 2000 KG.

3)
per
1960 KG.
No. 2Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada
No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

II

Amsterdam

Totaal

Artikelen

19125 Juli
I

Sedert

1
Overeenk.
11
19125
Juli
1

Sedert

1
Overeenk.

1924 1925

1 Jan. 1925
1
tijdvak 1924
Ii

1925

1
1Jan. 1925 t tijdvak 1924
II

Tarwe

55.436

649.081

539.149
Rogge

.. .. .. .. .. . ..

5.582

120.289

281.303
Boekweit …………,.

477

16.480

11.921
MaIs . .-. ..

24.366

388.076

407.894
Gerat.

4.911

94.444

191.081
Haver .. . .. .,. .. .,. ,.

2.293

116.669

105.736
Lijnzaad ……….. _.

5.814

112.348

138.799
Lijnkoek …………

5.221

120.774

123.166
Tarwemeel ..

.. .. ._ .,.

7.147

64.723

137.077
Andere meelsoorten ,.

3.290

4.475

heeft bijna de gëheele Europeesche importhanclel zich be.
perkt tot het aankoopen van spoedig leverbare tarwe. Voor latere termijnen wacht men algemeen af, bevreesd als men
is, dat de prijzen een gevoèlige daling zullen moeten on-
dergaan, als gebleken zal zijn, dat cle oogsten van het
Noordelijk halfrond inderdaad de goede opbrengst gegeven
hebben, die men verwacht. Op het Continent is men al op
veel plaatsen met oogsten begonnen en speciaal valt de
Oostelijke Europeesche landen luiden de berichten bemoe-
digend. Wel zijn er verschillende streken van Rusland, die
een tekort aan tarwe hebben, maar dit is een geheel nor-
maal verschijnsel en verandert niets aan het feit, dat Rus-
land geregeld met tarwe aan de markt is. Voorloopig
houdt Rusland den prijs tamelijk hoog en van groote af me-
ting zijn de Russische zaken dan ook nog niet, maar het
staat nu tvel vast, dat de verschepingen van.Rusland, die
nog niets bedragen, spoedig van eenige beteekenis zullen
zijn. Ook Roemenië, dat aooals wij verleden week schreven
een flinken tarweoogst heeft, zal vrij spoedig een mede-
diriger worden op de wereldmarkt. Ondertnsschen blijven
de verschepingea naar Europa steeds klein en het gebrek
aan dadelijk leverbare tartve doet zich in verschillende
importcentra gelden en veroorzaakt dat zeer veel hoogere
prijzen betaald worden voor spoedig leverbare .pa.rtijen, dan
waartoe latere verscheping wordt aangeboden.

Terwijl het weer in WestEuropa de laatste .wekén warm
en droog was, misschien hier en daar te droog, doet de
plotselinge verandering even de vraag ontstaan of wij nu
misschien weer een’ regenperiode tegemoet gaan, iets wat
in clezen tijd van het jaar al heel ongunstig zou werken
en de oogstresultaten nog aanmerkelijk zou kunnen doen
verminderen. Zoo o.a. hij ons te lande, waar een officieel
oogstbericht al bijzonder hooge cijfers opgaf voor de ver-
moedelijke opbrengst der diverse veldvruchten. Wel is er
al veel graan geoogst, maar zeer veel staat nog te velde,
zoodat wij daaromtrent nog eeoigen tijd in onzekerheid
zullen verkeeren.
Onzekerheid. zal er ook nog blijven bestaan betreffende
de oogst van Ca.nad. en het Noord-Westen der Vereenigde
Staten. Het weer was over het algemeen zeer gunstig, al
zou volgens sommigen de toestand ‘te gunstig beoordeeld
worden, maar de werkelijk critieke tijd komt toch •later.
Valt er niet vroegtijdig vorst in, dan kan men vrij zeker
van een grooten oogst zijn.
De Noord-Amerikaansche markten toonden ‘betrekkelijk geringe fluctuaties, maar de ondertoon was
verre van vast,
vooral daar de aanvoeren
in
de Vereenigde Staten nogal
zijn toegenomen. Argentinië volgde de fluctuaties Vrij ge-
regeld; een regelmatige, doch kleine exporthandel vond
plaats in Plata-tarwe.
R o g g e. De omzet in dit artikel was al heel gering.
Monsters van, den nieuwen oogst van, Duitsche en Neder-
landsche rogge toonen een zeer goede kwaliteit. Enkele
kleine partijen loco Amerikaansche rogge vonden nog koo-
pers, maar op verdere aflading is de koopliust nog nihil.

14.198

15.305

663.279

554.454

3.775

‘ 120.289

285.078

528.

16.480

12.449

46.318

66:756

434.394

474.650

4.018

28.606

98.462

219.687

150

305

116.819

106.041

28.098

44.957

140.446

183.756

700

120.774

123.866
483

9.641

15.725

74.364

152.802

– –

3.290

4.475

liussische rogge wordt nog zeer weinig aangeboden.
Voor m al s bleef de vraag groot en een flinke omzet
werd bereikt, vooral in de Engelsche markt, waar de nog
steeds onvoldoende voorraden koopers bracht voor spoedig
leverbare mais tot hooge prijzen. De prijzen liepen mede
op door een betrekkelijke schaarschte aan spoedig beland-
bare scheepsruimte in Argentinië, zoodat de vrachten niet
onaanzienlijk stegen. Bovendien zaten de blaneoverkoopers
nogal in den klem en een Londensche firma, die met flinke
posten maIs 8. la baisse was, geraakte in financiçele moei-
lijkheden, wat een levendige vraag voor dekking teweeg
bracht. Toch bleven er nog verkoopers voor latere afla-
dingen voor zeer veel lagere prijzen dan de eerste hand en dit was te merktvaardiger daar juist in de Engelsche
markt de allerhoogste prijzen voor spoedig leverbare maIs
betaald werden. Er zijn maar al te veel ‘handelaren in die
markt, (lie ver van de consumptie afstaan, wat de solidi-
teit niet in de hand werkt. –

Bij ons bleef ook de vraag het aanbod overtreffen en de prijzen stegen regelmatig voor alle soorten. Waar alle be-
schikbare ladingen naar Engelsche destinaties gedirigeerd
werden, was het aanbod ten onzent zeer beperkt en daar
ook de Donau weinig aanbood werd spoedig leverbare mais
steeds schaarscher.
In Antwerpen was er meer mais beschikbaar en aange-
zien de prijs cl’aar lager was dan in Rotterdam, exportterde
men daar eenige partijen naar Holland evenals naar
Duitschland. Er was ni. eenige beperkte vraag van den
Rijn in verband met het feit, dat 15 Augustus definitief
de graanrechten zullen geheven worden. Engeland nam ook
twee ladingen Donaumaïs op tot zeer hooge prijzen, wat
gezien de beperkte aanvoeren in de Donaulanden, de prij-
zen aldaar nog hooger deed stijgen.
Het aanbod van Zuid-Afrikaansehe mais verminderde
sterk en ook voor deze soort liepen de prijzen op. Ver-
schepingen van eenige beteekenis laten nog op zich wach-
ten en enkele Juli-contracten werden teruggekocht. Een
paar ladingen voor Augustus verscheping vonden gemak-
kelijk plaatsing. –
Noord.Amerikaansche mais was minder vast en reeds nu zijn de offertes voor December/Januari aflading niet
bossen den prijs van andere soorten voor die termijn. Za-ken kwamen evenwel nog niet tot stand.
Ge r s t bleef gevraagd in kleine hoeveelheden voor da-
delijke levering. Voor latere a.flading ging zeer weinig om,
al waren de prijzen van Noord.Amerika soms zeer laag.
Later liepen die weer wat op. Het aanbod van den Donau
en Rusland was beperkt, maar het ziet er naar uit, dat
vrij groote ‘hoeveelheden zullen worden uitgevoerd. Tunis
bleef aan de markt tot iets lagere prijzen.
H’a ve r bleef goed gevraagd voor ‘spoedige levering,
maar de omzet was klein met betrekkelijk kleine fiuc-
tuaties.

658

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren deze week kalm
gestemd.
In A me r ik a fluctueercien de rioteeringen op de ter-
mijnmarkt dan ook bijna niet.
De ontvangsten in de Atl. havens der V. S. bedroegen
56.000 tons, de versmeltingen 69.000 tons (tegen 77.000
tons in 1924) en de voorraden 255.000 tons.
Oubasuiker werd gedurende de eerste weekhelf t bij kleine
kwajititeiten verhandeld tot 234 dc. e. & Ir. New York,
waarna raffinadeurs, wegens het slinken hunner voorra-
den, zich wat meer voor ruwe suiker interesseerden, zoo-
dat cle transacties eenen grooteren omvang namen, echter
zonder prijzen te doen oploopen.
Naar Europa werden eenige kleine posten verkocht tot
sh. 12/- cif TIJ. K.
De C uh a-statistiek is als volgt

1925

1924

1923
Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten 18 Juli ……35.702

42.653

17.427
Tot. 1 Dec._18 Juli …………4.318.200 3.415.971 3.254.814
Aantal werkende fabrieken

10

2

3
Weekexport 18 Juli ……….76.187

96.132

41.410
Totaal exp. 1 Jan.-18 Juli…….280.569 2.772.046 2.715.311
Totale voorraad op 18 Juli … 1.037.631 638.775 540.403

Czarnikow geeft de volgende cijlers voor de zichtbare
voorraden:

1925

1924

1923
Tons

Tons

Tons

Duitschland 1 Juni ………

396.000 560.000 635.000
Tsjechoslowakije 1 Juli

235.000 114.000 107.000
Frankrijk 1 Juli …………

158.000

78.000

109.000
Nederlandi Juni ……….

100.000

84.000

99.000
België 1 Mei ……………..

157.000

62.000

47.000
Engeland 1 Juli …………..

353.000

317.000

405.000

Europa.. 1.399.000 1.215.000 1.402.000
V.S. Atlant. havens 22 Juli 255.000 200.000 130.000
Cuba alle havens 18 Juli.
..
. . 1.038.000 639.000 540.000

Totaal .. 2.692.000 2.054.000 2.072.000

Op J a v a was de markt zeer kalm en er vonden in 1e
tweede hand nagenoeg geen afdoeuingen plaats. De V.I.S.P.
verkocht nog wat restanten Muscovaclos tot
f
8% 1. %-
Eet rendement van 122 fabrieken op -15 Juli bedroeg 17 pCt.
meer dan op c1t .tijdstip ver]eden jaar.
Ei e r te 1 a n de was de markt deze week aanvankelijk
ook zeer kalm gest1nd met iets terugloopende prijzen.
Daarna brachten echter berichten van eenen minder gun.
stigen Etiropeeschen bietoogst wegens de langdurige droog-
te eene vaste stemming teweeg. Op dc verhoogde prijzen
kreeg het aanbod toen de overhand, waardoor de notee-
ringen weder inzakten. en deze als volgt sloten:
Augustus

…………
J
.
18%
I)ecember

…………..18%
Maart

19
Ys

De omzet bedroeg deze week ongeveer 3400 tons.

NOTEERINGEN.

Londen
New York
Whlte Java’s
Cuba’s
Amster-
96°
Data
domper
Tafes
f.o.b. per
96
0
c.1.f.
Centri-
Cube
No.1
Juli
Juli/Aug.
Aug.
fugals

kristalsuiker
i
Sh.
11h.
$
ets.
basis 99°
27 Juli ’25
f

18
0
/
16

3419
14/6
12/-
4,27 20

,,

1
25
186/
06

3419
14/6
12/-
4,27
27 Juli
1
24
2418
43/_
20/-
17/7%
5,15
27 Juli
1
23
,,

275/
61/9
21/-
24/_
6,97

ruwsuiker
basis 88°
4
Juli ’14
f
11
13/32

181…
– –
3,26

basis 99°
f
1413/

1
32
1)
Het
verschil tussehen ruwsuiker 88
0
en kristalsuiker
990 is aan te nemen op
f
3,- per 100 KG.

KATOEN.

Marktbenieht van dé
Heeren
Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 15 Juli 1925.

De Amerikaansche katoenmarkt wordt stek beinvloed door speculaties en veerstoestancIen. Prijzen zijn vaster
en wal-en gisteren weer ongeveer op het niveau van die van
een veertien dagen geleden toen het eerste Bureau Rap-port werd uitgegeven. De afname vat1 Groot-Brittannië
en Europa bedraagt ruim tweee millioen balen meer dan

het vorig seizoen. Verschepingen naar onze markt echter
zijn op het oogenblik geringer en voorraden .dientenge-vo]ge kleiner. Egyptische katoen wordt weinig verkocht tegen prijzen, die zoo goed als niet veranderd zijn. Rap-
porten omtrent dien as. oogst blijven gunstig.
De markt voor Amerika.ansche garens is nog steeds
zeer flauw en de stijging van den rn.wen katoenprijs op gis-
toren had weinig invloed op de vraag
t
Spitiners van alle
soorten ketting- en itislaggaren klagen algemeen over een geringen omzet en waor nog orders geboekt zijn is dit ge-
ljotircI tegeti nog minder winst latende prijzen. Er zijn
echter enkele aanvragen vooi

44er ketting en 54er inslag
voor dhooties, doch tegen prijzen, dlie de meeste spinners
weigeren te accepteeren. Naar getwijnd garen, zoovel voor
het binnenland als voor export, bestaat geen vraag. De
positie vali spinhlers van Egyptische garens wordt met de
week slechter. Vraag naar goede 60er ketting is er niet
veel en spiuners zijn van oordeel, dat het beter is de pro-
ductie in te krimpen dan tegen dle thans geldende prijzen
door te verkoopen. In de fijne nummers inslag gaat iets
meer om, al zijn de te maken prijzen al even slecht als
die voor 6Oer ketting. Naar fijn getwijndl inslaggaren om
goedkoope tweevoudig getwijncle ribs-garens te maken, is vat vraag, doch in cle gewone kwaliteiten gaat weinig om. Over het algemeen is cle vraag naar tweevoudig getwijitde
garens gering, zoowel in gewone als in gezengde soorten.
De uitvoercijfers van garens over de maand Juni, j.l. Za-
terdag door de Kamer van Koophandel gepubliceerd, geven
eene vermindleriag aan, niet alleen in vergelijking met die
van cle vorige maanden, doch ook vergeleken met de over-
eenkomstige maand van liet vorig jaar, bedragen deze
thans 1% millioen Eng. pouden minder.
De doekmarkt toont weinig verandering. Er .is veel vraag
naar alle soorten goed; men spreekt zelfs van aanvragen
van China in White Shirtings en Fancies, doch in dlen
regel zijn koopers zeer voorzichtig en prijzen laten te wei-
ing winst. Noteeringen blijven in ôvereenstemming met
de prijs van dle ruwe grondstof en hebben een neiging tot
vaster worden, doch Manchester is nog steeds in die markt,
daar men over het algemeen zeer gaarne verkoopt. Wat
Indië betreft, zijn de berichten omtrent de moesson zeer
gunstig, doch het is op het oogenblik nog te vroeg om te
zeggen, of cle regéns lang genoeg zullen aanhouden, om
een goeden oogst te verzekeren.

Manchester, d.d. 22 Juli 1925.

Prijzen van Amerika ansche katoen zijn deze week w’at
inii:ider vast geweest, hoewel ji. Vrijdag noteeringen 20 pion-ten opliepen.. Sindsdien zijn prijzen geregeld afgebrokkeld en
Mid American daalde 20 punten sedlert het begin van de
week. Verkoopen zijn echter gering geweest. Eg. F.G.F.
Sakel steeg verleden week Vrijdag een penny per 1h., doch
dle vraag bleef van geen heteekenis, zooclat prijzen gisteren
weer 40 punten lagér waren. De oogst maakt voldoendlen
voortgang.
De positie van Spinners van Arnerikaansche garens
wordt van week tot week slechter. De productie is grooter
dan dle consumptie
CO
dle geboekte prijzen maakt het ver-
lies in spinmarges grooter. Naar grove nummers, hetzij
Male dan wel Ringgareu, bestaat slechts weinig belang-
stelling. Er waren gisteren biedingen aan cle markt vooi’
3Ger Ringboomen en Twist, alsook voor 42er weI t, doch dle geboden prijzen variéerden in elke gevallen meer dato
1 penny per 1h. Er werden flinke hoeveelheden geboekt,
doch cle prijzen w’aren over het algemeen % d. of meer
henedieli de uiterste vraa.gprijzen van Spinners. De vraag
naar getwijnde garens heel t nog weinig te beteekenen,
terwijl cle markt over het algemeen gisteren zeer gedrukt
wa. Het is clan ook geen wondler, dat’ de Master Spinners
Federation gisteren, bij een dergelijke onregelmatige markt
en beperkten omzet, hare leden adviseerde een extra week
in aansluiting met dle Augustus vacautie te stoppen. Voor
India is er een beperkte vraag voor Eg. bundle ga.rens.
De rapporten van de verschillende Egyptische spinners
verschillen nog al onderling; enkele berichten een heteren
vet

koop, speciaal voor poplios, hoewel er over het algemeen
voor de gewone twist en weft garens nog niet veel be-
langstelling schijnt te bestaan.
In de doekmarkt valt weinig nieuws te ioielden. Prijzen
blijven vast, doch er zijn geen zaken van beteekenis ge-daan. Wel zijn er in diverse lines zaken afgesloten, daar
er wel moer belangstelling begint te komen speciaal val:l
India. Met spreekt van diverse bulk lines, doch de ge-
boden prijzen zijn te laag. Men is over het algemeen voor-
zichtig en heeft er nog geen bepaalde verbetering plaats
gehad. De vacanties ‘in de verschillende districten is een
gunstige factor voor weak sellers, doch wij gelooven, dat
de diverse kleine orders van meer beteekenis zijn dan

29 Juli 1925

ECONOi1ISCH-STATISISCHE BERICHTEN

659

men algemeen wel toegeeft, flank zij de pessimistische stem.-
miug waarin Lancashire den laatsten tijd verkeert. Wij
hopen dan ook, dat er binnenkort een algemeener en doel-
treffender verbetering zal doorkomen.

15Juli 22Juli Oost. koersen. 14Juli 21Juli

Liverpoolnoteeringen.

– T.T.op Br.Indiö 1/6
1
1/6
F.G.F. Sakellaridia 31,20 32,15 T.T. opHongkong 2/3 5/ 2137/8
G.F. No. 1 Oomra 9,65 9,70 T.T.op Shanghai 3/1 311%

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Tjplands.)

24
Juli
1925
17
Juli
1925
10Juli
1

1925

24
Juli
1

1924 24
Juli
1

1923

New York voor
Middling
.

25,30 c
24,40e
24,30e
34,75 c
24,65 c
New Orleans
voor Middling
24,85 c
23,85e
23,65 e
30,- c
23,50 c
Liverpool voor
Middling …
14,08 d
13,92 d
13,67 cl
18,60 d*
15,09d*)
5)
Voor fully niiddling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havenB.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’24
tot
17Juli’25

1
Overeenkomstige periode
1-
1923-’24

1922-23

Ontvangsten
Gulf-Havens
.
R9383
6852
5812
,,

A tlant.Havens
Uitvoer naar Gr.Brittannië
2520
1670 1286
‘tVasteland etc.
4489
3467
2793
Japan
896
581
680

Voorraden.
(In duizendtallen baten).

Overeenkomstig tijdstip
17Juli’25
1924
1923

Amerik. havens
340
209
241
Binnenland
210
216
287
New York
..

. .. ..
.
120
43
66
New Orleans ………-.
86
50
49
Liverpool
.

…………
370
146
145

KOFFIE.
:0e steuuning gedurende de afgeloopen week was over
het algemeen genomen vast. De Braziliaansche wisselkoers
01)
Loncieti, die in het midden van cle maa.ncl Mei slechts cciie fractie boven 5
cl.
stond
(51154)
en clie in het mid
(leil van Jwii tot op 5% was gestegen, kw’am op 20 dezer
op 6
cl.,
een stand, welke sedert het begin van januari
niet meer was bereikt.
01)
het oogenblik is hij weder eene
fractie onder 6 d. Er op specitleerende, dat op deze
stijging eene daarmede overeenkosnstige daling van cle Bra-
ziliaansche koffieprijzeii in Milreis zou volgen, hadden de
haissiers in Santos in de laatste weken groote hoeveelhe-
den
01)
cle termijnmarkt aldaar afgegeven, hetgeen ten ge-volge heeft gehad, dat de noteeringen, zoowel van termij-
nen als van loco, aldaar toen belangrijk zijn ternggeloo-
pet. :Do lagere kost- en vrachtaanbiedingen uit die dagen
zijn daar ook het gevolg van geweest Deze week echter
was cle vraag uit Amerika en ook uit Europa grooter dan
iii den laatsten tijd het geval was geweest en dit leidde
cladelijk weder tot eene va,tere houding en indekkingen
van belangrijke baisse-posities. De Reis-prijzen zoowel als
cle loco-noteeringen in Rio en Santos liepen toen wederom
op. Onder den invloed vau een en ander stegen ook aan
onze termijnmarkt cle prijzen ongeveer
15/s
9.
2% ct. en
ging er in loco,waai-van de noteeringeit onveranderd op
70 et. per
Y,
KO. voor Superior Santos en 62 ct. voor
Bobusta gehandhaafd bleven, wat meer om.
De prijzen der kost- en vrachtaanbiedingen uit Brazilië
zijn op het oogenblik van goed beschreven Superior Santos
op pronipte verscheping, ongeveer 98/-
9.
99/. per cwt. en
van dito Prime ongeveer 101/-
9.
102/-, terwijl zij van Rio
type New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping,
bedragen 88/9 en voor latere verscheping 831-
9.
87/-, naar
gelang van den verschepingstermijn. ])e Sautos-prijsen zijn dus ongeveer 2/- hooger (lan verleden week en die van Rio
ongeveer 2/6 Ii. 3/-. Hiermede is Rio, dat toch reeds ge-
ruimen tijd abnormaal hoog stond, nog verder uit den
koers geraakt. Dit blijkt het duiclelijkst bij vergelijking
van de Reis-prijzen te Rio ,en te Santos. Deze bedragen
n.l. op het oogenblik:

Rio type No. 7 ————–33.375 Reis
Santos type No. 7 …………29.500
Santos type No. 4 …………31.500

hetgeen voor Rio No. 7 beteekent ene noteering van
13 pOt. bco’en het gelijkwaardige Santos-type No. 7 en van 6 pOt. boven het zooveel betere Santos-type No. 4. De oor-
zaak van deze wanverhouding moet klaarblijkelijk gezocht
worden in het bestaan van eene vrij groote hoeveelheid
nog ongedekte verkoopen van Rio op levering, waartegen-
over bij den kleinen voorraad ter plaatse van 173.000 balen
op het oogenblik een ouvoldoenci aantal bruikbare koffie’s
aanwezig is.
In Palembang Robusta op aflacling ging de afgeloopen
week slechts zeer weinig om. De aanbiedingen’ uit Indië
waren schaarsch en daarbij grooteicleels boven onze pan

teit. Aanbiedingen van 45 9. 46 et. per Y2 KG. cii uitge-
leverd gewicht, netto oontant voor Jul i /Augustus- af scheep
vonden geen koopers.
De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-call als onderstaand, waarbij in aan-
merking moet worden genomen, dat ter vergelijking met
de vorige weken, voor het op 20 dezer ingevoerde gemengd
contract de noteeringen van 7 en van 14 Juli die zijn,
welke op die data te Amsterdam voor datzelfde contract
golden.

(Santos-contract)

(Gemengd contract)
basis Good

basis Santos Good

Sept.
I
Dec.
I
Mrt.
I
Mei Sept.
I
Dec.
I
Mrt.
I
Mei

28 Juli 50%
45s/
8

4261
8

41% 48%
40
387/
8

21

-,,

49’/8
43%
40%
39%
465/8
41
1
/8
38%
37%
14

,,

49
44 41%
40%
457/
s

413/
8

38%
371/
7

49
43
e/s
41
1
/8
401
45%
41
1
/8
388/
8

37%

De slotnoteeringen te New York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

1

Sept.

I
Dec.
I

Mrt.
I.,

Mei

27

Juli
$
17,17
$
15,35
$
14,37
$
13,68
,,

16,30
14,45 13,30 12,75
20

,.
…….
,,

16,20
14,34
,,

13,30
12,70
13

,.
…….
6

,.
…….
,,

15,60
,.

14,15
13,25 12,70

Rotterdam, 28 Juli 1925.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandél

te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden iii Brazilië.

Data
te
Rio
te Santos

Wisselkoers
te
Rio
op
Londen
1
Voorraad
I

Prijs
Voorraad
1

Prijs
(In
Balen)
N
o.7
1
)
(In Balen)
No.41)

27
Juli

1925
173.000
33.375 1.604.000 31.500
555154
20

1925
174.000
31.650 1.671.0001 30.000
6
13

1925
120.000
35.275
1.674.000
Iniet
g
en.
5
5
/s

26 Juli

1924
316.000
32.350
841.0001
2)
.511132
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te
Rio

1

te Santos Data

Afgeloopen I Sedert Afgeloopen

Sedert
week

I

1Juli

week

1Juli

25 Juli 1925

..

83.000 1 261.000 181.000

594.000
26 Juli 1924 .. ..

98.000

298.000

2)

143.000
1) In Reis.
2)
Markt gesloten.

THEE.
De laatste i’oorjaarsveiling ligt w’eder achter dan rug.
Zij w’erd gehouden op den 23en dezer en thans gaan wedet’
de 5 weken vacantie in vôördat cle najaarsveilingen op
27 Augustus een aanvang nemen.
De veiling had een aanbod te verwerken van ongeveer
15.000 ku. thee, doch het werd een heel eind in den middag
alvorens alles onder den hamer was geweest. De tijden
van vlot verloopende veilingen liggen weder ver achter
ons. Toch gaven de prijzen, waarop afgesloten werd, alle
bevrediging, de Londensche markt in aanmerking genomen.
Met veel hijsehen en trekken bewogen de prijzen zich op
een niveau, dat voor de goed-ordinaire middensoorten van
2 tot 7 ets. hooger was, terwijl ook ordinaire soorten van
deze vaste marktstemming konden piofiteeren. Alleen de
betere soorten ivaren zonder meer vast te noemen met
slechts hier en daar avans in prijs. De anders zoozeer ge-
wilde Sumatra-merken moesten soms in vergelijking tot
de vorige veiling wat in prijs laten vallen, wilden zij ge-
gadigden vinden. Tbch was de binnenlandsche consumptie
in hoofdzaak aan de markt. Voor buitenlandsche rekening
werd slechts weinig ondernomen, eensdeels omdat de markt
hier in den laatsten tijd weder minder goed voorzien is
van gewoon middensoort grofgruizige theeën, anderdeels

660

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Juli 1925

omdat het hnidige7 prijsniveau hier concurrentie van cle
zijde van Londen mogelijk maakt.
Enkele partijtjes inferieure thee konden nauwelijks een
prijs opbrengen, die de onkosten van verscheping naar
Nederland en van verkoop dekte. De tijd is clan ook niet
ver meer, dat deze inferieure waar, clie den naam van Java.
thee onwaarclig is, weder van de theemarkt zal verdwijnen.
Het gemiddelde prijsniveau staat weder 3 i. 4 ets. boven
d;it der vorige veiling en sluit op dezelfde basis van ver-
leden jaar. Toen waren er echter vanaf het begin van het jaar bijna 177.000 kisten Necl.-Tndische thee onder den
hamer doorgegaan, terwijl van dit jaar het geheele aanbod
nauwelijks 138.000 kisten haalde.
Amsterdam, 27 Juli.

RUBBER
])e Rubbermarkt opende vast in het begin en bleef prijs.
houdend tot ongeveer het midden van de afgeloopen wedk.
Na dien was de stemming flauw.
Het slot is onregelmatig op de volgende prijzen:
Prima Sheets:

einde voorafgaandeweek:
Juli

281

et
. ………….. 290

ct.
Augustus 273

,.

………….. 290
Sept.

268

,,

………… 286
Oct./Dec. 231

,.

………….. 257k
28 Juli 1925.

COPRA;
De markt was de afgeloopen week aanvankelijk door
gebrek aan koopers flauw gestemd. Op de lagere prijzen
werd de vraag weer beter, en het slot is vast.
De noteeringen Zijn:
Nederl.-Ind. f.m.s. stoomend ……….fi. 367/
Juli aflading ……»
Aug.

,, 36
Sept.

……. ,, 36
1
/8
27 Juli
1925.

VRACHTENMARKT.

De graanvrachteuniarkt van Noord-Amerika had een
vasten ondertoon, speciaal voor, vroege posities en vrachten
bleven onveranderd. Van Montreal bestond vraag naar
vroege booten naar het Continent, terwijl de bevrachters
thans ook meer geneigd zijn te onderhandelen over hevrach.
tingen naar de Middellandsche Zee. Naar o’ontinentalo ha-
‘ens werd tonnage afgesloten met 20 Juli cancelling naar
Rotterdam direct tegen 14 cents per 1.00 lbs. basis zwaa.r graan met cle optie gerst en/of haver tegen respectievelijk
t en 2 cents extra. Met cancelling 31 Juli werden verschei.
done afsluitingen gedaan, ook naar Rotterdam tegen 13
cents zwaar graan. Naar de Middellauclsche Zee werd een boot afgesloten tegen 16 cents, basis d6n loshaven, terwijl
naar 3 havens Finland een kleine boot werd gedaan tegen
23 cents met 9 Augustus cancelling. Van de Northern Ran.
ge is slechts 66ii aanvrage voor een pronipte boot tegen ii cents naar de Antwerpen/Hamburg range, ‘terwijl van
cle Gulf een boot werd afgesloten naar Griekenland voor
Augustus belading op basis van 3/734 per qtr. 1 haven.
De vraag jiaar tonnage voor suiker nam aanzienlijk af.
Er is slechts 66n afsluiting te vermelden tegen 15/9 per
Augustus van Cuha en op het oogenblik bestaat er verder
geenerlei vraag.
Van de North Pacific bestond afgeloopen week een tame-
lijk goede vraag naar tonnage per Augu stus /September en
later. Voor vroege posities wordt 30/. genoteerd naar 0. .K.f
Continent, teiwijl per November een groote boot werd af-
gesloten tegen 32/6. Er is een proef-aanvrage in de markt
van Portlancl naar China/Japan, October belading, waar-
voor $434 geïnd iceerd, wordt, basis 3 loshavens.
Aan de River Plate ontstond een suecessievelijke stij-
ging in de vrachten en gaf nin de voorkeur aan boeten
van handige grootte. Tot 18/-
werd
bedongen van Upriver-
naar 13. l.i./Coutinent voor een boot van 4400 tons, ter-
wijl voor grootere boeten
1619
werd geaccepteerd. Van
Buenos A.ires werd 14/3 betaald voor een groote boot, ter-
wijl Bahia Blanca 15/. betaalde voor de volle 13. K./Conti-
neiit ra.11ge. Ongeveer 20 boeten ‘werden gedurende de afge-
loopeu w’eek afgesloten en de hoeveelheid prompte tonnage
is daardoor aanzienlijk afgenomen.
In de salpetervrachtenmarkt was iets meer vraag, doch
de vrachten vertoonen geen verbetering. Naar Alexandrië
wordt
prompte tonnage gezocht tegen .25/., terwijl voor
de vroege posities 22/6 wordt genoteerd naar de Bordeanx/
Haniburg range met de optie Noorcl-&panje tegen 1/- en Midclellandsche Zee tegen 2/. extra, doch om tonnage te
krijgen zallen bevrachters vel iets hooger moeten gaan.
In ,,parcels” vond een groot aantal afsluitingen plaats.
Voor Augustus belading werd 2000 tons afgesloten naar

Antwerpen/Hamburg ran.ge
tegen 16/- netto, per Augus-
toe/September 2000 tons naar Duinkerken/Hamburg range,
inclusief Delfzijl tegen 171- netto en dezelfde hoeveelheid
per Augustus/September tegen 16/6 netto naar dezelfde
range met uitzondering van Delfzijl.
Alle Oostelijke markten bleven kalm. Van Wladiwostock
en Dalny bleef cle vraag naar ruimte voor November en
1)ecember bestaan en per deze maanden werden maande-
lijksehe partijen van 5000 tons geboekt tegen 31/3. Voor
olie werd een October tank van ongeveer 600 tons afge-
sloten naar de gebruikelijke loshavens tegen 40/-. Austra-
liii is nog niet open voor de nieuwe-oogst ladingen, doch er werd een lading van ongeveer 6200 tons tarive gedaan
van Sydney naar Japan per eerste helft Augustus tegen-
17/6. Een lading erts werd gedaan van Port Pirie naar
dén haven in het Britsche Kanaal tegen 2813, Augustus.
Burmah bleef kalm en de eenige definitieve vraag was
per laatste helft Augustus voor een 6/7000 tonner van
Rangoon of Bassein naar Rotterdam/Hamburg range tegen
2113, terwijl ook vlin Britseh.Ind’ië slechts weinig vraag
bestot:id. Van Bonibay/Karachi of Marmagoa werd een
470b tonner afgesloten naar het Continent tegen 17/. 6Cn,
17/6 twee loshavens op d.w. basis per Juli/Augustus. Kolen
werden afgesloten van Calcutta naar Bombay tegeu
Es. 5,12. Van Zuid-Afrika bleef tamelijk veel vraag naar
booten voor mais. Kort geleden werd van hier tonnage
afgesloten clie in ballast van ‘cle River Plate kwam, doch
nu deze laatste markt zich iets verbeterd heeft worden
boeten niet meer roo overvloedig aangeboden en vertoonen
de laatste afsluitingen een lichte stijging, nl. 23/. naar
U. K./Continent
jer
Augustus. Een groote boot accepteerde
22/. per 1/20 September.
Van den Donau vond een aantal houtafsluitingen plaats
tegen £ 8.5.0. naar West-Italië met de optie van de Fran-
sche Micldellandsehe Zee tegen , 9.5.0. Voor graan werdl
1.5/6 btaald op deaclweight basis naar Rotterdam en 1316 netto basis U. K./Continent, beide voor prompte belading. Voor den nieuwen dogst werd een 6000 tonner gedaan per
Augustus/September tegen 16/. Continent, 16/6 U. K. Ook
van de Zwarte Zee vonden een flink aantal afsluitingen
in graan plaats tegen 11/. Continent, 11/6 U. K. voor een
6000 tonner en 6
cl.
extra voor kleinere booten voor Augus-
tus en September belading, terwijl een 5000 tonner tegen
11/9 werd afgesloten naar Hamburg of Kiel ‘per Augustus.
Vati cle Middlellan•dlschè Zee voilden weinig afsluitingen
plcats cii ‘op het oogenblik verwacht uien geen verbetering.
Ertsafsl’uitingen zijn o.a. : Follonica/Stettin 6/6, Barlettal
ilotter.dam 3/6, f.i.o., Santa Liberata/Rotterdam 41434 f.ob.
De eenige fosfaatafshiiting is i3ona/Eotterdaiir 6/3. –
In de time-charter vrachtenmarkt ontstond geen ver-
betering en de vraag is zeer beperkt met uitzondering van
States/West-Indië vaart. Voor 6/9 mdanden general trede”
wordt 3/3 geïndiceerd voor moderne boeten van 6/7000
tons div., op. en teruglevering U.K.
Zooals mcii reeds veewachtte leefde de vraag voor ton-
nage voor kolen van Amerikaaiische havens op voor Juli
cli latere belading. Naar Rio werd afgesloten tegen $ 1,60
met dc optie Santos tegen $ 4 begin Augustus, terwijl naar
Italië vier hooten werden afgesloten per Juli/Augustus
tegen vrachten val! $ 2,60 tot $ 3; naar Algiers werd $ 3,05
betaald.
De vrichten voor uitgaande kolenladingen van Engeland
bleven onveranderd. Van Zuid.Wales werd gedaan: Nantes
5/6, Huelva 9/6, Las Palnias 9/9, Buenos Aires 17/9, ter-
wijl
0.111
als volgt werd afgesloten van de Oostkust: Rot-
tordam 4/., 1101.1.aan’3/3, Genun 9/3, Algiers 9/3, Malta 10/.,
Fiume 1.113.

27 Juli 1925.
RIJN VAART.
Week van 19 t/m.
25 Juli 1925.
De aal! voeren van zeezijdO waren heclu idend lui idcr dan
de afgeloopen week. Bij tamelijk veel vraag bleef besebik-
linie ruimte voldoende.
De ertsvrachten naar (le :Ruhrbavens bedroegen gemiil-
delci: f0,75
34
lostijd, f0,85
34
lostijd.
Vrae1ten voer ruwe producten naar Mannheiii gentid-
deld
f
1,75 per last met verkorten lostijd. Hoofdzakelijk
werd echter seheepsruinite voor den ]3ovenrijn iii daghnnr
gecharterd, en bedroeg deze 3 ets, per ton. Ook werden iii
Rotterdam verscheidene schepen aangenomen, oni in de
Ru.hrhavens kolen te laden in claghuur. op basis van 3 ets,
per ton, niet vergoeding van alle sleeploon en vaarkosteji.
Sleeploon varieerde tusseluin
f
0,3734 en
j’
0,35 tarief.
De waterstand bleef voortdurend vallend, zoodat naar
den Bovenrijn ca. 1,70 M., en naar den Benedenrijn op
2,20 t 2,30 M. werd afgelaclen.
De vrachten in de Ruhrhavens bleven in de afgeloopen
week ongewijzigd.

Auteur