Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht januari 1988

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 27 1988

januari 1988

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld doorde hoofdafdeling Nationale rekeningen

Met volume van de industriele produktie was in november, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 1%
groter dan in oktober. Vooral door het in november opnieuw sterk gestegen produktievolume in de
delfstoffenwinning lag de produktie in de nijverheid (exclusief bouwnijverheid) 4% boven het niveau
van oktober. Uit de conjunctuurtest over november bleek dat de orderontvangst in de industrie is afgenomen. De index van de orderpositie daalde opnieuw; na mei 1984 is dit cijfer niet meer zo laag
geweest. Het volume van zowel de invoer als de uitvoer van goederen was in november 15% groter dan
indeovereenkomstige periode van 1986. De binnenlandseconsumptiedoorgezinnen was in november 1% groter dan in dezelfde maand van 1986. Het vertrouwen van de consumenten in de ontwikkeling van de economie is in december ten opzichte van november licht gestegen. Het prijsindexcijfer
van de gezinsconsumptie is vorig jaar tussen midden november en midden december met 0,2%
gedaald. Gemiddeld in 1987 lagen de prijzen 0,5% lager dan in 1986. De beurswaarde-index (algemeen) daalde in december met 4% ten opzichte van november. In 1987 is het aantal faillissementen
gedaald; dit was het vijfde achtereenvolgende jaar dat zich een dating heeft voorgedaan. Het totaal
aantal banen van werknemers aan het einde van het derde kwartaal van 1987 is met 1% toegenomen
vergeleken met het overeenkomstigetijdstip van 1986. In nagenoeg alle bedrijfstakken heeft zich, ten
opzichte van het eerste halfjaar van 1987, een afneming van de groei voorgedaan. De koers van de
Amerikaanse dollar zakte in de loop van december van fl. 1,86 naar fl. 1,80. Na een licht herstel in de
eerste week van januari, volgde medio januari een scherpe stijging. Op 8 januari vond opnieuw een
verlaging van het officiele wisseldisconto plaats, en wel van 3,75% naar 3,5%.
Dit blijkt uit gegevens die medio januari beschikbaar waren. In de Focus wordt nader ingegaan op de
ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in Nederland en in het buitenland.
Produktie
Het volume van de industriele produktie was in november,
voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 1% groter dan in oktober. Het produktie-niveau in de industrie kenmerkt zich al
geruime tijd door geringe maandfluctuaties. Vooral door
het in november opnieuw sterk gestegen produktievolume
in de delfstoffenwinning (+16%) lag de produktie in de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) 4% boven het niveau
van oktober.
Vergeleken met november 1986 bedroeg de groei van de
industriele produktie 2%. De chemische industrie en de
papier- en grafische industrie leverden hieraan opnieuw
sterk positieve bijdragen. De elektrotechnische industrie
kende een groei die lager was dan het industriele gemiddelde. Het produktievolume in de voedings- en genotmiddelen- en in de basismetaalindustrie nam af. De groei van

Produktie industrie (volume – seizoengecorrigeerdl

het meest recente 12-maandsgemiddelde van de totale
industriele produktie bedroeg 0,8%. Dit groeicijfer blijft
achter bij de stijging over 1986 die 1,5% bedroeg. Over
1985 was de groei 2,3%. De produktie in de delfstoffenwinning lag in november 11 % boven het niveau van de overeenkomstige maand van 1986. De produktiegroei in de nijverheid (4% t.o.v. november 1986) was vooral door deze ontwikkeling duidelijk groter dan die voor de industrie.
Uit de resultaten van de conjunctuurtest over november
bleek dat de orderontvangst in de industrie is afgenomen.
Vooral ondernemers in de consumptiegoederen- en investeringsgoederen industrie gaven een dalende orderontvangst aan. De index van de orderpositie daalde opnieuw.
Na mei 1984 is dit cijfer niet meer zo laag geweest als in
november 1987. Desalniettemin verwachtten de ondernemers dat de bedrijvigheid in de komende drie maanden

Aantal banen van uerknemers

Indexci] fer-s 1980 = 100
– — * nanoel. horeca e

J

F

M

A

M

J

ESB 20-1-1988

J

A

S

O

N

D

J

F

M

A

M

J

J

A

S

O

N

D

93

(december 1987 – februari 1988) zich op het niveau van
november zal handhaven.

Buitenlandse goederenhandel.
In november was het volume van zowel de invoer als de uitvoer van goederen 15% groter dan in de overeenkomstige
maand van 1986. Bij dit hoge groeicijfer moet worden
bedacht dat het niveau van de in- en uitvoer in november
1986 relatief laag was. Zoals bekend geven de groeicijfers

van de import en export op maandbasis een sterk fluctuerend verloop te zien. Een beter beeld van de ontwikkeling
wordt verkregen door deze reeksen over een wat langere
periode te bezien. De volumegroei van het meest recente

12-maandsgemiddelde (dat loopt van december 1986 tot
en met november 1987 endustendeertnaarhetjaaraccres)
bedroeg voor de totale invoer van goederen bijna 7%. De
grootste toename vertoonde de import van consumptie-

goederen (13%). Zowel de invoer van grondstoffen en halffabrikaten als die van investeringsgoederen steeg met 6%.

Het groeicijfer van het meest recente 12-maandsgemiddelde van de uitvoer van goederen was ruim 4,5%. De voor
prijsveranderingen gecorrigeerde uitvoer van delfstoffen
daalde in deze periode met 2% (ondanks forse stijgingen in
oktober en november). De export van fabrikaten nam toe
met 5%; binnen de fabrikaten kende de uitvoer van voedings- en genotmiddelen het hoogste groeicijfer (8%), terwijl de export van aardolieprodukten een negatieve ontwikkeling toonde.

Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in november 1% groter dan in dezelfde maand van
1986. Deze toename volgt op een groei van 4% in oktober.
De eerste drie kwartalen toonden afnemende groeipercentages.
De bestedingen aan voedings-en genotmiddelen lagen in
november1987 op een lager niveau (-4%) dan in november
1986. De uitgaven aan duurzame consumptiegoederen
namen iets toe (1%). Een verschillend koopdagenpatroon in
de novembermaand van beide jaren heeft deze percentages
negatief be’invloed. November 1987 kende een maandag

meer en een zaterdag minder dan november 1986, terwijl
bovendien de voedingsaankopen voor zondag 1 november
1987 in de maand oktober hebben plaatsgevonden. Dit verklaart voor een deel het relatief hoge groeicijfer voor deze
categorie in oktober. De uitgaven aan de overige goederen
en diensten stegen in november met 2%.
Het vertrouwen van de consumenten in de ontwikkeling van
de economie is in december ten opzichte van november
licht gestegen. Op de vijf vragen waarop de index van het
consumentenvertrouwen is gebaseerd werd in december
7% meer negatieve dan positieve antwoorden gegeven. In
november bedroeg dit saldo nog 8%. Vergeleken met november werd de beantwoording van de vraag naar de eigen
financiele situatie duidelijk positiever, daarentegen achtte
een groter aantal consumenten de tijd om grote aankopen
te doen ongunstig.

Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is vorig jaar

tussen midden november en midden december met 0,2%
gedaald. Ten opzichte van december 1986 daalden de consumptieprijzen eveneens met 0,2%. Gemiddeld in 1987

lag het prijsindexcijfer 0,5% lager dan in 1986. Omdat de
invoerprijzen in november 1987 ten opzichte van november
1986 sterker daalden dan de uitvoerprijzen (-4% resp.

-1%) verbeterde de ruilvoet met 3%. De laatste keer dat de
ruilvoet zich bij deze wijze van vergelijken positief ontwik-

kelde was in September 1986 (1%).

Beurswaa rde-i ndex
De koersen op de Amsterdamse effectenbeurs zijn in
december voor de vierde achtereenvolgende maand gedaald. Het gemiddelde van de beurswaarde-index daalde
met 4% ten opzichte van november naar een gemiddeld
niveau van 224 (1970=100). Dit is bijna een kwart lager dan
het gemiddelde over december 1986.

Faillissementen
In december vorig jaar werden 310 faillissementen uitgesproken; 4% minder dan in december 1986. In 1987 bedroeg het totaal aantal faillissementen 3 785. Dit aantal
ligt 15% onder dat van 1986. De ontwikkeling van het aantal faillissementen toont nu al voor het vijfde achtereenvolgende jaar een daling.

Arbeidsmarkt
Met ingang van dit nummervan het Conjunctuurbericht zijn
de gegevens over de arbeidsmarkt uitgebreid. Per kwartaal

worden de mutaties van het aantal banen, gespecificeerd
naar bedrijfstakken, opgenomen. De reeksen worden ontleend aan de kwartaalstatistiek Werkzame Personen. Het

totaal aantal banen was aan het einde van het derde kwartaal van 1987 1% groter dan op het overeenkomstige tijdstip
in 1986. In nagenoeg alle bedrijfstakken heeft zich, ten
opzichte van het eerste half jaar van 1987, een af neming van
de groei voorgedaan.

Geld en krediet
In de loop van december is de koers van de Amerikaanse
dollar verder gezakt. Begin december werd voor de dollar

fl. 1,86 betaald, eind december was dit fl. 1,80. Op de eerste
werkdag van 1988 zakte de koers naar fl. 1,78. De eerste
week van januari Met echter een licht herstel zien, gevolgd
door een scherpe stijging in het midden van de maand (zie
grafiek 3).
Nadat eind 1987 het officieel wisseldisconto door De
Nederlandsche Bank in drie stappen van 4,5% naar 3,75%
werd verlaagd, vond op 8 januari opnieuw een verlaging
plaats naar 3,5%. In de laatste acht jaar is het wisseldisconto niet lager geweest. Alleen in maart en april 1983 was
het wisseldisconto ook 3,5%. In samenhang met de ver-

lagingen van het wisseldisconto daalde de daggeldmarktrente in december naar een gemiddeld niveau van 4,5%.
Dit is het laagste percentage na maart 1983, toen dit rentepercentage 4,4% bedroeg.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaande jaar. tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Rente

DoUarkoers

A

1

14

A

decenber

94

18 21

21 2B

3Q 1

8 11

15 IB

J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N DlJ F M A M J J A S O N D
1985
I
19B6
I
1987

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor. tenzij anders aangegeven
1981/’85 1985

1986

gemidd.

1986
e

4 kw.

1987
e

1 kw.

Trend2′

1987
e

2 kw.

e

3 kw.

sept.

okt.

nov.

-1
-11
1

-4
-24
0

7

4
11

0

2

-3
5
6

-1

dec.

-4

VOLUMEGEGEVENS
Pmduktie in de nijverheid

Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie

Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

2
1
2

4
9

2
1
1

2
2
2
1

2

5
7
-1
0

6
1
-2

3
2
2
-S

4
4
4
-10

5

7
4
4

0

0

-6
1

-8
1
2
-2
2
5
9
3
-3
5
-5

2
-1
4
-1

7
5
-4
2
0
5
15

3
8
0
-1
-4
-1

6
3
2

-3
2
-5

6
34

7
-3

6
3
11
27

. 8

1
-7

2

2
0
5
13
7

1

7

7

4

3

10

8
-7

5
7

-2
-3
1
-8

8
_2

1
1
1
1
_I
1+
I++
I++
1+
1+
1
-1
1+

-2

-2
-1

-5

7
7
15
2

10

13

-1
1

-5
-29

Buitenlandse handel (goederen)

Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen

5
2
10
3
4

Investeringsgoederen

Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten

4

-3
5

15

22

5
6
10
5

4
3
9
11
-9
4
5

-14

8
11
9
-7

4
9
-17
6

4

-15
5
3
1
6

2
1
5

3

5

3
6
8

6
4
5

2
1
8
2
-1

20

15
14
20
13
18
15
5
25

4

7

15

1

4
3
7

-4
1

10
17
5
7

7

2
4

3
11

-18
2

-19

3
11
-34

3

2
3
4

2
1
2
0
7

3
5
8
-10
-2
7

5

I++
I++
I++
I++
1+
I++
1+

Consumptieve bestedingen van gezinnen

Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Ouurzame Consumptiegoederen
Textiel, kleding. schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting

Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen

Overige goederen en diensten
Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten
Investeringen in vaste active
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid

0
0
-1
-2
-1
3
-3
1
2

0
2

3
-3

Kwartaa/rekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

1,4

1,5
1.8

2

0
3
2
2
8
2

5
11

2

2

4
1

2

5
8
-8

5

3
7

10
-9

2,4
2,9
2,7

2,3

1,0
0,3
1
1
2
2,3

-12,0

1,7

3,3

2
4
-1
8
6

4

2

-4

-3
-9
6
-8

7
1

4

8
0
3

4

7

3

2

2

-2
2

4

2

2
1

2
2

2
0
2

10
13
-9

8
8
4
2,2
2,9
-0,7

-7,1
-13,1

-2,5
-4,2

14

0,6
0,6
-0,9

-12,3
-21,5
-4
-17
-20
-0,2
1,1
1,8

1+
1
1+
1+
I++

4
4
2

2,3
2,8
0,8

1

6
-4
2
3

1+
1

2

3
2
I++
I++

1+
1+

PRIJZEN

Producentenprijzen industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering

2,5
2,5
1
2
3

-21,7

2
-17
-16
0,2

3,6
3,0
-0,6
0,8

1,3
-1,0
-0,1

7

4

0,6
0,1
-26

24

-4
26
-14

9
15
-17

1,4

0,2
-22

-5

-5

-13
-18

-7
-1 1

-1,2

-1.0
0,4

0,8
1,2

0,8

0,3
-3

0,4
-0,4

_
—

1,2
0,6

0

0

3

-3

-2
-2

-4
-1

0,1

0,5
-11

-0,1
0,3
1,3
0,5
-17

-0,2

0,2
1,6
0,5
-10

-7
-23
-4

-2
-5
0.2

-4

0,2
0,3

0,3

-22

1,2
0,6
-20

1,4
0,5
-12

8
6
-6

-1
9
-23

16
-13

1
12
-10

-6
4
-20

-8
-19
-28

84
103
-14
5

84
102
-16
4

84
103
-16
2

102
-15
1

101
-15
2

100
-18
3

1
-4
1
1

2
4
1
0
4
1

1
7
1
0
3
1

5
8
3
7
-1
4,5
5.2
6.1

4
12
4
7
0
4,5
5,0
6,5

0,6

1,6

-18

OVERIGE INDICATOREN

Consumentenvertrouwen ”
Beurswaarde-index, algemeen
Uitgesproken faillissementen

{in %)
7

Conjunctuurtest industrie
Bezettingsgraad
(in °/o)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten ‘ >
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1′ (in %)

Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties

85
105
-9
4

84
108

84
105

-13

-16
5

6

0
0
-2
-6
1
2

3
4

3

4

5
0
8
7
10

(in %)
(in %)
(in %)

2
-3
1
1
2

5

5
12
6
8

6
8

4

13
-11

2
5
3

6,2
7,3

7
10
5,3
6,3

4,6
5,8

9,0

7,3

6,3

4

3
2
1
7
3
3
5
13
6
8
4
4,5
5,7
6,2

3
1
5

18
4
7
0
4,5
5,6

6,1

-3

-1

+
+
+

3
9
4
9
-1
4,5
4,9
6,7

2
3
3
5
1
4,5

5,3
6.9

+
++
+
++
4,0
4,7
6,3

3,75
4,5
6,2

11

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
I Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.

2

—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; IH tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.

ESB 20-1-1988

95

label 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland
1981/’85

1986

1985

1986

1987

gemidd.
kw.
Produktie nijyerheid,
excl. bouwnijv. (volume)

1e kw.

Trend2′

1987
e

e

2 kw.

3 kw.

sept.

-1

0

0

0

2
4
2

2
3
2

1
4
6

6
5

5

okt.

% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
^

Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

1

2
2
1
1
3

-2
0
3
4

-1

3
0

6
2
1
5
1

1

5
2
2
4

Verenigde Staten
Japan

3
5

2
4

1
0

1
_^

1
1

3
1

5
5

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)”
Nederland

0

3

2
1
3

1
1
1

2

0

1
1
0

2

4
4

2
2

2

2
2

-1

-4

1

4

3.3
6,9
8,7
6,0

-0,3
1,3
2,5
3,4
5,8

-1.0
0.7
2.1
3.4
4,4

-0,5
1,1
3.2
4,3

0,1
1,6
3,4
4,2
4,4

0,6

12,7

2,2
4,9
5.8
6.1
9,2

2,0
3,4
4,3
4,9

0,4
1,8
3,2
4,1
5.1

0,9
1,7
3,2
4,5
5,6

1,0
1,5
3,2
4,2
5,4

Verenigde Staten
Japan

4,3
2,2

3,6
2,2

1,9
0,6

1,3
-0,2

2,2
-0,9

3.8
0,1

4,2
0,4

4.3
0,8

4,5
0,7

4,6

Europese Gemeenschap
Nederland

7,8
3,6

6,1
2.3

3,6
0,2

2,9
-0,2

3,0
-1,2

3,3
-1,0

3,3
0,2

3,2
0,2

3,4
0,1

3,4
-0,1

2
2
1

0

1

3

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk

Italie

3,9

0,2
+
+
+
+

0,8
+
-0,2

Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
11
Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1985.
‘ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.

Focus: Daling consumptieprijzen 1987 uniek.
Het jaargemiddelde van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie kwam in 1987 uit op 122,3 (1980=100). Ten

opzichte van het gemiddelde over 1986 daalden de prijzen
vorig jaar met 0,5%. In de naoorlogse periode heeft zich
nog niet eerder een daling van het jaarcijfer van dit prijsindexcijfer voorgedaan.ln het begin van de tachtiger jaren
stegen de prijzen nog fors. Zo vond in 1981 een stijging
plaats van 6,7% en in 1982 van 5,9%. Daarna liepen de jaarlijkse prijsstijgingen terug. In 1986 lagen de prijzen nagenoeg op hetzelfde niveau als in 1985.
De prijsdaling in 1987 werd voor een belangrijk deel veroor-

In tegenstelling tot de ontwikkeling in ons land stegen in de
Bondsrepubliek Duitsland de prijzen in 1987, en wel met
0,2%. Over 1986 werd daar een prijsdaling van 0,3% gemeten. Van een aantal overige landen zijn inmiddels de prijsindexcijfers tot en met november bekend. In al deze landen
is de procentuele mutatie van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde (december 1986 – november 1987)
ten opzichte van het gemiddelde van de twaalf maanden
daarvoor (december 1985 – november 1986) positief. Het
verschil tussen het Nederlandse cijfer en dat van de Europese Gemeenschap was in november opgelopen tot 3,7%
(zie grafiek 6).

zaakt door lagere tarieven voor gas en elektriciteit, waardoor bij de groep verwarming en verlichting ten opzichte
van 1986 een prijsdaling plaatsvond van 22,1%. Ook voe-

dingsmiddelen en kleding en schoeisel gingen in prijs
omlaag. Duurder werden met name medische verzorging
(vooral verpleging: 6,0%), vervoer en verkeer (vooral auto’s:
3,7% en hun onderhoud: 4,2%) en overige goederen en
diensten (1,7%).

Prijsindex gezinsconsumptie

Prijsindex gezinsconsumptie

Totaal

Goedkoper:

Kleaing en schoeisel

Duurder:
Ontmkkeling, ontspanrung
Overige goederen en Oienstei
verkeer, vervoer

-5

-4

-3

-2

1

n 1980

96

0

1

2

3

J F M A M J J A S O N O J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D
1987
19B6
1985