Ga direct naar de content

Honderd jaar Kondratieff

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 5 1992

Honderd jaar Kondratieff
Van 17 tot 21 maart vindt in Moskou en St.Petersburg
een conferentie plaats ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Nikolai Dmitriyevich Kondratieff. Dat deze wetenschappelijke conferentie kan
worden gehouden is uitsluitend te danken aan Michael Gorbatsjov, de hervorrner die nu zelf wetenschapper is geworden. Voor de perestrojka mocht de naam
van Kondratieff niet worden gehoord en werd hij beschouwd als een vijand van de staat.
Kondratieff werd geboren op 4 maart 1892, in het
dorpje Goluevskaja, ongeveer 300 km ten noordoosten van Moskou. Na de februari-revolutie en de mislukte coup van de bolsjewieken werd Kondratieff
onderminister voor voedsel in de regering van
Alexander Kerensky (augustus-november 1917).
Kondratieff was geen lid van de communistische
partij. Na de vlucht van Kerensky bracht hij enige
maanden in de gevangenis door. Van 1920 tot 1928
was Kondratieff directeur van het Conjunctuur Instituut in Moskou. In die jaren werd de theorie van de
lange golf ontwikkeld. In 1928 werd hij ontheven
van zijn functie en in 1930 werd hij gearresteerd, op
de beschuldiging lid te zijn van de illegale BoerenArbeiderspartij. Hoewel dat altijd en overal wordt
beweerd, is Kondratieff nooit naar Siberie gedeporteerd. Van 1932 tot 1938 zat hij gevangen in Suzdal,
een klein stadje ongeveer 100 km ten oosten van
Moskou. Daarvoor en daarna werd hij in Moskou gevangen gehouden. Op 17 September 1938 werd hij,
46 jaar oud, geexecuteerd.
Honderd jaar na zijn geboortedag is de belangstelling
voor Kondratieffs theorie van de lange golf groter dan
ooit tevoren. Tegelijkertijd blijft de Kondratieffcyclus
onder economen een zeer omstreden onderwerp. Ik
ken ook geen theorie waarover zoveel onzin wordt
beweerd als over de theorie van de lange golf.
De essentie van de theorie van de lange golf is dat
geindustrialiseerde economieen door de decennia
heen een aantal steeds weer terugkerende fasen van
ontwikkeling, elk met hun eigen kenmerken, doorlopen. Zoals de gewone conjunctuurgolf verschillende
fasen kent – nu zit de westerse wereld voor iedereen
zichtbaar iti de recessiefase — zo kent ook de lange
golf fasen: ik noem ze, in navolging van Schumpeter,
voorspoed, recessie, depressie en herstel.
Nog steeds denken sommige economen dat een cyclus alleen een cyclus is als de periodiciteit binnen
nauwe grenzen vastligt. De economic is echter een
wetenschap die over menselijk gedrag handelt, en
het zou uiterst onwaarschijnlijk zijn indien door
menselijk gedrag veroorzaakte cycli een periodiciteit zouden hebben waarop je de klok kunt gelijkzetten. Trouwens, van de gewone conjunctuurcyclus
verwacht niemand dat die altijd even lang is, dus is
het aannemelijk dat de lengte van een lange cyclus
als de Kondratieff ook behoorlijk kan varieren. In
de afgelopen twee eeuwen heeft de lengte gevarieerd tussen 47 en 57 jaar, een spreiding die beperkt
is gezien het feit dat de korte voorraadinvesteringscyclus of Kitchin al tussen 3 en 5 jaar, en de Juglar
tussen 7 en 11 jaar blijkt te varieren.

ESB 5-2-1992

In mijn beoordeling begon de opgaande fase van de naoorlogse Kondratieff in 1948, gedragen door de
kracht van technologische vernieuwing, resulterend in een aantal
groeisectoren (de voornaamste was
de petrochemische industrie) en
ook resulterend in een sterke investeringsvraag (met als meest spectaculaire Nederlandse voorbeeld de
ontwikkeling van de Europoort).
De voorspoedsfase duurde tot circa
1965. Dat jaar mag worden gezien
als een belangrijk keerpunt. De recessiefase begon in 1965 en eindigde met de recessie van 1973/75.
Dan treedt de depressiefase in, welJJ. van Duijn
ke duurt tot 1982, wederom een belangrijk keerpunt. De periode sinds 1982 tot nu kan
worden gezien als de laatste fase, de herstelfase,
van de naoorlogse Kondratieff.
In deze datering zou de wereld aan de vooravond
staan van een nieuwe opgaande fase van de Kondratieffcyclus, die in dit jaar, 1992, zou kunnen beginnen. Op dit moment echter is de stelling dat de westerse wereld een nieuwe voorspoedsperiode zal
ingaan bepaald een minderheidsstandpunt. In de VS
overheerst de gedachte dat na de excessen van de
jaren tachtig een periode van lage groei is aangebroken. In Europa is de opvatting dat wij de komende
jaren gebukt zullen gaan onder hoge rentes, die onmogelijk als bevorderlijk voor de economische
groei kunnen worden gezien, en in het Verre Oosten is Japan een ‘mature economy’, die buiten eigen
land afgunst ontmoet en het gevaar loopt op muren
van protectionisme te gaan stuiten.
Maar ook bij veel studenten van de lange golf overheerst toekomstpessimisme. Een veelgehoorde stelling is dat de vorige cyclus nog lang niet af is, en dat
we nog niet in ‘1948’ zijn aanbeland, maar eerder
nog in ‘1932’ zitten. In die gedachtengang gaat de
westerse wereld een periode van deflatie en depressie tegemoet, die minstens tot 1995 en wellicht tot
het begin van de 21ste eeuw zal voortduren. Tot de
aanhangers van deze zeer sombere toekomstverwachting behoren James Dale Davidson en Lord William Rees-Mogg, die eerder met een verbluffende
nauwkeurigheid de val van het communisme aankondigden en nu een boek hebben geschreven dat
als veelzeggende titel draagt The great reckoning:
how the world will change in the depression of the
1990s. Hier zijn geen sensatiebeluste gelegenheidsschrijvers aan het woord, maar serieuze onderzoekers die een reputatie hebben te verliezen.
Het is misschien onbevredigend, maar het is niet anders: ook de theorie van de lange golf levert geen
perfecte zekerheid. De theorie laat geen eenduidige, in de tijd nauwkeurig bepaalde voorspellingen
toe. Wanneer precies de omslag van de lange golf
valt of viel weten we pas als de nieuwe opgaande
fase al lang en breed begonnen is.

Auteur