Het CPB en DNB moeten de gevolgen van extreem lage rentes voor de macro-economische politiek, het begrotingsbeleid en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën beter doordenken. De uitkomsten van de houdbaarheidssommen bieden geen houvast voor het begrotingsbeleid in de volgende regeerperiode.
De Nederlandsche Bank ziet de stijgende huizenprijzen ten gevolge van de lage rente als een risico voor de financiële stabiliteit in Nederland. De huidige nationale instrumenten om de stabiliteit te waarborgen, richten zich vooral op de kredietgroei. Kredieten lijken echter dit keer niet de oorzaak te zijn van de stijgende huizenprijzen. Alternatieve instrumenten kunnen uitkomst bieden.
De lage rente beïnvloedt de economie op een manier die indruist tegen de verwachtingen. In dit themanummer wordt dit gegeven uitgediept in bijdragen van onder meer Heleen Mees, Coen Teulings, Bas Jacobs en Han de Jong.
In reactie op het grote aanbod van kapitaal heeft de Europese Centrale Bank (ECB) op grote schaal overheidsobligaties opgekocht. Daardoor is de lange rente thans niet veel hoger meer dan de korte rente. Dit beleid heeft tot veel publieke discussie geleid. Het referentiekader van de meeste commentatoren – de kwantiteitstheorie van het geld – hoort echter in het museum thuis.
“De rente is exceptioneel laag, vooral door toedoen van de Europese Centrale Bank (ECB). Die lage rente doet inmiddels minstens net zoveel kwaad als goed in de economie – en vooral in ons land domineren de negatieve effecten.” Dat is een gedachte die onder Nederlandse economen geleidelijk meer opgeld doet. Klopt die gedachte wel?