Ga direct naar de content

Na regen komt zonneschijn

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 3 1991

DEZE WEEK

Figuur 1. DNB-conjunctuurlndicator
2

Na regen
komt
zonneschiin
De DNB-conjunctuurindicator
laat
voor juni aanstaande een verdere
achteruitgang van de conjunctuur
zien, zie figuur 1. Alle componenten
dragen aan deze daling bij, met uitzondering van de orderontvangst in
de industrie. De neergaande beweging van de indicator betekent dat
de groei van de industriële produktie de komende maanden naar verwachting achterblijft bij het trendmatige groeitempo, dat ongeveer 3,25%
bedraagt. De conjuncturele component van de groei bedraagt in juni
– 0,75 procentpunt zodat dan per saldo een groei zal resteren van circa
2,5%.
De vooruitzichten van de Nederlandse economie voor 1991 zijn minder
gunstig. Blijkens de zojuist bekend
gemaakte – nog voorlopige – voorspellingen van het CPB zal de economische groei, die in 1990 al afzwakte
tot 3,3%, verder afnemen tot 2% in
1991. Het meest opmerkelijk is de terugval van de investeringsgroei in
1991, die het CPB overigens reeds in
september 1990 voorspelde. De inzakkende groei van de wereldeconomie speelt daarbij, samen met de
fors opgelopen rente, een belangrijke rol. De ~olumegroei van de particuliere consumptie, die de afgelo-

realisatie
indicator

o

-1

-2
80

81

82

83

84

85

pen jaren ruim 3% bedroeg, blijft dit
jaar ondanks de terugvallende economische groei gehandhaafd op 30/0.
Ook de exportgroei blijft, dank zij
de expansieve vraag uit Duitsland,
op peil.
Figuur 2 toont de groei van het bruto nationaal produkt sedert 1980 tegen de achtergrond van de conjunctuurdatering van de DNB-conjunctuurindicator. Daarbij zijn de jaren
waarin de DNB-conjunctuurindicator
daalde, dus jaren waar-in sprake
was van een conjuncturele aarzeling
of recessie, aangeduid met arceringen. De bewegingen van de indicator kwamen in het verleden steeds
overeen met die van de bnp-groei.
De in 1990 gerealiseerde en de voor
1991 door het CPB geprognosticeerde groei vertraging sporen globaal
met het beloop van de conjunctuurindicator.
Gerekend over de afgelopen 25 jaar
heeft de conjunctuur perioden van
op en neergang van gemiddeld elk
bijna twee jaar gekend. Indien de
conjuncturele neergang net zoals in
het verleden ongeveer twee jaar zal
duren, zou voor 1992 en 1993 een

86

87

88

B9

.90

91

92

conjuncturele verbetering kunnen
worden verwacht. Volgens het CPB
kunnen de meeste Westeuropese landen in 1992 en later inderdaad een
hogere groei realiseren, dit in het
kielzog van het geprojecteerde herstel in de Verenigde Staten en het
Verenigd Koninkrijk. Hierbij wordt
uitgegaan van een niet verder depreciërende dollar, een olieprijs van
$ 20 per vat in 1992 oplopend naar
$ 22 in 1994 en licht dalende kapitaalmarktrentes. Dit herstel is in
1992 evenwel minder omvangrijk

voor de sterk op Duitsland georiënteerde landen, waaronder Nederland, omdat de groei van de Duitse
invoer in 1992 fors terugloopt door
de budgettaire maatregelen aldaar.
Dientengevolge wordt voor ons land
een stabilisatie van de bnp-groei in
1992 voorzien en een aantrekkende
groei in 1993 en 1994.

Figuur 2. Groei bruto nationaal produkt (procentuele volumemutaties)

Conclusie

Raming

De DNB-conjunctuurindicator
indiceert voor de komende maanden
een verdere conjuncturele groeivertraging. Recente voorspellingen van
het CPB laten eveneens een groeivertraging in 1991 zien, maar geven tevens aan dat na een conjunctureel
dieptepunt in de loop van 1992
groeiherstel zal optreden.

94

Toelichting: jaren van conjuncturele aarzeling of recessie zijn gearceerd; 1993 is berekend als het gemiddelde van 1993 en 1994. Raming: CPB.

E5B 3-4-1991

359