6 JANUARI 1987
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economisch,wSt
–
–
I set
Beri*chten
‘-‘
,~-‘,>r_o
:
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEËR
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
22E J
AARGANG
WOENSDAG G JANUARI 1937
No. 1097
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P.
tie/tinok;
N.
J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en
H. Al. H. A. van der lTalk (Redacteur-Secretaris).
Assistent-Redacteur: L. R. W. Souendijk.
Redactie-adres: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweq.
Telefoon Nr. 35000. Postrekenino 8408.
Advertenties voorpagina
f
0,50 per regel. Andere pagi-
na’s
f
0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. A,tnzinistratie van abonnementen en advertenzies:
Nijgh t van Ditinur N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque. en giro-rekening
TO
145192.
Abonneinentsprps voor het weekblad franco p. p. in
Nederl,znd
f
16,—. Abonnemenisprjs Economisch-BlaSis-
tisch Maandbericht
f
5,— per jaar. Beide organen samen
f
20,– per jaar. Buitenland en Koloniën resp.
f
18,—,
f
6,— en
f
23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-teurs ee leden van het Nederlandsch Economisch instituut
ontvungen het weekblad en het Maandbericht gratis en
genieten een reductie op de verdere publicaties.
INHOUD.
017.
REDE VAN DEN VOORNITTER VAN
DE
KAMER VAN
Koop-
HANDEL EN FABRIEKEN VOOR AMSTERDAM ……….2
Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koophandel
[i
en Fabrieken
voor
Rotterdam ………………..
1-
4
Verslag Verzekeringskamer over 1935 door
Prof. Dr.
A. 0. Hol wercla …………………………….
6
Enkele gezichtspunten betreffende de daling van in-
komsten der vervoersbedrijven gedurende de crisis
periode door
Ir. W. B. I. Hofnrae ………………
8
Kentering in den scheepsbouw door
Ir. W. Royer ….
11
AANTEEKENINGEN:
Een prijs-index voor Nederlandsch-indische uitvoer-
prod
ucten
………………………………13
Georganiseerde emigratie ……………………14
Centralisatie bij de bestrijding van de jeugdwerk-
loosheid ………………………………..14
Nieuw weekbericht over de geld-, kapitaal- en wissel-
markt………………………………….15
[NGKZONDEN
STUKKEN
Misverstand
0f
onwil? door
Dr. W. L. Valk ……..
15
IIAANDOIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……….15
ONTV
ANGEN BOEKEN …………………………..16
Statistieken:
Groothandelsprijzen …………………………………18-19
Geldkoersen-Wisselkoerscii-Bankslaten …………….. 16, 17, 20
GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
Zoo•wel de deviezenmarkt als de geidmarkt hebben deze
week geheel gestaan in het teeken van de voortdurend
vaste stemming van den Gulden. De Dollar noteerde ateeds
f
1.82%, het niveau waarop het Egalisatiefonds in de
markt intervenieerde. IPonden fluctucerden wat meer, con-
gruent ntet Dollarnoteering te Londen. Het Egalisatiefonds
kocht afwisselend Ponden en Dollars, voornamelijk echter
concentreerde het zijn interventie op Dollars, die 01) enkele
dagen met enkele inillioenen uit de markt werden ge-
nomen. De kapitaalrepati-ieering houdt nog steeds aan.
Wanneer men zou aannemen, dat alleen het kapitaal, dat
Sedlert
het intredeji van de financ-ieele crisis in 1931 werd ge6xporteer•d zou terugkeeren, dan zou thans reeds onge-
veer het einde van deze beweging in nioht
moeten zijn.
Gezien de vermindering van den gondvoorraad sedertdien
zou uien de kapitaalvluoht op 300 S. 400 millioen moeten
aannemen. Intussohen kan er natuurlijk veel meer kapitaal worden teruggehaald waarvan de export vôÔr 1931 plaats
vond. Speciaal wat Amerikaansche aandeelen aangaat is
dat mogelijk en dc nog steeds niet onthulde plannen van
Roosevelt inzake de belasting van het aandeelenbezit van
buitenlanders zouden in die richting kunnen werken. Hoe
dilt
zij, op het oogenblik is de vraag naar Guldens nog
steeds zeer groot.
.Degeldniarkt was in de eerste dagen van de verslag-
week uitermate ruim, zooals te verwachten is bij een zoo
overvloedig geldaawbod als spreekt uit een peil van meer
dan
f
200 millioen der ,,saldi van anderen” bij De Nader-
landseihe Bank. Zelfs wai.lneer in dat saldo het Egalisatie-
fonds voor eenige tientallen millioenen begrepen zou zijn
dan nog is dit cijfer een aanduiding voor een zeer ruim
geldaanbod. 01 de laatste weekbalans van De Nederland-
she Bank van het afgeloopen jaar bleek een overdracht van goud door het Egalisatiefonds van 50 millioen. Uit dien hoofde was dus de geidmarkt weer met dit bedrag
verruimd. In de eerste dagen van het nieuwe jaar is de
rente op de diseontomarkt plotseling aangetrokken, waar-
schijnlijk in verband met het feit, dat de Agent van de
schatkist veer voor rekening van het Egalisatiefonds ,,ovor
de toonbank” sohatkistpapier heeft geplaatst. Weliswaar
staat daartegenover, dat het fonds door zijn Dollaraankoo-
pen evenredige bedragen geld weer in de markt brengt,
maar tijdelijk stijgt toch onder den invloed van het plaat-
seii van het papier de rente. Maandag werd drieniaands-
papier door den Agent afgegeven op
il/10
pCt., zesmaands-
papier op en tussohenliggeude termijnen naar rato.
T,57
de jaarswisseling ging driemaandspapier op
13/32
pCt.,
en zesmaandsap1er 01)
/ie
pCt. Terwijl daarna de Agent op de genoemde basis afgaf, bleef de markt iets lager; op
momenten, dat de Agent niet in de markt was, ging drie-
maandapapier
01)
s/ja
en zosmaandspaipier op
71
pOt. Jaars-
papier werd door den gent niet afgegeven, het ging voor
circa 1, natuurlijk
met
zeer geringen omzet nu zes-
niaandspapicr tegen relatief zulk een hooge rente kon
worden verworven. Het bedrag, dat aldus in de markt is
geplaatst, is moeilijk te schatten omdat men daarmee zeer
geheimzinnig is. De taxaties luiden op ongeveer 50 mil-
lioen. Zou men dit voegen bij
de
ongeveer
50 millioen
die eenige weken geleden volgens schatting werden ge-
spuid, dan zou men met het bedrag, dat eveneens naar
schatting is beleend al komen tot 300 millioen, terwijl
toch na den laatsten goudverkoop aan de centrale bank,
waarop een boekverlies zat van 1/2 millioen, ht
fonds
nog slechts de beschikking heeft over 28734 millioen! De
reden waarom het fonds nu weer zich vIa de open markt financiert, aldus, naar Engelsch en Amer.ikaansoh voor-
beeld, den invloed der deviezenaankoopen
monetair sterili-
seerend, is moeilijk te
gissen.
REDE VAN DEN VOORZITTER VAN
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOOR AMSTERDAM.
De Voorzitter van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Amsterdam vestigt in het begin van
zijn Nieuwjaarsrede de aandacht op de coujunctureele
opieving, die zich in Nederland heeft voltrokken,
doch verbindt daaraan onmiddellijk de beperking, dat
de verbetering nog in veel opzichten het stempel der
kunstmatigheid en dus van innerlijke zwakte draagt.
Hoewel de toestand na het loslaten van den gouden
standaard is verbeterd, dient te worden afgewacht,
of een blijvend herstel van rendabiliteit en koop-
kracht heeft plaats gevonden. De Voorzitter voegt
hieraan de volgende passages toe.
Ook uit de verslagen betreffende den gang van zaken
gedurende 1936 in het bedrijfsleven binnen het gebied va.n
de Aansterdamsche Kamer van Koophandel treden noch-
tans ‘hoopgevende bijzonderheden naar voren, die, met het-
geen ik omtrent een aantal van de overige deelea
onzer
volkshu’ishouding vernam, aan mijn Nieuwjaarsrede van
heden een anderen toon ‘verleenen, dan daaruit tot nu toe
heeft geklonken.
De verbetering in den economisohen toestand der we-
reld kan ertoe leiden, dat een verdere verscherping van
de handelspolitieke betrekkingen achterwege blijft, al
moge dan ook naar mijn oordeel niet veel hoop op een
spoedige aanzienlijke verlichting van cle ‘internationale
handelsbelemmeringen kunnen worden gekoesterd. Indien
de internationale handelspolitieke status quo tot grond-
slag voor overleg inzake grootere handelsvrijheid zou wor-
den gemaakt, ware eøhter reeds veel gewonnen. Wrijvin-
gen, die allicht van het economische in het staatkundige en militaire overgaan, kunnen daardoor worden voorko-
men. Van belang acht ik in dit opzicht eveneens, dat de
monetaire tegenstellingen tussohen de staten verm’inderden.
Ook op enkele andere plaatsen in zijn rede uit de
heer Gottfr. H. Orone zich weinig optimistisch over
de gevolgen van de monetaire maatregelen van eind
September. Allereerst op hlz. 9, wat den internatioria-
len kant betreft.
Met dat al kan men nog moeilijk beoordeeleit, ‘in hoe-
ver de thans ondernomen manipuleeriag ‘van verschillende
landsrnunten het gevolg heeft of zal hebben, dat de pro-pagandisten ervan in het ui’tzioht stelden. Ik bet’,vist het
psychologische effect natuurlijk niet. Maat zulk een stem-
ming is niet blijvend en indien daarvoor geen concrete
economische effecten •in •de plaats treden, moeten wij weer
voor een terugslag komen te staan. Weinig hoopgevend
is het bovendien, dat nog geen belangrijke stappen zijn
afgelegd op den weg naar internationale stabiliseering van
de valuta’s. Men ver.gete hierbij ook niet, dat Duitsohlaud
een angstwekkend zwakke schakel in de monetaire con-
stellatie vormt.
gevolgen van het
voor Nederland
Kort daaro.p was onze Regeering gedwongen den gou-
den standaard te verlaten. Aan sommigen werd dietstenge-
volge nadeel toegebracht, anderen kregen voordeelen in
den schoot geworpen; zulks op willekeurige en toevallige
wijze. De binnenlandsohe ‘verschuivingen in vermogen, in-
komen en prijzen uitten zich bij de bevoordeelde groepen
in een verhoogde koopkracht en over het algemeen in een
hoogeren kooplust. Daardoor werd de indruk van een
economische verbetering gewekt, hoewel alles tezamen ge-
nomen omtrent de grondslagen ervan nog groote onzeker-
heid bestond. De slapte in verschillende bedrijven, die na
enkele weken van sterk vergrooten verkoop •inti’ad, maan-
de al spoedig tot voorzichtigheid. Het valt nochtans niet
te ontkennen, dat vooral de psychologische werking van
c!c 01) het •goudu’itvoerverbod van 26 September 1.936 ge-
volgde reacties en de verlevendiging, die het bedrijfsleven daarna onderging, factoren voor een blijvende verbetering
kunnen vormen. Het ware echter onjuist, ‘in het verlaten
van den gouden standaard een factor te zien, die met
zekerheid en door een min of meer automatische werking
het herstel voor ons land brengt. Slechts indien de wijzi-ging in de monetaire verhoudingen ineehelpt tot het her-
stellen, althans verhoogen van ‘de reuclabiliteit van het
bedrijfsleven – en dat niet alleen tea aanzien van den
uitvoer – en deae verbetering wordt gehandhaafd, kan
de econouiisohe toestand van ons land uit dien hoofde blij-
vend zijn gebaat. Het is daarom dringend noodig ‘dat w’ij
alles vermijden, wat dc thans ‘in een aantal bedrijven waar
te nemen opleving kan teniet doen, en bevorderen, dat het
bedrijfsleven ten volle gebruik kan maken van de kansen,
die mochten worden geboden. In al te veel opzichten zijn
de omstandigheden nog geenszins van dien aard, dat ten
aanzien van overheidsiasten en an.dere rendabiliteitsfae-toren ongestraft kan worden gehandeld, als ware een be-vredigend evenwicht tussohen kosten en prijzen ‘bereikt.
Ook vergete men niet, .dat het losmaken van den Gulden
van ‘het goud
01)
zichzelf geen verandering bracht in de
internationale omstandigheden, waaronder Nederland zich
tracht te ‘handhaven en te herstellen. De handelsbelemme-
ringen, deviezenregeliugen, gemis aan koopkracht elders,
‘die tot dusver onsen economischen toestand ondermijnden,
zijn ‘door ‘verbod van ‘den uitvoer van goud niet veranderd.
E.n verder:
De economische mogelijkheden van het verlaten van den
gouden standaard moeten dus niet worden overschat; wel
is het een gunstige omstandigheid, dat dit plaats had,
terwijl in het buitenland reeds een opleving en prijsstij-
ging, door ‘welke oorzaken dan ook, waren ingetreden.
Al behoor ik voorloopi’g dus nog niet tot hen, die 26
September van het ‘af’geloo.pcn jaar als het begin van een
nieuw tijdperk voor het Nederlandsohe ‘bedrijfsleven be-
schouwen, ‘dit neemt niet weg, dat ook ik oog heb voor de gunstige invloeden, die het verlaten van den gouden
standaard voor onze volkshuishouding kan hebben. Reeds
noemde ‘ik het psychologische effect en een verbetering
‘nut de kostenbasis voor ‘verschillende bedrijven. Van ge-
vioht ‘is vooral in dit opzicht, dat de aanpassingspolitiek
onzer Regeering, hoewel zij nog geen voldoende evenwicht
tussohen kosten en prijzen had geschapen, ons desniette-
min een flink stuk op weg naar dit evenwicht had ge-
bracht. Dit geldt voor mdiii nog meer dan -voor Neder
–
land. Zoo gezien ‘kan men .de devaluatie als een aanvul-
ling op de aanpassingspolitiek voorstellen. De waarde-
daling van den Gulden behoeft dientengevolge, om de
kosten’dispariiteiten ten o.pz’idhte van Pond en Dollar te
overbruggen, lang n’iet zoover te gaan, als zonder deze
politiek noodig w’as geweest. Daardoor zullen ook de ver-suhuivingen ‘binnen onze volks’hu’ishou’ding beperkt kun-
nen blijven. In .dat opzicht was .het ook ,een gelukkige om-
standigheid, dat Nederland zijn maatregel nam toen ‘het
internationale prij’zenpeil reeds lang stijgende was en zich
elders een conju’nctureele opleving ihad baan gebroken.
Overigens is de tijd nog niet gekomen, om de volks- en
bed rjfshu’ishoudkundige balans van de Guldendepreoiatie
op te stellen.
Bedrijfstocstait.cl.
Over het geheel genomen staat het Neclerla.ndsche be-
clrijf.sle’ven er ‘beter voor dan een jaar geleden. De oor-
zaken hiervan loopen echter sterk uiteen en ‘het is ondon-
lijk, de verschillende factoren uit elkander te honden.
Ook is het in ‘de meeste gevallen nog niet mogelijk, den
invloed van ‘de depreciatie van den Gulden vast te stel-
len. zoowel wat de bedrijvigheid als wat de verbetering
van den kostengrondslag der ondernemingen aangaat.
Reeds geruinien tijd vdôr het loslaten van ‘den gouden
standaard ontvingen verschillende fabrieken opdrachten, die kennelijk met een zekere vlucht in de goederen bij de
eitid’verbruikers verband hielden. Daarnaast stonden op-
clracihten, die als het uitvloeisel van een conjuiictureele
opleving konden worden beschouwd, terwijl bij voorbeeld
de Twentsohe katoenbedrijven zoowel door handelspolitieke
maatregelen als door de depr’eciatie van den Gulden wer
–
den gebaat. Een groot deel van de bewuste spinnerijen
en veverjen werkte tegeim het einde van ‘het jaar met
drie ploegen; een enkele was ‘zelf’s ‘voor geheel 1937 met
orders ‘bezet. Een toevallige omstandigheid vormden hier-
bij de opdrachten voor het leveren van vlaggedoek, voor
welk artikel de Nederlandsohe fabrieken overbelast ge-
raakten.
Economisch beleid.
IlTet besturen van een land in crisistijd is geen gemak-
kelijke en nog veel minder een dankbare taak, vooral
niet, wanneer di.t bestuur wordt uitgeoefend door een Re-
geel-ing als ‘de onze, ‘die het ondernemen van gewaagde
experimenten, ter voldoening aan den ‘volkswaan van den
dag, met groote stelligheid van de thand wijst. De schets
van haar economisch beleid, die de Regeering iin de Me-
moi’ie ‘van Antwoord op Hoofdstuk 1 der Rij’ksbegrooting
6Januari 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
voor 1937 verstrekte, gaf naar niijn oordeel in verschil-
leitcl opzicht reden tot erkentelijkheid. Op den ljocleai van
cle door het loslaten vaji den gouden staiidaarcl gescha-
Pen nieuwe verJoudi Itgen gaî cle Regeeri eg in dit taats-
stuk
01)0
eU’ vaste 1 ij nen voor haar algemeene en ecoio-
niische io1iiek aan. Aldus plaatste zij, tegenover een bont
gekleui
–
d allerlei vati venscleii en rneeningen, haar rustig
l)elOid, dat zich, vats van elders ondernomen Proef neinin-
gen, bleef richten naar hehgeen het cluu rzanla nationale
belang haar gcwensc-ht doet achten. l)eze waardeering
vorclt niet teniet gedaan door cle hedenki ngcn, cl ie ik 01)
andet
–
e l)iaa.tsell
i 0 I0Ill
l)etoog naar ‘oren breng. evenmin als de critiek, die het Amsteiclamsche bed rijfsl&ven op het
stuk van het economisch beleid der Regeering uitspreekt,
aan zijn erkentelijkheid voor hot beleid onzer Regeeri rug
in het algemeen tekort doet.
Er is naar ik Ineen te meel
–
aanleiding om cle bogilise-
len van economisch la udsbeleid aan onze bed rijfsbelaligen
te toetsen, aangezien het 01) 26 September van het af-ge-loopen jaar afgekoncl igcle verbod -van uitvoer van goud
een wijziging in cle nioneta.i l
–
e politiek van Nederland met
zich bracht, -die
01)
haar beurt tal van factoren onzer
volkshu ishoud i rig vera nderde. Een belangrijk onderdeel van
de aanpassing van de kosten bij de prijzen, welker nood-
zakelijkheid •de Regeeriiig terecht (k onder de gewijzigde
omstandigheden bepleit, vormt -de vermindering van den
druk der overheidslasten door versobering van het over-
heidsapparaat. Il.k heb Jiier niet alleen het oog 01) de uit-
bre,di rug van ovet-heidsbemoeien-is in de jaren vciôr cle en-
sis, maal- in de ceiste plits 01) cle crisis-voorzieningen,
clie haar ontstaa ii dank-en aan de door cle iRegeel
–
i ng ge-
voelde behoefte tot vereffeni lig ve ii bepsa cle versc.lïillen
tussehen (le voortbrengi ligskosteli in Nederland en elders.
I)ezeverschilleii zijn door de wim rcleclaling van den Gulden
deels verminderd en voor een ci ncler deel verdwenen Daar-
0111
ZIJ
liet beleid onder de thans ii leuw geschapen omstaii-
digheden er
01)
gericht, het bed rijîsleven zijn vrijheid,
voorwea rde voor zijn bloei en in nerlijke gezondheid, tertig
–
te ge-ven en de gelegenheid te openen tot een zoo rn mi mo-
gelijke ontplooiing vaii -de pai
–
ticul icre wei
–
kzaaniieid, in
stede van een door liet centrale gezag steeds meer -ge-
regelde voor-tb renigi lig en verdeel i rug.
Mt hijzonderen lied ruk doet zich cle ivenschelijklieicl van
opheffiiig geldleli teli aanzien van clie gevallen, waarin
steu ii itan een bed rijfs.groep wordt verleend ten koste 111h
recchtsti
–
ee-ksche -helellilner’i lig of zelfs hicliadeel ig van in-
clere bed rijven. iet naine geldt dit voor cle i ivoerbeper-
kende maatregelen. De versta rri ng van het bedrijfsleven,
clie door cle Crisisiirvoerwet in steeds toi’neiiieude mate
wordt gewekt, gaf ook de Regeeri lig reeds li lig -toe Deze verste rring is bij uitstek noodlottig voor het A’iuustei
–
d
sohie lieclrijfslven iii zijn functie vai Cehitrillli vithi distri-
bubie voor buiten le nclsehe verbru iksgoecleren over Necler-
land.
Ï)aa otege-nover sta-it wei ruig of geen rot vocir andere deelen vaii het luustei
–
da.rlisihe lied rijfsleien. 111-s ijdel, iuj-
ve ru ei cl en kol
011
Iiie belangen wo
–
cle
II
cloo
1
Oh ze le ii dbo uw-
L-risisluaatrc-g’elen g-csiihaacl, deels door den j u vloed ven
1110fl CII
nl i eb e ff i nge
Ii,
cl cel s cloo r Pc le niluler lig ve
t
hewe-
gili-gsvrijhcidl, zelfs algehecle uitschakeling,
Cli
voor zoo-
veel liet liavenverkee r betreft door on-ttrekk i rug van vracht
Iliet alle nevengevolg
–
en van dien Daar haast staat cle
l rijevei’hoogencic ii ivloecl la
t
den laliclbouwsteun, clie voor-
al cle aandacht verdient.. nu stjgi ng van de kosten van
het le-velisorudlenhoud de lioodzakelijkheid vali loonsverhoo-
gingen na zich zou sleep-en, clie een mogelijkerwijs inge-
trede-ru rendabiliteitsvelibeteri ig wederom zouden telnet
doen. De eiristige bezol’gdheidl ihi cle kringen van liet Ani-
sterclainsohie heclrijfsle-veii teti aaliaieli van de mogelijkheid
van verplaatsi lig van cle lan-dbouwcrisisheffi ngen naar cle
gi
–
ens iieid voor een aailnel
–
kel!jk deel weggenomen, door-
dat cle c011liiiiSsie-Va-li Loon, clie een onderzoek naai- de ivijzi-gi lig ii cle land-bouivcrisisniaatregclen iliStelde, zoo-
ivel in haar verslag
–
als in -haar na de waal
–
dedlal i lig van
dcli Gulden verschenen aanvulling hierop, een dlelgelijken
maatregel afkeurde. Gelet op den-zeer iligrijj)enden invloed
van de Landbouwcl-isiswet teli aanzien van aiiclere da.n
agrarische voortb rengingstaheken is haar afschaffing, al-
thans het neilien van maatregelen, clie een geleidelijke ver-
clwijn-i lig tot gevolg hebben, cl ri ligenci noodig.
‘Jelcort
(leid Vaki)
rbcicicrs.
TIl divei-eenstesnhnilig met hetgeen ik omtrehit den be-
drijfstoestancl in Nederland opniel
–
kte, is cle -o’erkgelegen-
hicici -vergeleken niet 1935 in de diamantnij-verheid, den
rnijlibouv, de nietaalliijverheidl en cle – textielfabriekeli be-
langrijk toegenonien. Bepaald ongunstig was de toestand
echter nog ihi de bouwbedrijven. Ook in cle handels- ei ver-
keersbedrijveii -bleef cle werkloosheid groot. 1l)esohiclahiks
Wehdl in het achter dihis ligg-ehidle jaar
i Ii
toenehliehide mate
geklaagd over liet g
–
ebi
–
ek aai bekwame vakhiecleii ihi het
hijzoi-cle r
i 1
cle niietaal
1
ijveh’hie id, liet -d i-aiiiani tvak, cle s iga-
Cli
fabrieken, cle i’hiisbecl -ijven en cle laschisu richitihigen.
iilag derhalve iiahihïdlhiiehi da-t cle volwaardige va.kliedlehi
in deze en andere bedrijfstakkehi weer werk hebben ge-
l’Ohichthi.
J)eze tegenstelling vahi nijpende iverkloosheid teg
–
enovel-
tekort aan gesohikte
–
werkkraohten licht scherp de actil-
dlaciht
01)
cle iiooclzakelij-kheicl van vakopleidhihig
–
van held-
hoozehi, -‘ooral
11111
de jeu-gdhigehi ouder
–
hen. 1l)aarhia.ast is
liet noochig, da-t h’roegele vakal
–
beiders, clie
111111
va-al
–
dig-
hieicl tengevolge van dcli lcd iggarig verldirehi cli daardoor
hill
Ii
stahiclaardlloo-hi ihi dlehi eersten tijd hall hithn iledhehi
Ii-
-dliehiststellilig hii0t kuhihiehi hia.hili, geclureiicle kortehi tijd Oh)
cl reef woicleit gehiolpehi, hij hooI
–
beeld dooi- ccli sliel h’er-
lii rudlel
–
ehidlen bijslag
–
01)
het loon. Op deze ivijac kuhihiehi
l
,
ij, in-dien -cle beclrijvigiheid blijft toehielniehu, geraken tot
wedleropneiiii lig
lt
daarvoor geschikte ahtieidlskrachterr in
in
Ii
hiornlale Pech rijl’en tegehi nol
–
niaal loon, dat is liet
loon, hietwelk zon-der Ol’eh’hieidlsi hiniengihig tusschehi j)atoohl
cli ai
–
beider inlet -iliachthiemilig vahi -dle bedrijfsrehidlabiliteit
is overeeligekolhieri. Eerst dahi zchllehi wij weder ecohiorhiischi
en sociaal gezonde toestahidlehi hebben tel
–
uggekhege-ni. Aan
hveh-k-versohiaffing
kuIl
slechts eehlig
–
tijdelijk nut wohdeni
toegekend, itiaar ze is gewoonlijk duur en voor zoover ze
uit gh
–
ondwelken bestaat hhioet er tegen worden gewaakt,
dat cle daarop ingerichte bedrijven schade ohidel
–
vihidlen.
Ook wanhieer allehi, clie 0-1) cle geschetste wijze voor her-
plaats i lig
Ii
hiti n vii k in aan rie rki lig -komen, cmii dcie slag-
zijn gegaan, zo
1
heIl er waa rsc’h ij n lijk hiog een aantal we Ik-
loozehi oveu
–
blijven, hiamehijk dleg
–
ehien, die wegens huhi leef-
tijd of tengevolge vahi toegeliomehi ratiohialisatie ’11hl de
bedrijven geehi ehiiplooi meer vihideni. I[thn aantal wordt.
op 200.000 geschat.
Het -dwi higendi i higrijpen
111
cle personeelfol
–
niatie der he-
cl rijven, bij voolheeldl door de werkg
–
elegehihieidl hoor ‘OIh-
ivehi te beperken, de ve rva hil lig va
Ii
vol-o’assenen dooI
lethgdligen tegohi te gaan of een bepaalde verhoudihig 4.ths-
suhehi imiahihiehijke en vrouwelijke, volwassen
Cli
ohivolwaS-
sen au
–
beiders voor te -sdihirijvehi, acht ik ook als crisis-
huuaatregel niet zonder bedlehikihig. De Regeerihig holhdle bij
haar voornemens tel
–
dage -de c-oncu rh’entiehhiogelijk-hedleii
der bed ri-jvehi hoor oog
–
en
Cli
veh
–
mijde -het opleggehi vati
ru
ieuwe sociale lasten in den vorm vahi hioogeie loohikostehi.
i
–
iande1apolitiek.
Naar aanleiding
–
van de redevoering Van
Min
istei:
(1-el
ISSCU ii)
dIC Tweede Kahiler inzake cle te verwach-
ten indiening
–
van een wetsontwerp, waardoor
in
de
toekomst onze positie bij handelspolitieke oncierhan-
deling-en belang-rijk zou kunnen worden versterkt,
gaat de heer Crone na, o’er welke middelen cle Reg
–
ec-
ring
–
thans beschikt, om dan te vervolg
–
all
Hoewel cheze opsomhiniiig doet zien ch–st ook dle Neder-
hahidlschie Regeerihig
–
01)
liet oogeiibhik allesbehalve van bali-
clelspolitieke bevoegdheden -is ohitibloot, acht zij aahivthllihig
huoodlig. IDe gegrondlheid van dezn venschi kahi slechts aahi
cle hahidl vat cle practijk vai onze hiaruclehspohitieke ohidler-
liii mdeha rel vcihhedig wo
–
dcli – beooi
–
cleehcl. 11
–
hopelijk zal cle
hhiChhiOrie vii ru toch icihting bij liet koilienche wetsontwerp ons
thienaa mgaa mle ihil ichten. A f.geziemi daa rva ii; heeft ook
naar -mijn meening het -huidige sanienstel van cle liancleFs-
politieke machitigi rugen onzer Regeel-i lig iets toevalhigs,
zooclat men steechs huloet afwachiiten of de hahidlehspohitieke
feiten toepassi rug mogelijk zullen makehi. Il:[et is dltls fihet
ondenkbaar. dat OhiZe ohidehihiahidela reli zich onvoldoende
uitgerust vi ndleru ; waal
–
mee echter niet is gezag
–
ch, dat een
iog krachtiger bewapening hen ,ilidlel-dlaadh betere uitkom-
sten zou doelt behalen. in geen geval -kan echter een
logisch motief tot uitbreiding van ons hiandelspol itieke
al-senaal voiden ontleend aan een betoog, dat het niet
zoo volledig zou lijn als dat van anldeh-e hal-den. Regehi ii-
gen gelijk cle ohiderhiavige laten zich niet goed niet die in
andere handen vergelij-kehi, aangezien mcli deze niatel
–
ic
luet kahi losluakehi van -de economische
Cli
staatsrechtelijke
verhoudingen ihi het lahidi, waarin zij zijn -gegroeid.
Als ivetten, waarmee wij niet kulihien vechten. hioenicle
Minister Gehissen in zijn aangehaalde rede de Chea.r ingwet
er de Tal’iefniachitigingso-et, terwijl wij ook lan de Retor-
siwet practisoh
Ii
iets ZOUdlehi hebben. Tegen verscherpi rug
van deze hiettehi zie ik echter ernstig
–
e bezwalen. 1-lahi-
teeririg vahi (le Retorsiewet is een zeer in het oog loopendle -daad, die dle tegehistellingen dus
01)
cle spits zou drijven,
EC:ONOMISCH-‘sTATISTIsCHE BERICRTEN
8 Januari
1937
terwijl het de vraag is of deze vct, evenals de Tar•iefmaoh-
tigingswet, ook na wijziging niet door cle werking van dc
meestibegunstiging, die wij tooh zooveel mogelijk in stasd
moeten houden, zou worden doorkruist en grootendecis
kraohtcloos gemaakt. Evenmin lokt mij verdere versoher-
pilig van de reeds uitvoerige volmachten der Wet In-
ternationaal Betalingsverkeer aan. Ainste idam ‘heeft er
als cel trum van het internatiori ale betalingsverkeer van
Nederland groot belang bij, dat dit cao min ‘mogelijk in
‘handelspolitieke verwikkelingen wordt betrokken. Voor
onzen goederenhandel geldt dit niet minder.
De Minister verklaarde, dat het vooralsnog niet in de bedoeling ligt om de contingenteering uit te breiden tot w’at niet in ons land wordt gefabriceerd. Ik stel dit met
voldoening vast, onidat anders de ernstige moeilijkheden,
die onze i’nvoerhandel thans reeds i’aii de coirtingenteering
en haar handclspolitieke manipuleering ondervindt, einde-
loos zouden groeien. De attikelen, clie wij riet ccli voort-
brengen cii ‘die tevens goede kansen bieden om het buiten-
land lianclelspolitiek te ‘treffen, zijn voor een belangrijk deel grond- en hul’i.istoffen, kapitaalgoecieren en eerste
levensbehoeften. Missrïhien hinderen wij een bepaald land
door het belemmeren van den invoer van dergelijke
voor
onze bevoLking of bedrijven noodzakelijke goederen. Maar
li’gt liet niet evenzeer voor de hand, dat ii’ij ons zelf ten
minste even ernstig •kwetsen? Nog steeds is ons land een stapelplaats van overzeesche goederen, ondanks de moei-
lijkheden, die de afzt daarvan in het buitenland onder-
vindt. Laten wij ons er echter wel ‘voor wachten, om zeil
ook nog belemmeringen aan het voortbestaan ‘van den han-
dcl in het leven te roepen. Daarmee zouden wij niet alleen
de belangen van de handelaars zelf, doch eveneens die van
te reederijen en de havenbedrijven treffen.
Nederlaadsch-Indië.
Over den toestand in Nederlanclseh-Indië
is
cle heer
0e-one vrij optimistisch gestemd, hoewel
ook
hier op
de schaduwzijde wordt gewezen.
Niettemin zijn er enkele factoren, die het optimisme
tcinperen. Niet veu-geten mag vorclen, dat cle vooruit-
zic’hten ‘van eenige cultures nog onzeker zijn en met
name voor de suiker en de Java-tabak de toestand nog
geenszins rooskleurig is. Oök is liet de vraa’g, of liet
togenwoorclige peil der produetiekosten kan worden ge-
handhaafd. De prijsstijging van ingevoerde goederen werkt
al eenigszins ver.hoogend op de kosten. Daarnaast moet
‘vooral worden bedacht, dat weliswaar dedepreciatie tot
nu toe ‘vrijiwel geen stijging van de prijzen van rijst en
andere belangrijke voedingsniiddelen tot gevolg heeft ge-
‘had, maar dat zulks in hoofdzaak moet worden toege-
schreven aan cle bijzonder overvloedige oogsten van 1936
en dit bij minder gunstige opbrengsten snel zou kunnen
veranderen. Deze overweging is van belang, nu de prijzen
op cle werelclniarkt van granen, niet inbegrip van rijst, bij
‘oortduriig vast zijn. De kosten worden verder verhoogd
door het uitvoerrocht van 2 pCt., dat sinds kort op de
meeste producten drukt, en zullen eveneens ongunstig be-
invloed worden door het uitgebreide programma van
sociale maatregelen, dat ten ‘dccle reeds uitgevoerd, ten
dccle in voorbereiding is. Tenslotte verooraaakte de crisis
dooi- degedw’ongen rationalisatie en de inkrimping van
de suikerindustrie een blijvende overtolligheid van een
groot aantal arbeidskrachten, Europeesche en inlandsohe,
voor i’ie zoo mogelijk nieuw emplooi uioot worden ge-
vonden. In dit verband zij opgemerkt, dat door de restric-
ties van thee, rtjbber en kina en de productieregeling in ‘cle suikerindustrie de iitbreidingsmogelijkheid voor de
exportbetirijven beperkt is. In dit opzicht is ‘de toestand thans veel ongunstiger dan na de crisis van 1920.
Door industrialisatie zal niet in korten tijd voldoende
werkgelegenheid kunnen worden geschapen voor allen, die
in de bestaande bedrijven geel) plaats meer kunnen vin-
den, alsmede voor het aceres der bevolking. De industria-
lisatie gaat onder den inivloecl der daartoe gunstige na-
tuurlijke omstandigheden en met steun van de Regeering voort. Ook in het afgeloopen jaar is w’eer een. groot aan-
tal, overwegend kleine, nieuwe nijverheidsbedrijven opge-
richt. De clepreciatie zal w’aarschijnlijk, doordat zij de
prijzen der van buiten het Rijk ingevoerde goederen doet
stijgen, een verderen prikkel tot industrialisatie vormen. Het is te hopen, dat een organisatie kan worden gesoha-
pen, die de aandaoht van het Westersche kapitaal in
meerdere mate in ‘deze riohtiri
g
leidt. De stichting van
een Fonds vooi- kleine nijverheid, waartoe de Regeering
verleden jaar ovei-gin’g,- beoogt door tussc’henkonist van de
Afdeeling Nijverheid van het Departement van Economi-
sche Zaken het iie het leyen roepen en tot outw’ikkeling
1)1-enigen van, kleine bedrijven te financieren. De Regeering
moge bij haar bemoeiing niet de industrialisatie steeds in-
clachtig blijven, dat ‘die haar ook verantwoordelijkheid op-
legt, welke zij alleen zal kunnen dragen, als geen autar-
kistihe neigingen in het streven van haar ambtenaren
binuensluipen. Steeds blijve liet commet-cieele element, dat
liet
verwaohte rendement der te stichten bedrijven vormt,
richtsnoer. Deze eisch zou in gei’aat- ‘woiden ‘gchracht, als
cle Regeei-ing ziele
01)
eenigerlci wijze bond aan een be-
paald schema of een bepaalde rangorde, waarin de indus-
trialisatie zou moeten plaats hebben. Slechts ondei- deze
voorbehouden aal naar mijn mneening de industrialisatie
op den duur aan de welvaart van Indië en in het bijzon-
der van Java ten goede komen.
Economische en sociale politiek in Ncd.-Iudië.
Wat de algemeene economische politiek betreft, moge
intu.sschen de aandach’t worden gevestigd oi de mededee-
ling in de Memorie ‘van Antwoord betreffende ‘het alge-
ineene gedeelte van de begu-ooting 1937, dat de Regeering
zich niet instelt
01)
liet herstel van een onbeleinmerd be-cl rijfsleven, noch 01) dat van liet oude, vrije handels’er-
keer. Het ware juister geweest, indien de Regeeririg. ‘iie
in het .belang van indië een onbelern’mei-d bedrijfsleven en
een vrij handelsverkeer moet wensohen, de tallooze 1-ege-
hagen, die het economische leven aan banden leggen, uit-
drukkelijk als tijdelijke noodzaak had erkend en ‘het voor-nemen had uitgesproken deze zoo spoedig op te heffen als
de omstandigheden ‘zouden toelaten. In den vorm, waarin
deze veiklaring echtei- gegeven is, zal zij, naar ik vi-ees,
opgevat worden als een soort beginselverklaring tot een progi-amma van voortgezette sta.atsbemoeienis niet het
economische leven.
Nieuwe m-egelingsn van ‘belang op ‘het ‘gebied der alge-
mcciie economische crisispolitiek vallen overigens niet te
vermelden. Daarentegen ontwikkelde de Regeeri n’g een
groote actIviteit
01)
het terrein der sociale politiek. Ge-
noemd worden in dit verband de Aanvullende Planters-
regeling (op ii’elke de lange conflicteni-egeling is toege-
past), wettel ij’ke maatregelen betreffende de Zondags rust,
een loonbewaking, de uitbreiding i’aIl de bevoegdheden van
het Kantoor van Arbeid, de wijziging dci- Koelie-Ordon-
nantie en de Vrije Arbeids-Ordonnantie 1911, benevens de
voorbereiding van een wettelijke ougevallenverzekerin’g,
abeidsregeling voor handelscniployo’s en pensioenverze-
ke ri lig voo i
–
pai-ticuliere werknemers.
REDE VAN DEN VOORZiTTER VAN DE KAMER VAN
KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR ROTTERDAM.
an de Nieuwjaarsrede van den heer W. A. Engel-
brecht, Voorzitter van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rotterdam, ontieenen wij het volgende:
Iiendelsbe’weginy.
Nadat ‘gedurende de drie ‘voorafgaande jaren de inter
–
nationale Jiandel vrijwel stationnair gebleven was op een dieptepunt van pl.ni
. 34 pCt. (naar de waarde gerekend)
tegenover dien in 1.929, toonde zich in de eerste maanden
van 1936 eeni’ge opleving, die verder voortgang vond en
in de laatste maanden des jaars ‘sterker toenam. Voor Nederland kan gedurende de eerste negen maan-
den, vei
–
geleken bij ‘het overeenkomstig tijdvak van 1935,
gewezen worden op een vermeerdering van de waarde van
den invoet- niet 3.9 pCt. bij een vermindering ervan in
gewioht niet 2.5 pCt.; op een vei-rneerdering van den uit-
voer niet 4.1 pCt. in waarde en 5.4 pCt. in gewicht. Os-
dlurende ‘de maanden October en November ‘heeft in beide
richtingen stijging plaats gehad, waardoor over de eerste
elf maanden van 1936 gemiddeld de invoer in waarde ver-
nieerderde niet 4.5 pCt. en in gewicht verminderde met
2.4 pOt., terw’ijl de uitvoer zoowel in waarde als gewicht
een verbetering aangeeft van 6.8 pCt.
Voor Nederlandsch-lndië zijn tot dusver deze cijfers
over de eerste liegen maanden bekend. Zij geven tegenover
dat tijdvak van 1935 een vermindering ‘van den invoer aan
van 2.4 pCt. in waarde en 3.3 pCt. in gewic’ht, een ver-meerdering van den uitvoer van 10.7 pCt. in waarde en
1 pCt. in gewioht. Nederlandsch-Indië, dat vooral op uitvoer van grondstof-
fn en invoer van fabrikaten aangewezen is, heeft in den
loop des jaars steeds meer merkbaar gunstigen invloed
ondervonden van de opgekomen opleving van den w’ereld-
handel, waardoor ve i-sch i lleude nioeilijkheden zich minder
ernstig laten aanzien. Door in Nederland een afzet van
6 Januari
1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
oigeveer 6 pOt. van den komdeu suikeroogst te ver-
zkeren, • is de Regeeriiig tegemoet gekomen aan de Ne-
cle rlaudsoh-Iiidisohe suike ri iidustrie, waarvoor verder door
verruiming va,n iiarkt in andei’e landen verbeteriiig
zal moeten gevonden worden.
• ie cijfers over de eerste zes maanden van 1936 toonen,
vergeleken bij hetzelfde tijdvak in 1935, voor Suriname
een vermindering van invoer bij vermeerdering van uit
voer, terwijl. wat Curaçao betreft, zoowel vermeerdering
van invoer als van uitvoer
Plaats
vond.
Omtrent den ecouomischen toestand van Suriname is
overigens weinig verbetering te vermelden; met voldoe-
ning mag geconstateerd worden, dat hier te lande de be-
langstelling toeneemt, o.a. voor Surinaamsche citrusvruch-
tea, waarvan de cultuur dooi het Bestuur sterk •aange-
nioedigd wordt.
:I:n Curaçao breidde de petroleumindustrie haar bedrij-
vigheid uit.
A.lgemccnc economische toestand.
J[et streven om door herstel van den gouden standaard
in cle landen met •gedevalueercle munt tot stabiele motie-
tai me verhoudingen terug te keeren, werd in den
bol
van
het jaar vooral gesteund door de Vereenigde Staten van
Amerika, doch het bleek, dat daarvan in afzienbaren tijd
nog geeli gevolg was te verwachten. Aan het einde van
September gingen Frankrijk en Zwitserland ertoe over de
geldende goudwaarde van hun mnunteenheden niet langer
te handhaven, terwijl ons land dadelijk daarna overging
tot uitvaardiging van een gouduitvoerverbod, zooals dat,
zij het dan onder andere omstandigheden, ook in 1914
geschied was.
:De bestaande tegenstelling van goud- en niet-.goudlanden
werd daarmede opgeheven. De groote verschillen ‘in prijs-
peil in de beide groepen van landen kunnen thans door
vrijer spel van krachten tot een natuurlijk niveau terug-
komen. Egalisatiefondsen traohten speculatieve operatiën
zooveel mogelijk te voorkomen en die schommelingen OP te
vangen, die een gevolg zijie van het heen en weer trekken
van het korte geld. Een regeling is tusschen de Vereenigde Staten van Amerika, Engeland en Frankrijk getroffen oom
naar stabiele onderlinge wisselkoersen te streven, waarbij
ook Zwitserland, België cmi ons land zich hebben aangeslo-
ten. Indien ook andere landen ‘hiertoe zouden overgaan,
kunnen krachtige pogingen in het werk gesteld worden
om geleidelijk de tallooze belemmeringen, die den buiten-
landschen handel in den weg staan, op te heffen.
liet loslaten van den gouden standaard heeft op zich-
zelf op dcii langen duur
geen
beteekenis, indien in de
verschillende landen niet tegelijkertijd zoowel de binnen-
landsohe als de buitenlandsohe economie op een peil
gebracht worden, w’aarcloor afzetmogelijkheid zich aan
liet sterk gestegen productievermogen kan aanpassen.
Volge na door den Volkemrbond gepubliceerde cijfers staat
het totale handelsvolunme verder tea achter bij den i umid-
dels iei’eikten stand van de wereldproductie dan eenige
jaren te voren. Een definitieve overwinning der depressie
kan slechts bereikt worden door geleidelijke opheffing
vals handels- en betal i ngsbeleninseringen, waarmede ook
de internationale kaipitaalsinvesteeri lig zich herstellen kan.
De Internationale Kamer van Koophandel, die in den
zomer van dit jaar haar 9e Congres te Berlijn zal ‘hou-
den, dringt in haar uitgebreid programma voor economisch
herstel op de noodzakelijkheid aan tot het nemen van
maatregelen in de verschillende landen, die strekken kun-
nen tot verdere omitwi.kkeling van de opleving in het
bedrijfsleven, van eminent belang, liet beste vooral ter be-
strijding der werkloosheid.
‘Bhwns staan uitvoeren ‘van fabrikaten en kapitaalsgoe-
deren nog vrijwel buiten het opkomende internationale
handelsverkeer, dat zich in ‘hoofdzaak over grondstoffen
mi
itstrekt.
Nederland
Over liet volksinkonieut in 1936 kan zelfs bij benadering
nog niets vastgesteld worden, daar de gegevens omtrent
den invloed van de devaluatie van den Gulden gedurende
het laatste kwam-taal ontbreken. Voor 1935 kan aangeno-
nico worden, dat door verdere aanpassing het reëel volks-
iuikoimmemi, ondanks de voortgezette daling in het nationaal
inkomen, bij het jaar tevoren vergeleken, slechts weinig
achteruitging.
Het loslaten van den gouden stamidaard werd in ons
lammd ge’volgd door de wet tot het tegengaan van prijsop-drijvmng van goederen, diensteij en huren. De Nederlamid-
sche middenstand heeft zich terstond bewust gevoeld van
zijn taak in grooter verband en naar vermogen nuedege-
werkt iiati het belang onzer volksgeineensohap in haar
geheel. Omi redelijke prjsvemhoogiugen hebben zich niet
voo rgedaaui.
Grooter bedrijvigheid in dcii groothandel is nog niet ge-
voigd door meer omzet iii dcii detailhandel. Een versciijmi-
sel, dat
OJ)
ziohzelf begrijpelijk is; het tegenovergestelde
deed zich voor, toemi de snelle inzinking in de groote be-
drijven miiet omimiddellijk doom’ een even sterken achteruit-
gang iii den detailhandel is gevolgd.
Eerst gedurende de laatste maandemi des jaars, zooals
reeds opgenmerkt werd, kon eenige vermindering in de
wei-kloosheid verw’acht im’orden, miiettegenstaande
iii
de
laatste jaren met voortvarendheid veel gedaan is op liet
gebied van bruggenbouw, wegenaanleg en uitvoering van
spoomwegss’erkemi. Bovendien ss’erd door het Werkfonds veel
rechtstreeks voor werkverschaffing besteed.
l)e devaluatie vami den Gulden zal op den duum ook ss’ei-
mmig tot vermindering i’ams ss’emkloosheid kuminen bijdragemi,
indien het groote aantal door de crisis uitgelokte steumi-
maati-egelen temi behoeve vals versohillemide bedrijven een
herstel van miatuurlijke verisoudingemi in het binnenland
blijft tegenwerken. De hooge kostemi van levemisomiderhouci
temigevolge daarvan belenirmieremi een krachtige uitbreidimig s’ami miij;veaheid, die bij omize bevolkimigsgrootte drimigencl
mmoodzakelijk is.
Onze Kamer heeft zioh veroorloofd, de Regeering met dIen meesten aandrang te adviseeren tot een principieele
verandei-ing van richting in de binnenlandsohe economi-
sche politiek te besluitemi cmi maatregelen te nemen opdat bij het tot stand komen van stabilisatie in omiderlimsg ver-
band van de voornaamste wisselkoersemi omis land zijn eigemi
voikshuishouding zoodanig zal hebben aamigepast, dat ‘het
Nederlandsehe bedrijfsleven als gelijkwaardige concurrent
op buitemilandsche markten eemi betere tokomiist tegemoet
zal ‘kunnen treden.
Rotterdam.
Geen vemibeterimig, zelfs achteruitgang ss’as in omize stad,
wat de werkloosheid betreft, geduremide de eerste elf maan-
dIen van het jaar, vergeleken bij die vami 1935, te consta-
teeren. In December trad merkbaar w’ijziging ten gunste
in. heeft de werkloosheid onder de onmderen ernstige vor-
mcmi aangenomen, i mi mnet nmi ndere mmiate is dl it nuet cle
jeugdwerklooaheid ‘liet geval. 1 Eet is bemoedigend, dlat
allen, die zich aan de bestrijding wijden van de demnorahi-
see remide gevolgeil van den lcd iggang niet onverflau wclea
ijver Jiu n werkzaammmheden voo rtzetten.
De snel opgaande prijzen dem- laatste maandemi in den
groothandel brachten in liet algemeen ook in Rotterdam
opleving vami zakemi. Zooals hiervoor reeds w’erd vernield
zal een grootere omnzet in den detailhamidel vooralsnog op
zich latemi wachtemm,
waarbij
meer dami elders het groote
aantal wei-kloozen invloed zal doen gelden.
De achternm itgang van den graanimaimdel i mi vOorgaatmdle
jaren nam in 1936 geelm verdere afnietingemi aamu. in ver
baumd niet van regeeri Imgswege i mi verschillende uitvoerlamm-
den beperktemi uitzaai en niimmder opbrengst door droogte
als andlerszi os, stegemi dle graamiprijzen snel tot belangrijke
hoogte. i3elemnieremide ovei-lieidsmaatregelemi s’oor den in-
voer van granen in Nederland staan tevens een opleving
vals den transitohandel i mi demm weg.
Voor den houthandel trad imi de eerste helft van het jaar
nog geen venbeterimig in, zoosvel door lage prijzen als ge-
ringen omzet. De -stijging der prijzemi, w’elke in Jcmni be-
gominen is, heeft aich verder voortgezet, terwijl ook int
Nedem-land de vraag haar hout toenam. De in 1936 inge-
voerde hoeveelheid hout zal echter imanmwelijks die in ‘het
jaar tevoremi oversehrijden.
Na lamige depressie ‘deed ook herleving in de nietaalnij-
venheid een intrede. Het aantal te w’erk gestelde werk-
liediemi nam daam-door belangrijk toe. Door technische s’er-hete ri ngemi der bedrijven niag liet twij felaehtig geoordeeld
worden, of de werkgelegenheid weer dezelfde hoogte zal
bereiken als voorhean.
Omize haven kon door het ingebruik komnemi van het
Jnmliamiakanaal reeds wijzen op toemieniimig vami verkeer met
Limburg, waarvan nog ver’mncerdlerirmg mimag wordemi ver-
wacht, in de ‘verbeterimig der verbimiding over lamid nmet Noord-Brabimnt zal de ingebruikstelling van ‘liet grootsohe
werk der nieuwe Moerclijk’bm’ug een ‘belangrijke rol ver-
‘mmlleim, vooral wanmiecr ook de brug bij Dordrecht gereed zal zijmi. Voor een tweedle vaste oeververbinding bui mmcmi
onze stad kan thamis spoedig de beslissing w’orden ver-
ss’acht, welke, naar mag wordemi gehoopt, ten gumiste van
een tuminel zal uitvallen.
Zooals bij de schriftelijke en mondelinge behandeling
van de begrooting 1937 gebleken is, is het gemeentebestuur
van oordeel, dat liet vliegveld Waalhaven verbetem-ing noo-
dig zou hebben om de positie ervan in het internatiomiale
EONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Januari 1937
luchtverkeer te handhaven. intussc.hen blijken thans door
cle gemeente nadere onclerha ndelingcn niet het gemeente-
bestuur van ‘s-Gravenhage te zijn ingeleid betreffende een
gemeenschappelijk aan teeggen internationaal vliegveld
in den polder Laag-Zestienhoven onder Oversehie. liet
plan, om in samenwet-king met ‘s-G ravnhage hiertoe te
komen, is voor onze stad van groot gewicht, waat-bij het
vertrouwen uitgesproken mag worden, dat het met cle
grootste voortvarendheid ten uitvoer gebracht zal kunnen
wot
–
den. Een uitmuntend object zal dit werk ook voor
werkversehaffing heteekenen.
11
–
let verkeerswezen door de lucht kan evenmin als
scbepvaart uitsluitend van een nationaal econotti isch
standpunt beschouwd worden. Wil cle Nederlatidsohe lucht-
vaart een loonende toekomst tegemoet gaan, clan moet zij
tot krachtiger ontwikkeling in staat gesteld worden out
in iiitei-iiutioiia,
–
il» verband zich een haar toekoinend aan-
deel van het wereldnet te verwerven, waal-door
ook cle
Nederlanciscihe vliegvelden (evenals havens) eelt sterk-er
ontwikkeling van verkeer kunnen verwachten. Omtrent het havenverkeer van Rotterdam kan over het
afgeloopen jaar vermeld worden, dat het aantal binnen-
gekomen zeeschepen een vermeerdering vertoont van 13.2
pOt. vergeleken hij 1935..De netto-tonnage steeg 14 pUt.
Het goeclerenverkeer ter zee nam over de eerste elf maan-den vati 1936, vergeleken bij het overeenkonistige tijdvak
van 1935. 16.6 pCt. toe.
.:l:[et totaal aantal gewerkte taken bij den haveimarhn:d
bedroeg naar gegevens van de Sheepvtart Vereenigiitg
Zuid in 1936 2.377.696 tegen 2.237.605 in 1935.
VERSLAG VERZEKERINGSKAMER OVER 1935.
[let uiterlijke beeld per uitimo 1935 van het ge-
zamelijke levensverzekeringbedrijf in ons land is met
weinig woorden te kenschetsen:
niettegenstaancle het nog altijd hoge en sis-roye-
ment matige, ddch gestadige vooruitgang van (met
verzekerde bedrag (de 4 milliard steeds ruimer over-
schrijdencl),
veel sterkere vooruitgang van het aantal polissen,
zodat men mag aannemen, dat een polis in steeds
meer gezinnen haar intrede deed,
weinig beweging in de prene-ontvangst, die ruim
f 100
millioen per jaar blijft, met echter zeer ge-
ringe neiging tot teruglopen, tengevolge vati de
blijvende vraag naar ,,goedkope” pohssen,
blijvende grote vraag naar lijfrente, waaraan thans
zo ongeveer
f
20 millioen per jaar wordt geofferd,
regelmatige toeneming
–
van het nu bijna 1 mi 1-
hard bedragende spaarfonds van de gezamenlijke
verzekerden, waardoor de maatschappijen, behalve de
herbeleggi.ng van afgeloste en ui tgelote waarden,
voor rond
f
50 miliioen nieuw geld per jaar te be-
leggen hebben,
niettegenstaande de in 1935 geleden koersverliezen
op de effectenportefeuilles, geen aintastimig van de
rond
f
80 millioen vrije reserven.
Dit uiterlijke beeld is inderdaad dat van en zond en krachtig bedrijf. Dit beeld is alweer een
jaar oud; alles wijst er ccli ter op, dat er in 1936
weinig in zal zijn veranderd;, alléén de koersverlie-
zen zullen dit jaar nu eens koorswinsten zijn.
*
*
Deze goede indruk bhjft vollerlig bestaan, als
men, wat aan de hand van de uitvoerige verslagen
der Verzekerin.gskamer zo gemakkelijk gaat, wat
nader op de details ingaat.
De werkelijke kracht van het levensverzekeriogbe-
drijf schuilt natuurlijk allereerst in een juiste en
voorzichtige heréken.ing van het spaarfonds van de
verzekerden, de z.g. wiskundige reserve. Dat deze
jwist
berekend is, waarborgt het toezicht van de Ver-zekeringskamer. Dat deze echter ook
voorzichtig
be-
rekend is, moge o.a. bewezen worden door het feit,
dat alreecls 40 pOt. van dit fonds berekend is naar
een rentevoet van niet hoger dan 3.4 pOt., terwijl
als vaststaand kan worden aangenomen, dat het om-
rekenen van wat nu nog op hoger rentevoet (meest
slechts 4 pOt.) berekend is, met opoffering van
slechts een deel der vrije reserves mogelijk zou zijn,
indien men dit inderdaad wenselijk zou achten.
De vraag, die onmiddellijk daarna komt, is ivel
deze: hoe is dit spaarfonds der verzekerden belegd?
Hieromtrent allereerst enige belangrijke cijfers.
lIet belegde bezit w’as als volgt verdeeld:
1933 1934 1935 1933 1934 1935
in nmillioen gulden. in procenten.
Landcrijeiibezit .
5.7
6.2
6.5
0.6))
0.61
0.62
Oehouwenbezit
34.3
37.2
44.3
3.66
3.66
4.19
Land hypotheken
77.3
73.4
70.0
8.24
723
6.63
1[uizen Ityputiteken 327.1 350.0 359.9 34.86 34.49 34.09
Aandelen ……..19.5 18.0 19.3 2.07 1.77 1.83
Binneul. obligaties 178.1 183.2 183.2 18.98 18.04 17.35
Buitenl 48.4 49.9 43.0 5.16 4.01 4.07
Leningen
°I
schuld-
bekentenis…….
31.2
177.1
201.2
13.98
17.45
19,66
Pohisbeleningen
. .
7
1
1.7
71.3
73.0
7.64
7.02 6.91
DepOts in geld
.
..
.
6.0
6.0 5.8
0.64
0.59 0.55
Andem-e beleggingen
30.0
33.4
40.1
3.20
3.29
3.80
Lopende renten
..
9.1
9.5 9.5
0.97 0.94
0.90
938.4 1015.2 1055.8 100.-
100.-
100.-
ilypotheken, obligaties, lening-en
01)
schuldheken-
tenis (directe overheidsieningen of leningen met ga-
rantie van Rijk, Gemeenten of waterschappen), zie-
daar in volgorde de drie posten, die alti,jdl het be-
langrijkste waren en dit ook wei immer zullen blij-
ven. Of cle volgorde ook zo zal blijven, is niet zo
zeker; reeds overschreed het bezit aan leningen op
schuldbeken teni s cl at aan Binnenlandse obligaties,
die in hoofdzaak ten laste van dezelfde dehiteureri
lopen, terwijl nog geen 2 jaar geleden cle verhouding
geheel anders was.
Taaromn
deze voorkeur voor de rechtstreekse le-
ning? Zeker niet alleen om balans-technische rede– nen, namelijk de onafhankelijkheid van de vaak zo
grillige beurs-waardering. Deze voorkeur heeft die-
pere gronden. Ten eerste spaart men hij rechtstreek-
se lening cle niet onaanzienlijke ernissiekosten, ver-
volge mis de cou pon-helasting; daarenboven kan cle
g-eldgever zelf met den dehiteur over de verdere voor-
waarden, zoals bv. de cluu r der lening, praten en
trachten deze en dergelijke factoren in gemeen over
–
leg en tot beider voordeel z6 te krijgen, dat de
lening méér past in liet bedrijf clan clie, welke de
• banken cmii tteren.
Daartegenover staat dan als nadeel, de veel min-
clere courantheid der onderhandse lening vergeleken
hij de ter heurze verhandeibare obligatie. Als echter,
zoals de laatste tijd steeds vaker gebeurt, de banken
leningen van slechts een enkel of enkele millioenen gaan plaatsen, ontstaat 66k een in hoge mate incou
rand. fonds. 11et reeds zo lange lijstje van zelden ge-
noteerde fondsen wordt aldus de laatste tijd beden-kelijk verlengd. Voeg daarbij de meestal zéér lange
looptijd van deze hankleningen – de nieuwe 3 pOt.
Nederland is in
dit
opzicht tenminste een aantrek-
kelijk novum -, liet ontbreken van enigerlei rem op
vervroegde aflossing als dit den dehiteur mocht he-
hagen, dan is liet te begrijpen, dat de grote beleg-
gers verre van gretig op deze nieuwe emissies ingaan,
ja, er meestal helemaal niet op ingaan. Misschien
komt er ook nog eens een tijd, dat de goedgelovige,
geduldige particuliere belegger beter uit zijn ogen
leert kijken.
Hiermede zij slechts gezegd, dat als de beurs
klaagt, dat haar zoveel geld voorbij gaat, zij dit aan
zichzelf te
wijten
heeft.
Echter zij 66k gezegd, dat de levensverzekering-
maatschappijen hij voorlceur zowel de directe lening
als cle beurs voorbijgaan: haar liefste en belangrijkste
belegging is: de hypothek. –
Helaas
is
door de omstandigheden daar de laatste
jaren weinig uitbreiding aan kunnen worden ge-
geven. De landhypotheken liepen zelfs niet onhelang-
6Januari 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
rijk terug. 01) dit gebied is cie terughou.ciendhe.id
.wel
het grootst geweest; crisiswetgeving op hypotheek-
gebied plus een pachtwet maken liet belegging zoe-
kende geld extra huiverig en hoort gij, pleithezor-
gers op dit gebied voor de landbouw – schaarser
crediet betekent duurder crediet. Duur was inmiddels het hypothecaire geld, dat de
levensverzekeringmaatschappijen bieden, bij lange na
niet. Over het jaar 1935 was cle gemiddelde rente.
welke de maatschappijen van haar hypotheken maak-
ten, alreeds gezakt tot 4.76 pOt., dat is, naar de
Verzekeringskamer opmerkt, ongeveer het peil, dat
men zich in het sedert teruggetrokken vastelasten-
ontwerp als maximum had gedacht. En inmiddels is
liet ongetwijfeld nog verder gedaald. Nieuw geld gaat
momenteel aanmerkelijk goedko,per.
Een gemiddelde rente van 4.76 pOt is inmiddels
een bruto-rente; daaruit moet men, behalve alle kos-
ten, ook de verliezen op de hypotheek portefeuille
betalen. Als men leest, wat er over de moeilijkheden
met bestaande hypotheken alzo wordt geschreven, en
hoort, wat men daar publiekelijk in Kamer en ver-
gaderingen alzo van zegt, dan rilt men allicht over
cie verliezen, clie daarop geleden zullen worden. Zeer
ten onrechte echter. Nog niet 1. pOt. van het bij de
levensverzekeringniaatschappijen
01)
hypotheek uit-
staande bedrag komt telkenjare tot executie en de
daarbij geleden verliezen komen in 1935, dat in dit
opzicht heus geen erg goed jaar was, op maar 0.1.56
pOt. van de stand aan hypotheken wat huizen-hypo-theken betreft en op slechts 0.087 pOt. wat cle land-hypotheken aangaat, d.w.z. de gemiddelde rente van
4.26 pOt. wordt hierdoor maar verlaagd tot 4.604 pOt.
resp. 4.673 pOt.
De laridhypotheken blijken zich dus in 1.935, “cle
vermoedens ten spijt,
beter
te hebben gedragen dan
die op huizen, zulks in tegenstelling met vorige jaren.
In 1936 zal zich dit verschijnsel vermoedelijk echter
niet in die mate bestendigd blijken te hebben, althans
voor zover de ervaringen van de drie eerste kwar-
talen betreft.
De gulden – los-van-het-goud – zal echter ook
op hypotheek-gebied allicht gestadige verbetering
brengen. De Verzekeringskamer zelve concludeert, dat
de hypotheek-portefeuilles der levensverzekeringrnaat-
schappi.jea er niet slecht voor staan en dat er alle
reden is het verdere verloop rustig af te wachten.
De dit gunstige oordeel ten grondslag liggende
oorzaak is tenslotte, dat de ievensverzekeringmaat-
schappijen, die met relatief goedkoop geld op de
hypotheekmarkt verschijnen en geen of slechts matige
afsluitprovisies rekenen, bij lange na niet de slecht-
ste hypotheken tot zich trokken. 0]) deze voorzichtige
wijze voortgaande, blijft de hypotheek» de meest aati-
trekkelijke belegging en, als mcii cle markt nu maar
niet verder verontrust, door ontwerpen van wet of
plannen daartoe, zal het niet aan de levensverzekering-
maatschappijen liggen, dat deze markt zich niet snel
herstelt van de slagen, die ondeskundig ingrijpen
haar dreigde te brengen. Het is tenslotte niet onaardig om de verliezen op
de hypotheken eens te vergelijken met die op de
effecten. Daarbij moet men bedenken, dat men
f
400
450 millioen op hypotheek uitzette en circa
f
250
millioen aan effecten bezat. De verliezen dan, in
millioenen guldens, bedragen:
01)
hypotheken
op effecten
1931.
. .
0,055
millioen
64,4
millioen
1932…
0,237
,,
–
(winst
24,2
millioen)
1933…
0,298
,,
13,7
millioen
1934….
0,354
,,
–
(winst
5,3
millioen)
1935
. . .
0,670
,,
12,4
millioen
Nu
zijn
de verliezen eif winsten op de effecten-
portefeuille niet alle reële verliezen, doch in de eer-
ste plaats boek-verliezen en winsten. Doch de ver-
liezen overtreffen dan toch maar aanzienlijk de
winsten. En als het werkelijk alléén boekverliezen
waren, dan had men de tegenpost toch in den vorm
van- gestegen -rentabiliteit terug moeten vinden. Het
tegêndeel is echter het geval – de gemiddelde rente
der effecten daalde vanaf 1930, toen deze nog 4.92
pOt. was tot 4.33 pOt. in 1935, dus tot een niveau
niet onbelangrijk beneden de hypotheek-rente.
Er moet nog veel anders worden als cle grote be-
leggers, die de levensverzekeringmaatschappijen zijn,
zich in de eerste plaats tot beurswaarden zouden
wenden. Rijk en gemeenteu, zwanger van vele en ivel-
licht grote conversie-plannen, mogen daar eens over
naden ken.
l)e grote aandacht hier gewijd aan het belegde
bezit en cle rentabiliteit daarvan moet intnsscheu niet
de indruk vestiger, dat hierin de
enige
bron van
w’eerstand dier levensverzeke:ningmaatschappijen schuilt.
Een betekenende weerstand ligt, er bovendien ver-
scholen in cle gunstige uitslag van het eigenlijke ver-
zeiceringsbedrjf zelve, de sterfte-verhouctngen. Het –
zou te technisch worden daar hier ter plaatse diep
op in te gaan; het verslag van de Verzekeringskamer
bevat echter dieuaangaande een schat van gegevens
om te Icunnen concluderen, dat deze kern van het
bediijf zeer gezond is.
Daarnaast bestaat een zeer behoorlijke marge in
wat de maatschappijen aan admi n i strati ekosten uit-
geven en daarvoor
roo
r
de toekomst beschikbaar hou-
den. Beschikbaar was in 1935 voor cie administratie-
kosten 1.2.41 pOt. der bruto-premi.ën en nodig slechts
6.32 pOt., bij de voilcsverzelceringmaatschappijen met haar zoveel duurdere week-incasso’s waren deze cijfers
26.10 pOt. en 1.7.60 pOt., latende een overschot van
respectieveflic 6.09 pOt. en 8.50 pOt. Door de in de
loop der jaren toegepaste premie-verbeteringen en de
reeds genoemde drang naar de ,.goeclicope” verzelce-
ring, laten de thans afgesloten verzekeringen echter
een geringere marge. Bovendien is de marge van het
beschikbare boven het nodligc sterlc beïnvloedt door
cie sterke reserveringen van oudsher toegepast. De
hoge beschikbare percentages voor ad mi nistrati elcos-
ten zijn zeer belangrijk hoger dan wat de verzekerden
daartoe in hun premiën werkelijk betalen. Dit is een
gevolg van de thans practisch door alle grote maat-
schappijen toegepaste usance, de wislcunclige reserve
volgens cie z.g . ,,netto-methode’ te berekenen. Het
zou alweer te tecimisch zijn daar diep op in te gaan;
volstaan moge worden met te wijzen op dit prac-
tisch resultaat, dat liet cle maatschappijen, die deze
methode toepassen, een bijzondere grote extra weer-
stand geeft tegen de onzekerheden, welke de toekomst
altijd nog in haar schoot Ican hebben.
* *
*
Over de gulden-los-van-het-goud is hierboven wei-
nig of niets gezegd en kan ook nog definitief weinig
gezegd worden. Daar valuta-evenwicht over de ge-
hele linie aanwezig was, gaven cle September-gebeur-
tenissen van dit jaar geen directe schoicken of ge-
volgen.
Indirect zullen cle gevolgen zijn: vrbetering van
de kwaliteit der beleggingen, zoals reeds hij de hy-
potheicen is opgemerkt. Weiiièht zo aanstonds oolc
weer: groter verzekerde bedragen en meerdere nieu-
we posten, als althans, wat wij allen hiervan hopen:
opleving over de gehele linie, bewaarheid wordt. Uit-
breiding dus van het bedrijf.
Deze uitbreiding zal dan echter voorlopig moeten
geschieden op een wat hoger premie-niveau, dan w’aartoe dit in de laatste jaren was afgedaald. De
dalende rente en cle veiligheid, die de verzekerde
terecht van
zijn
verzekeraar eist, brengt onherroepe-
lijk mede, dat de levensverzekeraars hij de vernie-
‘ing van hun bedrijf de nodige voorzichtigheid zul-
len moeten blijven, betrachten. Alles wijst er
01),
dat
men dit ook inderdaad zal doen en dat dus het beeld, dat thans zo goed is, oolc goed zal blijven.
Prof.
Dr. A. 0.
HOLwEIdI)A.
1930
1931
1y32
193
1
93
1
4
1935
1936
(930
‘P’
1432
1933
I934
1935
i936
8
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 .Januar.i 1937
Fig. le.
Gemiddeld dagverivoer en opbrengst en
aohteruitgang t.o.v. 1930.
•
Den Haag. *
20%
+10
-10
b
20
-30
-£l0
– EO
ENKELE GEZICHTSPUNTEN BETREFFENDE DE DALING
VAN INKOMSTEN DER VERVOERSBEDRIJVEN
GEDURENDE DE CRISISPERIODE.
Aangetoond wordt, dat het onhoudbaar
is de daling dei vervoensinkomsten van
de groote operiibare vervoersbedrijven
uitsluitend toe te schrijven aan de
werkloosheid, of :bijkoiiiende oorzaken.
De stelbag wordt geponcerd, dat een
betere maatstaf voor deze opbrenget-
daling gevonden wordt in de daling
van het inkomen der bevolking tonnen
het voedingsgebied eener bepaalde ver-
voersonderneming. De betreffende cor-
relatie wordt berekend.
Sedert het intreden der economische depressie in
Nederland in het jaar 1930 zijn vervoer en opbrengst
van de groote stedelijke trambedrijven in ons land
vrijwel onafgebroken tot nu toe gedaald (fig. 1 abc).
Nu wij najaar 1936 schrijven, is van een verhoo-ging der inkomsten feitelijk nog nergens sprake. in
Den Haag heeft het aantal passagiers een vermeer-
dering ondergaan in 1935 tengevolge ‘an de dras-
tische tariefsverlaging op 10ct. dd. 1 Januari 1935;
Fig. la
Geiiiiddeld dagvervoer cii opbrengst en
achteruitgang t.o.v. 1930.
Amsterdam.
vervoer
opbrengst
De verticale as
a.
geeft het gemiddeld dagvervoer (in
tienduizenden) en de dagopbrengst per maand (in duizen-
den Guldens).
De verticale as
b.
geeft de procenten t.o.v. de overeen-
komsttge maand 1930.
Fig. ib.
Gemiddeld dagvervoer en opbrengst en
achteruitgang t.o.v. 1930.
Rotterdam.
• 10
7.0*.
– 10
ii -20
-30
•6o
3!
Ii
20
r-
tot
1930
IÇ(31
1932
Ie,)
I94
Ç’15
iq36
vervoer
opbrengst
I)e verticale as a. geeft het gemiddeld dagvervoer (in
tienduizenden) en de dagopbrengst per ‘maand (i.n duizen-
den Guldens).
De verticale as 5. geeft de procenten t.o.v. de overeen-
komstige maand 1930.
veaçud.
to.v.
q3
-A!’
33
A_
(930
1931
1q32
1933
1q34
1935
1930
veiwoe r
opbrengst
S
De verticale as
a.
geeft het gemiddeld dagvervoer (in
tienduizenden) en de dagopbrengst per itiaand (in duizen-
den Guldens).
De verticale as
b.
geeft de procenten t.o.v. de overeen-
konistige maand 1930.
in 1936 is nog steeds een zij het ook geringe vermin-dering waar te nemen. Rottej-dam geeft sedert de in-
voering van het nieuwe sectietari.ef dd. 1 Juli 1936
een niet onaanzienlijke vermeerdering van het ver-
oer, die echter gepaard gaat met een voortgezette verlaging der vervoeropbi-engst. Amsterdam geeft
sedert 1 Januari 1936, toen ook daar een tariefswijzi-
ging werd ingevoerd, een verminderde achteruit-
gang van het vervoer te zien met een neiging tot toe-
nemen (+ 1 pOt.) in Juli, September en October
1936, terwijl de opbrengst, die aanvankelijk nog sterk
bleef dalen, vanaf Juli een eenigszins minder on-
gunstig verloop vertoont.
Tegenover 1930, het laatste voor het vervoer als
normaal te beschouwen jaar, bedroeg de ophrengstver-
mindering over het jaar 1935 in Amsterdam, Rottei-
dam en Den Haag resp. 35,3 pOt., 41,3 pOt. en
36,3 pOt.
Ook de Nedei-landsche Spoorwegen geven ditzelfde
beeld (fig. ld). Het dalingspercentage voor het jaar
1935 tegenover 1930 is, wat betreft de totale inkom-
sten 42,4 pOt., wat betreft de opbrengst van het rei-
zigersvervoer 37,2 pOt.
Fi.g. Id.
1S’poori.ve gen.
Gemiddeld dagvervoer en opbrengst en achteruitgang
t.o.’. 1930 (exclusief abonnementskaarten, week-
kaarten 3e klasse en vacantiekaarten).
S
–
vervoer
opbrengst
J)e vei-ticale as (1…geeft het gemiddeld dagvervoer (in
tienduizenden) en de dagopbt-engst per maand (in duizen-
den Guldens).
De verticale as 5. geeft de procenten t.o.’. de overeen-
koinstige maand 1930.
*10
b
.10.
-30
-40
–
t
—
—
1z
6 JanuRri
1937
ECONOMISCWSTATISTISCHEBERICHTEN
9
Fig. 2.
Speofiek werkcfagvervoer
Gemeeiotetram Amsterdam.
—-.
VrIjcla3
4
HALF.JA. 0 KALF
I KAtFJAAR KALFJAAR
jALrJAAF, -,LrjA
47
498
49
1930
49
12
4955
9
4934
194
Specifiek vervoer.
D
en
ag
1927-’30
1931
le halfjaar
1932
2e halfjaar
1932
le halfjaar
1933
2e halfjaar
1933
le halfjaar
1934
2e halfjaai
1934
Zondag ……………..
+
4._
010
– 4.2
oi
– 5.2
0/0
– 8.2
°Io
– 6.3
o/o
–
6.6
OI
o
– 4.8
0
/0
– 3.8
o/
u
Maandag …………..
+
2.5
0/0
+
3.7
O
jo
+
4.
o
/o
+ 4.1
010
+ 5.7
0/
+
4.6
010
+ 2.4
0/0
+ 4.7
0
/o
Dinsdag
……. . ……
–
4._
oo
–
2.7
o/
0
-0
4
ol
o
–
f
-.
0.1
0/0
– 0.3
/0
– 1.2
0
/0
– 0.4
ole
1.2
0/
Woensdag
…………
.+
.1.5
0/
..
+
3.1 Olo
+ 3.7 o/o
+ 3.2 0/
+ 3.0 01 + 4.5 01
+4.1 0/0
+ 3.8
0
/0
3.5
ul
o
..
..
–
0.8 0/0
– 1.2 0/0
– 0.3 0/
– 1.2 o
– 0.5 0/0
– 0.6 0/
– 1.5 0/
Donderdag
………….-
Vrijdag
…………..
–
13.-
0,
.
–
9.7 0/0
– 92
0
10
7.2
0
/0
– 8.9
oi
– 9.1 0/o
– 9.4 0/0
– 9.9 0
1
0
.
Zaterdag ……………
.
+ 12.5 olo
+ 11.3 0/
+ 9.4 o
+ 8.7 o/ + 8.1 o/
+ 8.9 0/o
+ 8.8 0/0
+ 8.2 oi
o
Dat er ernstige veranderingen in het economisch
bestel der maatschappij hebben plaats gehad, blijkt
o.a. uit de verschuivingen, welke het vervoer
01)
de
verschillende dagen per week ondergaan heeft.
Fig. 2 geeft den gang van zaken bij het gemeente-
lijk trambedrijf te Amsterdam. Het vervoá op Zon-
dag gedurende de beschouwde periode toont een
eigenaardig verloop.
Was nl. voor het inzetten der crisis het Zondags-
vervoer 4 á 5 pOt, boven het weekgemiddelde, in
1931 zakt dit plotseling tot – 4 pOt. en zelfs verder
tot ruim – 8 pOt. in het 2e halfjaar 1932, om daarna
w’eer relatief toe te nemen tot – 3,8 püt. in het 2e
halfjaar 1934.
In dezelfde periode neemt het Zaterdagsvervoer
relatief af van + 13 pOt. tot + 9 pOt. t.o.v. het
weekgemi ddeld e.
Nu bevatten zooals bekend is de Zaterdag en de
Zondag in het Stacisvervoer, behalve het woon- en
werkwijken-ve.rkeer en het ho rmale zakenverkeer, ook
nog een belangrijk contingent vervoer, ten behoeve
van weekend vervoer, schouwburg-, bioscoop- en an-
der amusementsvervoer. Dit alles is t.o.v. het zoo-
genaamcle zakenvervoer min of meer als luxe vervoer
te beschouwen. De Vrijdag bevat naast het normale
kwantum zakelijk verkeer, een geringer luxe verkeer
en is clan ook een zoogenaamd stille dag, die aanmer-
kel ijk beneden het week-gemiddelde blijft.
Terwijl de Zaterdag en de Zondag in deze crisis-
periode aanmerkelijk zijn afgenomen, is het Vrijdags-
vervoer i.n veel geringere mate aangetast, zoodat wij
ten opzichte van het weekgemicideicle het Vrijdags-
vervoer zien toenemen. Evenals de Vrijdag zijn ook de andere werkdagen ten opzichte van het weekge-
middelde. zij liet in geringere mate gestegen. Uit een
en ander blijkt, (lat waar cle crisis
01)
het zakenver-
voer zijn stempel gedruict heeft, dat in nog veel ster-
icere mate het geval is met het vervoer, dat een ele-
ment van luxe in zich bevat, hetgeen zich dan ook
overigens zeer goed laat begrijpen.
Uit figuur 2 blijkt verder, dat na 1.932 het Zon-
dagsvervoer relatief weer gestegen is, terwijl de an-
dere dagen, niet name de Vrijdag, een. zwakke nei-
ging tot relatieve daling vertoonen.
Voor zoover het betreft de Amsterclamsche Ge-
meentetram, wijst het geschetste beloop er dtis op,
dat de na de algemeene malaise overgebleven passa-giers geleidelijk weer dezelfde gewoonten gaan aan-
nemen als de gemiddelde tramgebruiker van vûör
1.931. Doch niettemin ligt het vervoersni.veau als ge-heel thans, zooals reeds w’erd aangetoond, aanzienlijk
lager dan voor het intreden van de crisis. Het boven-
staande geeft reden om aan te nemen, dat er dus
blijkbaar een categorie inwoners is weggevallen als
tramgebruiker, terwijl anderzijds de overgeblevenen
minder van dit vervoermiddel gebruilc maken dan
voorheen.
Welke zijn nu de inwoners, die geen gebruik meer maken van het publieke vervoermiddel en om welke
reden zijn zij uitgevallen?
De verleiding is groot, deze achteruitgang uitslui-
tend op de wericloosheid terug te voeren., doch uit het
hierna volgende zal blijken, dat dit op z’n minst geno-
men een onvolledige oplossing genoemd moet worden.
In fig. 3 is weergegeven, het verband tusschen de
vervoerson tvangsten, omgerekend op ontvangsten per
inwoner per jaar, en het aantal ingeschreven werk-
loozen per 100 inwoners te Amsterdam, Rotterdam
en Den Haag, benevens het verband tusschen cle ont-
vangsten der Neci. Spoorwegen per inwoner per jaar
(voor reizigersver’oer en voor totale inkomsten) en de wericloosheicl per 100 inwoners van het geheele.
land.
Uit deze curven blijkt, dat het verband tusschen
deze beide grootheden alleen bij de totaal spoorweg-
ontvangsten bij ruwe benadering lineair genoemd kan worden. Voor cle vervoersopbrengsten in onze groote
steden zou het verband mogelijic grof benaderd kun-
neri worden door een tweeclegraadslcromme. Incier-
daad, zijn hiertoe pogingen gedaan, doch deze bena-clering faalt na het jaar 1934
Schijnbaar is de invloed der werkloosheid in som-
mige jaren (1933 en 1934) aanzienlijk grooter dan in
ancierejaren. In de jaren 1.933-1.934 ging nl. zonder
noemenswaardige vergrooting der werkloosheid dc
vervoersopbrengst van alle beschouwde bedrijven sterlc
achteruit.
Indien echter het vrloop van deze 4 curven uit-
10
ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN
6 aanuarii193’T
Fig.
3.
Verband tussehen werkloosheid en opbrengst personenvenyoör.
Amsterdaul—Rotterdaln—Del.l .F[aag—Ned. Spoorwegen.
4
a
20
10
20
1
9
.
19
.
–
‘
q
‘
..
-.-l.
,
;
–
13
Ii
1
3
1
.–;I
2
«
2
1
…
.•.,•
3
10
9
ID
0
3
8
AM5T6ROAM
8
SOTTOP.OAM
8 DEM
HAAC
.
8
NKO.SPOORW.9’O.)
t4aO.SPOQRW(0.Y.)
•1356799
*3456
I23
TO. = totale ojibreugst. O.R.V.= opbrengst reiaigersvervoer.
De lor izoittale assen geven aali de: Tendens werkloozeti pnr 100 (uwoners (tav. de Ned. Spoorwegen
01)
het geheele
Rijk betrekking hebbende).
le verticale assen geven aar de tendens van de op’brengs t per jaar per inwoner.
sluitend over het jaar 1935 door een rechte benaderd
wordt, clan blijkt, dat een verhooging der werkloos-
heici met één werklooze per 100 inwoners, cle op-
brengst van de ve.rvoersondernemingen doet dalen:
Te Amsterdam met
f0,67 p. mw. p. j. of
per werklooze met
f
87,— p. j
Te Rotterdam
,, 0.80
80,-
Te
Dén
Haag
,, 2,75
,,
,, 275,— »
Voor het
Rijk
,,
0,82 ,,
,, ,, ,, ,,
,,
,,
82,-
De opbrengst per invoner nu in de genoemde ho-
drijven bedroeg over 1935 resp.
f
11,
f
9,
f
10.50 en
j 6.35 per jaar.
Voor het jaar 1935 kan uit de gegeven cijfers be-
rekenci worden, dat cle vermeerdering van de werk-
loosheid met één werklooze gepaard gaat niet het
verschijnsel, dat resp. te Amsterdam 7.9, te Rotter
–
dam 9.10, te Den Haag 26.1. en in het geheele Rijk
12.9 inwoners zich aan het vervoer onttrekken.
Uit deze getallen blijkt, dat wanneer één nieuwe
werkiooze wordt ingeschreven, de crisisinvioecl zich
niet bepaald heeft tot deze ééne persoon, maar in
veel wijderen omvang zich, heeft doen gelden en dus
ook allerlei andere personen, die dan niet direct ge-
registreerd kcuinen worden, heeft getroffen.
Het bovenstaande toont aan, dat de werkloosheid
op zichzelf genomen als index voor de te verwachten vervoeropbrengst niet bruikbaar kan zijn.
In verscheidene publicaties wordt wei aangenomen,
dat één werklooze meerdere inwoners doet wegvallen
als gebruiker van het openbare vri’oermiddel, doch
meestal wordt hiervoor een getal van 2 â 4 personen
aangenomen, overeenkomende met de gemiddelde ge-
zinsgrootte (Kemman, Betrachtu ogen zur Tarif- ci nd
Verkehrsgestaltu.ng pag. 34). Deze cijfers zijn even-
wel voor ons land en stellig voor het jaar 1935 veel
te laag.
Echter geeft de hierboven uitgevoerde berekening
nog géén volledig resultaat; de sterk varieerende hel-
ling der curven (fig. 3), wijst reeds hierop. Een deel
van den achteruitgang kan met verklaard worden en
wordt meestal teruggevoerd op algemeene verslech-
tering” van den economischen toestand.
Daar het toch mgelijk moest zijn deze algemeene
verslechtering in rekening te brengen, is door mij
i’igegaan in hoeverre het inkomen der bevolking van
invloed kan zijn
01)
de vervoersopbrengst vat de hier
behandelde 4 groote vervoersorcclerrremingen. 1-1 i ertoe
werden in grafiek tegn elkaar uitgezet het belast-
bare inkomen volgens cle helastiugjaren tegen de
vervoersontvangsen (fig. 4 ahcd). Nu blijkt hieruit,
dat het verband tusschen deze beide grootheden voor
de beschouwde bedrijven kan voorgesteld worden door
en rven, welke vloei end verloopen.
Curvè 1 geeft het verband tusschen liet belastbaar
zuiver inkomen der bevolking en de vervoersontvang-
stbn ovei het jaar, waarin dat inkomen genoten
wordt, dus bijvoorbeeld het inkomen over het belas-
tingjaar 1 Mei 1933 tot 30 April 1.934 en cle ver-
voersôl)tvangsten over het kalenderjaar 1.932.
Deze punten liggen op een sterk gekromcle curve,
welke benaderd kan worden door een gelijkzijclige
hyperbool met asymptoten evenwijdig aan cle assen.
Indien deze samenhang inderdaad bestond, dan zou
stijgend inkomen cle vervoerstijgi ug progressief
afnemen en practsch spoedig een plafond bereiken.
ig. 4a. ‘erhacl tussellel inkomen
ci
vervoersopbrengst.
» insterclani.
n
1..
Fig. 4b. Verband tussehen inkomen en vervoersopbreugst.
Rotte rd au.
6
Fanuari 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11
Nu wijst Thomas (Wirtschaft, Nahverkehr und
S.tiidtebau, gezeigt an Beispi ei der Reichsh auptstadt
Berlin) er op, dat tuaschen werkloosheid en vervoer
weliswaar een samenhang bestaat, maar met een
zekere phaseverschuivrng, w’elke hij bepaalt op on-geveer één jaar, d.w.z. dat wanneer de werkroosheid
toeneemt, de invloed dier toename zich eerst na een
jaar doet gevoelen in den vervoersopbrengst. Zoover dezerzijds over gegevens beschikt wordt, is
deze phaseverschuiving voor Nederland wellicht nog
grooter en te bepalen op 14 a 16 maanden. Wanneer
wij een dergelijke phaseverschuiving tusschen inko-men en vervoer ook aannemen, dan vervormt zich de
curve 1. Bij phaseverschuiv:ing van één jaar ontstaat
het beeld, weergegeven door curve II, waarin dus uitgezet zijn de punten van hijv. het beiastingjaar
1.933-1934 tegen cie vervoersophrengst over het
kalenderjaar 1933. Deze curven II zijn eveneens hy-
perboleii met asymptoten evenwijdig aan deassen.
Het plafond ligt thans echter veel hooger.
Mogen wij een phase-verschuiving aainemen van
16 maanden en zetten wij dus tegen elkaar uit het
inkomen vermeld in de belastingaangifte :1.933/34
(dus genoten in het kalenderjaar 1932) cii de ver-
voersophrengst in de periode 1 Mei 1933 tot 30 April
1934, dan krijgen wij cle curven III, welke benaderd
kunnen worden door rechte lijnen.
Dit wil zeggen, dat de ontvangsten van deze, ver-
voersbedrjven een vast percentage bedragen van een
deel van, het in/donzen der bediende bevolking,
name-
lijk van liet deel, dit overblijft na aftrek der kosten
voor noodzakelijk levensonderhoud. Hier vindt dus
het element van luxe, aangeduid bij de bespreking
van het verschillend karakter van liet weekclagver-
voer in fig. 2,
zijn
verband.
Fig. 4e. ‘Verband tusselieti inkonien en vervoersopbrengst.
J)en 11aug.
i?ig. 4d. Verband tussehen
1
ukoitien en vervoersopbrengst.
Nederlandsche Spoorwegen.
1-Jet percentage, dat de bevolking besteedt aan liet
vervoer, berekend uit curve III, bedraagt thans voor
Amsterdam 1,98 pOt. van het inkomen, voor Rotter-
dam 2,22 pOt., voor Den Haag 1,70 pct. en voor het geheele land 1,84 pOt. (uitsluitend personeuvervoer
(er spoorwegen).
Met het bovenstaande moge dus aangetoond zijn, dat de vervoersontvangsten der openbare vervoers-
bedrijven een vaste budgetpost vormen van het in-
komen der bevolking en als zoodanig een recht-
streekschen maatstaf geven van de economische om-
standigheden, waarin (le bevolking verkeert.
Ir.
W. B. T. ]IOFMAN.
KENTERING IN DE SCHEEPSBOUW.
In de laatste weken is er verschillende malen
melding gemaakt van nieuwe opdrachten aan onze
scheepswerven. Aan cle aanvang van een daarmede
blijkbaar ingeleid nieuw tijdperk voor onze Neder-
landse scheepsbouwindustrie is het zeker de moeite
waard na te gaan, hoe het niet deze industrie gesteld
is, wat haar belang is en wat voor de toekomst
gehoopt kan worden.’)
De Nederlandse scheepswerven oefenen drieërlei
soort werk uit:
1.o. bouw voor de grote zeevaart, waartoe in feite
niet gerekend dienen te worden cle kleine motorzee-
schepen (z.g. motorcoasters), hoewel die wel in cle –
in
deze toonaangevende – statistieken van j1oyd’s
Register zijn opgenomen. Lloyd’s statistieken toch
bevatten alle koopvaardijschepen van 100 Bruto Re-
gister Tonnen en daarboven;
2o. scheepsreparatie, bijna steeds uitgeoefend
01)
werven, die ook nieuwe schepen bouwen;
3o. bouw van binnenvaartschepen, Rijnschepen,
baggermateri aal, enz.
i.:[et is in Nederland vrijwel niet
mogelijk
dë be-
drijven naar bovengenoemde splitsing in te delen.
Zeker zijn er een vijf tal werven aan te wijzen, clie
uitsluitend de onder lo. en 2o. genoemde bedrijfs-
takken uitoefenen, doch het grote aantal, meestal kleinere werven, die over ons land verspreid zijn,
houden zich weliswaar in hoofdzaak niet bouw voor de binnenvaart bezig, doch strekken hun werkzaam-
lieden ook uit over cle motorkustvaartuigen en nemen
zo nu en clan grotere zeeschepen in bouw. Deze motor
–
kustschepen vormen een zeer interessant en econo-
misch belangrijk onderdeel van cle scheepvaart en scheepsbouw van ons land, doch in dit artikel gaat
de aandacht in cle eerste plaats uit naar de bouw
van zeeschepen voor de grote vaart..
Het zeer
bijzondere
van de scheepsbouwindustrie is
toch wel di.t, dat zij uitsluitend voor de zeescheep-
vaart werkt. Haar wel en wee hangt dan ook geheel
daarmede samen. Geen wonder, dat de depressie, waar
(ie scheepvaart na 1.929 onder leed, bijzonder zwaar
op deze tak van nijverheid drukte. Sommige iverven maakten ander soort ijzercoustructies, andere bouw-
den vliegtuigen en zelfs schoolbanken. Het hielp
niet. De scheepsbo.uwindustrie lag vrijwel stil, toen de zeescheepvaart verliezen leed en bleef lijden.
De enkele orders, die afkwamen, hielden een aan-
tal bedrijven mondjesmaat aan de gang, sommige
ivercien met reparatiewerk in het leven gehouden. in
1.929 liep 186.517 B.R.T. van stapel, in 1932 slechts
26.232 B.R.T. Zowel door samenvoeging als door op-
heffing van bedrijven verminderde het aantal bc-
sch i kbare hellingen eni germate. De fi nariciële uit-
komsten wareii over de gehele lijn bedroevend. Grote
dank is de industrie verschuldigd aan de belangrijke
orders in liet dieptepunt van de depressie door het
Shell Concern in Nederland geplaatst.
1)
Wie over de gesehi&denis en betekenis van de Ne-
derlandse scheepsbouw meer
ivil
weten, zij verwezen naar
,,De Seheeps’bouwnijverheid in Nederland” van Ir. J. W.
Bonebakker. ptrblicatie No.
16
van het Neder.Iandsch Econo-
niisch Instituut.
XX
12
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Januari 1937
1
Ofschoon bouw voor de Marine hier verder buiten
beschouwing blijft, dient de toeneming van deze or-
ders in de slechte jaren niet onvermeld te blijven.
Sinds de 2e helft van 1.936 is de zeescheepvaart
opgeleefd, tengevolge van toeneming van het vervoer.
Dit geldt niet alleen voor goederen, doch ook voor passagiers, hetgeen in het bijzonder merkbaar is in het verkeer over de Noord Atlantische Oceaan. De
toeneming van het goederen vervoer heeft zich in
korte tijd als een olievlek over de gehele wereld ver-spreid. De aanzienlijke vermindering van de wereld-
tonnage in de laatste 5 jaar deed zelfs op sommige
routes een tekort aan tonnage ontstaan. Door oogst-verhoudingen nam liet vervoer van graan belangrijk
toe. Wellicht speelt hierbij het aanleggen van oor-
logsvoorraden een rol. Het toenemende ertsvervoer
is wel zeker een gevolg van de alom heersende be-
wapeningswedstrijd. Van het een komt het ander. Na
de eerste prijsstijgingen van de goederen werd aan-
koop en vervoer gestimuleerd door vrees voor ver-
dere prijsstijgingen.
Financiëel wordt de scheepvaart in vele landen
blijvend gesteund door de Overheid hetzij uit natio-
nalistische tendenzen, hetzij met het oog op voor-
ziening van, grondstoffen i.n oorlogstijd. Meestal gaan
beide motieven samen.
Geen wonder, dat de scheepsbouw thans de gevol-
gen begint te ondervinden van cie opleving in de
scheepvaart. De monetaire maatregel van 26 Sep-
tember 1936 maakt bovendien de positie van de
Nederlandse scheepsbouw op de internationale markt
gernitkkeljker.
De scheepsbouw in Nederland heeft sinds de aan-
vang dezer eeuw in toenemende mate in de bouw-
behoef te van de Nederlandse zeescheepvaart voor-
zien. Van de lij.nrederjen is alleen de Holland-
Amerika Lijn voor haar passagierssèhepen tot na de
oorlog nog in liet buitenland ter markt gegaan. l)e
Koninklijke Paketvaart Maatschappij heef t tot voor kort uitsluitend in Nederland gebouwd. De indische lijnen bijna uitsluitend.
Hoe staat nu de Nederlandse koopvaardijvloot
er voor? Na 1929 is de tonnenmaat verminderd niet
14 pOt. door verkoop voor sloop en naar buitenlandse
concurrenten. De gemiddelde leeftijd is thans 13
jaar, waarvan – zonder tankschepen – 66 pOt.
ouder is dan 1.0 jaar en slechts 3 pOt. jonger dan
5 jaar. Neemt men aan, dat een schip 20 jaar mee-
gaat (in sommige gevallen ligt cie economische
levensgrens van een schip hoger), dan dient dus
voor een regelmatig op peil blijven, 50 pOt. van de
vloot niet ouder te zijn dan 10 jaar en 25 pOt. niet
ouder dan 5 jaar. Bovengenoemde percentages tonen
hoe ver de werkelijkheid af is van deze thoretisc1ie
wenselijkheid, vooral voor de laatste 5 jaren. Er moet
nodig gebouwd vorcien, w.jl Nederland blijven varen.
Kan de Nederlandse zeescheepvaart cle nationale
werven nu oversteipen met orders, nu d.e uitkomsten
van de vaart verbeteren?
Er zijn twee bezwaren. In de eerste plaats zijn de
meeste rederijen zo uitgeput door jarenlange verlie-
zen, dat er geen geld is om te bouwen, al zijn er
gelukkig enkele gunstige uitzonderingen. Het beno-digde geld moet eerst verdiend worden en dat vergt
tijd. Orediet is niet makkelijk te krijgen en wordt door
vele reders terecht gevreesd. Kapitaal aantrekken
gaat langzaam en slechts in beperkte mate. Overbrug-
ging van deze overgangstijcl door Overheidshulp is
nodig en kan zonder nadeel geschieden, indien daar-
bij selectief tewerk wordt gegaan.
Belangrijk voor de Nederlandse scheepsbouw is zijn
positie in de internationale markt. Nederland con-
cu rreert met G-root-Brittanni.ë en Ierland, Duitsland
en Scandinavië. Deze om de Noordzee liggende lan-
den kunnen, ivat de scheepsbouw betreft, alg een ge-
heel worden beschouwd, tegenover België, Frankrijk,
Italië; de Verenigde Staten en Japan, die van minder
belang zijn, hetzij door geringe afmetingen van de
scheepsbouwindustrie, hetzij doordat zij andere mark-
ten bedienen.
41,1
De onderlinge verhouding van de productie der
werven in Groot-Brittannië, Nederland, Duitsland en
Scandinavië sinds 1899 blijkt uit
opgave 1.
De ge-
gevens zijn genomen uit de statistieken van Lloyd’s
Register over van stapelgelopen tonnage.
Zij om-
vatten alle koopvaardijschepen van 100 B.R.T. en
daarboven. Rusland is na 1914 niet opgenomen onder de ,,B.R.T. totaal”, welke overigens de gehele wereld
omvat.
Opgave 1.
Van stapelgelopen tonnage.
In Noorcizeelanden onderling vergeleken.
Jaar
B.R.T. totaal
In procenten van totaal
B.R.T.
Nederland
G
Neder-
r.-
s
r.
Duits-
Scandi-
land
land
navie
1899..
2.121.738
70
1.7
10
3
34.384
1904..
1.987.935
60
2.8
10
4
55.636
1909..
1.602.057
62
3.7
S
2.5
59.106
1914..
2.852.753
60
4.1
14
3.5
118.153
1921..
4.356.843
35
5.3
12
4.5
232.402
1924..
2.247.751
64
2.8
8
5.5
63.627
1929..
2.793.210
55
6.7
9 9
186.517
1930..
2.889.472
51
5.3
S
11
153.072
1931..
1.557.808
30 7.3
7
15
113.663
1932..
726.591
26 3.6
11
11
26.232
1933..
489.016
27
7.3
9
21
35.999
1934..
967 419
47
4.8
8
14
46.905
1935..
1.302.080
1
38 4.4
17
20
57.133
Merkwaardig is vergelijking van de jaren 1899 en
1929. Groot-Brittannië heeft veel verloren. Duitsland
i.s niet veel veranderd, Nederland en Scandinavië zijn
belangrijk vooruitgegaan. Van 1929 tot 1935 valt op,
dat de achteruitgang van Groot-Brittannië voort-
schreed terwijl Scandinavië het deel, dat zij had van
de 4 groepen tezamen, zag verdubbelen. Nederland is
teruggevallen tot liet deel, dat
zij
in 1914 had. Duits-
land vertoont in 1935 een plotselinge toeneming.
Aangetekend zij, dat de hier behandelde 4 groepen
tezamen 80 pOt. van de werelciproductie aan schepen
omvatten, evenals reeds in 1899 het geval was. Geduren-
de de eerste na-oorlogse jaren en nogmaals in het
diepste depressiejaar 1.929 daalde dit percentage tot
even boven 50. Verder was het steeds ongeveer 80.
Over ieder van de vier groepen een enkel woord
van toelichting:
Groot-Brittannië heeft kennelijk zijn suprematie
als scheepsbouwland aanzienlijk ingeboet. Dat daar
te lande de conclusie hiervan getrokken wordt, blijkt
vel uit de werkzaamheden van de National Ship-
building Security Ltd., waardoor een belangrijk aan-
tal hellingen werd opgeruimd.
In Scandinavië speelt Noorwegen een kleine rol
(10 püt. in 1935). Zweden en l)enemarken breiden
hun scheepsbouw belangrijk uit. Zij hadden in 1935
resp. 41 pOt. en 48 pOt. van dc productie der 3
landen.
In Duitsland zijn thans alle hellingen bezet. Er
wordt koortsachtig gewerkt, vooral voor buitenlandse
rekening. Zo is in de loop van 1935 ruim 50.000
B.R.T., zijnde meer dan
f
10.000.000,— werk, in
Duitsland besteld voor Nederlandse rekening – en
hiermede i.s liet wellicht nog niet afgelopen. Een
zeer groot deel van dit werk heeft Duitsland kun-
nen bemachtigen door compensatie-regelingen en door
buitenlands geld in scheepsvorm een uitvoermoge-
lijkhei.d te bieden. liet is de vraag hoe het Duitse
percentage er uit zal zien, als deze koortsverwekkers
uitgewerkt zijn. Voor liet ogenblik moet geconsta-
teerd worden, dat bovengenoemde transacties als een
verlies van vele miljoenen voor de Nederlandse
scheepsbouwindustrie te boeken zijn. De Nederlandse
werven moeten zich maar schraal troosten met de
wetenschap, dat het de uitvoer van Nederlandse en
Nederlands-Indische landbouwproducten ten minste
ten goede komt. Weliswaar zijn in Nedeiland ook
orders voor buitenlandse rekening geplaatst (Enge-
6 Januari1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13
-land, Noorwegen, Brazilië), doch tot een veel lager
bedrag.
Ten einde het typisch bezwaar te verhelpen, -dat
statistieken te langzaam voor cle dag komen voor ons
steeds vcrsnellend levenstempo, is in
Opgave II
ver-
meld, de
tonnage in aanbouw
per kwartaal, gëpubhi-
ceerd door Lloyd’s Register. De .getallen, noèh de
percentages zijn gelijk aan de opgaven over van
stapelgelopen tonnage. Dit verschil vindt zijn oor-
sprong in tijdsverschuiving tussen ,,in aanbouw” en
,,van stapelgelopen”. De tendens der getallen in Op-
gave II wijst er op, dat Groot-Brittannië en Scan-
dinavië gelijk blijven tussen de andere in beschouwing
genomen groepen. In Duitsland neemt de koorts nog
toe. In Nederland is een gezonde toeneming merk-baar. Opvallend is, dat de totaal in aanbouw zijnde
tonnage van het 3e kwartaal 1935 tot het 3e kwar-
taal 1.936 met 75 pOt. is toegenomen, tcrw’ijl voor
Nederland in deze periode de toeneming 125 pOt.
bedraagt. Toch is 140.000 B.R.T. in aanbouw niet bijster veel. Het bevat 33.000 B.R.T. vbor het s.s.
,,Nieuw Amsterdam” voor de Holland-Amerika Lijn
en ruim 70-000 B.R.T. voor de pas bestelde S tank-
schepen voor het Shell Concern. Er is dus nog niet
veel in begrepen van de bestellingen, welke zo hoog
nodig zijn om onze koopvaardij op peil te brengen.
Opgave II. Tonnage in aanbouw per kwartaal.
in Noordzeelanden onderling vergeleken.
Jaar
B.
R.T. totaal
In procenten van totaal
B.R.T.
Nederland
r.-Br.
–
Neder-
Duits-
Scandi-
land land
navil
1934
le kw.
1.079.171
45
4.8
S
ii
51.315
2e
1.216.340
48
4.5
8
ii
54.765
3e
,,
1.311.387
46
5.4
9
12
70.735
4e
..
1.251.722
48
3.8 11
12
48.333
1935
le kw.
1.269.534
44
4.8
12
13
60.371
2e
1.282.531
44 5.9
19
14
75.446
3e
1.197.969
44
5.2
22
13
62.645
4e
1.543.153
48
6.8
16
11
104.325
1936
le kw.
1.820.114
46
8.0
17
11
146.280
2e
,,
1.951.005
43
7.6
19
1.1
148.005
3e
,,
2.111.437
44
6.6 20
10
140.475
De economische waarde van de getallen en percen-
tages in de opgaven is in de loop der jaren niet on-
gewijzigd gebleven. De volgende verschuivingen zijn
te onderkennen:
Het beschikbare aantal hellingen en de lengte
ervan is in de loop der jaren belangrijk toegenomen
in Nederland, Zweden en Denemarken. In Duitsland
en Noorwegen bleef het vrijwel gelijk. Tu Groot-Brit-
tannië nam het af.
De gemiddelde grootte der schepen nam toe,
zodat voor eenzelfde tonnage minder hellingen nodig
zijn.
De bouwduur is afgenomen door betere outi.l-
lage der werven en verhoging der bedrijfsefficiency.
De productie per man nam aanzienlijk toe. in
Nederland is zij ongeveer verdubbeld. In Groot-Brit-
tannië is de toeneming later gekomen en minder.
In Nederland doet zich gebrek aan geschoolde
werkkrachten vrezen. Te voorzien is, dat dit slechts
zeer tijdelijk zal zijn, indien de werklieden, die lang
werkloos waren, zich voor passende lonen weder in de
industrie willen doen inschakelen.
Voor de toekomst van onze Nederlandse scheeps-
bouwindustrie kan met grond verwacht worden, dat
zij thans het diepste punt achter de rug heeft. De
snelheid, waarmede een haar toekomend welvaarts-
peil bereikt zal worden, hangt af van de mogelijk-
hei.d voor Nederlandse reders om snel die orders te
plaatsen, die noodzakelijk zijn om hun plaats op
wereldzeeën te handhaven. De vraag of de Regering
hierbij zal helpen speelt een grote rol. Te hopen is,
dat de voordelen van grote efficiency en bekwame
leiding van onze werven niet voor een deel verloren
zullen gaan door tegenslagen in levertijd van
scheepsbouwmateriaal, waarvoor wij op het buiten-
land aangewezen zijn.
Ir.
W. R0YER.
AANTEEKENINGEN.
Een prijs-index voor Nederlandsch-Indische uit-
voerproducten.
1)
De prijsbeweging van een aantal koloniale grond-
stoffen en voedingsmiddelen op de wereldmarkt,
heeft, tengevolge van de groote beteekenis van den
uitvoer van die producten uit Nederlandsch-Indië,
voor dat land groote waarde.
Een heoordeeling van de conjunctuur in Neder-
landsch-Indië, aan de hand van de reeds bestaande
prijs indiees voor grondstoffen en koloniale voedings-middelen, was evenwel, door het feit, dat deze indices
ongewogeu waren, vrij onzuiver.
Het Nederiandsch Economisch Instituut heeft
daarom besloten, een voor Nederlandsch-Indië van
meer beteekenis zijoden index samen te stellen. Daar-
toe is, aan de hand van de uitvoerwaarde van een
zestal belangrijke uitvoerproducten (rubber, suiker,
thee, koffie, tin en tinerts, copra), die tezamen en.
50-65 pOt. van de totale Indische uitvoerwaarde
vertegenwoordigen, voor elk product afzonderlijk cle
relatieve heteekenis in den totalen uitvoer berekend.
Dit relatieve aandeel w’orclt nu als wegingscoëfficiënt
voor den prjsi ndex gebruikt.
Deze coëfficiënten, vermenigvuldigd met the we-
reldmarktprijzen der gebruikte producten, die overi-
gens met den uitvoerpri.js (waarde gedeeld door hoe-
veelheid) vrij goed overeen stemden, leveren zoodoende
uiteindelijk den gewogen prijsindex op.
Een vergelijking van het beloop van dezen index
met dat van de reeds bestaande en reeds in E.-S.B.
gepubliceerde ongewogen indicés voor grondstoffei (gemiddelde van 14 producten) en koloniale produc-
ten (suiker, thee, Icoffie, cacao), liet zien, dat deze
weliswaar in het geheel gelijk gericht is, doch op
soinniige punten afwijkingen vertoont. Deze afwij-
kingen werden veroorzaakt door de speciale beteeke-
nis van voor Indië belangrijke producten in den nieu-
ven index.
Om den index •ook voor maand- en weekeijfers bruikbaar en hanteerhaar te maken, moest nog een
verdere bewerking worden uitgevoerd. De wegi ngs-
coëfficiënten voor de maand- en veekgegevens wer-
den verkregen door berekening van het gemiddelde
der relatieve aandeelen van (le verschillende produc-ten in de uitvoerwaarde van cle afgeloopen 12 maan-den. Daar echter cle gedetailleerde gegevens van den
Iri.d isehen uitvoer hier te lande eerst 3 maanden na
de betreffende laatste maand bekend w’orden, wor-
den de prijsindices voor de laatste 3 maanden voor-
loopig gewogen, totdat na het verschijnen van de
haudelsstatistiek over het geheele jaar, weging met
het jaarlijksche aandeel der diverse producten kan
plaats vinden, waardoor de gegevens definitief wor-
den. Uit de cijfers zal dit blijken doordat de defini-
tieve gegevens vet gedrukt worden. De afwijkingen
tussehen voorloopige en definitieve gegevens zijn in-
tusschen echter gering.
Wij willen er tenslotte op wijzen, dat deze nieuwe
index, clie in het vervolg in de plaats van den index
voor koloniale producten zal treden, door zijn spe-
ciale wijze van weging alleen voor Nederl.andsch-In-
dië heteekenis heeft, en dus alleen met betrekking
tot dat land mag worden gebruikt.
1)
Een uitvoerige bespreking van de uioodzakelijklieid,
de samenstelling en de berekening van dezen index heeft
in het Economisch-Statistisch iiaandberieht van Peenuutber
1936 plaats gevonden.
14
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Januari 1937
Georganiseerde emigratie.
liet emigratievraagstuk is in Nederland in de
laatste jaren, vooral, tengevolge van de groote werk-
loosheid, weer sterk naar voren gekomen. Zoo heeft
de Nationale Vereeniging tegen de Werkloosheid in
September ji. over het vraagstuk van de bevordering
van den uitvoer en doeltreffende emigratie een drie-
tal praeadviezen laten uitbrengen door de beeren Dr.
Ir. B. Bölger, Dr. T. P. van der Kooy en Ir. R. A.
Verwey. De stichting Landverhuizing Nederland is
in de laatste jaren zelfs zeer actief werkzaam. 01) het
oogenblik wordt bijv. in Brazilië een onderzoek inge-
stelci door een landbouwkundig ingenieur naar de
levenskansen van Nederlanders in Brazilië.
In dit verband is het interessant kennis te nemen
van een geschrift
1),
waarin een Zwitser, Felix
Moeschlin, een kolonisatiepian ontwerpt voor emigra-
tie van Zwitsers naar Paranl in het Zuiden van Bra-
zilië. Dit plan is daarom zoo merkwaardig, omdat de
ontwerper een voorstander is van wat men zou kun-
tien noemen, georganiseerde emigratie. Moeschlin
gaat uit van de gedachte, dat een dergelijke koloni-
satie op streng gedisciplineerde wijze, welke op een
militaire organisatie lijkt, ten hate van het land, de
landverhui zers en het nieuwe vaderi and kan worden
doorgevoerd. De kolonist moet van technisch gereed-
schap zijn voorzien, dat zijn vaderland hem ter be-
schikking kan stellen en, zooals een bataljon zijn ma-
joor, zijn officieren, zijn arts en zijn geneeskuudig per-
soneel heeft, moet ook de groep landverhuizers door
deskundigen worden geleid en begeleid worden door
dominee, onderwijzer, arts, tandarts, apotheker, enz.
Aan elke kolonisatie zal een wetenschappelijk on-
derzoek van het in aanmerking komende gebied cn
een daarop gebaseerd plan moeten voorafgaan. Indien
het uiteindelijk doel pas over 30, 40 en 50 jaar zal
kunnen worden bereikt, dan moet er toch van den
aanvang af met een op dit doel gericht oog worden
gewerkt. Het systeem mag niet star zijn; het zal
zich aan veranderingen van het bedrijfsleven moeten
aanpassen, zonder daarbij echter de groote lijn uit
het oog te verliezen.
De kolonisten zullen medeburgers van het nieuwe
vaderland worden, zonder de geestelijke en economi-
sche handen met het land hunner afstamming te
slaken. Zij worden medewerkers hij den opbouw van
een der rnachtigste staten der toekomst, hij den op-
bouw van het enorme Brazilië en dit des te beter, naar mate zij door gestadigen toevloed van Zwit-
sersch bloed steeds weder opnieuw worden gevoed en
gestuwd.
Het belangrijkste is allereerst, aldus Moeschlin, de
verzekering van den bodem en wel in een mate, welke
een ongestoorde ontwikkeling gedurende vijftig jaar
waarborgt. Het kolonisatiewerlc zelf zal clan het tem-
p0
aannemen, dat eenerzijds overeenkomt met de be-
hoefte tot emigratie van het vaderland en anderzijds
met de kolonisatiehehoefte van den opnemenden staat.
1)
Gross-Siedlung in ]3rasilien? Etn Kolonie-Plan
Sehweiz-Parantl. (Horw-Luzern
1936;
Montana Verlag
A. G.).
Centralisatie bij de bestrijding van de jeugdwerk-
loosheid.
Als aanvulling
0])
het in E.-S.B. van 16 Dec. jl.
opgenomen artikel over cle zorg voor de werklooze
jeugd, laten wij het ccii en ander volgen uit het
rondschrijven van dien Minister van Sociale 2aken
aan diverse gemeentebesturen, waarin
0])
sterke een-
tralisatie in de Organisatie van het jeugdwerk voor
jolige w’erkloozen wordt aangedrongen.
1I)e Ministei- stelt zkh deze gecentraliscerde organisatie
in gi’oote lijnen aldus voor, dat in dle gemeenten, welker
bestuur het rou.dsoh i’ijven ontvingen, ccii persoon geheel
ivoi’dt belast niet de leiding van het c’ultureele werk voor
iverkloozen Bij zal bij (Ie voorhei’eiding cii uitvoering van
het ge] ccle liiei’iedoelde week terzijde dienen te worden
gestaan door ccii kleine i oiiiniissie van advies, waarvan
het voorzitterschap wordt hekleedl, hetzij door den burge-
meester, hetzij dooi’ dcii wethouder, belast met de zaken,
dle werkloozeiizoi’g betreffende.
Voorts aaht de Minister liet gevensd’ht, dat eenige
representatieve ve ‘tegen voo rd ge rs van liet bedrijfsleven,
dus van werkgevers- en ivei’kneniersorganisaties, in de
coniniissie zitting hebben. in vi’ij’wel alle gemeenten wordt
iii dle COiiiiiiiSSie van toezicht
01)
liet oi’gaa n der arbeicls’
heiuidldel ing een dergelijke coniiiiissie reeds aangetroffen.
Wellicht kar iii verschillende .genicnten deze c’oiiiniissie, afgescheiden vaii haai’ eigenlijke taak van toczioht op liet
plaatselijk orgaan der openbai’e a ebeidsbeni iddeli ng, ook
worden aangewezen als drnnmissie van advies voor liet
cultu i’eele werk vooi’ werkloozen.
Waai’ mogelijk, behoort in de coiiiniissie voor het cul-
tui’eele werk tevens een Plaats te worden ingeruimd aan
een vertegenw’ooi’digei’ van cle jeugdbeweging. Aan de lei-
ding woi’dt een bureau toegevoegd, ivaai’van de krachten
betrokken worden uit jonge werklooze handels- en kan-toorbedienden, personen dus, die door hun opleiding ge-
ach t kunnen wo ‘dcii administratief werk te verrichten.
Dit bu reau kan worden besc-houwdl als ,,.werkve rschaffi ilgs’ object”.
Aan •het bureau cii den leidler, daarbij voorgelicht dooi’
de centrale coinhii i5sie, dl ient Oiidlcr nice r dle behartigi ng te
wordeu opged regen van dle volgende zaken
ci. het ievordei’en van de opnein ing in liet bedrijfsleven
5. liet bevordleren van maatregelen in cle bedrijven zelf,
tei’ ‘vergi’ooting van dle vakbeko’aainhicicl van volw’assen en jonge iverkloozen;
c. liet bvordei’en van de toepassing van liet
2-op-t-
stelsel
cl. liet or.g’aniseeren en leiden van één of meer i’eiitrale
werkplaatsen;
c. liet eventueel oi’ganisecren en verder i’egeler van de
z.g. registratie van de jeugd (hier is nauwe saiiienwerking
niet het orgaan der arbeidsbemiddeling onmisbaar)
f.
liet bevorderen van het gaan van jonge werkloozen
naar de aei’kkani
Cii
(hieruit vloeit voont een nog nader
te organ iseeren vorni vaii sanienwerki ng tussc’hcn cle plaat-
selijke centrale (‘oninmissies niet de vier la nclelijke organi-
saties, welke liet kaiiipwerk organiseeren;
q
,
liet organiseeren van ‘vak- en andere cursussen (dus
iii speciaal in te rinhten lokalen) voor volwassenen jonge
werkloozen
Ir.
het bevoi’deren en organiseeren van wei’kvei’schaffin-
gen voor jonge werkloozen;
t. liet organiseeren van opleidingsc’ursnssen tot dienst’
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 10110 kg.)
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
26-31
Dec.
Sedert
Overeenk.
26-31
Dec,
Sedert
Overeenk.
1936
1935 1936
t
Jan.
3936
tijdvak
1935
1936
1jan.
3936
tijdvak
1935
Tarwe
12.848
1.008.341
993.334
–
10.291 19.151
1.018.632
1.012.485
7.191
264.750 246.267
–
1.976
701
266.732 246.968
………………
Rogge
………………
Boekweit
24.367 26.357
–
350
100
24.717 26.457
……………..157
MaIs
……………….
27 921
848 262 814 290
3.077
149.912
127.200
998.174 941.490
Gerst
2.806
325.548
369.468
350
29.363
32.390
354.911
401.850
Haver
4
.
648
116.129 150.732
–
4.081
1.660
120.210
152.392
279.094
170.953 7.219
181.389
325.693 460.483
496.646
……………..
……………..
2.240
55.168
47.721
–
375
–
55.543 47.721
Lijnzaad
……………
1
.5
1
7
Lijnkoek ……………
Tarwemeel
815
37.918
20.898
–
10.243
7.237
48.161
28135
………….
Andere
meelsoorten
324
36.967
33.506
–
1.136
3.911
38.103
37.417
6 Januari 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
15
bode en iliet aansporen tot het bijwonen van cursussen voor
h iii sh oi don d é rw ijs
j.
‘het voeren van’ stelselniatige propaganda onder de
jongeren om aan dcii geboden arbeid deel te nemen.
Nieuw weekbericht over de geld-, kapitaal- en
wisselmarkt.
Het weckoverzicht van de belangrijkste economische,
economisch-politieke en economisch-sociale gebeurte-
nissen in binnen- en buitenland, hetwelk vanaf begin
Juli 1936 op de eerste pagina van E.-S.B. is ver-
schenen, zal met ingang van dit nummer vervangen
worden door een o.riënteerencl bericht over de geld-,
kapitaal- en wisselmarkt.
In tegenstelling met het vroegere bericht over de
geld- en wisselmarkt zal het nieuwe overzicht een
korte verklaring van de verschillende gebeurtenissen
geven.
INGEZONDEN STUKKEN.
MISVERSTAND OF ONWIL?
Dr. W. L. Valk
schrijft
ons:
Het artikel van Dr. Lubbers over de koopkracht-
theorie van de conjunctuur (zie: Economisch-Statis-
tische Berichten van 23 December 11.) geeft mij aan-
leiding tot de volgende opmerkingen. Het komt mij
voor, dat in den
strijd
om de conjunctuurpolitiek, die grootendeels een chaos is geworden, met allen
nadruk duidelijkheid van uitdrukking ‘geëischt moet
worden. Dat beteekent dus, om te beginnen, dat men
den term koopkrachttheorie niet aanwendt, om
zeer
verschillende dingen
aan te duiden, en haar reserveere
voor die theorieëh, welke leeren, dat de
bonen
ve-
hoogd moeten worden, om een crisis te bestrijden.
zulks in: onderscheiding van de leer van hen, die
meenen, dat de in geld uitgecirukte koopkracht der
gehecle maatschappij moet stijgen, en wel
ziel,
dat
de
winsten
grooter worden.
1
–
loewel ik Dr. Lubbers’ meening deel, dat bij een
verhooging der bonen de aanvankelijke da1iig der winsten ciaor vele dingen eenigermate gecompen-
seerd kan worden, moet ik er toch op wijzen, dat
sommige dier reacties vrij laat komen (techniekver-
heteringen, enz.), en bovendien tijdelijk een ongunstig
effect op de tewerkstelling kunnen hebben. Het is
daarom verre van onverschillig, of men een mone-
taire crisispolitiek doorzet tegelijk met een wijziging
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van
Nederlandsche aandeelen.
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen
der Amsterdamsche
effectenbeurs.
Basis
2
Januari
1929
=
100.
De Bank voor Handel en
Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Banken
Industrie
Mijnbouw
1
Olie
Rubber Suiker
Tabak
Thee
Totale vaart
Gein.
’29
101.9
73.1
119.-
114.4
95.6 88.6
99.1
100.2
–
95.-
99.9
87 3
92.7
103.2
’30
94.2 34.1
90.1
.
100.4
71.6 63.9
93.1
52.1
71.-
76.2
65.5
74.5
84.3
’31
73.6 22.7 60.7
83.-
52.2
45.9
52.3
48.2
47.1
46.3
45.5
46.3
55.1
’32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4
1
33.4
34.1 17.6
29.3
27._
25.8 30.8
37.-
’33
51.5
10.7
48.7 80.7
41.- 40.-
41.-
26.7
28.2
27.4
25.4
39.5 40.5
’34
47.1
16.7
48.1
77.-
37.7
47.3
39.-
40.6
22.2
23.2
26.2
50.2 39.4
’35
50.-
14.1 52.1
69.9
39.7
49.4
43.8 43.2
23.7
24.4
29.3
47.1
42._
’36
56.8
13.9
57.6
78.2
50.2 58.2
73.1
“58.7
34.8 37.1
44.8
51.5 55.2
Jan.
’35
47.4
14.6
50.3
70.3
37.7
48.-
34.9
43.6
21.-
21.7
27.4
49.9
38.6
Febr.
49.9
14.9
51.7
71.2
39.1
47.-
35.
43.4
22.4
23.5
27.5
49.-
39.6
Mrt
49.7
14.9
50.7
70.8
38.2
44.1
34.1
40.2
21.4
23.-
27.5
44.4
38.7
Apr.
50.8
15.3
51.7
71.2
39.3
47.
37.9
41.8
21.6
24.2
26.9
44.9
40.3
Mei
51.3
14.3
52.8
71.9
39.7
48.2
42.5
43.1
21.4
23.9
25.7
46.6
41;7
Juni
51.9
14.7
53.9
72.1
41.3
49.5
46.8
47.-.
23.1
23.8
28.5
46.7
43.5
Juli
50.7
14.8
53.8
71.3
40.3
50….
46.9
45.3
23.3
23..
29.3
45.5
43.2
Aug.
50.5
14.3
53.6
70.7
40.2
50.3
49.1
44.2
23.9
23.4
30.5
46.3
43.7
Sept.
49.-
13.6
51.2
66.6
39.2
50.-
47.2
41.4
24.-
22.8
29.7
46.5
42.2
Oct.
48.7
12.9
51.1
64.9
38.7
51.3
47.7
42.1
24.9
25.5
30.1
48.6
42.5
Nov.
50.6
12.7
52.7
68.7
41.1
53.6
52.6
43.4
29.3
29.5
34.-
48.4
45.4
Dec.
49.9
12.5
52.-
69.7
42.2
53.7
52.5
42.3
28.9
29.6
36.-
48._
45.2
Jan.
’36
52.2
12.8
53.4
71.9
44.6
54.1
56.6 46.9 Febr.
52.8
12.9
54.4 76.2
45.8
54.2
60.5
50.5 Mrt. 52.6
11.9
5,2.5
74.3
44.2
53.6
59.1
48.7
Apr. 51.8
11.8
52.-
74.3
43.7
53.2
61.1
47.-
Mei
52.-
11.8
52.6
73.6
44.-
51.1
63.8
44.4
Juni
,,
53.1
11.8
53.5
74.1
46.-
52.7
68.3
45.9
Juli
54._
11.9
53.7
77.9
47.2
52.4
66.3
50.1
Aug.
54.7
12.6
53.6
77.9
48.-
53.2
69.7
50.6
Sept.i),,
54.5
13.2
53.7 74.4
48.4
54.-
73.8
50.5
Oct.,,
65.6
16.8
66.9
82.4 59.5 67.7
97.3
76.6
Nov.
69.1 19.6
72.5
89.6 63.8
75.-
98.3
90.7
Dec.
68.-
19.7
72.1
91.8 65.3
75.5
100.3
98.5
Indexcijfer
der totale beurswaarde
2
Januari
1936
f
2.558.045.500
100.
2
Januari
100.-
4
Maart
104.4
6
Mei
103.9
1
Juli
.
109.2
8
,,
102.1
11
,,
103.2
13
105.2
8
108.6
15
,,
104.4
18 ,,
103.7
20
105.5
15
109.6
22
,,
104.9
25
,,
103.9
27
106.3
22
112.2
29
,,
106.2
1
April
105.1
3
Juni
109.9 29
112.5
5′
Februari
107.8
S
,,
104.8
10
109.4
5
Augustus
113.-
12
107.4
15 ,,
104.9
17
110.5
12
,,
113.-
19
107.7
22
,,
104.4
24
109.8
19
,,
112.7
26
,,
104.3
29
‘
,,
101.3
26
,,
112.3
31.9
31.1
28.9 27.4 26.6
29.1
29.8
31.1
32.7
43.4 49.9
53.9
2
Sept.
113.3
9
115.4
16
115.2
23
116.4
30
134.7
7
October
141.5
14
148.2
21
148.8
28
148.6
47.8 49.3
48.-
48.1
48.6
50.8
51.1
52.1
53.2 67.9 71.9
72.8′
4 Nov.
156.2
11
157.4
18
156.4
25
151.9
2
Dec.
152.4
9
.
153.9
16
156.7
23
159.2
30
..
164.4
Nadruk verboden.
32.2
39.2
48.8
32.3
39.4
50.1
31.1
38.1
49.-
30.4
38.4
47.8
29.1
38.6
46.4
32.7
41.6
45.5
33.7
45.8
47.3
34.5
44.7
47.2
34.5
44.6
.46.8
47.4
53.3
59..-
51.9
56.1
64.4
53.3
55.5
65.7
1)
Bij dc samenstelling van de cijfers van Sept.
1936
zijn de noteeringen van den laatsten Woensdag buiten
beschouwing gelaten, waardoor het loslaten van den gouden standaard geen invloed op deze cijfers heeft uitgeoefend.
[
ÔM’ISCHTATITISCHE BERICHTEN
6
Januâri 1937
der verdeling van liet maatschappelijk inkomen, of
zonder die..
Iie heb altijd gestreden voor een monetaire crisis-
jiol,itiek, die wel degelijk de verdeeling beïp.vioe.dde,
nl. déne, die de winsten zou doe,ei stijgen; immers,
het criterium der erises is wiristvernietigiiig en het
eenige w’ezeulijke remedie is dus winstverstevigiug.
De verdeeling van het maatschappelijk inkomen
dint normaal te zijn, hetgeen ouder meer beteekent,
dat de gemiddelde winst op aandeelen omstreeks 6
â .7 pOt. bedraagt, zulks omdat de ervaring leert,
dat zulk een winstprikkei in den regel voldoende :is,
om, een groote hoeveelheid kapitaal op de markt te
brengen.
Wanneer men nu, bij welke crisispolitiek dan ook,
deze norm uit het oog verliest, is men op gevaarlijk
terrein. De politieke partijen. geven op dit gebied ])lijk van
groote verwarring; de politici voelen, dat verdec-
ling cii conjunctuur één probleem zijn en zij weten
tevens, dat de geidpolitiek deze vdbbiing beïnvloed t
(omdat bij geldvermeerdering de prijzen en omzetten
sneller stijgen dan de bonen). Zij spreken allen van
recht en welvaart, doch dansen lustig om cle norm
heen (de ,,natuurlijke” verdeeling), waardoor de
monetaire drisispolitiek een wapen wordt, waarmede
de ééne sociale groep de andere kan kwetsen.
Deze gedachten zijn voor velen nog nieuw en veel
moèt men stellig op rekening van onwetendheid of
misverstand zetten. Naarmate de tijden rijpen (en
zij doen dit met ‘een veel grooter snelheid dan wij in
onze stoutste droômen hebben kunnen verwachten),
zal men mindër aan onwetendheid en meer aan on-
wil kunnen wijten. Want deze strijd zal – als iedere
strijd om waarachtige gerechtigheid – zeer lang
duren.
Voor ons economen is het echter een ondragelijke
gedachte, dat datgene, wat wij tot heil der mensch-
held uitdenken, zou kunnen uitgroeien tot een instru-
ment, waarmede een bepaalde maatschappelijke groep
een andere zou kunnen kwetsen. Van proportionali-teit hangt onze toekomst af, en onze eenige norm is
de ,,natuuriijke” verdeeling die later door wereld-
saenwerking, door alle crisisgevaar heen, gehand-
haafd moet worden”). Verplaatsing van economische
macht zal• niet de minste verbetering waarborgen,
wanneer de aanvaarding der normen niet uitdrulc.lcc-
lijf
,-
‘ei
&qesprol:en wordt.
En zoolang onze poli tici deze
norm niet willen erken ren., en niet uitdrukkelijk wil-
len waarborgen,
dat wij in het ongestoord bezit van
ons natuurl?jk-‘inkomen kunnen leven, hoede men zich
er voor, de offers te brengen, die met zulk een
iiachtsverpiaatsi ng gepaard gaan. Volledige w’aar-
borgi:ng van dit inkomen is overigens alleen moge-
lijk, wanneer het buitenland meewerkt; waartoe het
in de volgende crisis overigens gedwongen zal zijn.
1). Hetgeen natuurlijk niet uitsluit, dat ook op nationale schaal vel iets gedaan kan worden.
ONTVANGEN BOEKEN.
Chineesche immigranten in Nederland.
door Dr. F. van
Reek. (Amsterdam 1936; N.V. J. Emmeriag’s
Uitgevers Mij.).
Een sociografische studie over de Ohineeaen in Neder-
land, heeft in meer dan een opzicht beteckenis. Dc aan-
wezigheid van de Ohinceien, die het in de haaste jaren,
toen de belangstelling van het publiek voor het pinda-
product vcrflauwdc, zeer moeilijk . hebben gehad, werpt allerlei problemen op. Dr. Van Hoek heeft liet vraagstuk zeer ruim behandeld. Men maakt in zijn boek kennis met
‘de verschillende vormen, waan ei de Ch i neesche zeelieden
door de z.g. shipping masters uitgebuit en afgeperst wor-
den; men leert de soci1e venhoudingen (behuizing, ver-
maak, klassenvorming, enz.) kennen en men begrijpt, dat
cle ellendige onistaudigheclen tot allerlei uitavasseri leiden,
waardoor de taak vati dc Overheid wordt verzw.aard.
De schrijvet- bespi:cIeriiIptte de maatregelen van
soc-ialen aard, die noodzakelijk zijn. Teneinde dc uitwasson
van het huidige w-ervingss
y
steem tegen te gaan, bepleit
Dr, Van Hoek een wi-
eving dooi- ovenheidsambtcnaren, diti
zich voldoende in de typische verhoudingen der Nedi-
land,sc-hc Chincezenkolonies hebben ingew’erkt en voldoendi
Chineesche, dialecten spreken out met kennis van zaken voor de Nederlanclshc reederijen bemanningen te mon-
ste t-en.
STATISTIEKEN.
–
Laatstbekende noteeriugen ee Amsterdam en Rotterdam op
2 Januari 1937 voor
teiegrafisohe
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
Koers
Bank~
disconto
Europa.
0
10
Londen
*)
£
–
8.964
2
Berlijn *)
100 Mark
59.26e
73.50
4
100 Franc
–
–
8.524
2
Brussel *)
100 Belga
24.90
6
30.76
2
…
.
100 Franc
6.22
6
7.69
Parijs
)…………
………..
Zürich *)
100
,,
–
41.96
14
Luxemburg ……..
……..
100 Kronen
–
6.40
3
Praag ………….
W
eenen
*)
100 Schilling
35.01
34.35
.34
Boedapest
………
.
100 Pengö
43.51
36.05
4
100
Lei
1.48
8
1.35
44
Boekarest
……….
100 Leva
1.79
7
2.15
6
Sofia
………….
Belgrado ……….
Dinar
.100
–
4.254
‘
5
Istanbul ………..
Turksch
£
–
1.46
Drachme
–
1.654
7
100 Lira
–
9.62 44
Milaan
…………
Madrid
5)
Peseta
.100
48.-
14.–
5)
5
Escudo
–
0.084
44
Kopenhagen *)
….
100 Kronen
–
40.05
4
Oslo *)
100
–
45.074
34
Athene
………..100
Lissabon ………..
100
,,
—
46.274
24
100 IJsl.Kr.
.
–
40.50
100 Zioty
27.90
9
34.65
5
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88 30.924
6
Reickjaviek
…….
Warschau
………
Riga (Letland)
•
100 Lat
48.-
35.85
5-54
Stockholm
)
…….
Tallinn (Estiandi)
100 Estl. Kr.
–
50.50
44
100 Finnmrk.
–
3.96
4
Tjerwonets
–
34,10
Helsingfors
…….
Moskou
………..
(100 Roebel)
Danzig
………..
100 Gulden
27.90
9
34.624
5
Amerika.
New-York
)
$
1.46
9
1.824
14
Montreal
………
Canad.
$
–
1.82%
24
Mexico
……….
Mex. Dollar
–
0.50
Buenos Aires ……
Peso (papier)
–
0.56
La Paz (Bolivia)
3)
Boliviauo
–
0_18
5)
Rio de Janeiro
Milreis (pap.)
–
0.114
34
Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.15
0.07
5)
Bogota (Columbia)
3)
Peso
–
1.05
Quito (Ecuador)
Sucre
–
0.174
Lima, (Peru)
……
Sol
–
0.47
Montevideo (‘tjrug.)
Peso
–
1.01
Caracas (Venezuela)
Bolivar
–
0.464
Paramaribo
……
..
Gulden
–
1.-
San
J05é
C. Rica)
Colon
–
0.32
5)
Quetzal
–
1.804
Willemstad (Curaç.)
Gulden
–
1.004
Managua (Nicar.)
8)
..
..
..
..
..
Cordoba
–
–
San Salvador
8)
Colon
–
0.73
Azië.
Rupee
–
0.68
.
3
Batavia
……….
.G
1.G.
–
1.004
4
Kobe
…………Yen
–
0.514
3.28
Calcutta ………..
Hongkong ……..Dollar
.ulden
–
0.54
Shanghai
………Dollar
–
0.56
Guatemala ……….
Singapore
……. ..
Straits Doli.
1.41
1.05
Manilla
……….Phil.
Peso
–
0.914
Teheran
4
)(
Perzië)
Pahiavi
.
–
11.134
Bangkok
……….
Baht
–
0.834
Afrika.
Kaapstad
£
–
8.96
3
Alexandrië ……..
Egypt.
£
–
9.19
Avstralië.
Melbourne, Sidney
en Brisbane
£
–
7.17
Nieuw Zeeland
£
–
7.23
24
1)
0ff. 0.36 vrije markt 0.09.
4)
Munteenheid =Rial (=een Kran.)
5)
Nom.
3)
Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
) Not,
te Adani.
0v.
not, part. opg.
6
januari
1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICH’EN
17
•
•
STATISTIEKEN.
BAN [(DISCONTO’S.
Disc.Wissels.
Ned.
Bel.Binn.Eff.
2
3Dec.’36
Lissabon
….
44
5Mei’36
Bk.
1Vrsch.inR.C.
’36
21
3 Dec.
Londen ……
230 Juni’32
24
3 Dec.’36
Madrid ……
5
9
Juli ’35
Athene ……….
7
14 Oct.’33
N.-York F.R.B. 14
1Feb.’34
Batavia ……….
4
1 Juli’35
Oslo
……..4
7Dec.’36
Belgrado
……..
5
1 Febr. ’35
Parijs
……2
15 Oct.’36
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
……
3
1 Jan.’36
Boekarest ……..
44
25Dec.’34
Pretoria
….
3415Mei ’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome ……..
44
18Mei’36
Boedapest
……
4
28Aug.’35
Stockholm
..
24
1Dec.’33
Calcutta
……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig……….
4
2Jan.’37
Weenen ……
34
10Juli’35
Helsingfors ……
4
3Dec.’34
Warschau….
5
260ct.’33
Kopenhagen……
4 19Nov.’36
Zwits. Nat.
Bk.14 25Nov.’36
OPEN MARKT.
1937
19361’37
1936
1934,35
1914
2
I28Dec.(
21124
14119
19
~
~
3
30
1Dec.!
2
01
24
Jan.
2Jan.
Dec.
Dec.
4
5Jan.
Juli
Amsterdam
artic. disc.
‘116
/i”!i,
1_51
5(8_I1(,6
23
143
1
18
‘h
3
1
I8-
3
1i6
roIong.
–
1
1
14
1
12
1
314
1112314
23(
4
31(
4
1
21(
4
3/
4
.onden
)aggeld
. .
‘h-I
‘(,-I
‘(,.i
12’i
‘((
’14’
–
2’12
1
3
14-2
3
artic.disc.
5/
!8
–
!4
/4’I16
7I11(j
9/_3(4
l8-‘!2
41(4_3(4
Serlçjn
2
1
(-
)aggeld
..
311-112
2)
312 3)
–
2l(,3
3
/8 3_314
3718431
–
ktaandgeld
2
3
14-3
2)
2
3
(4-33)
–
2
3
14-3
3
–
113
351
4
_4
–
3
art. disc.
3
2)
33)
–
3
3
3’12
2
1
1-’12
Varenw.
..
411
2)
4
–
12)
–
4_11
4.d1
4
4_11
4
–
Vea, York
)ageld
t
)
1
1
1
1
31
4
t
1
3
14-2
1
12
artic.dlsc.j
11
4
114
1(
4
1J4
‘Itt
5
116
–
) Koers
van 31, 24 Dec. en daaraan voorafgaande wesen t/m.
Vrijdag.
2)
31 Dec.
3)
28131
Dec.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Dat
a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavie
York
*)
)
S)
1)
29 Dec.
1936
1.82%
8983/„
73.50
8.54%
30.81
1003,
30
,,
1936
1.82%
8.96
73.55
8.52
30.76
100%
,
31
,,
1936
1.82%
8.96%
73.45
8.53
30.77
100
1Jan.1937
–
–
–
–
–
–
2
,,
1937
1.82%
8.96%
73.50
8.52% 30.76
100,9.ç,
4
,,
1937
1.82%
8.96%
73.47
8.52%
30.824
100%,
Laagste d.wl)
1.82%
8.96 73.40
8.52
30.74
100%
Hoogste d.wi)
1.82%
8.98%
73.55
8.55
30.86
100%
Muatpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100
Data
ZV-
sd
Weenen
Praag
Bo:ka- Milaan Madrid
29 Dec.
1936
42.-
–
6.40
–
–
30
1936
41.96
–
6.40
–
–
–
31
,,
1936
41.95
–
6.40
–
–
–
1Jan.1937
–
–
–
–
–
–
2
,,
1937
41.96
–
6.40
– –
–
4
1937
41.97
–
6.40
–
–
–
Laagste d.w’)
41.92%
–
6.35
1.60
–
Roogste d.wl)
42.02%
34.60
6.45
1.65
9.80
–
1(untpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52
D
a
Stock- Kopen-
1
*
s
0
)
Hel-
Buenos-
Man-
holm
)
hagen*)
;Ing
Aires’)
treal’)
29 Dec.
1936
46.324 40.124 45.174
3.9
7
56
1.82%
30
,,
1936
46.20 40.024
45.05
3.97
56
1.82%
31
,,
1936
46.25
40.074
45.10
3.97
56
1.82%
1Jan.1937
–
–
–
–
–
–
2
,,
1937
46.27J 40.05
45.074
3.97
56
1.82%
4
,,
1937
46.20
40.024
45.05
3.97
55%
1.82%
Laagste d.w’)
46.15 39.95
45.-
3.94
55
1.82%
Eloogste d.w’)
46.424
40.15
45.20
3.99
56%
1.83%
lluntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.1878
)
Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t Iste of
Zde
No. van ieder maand komt een overzicht
voor van
een
aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($ per £)
Parijs
($
P. IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gid.)
29 Dec.
1936
4,913132
4,67%
40,24
54,76
30
,,
1936 4,91
7
/
33
4,67%
40,24
54,76
31
,,
1936
4,91
2
!,,
4,67
40,24
54,76
1Jan.
1937
–
–
–
–
2
,,
1937
4,9025/
35
4,67
40,24 54,76
4
,,
1937
4,9]
5
/,
4,67%
40,24 54,76
6 Jan.
1936
4,93%
6.60
40.23
67.87%
1’luntpariteit..
4,86
3,90% 23.81%
40%
KOERSEN
TE
LONDEN.
Plaatsen en
Landen
1Noteerings-1
1eenheden
19
Dec.
1
1936
24
Dec.
1936
28Dec.’36 2jan.371
i
LaagstelHoogstel
2
Jan.
1937
Alexandrië..
.
Piast. p.
97% 97%
97%
97% 97%
Athene
. ..
.
Dr. p.
547% 547%
540
555
547%
Bangkok….
5h. p. tical
1110%
111%
1110%
1110%
1110%
Budapest’)..
Pen. p. £
27 27
26 28
27
BuenosAires’ p. pesop.£
16.05
16.05
16.00
16.10
16.05
Calcutta
. . ..
Sh. p. rup.
116
5
1
32
1
1
65
1
32
1163t
1/6%,
1
/6
5
1
3
[nstanbul
..
Piast.p.c
612 613 613 613 613
Elongkong
..
5h. p.
$
1121%
6
1/2
29
1
33
1,2%
113%
6
112%
obe
…….
Sh. p. yen
111
68
64
11131
1
53
1,1%
111
31
/
3
1/1
25
1
89
Lissabon….
Escu.p.L
110
1 loy
,
6
110
110%
110%
6
4exico
….
$per2
18 18
17% 18%
18
‘1ontevideo’)
d.per
4
c
26%
• 26%
26%
27
26%
IIontrea1
..
$
per £
4.90%
4.90% 4.90% 4.92 4.90%
Eio d.Janeir.
4
d. per Mii.
219.
21%,
229132
281132
2′
Shanghai
..
Sh. p.
$
112
13
1
35
112
13
1
35
1/2% 1/2%
1/2%
Singapore
. .
id. p.
$
214
5
1
82
2
1
45
1
32
214%,
2/4%
2/4
5
1,
2
lTalparaiso
6).
$
per £
131%
13134
131%
131%
131%
Warschau
..
Zl.
p. £
26
26
25% 26%
26
1)
Offic. not,
10
Dec.
161!9.
2)
Off,c.
not.
IS
laten.
eem.
nAt
,.velkp
imp. hebben te betalen 10Dec: 16.12.
3)
Offic. not. ‘6
7
Oct.
393J.
4)
Id
II Mr!.
1935
411
4
. 5)
90
dg.
Vanaf 28 Aug. laatste .export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York’)
Londen
29 Dec.
1936.. 21%
45%
29 Dec.
1936….
14114
30
,,
1936,. 21%
45%
30
,,
1936…,
14118
31
,,
1936.. 21%,
45
31
,,
1936….
141/7
1 Jan.
1937..
–
–
1 Jan.
1937….
–
2.
,,
1937..
– –
2
1937..,.
–
4
,,
1937.. 21%
45
4
1937….
141/8
6 Jan.
1936.. 20%
49%
6 Jan.
1936….
14112
27 Juli
1914.. 24%
59
27 Juli
1914….
84110%
t)
in pence p.oz. stand.
2)
Foreign silver
in $c. p. oz.
fine.
3)
In ah.
p.oz. fine
STAND VAN
‘
8
RIJKS KAS.
V
0
r a er
l n gen
23 Dec. 1936
1
31 Dec.
1936
Saldo
van
‘s
Rijks Schatkist bij
De Ne.
t
92.734.664,22
f118.212.770,29
Saldo
b. d. Bank voorNed.Gemeenten
606.826,52
1.119.026,38
derlandsche Bank ……………….
Voorschotten op
uit.
November 1936
a(d.
gemeent. verstr. op
a. haar uit
te
keeren hoofd,, der pers. bel., aand. in
de hooi da. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
–
•
–
Voorsch,)tten
aan Ned.
–
Indië …….. ..
,,
82.746.188.32
,,
75.472.909,40
Idem aan
Suriname ………………
..12.969.644,38
.
,,
12.777.243,69
Kasvord.weg. credietverst. a!h. buitenl,
,
l3.006.151,33
•
113.1
60
.761,67
Daggeldieeningen tegen onderpand
Saldo der
v. Rijkscomptahelen
postrek.
–
36.311.967,68
–
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf.t)
. ,
2.629.288.29
35.565.848,22
–
Vord. op andere Staatsbedrijven’)
,,
10.359.679,90
11.505.365,58
Verstr. ten laste de,’ Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
•
1.670.000,-
–
V e r p11 c h ti n g e n
Voorschot door De Ned. Bank lngev.
art.
16
van
haar octrooi verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten In omloop ………
f439.213.000,-
f432.713.000.-
Schatkistpromessen in omloop
……
41.130.0
00
.-
.
41.130.000,-
Zilverbons in omloop
………
…. …
1.150.799,50
1.146.567,-
Schuld op ultimo November 1936 a(d.
gem. weg. a.h.uitte keeren hoofds.d.
…
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
..
e. d. gem. fondsb. alsm. oc. op die
bel, en op de vermogensbelasting
,,
997.966,93
,,
997.966,93
1.215.875,67
–
,,
1.466.368,92
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id.
h. Staatsbedr. der P.T.
T.’)
a.
en
,,
38.935.9
1
3,41
Schuld
aan
Curaçao’) ……………….
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
,
90.257.151,74
,,
3.500.000,-
,,
96.906.184,44
,
3.000.000,-
Id. aan diverse instellingen
1)
..
58.475.325,44
.
,,
58.267.544,27
t
)
In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH
–
INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
211
Dec.
1936
1
2 lan.
1937
Saldo Javasche
Bank
–
.
……………
–
f
1.962.000,-
Saldo
b. d.
Postchèque- en Glrodienst
f
456.000,-
,,
203.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks
kas
ë.a. Rijksinstell
…….
Schatkistbiljetten in
75.022.000,-
–
4.250.000,- 2.000.000.-
72.982.000,-
,,
•
6.750.000,-
Schatkialpromessen in omloop………
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds,
,
1.514.000,-
2.000.000,-
.
1.514.
00
0,-
omloop …………
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
•
488.000,-
599.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…..
690.000,-
,,
660.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
,,
797.000,-
–
1)
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas op 19 Dec.
1936
f
43.002.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten
in duizenden
guldens.
Data
Metaal
Ctrcu.
latie
Andere
opeishb.
schulden
Discont.
28 Nov.
1936..
693
1.103
526 689
1.513
21
,,
1936..
693 973 531 691
1.505
14
,,
1936..
691
1.054 518 682 1.502
7
,,
1936..
691
1.079 560
677
1.502
31 Oct.
1936.,
707
1.169
519
678 1.495
1 Juli
1914..
645
1.100
1
560
735
1
396
18
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 Januari 1937
STATISTISCH OVERZICH1
GRANEN EN ZADEN
0
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
a ia
R000E
MAIS
GERST
g
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND-
VARKENS-
Ianca)oco 74 kg Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La
ata
La Plata
loco
Ie kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 kg
le kwal.
1-5 pond
(versch) (versch)
A°
r 1m,
R’dam(A’dam R’damjA’dam
docoIAO,d
er-
R’damlA’dani.
per 100kg
Broek op
per 100 kg per 100kg per 100kg
per 100kg.
per 2000 kg.
per 1960kg.
Ld0k
Langendijk
°P
Langendijk
Rotterdam
RoHerdarn
1925
17,20
100,0*
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77
,
90
—
–
–
–
1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
——-
–
–
1928
13,475
78,3
13,15 100,6
226,00 97,7
228,50 96,8
363,00
.78,5
4,55
00,0
13.25
100,0 17,23
100,0
93,
100,0
–
77,50
100,0
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 7,38
—-
162.4 11,78
88,9
9,10
52,8
96,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,2
108,
—–
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3 4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06 67,3
1,94
14,6
6,96 40,4
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5
30,4
4,62
5
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8
8,07
60,9
—
1,84
10,7
61,
65,6 37,50
48,4
1933
5,02
5
29,2 3,55 27,2
68,50
29,6
70,00 29,7
148,00
32,0
0,82
18,0
2,30
17,4
————————-
2,60
15,1
52,
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5
21,4
3,32
5
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
3,23 71,0
1.89 14,3
3,04
17,6
61,50
66,1
46,65
60,2
1935
4,125
24,0
3,07
5
23,5
61,00
26,3
68,00
28,8
131,75
.
28,5
2,21
48,6
2,58
19,5
5,25
30,5 48,125
51,7
51,62
5
66,6
1936
6,275 36,5
4,27
5
32,7
74,00
32,0
86,00
36,4
166,50
36,0 3,45 75,8
2,17
16,4
6,10
35,4 53,425
57,4
48,60
62,7
Jan.
1935
3,30
19,2
3,52
5
27,0
74,25
32,1
89,25 37,8
137,25
29,7
1,13
24,8 2,59
19,5
2,89
16,8
53,62
5
57,7
45,62
5
58,9
Pebr.
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25 30.2
124,25
26,9
0,91
20,0 2,14
16,2
4,26
24,7
51,90
55,8 47,55
61,4
Maart
3,20
18,6
3,07
5
23,5
67,75 29,3 64,00
27,1
120,50
26,1
0,88
19,3
2,92
22,0
—
7,69 44,6
51,40 55,3 51,20
66,1
April
4,07
5
23,7
2,95
22,6
70,75
30,6 66,75
28,0
125,00
27,0
–
51,925
55,8
50,25
64,8
Mei
4,05
23,5
2,90
22,2
60,00 25,9 67,25
28,5
125,50
27,1
50,80
54,6
48,50
.
62,6
Juni
–
4,02
23,4
2,90
22,2
57,50
24,8 75,00
31,8
324,25
26,9
4
8,-
51,6
46,12
5
59,5
Juli
3,92
5
22,8
2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50
26,9
48,-
51.6
47,375
61,1
Aug.
,
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25
23,9
64,50
27,3
132,25
28,6 44,80
48,2
52,55
67,8
Sept.
4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,50
30,2
43,37
5
46,6 56,62
5
73,1
Oct.
4,95
28,8 3,35
25,6
57,75
24,9 64,75
27,4
142,75
30,9
46,07
5
49,5
64,62
5
83,4
Nov.
4,65
27,0
3,20
24,5
55,00
23,8
59,75
25,3
137,75
29,8
3,83
84,2
2,65 20,0 42,75
46,0
56,85
73,4
Dec.
,,
5,15
29,9
3,40
26,0
56,75
24,5
60,75
25,7
346,50
31,7
4,32
94,9
2,59
19,5
6,17
35,8
44,75
48,1
52,25
67,4
Jan.
1936
5,45
31,7
3,525
27,0
56,00
24,2
63,50
27,0
153,50
33,1
4,47 98,2
2,26
11,1
6,41
37,2
44,-
47,3
50,87
5
65,6
Febr.
5,225 30,4 3,40
26,0
55,25
23,9 64,50
27,3
152,50
33,0 4,50
98,9
2,59
—
–
–
–
—
–
—-
—
—
19,5
7,43
43,1
43,775
47,3
48,25
62,3
Maart
5,225 30,4 3,50
26,8
59,50
25,7
69,75 29,6
150,00
32,4
6,60
145,1
3,05
—
–
–
–
—
–
—-
—
–
–
23,0
9,06
52,6
45,75 49,2 46,57
5
60,1
April
5,17
5
30,1
3,45
26,4
64,00
27,6
70,00
29,7
147,25
31,8
.
—
–
—-
–
–
–
–
–
–
—
—
—
–
—
–
–
—
—
—
—
48,50
52,1
45,375
58,6
Mei
5,125 29,8
3,17
5
26,6
63,75 27,5 72,25
30,6
147,75
31,9
—
–
–
–
—
—
—
—
—
51,60
55,5
44,30
57,2
Juni
5,05
29,4
3,45
26,4
66,00
28,5
71,50 30,3
154,00
33,3
—
–
—–
–
—-
—
—
54,l
58,2
46,25
59,7
Juli
5,625
32,7
3,65
27,9
71,75 31,0
74,75
31,7
162,50
35,1
57,35
61,7 47,75
61,6
Aug.
6,35
36,9
4,025
30,8
84,00 36,3
88,00
37,3
170,00
36,8
60,40 64,9 50,20
64,8
Sept.
6,50
37,8
4,40
33,7
85,00
36,7
88,00
37,3
166,75
36,1
—
–
—
–
—
—
—-
—
—
61,05 65,6
53,875
66,9
Oct.
,,
8,80
51,2 6,02
5
46,1
97,50
42,1
120,50
51,1
199,75
43,2
—
–
—–
—
—
—-
58,85
63,3
52,30
67,5
Nov.
8,55
49,7
5,72
43,8
89,50
38,7
123,50
51,5
193,00
41,7 0,85
18,7
1,60
—
—–
—
—-
—
—
—
–
—–
—
—-
—
–
–
12,1
56,
60,2
49,87e
6$,4
Dec.
,,
8,17
5
47,5
6,97
5
53,3
97,00
41,9
129,00
54,7 201,00
43,5
0,84
18,5
1,36
—-
–
—-
—
—-
—
—
—-
–
–
–
—
—
—-
—
—
10,3 1,48
8,6
59,80 64,3
49,70
64,1
28
8,50
49,4
7,60
58,1
97,50
42,1
130,50. 55,3 204,00
44,1
0,90
19,8
3,23
9,3
1,47
8,5
62,-s)
66,7
5l,-
5
)
65,8
4 Jan.
1937
8,70
50,6
7,75 59,3
100,00
43,2
132,00
55,9 207,50 44,9
‘)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2 van Jan. 1931 to
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan, 192$ tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 kg Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 tot 23 Mei 193
23Mei1932 (54(65 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei–19 Sept. 1932 No. 3. Van 19 Sept. ’32 tot 24Juli’33 62163 kg Z.-Russ. Van 24 Juli ’33-7 Oct. ’35 64165 kg La Plats
Vervolg STATISTISCH OVERZICH
MINERALEN
TEXTIELGOE I)EREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalsche(
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL
WOL
gekanide
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
gekansde
Australische,
Australische,
HUIDEN
SALPETER
1
bunkerkolen,
33 t/ns. 33.9°
64/66°
Middling
F. G. F.
OF. No.
Merino, Ma Av.
Cros0bredColo-
Gaaf, open GId. per
ongezeefd f.o.b.
Bé
S.
g.
cts. per
locoprijzen
1
Sakella-
Oomra
loco Bradford
nial Carded,
kop
100 kg
R’damlA’dam
per barrel
U.S. gallon
New-York
1
rides
Liverpool
per Ib.
50’s Av. loco 57-61 pnd.
netto
per 1000 kg.
per Ib.
LiverpoOl
I3radford per Ib.
/
°ft
cts.
•
°/o
cts.
•
010
cts. • cts. •
0
10
ds. •
110
cts. •
on
/
‘ij’
0
10
1925
10,90
100.0
4,16
5
100,0
36,85
100,0
57,7
100,0 147,5
100,0
47,1
100,0
277,2
100,0
148,7
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0 1926 17,90 165,7
4,68
5
112,5
33,85
91,9 43,5 75,5
81,8
55,5
31,8
67,4
238,1
85,9
124,7
83,9
28,46
82,0
11,61
.
96,8
.1927
11,25
104,2
3,22
5
77,4
36,85
100,0
43,4 75,3
84,6
57,3
36,6 77.8
244,4
88,2
133,6
89,8
40,43
116,5 11,48 95,7
1928 10,10
93,5
2,97
5
71,4
24,75
67,2 49,6
86,0
96,8
65,6 37,9 80,4
259.6 93,6
153,7 303,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
3,05 73,2
24,80
67,3
47,5
82,4
859
58,2 33,2 70,5
1966
70,9
127,3
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
3930
11,35
.
105,1
2,78
66,7
21,75
59.0
33,6
58,3
60,5 41,0
19,8
41.9
134.8
1
48,6
83,9
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1 1,44
34,5
12,50
33,9
21,3
37,0
36,9
25,0
15,5
33,0
108,4
39 ,1
60,5 40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,3 2,01
48,2
11,16
30,3
16,0
27,7
26,3
17,8 15,7
33,3
80,6
29,1
42,8
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 ‘64,8
1,115
26,8
8,95
24,3
16,7
29,0 25,9
17,5
14,0
29,7
97,0
35,0
47,9
‘
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20
57,4
1,56
37,5 7,14
19,4
18,2
31.6 26,8
18,2 13,5
28,7 97,0
35,0
51,7
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
56,0
1,55
37,2
7,49
20,3
17,5
30,3 26,0
17,6
14,9
31,7
84,4 30,5
42,8 28,8
12,54
36,1
5,89
49,1
1936
6,60
61,1
1,62
5
39,0
8,79
23,9
18,9
32,8 32,4
22,0
17,0
36,1
106,2
38,3
53,4
35,9
15,40
44,4
5,70
47,5
Jan.
1935
6,05 56,0
1,55
‘
37,2 7,38
20,0
18,7
32,5
27,1 18,4
15,1
.32,0
74,3
26,8′
41,6
28,0
10,75
33,0
6,15
51,3
17
ebr.
–
6,05
56,0
1,65
37,2
6,82
18,5
18,6
32,3
26,4
17,9
15,1
32,1
70,6
25,5
39,1
26,3
10.50
30,3
6,20
51,7
Maart
5,90
54,6
1,54
36,9 6,80
18,4 16,9
29,2
24,4
16,6
14,1
29,8
‘69,3
25,0
37,8
25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April
6,00
55,6
1,56
37,5 7,42
20,1
17,5
30,3
24,6
16,7 14,6
30,9
74,3
26,8 40,3
27,1
10,75
31,0
6,30
52,6
Mei
6,05
.56,0
1,54
36,9
7,38
20,0
18,1
31,4
25,0
16,9
15,5
32,8
80,6
29,1
.42,8
28,8
11,75
33,9 6,30
52,6
–
6,05
56,0
1,54
36,9
7,81
21,2
17,4
30,1
24,3
16,5
15,0
31,9
84,4
305
42,8 28,8
12,-
346
6,30
52,6
j
uni
uli
6,05
56,0
1,54
36,9 7,73
21,0
18,0
31,2
24,3
16,5 15,5
32,9
92,0 33
1
2
45,4
30,5
11,75
39
5,40
45,0
Aug.
6,15 56,9
1,54
36,9
7,64
20,7
16,9
29,2
24,7
16,8 14,3
30,3
92,0
33,2′
46,6
31,4
12,-
34,6 5,40
45,0
Sept.
6,10
56,5
.
1,55
37.2
7,07
19,2
15,9
27,5 24,9
36,9
13,3
28,1
92,0
33,2
44,1
29,7
34,50
41,8
5,50
45,8
Oct.
6,05
56,0
1,55
37,2
7,44
20,2
16,6
28,8 26,7
18,1
14,9
31,7
93,2
33,6
44,1
29,7
16,-
46.1
5,55 46,3
Nov.-
6,05
56,0
1,54
36,9 7,86
21,3
17,5
30,3
29,7
20,2
15,9
33,8
94,5
34,1
45,4
‘
30,5
16,-
46,1
5,60
46,7
Dec.
;
–
–
6,05
56,0
1,54
36,9
8,41
22,8
17,5
30,3 29,8 20,2
15,9
33,7
93,2
33,6
44,1
29,7
14,25 41,1
5,70 47,5
lan.
1936
6,15
56,9
1,525
36,6
8,41
22,8
17,5
30,3 29,3
19,9
14,7
311
97,0
35,0
45,4
30,5
15,-
43,2
5,80
48,3
l
ebr.’
‘
6,15
56,9
1,51
36,3 8,56 23,2
16,9
29,2
27,7
38,8 13,8
293
‘
97,0
35,0
46,6 31,4
IS,-
43,2
5,85
48,8
Maart
6,15
56,9
1,525
36,6
8,61
23,4
16,7
29,0
28,1
19,0
14,1
29,8
99,5 35,9
47,9
32,2
14,25
41,1
5,90
49,2
April
‘
6,20
57,4
3,52
5
36,6
8,53
23,1
17,1
29,7 27,6
18,7
13,8
29,2
99,5 35,9
47,9 32,2
14,-
40,3
5,95
49,6
Mei
6,25
57,9
3,52
6
1
36,6
1
8,53
23,1
17,1
29,7
27,3
18,5 13,5
28,6
100,8
36,4
47,9 32,2
13,75
39,6
6,-
50,0
Iuni
6,30
58,3
1,52
1
36,6
1
8,33
22,6
17,6
30,5
27,4
18,6
16,8
35,7
1
97,0 35,0
46,6
31,4
13,-
37,5
6,-
50,9
juli
,,
6,25 57,9
1,525
36,6
8,06
21,9
19,3
33,5
31,4 21,3
18,1
38,5
97,0 35,0
46,6
31,4
13,-
37,5
6,-
50,0
Aug.
6,30
58,3
1,525
1
36,6
1
7,94 21,5
17,9
31,0 33,3
22,5
17,2
36,6
1
99,5
–
35,9
46,6 31,4
13,50
38,9 5,25
43,8
Sept.
6,35 58,8
1,54
1
36,9
1
7,81
23,2
18,0
31,2
32,3 21,9
17,8
37,8
1
99,5
35,9
49,1
33,1
14,50
41,8 5,35
44,6
Oct.
7,80
72,2
1,95
46,8
10,27
27,9 23,0 39,9
42,0 28,5 21,9
46,5
121,0 43,7
61,1
41,1
19,25
55,5
5,40
45,0
Nov.
7,70
71,3
1,92
5
46,2
10,19 27,7
22,6
39,2
43,4
29,4 21,4
45,4
131,4
47.4
73,4
.49,4
19,25
55,5
5,45
45,4
Dec.
7,85
72,7 1,905
45,7
10.25
27,8
‘
23,6
40,9 39,2
26,6
21,4
45,4
135,2
48,8
82,2
. .
55,3
20,25
58,4
5,55 46,3
8
.,,
7,85
72,7
1,90
45,6
30,271)
27,9 23,9
41,4
37,92)
25,7
21,8
2)
46,3
136,4
1
)
49,2
84,12)
56,6
20,253)
58,4 5,55
46,3
5,65
47,1
4 Jan,. .1937
.
‘8,05
‘74,5.1
1,90
45,6
–
23,6
40,9
1)
31Dec..
2
)30 Dec. 3)17-Dec.
4)
29Dec.
5)
Indexdijfers
op goudbasis 43,9.
6)
Op goudbasis 44,0.
6 Januari 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
VAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
T
BO ER
KAAS
Edamrner
EIEREN
KOPER
L OD
TIN
d
GIETERIJ-
ZINK
GOUD ZILVER
per kg
Leeuwar-
Heffing
Crisis
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Etermijn
Stândaard
Locoprijzen Loconrijzen
Londen
Loconri’zen
Londen
IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen Londen
cash Londen
cash Londen
per
derComni.
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen’
er En
ton
g.
erEn
ton
p
g.
No 3f
b
Middlesb’
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce Standard
Noteering
Centr.
klm/merk
p. 100 St.
per Eng. ton
per E
ng.
t
on
Antwerpen
Eng. ton
fine
Ounce
t
1
10
t
f
°lo
f
0
1
‘f ë
01
f
010
t
•
0/0
f
•
ijs
/
•
°
jo
t
•
°/o
t
•
ijs
cts.•
01
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
751,00
100,0
440,75
100,0
3168,50
100,0
44,25
100,0
40,50
100,0
437,75
100,0
51,75
100,0
162,00
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15 88,8
702,50
93,5
376,00
85,3
3519,50
111,1
52,25
118,5
41,50
102,5
413,00
94,3
51,75
100,0
144,50
89,3
1927
2,03 87,9
–
43,30 77,3
7,96
86,7
674,00 89,7 292,75
66,4
3511,50
110,8
44,25
100,0
39,00 96,3
344,75 78,8
51,75
100,0
134,75
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05 85,8
7,99 87,0 772,00
.102,8
254,75
57,8
2749,75
86,8
40,00
90,4
38,00
93,5 305,75
69,9
51,75
100,0
131,25
81,1
1929
2,05 88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3 916,00
121,9
281,25
63,8
2465,75 77,8
42,75
96,6
41,50
102,6
301,00
68,8
51,75
100,0
123,25
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45 68,7
6,72
73,2
661,25
88,0 218,75
49,6
1721,25
54,3
40,50
91,8
36,00
88,8 204,00 46,6
51,75
100,0
89,75
55,4
1931
1,34
58,0,
–
31,30 56,9
5,35 58,3 438,75
58,4
145,75
33,1
1331,50
42,0
33,25
75,3
28,75
70,9
139,50
31,9
51,75
100,0
67,50 41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70 40,5
4,14
45,1
276,50
36,8
104,00
23,6
1175,00
37,1
25,50
57,5
22,50
55,2
118,50
27,1
51,75
100,0
65,00
40,1
1933
0,61
26,4
0,96 20,20
36,1 3,71
40,4 267,75 35,6
95,25
21,6
1596,00 50,4
24,75
56,2
21,25
52,2
128,50
29,4
51,75
100,0
62,25
385
1934
0,45
19,5
1,-
1
18,70
33,4
3,45 37,6
226,50
30,2
82,00
18,6
1718,00
54,2
24,25 54,8
20,25
50,1
102,25 23,4
51,75
100,0
65,75
40,7
1935
0,49
21,2
0,99
1
14,85
26,5
3,20 34,9
230,75 30,7
103,75
23,5
1631,50
51,5
24,00
54,1
20,25
50,2
102,75
23,5
51,75
100,0
89,25
55,1
1936
0,58
25,1
0,88
5
17,55
31,3
3,50
38,1
301,00
40,1
139,00
31,5
1594,50
50,3
27;75
62,7
22,75
56,2
117,50
26,8
55,00
106,3
65,00
40,1
Jan.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
5
34,0
205,00
27,3
75,75
17,2
1676,50
52,9
24,00
54,1
20,75
51,5
88,75
20,4
51,75
100,0
74,25 45,9
Feb.
0,52
22,5
0,95
14,37
0
25,7
3,20
34,9
196,00
26,1
75,00
17,0
1650,50
52,1
24,00
54,1
20,75
51,5
86,75
19,8
51,75
100,0
74,75
46,1
Mrt. ,,
0,37
16,0
1,020
13,30
23,8
2,74
29,8
198,50 26,4.
77,25
17,5
1503,75
47,5
23,00
52,1
20,50
50,4
84,75
19,4
51,75
100,0
79,50 49,0
Apr.
0,37
16,0 1,08 11,50
20,5
2,31
5
25,2
222,75 29,6
88,00
20,0
1585,50
50,0
23,25
2,7
20,25
50,0
91,25
20,9
51,75
100,0
91,75 56,6
Mei ,
0,34
14,7
1,10 11,85
21,2
2,38
5
26,0
242,00 32,2
100,75
22,9
1636,75
51,7
23,50
53,4
20,25
50,0
106,25
24,3
51,75
100,0
100,75
62,3
Juni
,
0,41 17,7
1,-
11,95
21,3
2,41
5
26,3
227,50
30,3
103,75
23,5
1649,00
52,0
24,00
54,1
20,25
50,0
103,50
23,6
51,75
100,0
99,00
61,1
juli
0,44
19.0
1,-
12,37
5
22,1
2,54
27,7
223,75 29,8
104,75
23,7
1701,00
53,7
24,00
54,1
20,25
50,0
102,75
23,5
51,75
100,0
92,25
57,0
Aug.,
0,46
19,9
1,07
5
15,10
27,0
3,31
5
36,1
239,00
31,8
115,50
26,2
1641,00
51,8
24,25
54,8
20,25
50,0
108,00
24,7
51,75
100,0
90,00 55,6
Sept.,
0,58
25,1
0,97 20,25
36,2
3,16
34,4
248,25
33,1
117,75
26,7
1636,25
51,6
24,00
54,1
20,25
50,0
113,75
26,0
51,75
100,0
88,50
54,7
Oct.
0,65
28.1
0,89
19,875
35,5 3,95
43,0
256,25
34,1
135,00
30,6
1656,25
52,3
24,00
54,1
20,25
50,0
121,25
27,7
51,75
100,0
88,75
54,9
Nov. ,,
0,59 25,5
0,94
16,90
30,2 4,69
51,1
255,50
34,0
130,50
29,6
1641,75
51,8
24,50
55,5
20,25
50,0
118,50
27,1
51,75
100,0
88,50
54,7
Dec. ,,
0.57
24,7
0,95
15,80
28,2
4,60
50,1
255,50
34,0
121,25
27,5
1597,50
50,4
24,75
56,2
20,25
50,0
110,00
25,2
51,75
100,0
77,25
47,7
Jan.’36
0,57
24,7
0,95
16,80
30,0
4,04
44,0 252,00 33,5
112,50
25,5
1516,50
48,0
24,75
56,2
20,25
50,0
106,25
24,3 51,75
100,0
60,50
37,4
Feb.
,
0,61
26,4
0,925
17,375
31,0
3,375
36,8
256,25
34,1
11675
26,5
1493,50
47,1
24,75
56,2
20,25
50,0
111,00
25,4
51,75
100,0
60,25
37,2
Mrt.,,
0,46
19,9
1,04
17,70
31,6
2,69
29,3
261,75
34,8
120,75
27,3
1544,25
48,7
24,75
56,2
20,25
50,0
116,75
26,7
51,75
100,0
59,50
36,8
Apr.,
0,44
19,0
1,025
16,820
30,0
2,49
27,1
269,50
35,9
117,25
26,6
1522,75
48,1
24,75
56,2
20,25
‘50,0
110,75
25,3
51,75
100,0
61,00
37,7
Mei
0,47
20,3
0,99
18,75
33,5
2,52
27,5 270,25
36,0
114,75
26,0
1495,50
47,2
25,00
56,8
20,25
50,0
108,00
24,7 51,75
100,0
62,25
38,5
Juni,,
0,57
24,7
0,89
20,20
36,1
2,69
29,3
268,50
35,8
110,50
25,1
1358,25
42.9
25,00
56,8
20,25
50,0
105,50
24,1
51,75
100,0
60,75
37,5
Juli
»
0,60
26,0 0,810
19,35
34,6
2,91
31,7
275,25 36,6
117,75
26,7
1382,00
43,6
27,00
61,0
20,25
‘50,0
101,00
23,1
51,75
100,0
60,50
37,4
Aug.,,
0,62
26,8
0,80
17,875
31,9
3,310
36,1
282,50 37,6
123,75
28,1
1358,75
42,9
27,00
61,0
20,25
50,0
101,00
23,1
51,75
100,0
59,75
37,0
Sep.,
0,58
25,1
0,79
16,25
29,0
3,63
39,5 289,75 38,6
134,50
30,5
1459,00
46,0
27,25
61,6
20,25
50,0
104,25
23,8
51,75
100,0
60,75
37,5
Oct. ,,
0,63
27,3
0,77
5
17,55
31,3
4,85
52,8 374,75
49,9
169,00
38,3
1847,75
58,3 33,50
75,7
21,75
68,5
135,00
30,8 65,25
126,0
75,75
46,8
Nov.,
0,70
30,3
0,78
16,07
5
28,7
5,15
56,1
397,75
53,0
196,25
44,5
2079,75
65,6 33,75
76,3
29,25
72,2
149,00
34,0
64,50
124,6
79,50
49,1
Dec.,
0,65
28,1
0,82
5
15,75
28,1
4,36
5
47,5
415,00 55,3 234,00
53,1
2076,00
65,5
36,50 82,5 32,75
80,9
162,50
37,1
63,75
123,2
79,75
49,2
28
,
,
0,626)
26,8
0,85
17,-5)
30,4 4,00
43,6
437,25 58,2 253,00
57,4
2094,75
66,1
36,25 81,9 32,50
80,2
170,50
38,9 63,50
122,7
79,50
49,1
4Jan.’37
0,85
‘
3,75
40,8
443,75
59,1
243,25
55,2 12071,00
65,4
36,25
81,9 132,50
80,2
180,50
41,2
63,50
122;7
79,50
49,1
26 Sept. 193279 K.G. La Plata; van 26Sept. 1932 tot 5 Fe»r. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6Juli1936 80kg. La Plata; van 6Juli1936 tot 30Nov. 1936 Manitoba.
74kg Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
lot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2,’van 9 Febr. 1931 tot
Van 7 Oct. ’35-18 Mei ‘3662163 kg Z.-Russische.
5
)31 Dec.
6)
30 Dec.
VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
BOUWMATERIALEN
.
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCUFER
VURENHO T
basis 7″
S T E E N E N
CACAO
COPRA KOFFIE
UBBER
‘
tanmiaarci
SUIKER
THEE
1 dl
Zweden/
binnenmuur
buitenmuur G.F.Accra
Ned.-Ind.
Ribbed Smoked
,
Grond-
uit-
stoffen
voer-
ern
a
dard
per
per
50 kg c.i.f.
per 100 kg
Rotterdam
ShetS
d
lo
R’damlA’dam
Java- en Suma-
‘an 4.672 M’.
1000 stuks
1000 stuks
Nederland
Amsterdam
per
112
kg.
/
cper
1h.
per 100 kg.
trathee p. ‘/
kg.
£cten
%
/
0/
f
0
1
fe
0
1
f
5
10
cts.
s/s
/ •
S
/s
f
Ol
s
cts.
S
/s
1925
159,75
100,0
15,50 100,0
19,-
100,0
25,71
100,0
35,87
5
100,0
61,375
100,0 1,80 100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6
19,50 102,6
29,65
115,3
34,-
94,8 55,375
90,2
1,21
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
82.9
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
41,14
160,0
32,625
90,9
46,875
76,4
0,93
51,6
19,125
102,0
82,75 97,9
81.5.
79.7
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
34,64
134,9
31,875
88,9
49,625
80,9
0,54
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
69.8
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
27,73
107,9
27,375
76,3
50,75
82,7
0,52 28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
61.3
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
21,12
82,2
22,625
63,1
32
52,1
0,30
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0
45.9
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
13,56
52,8
15,375
42,9 25
40,7
0,15
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
36.9
1932
69,00 43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
11,80
45,9
13,-
36,2 24
39,1
0,09
4,9
6,325
33,7
28,25
33,4
36.1
31.3
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
9,28
36,0 9,30
25,9
21,10
34,2
0,11
6,3
5,52
5
29,5
32,75
38,7
35.2
28.7
1934
76,50
47,9 8,50 54,8
10,50
55,3
8,17
31,8 6,90
19,2
16,80
27,4
0,20
10,9
4,07
5
21,7
40
47,3
34.4
27.0
1935
59,50 37,2 7,25
46,8 8,75
46,1
8,12 31,6
9,15
25,6
14,10
23,0 0,18
10,0
3,85 20,5
34,50 40,8
33.6
26.3
1936
78,25
49,0
12,04
46,8
11,90
33,2
13,625
22,2
0,25
13,9
4,025
21,5
40
47,3
39.4
30.9
Jan.’35
66,00 41,3 7,25 46,8
8,50
44,7
8,52
33,1
8,775
24,5
16
26,1
0,20
10,9
3,50
18,7
33,75 39,9
32.9
–
Feb.
66,00
41,3 6,75 43,5 8,25 43,4
8,57
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
0,19,
10,5
3,45
18,4
32
37,9
32.4
–
Mrt.
59,00 36,9
7,-
45,2 8,25
43,4
8,02
31,2
8,575
23,9
14,625
23,8
0,16
9.1
3,55
18,9
29
34,3
30.9
–
Apr.,,
60,00 37,6
7,-
45,2 8,25
43,4
8,17 31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
0,17
9,5
4,15
22,1
31,25 37,0
32.1
–
Mei
»
57,50 36,0
7,-
45,2
8,25
43,4
8,07 31,4
9,50 26,5
14,125
23,0
.0,18
10,0
4,20
22,4
32,75
38,8
33.3
–
Juni
57,50
36,0
7,25 46,8
9,-
47,4
8,02 31,2 9,07
5
25,3
13,87
5
22,6
0,18
10,0
3,87
5
20,7
30,25 35,8
33.2
–
Juli
57,50
36,0
7,25
46,8 8,75
46,1
7,97
31,0
8,-
22,3
13,50
22,0
0,18
10,0
3,575
19,1
30,75
36,4
33.4
–
Aug.,
58,25 36,5
7,
–
45,2 9,25
48,7
7,92 30,8 8,07
5
22,5
13,50
22,0
0,18
10,0
3,52
0
18,8
32,50
38,5
33.7
Sept.
»
57,75
36,2
7,-
45,2
9,-
47,4
8,12 31,6
8,47
5
23,6
13,50
22,0
0,17
9,5
3,72
5
19,9
36
42,6
34.2
–
Oct.
56,50
35,4
7,25 46,8 9,25
48,7
8,12
31,6
9,970
27,8
13,50
22,0
0,19
10,5
4,225
22,5
46,25
54,7
35.5
Nov.,,
57,75 36,2 7,25
46,8
8,75
46,1
8,02
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
0,19
10,5
4,10 21,9
39,50
46,7
35.8
Dec.,
58,00 36,3 7,50
48,4
9,50
50,0 8,17
31,8
10,45
29,1
13
21,2
0,20
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4
–
Jan.’36
63,00
39,4
8,25 53,2
10,-
52,6 8,47
32,9
11,12
0
31,0
13
21,2
0,21
11,6
4,325
23,1
39,50
46,7
35.5
29.3
Feb.,,
63,00 39,4
8,-
51,6
9,50 50,0
8,62
33,5
10,62
5
29,6
13
21,2
0,22
12,3
4,125
21,3
‘
38,50 45,5
35.6
29.8
Mrt.
»
64,25 40,2
8,
–
51,6
10,25
54,0
8,47
32,9
9,775
27,2
13
21,2
0,23
12,6
3,925
20,9
37,25
44,1
35.8
30.0
Apr.
»
65,00
40,7
8,
–
51,6
10,25
54,0
8,67
33,7 9,725
27,1
13
21,2
0,23
12,6
3,975
21,2
36,50 43,2
35.6 27.7
Mei
»
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0
1
9,23
35,9
9,525
26,6
13
21,2
0,23
12,6
3,65
19,5
37
43,8
35.2
29.3 Juni
»
68,00
42,6
7,75 50,0
10,
–
52,6
10,34
40,2 9,90 27,6
13
21,2 0,23
12,6
3,85 20,5
36,50 43,2
35.3
28.0
Juli
»
71,25
44,6
7,-
45,2
9,25
48,7
10,34
40,2
10,47
5
29,2
13,125
21,4 0,24
–
13,3
3,70
19,7
36,25 42,9
35.9
25.7
Aug..
73,25
45,9 6,50 41,9
9,-
47,4
10,89
42,4
10,82
5
30,2
13
21,2
0,23
13,0
3,55
18,9
36,75
43,5
36.2 27.7
Sep.
»
79,00
49,5
7,-
45,2
9,-
47,4
12,30
47,8
11,27
5
31,4
13
21,2
0,24
13,3
3,475
18,5
37,50
44,4
37.2
28.6
Oct.
,
107,00
67,0 7,25 46,8
9,-
47,4′
17,24
67,1
13,87
5
38,7
14,87
5
24,2
0,30
16,7
4,470
23,9
46,50
55,0
41.3
34.2
Nov.,
106,00
66,4
7,25 46,8
9,25
48,7
17,45
67,9
16,12
5
44,9
15,25
24,8
0,32
17,8
4,575
24,4
48,50
57,4
‘49.9
39.2
Dec.,,
112,75
70,6
‘
22,49
87,5
19,65
54,8
16,25
26,5
0,37
20,6 4,72
5
25,2 48
56,8
53.3 41.7
28
»
»
115,00
72,0
23,13
4
)
89,9
20,25
56,4 16,50
26,9
0,42
23,3
5,125
27,3
47,753)
56,5
54.55)
–
4Jan.’37
115,00
72,0
20,50
57,1
16,50′
26,9
0,36
20,0
5,375
287
.
54.66)
42:4
•) De tegenwaarde in guldens, van de 9 en
$
noteeringen, berekend tegen den wisselkoers van den dag. (Zie E.-S. B. van 7 ‘Oct. 1936, blz. 733).
20
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6
Januari
1937
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 4 Januari
1937.
Activa.
Binnenl.Wis.rflfdbk.
f
15.492.147,64
sels,Prom… Bijbnk.
,,
236.596,40
enz. in disc.
Ag.sch.
,,
1.836.412,54
17.565.156,58
Papier o. h. Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef.
f
2.274.000,-
Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
–
2.274.000,-
BeleeningenHfdbk.
f
257.855.791,981)
mcl.
vrsch
.I,Bijbnk.
,,
6.817.589,34
in
rek..crt
.fAgsch.
,,
32.796.770,15
op onderp.J
f
297.470.151,47
Op Effecten ……
f
292.497.332,14′)
–
Op Goederen en Spec.
,,
4.972.819,33
,,
297.470.151,47′)
Voorschotten a. h. Rijk
…………..
1unt, Goud ……
f
124.107.080,- Muntmat., Goud
..
,,
595.450.120,23
f
719.557.200,23
Munt, Zilver, enz.
,,
17.662.919,14
Muntmat., Zilver
. .
,,
–
,
737.220.119,372)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
……………………..
39.597.744,13
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
4.600.000,-
Diverse rekeningen
………………
..
6.008.091,03
Staatd. Nederl. (Wetv. 27i5,’32, S. No. 221)
,,
11.958.329,12
f
1.116.693.591,70
Pa2siva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
3.105.769,04
Bijzondere
reserve
…
…………..
,,
6.300.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
10.261.608,14
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
818.784.105,-
Bankassignatiën in omloop
……….
,,
70.861,91
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f
85.312.954,49
saldo’s:
Anderen
,,
169.694.767,67
255.007.722,16
Diverse
rékeningen . ……………..
,,
3.163.525,45
f
1.116.693.591,70
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
308.610.830,99
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
771.527.077,_
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
………………..
..
–
Waarvan aan Nederlandsch-lndit
(Wet van 15Maart
1933,
Staatsbiad No. 99)………..
/ 68.518.450,-
Waarvan in het buitenland ………………………
.35.087.959,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
kin ga
perc.
4 Jan.
‘3711241071
595.450
1
818.7841255.0781308.611
168.5
28 Dec.
361124107i
595.450
1
792.3851310.127
297.594
67
25 Juli
‘
14
1
65.7031
96.410
1
310.4371
6.1981
43.521
154
1
Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
Papier
Diverse
Data
1
bedrag
J
promessen
disconto sjrechtstreeks1
ningen
op liet
reke-
buitenl. ningen
1)
4
Jan.
19371
17.565
1
–
297A70
2.274
6.008
28 Dec.
19361
23.221
1
–
1
320.162
2.274
5.640
25 Juli
1914)
67.947
–
61.686
20.188
509
1)
Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Andere
Beschikt’.
Data
Goud
Zilver Circulatie
opeischb.
me/aal-
sch ulden
saldo
2 Jan.
‘372)1
1W920
166.900
40.380
23.008
26Dec.
‘362)1
106.050
162.370
34.240 27.406
5 Dec. 19361
8.565
1
18.22
163.231
28.454
30.114
28 Nov.19361
88.565
1
17.680
159.885
25.841 31.955
25 Juli
19141
22.057
J
31.907
110.172 12.834
4.842
Wissels,
Diverse
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
reke-
kings-
N.-Ind.
conto’s
ningen ningen
1)
percen-
betaalt’.
tage
2Jan.
‘372)
1.970
7120
40.840
51
26Dec. ’36’)
1.930
71.680
29.670
54
5Dec. 1936
2.146
21.584
56
‘1069
1
54.351
28Nov.1936
2.641
10.241
53.470
15.919
57
25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
‘)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
Bankbilj.
1
Bankbilf.
1.
Other Securities
Data
Metaal
1
in
un
Bankingl Disc.and ISecurities
1
circulatie
1
Departm.
Advances 1
30 Dec.
1936
314.212 467.406
1
46.254
17.467
1
21.157
23
,,
1936
314.278 474.116
39.545
6.448
1
20.966
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
1
1
1
Other Deposits
1
1
Dek-
Data
Gov.
1
Sec.
Public
Depos.
1
Bankers
1
Other
1
Reservel
kings-
1
Accountsj
1
perc.
1
)
30 Dec. ’36
1134.481
j
12.135
1150.580
1
39.191
1
46.8061
23,1
23
,,
’36
1
83.121
1
21.734
1
72.220
38.768
40.183
1
30,2
22 Juli ’14
1
11.005
1
14.736
1
42.185
29
.
2
971
52
vernuuuiiig ti,ssçne,i neserve en ueposlts.
BANK VAN FRANKRIJK.
1
Tegoed
Wis
Waarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilverl
in het
–
sets
op
het
ningen
voorschot
buiten!.
buitenl.
lcd.
Staat
23 Dec.’36
60.359
559
6
110.338
1.452
5.164
1
3.200
18
,,
’36
60.359
569
4
1
9.720
1.452
5.445
1
3.200
23 Juli’14
4.104
640
–
1
1.541
8
769
1
–
Bons v. d)
1
Diver-
1 1
1
Rekg. Courant
Datu zelfst.
amort.
h.
1
sen
‘
Circulatie
1
1
1
ZeI/st. 1
Parti-
Staat
Iatnort.k.l culieren
23 Dec.’36
5.640
1
2.701
1
87.306
1
107-1
1.966
112.441
18
,,
’36
5.640
1
2.398
1
86.598
1
111
1.967
111.225
23 Juli’14
–
–
1
5.912
1
401
1
–
I
943
, oIu,tpueL a,.tIv4.
DUITSCHE RIJKSBANK. Daarvan 1 Deviezen 1 Andere
Data
Goud
bij bui-
1 als goud- 1
wissels
Belee-
tent. (irc.
dekking
en
ningen
banken 1) 1 geldende i
cheques
31 Dec.
1936
66,5 1
26,2
5,7
5.447,6
74,4
22
,,
1936
66,4 1
28,2
5,5
4.777,5
55,3
30 Juli
1914
1.356,9 1
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
1 Activaa)
latie
Crt.
Passiva
31 Dec.
1936
221,3
1
642,9
4.980,1
1.012,4
329,5
22
,,
1936
220,6
1
718,2
4 634,5
740,1
314,5
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
.) ,.,IIuc,aDt.
.,
w .v. 1CIItCI,UdhIK3LIICIIIC Ol L I..ICL.. 1
CSjJ.
00,0V
111111.
NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’a.
Data
Goud
.
Rekg.Crt.
1936
u
.’2
0
30 Dec.
3.728
55
1
1.390
~
68
157
40
4.540
120
769
22
,,
1
3.736
58
1.374
72
157
40
4.469
55
904
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
1
Goud-
Lother
in her-
1
in de
Totaal
certifi-
member
1
markt
cash”
2)
disc. v. d.
1
open
bedrag
caten
1)
banks
1
gekocht
23Dec.’361
8.864,6
1
8.851
2
9
199,6
1
8,9
1
3,1
16
,,
‘
36
1
8.865,8
8.853,6
23-2,8
1
7,7
3,1
Belegd
Notes
1
Totaal
Gestort
1
Dek-
Dek-
F. R.
– –
1
Goud-
Algem.
Data
in U. S.
1
Gov.
Sec.
in
circa-
1
e?
Kapitaal
1
kings-
kings-
la/je
1
1
perc.l)
perc.
4
)
23Dec.’36’ 2.430,2
1
4.350,5
1
7.013,9
130,6
1
79,8
–
16
,,
‘
361 2.430,2
4.269,0
1
7.073,6
130,4
1
80,2
–
‘)
,eze cer,,iicaien
werueli
uuor ue
OcfldtKlvi
aan ue
reser’,e
oanen
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31 Jan. ’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
‘) Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
5)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelacbbare schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totslen
voorraad inuntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE bANKEN AANGESLOTEN BiJ HET
FED. RES. STELSEL.
Dis-
1
Reserve
I
Data
1
Aantal
1
conto’s
1
Beleg-
t
bij
de
1
Totaal
1
Waarvan
Ileenin.
en
I
gingen
1
F. R.
depo-
time
beleen.
1
1
banks
1
sito’s
1
deposits
16Dec.’36!
3
I
9.069
1
13.806
1
5.307
27.996
1
5.031
9
,,
’36
–
1
8.912
13.682
1
5.317
1
27.653
1
5.050
10
poseen van
iie 1100.
aflK,
00
.I8VOSCflO
aana
0fl 00
ans
OT r.flg
land zijn In duIzenden, alle overige oosten In mlllioenen van de be.
treffende valuta.