De betekenis van het omslagpunt
Aute ur(s ):
DNB (auteur)
Deze pagina wordt maandelijks samengesteld door de Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4155, pagina 463, 5 juni 1998 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuurindicator
Het omslagpunt van de conjunctuurindicator wordt steeds duidelijker zichtbaar. Voor een abrupte verslechtering in het economische
klimaat hoeven we echter niet te vrezen.
De DNB-conjunctuurindicator die deze maand vooruitblikt tot en met augustus vertoont opnieuw een daling (zie figuur 1). Hiermee
tekent de in de twee vorige afleveringen van deze maandelijkse rubriek reeds gesignaleerde omslag van de indicator zich steeds
duidelijker af.
Figuur 1. De DNB-conjunctuurindicator t/m augustus 1998, en de relatie t/m maart 1998
Wat betekent een omslag van de indicator nu precies? De conjunctuurindicator geeft een voorspelling voor het verloop van de
productie ten opzichte van de trend. Dit is de zogenaamde deviatiecyclus, welke doorgaans wordt aangeduid met de term ‘conjunctuur’.
De trend wordt bij de DNB-indicator berekend als 43-maands voortschrijdend gemiddelde van de gerealiseerde industriële productie. In
de figuur valt deze trend samen met de nul-as. Een indicatorwaarde boven de nul geeft aan dat het voorziene niveau van de industriële
productie hoger ligt dan op basis van de trend verwacht zou worden. Een waarde onder de nul indiceert een niveau van de productie
onder het trendmatige niveau. Stijging en daling van de indicator zeggen daarbij iets over de verwachte groeivoet van de industriële
productie. Is de indicator stijgend dan zal de groei van de productie boven de trendgroei liggen. Daalt de indicator dan geldt het
omgekeerde. Een omslag van de indicator geeft dus aan dat naar verwachting het groeitempo van de productie onder het trendmatige
terechtkomt. Het niveau van de productie ligt momenteel evenwel nog boven het trendmatige. Het dalen van de groei onder de
trendgroei duidt ondubbelzinnig op een gematigder ontwikkeling in de nabije toekomst. Maar dit hoeft niet te betekenen dat er nu slechte
tijden aanbreken. Als gevolg van de hoge realisaties in de afgelopen 43 maanden is de trendmatige groei in Nederland op een hoog
niveau komen te liggen. Ook een groeitempo dat even onder dit niveau ligt kan een gezonde groei inhouden.
Het omslaan van de indicator dient derhalve niet te worden geïnterpreteerd als een onrustbarende omslag van het economisch klimaat.
Dit ligt op de korte termijn niet in de verwachting. Nederland beleeft op dit moment vermoedelijk haar conjuncturele piek. Maar dit geldt
niet voor andere landen om ons heen. Frankrijk, maar vooral ook het voor ons belangrijke Duitsland bevinden zich nog in een relatief
vroege fase van conjuncturele opgang. Geruime tijd vertoonde de conjunctuur in deze twee landen een wat aarzelend beeld en werd de
groei voornamelijk gedragen door de export. Pas recentelijk zijn de binnenlandse bestedingen er op gang gekomen en lijkt het herstel
echt aan kracht te winnen. Naar verwachting zal de groei in Frankrijk en Duitsland dit jaar verder aantrekken. Door de nauwe onderlinge
handelsrelaties kent onze conjunctuurcyclus doorgaans een hoge correlatie met de conjunctuur in deze landen. Met het oog hierop lijkt
het voorlopig niet waarschijnlijk dat de Nederlandse groei al te ver terug zal vallen. Een beeld dat ook consistent is met de meest recente
voorspellingen van het CPB en de Nederlandsche Bank.
Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (
www.economie.nl )