477Jaargang 100 (4716) 27 augustus 2015
Redactioneel ESB
D
eze zomer verloor het UMC
Utrecht een grote rechtszaak.
Deze ging over de openbare aan –
besteding van een groot aantal typen medi-
sche hulpmiddelen, uiteenlopend van pleis-
ters tot pacemakers. De geschatte waarde
van de aanbesteding bedroeg zestien mil –
joen euro. Een openbare-aanbestedingsbe –
drag voor medische artikelen in Nederland
zou nog nooit zo groot zijn geweest – als de
aanbesteding was doorgegaan.
Deze ging niet door omdat het UMC de
samenvoeging van de opdrachten onvol –
doende had onderbouwd. De omvang en
variëteit van de opdracht sloot veel (klei-
ne) bedrijven bij voorbaat uit, zonder dat
samenhang tussen de verschillende pro –
ductsoorten hiervoor aanleiding gaf. Daar –
naast liet het ziekenhuis alleen producten
meedingen die identiek waren aan degene
waarmee het nu werkt. Gelijkwaardige
producten en merken kwamen naar het oordeel van de rechter
onvoldoende in aanmerking. Het UMC Utrecht schond hiermee
zowel het aanbestedingsrecht (Rechtbank Midden-Nederland,
2015) als het veilingprincipe om zo veel mogelijk bieders aan te
moedigen tot deelname (Klemperer, 2002).
Het besluit is pijnlijk, en niet alleen voor het ziekenhuis. Pijn –
lijk is ook hoe onvoorzichtig wordt omgesprongen met zoveel
zorgkosten. Er is met de inkoop van medische artikelen jaarlijks
ruim twee miljard euro gemoeid, meer dan met die van genees-
middelen (Ecorys, 2011). Maar de inkooppraktijk gaat niet voor
professioneel door. De goedereninkoop vindt vaak onderhands en
decentraal plaats, met artsen die hun favoriete leveringen kiezen.
Openbare aanbesteding was juist het vurig gewenste instrument
om kostenbeheersing af te dwingen middels open concurrentie
tussen zo veel mogelijk bieders (NMa, 2012). Op kleinere schaal
bespaarde het Diaconessenhuis Utrecht met openbare aanbeste –
ding al eens 61 procent op de prijs van kantoorartikelen (Beren –
schot, 2011). En nu een ziekenhuis zich eindelijk op grote schaal
waagt aan het instrument, is het weer niet goed.
Extra pijnlijk is dat het rechtsbesluit alsnog een pyrrusoverwin –
ning kan zijn. In zekere zin heeft het UMC Utrecht namelijk gelijk
door te stellen: “rechter verbiedt kostenbesparende aanbesteding”
(UMC Utrecht, 2015). Misschien zou het ziekenhuis inderdaad
wel kosten hebben bespaard met de openbare aanbesteding. On –
danks de mankementen had het hiermee bespaard op eventuele
onderonsjes van weleer van artsen met leveranciers. Ook had de
aanbesteding wellicht minder gekost dan de alternatieve oplossing
waartoe het ziekenhuis zich nu – op oorlogspad – kan wenden.
Opdrachten tot 207.000 euro hoeft een ziekenhuis wettelijk niet
openbaar aan te besteden. Dus als het UMC Utrecht de 72 op –
drachten van in totaal 16 miljoen euro flink opdeelt, dan kan het het grotendeels zonder openbare aanbeste
–
ding af – en zijn we als zorgconsumenten
in de aap gelogeerd.
Waar al die pijn vandaan komt? Als het mee –
zit duidt de aanbestedingspoging van het
UMC Utrecht slechts op een groeikramp
van snel professionaliserende inkooppraktij –
ken. Als het tegenzit spelen er belangencon –
flicten op, die moeten worden weggesneden
om de pijn voor altijd de kop in te drukken.
Een eerste belangenconflict is dat tussen
ziekenhuis en burger. Gegeven een bepaald
zorggebruik willen burgers zo min mogelijk
uitgeven aan zorg. Ziekenhuizen zijn hierin
minder geïnteresseerd, omdat ze er minder
mee winnen zolang de concurrentie tussen
ziekenhuizen beperkt is. Een tweede belan –
genconflict is dat tussen directie en perso –
neel van het ziekenhuis. Een directie die op
kosten wil besparen, kan rekenen op weer –
stand bij het personeel dat bepaalde produc-
ten en merken gewend is, ook al zijn die dan duurder.
De beleidsartsen in Den Haag zouden verschillende ingrepen
kunnen overwegen. Zorg verzekeraars zouden ziekenhuizen effec-
tiever moeten kunnen selecteren, zodat ziekenhuizen zich geprik –
kelder voelen om op de kleintjes te letten. De overheid zou ook
categorale en algemene ziekenhuizen meer kunnen dwingen om
inkoop openbaar aan te besteden, maar ze doen hier vooralsnog
weinig aan. Ziekenhuizen zouden hun zorginkoop kunnen dele –
geren aan deskundige inkooporganen met winstoogmerk, zoals in
Duitsland. Een centraal online-veilingplatform zou inkoopaanbe –
stedingen simpel en effectief kunnen faciliteren en verifiëren.
Maar wat voor beleidsingreep het ook wordt: als we toe willen
naar ziekenhuizen die bij hun goedereninkoop op de kleintjes let –
ten, dan zijn er hoe dan ook sterkere prikkels nodig dan nu uitgaan
van alle huidige zorg- en aanbestedingswetten bij elkaar opgeteld.
Aan een oplettende rechter in Utrecht hebben we niet genoeg.
LITERATUUR
Berenschot (2011) Inkoop in de zorg anno 2011, best practices. Utrecht: Berenschot.
Ecorys (2011) Sectorstudie medische hulpmiddelen. Onderzoek naar de structuur en
werking van de markt voor medische hulpmiddelen . Rotterdam: Ecorys.
Klemperer, P. (2002) What really matters in auction design. Journal of Economic
Perspectives , 16(1), 169–189.
NMa (2012) Efficiënt inkopen leidt tot kostenbeheersing . Nieuwsbericht op acm.nl,
15 februari.
Rechtbank Midden-Nederland (2015) Vonnis in kort geding van 15 juni. Aanbeste-
ding van veel verschillende medische hulpmiddelen in één procedure
. Uitspraak op
uitspraken.rechtspraak.nl, 1 juli.
UMC Utrecht (2015) Rechter verbiedt kostenbesparende aanbesteding medische hulp-
middelen UMC Utrecht . Nieuwsbericht op umcutrecht.nl, 2 juli.
Pijnlijke zorginkoop
GELIJN WERNER
Eindredacteur ESB
gelijn.werner@economie.nl
Redactioneel: Pijnlijke zorginkoop
Geplaatst als type: