Ga direct naar de content

Financieel bericht nr. 21, november 1990

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 7 1990

nr. 21, november 1990

bericht

FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737

Internationale conjunctuur
Onzekerheid over economische ontwikkeling
De vraag hoe de economie zich zal ontwikkelen houdt
niet alleen velen bezig, maar levert ook uiteenlopende
geluiden op. In verschillende landen worden verwachtingen naar beneden bijgesteld. Dit was bij voorbeeld net
geval in het Verenigd Koninkrijk, waar bij de presentatie
van de nieuwe begroting de verwachting werd uitgesproken dat de economie volgend jaar met nog maar met 0,5%
zal groeien. In de VS daarentegen vielen de cijfers over de
groei in het derde kwartaal juist mee. In Duitsland lieten de
vijf instituten pas nog weten voor volgend jaar een duidelijke groeiafzwakking te verwachten, maar uit een recente
enquete blijkt dat de ondernemers duidelijk minder somber
zijn gestemd. In eigen land kreeg de uitlating van minister
Kok, dat zwaar weer op komst is, veel aandacht. Ten
opzichte van de nog maar enkele weken oude algemene
beschouwingen in de Tweede Kamer was dit inderdaad
een opmerkelijke uitspraak. Anderzijds was in September
al duidelijk dat het door het CPB geschetste centrale scenario, waarop het regeringsbeleid wordt gebaseerd, vanuit
een optimistische invalshoek geschreven is. Daarnaast
werd in de meerjarenramingen teruggevallen op eerdere
en inmiddels achterhaalde schattingen uit eerdere CPBprojecties.
Meevallende groei in VS
De economie van de Verenigde Staten heeft volgens
een eerste, voorlopige opgave in het derde kwartaal van
dit jaar een reele groei laten zien van 1,8% op jaarbasis.
Het groeipercentage overtrof de verwachtingen in de
markt, van circa 1%, ruimschoots. Ook ligt de groei aanmerkelijk hoger dan de 0,4% die in het tweede kwartaal
werd gerealiseerd. De groei is vooral te danken aan de
toename met 3,6% van de consumentenbestedingen,
waarin de door de vele verkoopprogramma’s gestimuleerde autoverkopen een belangrijke factor vormden. Daarnaast stegen de investeringen door de bedrijven met ruim
7%. De werkgelegenheidscijfers toonden een wisselend
beeld. De werkloosheid stabiliseerde zich in oktober op
5,7%, terwijl een toename tot 5,8% werd verwacht. De
werkgelegenheid buiten de landbouw daalde daarentegen
met 68.000 banen, terwijl een afname met slechts 20.000
banen was verwacht. De index van de ‘leading indicators’
daalde in September met 0,8 procent na een daling met 1,2
procent in augustus. Deze conjunctuur barometer loopt
veelal zes tot negen maanden vooruit op de economische
activiteit. Economen hadden een daling met 0,9 procent
voorspeld. De inflatie gemeten naar de consumentenprijsindex, blijkt in het derde kwartaal op 4,1% te zijn uitgekomen, tegen 3,9% in het kwartaal daarvoor. In de markt
verwachtte men een inflatie van 4,5%. De producentenprijzen, waar de prijsstijgingen wat sterker zijn, lieten over
oktober een stijging zien van 1,1% ten opzichte van de
vorige maand, waarmee hetjaarcijferuitkomt op 7,1%, het
hoogste sinds 1981. Exclusief energie bedroeg de toename 0,2%.

ESB 14-11-1990

Begroting draagt stempel Democraten
Het Amerikaanse begrotingstekort dat eind oktober eindelijk tot stand kwam beoogt een reductie van het federale
tekort met $ 492 miljard in de komende vijf jaar. Voor het
tekort in het op 1 oktober gestarte begrotingsjaar 1991
geldt een tekortreductie van $ 40 mrd. Het pakket maatregelen draagt het stempel van de Democraten, die in het
Congres de meerderheid hebben. Dit blijkt onder meer uit
het nieuwe belastingtarief van 31% (was 28%) voor de
hoogste inkomens. President Bush heeft de belastingverhoging tegen zijn zin geaccepteerd om een compromis
mogelijk te maken. Ook zijn de aftrekmogelijkheden voor
de meest vermogende Amerikanen beperkt. Verder voorziet het compromis een verhoging van de benzine-accijns
met $ 0,05 per gallon (4,5 liter) en worden ook de indirecte
belastingen op tabak, alcohol en andere luxe artikelen
verhoogd. De hogere lasten moeten in de komende vijf jaar
$ 137 mrd. aan extra inkomsten opleveren. Het resterende
deel van de $ 492 mrd, waarmee het tekort dient te worden
teruggebracht, moet onder meer worden opgebracht door
bezuinigingen op ziektekostenvoorzieningen, defensie en
op de uitgaven ten behoeve van de staatsschuld.
Ondanks de maatregelen raamt het begrotingsbureau
van het Witte Huis voor het lopende jaar een recordtekort
van $ 253,6 mrd, ruim $ 30 mrd. meer dan het tekort over
het afgelopen begrotingsjaar, dat op $ 220,4 mrd. uitgekomen. Overigens is dit tekort meer dan tweemaal zo hoog
als de norm van $ 100 mrd, zoals de Gramm-Rudman
begrotingswet voorschrijft. Voor het lopende begrotingsjaar zou het tekort volgens deze norm $ 64 mrd. moeten
bedragen. De lang slepende begrotingsproblemen hebben
niet bijgedragen aan het vertrouwen in president Bush. In
de verkiezingen voor de Senaat en het Huis van Afgevaardigden hebben de Democraten in ieder geval nun positie
weten te verstevigen.
Volgend jaar mogelijk herstel in Oost-Duitsland
De Duitse overheid wacht bij het verwerken van de
financiele gevolgen van de Duitse eenWording een forse
nieuwe tegenvaller. De belastinginkomsten in de voormalige DDR zullen de komende jaren naar schatting gemiddeld 25% lager uitvallen dan in augustus was geraamd. Dat
betekenteen strop van ongeveer DM 54 mrd. overvierjaar.
Voor het bedrijfsleven echter betekent de eenwording een
impuls. De meeste ondernemers in Duitsland verwachten
dat 1991 ten minste even goed zal zijn als dit jaar, ondanks
de fors gestegen energieprijzen, de groeivertraging van de
wereldeconomie en de hogere rente, zo blijkt uit een recente enquete. Bedrijven uit Oost-Duitsland, die voor de eerste
keer aan deze enquete hebben meegedaan, verwachten
dat in de tweede helft van 1991 in de voormalige DDR
sprake zal zijn van een keer ten goede. Van de ondervraagde ondernemingen denkt 85% volgend jaar minstens even
veel te investeren als dit jaar. Dat percentage is het hoogste
sinds tien jaar.
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.

te ‘s-Hertogenbosch.

1077

Inflatie neemt nog toe
De prijzen stegen in West-Duitsland in oktober met
0,7%, waarmee de inflatie op jaarbasis nu 3,3% bedraagt.
Met overschot op de (gecombineerde) Duitse handelsbalans is in September ten opzichte van augustus gestegen
van DM 7,5 mrd. tot DM 7,7 mrd. In vergelijking met
September 1989, toen het overschot DM 12,5 mrd. bedroeg, is overigens sprake van een forse daling. Voor
West-Duitsland daalde het overschot in September tot DM
5,4 mrd. tegen DM 12,4 mrd. in dezelfde maand vorig jaar.
Opvallend is dat het overschot op de Oostduitse handelsbalans is gestegen tot DM 2,4 mrd. tegen 0,1 mrd. in
September vorig jaar. Uit de cijfers blijkt dat de import in
September fors is gedaald, terwijl de export licht toenam.
In Nederland bedroeg de prijsstijging van half September
tot half oktober 0,3 procentpunt. Daarmee komt het inflatiecijfer op jaarbasis uit op 2,9%, nog steeds lager dan bij
onze oosterburen.

Problemen op Japanse vastgoedmarkt
De reeds langer bestaande angst over de Japanse
vastgoedmarkt blijkt niet geheel onterecht te zijn geweest.
De centrale bank heeft de laatste tijd het bankwezen meermalen gewaarschuwd voor haar exposure in vastgoedfinancieringen en lijkt dit te zullen herhalen nu het aantal
faillissementen in de sector toeneemt. Vorig jaar gingen 13
ondernemingen failliet ten gevolge van vastgoedactiviteiten. In de eerste negen maanden van dit jaar waren het er
33 en inmiddels valt hier ook een middelgrote vastgoedmaatschappij, Olympic, onder. De scherp gestegen rentestand is een van de problemen van de sector. Ontwikkelaars moeten daarnaast rekening houden met toenemende
voorraden onverkochte projecten. De prijzen voor appartementen in de prefecten rond Osaka en Tokio dalen inmiddels.

VK ondanks toetreding tot EMS nog in problemen
In Engeland is de verwachting van de regering over de
groei komend jaar verlaagd van 1,5% tot 0,5%. Als we
afgaan op de geluiden uit het bedrijfsleven is het echter nog
zeer de vraag of er wel van groei sprake zal zijn. Volgens
een enquete van de Britse werkgeversorganisatie is van
de ondervraagde ondernemers 53% minder optimistisch
dan vier maanden geleden. In oktober 1980 liet 46% van
de ondervraagden zich negatief uit over de economische
vooruitzichten. Daarna waren de cijfers steeds hoger. Er is
dus sprake van een dieptepunt voor tien jaar. Daarnaast
hebben de ondernemers kritiek op de veel te late toetreding
tot het EMS, tegen een hun inziens te hoge koers die de
concurrentiepositie verzwakt. Ook binnen de eigen partij
ontmoet Thatcher, die nogmaals benadrukte dat de toetreding uit puur nationaal belang plaatsvond en geen beleidswijziging ten opzichte van de EG betekent, steeds meer
oppositie. Met het vertrek van Sir Geoffrey Howe uit de
regering werd dit opnieuw geaccentueerd. Binnenkort zullen de Tories nu moeten beslissen of zij voor de naderende
verkiezingen een nieuwe leider aanwijzen.

Valutakoersen
1990

Amerikaanse dollar
Engelse pond

Duitse mark (100)

Zwitserse frank (100)
Japanse yen

1078

1990

hoogste
koers

laagste
koers

1,94
3,42
112,95
138,32
136,29

Koers
per
29/10

Koers
per
12/11

1,67
3,06
112,41

1,70
3,33
112,72

1,67
3,28
112,81

122,90
117,49

133,19
133,05

133,78
129,70

Valuta’s en rente
Dollar naar nieuw dieptepunt
Afgelopen weken zakte de Amerikaanse dollar gestaag
en bereikte nieuwe dieptepunten waar zelfs even onder het
niveau van / 1,67 werd gehandeld. De dollardaling werd
versterkt toen de rente in de VS verder daalde waardoor het
renteverschil tussen de VS en Duitsland verder toenam.
In de Verenigde Staten verruimde de Fed, na de overeenkomst over de begroting, haar beleid en verlaagde zij
de rente met 0,25% tot 7,75%. Daarbij loopt de kapitaalmarkt reeds vooruit op een volgende verlaging. Het rendement op het 30-jarige treasury-papier daalde met 0,2% tot
8,7%. Nieuwe cijfers die wijzen op een verder afzwakkende
groei, zoals bij voorbeeld de dalende index van de purchasing managers, speelden hierbij een rol.
Duitse f inancieringsperikelen
De regering-Kohl wil de economische opbouw van de
voormalige DDR niet blijven financieren via de kapitaalmarkt, maar door fors te bezuinigen op de begroting. Van
haar kant waarschuwde de Duitse centrale bank dat de
rente kan stijgen als de regering een zwaar beslag blijft
leggen op de kapitaalmarkt. In dat geval moeten de monetaire autoriteiten het beleid verscherpen in een poging een
excessief uitgavebeleid van de overheid tegen te gaan.
Staatssecretaris van financien Carstens liet weten een
verhoging van de belastingen niet uit te sluiten, terwijl
daarnaast bezuinigingen op defensie en een afbouw van
subsidies mogelijk zouden zijn. Daarmee kan DM 40 mrd.
per jaar worden bezuinigd. Ondanks dergelijke inspanningen zullen substantiele bedragen moeten worden geleend.
Tegen de achtergrond van de stortvloed aan emissies die
de binnenlandse beleggers staat te wachten, staan zij
voorlopig niet te dringen om Duitse obligaties te kopen
beneden een coupon van 9%

Verhoging officiele tarieven
In lijn met genoemde waarschuwing van de Bundesbank
was de verhoging van het Lombardtarief met 0,5% tot
8,5%. Deels moet deze verhoging als een technische
aanpassing worden gezien. In het licht van de kosten voor
de eenwording en de ontwikkelingen in de Golf is de rente
op de kapitaalmarkt behoorlijk opgelopen. De Lombardrente, het tarief waartegen de banken aanvullende steun
kunnen verkrijgen bij de Bundesbank, was al die tijd ongewijzigd gebleven en lag met 8% gelijk of soms zelfs lager
dan het tarief voor de speciale beleningen, waardoor de
banken, meer dan de Bundesbank wenselijk achtte, een
beroep deden op de Lombardfaciliteit. Ondanks het technische karakter van deze renteverhoging had de Nederlandsche Bank niet het vertrouwen in de gulden om, zoals
bij voorbeeld Zwitserland en Oostenrijk, de rentes ongewijzigd te laten. Men vreesde dat een mogelijk negatief rente-ecart op de geldmarkt de gulden onder druk zou kunnen
zetten. De Nederlandsche Bank verhoogde de officiele
tarieven met 0,25% waardoor het promessedisconto nu op
8,5% isgekomen.
Ook de Belgen verhoogden het disconto met 0,25%. Deze
maatregel was louter symbolisch, want het leidende geldmarkttarief is dit jaar met ruim 0,5% gedaald. De maatregel
moet echter worden gezien tegen de achtergrond van het
beleid dat sedert juni wordt gevoerd om de frank, net als de
gulden, te koppelen aan de Duitse mark. Opvallend was dat
de Banque de France de officiele tarieven met 0,25% verlaagde, nadat enkele weken geleden de Bank of Engeland
de rente al met een vol procent had verlaagd.
Ondanks de discontoverhoging, die leidde tot een stijging van de tarieven op de geldmarkt, kon de rente op de
kapitaalmarkt aanvankelijk licht dalen. De verbetering had

plaats in een dunne markt, waarbij beleggers zich afzijdig
hielden. Later trad echter een kentering op door weer
toenemende spanning in de Golf. Na de mislukte missie
van de Russische afgezant Primakov om met Saddam
Hussein te onderhandelen lijkt een nieuwe cruciale fase in
het conflict te zijn ingegaan. Van Amerikaanse en Britse
zijde wordt weer in dreigende taal over een militaire oplossing gesproken om nogmaals en mogelijk een laatste
poging te ondernemen om Irak onder druk te zetten en tot
onderhandelen te bewegen. Als gevolg hiervan liepen de
olieprijzen per saldo weer op van rond de $ 28 tot boven
de $ 35 per vat. Hierdoor verloor de rentemarkt verder
terrein waardoor de rendementen voor de langstlopende
staatsleningen weer opliepen tot 9,22%.

Internationale beurzen

___________

Weinig animo
Op de internationale beurzen was sprake van een weinig
inspirerende stemming. De van tijd tot tijd oplevende angst
voor de Golfcrisis werkte verlammend op de handel op de
meest beurzen. In Duitsland was bovendien sprake van een
renteverhoging, terwijl voor verschillende ondernemingen de
winsttaxaties in neerwaartse richting werden bijgesteld.

Problemen in auto-industrie en bankensector in VS
De Amerikaanse beurs sloot een korte golfbeweging per
saldo lager af. Het resultaat van General Motors sloeg in het
derde kwartaal om van $ 517 mln. winst naar bijna $ 2 mrd.
verlies. De resultaten in het derde kwartaal zijn zwaar negatief bei’nvloed door een bijzondere voorziening van $ 2,1 mrd.
bedoeld om de kosten te dekken die voortvloeien uit de
recente sluiting van assemblagefabrieken. Ook bij Ford was
sprake van een forse verlaging van het resultaat. In het derde
kwartaal van dit jaar verdiende Ford $ 102 mln. tegenover $
477 mln. een jaar geleden. Dit ondanks een omzetstijging
van $ 20,2 mrd. naar $ 23 mrd. Belangrijke redenen voor de
winstdaling zijn een onverwacht verlies uit de internationale
activiteiten en problemen bij First Nationwide, de spaarbank
van het concern. Ook Chrysler werd geconfronteerd met een
ommezwaai in de resultaten. Werd vorig jaar nog $ 331 mln.
verdiend in het derde kwartaal, dit jaar werd een verlies van
$ 214 mln. gerealiseerd.
De problemen bij de Amerikaanse banken blijven keer
op keer de aandacht trekken. ABN Amro Holding heeft een
van haar Amerikaanse deelnemingen een kapitaalinjectie
van $ 100 mln. moeten geven om dreigende verliezen in
de vastgoedsector op te vangen. De credit rating voor een
aantal leningen van Citicorp werd verlaagd en de koers van
preferente aandelen is inmiddels zover gedaald dat deze
12% dividend-rendement afwerpen. Manufacturers Hanover Bank in New York wees op mogelijke verlaging van
het dividend in verband met de problemen op de regionale
vastgoedmarkt. Als gevolg daarvan kwamen de bankaandelen op Wall Street opnieuw onder zware druk.
Beursindices

koers

Koers
per
26/10

Koers
per
9/11

3000
2464

2365

2436

1990

1969
206
38.713
1714

1335
166
20.122
1291

2063
1457

2489
2041
1381

1990

ESB 14-11-1990

laagste

koers
VS (Dow Jones)
Engeland(FT-IOO)
Duitsland (Dax)
Nederland (CBS)
Japan (Nikkei)
Australia (All Ord)

1990

hoogste

172
25.005

1355

166
22.932
1329

Emissie Eurotunnel
Het doorprikken van de laatste meters, die boorploegen
vanuit Frankrijk en Engeland scheidden, viel samen met de
aankondiging van een financieringsoperatie door Eurotunnel. Een emissie van 199.435.068 nieuwe certificaten werd
voorgesteld in Londen en Parijs. Met deze tweede emissie,
de eerste dateert van 1987, die bruto FF 5.659 miljard of
£ 532 miljoen moet opbrengen, en de toezeggingen van de
banken, zal Eurotunnel kunnen beschikken over een totale
financieringsenveloppe van £ 8.655 miljoen. Zoals bij de
emissie van 1987 zijn ook nu weer een aantal voordelen
aan het Eurotunnel-aandeel gekoppeld, tenminste in geval
van aankoop van minstens 45 certificaten. Daarmee krijgt
de eigenaar een vermindering van 50 procent op het voile
tarief voor een heenreis in een Euroshuttle-trein gedurende
twee jaar; wie 1.500 certificaten koopt krijgt een reductie
van 50 procent voor de heen- en terugreis tot het einde van
de Eurotunnel-concessie in 2042. Een dividend mogen de
aandeelhouders pas in 1999 verwachten.

De Amsterdamse beurs
Mammoetfusie in financiele wereld
De Amsterdamse beurs moest in de verslagperiode verder terrein prijsgeven. De koersindex algemeen en de EOEaandelenindex bereikten nieuwe dieptepunten voor dit jaar.
Het grote nieuws dat de beurs een aantal dagen in de
ban hield was de voorgenomen fusie tussen Nationale
Nederlanden, hetgrootste verzekeringsconcern, en de op
twee na grootste Nederlandse bank, NMB Postbank. Het
samengaan moet gezien worden in het licht van de internationale ambities van beide concerns. Opnieuw vindt dus
een mammoetfusie plaats in de Nederlandse financiele
sector, na de fusies tussen ABN en Amro, tussen Amev en
VSB en tussen Rabo en Interpolis. Daarnaast ging Rabo
een nauwe samenwerking aan met Robeco. Op de beurs
wordt nu gespeculeerd op een fusie van ABN Amro met
Aegon. Ten behoeve van de fusie wordt een nieuwe holding opgericht. Per certificaat van aandelen Nationale Nederlanden wordt een certificaat in de nieuwe holding aangeboden alsmede een warrant. Per aandeel NMB wordt
7/10 certificaat in de holding aangeboden, alsmede / 10
nominaal in een 10-jarige obligatie met 10% coupon en een
warrant. De warrants krijgen een uitoefeningsprijs van / 70.
De koers van Nationale Nederlanden moest op de aankondiging ruim / 5 terug, NMB Postbank won / 3,70.

Kwartaalwinsten internationals geen stimulans
De winst van Koninklijke Olie steeg in het derde kwartaal
met 68% tot £ 1,094 miljoen. In eerste instantie leverde dit
een koerswinst op. Echter toen na nadere beschouwing
bleek dat voorraadwinsten een substantieel aandeel in de
winststijging hadden en dat de winst op basis van actuele
aankoopkosten met 28% was gedaald tot £ 480 miljoen
bekoelde de interesse. De cijfers van Unilever over het
derde kwartaal vielen de markt in eerste instantie tegen.
Met name in Londen had men op betere resultaten gerekend. Er werd een winst gerealiseerd van / 967 miljoen
tegenover / 903 miljoen vorig jaar, een stijging van 7%.
Indien geen rekening wordt gehouden met wisselkoerseffecten zou de winststijging zelfs 10% hebben bedragen.
Teleurstellend was dat de marges in de Verenigde Staten
onder druk staan. Daarnaast merkt men het effect van de
afnemende economische groei. Daar staat de uitstekende
gang van zaken in de rest van de wereld tegenover, hetgeen eens te meer het effect weerspiegeld van een goed
diversificatiebeleid.
De nettowinst van KLM is in het tweede kwartaal van het
boekjaar 1990/91 74% lager uitgekomen op / 43 mln. Dit

1079

resultaat is vrijwel geheel toe te schrijven aan een boekwinst van / 41 mln op de verkoop van een Boeing-747. In
het vergelijkbare kwartaal vorig jaar bedroeg de netto-winst
/162 mln, waarin geen baten op verkopen zaten. Voor het
gehele boekjaar wordt gerekend op een aanmerkelijk verlies. De koers van KLM bereikte inmiddels een nieuw
dieptepunt voor de laatste 12 maanden op / 18,90. De
winstgevendheid van de luchtvaartmaatschappijen is het
afgelopen jaar sterk afgenomen door gestegen kosten.
Volgensde Internationale Luchtvaartassociatie (IATA) zullen de resultaten over het lopende jaar verder verslechteren als gevolg van gestegen brandstofkosten.

Chemie onder druk van algemeen beursklimaat
DSM zag in het derde kwartaal het netto resultaat dalen
met 19% naar / 188 mln. Het bedrijfsresultaat bedroeg
/ 266 mln, 13% minder dan een jaar geleden. Verwacht
wordt dat het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na
belastingen dit jaar meer dan / 800 mln. kan bedragen. Dit
zou een daling met maximaal 23% betekenen. De beurs
reageerde aanvankelijk positief op het nieuws. Analisten
hielden immers rekening met een afname van de nettowinst met 25% tot 33%. Met het bekend worden van de
cijfers Akzo ontstond toch weer twijfel over de gang van
zaken in de chemische sector en kon de koerswinst niet
vastgehouden worden. De nettowinst van Akzo is in het
derde kwartaal met 25,8% gedaald tot / 166 mln. Akzo wijt
de daling aan de reeds ingezette afzwakking van de conjunctuur. Dit is vooral merkbaar via leveranties aan de autoen bouwindustrie. De koers van AKZO moest terug en bleef
dalen om een nieuw dieptepunt van / 63,90 te bereiken.

De brede herwaardering
De aanvankelijk uit 1987 daterende plannen om te komen tot een brede herwaardering zijn in een nieuwe fase
beland. Het gaat hier om een aanpassing van de fiscale
wetgeving voor levensverzekeringsmaatschappijen en lijfrenteprodukten. Over het afromen van de zogeheten egalisatiereserves van de verzekeringsmaatschappijen, dat
eveneens onderdeel vormt van de brede herwaardering,
was al overeenstemming bereikt nadat het eerste wetsvoorstel was ingediend. Daarbij was ook afgesproken dat
tot 1 januari van het jaar volgend op het verschijnen van de
definitieve wet in de Staatscourant het oude regime zou
blijven gelden. Toen op 15 oktober jl met directe ingang
een beperking van de ‘lijfrente-aftrek’ werd aangekondigd
reageerden verzekeringsmaatschappijen onthutst. In het
persbericht werd gemeld dat de in het wetsvoorstel opgenomen eerbiedigende werking voor bestaande contracten
zal worden verdedigd. Zekerheid wordt niet gegeven. De
verzekeringsmaatschappij Legal & General Nederland
spande zelfs een kort geding aan tegen de staat, hetgeen
overigens verloren werd.

Natuurlijk maximum overboord
De beperking van de lijfrente-aftrek staat in schril contrast met de originele plannen om het huidige maximum
van / 17.116 te laten vervallen en te vervangen door een
‘natuurlijk maximum’. Hierbij ging men ervan uit dat individuen niet meer lijfrente-premie zullen betalen dan nodig is
voor het treffen van een adequate oudedagvoorziening.
Meer premie betalen aan een verzekeringsmaatschappij
betekent onttrekking van middelen aan het eigen vermogen en daarmee aan het nalatenschap en dat zal men niet
makkelijk doen, zo was de redenering. Belastingdeskundigen waarschuwden vroegtijdig voor de haalbaarheid en
uitvoerbaarheid van dit voorstel. De Tweede Kamer bleek
ontvankelijk voor de kritiek en men heeft het voorstel voor

1080

een natuurlijk maximum nu ingetrokken. Hoewel in de
Tweede Kamer ook voorstanders zijn van het geheel laten
vervallen van de fiscale aftrekbaarheid van lijfrentepremies
wordt momenteel gesproken over een maximum van in
principe / 10.000 per jaar met de mogelijkheid van een
hogere grens wanneer aan strikte voorwaarden wordt voldaan. Hette laag maximeren van de fiscale aftrekmogelijkheid voor lijfrentepremies schept namelijk een ongelijkheid
in die zin dat lang niet iedereen in staat is om een adequate
pensioenvoorziening te treffen in de orde van 70% van het
laatstgenoten inkomen. In het bijzonder geldt dit voor lieden die een hoog inkomen genieten en pas later beginnen
met het opbouwen van een pensioenvoorziening. Om hieraan enigszins tegemoet te komen is via een ingewikkeld
systeem de mogelijkheid ingebouwd om in bepaalde gevallen een hogere aftrek toe te staan.

Voorlopig nog uitstel
Al met al ziet het er naar uit dat de ingangsdatum van
alle wetten in het kader van de brede herwaardering wederom zal moeten worden uitgesteld. Eerst zou het 1
januari 1990 zijn, toen 1 januari 1991, maar ook die datum
lijkt nauwelijks haalbaar. Men streeft nu naar 1 juli 1991.
De vaste kamercommissie voor financien heeft namelijk
besloten dat deskundigen en belanghebbenden nog tot 1
december kunnen reageren op de voorstellen. De Tweede
Kamer kan zelfs tot 14 december nog schriftelijke reacties
indienen, waarna pas de kamerdebatten volgen. Vervolgens moet ook de Eerste Kamer zich nog over de voorstellen buigen. Het afromen van de egalisatiereserves zal naar
verwachting wel per 1 januari worden gerealiseerd, hetgeen de fiscus een lieve duit oplevert. Maar ook het beperken van de lijfrente-aftrek levert de schatkist voordelen op.
Jaarlijks worden naar schatting een kleine 200.000 lijfrente-contracten afgesloten waarmee een bedrag van / 2
miljard is gemoeid, hetgeen voor de schatkist een belastingderving van circa / 1 miljard betekent. Daarnaast leveren de aangekondigde maatregelen de schatkist structureel een voordeel van / 50 miljoen op. Bedacht moet
overigens worden dat het beperken van de lijfrente-aftrek
doorwerkt in het belastbaar inkomen, dat hierdoor zal
stijgen. Dit kan tot gevolg hebben dat men net niet meer in
aanmerking komt voor bepaalde vormen van subsidie-verlening, hetgeen ook financiele gevolgen voor de overheid
heeft.
Koopsompolis nog aftrekbaar
In afwachting van de definitieve wetten worden koopsommen met een lijfrente-clausule, die later definitief wordt
ingevuld, fiscaal niet meer geaccepteerd. Koopsompolissen voor de aankoop van een gerichte lijfrente kunnen dit
jaar echter gewoon plaatsvinden en zijn gewoon fiscaal
aftrekbaar tot het maximum van /17.116. Het gaat hier wel
om een zogeheten gerichte lijfrente-polis waar direct de
uitkering van de toekomstige lijfrente-termijnen wordt vastgelegd. Het zijn polissen die zich uitstekend lenen voor het
vormen van een al of niet aanvullende oudedagvoorziening. De huidige relatief hoge kapitaalmarktrente maakt het
verzekeringsmaatschappijen mogelijk relatief gunstige lijfrente-toezeggingen te doen. Overigens blijven andere vormen van het opbouwen van een oudedagvoorziening ook
in het nieuwe regime aantrekkelijk. Dat geldt bij voorbeeld
voor de spaarpolissen. Weliswaar zijn daar de jaarlijkse,
minimaal twaalf, premiebetalingen niet aftrekbaar, maar
daar staat tegenover dat ook over de uitkering te zijner tijd
geen belasting is verschuldigd. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden is dit een aantrekkelijk alternatief.