Ga direct naar de content

Einde aan de vrijhandel?

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 15 1992

Handel
Einde aan de
vrijhandel?
Het openbreken van de Japanse
markt was het doel waarmee president Bush naar Japan toog. Hij had
drie doelstellingen: “banen, banen
en banen”. De critic! die stellen dat
hij te weinig doet voor de binnenlandse economic tracht hij hiermee
de wind uit de zeilen te nemen.
De Amerikanen hebben bij hun bezoek gewezen op belemmeringen bij
het betreden van de Japanse markt.
Maar het lijkt toch wat al te gemakkelijk om de Japanners de schuld te geven van de stagnerende Amerikaanse
economie en de welhaast structurele
tekorten op de Amerikaanse handelsbalans. Toch leven dergelijke gedachten in de VS waar men eerder heeft
moeten toezien hoe de Japanners bij
voorbeeld de optische-, de audio-, en
de halfgeleiderindustrie van het voetstuk stootten of zelfs wegvaagden. De
Amerikaanse politick heeft al eerder
aangekondigd om landen die structured debet zijn aan tekorten op de
Amerikaanse handelsbalans te ‘straffen’. Hoewel alle landen belijden
voorstander te zijn van het wegnemen van de internationale handelsbelemmeringen ligt de weg naar een opleving van het protectionisme open.

Uruguay-ronde mislukt
Het wegnemen van protectionisme
is geen eenvoudige zaak, zo heeft
vijf jaar van internationale onderhandelingen in de Uruguay-ronde van
de GATT aangetoond. De GATT kent
als kernpunten het wederkerigheidsprincipe tussen landen, geen discriminatie tussen aangesloten landen
en doorzichtige handelsbescherming. Vooral dit laatste vormt een belangrijk punt. Steeds vaak staan nontarifaire maatregelen de vrije handel
in de weg. Daarbij moet bij voorbeeld gedacht worden aan quota’s
maar ook aan veel ondoorzichtiger
zaken als kwaliteits- en verpakkingseisen en douaneformaliteiten.
Eind november jl. slaagde men erin
een belangrijke doorbraak te forceren. Het grote knelpunt werd gevormd door de ruzie tussen de VS en
de EG met betrekking tot het terugbrengen van de landbouwsubsidies.

De Amerikanen wensten aanvankelijk
dat de EG haar subsidies op de export van landbouwprodukten met
90% zouden terugbrengen voor het
jaar 2000. Uiteindelijk is men het eens
geworden over een wederzijdse geleidelijke afbouw van 35%. Van groot belang is echter de basisperiode die
wordt gekozen waarop de 35% reductie moet plaatsvinden. De Amerikanen wensen als uitgangspunt 19861988 te nemen (toen zij hoge subsidies gaven), de Europeanen vinden
het gemiddelde van 1986-1991 een beter uitgangspunt. En zo blijven er nog
tal van verschillen van inzicht over de
inhoud van de concept-overeenkomst
over.
Politick gezien wordt het voor president Bush, met de verkiezingen in
het vooruitzicht, uiterst moeilijk om
zich achter verdere tegemoetkomingen van Amerikaanse kant te stellen.
Dit betekent niet alleen dat een
landbouwakkoord voorlopig niet tot
stand lijkt te kunnen komen, ook een
akkoord binnen de zes andere onderhandelingsgroepen, waaronder diensten en intellectueel eigendom, lijkt
hiermee voorlopig niet in zicht.
Inmiddels gaat de vorming van grote
economische bolwerken voort.
Naast de EG geldt dat ook voor de
grote interne markt die in NoordAmerika in hoog tempo tot stand
wordt gebracht en naast de VS Canada en Mexico omvat. De verleiding
is groot om naast het slechten van
de muren binnen deze blokken de
toegang van buiten te bemoeilijken.
Zeker naarmate de economische
groei stagneert is dit een verleidelijk
alternatief. Het risico van het nemen
van protectionistische maatregelen
is hiermee vergroot in een periode
waarin dit een politick opportunistisch beleid kan blijken. Zeker voor
landen buiten de rijke westerse wereld is toegang tot die belangrijke
afzetmarkten pure noodzaak. De derde-wereldlanden zien hun exportinkomsten al enige jaren opdrogen,
maar ook de Oostbloklanden zullen
een groot deel van hun wederopbouw moeten financieren met exporten naar het Westen. Indien de economische grootmachten daar hun
ogen voor sluiten, roepen ze de daaruit voortvloeiende politieke en sociale onrust in deze landen op den
duur over zichzelf af, hetgeen een
bedreiging vormt voor de wereldvrede.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van lan-

schot.

71 1