Ga direct naar de content

Het uitbesteden van overheidsdiensten

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 25 1998

Het uitbesteden van overheidsdiensten
Aute ur(s ):
Haffner, R.C.G. (auteur)
Ministerie van Economische Zaken en Ocfeb
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4145, pagina 252, 27 maart 1998 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
uit, de, vakliteratuur, politiek, bestuur, publieke, sector

De beslissing om overheidsdiensten uit te besteden aan private partijen is vooral een politieke. Intuïtief wisten wij dit natuurlijk al
lang. Hoe valt het anders te verklaren, dat uitbesteding niet op grote schaal gebeurt, terwijl hier toch veel geld mee te verdienen valt?
Vergelijkende studies geven aan dat door uitbesteding eenzelfde kwaliteit vaak tegen een prijs geboden kan worden die tien tot dertig
procent lager ligt dan wanneer de dienst door de overheid zelf verzorgd zou worden 1. Dit komt omdat private ondernemingen
doorgaans een prikkel hebben om efficiënter te opereren en om een betere service te bieden. Politici hebben daarmee een instrument
in handen om hun burgers lagere belastingtarieven of meer overheidsdiensten te bieden. Daar zou je als politicus wel populair mee
moeten kunnen worden.
Een recent artikel van López-de-Silanes e.a. laat echter zien dat politici ook nut kunnen ontlenen aan het door de overheid laten
verrichten van diensten, bijvoorbeeld omdat zij daarmee de steun van vakbonden verwerven of omdat zij het ambtenarenapparaat voor
politieke doelen kunnen inzetten 2. Daarmee zijn zij één van de eersten die empirisch aantonen dat dergelijke factoren een rol kunnen
spelen bij de beslissing tot uitbesteding.
López-de-Silanes e.a. onderzoeken de determinanten van uitbesteding voor de jaren 1987 en 1992 voor ruim 3000 Amerikaanse gewesten.
Twaalf diensten worden in de beschouwing betrokken, waarvan stortplaatsen, bibliotheken, ziekenhuizen en de brandweer het meest aan
private ondernemingen worden uitbesteed. In 1987 verzorgt 15% van de gewesten de diensten zelf, 5% besteedt deze uit aan private
partijen terwijl 80% de diensten op andere wijze (zoals door de staat) laat verzorgen. In 1992 is deze verhouding iets ten gunste van
private voorziening gewijzigd.
Drie soorten determinanten worden empirisch onderzocht. Zogenaamde integriteitsregelgeving vergroot de kans op uitbesteding met
zo’n 6-11%. Het gaat hier om regels die verbieden dat overheidsdienaren politieke activiteiten ontwikkelen of dat politici vrienden en
politiek gelijkgestemden aan werk helpen binnen overheidsondernemingen. Blijkbaar maken dergelijke regels de publieke voorziening van
de dienst minder aantrekkelijk.
Een tweede groep variabelen betreft de situatie op de arbeidsmarkt. Er wordt minder uitbesteed in gewesten waar het aandeel van
werklozen en ambtenaren in de beroepsbevolking relatief hoog is. Evenzo ligt de kans op uitbesteding lager als veel ambtenaren lid zijn
van een vakbond. Uitbesteding stuit dan wellicht op meer weerstand. Daarentegen wordt er meer uitbesteed in gewesten waar de lonen
in de overheidssector relatief hoog zijn en waar stakingen door overheidspersoneel verboden zijn. In deze gevallen kan uitbesteding een
grotere besparing opleveren terwijl het overheidspersoneel geen gebruik kan maken van het stakingswapen om uitbesteding tegen te
houden.
Budgettaire beperkingen gaan samen met een hogere kans op uitbesteding. Veel staten stellen paal en perk aan de vrije beleidsruimte die
gewesten hebben om belastingen en uitgaven te verhogen, bijvoorbeeld door bepaalde belastingtarieven aan goedkeuring van de staat
te onderwerpen of lenen te verbieden. Aangezien met uitbesteding geld kan worden bespaard, zal een beperking van de budgettaire
ruimte van een gewest uitbesteding bevorderen. De resultaten bevestigen deze hypothese.
Uit het voorgaande blijkt dat politiek eigenbelang een belangrijke rol zou kunnen spelen bij de beslissing om uit te besteden. Een
alternatieve verklaring is dat politici juist veel oog hebben voor de preferenties van kiezers. Als kiezers een voorkeur voor een kleine
overheid hebben, kan dit tot uitdrukking komen in integriteitsregelgeving en beperkte budgetten. Dit wordt onderzocht door de omvang
van de Republikeinse aanhang rechtstreeks in de schattingen op te nemen. Deze variabele blijkt echter niet zozeer van invloed te zijn op
de keuze publiek versus privaat, maar veeleer op de keuze wel of geen dienstverlening. In gewesten waar de Republikeinen hoog scoren
wordt door de gewesten minder diensten aangeboden, maar er is geen systematische samenhang met de integriteits- en budgetvariabelen. De preferenties van kiezers lijken hier dus niet de allesbepalende factor te zijn.
Al met al laat het artikel van López-de-Salines e.a. zien dat niet-economische factoren een sterke invloed hebben op de beslissing tot
uitbesteding. Tegelijkertijd biedt het artikel echter handvatten voor burgers om dit keuzeproces te beïnvloeden. Het verminderen van de
discretionaire ruimte van politici door het beperken van de budgettaire speelruimte en het voorkomen van belangenverstrengeling kan
tot een doelmatiger aanbod van essentiële diensten leiden

1 S. Domberger en P. Jensen, Contracting out by the public sector, Oxford Review of Economic Policy , 1997, nr. 4, blz. 67-78.
2 F. López-de-Silanes, A. Schleifer en R.W. Vishney, Privatization in the United States, Rand Journal of Economics, 1997, blz. 447-471.

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur