De nieuwe risicomaatschappij
Aute ur(s ):
Bruin, T. de (auteur)
Werkzaam b ij het Verb ond van Verzekeraars
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4193, pagina D2, 11 maart 1999 (datum)
Rubrie k :
Dossier Nieuw e risico’s
Tre fw oord(e n):
epiloog
Risico’s zijn niets nieuws. Maar de manier waarop de samenleving ermee omgaat verandert wel. En bovendien creëert de moderne
samenleving een soort risico’s dat we tot voor kort eigenlijk niet kenden– zo ze er al waren. Over deze ‘nieuwe risico’s’ gaat dit
dossier van ESB. Deze nieuwe risico’s hangen met name samen met de voortschrijdende technologie; er sluipen steeds meer risico’s in
onze samenleving die we niet hadden voorzien en waarmee slecht valt te rekenen. Toch willen burgers en bedrijven zich ertegen
indekken. Het is daarmee een maatschappelijk probleem. Verzekeraars ontlenen hun bestaansrecht aan het afdekken van risico’s,
maar stuiten hier op grote onzekerheid.
Hoe bedreigend zijn deze nieuwe risico’s? De maatschappelijke evolutie heeft altijd ‘nieuwe’ risico’s met zich gebracht. In 1700 schreef de
Italiaan Ramazinni al een boek over beroepsziekten. En toen de eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem ging rijden was alom de
overtuiging dat dit toch wel het einde der tijden was. Toch zijn de nieuwe risico’s die nu aan de orde zijn wel degelijk anders. Het gaat het
om een bepaalde categorie, waarvan wordt aangenomen dat deze typisch is voor de huidige tijd maar waar verzekeraars niet altijd raad
mee weten. Deze nieuwe risico’s zouden als volgt kunnen worden aangeduid. Ze
» zijn niet met de menselijke zintuigen waar te nemen;
» duiken mede hierdoor onverwachts op;
» missen een wetenschappelijke onderbouwing;
» hebben meestal een lange incubatietijd;
» kunnen iedereen treffen;
» zijn grootschalig en grensoverschrijdend, en kunnen de samenleving ernstig bedreigen;
» passen naar hun aard en omvang moeilijk in traditionele verzekeringsoplossingen.
Denk aan DES, de gekke-koeienziekte, aandoeningen die samenhangen met het atoomrisico of klimaatverandering, beroepsziekten als
asbestose mesothelioom, Repetitive Strain Injury (RSI), Electromagnetic Fields (EMF), Organo Spychosyndroom (OPS), gevolgen van
het gebruik van bestrijdingsmiddelen, het millenniumvraagstuk.
Naar een risicomaatschappij
Volgens de Duitse socioloog Beck ontwikkelt de samenleving zich naar een risicomaatschappij 1. Het reduceren van risico’s wordt voor
de burgers steeds belangrijker als een volgende fase in onze welvaartsmaatschappij. Sociale conflicten gaan steeds minder over de
verdeling van welvaart. Daarvoor in de plaats gaan conflicten in toenemende mate over de verdeling van risico’s, over
verantwoordelijkheidsvragen bij de gevolgen van catastrofes en over de vraag wie mag beslissen wie welke risico’s mag lopen, aldus
Beck. De dreigende onbeheersbaarheid van technologische ontwikkelingen raakt het fundament van onze samenleving. Het gevaar van
de risicomaatschappij zit volgens Beck niet zozeer in de fysieke maar in de sociale explosiviteit: het vertrouwen van de burgers in
bestaande instituties neemt af, niemand heeft een expliciete verantwoordelijkheid, en we leven in een – wat Beck noemt – ‘georganiseerde
onverantwoordelijkheid’.
Deze pessimistische visie wordt niet gedeeld door Schnabel (in dit Dossier). Hij ziet maatschappelijke ontwikkeling namelijk samengaan
met een ontwikkeling in vertrouwensrelaties. ‘Vertrouwen op vertrouwen’ is het cement van onze samenleving. Schnabel heeft een sterk
vertrouwen in het oplossend vermogen van de ‘Versicherungsgesellschaft’ en de wetenschap. Dat zal echter niet vanzelf gaan. In dit
Dossier zijn daarom verschillende visies op de nieuwe risico’s en de manier waarop individuen, wetgever en verzekeraars ermee omgaan
in beeld gebracht. Het gaat primair om de beheersing van dit soort risico’s. Dus ook om de beheersing van de moderne technologie,
waarop wij – ook al door politieke veranderingen – weinig grip hebben. Juist omdat de nieuwe risico’s zo ongrijpbaar lijken, is ook de
analyse ervan verre van eenvoudig.
Schuld, schade en boete
Wat is er ‘nieuw’ aan deze nieuwe risico’s, dat aanleiding geeft tot ongerustheid? In het concept van Becks risico-maatschappij zitten
voldoende herkennings- en aanknopingspunten om hierop door te denken. Een van die herkenningspunten is dat in onze (risico)
maatschappij steeds meer risicoaansprakelijkheid wordt ingevoerd. De toedeling van aansprakelijkheden aan categorieën slachtoffers
heeft zich losgemaakt van de klassieke gedachte van individuele verwijtbaarheid. Men vindt het redelijker de schade voor rekening te
brengen van de collectiviteit dan voor de individuele burger.
De tendens van schuld naar risico houdt in sterke mate verband met de technologische ontwikkeling 2. Door de geavanceerde
technologie wordt het moeilijker om ongevallen aan het falen van individuen toe te schrijven. Verder vereist de technologie een zo
vergaande deskundigheid dat de overheid van tevoren nauwelijks adequate normen kan stellen (de aansprakelijkheid moet dat dan
achteraf doen). Tot overmaat van ramp kan een kleine nalatigheid tot zeer grote gevolgen leiden: de compensatielast staat dan in geen
verhouding tot de verwijtbaarheid. De samenleving kiest ondertussen voor een welvaartspeil waaraan veel risico is verbonden: de
individuele burger mag daarvan dan niet de dupe zijn. Uiteindelijk gaat het dan om het vergoeden van de schade, in een maatschappelijke
cultuur waar gevolgen van ‘pech’ of het ‘lot’ financieel worden afgewenteld, omdat dit soort tegenslagen niet passen in een
welvaartsmaatschappij die alles op orde heeft.
De beïnvloeding
Als de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën zich openbaren en er schade optreedt, is feitelijk het kwaad al geschied. Moet er
niet een beter systeem komen van toelating en een betere monitoring als stoffen eenmaal gebruikt worden? Volgens Reijnders is dat
zeker het geval. Er is een aanzienlijke vertraging tussen de eerste wetenschappelijke aanwijzingen dat er sprake kan zijn van een nieuw
risico en de maatschappelijke erkenning die dan vaak gepaard gaat met ‘onthutsing’.
Kunnen verzekeraars hier, met andere belanghebbenden, een rol vervullen? “Liever geen slachtoffer dan een door het recht beschermd
slachtoffer”, zegt Faure terecht. Aansprakelijkheid geeft een prikkel tot preventie, maar het morele risico van het hebben van een
verzekering ondermijnt deze prikkel weer. Faure vindt dat verzekeraars, meer dan nu het geval is, middels risk management en
risicodifferentiatie, bedrijven (financieel) kunnen prikkelen meer aan preventie te doen.
Verzekeraars houden zich actief bezig met de problematiek van nieuwe risico’s, alert gemaakt door zaken als DES en asbestose.
Compensatie van slachtoffers van beroepsziekten vormt in toenemende mate een probleem. Door het grillige verloop van de rechtspraak
– waar werknemers steeds meer in bescherming worden genomen als zwakke partij – en de onzekerheid over een mogelijk stuwmeer van
beroepsziekten dat nog op ons afkomt, is het aansprakelijkheidsrisico voor dit soort schades steeds moeilijker te verzekeren. Bovendien
leidt de huidige situatie tot veel willekeur. Is het aansprakelijkheidsrecht nog wel een goed instrument voor het vergoeden van schade
als gevolg van beroepsziekten? Of moeten we toe naar een directe (ongevallen)verzekering, af te sluiten door de werkgever?
Slot
In onze samenleving sluipen steeds meer risico’s door ontwikkelingen in de technologie. Onze samenleving wordt hierdoor ook wel
aangeduid als: risicomaatschappij. Samenhangend met deze ontwikkeling zien we in de rechtspraak bij aansprakelijkheid een
verschuiving van schuld naar risico. Enerzijds nemen de risico’s toe die naar hun aard en omvang moeilijk in traditionele
verzekeringsoplossingen zijn te brengen, anderzijds worden steeds meer risico’s afgewenteld op de partij die daaraan ook haar
bestaansrecht ontleent: de verzekeraar.
Verzekeraars zijn actief bezig om het afdekken van nieuwe, onbekende risico’s in goede banen te leiden met het oog op hun continuïteit
op langere termijn en het veiligstellen van hun maatschappelijke functie: het afdekken van risico’s. In de bijdrage van Kuys wordt
duidelijk dat de markt hier de nodige creativiteit ontwikkelt, maar dat lang niet alle nieuwe risico’s verzekerbaar zijn.
Met nieuwe risico’s hebben we te maken met een thema, dat vooral een gemeenschappelijke benadering vergt. Heertje pleit voor een
publiek-private samenleving “waarbij publieke kennis en financiële middelen worden gemobiliseerd”. Hij lijkt die samenwerking te willen
beperken tot de overheid en de verzekeringsbranche. Het probleem van nieuwe risico’s is niet primair of bij uitstek een
verzekeringsprobleem. Dat is het óók. Nieuwe risico’s vormen een veel breder maatschappelijk probleem, dat de verantwoordelijkheid
raakt van het bedrijfsleven, de politiek, de rechterlijke macht, de wetenschap en de verzekeraars.
ESB-Dossier: Nieuwe risico’s
Inleiding
T. de Bruin, De nieuwe risicomaatschappij
A. Heertje, Nieuwe risico’s, een publiek-privaat probleem
Risico’s
L. Reijnders, De anatomie van nieuwe risico’s
A. Tukker, Nieuwe risico’s een nieuw beoordelingskader?
S.M. de Bruyn, De anomolie van milieurisico’s
De maatschappij
P. Schnabel, Over het verlangen naar zekerheid en de noodzaak van het vertrouwen
G. Antonides, Lage en hoge risico’s
De markt
P.H.M. Kuys, Marktconforme oplossingen
M.A.J. Theebe, Een verzekeringsrevolutie
Het recht
M.G. Faure, Op de glijdende schaal van verzekerbare en onverzekerbare risico’s
R.J. van den Bergh, Op de glijdende schaal van commerciële belangen en maatschappelijke welvaart
Epiloog
H.A. Keuzenkamp, Verzekeren in het donker
1 U. Beck, The Risk Society. Towards a new modernity, Londen, 1992.
2 R.J.S. Schwitters, Risico’s verzekerd, verantwoordelijkheden op drift, in: De risicomaatschappij, Justitiële Verkenningen, nr 5, 1996
Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)