Ga direct naar de content

Economen en veiligheid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 12 1990

Economen en veiligheid
In ESB van 15 augustus 1990 uit
collega W. Brand bedenkingen tegen
de opzet van de vereniging Economen
voor Vrede. Hij verdenkt de vereniging
van vooropgestelde gevoelens jegens
het militaire apparaat in plaats van een
wetenschappeiijke houding van analyse van de problemen van veiligheid. Dit
laatste echter is juist wat de vereniging,
blijkens artikel 3 van haar statuten, nastreeft. De veiligheid die door Brand
terecht als de centrale doelstelling
wordt genoemd, wordt in artikel 3 duidelijk vermeld. Brand’s toevoeging dat
het niet om vrede, maar om veiligheid
gaat doet wat vreemd aan.
Hij verwijst onder andere naar Adam
Smith, die “het krijgsbedrijf zelfs ‘the noblest of all arts’ (noemde)”. Hierin komt
een misverstand tot uitdrukking, want er
is wel iets veranderd sinds Adam Smith.
Hannes Alven drukt het zo uit: kernwapens zijn geen wapens meer, het zijn
vernietigers (‘annihilators’). Zij vergroten
de veiligheid niet, maar ze treffen de
verdedigers zowel als de aanvallers. In
1945 kon Japan er nog mee worden
gedwongen zich over te geven, maar
sindsdien is nun reikwijdte zo vergroot
dat zij ook de aanvaller zelf treffen.
Heteinddoel van de veiligheidspolitiek
moet een Internationale rechtsorde zijn
met een minimaal gebruik van geweld,
zoals de politic functioneert. Dit is echter

veel gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het centrale probleem dat moet worden
opgelost is dat van de weg erheen.
Door de gewijzigde aard van de wapenen zijn er nu wapenarsenalen waarmee de wereldbevolking (en het milieu)
vele malen kan worden gedood (‘overkill
capacity’). Dat maakt het mogelijk om
met radicale voorstellen te komen tot
halvering van de bewapening, die lang
geleden al werden voorgesteld en nu
onderwerp zijn van serieuze onderhandelingen. Want ook met de helft van ons
arsenaal is het overwegen van een ‘eerste klap’ riskant. Terecht herinnert Brand
zijn lezers aan de oorlogshaard in het
Midden-Oosten waar Irak het nieuwste
voorbeeld is. En dat land heeft dan ‘alleen’ nog maar chemische vernietigers.
Nogmaals terecht wijst Brand op de
belangrijke rol van Gorbatsjov, die het
gezonde verstand poogt te verbreiden.
Terloops vermeldt hij de bewapening
der onderontwikkelde landen. Eveneens terloops mogen wij herinneren
aan de kwalijke rol van wapenfabrikanten in ontwikkelde landen (zelfs staatsbedrijven) die dit aanmoedigen.
Waar zoveel overeenstemming tussen Brand en de vereniging bestaat,
hoop ik dat hij binnenkort als lid zal
toetreden, en aan onze discussies zal
deelnemen.

J. Tinbergen

871

Auteur