Ga direct naar de content

Mening: Infrastructuur vraagt om actie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 19 2008

mening
Infrastructuur vraagt om actie
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)
roept op tot nieuwe innovatie en geeft als voorbeeld “dat het
beter is de rivieren de ruimte te geven in plaats van waterkeringen
te bouwenâ€. Allereerst complimenten voor de WRR dat deze dit
thema oppakt. Aandacht voor infrastructuren, elektriciteit, wegen,
rioleringen en waterwerken is en blijft hard nodig om onze steeds
complexere samenleving draaiende te houden. Juist ook omdat
de sectoren waaronder de infrastructuren ressorteren allemaal in
transitie zijn, waarbij de oude regels vaak niet meer gelden en de
nieuwe nog niet. Terecht geeft de WRR aan dat de verschillende
besproken sectoren zeer verschillend zijn en dat steeds hetzelfde
sjabloon voor alle sectoren niet werkt. De WRR geeft ook duidelijk
de verworvenheden aan: dat onze energie-infrastructuur en veel
andere infrastructuren betrouwbaar zijn. Voor nieuwe stappen zal
technologie een belangrijke bron van mogelijkheden bieden. Los
van de politieke waan van de dag durft de WRR een lans te breken
voor Europese samenwerking en de noodzaak om “meer kabinetten vooruit te kijkenâ€.
Toch ook enkele kritiekpunten op het advies. De WRR noemt het
instellen van een maximumprijs wenselijk voor aan infrastructuur
gekoppelde diensten. Dergelijke maatregelen hebben forse risico’s
in zich, zoals enkele jaren geleden uit de ervaringen in de energiesector in Californië is gebleken. De markt was geliberaliseerd en
de overheid introduceerde een maximumprijs. Het gevolg was dat
bij oplopende kosten elektriciteitproducenten meer kosten hadden
dan inkomsten en daarom stopten met de energieproductie,
want alle productie en verkoop betekende verlies. Een jammerlijk
v
­ oorbeeld van fout en (ver)storend overheidsoptreden derhalve.
Op enkele punten spreekt de WRR over de rol van pensioen­
fondsen en private equity. Een kritiekpunt is dat men het onderscheid niet goed weet te maken en bij het optreden van beide
worden vraagtekens gezet. Private equity zoekt vrijwel altijd snel
een lucratieve exit. Pensioenfondsen daarentegen kiezen voor de
steady cashflows, hetgeen voor infrastructuur een interessante
financieringsbron is en kan zijn.
Ik wil hier ook wijzen op drie adviespunten uit het WRR-rapport
die wezenlijke risico’s in zich dragen. Ten eerste de geopperde
Publieke Netwerkmonitor, die als een additionele supertoezicht-

houder moet opereren, klinkt bureaucratisch en directief. Het is
ook een diskwalificatie van de bestaande toezichthouders, die met
een dergelijke Publieke Netwerkmonitor zelf onder toezicht komen
te staan. Ten tweede, de door de WRR gewenste uitgebreide
rol voor consumentorganisaties is gevaarlijk, want consumenten
vormen niet altijd de groep met het meeste oog voor de lange
termijn. Ten derde, de suggestie van de WRR dat overheden strategisch gebruik moeten maken van aandeelhouderschap, zou beter
vervangen kunnen worden door verantwoord aandeelhouderschap.
Overheidsaandeelhouders, die graag dividenden maximaliseren
teneinde deze te gebruiken om hun begrotingen sluitend te maken
en regelmatig op de stoel van de Raad van Commissarissen of
directie willen zitten door zich met operaties te bemoeien, hebben
meer oog voor politieke en kortetermijnbelangen dan voor een
verdere horizon die nodig is voor een verantwoord beheer van
infrastructuren.
Tot slot nog enkele suggesties voor waar de WRR meer durf en
creativiteit had mogen tonen in de uitwerking van met name de
nieuwe rollen en de nieuwe verbindingen. Allereerst is Nederland,
juist ook op het gebied van infrastructuren, toe aan een ontzuiling,
waarbij overheden, bedrijfsleven, financiers en wetenschap meer,
beter en sneller samenwerken en, in lijn met het WRR-advies,
nieuwe rollen en verbindingen gezocht worden. Daarnaast verdient
het idee van de concessie waarbij publieke verantwoordelijkheid
en private uitvoering gecombineerd kunnen worden, aandacht
en nadere uitwerking. In het geval van het concessie-model kan
de overheid profiteren van de kennis en ervaring van de private
sector zonder dat ze de finale sturing uit handen geeft. De WRR
is daar echter summier over. Ten slotte wil ik een lans breken voor
de coöperatie of coöperatieve samenwerking. Er zijn modaliteiten
mogelijk waarbij infrastructuren in een coöperatie zitten en gebruikers betalen naar rato van het gebruik. Dit kan tot gevolg hebben
dat slimmer en spaarzamer geïnvesteerd wordt.
Investeringen in wegen en vliegvelden zijn aantrekkelijk voor
bestuurders, maar hoogspanningsinfrastructuur in de energiesector
en rioleringen onder straten die moeten worden opengegooid niet.
Beide zijn echter wel hard nodig voor een gezonde economie.

Frank van den Heuvel
Hoofd Corporate Affairs van DELTA NV

ESB

93(4543) 19 september 2008

571

Auteur