Ga direct naar de content

Infodrome(n)

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 20 2001

Infodrome(n)
Aute ur(s ):
Lecq, S.G., van der (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4305, pagina 341, 20 april 2001 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

De meeste dromen zijn bedrog en als je wakker wordt bij Infodrome, dan droom je nog. Dat bleek tijdens het recent gehouden
Infodrome-congres. Met videoschermen, beeld- en geluidsfragmenten, de minister-president en een keur aan excellente sprekers was
een select gezelschap van vierhonderd genodigden in de droomopwekkende Ridderzaal bijeen om “de strategische vragen van de
informatiesamenleving te inventariseren en te agenderen”, aldus de uitnodiging. Gelukkig hoefden de aanwezige topambtenaren,
hoogleraren, directeuren, opinion leaders, vertegenwoordigers van de pers en wat dies meer zij dit niet zelf te doen. Zoals
dagvoorzitter Paul Schnabel van het SCP het na de openingsspeech van Rick van der Ploeg stelde: “Dit is geen democratische dag. U
mag alleen luisteren.” Genoemde staatssecretaris had bovendien al geconstateerd dat er veel over ict wordt gepraat maar dat “we het
niet over de juiste dingen hebben”, dus dan kun je ook maar beter luisteren. De aanwezigen benutten de pauzes dan ook niet voor het
“doordenken van de vraagstukken” die waren opgeworpen, maar voor een rondje netwerken in dit gezelschap van unieke
samenstelling. Nieuwe economie of niet, face-to-face contact blijft onvervangbaar.
Waren er dan geen strategische vragen? Jawel, heel veel zelfs. De internationaal gerenommeerde sprekers brachten ze helder in kaart.
Moet defensie zich gaan richten op het beschermen van vitale onderdelen van de informatie-infrastructuur? Wat zijn de gevolgen van de
afnemende belangstelling voor technische studies? Zou de vuurwerkramp in Enschede ook hebben kunnen plaatsvinden als alle
vergunningen op internet hadden gestaan? Is het erg dat medicijnen via internet vrij verkrijgbaar zijn? Mag informatie alleen beschikbaar
zijn voor wie het kan betalen? Wat vinden we ervan dat Warner Brothers verbiedt dat kinderen plaatjes van Harry Potter op hun eigen
site zetten? Ook aan economen was gedacht, met observaties over de stijgende prijs van tijd en de dalende prijs van informatie. Ook
werd vastgesteld dat boeken onder het lage btw-tarief vallen terwijl de elektronische editie tegen het hoge tarief wordt belast. Zo kan
elektronisering tot een prijsstijging van dertien procent leiden en dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Na al die vragen raakte de zaal toe aan antwoorden, maar die stonden niet op de agenda. Infodrome heeft immers tot doel om door middel
van diverse activiteiten “bij te dragen aan de gedachtevorming over het beleid van de overheid in de informatiemaatschappij” dus de
overheid moet zelf de antwoorden verzinnen. Maar waarom moet de overheid zich met ict bemoeien? Zijn er marktfalens die om
overheidsingrijpen vragen? Hierover waren wel een paar aanzetten tot antwoorden te beluisteren. De overheid moet technische
standaarden helpen ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld in Europa voor mobiele telefonie is gedaan. Dit brengt wel een risico van
concurrentiebeperkende netwerkeffecten met zich mee. Wanneer standaardisering echter niet plaatsvindt, zoals bij de mobiele telefonie in
de VS en de chip-bankpassen in Nederland, worden efficiëntiewinsten misgelopen. Voor economen zijn dit soort inzichten bepaald niet
nieuw 2. Vergelijkbare bekende kost vormden de stellingen over het verdwijnen van fysieke intermediairs ten gunste van virtuele
bemiddelaars.
Opvallend was de stelling van de minister-president dat “het niet aan de overheid is om de samenleving digitaal vaardig te maken”.
Blijkbaar is het verplicht genieten van onderwijs in lezen, schrijven en rekenen in de vorige eeuw toch iets anders dan het verplicht
opdoen van digitale vaardigheden in de nabije toekomst. Of bedoelt de minister-president dat de markt hierin kan voorzien? Onderzoek
van het SCP laat zien dat er geen sprake is van een digitale tweedeling waar het gaat om bestaande technologieën, omdat die vroeg of
laat wel door iedereen worden opgepikt, maar dat het probleem is dat de technologische ontwikkeling ondertussen doorgaat 1. De
bejaarde uit Doetinchem die vorige week eindelijk een instructieavond over het gebruik van de NS-kaartjesautomaat heeft bijgewoond,
zal over enkele maanden tot haar schrik constateren dat de NS een nieuwe generatie kaartjesautomaten met weer andere knoppen heeft
uitgerold. Ondertussen zijn de loketten wegbezuinigd. Het is dan ook de vraag of de markt er belang bij heeft om tijdig in de
informatiebehoeften van achtergebleven groepen te voorzien, want dit zijn doorgaans niet de meest koopkrachtige groepen. Andrew
Shapiro stelde dan ook dat gelijke toegang voor iedereen niet vanzelf resulteert in gelijke kansen en vaardigheden. Het digitaliseren van
de samenleving kun je niet aan de markt overlaten: hier ligt een taak voor de overheid.
Dat komt mooi uit, want “de overheid moet hartstochtelijk ervoor zorgen dat ze nog een beetje relevant blijft in deze nieuwe virtuele
wereld” aldus spreker Paul Frissen. Nou is hartstocht wel mooi, maar geen succesfactor voor lange termijnprojecten. De overheid zal met
concrete strategieën moeten komen om haar nieuwe rol invulling te geven. De bijeenkomst in de Ridderzaal was een mooi voorbeeld van
de ervaringseconomie, maar gelukkig wordt beleid elders bedacht en uitgevoerd. De overheid blijft vanzelf relevant door op alle
beleidsterreinen de invloed van ict serieus mee te nemen, maar dat kunnen specialisten beter dan infodromende visionairs

1 Sociaal en Cultureel Planbureau, Digitalisering van de leefwereld, SCP cahier nummer 167, mei 2000, blz. 204 en paragraaf 9.7.

2 Zie bijvoorbeeld De vernieuwende economie, in: Centraal Planbureau, Centraal Economisch Plan 2000 , Den Haag, 2000.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur