Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht januari 1989

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 26 1989

januari 1989

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen

Met volume van de industriele produktie was in november 1988, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd,
1% kleiner dan in oktober. Toch handhaafde de produktie zich op een relatief hoog niveau; in de eerste
elf maanden van 1988 lag dit 4% boven het niveau van januari-november 1987. Het volume van de
invoer was in oktober 6% groter dan in dezelfde maand van 1987; de uitvoer nam met 4% toe. De voor
prijsveranderingen gecorrigeerde consumptie door gezinnen steeg in november met 4%; het
koopdagenpatroon heeft dit cijfer opwaarts bemvloed. De index van het consumentenvertrouwen
daalde enigszins. Het aantal banen is tussen eind September 1988 en hetzelfde tijdstip in 1987 met
120000, ofwel 2,6% gestegen. De drie in het Conjunctuurbericht opgenomen indicatoren voor
de rente-ontwikkeling zijn in december gestegen. In januari 1989 werd het officiele wisseldisconto
opnieuw verhoogd.
Dit blijkt uit gegevens die medio januari beschikbaar waren. Met ingang van dit nummer zijn in tabel 1
enige nieuwe reeksen opgenomen betreffende de in- en uitvoer exclusief de energie en een met
betrekking tot het aantal uren van uitzendkrachten. De reeks ‘beoordeling orderontvangsten’ is vervangen door de beoordeling van de orderpositie, die van de beurswaarde-index door de CBS-koersindex voor aandelen. In de Focus wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van het prijsindexcijfer
van de gezinsconsumptie.

Produktie
Het volume van de industriele produktie was in november,
voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 1% kleiner dan in oktober. Ondanks deze lichte dating bleef de produktie in de
Industrie op een relatief hoog niveau. Over de eerste elf
maanden van 1988 was het produktievolume ruim 4% groter dan in het overeenkomstige tijdvak van 1987. Vergeleken met dezelfde maand in 1987 bedroeg de toeneming in
november 3%. In vrijwel alle industriele bedrijfsklassen
deed zich een stijging voor; het meest opvallend was de
toename in de basismetaalindustrie (18%).
In de delfstoffenwinning was de produktie in november
nagenoeg gelijk aan die in november 1987. Het produktieniveau in de openbare nutsbedrijven lag in november boven
dat van dezelfde maand in 1987. Door de ontwikkelingen in
de drie genoemde bedrijf stakken resulteerde voor de nijver-

Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeera)

heid (ongerekend de bouwnijverheid) een groei van 3%.
Uit de resultaten van de Conjunctuurtest in de Industrie over
november 1988 bleek dat de index van de orderpositie opnieuw is gestegen, en wel tot een waarde van 114 (1984=
100). Dit cijfer is het hoogste dat vanaf het startpunt van
deze reeks in januari 1984 is gemeten. De laatste dating
werd geregistreerd in april van het vorigejaar. Daarna is het
indexcijfer in een relatief hoog tempo gestegen.
De antwoorden betreffende de beoordeling van de orderpositie geven vanaf medio 1987 een trendmatige verbetering aan. De negatieve antwoorden met betrekking tot de
beoordeling van de orderpositie overtreffen in het algemeen de positieve (nov. -5%). In het kader van conjunctuurberichtgeving is dit niveau-gegeven evenwel minder
relevant; beter kan naar de ontwikkelingen van het saldo
worden gekeken.

CBS-koersindex voor aandelen.algeiaeen

Inuexctjfers I960 -too

L*~sJ

IndBxcijfers 1963 – 100

IAI – voortschrijdend 3->Mndsge«lddeldB
IBI – MandCijfers

(A) – voortscnrijdend 3-MvndigMtdOeldi
IB) – procentuel* )»«r«ot«tit v»n hit
voortachrijdend 3-M*andsge«ldd*ld«

I I I I I I I I I I I I
’80

’85

1

85

’89

’89

IB)

\
\
I I I I I I I I I I I I
J F M A M J J A S O N D
1987

ESB 25-1-1989

J F M A M J J A S O N D
1988

J F M A M J J A S O N D

J F M A M J J A S O N D

95

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/r86 1986
gemidd.

1987

1987
e

4 kw.
VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

Uitvoer. totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Totaal, excl. energie

1
1
1
0
-3
3
6
4
1

2
0

-2

2

2
0

3
15

2
-11

6
5
4
12
0
7
5

Buitenlandse handel (goederen)
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Totaal, excl. energie

0
-6
2
3
0
3
-2
7
4
-4

4

6

3
9
11
-10
4
4
5
-15
5
4

6
11

3
3
3
1
1
2
8
7

3
2
4

4
-1
6
5

Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Investeringen in vaste active
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid
Kwartaa/rekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

2
1
3
2

3

2
-2

3
4

7
5
6
-1

5
6

2

5
1
0
-4
6
4
5
-2
4
-4
3
-1
-24

10
11
13
1
13
9
10
4

13
10
8

1988
e

1 kw.

2 kw.

-4
-24
6
3
1
9
6
8
16
9
3
5
-11

0
-8
2

17

6
7
10
-5

Trend2′

1988
e

e

3 kw.

sept.

5
4
5

dec.

okt.

I
—I
1+

13

6
5

1+

2

-2
5
2
0
4
1
3
2
-2
12

8
7

8

3
13

2
14

3

4

13
13
12
14

15
5
5

13
10

14
-24
6
7

14
-4
8
12

16

-2

18

6
4
3

6
3
0
19
29
5
10

6
8
-1

18
10
7

12
2
13
11
12

4
3

1
1
-1

2

2

3

2

30
10
10

2

8
11

-2

2
1

7

2
2
-3

-2
-1
-9

2,1
1,5
3,2

1,5
1.7
09
,

1.8
1,7
4,2

3,9
3,2
5.1

-12,0
-21,7
2
-17
-6
-16
-7
0,1

-2,3
-4,6
-3
-6
-6
-9
-6

0,2
-0,6
3

-0,7
-2.0
4

-4

1,4
-1,4
-0,5
-2

1,4
0,6

0,1
-26

1,4
0,7
-17

-4
-3
0
0
0,4
0,3
0,4
0,5
-9

0,2
-1,6
1
-2
1
-1
0

9
15
-17

-1

-7

28
-15

4

-15

-13
-17

-2
-15
-1

-15
11

84
108
-12
6

84
102
-14
3

84
100
-13
4

84
101
-9
4

102
-7
3

0
-1
-1
-3
0
2

3
4
2
5
3
4

2
2
1
1
4
1
3

2
1
1
3
3
0
8

2

3,5
4
8
8
8
5,3
6,3
8,0

4,7

3,7
8

1,8
6
4
6
2

4
6
13

3
4
-1

-5
-4

1+
1+

2

2,3
2,7
2,1

1,5
-4,4
1
-3
0
-2
0
2,1

4
5
5
3

2

6

9
4

18
16
36

2,3
2,2
26
.

18

6

9

3
2
5

-7

12

4

2
7

6
7
-2

2

7

I-H1+
1+
1+
1+

PRIJZEN
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen, excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering

-0,7
0,4

-5
-2
-2
-0,4
0,3
1,5
0,7
-15

0,7
0,9
0,4
0,6

-6

2,4
1.0

1,2
0,9
0
1
4
1
3
0,9
0,9
0,3
0,6
2

1,7
1,1
-1
2
6
1
3
0.9
0,9
0,0
0,6
3

1,5
0,0
1
1

0,6
1

1.0
0,9
0,0
0,6
4

4
-17
-8

4
-15
-15

5
-2
6

7
21
31

111
-3
1

113
-5
0

114
-5
0

—
_

5

2
4

0,7
0,9
0,0

1,2

8

OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen1 ‘
(in %)
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
1
Beoordeling orderpositie ‘
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1′ (in %)
Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handet, horeca en vervoer
Overige dienstvertening
Aantal uren uitzendkrachten
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundatre liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
1

(in %)
(in %)
(in %)

13
6
8
5
4,6
5,8
6,3

4
7

0
4,4
5,2
6,3

4,1
4,9

6,5

7
1

3
3
1
8
0,6

3
6
8
3
3,25
4,0
5,9

1

85

2
6
0

85
109
-4
*
2

2

4

4

2
11

3
9

0,3
9

1.4
0
10
6

8
3,25
3,6
5,9

3,9
5,0
6,3

2

9

15

96

1+

I
I++
1
1+
1+
I
I++

7
1

3

—1

I
1

3

‘ Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
21

5
28
-16

1,9
3
10
5
16
4,0
5,3
6,2

4,5

|
1+
I++
I++
I++
—1

5,6
6,2

—1
-1

2,4
3
10
7

15
4.0
5.1
6,0

4,0
5,0
6,0

Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoervan goederen in oktober1988 was
6% groter dan in de overeenkomstige maand van 1987. Dit
is hetzelfde groeipercentage als over het derde kwartaal
van vorig jaar werd gerealiseerd. Over de eerste tien maanden groeide het invoervolume vergeleken met het overeenkomstige tijdvak van 1987 met 8%. In oktober 1988 daalde
het invoervolume van consumptiegoederen met 1%; de import van grondstoffen en halffabrikaten nam fors toe (8%).
Het volume van de uitvoer van goederen steeg in oktober
met 4%. Dit groeipercentage bleef achter bij de relatief zeer
forse stijging van de uitvoer over het derde kwartaal (12%).
Over de eerste tien maanden van 1988 nam het exportvolume met 8% toe. Van de onderscheiden uitvoercategorieen
nam in oktober de export van delfstoffen het meest toe
en wel met 13%. Na forse dalingen in de eerste maanden
van 1988 was het groeicijfer in oktober voor de vijfde
achtereenvolgende maand positief. Omdat de in- en uitvoer
van energie en energieprodukten een eigen specifiek verloop kennen zijn met ingang van dit nummer ook reeksen

exclusief energie opgenomen. Aan de invoerzijde maakten
de energie en de energieprodukten in de eerste tien maanden van 1988 ca. 10% uit van de totale invoer. De ruwe aardolie vormde de grootste categoric (ca. 60% van het energie
totaal); de aardolieprodukten maakten ca. 30% van het totaal uit. Aan de uitvoerkant was het aandeel van de energie
en de energieprodukten eveneens ca. 10%. Hier vormen de
aardolieprodukten veruit de grootste groep (ca. 80% ); het
aardgas maakt ongeveer 20% uit van de totale energie export. Zowel de in- als de uitvoer ongerekend de energie,
namen in oktober in volume met 4% toe. De groeicijfers
over het derde kwartaal van vorig jaar bedroegen respectievelijk 7% en 12%. Over de eerste tien maanden van vorig
jaar nam de invoer exclusief energie met 8% toe, de uitvoer
ongerekend de energie steeg over dat tijdvak met 10%.
Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
in november 1988 was 4% groter dan in dezelfde maand
van 1987. Bij dit relatief hoge groeicijfer kan worden aangetekend dat het koopdagenpatroon in november 1988 het
cijfer opwaarts heeft be’invloed. Niet alleen kende november van vorig jaar een koopdag meer dan de novembermaand van 1987 maar ook vielen de extra koopavonden
voor Sint-Nicolaas in 1988, in tegenstelling tot 1987, voornamelijk in de novembermaand. Het groeicijfer van het
uitgavevolume aan duurzame consumptiegoederen (6%)
werd sterk door deze omstandigheden be’invloed. Binnen
deze bestedingscategorie daalden echter opnieuw de aankopen van nieuwe personenauto’s. De consumptie van
voedings- en genotmiddelen nam, voor prijsveranderingen
gecorrigeerd, met 5% toe; de bestedingen aan overige
goederen en diensten stegen met 3%.
Volgens het consumenten-conjunctuuronderzoek is het
vertrouwen van de consumenten in de ontwikkeling van de
Nederlandse economie in december ten opzichte van november iets afgenomen. De vraag naar het oordeel over de
economische situatie in de afgelopen 12 maanden werd in
december opvallend positief beoordeeld. Daarentegen

achtten de consumenten de tijd duidelijk ongunstig voor
het doen van grote aankopen.
Koersindex
De CBS-koersindex voor aandelen algemeen, bereikte in
december een gemiddeld niveau dat 28% boven dat van
dezelfde maand in 1987 lag. Deze koersindex geeft de ontwikkeling weer van het gemiddelde koersniveau van gewone aandelen in procenten van het gemiddelde koersniveau van ultimo 1983 en vervangt in het Conjunctuurbericht de beurswaarde-index.

Faillissementen
In 1988 werden 3 847 faillissementen uitgesproken tegenover 3 785 in 1987. Voor het eerst na 1982 was er weer een

stijging en wel van 2%. In 1982 bereikte het aantal uitgesproken faillissementen het hoogst geregistreerde niveau
op jaarbasis.

Aantal banen
Eind September 1988 bedroeg volgens de Kwartaalstatistiek werkzame personen het aantal banen van werknemers
4 830 000. Dit waren er 120 000, ofwel 2,6%, meer dan per
ultimo September 1987. Aan het eind van het eerste en
tweede kwartaal van 1988 werden er ten opzichte van de
overeenkomstige tijdstippen een jaar eerder groeicijfers
van respectievelijk 1,9 en 2,3% geregistreerd.
Aantal uren uitzendkrachten
In het derde kwartaal van 1988 lag het aantal door uitzendkrachten gewerkte uren 9% boven het niveau van het overeenkomstige tijdvak van het jaar daarvoor. In het eerste en
tweede kwartaal werd een groei van respectievelijk 8 en
11 % geregistreerd (zie grafiek 3). De reeks ‘aantal uren uitzendkrachten’, die nieuw in het Conjunctuurbericht wordt
opgenomen, is gebaseerd op de kwartaalstatistiek uitzendbureaus van arbeidskrachten. Alle uitzendbureaus worden
in deze statistiek geenqueteerd. Het aantal uren wordt

gemeten door middel van een vraag naar het aantal mensuren dat de uitzendbureaus tegen vergoeding ter beschikking stellen aan derden.
Geld en krediet
Zowel het rendement op staatsobligaties, indicator voor de
rente op langere termijn, als de daggeldmarktrente en het
wisseldisconto lagen in december op een hoger niveau dan
in november. Gemiddeld over 1988 als geheel was het rendement op staatsobligaties met 6,1% iets (-0,2%) lager
dan in 1987. Het gemiddelde niveau van de daggeldmarktrente (4,4%) was 0,8%-punt lager dan in 1987. Zowel het
rendement op staatsobligaties als de daggeldmarktrente
lagen in de eerste he Ift van 1988 op een duidelijk lager
niveau dan in de tweede helft van dat jaar. Het officiele
wisseldisconto werd, na een verlaging in januari 1988, in de
tweede helft van vorig jaar vier keer verhoogd met in totaal
1,25%-punt. Medio januari 1989 volgde een verdere verhoging met 0,5%-punt tot een niveau van 5%.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Rente
In procenten (maandcijfersl

Aantal uren uitzendkrachten
Procentuele kmrtaaliiutaties t.o.v. voorgaand jaar

————— – MisselOisconto
……….. . daggelOMrktrente
—- – rendCMnt op stHtsobllgatle!

1

I

1

1

II

III
1987

:« ESB 25-1-1989

1

I»

I

II

III
1966

I)

J F M A M J J A S O N D

1987

J F M A M J J A S O N D
1966

97

label 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland

Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor. tenzij anders aangegeven
1987

1982/’86 1986
gemidd.

1987

1988

e

e

4 kw.

1 kw.

Trend2′

1988
e

2 kw.

e

3 kw.

sept.

dec.

okt.

Produktie nijverheid.

excl. bouwnijv. (volume)
Bondsrepubliek Duitsland

3

2

2

1

3
5
4

0

Belgie

2

1+
1+
1+
1+
1+

3

2

Frankrijk
Verenigd Koninkrijk

1
3

1
2

2
4

Italie

1

3

3

4
6

3
4
3

Verenigde Staten
Japan

5
4

1
0

4
3

6
10

6
10

Europese Gemeenschac
Buitenland (gewogen)”
Nederland

2
2
3

2
2
0

2
2
1

4
4

3
3
0

1,9
5,0
6,3
4,8
10,1

-0,2
1,3
2,5
3,4
5,8

0,3
1,6
3,3
4,1
4.8

1,0
1,5
3,2

0,9
1,0
2,4
3,3
5,1

1,0
1,0
2,5
4,3
5,0

1,2
1,1
2,8
5,5
5,0

4,9

4,5

3,9
0,2

4,6

4,6

0,7

4,0
0.8

0,6

2,8
-0,4

2,5
0,4

2,8
0,7

3,5
0,9

1+
1+

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

Verenigde Staten
Japan

3,2
1.7

1,9
0,6

3,7
0,1

Europese Gemeenschap

6,4
2,1

3,5
0,1

2,9
-0,7

Nederland

4,1
5,4

1,4
1,2
3,0
5,9

1,6
1,6
3,0
6,4
5,2
4,2

1+

0,6

4,3
1,1

1,2

1

3,8
0,9

3,9
0,7

4,1

1,0

1,6
1,9
3,1

1
I
1+
1+
I++

1,3
1,4
3,0
6,4
4,8

5,4

1,2

1+
1

Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
11
Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
‘ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan !5%.
i
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.

Focus: Prijsstijging gezinsconsumptie in 1988 gering en laag t.o.v. het buitenland
Het jaargemiddelde van de prijsindex voor de gezinsconsumptie lag in 1988 op 100,1 (1985=100). Ten opzichte van
het jaargemiddelde van 1987 betekent dit een stijging van
0,7%. In 1987 werd ten opzichte van het voorgaande jaar

zijn (Bondsrepubliek Duitsland, Belgie en Frankrijk) had
Nederland met een toename van 0,7% de laagste stijging.
In de Bondsrepubliek Duitsland lag het prijsniveau, evenals
in Belgie, 1,2% boven het niveau van 1987, in Frankrijk

nog een dating van 0,7% geregistreerd.

2,7%.

Evenals in 1987 vonden in 1988 de sterkste prijsstijgingen
plaats bij de categorieen medische verzorging (2,3% in
1988, 2,6% in 1987) en vervoer en communicatie (1,5% in
1988, 3,5% in 1987).

Ook van de landen waarvoor inmiddels de prijsindexcijfers
tot en met november bekend zijn (het Verenigd Koninkrijk,
de V.S. en Japan) had Nederland voor het vergelijkbare tijdvak van december 1987 – november 1988 de laagste prijsstijging (zie grafiek 6). Het verschil met Japan was echter
klein.
Ook in 1987 had Nederland van de genoemde landen de
geringste prijsstijging; ons land kende toen zelfs als enige
een prijsdaling.
Het verschil in prijsstijging tussen Nederland en de genoemde landen was in 1988 kleiner dan in 1987. In de BRD,
de V.S., het Verenigd Koninkrijk, en Japan was de prijsstijging in 1988 iets groter dan 1987, in Belgie en Frankrijk
daarentegen iets kleiner.

De prijsstijging bij medische verzorging werd vooral veroor-

zaakt door de stijging van de tarieven van de intra- en semimurale verpleging (5,2%). De stijging bij verkeer en communicatie werd voornamelijk veroorzaakt door de stijging
van de aankoopprijzen van voertuigen.
Overigens was de spreiding van de prijsmutaties tussen de
onderscheiden categorieen in 1988 iets kleiner dan in 1987
(zie grafiek 5). Internationaal gezien was de stijging van het

prijspeil van de gezinsconsumptie in Nederland in 1988 gematigd. Van de landen waarvoor thans jaarcijfers bekend

Prijsindex gezinsconsunptie

Prijsindex gezinscon.jump tie
Procentuele jaarnutat ԉۢies per artikelgroep

„,,

Huur,verw.,verlicht (27)
Kleding, schoeisel

Procentuele jaarmutatie van het voortschr. 12-maandsgem.

—•

(7)

0———

Voeding, drank, tab. (21)

o-

-•

Ontwikk.,ontspann. (8)
Meub.,huish.app.

(

f«

=f

(7)

Ov.goed.en dienst. (7)
Medische verzorg. (11)
Vervoer en comm.(11)

Totaal
Q————— 1WTLU.IIM

—•
o—

(100)
_4

—3

2

)

1
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D
1967
I960
1986

98