C MEI 1925
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Ec’onomisch,w
‘
Statistische
B e ri” ch t e n
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEiD, FINANCIËN EN VERKEER
OIkGAAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
10E
JAARCANG
WOENSDAG 6 MEI 1925
No. 488
INHOUD
Blz.
Dr,
G0UnEN STANDAARD
door
Prof. Mr. 1). van Blom ..
378
Engeland’s Dilemma 1 door Dr. G. B. fluffnagel ……
379
De Codperatieve Boerenfabrieken in de provincie Gro-
ningen II (Slot) door
J.
Bs. llTesterclijk
…………
380
De wijziging van de bepalingen omtrent Wissels en het;
Discontobedrijf door
Mr. 1). U. Slikker
met Naschrift
door
Prof. Mr. H. R. Ribbius………………….
382
BUITENLANDSOKE MEDEWERKING:
De begrooting voor 1925 1 door
Dr. T. B. Gregory
384
AANTEEKENINGEN:
Indexcijfers van groothandelsprijzen…………..
385
Suikerproductie
der wereld ………………….
386
De nieuwe Tsjeeholowaaksche bankwet
……….
387
De Duitsehe
Staatsschuld
………………….
387
Ilerstel van den Gouden Standaard in Nederland ..
387
Denieuwe goudpunten op
New
York en Londen ….
.88
De dekking der Currency Notes………………
388
Het herstel van den Gouden Standaard in Engeland
389
BOEKAANKONDIOING:
Léon Nemry, Les Pays.Bas aprds la guerre, bespr.
door
Prof. Mr. D. van Blûm ………………..
392
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
………
…………
392
MAANDCIJFERS:
R6s=6
uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics”….
393
STATISTIEKEN
EN
OVERZICHTEN
……….. .. ….
394-400
Geidkoersen.
Ban kstaten.
Goederen handel.
Wisselkoersen.
I
Effectenbeu rze n.
Verkeerswezen.
5 MEI 1925.
De toestand van de geldmarkt bleef deze week in
den grond wederom onveranderd. In verband met de
maandwisseling kromp het aanbod van caligeld, dat
de vorige week zoo overvloedig aangeboden werd,
sterk in en hield op enkele dagen vrijwel geheel op;
maar dit was het eenige symptoon van de meerdere
geldvraag voor de andere jaren dikwijls zoo moeilij-
ken Meitermijn, want de noteeringen voor particulier
disconto en prolongatie bleven bijna onveranderd.
De noteering voor particulier disconto steeg niet
meer dan
4
k pOt.; meestal werd
3/
pOt. ge-
noteerd, en de prolongatierente bleef de geheele week
op 3 pOt.
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank ver-
toont de post binucnlarudsche wissels een stijging van
f 8,4
millioen, welke tea deele is toe te schrijven aan
een vermeerdering der c:reclieteisehen van den Staat.
liet bedrag der rechtstreeks bij de Bank geplaatste
sehatkistprornessen klom in de afgeloopen week van
f 3
millioen tot
f
6
millioen.
De beleeningen geven, blijkbaar in verband met de
maandwissel ing, een vermeerdering van
f
26,8
nijl-
lioen te zien, welke ook ditmaal weder uitsluitend de
effectenbeloeningen betreft en nagenoeg geheel voor rekening komt van de Iloofdhank.
liet renteloos voorschof aan. het Rijk daalde met
1
100.000. De zilvervoorraad der Bank geeft een ver-
mindering vnn een kleine
f
300.000 te zien. De stij-
ging van
f
5,8
millioen, die de post papier op het
buitenland vertoont, correspondeert voor een goed
deel met de gelijktijdige daling van de diverse reke-
ningeci onder het actief, welke in de afgeloopen week
met
1
3,2
millioen blijken te zijn teruggeloopen.
De hiljetteneirculatie steeg met
1
50,7
millioen. De
reken i ngeou rant-saldi geven een vermindering van
f
13,5
miljoen te zien. Het beschikbaar metaalsaldo
daalde met
f
7,5
millioen. Het dekkingspercentage
bedraagt ruim
51.
* *
*
De gelijktijdige mededeelingen in de Engelsehe en
Nederlandsehe parlementen omtrent het herstél van
den gouden standaard hebben tengevolge gehad, dat
de pondenkoers den kleinen afstand tot het goud-
punt, die nog te doorloopen was, in een enkelen dag heeft afgelegd. Geopend op ea.
12.03
werd Dinsdag
12.06k
bereikt en Donderdag voorbijgaand 12.08k
genoteerd. Aannemende, dat de verzendingskosten grooter zijn geworden, moeten de goud punten, die
voor den oorlog op
12.05
en
12.15
stonden; iets
worden uitgezet. De dollarnoteering hier te lande is
nog iets verder teruggeloopen, maar de toestand van
let Nederlandsehe ruilmiddel ten opzichte van den
dollar was reeds geruimen tijd normaal, zoodat de
dollarkoers alleen beïnvloed werd door de meerdere
of mindere ruimte op de beide geldmarkten, en er
nu alleen nog de zekerheid
bij
is gekomen, dat in het .4ervolg de goudpunten niet meer overschreden zullen
vorden.
De overige wisselkoersen geven weing aanleiding
tot opmerkingen. Alleen een
bijzonder
vaste stem-
ming voor Madrid en Oslo valt te vermelden. Vooral Oslo was zeer vast. Geopend op
40.65
werd gisteren
42.10
betaald.
LONDEN, 4MEI 1925.
De afgeloopen week was getuige van het historische
feit, dat het Britsehe Rijk officieel tot den gouden
standaard is teruggekeerd, een stap die tegelijkertijd dôor Nederland en enkele der Engelsché Dominions
werd genomen. l)e voornaamste wisselkoersen hadden
zich reeds van te voren tot nabij het gouduitvoerpunt
kunnen verheffen en die beweging wevd na de pabli-
catie van het.. besluit nog verder vèortgezet, zoodat
de toonaangevende wisselkoersen tot onmiddellijk on-
der of tot even boven ht gouduitvoer1pun.t stegen.
lIet gevaar, dat belangrijke posten goud aan Londfn
zuilen worden onttrokken, wordt daarom niet groöt
geacht, maar cle diseontomarkt had toch met de mo-
gelijkheid daarvan rekening te houden en voelde zich
dus genoodzaakt den afstand tusschen plivaat disconto
en bankrate be]angrijk te verminderen. Drie-maands
prima baîmkaeeepten noteerden daarom einde der
vorige week reeds
4Y2
pOt., met vaste tendenz. Een
en ander zal wel stimuieere.nd werken op de vraag
naar wissels op Londen.
geld was tot den laatsten dag van April zeer ge-
zocht, zoodat de markt het niet dan met moeite zon-
dr de hulp van de Bank van Engeland heeft kunnen
stellen. Onmiddellijk na hot einde der maand was de
markt ruim voorzien door betaling van dividenden.
Ook heden was geld ruim en disconto onveranderd
4i pOt.
New
York slot 4,80s; Parijs slot
92,60;
Amster-
dam slot
12,063—%.
378 .
.
ECONOMISCH-STAISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
DE GÔUDEN STANDAARD.
31 Juli 1914
–
29 April 1925.
Het Staatsbiadoummer 333 van den laatsten Juli
1914 was er een van ongebruikelijhe formuleering en
van ver reikende draagkracht.’
Wij hadden to
–
t’ toen een veertig jaar onder, den
regel geleêfd, dat goud viii mocht worden aangemunt
en vrij mocht worden uitgevoerd.
Ons goud.geld was hiermede tot standaar.dgeld ver
klaarci; de waarde van het gouden geld kon niet blij-
vend en in eenigszins beduidende mate naar boven of
naar beneden in waarde afwijken van zijn grondstof,
het gele• metaal, of hetzij invoer plus aanmunting,
hetzij uitvoer, zou onverwijlcl zoodanige
afwijking
on-
gedaan komen maken.
Onze overige betahniddeleu bovendien konden te
allen tijde, zoo de noodzaak ertoe bleek (d.w.z.
zo,o
buitenslands betalingen vielen te doen), tegen goud
wordèn ingewisseld op vooraf vaststaanden voet. Al-
dus was de waarde van het Nederlandsch betaalmid-
clel onverbrekelijk vastgeklonken aan clie van het
goud, dat sinds jaar en dag in den goeden roep van
betrekkelijke waardevastheid stond, en was dienten-
gevolge aan ons betaalmiddel diezelfdè waardevast-
heid verzekerd, welke het ncodig had om zijn functie
als standaard-van-waarde naar behooren te kunnen
vervulle.
WèI placht men te zeggen, dat deze onze gouden
standaard ,,hinkte”. Men bedoelde hiermee, dat be-
halve het goudgeld ook •de grove zilveren .teeken-
munt de onderscheiding genoot van betaalmiddel te
zijn tot elk denkbaar bedrag, een onderscheiding, die
niemand aan het goudgeld .m.isgunde, gezien zijn
waarde-identiteit met het goud, maar die naar de
neening der formerders van -de ,,hinkende-stan-
diiard”-terminologie aan het minde.rwaard.ige zilveç-
geld eigenlijk niet toekw.am
. Dat niettemin ook het
witte metaal deelde in deze eer, was historisch ver-
klaarbaar; het was een overblijfsel van oude glorie;
dit zilvergeld immers had betere dagen gekenc, waar-
in het zelf standard-gel-d was; het zilver had even-
wel, toen het in ‘t begin der jaren zeventig van de
vorige eeuw bedenkelijk daalde op de wereldmarkt en
Nederland derhalve met een invasie van goedkoop
zilver werd bedreigd, die na aanmunting tot inflatie
zou hebben geleid, de Munt oor zich zien sluiten;
zijn eigenschap van onbeperkte betaalkracbt had men
het echtér gelaten om verliesgevende ontmanting en kostlare- vervanging door- goudgeld te. ontgaan. En
de practijk had sindsdien bewezen, dat dit hinken
maar gekheid was; de hinke.nde standaard liep als
de beste: –
Aan deen toestand nu -kwam het Koninklijk Be-
sluit van 31 Juli
.
1?14 een einde maken.
Niet
sloot het – als in 1813 voor .het zilver ge-
schied was – de Munt voor het goud. Want
niet
was
men beducht voor overmatigen toevloed van gedepre- –
cieerd goud. Men vreesde het tegendeel: dat volwaar-
dig-goud ons -land zou verlaten. En. dus sloot men
-niet de Munt; maar -de grenzen toe.
Men deed- dit – zegt dit merkwaardig Besluit –
,,gelet op de zeer buitengewone omstandigheden,
waaronder geheel Europa en ook Nederland ver-
-keert”; men- deed dit- – vervolgt het Besluit — op
,,verzoek van de Nederlandsc’he Bank, dat van Regee-
ringswege maatregelen zullen worden genomen om
te beletten,’ dat onder die buitengewone omstandig-
heden de .goudvoorraad in Nederland op bedenkelijke
wijze – (‘,,in beclenkelij-ken omvang”, zal de bedoeling
zijn geweest) naar het buitenland zou kunnen weg-
vloeien.” – –
1
Het Besluit – derde merkwaardigheid
was door
alle Ministers gecontrasigneerd;
Voor deze bijzondere motiveering en vooral voor
deze- manifestatie van collectieve verantwoordelijk-heid bestond de goede reden, dat het Besluit vlakweg
onwettig was. Onwettig, want geen wet verleende de
Kroon de bevoegdheid tot dergelijk verbod. Onwettig,
maar noodzakelijk; de Regeering zou haar plicht heb-
ben verzaakt, zoo zij in die dagen de grenzen harer
wettelijke bevoegdheid niet had durven overschrijden.
Nood schiep recht. –
– Reeds den 3deri Augustus 1914 trouwens kwam een
wetje (Staatsbla-d 344) het staatsnoodrecht-besluit
legaliseeren, dat dan den 8en Augustus, thans staats-
rechtelijk o.naanvechtbaar en -derhalve zo-nrler beroep
op ide buitengewone positie van Europa en Neder-
land, zooder -beroep op een verzoek van de Nederland-
sche Bank en met maar meer twee ministersnamen er-
onder, andermaal in liet Staatsblad komt (in No. 403).
Voor de wiisselioersen was hiermee liet hek van
den dam en zij hebben – van hun vrijheid tot schom-
melen en buitelen een overda-dig en voorheen onge-
kend gebruik gemaakt. De gouden standaard was dit-
maal niet met manlcheid, hij was met volkomen ver-
Is mming geslagen.
Na 3925 -dagen levens is thans dit gouduitvoer-
verbod, dat al deze extravaganties op
zijn
toch terecht
rustig blijvend geweten had, ter ziele gegaan. Een
merkwaardig intermezzo in het Nederlau-dsche munt-
wezen is hiermede afgesloten.
De verlamde gouden standaard is geheel hersteld; het Nederlandsche geld is andermaal gekoppeld aan
liet goud. De gou-dpariteit met de Vereenigde Staten,
niet Engeland, Australië, Nieuw-Zeeland od met Ne-
derlandsch-In-dië wordt weer een levend ding. De
oude speciepunten, waarop invoer of uitvoer van goud
Ioonen-çl woudt en automatisch pleegt plaats te vinden,
Icomen terug, zij het op iets wijderen onderlingen af-
stand dan voorheen door wat hoogere kosten van
vracht en assurantie.
1)
De schommelingen der wis-
selkoersen tusschen -de goudlanden wQrden weer tot hoogst bescheiden proporties teruggedrongen.
Dit alles is van vèrstrelckende
belteekenis.
Men
denke slechts aan wat het zeggeif wil, dat betaling
van Ameri-kaansch graan tegen een dollarkoers van
hijv.
f
3,25 nu goed en wel begran verleden is.
De vragen, die thans oprijzenç zijn talrijk. Men heeft in 1914 de Nederlandsche Bank het na-
komen harer dekkingisverplichtingen behalve door het
uijtvoerverbod ten aanzien van haar dekkingsmateriaal
ook vergemakkelijkt door de verplichting zelve te
vcrzaohten, door nl. het .dekkingspercentage van 2f5 op
115 te verlagen. Vanzelf -dringt thans de vraag naar
del wenschelijkheid der bestenidiging ook van dezeii
maatregel.
Hiernaast rijzen vragen van rtrospectieven aard.
Zijn-, achteraf beschouwd, die twee genoemde maat-
regelen, hoe wenschelijk ook als maatregelen van
voorzorg ten tijde dat zij genomen werden, niet over-bodig gebleken in het licht der omstandigheden gelijk
deze zich gedurende den oorlog voor- Nederland heb-
ben ontwikkeld? En, in min of meer los verband hier-
mede, moest noodzakelijk het hei-stel van den gouden
standaard in Nederland wachten tot geruimen tijd
nadat Noord-Amerika ertoe besloot, tot het oogen-
blik, waarop Engeland kans zag zonder icleerscheuren
van gebd-gewaad te verwisselen?
En, los van de vorige vragen-, de
belangrijkste
vraag
vanalle wellicht: deden Nederland en Engeland wijs,
ht goud als standaard in de vroegere eer te herstel-
len; is een goudloos wereldbetalingsverkeer, dat de
wereld schattén zou uitsparen, inderdaad een practisch
voorshands onbereikbaar ideaal? –
Ziehier een reeks vragen, voor nadere detailleering
cci vooi- vermeerdering vatbaar en nog veel vatbaarder
voor beantwoording in zeer niteenloopenden trant.
Zij zijn hei- gastéld zonder eenige suggestieve bedoe-ling. En het zal den meesten wel vergaan als schrijver
dezes-: dat blijdschap
ovër -den than.s genomen stap
bverheerscht. –
Toch was er reden om die vragen even aan te stip-
1)
Verg. p. 388
in dit No.
6
Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTIkHE BERICHTEN
379
pen. Deze jongste regeeringsdaad immers ontleent, be-
halve aan het onmiddellijk ermee beoogde doel, 66k
haar heteekertis aan het feit, •dat zij de gowichtigste,
historische zoowei als actueele en toekomstige, vraag-
stukken van Nederlandsch geidheleid met én slag in
het brandpunt der iiatïonale belangstelling plaatst.
v. B.
ENGELAND’S DITEMMA.
I.
Disracli heeft vaak zijn ongenoegen er over uitge-
sproken, dat de richting van het ,,laissez aller” in
Engeland in gebreke gebleven zou ‘zijn de eenheid
in het Britsche Rijk te ontwikkelen en verzuimd heeft
een politiek van overeenstemming op economisch ter-
rein tot stand te brengen. Kon Disraeii de wereld
nogniaals aanschouwen dan zou hij gewaar worden,
dat do overeenstemming eerder verderaf dan dichterbij
gekomen is.
In het Britsche Rijk, dat % van het bewoonde aard-
oppervlak beslaat, vertoont zich onvermijdelijk de om-
standigheid waarmee op onze planeet algemeen te re-
kenen valt en die eenvoudig is aangeduid met de op-
merking, dat kinderen groot worden! De industrie
ontwikkelde zich het eerst in de oude wereld. Vandaar
werden de producten geleverd aan overzeesche lan-
den in ruil togen grondstoffen, die de voortbrenging
van con steeds toenemend aantal producten toelieten,
met het gevolg, dat bij den export ook voortbrengseien
kwamen clie opnieuw tot voorthrenging en eigen ver-
werking van grondstoffen konden dienen. Hiermede
had de ko]oniseerende oude-wereld in een ver ver-
schiet zelf den teruggang van haar welvaart teweeg
gebracht.
Do toestand waarin Engeland zich bevindt niet een
werkloozenpercentage van 11,4 pOt. in Maart ji. is
niet anders dan het gevolg van ‘dit verloop. 1-let Brit-
sche overzeesche gebied is, naast cle overige wereld,
afzetgebied voor de Engelsche i.nidustrie. Nada
een aan tal Enge] sc’h e kqlon iën zeifbestuur gekre-
gen hadden, begonnen zij onmiddellijk de in hun
gebied opkomende industrieën te beschermen. Later
is daarbij door een deel dor Dominions ingevoerd een
zoogenaamcle preferentie tea behoeve van Engeland.
Maar het is preferentie van een wel eenigszins twij-
felachtig karakter. Duidelijk is in de tarieven der
Dominions de neiging waarneembaar om het prefe-
rentieele recht te stellen op een hoogte, die voldoende heschermend voor de binnenlandsche industrie werkt.
Het recht voor invoer uit andere landen wordt dan
nog wat hoogor bepaald. Enkele voorbeelden mogen
dit illustreeren.
Volgens het preferentieele Australische tarief van
1921—’22 bedragen •de rechten voor zeep 35 pCt.,
wollen stukgoederen 30 pOt., producten uit ijzer of
staal varieerende van 201 tot 65/- per ton, schoenen
35 pOt. enz. Deze wet bepaalt voorts, dat de Tariff
Board nieuwe rechten op Engelsche producten kan
invoeren, indien in Australië daarvoor fabrieken wor-
den opgericht; zoo is hijv. ijzer voor vatenhoepels,
dat vroeger vrij was, met
70/-
per ton belast gewor-
den. Men vraagt zich af waarom nochtans aan het
moeder] and zekere voorkeur gegeven wordt. Misschien
dat hierbij in de Dominions het geweten een woordje
heeft meegesproken. De Domirrions zijn groot ge-
worden door steun van het kapitaal uit het moeder-
land. Ook draagt Engeland nog
altijd
talrijke kosten,
die mede aan de Dominions ten goede komen en in
veel, sterkere mate dan de Dominions voor gelijke doel-
einden offeren. Bijv. dc militaire hudgets. Engeland
legde voor het begrootingsjaar 1923-1924 daaraan
de som van £ 122 millioen ten koste, tegen Canada
in 1922-1023 slechts £ 3 millioen en Australië 4’4
millioen.
Indië, het belangrijkste Britsche gewest voor den
overzeeschen afzet van Engeland en New-Foundland,
Engeland’s. oudste kolonie, geven in’ het geheel geen
preferentie aan het moederland. Tusschen de Domi-
nions en kroon’koloniën onderling is de preferentie
ook lang niet altijd bekend. Austraiië verleent prefe-
rentie behalve aan het Vereenigd Koninkrijk slechts
aan Nieuw-Zeeland; Zuid-Afrika aan Canada, Aus-
tralië en N.-Zeeiand; Canada
niet
aan o.m. Austra-
lië – een verdrag is thans gemaakt maar wacht nog
op ratificatie door het Canadeesche parlement – New-
Foundland, Malta en Cyprus.
De geringe geneigdheid om de preferentie ruim toe
te passen bleek ‘buy, weer uiteen maatregel van Aus-
tralië en N.-Zeeland, in October van het vorige jaar,
waarbij het percentage, dat van een geïmporteerd
artikel moet herkomstig zijn uit Engelsche grondstof
of arbeid verhoogd werd van 25 op 15 en komt ook aan het licht in een. voorstel, dat zoo juist de Board of Trade in Zuid-Afrika heeft gedaan om het prefo-
rentieele tarief af te schaffen, omdat zooals de ,,Bnr-
ger van Kaapstad” onlangs schreef: – ,,die bestaande
voorkeurstelsel ‘n klip in die pad tot die sluiting van
handelsverdrae mag blijk te wees” – een kant van
de qaak, die steeds mcci op den voorgrond treedt naar
gelang de Don iiions het karakter van zelfstandige
staten aannemen.
Engeland is tot 1919 cle Dominions niet gevolgd
op den weg bij import uit een Britsch, of uit een
vreemd land, een verschillende behandeling voor dc
heffing van invoerrechten toe te passen. Engeland niet
zijn gering aantal belaste goederen had hiervoor ook
minder gelegenheid en bij de bestaande behoefte aan
huitenlandschen invoer ook minder animo, omdat
vooi grondstoffen, die het hoofdbestanddeel uitma-
ken bij de levering der Dominions, aangewezen was
de meest vergaande preferentie, bestaande in vrijdom
van invoerrecht, voor alle landen toe te passen. Van
het totale verbruik in Engeland voor 1922 was
19,1 pCt. afkomstig uit de Dominions en koloniën,
35,1 pOt. uit andere landen en werd 45,2 pCt. in
Engeland zelf voortgebracht. Aan Dominion-zijde
worden juist hooge rechten in Engeland begeerd, met
daarnaast de grootst mogelijke preferentie voor de
Dominions, om van hooge verkoopprijzen int Enge-
land met een groote winstmarge verzekerd te zijn.
Afgescheiden van deze economische kwesties is Engeland voor het Britsche Rijk de functie blijven
vervullen van leider in de wereidpolitiek. Zoolang de
Dominions onafhankelijk bleven in hun eigen ont-
wikkeling gunden zij gaarne aan het nioederland de
eer en de beslommering der ,,haute politique”. Te
Londen werd er naar gestreefd dat bij de ontwikke-
ling der ondordeelen van het rijk de bestaande band
met het moederiand niet hinderlijk zou worden.
Er is wel voorgesteld daartoe het beginsel van den
foderatieven staat voor het Britsche Rijk in te voe-
ren. Maar in de Dominions kantte men zich tegen
deze gedachte omdat begrepen werd, dat daarbij Enge-
land de meerderheid in het federatieve bestuur ver
–
krijgen zou en het er dus op neer zou komen, dat de Dominiois hun parlementair zeifbestuur in interna-
tionale zaken geheel uit handen gaven. Alle pogingen
om tot de instelling te komen van een permanent
lichaam voor de regeling, ja zelfs voorbereiding, van
politieke kwesties die ‘het geheele empire raken,
zijn dan ook zonder resultaat gebleven door ver-
zet van de zijde der Dominions. Men zou hiervan
een heel lijstje kunnen geven: 1905 bijv. het voorstel tot benoeming van een adviseerende commissie door
den Engelsehen minister van koloniën Lyttelton.
Laatstelijk het denkbeeld van MacDonald voor de toe-
passing van een systeem waarbij geregeld overleg kon
plaats hebben tusschen de rijksregeering en de regee-ringen van de Dominions.
De wen’scheljkheid van een zoodanig lichaam was
vooral ook gevoeld om als aanvulling te kunnen die-
nen bij de sedert 1887 niet tusschenpoozen gehouden
conferenties, waaraan naast het in Engeland aan het
-1′
386
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
bewind zijdo mi inisterie werd deelgenomen door de
premiers van de overige in aanmerking komende
Britsche gebiedeii.
Eerst werden deze conferenties aangeduid als
,,colonial conference”, maar sedert 1911 is daaraan,,
aanpassende bij cle toenemende beteekenis der over
zeesche gebiedsdeelen, den naam Ïmperial Conference
gegeven. En ook verder is Engeland tegemoet geko-
men om de Dominions een gelijkwaardige positie in
te ruimen. Het naar aanleiding van den oorlog inge-
stelde Imperial
War
Cahinet van 1911 waarin de pre-
miers der Dominions zi’tting hadden, was de volsla-
gen erkénning der gelijkheid van alle verantwoorde-
lijke rogeeringen in het British Empire. Het Vredes-
verdrag van Versailles werd door vertegenwoordigers
der Dominions mede-onderteekend en de Dominions
vordon zelfstandige leden van den Volketiborid.
Zoo goed mogelijk werd getracht dit beginsel ver-
der toe te passen, schoon bij het algalieel ontbreken
van constitutioneele regels hiervoor moeilijkheden
niet uithieven, •bijv.’ de aanwijzing van afgevaardig-
den ter vredesonderhandelingen van Lausanne. Naar
Washington werd een delegatie gezonden clie ook alle
Dominions vertegenwoordigde, behalve Z.-Afrika en
Indië. dus niêt cle oude regel, dat het moederland
mede namens de •overzeesche gewesten sprak en hen
verbond. ‘Bij de Conferentie van Londen was het
Empire vertegenwrobrcligd met 3 afgevaardigden,
waarvan 66rr uit cle Dominions en iijzitfie.rs uit de
overige Doiui.nions. :Daabij was bepaald, dat de Do-
miriion-man, die deel uitmaakte van het drietal Brit-
sche vertegenwoordigers, J.ij alle zaken het Empire
aangaande voor de naties ‘van het gemeenebest zou
spreken met een enkele stem”.
In plaats van het vroeger tevergeefs beproefde be-
ginsel van
federatie
in de internationale politiek van
het Empire heeft dus nu de
coöperatie
steeds meei”
veld gewonnen. Enkele
Dolninions
zijn zelfstandig 1
ermee verder gegaan in de behandeling van interna-‘
tionale aangelegenheden meer op den voorgrond te
treclen. Zoo heeft hijv. Canada in 1920 een diploma-
tiek vertegenwoordiger aangesteld in Washington en
deed Bruce, de Australischa premier, het voorstel
dat de Hooge Commissaris van zijn gewest te LOnden’.
niet meer met •den minister van koloniën zou behoe-
ven te onderhand ei en, maar als’ de andere vertegen-
woorcligers van hot buitenland rechtstreeks in ver-
binding zal staan met het Foreign Office, een ver-
langen dat, uitgebreid tot alle Dominions, onlangs
door de ,,Times” we;rcl ondersteund.
Wat deze ontwikkeling voor Engeland beteekont zal
in een volgend artikel verder behandeld worden.
15 April 1925.
G. E. HUFINAO1dL.
DE COÖPERATiEVE BOERENFAB1?ÏE KEN
IN DE PROVINCIE 01? ONINOEN.
–
II (Slot).
Aanvankelijk bestonden in do Veen]coloniën alleen
z.g. speculatiove (‘dl.b. particuliere in tegehstelling
met coöperatieve) fabrieken, die de aardappelen op-
koohten en verwerkten om winat Tot de negentiger
jaren hoorde men daarovei geene klachten. Dit werd
anders toen de fabrikanten zich in 1890 vereenigdeu
in eèn bond vooi dien aardappelaankoop.
In 1896 stelde de Nieuve Landhouwverecniging te
Veendam do vriag: ,,welk middel kan er worden ‘uit-
gedacht, dat doeltreffend is, om de coalitie van aard-
appelmeelfabri kan tei, ton opzicihte van het onderling
vaststellen der aardapeIprijze, te breken?” Reeds
het volgende jaar kwamen velen tot de conclusie:
alleen de oprichting van doöperatieve fabrieken.
De fabrikanten zochten, bij wijie van blikseniaflei
dei, de oplossing in participatie. Maar daarvoor was
het reeds te laat. De proef er mede werd genomen,
madr hield geen stadcl. De aardappelprijzen waren in
de hegentigei jaren zoodanig gedaald, •dat de nood
dwong tét meer ingrijpeude niaatregelen. Toch duurde
hot nog tot 1897 alvorens tot de oprichting.van de
eerste coöperatieve boere.naardappelmeelfabriek (,,dc
Eersteling” te Borgercompagnie) werd besloten.
De harensweeën daarvan varen niet gering. Ook was
van een boproefden coöperatiëgeest onder de leden nog
geen sprake. Bot solidariteitsgevoel ontbrak nog hij
de meesten. Alleen de
onmiddellijk bereikbare voor-
doelen genoten waardeerihg; de
verder v erwpderde
werden nog maar door slechts weinigen gezien.
Ondanks allerlei tegenvallers slaagde de proef,
dank zij de taaie volharding, liet doorzicht en het be-
leid van het bestuur. Successiovelijk werd zij een groot
succes, dat tot navolging prikkelcle. In 1923 bestori-
den er in de vier noordelijke provinciën 20 coöpera-
tieve en nog 13 specniatiove aardappelmeelfabrieken,
waarvan onderseheidenhjk 13 en 9 in Gr on:i.ngen en
6 en 1 in Drenthe. – –
Spoedig na de stichting der eerste coöperatieve
fabrieken openbaarde zich de behoefte aan onderlin-
gen steun en wederzijdsche voorliohti’ng, aanvankelijk
om sterker te staan tegenover de speculatieve concur-
renten. Rchd’s in 1905 werd de Bond van Boeren-
aardappelmeelfabriekeu opgericht. Allerlei belangrijke
mededeelingen werden oncie;r de leden uitgewisseld.
Het allerbe]angiijlcste wrcI echter voor elldandnr ver-
zwegen.
Bijna onn.nddeilijk nadat de heftigste strijd tegen
cle speculatieve fabrieken was geluwd, zijn de coöpe-
ratieve zic’h als elkancle.rs concurrenten gaan beschou-
wen, wier eenig streven was, aan het eind van elke
campagne met een zoo gunstig mogelijken uitbeta-
lingsprijs voor de ves-werkte aardappelen voorden dag
te komen. 1-let gevolg was doorgaans eene te kleine
afschrijving en reserveering, met eene volslagen afwe-
zig’lieid van al]e solidariteitsbesef. Treffende bewij-
zen worden daaromtrent id boven aangehaald proef-
schrif t medegedeeld, naast allerlei soms zeer gecom-
pliceerde moeilijkheden, waarvoor men is komen te
staan op hot stuk van prijzenpolitiek, het loonvrang-
stuk, de techniek, do scheepsvrachten enz., enz.
1-let ingrijpen der Overheid in het vrije bedrijf
tijdens den oorlog bracht de fabrieken weer dichter
hij e]]caar. De Duitichers gingen den inkoop van arcl-
appelmeel centraliseeren en prikkelden daardoor de
verkooiers eveneens tot centralisatie. In Augustus
1915 werd- liet aar.dappelmeel door onze Regeeririg in
de dist:ributie betrokken. Daarna werd opgericht de
,,Vereeuiging van Aardappelmeelfabrikan ten” met, op
het gemeentehuis te Veendam, een Consentenbureau,
dat een belangrijken kijk kreeg op den buitenland!-
schen meelafzet.
Bij het einde der crisis in 1919 staakte deze Ver-
eeniging hare werkzaamheden cii richtte cle Bond van Coöperatieve A ardappelmeelfabrieken to t de aan ge-
slotenen cciie circulaire, met uitnoodiging het tijdens
cle campagne 1919/20 te fabriceeren meel voor ge-
meene rekening te verkoopen. Eenstcm.migiheid was daarover echter niet terstond te bereiken. Integendeel
leidde een en ander tot de ontbinding van den Bond
op 29 Juli 1920.
In de plaats daarvan kwam onder de voorstanders
van den gecentraliseerdea meelvcii koop op 11 Novem-
hei’ 1919 -tot stand het Coöperatief Aardappelmeel-
verkoopbnrean, naar zijn telegramadres kort ,,Avbo”
genoemd. De verschillende aan •deze zoo nuttige in-
stelling verbonden gfoote voordeelen zijn in het proef-
schrift overtuigend uiteengezet, alsmede de middelen om daarmede nog heel wat meer te bereiken.
O.a. verkreeg men dooi deze ceutralisatie de be-
schikking over bekwaam personeel, zoowel op boek-
houdkundig en technisch als op commercieel gebied.
Zoo zond deze Coöpe.ratie in 1922 een harer employé’s
naar Japan – dat door zijne goodkoope meeloffe:rtes
cle handelaars hier wanhopig maakte – om door eigen
onderzoek een oordeel te verkrijgen over het van die
zijde dreigende gevaar. Thans zijn alle coöpëratieve
fabrieken aangesloten op vier na.
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
381
Welk een invioedrijken klank de coöperatie in 7
jaren tijds reeds had verkregen, bleek o.a. in 1905,
toen door de firma W. A. Scholten werd overgegaan
hare in Nederland gevestigde speculatieve aardappel-
meel-, stroop-, gom- en sagofabrieken om te zetten en
in te brengen in de ,,Coöperatieve Vereeniging Schol-
ten’s aardappelmeelfabrieken” blijkbaar om van het
schoone praedicaat ,,coöperatief” te kunnen profi-
teeren. Gelukkig is deze would-be-coöperatie niet lang
in stand gebleven en in 1910 omgezet in eene naam-
boze vennootschap, een rechtsvorm, die voor deze
zaak uiteraard veel beter past en haar karakter veel
juister weergeeft.
Tot een gelukkiger poging om het vertrouwen der
aardappeltelers te verkrijgen, nam de heer J. E. Schol-
ten Wzn. in 1912 het initiatief, door den stoot te
geven tot de instelling van de ,,Vertrouwenscommis-
sie”, waarbij nagenoeg alle particuliere fabrieken zich aan sloten en waartoe ook de Veenkolcyniale Boeren-
bond medewerkte. Deze commissie bestond uit 3 land-
bouwers en 3 fabrikanten, die te zamen een onpar-
‘tijdig persoon tot zevende lid en voorzitter verkozen.
Haar taak was o.a. door de contrôle op de weegwerk-
tuigen en de zetmeelbepalingen te zorgen, dat ae land-
bouwers betaald kregen, wat zij hadden geleverd en
dat de fabrikanten geleverd kregen, wat zij betaalden,
op welk stuk ook heel wat haperde.
Dit) goede voorbeeld vond in 1914 navolging bij den
Bond van Boeren-aardappelmeelfabrieken, door de in-stelling van eene Contrôlecommissie, die eene analoge
functie uitoefencle bij de coöperatoren. Toen in 1918
de Regeering de
toewijzing
van aardappelen aan
fabrieken en drogeri.jen geheel in eigen hand nam,
werd eene Rijkseommissie, bestaande uit 2 fabrikan-
ten, 2 landbouwers en 3 onpartijdigen,ingesteld, die
den arbeid van de Vertrouwens- en Contrôlecommis-
siën overnam.
Na de beëindiging der Regeeringshemoeiingen had
dit orgaan merkwaardigerwijze zooveel sympathie en
vertrouwen verkregen, dat de Veenkoloniale Boeren-
bond, de Bond van Boeren-aardappelmeelfabrieken
en de Bond van particuliere fabrieken besloten de
Commissie
bij
onderlinge overeenkomst te continu-
eeren voor het toezicht op het wegen der aardappelen aan de fabrieken en op de bepa.ling van het zetmeel-
gehalte. Daaroor werkte zij steeds en werkt zij nog
tot aller tevredenheid.
Bij de behandeling van de beteekenis der aardappel-
meelindustrie komt Dr. Minderhoud in zijn’ proef-
schrift tot de slotsom, dat daarin thans een kapitaal
vast ligt van ongeveer
f
8 â
f
9 millioen aan vaste
goederen en van nog iets meer aan bedrijfskapitaal.
Wat de met fabrieksaardappelen beteelde oppervlak-
te betreft, vermeldt het Verslag van den Landbouw in
Nederland over 1923, dat in dit jaar werden verbouwd
‘in Groningen 14.649 H.A., in Friesland 2146 H.A., in Drentihe 10.580 H.A., in
Overijssel
1975 H.A. en in
de overige provinciën geene. Samen dus 29.350 H.A.
Dat Drenthe niet een betrekkelijk zoo hoog
cijfer
naar
voren komt, ligt in hoofdzaak aan den intensieven
bouw van fabrieksaardappelen in de, op het Gro-
ningsche Stadskanaal en Ter Apelkanaal uitlomende,
zoogenaamde Drentsche ,,monden”, d.z. de ‘hoofdka-
nalen, waarop de zijkanalen (,,wijken”) uitkomen.
In 1919 waren, volgens het Maa’ndschrift) 1923,
afl. 10 van het Centr. Bureau voor de Statistiek, in
de aardappelmeelindus’trie werkzaam 3066 personen. Het in de campagne 1924/25 daarvoor uitbetaald loon
schat Dr. Minderhoud op
f
2,1 millioen en de aard-
appel-scheepsvrachten, die grootendeels uit) loon be-
staan, op een kleine
f
900.000.
Een goede campagne levert thans ruim
f
23 mil-
lioen aan aardappelmeel. De uitvoer daarvan bedroeg
in 1923 90.211 ‘ton, verzonden naar alle oorden der
wereld, grootendeels naar Groot-Britannië, Frankrijk, België en Italië. Bij eene vergelijking van •de Neder-
landsche aardappelmeelindusti-ie met) die van het bui-
tenland, waarbij Duitschiand, Polen ei 3apan op den
voorgrond treden,
blijkt,
dat ons kleine land over de
geheele aarde te dien opzichte den toon aangeeft.
* *
*
In het laatste hoofdstuk van zijn proefschrift geëf t
Dr. Mioderhoud zijne beschouwingen over de orga-nisatie der coöperatieve fabrieken voor velen stellig
het belangrijkste, nl, leerzaamste deel dezer studie.
1-let behandelt zeven onderwerpen: het
kapitaal,
het
leveringsrecht en den beveringsplicht, het verwerken
van grondstof van niet-leden, de in- en uittreding van
leden, de afschrijving en reserveering, de aansprake-
lijkheid, het beheer en het toezicht daarop en de leden-
vergadering.
Met volledige instemming moge ik daaruit nog
enkele wenken kort naar voren brengen. Ik doe dit
met bijzondere belangstelling, zoowel wegens het ge-wicht der gemaakte opmerkingen, als wegens ‘de vol-
ledige inlichtingen, die de schrijver van alle zijden
uit de beste bronnen mocht ontvangen. En ook wegens
‘de jarenlange gedachtenwisseling, die ik het voorrecht
heb gehad met hem veelvuldig ‘te houden gedurende
mijn voorzitterschap der Groninger Maatschappij van
Landbouw, waarvan hij het secretariaat bekleedde. In-
dien ooit, dan geldt hier: ,,du choc des opinions jaillit
la véritô”. De ,,vôrité”, zooals die dan door den schrij-
ver en den ondergeteekende ‘ten slotte is gezien.
Allereerst een woord o’ver de statuten, rechtens de
grondslag van elke coöperatieve vereeniging. Veel
eerbied bestaat daarvoor bij de leden, zelfs bij ‘de be-
stuursbeclen, doorgaans niet). De meesten lezen ze niet
en weten absoluut, niet wat er in staat. Eerst als het
begint te kraken worden ze – en dan niet zonder
schrik – wakker. Geen wonder!
Rechtens toch vormen zij het funda.ment, waarop de verhouding der leden onderling en tot derden be-
rust. En ook organisatorisch
zijn
zij van groote, soms
allesbeheerschende beteekenis. Men denke aan een af-
doende of onvoldoende geregelden plicht tot de leve-
ring van grondstof; aan eene goede of gebrekkige
regeling der bevoegdheden van bestuur, raad van toe-zicht en algemeene vergadering, alsmede die van ‘den
hoofdbeambte, den zoogenaamden directeur; aan de
voorschriften omtrent afschrjving en reserveering,
toetreding en uittreding en bovenal aan de persoon-
lijke aansprakelijkheid.
De statuten vormen cle overeenkomst tusschen de
leden, waarop men met elkander in zee is gegaan,
om samen eene ‘kostbare, menigmaal millioenen-onder-
neming te expoliteeren en daarvoor persoonlijk aan-
sprakelj’k, dikwijls onbeperkt aansprakelijk te zijn.
Aansprakelijk voor de schulden eener vereeniging
met doorgaans betrekkelijk weinig gestort en veel
geleend kapitaal.
Aan dergelijke statuten kan dus
moeilijk
te veel
zorg worden besteed en de
bijstand
van een op dit
stuk gespecialiseercien rechtsgeleerde niet genoeg
worden aanbevolen. Leergeld is in dit opzicht de laat-
ste jaren in ruime mate betaald, toen menige coöpe-
ratie in moeilijkheden geraakte.
In ‘t algemeen laten en vooral lieten de statuten ‘dec
coöperatieve vereenigingen, ondanks de wettelijk voor-
geschreven notarieële acte van oprichting, veel, niet
zelden alles te wenschen over. ‘Met eene onverant-
woordelijke sbordigheid en onkundigheid zijn of liever
waren vele statuten, zelfs van zeer groote onderne-
mingen, geredigeerd. Tal van overbodige, duistere,
rechtsonzekere en zelfs met de coöperatiewet strjdige
en met nietigheid bedreigde bepalingen kwamen’ er
in voor, ondanks den
bijstand
van ‘den notaris, waar-
van het) lange mes ook hier niet steeds heeft bewe-
zen, inderdaad dat van een kok te zijn, al was daar-
op dan ten onrechte wèl vertrouwd.
Door de erva.rfng opgeschrikt, is op dit stuk de
laatste jaren eene niet onbelangrijke verbetering ont-
staan. Vooral door de tusschenkomst der Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht, die menigmaal
als geldschieter optrad en beschikt over een bekwame,
382
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925,
gspecialisoerdn, reelitsgcleerde kracht, is heel vat
ongerechtigheid uit tal van belangrijke stit’uten op-
geruimd. –
Een ander uiterst belangrijk punt hij onze coöpern-
tieve fabiieken betreft den plicht der leden tot de
levering van grondstof, de backbone van elke coöpe-,’
rat’ieve prociuctievereeniging, die dnarin, mits iifdoeh-,
de geregeld, juist zulk ee.n belangrijkon voorsprong
kan verkrijgen hoven elke speeulatieve fabriek.
Vele coöperatieve productieveeenigingen werdek
opgericht met een te klein aantal leden (anncleeleaY
en eene onvoldoende statutairo regeling van tien leve-
ringspliciht, waardoor dc fabriek, hij ongunstige prij-
zen-conjnnctaur, niet verzekerd was van grondstof
en dan in de grootste moeilijkheden geraakte. Ver
–
:
sehillencie d6bâeles zijn daaruit in de laatste jaren
voortgevloei-d, waarvan weer verschillende saiieerin-
gen het gevolg zijn geworden, vooral in Frieslaiici,
dat op mooie voovheeideu kan wijzen.
Ook cie groote Friesch-Groningsc’he Coöperatieve
13eetworteisuikerfabriek ‘te Groningen ‘heeft 7i.6
,
11
daar-
aan gcspegelrl cii Jiare statuten – laten wij hojen
tijdig – afdoende verbeterd, al laat het aantal ge-
ilaatste aan-dooien, daar nog te wcusdhen over.
Moge -de aan -de oriio 7iiiide herziening de.r O.oöpe-
:raHowet, die vele vorcenigirigen aanleiding ‘zal geven
tot statutenwijziging
;
ertoe leden, dat die herzienin-
gen plaats -hebben onder werkelijk deskundige voor-
1 ieh tirig, waarvoor de rio’ta.rieeie acte – wij weten het
uit cciie zeer ruime ervaring – allerminst als waar-
borg mag worden beschouwd. De voorlichting van ccii
bekwamen juridischeri specIalIst. :is .i rr don regel, voor-
al bij groo-to ondernemingen, ‘brood noedig.
J. Bs.
WESTEIdDIJIc.
U itliu izermeodet.i, 27425,
DE WIJZiGING VAN DE 13EPALJNGEI’/
“I
OMTRENT W18iS’E’111S EN fI JIJ’ T .DiS’OONTO-‘
BEDRIJF.
Uit liet onlangs vorschetieri gewijzigd ohitwerp van
wet hetreffeulde ide bepalingen omtrcut wissels .,eji
a-ssgnaties blijkt, dat een ‘kleine wijziging is gekomeii
in het nieuw in te voegen artikel 148a vati het Wet-boek van Koophandel, waarvan de oorspro’nkelijke
redactie luidde:
,,Degeno die ui.t dcii w.isselbr.jef wordt aangespro-‘
‘kon kan verw’eermid,delen, gegrond op zijne ‘er-
„’hou-dung tot dcii tikkcr, den iiemer of een der
,,vorige eudoasaniten, niet tegenwetpen aan -detï
,,houder, tenzij ‘deze bij- cie veikrijging van ‘don wis-
,,sei’brief met die
verhouding
‘bekend wijs of moest
terwijl volgens den ii ieuwe.n tekst de laatste zi nsi:iecle
zal lui-den
,;tenzij ‘deze ‘bij de verkrijg.ing van -dcii vsselb.rlof
,,inet het
bestaan van de’ii grond van het verweer
,,ieken-d was of mbest zijn.”
–
In ide Memorie van Toelichting wordt hierbij aan-
goteekend, dat van, idezo al-dus gepreciseer-cl’e bepaling ee.0 vennuun-derd.e ver’handej’baar’heici van -den wissel
voor hen, die te goeder trôuw zijn, niet te vreëzen is.
Uitdrukkelijk wij
;
lt, do ietgevei-
in deze forraulee-
ruig af van ‘de met -dit artikél con osponid.oeienide be-
paling van -do Règleient Uniforme, het ontwerp voo:r
een internationale wisselwet, welke een strcngeré’u
cisch stelt, iii.:
,,â moins que la transmission n’ai’t en lieu â la
,,suiite d’une
entente frauduleuse.”
on stelt zich geheel op het stan;dpunt, zooa].’s (dit -door
Molengraaff wordt verdedigd. (Leidraad 5e Dru.k,
pag. 304 e.v.). –
W’elke idezer -drie bepalingen kan nu het meest juiste
genoemid wonden, wanneer men -de gevolgen beschouvt,
die zij kunnen hebben voor een regelmatig disconto-
bedrijf. . –
Dat de wetgever zich op het standpunt stelt, dat
de wisselverbintenis niet is zuiver, formeel, niet is –
a-bst-ract, zoczdat een aecoptant in
eih
geval erplieht
zou, zijn te betalen, kan alleszins won-den toegejuicht. Wanneer men echter van -de overweging uitgaat, – dat –
vrijwel elite wisseltrekking plaats vindt met -de bedoe-
lung om -daardo’or gedurende -den loop van den’ wissel
– erediet te verleenen, waarvoor -de mud-delen hij deiIdei;
in liet algemeen de wisselmarkt te- noemen, worden
opgenrnen, dan -kan men niet aan -dcii indruk on1-ko-
men
;
dat -de wetgever in zijn ijver om -den god,ujoeiideu
aeeeptaiit te beschermen zijn -dooi voor,hijv.treeft.
–
immers onder -de huildigo redactie zijn zeer wel
gevallen dénlehaar, -tint tegen -derden, bij wie de mud- –
delen voor het td verieenen erediet worden opgeno-
men, die niets hebben uit te staan met de aan den
wissel ten grondslag liggen-de transacties ‘en -die vol-
kômen to goeder trouw een wissi in ‘disconto nemen,
met succes een beroep oj art. 148a -kan vor-den go-.
daan. ‘ . ‘ –
In liet algemeen kaii gezegd -worderi, –dat onze wet.
zich op liet standpunt stelt, -dat -derden to goeder
trou* wo rdeti hesc-berriid; IdO formuleerinig vani d.i t –
standpunt is echter zelden gelijk, nu een.s wordt be-
wijs vdu kwade trouw voreischt, dan weer kan – met –
het bewijs van -de hekendheid met of onkun-de van –
speciale falte n wond en iolstaan. –
Waar nu echter in ‘het ofideihal’ige’gevai do ,,vor- –
houidiiigei”of de’ ,,gïonlden van vörveor”, die iegei.i
den
ler.deaangievodijd
kunnen *-o-r-deu., zoo talioo’s vdôi
eu velerlei zijn, w’aie een strenger vereisohte’ -dan
allden ‘het bewijs van dc’ -bok-dnldhei-d met clie v’erhou- –
dingen of -die grorsdei:i vol kduueii gohillijkt. Zeer ieker
zou diit de recihtszekerlieid vooi -die inistellingdii, d:ie
zich’ hier te lande met het -diisewitohed±ijf hezihou-
den, die dit als ccii iiormaal -bbdnijf en te goodër’trouw
ui.toefenéii, hij wto -het mee:rei–deei dur -te plkrtijon wls-
se.15 vord t onicl-erg
–
obrachvt en w’ier’bod rij’€ voor clkén
trekker, adeeptant of houd-er van eene’n Wi,seI’ en. der-
hiiilvë in algemeen eco:nomischen zin liet grootste he-
1 a ng -hoef t, ‘-be’ oid eren.
Lija -ik met enikëiô ‘voorbeelden mijii bedoeling dui-
delijker -maken.
Bijv. staan twob conifectiezalcon,’ wiiajva’ti
e’ cenT
tevCii
ën
groothandel -hcief’t:,- -in. voorbduien-de relatie
niet elkaar, in vePhanid niet welke verhouding zaak A
ei’nntttedl o’ertoliige mi-ddcleti – op ‘aeposito uitzet
hij zaak B. A koopt de -benooaigd-e goderen hij B,
behoeft ideze echter eerst na -drie maanden, te betalen.;
om toch onmiddellijk geld te krijgen trekt B een
wissel, w’ellce -door A wordt geaccepteerd en -daarna
verdiseonteerci won-dit -hij haar banlc.ier, die uit een
aecountantsrapport bekend was met het deposito van
A bij B.
Kan – nu tegen de bank, -die volkomen to goeder
trouw houder van den wissel werd, en wier -discon’to
aJicleeling geen inzage krijgt van accountantsrappor-
ten, daar -de inzage van die rapporten niet tot de
werkzaam-heden van iclie afcleehi.ng behoort, idoor den
aceeptanit, wiens schuld gecompenseerd is, een – beroep
worden gedaan op art. 148a?
Mi,schien raakt de-ze vraag een andere kwestie, al.
wanneer kan een gloote instelling geacht worden iôts
te weten. Is -dit het, geval, wanneer het tot -de ‘directie
is doorgedrongen-? Echter zou dan in liet vervolg het
diseonteeren van el-ken wissel moeten worden -beslist
dooi de directie, van wie toh ook veer niet kan
worden gevergd, -that zij; elk te
harer
kennis gebracht
feit paraat tot hare beschikking heeft. Of is idit reeds
-het geval
;
zoodra eenig aan die unatellung verbonden
persoon un Zijne functie niet een feit in kën’n’is is
gesteld? Mocht dit -het- geval zijn, -dan zou eerst recht
een onuitputtelijk terrein -voor chieanes en procedures
geopend worden, -hetgeen nog te meer klemit, wan.-n.ee
±
mcii zich de talrijke bij-kantoren onzer .groote -ban-kin-
stellingen en -het léger der ‘daaraan verbonden em-
ploy&s voor oogen -stelt.
In elk geval leidt- -dit artikel- ertoe, dat in het ver-
6’Mei
1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
383
volg bij elke discontbering met de meest miniiticiuse
nau,wgezotheiicl zou moeten wonden nagegaan, of er
ee.nig feit aan do ‘hank bekend is betreffende het ge-
heele wisseiperoueel, hetwelk als een grond van ver-
weet tegen ,debauik geconstrueerd
zou
‘kunnen worden.
Een ander eveneens dikwijls voorkomend geval is
hot. volgenide.
‘.In den iouthandei i)ijv. is het gebruikelijk, idat uit
het buitenland op Noder]audsche importeurs gulden-
w’issels wonden getrokken, terwij t nog geen verscie-
lagen hebben plaats gevonden, en ook i)ijv. bij ver-
schep:i ogen uit cle noordelijke landen door het ‘dicht-
gevJm’en zijn der havens nog niet hadden ‘kunnen
plaats vinden op liet oogcnhli’k, dat de wissels door de
Nedeni andsche importeurs worden geaccepteerd.
Do Finsche exporteur heeft echter dikwijls, om de
verschep:ing te kun:n,en voorbereiden, contanten noodi.g
en zijni afnemer in Npderland is beieil mede ‘to wer-
ken om hem die te verschaffen, maar heeft ‘clie con-
tanten zelf niet beschikbaar. Wat is nu gemakkelijker
dan een accept te creëeren en id.at
‘ter ‘disconto aan te
bidden aan ‘den bai kier van den Necl’eriartdsch,on im-
porteur.
Met deze gewoonte zijn ‘do bauke:n bekend.
AVIIIHICOr’11AL ook op ‘den vervaldag van den wissel
geen hout is geleverd, de leverancier dus niet aa.n zijn
verpl ichi’t.i ng’ heeft volidaan, knmi dan cle im porteur-
acce’ptant zich tngen de bank, die een ‘dergelijken wis-sel genomen heeft, beroepen op art. 1 48a?
Onder Iden ouden tekst, dat de nenier alleen met do verhouding tussc]ien trekker en aceep’tant bekend be-hoefde te zijn, ‘zo,u di.t zcker’het geval zijn. Do thans
voorg’estel do wijziging van liet artikel, dat
nki
hokenici-
heict met “het bostaan va ii den grond van het verweer
bewezen moet worden, schijtit opgenomen te ‘zijn juist
voor dergelijke gevallen. Echter :is het rn.i. op zijn
minst genomen ten ‘zee.rste twijfelachtig, of ook niet
de nieuwe redactie de bank iii. deze gevallen unie-
scliermcl laait, daar ‘deze toch’ b:ij ‘dc verk.rijgi ng van
den wissel er mee bekend was, ‘dat niet geleveiici was,
cii deze iiiet-levcni lig ook de grond, van het verw’ecr
zal zijn.
Men zou hier clan evenwel liet vcniioffeiscle seliou,w-spel hebben, dat cle Ndd,enlanidsche 1 niportei.ir bewust
de bedoeling heeft gehad, dat ide ha,nk.ier zich hij zijn
accep t zou i citcrcsseeren, tcrwil cliezel ,lid,e importeur,
als ‘hij zich teleurgesteld ziet in zijn vertrou,won op
zijn Finschen leverancier, aan zijn bankier mededeelt,
iat hij’ nu met zijn accept :niiet,s meer te maken heeft.
Naar willekeur kunnen deze voo.ebeeiden worden
uitgebreid, zonder dat daarbij nog gedacht behoef t te
woiiclen aan ‘cle vooropgezette bedoel ing van partijen
om een bank ‘door middel vai:i. dit artikel tedupêereni.
Even uitgebreid en veelsoortig als do handel iis even
talrijk zullen ‘de verrassingen kunnen zijn, waarvoor
een bankier, die zooals in hovenomschreven gevallen
te goeder trouw aan ‘den handel een dienst bewees,
gesteld kan worden.
Misschien zal gezegd worden, dat ‘de gekozen i’oor-beelden alleen uitgaan ‘van cle belangen van de groote bankinstelhingen.. Degene echter die in dozen het be-
lang van den acceptant, ir.lio liet risico van ‘zijn accept
bij liet plaatsen illaarvan toch volkomen ‘kon ‘beoordee-
len, hooger stelt idan de rechtszekerheid van den, hou-
der te goeder trouw, op wien dat risico, waarmee hij
niets heeft uit te staan gehad, zou kunnen worden af-
gewenteld, en aan ivie.n veel minder ‘dan aan den
acceptant lic’htvaaiidigheid kan wonden verweten, ziet
.daarm(36 de boteokenis van de groote ‘bankinstellingen
in het economisch verkeer en de ‘belangen van dcci
handel hij een regelmatige ontwikkeling van het dis
con tohednijf voorbij.
De opvatting, in ‘cle M’ernorie van Toelichting ver-
kondigd, ‘dat van ‘do gepreciseenid,e bepaling vati liet
bestreden artikel een verminderde verhandelbaarheid
van den wissel voor ‘hen, die te goeder
,
trouw zijn, niet
te ‘duchten is, zal door weinigen, ‘die met het disconto-
bedrijf bekend’ zijn, gedeeld worden.
Ht il mij ‘derhalve voorhornen, dat voor dit geval
de for’inuleening’van ide bescherming van den cionde te
goeder trouw schei’per gesteld moet worden, dat deze
formuleering niet kan volstaan, met bekendheid met
een enkel feit te eiischen, maar ‘dat deze gevonden
moet worden in iden eisch, dat ‘de kwade trouw van
den houder, tegen wien het verweer ‘moet geldend ge-
maakt worden, moet’ worden ‘bewezen.
Mr. D. U. S’riicicuic.
* *
*
Wanneer cle in hot Gewijzigd Ontwerp voorgestelde
i)epaling ertoe ‘zou leiden,’dat in de ‘door schr. ge-
gven voorbeelden ‘door den aceeptant’ tegenover cle
bank, did de iissels heèft genomen, een beroep zou
‘khnnen worden gedaan op de verweermicidelen, welke
ie die gevallen d2or hem tegen dëii trekker hij een
rëgresactie zouden kutinen wo.rtde.n aanevoericl, zou ik
eveneens inoenen, dat idoze ‘bepaling te ver gaat. ik
eioof ec’hte:r, ‘dat ‘dit niet liet geval is.
ik spreek hier niet over de’rraag af de eeneafdoe-
hing van een bank bekenici riloet zijn tct wat een
andere afdeeling weet, daar da’t geen kwestie van
wi,sselrecht is, waarover het hier gaat. Ook wanneer
i,u”de genoemde gevallen de nemen geen ban k, maar
een enkel persooi is, heeft do bepaling geen betrok- –
king op ,de h:iei: genoemlde vooi’beelden.
In hot tweede geval wordt voor ‘de koopsom van
hout een wissel getrokken en geaccepteerd, vdôr ing de waar geleverd is. In ‘zekeren zin ‘dus een vooruit-
betaling op
Ccii
verwachte levering. Wan neer
luL
do
nemer van den wissel met ‘deze omstamd i glioiicl, bokend
is, heteeken’t dat geenszins, dat hij: nu ook bij het ver-krijgen van den wissel bekend is geweest met liet ver-
weer, Idat op den voxvai’dag niet geleverd is en ‘dat
er ‘dan geen fonds is. Dat verweer hen€tTi iemand ge-
weten ijij ‘de ii itgifte van. ‘deu wissel, omdat liet liog
niet bestond. Ieder ‘dacht, dat er op den vcrvaldlag
wel en ‘behoorlijk geleverd zou zijn.
Een soortgelijke opmerking kan over liet eerstge-
noemde geval, dat van de twee confectiezaken, vorden
°eniaakt. Ruimer ornsclireven betreft ‘cl it ide vraag,
of ‘de ‘acceptai:it tegen ‘den,;hioucler beroep mag den
bp een compen,satie, welke ‘hij tegen ‘den’ trekker of
eôn ‘der endossanten zou. kunnen aanvoeren, wanneer
de houder hij het verkrijgen van ‘den ‘wissel met liet
bestaan van ‘die ‘tegenvordering was bekend geweest. ik zou, liet ‘betwijfelen. In het gegeven geval weet cle
bank niet of er hij hot vervallen van iden. wissel nog
een depot zal sija, met ide ‘vorrloring waarop de necep-tno t Con regresvordening van ‘den trekker ‘zou kunnen
eompenseeren. Er is geen reden; dat ‘het dopot zal
blijven staan en niet eerde:r zal worden teruggovraagd
of zal dienen ‘tot ‘betaling van andere godderen, nu
voor ‘dero goederen een wissel is getroiken. De om-
stanichigiheid, dat op hét oogen’h]i’k van liet trekken
of van het enidosseeren van een wissel con tegenvor-
dering bestaat, beslist geenszins, ‘dat dit ook illot gevat
zal zijn hij het vervallen van id.en. wi,sselbnief. Dat
laatste o’ogeu’bl ik is ‘heel issenid voor liet, verwee:r en
niet dat verweer ‘kan men tevoren niet’ bekend zijn.
Zoo zal ‘deze ‘bepaling niet geschreven zijn ‘oor liet
geval van compensatie. Waarvoor ‘dan, wel? Voorve’-
weermi)ddelen aan don wissel aniteend, die ivel tevoren
.vaststaan en ‘dus ‘bekend ‘kunnen zijn. Wanneer een
wissel val’sch is en in Idfivaling geaccepteerd, zal cle
acceptatie toch moeten worden nagekomen ‘tegenover
den ‘houder, die de valcschhei’d niet heef t gelden’d. Maar
wanneer deze hij het verkrijgen van den wissel daar-mede wel op de hoogte ivas, dan is er alle reden, ‘dat
do acceptant zich ook idaarop tegenover ‘hem mag ho-
i
:
oc
p
en
. Ook geldt ‘dat, wanneer de Lbouder niet te
kwader trouw was en er geen ,,enten’te frauduleu,se”
heeft bestaan, als wordt gevo’derd in de Règiement
Uniforme. Daarop doelt de Minister, wanneer hij deze
laatste bepaling te streng acht. R.
384
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
De sociale kant van de ontwikkeling
onzer mijnindustrie. – Het tweede gedeelte
van de beschouwingen van den heer H. G. M. Her-
mans (p. 342 in het No. van 22 April 11) was reeds
afgdru’kt, toen over de daarin besproken pensioen-
regeling nog enkele aanvullende opmerkingen in ons
bezit kwamen, welke hieronder. alsnog volgen (in te
lasschen op p. 343, na 5e regel v.o.):
,,De pensioenen – dit wordt algemeen erkend –
zijn, vooral in de overgangsperiode, die nu wordt
doorgemaakt, te gering. De meeste der gepensioneer-
de arbeiders zijn dan ook armlastig. Van hun te karig
pensioentje kunnen zij niet behoorlijk bestaan. Dit
moet dan ook door armobesturen worden aangevuld,
waardoor weer niet geringe lasten op ‘de mijngemeen-
ten worden gelegd.
Hulp van tijdelijken aard in de, overgangsperiode,
die ieder pei:isioenfonds moet doormaken, en voor hen,
die reeds pensioen ontvangen, zou verleend kunnen
worden uit een afzonderlij’k fônds, te vormen uit de
opbrengst van het mijnrecht, waarover in het slot
van dit artikel gesproken wordt.
Maar voor’ de toekomst zullen ook verbeteringen
moeten worden aangebracht in de bestaande regeling.
Allereerst deze, dat ook het Mijnfonds zijn recht-
matig aandeel ontvangt van de bijdraen, die door
het Rijk worden verleend in de administratiekosten
van de verzekeringen krachtens de Invaliditeitswet.
‘t Is bekend, dat indertijd bij de vaststelling van het
totaal .dier kosten ook met de mijnwerkers is reke-
ning gehouden. De tegenwoordige wet laat echter
niet toe, da,t aan het
Mijnfonds
deze bijdragen kun-
nen worden uitgekeerd. Eene desbetreffende wetswi.j-
ziging, door den Minister van Arbeid als billjk er-
kend, is echter uitgesteld totdat de voorgenomen codi-ficatie der verzekeringswetten aan de orde zal komen.
Dit kan echter nog zoo lang duren, dat eene tijdelijke
voorziening gewenscht- moet worden geacht.
Vervolgens zullen hoogere pensioenen mogelijk
moeten worden gemaakt door herziening van de des-
betreffende bepalingen.”
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE BEGROOTING VOOR
1925.
T.
Dr. T. E. Gregory te Londen schrijft ons:
De eerste door •den heer Winsten Churchill inge-
diende begrooting valt in drie deelen uiteen: de
wederinvoering van den. gouden standaard, de invoe-
ring van een pensioeristelsel voor weduwen en wee-
zen, welk stelsel zoo is ontworpen, dat het uiteinde-lijk de kosten van de huidige gratis-ouderdomsrente
dekt en ten slotte de eigenlijke begrooting, die niet
onaanzienlijke wijzigingen in”d•e belastingen brengt;
ten goede of ten kwade is een andere zaak. Het is
mij.n plan, deze week alleen de bogrooting !n engeren
zin te behandelen en do andere kwesties voor latere
bespreking te bewaren.
De rekening van het afgesloten begrootingsjaar
sluit met een saldo van. £ 3.650.000 aan den goeden
kant, welk galdo zal worden aangewend voor de aflos-
sing van schuld boven en behalve de bedragen, die
regelmatig in het ,,sinking fund” worden gestort. De
uitgaven werden het vorige jaar op bijna £ 802 mii-
l.ioen geraamd en beliepen £ 796 millioen; de ontvang-
sten bedroegen £799 mi]lioen en waren op £794
.m uh oen geschat.
Door uitgifte van schuidbewijzen werd £ 99 mii-
lioen verkregen. De regeering ontving 5 millioen uit
diverse aflossingen, terwijl, met inbegrip van het
overschot, een bedrag van £ 108 millioen door haar
wrd terugbetaald, waarbij echter de £ 45 millioen,
welke krachtens de wet in het ,,Sinking fund” moeten
worden gestort, niet gerekend zijn. De saldi op het
begin en het einde van het jaar inbegrepen sluit het
,,Exchequer Balance Sheet” derhalve met een bedrag
van £ 910 millioen.
De volgende tabel toont de verschillen aan tusschen
de geraamde en de feitelijke ôpbrengst der meer be-
langrijke bronnen van inkomsten:
(in millioenen £)
Feitelijke Overschot
Raming opbrengst
of
tekort
Invoerrechten en accijnzen
237.7
234.5
– 3.2
Motorrijtuigen ……….
15.6
16.2
+ 0.6
Successierechten ……..
56.0
59.5
+ 3.5
Zegelrechten …………
21.0
22.9
-+ 1.9
Inkomstenbelasting ……
265.0
273.8
+ 8.8
Super Tax …………..
61.0
62.7
+ 1.7
Corporation Profits Tax..
20.0
18.1
– – 1.9
Totaal uit belastingen….
685.5
689.7
+ 4.2
Totaal niet uit belastingen
108.5
109.7
+ 1.2
Indien wij thans naar het a.s. begrootingsjaar over-
gaan, zien wij, dat de kanselier op •de thans. gebrui-
kelijk geworden wijze heeft gehandeld, niets met be-
trekking tot ontvangsten uit herstel of uit aflossing
van intergeallieerde schulden als vaststaand aan te
nemen. Hij raamde, dat indien de bestaande belas-
tingen alle oiigewijzigd werden gehandhaafd,
hij
daar-
uirtf 826 millioen zou ontvangen, d.i. £ 266 millioen
meer dan in het afgeloopen jaar. Van dit totaal komt
voor rekening van de inkomstenïbelasting reeds 15
rnilliôen pond, van de Supei Tax ‘bijna 7 mihhioen
pond en van extra ontvangsten uit O.W.-belasting
ongeveer £ 3
3
/2
millioen. De ambtenaren der Treas-ury hebben de vooruitzichten van het bedrijfsleven.
zeer voorzichtig geraamd en derhalve vertoonen som-
mige schattingen vergeleken bij het vorige jaar een
daling. De
stijging
in de opbrengst der directe be-
lastin gen is hoofdzakelijk het gevolg hiervan, dat het
driejaarlijksch gemiddelde bij de inkomstenbelasting
thans wordt berekend over een serie betere jaren dan
in het vorige begrootingsjaar. De ontvangsten niet
uit belastingen, worden op £ 4 millioen meer ge-
raamd dan het vorige jaar en, gelijk reeds vermeld,
raamt de regeering, dat, indien het geheele belasting-
stelsel ongewijzigd bleef, het £ 264 millioen meer
dan ten vorigen jare zou opbrengen.
Wat zijn nu de vooruitzichten aan den uitgaven-
kant? Hier is ongelukkigerwijze de positie van den
Kanselier niet zoo rooskleurig, aangezien hij het voor-
uitzicht heeft, meer te moeten uitgeven dan in het
laatste begrootingsjaar. De geraamde uitgaven, voor
wel’ker dekking hij moet zorgen, zijn bijna £ 10 mii-
lioen grooter dan een jaar geleden. Intusschen is dit
cijfer eenigszins misleidend. In den loop van het
vorige begrootingsjaar werden de geraamde totaal-
uitgaven nl. met bijna £ 12 millioen verhoogd, waar-
door het totaalcijfer op £ 802 mihlioen kwam. Feitelijk
werd slechts pl.m. £ 796 mihlioen uitgegeven, zoo-
dat ‘de thans geraamde uitgaven van pl.m. £ 799 mii-
lioen slechts ongeveer £ 4 millioen meer zijn dan in
de vorige begrootingsperiode. Desondanks was de Kan-
selier niet tevreden.over den toestand en zeide in het
Lagerhuis, nu het niet waarschijnhij;k was, dat de Re-
geering zou wisselen juist in den tijd van het jaar,
waarop een onderzoek van de gedetailleerde ramingen
der departementen moet plaatsvinden, te hopen, dat
het mogelijk zou zijn, niet alleen zorgvuldig nieuwe
uitgaven te onderzoeken, doch ook de terugkeerende
op zoodanige wijze, dat het mogelijk zou zijn progres-
si eve bezuinigingen te bereiken van ongeveer £ 10 mii-
lioen per jaar.
Indien men de huidige raming met de oorspronke-
lijke voor 1924—’25 vergelijkt, bljikt een
stijging
van
£ 5 rniilioen onder het hoofd Staatsschuld en een van
ongeveer £ 2% millioen voor ‘de defensie, de ,,civil ser-
vices” en de ,,revenue depar’tments”, terwijl het over-
schot verdeeld wordt over zaken als het wegenfonds
en andere kleinere posten. Het vorige heeft betrek-
king op de saldi, daar de onderdeelen zoo’wel vermin-
dering als
stijging
ver-bonen. De toestand, zooals die
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
385
zal voortvloeien uit de wijzigingen, welke de Kanse-
lier van plan is in te voeren, is de volgende:
Ger. ontv. zonder rekening te houden met belastingwijz.
826.0
Verlaging als gevolg van deze laatste …………
24.7
801.3
Uitgaven ………………………………….
799.4
Overschot
………………………………..1.9
Deze belastingwijzigingen zijn als volgt over de
hoofdbronnen van inkomsten verdeeld:
(Millioenen £)
Toeneming Afnerning Overschot of tekort
Invoerrechten
3.5
1.3
+ 2.2
Accijnzen……..
0.9
0.2
+ 0.7
Indirecte belast.
4.4
1.5
+ 2.9
Successierechten
4.5
–
+ 4.
Super Tax
–
6.7
– 6.7
Inkomstenbelast.
–
27.0
– 27.0
Directe bel
4.5
33.7
– 29.2
Algemeen totaal..
8.9
35.2
– 24.7
Aangezien sommige dezer veranderingen niet on-
middellijk van kracht zullen worden, zullen zij dit
jaar niet ten volle worden gevoeld. Geraamd wordt,
dat over een volledig begrootingsjaar de netto-verla-
ging der belastingen ongeveer £ 32 millioen zal zijn.
Op het eerste gezicht is hier iets, waarover het hart
van den belastingbetaler zich kan verblijden, doch
voor het overige kan men wel zeggen, dat er evenveel
reden tot ergernis als tot ver!heugenis is.
In de eerste plaats heeft de Kanselier zijn toevlucht
genomen tot protectionistische rechten, ten einde zich
de benoodigde meerdere inkomsten te verschaffen.
Niet slechts worden de McKenna Duties in al
hun naaktheid weder opgelegd, doch daarbij komt een
invoerrecht op natuur- en kunst’zijde. Het is volmaakt
waar, dat dit recht zal gepaard gaan met een accijns
in het binnenland, doch de heer Ohurchill wees er
ronduit op, dat de door hem voorgestelde heffingen
een marge ten gunste der binnenlandsche industrie
zullen laten, welke marge de bedoeling heeft, de laat-
ste schadeloos te stellen voor de verminderde con-
sumptie, die op de prijsstijging als gevolg van de
nieuwe belasting zou volgen.
Naast het nieuwe en gedeeltelijk protectionistische
zijderech4 zal èen nieuw recht op hop worden inge-
voerd, waarvan ook werd toegegeven, dat het een pro-
tectionistische uitwerking heeft; voorts zal, waar
mogelijk, Imperial preference worden ingevoerd. De
wederinvoering van de McKena Duties, zoowel als
de nieuwe zijderechten, werden verdedigd op dezen
grond, dat de door hen getroffen goederen liixe-arti-
kelen zijn. Voor wat de kunstzijde aangaat gaat zelfs
deze zwakke verdediging niet op: kunstzijde-produc-
ten worden thans door breede lagen der bevolking
gebruikt. Doch indien het recht op motorrijtuigen
0
1
)
deze wijze verdedigd moet worden, waarom dan
niet een belasting geheven van de in het binnenland
geproduceerde automobielen? De opbrengst is een
zaak van maar zeer geringe beteekenis bij het betrok-
ken beginsel vergeleken en er is niet het geringste
bewijs, dat de automobielindustrie in eenigerlei op-
zicht van de het vorig jaar doorgevoerde afschaffing
der rechten heeft geleden: integendeel, het bewijs
gaat geheel in de tegengestelde richting. De zaak is
echter, dat de heer Churchill op dit punt in den
strijd met de protectionisten in zijn partij het onder-
spit heeft moeten delven.
Een concessie heeft men reeds moeten doen aan
de importeurs in het geval van het zijderecht, dat
voor goederen, andere dan de specifiek vermelde,
33/ pOt. ad
valorem zou bedragen over de
geheele
waarde van het artikel. Oorsronkelijk pasten de
douane-autoriteiten deren regel op
alle
artikelen toe, mits voor hun vervaardiging maar zijde was gebruikt.
De Treasury heeft thans aangekondigd, dat deze
geenszins te rechtvaardigen houding zal worden gewij-
zigd.
Ongetwijfeld winnen de fabrikanten van zijden
goederen iets bij het bestaan van een marge, doch de
Silk Association is geenszins voldaan en heeft reeds
aangekondigd, dat zij haar aanvrage krachtens de
Safeguarding of Iridustries Act zal doorzetten.
1)
De
fabrikanten van kunstzijde zeggen, dat er gevaar be-
staat, dat een veelbelovende industrie, die er iets
toe bijdroeg de depressie in de oude textielindustrie
te compenseeren, van haar expansievermogen zal wor-
den beroofd, terwijl
de vervaardigers van zekere spe-
ciale goederen, als zijden garens, beweren, dat de
eenige uitwerking zal bestaan in een vermeerdering
hunner moeilijkheden. Het behoeft geen betoog, dat
de nieuwe belasting onder de vrouwen niet populair
is en dat, indien de heer Churchill had gewenscht het
publiek nu eens juist te laten zien, wat de werking
van een tarief is, ‘hij geen beter middel kon hebben
uitgekozen.
De verlaging van de inkomstenbelasting is natuur-
lijk zeer populair. De heffingsvoet wordt met six-
pence per Pond verminderd van 4 tot 4 ah., terwijl
bovendien de aftrek voor inkomen uit arbeid wordt
verhoogd van
1/10
met een maximum aftrek van £ 200
tot
1/
met een maximum aftrek van £ 250. Voor de
lagere inkomens beteekent ‘dit een aanzienlijke be-
lastingverlaging.
In de zakenwereld is in het algemeen echter weinig
dankbaarheid te bespeuren. Wat de Kanselier in po-pulariteit wint door verlaging van de supertax, ver-
liest hij door de verhooging der successierechten in
bijna gelijken (ymvang, doch de werkelijke moeilijk-
heid schuilt in het nieuwe pensioenstelsel, dat een
betaling van 4 d. per manneljjken en 2 d. per vrou-welijken arbeider met zich brengt, zoowel van den
werkgever als van den werknemer. In sommige geval-len zullen de hieruit voortvloeiende jaarlijksche lasten
inderdaad zeer zwaar zijn, b.v. lbij de spoorwegen.
Gegegeven de depressie in het
bedrijfsleven
wordt
met nadruk betoogd, dat dit wel de allerslechtste tijd
is, om een kostbaar plan in te voeren, dat tot uit-
werking heeft alle voordeelen, voortvloeiende uit de
verlaging der inkomsten- en supertax, te niet te doen.
Voeg hierbij, dat de terugkeer tot den gouden stan-daaid het tegendeel van populair is bij de industrie,
welke een hooger bankdisconto vreest, dat het pen-
sioenplan bij ‘de Arbeiderspartij impopulair is, aan-
gezien het een verplichte bijdrage met zich brengt
en men kan zien, dat de heer Churchill wel eenigen
moed vertoond heeft.
Slechts de protectionisten zijn verheugd, doch wat
valt te zeggen van een vrjhandelaar, die zijn beste
beschermers onder zijn fiscale tegenstanders aantreft?
T. E. GREOORY.
AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groohandelsprijzen. –
Een verdere
aanzienlijke
daling in de groothandels-
prijzen gedurende de afgeloopen maand heeft het
totaal
indexcijfer,
dat in Maart reeds met 92 punten
daalde, thans weder met 130 punten doen vermin-
deren. Het bedraagt nu 4550 tegen 4680 een maand
geleden. Alle groepen droegen in meerdere of mindere
mate hiertoe bij,
terwijl
slechts
vijf
artikelen in de
tweede hieronder volgende tabel een opwaartache
richting vertoonen.
De volgende aan “The Economist” ontleende tabel
vertoont de
wijzigingen
in iedere groep afzonderlijk
en in het totaalcijfer.
In de eerste groep had een verdere daling in alle graansoorten plaats, doch deze werd tot op zekere
hoogte te niet gedaan door een seizoenstijging in
aardappelen. Boter was voor het grootste gedeelte aansprakelijk voor de stijging in de groep ,,andere
voedings- en genotmiddelen”, hoewel thee en suiker
eveneens lager waren. Het kenmerk van de weef-
–
1)
[Zie
p. 124 in
liet No. van 11 Februari 11. – Eed.]
386
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
–
Dato
Granen
en
oleesch
Andere
voe-
ding,-
en ge-
nolm.
Wee!-
stoffen
Dcl!-
stoffen
Dive,-
sen: oliën,
hout,
rubber,
enz.
Totaal
Alge-
meen
index.
cijfer;
Basis (gemidd.
–
1901-5) …
500 300 500
400 500
2200
100,0
EindeJuli1914
579
352
616*
4
64*
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
782*
1848
903
1389*
6212
282,6
Dec.1922
861
706
1184*
705
807*
4264
193,8
Dec.1923
853
8
1
5*
1
3
82
* 774
755
4580 208,2
Apr.1924
904
802*
1364 788
778*
4637 210,8
Mei
,,
912
7
30*
1
357*
753
774
4527 205
1
8
Juni
914
736*
1347
764
769*
4531
205,9
Juli
,,
951
*
732
1
42
3*
.
777
773
4657 211,7
it
Aug.
,,
941
1
385*
781
774
4626
210,3
Sept.
1003
777J
1
395*
762
*
7
9
0
*
4729
214,9
Oct.
,,
1
0
2
7*
786*
1442*
78
2
*
808
4847
220,3
Nov.
1009
801*
1424
797
801* 4833
219,7
Dec.
,,
992
7
89*
1452
815
*
806
4855
220,7
Jan.1925
1020
763
1404
78
2
*
798
*
4768
216,7
Febr.
1001
769
1436
*
780
785*
4772
216,9
Mrt.
,,
f959
746
1434
76
0*
7
80*
4680
212,7
Apr.
,,
944
724*
1362
743
776*
4550
206,8
stoffengroep was een scherpe daling in Egyptische,
katoen, doch deze werd voor een deel opgeheven
door een aanzienlijke stijging in jute. Amerikaansche
katoen en katoenen garens en
–
doekprijzen waren
lager en in de wolprijzen vond – een verdere daling
plaats, terwijl vlas en hennep ook een weinig daalden.
De voornaamste wijziging in de deifstoffengroep was
een daling in lood. In de diversengroep waren de
schommelingen gering.
De volgende tabel geeft de wijzigingen voor de
verschillende artikelen aan, in vergelijking met einde
Maart, waarbij de gemiddelde prijs gedurendé
1901-’05
gelijk
50
is gesteld.
–
.JI
0
I:nI
ÏiIT
t
Tarwe (btl.
1025
-12
Katoen(Am.)
118
-10
Koper
55
–
6
(Eng.)
Meel
Gerst
Haver
Aardapp.
Rijst
Rundvl.
Schapenvl.
Varkensvl.
Gran.
en
vi.
Thee
Koffie
Rietsuiker
Bietsuiker
Boter
1
Fabak
11165
936 98 825
76
1315
109
74 92
546
944
–
6
–
4
–
4
–
2
+19
— 16
+
1
…
–
55
–15
,,
(Egypt.)
Garen
–
Laken
Wol (Eng.)
(Austr.)
ZiÏde
Vlas
Hennep
jute
Weefstoffen Ruw-Ijzer
Stalen rails Ilz. staven
lolen (st.)
(huisbr .)
Lod
2095
132 132 159 134
94
140
67
1765
-‘
— 9
–
4s
–
5
._ 45
-10
–
65
+23
Delfstoff.
Hout (Baltisch)
Hout
(Amerik.)
Leder
Petroleum
Oliën
Oliezaden
Talk
Indigo
Soda
Rubber
Diversen
Totaal
T
-17
6
iois
80
60
6
100
76
5
90
725
90
85
5
196
—
–
25
+.
— 15
,–
6
1362
72
TiT
144
6
1135
119
i
T
…
–
1
–
5
136
…
83
75
89′
129
85
6
135
-1
…
–
3
…
-13
4.550
-130
And. voed.
I
Tin
955
–
en genotrn.I
724
5
-216
Deze veranderingen hebben de stijging boven het
voôroorlogsniveau doen afnemen van
82,5
tot’
77,4
pOt., hetgeen blijkt uit onderstaande tabel:
Granen
voe-
”.
–
Daia
v1′
sch
ing3:
stoffen
stoffen
ho
Totaal
Andere
Div
e
,-
d
Werf-
De!!-
oi,en,
noIm.
rubber,
enz.
ut,
Juli
1914
100
100
100
100
100
100
December
1918
226
222
293
186
241
236
December
1922..
149
200
193
152
146
166,2
December
1923
148
231
225
167
136
178,6
April
1924
156
228
221
170
141
180,8
Juni
,…….158
210
219
164
139
176,6
Juli’
,…….164
208
23r
167
140
181,6
Mei
,…….157
208
220
162
140
176,5
Augustus,.
….
..162
211
225
168
140
180,4
September
,…….173
221
226
164
143
184,4
October
,…….177
224
234
169
146
189,0
Januari
1925
176
217
228
168
144
185,9
lJ oveinber
,…….174
228
231
172
145
188,4
December
,…….171
224
235
175
146
189,3
l?ebruari
,…….173
219
233
168
142
196,0
Vlaart
,…….166
212
232
164
141
182,5
April
,……163
206
221
160
140
177,4
Hieronder laten wij nog volgen een overzicht de
indexeijfers
–
in eenige der voornaamste landen.
1)
Bureau of Labour.
2)
Frankfurter Zeitung. Sederijanua1924ge-
baseerd op 100 artikelen in plaats van op 98.
3)
Sedert 1922 gebaseerd op 48 artikelen in plaats van op 53.
) Sedert October 1923:
Juli
1914=100.
5)
Midden 1914.
Wat het cijfer voor Nederland betreft, merkt het
Oentraad-Bureau voor de Statistiek op, dat de daling
van het algemeen indexcijfer in Maart
1925
in ver-
gelijking met Februari
1925
voornamelijk voor rekening
‘komt van een groot aantal voedingsmiddelen en
grootendeels door de daling van seizoenartikelen
–
1
(eenige zuivel- en landhouwproducten) wordt be-
heerscht.
Tegenover een prijsdaling van
21
artikelen met in
totaal
193
punten, staat een prijsstijging van 11
artikelen met in totaal
45
punten.
Met
10
en meer punten daalden de artikelen tarwe
en erwten (elk met
10
punten), maïs
(12),
rijst
(13),
‘thee
(22),
eieren
(27)
en melk
(31).
Daarentegen
stegen met meer dan 10 punten de artikelen: katoen
(11)
en aardappelen
(16).
•
Algemeen .
Gem. pon-
Herleid
Dat
index-cijfer
denkoers
algemeen
um
–
van ,the
over de
index- Economist”
af g. maand
cijfer
Januari
1914 …… ..119,2
12,11%
119,6
December 1918…..
277,0
11,19
256,6
December 1922 ……193,8
11,5534
185,3
December 1923 ……208,2
11,47
197,7
April
1924 …….210,8
11,69
204,0
Mei
,. ……
205,8
11,67
198,8
Juni
,………205,9
11,55
196,9 –
Juli
,. ……
211,7
11,52
201,9
Augustus
,…….- 210,3
11,59
201,8
September
,. ……
214,9
11,61
206,5
October
,……..220,3
11,50
209,7
November
,……..219,7
11,50
209,2
December
,………220,7
11,59
211,7
Januari
1925……216,7
11,81
211,0
Februari
,. ……
216,9
11,89
213,5
Maart
,……..212,7
11,94
210,2
April
,. ……
206,8
11,99
205,3
Sukerproductie der wereld.
-De Heeren
Willett & 0-ray te New
York
hebben hunne raming
voor den Wereldsuikeroogst voor
1924/25
d.d.
9
April
als volgt gewijzigd:
Raming Opbrengst
1.924125
1923/24
Tons
Tons
.
93.953
144.664′
–
450
2.500
464.000
399-975
590.000
626.279
7.200
2.332
4.724.714 4.066.642
– 50.000
‘
52.045 53.000
44.109
42.600
33.431 –
13.000
7.860
13.000
10.196
9.000 –
4.488-
6.060.917
5.394.521
(/2
N
0
U
44
z
0
.5
6
C
Z
1913
100
lOOS
100
100
6
)
100
6
)
100
100
100
Novemb. 1918
206
358
438
…
…
367
392
214
H
t
272
591
679
…
325
366
297
322
Decemb. 1922
156
362
580
…
175
163
155
183
oogs e
Mei)
(Apr.)
(Apr.)
(Jan.)
(Juni)
(Juli)
(Mrt.)
Decemb. 1923
151
458
577
140
183
160
154
211
Maart
1924
150
499
579
145
181
162155
206
April
148
450
579
146
180
161
154
207
Mei
147
458
571
138
178
160
153
205
Juni
,
145
465
565
130
173
158
151
200
Juli
,
147
481
567
131
171
157
151
195
Augustus ,,
150
477
572
132
170
160
151
200
September,
149
486
580
138
169
163
158
207
October
,,
152
497
602
138
169
167
161
213
November,,
153
503
621
141
170
167
161
214
Decemb.
,,
157
-507
640
145
171
168
160
214
Januari
1925
160
514
657
145
171
169
160
Februari
,
161
515
660
144
170
169
158
rvlaart
,,
161
513
…
144
170
168
155
R
iets u ik er.
Noord-Amerika:
:rouisiana ………….
Texas
.
…………….
Porto-Rico …………
Hawaii Eilanden ……
West-Indië:
Virginia Eilanden
Cuba
……………..
Britseh West-indië
Trinidad …………..
]3arbados ………….
Jamaïca …………..
– Antigua ……………
St. Kitts …………..
Oyei-ige Eilanden ……
6.060.917
5.394.521
]3’ransch Test.Indi
e
:
Martinique …………
23.000
17.110
Guadeloupe ……….
.
34.000
27.548
San i)omingo ……….
240.000
229.373
Haïti ……………..
7.000
5.800
Mexico
……………
165.000
160.932
Centraal-Amerika:
–
Guatemala …………
24.000 20.850
OverigCentraal-Amerika
65.000
55.281
Zuid-Amerika:
D,emerara ………….
100.000 95.494
Suriname ………….
10.200
10682
Venezuela, uitvoer ..
19.000 17.488
Ecuador
……………
18.700
13.662
Peru
……………..
300.000
326.352
Argentinië …………
240.000 249.162
]3razilië.
……………
500.000 425.000
Totaal in Amerika.. 7.806.817 7.055.255
Azië:
j3ritsch-Iudi6 ………… 2.537.000
3.317.000
Java ……………….1.977.000
1.771.772
Formosa en Japan …….460.000
448.736
Philippijnen, uitvoer
462.000
372.332
Totaal in Azië …… 5.436.000
5.909.840
Australië ……………417.500
281.859
Fidzji Eilanden ……….70.000
58.000
Totaal in Australië
en Polynesië
487.500
339.859
Afrika:
Egypte ……………..110.000
88.382
Mauritius ……………221.000
201.550
Réunion …………….43.500
44.132
Natal ………………144.196
181.571
51 ozambique ………….55.000
5
.
6.40
.
0
Totaal in A f r i k a
573.696
572.035
Europa:
Spanje………………10.629
7.871
Tot aleftietsuikerprodnclie
14.315.132 13.884.860
Beetwortelsuiker:
Europa:
Duitschiand
…………1.600.000 1.146.891
Tsjeeho-Slowakije ……..1.460.000 1.001.049
Oostenrijk …………..74.000
47.321
Hongarije…………….
200
.
000
122.588
Frankrijk…………….830.000
490.850
België ………………400.000
300.121
Holland
…………….335.000
231.923
Rusland en Ukraine……450.000
366.742
Polen ………………495.000
389.995
Zweden ………………135.000
153.890
Denemarken …………136.000
1.02.358
Italië ………………….
425.000
351.102
Spanje ………………260.000
185.063
Zwitserland …………..6.000
5.500
Bulgarije …………….40.000
26.566
Rumenië -…………….90.000
71.826
Engeland …………….21.700
13.280
Aadere lau&en ………..21,7.300
50.696
Totaal in Europa ……..7.175.000 5.057.761
Noord-Amerika ……….974.185
787.217
Canada……………….36.200
16.500
Totale Beetwortelsuikerpr. 8.185.385 5.861.478
Totaal gen. Riet- en beetw. 22.500.517 19.746.338
Geraamde vermeerdering. . 2.774.179 1.590.216
Intusachen is met betrekking tot den Oubaoogst
eene latere raming door Guma gepubliceerd, die
200.000 tons hooger is dan bovensta-ande.
De nieuwe Tsjechoslowaalcsche circu-
1
a t i eb a n. ic w e t. –
Ten vervolge op het artikel op
pagina 366 iii het vorig nummer kan thans nog
worden medegedeeld, dat het ontwerp zonder wijzi-
gingen inmiddels defmitief is aangenomen. De in-
schrijving op de aandeelen aal in de eerste zomer-
maanden beginnen, terwijl het nieuwe instituut in
October wellicht zijn deuren zal openen. Als a.s.
Gouverneur noemt men den Tsjechoslowaaksehen
gedelegeerde bij den Volkenbond, Dr.
Pospisehib
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
387
De Duit-sche iS’taa.tsschuld.
-‘Hoewel
reeds eemgen tijd geledei gepubliceerd verdienen de
vç]gende cijfers nog te worden vastgelegd. Zij geven
de samenstelling der waardevaste Duitsche -Staats-
schuld per 31 December
1924,
zooals die door de
Regeering in haar ,,Anleihedenkschrif t” voor
1924
is medegedeeld.
DoUnrschntkistbiljcfien van
1923,
O)
15 April
:iisr.
1926 vervallende, ten bedrage van $46.443.010
belasten het Rijk niet meer, daar de uit hei.i
–
voortvloeiende verplidhting door de Reichsbank
als contraprestatie voor het haar i’erleende bil-
jettenprivilege is overgenomen.
Goldanleihe-sohatkistbiljctten
van 1923, op
2 Sept. 1935 vervallende; maximaal uitgegeven
R.M. 491.100.309, afgelost tot op ce. 8,8 mill.
OM. kleine en 15,8 mill. groote, van coupons
voorziene stukken, in totaal …………..24.630.391
–
1923-er ,S’ciLatkistbiljettefl
van 1923, verval-
lende op 1 December 1.932, uitgegeven als dek-
ki Lig van i.ioodgelcl tot een maximum van
OM. 184.136.127, teruggekocht behalve
.
……1.436.31.6
Goud-K-Sc1ct/cistbiljetten
van 1923, uitloot-haar, maximale uitgifte 11.203.200 G.M. (exc.
de in :l-schatkisthiljetten onigeruilde stuk-
– ken), teruggekocht behalve ……………..1.439.050
E-iS’ckatkistbiljeitcn,
renteloos, in cliie series
uitgegeven, met halfj;iarlijksche aflossing in
vier gelijke deden der nominale bedragen
is
100, 105, 110 en 115 pCt. De aflossing der eer-
ste serie is op 1 Oct. 1024 begonnen, waardoor
het hiervan uitstaaticle bedrag van 147,4 tot
114,67 millioen daalde, bij de derde op 1 Jan.
1925 (uitstaand bedrag °p 31 Dec. 1924 178,30
mnill. CM.), bij de tweede (uitstaand bedrag
24,19 mill. OM)
01)
1 April 1925 Totaal uit-
staand bedrag op 31 Dec. 1924 ………….317.224.227
Rententianlc-ercdict,
thans geheel renteloos.
Aflossing vanaf 1 Januari 1925 niet 60 mill.
– EM. per jaar en bovendien, niet liet aandeel
t
van het Rijk in de winst van de Reichsiank ….200.000.000
&hufd bij de Rcihsban1c,
voortvloeiende uit
de actie tot steun van de mark in het voor-
jaar van 1923. Bij overecidromst van 5 Juli
1
1,924 is deze schuld in tweeën veicleeld: 100
millioen R.M. ouopzegbaar,.50 jaar lang 2 pOt.
rente dlragedide, terug te betalen bij liquidatie
der Reic-hsban-k, op
ZijÎ.I
vroegst 01) 1 Oct. 1974;
verder 135.51 mifl. R.M., velke in 15 gelijke
jaarlijksehe teruiïjiieu, ingaande 1
3
an. 1925,
moeten worden afgelost, ouder betaling van
3 pOt, rente over liet nog uitstiande be-
drag. Totaal …………………………..235.51.0.013
Dawes-leening,
7 pOt. rente dragende, half-
jaarlijksch betaalbaar, voor de eerste maal 15
April 1025. Aflossing iii 25 jaar,
01) ZU
laatst
IS Oct. 1940 (opbrengst 803.01 mill. OM.,
Om’-
kostci’i 0.44 rnill. O.’M., ii) Du.itschiaiicl ter be-
reiking van ccii zuivere opbrengst van 800
mnill. OM. derhalve nog £ 360.000 onder te
brengen). Nominaal be:lrag $110 mill., £21,36
miiill., 1.5 umlIl. Zwitsci-selie fraiics, 25,50 mill.
Zwee:lsclie kronen, 100 rimill. lire, omgerekend
tegen den gemirklelden koers voor telegrafische
ii itbetali ngn ………………………..944.100.200
Totaal ……2.724.349.108
Bij
deze opstelling ‘is dus geen rekening ghoude.n.
met liet becliag, waarmede cle oude schnl cl en ria hun
,,Aufwertung” zulieu worden afgelost. Volgens de
oorspronkeli-ke reg
–
eeriiigsvoo.rstellen beliep dit joncl
l33.
milliarci Allk. De totale schuld zou dan rond
6,2
– ni]liard Mk. bedragen. Ter vergelijking moge dienen,
‘-nat. cle Nede.rlanclsche geconsolicleer-de en viotteodc
schulden – deze laatste onder aftrek van daar tegen-
overstaancle vorderingen – per ii esp. 7 Jan uari Ii.
in totaal
3.124
millioen gulden. bedroegen.
1
I-[arstel von. den (Jouclen ,S’tanciaard i’
n
N cd cr1
a n d. –
in de-zitting der 2e Kamer van Dinsda.g 28 April 1.1. heeft Minister
Oolijni
liet voi-
gencle medegedeeld:
Mijnheer de Voorzitter
1
ik stel liet zeer op prijs, dat ii
i) Hand. 2e K. 1924/1925, bldz. 2020.
388.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
nij de ge1egenhid hebt willen geven om van deze plaats
een mededeeling te doen mét betrekking tot een belangrijken
maatregel op het gebied van het internationaal betalings-
verkeer. – t
In de eerste plaats breng ik ter kennis van de Kamer,
dat met ingang van morgen,
29
April, •de Minister van.
Arbeid, Handel en Nijverheid, ingevolge de wet van 1 Sep-
tember
1917
(Staetsblscl
No.
578),
tot nadere aankondiging
dispensatie heef.t verleend:
lo. van het verbod tot uitvoer van goud, vallende onder’
het uitvoerverbod van alle metalen in elken vorm, inge-
steid bij Koninklijk besluit van 7 April
1917,
($taatsblad
No. 279);
20.
van het verbod tot rttvoer van gouden munt en
muntmaterisa], ingesteld bij Koninklijk besluit van
8
Augustus
1914
(Staetsblad
No. 403),
terwijl tevens maatregelen zijn genomen, ten einde door
intrekking van de evengenoemde Koninklijke besluiten den
door de dispensatie ingetreden voorloopigen toestand te
bestendigen.
In verband daarmede zal de Nederlaad.scbe Bank van af
29
April zich weer kunnen houden aan haar verklaring
van
1903,
die in
1914
door de uitvaardiging van het uitvoer-
verbod buiten werking werd gesteld. Deze verklaring luidt:
,,De directie der Nederlan-d.sche Bank verbindt zich
tegenover
–
de Regeering tot handhaving en voortzetting
van de tot dusver door haar gevoerde goudpolitiek, door
hij stijging van cle wisselkoersen op het buitenland boven
de pariteit der goudwaarde, haren goudvoorraad zoolang
zij daartoe bij machte zal zijn, voor uitvoer beschikbaar
te blijven stellen op den voet van
f
1653,44
per kilogram
fijn voor baren en tot hiermede overeenkomstige prijzen voor gouden muntspecin.”
Ik kan hieraan toevoegen, dat met ingang van denzelf-
den datum Nederla.ndsch-Indië, benevens Engeland, Aus-
tralië en NieurZeeland een maatregel van gelijke strek-
king nemen.
Ter nadere toelichting van den gang van zaken vestig
ik er cle aandacht op, dat cle Nederlanclsche Bank derhalve
evenals vroeger in het algemeen geen gouden tientjes of
vijfjes beschikbaar -zal stellen voor het binneniandsch vers’
keer. Voor export naar het buitenland echter zal- zij haar
goudvoorraad beschikbaar houden tegen betaling van
f
1653,44
per kilogram fijn voor baren, en tot hiermede
overeenkomende prijzen voor gouden munten. Tot goud af gif te voor export stelt zij zich echter niet voor, eerder
over te gaan dan, wanneer de wisselkoersen boven goud-
pariteit zijn gestegen. Aangezien thans alleen de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, Engeland, Australië en Nieuw-Zeeland, benevens Nederlandsch-Indië, onvoorwaardelijk tot den gouden stan-
daard zullen zijn teruggekeerd, zal d.e Neclerlandsche Bank
voorshands tot het bepalen van het oogenblik of tot goud-
af gif te overgegaafl zal worden, alleen rekening houden met
de wisselkoersen op deze landen, en niet met de koersen
op die landen, die den in- en uitvoer van goud nog beperkt
hebben en dus den gouden standaard nog niet volledig
hebben ingevoerd en wier valuta derhalve voorloopig nog
geen onafhankelijke vaste goudwaarde of goudpariteit heel t. De Nederlandsche. Bank zal zich bij afgifte van goud voor
export de bevoegdheid voorbehouden contröle te oefenen op
de verzending.
Denieu.we goudpuntenop New York
e n L o n ci e n. –
Van deskundige zijde ontvangen wij
enkele berekeningen over de nieuwe goudpunten,
waartusschen $ en £ koers zich, nu de gouden
standaard is hersteld, ongeveer zullen bewegen. Op
dit – ongeveer dient wel de nadruk te worden gelegd,
aangezien de ligging der punten betrekkelijk weinig
vast is. Door de verschillen in slijtage (indien het
gemunt goud betreft), in vracht, in renteverlies zal
immers thans, evenals v56r den oorlog, de eene goud-
zending soms een paar per mille goedkooper zijn dan
-de andere, hetgeen voor ponden sterling dus ongeveer
even zoovelë centen en voor dollars ongeveer even
zoovele kwartcenten verschil uitmaken kan. –
Voor den oorlog betaalde de Nederlandsche Bank
f
1650.— voor gemunt en
f
1648.— voor ongemunt goud. Nemen wij aan, dat zij, thans voor gemunt zoo-wel als ongemunt
f
1648.— biadt, dan komt men voor
‘de berekening van het onderste goudpunt op een pan-
teit van circa 241
7
/8. Hiervan moet nog af een kleinig-
heid wegens differeiatie in ,,opvatting” van de Amen-
kaansche wet en de Nederlandsche Bank betreffende
het gehalte, hetgeen door de Amerikaansche wet op
900/1000, en door de Nederlandsche Bank op 89934/1000
wordt aangenomen; voorts eveneens een kleinigheid
wegens
slijtage,
waardoor 247h gereduceerd wordt
tot den
prijs
van 247Y8. Eenzelfde reductie ontstaat
bij verscheping van baren, aangezien in Amerika hier-
voor een extraatje in rekening gebracht wordt. –
Voor invoer van eagles krijgen wij dus, indien de
Nederlandsche Bank
f
1648.— betaalt, een
prijs
per
dollar van ca. 247h ; af onkosten: gehalte-verschil,
slijtage, vracht, assurantie, interest, kleine kosten
enz.: circa
19’8,
blijft
2464. –
In tegenstelling tot den prijs, dien de Bank voor
goud betaalt, staat die, waartegen,, zij het afgeeft,
officieel vast, ni.
f
1653.44 per KO-.
fijn.
Hiermede
correspondeert een.pariteit van ca. 248%, zoodat het
bovenste goudpunt, onder bijtelling van onkosten,
vracht, assurantie etc. ongeveer op’ 250k uitkomt.
Deze beide
prijzen
kunnen dus als de goudpunten
beschouwd worden onder alle mogelijke reserve, aan-
gezien alle soorten van kôsten elkeri keer niet onbe-
langrijk kunnen verschillen.
Voor ponden sterling is het minder gemakkelijk,
nauwkeurigte
zijn.
Nemen
wij
aan, gezien de Engelsche
getrouwheid aan traditie, dat de Bank of England
nog steeds Sh. 77/9 per ounce standard, d.i. 31.1035
gram goud
11
/2
gehalte, betaalt; de verkoopprijs is
op Sh. 77/1034 vastgesteld.
Bij
7719 vindt men, .dat
men voor een KG. goud £
–
136.35. maken kan, en
aangezien dat hier
f
1653.44 kost, komen
wij
dan
noor den
prijs
van een pond sterling op circa
12.12%. De muntpariteit is circa 2 cent lager, maar
men moet dan weer rekening houden met verlies voor
slijtage enz. De kosten verschillen niet noemenswaard
met vôôr – den oorlog (ca. 2 per mille) zoodat het
bovenste goudpunt nog op circa 12.15 ligt.
Voor goudinvoer moet men rekening houden met
den prijs van
77/1034,
diende Bank of England vraagt,
en
f
1648.— dien de Nederlandsche Bank geeft. 77/1054
is circa 154 per mille duurder dan 77/9,
f
1648.–
is circa 3.3 per mille minder voor de opbrengst dan
1653.44, hetgeen te zamen
–
een verschil van 4.8 per
mille geeft over 12.12%, uitmakend 5Y
8
cent. Van
12.12% moet dus 5Y8 ceiit in mindering gebracht
worden = 12,0634; minus kosten komt men op on-
geveer 12.0434.
Indien. de Nederlandsche Bank zelf, de goud-arbi-
trage ter hand mocht nemen, zal met renteverlies
op goudverschepingen niet meer gerekend behoeven
te worden, hetgeen speciaal op den dollar van in-
vloed is. Het benedenste goudpunt zal daardoor ca.
94
cent hooger, hét bovenste ca.
94
cent lager komen
to
liggen. –
De dekking der’ Currenc.y notes.
– Een
van de in’ Engeland nog te treffen maatregelen
op monetair ‘gebied is de overdracht der Currency
notes-circulatie aan de Bank of England. De advi-
seurs der Regeering hebben echter, naar uit hun
hierachter afgedrukt rapport
blijkt,
aangeraden, hier-
tée vooralsnog niet over te gaan, doch eerst de uit-
werking der dezer dagen getroffen maatregelen tot
herstel van den gouden standaard op den centralen
goudvoorraad en den ficudiairen omloop af te wachten.
Intusschen heeft Minister Churchill, ten einde den
goudvoorraad in den meest mobielen vorm te con-
centreeren, de £ 27.000.000 goud, welke de Treasury
als dekking der Currency notes aanhield, aan de
Bank of England overgedragen in ruil voor bank-
biljetten. De dekking der notes bestaat thans dus,
behalve uit £ 7.000.000 zilver en een gering tegoed
bij de Bank of England, uit bankbiljetten en
,,Government Securities”.
Het geheele bedrag der notes is niet in circulatie;
vandaar, dat het – totaal- der voornaamste twee dek-
kingsposten, die men met – de notes in circulatie ge-
6
Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
389
regeld onder de bankstaten in dit blad vermeld vindt,
het bedrag dezer laatste eenigszins overtreft.
Het herstel van den Gouden Stan-
(1
a a r d i is E
is
g e 1 a is d. – Op
denzelfden dag, dat
Minister Churchill in het Lagerhuis den terugkeer
van Engeland tot den gouden standaard aankondig-
de, is het eenstemmig rapport (Omd.
2393)
versche-
nen van het ,,Committee on the Currency and Bank
of England Note Issues”, welke commissie de Regee-
ring in deze aangelegenheid van advies heeft gediend
en welk advies, naar de Minister mededeelde, ,,H.
M.
Government are intending to follow in every respect”.’)
De commissie was op 10 Juni
1924
door den toen-
rnaligen Kanselier van de Schatkist, den heer Philip
Snowden,- benoemd, om ,,te overwegen, of het tijdstip
thans gekomen is, de Ourrency Notes-circulatie met die van de Bank of England samen te smelten en in-
dien idit het geval is, op welke wijze en onder welke
voorwaarden deze samensmelting moet worden uit-
gevoerd”. De commissie beetond uit den heer Austen
Chamberlain, voorzitter, Sir John (thans Lord) Brad-
bury, den heer Gaspard Parrer, Sir
0.
E. Niemeyer
en Prof. A.
C.
Pigou. De heer Chamberlain trad af,
toen hij Minister van Buitenlandsche Zaken werd.
De commissie hield
9
vergaderingen en hoorde
13
per-
sonen, waaronder den Governor van de Bank
of
Eng-
land, den heer Mc.Kerina, Sir Robert Home, Prof.
Cannan, Sir Geosge Paish, den heer Keynes en ver-
tegenwoordigens van de Olearing Banks, de Asso-
ciation of British Chambers of Commerce, en de
Pederation of British Industries. Na een drietal in-
leidende paragrafen luidt het rapport der commissie
als volgt:
4. ,,Het natuurlijk uitgangspunt van ons onderzoek was de
aanbeveling van het ,,Coxnmittee on Currency and Foreign
Exohanges after the War” (het Cunliffe Com.mittee), dat
de Currency Notes-circulatie zou worden overgedragen aan
de Bank of England, wanneer, krachtens de ervaring met
een vrije gouduitvoerinarkt opgedaan, zou vastetaan, welke
1 idueiaire circulatie vereenigbaar ie met de handhaving van
een centralen goudvoorraad van 150 millioen pond.
5. Deze voorwaarden zijn nog niet vervuld en wij hebben
het noodzakelijk gevonden, wat vollediger in te gaan op de
vragen, of terugkeer tot den gouden standaard op grond-
slag van den voor-oorlogssovereign onder de huidige omstan-
digheden niet minstens even wenscheljk is, als ten tijde
van het rapport van het Cunliffe Committee en zoo ja, hoe
en wanneer de vereischte stappen moeten worden genomen,
om dien terugkeer te volbrengen.
6. De alternatieven zijn:
Terugkeer tot den gouden standaard op den grond-
slag van een gedevalueerden sovereign, d.w.z. herstel van
een Vrije goudmarkt met een eenheid van denzeifden naam,
doch van minder goudgehalte dan de voor-oorlogseenheid, en
te trachten een anderen grondslag dan het goud voor
de geldeenheid te vinden.
7. Het eerste behoeft – nu de wisselkoersen nog slechts
enkele perceaten van de voor-oorlogspariteit zijn – niet
èrnstig overwogen te worden. Naar onze meening is het
nooit een politiek geweest, welke het Vereenigd Koninkrijk
zou hebben kunnen aanvaarden.
8. Het tweede, in den vorm van voorstellen, het algemeene
goederenprijsniveau als regulator van het gelciwezen in cle
1)
Een afwijking van principieele beteekenis heeft de
Regeering zich intusschen veroorloofd. Een verplichting tot
aankoop van goud tegen vasten prijs (rapport § 44) is aan de
Bank of England nl. niet opgelegd. Slechts moet zij, doch uitsluitend in hoeveelheden van minstens 400 oz., goud
£ 3.10.17 tegen biljetten beschikbaar stellen. De minimum-
waarde van het £ is hiermede op zijn goudpariteit vast-
gelegd, doch geen bepaling verplicht de Bank of England haar koopprijs van goud te verlagen, wanneer dit aan een
ernstige waardedaling onderhevig zou zijn.
Keynes (The Nation van 2 Mei 11.) acht dit punt van
zeer groot belang, aangezien het Engelsche geld aldus door
een goudwaardedaling niet behoeft te worden medegesleept,
Engeland beschermd wordt tegen een overstrooming met
goud uit de V. S. b.v. als gevolg van een langdurige periode
van goedkoop geld aldaar, terwijl voorts de deur wordt
opengelaten voor een ,,managed currency” met een minimum
waarde, bepaald door den goudverkoopprijs der Bank.
plaats van het goud te stellen, is mondeling volledig en
zorgvuldig voor ons uiteengezet. Wij behoeven bier niet de
argumenten op te sommen, waarmede het wordt onder-
steund, daar deze gepubliceerd en thans welbekend zijn.
Wij kunnen ermecle volstaan, te zeggen, dat, als practische
politiek voor den liuidigen dag, voor dit land geen alter-natief naar onze meeniug vergelijkbaar is met een terug
–
keer tot de vroegere goudpariteit van den sovereign. in
deze conclusie worden wij gesteund door de. overweldigende
meerderheid, zoowel van de meening in de financieele als
in de industrieele wereld, wier vertegenwoordigers wij ge-
hoord hebben.
Van deze 1 undamenteele stelling uitgaande, is het onze
bedoeling, ons te beperken tot een antwoord op de vragen,
wanneer en hoe dit herstel moet worden tot stand gebracht.
Toen wij, in September jl., voor de eerste maal ons
rapport begonnen te overwegen, stond de koers op New York
nog 10 It 12 pCt. beneden de goudpariteit en heerschte er
eenige bezorgdheid, of niet uit den nornialen herfstdruk een
vernieuwde depreciatie van het pond zou voortvloeien, en of
de beperking, aan de fiduciaire circulatie van Currency
Notes bij Treasury Minute van 15 December 1919 opge-
legd, gedurende cle periode tot na Kerstmis zou kunnen
worden gehandhaafd zonder omstandigheden ‘in het leven
te roepen, clie een scherpe verhooging der geldkoersen nood-
zakelijk zou maken.
Wij koesterden echter zelfs op dat oogeublik geen twij-
fel, dat Groot-Brittannië, ondanks het feit, dat haar interua-tionale financieele situatie in sommige opzichten minder tot
tevredeuhid stemt dan vIdr den oorlog, op ieder oogenblik,
dat het verstandig zou worden geacht zulks te doen, in
staat zou zijn den gouden standaard te herstellen en te
handhaven op de voor-oorlogspariteit. Ondanks speciale invloeden, welke gedurende de laat-
ste paar jaren een tegenges
–
telden invloed hebben uitgeoefend
(waarvan cle voornaamste zijn inciustrieele stagnatie en de
verstoring van den internationalen handel, voortvloeiend
uit na-oorlogsomstandigheden en het feit, dat wij rente en
aflossing van onze oorlQgsschuld aan Amerika betalen, zon-
der tot dusverre een adequate . tegenprestatie van onze
continentale debiteuren te ontvangen) is ons bestaand
exportvolumen, zoowel het zichtbare als het onzichtbare,
met het inkomen, dat wij trekken uit beleggingen in het
buitenland, ongetwijfeld nog voldoende om onze schuld aan
het buitenland te voldoen en onze noodzakelijke invoeren
te betalen en zelfs om een matig bedrag op te leveren voor
nieuwe beleggingen in het buitenland.
Onder deze omstandigheden zou een vrije goudmarkt
gemakkelijk op de voor-oorlogspariteit kunnen worden geves-
tigd en gehandhaafd, mits wij door crediet-contrôle de bio-
nenlandsche koopkracht van het pond aan zijn koerspariteit
aanpasten en onze beleggingen in het buitenland beperkten tot ons normaal exportoverschot.
Voorts waren wij overtuigd, dat de enkele aankondi-
ging, dat de bevoegdheid, den gouduitvoer te verbieden, na 31
December 1925 niet zou worden verlengd, automatisdh en
snel op het gebied van het crediet die omstandigheden in het leven zou roepen, welke noodzakelijk zouden zijn deze aan-
passing teweeg te brengen en dat de effectieve gouden
standaard -aldus zou kunnen worden hersteld zonder verder
gevaar of ongerief, dan onvermijdelijk is in iedere periode
van credietbeperking en dalende prijzen.
Te dien tijde schenen de Britsche en Amerikaansche
prijeniveaux oppervlakkig – hoewel niet met gerustheid kan
worden gepoogd, juiste conclusies te trekken uit vergelij-
king van op verschillenden grondslag samengestelde index-
cijfers – betrekkelijk goed aangepast aan den loopendn
wisselkoers en derhalve mocht verwacht worden, dat een
daling der sterlingprjzen van ongeveer 10
It
12 pCt. of een
dergelijke stijging der dollarprijzen zou moeten plaats vin-
den, voordat het evenwicht met de wisselkoersen op de voor-
oorlogspariteit kon worden verzekerd. Het vraagstuk, zooals het zich toen voordeed, was, of de voordeelen, welke aan een onmiddelljken terugkeer naar
de pariteit ongetwijfeld waren verbonden, voldoende com-
pensatie opleverden voor de inconvenienten – van tijdelijken,
hoewel, zoolang zij duurden, mogelijk van ernstigen aard
– van den omvang der deflatie, noodzakelijk om de aan-
passing teweeg te brengen, dan wel of het althans ‘voor nog
een paar maanden niet verstandiger zou zijn, een politiek
van afwachten te volgen, in de hoop, dat de dispariteit zou
verdwijnen door een stijging der Amerikaansche prijzen
(voor wekker waarschijnlijkheid toen aanwijzingen schenen
te bestaan).
Onze voorloopige conclusie was, dat de terugkeer naar
de pariteit en het herstel van de vrije goedmarkt, of-
schoon zij niet veel langer behoorden te worden uitgesteld,
390
ECONOMISCH-STATISTISdHE. BERICHTEN
6 Mei 1925
niet als een taak van zoo uiterst diitigenden aard kondea
wrden beschouwd, om een credietpo1itiek, erop berekend de
binnen] andsche prijzen omlaag te brengen, te reohtvaardi
gen, indien verwacht kon worden, dat hetzelfde practisehé
resu’taat binnen zeer weinige niaaiiden zou worden be-
reikt door een politiek, die er slechts op was gericht, te,
voorkdrnen, dat zij, parallel met ‘een stijging elders, zou-,1
den omhoog gaan.
1S..De gunstige loop vn cle dollarkoers (die thaiis slechts
1 pCt. beneden de goudpariteit •etaat) sedert September’
en het feit, dat cle aan cle 1 iduciaire circnlatie van Cur-
rency Notes opgelegde beperkingen zonder ongerief zijn
gehandhaafd, hebben echter cle situatie veranderd. Indien
de Britsche ‘binnenlajidsehe prijzen zicfh dan ook reeds’
aan cle verbeterde koers’,vaarcie van sterling haciclen aan-
gepast, zou het vraagstuk zijn opgelost en wij zijn over-
tuigcl. dat de vrije uitvoer van goud direct zon hebben’
kunnen worden hervat zonder gevaar, M voor een aanzïen-
lijlçe vermindering van onzen bestaanden goud.voorraad Ôf,
zonder het noodig te maken, tot speciale maatregelen ter
beperking van het cred’iet zijn toevlucht te nemen.
191 Het gebrekaan overeenstemming tusscheu de Britsche
en Anierikaansche gouciprijzen, dat in Septemiber bestond,
is echter niet verctweuen, hoewel het is verminderd. Wij
moeten, indien ‘cle koers hersteld wordt en gehouden op.de
voor-oorlogspariteit, er nog op voorbereid zijn, gesteld te
kui1ien worden voor een daling van het uiteindelijk prijs-
niveau hier te lande in een beteekenencien, hoewel niet zeer
grootei on’cvang, tçnzij toevalligerwijs een correspondee-
reud prijsstijging in iijnerika plaatsvindt.
Onder cle huidige omstauclighedeti is ‘dit argument tegen
oniincicielljk han’cleleud. optreden naar onze ineeniag niet
van groot gewicht. Want de aanpassing der prijsniveaux,
welke vereischt is onj cle voor-oorlogspariteit te herstellen
en te hancUiaveu, behoeft slechts 1
pCt. grooter te zijn
dair die, vereisc-lit om den wisselkoers op zijn huidig peil
tc hoeden. Indien de hiertoe no’oclige aanpassing der prijs-
niveaux wordt uitgesteld, zal iie wisselkoers onvermijdelijk
terugvallen op het niveau, dat gerechtvaardigd wordt door
cle resi. prijsniveaux – of daar beneden, aangezieil de
psychologische oorzaken, welke zijn opdrijving hebben teweeg
gebracht, dan de neiging zullen vertoonen, iii cle andere
richting te werken – en een periode van schontineleacle
prijzen zal waarschijnlijk volgen. Dcii wisselkoers toe te
staan, nu terug te vallen, niet de zekerheid, dat hij Inter
zal moeten worden verhoogd, is con kortzichtige poiit’ie’k
nïtcleelig voor handel en industrie. Indien echter deze op-‘
vatting wordt aanvaard en wij bereid zijn, het Iaoo'(çi te
bieden aan elke prijsaaiipassiiig, clie noodzakelijk kan zijn,
om den. huiciigen wisselkoers te handhaven, is er niets te
zeggen voor cle weigering, cle zeer geringe (t
Y
2
pCt.) extra-
aanpassing te aanvaarden, welke het herstel van een effec-tieven gouden standaard niet zich brengt.
De hiouctitig van: de Dominions en vroenicie landen t.o.v.
het vraagstuk van een spoedigen terugkeer tot ‘den gouden
staudatrcl is ook een overweging van gewicht. De Unie van
Zuid-Afrika heeft reeds besloten, in den loop Vat den zomer
den stap te doen. Andere Domin,ioits zullen ongetwijfeld
olize leiding volgen en zullen ‘ons, wanneer wij uitstellen, –
wellicht vôOr zijn. Hetzelfde geldt voor Nederland en Zwit-‘
serland en mogelijk voor andere Europeesche landen. Hoe-
wel cle inwisselbaarheici van het nieuwe Duitsche geld in,
g0Ud ondea de bestaande wetgeving is opgeschort, is een
lionge mate vaui stn:bili’teit ‘bereikt en de invoering van. tien volledigen gouden sttndaard – effectief en zelfs for-
meel – vindt wellicht in de naaste toekonist plaats.
De economische omstandigheden in Amerika beloven
eui periode i’nti financieele stabiliteit, aldus hot risico viii
gee’aarlijke reacties gedurende de eerste maanden eener vrije
goudniarkt vermin’derencle en cie heerschende stemming al-
daar zal waarschijnlijk gunstig werken.
23′. Wij’ bevelen derhalve aan, dat een spoed ige terugkeer
naar cle goucibasis onmiddellijk zal worden verklaard de
onherroepelijke politiek van Z.M. Regeerisig te zijn en dat
definitief zal worden te kennen gegeveui, dat ci bestiando beperkingen van den gouduitvoer, welke op 31 ])ecember
as. afloopen, niet zullen worden vernieuwd. Terzelf der
tijd moet een algemeene •veiguuning voor e*port van door
cle Bank of Englanci voor export ‘verkocht goud, worden
gegeven en de Bank moet van nu af tot dcii datum, waarop
het uitvoevverbocl afloopt,’vrijelijk daarvan gebruik maken,
wanneer de koersen beneden het normale gouduitvoerpunt
zijn en iedere claai
–
uit voortvloeiende onttrekking aan cle
rèserve in liet Banking Department volgens de tradit’io-
neele methode aanvullen. Vanaf den datum der iïankoncli-
ging tot zoocianig tijdstip, waarop de regelingen, die de
fiduciaire circulatio belieeischen, op
. grond
slag kuniien worden gesteld, moet de bestaande begre’nzitig
t
i’air-deze circulatie strikt worden gehandhaafd.
Wij zijn overtuigd, dlait clese i)oiitiek, gegeven cle loyale
1
saniel1’werking dei voornaamste institutcn, welke den oitt-
vaag van het crecliet eontroieeren, zonder gevaar door de
Bank of England kan worden doorgevoerd, zonder buiten-
landsche hulp. Zoodanige hulp zou clan ook, indien zij den
; vorm van buitenlandsche credieten aannam, welke op
al
eenigsns aanzienlijke schaal zouden w’orden aangewend
om de uitwerking dezer politiek op het crediet in het Ver-
eeuiigd Koninkrijk te verzachten, in werkelijkheid ertoe
dienen, juist die krachten tegen te werken, op itelkej iver-
king wij vooi
–
haar welslagen vertrouwen.
Anderzijds zou een aannienhijk .Anierika,anscli crecliet,
waar v an bekend is, dat het beschikbaar
is
voor gebruik in
plotselinge onvoorziene omstandigheden, de strekking heb-
ben, cle speculatie te ontnioecligen en bij te clragn tot
liet
scheppen van een algemeene atmosfeer van vertrouwen,
gunstig voor een vlotte werking Cer operatie.
De appi
–
eciatie van sterling, welke sinds Nov&ni.ber
1.924 heeft plaats gevonden, is ten dccle ht gevolg van het
geloof, dat een effectieve gouden stauiclaard hier te lande bin-
nenkort zal worden hersteld en slechts ten ‘dccle van een
vermindering van het verschil tusschen de koopkracht van
sterling en goud.
In iooverre dit vertrou,iven in de toekomst van ster-
ling de hervatting van clie norunale operaties tussehen New-
York en Londen heeft veroorloofd, welke door politieke en-
zekerheid cii wantrouwen gedurende de voorafgaande twaalf
aiaarrdeui waren onderbroken, is geen reactie te vreezen.
Er heeft echter ongetwijfeld een aanzienlijke specuula-
liie, welker omvang niet met juistheid kan worden vastge-
steld, in verbinding niet die beweging bestaan. In dezen on-
bekenden omvang kan er eeii neiging bestaan, wanneer de
pariteit is bereikt, de speculaliieve posities te realiseeren,
hetgeen een geconcentreerclen di
–
uk op den wisselkoers zal
– uitoefenen.
De geëigende bescherming tegen zulk een gevaar is gelegen in den outuvaug van cièn gouclvoorraad en iii het
(zoo noociig) resolute gebruik van dozen voorraad voor de
doeleinden, waartoe zij is verzameld.
Wij nieeuien, dat cie bestaande goudvoorraad voor ‘dit
doel ruimschoots voldoende is en dat de overtuiging, dat
er niet geaarzeld zal worden, hem te gebruiken, zelfs n,l
zou dit ceit. tijdelijke verhooging van liet ban’kcliscouto
inhouden, veel zal doen, het gevaar te voorkomen, waarop
wij hier doelen. Indien het echter nooilzakel ijk wordt ge-
acht, alle onzekerheid te voorkomen door te zorgen voor
een gouuclerocliet, zijn wij er sterk van overtuigd, dat men
hiertoe niet zijut toevlucht moet nemen, tenzij en voordat
aanzienlijke goudnitvoereu hebben plaats gevonden en
reeds
miii
n’orutu,ale uitwerking 01) de buineri]andsche motie-
taire situatie hebben en voor-het geval inderdaad op het
crediet wordt getrokken, moet liet weggeti
–
okken bedrag,
totdat liet is terugbetaald, van het geziclitspunt der geld-politiek van de Bank of England bezien, behandeld ivor-
(let) als gelijkwaardig met ccii corrcsponcleerend verlies Ilit
haar eigen goudxoorraad.
Tenzij deze voorzougsinaatregeleui worden genomen
zal liet leenen buitenslands, gelijk telkens cii telkéns ge-
beurd is, wanneer men er zijut toevlucht toe heeft geno-
men al’s geneesmiddel voor wisselkoers-moeil ijkheclen, slechts
liet kwaul verergeren tot welks genezing liet wordt aan-
gewend.
Bij liet maken dezer opmerkingen en het aaui de hand
doen dezer voorzorgsmaatregelen, moet men outs net zoo
verstaan, dat wij voorzien, dat de stappen, welke wij voor
–
stellen, Of direct moeten worden genomen, ten einde den
weg voor den terugkeer naar een vrije goudunarkt op het
einde van liet jaar voor te bereiden, Of cle feitelijke
overgang
01)
dien datum kan verwacht worden te leiden
tot een ernstig gouciverlies of een ernstige, daaruit voort-
vloeiende beperking van het binnenlandsch crediet. De
i3ritsclie ervaring niet liet herstel van den gouden standaard
na cle Fransche oorlogen, 100 jaar geleden, en de i
–
ecente
ervaring van conhinentale landen, welke ouder veel inoei-
lijker onistancliglieden stappen hebben gen ounen om h nu
geldwezen te herstellen, hebben aangetoond, dat een moe-
dige politiek in zaken het gelctivezen betreffende schijn-
baar gewel clige hincierpal en met verrassend gein ak over-
wint. Wij meenen, dat op dit puiit de geschiedenis zichzelf
herhaalt. Het is mogelijk, dat eenige tijdelijke verhooging
der gehdkoersen noodzakelijk zal zijn, om de uioodzakelijke
aanpassing van stei-lingprijzen aan het goudlpeil teweeg te
brengen. Wij zijn echter overtuigd, dat de opneniing van
het Britsehe geld onder de goudgeldstelsels der iverelcl z66
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
391
noodzakelijk i4 voor den uiteindelijken bloei va’n den Brit-
selien handel, .dat ieder tijdelijk nadeel uit cle voorzorgs-
maatregelen, noodzakelijk tot handhaving der pariteit,
indien dit zich voordoet,, vele malen zal worden gecom-
penseerd. .
Een toodanige credietbeperking als noodakeljk kan
wonden tot aanpassing van het algemeene sterlingprijs-
niveau, can een vrije goudmarkt kun zeer wel minder ciras-
tisch zijn dan die, welke vereiseht zou zijn, ten einde een
,,mhnaged” pond in de nabijheid der pariadt te handha-
ven. Indien de gouden standaard met vaste hand word,t
hersteld zal het gevaar voor vrees, dat de toekomstige
loop der wisselkoersen zal leiden tot plotselinge onttrekking
van vreen’cde saldi of vreemde beleggingegelden, worden
geöliinineerd en het risico van overmatige Britsche leenin-
gen aan vreemde landen
dat onder liet huidige rôgime onvermijdelijk is – zal worden verminderd.
Bij een vrije goudinarkt l’eid.t iedere neiging, buiten-
lands meer uit te leencti dan wij ons kunnen veroorloven,
tot een wogvloeiing van goud, die, tenzij gerodresseerd door
den verkoop van bestaande beleggingen in het buitenland,
terugwerkt op de algemeene credietsituatie te Londen op
zoodaniSe wijze, dat er een einde door wordt gemaakt lan
nieuwe buitenlandsc-he leeningen.
Onder (1e bestaande oms-Lancligeden wordt het resul-
taat van overmatige leeningen aan vreemde landen, in
plaate van een onmiddellijk gevaarsein te gevcu door zijic
uitwerking op den goudvoorraad op meer duistere wijze
weerspiegeld in de algeiiieeiie verstoring van de wissel-
koersen.
Wij zijn van meening, dat, tenzij een vrije goud-
markt wordt hersteld, het gevaar van zooda.uige ,,overlen-
ding” aan vreemde landen in de naaste toekomst aanzien-
lijk zijn zal en zich gemakkelijk een toestand kon ontwik-
kelen, waarin de druk op onze wisselkoersen, voortvloeien-
de uit ,,overlending” aan vreemde landen, een algemeene
eredietrestrictie noodzakelijk zal maken.
* *
*
Wij ‘gaan nu over tot de aanbeveling van het Cunliffe
Conrniittee ten opzichte van de sa.meuismelting der biljet-
tencirculaties. Wij hebben te overwegen of. cle overneming van de Currency Notes-circulatie door de Bank of I5ngland
moet wachten op de ervaring t.o.v. het vraagstuk der hand-
having eener minimum-goudreserve, hetzij van 150 millioen
pomi, als aanbevolen door het Cunliffe Coinnittee, of a n
v
eenig ander cijfer.
T-let is duidelijk, dat het Cunliffe Cwnittittee in zijn
rapport een veel vroegere opheffing van liet gonduitvoer-
verbod op het oog had, dan in werkelijkheid veistatidig
is gebleken en men heeft ons het denkbeeld ian de hand
gedaan, dat de samensmelting aan liet herstel van cle vrije
goudmarkt moest v000rafgaan, in plaats van daar&p te vol-
gen, ten einde aan te geven, dat de Regeeringspolitiek erop
gericht is, de pariteit te herstellen, cii ter wille van de
uitwerking van zoodanige aanwijzing op de wisselkoersen.
Indien onze aanbeveling ten aanzien van de niet-
heinieuwiug van het goud-uitvoerverhod wordt aanva ard,
houden cle argumenten, de door het Cnnliffe Comnnttee
voorgestelde volgorde der gebeurtenissen te wijzigen, op van kracht ‘te zijn en verliest de juiste datum van samen-
smel.ting het grootste deel van zijn beteekenis. Wij ver-
eenigen ons met de door het Cunliffe Committee uitgespro-
ken besliste voorkeur voor het beginsel eener vante ficlu-
ciaire circulatie en het is
01)
het oogeublik even waar als
vijf jaren geledeu, dat de permanente fiduciaire circulatie
niet kan worden vastgesteld, behalve in verband met de
w’erkelijkô omstandigheden in een vrije goiidmarkt. Het is evenmin doenlijk, wetgevende maatregelen te treffen voor
een progressieve verlaging in bepaalde stadia, töt het
definitieve cijfer wordt bereikt, daar bij ieder dezer stadia
liet proces onderhevig kan zijli’ aan onvoorziene storingen. De Treasury kan niet aan de verantwoordelijkheid voor cle
bestaande eireulatie ontsnappen ; wij twijfelen eraan, of
cle i3ank haar zal aanvaarden v&r liet oogeniblik, waal-op
cle effectieve contrôle haar ook kon worden gegeven.
In verband hiermede achten wij het noodzakelijk op
te merken, dat cle uiteindelijke otlwaug,’ zooivel vat) dun
cnntraleu goucivoorrand als van de fichiciuire eirecilatie, er
tot op zekere hoogte van moet afhangen, of, na het herstel
vati dcii gouden standaard, goud al dan niet in .grooten
ontvatig voor cle bjiineijlandsche eireulatie wordt aange-
wend.
Het cijfer van £ 150-niillioen, dat door liet Cunliffe
Comrnittee voor den goudvoori.and aan de hand is gedaan, is
op de veronderstelling gebaseerd dat het niet als zoodaiiig
zal w’orden aangevend. Ware dit wel zoo, dan zou een lager
cijfer voldoende zijn, gezien de beteekenis van het goud in circulatie als reserve in bijzondeie omstandigheden, zooals
deze aan den dag trad in 1914. Anderzijds zou
de
tetale
biljettenciinûlajtie naar evenredigheid worden verminderd en het fidueiaire deel zou, zooivel absoluut als proportio-
ifeel kleiner moeten zijn, dan wanneer er geen goud in cir-
culatie was.
– 42. Iedere aanzienlijke binnenstrooming van goud in de
binnenlanrisehe circulatie zou dus invoer van het metaal noodig maken, die in een zeer moeilijke periode een on-
noodigen druk op onze wisselkoersen zou ujtoef enen.
Wij zijn van meenin.g, dat het gebruik van goud
voor de binnenlandsehe cireulatie een luxe is, waarbuiten
wij het zeer goed kunnen stellen, en die wij ons, ie ieder
geval gedurende de volgende paar jaren, waarschijnlijk niet
kunnen veroorloven.
De ionisseling op vertoon van biljetten in gouden
munt is op zichzelf niet essentieel voor de handhaving
van den goud en standaard onder moderne omstandigheden.
Een aan de circulatiebank opgelegde verplichting goud te
koopen en te verkoopen tegen een vasten prijs, is alles
wat onder moderne omstandigheden noodzakelijk is en
indien betalingen in spectie gedurende den oorlog inderdaad
waren opgeschort geweest, zouden wij hun hervatting niet
1
hebben aanbevolen.
Het zou ons verheugen, ‘hoewel hoofdzakelijk om his-
torische en gevoelisroclenen, geen fornieele wijziging in den
bestaanden toestand te brengen, wuiurwider gouden munt
tnog wettelijk verkrijgbaar is tegen.biljetten en wij nieenen,
dat de thans ingeburgerde nationale gewoonte, papieren
geld te gebruiken, misschien voldoende kan zijn, de absorp-
tie van aanzienlijke hoeveelheden goud in de binnenlandsche
eirc-ulatie te voorkomen, mits de Joint Stock Bank.s in staat
zijn zoocianige politiek te steunen door op zich te nemen,
zich, hetzij voor zichzelf of voor hun clientèle, te onthouden
van het vragen van gouden inutiten in i
–
uil voor biljetten
1
en van het zelf aanhouden van goud en in het algemeen
door op actieve Wijze liet gebruik van goud onder hun dien-
tele tegen te gaat).
Indien er echter ednige twijfel aan bestaat, of dit
,alles doeltreffend zal zijn, zijn wij beslist van meening,
dat dodelijk stappen moeten worden genomen om bij wet-
telijk voorschrift de binnenlancisehe circulat.ie van gouden
imititen te voorkomen tot op loodanig tijdhtip, als de gi-
den standaard stevig zal zijn hersteld voor iqternationale
transacties.
Wij aneenen, dat in de toekomst onder alle oinstan-
digheden alle biljetten der Bank of England met inbegrip.
1van die van £ 1 en 10 sh., welke uiteindelijk in de plaats
zullen treden ian de Curreucy Notes, alleen bij liet hoofd-
kantoor der Bank en niet bij de filialen in gouden munt
betaalbaar moeten zijn.
In ieder geval moet de aanmunting van standard
half-sovereigas niet worden hervat.
Met .inachtnemiug van deze opmerking bevlen wij
aan, dat de politiek ten opzichte van de overdracht van de
Currency Notes-circulatie aan de Bank of England blijft
‘gelijk door het Cunliffe Committee aanbevolen. Wij moeten
er hier nog melding van maken, dat het apparaat voor de
uitgifte door de Bank of England van biljetten van £ 1
en 10 A. diet op korten termijn kan worden geïmprovi-
seerd. Wij vernemen, dat, indien de Bonk haar eigen bil-jetten zal drukken, ten minste een jaar vereisoht zal zijn, de noodzakelijke organisatie op te bouwen en waarmede moet worden gerekend, opdat een voldoende termijn aan
de Bank kan worden gelaten. Wij bevelen aan, zoo spoedig
de pariteit is hersteld, de Bank te machtigen te beginnen
met voor dit apparaat te zorgen. Wetgevende maatregelen
zullen ook noodig zijn, ten einde de Bank in staat te stel-
len, biljetten beneden £ 5 uit te geven en deze biljetten
1
wcittig betaalmiddel te maken.
Wij vervachten, dat, indien de vrije goudmarkt op
het einde van 1925 wordt hersteld, de ervaring, noodzake-
lijk voor de defitlitieve
vaststelling
van de fiduciaire cir-
culatie, op het einde van 1927 zal zijn verkregen. De over-
dracht der circulatie zou dan in het begin van 1928 kun-
nen plaatsvinden. Doelt het kan zeer wl mogelijk zij ii, deze
data in het licht der’ ervaring te vervioegen.
BRADBURY.
–
GASPARD FARRER.
0. E. NIEMEYER. A. C. PIGOU.
N. E. YOUNG, Secretaris.
5 ‘eruari 1925.
392
. ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN.
–
6 Mei 1925
BOEKAANKONDIGING.
Les Pays-Ba.s après la guerre. Essay
sur la re’percussiori de la guerre et de
l’après-guerre sur la situat’ion écO no-
?nique des Pays-Bas et de leurs coloi’&ies
par Lon Nen’ry, consul ge”ne’ral, attache’
com,m,ercial d la
le’
gation de Belgique d
la Hays; Bruxelles, Albert Dewit, La
Haye, Martinus Nijhoff, 1925.
De aanleg van ‘dezen schrijver gaat in de richting
van den essayist. Destemeer is de rijke, zakelijke in-
houd van zijn boek te waardeeren, want wie den goe-
den essay-stijl beheerscht legt zichzelf ietwat knel-
lende banden aan zoo hij ‘v66r alles erop uitblijft, een
veelheid van feiten te verzamelen en uit te stallen.
Aan de smaakvolle manier van groepeeren, die het
belangrjkste goed doet uitkomen en het min gewiëh-
tige, zonder het te verstoppen, laat op een tweede
plan, herkent men dan nog des
schrijvers
aarcl, die
eigenlijk liever zijn stof greepsgewijs zou hebben be-
nut tot een haast cijferlooze teekening van zijn onder-
werp. Dit ging hier niet; uitvoerige documentatie
mocht niet ontbreken; zij is ‘indeidaad in den breede
verstrekt en zij is het ten slotte, die dit boek zijn
beteekenis verleent; slechts in zijn zes bladzijden in-
leidende opmerkingen kon de heer Nemry, vrij van
zijn cijfer-ballast, zich even ]aten gaan.
,
In October 1923 werd de studie afgesloten. Haar
druk werd vertraagd door omstandigheden, onafhan
kelijk van des schrijvers en der uitgevers wil. Men
mag schrijver en lezers gelukkig prijzen, dat ten slotte
deze (niet nader aangeduide) omstandigheden de uit-
gave mogelijk hebben gemaakt. Hier en daar igaf deze
vertraging gelegenheid tot bijwerking ‘met gegevens
uit de jaren 1923 en 1924. Men vindt deze niet altoos
waar men ze meken zou; recente opmerkenswaardig-‘
heden uit het particuliere bankwezen (dat behandeld
wordt op hl. 51 v.v.) buy, in een noot op bl. 254
bij het hoofdstuk over de orlogs- en na-oorlogsbalans.
Doch de heer Nemry blijft gedekt door zijn mede-
deeling, dat men zijn boek moet toetsen aan den op-zet, die betrekkelijke volledigheid slechts tot en met
1922 beoogde. En hierover geeft hij inderdaad veel.
Een schets van ‘s lands financieelen toestand gaat
voorop. Hierna worden het geldstelsel en de groote
ban.ken besproken. Landbouw, visscherij, nijverheid,
handel en scheepvaart volgen. De economische poli-
tiek des rijks, zijn deelneming in particuliere onder-
nemingen van nationaal karakter en de than§ in gang
zijnde groote openbare werken worden hierna behan-
deld. De positie ‘van den gulden en wat de schrijver
aanduidt ‘als d’e oorlogs- en na-oorlogs-balans vinden
dan plaats in een tiende hoofdstuk, waarmee het eer-
ste deel (het Rijk in Europa) van 210 bladzijden be-sloten wordt. Een kleiner tweede deel (van 85 blad-
zijden) over Nederlandsch-Indië, met soortgelijke in-
deeling als het eerste maar met een afzonderlijk hoofd-
stuk over het mijnwezen, en een veel kleiner derde
deel over de West van elf bladzijden, verdeeld in twee
h’oofdstukjes, één. over Suriname en één over Curaçao,
beslaan de rest van het boek, dat voor een buitenlan-
der een ontegenzeggelijk knappe praestatie is; ook
een Nederlandsche auteur had met voeg ermee voor
den dag kunnen komen.
Toch ‘mag een enkele aanmerking niet achterwege
blijven..
Bij de bespreking van de staats-deelneming in par-
ticuliere ondernemingen van nationaal karakter, waar-
bij de participatie in het spoorwegkapitaal behandeld
wordt, had niet gezwegen mogen worden over de
sinds eenige tientallen van jaren gevolgde p’olitiek van steun aan locaalspoor- en tramwegen. Juist bij
een vertegenwôordiger van ‘het land, dat zooveel nut
wist te trekken ui’t zijn chemins de fer vicinauy, had
men belangstelling voor dit onderwerp mogen ver-
wachten.
En de lezer, wien men een hoofdstuk voorzet over
,,le bilan de la guerre et de l’après-guerre” en over
de vraag ,,y a-t-il augmentation de la richesse natio-
nale?” verwacht meer dan balansposten., verwacht
een balans inderdaad te zien
opgem.a&ct,
verwacht een
antwoord op de gestelde vraag. Bevredigd wordt hij
niet, al wordt zijn indruk, reeds gewekt door de
vraagstelling, die wat zonderling aandoet (waarom
geïnformeerd of Nederland door den oorlog ‘en zijn
gevolgen is verrijkt, waarom niet of en zoo ja in
welke mate het erdoor verarmd is?), deze dat de
schrijver neigt naar beantwoording in gunstigen zin.
Doch ‘misschien leende dat hoofdstuk, met al zijn
feiten en
cijfers,
zich niet recht
–
tot het weergeven
van wat eigenlijk des
schrijvers
slotsom is. Een ‘slot-
som, di’e zich uit cijfer-reeksen niet laat afleiden en
die eigenlijk reeds in de Introduction te lezen stond.
Zij, is aardig genoeg, ook als goed staal van Nem±y’s
schrijftrant, om hier te worden afgedrukt:
Nous demandons au lecteur – zoo heet het daar
– de vouloir bien limiter ses exigences et de voir sur’tout dans les pages qui vont suivre la volonte
de
rendre fidè-
lement la situation d’un pays neutre ayant
t
la fois bén&
1
icié et soulfert de la guerre mondiale; que les uns disent
riche, que d’autres prétendent appauvri; qu’en somme,
nous devons considérer comme un industriel
a
l’origine
trés sage et que des circonstances partiellement indépen.
dantes de sa volonté out imené
A
marcher un peu fort;
qui s’est encombré d’un outillage trop coûteux aujourd’hui,
peut.être trés utile demain; qui, & la
bis
par humanite et
par esprit de lucre, s’est trop largemen’t engagé v:is-a’vis
de ses banquiers;
qui
produit trop cher pour des clients
ruinés; alors, cependant,
qu’un
proche parent très riche,
mais sévére – la Nederlandsche Bank –
lui
buit chaque
jour
des remontrauces et l’engage
S
entrer résolument dans
in voie de ‘l’économie, tout en déclarant lui-même
qu’il
ne
déserrera les cordons de sa propre bourse
qu’S
la toute
dernière extrémité, , . .
v.
B.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
D e E c ‘o n om i s t. – ‘s-Gravenhage, Maart’ 1925.
Prof. 1. B. Cohen,
De voorstellen ‘der Staa.tscom-
missi voor het pachtvraagstuk;
Prof. Dr. J. C. Kiel-
stra, Wijzigingen in de inlandsche volkshuis’houding.
The Am’erican Eoo’omic Review. –
St. Albans, Vt., New Haven, Conn., Maart 1925.
W.
C.
Mitchell,
Quantitative analysis in economic
theory;
F. A. Fetter,
Economists and the public;
A. H. Hansen,
Factors ‘affecting ‘the trend of real
vages;
J. R. Contmons,
Stabilization of prices and
business;
T. E. Ore gory,
W’hat can central banks
really do;
J. E. Beilerby,
Some international aspects
of monetary policy. Discussion
W. F. Gephart; C. R.
Fay, London Corn market at beginnin:g of the nine-teenth century.
The Journal of Political Ec’otnomy.
– Chicago, Februari 1925.
E. Abbott,
Eniglish war statistics of pauperism;
W. Th. Morgan,
Labor’s attempt to govern Britain;
P. H. Douglas,
Amount and nature of family allow-
ances;
E. Franicel,
Present-day tendencies in Oer-
man sociali’sm;
J. A. Estey,
Stabilizing agricultural
prices;
C. L. Ben’ner,
Farm depression and credit,
1920–21. 1;
J. ‘Viner,
Tests of competitive prices of
cement.
The Economie Journal. – Londen, Maart
1925.
Prof. F. W. Taussig,
Great Britain’s foreign trade
terms after 1900;
Prof. J. E. Boyle,
The farmers and
the gra,in trade in the United States;
Prof. C. R. Fay,.
The Canadian Wheat pools;
Prof., F. Y. Edgeworth,
The revised doctrine of marginal social product;
Prof.
G.
N. Lewis,
A plan for stabilising prices;
Prof.
J. C. Sinha, Economie theorists among the servants
of John Company (1166-1806); C.
T. Brunner,
Local
variations in the birth-ratè; G.
C.’ Allen,
Recent
currency and exchange policy of Japan.
20,445 22,330
37,966e 44,111
4,905
5,006
10,804
11,388
598
578
1,917
2,086
656
641
244
239
1,468
Kwar-
49
taals-
137
opgave
132
379
93,226 91,330
260,783 278,742
3071,943 3156,970 1467,974 1386,079
66,288 63,283
325,065 419,197
2967
2
146 3184,332
1023,774 1234,415
5,112
5,010
107,527
1458,2 11
68,587
518,357
3531,890 1346,811
5,113
t’
355
106,413 119,557
296,490 333,562
3314,967 4118,454 1646,095 2495,487
68,151 69,308
486,483 438,650
3432,683 4042,067
1414,203 1774,960
4,568 ) 4,962
115,623 96,290
346,184 334000
11
3172,571 3346,369 1827,726 2066,319
69,051
69,330
447000″ 373000″
3562,615 3595,06.1
1119,280 1403,094
4,972
1
3,818
23,341 21,453 22,341
49,430 43,100 48,222
5,341
4,740
5,024
11,943
10,688
11,233
596
593
590
2,517
2,550
3,009
660
634
. 665
246
217
247
(
1,297
1
Kwartaals-
42
197
opgave
t
iaa
22,914 21,456 53,809 41,856
5,392
11,929
–
584
543
3,424
3,266
669
637
249
246
Kwartaals.
opgave
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
393
Journal des Ec6nomistes. – Parijs, 15
Februari 1925.
Yves-Guyot,
Enlizement socialiste; X., Le rapport
•du Gouverneur de la Banque de France;
W. M. J.
Willams,
L’élection générale en Grande-Bretagne
(29 octobre 1924); X. X. X., La situation financière
et économique des Etats-Unis;
J. B. Legros,
Ohro-
riique de l’inflation;
R. Doucet,
A propos du projet
do suppression du bagne;
G. de Nouvion,,
Le budget
de 1’Office national des mutilés et réformés de la
guerre;
F. Braconier,
Suggestions sur la multipli-
cation et la dépopulation de certaines espèces;
B. L.
L. E.,
La Ligue du Libre-échange (février 1925).
1 d e m. – Parijs, 15 Maart 1925.
Yves-Guyot,
Le système Pripe et l’amortisse-
mont;
N. Mondet,
Situation économique et financière
dela Grande-Bretagne en 1924;
A. Nicolsid,
Le corn-
marco extérieur de la Russie pendant l’année 1923-
1924;
J. Lef ort,.
Revue de l’Académie des sciences
morales et politiques (du 16 no’vembre 1924 au 15
février 1925); X., Ohro.nique de l’inflation;
N. Mon-
det,
Le budget au Sériat;
B. L. L. E.,
La Ligne du
iih.re-échange (mars 1.925).
Revue •d’Economie Politique. – Parijs,
Jan-Febr. 1925.
P. Meynial,
La balance des cornptes de la Franco;
A. P. de Mirimo’n,de,
Les compagnies françaises d’as-
su:rances sur la vie et les nou.velles couditions écono-
miques;
Ch. Turgeon,
Oritique de ,,l’utilité finale”:
1
J.
Dmochowslci,
Nicolas Copernic économiste.
Zeitschrift für Volks w irtsch a ft un d
S o z i al p
01 i
t i k. – Weenen, Leipzig, Bud. IV,
Heft 10-12.
N. G. 1ierson,
Das Wertproblemin der sozialisti-
sc’hen Gesëllschaft;
Dr. 0. Wein,berger,
Ma.ffeo Pan-
taleoni;
Dr G. Haberler,
Kritische Benierkungen za
Sohumpeters Geldtheorie. Zur Lhre vom ,,objekti-
ven” Tauschwert des Geldes;
Dr. R. Meister, Neue
Forschungen zur Entstehungsgeschichte der Aristo-
telisohen Politik;
Dr. L. Guberi,
Der Sozialismus
William T)hompsons;
Dr. H. Roeder,
Kritische Be-
tracht-ungen zur Bodenreform.
Jahrbücher für Natioualökonomie
u n d Statistik. – Jena, Jan.-Febr 1925.
Luffi,
Der Begriff der Arbeit;
J. Baxa,
Justus
Möser und Adam Müller. Eine vergleichende Studie.
Journal de la S ociété de Statistique
.d e P a r i s. – Parijs, Jan. 1925.
F. Ledé,
Etude stati.stique de la première dentition
(1885-1910);
M. Huber,
La statistique au congrès
international de inatihmatique de Toronto (11-16
août 1924).
Id e m. – Parijs, Februari 1925.
Ledé,
Etude statistique .de la première dentition
(1885-1910);
J. Girard,
Les ann.uaires de l’Office
central .de Statijstique de la République polonaise et la population de la Pologne.
1 d om. – Parijs, Maart 1925.
J. .Rueff,
Sur une tiiéorie de l’inflation.
De Socialistische Gids. – Amsterdam,
Maait 1925
bevat o.a.:
W. H. Vliegen,
Jhr. W. C. de Jonge;
J. Oude geest,
De sociale wetgeving, III (slot); Branting t.
Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h ie. – ‘s-Gravenhage, 15 Maart1925.
de Clercq,
De vestiging der nijverheid;
C. Wis-
lcerke,
Tsjecho-Slowa’ki.je economisch-geografisch ge-
bied;
J. H. Sebus,
Onze statistieken der binnen-
scheepvaart.
MAANDCIJFERS.
RESUMÉ UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (VOLKENBOND).
Maandgemiddelde
1
1924
1
1925
1913
1
1923
1
1924
1
Aug.
1
Sept.
I
Oct.
I
Nov.
I
Dec.
I
Jan.
I
Febr.
Productievan
24,336
23,369 22,646
steenkool
43,088 49,268 42,278
(1000
tons)
Frankrijk
1)
…….
3,404
3,978
4,916
Duitschiand
2)
….
15,842
5,185
9,902
Productievan
869 630 620
ruw
ijzer
2,601 3,392
2,634
(1000
tons)
434
442
638
Ver.
Staten ………
207
182
234
Schepen
op
Engeland ………..
1,957
1,395
1,297
stapel eind
….
148 42
42
der maand
229
111
197
(1000
tons)
4
Ver. Staten ……….
Frankrijk
3)
…….
…..
Engeland ………….
125
120
155
België ……………..
545
324
355
Import(voor
Engeland ……………
Engeland
1000
£
9)
54,931
81,473
94,975
binnenl.
Italië
………………
Duitschiand …………
Ver. Stat.
1000
$
147,932
310,785
295,850
verbruik)
Ver. Staten ………….
Frankrijk …………..
Frankrijkl000Frs.
8
)
701,778
2724,067
3344,381
Italië
1000
Lire
6
303,803
1432,431
1615,591
Export (bin-
Engeland
1000
£
9)
43,771
63,938
66,280
nenlandsche
Ver. Stat.
1000
$
204,024
340,892
374,834
producten)
Frankrijkl000Frs.
8
)
573,351
2536,049
3454,511
Italië
1000
Lire
6
209,303 923,802
1192,470
Inkiaringen
Engeland (geladen)
9)
4,089
4,257 4,614
(1000
tons)
Ver. Staten
(gel. en ballast)..
4,440
5,527
5,677
Frankrijk (geladen)
2,876 3,485
3,548
Italië(gel.enballast)
1,560 1,182 1,372
Wisselkoer.
New York op Londen
100
93.99
90.78
sen: (jaarl.of
New York op Parijs.
100
31.47
27.10.
maand.gem.)’
New York op Berlijn
100
-.
–
NewYorkopRome..
100
23.84
1
22.58
1
1
Inclusief bruinkool.
Vanaf 1919
mcl.
Elzas-Lotharingen.
Vanaf
1920
mcl.
Elzas-Lotharingen
en het Saargebied.
3]
Vanaf
1919 zonder
Elzas-
Lotharingen. Vanaf 920 zonder Elzas-Lotharingen, het Saargebied
en
de Pfalz. Vanaf
Juni 1922 zonder Pooisch
Opper-Silezië.
3]
Vanaf
1919
inclusief Elzas-Lotharingen.
41 Kwartaalcijfers
volgens
LlOyd’s
Register
of Shipping:
51
Vermindering tengevolge
van de
mijnwerkersstaking.
6]
Sedert Januari
1922 nieuwe schatting
op grond der gedeclareerde
waarden.
7]
Waarde
der genoteerde geidsoorten
in
percenten
der
6,276
6,395
6,492
5,813
5,157
4,456
–
3,747
3,846
3,951
3,548
3,409
3,243
3,021
1,422
10
1,422
10
1,399
1,399
1,399
–
–
92.46
91.66
92.20
94;72
96.49
98.26
98.07
28.32
27.48
27.10
27.34
27.98
27.96
27.36
–
–
–
99.9012 99.92
99.91
99.91
23.03
22.71
22.55
22.46
22.30
21.60
21.29
pariteit. Jaarlijksch of maandelijksch gemiddelde.
8]
Sedert Januari1921
geschiedt de waardeering van den invoer volgens de opgaven van
importeurs. Daarvoor was zij gebaseerd op officieele waardecijfers.
9] Vanaf
1
April 1923 met inbegrip van den handel van Groot-Brit-
tannië en Noord-Ierland met den lerschen vrijstaat en uitgezonderd
den buitenlandschen handel van den lerschen vrijstaat.
10]
Maandelijksch
gemiddelde op grond der kwartaalcijfers.
U]
Voorloopig cijfer.
121 Reichsmark;
1
billioen papiermark = 1 Reichsmark.
394
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N diVrsch.inR.C.
5il5Jait.’25
ZweedscheRbk’5j
Disc.Wissels. 4
15Jan.’25
Zwits. Nat. Bk. 4
16Juli
’23
Bk.
Bel.Binn.Eff.
4*15Jan.’25
N.Bk.v.Denem. 7
17 Jan. ’24
8Nov.
1
23
Javasche Baûk.
.. 420
Oct.
’24
Bank v.Noorw. 6
26Nov. ’23
Bankvan Engeland 5
5Mrt.’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 9
26Feb.’25
slowakijë.
725 Mrt. ’25
Bank v. Frankrijk7
11Dec.’24
N.Bk.v.O’rijk.11P5Apr.’25
Belgische Nat. Bnk. 5
22Jan.’23
N. Bk. v. Hong. 1127
Mrt. ’25
Fed.Res.Bank N.Y.
3*.26Feb.’25
Bank v. Italië. 8
9Mrt. ’25
Bank vanSpanje…. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 5
–
OPEN MARKT.
Amsterdam
Londen
Berlijn
New
York
t
Data
Part.
Prolon-
Part.
disconto
Part.
disc.
2
)
t
Part.
1
disc.
Cail- money
1)
disconto
gatie
(3 mnd.)
2 Mei
’25
3′,
3y,
4%
.8
3y
4
3,14
27A.-ZM.’25
3I8-/1s
3-%
4_
1
1
8
3y
4
3-4
20-25 A. ’25
33
/16
2% -3
4
5/
8
3i,
3% -4%
13-18
,,
1
25
314
2%_3
4%_
5
/,,
8
3′,,_
3%-%
28A.-3M.’24 4%_5
434-5%
-‘i
–
–
30A.-5M.’23
3h/,
–
%
3%-4
11ef
10
_2
-.
. –
4_6(
20-24Jli’14
2%-3%’
2%_%
21/
8
_3
–
11
Koers
v. 1
Mei en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
2)
Voor wissels met 30-55 dagen en met 56-90 dagen looptijd voor de
eerste categorie was Woensdag 29 April en Zaterdag 2 Mei de no-
teering 8
1
18 pCt.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Da a
New
‘
York
•)
Berlijn
S
)
Par/s
)
Brussel
S
)
Bataria’)
28 Apr. 1925
2.4911,,,
12.041
59.44
12.99
12.64
99%
29
,,
1925
2.49
5
/,
12
.06*
59.35
13.06 12.65
100
30
,,
1925
2.49/
8
12.07*
5
9.
32*
13.01
12.63*
100
1 Mei
1925
2
.
491
18
12
.0
7
*
59.30
13.08*
12.66
100
2
,
1925
. –
1
2
.07* 59.30
13.06 12.65
100
4
1925
2.4815/
1n
12.06
59.26
13.02*
12.62
100
Laagsted.w.l)
2.4871
8
12.03
59.22*12.99
12.61
99%
Hoogste d.wl)
2.497/,
12081
59.45
13.10
12.69
I100
27 Apr. 1925
2.49.,
12.04
59.40
12.95
12.62*
99%
20
,,
1925
2.50%
12.00*
59.67
13.11
12.65
Muntpariteit
2.48%
12.10
59.26
48.-
48.- 1100
5)
Noteering te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
Data
se
”
rTd
Weenen
Praag
Bo:ka-IMllaan
Madrid
28 Apr. 1925
48.4234
35.15
7.42
1.12
10.21
35.80
29
1925
48.35 35.07
1
4
7.41
1.10 10.21
35.87*
30
1925 48.321!,
35.10
7.40
1.10 10.21
36.02*
1 Mei
1925
48.30
35.07% 7.3 7j
1.11
10
.
2
3*
36.37*
2
1925
48.22%
35.0734
7.38
1.10
– –
4
1925
48.12%
35.12%
1.14
.10.24
36.35
Laagsted.w.’)
48.10
34.90
7.35
1.05
10.19
35.75
Hoogste d.w’)
48.45
35.30 7.44
1.20
10.30
36.65
27 Apr. 1925
48.40
35.20
7.42 1.12
10.21
35.771
20
,,
1925
48.47% 35.35 7.43
1.12
10.29
35.86
Muntpariteit
48.- 35.-
50.41
48.- 48.- 48.-
S)
Noteering te Amsteraam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
Data
Stock-
h
o
l
m
*)
Kopen.l
hagen
)I
Oslo’)
sing-
fors
Buenos.
Aires’)
Mon-
treal’)
28 Apr. 1925
67.35 46.40 40.65
6.27*
96
2.49
2
/8
29
1925
66.90
46.15
40.80
6.27*
96
2.491,,
30
1925
66.70
46.40
40.95
6.27*
96
2.49
1 Mei
1925
66.75
46.70
41.45
6.27*
961,
2.49
2
1925
66.55
46.55 41.45
6.27*
96%
2.49
4
1925
86.70 46.70 41.19
6.27*
968/
8
2.48
7
/8
Laagsted.w.l)
66.55
46.10
40.45
6.25
95%
2.48%
Hoogste d.wl)
67.40 46.75 42.15 6.30
96%
2.49%
27 Apr. 1925
67.30 46.30 40.70 6.30 95%
2.4934
20
,,
1925
67.55
4
6.07*
40
.
97
*
6.31
5/
8
2.50%
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.-
105
2.48%
5)
Noteering te Amsterdam.
5*)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
.
KOERSEN TE NE* YORK. (Cable).
D t
0
a
‘Londen
(3
per £)
Parijs
(3
p.100fr)
Berlijn
(p.
100 Mk.)
Amsterdam
($p.
100 gld.)
28 April
1925
4,83%
5,22
23,80
40,15
29
1925
4,84a,
5,24
23,80
40,14
30
1925
4,84%
5,23
23,80
40,12
1 Mei
1925
4,845,
5,24
23,80
.
40,13
2
1925
4,84%
5,94
.23,80
40,14
4
1925 4,851/
8
5,24 23,80 40,17
21 .April
1925
5,22
2,3,80
•
39,96
vIuntpariteit …
4,8667
19,30
23,81%
408/,
6
KOERSEN TE LONDEN
Plaatsen
en
Landen
I
Noteerings-
eenheden
18
Apr.
1925
25
Apr.’
27
Aprilj2Mei’25j
1925
I
LaagstelHoogstel
2Mei
1925
Alexandrië… Piast. p.
£
9725/
97151,, 978/,
970/
16
97
16
/
8
2
‘Bangkok … Sh. p. tiçal 1/10
1
/
8
1/101/
1
1110
2
/,
1/10
1
/
8
1/101/
8
B.
Airesly….
d.
p. $
43%
431116
43%
439,
10
43
18
1
32
Calcutta
…
Sh.
p.
rup. 115
27/
2
1/5
29
/
2
1/5
11
/1, 1/5
29
1
82
1/57/
8
Constantin.
.
Piast.
p. £
92134
922
900
925,
905
Hongkong
8h.
p. $
213a/
6
2131/
18
2/27/,
2/31/,
2131/,
Lissabon
1)
d. per
Mii.
27/
10
27/
16
2
18
/
82
215/82
‘
Mexico
……
d. per
$
26
.26
25
27
26
Montevideo’)
d. per
$
4
714
471
8
46%
47%
468%
Montreal
…
$
per
£.
4.78%
4.8l
T
8
,
9
4.81%
4.847/
8
4.84.
R.d.Janeiro
1)
d. per
Mil.
51/,,
SS/
511/
182
Shanghai
…..
Sh.
p.
tael 3/0i,,
3/051
8
31014
311
2
/8
31018/
16
Singapore_
id.
p. $
214
3
/
s2
2/4i1
8
2/41/
16
2/41/
16
2/41i
8
Valparaiso’).
pèsop. X
41.90
42.00
41.90
42.00
4190
3
)
Yokohama
…
Sh.
p.
yen 119
3
/,
1/8
29
/
2
1/88/
8
1
1
18
11
/18 1/8
27
1
3
.
2
‘Koersen der vooraf eaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
1)
90
dg.’
3)
Noteering van
1
Mei 1925.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londenl) N.York’)
Londen
27 April1925.. 31
1
/8
66%
27 April1925..
8519
28
,,
1925.. 31%
67
28
1925..
86/0
29
1925..
3li/
8
67
29
,,
1925..
84/1114
30
,,
1925..
311,
671/
8
30
,,
1925..
84/11%
1
Mei
1925.
.
315/
t
,
67%
1
Mei
1925..
841111/
2
2
,,
1925..
317/
1
,
2
,,
1925..
–
3 Mei
1924..
3211/
16
64
2 Mei
1924…
94/0
20 Juli
1914..
2415/16
1
/8
20Juli
1914…
84/10
1)
in pence
p.oz.
stand.
2)
Foreign silver in
Ge.
p.oz.fine.
3)
in
ah.
p.oz.fine.
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:
Vorderingen
1
27
April
19251
4
Mej
1925
Saldo bij Nederl. Bank..
f
– .
f
–
Saldo bij betaalmeesters.. ,, 5.637.476,48 ,, 6.323 971,39
Voorschot op uit. MrL 1925
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcenten opRijksink.bel. ,, 68.531.311,56 ,, 68.531 .311,56 ‘
Voorsch. aan de koloniën ,, 19.067.770,76 ,, 25.389.763,84
Voorsch. a. h. buitenland ,,213.292.312,44 ,,214.291.473,30
Daggeldleeningen tegen
onderp. v. schatk.papier
Verplichtingen.
Voorsch. door de Ned.Bank
f
12.622.920,78
f
13.626.834,27
Schatkistbilj. in omloop
1)
154.304.000,- ,,158.653.000,-
Schatkistprom. in omloop ,,140.290.000,- ,,140.480.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk. ,, 3.000.000,- ,, 6.000.000,-
Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas) ……. .,, 19.473.567,_ ,, 19.202.056,-
Door den Postch.- en Giro-
dienst in’s Rijks Schat-
kist gestort ……….,, 36.040.483,40 ,, 49.137.116,03
1) Waarvan / 37.056.000 verval en op of, na 1 April 1921.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
25
April
1925
1
2
Mei
1925
Voorschot uit
‘s
Rijks
,
kas aan
N.J.
….’ .. ..
f
10.563.000,-
1
f
17.962.000,-
hal.
Schatk.prom. in omi.
,,
72.500.000,
1,,
72.500.000,-.
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.
6.821.000,-
,,
6.068.000,-
Muntbiljetten in omloop.
34.115.000,-
,,
34.393.000,-
Ten voordeele
v. N.-I.
ge-
boekt beleggingsgeid
v.
h.
N.J.
muntfonds…..
1
5.143.000,-
5.143.000,_
Totaal
……….
1
f’
29142
–
000
–
1
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
395
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 4 Mei 1925.
Activa.
Binnelil. Wis-‘ Hfdbk.
•f
44.662.260,81
sele, Prom.,’ Bij bnk.
22.076.545,02
enz.indisc.(Ag.sch. ,, 36.664.706,85
f
103.403.512,68
Papier o. h. Buiten!. in disconto .
..
–
Idem eigen portef. . ç 152.448.973,.-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.
–
152.448.973,-
Beleeningentllfdbk.
f
97.712.245,20
mci.
vrsch.I
in rek.-crt. Bijbnk.
10.264.057,64
op onderp.I. Ag.sch.
71.564.229,35
f
179.540.532,19
Op Effecten.
.. …..
f
178.412.882,19
OpGoederenenSpec.
,,
1.127.650,_ 179.540.532,19
Voorschotten a. h. Rijk…..
,,
11.771.519,74
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ..
f
56.284.295,-
Muntmat., Goud … ,, 423.188.989,23
f
479.473.284,23
Munt, Zilver, enz. • 20.768.184,73
Muntmat. Zilver
Effecten
,, 500.241.468,96
BeleggingRes.fonds.
f
5.699.583,67
id. van ‘/, v. h. kapit.,,
3.978.108,63
9.607.692,30
Gebouwen en Meub.ler Bank .. .
,,
5.212.500,-
Diverse rekeningen
,;
70.199.637,24
f
1.032.425.836,11
Passiva.
Kapitaal
f
20.000.000,-
Reservefonds .. ..
,,
. 5.655.237,53
Bijzondere reserve
.,,
8.235.000,-
Bankbiljetten in otnloop
,,
946.394.490,-
Bankassignatiën in omloop.. . … … ..
2.307.349,33
Rek..Cour.
5
Het Rijk
f
–
saldo’s: ‘1,, Anderen
,,
26.773.233,13
26.773.233,13
Diverse rekeningen
,,
23.060.526,12
f
1.032.425.836,11
Beschikbaar metaalsaldo
.
f
304.793.173,77
Op
de ba.9i8 van
‘
metaaldekking…
…
109.698.159,28
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.523.965.870,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.
‘Data
Goud
Zilver
Circulafle
opeischb.I
schulden
1
Metaal-
lklngs
saldo
perc.
4 Mei
’25 479.473 20.768
946.394
29.081
304.793
51
27 Apr. ’25
479.473 21.029
895.741
43.444
312.312
53
20
’25 491.982
20.659
892.832 50.107 323.693
54
14
,,
’25 491-982
20.246 906.316
34.363
323.732
54
6
,,
’25
504.487
20.341
909.871
29.656 336.554
56
30 Mrt. ’25
504.492 20.768
898.424
44.486 336.309
56
5 Mei
’24
531.407
9.541
1.036.861
30.211
327.038
51
25
Juli ’14
162.114
8.228 310.437 6.198
43.521
1
)
54
l
r:
d
t21
1
Hiervan
1
Schatkist-
1
t
Belee-
Papier
op
Dlv.erse
Data
idisconto,
1
ningen
I
bulten-
I
land
4 Mei 1925 103.404
6.000 179.541 152.449 70.200
27 Apr. 1925 95.022
3.000 152.721 146.657 73.382
20
1925 96.159
4.000 152.919 125.633 85.021
14
1925 101.481
7.000 152.541 119.414 83.412
6
1925 98.550
3.000 160.789 125.183 58,376
30 Mrt. 1925 93.496
–
161.961 131.644 55.531
5 Mei 1924 284.282 109.000 150.608 28.785 89.775
25 Juli 1914 87.947
1
14.300
1
61.686 20.188 509
1)
Op dc
basis van
215
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Voor-
Diverse
1
Diverse
Data
Metaal Circu- lafie
Dis-
conto’s
I
schotten
aan de
eke-
reke-
ningen1ningen2
kolonie
1 Maart
1925
697
1.596
78
224
1.242
282
1 Februari 1925
699
1.531
79
216
1.211 291
1 Januari
1925
764
1.481
81
224
1.031
186
1 December 1924
814
1.450
81
220
849
111
1 November1924
812
1.424
83
186
832
86
1 Maart
1924
685
1.332
83
227
722
78
JAVASCHE BANK.
Toornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
1
Goud
1
Zilver
1
Circulafie
2 Mei 1925
184.750
279.000
49.500 119.050
25Apr. 1925
184.750
267.500
49.500 119.550
18
,,
1925
185.250
277.500
50.000 119.650
4Apr. 1925 133.509
51.254 273.430
53.810 120.203
28Mrt.1925 133.921
51.257 271.153
55.945 120.615
21 »
1925 133.924
50.980 273.299
56.214 119.837
14
1925 133.632
50.724 277.175
54.430 118.852
3 Mei 1924 147.937
65.193 258.745
82.123 145.690 5 Mei 1923 161.218
61.158 271.806
97.769 149.093
25Juli1914 22.057
31.907 110172
12.634
4.842′
Wissels,
1
Dek-
Data
Dis-
buiten
1
Belee-
Diverse
reke-
kings-
conto’s
N.-Ind.
1
fin gen fin gen
1)
percen-
_______________
tage
2 Mei 1925
105.320
56
25Apr. 1925
103.810
*5*
57
18
,,
1925
109.780
•’
56
4Apr.1925 21.084 18.882
41.394
57.074
56
28Mrt. 1925 21.427 17.949
1
48.580
62.138
57
21
1925 20.967 17.066
50.857
62.704
56
14
1.925 20.063 17.382
51.399
62.078
56
3 Mei 1924 35.259 16.195
53.585
15.534
63
5 Mei 1923 36.565 28.285
59.161
21.976
60
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘)Sluitpost activa.
2)
Basis
21
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
‘oornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
Circulatie Currency Notes
Bedrag I Ooudd.
1
Gov.
Sec.
29 April 1925
155.742
148.387
289.848
53.950
2
)
240.973
22
1925
128.733 120.279
291.744
27.000
242.840
15
,,
1925
128.721
121.363 297.591
27.000
248.640
8
1925
128.708
122.485
296.145
27.000
247.119
1
1925
128.721
121.310
288.635 27.000 239.913
25 Mrt. 1925
128.620
124.378
284.256
27.000
235.076
30 April 1924
128.121
125.616
290.116 27.000 245.956
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
D ata
Gov.
Other
Public
Other
R eserve
Dek-
Sec.
Sec.
Depos.
Depos.
29Apr.’25
36.852 76.245
17.048 105.481
27.105
221
22
’25
36.812
75.530
17.058
105.770
28.204
23
15
’25
39.292 76.416 14.780 110.333
27.108
21/
8
’25
39.878 74.496
13.126
109.505 25.473
211/
1
’25 42.448 84.982
17.762
118.546
27.160
197,
25 Mrt.’25
38.798 76.900 15.488 105.916
23.992
19%
30Apr. ’24
42.633 74.346
10.587
110.992
22.255
18,30
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52s
•, veniuuu.ng tusscnet, zçeerve en uep,sits. ‘) DanKoIljetteIl.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in inillioenen francs.
Waarv.
1 1
TegoedlBult.
gew.I
Schat-
Wis-
Data
Goud
I
in het
lZllverl
In het
1
voorsch.
1
kistbil-
sels
bultenl.I
1
bulfenl.IaId._Staatljetten
1)
30Apr.’25
5.546
1.864 317 583
23.250 4.980
5.959
23
’25
5.546
1.864
317
582
22.700
4.978
5.371
16
,,
0,5
5.546
1.864
316
582
22.350
4.978
5.512
9
’25
5.546
1.864 315 582
22.000
4.973
6.179
2
’25
5.546
1.864
311
571
21.900 4.964
6.560
1 Mei ’24
5.542
1.864
299 579
23.000
4.668
4.944
23 Juli’14
4.104
–
640
–
–
–
1.541
Waarvan’
Uitge-
Belee-
Rekg.
Courant
_____________
Data
op
het
stelde
Wisselsl
ningen
Circulat
te
Parti-
1
Staat
buitenl.
cullerenl
30Apr.’25
20
6
3.020
4,3.050
2.077
28
23
’25
22
6
3.070
42.662
1.948
4
16
’25
22
7
3.074
42.960
1.925
34
9
’25
25
7
3.139
43.005
1.952
13 2
’25
20
7
2.992
40.904
2.137
16
1 Mei ’24
29
10
2.535
40.021 2.281
17.
23 Juli’14
8
–
769
5.912
943
401
‘) Sluitpost
der
activa.
) Sluitpost
der
passiva.
1) In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staata. buiteni. regeeringen.
396
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reiclismark.
Daarvan
Devlezen
Andere,
1
Data
Goud
bij bui-
als uoud-
wissels
1
Belee-
ten!. clrc.
de!’king
en
1
ningen
banken
1)
geldende
cheques
1
23April1925
1.004,1
128,9
334,7
1.266,7
6,0
15
,,
1925
1.003,7
149,9
334,6
1.422,5
17,0
7
1925
1.003,4
160,1
334,5 1.487,0
7,4
31 Mrt. 1925
1.003,4
205,3
334,5 1.578,2
27,1 21
1925 996,1
229,2
332,0
1.438,4
5,6
–
14
1925
985,2
264,4
328,4
1.582,9
8,5
23 Juli
Ï914
‘1.356,9
‘ –
–
750,9
50,2
1
Diversel
1
1
Schuld
Data
Effec-
Circu.
1
Rekg.-
Diverse
1
aan
ten
Activa2)I
lalic
Crt.
Passiva
IRenten-
________
1
bank
23April1925
199,9
1.411,7 2.022,1
974,5
975,6
35,8
15
,,
1925
199,8
1.322,3 2.187,7
854,6
988,2
36,4
7
1925
205,5
1.267,2 2.293,3
732,9
977
2
6
67,7
31 Mrt.
1925
205,3
1.217,4 2.314,6
742,9
984,9
86,7
21
1925
205,1
1.304,7
1.865,9 1.018,3
1.042,8
137,9,
14
1925
111,8
1.375,2
1.947,7
992,0
1.220,3
190,8
23 Juli
1914
330,8
200,41 1.890,9
944,-1
40,0
‘ –
1)
Onbelast
2) Wo. Rentenbankscheine
23,-15, 7
Apr.,
31, 21,
14
Mrt.,
resp.
544,7; 426,7; 354,1; 300; 406,6; 335,1
miii.
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in m.illioenen france.
.
.
.3
•
Data’
n
06
30Apr.’25
378′
85
480
1.374 350
5.200
7.665 224
23
’25
378
85
480
1.337
289
5.200
7.516
276
16
’25
378 85
480
1.298
324
5.200
7:569
219′
9
,,
’25
378
–
85
480
1.334
295
5.200
7.585
210
2
’25
378
–
85
480
1.335
358
5.200
7.550
193
26Mrt.’25
378
85
480
1.318
276 5.200
7.458
276
1 Mei ’24
358
85
480
1
1.336
1
500
5.275
7.698
235,
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in miillioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
–
Wissels
Data
betaal-
middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.
In her-
d
v. d.
m
isc.
In de
open
bedrag
Notes
efc.
ember
banks
m arkt
gekocht
15 Apr.’25
2.844,5
1.608,4
141,0
395,3
274,1
8
’25
2.839,4
1.563,9
137,2
391,3
310,7
1’25
2.845,9
1.640,3
136,7
399,9
316,4
25 Mrt.’25
2.867,3
1.654,9 140,8
377,6
306,9
18
’25
2.873,8
1.672,0
136,7
339,5
276,7
11
,,’
’25
2.874,7
1.669,4
‘
136,0
410,4
301,4
16 Apr.’24
3.104,9
1
2.054,1
1
100,4′
1
469,6
1
176,7
Data
Belegd
1
in
t]. S.
Notes
Totaal
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
1
in circu-
lat ie
”
Kapitaaij
kings-
perc.l)
kings-
perc.’).
15Apr.’25
357,8
1.698,1
2.207,9′
114,6
72,8
76,4
8
1
25
362,2 1.714,2
2.187,0
114,5
72,8
76,3
1
1
25
357,8 1.709,7
2.195,7
114,5
72,8
76,4
25 Mrt.’25
343,8
1.709,1
2.184,3
114,5
‘
73,6.
77,3
18
,,
’25
428,3 1.720,4
2.211,0
114,5
73,1 76,6
11
,,
’25
388,3 1.730,7
2.255,5
114,3
72,1
75,5
16 Apr.’241 266,7
1
1.966,3
2.011,6
110,9
78,1
80,6
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
–
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Aantal
dis-
conto’s
1
1
Beleg-
Reserve
bij
de
1
i
Totaal
1
Waarvan
Data
.
banken
en
gingen
t’.R.
depo-
1
time
beleen.
‘
banks
sito’s
deposits
8Apr.’25
736
13.137
5.484
1.609
17.991
5.055
1
,,
’25
736
–
13.205
5.498
1.805
18.126
5.053
25Mrt.’25
737
13.140 5.478
1.588
17.940
5.034
18
,,
1
25
737
13.211
5.518
1.638
18.170
4.973
11
,,
’25
-738
13.246
5.374
1.666 18.125
4.954
9Apr.’24
755
12.056
4.513
1.439
15.642
4.241
Aan -net eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 4 Mei 1925.
De invloed van de belangrijkste gebeurtenis van cle ach-
ter ons liggende week, de terugkeer tot den gouden stan-
daard van Engeland en Nederland ‘is slechts voorbijgaand
geweest en beperkt gebleven -tot de beurzen van genoemde
landen. Te L o n cl e n heeft, onmiddellijk na -cle desbetref-
en-de cieclaraitie v-an den Kanselier van de Schatkist, cle
effectenbeurs een opgewekte houding aan den dag gelegd.
Vrij spoedig ie’hoor-de deze echter tot het verleden, toen’
de geld-koersen neiging tot stijging begonnen te vertoonen.
Desniettenii-n is de tendens in den grond vast gebleven,
mede door den gunstige» indruk, welke, ondanks de erop
critgeoef-ende critiek, de begroot.ing voor het dienatjaar
1925/1926 heeft gemaakt.
Te B er 1 ij n , is de stemming geheel anders geweest.
Toen -bleek, dat op Hindenburg’s verkiezing geen omvang-
rijke realisaties van het buitenland volgden, is de aanvan-
kelijk, mede door baisse-aativallen, flauwe stemming ge-keerd eii werden de baisse’.posities vor een goed deel ge-
dekt, terwijl ook enkele onder den eersten indruk door het –
publiek verkochte fondsen terug werden genomen. Per
saldo kon -dus het peil van de meeste fondsen, boven dat
van liet slot der vorige berichtaperiode stijgen, idoch tege-
lijkertijd is wederom een groote kalmte aan de beurs van
Berlijn in-getreden. Hiertoe heeft ook bijgedragen de onze-
kerheid, -walke ten opzichte van het crediet.vraagstuk be-
staat.
De markt te P a r ij s heeft geen bijzondere voorvallen
te aanschouwen gegeven. Het reces van Kamer en Senaat
heeft ook in de handelswereld een pauze doen ontstaan.
Te N e w Y o rk hebben de op- en neer-gaande beavegin-
gen elkaar vrij regelmatig afgewisseld. De ondergrond is
echter bijna voortdurend vast ge leven, doordat de berich-
ten uit de industrieele centra bijna alle melding hebben
gemaakt van een beteren gang van zaken. Bovendien heb-
ben spoorwegaancieelen de aandacht getrokken in verband
mat verschillende fusiegeruchten.
T e n o u z e ii t is de markt stil gebleven, doch met een
gaandeweg sterk verbeterden tendens, welke zich over vrij-
wel alle afdeelingeru heeft uitgebreid. Het -herstel van den
gouden standaard heeft hiertoe in zooverre bijgedragen,
dat de liandelswereld in den verv
,
olge geen rekening meer
heeft te -houden met groote schommelingen in de buiten-
landsche valuta. Ook zijn er verschillende orders naar de
effectenbeurs gevloeid ujt de- kringen van hen, die zich
tt nu toe vaak niet transacties in buitenlandsche betaal-
middelen bezig hebben gehouden en die thans, nu de f-luc-
tuaties en -dus ‘de winstkansen veel geringer zijn geworden,
hun aandadht meer aan de etfeotenbeurs besteden.
De
hele ggiizgsnsarkt
was rustig voor alle inlieemsche
fondsen. Van de buitenlandsche hebben Duitsche obligaties
zich eenigermate kunnen herstellen. 6 pOt. Ned. Werk.
Schuld 1922: 104
3
/, 104
9
/, 104
g
; 4% pOt. Ned. Werk.
Schuld 1917: 93%, 94, 94%; 7 pCt. Ned. Indië: 102
15
1ia,
103, 103
1
/16; 5 pCt. Brazilië 1903 £ 100: 70,
8 pCt. Sao P.aulo 1921:98%.
Op de aandeelenmarkt is langzamerhand, zooals gezegd,
ecn betere tendens ontstaan. In de eerste plaats hebben
tabaksaandeelen
hiervan kunnen profiteeren. Naarmate de
voorjaa-rsinsdhrjvingen in aantal toenemen, zijn er enkele
globale gevolgtrekkingen omtrent de resultaten van cle
importeerende -tabaksinaatschappijen te maken. In verband
met de tot nu toe behaalde bevredigende prijzen is er eenige
kooplust voor de Sumatrasoorten, doch in het bijzonder
voor aandeelen Senembah ontstaan, welke -zich in een vrij sterke rijz
–
ing, vooral voor laatstgenoemde aandeelen, heeft
uitgesproken. Arencisburg: 412, 420, 425,
426%;
Dcli
Batnviuu: 340%, 345, 352%; Deli Mij.: 374%, 378
3
/, 385%;
Snenibah Mij.: 390%,
4
00%, 404%.
Ook de petroleumana’rkt
was beter van toon. De koers-
verheffing voor aandeelen Geconsoli-deerde heeft de aan-
dacht – getrokken. De opgaande beweging werd in verband
gebracht met het uitstel van de jaarvergadering der Astra
Romaina, ten einde na te gaan,’ welke consideratie dient te
worden gegeven aan het door eenige groot-aandeelhouders
uitgesproken verlangen tot verhooging van het reeds aan-
gekondigde dividend van 4 pOt. Aandeelên Koninklijke
Petroleum Maatschappij werden -uit de markt genomen voor
buitenlandsche rekening, waartoe de lichtè, doch gestadige
verbetering te New York, heeft bijgedragen. Dordtsche…
Petroleum: 345, 337, 342; Geöoniolideerde Petr.: 147 %,
152%,
150
v/s; Koninklijke Petroleum: 373, 3651
3
/, 369.
Rubberaandeelen hebben in den aanvang van de b’eridhts-
week een verlaten aanzien gehad. Toen echter bleek, dat
cle aanvallen op het restrictiestelsel vermoedelijk geen ge volg zullen hebben en toen t&zelf der tijd de, prijs van het
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
39
–
7
product, zoowel te Londen als te New York neiging tot
verdere stijging begon te vertoonen, w’erden (le verkdop-
orders in rubberaandeelen, welke tot nu toe boven cle
markt hingen, ingetrokken en maakten zij plaats voor
koopopdrachten, zij het in bescheiden mate. De verande-
ring in aspect was echter voldoende om een Vrij groote
koersverbetering in het leven te roepen. Ainsterdaiii Rub-
her Cultuur Mij. : 212, 214%, 214/8; Hessa Rubber Mij.:
22034, 226, 221%, 223; Ned. ]lnd. Rubber en
Koijie:
232,
233; Oost Java Rubber: 283, 27234, 276; Serbadjadi:
220%, 2131/
4
, 221.
Suikeraanc/.eelen
bleven daarentegen gedrukt. De taxatie
ointient den aanstaanden Cnba-oogst, ten aanzien waar-
van men verwacht, dat een rccordopbrengst zal worden ver-
kregen, hébben er niet toe bijgedragen een optimistischen
gedachtengang omtrent de naaste toekomst in het leven
te roepen. Eeiiigerinate werd dc reactie nog geremd door
de gunstige dividcnden, welke vele suikermaatschappijen
over. bel jaar 1924 hebben gechireerd, doch ton slotte heeft
de gedrukte stenimilig toch gezegevierd. Cultuur Mij. der
Vorstenlanden: 16634, 105,
16
0%; Handels Verg. Amster-
(lam: 49134, 492%, 488%; Java Cultuur Mij.: 361, 354, 353; Kriair: 134, 128; Ned. Ircd. Suiker Unie: 233, 231,
230% ; Suiker Cultuur Mij.: 2623/4, 259, 258% ; Watoetoelis Peppoli: 695, 009 (ex div.); Poerworedjo: 13334, 132, 1.30%.
De
8c1cee.pvaartafdce1mn)
was zonder opval lande koers-
variaties. Ook de handel is bir binnen zeer enge grenzen
beperkt gebleven. Het passeeren van het dividend op ver-schillende maatschappijen heeft de lichte verhooging van
cle uitkering op andere aandeelen niet kunnen goed ma-
ken. Toch viel er geen aanbod van bcteekenis te consta-
teeren. Holland Amerika Lijn: 61%, 61% ; Java China Japan Lijn: 103; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 65, 64%,
0434; ,4e blaas’ Stoorev. Mij.: 104 (cx div.), 1.02, 101;
Ned. Sohecpv. Unie: 138%,
1361/4,
137%; Stoomv. Mij.
,.Nederland”: 160%, 159/
4
, 159
34.
Levendiger van aard is de markt voor
binneuland.sche
industriecle aandeeleav
geworden. Hier zijn het voorname-
lijk Jurgesi saandeel en geweest, welke op den voorgrond
hebben gestaan. Het buitenland, met name Engeland –
waarheen korten tijd gele.Ien een groote post Jurgeus-
aandeelen is verkocht – is hier als kooper opgetreden.
Tegen het einde der berichtsperiocle had bovendien de kans,
dat de maatschappij ten slotte toch nog zal overgaan tot
het uitkeeren van een dividend op de gewone aandeelcn
over 1924 een zoodanigen invloed op de beurs, dat de toch
reeds gunstige stemming nog sterker werd gemarkeerd.
Centrale Suiker Mij.: 105, 105 34, 106% ; iollandsche
Ktuistzijde Tint.: 143, l
4
l
5
/s, 140%;
Jurgens:
80%, 90%,
93%; Ned. Gist- en Spiritusfabriek: 333, 320, 310 (ex div.),
320; Ned. Kabel Fabriek: 22134, 236; Ned. Kunatzijde-
fabriek: 375, 372, 366; Philips Gloeilampenfabriek: 360,
370, 382; Verg. Bliklabrieken 94%, 90% (ex div.), 89%.
Vau
aandeelwc in hcin.dclsoncleineniaavgen
zijn voorna.me-
lijk twee soorten
01)
den voorgrond getreden
..l.0
ile eerste
plaats aandeelen Algemeene Vruchten Import Maatschappij,
welke een scherpe rijzilig te aanschouwen imbben gegeven,
op grond van de mededeeliug der directie, dat de onder-
neming zich in het vervolg met den
himdel
in bananen
zal bezig houden, waarvan men gunstige resultaten ver
–
.wacht. Vervolgens hebbeu aniadeelen Necterlaridsche Wol
Mij. de aandacht getrokken door een daling, welke is ver-
oorzaakt door do scherpe reactie op de wolmarkt. Alge-
mcciie Vruchten Imp. Mij.: 111%, 122,
124v/s;
Ned. Wol
Mij.:
125%,
120, 113, 116%.
il[ijneandeefea
waren iets hooger en werden ook ruimer
verhandeld. Alg. Exploitatie Mij.: 87%, 90, 91; Ned.
Surin. Goud.Mij.: 2134,
22%,
21%;
Bedjang Lehong: 241,
235, 245; Siloengkang: 107, 108, 110; Siugkep Tin Mij.: 197/
4
,
202%,
198, 200.
De afdeeliug voor
Sankoandeelcn
was vast, doch zonder
noemenswaardige veranderingen. Amsterdamsche Bank:
141%, 141%, 142; Incasso Bank: 107; 1,03% (ex div.), 104; Koloniale Bank: 189,
188%,
137; Ned. md. Handels Bank:
144, 143, 143% ; Ned. Handel Mij.: 126/, 126v/s; R’dam-
schc Bankvereenigiiig: 73, 72%, 72.
Ook de
Amcri/,;cuunscice markt
was opgeivekt. Speciaal
aandeelen Intercon tin entad Rubber konden eefi verbetering
behalen bij vrij ruime omzetten. Anierican Smelting &
Rel. Cy.: 94, 9334, 9434; American Water Works: 249,
256; Anucond& Copper: 76%, 75, 76; Studeaker: 1110,
1115, 1120; United States Steel Corp.: 1137/
s
,
116%,
114%;
Atchison Topeca: 118%,
1171
/4; Ene: 28%, 28% ; Union
Pacific: 138%, 139%, l40/s; Southern Pacific Cy.: 103,
102%, 103% ; Wabash
:11w.:
20
15
/io, 22
9
/.
Prolongatie
gold 234 A 3 pCt., doch liep tegen het slot
iets op tot 3% pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
5 Mei 1925.
T a ,r w e: Schreven wij de vorige week over de weifelende
stemming der Amenikaansche markten, waar snelle stij-
gingen en clalingen elkaar voortdurend opvolgden, in de
laatste dagen is de stemming aanzienlijk vaster geworden. Dit geldt zoowel voor de oude oogst-positie van het Noor-
delijk halfrond als voor den nieuwen oogst. Wat de statisti-
sche positie van tarwe voor levering ,’66r Juli betreft,
deze wordt steeds vaster en ware het niet, dat de tijd
gedurende wolken men met de voorraden moet toekomen
wel zeer kort wordt, de stijging zou waarschijnlijk nog
veel scherper geweest zijn. Toch dienen wij op te merken,
dat wel is waar in Juli de wintertarwe in de Staten ge-
oogst wordt, maar vOOr Augustus kan men toch nauwelijks
groote aanvoeren verwachten. In Europa kunnen die dus
eerst in de tweede helft van Augustus aankomen, juist als
normaal gesproken ook de in het Noord-Westen van
Europa geoogste tarwe aan de markt begint .te komen.
Maar als, zooals voorspeld wordt, de oogst van winter-
tarwe in de Staten klein zal zijn, dan zullen de aanvoeren
ook wel niee dadelijk zoo groot zijn. Dit is althans wat
vele haussiers aannemen.
Intusschen zijn de meeste Euroieesche markten slechts
matig van tarwe voorzien. De Argentijnsche verschepingen
zijn tegengevallen, maar Australië heeft de verwachtingen
niet teleurgesteld door nog steeds door te gaan op zeer
ruime schaal te verschepen. Sedert 1 Augustus zijn de
verschepingen van Australië naar Europa bijna 2,4 maal zooveel als verleden jaar. Dit is niet uitsluitend een ge-
volg van den zooveel grooteren oogst, maar ook van de
zoo sterk verminderde verschepingen naar buiten Europa
gelegen landen. Sedert Augustus zijn die slechts ruim de
helft van wat ze verleden jaar waren en ongetwijfeld is
dezé mindere behoefte van de landen van het verre Oosten
wel een van de voornaamste redenen geweest, dat in dit
jaar het evenwicht tusschen behoefte en aanbod in Europa
eenigszins werd hersteld.
Particuliere oogstramingen van de wintertarwe in de
Vereenigde Staten plaatsen het cijfer wederom lager dan
de Regeering een maand geleden. Binnen een paar dagen
is de Regeeringsraming verwacht en zooals de particuliere
cijfers aangeven, ziet men een verderen teruggang tegemoet.
Het zou ons niet verwonderen dat dit nu wel wat al te
pessimistisch zou blijken, want de weersgesteldheid is toch
in het algemeen niet ongunstig geweest gedurende de
laatste weken. Voor de zomertarwe was het weer gunstig vooral in Canada, waar ook de uitzaai zeer ruim geweest
is. Bij normale omstandigheden mag men wel weer een
groeten oogst in Canada verwachten en in ieder geval zal
het al of niet gelukken van den Canadeeschen oogst wel
de meest belangrijke factor van de wereldmarkt zijn na
September.
In Europa moesten verschillende landen voortgaan met
koopen voor spoedige levering; in de eerste plaats Portugal,
doch ook Nederland, waar voor sommige soorten de Voor-
raden al heel gering waren, zoodat groote premies voor
spoedige levering betaald werden. De Engelsche molenaars
toonden slechts geringe belangstelling en ook de speculanten
in de Londensche markt hielden zich kalm, zoodat de om-
zet van ladingen gering was.
De vooruitzichten voor de Europeesche oogsten blijven
gunstig, doch van Rusland blijven de berichten te schaarsch
om zich een indruk te vormen.
Rogge. In dit artikel ging niet veel om, maar de onder-
grond van de markt was vast. Het aanbod van Europeesche
rogge is gering en in verband daarmede mag de vraag
teleurstellend heeten. Op 4 Mei zien wij plotseling een
enorm scherpe verhooging in Chicago van niet minder dan
1134 ct. voor Mei en 834 ct. voor Juli. Wat hiervan de
oorzaak is, is ons nog niet bekend; zeèr zeker niet de
Europeesche vraag, aangezien geen belangrijke zaken in
Duitsche of Nederlandsche markten waren tot stand ge-
komen. Dekking van Amerikaansche speculanten.in
verband
met verminderde voorraden achten wij waarschijnlijk de
hoofdoorzaak.
M als werd in de laatste week steeds vaster, doordat
de disponibele voorraden steeds meer verminderen en de
hoeveelheid maïs zoowel van Argentinië als van andere
landen uiterst gering is. De prijzen liepen zoowel in
Antwerpen als ten onzent, als ook in de Britsche markten
scherp op en ook voor de eerste afladingen van den nieuwen
Plataoogst begon de belangstelling te vermeerderen. Het
aanbod van La Plata was niet dringend, daar af en toe
nog al veel regen viel, wat de aanvoeren vertraagde. Ook
verhoogde men geregeld de prijzen voor latere afladingen,
398
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
Noteeringen.
Chicago
Buenos
Aires
Data
Tarwe Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
1
LiJnzaad
Mei
Mei
Mei
Mei
Mei Mei
2Mei’25 159
106% 42%
15,-
9,80 21,95
25Apr.’25 148%
1047/,
41
15,10
9,80
21,80
2Mei’24 1057/
1
,
78′,
47
1
/8
11,15
7,75
19,05
2Mei’23 119%
80%
44y, 12,10
1
)
8,65
1)
22,15
1)
2Mei
1
22 14334
617/
8
37
8
/8
13,60 8,20
21,70
20Juli’14
82
568/
8
3634
9,40 5,38
13,70
1)
Per Juni.
L000prijzen te Rotterdam/Amsterdam.
s
oor
en
4
Mei
1925
27
April
1925
5
Mei
-1924
Tarwe
.
……………….
1
i7,_
16,25
12,-
Rogge (No. 2 Western)
,
1
13,50 13,40 9,60
Mais (La
Plata) ……….
2
258,-
238,-
225,-
Gerst (48 lb. malting)
…
260,-
252,-
196,-
Haver (38lb. white clipp.)l
12,75
4
)
11,90
4
)
9,80
4
)
Lijnkoeken (Noord-Amen.
kavan La Plata-zaad)
1
12,75
12,75
11,25.
Lijazaad (La Plata)
,,8
472,_
470,-
393,-
1) per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.
*N
o
2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
ir
Amsterdam
II
Totaal
Artikelen
26April12
Mei
Sedert
I
Overeenk.
1126
April12
Mei
Sedert
1
Ove,eenk.
F
“19
25
1924 1925
1
Jan.
1925
tijdvak
1924
1925
1Jan.
1925
1
tijdvak
1924
Tarwe
16.275
270.015
328.020
–
6.731 13.957
276.746
341.977
Rogge
.. .. .. .. .. .. .. …
3.443
36.641
187.542
–
–
3.325
36.641
190.867
Boekweit
. .
.. ,.
.
,. ..
–
9.891 8.313
–
–
–
9.891 8.313
Mais
.
4.797
242.594
233.498
810
30.814 33.163
273.408
266.661
Gerst.
…..
.. .-.
2.586
49.977
112.479
–
2.465
22.090 52.442 134.569
Haver
_.-………
290 33.759 76.199
–
150
33.909
76.199
Lijazaad
417
53.747
89.259
–
14.087
33.891
.67.834
123.150
Lijnkoek
1.159
85.133 69.374
– –
700
85.133
70.074
Tarwemeel
..
..
1.073
32.550 88.524
449
–
6.460
7.981
39.010
96.505
Andere meelsoorten
..
. –
3.059 3.256
–
–
–
3.059
3.256
waardoor
vele speculanten,
die maar steeds ver beneden
F.O.
Licht
bericht,
dat
het weer in
de
afgeloopen
eerstehands prijzen aanboden, zich terugtrokken. De Ame-
maand
–
in tegenstelling met ht voorgaande tijdvak
–
nikaansche markt was kalm gestemd, een enkele offerte
te koud en vochtig was, hoewel dit over het algemeen niet
a
vn Amerikaansche mais beïnvloedde de Europeesche mark-
van al te ongunstigen invloed was op de veldwerkzaamheden.
ten
niet.
Donaumaïs
wordt slechts
schaars aangeboden
Licht geeft tevens een voorloopig overzicht van het biet-
tot tamelijk hooge prijzen.
arèaal in Europa voor 1925/26 in vergelijking met 1924125.
Gerst. Hierin was de handel gering; de prijzen liepeTn
1925/26
1924/25
evenwel
aanmerkelijk op
en
in enkele gevallen betaalde
Duitschland
………….365.000
351.371 H.A.
de consumptie de verhoogde vordering.
Tsjedhoslovakije
………300.000
302.588
H a v e r bleef vrij veel belangstelling ontmoeten, aangezien
Frankrijk
…………..185.000
195.615
dit
artikel
goedkoop
is
in
verhouding tot andere voer-
Holland
…………….65.000
71.065
artikelen. Vooraln Canadeesche en ,Amerikaansche soorten
België ………………72.500
80.591
werden veel zaken gedaan.
Zweden
…………….39.800
41.130
SUIKER
Denemarken
…………38.000
37.400
NOTEERINdEN.
.
Polen
………………
…….
168.348
rr
Londen
Amster-
New York
960
White Java’s
Cuba’s
Data
damper
Tates
f.o.b. per
-96° c.i.f.
Centri-
Cubes
Aug.
fugals
No. 1
Mei/Juni
1
Mei
kristalsuiker
Sh.
8h.
Sh.
$
ets.
basis 990
4Mei ’25
f
195/
s
35/3
1516
12/4
4,27
7Apr. ’25 205,
35/9
16/4%
1313
4,40
4 Mei ’24
277
47/6
22/7%
2313
6,03
4
,,
’23
37s
71/_ 28/9
32/_
7,87
–
ruwsuiker
basis 88
0
4Juli ’14
f
11
18
/
82
181_
– –
3,26
1
)
–
fl
4
‘
a
–
55
basis 990
1) Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en kristalsuiker
99
0
is aan te nemen op
f
3,- per 100 KG.
De verschillende suikermarkten waren deze week flauw
– gestemd met dalende tendens.
In New York brnkkelden de prijzen dagelijks af en
waren de noteeringen als volgt:
Sp. C. Mei Juli Sept. Dec.
Slot voorafgaan4e week …….4,40 2.67 2.84 2.99 3.02
Opening verslag’week ……..4,40 2.65 2.81. 2.96 2.98
Slot verslagweek …………4,27 2.59 2.69 2.79 2.77
De versmeltingen in de Ati havens der V.S. bedroegen
deze week 78.000 tons tegen 62.000 tons verleden jaar.
In prompte Cubasuiker vonden afdoeningen’ plaats tot
prijzen van $c. dalende tot
21,
$c. c. & f. New York,
terwijl naar Engeland zaken tot stand kwamen tot
Sh. 13111. en daarna tot Sh. 12/6 cii.
De Cubastatistiek is als volgt:
1925
1924
1923
Tons
.Tons
Tons
Weekontvangsten 25 April ’25 .. 183.062 94.472 122.662
Tot, sedert 1 Dec.’24-25April ’25 3.144.139 2.736.513 2.667.640
Aantal werkende fabrieken 181 134 87
Weekèxport25 April 1925 ….. 115.211
81.483 121.140
Totaal 1.Jan.-25 April ’25…..2.092.817 1.818.609 1.912.385 Totale voorraad op 25April’25.. 1.051.322 917.954 756.155
IU.U’JU
g’f.41
Onstenrijic …………..19.000
18.610
Roemenië …………..55.000
58.500
Joego Slavië …………40.000
55.000
Italië ………………80.000
136.300
Totaal.
1.488.300
1.590.932 H.A.
Rusland …………….420.000
343.182
Andere landen ……….122.000
143.700
Totaal in Europa..
2.028.300
2.077.814
welke cijfers, alsnog gebaseerd op zeer voorloopige gegevens
zouden wijzen op eenen ongeveer 234 pCt. minderen uitzaai.
In Engeland werden, zooals verleden week voorspeld,
cle voorkeursrechten voor suiker der Britsche koloniën
veer tot het vroegere peil verhoogd. Raffinadeurs ver-
laagden hunne prijzen met 6d voor prnmpte levering en
met 9d. voor levering op termijn.
De Zichtbare voorraden volgens Czarnikow zijn:
1925
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Duitschland 1 Apr. ’25 ……618.000 737.000 774.000
Tsjechoslowakije 1 Apr. ’25
494.000 378.000 261.000.
Frankrijk 1 Apr.’25 ……..
373.000
127.000
148.000
Nederland 1 Mrt. ’25 ……..160.000
106.000 163.000
België 1 Apr. ’25 ……….166.000 – 62.000
59.000
Engeland 1 Apr. ’25 ……..194.000 264.000 286.000
Totaal (Europa). . 2.005.000 1.674.000 1.691.000
V.S. Atlant. havens 29April’25 173.000 170.000 226.000
Cuba alle havens 25 Apr. ’25. 1.051.000 918.000 756.000
Totaal .. 3.229.000 2.762.000 2.673.000
Op Ja v a liepen de prijzen, voor Superieur
–
terug• tot
[ 11 voor Junilevering,
f
11,- voor Juli en f 10% voor
Juli/Augustus, waartoe herverkoopen plaats vonden. Af-
doeningen uit de eerste hand kwamen niet tot stand.
Hier te lande fluctueerden de prijzen slechts zeer
weinig ten gevolge van gering aanbod, terwijl anderzijds
dekkingsvraag voor Mei de markt steunde. Aan het slot
werd het aanbod iets ruimer, doch de markt sloot kalm
met afdoeningen tot
f
20,- voor Mei en
f
197 voor
Augustus, terwijl voor December
f
195
8
genoteerd werd.
De omzet bedroeg deze week 3900 tons. — —
6 Mei 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.
399
KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middliug Uplands.)
1 Mei
1925
I
24 April
1925
17 April
1925
1 Mei
1924
1 Mei
1923
New York voor
Middling
.
_.
24,40 c
24,50 c
24,95e
30,30e
27,50 c
New Orleans
voor Middling
24,50 c
24,45 c
25,05 c
30,25 c
27,- c
Liverpool voor
Middling
.
..
12,98 d 13,40 d
13,39 d
17,71 d
15,36d*)
*) Voor fully middling ouden Standaard.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1 Aug.’24
Overeenkomstige periode
tot 24April’25
1923-’24
1922-23
Ontvangsten Gulf-Havens.
1
8912
6329 5457
,,
Atlant.Havens
5
UitvoernaarGr.Brittannië
2364
1520 1224
,, ‘tVasteland ete
4012
2881
2465
tj
Japan
838 580
551
Voorraden.
(In duizendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
24 April’25
1924
1923
Amerik. havens ..-….-. .-_
755
528
470
Binnenland ………..
591
477
597
New York . . .. .. .. _…
181
117
59
New Orleans
•. .. .. .. ._
198
129
122
Liverpool .
_
729
329
367
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Bebrens & Sons, Manchester, d.d. 29 April 1925.
hoewel bij ons laatste bericht de Amerikaansche katoen-
markt vast was, heeft deze stijging zich niet kunnen hand-
haven en is katoen eiken dag wat flauwer geworden, ook
til
ten gevolge van de betere weerberichten uit Texas en
de mindere vraag. Gisteren noteerde G.M. spot Liverpool
hij het ter perse gaan van dit bericht 12,96 als laagste punt
tegen 13,74 als hoofiste op den 21sten April. Verkoopen
zijn echter slechts gering. Egyptische katoen is ook 1 lan-
iver en prijzen zijn thans weer ongeveer op hetzelfde niveau
van een veertien dagen geleden. Verkoopen zijn echter van
weinig beteekenis.
Spinners van Amerikaansche garens maken een moeilijken
tijd dooi’ en verliezen hoe langer hoe meer terrein. De
flauwe stemaninig van het ruwe materiaal houdt zaken tegen
en over het algemeen varen verkoopen slechts van weinig
beteekenis. Hier en daar zijn echter toch nog enkele flinke
posten in Medium wef t voor Holland en de biunenlandsche
markten afgesloten, hoewel de geaccepteerde prijzen voor
Spinners onvoldoende waren. Naar grovere nummers en ringgarens was weinig vraag, terwijl in vele g’evallen de
geboden prijzen een penny beneden Spinners vraagprjzcu
luidden. Naar getwijncle garens bestaat, zoowel voor de bin-
nen]andche markten als ook voor export slechts weinig
belangstelling. Ook in Egyptische garens is de omzet zeer
beperkt; alleen in 60er bundelgarens voor Madras is nog
wat gedaan. Over het algemeen houdt de flauwere stemming
in de katoenmarkt zaken tegen.
Het is moeilijk iets defiuitiefs over de doekmarkt te
schrijven. De stand van zaken is nog verre van bevredi-
genci, doch er bestaat beslist meer vraag. Indië en ook
andere landen schijnen de markt te probeeren; er zijn
echter nog geen zaken van beteekenis gedaan, hoewel hier en daar wel enkele postjes in dhooties en lichtere weefsels
zijn afgesloten. Het is momenteel inderdaad een markt voor
koopers en de flauwere katoenprijzen stellen fabrikanten
in staat eeuige concessies te verleenen, welke echter slechts
klein en onbeteekenend schijnen in vergelijking niet wat
de overzeesche markten verlangen. Van fabrikanten-stand-
ptuit zijn stapels op het oogeublik het beste; over het alge.
ineen bestaat er nog geen gebrek aan werk en met kieine
concessies valt het niet moeilijk de weeftouwen bezet te
krijgen. Dit is echter geenszins het geval met de Egyptische
stylts en fancies, vaai’ de hoogere kosten van het ruwe
materiaal zaken absoluut onmogelijk maken. Het verschil
iii positie van de Amerikaansche en Eg3ptische styles valt hoe langer hoe meer op. De huidige vraag- is wel degelijk
een gevolg vnu een tekort aan goed op de overzeesohe
markten en indien de overzeesche handelaren zich ten ge-
yolge van de gemakkelijker prijzen wat minder terughou-
dend toonen, zullen er ongetwijfeld belangrijk meer zaken tot stand komen.
22Apr. 29Apr. Oost. koersen. 21Apr. 28Apr.
–
Liverpoolnoteeringen.
T.T.op Br.Indië 1/5
7
/
8
115
7
/8
F.G.F.Sakellaridis 32,20 30,20 T.T. op Hongkong 213
2127/
t
G.F. No. 1 Oomra 9,95 9,50 T.T.op Shanghai 3/034 3/0k
KOFFIE.
Nog altijd valt er over de koffiemarkt niet veel opgewekts
te berichten. Ook in de afgeloopen week was de stemming zeer
kalm en op sommige dagen zelfs flauw, hetgeen in de eerste
plaats tot uitdrukking kwam in den ioop der prijzen aan
de termijnmarkten. Zoo liep de Rotterdamsche termijnmarkt
in de laatste acht dagen nog bijna 3 ct. terug. In de eerste
plaats was deze gang van zaken het gevolg van de houding
van Brazilië, dat om koopers te vinden zich nog steeds
bereid toonde tot verdere concessies en ten slotte Santos-
aanbiedingen maakte van 101/- 2 103/. per cwt. kost en
vracht voor goed beschreven Superior en van 104/. 2 107/-
voor dito Prime. Van Rio, waarvan de prijzen tot nu toe
in verhouding tot Santos te hoog waren geweest, kwamen
thans ook lagere offerten aan de markt. De daling in deze
soort bedroeg sedert de vorige week 5/- 2 6/- en in sommige
gevallen zelfs iets meer, waardoor ten slotte de prijs van
Rio type New York 7 met goede beschrijving voor prompte
verscheping kwam op circa 85/. en voor latere verscheping op 80/.
It
84/- naar gelang van den verschepingstermijn. Hoewel de loopende oogst van laatstgenoemde soort zoo goed als afgeloopen is, worden van den volgenden oogst,
die groot wordt geraamd (ongeveer 4 millioen balen), reeds
spoedig de eerste verschepingen verwacht.
De aanbiedingen van Robusta op aflading uit Ned. Oost-
Indië waren ook ditmaal wederom lager. Er kwamen slechts
weinig zaken tot stand, daar de vraag naar deze soort,
zoowel voor binnenlandsch verbruik als voor uitvoer, op
liet oogenblik zeer beperkt is. De vraagprjzen waren ten
slotte o.a. als volgt:
Palembang Robusta, telquel, Mei/Juni verscheping 468
, ct.
Mei/Juli
46
Aug./Oct.
44
Mandheling
Mei/Juni
,,
51
alles cif uitgeleverd gewicht, netto contant.
Van loco werden de of ficieele noteeringen alhier verlaagd
van 73 ct. op 71 ct. per
3
KG. voor Superior Santos en
van 62 ct. op 61 ct. voor Robusta. De afzet in de ver-
schillende soorten was nog steeds zeer onbevredigend en
alleen tot dekking van het hoog noodige werd gekocht.
De noteeringen aan de termijnmarkt waren aan de
ochteud.call te:
Rotterdam (Santos-contract)
Amsterd. (Gemengd con-
basis Good
–
tract) basie Santos Good
Mei Sept. Dec. Mrt. Mei
I
Sept. Dec. Mrt.
5 Mei 5034 465/
t 445i
43i/
8
48
1
/
8
44( 4234 411/
8
28 Apr. 527/
8
498/
t
4734 46
5134 47
8
/8
44
21 ,,
53
4934
4734 457h, 5134
477j
45I, 4434
14 ,,
533,
5034 487/
8
47
8
/8 5234 485/
8
1
46X 45
De slot.noteeringen te New York van het aldaar gel-
dende gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Mei
I
Sept.
I
Dec.
I
Mrt.
4 Mei
$ 17,60
$ 15,35
$ 14,78
$ 14,28
27 April …….,, 18,22
16,13
,, 15,60
15,03 20
…….., 18,22
16,01
15,50
14,92
13
,, 18,63
16,87
16,35
15,79
Uit de dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma
G. Duuring & Zoon alhier blijkt, dat de Afleveringen in
Europa en in de Ver. Staten van Amerika in de maand
April werkelijk niet slecht zijn geweest. Zij bedroegen
1.536.000 balen tegen 1.407.000 balen verleden jaar. De
achterstand in de Afleveringen gedurende de eerste vier maanden van het jaar, vergeleken tegen verleden jaar, is
daardoor teruggebracht tot 926.000 balen. In deze vier,
maanden bedroegen zij dit jaar 6;155.000 balen tegen
7.081.000 balen in 1924. Daar de Aanvoeren in April slechts 1.373.000 balen hebben bedragen tegenover 1.685.000 balen
in 1924, is de zichtbare Wereldvoorraad gedurende April
ditmaal afgenomen met 54.000 balen, terwijl hij verleden jaar in dezelfde maand toégenomen is met 481.000 balen.
Hij bedraagt thans 5.335.000 balen tegen 4.445.000 balen
in 1924.
Rotterdam, 5 Mei 1925.
400
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Mei 1925
(Mdedee1ihg van de Vereeniging voor den Goederenhandël te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te Santos
t Wisselkoers
Data
1
1
te Rio
t Voorraad 1 Prijs 1 Voorraad t Prijs
1
(in Balen) No. 711 1 (in Balen) 1 No. 4 ‘1
Londen
4
Mei
1925
165.000
34.375 2.169.000
38.000
5
21
/
64
27
April
1925
117.000
37.100 2.169.000
38.000
5s
20
,,
1925
122.000
37.450 2.087.000
39.500
5
21
/64
4
Mei
1924
235.000
25.600 1.037.000
27.000
65/
5
1)
In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te San
(os
Data
Afgeloopen
Sedert
–_____________
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
2
Mei
1925……
14.000
1
3.939.000
1
148.000
1
8.421.000
2
Mei
1924….
44.000 3.130.000 ‘161.000 8.655.000
THEE.
De theemarkt was in de afgeloopen week stil. Wel ver-
den er nog enkele opgehouden partijen ex vorige veiling
van de hand gedaan, doch de. goede stemming was er nog
niet in.
Londen toonde in de afgeloopen week een onregelmatig
verloop. Eenerïjcls viel op te merken een goede vraag tot
verhoogde prijzen voor de goede en betere soorten, die dik-
wijls 1 1.
2
d. in prijs konden stijgen, doch anderzijds toon.
de meS weinig belangstelling voor de ordinaire en mle-
rieure soorten, die nog steeds in groote hoeveelheden op de
markt voorkomdn. Deze kwaliteiten moesten meermalen
t
tot 1
Y
2
d., soms meer, prijsgeven, wilden zij koopers kun..
nen vinden. Het verschil tusschen de mindere en betere
kwaliteiten wordt hoe langer 1oe grooter én zal ook mede-
werken om producenten te •chvingen zich, evenals vroeger,
tde te leggen op fijneren pluk en zorgvuldiger bereiding.
Deze. fabtoren waren, als gevolg van de hooge conjunctuur,
in den laatsten tijd wel wat uit het oog verloren. Voor de
theeveiling van
14
Mei zijn aangeslagen_ ongeveer 10.000
kisten.
Amsterdam,
4
Mei.
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De graanvradhtenmarkt van Noord.Amerika heeft de
afgeloopen ‘,reek iets meer zaken te zien gegeven voor be-
lading.per begin Mei. Er zijn echter niet zooveel bootea,
clie prompte belading kunnen geven, maar éen groote hoe-
veelheid tonnage wordt aangeboden per tweede helft Mei
belading, voor welke positie bevrachters echter niet zoo
geïnteresseerd zijn. Van Montreal is een aantal bevrach.
tingen gedaan met tot
2515
cancelling dp basis van
14
cents per 100 lbs. awaar graan naar Antiwerpen/Rotterdlam/
Hamburg, terwijl ook is afgesloten naar Anbwerpen/Rot-
terdam tegen
3/.
per qtr. voor handige tonnage. Ook voor
eerste helft Juni is •er meer vraag gekomen en een boot
van
36.000
qtrs. werd voor dien termijn gesloten op basis
van AntwepnfRotterdam/Hanibur tegen
14
cents, optie
Middellaudsehe Zee (niet Oostelijk van West-:[talië) tegn
18 ecots, Spanje
19Y2
cents, Lissabon/Leixes
183′
cents.
Ook van de Range hebben meer afsluitingen plaats gevon.
den dkn de vorige week; een Vrij groote boot werd voor
prompte belading gesloten naar Antwerpen/Bremen/Ham-
burg tegep
133.
2
cents, terwijl kleine tonnage Nverd gedaan
naar Denemarken op basis van
21
cents. De Gulf is prac-
tischgesproken zonder eenige definitieve vraag naar ruimte.
Verdere afsluitingen hebben in kolen plaats gevonden
van Noord-Amerika, hoofdzakelijk naar Zuid-Arnerikn tegen
onverainderde vrachten. Naar Rio werd $
4,1.0
betaald met
tot
15
Mei cancelling en $
3,90
voor tweede helft Mei be-
lading. Een groote boot verd naar West-Italië gedaan per eerste helft Mei tegen de lage vracht van $
2,85.
De uitgaande koleuvrachtenmarkt van Engeland blijft
onveranderd, behalve misschien voor kleine bootjes naar
de dichtbij gelegen Continentale havens. Alleen de vrachten
nar Zuid-Amerika blijven rijzen en naar Buenos Aires
verd
17/t
gedaan. Van Zuid-Wales worden •de volgende
afsluitingen gerapporteerd Suncisvall
6/-,
Rouaan
3/6,
Genua
8/9,
Saionica
11/103.,
Alexandrië 11/-, Las Palmas
9/-,
terwijl van cle Westkust werd afgesloten Stockholm
5/3,
Hamburg
‘3/10,
Antwerpen
2/9,
Bordeaux
5/3,
Gi-
braltar
7/9,
Genua
8/9
en Alexandrië 11/-.
Ofsel.00n er een vrij levendige vraag was naar ruimte
voor suiker van West-Indië heeft het overvloedige aanbod
van tonnage elke rijzing.in vrachten belet. Cuba heeft ver-
sebilleitde booten afgesloten van circa
6500
tons, naar
15. K./Continent voor Mei belading tegen
1716.
De River i’late heeft iets meer afsluitingen gezien,maar
vrachten bleven op cle lage basis van
15/6 t 1613
naar –
gelang van grootte der boeten.
De Chilisalpeter-vrachtenna.rkt blijft, in het algemeen
gesproken, lusteloos, alleen wordt van eeni.g interesse blijk
gegeven •door bevrachters voor Juni tonnage naar Europa.
Per 1/10 Juni is een boot van
5900
tons maximum gedaan
tegen
2616
naar Bordeaux/Hamburg rane met de optie
van Noord-Spanje tegen
27/6
en Alexandrië tegen
291-.
Intusschen blijft cle toon -van cle ma.rkt rustig door de aan-
wesigbeid van tonnage in de Plate clie te allen tijde bereid
is in. ballast naar Chili te varen en Juni positie kaas geven.
Wat gedeeltelijke ladingen betreft zijn eenige parcels ge-
claaa per Juni tegen
25/.
naar Antwerpen/Itotterdam/
:Eianiburg, terwijl naauideljksche parcels van 1000 tons zijn
gesloten per
.
Juni/September tegen
26/6
naar Bordeaux/
Antwerpen range. Een vroege Juni boot kou
$4,50
hekomen
basis édn haven Galveston/Boston range, maar sindsdien
is de vraag weder flauw enwordt slehts $
4,25
in uit-
zicht gesteld.
De markten van het Oosten zijn wederom zoo goed als
zonder zaken geweest. Van Wladiwostock is de vraag naar
ruimte voor boeten weggevallen en werden er slechts eenige
kleine parcels gedaan per Mei en September naar Botter-
clans en/of Hamburg tegen
23/9.
In olie ging niets om.
Australië bleef een rustige markt en ofschoon in het
begin der week
39/-
voor een Mei boot van Sydney werd betaald, is sindsdien tegen
3716
naar Micidellandsche Zee/
U. K./Continent afsloten.
i3urmah bleef voortdurend levenloos en geen enkele’ af-
sluiting vond plaats. Van Indië hebben bevrachters het
bijna onmogelijk bevonden om tot zaken te komen op
d.w. basis en de vracht is slechts nominaal in de richting
van
21/- t 221-.
1)e mafsmarkt van Zuid-Afrika is zeer rustig en de
eenige afsluiting was en handige boot naar Denemarken
tegen
27/-
per Augustus/September. In kolen werd gedaan
van Durban naar Singapore tegen
1016,
optie Java 10/. P’ Mei.
De Donau heeft minstens
4
booten genomen in de afge-
kopen week tusschen
15/6 en
1616
naar 1fF. /Contiiient
met de Scandinavische opties tegen
1/6
extra. Deze markt
is vast en speciaal handige tonnage wordt gevraagd. ])e
Zwarte Zee zoekt geen tonnage voor graan, maar
2
ver-
dere ertsafsluitingen hebben. plaats gevonden van Poti naar
Baltimore tegen $
3,25.
De Middellandsuhe Zee heeft iets
meer zaken tot stand zien komen in erts, maar vrachten
bleven op hetzelfde peil. Het aanbod van tonnage overtreft
nog .teeds dat van ladingen en booten gaan voortdurend in ballast terug. Ertsafsluitingen zijn Morphou Bay/Rot-
terdam
9/6,
Bona/Rotterdam.
4/9,
Hornillo Bay/Middles-
boro
6/3,
Newport
60
en Rotterdam
5/3,
Carthagena/Rot-
terclam
5/3.
Een fosfaatlaclirig is gedaan van Bona naar
Tpswhioh tegen
7/9,
van Tunis naar Bull wordt
7/6
geno-
teerd. Een
7000
tonner is afgesloten voor een lading zout
van Cadliz naar Monte Video tegen
17/6.
Alexandr.ië is rus-
tig en kleine booten kunnen waarschijnlijk
11/6 bed.ingen
per ton voor katoenzaact naar de-Westkust vals Engeland.
Van de Golf van Biscaye zijn weinig zaken gedaan. .Ton-
lage wordt ruimschoots aangeboden en vrachten zijn ge-neigd tot zakken. De laatste afsluitingen zijn Bilbao/Bot-
terdam
5/0,
Cardiff
5/9,
Newport
6/3,
Rivacleo/Immiug
–
ham
6/6.
De time-charter-vrachtenmarkt blijft ongeanimeerd, ech-
ter is liet mogelijk een boot tot
8000
tons te plaatsen voor
12
maanden stukgoedvaart tegen
3/6
met levering in Juni,
maar
,
verdere zaken op deze basis zijn moeilijk te vinden,
behalve in de States/West-Indië-vaart, waar verdere ton-
nage Nverd afgesloten tusschen $
0,90
en $1,10.
RIJN VAART.
Week
van 26
April t/m.
2
Mei
1925.
De aanvoeren van zeezijde waren minder dan de voor-
afgaande week. Bij gemiddelde vraag bleef de beschikbare
Rijnruimte ruimschoots voldoende.
De ertsvrachten bedroegen gemiddeld
f 32130
met lostijd
f 42f40 ,,
-Voor ruwe producten naar den Bovenrijn werd ongeveer
f _.90
met verkorten lostijd betaald.
Het sleeploon. bedroeg maximum
30
ets, tarief.
De waterstand, zoowel naar den Benedenrijn als Boven-
rijn bleef onveranderd gunstig.
In den toestand in de Ruhrhavens kwam geen verbetering.