Ga direct naar de content

Entrepeneurship at country level; economic and non-economic determinants, A.R.M. Wennekers

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 15 2006

promotie
De redactie nodigt lezers
uit boeken te recenseren
voor deze rubriek

670

ESB 15

Een intrigerend verschijnsel in de
behulp van beleid. Dit kan gericht zijn
moderne economie is de opkomst van
op het bevorderen van ondernemersondernemerschap. Het brengt de vraag
kansen (technologiebeleid, deregulering
naar voren wat ondernemerschap is en
en privatisering), op het faciliteren van
waar het vandaan komt. Een belangrijk
de hulpbronnen voor ondernemerschap
onderscheid is dat tussen ondernemer(kapitaalmarktbeleid, beroepsonderwijs
schap als beroep (‘werken voor eigen
en advisering), op het bevorderen van
rekening en risico’) en ondernemereen ondernemende cultuur (algemeen
schap als gedrag (‘kansen benutten’).
onderwijs en voorlichting) en op het
Dit proefschrift onderzoekt de eerstmitigeren van de risicopercepties van
genoemde categorie, ook bekend als
ondernemerschap (hervorming socizelfstandig ondernemerschap. Op het
ale zekerheid, arbeidsmarktbeleid en
niveau van landen wordt ondernemerfaillissementswetgeving). Tegen deze
schap gemeten met het percentage
achtergrond zijn in dit proefschrift verzelfstandige ondernemers in de beWennekers, A.R.M.
schillende empirische onderzoekingen
roepsbevolking (de structuur) en met
(2006)
gedaan. Hoewel rijke landen doorgaans
diverse maatstaven voor het aantal beEntrepreneurship at
minder ondernemerschap laten zien
drijfsoprichtingen (de dynamiek). Deze
Country Level; Ecodan arme, gaat het negatieve verband
getallen verschillen sterk tussen landen.
nomic and Non-Eco- tussen economische ontwikkeling en
Ook is de mate van ondernemerschap
nomic Determinants, ondernemerschap niet altijd op bij een
in de meeste landen niet constant over
Rotterdam: Erasmus hoog per capita inkomen. Een regresde tijd. Na een lange periode van neerResearch Institute of sieanalyse van de mate van ‘nascent
gang zien we sinds eind vorige eeuw in
Management (ERIM). entrepreneurship’ in 36 landen geeft
veel landen een opleving van ondernesignificante aanwijzingen voor een
merschap. Gezien de betekenis van ondernemerschap
U-vormig verband. De analyse toont ook een positieve
voor innovatie en economische groei is het belangrijk
invloed van bevolkingsgroei, en een negatief effect van
om te weten van welke determinanten het afhankelijk
de uitgaven voor sociale zekerheid. Voor een analyse
is. De economische geschiedenis laat zien dat naast
van het percentage zelfstandige ondernemers in de
economische variabelen ook andere factoren, zoals
beroepsbevolking van 21 OESO-landen in de periode
technologie, demografie, instituties en cultuur van
1976-2004 wordt een iets ander model gebruikt. Dit
invloed zijn op ondernemerschap. Een theorie van de
combineert een negatieve invloed van het per capita
mate van ondernemerschap op het niveau van landen
inkomen met een positief tijdseffect in recente jaren.
is niet voorhanden. Daarom wordt in dit proefschrift
Dit zou de invloed kunnen weergeven van mondiale
een multidisciplinair denkmodel ontwikkeld. Ten eerste
trends zoals ICT en globalisering. Met dit model is de
biedt dit model een raamwerk voor de verklaring van
invloed van Hofstede’s cultuurdimensie onzekerheidshet aandeel van de bevolking dat bezig is om een eigen vermijding op het aantal zelfstandige ondernemers
bedrijf op te richten (de mate van ‘nascent entrepreonderzocht. Voor 1976 en 1990 wordt een positief
neurship’). Het model veronderstelt dat individuen
effect gevonden. Dit ondersteunt de hypothese dat oneen afweging maken tussen een baan in loondienst en
dernemende persoonlijkheden juist in een cultuur met
zelfstandig ondernemerschap (‘occupational choice’).
aversie tegen onzekerheid relatief vaak, uit onvrede
Bij dit beslisproces worden de gepercipieerde risico’s
met een baan bij een strak georganiseerd bedrijf, voor
van beide opties afgewogen tegen de verwachte mazich zelf zullen beginnen. In 2004 wordt dit positieve
teriële en immateriële opbrengsten, zoals inkomen en
verband niet meer teruggevonden. Dit doet vermoeden
arbeidssatisfactie. Deze percepties zijn gebaseerd op
dat in landen met minder vermijding van onzekerheid
inschattingen van kansen en van persoonlijke mogelijktoenemende (percepties van) kansen voor ondernemerheden. Het gewicht dat aan deze percepties gegeven
schap de boventoon zijn gaan voeren. Ook een regreswordt bij het beslissen, is afhankelijk van persoonlijke
sieanalyse met de gecombineerde data voor 1976,
voorkeuren. Percepties en individuele afwegingen staan 1990 en 2004 geeft hier aanwijzingen voor. Naarmate
onder invloed van technologische, economische, demo- de cultuur van een land minder door vermijding van
grafische, culturele en institutionele voorwaarden. Ten
onzekerheid wordt gekenmerkt, is de negatieve invloed
tweede behandelt het model de relatie tussen ‘nascent’ van per capita inkomen op ondernemerschap kleiner.
ondernemerschap, het aantal bedrijfsoprichtingen en
het feitelijk aantal zelfstandige ondernemers. Er wordt
uitgegaan van een onderliggend natuurlijk niveau van
SANDER WENNEKERS
zelfstandig ondernemerschap. Dit niveau is omgekeerd
Sander Wennekers is verbonden aan onderzoeksbureau EIM
evenredig aan de mate van de economische ontwikke(onderdeel van Panteia) waar hij leiding geeft aan het Proling van een land, hoewel dit verband in een vergevorgrammaonderzoek Ondernemerschap en MKB, dat gefinanderd ontwikkelingsstadium wellicht U-vormig wordt. Als cierd wordt door het Ministerie van Economische Zaken. Ook
het werkelijke niveau achterblijft bij het veronderstelde
is hij verbonden aan het Centre for Advanced Small Business
natuurlijke niveau, kan de overheid bijsturen met
Economics (CASBEC) van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

december 2006

Auteur