Diensten, diensten, diensten
Aute ur(s ):
Jasper Jorritsma (auteur)
Jasper.Jorritsma@economie.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4457, pagina 145, 8 april 2005 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
De discussie over de Europese dienstenrichtlijn gaat vooral over de sociale gevolgen ervan. De eerste ontwerptekst zal aangepast
worden omdat de Europese Raad zich zorgen maakt om behoud van het Europese sociale model. 1 Ondanks eerder protest van de
vakbonden, heeft de Sociaal-Economische Raad een positief ontwerpadvies uitgebracht (SER, 2005). De SER wijst hierin op de groeiimpuls die de dienstenrichtlijn kan geven aan de Nederlandse en Europese economie.
De dienstenrichtlijn is gebaseerd op het oorsprongslandbeginsel. Een dienstverlener zou volgens dit beginsel niet langer onderworpen
zijn aan de regels van het land waar hij werkzaam is, maar aan de regels van het land waar hij gevestigd is. Dit zou een bedreiging zijn
voor het Europese sociale model. Voor een groot deel van de diensten moeten de werkzaamheden worden uitgevoerd in het land waar de
diensten worden geleverd. Diensten zijn immers moeilijker verhandelbaar dan goederen. Dit geldt voor de grootste sectoren die binnen
het bereik van de dienstenrichtlijn liggen: de groothandel, de bouwnijverheid en de detailhandel.
Voor niet-verhandelbare diensten is mobiliteit van werknemers vereist. De mobiliteit van Europese werknemers is beperkt, maar de
dienstenrichtlijn zou daar verandering in kunnen brengen. De vrees is dat werknemers in eigen land moeten gaan concurreren met
werknemers met buitenlandse salarissen. Deze vrees is ongegrond, omdat arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden zijn
uitgezonderd van het oorsprongslandbeginsel. Een Pool mag in Nederland niet aan de slag gaan voor een Pools salaris. Daarbij dient te
worden bedacht dat loonverschillen tussen landen een afspiegeling zijn van verschillen in arbeidsproductiviteit. Alleen werknemers die
in een ander land minimaal dezelfde marginale productiviteit kunnen halen als de minst productieve lokale werknemers, zullen er
gedetacheerd kunnen worden.
Het gevaar van verdringing van lokale arbeid door werknemers uit een lidstaat met slechtere arbeidsvoorwaarden is daarmee beperkt.
Wat resteert, is het probleem van sociale verzekeringen. Gedetacheerden blijven sociaal verzekerd en belastingplichtig in het land waar
het bedrijf waar ze voor werken is gevestigd. De premies voor sociale verzekeringen zijn niet uitgezonderd van het
oorsprongslandbeginsel. Werknemers uit landen met een laag niveau van sociale verzekeringen hebben zo een concurrentievoordeel in
landen met een hoog niveau van sociale verzekeringen.
De verschillen in arbeidsproductiviteit tussen landen zijn bepalend voor de mate van concurrentie tussen sociale stelsels. Een laag
niveau van sociale verzekeringen in het land van oorsprong kan een verschil in arbeidsproductiviteit compenseren, doordat het een lager
bruto-loon mogelijk maakt. Grote verschillen in arbeidsproductiviteit zorgen ervoor dat er weinig druk staat op de verschillen in de kosten
van sociale verzekeringen. Concurrentie tussen sociale stelsels verhevigt als verschillen in de niveaus van arbeidsproductiviteit kleiner
worden.
Een van de impliciete doelen van de dienstenrichtlijn is het verkleinen van dergelijke verschillen in arbeidsproductiviteit tussen
dienstverleners. Efficinte bedrijven zullen hun diensten elders in Europa kunnen aanbieden en daarmee zullen best practices zich
verspreiden. De dienstenrichtlijn zorgt niet alleen voor sociale concurrentie tussen landen, maar ook voor echte concurrentie tussen
bedrijven. Liberalisering en deregulering van een aantal dienstenmarkten zal waarschijnlijk leiden tot meer concurrentie. Concurrentie
vermindert monopoliewinsten en versterkt toe- en uittreding.
Voor Nederland zullen de effecten op korte termijn positief zijn. Als de kosten van verschillen in regelgeving worden weggenomen, zullen
handels- en investeringsstromen groeien. In enkele sectoren zullen banen verloren gaan, maar per saldo zal de dienstenrichtlijn 24.000
banen scheppen (Kox & Lejour, 2005). Deze analyse kijkt echter niet naar de dienstenrichtlijn vanuit het perspectief van
markthervorming. Met de verlaging van handelskosten zorgt de dienstenrichtlijn ook voor extra concurrentie. Deregulering van diensten
brengt snellere productiviteitsgroei in de dienstensector en de rest van de economie, doordat de dienstensector input levert voor andere
sectoren (Faini et al., 2004). Op sectoraal niveau betekent een productiviteitsstijging door deregulering dat dezelfde hoeveelheid
goederen en diensten wordt voortgebracht door een geringere groep werknemers. Op langere termijn zorgen de lagere prijzen voor een
hogere vraag en daarmee voor een toename van de vraag. Dat kan de werkgelegenheid vervolgens weer doen stijgen, op een hoger
niveau van arbeidsproductiviteit.
Als de dienstenrichtlijn zorgt voor een voldoende mate van convergentie van niveaus van arbeidsproductiviteit tussen Europese landen,
zullen gedetacheerde werknemers druk zetten op de Europese stelsels van sociale verzekeringen. Daar staat echter het belangrijke
voordeel van toegenomen concurrentie tussen dienstverlenende bedrijven tegenover. Het is voor werknemers in de bouwsector
vervelend te moeten concurreren met werknemers die minder sociale premies betalen. Het voordeel is dat de werkzaamheden van een
bouwbedrijf dat gevestigd is in een andere lidstaat niet langer beperkt zullen worden. Voor de bouwbedrijven zal concurrentie een
heilzame werking hebben. Een zorgvuldige implementatie is nodig om te zorgen dat bedrijven niet alleen concurreren op sociale
verzekeringen, maar vooral op de productiviteit van hun werknemers.
Jasper Jorritsma
Jasper.Jorritsma@economie.nl
Literatuur
Faini, R., J. Haskel, G. Barba Navaretti, C. Scarpa & C. Wey (2004) Contrasting Europe’s decline: do product market reforms help? Juni,
www.frdb.org.
Kox, H. & A. Lejour (2005) De Nederlandse dienstensectoren en de intra-Europese dienstenmarkt: Mogelijke directe effecten van de
2004 Europese Dienstenrichtlijn. CPB Memorandum 111, 10 maart, www.cpb.nl.
SER (2005) Ontwerpadvies over de Dienstenrichtlijn. ISEA/1599, 1 april, http://www.ser.nl/_upload/databank_adviezen/b23611.pdf.
1 Zie www.eu2005.lu/en/actualites/communiques/2005/03/22
Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)