Ga direct naar de content

Zonneparken liggen niet alleen op de goedkoopste gronden

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 24 2020

■ Paul Peter Kuiper, Marion Plegt en Lars Brugman (Kadaster)

Het aantal nieuwe zonneparken in Nederland steeg de afgelopen jaren explosief. In sommige provincies, zoals Groningen en Overijssel, dreigt zelfs een stop, want het elektriciteitsnet kan het simpelweg niet aan. Vaak wordt aangenomen dat zonneparken tot nu toe op de goedkoopste gronden worden gebouwd, maar is dat wel zo?

Eind 2019 lag er 930 hectare aan zonneparken in Nederland. 585 hectare daarvan ligt op landbouwgrond. De gemiddelde, landelijke prijs voor een hectare landbouwgrond is 59.930 euro. Landelijk staat twee derde van de zonneparken op landbouwgrond die goedkoper is dan dit gemiddelde en ruim een derde op grond die duurder is (figuur). Dat het grootste gedeelte inderdaad op goedkope grond staat, is vooral te verklaren omdat de meeste zonneparken in het Noorden liggen. Daar is de gemiddelde landbouwgrondprijs het laagst.

Kijken we daarentegen naar de locatie binnen de landsdelen – Noord, Oost, Zuid en West, dan ontstaat een genuanceerder beeld. Voor alle landsdelen geldt dat de meeste zonneparken liggen in gebieden met een landbouwgrondprijs die hoger is dan het gemiddelde van dat landsdeel. In Oost-Nederland geldt dat voor bijna zestig procent van de zonneparken. In Noord- en West-Nederland liggen deze percentages nog hoger. Voor Zuid-Nederland geldt het zelfs voor alle zonneparken.

Om te kunnen voldoen aan de lokale of regionale duurzame energie­behoefte worden zonneparken inmiddels door het hele land aangelegd. En hoewel de prijs van landbouwgrond meeweegt bij de financiële haalbaarheid van zonneparken laten deze cijfers zien dat de prijs niet allesbepalend is voor de locatiekeuze. Het gemiddeld goedkopere Noorden geniet duidelijk de voorkeur, maar in duurdere gebieden worden zonneparken zeker ook aangelegd.

Auteurs