■ Krit Carlier en Justin Dijk (DNB)
Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars beleggen gezamenlijk 2,2 biljoen euro om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, waarvan ongeveer de helft in aandelen en obligaties. Voor een belangrijk deel gaat het om staatsobligaties van Europese landen. Het resterende deel wordt grotendeels in Nederlandse beleggingsinstellingen geïnvesteerd, waarvan een groot deel in aandelenfondsen die in Amerikaanse bedrijven beleggen.
De informatie die institutionele beleggers aan De Nederlandse Bank rapporteren geeft inzicht in de mate waarin de beleggers zijn blootgesteld aan sectoren en landen die zwaar (of juist licht) zijn getroffen door de coronacrisis (figuur). Per eind 2019 bedroegen de directe en indirecte beleggingen van institutionele beleggers samen 538 miljard euro aan aandelen en 300 miljard euro aan bedrijfsobligaties.
In het eerste kwartaal van 2020, waarin de coronacrisis toesloeg, daalden vooral aandelenbeleggingen fors in prijs. Sectoren die hard door de crisis geraakt werden, zoals delfstoffenwinning (−32 procent) en ‘cultuur en overige diensten’ (−28 procent) realiseerden de grootste koersverliezen. Beleggingen in ICT-diensten verloren relatief weinig van hun waarde (12 procent). Obligaties daalden aanzienlijk minder in waarde dan aandelen.
In totaal stond bijna de helft van de beleggingen van institutionele beleggers begin 2020 uit op relatief zwaar getroffen sectoren, ruim veertig procent op matig getroffen sectoren en een kleine tien procent op de beperkt getroffen sector ICT-diensten.
Verder valt op dat beleggers in het eerste kwartaal van 2020 niet duidelijk de gangbare strategie volgden − het verkopen van aandelen die in prijs zijn gestegen, en het kopen van aandelen die in prijs zijn gedaald. De verkopen in de minst getroffen sector – ICT-diensten – zijn beperkt, terwijl beleggingen in enkele sterk getroffen sectoren zoals delfstoffenwinning en ‘handel, vervoer en horeca’ juist veel werden verkocht. De verkopen in delfstoffenwinning passen bij de al langer geobserveerde verduurzaming van de beleggingsportefeuille. Tot slot is een duidelijke verschuiving zichtbaar van aandelenbeleggingen naar bedrijfsobligaties. Deze bevindingen duiden eerder op beleggingsbeleid op basis van structurele factoren dan op basis van ‘rebalancing’. Dit speelt vooral bij de sectoren ‘financiële diensten’, ‘handel, vervoer en horeca’ en ‘onderwijs en zorg’.