Ga direct naar de content

De Randstad als vestigingsplaats voor internationaal georienteerde bedrijvigheid

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 2 1987

De Randstad als vestigingsplaats
voor internationaal
georienteerde bedrijvigheid
De ligging van Nederland op het knooppunt van de belangrijkste verkeers- en
vervoersstromen in Europa is door de eeuwen heen de kurk waarop de Nederlandse
economic drijft. De recente ontwikkelingen in produktietechnologie en
consumentenvoorkeuren hebben twijfel gezaaid ten aanzien van de aantrekkelijkheid van
Nederland en in het bijzonder de Randstad als vestigingsplaats voor het internationaal
georienteerde bedrijfsleven. In dit artikel wordt een brede vergelijking van de
vestigingsmilieus van enkele concurrerende stedelijke gebieden in West-Europa
gepresenteerd. Uit deze vergelijking blijkt de relatieve aantrekkelijkheid van de Randstad
voor drie verschillende soorten bedrijvigheid: hoofdkantoren/zakelijke dienstverlening,
hi-tech industrie en O&O-activiteiten en distribute. De positie van de Randstad is lang niet
slecht, maar om dat zo te houden is een voortdurende inspanning vereist om het
vestigingsmilieu op vele punten te verbeteren.

DRS. IJ. BOECKHOUT – DRS. B.M. VERHOEFF DR. A.C.P. VERSTER*
In de wereldeconomie voltrekken zich thans ingrijpende
veranderingen. Deze veranderingen zijn het gevolg van
verschillende ontwikkelingen, die zich gelijktijdig voordoen en die elkaar wederzijds sterk be’i’nvloeden. In het bijzonder gaat het daarbij om de toenemende kapitaalsintensivering van het voortbrengingsproces, de steeds snellere
ontwikkeling en verspreiding van nieuwe technologieen
en daarvan afgeleide produkten, en de snelle wijzigingen
in individualistischer wordende consumentenpreferenties. Deze ontwikkelingen vergen steeds grotere investeringen in produktiemiddelen en arbeidskracht voor onderzoek, ontwikkeling en marketing, hetgeen leidt tot het specialiseren op kernactiviteiten, tot meer inschakeling van
andere bedrijven voor toeleveranties en dienstverlening,
en tot een meer intensieve samenwerking van concurrerende bedrijven op deelterreinen. De hoge kosten hebben
voorts tot gevolg dat bedrijven niet meer kunnen volstaan
met het bedienen van geografische deelmarkten, maar in
toenemende mate gedwongen worden hun produkten direct op grote schaal op de wereldmarkt aan te bieden. Om
snel te kunnen inspelen op veranderende marktomstandigheden is aanwezigheid in elk van de economische
grootmachten Japan, de VS en West-Europa daarbij veelal een vereiste.
Van verschillende zijden zijn twijfels geuit of WestEuropa met zijn sterk verbrokkelde interne markt en achterblijvende (efficientie van) onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen wel beschikt over voldoende mogelijkheden om een gelijkwaardige positie ten opzichte van beide andere economische grootmachten te kunnen behouden. De onderkenning van deze bedreiging heeft ertoe geleid dat thans op nationaal en supranationaal niveau forse
inspanningen worden gedaan om te verhinderen dat
West-Europa in economisch opzicht zal afzakken tot een
1138

tweederangsnatie. Gelet op de aanwezigheid van tal van
technologisch geavanceerde bedrijven en een omvangrijke, zeer koopkrachtige vraag mag worden verwacht dat
West-Europa ook in de nabije toekomst een economisch
zwaartepunt zal blijven.
Binnen het Westeuropese kerngebied is Nederland relatief centraal gelegen. Mede gezien deze gunstige ligging
hebben zich de afgelopen decennia tal van internationaal
georienteerde bedrijven in ons land gevestigd en ontwikkeld. Dit is vooral het geval in de Randstad, die fungeert als
een belangrijke uitvalsbasis c.q. toegangspoort voor dit
soort bedrijvigheid. De vraag is of deze positie zal kunnen
worden gehandhaafd dan wel versterkt. Vastgesteld kan
namelijk worden dat door wijzigingen in marktvraag en
marktomstandigheden bepaalde typen bedrijvigheid zich
gunstiger ontwikkelen dan andere, en ook andere vestigingsplaatsomstandigheden vereisen. Als gevolg hiervan
tekent zich binnen West-Europa een relatieve verschuiving af van economische zwaartepunten in zuidelijke richting. De recente uitbreiding van de Europese Gemeenschap en de (voorgenomen) aanleg van verschillende
grootschalige infrastructurele voorzieningen (Kanaaltunnel, TGV e.d.) kunnen deze tendens versterken.
Tegen deze achtergrond zal in dit artikel worden nagegaan wat de aantrekkelijkheid is van het vestigingsmilieu

* Alien verbonden aan de afdeling Sectoren en Ruimtelijke Patronen
van de Stichting Het Nederlands Economisch Instituut (NEI) te Rotterdam. Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek Plaats en functie van
de Randstad in de Nederlandse economie, dat recent in opdracht van
de Rijks Planologische Dienst (RPD) is verricht en waaraan ook P.J.
van Nes en drs. F.W. Winterwerp hebben meegewerkt.

in de Randstad ten opzichte van zes andere stedelijke regio’s in West-Europa voor internationaal opererende typen bedrijvigheid. Doel hiervan is inzicht te verkrijgen in de
sterke en zwakke punten van de Randstad in internationaal perspectief. Inzicht hierin kan aangrijpingspunten
bieden voor het voeren van een overheidsbeleid dat zich
richt op het creeren van zo gunstig mogelijke vestigingsplaatsvoorwaarden voor Internationale bedrijvigheid.

Vestigingsplaatsfactoren
De internationalisering van het bedrijfsleven doet zich
op nagenoeg alle fronten voor. Behalve grote ondernemingen, die zich reeds lang op Internationale markten manifesteren, zetten ook steeds meer middelgrote en kleine bedrijven stappen op de wereldmarkt. Daarbij gaat het niet
alleen meer om industriele ondernemihgen, ook in het
transportwezen en de commerciele dienstverlening
schrijdt de internationalisering voort.
Zoals onder meer door Hakanson 1) is aangegeven,
vloeit deze internationalisering voort uit de groeistrategie
van ondernemingen. Voor industriele ondernemingen begint dit in het algemeen met de inschakeling van buitenlandse agenten voor de verkoop, marketing en after sales
service; vervolgens gaan ondernemingen bij een succesvolle produktintroductie veelal over tot de oprichting van
eigen verkoopvestigingen en distributiecentra. Afhankelijk
van de schaal waarop geopereerd wordt en specifieke
marktomstandigheden worden in het buitenland ook produktievestigingen opgericht en/of overgenomen, en wordt
overgegaan tot het opzetten van een regionaal hoofdkantoor en het vestigen van gespecialiseerde onderzoeks- en
ontwikkelingsafdelingen. Ondernemingen die aan andere
ondernemingen diensten verlenen op commerciele basis,
gaan, in tegenstelling tot industriele ondernemingen, nagenoeg steeds over tot het direct opzetten van eigen vestigingen in het buitenland. Deze worden vervolgens geleidelijk uitgebouwd tot zelfstandig opererende eenheden en
kunnen dank zij ontwikkelingen op het gebied van telecommunicatie steeds grotere marktgebieden bestrijken.
Tegen de achtergrond van de versnelling in technologische ontwikkeling en de daarmee samenhangende internationalisering van het bedrijfsleven, zijn het thans vooral
activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling
(O&O), de voortbrenging en distributie van (technologisch)
hoogwaardige produkten, hoofd- of divisiekantoren van Internationale ondernemingen, en internationaal opererende zakelijke dienstverlening, die van meer dan gemiddeld
belang zijn voor economische vernieuwing en groei. Elk
van deze activiteiten stelt specifieke vestigingsplaatseisen. Behalve meer algemene factoren als politieke stabiliteit, arbeidsrust enz. speelt bij de vestigingsplaatskeuze
de beschikbaarheid van voldoende hooggekwalificeerde
en goed gemotiveerde arbeidskrachten een steeds belangrijker rol. Ook het belang van de nabijheid en toegankelijkheid van het marktgebied neemt toe. Dit laatste stelt hoge eisen aan de ‘Internationale bereikbaarheid over de
weg, over water, per spoor, door de lucht en via telecommunicate.
Vooral beide laatstgenoemde typen infrastructuur worden steeds belangrijker vanwege de noodzaak tot steeds
snelleretoelevering van goederen en informatie binnen en
tussen internationaal werkzame ondernemingen. Ondanks de toegenomen technologische mogelijkheden tot
interactie op afstand, leidt de behoefte aan frequent en intensief overleg voor hoofdkantoren en zakelijke diensten
evenwel tot een sterke clustering in grootstedelijke agglomeraties 2).
Het relatieve belang van elk van de hiervoor genoemde
Vestigingsplaatsfactoren en het ruimtelijk schaalniveau
waarop de onderneming werkzaam is, loopt per type activiteit uiteen; voorts oefenen, zoals hierna nader wordt uitgewerkt, nog andere factoren invloed uit op locatiebeslissingen van internationaal opererende ondernemingen.

ESB 2-12-1987

Een vergelijking van vestigingsmilieus
Van de vermelde typen bedrijvigheid die voor economische vernieuwing en groei van meer dan gemiddeld belang zijn, is op basis van literatuur en gesprekken met deskundigen een lijst opgesteld met de vestigingseisen en het
relatieve belang van elk van deze eisen per type bedrijvigheid 3). Op dezelfde wijze is vervolgens per vestigingseis
informatie verzameld over de positie van de Randstad ten
opzichte van zes concurrerende stedelijke gebieden in
West-Europa: Londen, Parijs, Hamburg, Frankfurt, Munchen en Brussel/Antwerpen. Daarbij heeft het accent gelegen op de op een of andere wijze te kwantificeren, min of
meer objectieve Vestigingsplaatsfactoren. Slechts in beperkte mate is rekening gehouden met subjectieve factoren, die meestal zeer specifiek en vaak nauwelijks kwantificeerbaar zijn.
Samenvoeging van beide soorten informatie per type
bedrijvigheid levert een matrix op met scores van de regio’s op de relevante vestigingseisen. Met behulp van een
bij het NEI ontwikkelde multi-criteriamethode is deze matrix van scores vervolgens herleid tot een rangschikking
van regio’s van kansrijk tot minder kansrijk bij het aantrekken en tot verdere ontwikkeling laten komen van internationaal opererende bedrijven.
In het navolgende wordt op deze uitkomsten ingegaan.
Gelet op de nauwe samenhang die bestaat tussen hoofdkantoren en internationaal georienteerde zakelijke
diensten enerzijds en anderzijds high-tech-produktie en
O&O-activiteiten, vindt de behandeling ervan gecombineerd plaats.
Hoofdkantoren en zakelijke dienstverlening
Hoofdkantoren van ondernemingen en zakelijke
diensten, die beide op een internationale markt opereren,
vertonen sterke overeenkomsten in de vestigingsplaatskeuze. Essentiele vestigingseisen voor hoofdkantoren en
zakelijke dienstverlening vloeien voort uit werkzaamheden die voornamelijk te maken hebben met het verzamelen, ver-en bewerken en uitwisselen van informatie. Daarom wordt gekozen voor een vestigingsplaats met een goede fysieke en telecommunicatieve infrastructuur en in de
nabijheid van andere hoofdkantoren, gespecialiseerde zakelijke diensten en overheidsinstellingen. Dit betekent
voorkeur voor vestiging in een stedelijke agglomeratie met
een internationale naamsbekendheid en met alle daarbij
behorende verkeersinfrastructurele en andere voorzieningen (zoals bij voorbeeld Schiphol bij Amsterdam).
Ook de arbeidsmarktsituatie voor geschoold personeel
is van groot belang voor de vestigingsplaatskeuze van
hoofdkantoren en zakelijke diensten. In feite strekt deze
eis zich veel verder uit dan de arbeidsmarkt alleen; een
aantrekkelijke woonomgeving en passende sociaal-culturele en educatieve omgevingsfactoren zijn evenzeer van
belang. Kortom, hoofdkantoren van grote (internationale)
ondernemingen en internationaal werkende dienstverlenende ondernemingen vragen een ‘sophisticated’ omgeving met een internationale allure. Bij de uiteindelijke keuze voor een locatie en een accommodatie zijn ook statusoverwegingen van belang (representativiteit).
Vergelijken we op basis van deze punten de aantrekkelijkheid van de Randstad met die van een aantal andere
Westeuropese agglomeraties, dan blijkt dat de Randstad
als vestigingsplaats voor hoofdkantoren en zakelijke
diensten een middenpositie inneemt (zie de tabellen 1 en
2). Dit is in belangrijke mate een bevestiging van de huidige situatie. Londen en Parijs nemen een toppositie in, het1)L. Hakanson, Towards atheory of location and corporate growth, in:

F.E.I. Hamilton en G.J.R. Lingered.), Spatial analysis, industry and
the industrial environment, volume 1: Industrial systems, John Wiley,
Londen, 1979.
2) Zie b.v. NEI, Telecommunication and the location of producer services in the Netherlands, Rotterdam, 1986.

3) Voor een overzicht van geraadpleegde studies, zie NEI, Plaats en
functie van de Randstad in de Nederlandse economie, april 1987.

1139

Tabel 1. Vestigingsplaatseisen voor hoofdkantoren en scores van regio’s
Vestigingsplaatsfactor

Wetgeving/overheid
– fiscale regelgeving
– overige regelgeving
– acquisitiebeleid
– politieke stabiliteit
Infrastructuur en bereikbaarheid
– nabijheid internationaal vliegveld
– kwaliteit van net vliegveld
– goed bereikbaar per auto
– voldoende parkeermogelijkheden
– beschikbaarheid nieuwe telecommumcatiefaciliteiten
– kwaliteit telecommunicate
– tarieven telecommunicate

Belang
vestigingsplaatsfactor a)

Rangorde van regio’s
Randstad

1
1

Londen

4

2
5
2

1
1
1

3

4

1
2
3
3
1
3
3

Parijs

Hamburg

Brussel/
Antwerpen

Frankfurt

Munchen

3
6
3

4/5/6

4/5/6

2/3/4
4-7
1/2/3

2/3/4

6

7
7
4-7
5

1/2/3

4/5/6
2/3/4
4-7
1/2/3

1-7
1
1-7
1-7

1-7
4
1-7
1-7

1-7
3
1-7
1-7

1-7
6
1-7
1-7

1-7
2
1-7
1-7

1-7
7
1-7
1-7

1-7
5

1-7
7

1-7
1
1

1-7
2
4

1-7
3-6
5/6/7

1-7
3-6
5/6/7

1-7

3-6

1-7
3-6

3

5/6/7

2

2
1
2/3

1
2
2/3

5/6
7
5/6/7

7
3
5/6/7

5/6
6

5/6/7

3
4
1

4-7

7

1-7
1-7

Agglomeratievoordelen
– aanwezigheid andere hoofdkantoren
– aanwezigheid hoogwaardige dienstverlening
– nabijheid politiek business centre

2

4
5
4

Arbeidsmarkt
– voldoende hooggeschoold personeel

2

4

7

6

1/2/3

1/2/3

1/2/3

5

2

3/4

1/2

1/2

5/6/7

5/6/7

5/6/7

3/4

2

3

1

2

5/6/7

5/6/7

5/6/7

4

2

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

2

5

1/2

1/2

6/7

6/7

3/4

3/4

4

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

4
5
5

5
1-7
7

5

2

1/2
1-7
1
3

1/2
1-7
5/6
7

6/7
1-7
2/3/4
4/5/6

6/7
1-7
2/3/4
4/5/6

4
1-7
2/3/4
4/5/6

3
1-7
5/6
1

3/4

1

2

7

5/6

5/6

3/4

Kwaliteit omgeving
– aanwezigheid sociale en culturele voorzieningen
van hoog niveau
– aanwezigheid educatieve voorzieningen
van hoog niveau
– aanwezigheid hotelaccommodatie van
Internationale allure
– aantrekkelijke woonomgeving voor het
hooggeschoolde personeel
Kwaliteit accommodate
– beschikbaarheid terrain op eersteklas locaties
– beschikbaarheid representatieve kantoorruimte
op eersteklas locaties
– nabijheid lunchpauzevoorzieningen
– prijsniveau grond
– prijsniveau kantoorruimte
Totaaloordeel

1
1

a) 1 – hoog; 5 = laag.

geen voornamelijk wordt bepaald door de aanwezigheid
van andere hoofdkantoren, hoogwaardige dienstverlening
en nationale en Internationale (politieke) organisaties, alsmede door de internationale allure van deze steden, die tot
uitdrukking komt in de factoren genoemd bij de kwaliteit
van de (woon- en werk-) omgeving.
Het fiscale klimaat in Nederland is in het algemeen relatief gunstig: gebleken is dat Nederland en daarmee de
Randstad veruit de gunstigste voorwaarden kent voor
holding-kantoren. De fiscale wetgeving in Nederland laat
toe dat in andere landen gemaakte verliezen en winsten
worden verrekend. Verder kent Nederland vrijstellingen
van dividendbelasting en gunstige belastingverdragen
met een groot aantal landen, terwijl de opstelling van de
belastingdienst als cooperatief en flexibel wordt ervaren.
Daar staat tegenover dat de inkomstenbelasting relatief
ongunstig is, ondanks bepaalde vrijstellingen die gelden
voor tijdelijk in Nederland verblijvende arbeidskrachten.
Zeer positief is het oordeel over de efficiente werkwijze
op Schiphol, zowel ten aanzien van goederenstromen als
passagiersstromen. Ook de kwaliteit van de beroepsbevolking in Nederland staat in het algemeen hoog aangeschreven. Dit wordt door het Europees Management Forum 4) enigszins afgezwakt als het specifiek gaat om managementkwaliteiten. Juist deze categorie personeel is
van belang voor de hoofdkantoren.
Als gevolg van de relatieve achterstand die in Nederland
bestaat bij het realiseren van tweede-generatienetwerken
voor telecommunicatie, is de kwaliteit van de verbindingen
met name in de grote steden nogal eens onderwerp van
kritiek. Ook ten aanzien van de serviceverlening door de
1140

PIT worden door het bedrijfsleven negatieve opmerkingen gemaakt. Beperken we ons tot de normale tarieven
van de PIT dan komt Nederland als goedkoopste land uit
de vergelijking. De tarieven voor grootverbruik waren tot
voor kort minder gunstig dan in Engeland en Belgie, doch
zijn onlangs aanzienlijk verlaagd.
Negatieve punten van de Randstad zijn de relatief hoge
grondprijs, de uitgebreide wetgeving en het ontbreken van
een internationale allure in vergelijking met steden als
Londen en Parijs, en in mindere mate ook ten opzichte van
Brussel, dat als voordeel onder meer de aanwezigheid van
de hoofdzetel van de EG heeft. Ook niet in het onderzoek
betrokken steden als Geneve en Dusseldorf blijken nogal
eens belangrijke concurrenten te zijn.
Het ontbreken van internationale allure betreft in het bijzonder de kwaliteit van de (woon- en werk-)omgeving.
Slechts op een enkele plaats (Amsterdam, Den Haag) kan
in de Randstad (een aanzet tot) een hoog kwalitatief voorzieningenniveau worden aangetroffen, terwijl van kantoorlocaties die in internationaal verband als toplocaties worden beschouwd, thans nauwelijks sprake is 5). Gedeeltelijk hangt dit samen met de spreiding van bevolking, hoofdkantoren en zakelijke dienstverlening over meerdere steden. Buitenlandse ondernemers zien de Randstad over
het algemeen dan ook niet als een stedelijk systeem, maar
4) Europees Management Forum (EMF), Report on international industrial competitiveness, Geneve, 1986.
5) Zie in dit verband M. de Smidt e.a., Eindrapport vooronderzoek
toplocaties voor de commerciele dienstverlening, Leiden, januari
1987.

Tabel 2. Vestigingsplaatseisen voor ondernemingen in de zakelijke dienstverlening en scores van regie’s
Vestigingsplaalsfactor

Belang
vestigingsplaalsfactor a)

Rangorde van regie’s

Randstad

Londen

Parijs

Hamburg

Frankfurt

Munchen

Brussel/

Antwerpen
Wetgeving/overheid
– fiscale regelgeving
– juridische regelgeving
– acquisitiebeleid

4

5
2

Bedrijtsinteme factoren
– omvang (Europese) markt
– nabijheid (Europese) markt

1
1

1
1
1

7
7
4-7

3/4

5
7

4
2

1
2
3
3

1-7
1
1-7
1-7

1-7
4
1-7
1-7

1
3
3

1-7
7
3

– nabijheid politick business centre

1
4

Arbeidsmarkt
– voldoende hooggeschoold personeel

2

Infrastructuur en bereikbaarheid
– nabijheid internationaal vliegveld
– kwaliteit van het vliegveld

– goed bereikbaar per auto
– voldoende parkeermogelijkheden
– beschikbaarheid nieuwe telecommunicatiefaciliteiten
– kwaliteit telecommunicatie
– tarieven telecommunicatie

Agglomeratievoordelen
– aanwezigheid andere dienstverlenende
ondernemingen

Kwaliteit omgeving
– aanwezigheid sociale en culturele voorzieningen
van hoog niveau
– aanwezigheid educatieve voorzieningen
van hoog niveau
– aanwezigheid hotelaccommodatie van
Internationale allure
– aantrekkelijke woonomgeving voor het
hooggeschoolde personeel
Kwaliteit accommodatie
– beschikbaarheid terrein op eersleklas locaties
– beschikbaarheid representatieve kantoorruimte
op eersteklas locaties
– nabijheid lunchpauzevoorzieningen
– prijsniveau grand
– prijsniveau kantoorruimte

1
1

2

4-7

4/5/6
2/3/4
4-7

3
6
3

5/6

1/2/3
1

1/2/3
5/6

7
3/4

1-7
3
1-7
1-7

1-7
6
1-7
1-7

1-7
2
1-7
1-7

1-7
7
1-7
1-7

1-7
5
1-7
1-7

1-7
1
1

1-7
2
4

1-7

3-6
5/6/7

1-7
3-6
5/6/7

1-7
3-6
5/6/7

1-7
3-6
2

5
4

1
2/3

2
2/3

7
5/6/7

3
5/6/7

6
5/6/7

4
1

1/2

6/7

6/7

3/4/5

3/4/5

3/4/5

1/2

6

4/5/6
2/3/4
4-7

1/2/3

4/5/6
2/3/4

2

3/4

1/2

1/2

5/6/7

5/6/7

5/6/7

3/4

2

3

1

2

5/6/7

5/6/7

5/6/7

4

2

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

2

5

1/2

1/2

6/7

6/7

3/4

3/4

4

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

4
5
5
5

1
1-7
7
2

3
1-7
1
3

2
1-7
5/6
7

5
1-7
2/3/4
4/5/6

6
1-7
2/3/4
4/5/6

7
1-7
2/3/4
4/5/6

4
1-7
5/6
1

2-5

1

2-5

7

2-5

6

2-5

Totaaloordeel
a) 1 = hoog; 5 = laag.

als een verzameling van afzonderlijke stadsgewesten met
overigens accentverschillen in economische structuur.
Daar komt bij dat de geringe omvang van de Nedertandse
markt beperkingen stelt bij het aantrekken en ontwikkelen
van gespecialiseerde, internationaal werkzame bedrijven
op het gebied van zakelijke dienstverlening.
Hi-tech-produktie en O&O-activiteiten
De meerderheid van O&O-activiteiten van grote multinationaleondernemingen wordt uitgevoerd in het ‘thuisland’.
In de afgelopen jaren kan echter bij zowel Amerikaanse als
Europese ondernemingen een toenemende tendens worden bespeurd om O&O-vestigingen overzee te openen.
Ook heeft een zekere spreiding plaatsgevonden van stedelijke naar meer landelijke gebieden.
O&O-activiteiten bevatten een ruim scala van werkzaamheden, die uiteenlopende Vestigingsplaatseisen stellen. Hoogwaardige basis-O&O-activiteiten worden veelal
aangetroffen nabij het hoofdkantoor van de onderneming.
De vestigingseisen van dit type O&O-activiteiten vertonen
dan ook grote overeenkomst met die van de hoofdkantoren. De overige O&O-activiteiten, die niet noodzakelijk in
de nabijheid van het hoofdkantoor gevestigd hoeven te
zijn, vertonen een ander beeld. Zijn deze O&O-activiteiten
niet gekoppeld aan een produktievestiging, dan worden ze
bij voorkeur op geringe afstand van (technische) universiteiten of research-instellingen gevestigd. Deze laatste vormen niet alleen een potentieel voor de benodigde arbeidskrachten, maar bieden eveneens mogelijkheden om gebruikte maken van de daar aanwezige kennis en testfacili-

ESB 2-12-1987

teiten. Dienen de O&O-activiteiten ter ondersteuning van
de produktievestiging(en), dan zijn de vestigingseisen van
het produktiebedrijf eerder doorslaggevend dan die van
de O&O-vestiging.
Voor hi-tech-vestigingen met meer grootschalige produktie is de omvang van de afzetmarkt en de locatie ten
opzichte van het zwaartepunt van de markt ook een factor
die meespeelt in de afweging. Produceert de onderneming
voor de Europese markt, dan verdient een locatie op niet te
grote afstand van de Europese kernregio (de as tussen Parijs en Frankfurt) de voorkeur. Voor Nederland kan dit een
zekere voorkeur voor een vestiging in het zuiden van het
land impliceren. Voor de internationale vergelijking zijn
ook factoren als het fiscale klimaat, beschikbaarheid van
venture-kapitaal, arbeidsrust, politieke stabiliteit, installing van de beroepsbevolking en acquisitiebeleid van de
overheid relevant, alsmede het overheidsbeleid ter stimulering van (investeringen in) bepaalde regie’s. Vanwege
het hoogwaardige karakter stellen de hi-tech-bedrijven in
sommige gevallen ook specifieke eisen aan het microklimaat (vierde generatie bedrijfsterreinen zoals ‘science
parks’ of ‘hi-tech parks’).
Uit de evaluatie van het belang van de verschillende
vestigingseisen en de relatieve positie daaromtrent van de
Randstad ten opzichte van de geselecteerde stedelijke regio’s in West-Europa (zie tabellen 3 en 4) kan worden afgeleid dat de Randstad een relatief gunstige concurrentiepositie inneemt voor hi-tech-produktievestigingen en dat deze wat minder gunstig is voor O&O-activiteiten. De gunsti-

1141

ge concurrentiepositie voor hi-tech-activiteiten wordt
overigens meer bepaald door nationals factoren dan door
Randstad-gebonden locatiefactoren; pas in tweede instantie spelen regionale vestigingsplaatsomstandigheden
een rol bij de locatiekeuze. Evenals in andere landen Ran
daarbij in Nederland worden geconstateerd dat op tal van
plaatsen sprake is van gunstige vestigingsvoorwaarden.
Afhankelijk van specifieke vestigingseisen per type activiteit leidt dit dan ook steeds vaker tot vestiging buiten de
Randstad.
De gunstige klassering van de Randstad c.q. Nederland
ten aanzien van de hi-tech-activiteiten wordt in sterke mate
bepaald door de arbeidsrust, de politieke stabiliteit, de arbeidsproduktiviteit, de beschikbaarheid van geschoolde
arbeidskrachten en de nabijheid tot de Europese markt.
Ten aanzien van elk van deze factoren wordt sterke concurrentie ondervonden vanuit Duitse regie’s. Over het algemeen is daarbij sprake van minimale verschillen in aantrekkelijkheid. Dit geldt niet ten opzichte van het Verenigd
Koninkrijk, waar in verschillende regio’s bijzonder hoge investeringspremies worden toegekend. Hoewel dit voordeel vaak teniet wordt gedaan door factoren die de aantrekkelijkheid van Nederlandse en Duitse regio’s bepalen,
kan niettemin worden geconstateerd dat vooral in Schot-

land zich nogal wat micro-elektronica-ondernemingen
vanuit de VS hebben gevestigd 6). Door het aanbieden van
aantrekkelijke investeringspremies blijken ook Belgische
regio’s een steeds belangrijker concurrent te zijn bij het
aantrekken van hi-tech-produktievestigingen.
Ten opzichte van omringende landen biedt Nederland
relatief geringe investeringspremies en andere stimuleringsregelingen voor (vestigingen van) hi-tech-ondernemingen en O&O-activiteiten 7) Omdat dergelijke regelingen bij de Internationale afweging van vestigingsplaatsen
vaak een doorslaggevende rol spelen, dient juist ten aanzien van deze vestigingsplaatsfactor de relatieve positie
nauwlettend in het oog te worden gehouden. Dat dergelijke regelingen (mede) van betekenis zijn bij de uiteindelijke
vestigingsplaatskeuze, blijkt binnen Nederland heel duidelijk: vooral regio’s in het oosten en zuiden van het land
waar investeringspremies gelden (b.v. Zuid-Limburg, Nijmegen, Tilburg), trekken steeds meer van dergelijke bedrijven aan.
Voor O&O-vestigingen geldt dat naast nationale factoren als investeringsbevorderende maatregelen en kwali6) P. Haug, VS high technology multinationals and Silicon Glen, Regional Studies, nr. 2, 1986, biz. 103-117.

Tabel 3. Vestigingsplaatseisen voor hi-tech-produktiebedrijven en scores van regio’s
Vestigingsplaatsfactor

Belang
vestigingsplaatsfactor a)

Nationaal kader
– fiscaal klimaat
– beschikbaarheid venture-kapitaal
– arbeidsrust
– politieke stabiliteit

houding van de bevolking

– aquisitiebeleid overheid
– stimuleringspremies

2
2
2
2
2
2
2

Rangorde van regio’s

Randstad

2
2
1

Londen

1
1

Hamburg

Frankfurt

7
7
5
5
6
4-7
1

4/5/6
4/5/6
2/3/4
1/2/3
2/3/4
4-7
4/5/6

4/5/6

4/5/6

4/5/6
2/3/4
1/2/3
2/3/4
4-7
4/5/6

4/5/6
2/3/4
1/2/3
2/3/4
4-7
4/5/6

Parijs

Munchen

Brussel/
Antwerpen

3
3

4
1
2
7

7
6
7
1
2/3

6
3/4

5
7

4

2

1/2/3
5/6

1/2/3
1

1/2/3
5/6

7
3/4

4
4
5
5

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

4
5
5

1-7
7
3

1-7
1/2
1

1-7
1/2
2

1-7
4-7
5/6/7

1-7
4-7
5/6/7

1-7
4-7
5/6/7

1-7
4-7
4

2

4

7

6

1/2/3

1/2/3

1/2/3

5

5

3/4

1/2

1/2

5/6/7

5/6/7

5/6/7

3/4

6
7
5

3
2/3

Bedrijfsinterne factoren

– nabijheid O&O-vestiging b)
– omvang (Europese) markt
– nabijheid zwaartepunt (Europese) markt

3
1
1

Agglomeratietactoren
– nabijheid andere hi-tech-bedrijven b)

4

Infrastructuur en bereikbaarheid

nabijheid (technische) universiteiten en

research-instellingen
nabijheid internationaal vliegveld
bereikbaarheid per auto
voldoende parkeermogelijkheden
beschikbaarheid nieuwe telecommumcatiefaciliteiten
– kwaliteit telecommunicatie
– tarieven telecommunicatie

Arbeidsmarkt
– voldoende geschoold tecnnisch engineering
personeel
Kwaliteit omgeving
– aanwezigheid sociale en culturele voorzieningen
– aanwezigheid educatieve voorzieningen
van hoog niveau
– aanwezigheid hotelaccommodatie
– aantrekkelijke woonomgeving voor het
personeel

5
5

3
1-7

1
1-7

2
1-7

5/6/7
1-7

5/6/7
1-7

5/6/7
1-7

4
1-7

5

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

1-7

Kwaliteit accommodate
– beschikbaarheid terrein in hi-tech omgeving
– beschikbaarheid technisch hoogwaardig pand
– prijsniveau grond
– prijsniveau gebouw
– tarieven energie en water

5
6
6
6
5

1-7
1-7
7
2
2

1-7
1-7
1
3
1

1-7
1-7
5/6
7

1-7
1-7
2/3/4
4/5/6

3

1-7
1-7
2/3/4
4/5/6
4/5/6

4/5/6

1-7
1-7
2/3/4
4/5/6
4/5/6

1-7
1-7
5/6
1
7

1/2

5-7

5-7

3/4

1/2

3/4

5-7

Totaaloordeel

a) 1 = hoog; 6 = laag.
b) Relevante gegevens waren niet beschikbaar; er is van uitgegaan dat deze factoren het tolaalbeeld op basis van de andere factoren niet belnvloeden.

1142

teit van de beroepsbevolking, vooral de aanwezigheid van
internationaal erkende specialismen op universiteiten een
belangrijke aantrekkingsfactor vormt. Hoewel op een aantal plaatsen zowel in als buiten de Randstad (b.v. Leiden,
Amsterdam, Twente en regio Eindhoven) daartoe in potentie gunstige ontwikkelingsmogelijkheden bestaan, blijkt in
zijn algemeenheid in Nederland een achterstand ten aanzien van investeringsbevorderende maatregelen en de beschikbaarheid van voldoende hooggekwalificeerde onderzoekers. De arbeidsmarkt voor hooggekwalificeerd O&Opersoneel scoort in Nederland relatief laag. Hoewel de
kwaliteit van de arbeidskrachten in Nederland in het algemeen hoog staat aangeschreven, is de omvang van de arbeidsmarkt voor dit specifieke type personeel beperkt. Nederlandse multinationals moeten voor bepaalde specialisaties dan ook een beroep doen op de Belgische en Engelse arbeidsmarkt 8). Ook de mogelijkheden van universiteiten om specialismen (verder) te ontwikkelen en samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven aan te gaan, zijn
binnen de huidige kaders vaak beperkt. Als gevolg hiervan
wordt de concurrentiepositie van de Randstad c.q. Nederland ten aanzien van O&O-activiteiten voorshands minder
gunstig ingeschat ten opzichte van regio’s in omringende
landen.
Distributie-activiteiten
Er is een tendens te bespeuren dat grote internationale
bedrijven streven naar een structuur met zo weinig mogelijk distributiecentra waar voorraad wordt aangehouden en
die zo dicht mogelijk bij het aanlandingspunt van de goe-

deren worden gevestigd. In Nederland blijken deze distributiecentra dan ook vooral gevestigd te zijn in da nabijheid
van de twee belangrijke ‘gateways to Europe’, namelijk de
luchthaven Schiphol (vooral bedrijven die zich richten op
de handel in hoogwaardige produkten) en de haven van
Rotterdam (voor meer volumineuze produkten).
Een essentiele vestigingseis voor distributie-activiteiten
van internationaal werkende ondernemingen is de geografische ligging. Deze vestigingsplaatsfactor, die voor Nederland door de eeuwen heen een bijzonder gunstige invloed heeft gehad, is evenwel niet voldoende. In directe
samenhang met de geografische ligging worden door distributievestigingen eisen gesteld aan de omvang van de
markt en de Infrastructuur. De marktomvang wordt dan
vooral in Europees perspectief bezien. De eisen ten aanzien van de infrastructuur hebben zowel betrekking op de
aanvoermogelijkheden (internationale haven en luchthaven), de opslagfaciliteiten (douanevrij entrepot) als de
doorvoermogelijkheid (wegen-, rail- en vaarwegennet).
Het ruimte-extensieve karakter van een deel van de
distributie-activiteiten maakt dat bij de definitieve locatiekeuze ook de beschikbaarheid van bedrijfsterreinen en de
grondprijs een rol kunnen spelen.
Uit de evaluatie van het relatieve belang van de verschillende vestigingseisen en de inschatting van de relatieve
7) In dit verband kan b.v. worden gewezen op de commotie random
de vestiging van een DSM-fabriek in Belgisch-Limburg.
8) Zie b.v. het aantrekken van hooggekwalificeerde buitenlandse arbeidskrachten door bedrijven als Philips, DAF enz.

Tabel 4. Vestigingsplaatseisen voor O&O-activiteiten en scores van regio’s
Vestigingsplaatsfactor

Belang
vestigingsplaatsfactor a)

Rangorde van regio’s

Randstad

Londen

Parijs

Hamburg

Frankfurt

Miinchen

Brussel/
Antwerpen

Wetgeving/overheid
– fiscale regelgeving
– investeringsbevorderende maatregelen
– beschikbaarheid risico-kapitaal
Bedrijfsinterne factoren
– nabijheid (Europees) hoofdkantoor b)
– nabijheid produktievestigmg b)
– omvang markt
– nabijheid Europese markt
– nabijheid marketing- of verkoopafdeling b)
Infrastructuur en bereikbaarheid
– nabijheid (technische) universiteiten en
research instellingen
– nabijheid internationaal vliegveld
– bereikbaarheid per auto
– voldoende parkeermogelijkheden
– beschikbaarheid alle nieuwe telecommunicatiefaciliteiten
– kwaliteit telecommunicate
– tarieven telecommunicate

– omvang O&O-sector
Arbeidsmarkt
– voldoende geschoold OSO-personeel
Kwa/iteit omgeving
– aanwezigheid sociale en culturele voorzieningen
– aanwezigheid educatieve voorzieningen
– aanwezigheid hotelaccommodatie
– aantrekkelijke woonomgeving voor het
hooggeschoolde personeel

4

2

1

4/5/6

4/5/6

3

7
2

2/3
1

7
1
7

4/5/6

2
2

4/5/6
4/5/6

4/5/6
4/5/6

4/5/6
4/5/6

2/3

6
3/4

5
7

4
2

1/2/3
5/6

1/2/3
1

1/2/3
5/6

7
3/4

1
4
5
5

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

1-7
1-7
1-7
1-7

4
5
5
1

1-7
7
3

6

1-7
1
1
4

1-7
2
4
5

1-7
3-6
5/6/7
1/2/3

1-7
3-6
5/6/7
1/2/3

1-7
3-6
5/6/7
1/2/3

1-7
3-6
2
7

2

6

5

4

1/2/3

1/2/3

1/2/3

7

3
3
3

3/4
3
1-7

1/2
1
1-7

1/2
2
1-7

5/6/7
5/6/7
1-7

5/6/7
5/6/7
1-7

5/6/7
5/6/7
1-7

3/4
4
1-7

3

5

1/2

1/2

6/7

6/7

3/4

3/4

5
5
4
4

1-7
1-7
2
7

1-7
1-7
3
1

1-7
1-7
7
5/6

1-7
1-7
4/5/6
2/3/4

1-7
1-7
4/5/6
2/3/4

1-7
1-7
4/5/6
2/3/4

1-7
1-7
1
5/6

6/7

1

2-5

2-5

2-5

2-5

6/7

3
3
3
3
4

3

Kwaliteit accommodate

beschikbaarheid terrein in hi-tech-omgeving
beschikbaarheid technisch hoogwaardig pand
prijsniveau grand
prijsniveau gebouw

Totaaloordeel

a) 1 = hoog; 5 = laag.
b) Relevante gegevens waren niet beschikbaar; er is van uitgegaan dat deze factoren het totaalbeeld op basis van de andere factoren niet bei’nvloeden.

ESB 2-12-1987

1143

positie van de Randstad ten opzichte van de geselecteerde stedelijke regie’s (tabel 5) kan worden afgeleid dat de
Randstad zonder meer beschikt over de beste mogelijkheden voor het aantrekken c.q. uitbouwen van internationaal
georienteerde distributie-activiteiten. De Randstad dankt
dit niet alleen aan de gunstige ligging op het Europese
continent, maar ook aan de uitstekende vervoersinfrastructuur, een uitgebreid netwerk van transportbedrijven, de handelsgeest, het arbeidsklimaat in zijn algemeenheid, en de faciliteiten op fiscaal gebied en inzake
douanevrij entrepot. De mogelijkheden voor een douanevrij entrepot (bonded warehouse) zijn in Nederland aanzienlijk ruimer dan in de omringende landen. In de andere
landen is douanevrij entrepot slechts mogelijk in de directe
omgeving van vliegvelden of havens, terwijl in Nederland
deze faciliteiten door het hele land kunnen worden gerealiseerd. Ook de flexibele opstelling van de douane wordt als
zeer positief ervaren. De efficientie ten aanzien van de afhandeling van passagiersstromen en bagage op Schiphol
is reeds ter sprake gekomen bij de hoofdkantoren en zakelijke dienstverlening en geldt evenzeer ten aanzien van de
goederenafhandeling. Daarbij komt dat het prijsniveau
van de goederenafhandeling op Schiphol niet ongunstig
wordt beoordeeld.
Ondanks deze voordelen kan worden vastgesteld dat de
vooraanstaande positie van Nederland als distributieland
van verschillende zijden wordt bedreigd. Zo ondervindt
Rotterdam als belangrijkste stukgoedhaven op het Europese continent zware prijsconcurrentie van de haven van
Antwerpen 9). Daar komt bij dat de factoren die de traditioneel sterke positie van Rotterdam als bulkhaven bepalen,

veel minder sterk doorwegen ten aanzien van containerschepen. Deze schepen die steeds meer lading vervoeren
vereisen namelijk veel minder diepgang zodat andere havens eerder in aanmerking komen als aan- en afvoerhaven. Het ontbreken van relatief unieke en permanente
voordelen betekent dat Schiphol in wellicht nog sterkere
mate dan Rotterdam dient op te boksen tegen andere
luchthavens (b.v. tegen Frankfurt met betrekking tot goederenstromen uit het Verre Oostert).
Om concurrerend te blijven dienen de efficientie en het
prijsniveau van de afhandeling van goederenstromen
nauwlettend in het oog te worden gehouden. Uitstekende
verbindingen met het achterland zijn, gelet op de toename
van tijdsgevoelige transporten, eveneens van groot belang: bestaande knelpunten in met name de weginfrastructuur dienen daartoe met spoed te worden weggenomen.

Het toenemende belang van het luchttransport leidt er
voorts toe dat bedrijven zich steeds sterker op verkeersknooppunten als Schiphol richten. Om een vooraanstaande positie te kunnen behouden, dient in de directe nabijheid van de luchthaven daarom voldoende bedrijfsruimte
tegen concurrerende prijzen te worden aangeboden. Het
convenant tussen de NV Schiphol, de provincie NoordHolland en enkele omringende gemeenten biedt hiertoe
thans ruimtelijke mogelijkheden.
Ten slotte is van belang dat snel en doeltreffend wordt
9) Kleynveld Kraayenhof en Co (KKC), Onderzoek naar de ontwikke-

ling van de stuwadoorskosten in Rotterdam, tegen de achtergrond
van Antwerpen, Amstelveen, 1987.

Tabel 5. Vestigingsplaatseisen voor distributievestigingen en scores van regio’s
Vestigingsplaatsfactor

Belang
Vestigingsplaatsfactor a)

Rangorde van regio’s

Randstad

Londen

Parijs

Hamburg

Frankfurt

Mtinchen

1/2/3
5/6

1/2/3
1

1/2/3
5/6

7
3/4

4/5/6
2-7
2-7

4/5/6
2-7
2-7

4/5/6
2-7
2-7

3
2-7
2-7

4/5
4-7
4/5/6
1/2/3
2/3/4
2/3/4

6/7
4-7
4/5/6
1/2/3
2/3/4
2/3/4

6/7
4-7
4/5/6
1/2/3
2/3/4
2/3/4

1/2/3
3
1
7
6
5

1-7
4/5/6

1-7
4/5/6
6/7
6/7
1-7
6/7
1-7
1-7

1-7
1
2
1
1-7

Brussel/
Antwerpen

Bedrijfsinterne factoren

– omvang (Europese) markt
– afstand tot zwaartepunt van de {Europese) markt

1
1

6
3/4

5

4

7

2

2
3
2

2
1
1

1
2-7
2-7

7
2-7

2
3
3
3
3
3

4/5
3
4
1
1

1/2/3
1
2
6
7
7

1/2/3
4-7
7
5

2
3
2
3

1-7
3
1
2
1-7
1
1-7
1-7

1-7
7
4
4/5
1-7
4
1-7
1-7

1-7
2
5
4/5
1-7
3
1-7
1-7

1-7
4/5/6
3
3
1-7
5
1-7
1-7

6/7
1-7
6/7
1-7
1-7

1-7
7

3
1
1

1-7
1/2
1
2-7
2-7

1-7
1/2
2
2-7
2-7

1-7
4-7
5/6/7
2-7
2-7

1-7
4-7
5/6/7
2-7
2-7

1-7
4-7
5/6/7
2-7
2-7

1-7
4-7
4
2-7
2-7

1-7
7
1-7
2

1-7
1
1-7
3

1-7
5/6
1-7
7

1-7
2/3/4
1-7
4/5/6

1-7
2/3/4
1-7
4/5/6

1-7
2/3/4
1-7
4/5/6

1-7
5/6
1-7
1

1

2-6

2-6

2-6

2-6

7

2-6

Nalionaal kader
– fiscale wetgeving
– faciliteiten voor douanevrij entrepot

– souplesse en snelheid douane

2-7

– geautomatiseerde afwikkeling administratieve
gegevens douane

acquisitiebeleid
vestigingspremies
politieke stabiliteit
arbeidsrust

– houding van de bevolking
Infrastructuur
– nabijheid internationaal vliegveld
– kostenniveau goederenafhandeling vliegveld
– nabijheid zeehaven
– kostenniveau afhandeling goederenstromen in haven
– aan internationaal wegennet
– aan vaarwater
– aansluiting op internationaal railnet
– goede bereikbaarheid per vrachtauto
– beschikbaarheid nieuwe telecommunicatiefaciliteiten
– kwaliteit telecommunicate
– tarieven telecommunicatie
– aanwezigheid transportbedrijven
– prijsniveau transportbedrijven
Kv/alitett accommodate
– voldoende bedrijfsterrein zonder menging met
(zware) industriele activiteiten
– prijsniveau grand
– beschikbaarheid bedrijfspand
– prijsniveau bedrijfspand

Totaaloordeel
a) 1 = hoog; 4 = laag.

1144

2

2
2
2
2
3
3
2
3

2
4

3
4

2

5
6

6/7

2
1-7
1-7

ingespeeld op de behoefte aan nieuwe informatiesystemen en -diensten ter begeleiding en afwikkeling van goederenstromen. De ruimtelijke ontkoppeling van verschillende onderdelen van de distributieketen, welke dank zij
de moderne informatietechnologie steeds verder mogelijk
wordt, is namelijk een van de grootste bedreigingen voor
Nederland als distributieland 10). Om op dit terrein geen
achterstand op te lopen dient onverwijld te worden doorge-

gaan met de invoering, verdere ontwikkeling en onderlinge koppeling van informatiesystemen waartoe op verschillende plaatsen initiatieven zijn genomen 11). Gelet op het
belang van beheersing van mondiale goederenstromen

dienen eveneens koppelingen met buitenlandse systemen
tot stand te worden gebracht.

Conclusies
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de

Randstad voor verschillende internationaal georienteerde
economische activiteiten gunstige vestigingsomstandigheden biedt. Dit geldt in het bijzonder voor distributieactiviteiten, maar ook voor specifieke delen van het complex van besliscentra van ondernemingen en zakelijke
diensten. Deze gunstige vestigingsomstandigheden zijn
overigens niet alleen van belang voor economische vernieuwing en groei in de Randstad zelf, maar ook in andere
regie’s in Nederland. Zoals elders is uitgewerkt 12) fun-

geert de Randstad gedeeltelijk namelijk als katalysator
van economische vernieuwing en groei elders in Nederland. Daarnaast vervult de Randstad ook een belangrijke
functie als transportschakel of draaischijf voor Internationale goederenstromen vanuit, naar en langs andere re-

Nederland distributieland
FSR 2-12-1987

gio’s in Nederland. Mede hierdoor kunnen de economische potenties waarover verschillende regie’s buiten de
Randstad beschikken, tot ontwikkeling komen; dit geeft
vervolgens weer impulsen tot vernieuwing en groei in de
Randstad.
Duidelijk is dat, gelet op de internationale schaal waarop
ontwikkelingen zich thans voltrekken, de bereikbaarheid
en aantrekkelijkheid van het vestigingsmilieu op nationaal

en regionaal niveau van groot belang zijn. Infrastructurele
voorzieningen spelen in dat opzicht een belangrijke rol.
Door het creeren van nieuwe en verbeteren van bestaande
inf rastructuur kan worden bewerkstelligd dat Nederland in
zijn algemeenheid en specifieke regie’s in het bijzonder
blijven fungeren als knooppunt in internationale netwerken. Het gaat daarbij overigens niet alleen om inf rastructurele voorzieningen in enge zin (havens, wegen, vliegvelden enz.), maar ook om allerlei informatienetwerken die
daaraan in toenemende mate worden gekoppeld. Om een
zekere mate van internationale allure te creeren is tevens
van belang dat internationale toplocaties voor kantoren en
kantoorachtige activiteiten worden gecreeerd, de kwaliteit
van de woonomgeving wordt verbeterd en het niveau van
sociaal-culturele en distributieve voorzieningen wordt verhoogd of in ieder geval op peil wordt gehouden.

Sjaak Boeckhout
Diny Verhoeff
Nol Verster
10) NEI/EBW, Nederland als ‘stapelplaats’, Rotterdam, 1983.
11) Het gaat hierbij om informatiesystemen als INTIS (Rotterdamse
haven), Cargonaut (Schiphol), Tradicom (NOB-Wegtransport), Transpotel (Sijthoff) en SAGITTA (douane).
12) NEI, op.cit., 1987.

(foto Ad Visual)

1145

Auteurs