Ga direct naar de content

‘Earned Income Tax Credit’ als aanvulling op het arbeidsmarktbeleid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 6 2006

Het toelaten van werknemers uit de nieuwe lidstaten van de
Europese Unie vraagt om aanpak van de problemen aan de
onderkant van de arbeidsmarkt. De EITC kan daarbij een
oplossing bieden.

D

e arbeidsmarkt is gedurende de laatste
jaren veranderd. De economie bevindt
zich in een expansiefase en de werkloosheid is aanzienlijk gedaald. Het aantal
onvervulde vacatures is toegenomen. Dit heeft een
heroriëntatie van het arbeidsmarktbeleid van de
overheid tot gevolg gehad. Van een fiscale stimulering van de vraag naar (lager gekwalificeerde) arbeid
ontwikkelt het beleid zich naar stimulering van het
arbeidsaanbod, vooral met betrekking tot laaggeschoolde uitkeringsgerechtigden en partners. Deze
verschuiving in de aandacht van beleidsmakers beoogt vooral de afhankelijkheid van uitkeringen voor
de betrokkenen te verminderen. Maar tegelijkertijd
worden daarmee de al lang bestaande problemen
aan de onderkant van de arbeidsmarkt weer actueel:
de armoedeval en de relatief hoge replacement ratio
(de verhouding tussen een netto werkloosheidsuitkering en het nettoloon op minimumloonniveau).
Daarnaast heeft ook de uitbreiding van de Europese
Unie gevolgen voor de arbeidsmarkt. De vrees voor
een grote toestroom van werknemers uit de nieuwe
lidstaten heeft de regering doen besluiten een
overgangsregeling in het leven te roepen. De regeling legt werkgevers beperkingen op bij het in dienst
nemen van deze werknemers. Toch zal de uitbreiding
van de Europese Unie grote gevolgen hebben voor de
arbeidsmarkt.
Het is zinvol nu met deze ontwikkelingen rekening
te houden en naar goede oplossingen te zoeken.
Dit artikel richt zich op de mogelijkheden die een
zogenaamde earned income tax credit
daarbij kan bieden.

De Earned Income
Tax Credit (EITC)

Wim van Megesen
Doctoraalstudent eco­
nomie Open Universiteit
Nederland

Een EITC is een belastingsubsidie op
het arbeidsinkomen van werkenden.
Het is een subsidie die beoogt het
werken aantrekkelijker te maken. De
subsidie kan verschillende vormen
aannemen: die van een algemene
subsidie op arbeidsinkomen en die

ontwikkeling

‘Earned Income Tax Credit’
als aanvulling op het
arbeidsmarktbeleid
van een subsidie op alleen lage arbeidsinkomens.
Bij deze laatste vorm kan nog onderscheid gemaakt
worden tussen lage arbeidsinkomens die het gevolg
zijn van een laag uurloon en lage arbeidsinkomens
die het gevolg zijn van een (zeer) klein aantal gewerkte uren per periode.
In de Verenigde Staten bestaat de EITC op basis van
het jaarinkomen al sinds 1975. Er worden daar met
de EITC twee doelen nagestreefd: armoedebestrijding en werkparticipatie. De EITC richt zich op alle
lage arbeidsinkomens en beoogt de arbeidsparticipatie van armen te verbeteren via hun werkmotivatie.
Het is een zeer omvangrijk programma met in 1998
een uitgavenniveau van meer dan 22 miljard dollar
(Rosen, 1999).
In Nederland heeft aan het einde van de vorige eeuw
de invoering van een EITC even in de belangstelling
gestaan. Daarbij richtte de discussie zich uitsluitend
op de doelstelling werkparticipatie en betrof een
EITC op basis van het uurloon. Mogelijk heeft dit
laatste ertoe bijgedragen dat een EITC geen onderdeel van het arbeidsmarktbeleid is geworden: de fiscus beschikt niet over het uurloon en invoering ervan
is daarom zonder nadere maatregelen niet mogelijk.

Mogelijke vormen van de EITC

De EITC kan een drietal vormen aannemen
(Graafland et al., 2001). Allereerst is er de meest
eenvoudige vorm: een vaste EITC voor alle werkenden. Dan is er de tweede vorm waarbij de EITC
alleen voor lage jaarinkomens geldt. Indien het
jaarinkomen meer bedraagt dan een zeker maximum
bestaat geen recht meer op een EITC. Bij de derde
vorm vormt niet het jaarinkomen van de werkende de
basis, maar het uurloon. Indien dit uurloon meer bedraagt dan een zeker maximum bestaat geen recht
meer op een EITC.
De hoogte van de EITC voor alleen
lage jaarinkomens is afhankelijk van
Het is echter
dit jaarinkomen en kent daarbij drie
zeer
van groot belang fasen. Werknemers met eenzich in de
laag jaarinkomen bevinden
de EITC voor de opbouwfase waarin de EITC toeneemt
inkomen; dan volgt een fase
laagstbetaalden met ditde EITC gelijk blijft als het
waarin
duidelijk
jaarinkomen hoger is en ten slotte
volgt een afbouwfase waarin de EITC
zichtbaar te
tot nihil daalt bij het toenemen van het
maken
jaarinkomen. (Rosen, 1999). Indien

ESB

6 oktober 2006

491

het jaarinkomen hoger is dan een zeker maximum bestaat dus
met betrekking tot de fraudegevoeliggeen recht op een EITC. De EITC gebaseerd op het uurloon kent,
Een EITC richt
heid van de opgave.
mutatis mutandis, eenzelfde fasering. Met deze fasering wordt het
Het is bekend dat Nederland een land
zich op het
mogelijk vele varianten van de EITC, gebaseerd op jaarinkomen
is met een groot aantal deeltijdbanen,
dan wel uurloon, te onderscheiden, afhankelijk van de lengte van
verhogen van de ook bij werkenden met een laag uurelke fase en de hoogte van de maximale EITC. Het is daardoor
de laatarbeidsmotivatie loon. Daarnaast heeft zich in ontwikkemogelijk beide EITC’s verfijnd af te stemmen op de doelstelling en
ste decennia een belangrijke
de beschikbare middelen.
van de werkende ling voorgedaan op het gebied van de
Vergelijken we de drie vormen voor een EITC, dan kan geconcluarbeidsovereenkomsten. Voor steeds
en daarmee op
deerd worden dat de eerste, een vaste EITC voor alle werkenden,
meer mensen gelden ‘van het normale
het minst specifiek is. Grote groepen werkenden die niet tot de
het terugdringen patroon’ afwijkende arbeidsvoorwaarvoor het arbeidsmarktbeleid relevante doelgroep van laaggeschoolden. Er zijn mensen die werken in
van de
den en partners behoren, zullen van deze vorm profiteren. De
ploegendienst en dus een ploegentweede vorm, de EITC die alleen voor lage jaarinkomens geldt, is
werkloosheid
diensttoeslag hebben dan wel een
veel meer gericht op de doelgroep. Er zijn echter ook hier werkenonregelmatigheidstoeslag. Bovendien
den die wel zullen profiteren van de EITC terwijl ze niet binnen de doelgroep valwisselt het uurloon van mensen in ploegendienst
len: werknemers met een deeltijdbaan die wel een relatief hoog uurloon hebben
met het tijdstip waarop gewerkt wordt. Er zijn
maar toch een relatief laag jaarinkomen als gevolg van een klein aantal gewerkte
mensen met een normale arbeidsovereenkomst die
uren. De derde vorm, de EITC met als basis het uurloon van de werknemer, is
oproepbaar zijn en een standby-vergoeding ontvanhet meest gericht op de doelgroep.
gen, ook als zij ‘s avonds of ‘s nachts niet naar het
werk komen. Als zij opgeroepen worden, ontvangen
Simulatieresultaten en uitvoeringsaspecten
ze het uurloon dat geldt voor dat tijdstip (meestal ‘s
Het CPB heeft de effecten van de verschillende EITC-vormen doorgerekend
nachts of in het weekend). Er zijn oproepkrachten,
(Graafland et al., 2001). Daaruit is gebleken dat een vaste EITC voor alle werer bestaan nuluren contracten, er zijn thuiswerkkenden het minst effectief is. De beide andere vormen zijn beduidend effectiecontracten en werken in deeltijd is heel gewoon
ver. Het meest effectief van deze twee is een EITC, gebaseerd op het uurloon
geworden. Er wordt door mensen met dergelijke
van werknemers: de invloed op de replacement ratio is gunstiger en ook treedt
arbeidsovereenkomsten of met een deeltijdbaan reer een grotere daling op van het aandeel van de langdurige werkloosheid in de
latief vaak overgewerkt, waarbij de compensatie kan
totale werkloosheid. Daarom spreken Graafland et al. een voorkeur uit voor de
plaatsvinden in geld dan wel in vrije tijd. Ook zijn
derde vorm, een EITC gebaseerd op het uurloon (Graafland et al., 2001). Wel
er mensen met meer dan één baan. In dat geval is
worden daar enkele kanttekeningen bij gemaakt. In dit verband is de meest beer geen werkgever die ‘het uurloon’ kan vaststellen.
langrijke daarvan dat, indien het uurloon door de werknemer aan de fiscus moet
Kortom, er bestaat een veelheid van regelingen en
worden opgegeven, een fraudegevoelige weg wordt ingeslagen. Inschakeling van
situaties en het vaststellen van ‘het uurloon’ is dan
de werkgever zou dit kunnen voorkomen.
ook iets dat voor al deze gevallen in de praktijk noch
Het is zinvol om wat dieper in te gaan op de uitvoeringsaspecten van een EITC.
door de werkende, noch door de werkgever wordt
Vergelijken we de drie vormen voor een EITC dan kan geconcludeerd worden
gedaan. Er zou dan ook een aanzienlijke hoeveelheid
dat de eerste, een vaste EITC voor alle werkenden, de meest simpele is. De
regelgeving moeten worden ontwikkeld om te kunfiscus kan eenvoudig vaststellen wie ervoor in aanmerking komen. Maar door het
nen komen tot het vaststellen van ‘het uurloon’. Een
weinig specifieke karakter komen de beschikbare gelden voor een deel terecht
zekere willekeur zou daarbij onvermijdelijk zijn.
bij werknemers die niet binnen de doelgroep vallen. Daardoor zal de hoogte van
Maar de overheid en in het bijzonder de belastingde EITC bij eenzelfde beschikbaar budget beperkt zijn. Dat blijkt ook uit de door
dienst heeft toezeggingen aan het bedrijfsleven geGraafland et al. gepubliceerde resultaten: bij een budget van 0,25 procent van
daan om de lasten van regelgeving voor de werkgever
het bnp bedraagt een vaste EITC 140 euro en een EITC voor alleen lage jaaraanzienlijk te verminderen. Zo is ondermeer in 1999
inkomens maximaal 340 euro (Graafland et al., 2001). Dat is een aanzienlijk
de beschikking vermindering loonbelasting/premie
verschil.
volksverzekeringen afgeschaft en betaalt de belasBij deze laatste vorm, de EITC die alleen voor lage jaarinkomens geldt, kan de
tingdienst de voorlopige teruggaaf uit. Het introducefiscus eveneens eenvoudig vaststellen wie ervoor in aanmerking komen. Er zijn
ren van een nieuwe hoeveelheid regelgeving voor de
echter ook hier werkenden die wel zullen profiteren van de EITC terwijl ze niet
werkgever ten behoeve van de belastingdienst moet
binnen de doelgroep vallen: bijvoorbeeld hoogopgeleide partners met een deeldan ook noch als wenselijk noch als haalbaar worden
tijdbaan die wel een relatief hoog uurloon hebben, maar als gevolg van een klein
aangemerkt.
aantal uren toch een relatief laag jaarinkomen.
Een ander praktisch probleem is de fraudegevoeligBij de derde vorm, de EITC met als basis het uurloon van de werknemer, is het
heid van de opgave. Zij zou moeten worden vastgevoor de fiscus niet zondermeer mogelijk vast te stellen wie ervoor in aanmerking
steld door de werkgever en ook aan de werknemer
komen. Het zal dan nodig zijn dat de fiscus de beschikking krijgt over het uurmoeten worden verstrekt. Onherroepelijk leidt dat
loon van de werknemer. Een opgave ervan kan door de betrokkene zelf worden
tot discussie en de definitieve vaststelling wordt dan
verzorgd dan wel door de werkgever.
gedaan binnen het overleg van een belanghebbende
(de werknemer) en een neutrale betrokkene (de
Praktische problemen met de EITC gebaseerd op een uurloon
werkgever). Dat kan niet anders dan een neerwaarts
Het feit dat een opgave van het uurloon van de werkende aan de fiscus moet
effect hebben op het op te geven uurloon.
worden verstrekt, kan aangemerkt worden als een wezenlijk nadeel. Er doet zich
Maar ook vanuit een andere invalshoek is dit een
namelijk een aantal grote problemen voor rond de vaststelling van het uurloon en
slecht idee. Zou de EITC via de werkgever bij de

492

ESB

6 oktober 2006

werknemer terechtkomen, dan wordt
Conclusie
Uit de
deze vermeld op het loonstrookje. Dat
De EITC is een belastingsubsidie op het arbeidsinkomen van
is een complex (en voor velen daaronderzoeksresul- werkenden. Er bestaan verschillende vormen voor een EITC: een
door slecht te begrijpen) document
vaste EITC voor alle werkenden; een EITC die alleen voor lage
taten blijkt
waarvoor de laagstbetaalden dan ook
jaarinkomens geldt, waarbij naarmate het jaarinkomen hoger is,
vrijwel geen belangstelling hebben,
de EITC lager is en waarbij boven een maximum jaarinkomen geen
dat een EITC
waardoor de EITC naar de achtergrond
recht meer op een EITC bestaat en de vorm waarin niet het jaarineen effectief
zou verdwijnen. Immers, de uitbetaling
komen de basis vormt, maar het uurloon van de werkende. Indien
van de EITC in maandelijkse termijnen
dit uurloon meer bedraagt dan een zeker maximum bestaat geen
instrument kan
betekent een verhoging van het netto
recht meer op een EITC.
zijn. Het meest
maandinkomen met slechts enkele
Een EITC richt zich op het verhogen van de arbeids­motivatie van
tientallen euro’s. Het is echter van
de werkende en daarmee op het terugdringen van de werklooseffectief is de
groot belang de EITC voor de laagstbeheid, vooral onder ongeschoolden, laaggeschoolden en partners.
vorm, gebaseerd Het CPB heeft de effecten van verschillende vormen van een
taalden duidelijk zichtbaar te maken.
Het doel is immers de werkmotivatie
EITC onderzocht. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat een EITC
op het uurloon
te verhogen. Het verdient daarom de
een effectief instrument kan zijn. Het meest effectief is de vorm,
van de werkende gebaseerd op het uurloon van de werkende.
voorkeur dat de EITC door de belastingdienst rechtstreeks aan de rechtDit uurloon is echter in een groot aantal gevallen niet bekend en
hebbende wordt uitbetaald, bij voorbeeld in slechts
de belastingdienst beschikt er nooit over. De werknemer of de werkgever zou het
één of twee termijnen. Alleen dan wordt het door
uurloon daarom aan de belastingdienst moeten opgeven, een aspect waaraan zohen ervaren als een extra stuk inkomen en mag er
danig grote bezwaren kleven dat een EITC op basis van het uurloon moet worden
de gewenste verhoging van de arbeidsmotivatie van
afgewezen. Daarmee komt alleen de EITC, gebaseerd op het jaarinkomen, voor
worden verwacht.
invoering in aanmerking. Het per 1 januari 2007 tot de Nederlandse arbeidsmarkt toelaten van werknemers uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie is
Beleidsaanbeveling
een goede reden om die invoering nu ter hand te nemen.
De economie bevindt zich op dit moment in een
expansiefase. De werkloosheid is gedaald van zeven
procent een jaar geleden tot minder dan zes procent
nu. Het aantal vacatures is in sommige sectoren al
groot. Daarnaast heeft het kabinet besloten om per
1 januari 2007 werknemers uit de nieuwe lidstaten
van de Europese Unie onder voorwaarden toe te
laten tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Er geldt dit
jaar een overgangsregeling maar sinds medio september is deze regeling voor zestien nieuwe sectoren
verruimd, naast de vijf sectoren waarvoor dat al eerder was gebeurd. Werknemers uit de nieuwe lidstaten kunnen nu in eenentwintig sectoren worden aangenomen zonder dat werkgevers eerst Nederlandse
werknemers moeten zoeken. Verwacht mag worden
dat als gevolg van deze ontwikkeling nog meer arbeidskrachten uit vooral de nieuwe lidstaten van de
Europese Unie naar Nederland komen.
Het verdient daarom aanbeveling de EITC, gebaseerd op het jaarinkomen uit arbeid, nu in te voeren.
Daarmee wordt bereikt dat werken voor de laagopgeleide werknemer financieel aantrekkelijker wordt.
Hij wordt daardoor gestimuleerd er harder aan te
trekken om (weer) aan de slag te komen. En dat
zou goed zijn: voor de mensen zelf, voor het verder
omlaag brengen van de uitkeringskosten, voor de
Nederlandse economie als geheel.

Literatuur
Graafland, J.J., R.A. de Mooij, A.G.H. Nibbeling &
A. Nieuwenhuis (2001) MIMICing Tax Policies and The Labour
Market. Amsterdam: Elsevier Science.
Rosen, H. S. (1999) Public Finance. Fifth edition. Singapore:
McGraw-Hill International Editions.

ESB

6 oktober 2006

493

Auteur