Ga direct naar de content

Economie in de krant

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 30 1997

Economie in de krant
Aute ur(s ):
Damme, E.E.C. van (auteur)
Groot, H.L.F. de (auteur)
Hagen, G.H.A. van (auteur)
Herings, P.J.J. (auteur)
Leers, T. (auteur)
Nahuis, R. (auteur)
De auteurs vormen tezamen de voor deze gelegenheid samengestelde onderzoeksgroep ‘economie in de krant’, en zijn werkzaam b ij de Katholieke Universiteit Brabant. Met dank aan Michel Knapen voor b ib liografische assistentie.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4117, pagina 628, 27 augustus 1997 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
economie-beoefening

Deze ESB is gewijd aan de wijze waarop economie in de landelijke Nederlandse dagbladen aan bod komt. Gedurende een maand heeft een groep van zes economen de kranten systematisch bijgehouden, en de economische berichtgeving getoetst. In onderstaand
artikel leggen zij uit hoe zij te werk zijn gegaan, waar ze op gelet hebben en hoe de kranten het er af hebben gebracht.
De krant speelt een belangrijke rol in het dagelijks leven: volwassen Nederlanders lezen dagelijks gemiddeld een half uur in de krant, hetgeen op jaar- basis neerkomt op het equivalent van een maand werk. Kranten dienen om ons op de hoogte te houden van
feiten en gebeurtenissen (informeren), ons te helpen bij het vormen van een mening daarover (opiniëren) en daarnaast ook als amusement (diverteren).
Economen hebben een bijzonder belang bij de krant. Economisch nieuws neemt in de krant een belangrijke plaats in en voor dit nieuws heeft de econoom speciale belangstelling. De maatschappij is zijn studie-object en de krant rapporteert wat de moeite van het
bestuderen waard is. Daarnaast pretenderen economen inzichten te leveren die voor het doorgronden van de maatschappij relevant zijn en zijn ze beroepshalve geïnteresseerd in welke mate deze inzichten ook aan de algemene lezer worden verduidelijkt.
De economische wetenschap wordt echter regelmatig verweten dat zij zich te weinig inlaat met de economische problemen van alledag. Van diverse zijden is betoogd dat het niet goed functioneren van de economische journalistiek hiervoor een reden zou kunnen zijn 1.
Ook is het mogelijk dat economen hun producten via het journalistieke kanaal niet goed aan de man brengen. In beide gevallen zouden we moeten constateren dat de economische verslaggeving in de krant tekort schiet.
In een poging de economische verslaggeving van de Nederlandse kranten te onderzoeken, hebben wij gedurende een maand (tussen 15 april en 13 mei) het Algemeen Dagblad (AD), Het Financieele Dagblad (FD), NRC Handelsblad (NRC), Het Parool, De Telegraaf,
Trouw, en de Volkskrant intensief gevolgd. Uiteraard was onze onderzoeksruimte beperkt. Zelfs binnen een maand bevatten de dagbladen een immense hoeveelheid economische informatie. Om toch een beeld te krijgen van de verschillen tussen kranten in hun
verslaggeving op diverse terreinen, hebben we er voor gekozen om de kranten te volgen op een beperkt aantal specifieke onderwerpen die op dat moment in het nieuws waren, waaronder het minimumloon, ‘oververhitting’, de Tweede Maasvlakte, belastingvoorstellen,
Philips en optieregelingen voor managers. Bovendien is voor iedere krant een profiel opgesteld. Achterin dit nummer verstrekken we tenslotte kwantitatieve gegevens over vraag en aanbod van economisch nieuws in de dagbladen, met speciale aandacht voor de
beursberichtgeving.
In dit artikel zullen we een korte beschrijving geven van de door ons gekozen invalshoek bij het onderzoek. Vervolgens gaan we in op de kwaliteit van de economische verslaggeving, en op de rol van de economische wetenschap in de krant. Afgesloten zal worden met
enkele algemene conclusies over de economische berichtgeving in de dagbladen.
Criteria
De drie functies van de krant, informeren, opiniëren en diverteren, zijn niet ééndimensionaal. Zo dient een krant, om de functies van informatieverschaffing en ondersteunen bij meningsvorming goed te kunnen vervullen, aan tenminste vijf eisen te voldoen:
» objectiviteit (een juiste en volledig weergave van de feiten);
» actualiteit;
» reductie van complexiteit;
» originaliteit en
» transparantie (vermelding van en kritische houding t.o.v. de nieuwsbronnen) 2.
Het is te verwachten dat elke krant op bepaalde aspecten relatief hoog scoort, en op andere relatief laag. Welke krant per saldo het beste voldoet zal afhangen van de gewichten die een lezer toekent aan de diverse aspecten. Het is dus maar de vraag of dè beste krant
bestaat. Toch zal in het nu volgende een poging gedaan worden een kwaliteitsoordeel te geven.
Kwaliteit van de economisch berichtgeving
Bij de beoordeling van de kranten gaan we uit van de gebruikersgerichte kwaliteit. De vraag komt hierbij aan de orde hoe goed de krant haar rol vervult als intermediair dat economische nieuwsfeiten op een juiste, volledige en begrijpelijke manier aan de man dient te
brengen. In de drie artikelen over de berichtgeving omtrent werken onder het minimumloon, ‘oververhitting’, en de tweede Maasvlakte staat deze vraag centraal. In het navolgende geven we enkele algemene conclusies die uit dit onderzoek volgen, waarbij we de
algemeen-economische en bedrijfseconomische verslaggeving, alsmede de rol van de economische wetenschap in de krant, apart behandelen.
Algemene economie
In de artikelen over het minimumloon en oververhitting, elders in deze ESB, wordt uitgebreid ingegaan op de kwaliteit van de (algemeen-)economische verslaggeving. We volstaan hier met enkele conclusies. Goede berichtgeving blijkt moeilijk te zijn voor de kranten.
Een helder en compleet overzicht van de relevante feiten ontbreekt vaak. Achtergrondreportages en analyses zijn schaars. Bredere verbanden worden nauwelijks gelegd (met uitzondering van NRC). Journalisten hebben duidelijk moeite met het schetsen van een
consistent totaalbeeld.
Bedrijfseconomie
Wat heeft de krant voor de bedrijfseconoom te bieden? Ter beantwoording van deze vraag hebben we onder andere gekeken naar de verslaggeving over Philips (zie kader).
Als men uitsluitend geïnteresseerd is in bedrijfs-economische berichtgeving die goed getalsmatig is onderbouwd, dient men het FD ter hand te nemen. Wil men dit nieuws echter geplaatst zien in een context waarin tevens de maatschappelijke en algemeeneconomische gevolgen worden belicht, dan lijkt men beter af met (vooral) de NRC of het AD. Overigens is er in alle kranten een eenzijdige nadruk op het gebied van de financiële economie. Over strategie, marketing, organisatie en ‘corporate finance’ kan een
bedrijfseconoom weinig leren uit de krant. Opmerkelijk is dat op dit gebied het FD weinig toevoegt.
Beschouw bijvoorbeeld de verslaggeving over het debat rond de optie-bonusregelingen voor managers, ontstaan naar aanleiding van de opmerkingen van premier Kok over een ‘exhibitionistische verrijking van topmanagers’ in Nova op 19 april. De kranten beperkten
zich bij dit onderwerp in hoofdzaak tot verklaringen waarom de regelingen zo populair zijn (belastingvoordelen) en weergave van de standpunten van politieke partijen. De meeste kranten zwijgen over de economische effecten van optieplannen: verhogen
optieregelingen voor managers inderdaad de aandeelhouderswaarde? Beweringen van topmanagers met die strekking worden voor zoete koek aangenomen. Kranten maken wel melding van ‘excessen’ in het buitenland, maar geven niet aan wat deze dan inhouden. Het
onderwerp past ook, natuurlijk, in de discussie over ‘corporate governance’ (de commissie-Peters) maar kranten komen daar niet aan toe. Sterker nog: bestuurders en eigenaren worden met elkaar geïdentificeerd en de rol van de Vereniging voor Effectenbezitters blijft
onderbelicht.
Wetenschap
Opvallend is de geringe aandacht die de economische wetenschap in de kranten krijgt, hoewel de meeste kranten een wekelijks wetenschapskatern hebben. Dit wordt echter voornamelijk gevuld met natuurwetenschappelijk en medisch onderzoek. Vanuit sociaalwetenschappelijke hoek is vooral sociologie vertegenwoordigd. Ook biologie is geliefd. Waarom komt zo weinig economische wetenschap in de wetenschapskaternen terecht?
De voor de hand liggende verklaring dat de economische wetenschap minder interessants te bieden heeft dan de wetenschappen die wel vertegenwoordigd zijn, laten we hier buiten beschouwing: het zoveelste artikel over de kat van Schrödinger is voor de meeste
lezers ook niet interessant. Misschien wordt economie minder expliciet als een wetenschap beschouwd en meer als ‘social engineering’, of ontbreekt de wetenschappelijke vooropleiding bij de economische journalisten.
Een andere mogelijke verklaring is dat er al zoveel economie in de krant staat. Dat is natuurlijk zo, maar ook in het reguliere deel van de krant speelt de economische wetenschap een geringe rol. Er wordt bij uitzondering wel eens verwezen naar economisch onderzoek,
maar dan beperkt de beschrijving zich tot de resultaten. De methode blijft buiten beschouwing. Het gaat daarbij enkel en alleen om direct toepasbaar onderzoek. Zoals het artikel over de de rel over de Tweede Maasvlakte aangeeft, weten kranten daarmee overigens niet
altijd even goed om te gaan.
Kranten hebben toonaangevende wetenschappers aan zich verbonden in een poging de wetenschap in de krant aan het woord te laten: zo schrijft Jan Pen in Het Parool, Eduard Bomhoff en Flip de Kam in NRC, Rick van der Ploeg in het AD en F. Rutten in De
Telegraaf. Deze columnisten voegen iets toe: ze betrachten vaak een grotere distantie tot het onderwerp en schetsen daarmee een nieuw perspectief. De rubriek ‘De stelling van …’ in de Volkskrant op zaterdag vervult eenzelfde functie. Echter, de columns gaan bijna
zonder uitzondering over prak- tische, relevante onderwerpen en zijn vooral opiniërend zonder analyserend te zijn.
Tot besluit
De krant heeft wel degelijk iets te bieden voor de econoom: een actueel overzicht van recente politieke en bedrijfseconomische voorvallen, en uitgebreide beursgegevens. Verder is het een bron van inspiratie: op vrijwel elke pagina van de krant wordt een groot aantal
economische problemen gesignaleerd. De verstrekte informatie reikt verder dan het nieuws dat het ANP (bijvoorbeeld via Teletekst) verstrekt. Het is bewonderenswaardig hoe de kranten er elke dag weer in slagen een enorme hoeveelheid actuele informatie te
verstrekken met relatief beperkte middelen.
Toch laat de kwaliteit van de economische berichtgeving in de dagbladen in onze ogen behoorlijk wat te wensen over. De feitenweergave is vaak onvolledig en onzorgvuldig. Daarnaast ontbreken (wetenschappelijke) analyses, achtergrondartikelen en bredere
verbanden grotendeels. De aandacht voor economische wetenschap in de kranten is zeer gering. Het is overigens maar de vraag of we dit allemaal van een krant mogen verwachten. Is de primaire taak van de krant niet het brengen van nieuws? Wellicht zouden kranten
zich moeten beperken tot een korte zakelijke beschrijving van de nieuwsfeiten, voorzien van een verwijzing naar waar op Internet de relevante definities en cijfers te vinden zijn. Een elektronisch archief met achtergrondinformatie zou voor de nabije toekomst een zinvol
complement voor de traditionele krant kunnen vormen. De NRC heeft hiertoe een eerste aanzet gegeven met een artikelenserie ‘Economie voor jou’ van Rolf Schöndorff en Jan Pleus op Internet. Verwacht mag worden dat zo’n elektronisch archief in de toekomst een
hoge vlucht kan nemen.
Er zijn enkele duidelijke nuanceverschillen tussen kranten aanwezig. tabel 1 geeft een tentatieve kwaliteitsbeoordeling. De eerste twee kolommen geven een rangschikking gebaseerd op de verslaggeving over respectievelijk het minimumloonplan en het
oververhittingsvraagstuk (ons onderzoek naar de verslaggeving over de Maasvlakte heeft wegens onvergelijkbaarheid van de kranten op dit punt niet tot een rangschikking geleid). Bij deze onderwerpen verschaft NRC de meest complete berichtgeving. Trouw en Het
Financieele Dagblad doen het redelijk tot goed, Het Parool en De Telegraaf scoren redelijk, terwijl het Algemeen Dagblad en met name de Volkskrant beide keren laag scoren.

Tabel 1. Tentatieve rangschikking dagbladen (van hoog naar laag)
minimumloonplan
oververhitting
persoonlijke keuze *a
NRC
FD
Trouw
Het Parool
AD
De Telegraaf

NRC
Trouw
De Telegraaf
Het Parool
FD
AD

NRC
FD
Trouw
De Telegraaf
de Volkskrant
AD

1,0
2,7
3,1
4,5
5,3
5,3

de Volkskrant

de Volkskrant

Het Parool

6,2

a. De rangschikking is tot stand gekomen gebruik makend van de Bordaregel. Elk lid van de onderzoeksgroep heeft de zeven onderzochte kranten gerangschikt. Vervolgens zijn de rangnummers voor elke krant opgeteld en gedeeld door het aantal deelnemers aan het onderzoek.

De derde kolom geeft een subjectieve algemene rangschikking, gebaseerd op de complete economische verslaggeving in de kranten. NRC wordt door ons unaniem als beste beoordeeld. De voornaamste reden hiervoor is de structurele aanzet tot het geven van
verbanden en analyses. FD en Trouw worden door ons eveneens positief beoordeeld. FD biedt weinig analyse en achtergronden, maar onderscheidt zich door de goede en uitgebreide cijfermatige onderbouwing van het financiële en beursnieuws. Trouw kent weinig
zwakke punten, biedt bij veel sociaal-economische onderwerpen een ‘menselijk’ en helder onderbouwd, verfrissend perspectief, en gaat efficiënt om met de beschikbare ruimte.
De Telegraaf, de Volkskrant en het AD bieden meer economisch nieuws dan Trouw, maar kenmerken zich door een wisselvallige kwaliteit van de analyse. Typerend voor De Telegraaf is de nadruk op het financiële nieuws en het ééndimensionale wereldbeeld
overeenkomstig de Chicago-school: markten functioneren prima en de overheid moet worden gewantrouwd. Vrijwel alle analyses en opinies zijn doordrenkt met dit geloof. De Volkskrant kenmerkt zich veelal door een scherpe (linkse) stellingname zonder gedegen
economische onderbouwing. Het verbaast ons daarom enigszins dat zoveel economen de Volkskrant lezen. Wellicht biedt het fenomeen ‘kuddegedrag’ een verklaring (zie kader Volkskrant in Typering van dagbladen).
Bij zowel De Telegraaf als de Volkskrant is de feitenweergave moeilijk te scheiden van opinie, waardoor de objectiviteit in het geding is. De opinievorming voegt in deze kranten echter wel iets toe aan de nieuwsfeiten. Het AD biedt evenals Trouw een menselijk
perspectief, maar is daarbuiten (in de economische verslaggeving) een grijze muis. Hetzelfde geldt voor Het Parool. Deze krant en het AD voegen weinig toe aan de meningsvorming. Het Parool is bovendien uitermate summier in bijvoorbeeld de beursberichtgeving, en
voegt in de regel weinig toe aan de ANP berichten. Vandaar dat Het Parool in ons onderzoek op de laatste plaats belandt.
We lezen de krant om geïnformeerd te worden over de wereld om ons heen en een krant kan ons helpen deze beter te begrijpen. Uit opinie-onderzoek is gebleken dat de politieke kennis van velen die zich de moeite getroosten om het politieke nieuws te volgen
gebrekkig is 3. Kleinnijenhuis concludeert dat een en ander zowel veroorzaakt wordt door de complexiteit van dat politieke nieuws als door de falende journalistieke informatieverwerking 4. Ook het economische nieuws is complex en de kennis van de economische
processen gering. In een artikel over globalisering op 24 april citeert NRC Handelsblad het IMF als volgt: ”Volgens het Fonds is het in dit verband essentieel dat het grote publiek een ‘beter begrip’ krijgt van de economische krachten die werkzaam zijn”. Gesteld moet
worden dat Nederlandse kranten helaas ook slechts een geringe bijdrage leveren aan een beter begrip van economische processen. De krant komt niet verder dan het (gebrekkig) weergeven van nieuws en informeert vooral over de economische problemen. Voor de
oplossing van deze problemen moet men elders zijn.

Voorbeeld: Philips in de krant
In de onderzoeksperiode (15 april tot 13 mei) komt Philips om vier redenen in het nieuws. Ten eerste is er een tijdelijke staking bij de vestiging in Hoogeveen, waar de werknemers protesteren tegen het voornemen van de directie om de
assemblage-afdeling te verplaatsen naar het ‘lage-lonenland’ Polen. Ten tweede presenteert Philips het kwartaalverslag. Ten derde wordt verslag gedaan van bezuinigingsoperaties bij Philips. Ten slotte komt ook de flexibele pensioenregeling voor
werknemers van Philips onder de aandacht.
De staking in Hoogeveen is het nieuws-item met de meeste sociale raakvlakken. Het zijn dan ook kranten die het nieuws vaak op een persoonlijke wijze behandelen (Algemeen Dagblad en Trouw), die relatief veel aandacht besteden aan dit
onderwerp. De dagbladen gaan daarbij nauwelijks in op economisch interessante vragen, zoals de omvang van de kostenbesparing, de drijfveer van Philips (kostenreductie of toenemende flexibiliteit) of de algemene gevolgen van toenemende
globalisering voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Alleen NRC probeert in haar berichtgeving de bredere verbanden mee te nemen. Een andere positieve uitzondering is een achtergrondartikel in De Telegraaf van 10 mei waarin de topman van
Siemens Nederland meldt dat hij niet onverdeeld gelukkig is met de overheveling van zoveel mogelijk productie naar lage-lonenlanden, daar bij sommige producten de arbeidskosten slechts een klein onderdeel vormen van de totaleproductiekosten.
De verslaggeving over het kwartaalbericht in de dagbladen is vrij uniform. Het Financieele Dagblad is het meest uitvoerig. Van de aangekondigde bezuinigingsoperatie heeft het AD de primeur op 18 april. Hoewel alle zeven stappen uit het ‘zevenstappen-plan’ van topman Boonstra in de tekst wel genoemd worden, geeft het AD net als alle andere krantenniet systematisch aan waar het plan uit bestaat.

Zie Onderzoek ‘Economie in de krant’:
‘Van onze redactie economie’ van H.A. Keuzenkamp
Tragediespelers van D.J. Wolfson
Typering van dagbladen van E.E.C. van Damme c.s
De nieuwswaarde van een rel van R. Nahuis
De wet op het minimumloon van P.J.J. Herings
Oververhitting? van H.L.F. de Groot
Reactie: Poortwachters van het publiek debat van F. Kalshoven
Vraag en aanbod van economisch nieuws van G.H.A. van Hagen en Th. Leers
Naar aanleiding van dit artikel is ook de discussie Economische wetenschap: onder de maat van M.A. Langman en een naschrift verschenen

1 Zie de bijdrage van Frank Kalshoven elders in deze ESB. Zie P.A.G. van Bergeijk. A.L. Bovenberg, E.E.C. van Damme en J. van Sinderen (red.), Economic science and practice, Edward Elgar, 1997.
2 Zie S. Rusz-Mohl, De kwaliteit van regionale kranten en mogelijkheden voor onderzoek op dit gebied, in A. van Hoof (red.), Krant en kwaliteit: verkenningen rond de onderzoekbaarheid van journalistiek, Bohn Stafleu Van Loghum, 1996, blz. 143.
3 O. Scholten, Krant en democratie, proefschrift VU, 1982.
4 J. Kleinnijenhuis, Op zoek naar nieuws, proefschrift VU, 1990.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur