Ga direct naar de content

input/output

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: augustus 22 2008

input
Administratieve lasten

Sociale verzekering

Voor het EIM onderzoekt Timmermans welke knelpunten het
mkb bij het ondernemen als het grootst ervaart. Bekende knel­
punten zijn onder andere problemen bij het vinden van financie­
ring en gebrek aan geschikte arbeidskrachten. Door middel van
een telefonische enquête vindt Timmermans dat ondernemers
administratieve lasten als grootste knelpunt ervaren uit een lijst
van elf mogelijke opties. Van de ondervraagde mkb’ers ervaart
53 procent administratieve lasten als grootste knelpunt en zijn
een gebrek aan gekwalificeerd personeel en hoge mate van
concurrentie met respectievelijk twintig en negen procent de
nummers twee en drie.

De Sociale Verzekeringsbank bespreekt de ontwikkelingen
en ramingen van de vermogensposities van de fondsen AOW,
Anw en AKW. Ten opzichte van de raming die de Sociale
Verzekeringsbank in januari opstelde, zijn de daadwerkelijke
uitgaven aan de AOW en Anw gelijk. Voor de AKW zijn ze
negen miljoen euro lager dan geraamd in de januarinota. De
uitvoerings­ osten zijn over 2007 in totaal 196 miljoen euro,
k
46 miljoen euro lager dan geraamd in de januarinota. De
Sociale Verzekeringsbank verwacht tussen 2007 en 2013
s
­ tijging van twintig procent in het aatal AOW-gerechtigden, dat
in 2013 op 3,2 miljoen uit zou komen.

Timmermans, N.G.L. (2008) De grootste knelpunten van MKB- en technologiebe-

Sociale Verzekeringsbank (2008) Juninota 2008 AOW/ANW/AKW. Amstelveen:

drijven. Zoetermeer: EIM.

SVB.

Vertrouwen

Geluk

Mosch en Prast onderzoeken voor De
Nederlandsche Bank het vertrouwen dat
de Nederlandse bevolking heeft in onder
andere de overheid en de medeburgers.
Zij vinden dat er een hoge mate van
correlatie bestaat tussen het vertrouwen
in het parlement en het vertrouwen in
DNB, wat Mosch en Prast als vreemd
beschouwen, omdat DNB onafhankelijk
opereert. Een correlatie die Mosch en
Prast vinden is dat mensen die een groter vertrouwen hebben in
instituties, over het algemeen ook een groter vertrouwen in de
economie tonen.

Voor het Centre for Economic Policy Research onderzoeken
Stevenson en Wolfsen de ontwikkeling van geluk in de Verenigde
Staten. Zij vinden dat tussen 1972 en 2006 de totale hoeveel­
heid geluk in de Verenigde Staten niet gegroeid is. Daarnaast
vinden zij dat ten opzichte van 1972 de hoeveelheid geluk
g
­ elijker is verdeeld over de bevolking. Twee derde van het ver­
schil in geluk door verschil in huidskleur is in 2006 ­ erdwenen
v
en het verschil in geluk door verschil in sekse is totaal ver­
dwenen. Wel zijn de verschillen in geluk door verschillen in
opleidingsniveau vergroot. Stevenson en Wolfsen stellen dat
de toename in gelijkheid van geluk vooral gedreven is door een
toename van gelijkheid binnen demografische groepen, in plaats
van tussen demografische groepen.

Mosch, R. en H. Prast (2008) Confidence and trust: empirical investigations for the

Stevenson, B. en J. Wolfsen (2008) Happiness inequality in the United States.

Netherlands and the financial sector. De Nederlandsche Bank occasional papers

CEPR discussion paper 6929.

2008(2).

Beleggingsverzekeringen

Telecommunicatie

De Autoriteit Financiële Markten bericht over de kwaliteit van
advies bij beleggingsverzekeringen. De AFM stelt hierbij dat de
transparantie ten aanzien van beleggingsverzekeringen verbeterd
is sinds oktober 2006 door de invoering van de vernieuwde
financiële bijsluiter. De AFM stelt echter dat er nog wel ruimte
voor verbetering is en stelt dat twintig procent van de financiële
dienstverleners die advies verkopen matig tot slecht van kwali­
teit zijn. Van deze dienstverleners is vaak niet te zeggen of het
advies passend is bij de consument en zij nemen onvoldoende
alternatieve financiële producten mee in de bepaling van hun
advies. De belangrijkste aanbevelingen van de AFM zijn dat
financiële instellingen voldoende informatie over hun klanten
moeten inwinnen en de klant voldoende moeten informeren over
kosten en risico’s.

Vanwege de steeds grotere overlap in diensten die netwerken
voor spraak- en dataverkeer aanbieden, bespreken Bijl en Peitz
voor het Centraal Planbureau de uitdagingen voor de telecom­
municatieregelgeving. Nederland wordt als voorbeeld gebruikt,
vanwege de vorderingen op het gebied van concurrentie tussen
de verschillende vormen van telecommunicatie, zoals kabel,
DSL en mobiele netwerken. Een belangrijke factor in de tele­
communicatiemarkt is volgens Bijl en Peitz de innovatie in de
sector. Zij stellen dan ook dat regelgeving in de sector spaar­
zaam moet zijn, om mogelijke innovatieprikkels niet in de weg
te zitten. Zo stellen ze bijvoorbeeld dat de toelatingsverplichting
van concurrenten op een netwerk de prikkel tot het bouwen van
een netwerk vermindert, terwijl door concurrentie van andere
netwerken niet gevreesd hoeft te worden voor te grote markt­
macht van een netwerkbeheerder.

Autoriteit Financiële Markten (2008) Beleggingsverzekeringen: kwaliteit advies

Bijl, P.W.J. de en M. Peitz (2008) Innovation, convergence and the role of regulation

bij beleggingsverzekeringen. Amsterdam: AFM.

in the Netherlands and beyond. Den Haag: Centraal Planbureau.

484

ESB

93(4541) 22 augustus 2008

output
Ontwikkeling

Internationale bedrijfshandel

Voor het National Bureau of Economic Research onderzoeken
Ilzetzki en Végh waarom fiscale uitgaven in ontwikkelingslanden
vaak een procyclisch patroon kennen, terwijl fiscaal beleid in
ontwikkelde landen meestal anticyclisch werkt. Volgens be­
staande literatuur kan dit zijn door imperfecte kapitaalmarkten,
waardoor overheden niet kunnen lenen in slechte tijden en juist
dan hun uitgaven moeten inkrimpen. Ilzetzki en Végh trekken
de causaliteit echter in twijfel en stellen dat een procyclisch
effect ook gevonden wordt als de economie groeit als reactie op
een fiscale uitbreiding. Met een test over 49 landen vanaf 1960
vinden zij dat een hoogconjunctuur een causaal positief effect
heeft op de overheidsuitgaven en dat groei in de overheidsuit­
gaven ook zorgt voor economische groei. Hierdoor stellen de
auteurs dat als het al slecht gaat met de economie, de procycli­
sche overheidsuitgaven deze nog verder zullen verslechteren.

Voor het Centraal Bureau voor de
Statistiek onderzoeken Arentsen en
Fortanier de bedrijfsinterne handel over
grenzen. Aangezien bedrijven steeds
meer internationaal georiënteerd zijn,
bestaat een groot deel van de internatio­
nale handel uit bedrijfsinterne handel.
Zo bestaat ongeveer veertig procent
van de invoer en uitvoer van Nederland
uit bedrijfsinterne handel. Arentsen
en Fortanier vinden een positieve relatie tussen de mate van
b
­ edrijfsinterne handel en de bruto winstmarge van onder­
nemingen. Aan de ene kant kan dit betekenen dat internationaal
handelende bedrijven winstgevender zijn, aan de ander kant
stellen de auteurs dat bedrijfsinterne handel ook kan worden
gebruikt om winst te boeken in de landen waar dit fiscaal het
voordeligst is, zodat landen met een voordelig fiscaal klimaat
automatisch veel handelen met het buitenland.

Ilzetzki, E. en C.A. Végh (2008) Procyclical fiscal policy in developing countries:
truth or fiction? NBER working paper 14191.

Arentsen, K. en F. Fortanier (2008) Determinanten van bedrijfsinterne handel: een analyse van Nedeland’s grootste niet-financiële ondernemingen.

Klimaatverandering
Jonkhoff et al. van TNO onderzoeken de economische effecten
voor Nederland in 2100 van klimaatverandering bij vier verschil­
lende scenario’s. In deze scenario’s vindt er een gemiddelde
temperatuurstijging van twee tot vier procent plaats en de
auteurs verwachten hierbij een gemiddelde stijging van de zee­
spiegel van 35 tot 110 centimeter. Het belangrijkste negatieve
effect dat klimaatverandering hiermee heeft is een verhoging
van het risico op overstromingen uit rivieren en zee. Daarnaast
kan klimaatverandering zorgen voor een afname van de land­
bouwproductiviteit, vanwege de verzilting. Jonkhoff et al. stellen
dat er in de discussie over kustverdediging te weinig aandacht is
voor de mogelijke kosten van een overstroming.
Jonkhoff, W., O. Koops, R.A.A. van der Krogt, G.H.P. Oude Essink en E.
Rietveld (2008) Economische effecten van klimaatverandering. Delft: TNO.

Biggen
Hoste van het Landbouw Economisch Instituut onderzoekt de
biggenexport van Nederland naar Duitsland. De Duitse import
van biggen bestaat voor 42 procent uit dieren vanuit Nederland.
De belangrijke positie die Nederland inneemt in de Duitse
b
­ iggenhandel dankt ons land volgens Hoste aan de geringe
a
­ fstand tot Duitsland en de hoge kwaliteitseisen die in Nederland
gelden. Om de toenemende concurrentie vanuit onder andere
Denemarken het hoofd te bieden, moet volgens Hoste meer
op kwaliteit geconcurreerd worden. Hij roept op tot een betere
communicatie om de kwaliteit van contact tussen Nederlandse
en Duitse handelaren te verbeteren en tot het vergroten van de
aandacht in Nederland voor de gezondheid van biggen.

In: Internationaliseringsmonitor 2008. Voorburg: CBS.

Woningmarkt
In haar Kwartaalbericht Woningmarkt bericht de Rabobank dat de
huizenprijzen zijn gestegen. De mediane huizenprijs bedraagt nu
252.000 euro, een stijging van 2,4 procent ten opzichte van het
jaar ervoor. Dit ondanks een uitbreiding van het aanbod. In de
eerste maanden van 2008 werden niet alleen meer bestaande
woningen te koop aangeboden, maar werden er ook meer nieuw­
bouwwoningen opgeleverd dan in het jaar ervoor. Het aantal
transacties is afgenomen en woningen staan nu gemiddeld langer
te koop dan een jaar geleden. Een eventuele verklaring hiervoor
biedt de Rabobank door te stellen dat de geld- en kapitaalmarkt­
rentes op het moment hoger zijn dan een jaar geleden, waardoor
de betaalbaarheid van huizen negatief beïnvloed is.
Rabobank (2008) Kwartaalbericht woningmarkt augustus 2008. Utrecht:
Rabobank.

Latijns-Amerika
Voor de Sociaal Economische Raad doet Petri onderzoek naar de
sociale dialoog in Latijns-Amerika. Petri stelt dat het ­ pstarten
o
van een sociale dialoog in Latijns-Amerika noodzakelijk is om
i
­nstabiliteit te voorkomen en maatschappelijk draagvlak te
creëren voor beleid. De SER kan volgens Petri een toegevoegde
waarde hebben bij het opzetten van de sociale dialoog in LatijnsAmerika door missies daarheen beter voor te bereiden en trainin­
gen aan adviesraden uit de betreffende landen te verzorgen.

Hoste, R. (2008) Biggenexport naar Duitsland: een markt te winnen. Den Haag:

Petri, D.P. (2008) De sociale dialoog in Latijns-Amerika nader beschouwd. Den

Landbouw Economisch Instituut.

Haag: Sociaal Economische Raad.

ESB

93(4541) 22 augustus 2008

485