Ga direct naar de content

Financieel bericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 13 1989

nr. 8, april 1989
Fvan Lanschot
Bankiers nv
SINDS1737

Financieel bericht

Internationale conjunctuur
Gunstige ontwikkeling Nederlandse economic
De Nederlandse economie blijft zich uitstekend ontwikkelen. De handelsbalans vertoonde overjanuari een overschot van / 0,9 mrd. Een vergelijkbaar cijfer over januari
1988 werd door het CBS niet gegeven, daar een gewijzigde boekingsmethode wordt gevolgd. Het nieuwe cijfer ligt
echter hoger dan het maandgemiddelde van vorig jaar. In
1988 werd een totaal overschot op de handelsbalans geboekt van / 7,4 miljard, meerdan het dubbele van het daaraan voorafgaande jaar.
Ook met de werkgelegenheid gaat het voorzichtig de
goede kant op. In 1988 is het aantal banen met 136.000
toegenomen. Het laatste kwartaal liet een duidelijke versnelling ten opzichte van het voorafgaande kwartaal zien,
toen de groei op jaarbasis 120.000 bedroeg. Ook in Europees verband komt Nederland met dit cijfer goed voor de
dag. Oe snelle groei van het aanbod van arbeidskrachten
beperkt de daling van de werkloosheid echter.
De inflatie blijft laag. Van half februari tot half maart stegen de prijzen weliswaar met 0,4%, maar op jaarbasis bleef
de inflatie ongewijzigd 0,9%. Ondertussen stijgen de investeringen. In de vrije sector werden vorig jaar 33.000 woningen gebouwd, tegenover een verwacht aantal van 10.000.
Wat het begrotingstekort betreft heeft minister Ruding
benadrukt dat dit in 1990 de 5,25% niet mag overschrijden.
Mogelijkheden om extra ombuigingen te realiseren moeten
met beide handen worden aangegrepen. Immers, indten
het tekort bij de huidige hoogconjunctuur niet omlaag kan,
wanneer zou dit dan wel moeten lukken?
Van de kant van het CDA werd het rapport van de Commissie-ZijIstra gepubliceerd. Dit rapport pieit voor het nastreven van een verdere reductie van het begrotingstekort met
2% in de komende vier jaar. Daarnaast wordt gepleit voor het
bevorderen van economische groei, die de ruimte creeert om
investeringen ten behoeve van het milieu te financieren. Van
de overheid verwacht de commissie vooral een structureel
voorwaardenscheppend beleid. Daarbij moetgestreefd worden naar een verdere reductie van de collectieve-lastendruk,
hoewel Zijlstra voor belastingverlaging weinig ruimte ziet.
Bijstelling Duitse groeiraming
Ook in Duitsland is van een gunstige economische ontwikkeling sprake. De cijfers over de eerste maanden van
1988 wijzen eerder in de richting van een groei in 1989 van
3% dan de 2,5% waar de Duitse regering tot voor kort van
uitging. Het overschot op de handelsbalans bedroeg in februari DM 11,4 mrd., bijna 40% meer dan in februari vorig
jaar. Ook de werkloosheid ontwikkelt zich gunstig en daalde in maart, nog niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden,
met 1/2% tot 8,4%. Wel maakt men zich zorgen over de
loonontwikkeling die tendeert naar een stijging van 4 a 5%
en daarmee een opwaartse druk geeft op de inflatie. Met
de invoering van nieuwe accijnzen sprong deze in januari
omhoog naar 2,6%, waarna in februari een stabilisatie op
dit niveau plaatsvond.
lESB 12-4-1989

In de Verenigde Staten was het relatief rustig aan het
macro-economische front. De leading indicators voor februari daalden met 0,3%. De cijfers over de ontwikkeling
van de werkloosheid wezen op een verdere daling ervan
in maart tot exact 5%, maar de relatief beperkte groei van
het aantal nieuwe banen (180.000 tegen 289.000 in februari en 415.000 in januari) bevestigde de trend van de laatste weken die wijst op een afzwakkende groei.

Valuta’s en rente
Dollarstijging onderbroken
De dollar toonde aanvankelijk een verdere stijging en bereikte met een niveau van / 2,14 het hoogste punt van dit
jaar. Een verdere stijging kon worden voorkomen door de
verklaring van de Groep van 7, waarin gesteld werd dat de
dollarkoers niet verder omhoog moet, hetgeen vervolgens
doorverschillende ministers van Financien (onder meer die
van Duitsland en Frankrijk) nog eens werd benadrukt. Dit
droeg ertoe bij dat de Amerikaanse dollar na de eerdere
stijging een paar cent terug moest en rond de / 2,10 belandde. Veel interventies waren niet nodig, te meer omdat
de Bank of Japan dit keer ook aan de interventies meedeed. Overigens acht men een sterke daling evenmin wenselijk. De meeste landen hechten aan een stabilisatie van
de dollar rond het heersende niveau. Een lagere dollar zal
de Amerikaanse export weinig helpen, daar de capaciteitsproblemen bij de Industrie een belemmering vormen voor
een exportstijging. Voor Duitsland en Japan betekent stabilisatie van de dollar een beperking van de gei’mporteerde inflatie die dreigt bij een verder oplopen van de dollar.
Een stijgende rente in deze landen om dit te voorkomen
stuit overigens op veel bezwaren gezien het relatief hoge
niveau waarvan reeds sprake is. Daarenboven zou bij een
rentestijging in Duitsland de spanning binnen het EMS toenemen. Vooral de positie van de Deense kroon is op dit
moment kwetsbaar. De laatste herschikking binnen het
EMS dateert overigens al weer van begin 1987.
Aanhoudende druk op Zwitserse frank
Opmerkelijk is de zwakke stemming van de Zwitserse
frank. De geloofwaardigheid van de nationale bank is volgens sommigen in het geding. Eerder werd door de nationale bank gesteld dat een inflatie hoger dan 2% tot maatregelen zou leiden. Inmiddels loopt de inflatie op en stijgen
de groothandelsprijzen al met 4%, zonder dat er veel actie
wordt ondernomen door de centrale bank. Ook de interventies om de frank te steunen blijken op de markt weinig indruk te maken, iets waarover de centrale bank zich overigens verbaasde. Een verder afglijden van de Zwitserse
frank wordt ook na de recente daling niet uitgesloten.

Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.

te ‘s-Hertogenbosch.

373

Valutakoersen
1989

Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (1 00)
Japanse yen (10.000)

1989

Koers

hoogste
koers

laagste

per

koers

23/3

Koers
per
10/4

2,13
3,71
112,93
133,32
165,01

1,99

2,10

2,12

3,58

3,63

112,77
127,91
159,68

112,80
130,05
160,94

3,59
112,81
127,91
159,68

Het Engelse pond moet van tijd tot tijd terrein prijsgeven,
maar weet zich gewoonlijk toch weer te herstellen. De Britse autoriteiten stellen zonodig de binnenlandse rente verder te verhogen wanneer een (dreigende) koersdaling van
het pond hiertoe aanleiding geeft. De vraag is echter of de
vertragende economische groei hen hiertoe nog wel de
ruimte geeft.
De Britse obligatiemarkt wordt gekenmerkt door een afnemend belang van het staatspapier, omdat de overheid
dank zij het begrotingsoverschot per saldo leningen aflost.
Daartegenover blijken buitenlandse emittenten in toenemende mate gemteresseerd in het uitschrijven van pondenleningen. De republiek Italie kwam zelfs met een 25-jarige lening van 400 mln. Tot nog toe zijn dit jaar meer obligaties in ponden uitgeschreven dan in geheel 1988. De
vrees voor een geleidelijk opdrogen van de Britse obligatiemarkt is hierdoor weer afgenomen.
De kapitaalmarktrente in Engeland vertoonde een lichte
stijging in de afgelopen weken. De dollarrente ging duidelijk omlaag, terwijl de meeste andere markten ook een tendens tot rentedaling toonden. Australie was een uitzondering; hier trok de kapitaalmarktrente juist aan.

DNB voorkomt rentedaling
De Nederlandse gulden won de afgelopen weken ten
opzichte van de Duitse mark aan kracht, waarvoor verschillende factoren zijn aan te wijzen. Zo intervenieerde de Bundesbank in de Deense kroon, die zich ten opzichte van de
Duitse mark op het onderste interventiepunt bevond. Daarnaast ging de zuigkracht van de dollar meer ten koste van
de mark dan van de andere EMS-valuta’s. De ruimte die
hierdoor ontstond voor een rentedaling in ons land werd
geblokkeerd door De Nederlandsche Bank, die op zowel
de geldmarkt als de kapitaalmarkt maatregelen nam. Op
de kapitaalmarkt voorkwam DNB een rentedaling door, via
De rente in Nederland en West-Duitsland
8

_, %

Nederland

8

%

West-Duitsland

7 lange rente (5 jaar)
6-

5 –

4 –

korte rente (3 maanden)

Jan april juli okt

374

Jan april

Jan april juli

okt

Jan april

verkopen uit haar nog in opbouw zijnde openmarktportefeuille, aan de markt een signaal af te geven dat een lagere rente niet gewenst is. Op de geldmarkt stabiliseerde
DNB de rente via een ongewijzigd tarief voor de jongste
speciale belening. De tarieven voor driemaands interbancaire deposito’s liggen nu op 6 3/4% terwijl de rendementen op de staatsobligaties rond de 7% liggen.

Internationale beuizen______________
Goed eerste kwartaal
Het eerste kwartaal heeft een gunstige koersontwikkeling getoond op de meeste aandelenbeurzen. Vorig jaar
was Tokio de grote trekker met een stijging in de orde van
20%. Dit jaar was het beeld meer gespreid, al waren de
Scandinavische beurzen bij voorbeeld een uitschieter in
positieve zin.
Vergeleken met een jaar terug lijken de vooruitzichten
iets minder florissant. Het gemiddelde koersniveau is aanmerkelijk hoger komen te liggen, hoewel ook de winsten
over het algemeen zijn toegenomen. Een wezenlijk ander
beeld toont echter de rente, die fors is gestegen. Gezien
de toenemende inflatie en de stijging van de olieprijzen, lijkt
een belangrijke versoepeling van het monetaire beleid niet
direct te verwachten. Tegenover dit alles staat overigens
dat met name de institutionele beleggers in het algemeen
over ruime liquiditeiten beschikken, hetgeen tot een goede
ondersteuning van de koersen kan bijdragen.
Bezien wij de Amerikaanse beurs, dan worden aandelen daar steeds schaarser. Het aantal nieuw gei’ntroduceerde fondsen is in het eerste kwartaal op een dieptepunt beland. Slechts 39 fondsen werden geTntroduceerd
(inclusief beleggingsfondsen). Sinds de recessie in 1982
heeft dit aantal niet zo laag gelegen. Met de introducties
was een marktkapitalisatie gemoeid van $ 3,1 miljard,
minder dan de helft van het bedrag dat in het eerste kwartaal van 1988 werd gemeten, een kwartaal dat zo kort na
de krach ook geen excessief hoog cijfer opleverde. Tegenover de nieuw geTntroduceerde aandelen stond dat
voor een bedrag van $ 44,6 miljard aan aandelen aan de
markt werd onttrokken als gevolg van overnemingen, buy
outs en fusies.
De aandelenkoersen op Wall Street lieten in de verslagperiode aanvankelijk een gunstige ontwikkeling zien van
ca 2240 tot 2300 voor de Dow Jones index. Daarna werd
wat terrein prijsgegeven, in afwachting van de publikatie
van de werkloosheidscijfers. Hoewel de obligaties hierop
een halve punt moesten inleveren, won de Dow Jones 13
punten om weer net boven de 2300 te belanden.
De aandelenmarkt van Tokio vertoonde een forse koersstijging, conform de traditioneel vaste start van een nieuw
boekjaar. Ook de verandering in de vermogenswinstbelasting vormde een stimulans voor de omzetten. In de oude
regeling waren deze winsten belastbaar wanneer het aantal transacties meer dan 30 bedroeg of meer dan 120 aandelen betrof. In de nieuwe regeling wordt deze drempel vervangen door een belasting van 1% over de verkoopwaarde, die voor de meeste particulieren per saldo lager zal uitvallen. De institutionele beleggers stellen zich nog enigszins terughoudend op, daar zij zich zorgen maken over de
rente en de politieke problemen ten gevolgen van het Recruit schandaal. Daartegenover staat dat zij bang zijn om
de boot te missen. De bouwsector stond weer in het centrum van de belangstelling. Een toenemende vraag is echter ook te signaleren voor chemie-aandelen die worden
aangewezen als achterblijvers. Volgens sommigen zal
deze sector de nieuwe trekker op de beurs worden na de
bouwsector die het de laatste maanden opmerkelijk goed
heeft gedaan.

Beursindices
1989

1989

Koers

Koers

hoogste

laagste

per

per

koers

koers

23/3

7/4

VS (Dow Jones)

2347

2145

2243

2305

Engeland(FMOO)

2125

1783

2057

2046

Duitsland (Dax)

1360

1272

1307

1348

185

167

181

185

33.361
1552

30.184
1413

31.589
1486

33.185
1413

Nederland(CBS-koersindex)
Tokio (Nikkei)
Australia (All Ord)

De Amsterdamse bears______________
Goede stemming
In het eerste kwartaal is de omzet in aandelen op de Amsterdamse beurs fors gestegen tot / 47,1 miljard, 56%
meer dan vorig jaar. De vijf internationals namen 33% van
de omzet voor hun rekening tegen 39% in het eerste kwartaal van vorig jaar, zodat bij de lokale aandelen sprake was
van een nog hogere stijging. Vooral de koersontwikkelingen als gevolg van fusies en dreigende fusies, maar ook
de sterk verbeterende situaties bij bedrijven waren hier debet aan. Wat het eerste betreft is Ahrend een treffend voorbeeld, terwijl Fokker als een bedrijf dat een sterk herstel
doormaakt kan worden aangemerkt. Opvallend was de
derde plaats voor Fokker in de omzet-top-tien met een omzet van/813 miljoen.
Ook in de eerste week van april bleef de stemming opperbest en konden opmerkelijke koersverschillen worden
genoteerd. Kon. Olie, Unilever en de banken vertoonden
overigens weinig koersmutaties. Zowel de winstontwikkeling als de koersontwikkeling van Hoogovens verlopen
zeer voorspoedig. De winst van vorig jaar bedroeg / 301
miljoen of / 15,14 per aandeel, duidelijk meer dan werd
verwacht. Het dividend wordt hervat met / 4 per aandeel.
Zoals bekend is de winstverbetering een gevolg van de betere prijzen op zowel de staal- als de aluminiummarkt:
Daarnaast steeg het afzetvolume. De koers liep hierdoor
op tot / 93 begin april, bijna een verdrievoudiging ten opzichte van de / 33 een jaar geleden.
Elsevier liet over 1988 een winststijging zien van maar
liefst 44%. Door uitbreiding van het aantal uitstaande aandelen in verband met de aandelenruil met het Brits Pearson steeg de winst per aandeel met 21% tot / 3,70. Voor
het lopende jaar verwacht de onderneming een winststijging van minimaal 20%. De fusie tussen de PerscombinaOmzetten op de Amsterdamse beurs in mln. aandelen
100 i
90
8070605040
1986

f.ESB 12-4-1989

1987

1988

1989

tie en Elseviers dochter NDU gaat waarschijnlijk niet door
nu de stichtingsbesturen van de Volkskrant, Trouw en het
Parool zich tegen de voorstellen hebben gekeerd. De koers
van Elsevier blijft al enige tijd rond de / 65 hangen.
De verzekeraars laten tegengestelde ontwikkelingen
zien in hun resultaten. Amev noteerde over 1988 een winstdaling van 5,3% tot / 276 mln., maar verwacht voor het lopende jaar de verwatering per aandeel (met 11 %) goed te
maken. Het dividend wordt gehandhaafd op / 2,55 per
aandeel. Nationale Nederlanden daarentegen kon het afgelopen jaar een winststijging van 12% boeken. De stijging
per aandeel komt uit op 7% tot / 6,38. Voor 1989 wordt een
verdere stijging van de winst verwacht, maar het bestuur
van NN laat zich nog niet uit over de vraag of ook de winst
per aandeel – na 10 % uitbreiding door de recente emissie
– zal stijgen. Het dividend is verhoogd van / 2,60 tot / 2,80.
Aegon realiseerde vorig jaar een stijging van de winst met
15% tot / 389 miljoen of /10,87 per aandeel. Voorgesteld
wordt het dividend te verhogen van / 3,75 tot / 4,70. Voor
het lopende jaar verwacht het bestuur weer een duidelijke
stijging van de winst. De verzekeraars blijven de laatste tijd
wat stil in de markt liggen, waarbij Aegon, dat het winstbericht door de markt met een koersstijging van bijna / 4 gehonoreerd zag, nog het beste presteert.
Ondanks een nauwelijks stijgend resultaat heeft Heineken de welhaast traditionele driejaarlijkse herkapitalisatie
aangekondigd. Tijdens de toelichting op de jaarcijfers werd
stilgestaan bij het dalende marktaandeel in Nederland. De
concurrentie van de buitenlandse en kleinere nationale bieren wordt heviger. Door herstructureringen en een samenwerking met Bols tracht Heineken de neergaande ontwikkeling door de dalende alcoholconsumptie te keren. Voor
het lopende jaar wordt geen prognose gegeven. Het bestuur meent dat de onzekerheden daarvoor te groot zijn.
De concurrentie van andere, deels nieuwe merken wordt
blijkbaar steeds groter.
Stork heeft vorig jaar een uitstekend resultaat weten te
behalen. De netto winst steeg met 28,5% tot / 65,1 mln.
Bij de halfjaarcijfers werd nog uitgegaan van 20%, zodat
het tweede halfjaar extra fraai is verlopen. Per aandeel
steeg de winst van / 2,43 tot / 3,12. Het dividend wordt
verhoogd van / 0,80 tot f 1,00 per aandeel. De koers van
Stork blijft de stijging van het resultaat volgen en is dit jaar
met circa 30% gestegen tot / 33.
Nijverdal Ten Gate kon sterk opveren, nadat het bekend
maakte dat de dochter in Zuid-Afrika wordt afgestoten.
Daarnaast moest het de minder florissante jaarcijfers bekendmaken. In 1988 daalde de netto winst met 18,5% tot
/ 37,1 mln. Per aandeel komt deze daling neer op / 3 tot
/ 11,05. Daartegenover stond een stijging van omzet en
bedrijfsresultaat met 7%. De oorzaak van de winstdaling
moet worden gezocht in een buitengewone last van / 1,6
mln. tegen een buitengewone bate van / 5,4 mln. in 1987.
Daarnaast was er sprake van gestegen rentelasten door
het hoge investeringsniveau, daalden de dividendinkomsten uit Griekenland en stegen de belastingen. Het dividend wordt gehandhaafd op / 4,00. Over het winstniveau
van dit jaar werden nog geen concrete uitspraken gedaan.
De koers van het aandeel is inmiddels gestegen tot / 95.
Ook Nutricia maakte melding van een daling van het netto resultaat, met 10% tot / 48 mln. De oorzaak van deze
daling ligt in de zeer grote financiele bate van / 28 mln. in
1987. Exclusief deze bate werd maar liefst 82% meer verdiend. De verbeterde gang van zaken ten opzichte van vorig jaar komt het best tot uiting in het bedrijfsresultaat. Dit
verdubbelde tot / 64 mln. De koers van het aandeel kon
van de gebeurtenissen profiteren en beweegt zich nu rond
de / 267. Inmiddels is een split-up van 1 op 4 aangekondigd. Daarnaast heeft Nutricia een converteerbare obligatielening aangekondigd die dient ter financiering van acquisities.
375

Al met al was er sprake van een gunstige koersontwikkeling op het Damrak, waarbij vooral de lokale markt een
positief beeld vertoonde. In dit verband mogen de koersstijgingen van Center Pares, VRG, Norit en Oce van der
Grinten niet onvermeld blijven.

Schuldvermindering door commerciele banken
Land

Argentinie
Brazilie

Focus________________________
Internationale schuldencrisis niet uitzichtloos
In de jaren zeventig vond een explosieve groei plaats in
de kredietverlening aan de derde wereld. In de jaren tachtig is dit veel schuldenlanden opgebroken. In 1982 was het
Mexico dat de internationale schuldencrisis inleidde. In de
jaren daarna is de internationale kredietverlening aan de
derde wereld sterk verminderd. De bedragen aan rente en
aflossing die de Westerse wereld bij voorbeeld van de Latijnsamerikaanse schuldenlanden ontvingen overschreden
de nieuw ter beschikking gestelde leningen de laatste jaren met bedragen die varieerden van $ 20 tot $ 30 miljard.
De prijs die de schuldenlanden moesten betalen voor
deze uitstroom van middelen was hoog. De arme bevolking
moest de broekriem nog verder aanhalen. In toenemende
mate ontstond hierdoor weerstand tegen de bestedingsbeperkingen en de andere economische maatregelen die onder meer door het IMF werden geeist. Volksopstanden waren het gevolg, zoals recent nog in Venezuela waar in februari jl. 300 doden vielen tijdens rellen die een gevolg waren van de toenemende sociale spanning.
Het afwentelen van de schuldenproblematiek op de derde wereld bracht niet alleen geen enkele oplossing, maar
was in feite ook niet meer te verantwoorden. Geleidelijk
groeide de bereidheid om tot compromissen te komen tussen financiers en schuldenaren. In Europa erkende de politiek het eerste dat aan zeer arme landen, zoals ten zuiden
van de Sahara, tegemoetgekomen moest worden. De
kwijtschelding van schulden en het verstrekken van nieuw
kapitaal kwam op gang.
Commerciele banken nemen maatregelen
Inmiddels waren de commerciele banken in toenemende mate gedwongen te erkennen dat de kredietwaardigheid van een land wel degelijk in twijfel kan worden getrokken. Tegenover de stalling van de jaren zeventig dat een
land niet failliet kan gaan, werden in de balansen nu voorzieningen op de leningen aan de derde wereld getroffen.
Bovendien werd gewerkt aan het afbouwen van de schulden door verschillende transacties, zoals het omwisselen
van de dubieuze schulden in produktieve activa of in gegarandeerde leningen onder kwijtschelding van een deel van
de aanvankelijke schuld. Ook werd aflossing in natura geaccepteerd. Het totale schuldenprobleem is echter te groot
om aldus in een acceptabel tempo opgelost te worden.
Niettemin heeft de vrijwillige schuldvermindering door de
commerciele banken voor verschillende landen wel zoden
aan de dijk gezet, zoals blijkt uit de onderstaande cijfers
voor enkele landen die betrekking hebben op de periode
1985-1988.
Daarnaast hebben veel banken vorderingen op de derde wereld in de vrije markt verkocht. De betreffende schuldenlanden waren hierbij niet gebaat, daar hun schuld hierdoor niet afnam, maar de betrokkenheid van de betreffende banken nam wel af. Onder invloed van al deze maatregelen is de omvang van de schulden van de derde wereld
die commerciele banken in de VS houden in relatie tot hun
eigen vermogen belangrijk gedaald: van bijna 150% medio
1987 tot ca 80% aan het eind van vorig jaar. Het risico dat
de schuldenproblematiek het internationale financiele stelsel ineen zou doen storten is hiermede belangrijk afgenomen.
376

Chili

Mexico

Bedrag in $ mrd.
aan banken

In % van de schuld

1,1

3,6
9,7
36,5
13,8

7,5
5,6
10,0

Politick neemt zijn verantwoordelijkheid
De problemen voor de derde wereld zijn echter nog
geenszins opgelost. Ook de politiek erkent in toenemende
mate dat initiatieven vereist zijn en de bereidheid tot het
brengen van offers is in het westen duidelijk toegenomen,
ook al durft nauwelijks enige partij het voortouw te nemen.
De bereidheid om maatregelen te nemen wordt overigens
niet alleen door onbaatzuchtigheid ingegeven. Indien de
economische ontwikkeling van de derde wereld nieuw leven kan worden ingeblazen schept dit weer nieuwe kansen
voor het bedrijfsleven in de Westerse wereld. Vooral in de
VS, die hun eens omvangrijke export naar Latijns-Amerika
scherp hebben zien terugvallen, vormt dit een belangrijke
overweging. De overheden en internationale instellingen
hopen daarbij dat, wanneer door hun maatregelen de kredietwaardigheid van de schuldenlanden verbeterd kan
worden, de commerciele banken minderterughoudend zullen worden in hun kredietverlening aan deze landen.
IMF geeft steun aan schuldenvermindering
Het IMF heeft nu besloten om landen die voldoen aan
de voorwaarden van het IMF te helpen met het verminderen van de schulden. Hiertoe wil het fonds een deel van de
hem ter beschikking staande kredieten gebruiken om oude
schulden op te kopen. Het voorstel van de Amerikaanse
minister van Financien Brady om ook rentebetalingen te
gaan garanderen is niet overgenomen, maar zal nog worden onderzocht.
Japan heeft toegezegd parallel aan de maatregelen van
het IMF een bedrag van $ 4,5 miljard aan kredieten voor
de schuldenlanden ter beschikking te stellen. Het IMF pleit
overigens al jaren voor het verhogen van de quota van de
aangesloten landen, bij voorkeur een verdubbeling. Lange
tijd zijn het in de eerste plaats de VS geweest die tegen
waren, maar er komt beweging in het Amerikaanse standpunt. Daartegenover staat Japan klaar om zijn bijdrage
substantieel te vergroten, daar het binnen het IMF wil oprukken naar de tweede plaats die het toekomt op basis van
zijn economisch kracht. De vele miljarden die hiermee gemoeid zijn vormen voor Japan geen enkel probleem. Europese landen als het VK en West-Duitsland, die hierdoor
een plaats zouden zakken hebben echter nog moeite met
het accepteren van de grotere rol van Japan. Dit lijkt echter een kwestie van tijd.
Met de groeiende bereidheid van het westen om de derde wereld tegemoet te komen zou niet alleen het gevaar
van een uit de hand lopende internationale schuldencrisis
verminderd worden, maar zouden ook de economieen van
de derde wereldlanden weer een kans krijgen.