Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht december 1988

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 21 1988

december 1988

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen

In oktober was het volume van de industriele produktie, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 2%
groter dan in September. Vergeleken met het niveau van oktober 1987 lag de produktie in de Industrie
ruim 4% hoger. Uit de conjunctuurtest over oktober bleek een verder oplopend indexcijfer van de
orderpositie. Het aantal woningen, waarvan in het derde kwartaal met de bouw werd begonnen lag 9%
boven dat van het overeenkomstige tijdvak in 1987. In September werd de tendens van relatief hoge
groei van de buitenlandse goederenhandel voortgezet. Het volume van de invoer was in September
6% groter dan in dezelfde maand van 1987; de uitvoer nam met 10% toe. Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen was in September 4% groter dan in September vorig jaar. Voor het
derde kwartaal kwam de consumptiegroei hiermee uit op 1,8%; de groeipercentages voor het eerste
en tweede kwartaal bedroegen respectievelijk 1,4% en 0,8%. Het vertrouwen van de consumenten in
de ontwikkeling van de Nederlandse economic is volgens de index van het Consumentenvertrouwen
in november verder toegenomen. Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden
oktober en midden november met 0,2% gestegen. Zowel de in- als de uitvoerprijzen (unit value)
namen in het derde kwartaal met 1% toe ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Deze
stijging volgt op een periode van prijsdalingen, die in het eerste kwartaal van 1986 begon. De rente
is in de eerste twee weken van december gestegen.
Dit blijkt uit gegevens die medio december beschikbaar waren. In de Focus wordt nader ingegaan op
enige jaarcijfers over 1988.

Produktie
Het volume van de industriele produktie was in oktober,
gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 2% groter dan in September. Vergeleken met dezelfde maand in 1987 lag het
niveau van het industriele produktievolume in oktober ruim
4% hoger. Afgezet tegen het overeenkomstige tijdvak van
1987 groeide de produktie in de Industrie in de eerste tien
maanden van dit jaar met 4%. In 1987 als geheel nam de
produktie met 1% toe, het groeipercentage over 1986 was
2%. Gemiddeld over de eerste tien maanden van dit jaar
groeide de produktie in de basismetaalindustrie het meest
(9%). Ook de papier- en grafische industrie en de hout- en
bouwmaterialenindustrie kenden gemiddelde groeicijfers
die duidelijk boven dat van de industrie als geheel lagen.
Het gemiddelde groeipercentage in de overige bedrijfsklassen van de metaalindustrie en in de voedings- en genot-

middelenindustrie lag in de eerste tien maanden van dit jaar
onder dat van de totale industrie. Het produktie-niveau in de
textiel-, kleding- en lederindustrie bleef nagenoeg onveranderd. Volgens de resultaten van de conjunctuurtest in de
industrie over oktober steeg het indexcijfer van de orderpositie naar een niveau van 113 (1984=100). Met name de
investeringsgoederenindustrie droeg, door enkele grote
orders, aan dit relatief hoge cijfer bij. In het derde kwartaal
werd met de bouw van ruim 23 duizend woningen begonnen, dit is 9% meer dan in het overeenkomstige kwartaal
van 1987. Voor de eerste drie kwartalen van dit jaar komt de
groei hiermee op 13%.

Produktie industrie (volume – seizoengecorrigeerd)

Begonnen woningen

Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen was in September
6% groter dan in dezelfde maand van 1987; het uitvoer-

Indexcijfers 1980 = 100

110——^a.

|

1

1 1 I

1 1 1 1 I
1987

ESB 21/28-12-1988

!

I

I

1

1

1

1
1966

1

1

1

1

I I
III IV
1983

I I I
I

II III
1984

1
IV

I

1
II

1
III

19B5

I
IV

I

I
II

I
III

19BE

I
IV

I

I
II III
1967

I

1
IV

I

1

1

II III
1968

IV

1237

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
198V85 1986
gemidd.

1987

1987
e

4 kw.

1988
e

1 kw.

Trend2′

1988
e

2 kw.

e

3 kw.

aug.

sept.

okt.

nov.
•

VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
DeKstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
Buitenlandse handel (goederen)
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
I nvesteri ngsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Oelfstoffen
Fabrikaten

2
1
2
1
1
1
7
7
-1
1

3
2
2

-5
S
5
2

10
3
4
4
-3
5

Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie. totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten

1

0
0
-1
-1
4
-4
1

2
1

0
-6
2
3
0
3
-2
7
4
-4
2
0

3
15
4
3
9
11
-10
4

-3
3
6
4
1
2
-2

-2
2
-11
6

6
11
3
4

2
5
1
0
-4
6
4
5
-2
4
-4
2
-1
-24

10
11
13
1
13
10

5
-15
5

5
6
-1
5

3
2
7

3
2
5

4

5

5

8

7
11

8

6

3

2
2
2

2
2
2

7
4
3
3
3
3

2

Investeringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid

3
-2

8
11
-7

Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

1,4
1,5
1.8

1,5
3,2

2

1
1
1
0

2.1

2

4

13
10

3
7

6
13
4

4
4
4

3

7
7

1
—1
1+
1
1
I++

7

13

4

14

12

I-H1+
I++
I++
|

6
9

7
54

6
-2

-4
-24

0
-8

4

4

2
-1

6
3
1
9
6
8
16

2

4

2

8
7

7

17

2
-2
5
2
0
4
1
3
2
-2
12

6

13

6

13

6

I++

7

13

4

12

I-H-

10

12
13
16
10

3
18
11
12
2
13
11

13
19
11
24

3
0
19

2
1
1

2
0

4
5

1

2

4

1+
1+
I++
—1
1+

2

2

3

9
3
5
-11

-5

15
5
14
-24
6

14
-4
8

1
1

1
1

3
3
9
-7

-2
1
2
-12
2
2
2
2

4
1
-4
3

-3

-2
-1
-9

1.5
1,7
0,9

3,9
3,2
5,1

0.2
-1.6
1

17

3
24

1

I-HI++
I-H-

29
10

I-H-

-2
30

I++
—|
I++

10

1

1
|
1+

2,3

4,2

2

1.8
1,7

18

1+
-1

9
9

I++

16

36

5

1+

1+
1+
1+

I-H-

2,7
2.1

PRIJZEN

OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen * ‘
Beurswaarde-index, algemeen
Uitgesproken faillissementen

2,5

-12,0

2.5
1
2

-21.7

-2,3
-4,6

0,2
-0,6

-0.7
-2,0

2

-3

3

-17

-0,7

-0,4

0,4
1,4
0,7
-17

0,3

7

-16
0.1
1,4
0,6
0,1
-26

-6
-9

-4

3
3.5
3.0
-0.6
0.8

4
-4
0
0,4

1.5
0,7
-15

0,3
0,4
0,5
-9

0,8
0,4
0.5
-6

24
-7

Producentenprijzen industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering

9
15
-17

-1
5
-15

-7
-13
-17

-2
-14
-1

-15
11

4
-17
-8

84
108
-13
6

84
102
-15
3

84
100
-15
3

101
-9
4

85
102
-8
2

85
109
-6
2

3

2
2
1

(in %)

Conjunctuurtest industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten1 ‘
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1) (in %)
Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
11
21

-2

4

2

3
3

4
2

1
1
1
3
3
1

3.8
0
8
7

4.7
13
6
8

10
6,2
7,3
9.0

5

3,7
8
4
7
0
4.4
5,2
6,3

1,8
6
4
6
2
4,1
4,9
6,5

0
0
-2
-6
1
2

(in %)
(in %)
(in %)

4

2

4,6

5,8
6,3

84

2
7
0

3
3
2

-2
-1
0.7

1

1.2
0,9
0
1
1
0,9
0,9
0,3
0,5
2

1,4
1,1
0
0

1.7
1 .0
-1
2
1

1,8
0,2

0,9
0,9
0.4

0,9
0,9
0,0
0,5
3

0.7
0,9
0,0
0,5
1

17

4
-15
-15

5
-3
6

108
-9
3

111
-4
1

113
-9
0

1

0,5
2

7

-18

1.0

4

7

20
31

0,6
3
6
8
3
3,25
4.0

9
8
3,25
3,6

5,9

5.9

0.3
2
9

—1
1+
[

I
1+
1
1+
1+

2
6
0
2
3
2

1

1,4
0
10
6
15
3,9
5,0
6,3

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.

1238

—

1,4
5
11
7
17
4,0
5,0
6,4

1
1+

1,9

3
10

I-HI++
I-H-

5
16
4,0

4.0

4,0

—1

5,3
6,2

5,1
6,0

5,0

—1

6,0

-1

volume nam met 10% toe. Hiermee wordt de tendens van
relatief hoge groei van de buitenlandse handel voortgezet.
De procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdende twaalfmaandsgemiddelde (oktober 1987-september 1988) bedroeg zowel voor de invoer als voor de uitvoer bijna 9%. Na 1979 zijn groeipercentages in deze orde
van grootte niet meer voorgekomen. In het derde kwartaal
was het invoervolume 6% groter dan in hetzelfde tijdvak

van 1987. Deze stijging blijft achter bij de uitzonderlijk hoge
groei die in het tweede kwartaal geregistreerd werd (13%);

in de eerste drie maanden van dit jaar groeide het importvolume eveneens met 6%.

ringen in de Industrie wijken duidelijk af van de realisatiecijfers van de totale bedrijfsinvesteringen in vaste activa die
inmiddels voor het eerste halfjaar beschikbaar zijn en die
een duidelijke groei te zien geven. Deze afwijking kan veroorzaakt zijn door verschillende factoren. Niet alleen is het
zo dat verwachtingen en realisaties in de praktijk altijd
uiteen kunnen lopen, ook geldt dat in de totale bedrijfsinvesteringen, de investeringen meetellen van de bedrijven
die niet tot de Industrie behoren. Er zijn ook een aantal specif ieke verschillen. De raming van de totale bedrijfsinvesteringen omvat in tegenstelling tot de verwachtingsenquete
bijvoorbeeld ook lease-investeringsgoederen en de pro-

Het uitvoervolume was in het derde kwartaal 12% groter

duktie van gebouwen die nog niet zijn opgeleverd aan de

dan in de overeenkomstige periode van 1987. Deze groei is
hoog en overtreft ruimschoots die van alle kwartalen in het
afgelopen decennium. Van de onderscheiden categorieen
nam de uitvoer van delfstoffen, voornamelijk aardgas, het

koper.

sterkst toe (13%).

den oktober en midden november met 0,2% gestegen. Ten
opzichte van november 1987 namen de prijzen met 1,0%

Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in September 4% groter dan in dezelfde maand van

toe; in onze buurlanden, de Bondsrepubliek Duitsland en
Belgie, bedroeg de stijging 1,6% (zie tabel 2).
In het derde kwartaal namen zowel de invoer- als de uitvoer-

1987.

prijzen van goederen (beide unit value) met 1% toe ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het vierde
kwartaal van 1985 was (bij deze wijze van vergelijken) voor
de laatste keer een prijsstijging gemeten. Hierna zijn
de in -en uitvoerprijzen fors gedaald; de grootste prijsdalingen (-20%) werden in de laatste twee kwartalen van
1986 geregistreerd.

De sterkste stijging werd gemeten bij de consumptie

van voedings- en genotmiddelen (5%). Een belangrijke oorzaak voor deze stijging lag in een verschillend koopdagen
patroon: September 1988 telde een donderdag en vrijdag
meer en een dinsdag en woensdag minder dan September
1987.

Het volume van de uitgaven aan duurzame goederen

steeg met 4%; de bestedingen aan overige goederen en
diensten namen in September met 3 % toe. Voor het derde
kwartaal van 1988 kwam de consumptiegroei hiermee uit
op 1,8%. Over het eerste en tweede kwartaal bedroeg de
toename respectievelijk 1,4%

en 0,8%.

Het groeipercen-

tage over de eerste negen maanden van dit jaar (1,3%) blijft
duidelijk achter bij dat van de jaren 1986 en 1987. Volgens
het consumenten conjunctuuronderzoek is het vertrouwen
van de consumenten in de ontwikkeling van de Nederlandse
economie in november verder toegenomen. Op de vijf
vragen waarop de indicator van het consumentenvertrouwen is gebaseerd werd in de afgelopen maand 7% meer
positieve dan negatieve antwoorden gegeven. In oktober
bedroeg het positieve saldo 5%. Vier van de vijf vragen
hebben in november bijgedragen aan het positieve saldo.
Het is opvallend dat alleen de vraag of de tijd gunstig of
ongunstig wordt geacht voor het kopen van duurzame goederen, in november per saldo negatief werd beantwoord
(-8%). Ook in oktober was dit saldo negatief (-5%), in alle
voorgaande maanden van dit jaar overtroffen de positieve
antwoorden op deze vraag de negatieve.

Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen mid-

Faillissementen
In november werden 372 faillissementen uitgesproken,
31% meer dan in november 1987.

Gemiddeld over de eerste

elf maanden van dit jaar bedroeg de stijging 3%.
Geld en krediet
Gemiddeld over de maand november bedroeg de koers van
de dollar fl. 1,97.

In augustus bereikte de dollar zijn tot nu

toe hoogste gemiddelde koers van dit jaar (fl. 2,13).
In het derde kwartaal werd door financiele instellingen
2,1 mid gld aan consumptief krediet verstrekt. Dit bedrag,
waarin wel de rentebetalingen maar niet de aflossingen zijn
opgenomen, was nagenoeg gelijk aan het bedrag in het derde kwartaal van 1987. In het eerste en tweede kwartaal
van 1988 was er nog een groei van respectievelijk 3% en
2%, voor het jaar 1987 werd een toename van 8% gemeten.

Het rendement op staatsobligaties, indicator voor de rente
op langere termijn, lag gemiddeld over november op hetzelfde niveau als in oktober: 6,0%. In de loop van november

Investeringen
Uit de in oktober gehouden halfjaarlijkse investeringsenquete blijkt dat de ondernemers in de Industrie voor 1988
een daling verwachten van hun investeringen (-9% ten op-

begon de rente te stijgen, een tendens die zich in de eerste
weken van december versterkt doorzette. Op 16 december
lag het rendement op 6,3%. De rentestijging weerspiegelde
zich ook in een aanpassing door De Nederlandsche Bank
van het off icicle wisseldisconto. Dit rentetarief werd medio

zichte van voorgaand jaar). Voor 1989

december verhoogd van 4% naar 4,5%.

wordt door hen een

duidelijk herstel verwacht (+7%). Voor een detaillering
wordt verwezen naar de in januari 1989 verschijnende publikatie ‘Investeringsverwachtingen in de nijverheid 1988
en 1989′. Deverwachtingscijfersvoor1988voordeinveste-

Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Prijsintiex gezinsconsumptie

In- en uitvoer van goederen (volume)
Procentuele jaarmutatie van het voortschr. IS-maanasgem.

g————————————————————————————

l i f e r s 19B5 = 100

(A)
ID)

1

1

I II III
1984

1
IV

I

II III
1985

ESB 21/28-12-1988

|
IV

I

II III
19BB

[

1
IV

I

II III
1987

= voortschrijdenO 3-maanrJsgemiOilelai
= inaanrJcijfers

IV

I

II

III

1988

IV

J

F

M

A

M

J

J

A

S

O

N

198B

1239

label 2,

Recente ontwikkelingen in het buitenland
1981/’85

1986

1987

1987

gemidd.

e

4 kw.
Produktie nijyerheid,
excl. bouwnijv. (volume)
Bondsrepubliek Duitsland

Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italic

1988
e

1 kw.

Trend2-

1988
e

2 kw.

e

3 kw.

aug.

sept.

5

9

6

5

7
2
12

5
4
5

6

5
10

okt.

6

% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daatvoor
2
2
1
3
0

2
1
1
2

3

0
2
2
4
3

1
4
3
5
4

3
6
3
4
6

3
2
3
4
3

3
7

Verenigde Staten

3

1

Japan

4

0

4
3

6
8

6
10

6
10

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)T)
Nederland

2
2

2
2
0

2
2
1

3
3
2

4
4
-4

3

5

7

5

3
0

4

2

6

4

3,3
6,9
8,7
6,0
12,7

-0,2
1,3

1,0
1,5
3,2
4,1
5,4

0,9
1.0
2,4
3,3
5,1

1,0
1,0
2,5
4.3
5,0

1,2
1,1

1,2
0.9

3,4
5,8

0,3
1,6
3.3
4.1
4,8

2,8
5,5
5,0

2,8
5,7

1,4
1.2
3,0
5,9
4,9

1,3
1,4
3,0
6,4
4,9

Verenigde Staten
Japan

4,3
2,2

1,9
0,6

3.7
0,1

4,5
0,7

4,0
0,8

4,1
0,2

4,6
0,6

0,7

4.6
0,6

1,3

Europese Gemeenschap
Nederland

7,8

3,5
0,1

2,9
-0,7

2,8

2,4
0,4

2,8

3,5
0.9

3.6
0,9

3,8
0,9

3,9
0,7

2

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk

Verenigd Koninkrijk
Italie

3,5

2,5

-0,4

0,7

5,1

4,8

1,6
1,6
5,4

I
1
1+
1+
I++
1+
1

1,0

1+
I

Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
‘ Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1985.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.

21

Focus: 1988. Industriele produktie en bedrijfsinvesteringen: sterke groei
Gezinsconsumptie: gematigde groei
In het Nieuwjaarsbulletin publiceert het CBS jaarlijkscijfers
van het (af)lopende jaar, gebaseerd op informatie die medio
november beschikbaar is. Op een drietal van deze jaarcijfers
wordt in deze Focus nader ingegaan.
Het volume van de industriele produktie is volgens de

van 1980 weer bereikt. In de categorie duurzame consump-

tiegoederen deden zich in het begin van genoemde periode
forse dalingen voor. Pas na 1984 was er een duidelijke stij-

ging en eerst in 1987 werd het niveau van 1980 weer bereikt. De consumptie van voedings-en genotmiddelen bleef
in het begin van de jaren 80 nagenoeg onveranderd; vanaf

raming in het Nieuwjaarsbulletin gemiddeld over 1988 ruim

1986 bedroeg de jaarlijkse groeivoet ongeveer 2%. De consumptie van de overige goederen en diensten, de grootste
categorie, kende vanaf 1983 eveneens een jaarlijkse groei
van ongeveer 2%. Hier stagneerde de groei in de periode

4% groter dan in 1987. Dit groeipercentage overtreft ruimschoots dat van de voorgaande drie jaren. De bedrijfstakken
papier- en grafische industrie, de hout- en bouwmaterialenindustrie en de chemische industrie hebben meer dan

1980-1983.
Het volume van de bruto investeringen in vaste activa door
bedrijven is volgens raming in 1988 bijna 7,5% groter dan
in 1987. Deze groei overtreft die van 1987 ruimschoots,

gemiddeld aan de groei in 1988 bijgedragen. Grafiek 5

maar blijft achter bij de groei over 1986. In 1988 kennen de

geeft de ontwikkeling van de industriele produktie vanaf
1980. Over deze periode kent de chemische industrie veruit de grootste groei. De binnenlandse consumptie door

investeringen in woningen en gebouwen een hoger groeicijfer dan het gemiddelde. De investeringen in vervoermid-

gezinnen neemt gemiddeld over 1988 met 1,6% toe. Dit
accres blijft achter bij de groeipercentages over de drie

delen liggen onder het niveau van 1987. In 1981 en 1982
daalden de bedrijfsinvesteringen sterk. Vanaf 1983 is een
herstel ingetreden en in 1985 werd het investeringspeil van

voorafgaande jaren. In 1981 en 1982 daalde de totale binnenlandse consumptie. In 1985 werd het consumptiepeil

1980 weer bereikt. Ook na 1985 groeiden de investeringen
relatief snel.

Produktie. investeringen en consumptie (volume)
Indexcijfers 1980 =100 (jaarcijfersl

Binnenlandse consumptie gezinnen (volume!
Indexcijfers 1980 = 100 (jaarcijfersl

80

———’———

1240