Ga direct naar de content

China en de crisis

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 29 2009

In tegenstelling tot veel andere economieën groeit China nog
steeds. Voor herstel naar de acht procent groeidoelstelling
van de Chinese overheid is het land echter afhankelijk van
een verbetering van de wereldeconomie.

G

Selwyn Moons en
Harry Oldersma
Senior ­ eleidsmedewerkers
b
bij het Ministerie van
Econo­ ische Zaken
m

roeiverwachtingen voor China voor
2009 fluctueren tussen 5,5 procent
(RGE Monitor, 2009) en 6,7 procent
(IMF, 2009). Er zijn eerste signalen
dat China het ergste achter de rug heeft. Op tien
april meldde het Chinese Bureau voor de Statistiek
een verbetering van het producentenvertrouwen.
Ook de inkoopmanagerindex toont sinds ­ ecember
d
2008 een stijgende lijn (Wereldbank, 2009). De
verwachting is dat de Chinese economie in de
tweede helft van dit jaar zal aantrekken, vooral door
ontwikkeling van de binnenlandse vraag die door
o
­ verheidsstimulering gesterkt wordt (Wereldbank,
2009). De export, de motor van de Chinese groei,
daalt echter. Voor 2009 wordt een daling van de
nominale waarde van de uitvoer verwacht van 5,1
procent (Wereldbank, 2009). De invoer zal nominaal
met 10,1 procent dalen. Als de invoer gecorrigeerd
wordt voor prijs­ alingen blijkt dat de importvolumes
d
redelijk constant blijven. Het op peil blijven van de
huidige importvolumes betekent dat de binnenlandse
vraag in China groeit. Het verminderde gebruik van
grondstoffen door de op export georiënteerde sectoren wordt door de groei van de binnenlandse vraag
opgevangen, waardoor het volume constant blijft.
Of het verwachte herstel voldoende is om de ­ tijging
s
van de werkloosheid te keren valt te bezien. In de
provincie Guangdong zijn de afgelopen veertien
maanden 65.000 bedrijven failliet gegaan en is
de werkgelegenheid navenant afgenomen. Van de
zeventig miljoen Chinezen die voor de Chinese
feestdagen in februari naar het platteland zijn
teruggekeerd, keerden er naar schatting 56 miljoen
terug. Daarvan hebben er elf miljoen nog geen
werk of geen werk meer. Naast deze officiële schattingen zijn er in de kustprovincies van China nog
enkele tientallen miljoenen Chinezen die voorheen
in het informele circuit werk vonden en dat nu ook
niet meer hebben. Mede hierom heeft de Chinese
overheid een stimuleringspakket aangekondigd van
vier biljoen yuan (587 miljard dollar of 450 miljard
euro). In totaal zal de Chinese centrale overheid een
derde van bovengenoemde vier biljoen yuan financieren, de rest moet door andere overheden, staatsbedrijven en private partijen worden opgebracht.
Het Chinese stimuleringspakket omvat naast een

financiële impuls, die de binnenlandse bestedingen
moet aanwakkeren, investeringen die zich richten
op (spoor)wegen, vliegvelden, sociale woningbouw,
gezondheidszorg, onderwijs en milieutechnologie.
Dat moet op langere termijn bijdragen aan een
verbetering van het Chinese vestigingsklimaat en
de concurrentiepositie. Monetair wordt dit beleid
ondersteund door het verlagen van de rentestand,
door banken te steunen en door het afschaffen van
eerder opgelegde kredietplafonds om ­ ververhitting
o
van de economie te voorkomen. Het resultaat
hiervan is dat in de eerste maanden van dit jaar de
k
­ redietverlening met 23 procent toenam.
Het stimuleren van de binnenlandse vraag is een
uitdaging, momenteel komt slechts 35 procent van
het bbp voort uit de binnenlandse vraag. Er wordt
vooral veel gespaard, mede door onzekerheden rond
toekomstige sociale voorzieningen en de econo­
mische situatie. Het stimuleringspakket neemt in
elk geval een deel van de onzekerheden voor de
Chinezen weg, wat leid tot een groter vertrouwen in
de economie en hogere consumptie. In de afgelopen
maanden zijn forse eenmalige uitkeringen verstrekt
die de consumptie verhogen.
Volgens de Wereldbank kent het Chinese stimuleringspakket een multiplier van tussen de 0,8 en
4,3. Dat lijkt hoog, maar zelfs een multiplier van
0,8 werpt zijn vruchten af. Het stimuleringspakket
zal samen met de sterkere yuan de binnenlandse
Chinese vraag een impuls geven. Dat alles laat
onverlet dat de effectieve vraag uit het buitenland
nog niet aantrekt. Een vraag die China nodig heeft
om zijn bevolking aan het werk te houden.

Conclusie
Voor de Chinese economie wordt een herstel
naar hogere groei verwacht. Desondanks is de
economische ontwikkeling onvoldoende om het
arbeidsaanbod van voldoende werk te voorzien. De
binnenlandse afzet groeit en kan het verlies in de
exporterende sectoren deels opvangen. Voor een
verder herstel is China afhankelijk van een economisch opleving van de koopkrachtige markten.
Literatuur
IMF (2009) World economic outlook update. New York: IMF.
RGE Monitor (2009) Outlook for China’s economy in 2009 and
beyond. New York: RGE Monitor.
National Bureau of Statistics of China (2009) Entrepreneur
confidence index was firming up in the first quarter. Beijing:
National Bureau of Statistics of China.
Wereldbank (2009) Battling the forces of global recessions.
Washington D.C.: Wereldbank.

ESB

94(4559) 1 mei 2009

279

ontwikkeling

China en de crisis

Auteurs