Ga direct naar de content

Gunstig perspectief voor ontwikkelingslanden

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 26 1995

JLiternationale COnjlUlCtUlir

Gunstig
perspectief
voor
ontwikkelingslanden
De Wereldbank is van mening dat
veel ontwikkelingslanden in de jaren
negentig een aanhoudend krachtige
economische groei te zien zullen geven. Meer algemeen wordt voor de
rest van het lopende decennium een
aanhoudende groei van de wereldeconomie voorzien die gepaard gaat
met een scherpe toename van de wereldhandel, lage grondstoffenprijzen
en een bescheiden inflatie. Voor de
ge’industrialiseerde wereld wordt de
komende tien jaar een gemiddelde
jaarlijkse groei van 3% voorzien en
voor de ontwikkelingslanden van 6%,
waarmee het gemiddelde voor de
wereld op 3,3% uitkomt.
De goede vooruitzichten voor veel
ontwikkelingslanden worden in de
hand gewerkt doordat deze in toenemende mate een integraal onderdeel
van het wereldhandelssysteem uitmaken. De liberaliseringen hebben ertoe geleid dat de economische groei
in de ontwikkelingslanden sinds 1990
2,5 procentpunt hoger ligt dan in de
ge’industrialiseerde wereld. Een trend
die volgens de Wereldbank zal aanhouden. Overigens vormt dit voor de
ge’industrialiseerde wereld een goede
opsteker, daar de exportmogelijkheden hierdoor gestimuleerd worden.
De exportgroei die veel ge’industrialiseerde landen in de voorgaande jaren
realiseerden is voor een flink deel
te danken aan de uitvoer naar ontwikkelingslanden, waar inmiddels 25%
van de export naar toe gaat tegenover 20% aan het eind der jaren tachtig. Uitgedrukt in groe’i van het inkomen per hoofd van de bevolking zijn
de verwachtingen van de Wereldbank vooral hooggespannen voor
de landen in Zuidoost-Azie en OostEuropa.

ESB 26-4-1995

Economic VS koelt af
De Amerikaanse economic toont inmiddels duidelijke afkoelingsverschijnselen. In het eerste kwartaal zal
de groei uitkomen op ongeveer 2,5%
volgens de meeste ramingen, ten opzichte van de zeer forse 5,1% in het
vierde kwartaal van 1994. De industrie’le produktie daalde in maart met
0,3%, na een marginale stijging met
0,1% in februari. De gemiddelde capaciteitsbenutting daalde als gevolg
hiervan van 85,4% tot 84,9%. De
werkgelegenheid, buiten de landbouw, stijgt nog steeds, maar de
groei van het aantal banen neemt af.
In maart kwamen er 203.000 banen
bij, vooral geconcentreerd in de dienstensector. Door een hoger arbeidsaanbod steeg de werkloosheid licht
van 5,4% tot 5,5%. De ontwikkelingen in de laatste maanden maken duidelijk dat de werkloosheid rond dit
niveau zijn diepste punt in de conjunctuurcyclus heeft bereikt. De vertraging van de economische groei is
misschien nog wel het duidelijkst te
merken aan de ontwikkeling in de
woningbouw. Het aantal in aanbouw
genomen woningen daalde in maart
met 7,9 % en het voor seizoen gecorrigeerde aantal van 1,21 miljoen in
aanbouw genomen woningen ligt inmiddels 19,2% lager dan een jaar geleden.

Scherpe dating handelstekort
Nadat de stijgende lijn die het Amerikaanse handelstekort de voorgaande
jaren vertoonde eind vorig jaar leek
af te buigen, leverde januari een pijnlijke verrassing op met een tekort van
bijna $ 12 mrd. Dit werd vooral veroorzaakt door het nagenoeg stilvallen
van de export naar Mexico als gevolg
van de financiele crisis in dat land.
Ook in februari was er nog sprake
van een Mexico-effect, maar het totale handelstekort liet een onverwacht
grote daling zien tot $ 9 mrd. De export blijkt in februari te zijn toegenomen met 2,7%, terwijl de import is gedaald met 2,4%. Met het afzwakken
van de Amerikaanse economische
groei en het aantrekken van de groei
elders zal de tekortpositie geleidelijk
kunnen verbeteren.
Het politiek zeer gevoelige handelstekort met Japan daalde voor de vierde maand achtereen. De spanning
tussen beide landen is hierdoor niet
afgenomen. Integendeel, het handelsconflict heeft zelfs een nieuw hoogte-

punt bereikt en de VS dreigen met
sancties als er niet voor eind april
een akkoord wordt bereikt over de
vergroting van de exportmogelijkheden voor Amerikaanse auto’s naar
Japan. Ondertussen beschuldigt
Japan de VS ervan de lage koers van
de dollar als drukmiddel in de onderhandelingen te gebruiken.

Onrust in Japan
De Japanse autoriteiten hebben de
effecten van een dure yen lang gebagatelliseerd, maar inmiddels wordt
in Japan breeduit gediscussieerd over
de recente scherpe stijging van de
yen-koers. De verdere aantasting van
de Japanse concurrentiepositie komt
op een bijzonder slecht moment. Met
moeite schudt Japan de gevolgen van
de ‘zeepbel-economie’ van het eind
van de jaren tachtig van zich af. De
prijzen op de aandelen- en vastgoedmarkten zijn scherp gedaald en de
banken hebben omvangrijke debiteu-

FvanLanschot
Bankiers nv
SINDS 1737

renverliezen moeten incasseren. De
toenmalige investeringshausse heeft
ertoe geleid dat het bedrijfsleven nog
steeds ruim in het jasje zit. Voor het
opvoeren van investeringen bestaat
dus weinig aanleiding, waardoor de
economie een impuls mist. De enige
uitzondering hierop vormt de regio
Kobe waar omvangrijke herstelwerkzaamheden nodig zijn als gevolg van
de aardbeving eerder dit jaar. Ook de
Japanse consument houdt na de excessen van de jaren tachtig de hand
op de knip en gebruikt zijn flink gestegen koopkracht welhaast uitsluitend om meer te sparen.
De vrees dat de Japanse economie
in zware problemen zal belanden
wanneer de huidige kracht van de
Japanse yen aanhoudt neemt hand
over hand toe. Met de disconto(Vervolg op biz. 412)

(Vervolg van biz. 409)
verlaging van driekwart procentpunt

tot 1%, heeft de Japanse centrale
bank heel wat van zijn kruit verscho-

ten. De Japanse regering lijkt daarenboven over te weinig daadkracht te
beschikken om de problemen aan te

pakken. De beurs heeft de moed laten zakken en de Nikkei aandelenindex staat inmiddels rond de 17.000,
ten opzichte van een niveau van
even onder de 40.000 aan het begin
van het decennium. De lage koersen
hebben de vermogenspositie van de
financiele instellingen verder onder

met 30%, tot een gelijkblijvend niveau, waarbij overigens ook de recentelijk afgesloten cao’s een rol spelen.
Daimler-dochter DASA heeft inmiddels te kennen gegeven serieus te kijken naar het verleggen van de produktie naar landen met zwakkere valuta’s.

Nederlandse Industrie bloeit
De Nederlandse Industrie heeft vooralsnog weinig te lijden van de valutaperikelen die ook de Nederlandse
gulden erg duur hebben gemaakt. Nadat de Industrie in januari 11% omzet-

druk gezet en de waarde van de buitenlandse activa is door de koersstijging van de yen eveneens afgeno-

groei kon melden ten opzichte van
dezelfde periode in 1994, lag dit percentage in februari weer op een vor-

men. De zwakte van het financiele

stelijke 10%. Vooral de buitenlandse

bestel vormt aldus een extra compli-

afzet doet het goed met een toename

catie bij de macro-economische pro-

van 12%. Voor het binnenland gold

blematiek.

een groeipercentage van 7. Bij sommige sectoren is sprake van spectaculaire omzetstijgingen. De chemische
industrie liet bij voorbeeld een omzetgroei zien van 26%, waarvan overigens de helft het gevolg is van prijs-

Duitse werkloosheid hoog
De Duitse economic zal dit jaar met
ongeveer 3% kunnen groeien, maar
in 1996 zal de groei iets lager uitkomen, mede als gevolg van de sterke
waardestijging van de Duitse mark

ven de 20% waren er ook in de bouw-

ten opzichte van de meeste andere

metaalindustrie. In de consumenten-

belangrijke valuta’s. Dit is een van de

sfeer lag het beeld daarentegen an-

conclusies van zes toonaangevende
Duitse onderzoeksinstituten in een
gezamenlijk rapport over de Duitse

ders. Zo daalde de omzet in zowel de

economie. Hiermee worden de sombere voorspellingen die enkele weken geleden de ronde deden enigs-

zins weersproken. De export zal dit
jaar nog met 8,5% toenemen, maar
volgend jaar zal de groei lager uitko-

men als gevolg van de sterke appre-

stijgingen. Omzetstijgingen van bomaterialen-, papier-, en

kleding als de leder- en meubelenin-

dustrie.

Overheidsschuld daalt in 1996
Minister Zalm van Financien voorziet
een meevaller van / 2 mrd in de uit-

gaven voor de sociale zekerheid. De
meevaller is vooral het gevolg van de
daling van het aantal WAO-uitkerin-

tisch zijn de instituten over de ontwik-

gen. Hiertegenover zijn er ook tegenvallers te verwachten, onder meer

ciatie van de mark. Ronduit pessimiskeling van de werkgelegenheid. Het

door hogere uitgaven voor het asiel-

aantal werklozen neemt dit jaar weliswaar af van 3,7 miljoen tot 3,5 miljoen, maar een verdere daling zit er

beleid en lagere aardgasbaten. Zalm
dringt er echter op aan deze te compenseren door een terughoudend uit-

niet in. De werkloosheid blijft daar-

gavenbeleid bij de verschillende mi-

door rond de 9% steken. In dit verband hekelen zij de recent afgesloten
cao’s, die een veel te grote loonstij-

binnen de begroting kunnen worden

ging inhouden. De sterke mark heeft

kort dit jaar tot 3,6% van het bbp en

ook voordelen. Otmar Issing van de
Bundesbank verwelkomt de stijgende
koers van de Duitse mark die bijdraagt tot een lagere inflatie en bovendien oververhitting van de Duitse
economie voorkomt, zo meent hij.

in 1996 tot 2,9%. Hierdoor kan de
staatsschuld in 1996 voor het eerst
sinds tijden een bescheiden daling laten zien van 78,8% tot 78,4% van het
bbp. In de Miljoenennota was nog
een stijging voorzien tot 80,9%.

Het Daimler Benz bestuur heeft andere gevoelens hierbij en heeft haar
winstverwachting voor dit jaar bijge-

steld van een aanvankelijke stijging

nisteries. Indien de totale uitgaven
gehouden daalt het financieringste-

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van
Lanschot.