Ga direct naar de content

Een consistente weergave van de verdeling van inkomens en bestedingen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 4 1985

I

Ontwikkelingskron iek

De Social Accounting Matrix
Een consistente weergave van de verdeling van
inkomens en bestedingen
DRS. S.J. KEUNING – DRS. W.A. DE RUIJTER*

Inleiding

voor het lokaliseren van de armoede en
voor het opsporen van de interdependenJarenlang was het economische beleid ties binnen de economie is het construeren
van ontwikkelingslanden uitsluitend ge- van een z.g. ,,Social Accounting Matrix”
richt op het bereiken van een zo groot mo- (SAM) 1).
gelijke groei. Men ging ervan uit dat op
Wat een SAM onderscheidt van een inden duur alle lagen van de bevolking hier- put-outputtabel en van het systeem van navan zouden profiteren en dat een algemene
tionale rekeningen is de gedetailleerde
verhoging van de levensstandaard het ge- weergave van gegevens over verschillende
volg zou zijn. Evaluatie van ontwikke- sociale groepen, in het bijzonder diverse
lingservaringen in de loop van de jaren ze- categorieen werkenden en huishoudens.
ventig bevestigde deze theorie niet. Steeds
Uiteraard is een dergelijke onderverdeling
duidelijker bleek dat een evenwichtige ver- onmisbaar bij een beschrijving van de verdeling van de welvaart en een structurele deling van de welvaart en bij het traceren
bestrijding van de armoede niet enkel op
van de armoede. Indien een dergelijk overzich zelf staande doelstellingen van econozicht ook een handvat wil bieden voor de
mische politick vormen, maar tevens die- analyse van mogelijkheden tot lotsverbetenen als belangrijke nevenvoorwaarden
ring en voor het doen van beleidsaanbevevoor economische groei.
lingen, dan dienen de onderscheiden sociaDeze nieuwe inzichten deden de behoef- le groepen ook herkenbaar te zijn voor bete groeien aan een andere weergave van ge- leid. Dat is niet het geval bij indelingen gegevens, als aanvulling op het systeem van baseerd op het gezinsinkomen. ledereen
nationale rekeningen en de input-outputtakent de verhalen over de armste 40%. Minbellen. De mogelijkheden tot het voeren
der bekend is echter uit wat voor mensen
van een beleid worden vaak immers be- deze groep bestaat. In een land als Indoneperkt door een te geringe beschikbaarheid sie betreft het waarschijnlijk een zeer dien betrouwbaarheid van gegevens. Indien vers gezelschap van landloze boerenarbeier geen overzicht bestaat van waar armoeders, mensen die werkzaam zijn in de stede voorkomt en hoe die zich uit, zal de nei- delijke informele dienstensector, kleine
ging bestaan om een beleid ter bestrijding boeren, onvolledige gezinnen en dergelijvan de armoede te concentreren op de
ke. Een analyse van hun levensomstandigmeest zichtbare armen, bij voorbeeld die in heden zal onder meer aan het licht brengen
de steden. En als men niet weet waarom dat ze niet allemaal dezelfde basisbehoefmensen arm zijn, worden vaak oplossingen ten in dezelfde mate al dan niet kunnen beaangedragen die op korte termijn goede re- vredigen. Landarbeiders zijn doorgaans
sultaten opleveren (b.v. voedselsubsidies iets beter gevoed dan de stedelijke armen,
of voedselhulp), maar die op langere terterwijl de opleidingsniveaus zich wellicht
mijn contraproduktief zijn.
omgekeerd verhouden. Ook de oorzaken
Ergo, een beleid gericht op economische van hun armoede zullen verschillen. Beleid
groei en armoedebestrijding vereist in de dat hierop wenst in te spelen, kan dat
eerste plaats een overzicht van het voorko- slechts doen indien voldoende bekend is
men van armoede (welke groepen ontberen
over de huidige situatie en de te verwachten
basisvoorzieningen, en in welke mate), in verschuivingen daarin.
de tweede plaats een analyse van de mogeEen SAM kan gezien worden als een
lijkheden van de onderscheiden bevol- weergave in waarden van een gesloten ecokingsgroepen, en in de derde plaats het nomische kringloop: alle inkomsten vinzichtbaar maken van de dwarsverbindin- den ook als uitgave een plaats. Het startgen binnen de nationale economie en de punt van de kringloop kan op verschillende
koppelingen met het buitenland.
plaatsen gekozen worden. In het geval van
Indonesie’ zijn eerst alle huishoudens ingedeeld in een aantal homogene groepen.
Wat is een SAM?
Daarna zijn de inkomsten en uitgaven in
een jaar van gezinnen, bedrijven en de
Een methode die speciaal ontwikkeld is overheid in kaart gebracht. Inkomens van »
ESB 11-12-1985

gezinnen bestaan voor een belangrijk deel
uit factorinkomens. Ten einde daarvan een
overzicht te geven, wordt de toegevoegde
waarde in iedere bedrijfstak eerst toegewezen aan de werkende bevolking en de kapitaalbezitters. Arbeidsinkomen wordt onderscheiden in lonen en toegerekend looninkomen van werkgevers, zelfstandigen en
medewerkende gezinsleden (in bedrijven
zonder rechtspersoonlijkheid). Deze toerekening geschiedt op basis van hetzelfde
uurloon als een werknemer met dezelfde eigenschappen (qua geslacht, regio, beroep)
in dezelfde bedrijfstak verdient 2). Kapitaalinkomen betreft de winsten van bedrijven (inclusief afschrijvingen en voor belastingen) na aftrek van dit toegerekende
arbeidsinkomen.
Deze factorinkomens vallen grotendeels
toe aan de onderscheiden groepen huishoudens. Veel gezinnen zullen in hun onderhoud voorzien door een combinatie
van:
a. arbeidsinkomens, eventueel ingebracht
door verscheidene gezinsleden;
b. kapitaalinkomen uit eigen-woningbezit
of het eigendom van produktiemiddelen (bij voorbeeld bouwland, gereedschap of een handkar);
c. overdrachtsinkomen ontvangen van
andere gezinnen (studenten en bejaarden) of van de overheid (alle groepen)
of van bedrijven (de enkelen die dividenden ontvangen).
De gezinsuitgaven betreffen, naast belastingen en besparingen, voornamelijk de
aanschaf van allerlei goederen en diensten.
Dit leidt tot inkomen voor bedrijfstakken
(of het buitenland). De producenten gebruiken hun ontvangsten onder andere
voor de aanschaf van grond- en hulpstoffen. Het restant is de toegevoegde waarde,
die verdeeld wordt over de produktiefactoren, hetgeen hierboven reeds beschreven
werd. Met deze bestedingen is de cirkel van
produktie tot inkomens tot bestedingen tot
produktie rond, en zijn de bijbehorende
waarden op hun plaats in de SAM terechtgekomen. Uitbreidingen vinden nog plaats
door niet alleen inkomsten en uitgaven van
gezinshuishoudingen, bedrijven en de
overheid op te nemen, maar tevens rekeningen te construeren voor het buitenland

* Institute of Social Studies (ISS), Den Haag.
Beide auteurs werken aan de constructie van een

Social Accounting Matrix voor Indonesia voor
1980 en een daaraan gekoppeld sociaal-economisch beleidsmodel, in samenwerking met het
Centraal Bureau voor de Statistiek in Jakarta.
1) Inleidende beschrijvingen worden gegeven
door o.a. G. Pyatt en E. Thorbecke, Planning
techniques for a better future, 1LO, Geneve,
1976; B.B. King, What is a SAM? A layman’s

guide to Social Accounting Matrices, World
Bank Staff working paper nr. 463, 1981; R.A.
DowneyenS.J. Keuning, Introduction to the Indonesian Social Accounting Matrix, ISS working paper series nr. 25, 1985.
2) Deze berekeningswijze wordt nader uit de

doeken gedaan in S.J. Keuning, Segmented development and the way profits go: the case of In-

donesia, The Review of Income and Wealth, te
verschijnen.

1257

w

Binnen andse
goederen

Geimporteerde
goederen

a

Instituties
(lopende rekening)

nietlandbouw

<‘

2
<

<‘

2

landarbeiders

I

“=• da f I
B- ^ •”>
O
3

taal

land-

1 I 1

f

Produktiefactoren

huishoudens

boeren

e

werkenden

s f £ s g i r ? f s
2-

5.

w1 “

g.

g.

•<

5

5.5.°

°

=

=

y” P

2. 2. f

f

1 1 1i 1 1 1 1 1 1

0

8s

S

c
f

i
00

„

^

hJ

is

UJ

= –

00

S

ti S

o

£
s

K!

g

2 —

3

—

Kl

| S
i

A

5

2

3

5

i

3

a

g

i-j

90

00

3

~

—

S

5

S

S

s

00

s

3

SO

OS

0

•O

K

is

sO

S

S

Kl

o

s s _
= s

00

i

g

is

s a

ib

0

^

0

OS

ul

a

00

“£

—

S

3

00

s

2

«

SC

sO

0^

i
2

td

o

»

s

S

_

iS

B B

B

KJ

sO

—

i

i

Kl

*>

S
1

s

SO

O>>

s

to

_

t5

«
s

0

S

r3

SC

£

6

0

o

i3

6 3
K

O

~

0

0

0

_
oT
o

I

ruraal hoger niveau
sieddijk lager niveau
stedelijk ho
ger niveau

—

fo

a

&J

5

KJ

s

£

UJ

IjJ

S 6

X

^

I-J

NO

s s, S

£

So

^

3

J

_

NJ

—— ON

s S

e

~-i

*
.

11

. o – . – – i s i l

i i s a . s J 1

%

W K t O s K I L n s o O o O N

S

o
^

ly.

^

^

J

^

^

S

o

t

O

^

i

5

s

^,

S

s

;

s

c;
5

Z

voedselproduktie

sO

overige landbouwproduklie
nijverheid (excl.
voedselproduktie)

I

S
S

handel, transport &
huishouddiensien

K

overige diensien

K

8
S

a
3

S

D.
S

——
1
SO

S

s

nijverheid (excl.
voedselproduktie

B

handel, iransporl &
huishouddiensten

S
K
S!

overige diensien

5

0

O

i_

hj

0

0

S

4.

-0

s
_

s

s S S =
s ? a s ft S b is a
00

-j

£

0

—— S

S

[J

K

Instituties
(kapitaalrek.)

B

g s

=

3

overige landbouwproduktie

O

g

j

s±

0

S

?
I

=

voedselproduktie

^

5

a

c

overige diensten

|

VN

3

1

handel, transport &
huishouddiensten

rJ

3 &

ia

0

Gei’mporteerde goederen

s

E.

overige landbouwproduktie
nijverheid (exc .
voedselproduklie)

1

ft

§

so

•a

voedselproduktie

S

S

:

00

handels- en transportmarge

3 s — s
y – â„¢ 0 5

S

i

overheid

0

J

ON

o

bedrijven

a

o-

g

if

ruraal lager niveau

£

r-j

„

boeren

s

iw s

= K £
3

0

landarbeiders

„.

TJ
D.

overheids- en
buitenlands bezit

,

is

_

S

—

5

hj

Os

S

11
*

i

-0

i

SO

SO

Nl

i

i*

K

0

SO

I a

Os
ON

f

employes,
werknemers
employes,
zelfstandigen
vaklieden,
werknemers
vaklieden,
zelfstandigen
binnenlands
part, bezit

—

0

—

handarbeiders,
werknemers
handarbeiders,
zelfstandigen

—

^

Instituties (lopende rekening)

i

E

t-J

g

huishoudens

s_
_
_

i

„

landbouwers,
werknemers
landbouwers,
zelfstandigen

g

KJ

g

1258

S”

o

so

voedselproduktie

S’

nijverheid (excl. voedselproduklie)

c

o

overige landbouwproduklie

s

1
I

handel, Iransporl & huishouddiensien

CL

1|

Handels- en iransportmarge

I

overige diensien

3
00

f

£•

s

M

Bedrijfstakken

voedselproduklie

I

s

handel, transport en huishouddicnsten

•5.

s

nijverheid (excl. voedselproduktie)

0.

nijverheid (excl. voedselproduklie)

2.

•s

handel, iransporl & huishouddiensten

Institutes

Netto indirecle belastingen

Builenland

Bron: R.A. Downey en S.J. Keuning, Introduction to the Indonesian Social Accounting Matrix, ISS working paper series, Nr. 25, Den Haag, 1985.

a s

S

Nelto indirecte
belastingen
Builenland

s

s s

JN

§s

£

±

a

O-

a g g s z g g g B g

S
3

Totaal

Q’

en voor de bezitsvorming (besparingen van
huishoudens, bedrijven en overheid worden omgezet in investeringen en dit leidt tot
de vraag naar investeringsgoederen). Rekeningen voor indirecte belastingen en
handels- en transportmarges dienen ten

gens is elk van deze drie klassen weer onderverdeeld in veertien subgroepen (op basis van landbezit en werkgelegenheidsstatus en beroep van de kostwinner).

heidsoverdrachten aan gezinnen (rij
11-16, kolom 18), bedrijfsbetalingen en
ontvangsten van interest e.d. (rij 17, kolom
17) en afdracht van directe belastingen (rij

slotte om de verbinding te leggen tussen

Een SAM voor Indonesie

aan onderwijs en gezondheidszorg zijn toegerekend aan gezinnen. Vergelijking van

uitgaven van de consumenten en inkomens
van de producenten.

Classificaties

18, kolom 11 – 17). De overheidsuitgaven

De Social Accounting Matrix in label 1
is een sterk geaggregeerde weergave van alle transacties in Indonesie gedurende 1975.

De gebruikte classificatie bestaat uit samentrekkingen van de hierboven bespro-

De classificaties en de diverse aggregatieniveaus zijn afhankelijk van de gewenste
informatie voor beleid en van de aanwezige gegevens. Aangezien conclusies over de
verdeling van de beschikkingsmacht over

schaarse goederen in hoge mate afhankelijk zijn van de wijze waarop de populatie
is ingedeeld in groepen, moet men over die

indeling niet te lichtvaardig denken. Statistieken die een verdeling weergeven leiden vaak tot uitgebreide discussies over het
te voeren beleid (denk maar aan de in Nederland gebruikte inkomensplaatjes). Me-

ken categorieen 5). Ontvangsten staan in
de rijen en uitgaven in de kolommen.
Toegevoegde waarde. In het eerste blok
(rij 1 – 10, kolom 19-23) wordt de toegevoegde waarde per bedrijfstak verdeeld
over de produktiefactoren. Het blijkt dat
het aandeel van kapitaalbeloningen in het

bruto binnenlands produkt (bbp) verrassend hoog is 6). Uiteraard speelt de exploi-

dal voor een beoordeling van de situatie

betreffende armoede en ongelijkheid additionele gegevens nodig zijn, zoals de bevol-

teel geen onderwerp van veel studie 3).
Globaal kan gesteld worden dat de clas-

(delfstoffenwinning, Industrie, openbare
nutsbedrijven, bouwnijverheid) grolendeels in handen is van overheids- en buiten-

bedrijfstak

nijverheid

lands kapitaal.
Werkgelegenheid. Een overzicht van de
werkgelegenheid, het meest klemmende
probleem in Indonesie, is mogelijk nadat
de arbeidsinkomens in de SAM gescheiden
zijn in een volume- en een prijscomponent
(de loonvoeten). Deze berekeningen zijn
ook uitgevoerd, op basis van gegevens over

enigszins stabiele, betrouwbaar te me-

gewerkte uren (voor iedere werkende en ie-

ten karakteristieken.

dere baan afzonderlijk) uit een arbeidsmarktonderzoek 7).

De classificaties voor Indonesia’ zijn met
het oog hierop ontworpen 4). Arbeidsinko-

mens zijn gerubriceerd naar bedrijfstak
(31 sectoren) en naar vier kenmerken van

de werkenden: geslacht, regio (stad/platteland), werkgelegenheidsstatus (werknemers/zelfstandigen) en beroepscategorie
(landbouwers, handarbeiders, employes,
vaklieden, leidinggevenden). In totaal

worden dus de verdiensten van 2 x 2 x 2 x
5 = 40 verschillende groepen werkenden

rechtstreeks uitgekeerd aan de gezinnen

het soort bedrijf (formeel/informeel). Inkomen uit bouwland en overige agrarische
produktiemiddelen en inkomen uit eigenwoningbezit zijn apart berekend.

(rij 11-16, kolom 9). De winst van NV’s
en dergelijke wordt evenwel in eerste instantie in haar geheel toegewezen aan de in-

ontlenen, overige huishoudens op het platteland en overige huishoudens in de stedelijke gebieden. Het is een misvatting te denken dat de tweede groep slechts weinig ge-

zinnen omvat. In Indonesie is de tweede
groep zelfs groter dan de laatste. VervolESB 11-12-1985

3) Een aanzet wordt gegeven in S.I. Cohen, Towards social group approaches in economic models, in: S.I. Cohen, P.A. Cornelisse, R. Tee-

Ph.D.-thesis, Cornell University, 1984.
5) Twee meer gedetailleerde SAM’s en bijbehorende tabellen worden beschreven in Biro Pusat
Statistik Indonesia, Social Accounting Matrix
Indonesia 1975, delen I en II, Jakarta, 1982. Of-

lier/overheid, binnenland/buitenland) en

gesplitst in drieen: huishoudens die hun inkomen voornamelijk aan de landbouw

den we in kolom 11-16. Aangezien de
overdrachten al besproken zijn, resteren de
consumptieve uitgaven, gescheiden naar

geboekte winst na belasting van dochters

van buitenlandse bedrijven wordt toegewezen aan het buitenland (rij 37, kolom 10).
Het blijkt dat landarbeidersgezinnen niet
uitsluitend leven van loonarbeid in de landbouw (rij 11). Aangezien sommigen van
hen ook een lapje grond bezitten, ontvan-

van de prive-financien en derhalve wordt

eerst

den worden, zijn de verschillen (uiteraard)
veel groter.
Gezinsuitgaven. De gezinsuitgaven vin-

kens en E. Thorbecke (red.), The modelling of

ontvangen. Kapitaalinkomen is onderscheiden naar type eigenaar (particu-

zijn

$ 100 per jaar voor de landarbeidersgezinnen tot ongeveer $ 500 per jaar voor de stedelijke niet-landbouwgezinnen, hoger niveau. In de meest uitgebreide SAM, waarin
42 categorieen huishoudingen onderschei-

Toewijzing van de factorinkomens. Het

gen ze zelfs kapitaalinkomen van dat land
(rij 11, kolom 9). De boekhouding van in-

gezinshuishoudingen

kingsomvang in iedere groep. Het inko-

men per hoofd loopt uiteen van ongeveer

tweede blok (rij 11-18, kolom 1 – 10) be- socio-economic planning processes, Gower, Aldershot, 1984.
treft de toewijzing van de factorinkomens
4) Zie R.A. Downey, Indonesian inequality: inaan de eigenaren. De ingehouden en overtegrated national accounting of who gets what,

per bedrijfstak in beeld gebracht. lemand
kan meer dan een baan hebben en dus uit
verschillende categorieen een inkomen

De

Inkomensverdeling. In de laatste twee
kolommen van de label worden nog de indirecte belastingen (rij 18, kolom 36) en de
lopende overdrachten uit het builenland
(rij 17- 18, kolom 37) opgenomen, zodal

rol. Toch kan ook in de landbouw- en

strategische

d. de indeling dient gebaseerd te zijn op

gen door de bedrijven (dit betreft vooral de
belasting op aardolieprodukten).

dienstensectoren een opmerkelijk hoog

rubriceren van sociale klassen is momen-

situatie als het gedrag);
c. herkenbaarheid voor beleid;

groep 8) haar belastingbijdragen niet geheel gecompenseerd ziet. Het leeuwedeel
van de belastingen wordt echter afgedra-

metalen, hout, vis) hierin een belangrijke
percentage van de toegevoegde waarde niet
toegeschreven worden aan lonen van werknemers of toegerekend looninkomen van
zelfstandigen. Voorts is duidelijk dat de

schappelijke stratificatie;
b. een indeling in homogene groepen (dit
betreft zowel de sociaal-economische

armere groepen netto ontvangers zijn van
overheidsgelden terwijl de welvarendste

de inkomensverdeling uit de toialen van de
rijen 11 tot en met 18 afgelezen kan worden. Wederom dient vermeld te worden

tatie van natuurlijke hulpbronnen (olie,

de daarom wekt het bevreemding dat er tot
nog toe relatief weinig aandacht is geschonken aan de wijze waarop indelingen
tot stand komen. Ook de theorie van het

sificatie van huishoudens dient te voldoen
aan de volgende eisen:
a. een correcte weergave van de maat-

de overdrachten van de overheid aan gezinnen met de belastingbetalingen leert dat de

formele bedrijfjes is vaak niet gescheiden
het daarin gegenereerde kapitaalinkomen

stelling bedrijven. Het staat buiten kijf dat
kapitaalinkomen uit informele ondernemingen (inclusief eigen-woningbezit) niet

verwaarloosbaar is (26.5% van het bbp).
Inkomensoverdrachten. De inkomensoverdrachten zijn opgenomen in het derde

blok (rij 11-18, kolom 11-18). Het betreft inkomensoverdrachten tussen gezinnen (rij 11-16, kolom 11 — 16), dividenduitkeringen (rij 11-16, kolom 17), over-

schoon de hier gepresenteerde gegevens deel uitmaken van een consistent geheel, is daarmee hun
juistheid nog niet gegarandeerd. Zij dienen met
de gebruikelijke zorgvuldigheid gei’nterpreteerd

te worden.
6) De som van alle elementen in deze submatrix
is gelij k aan het bruto binnenlands produkt. Ook
andere macro-totalen kunnen aan de SAM onlleend worden, zij het dat in deze label de afschrijvingen niet apart zijn opgenomen van hel
overig kapitaalinkomen.
7) Resultaten en methodes kunnen gevonden
worden in; S.J. Keuning en R.A. Downey, The
distribution of sectoral value added and employment by factor type in Indonesia, ISS working
paper series nr. 26, 1985. Zie ook label 2
hieronder.

8) Dit zijn de stedelijke niet-landbouwgezinnen,
hoger niveau. In deze groep is de kostwinner

werkgever, (zelfslandig) vakman, leidinggevende, mililair of een geschoolde employe. In de lager niveau niel-landbouwhuishoudingen slaal
iemand aan het hoofd die handarbeider, een ongeschoolde employe of werkloos is.

1259

plaats van herkomst (rij 25 – 34, kolom
11 — 16), en de besparingen van gezinnen

Tabel 2. Arbeidsinkomen en werkgelegenheidper type werkende in Indonesie, 1975

(rij 35, kolom 11 – 16). Het is duidelijk dat

Type werkende

ArbeidsWerkinkomen
gelegenheid
in mrd. Rp. in mln. arbeidsjaren

het overgrote deel van de gezinsconsumptie (94%) binnenlands geproduceerde goe-

deren en diensten betreft. Per groep kan dit
percentage verschillen. Ook het aandeel
besteed aan voedsel loopt uiteen (van 42%
tot 73%). Het aandeel dat besteed wordt
aan rijst alleen varieert van 10% tot 31%.
De waarde van de verorberde voedings-

Jaarlijkse

loonvoet
in Rp.
x 1.000

Jaarlijkse
loonvoet
in$

Landbouwers en handarbeiders
mannen
vrouwen

767
165

7,2
2,9

107
56

258
135

mannen

347
28

1,8
0,3

195

470

92

222

vrouwen

1.162
290

13,6
5,6

85
52

205
125

stad

mannen
vrouwen

122
19

0,9

140
82

337
198

platteland

mannen
vrouwen

197

1,5

27

0,6

135
49

326
117

mannen

334
65

1,3
0,7

256
93

616

2,7
2,5

104

252

vrouwen

280
133

54

130

mannen

154

vrouwen

75

1,1
0,9

143
86

345
208

mannen

342
45

1,0
0,1

353
321

851
773

453
65

0,8
0,2

589
401

1.419

mannen
vrouwen

31

0,3
0,1

100
103

241
248

mannen

106
10

0,2
0,1

489
166

1.178
400

32,6
11,1

Totaal vaklieden

2.902
1.263
1.062

2,7

89
114
389

214
275
937

Totaal Werknemers
Totaal Zelfstandigen

2.835
2.392

18,2
28,2

155
85

375

Totaal platteland
Totaal stad

3.451
1.776

38,1
8,3

91
213

219
513

ren en diensten (rij 19-23, kolom 25 – 29)

Totaal mannen

11). De uitgaven betreffen de aankoop van

Totaal vrouwen

4.295
932

32,2
14,2

133
66

321
159

grond- en hulpstoffen (rij 25 – 34, kolom
19 – 23) en de reeds eerder beschreven ver-

Totaal Indonesie

5.227

46,4

113

272

Werknemers

platteland
stad

middelen is echter geen zuivere indicator

vrouwcn

voor de voedingstoestand van de onder-

mannen

scheiden bevolkingsgroepen. Iramers, voedingswaarden en prijzen verschillen per

Zelfstandigen

produkt en per bevolkingsgroep (denk aan
de consumptie van eigen produktie e.d.).

platteland

Employes

Daarom zijn deze bestedingen ook omgerekend in grammen, calorieen en protei’nen
9). De besparingen van gezinnen (rij 35,
kolom 11 — 16) geven enig inzicht in de mogelijkheid tot het kweken van reserves en
het doen van investeringen. De groep van

Werknemers

de landarbeidersgezinnen moest zich in de

Zelfstandigen

stad
platteland

schulden steken om in het levensonderstad

houd te voorzien (rij 35, kolom 11), terwijl

de hoger opgeieide stedelijke gezinnen
door de bank genomen een spaarquota van
ongeveer 0,14 bereikten.

Werknemers

deel van de uitgaven van bedrijven (rij 35

platteland
stad

en 37, kolom 17) en de overheid (rij 25 — 35

en 37, kolom 18) bezien, dan valt het oog
meteen op de relatieve omvang van de inge-

vrouwcn
mannen

223

Vaklieden find, teidinggevendenj

Bedrijfsuitgaven en overheidsuitgaven.
Wanneer we het nog niet eerder besproken

0,2

Zelfstandigen

houden bedrijfswinsten (inclusief afschrij-

platteland
stad

vingen): 43% van de totale winst en de

vrouwen

mannen
vrouwen

vrouwen

966

helft van de totale besparingen. De bestem-

ming hiervan is moeilijk te traceren. Toch
lijkt het dat de determinanten van de besteding van ingehouden winsten tot nu toe on-

voldoende aandacht hebben gekregen bij
de analyse van het groeipotentieel van Indonesie’ en andere landen 10).
Produktiesectoren. De ontvangsten van
produktiesectoren bestaan uit de afzet van
de karakteristieke (binnenlandse) goede-

Totaal handarbeiders

Totaal employes

205

deling van de toegevoegde waarde (rij
1-10, kolom 19 – 23). Het is duidelijk dat

Bron: BiroPusat Statistik, Social Accounting Matrix Indonesia 1975, Jakarta, 1982.

een substantieel gedeelte van bepaalde inen de finale vraag. De goederenuitvoer

verschijnt hier een getal met een negatief

bestaat vooral uit nijverheidsprodukten
(olie). Bij importgoederen (rij 37, kolom
30-34) moeten importtarieven opgeteld
worden (rij 36, kolom 30 – 34), alsmede de

teken.
Het moge duidelijk zijn geworden dat
een SAM op drie belangrijke punten ver-

kosten van binnenlandse verspreiding (rij

tabel:

ningen dienen om het verband te leggen

24, kolom 30-34). Het negatieve teken in

tussen de ontvangsten van de aanbieders en
de uitgaven van de vragers. De waarde van

eel (36, 30) geeft aan dat de import van

a. de onderverdeling van enerzijds de primaire inputs en anderzijds de gezins-

de binnenlandse produkten wordt bepaald

dieerd wordt. De bestemming van de import vindt men in rij 30-34.

termediaire leveringen van buitenlandse
origine is. In het bijzonder geldt dit voor

nijverheidsprodukten die gebruikt worden
in de nijverheid (vergelijk rij 27, kolom 21
met rij 32, kolom 21).
Goederenrekeningen. De goederenreke-

door bij de inkomsten van de producenten

(rij 19-23, kolom 25 – 29), de handels- en
transportmarges (rij 24, kolom 25 – 29) en
de indirecte belastingen (rij 36, kolom
25 – 29) op te tellen. De tarieven van de indirecte belastingen zijn doorgaans laag,
maar de handels- en transportmarges kun-

voedsel (rijst) door de regering gesubsi-

schilt van een conventionele input-output-

consumptie per goed;
b. het tonen van de relatie tussen factor-

beloningen en gezinsuitgaven;

Buitenland. De ontvangsten van het buitenland bestaan uit factordiensten (rij 37,
9) R.A. Downey, Food inequality and poverty

en 30% in het geval van overige landbouw-

kolom 1-10), lopende overdrachten (m.n.
interestbetalingen, rij 37, kolom 11-18)
en de import (rij 37, kolom 30 – 34), terwijl
de uitgaven gevormd worden door factordiensten, overdrachten en export. Het saldo (rij 35, kolom 37) komt overeen met het

produkten). De binnenlandse goederen

tekort op de lopende rekening van de beta-

Derhalve verschijnen in deze submatrix alleen op

zijn bestemd voor intermediaire leveringen

lingsbalans. In geval van een overschot

de hoofddiagonaal niet-nul elementen.

nen aanzienlijk zijn (b.v. 15% bij voedsel

1260

in Indonesia, Jakarta, 1981 (ongepubliceerd).

10) In de SAM voor 1980 wordt getracht om met
behulp van additionele rekeningen voor financiele transacties meer inzicht te bieden in de aanwending van besparingen voor investeringen.
11) Nevenprodukten e.d. zijn verwaarloosd.

c. de registratie van in principe alle trans-

acties in een bepaald jaar.
Het is eigenlijk merkwaardig dat een gedetailleerde weergave van transacties tussen bedrijfstakken reeds lange tijd onder-

werp van studie is, terwijl in dit kader
nooit nagegaan werd welke sociale groepen

nu eigenlijk profiteren van al deze bedrijvigheid en ook niet hoe toegevoegde waarde omgezet wordt in koopkracht.

van de kwaliteit van individuele gegevens,

hetgeen voor het beleid en ook met het oog
op modelbouw van groot belang is.
Tot nog toe worden de rapporten van de
Wereldbank en andere analyses van de In-

ieder jaar een SAM met nieuwe macrototalen, maar met een constante economische structuur, in korte tijd berekend
worden.

Een belangrijke toepassing van de SAM

donesische economie steeds gebaseerd op
de afzonderlijke statistische bronnen. De
waarde van de berekening van inkomensdecielen, Gini-coefficienten e.d. met be-

wordt gevonden in de constructie van algemene-evenwichtsmodellen 17). Hierbij levert de meest recente SAM consistente
startwaarden voor het basisjaar van het

hulp van niet gecontroleerde gegevens over

model, en worden de benodigde tijdreeksen ook aangepast zodat de basisjaarwaar-

twijfel onderhevig. Bij de constructie van
de SAM bleek bij voorbeeld dat bijna een

de overeenkomt met de SAM-waarde. Dergelijke modellen kunnen voor elk jaar een

derde van de gezinshuishoudingen in-

nieuwe SAM opleveren. Zij kunnen dienen

komsten noch uitgaven in verband met

Neventabellen en uitbreidingen

inkomens en bestedingen is evenwel aan

om scenario’s met alternatieve waarden

Zoals al meermalen gesteld werd, is een

eigen-woningbezit opgeeft (waarna deze

voor toekomstige externe invloeden en

SAM alleen niet voldoende voor een over-

overheidsmaatregelen vooraf te toetsen op

zicht van armoede en ongelijkheid. Uiter-

gelijk aan nul gesteld worden) 13). Met behulp van aanvullende gegevens over de

aard zijn gegevens over de bevolkingsom-

grootte en de kwaliteit van de woning is de-

vang per groep nodig om de sociaal-economische omstandigheden van diverse groepen te kunnen vergelijken. Maar daarnaast
zijn in het voor Indonesie ontwikkelde

ze omissie hersteld. Een ander voorbeeld:

nomische groei en de betalingsbalans. De-

vergelijking van het inkomen uit de teelt

ze doelstellingen komen overeen met de

van voedselgewassen zoals dat opgegeven
wordt door respondenten in een steekproefonderzoek en zoals dat berekend kan
worden uit de input-outputtabel en uit statistieken over landbezit, landgebruik, produktiviteit en winstgevendheid bracht een
onderschatting aan het licht die uiteen-

prioriteiten in het Nederlandse ontwikke-

,,Systeem van Sociaal-economische Rekeningen” (SySeR) ook niet-monetaire indicatoren van de mate van armoede en ongelijkheid weergegeven (calorie- en proteineinname, onderwijs, kwaliteit van de behuizing, toegang tot elektriciteit en leidingwater enz.). Tevens wordt een overzicht gegeven van de bezitsverhoudingen (bezit van

loopt van 20% voor kleine boeren tot

330% voor de groep met het meeste land
14). Inconsistenties betreffen helaas niet

land, bezit van duurzame consumptiegoe-

louter verdelingsaspecten. Zo vonden we

deren). Ter illustratie van een uitbreiding
van de SAM geeft label 2 een overzicht van

officiele schattingen van het saldo op de lo-

de werkgelegenheid en de loonvoeten (hier
niet gespecificeerd per bedrijfstak) 12).

Het verschil in beloning per geslacht en per
regio is opmerkelijk evenals het aandeel
van de landbouwers in de totale beroepsbevolking.

hun gevolgen voor de bestrijding van armoede en ongelijkheid alsmede voor eco-

lingsbeleid 18).
Momenteel wordt een dergelijk model
voor Indonesie ontwikkeld, in samenwerking met het Institute of Social Studies en

de Stichting Onderzoek Wereldvoedselvoorziening. De Indonesische overheid is
van plan op deze weg voort te gaan, getuige
de plannen voor een derde SAM en het verzoek tot continuering van de samenwer-

king aangaande het model dat thans in ontwikkeling is. Het is zelfs denkbaar dat uit-

pende rekening van de betalingsbalans die
varieerden van ongeveer plus een miljard
dollar tot min een miljard dollar. Indonesie vormt vast geen uitzondering in dit opzicht. De conclusie dringt zich op dat het

eindelijk een dergelijk model gebruikt kan
worden bij een toetsing van de effectiviteit

gebruik van ongecorrigeerde gegevens over

Willem de Ruijter

van de Nederlandse hulpinspanning.
Steven Kenning

consumptie, inkomens e.d. niet alleen leidt
tot een onjuiste schatting van macro-

Constructie van een SAM en dataverbetering

totalen (zoals bekend), maar ook tot een
vertekening van de bestaande ongelijkheid

Bij het construeren van een SAM en de
neventabellen wordt een groot aantal

SAM is derhalve de kwaliteitsverbetering
van het gegevensbestand. Dit geldt in het

12) De meeste overige indicatoren zijn opgenomen in het proefschrift van Downey (zie voetnoot 4) Zie ook W.A. de Ruijter en S.J. Keuning, Groei en herverdeling in Indonesie geanalyseerd: het Systeem van Sociaal-economische

bronnen gebruikt: volkstelling, budgetonderzoek, arbeidsmarktonderzoek, sociale
statistieken, input-outputtabel, nationale

bijzonder voor ontwikkelingslanden.

Rekeningen, Aspecten, jg. 17, nr. 5, mei/juni

rekeningen, landbouwstatistieken, indu-

Toepassingen van een SAM

en armoede. Een belangrijk bijkomend

voordeel van de samenstelling van een

striestatistieken en dergelijke. Eigenlijk is
alles bruikbaar wat aan twee bescheiden
voorwaarden voldoet: de gegevens moeten

betrekking hebben op een jaar dat in de
buurt ligt van het referentiejaar voor de
SAM en de informatie moet geclassificeerd
kunnen worden volgens de in de SAM gekozen criteria. Uiteraard treden bij het

Aangezien de Social Accounting Matrix
onder meer beschouwd kan worden als een
uitbreiding van de input-outputtabel, zullen de toepassingsmogelijkheden ook overeenkomsten vertonen. Zo kan ook van een

combineren van data uit verschillende statistieken inconsistenties aan het licht. Een

SAM de z.g. Leontief-inverse matrix berekend worden en dus ook de daaraan te ontlenen keynesiaanse multiplier-effecten 15).
Een volgende stap kan bestaan uit een meer

bekend voorbeeld is de systematische onderschatting van de gezinsconsumptie in

elasticiteiten. Dit is gedaan in een ILO-

steekproefonderzoeken.
Ofschoon het maken van enigszins arbitraire vooronderstellingen bij het integre-

realistische inschatting van allerhande

studie, die gebruik maakt van bovenstaan-

de SAM voor Indonesie ten einde de gevol-

ren van sommige gedeelten van de SAM

gen van de introductie van nieuwe technologieen voor de economie als geheel en de

welhaast onvermijdelijk is, kan de bestu-

werkgelegenheid in het bijzonder te trace-

dering van data uit verschillende bronnen
tot conclusies leiden omtrent nun sterke en

ren 16). Uiteraard is de SAM niet meer dan

zwakke kanten en hun relatieve betrouw-

een foto, een momentopname. Een belangrijk nadeel kan zijn dat de benodigde gege-

baarheid. Het spreekt voor zich dat ge-

vens slechts met een zekere vertraging be-

tracht zal worden om de sterke kanten van

schikbaar zijn. Daarnaast is de integratie
van informatie uit verscheidene bronnen
een tijdrovend karwei. Wanneer echter
SAM’s met regelmatige tussenpozen (vijf

iedere statistiek uit te buiten en om het

minder betrouwbare materiaal aan te passen aan de meer geloofwaardige bron.
Dientengevolge leidt deze methode niet alleen tot een consistent overzicht van de
economie, maar ook tot een verbetering
ESB 11-12-1985

jaar) beschikbaar komen, kan vergelijking

van de momentopnamen nuttige informatie opleveren. In de tussentijd kan voor

1984.
13) Hoogstens 5% van de gezinnen in Indonesie
woont in een huurhuis.
14) Zie S.J. Keuning, Farm size, land use and
profitability of food crops in Indonesia, Bulletin
of Indonesian Economic Studies, jg. 20, nr. 1,
1984.

15) Zie o.a. G. Pyatt en J. Round, Accounting
and fixed price multipliers in a social accounting
matrix framework, Economic Journal, jg. 89,
december 1979; J. Defourny en E. Thorbecke,
Structural path analysis and multiplier decom-

position within a social accounting matrix framework, Economic Journal, jg. 94, maart 1984.
16) H.A. Khan en E. Thorbecke, Macro-economic effects and diffusion of alternative technologies within a social accounting matrix framework: the case of Indonesia, ILO, Geneve, te
verschijnen.
17) Zie o.a. Stichting Onderzoek Wereldvoedselvoorziening, BAM: a linkable general equilibrium model for Bangladesh with special emphasis on the agricultural sector, Research Report SOW-83-2, 1983; P. Amranand en W.

Grais, Macro-economic and distributional implications of sectoral policy interventions, an application to Thailand, World Bank Staff working paper, nr. 627, 1984.
18) Voor een groot aantal andere landen zijn
door anderen reeds SAM’s geconstrueerd, aangepast aan de lokale situatie o.a. voor Egypte,
Maleisie, Kenia, Thailand, Bangladesh, Botswana, Ecuador en Sri Lanka.
1261

Auteurs