Ga direct naar de content

Conjunctuurindicatoren bij DNB

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 6 2004

Conjunctuurindicatoren bij dnb
Aute ur(s ):
Reijer, A.H.J. den (auteur)
De auteur is werkzaam b ij de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek van de Nederlandsche Bank. a.h.j.den.reijer@dnb .nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4425, pagina 54, 6 februari 2004 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):

De constructie en het gebruik van conjunctuurindicatoren bij dnb voor het meten en voorspellen van de conjuncturele beweging in de
economie kennen een traditie die bestaat sinds 1985. Sinds 1989 wordt de dnb-conjunctuurindicator voor Nederland maandelijks in esb
gepubliceerd1.
Deze indicator is een nber-type, waarbij de conjunctuur wordt gedefinieerd als deviatiecyclus: de afwijking van de economische
ontwikkeling van zijn trendmatig beloop. Het Hodrick-Prescott-filter berekent de trendcomponent, waarbij er minder dan de gebruikelijke
flexibiliteit wordt toegestaan. Deze beperking heeft twee redenen. De eerste is dat de kortlopende subcycli in het conjuncturele beloop
een relatief minder extreme uitslag vertonen. Dit komt door de inflexibele trend. De tweede reden is dat een inflexibele trend ongevoeliger
voor het eindwaardenprobleem is, omdat deze per definitie minder verandert bij het toevoegen van nieuwe data.
Volgens de conjunctuurindicator is de voorzichtige opleving van de internationale conjunctuur tot op heden aan Nederland voorbij
gegaan. De voorlopende indicator pikt deze internationale trend wel op. De vijf deelindicatoren die aan deze indicator ten grondslag
liggen, kennen immers alle in meer of mindere mate een internationale dimensie.
Naast het repliceren van de maatstaf voor conjunctuur ligt de focus van de voorlopende conjunctuurindicatoren met name op het tijdig
en correct signaleren van toekomstige omslagpunten. De leidende indicatoren worden bovendien gebruikt om de jaarlijkse groeivoet van
het bbp rechtstreeks te voorspellen. De onderliggende voorspelmodellen bestaan voor elk land uit een stelsel lineaire
regressievergelijkingen met een voorspelhorizon die oploopt van een tot vier kwartalen. Feitelijk worden hiermee groeivoetcycli van het
bbp voorspeld. In tegenstelling tot de voorlopende conjunctuurindicator ligt de focus bij de constructie van dit type modellen meer op
de gemiddelde voorspelkwaliteit dan op de omslagpunten. figuur 1

Figuur 1. dnb-conjunctuurindicator

1 M.M.G. Fase en H.C.J. van der Wielen, Grandeur en malheur van de conjunctuurbarometer, ESB, 5 april 1989, blz. 332-336 en 341.

Copyright © 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur