Ga direct naar de content

H.C. Bos 1926-2007

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 2 2008

erflaters

H.C. BOS 1926 – 2007
Op 24 oktober 2007 overleed in zijn woning in Rotterdam
Hendricus C. Bos, emeritus hoogleraar aan de Erasmus
Universiteit (voordien de Nederlandsche Economische
Hoogeschool). Hij was in ons land een van de senioren op
het vakgebied van de ontwikkelingseconomie, als leerling,
medewerker en opvolger van Jan Tinbergen.

H

Hans Linnemann en
Piet Terhal
Emeritus hoogleraar
aan de Vrije Universiteit
­Amsterdam en voorzitter
van het bestuur van OIKOS.

280

ESB

enk Bos werd in 1926 geboren in Den
Haag en groeide op in Schiedam, waar
zijn vader werkte bij drukkerij Roelants en
daar verantwoordelijk was voor de tijdschriftproductie, waaronder de E.-S.B. Als leergierige
hbs’er keek zoon Henk het weekblad wel eens in, en
zo ontwikkelde zich een belangstelling voor economie. Hij koos voor de studie aan de NEH, en, na het
kandidaatsexamen, voor de algemeen-economische
studierichting. Zijn affiniteit met onderzoekswerk
bezorgde hem een aanstelling bij het NEI per 1 november 1951. Als een der NEI-directeuren schakelde
Tinbergen hem in bij enkele van zijn vele projecten. Eind 1953 legde Bos het doctoraalexamen af.
Tijdens zijn militaire dienstplicht, kreeg hij ook een
basisopleiding in de Russische taal. In 1957 keerde
hij terug naar de NEH/NEI als eerste medewerker van
Tinbergen. Een jaar later ging het Vormingscentrum
voor Ontwikkelingsprogrammering van start, een
verdere opleiding voor het werken in ontwikkelingslanden. Henk Bos neemt als assistent van Tinbergen
deel aan tal van missies naar die landen. Hij promoveert in 1964 cum laude op een proefschrift over
Spatial dispersion of economic activity. In 1965
wordt Bos benoemd als hoogleraar aan de NEH met
de leeropdracht “Ontwikkelingsprogrammering en
economie der centraal geleide stelselsâ€. Tegelijkertijd
wordt de leeropdracht van Jan Tinbergen veranderd in “Economie der centraal geleide stelsels en
Ontwikkelingsprogrammering†– dus het spiegelbeeld van die van Henk Bos. Veranderingen in de
Sovjet-Unie en Oost-Europa leidden in die jaren tot
voorzichtige voorstellen voor economische hervormingen, mede tegen de achtergrond van Tinbergens
hypothese over de toenadering van economische
stelsels van Oost en West. Met name het zich ontwikkelende Zuiden was gediend met ervaringen en reflecties ten aanzien van economische politiek, zowel
uit West als uit Oost. Men kan bewondering hebben
voor de gedachte om zo systematisch en doelbewust
“de inhoud van een optimale economische orde te
onderzoekenâ€, zoals Henk Bos in zijn afscheidsrede
zegt. Het onderwerp van dit afscheidscollege, “Kan
Oost leren van Zuid?â€, in 1991 was dan ook, alweer,

93(4534) 2 mei 2008

het spiegelbeeld van het onderwerp van zijn oratie
(1966), “Het opstellen van ontwikkelingsplannen
door Oost als voorbeeld voor Zuidâ€.
Inmiddels groeide de opleiding ontwikkelingsprogrammering in de tweede helft van de jaren zestig uit tot
een volledige economische afstudeerrichting aan de
NEH en zij is dat tot in de jaren negentig gebleven.
Bij het opzetten van deze studierichting vervulde
Henk Bos een belangrijke rol. Ook na het terugtreden van Jan Tinbergen stond hij ruim twee decennia
lang aan het hoofd van de groep medewerkers die
deze afstudeerrichting verzorgden. Het Centrum voor
Ontwikkelingsprogrammering leidde enkele honderden
economiestudenten op, van wie een groot aantal werk
vonden in nationale en internationale organisaties,
actief in ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast was
Henk Bos (co)promotor van een tiental proefschriften.
In het voorwoord van de Selected Papers beschrijft
Jan Tinbergen de wetenschappelijke werkwijze van
Henk Bos: hij gaat uit van een eenvoudige vraagstelling die door stapsgewijze toevoeging van elementen
complexer en bovendien realistisch wordt gemaakt.
De academische carrière van Henk Bos stond in het
teken van een dubbele en vooralsnog niet opgeloste
problematiek, van armoede en economische ongelijkheid enerzijds, en van de beste economische orde
ander­ ijds. Bij de transformatie van de centraal
z
geleide stelsels van Oost-Europa en de voormalige
Sovjet-Unie heeft een zeker triomfalisme van de vrije
markt de beleidsmakers parten gespeeld. Daarnaast
blijven ook nu nog grote delen van de mensheid
verstoken van de meest elementaire voorzieningen.
Analytische bekwaamheden (zoals Tinbergen aan
Henk Bos toeschreef) zijn voor een gezonde economische politiek in een steeds complexer wordende
wereld onmisbaar. Henk Bos heeft in een zeer arbeidzaam leven zijn talenten volledig in dienst gesteld van
economisch onderzoek en onderwijs. Na zijn pensionering heeft hij zich gericht op een oude hartstocht,
de studie van de Japanse cultuur en het verzamelen
van Japanse kunst, met name Ukiyo-e. De allerlaatste
sobere woorden die hij in zijn functie van hoogleraar
heeft uitgesproken op 12 december 1991, luidden:
“Het presenteren van een researchagenda past
wellicht meer in een oratie van een pas benoemde
docent dan in een afscheidscollege, bovendien een
afscheidscollege van iemand wiens leerstoel lijkt te
verdwijnen. Maar met personen en leerstoelen verdwijnen niet de problemen die om oplossing vragen
en waarvoor ik vanmiddag uw aandacht heb gevraagd.†Het verder werken aan deze problemen heeft
hij aan jongere collega’s overgelaten.

Auteurs