Ga direct naar de content

Bijbetaalplicht voor plastic verpakkingen is prijsverhoging die niet prikkelt tot verduurzaming

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 23 2023

Per 1 juli 2023 mogen ondernemers bij producten die afgehaald of bezorgd worden, zoals koffie op het treinstation, geen gratis plastic verpakkingen meer aanbieden. Als ze vanaf deze datum plastic verpakkingen gebruiken, dan moeten zij die verpakking apart in rekening brengen. Ook is het vanaf die datum verplicht om een alternatieve manier van verpakking aan te bieden.

De nieuwe regels zijn de Nederlandse uitwerking van een Europese richtlijn en dienen het gebruik van wegwerpplastic terug te dringen. Als wegwerpplastic wordt beprijsd, dan daalt het gebruik ervan − dat lijkt de gedachte. Het risico van dit beleid is dat het prijsopdrijvend werkt, waardoor de brutomarge op plastic stijgt voor de ondernemer. Een hogere brutomarge op plastic prikkelt niet tot verduurzaming.

Risico op prijsverhoging

De regelgeving noemt niet-bindende richtprijzen (50 cent voor een maaltijd en 25 cent voor een beker) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat communiceert over prijsverhoging. Ook mediaberichten hebben het over prijsverhoging. Al snel gaat iedereen daaraan wennen, en gaat iedereen verwachten dat hetzelfde product in hetzelfde plastic per 1 juli duurder wordt. Winkeliers verwachten dat hun concurrenten de prijs omhoog schroeven, en consumenten beschouwen het als iets noodzakelijks, zoiets als statiegeld. Welke kioskhouder zal de totaalprijs van een kopje koffie niet duurder maken?

De berichtgeving drijft de prijzen op zonder dat er sprake is van prijsafspraken. Weliswaar niet verboden, maar wél mededingingsbeperkend. In feite werkt de Nederlandse uitwerking van deze Europese richtlijn daarom als een belasting op een vervuilend goed. De opbrengsten zijn echter niet voor de samenleving maar voor de ondernemer. De Kamerbrief van 29 maart 2022 stelt dat retailers de opbrengsten naar eigen inzicht kunnen investeren in herbruikbare alternatieve verpakkingen, maar dat is te vrijblijvend.

Deze prijsverhoging is natuurlijk niet verplicht. Koffie in plastic hoeft onder de streep niet duurder te worden om aan de nieuwe regels te voldoen. De nieuwe regels geven ook geen minimumprijs voor de verpakking. Ondernemers moeten zelf, onafhankelijk en in concurrentie, een prijs bepalen. Het opsplitsen van de huidige totaalprijs in een deel voor de koffie en een deel voor het bekertje, mag ook. Het is daarom jammer dat er door het ministerie wel wordt aangestuurd op een prijsverhoging.

Een meerprijs stuurt bedrijven niet richting duurzaam

Na prijsverhoging stijgt de brutomarge op plastic. Dan is het juist aantrekkelijker om de plastic verpakking te blijven aanbieden. Alternatieven zijn er niet voor sommige producten (zoals koffie) of ze zijn veel duurder. Het gebruiken van de door de consument meegenomen verpakking is niet altijd praktisch voor de consument of ondernemer en niet in elke situatie voedselveilig.

Natuurlijk zullen er innovatieve ondernemingen zijn die wel een plasticvrije verpakking kunnen aanbieden. Op het eerste gezicht hebben zij voordeel van het nieuwe beleid, omdat het plasticvrije alternatief wel gratis mag worden aangeboden.

Toch levert dat waarschijnlijk weinig reductie van plastic op. In de huidige situatie is dit namelijk ook al mogelijk: bedrijven zijn vrij om een duurzame verpakking aan te bieden en een (all-in) prijs te bepalen. Door het nieuwe beleid wordt de keuze om voor plasticvrij te gaan financieel minder aantrekkelijk, omdat het een lagere marge oplevert (de inkoopkosten van plastic verpakkingsmateriaal is hooguit enkele centen, de richtprijs voor de plasticbeker is 25 cent).

Naleving herbruikbaaralternatiefplicht lastig

De nieuwe regels bevatten ook de plicht om een alternatief aan te bieden. Maar die plicht is minder hard en duidelijk dan een verbod op gratis wegwerpplastic. Volstaat het dat de consument zijn eigen verpakking meeneemt? Ondernemers hebben nog moeite met het herbruikbare of plasticvrije alternatief. Naleving van de plicht om een herbruikbaar alternatief aan te bieden is problematischer dan de plicht om een prijs in rekening te brengen. Dat laatste is makkelijk te controleren in de administratie én het levert meer op voor de ondernemer.

Weinig concurrentie op de verpakking

En de prikkel van de consument om die 50 cent (of het plastic) te vermijden? Natuurlijk is er concurrentie en hebben bedrijven er belang bij om een aantrekkelijk aanbod te doen, met goedkoper wegwerpplastic of een plasticvrije verpakking. Toch schiet de concurrentie tekort om dat voor elkaar te krijgen. Maaltijden en andere consumpties variëren enorm tussen winkellocaties of ketens, en de verpakking is vaak bijzaak bij de keuze voor een favoriete drank of maaltijd.

Bovendien is de aankoopbeslissing soms impulsief, en in ieder geval tijd- en plaats-afhankelijk. Denk aan koffie op het treinperron. Dan vergelijk je meestal geen verpakkingen. En dat een zaakje 300 meter verderop een duurzamere verpakking hanteert dan de supermarkt waar je net bent voor je boodschappen verandert weinig aan de keuze om tegelijkertijd een maaltijd in een plastic bakje in je karretje te leggen. De verpakking geeft meestal niet de doorslag, en daarom is van concurrentie niet veel te verwachten.

Belasting of verbod verdient de voorkeur

Het beleid is nu een door het ministerie aangestuurde prijsverhoging die ondernemers in eigen zak kunnen steken. Dit werkt inflatoir en ontmoedigt ook de consumptie van bijvoorbeeld de salade. Een prijsverhoging prikkelt ondernemers om plastic te blijven aanbieden.

De aangekondigde evaluatie in 2024 is een kans om in kaart te brengen of het beleid de doelen haalt en bij te sturen. De Europese richtlijn biedt landen namelijk de ruimte om zelf hun beleidsinstrument te kiezen. Een simpelere aanpak die beter werkt is om de schadelijke verpakking hoger in de keten te belasten in combinatie met het stimuleren van een alternatief. Zo’n belasting bestaat al: sinds 1 januari betalen producenten en importeurs een afvalbeheerbijdrage per kilogram verpakking en daarbij geldt een opslag voor wegwerpplastic. Deze belasting kan worden verhoogd om de beleidsdoelstelling te halen. De belasting kan op termijn worden opgevolgd door een verbod, zoals per 1 januari gebeurt voor consumptie van wegwerpplastic op locatie.

Categorieën

Plaats een reactie