5 SEPTEMBER 1934
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Econom
‘
isch-Statistische
Beri*chten
ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL-NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
19E
JAA1IGANG
WOENSDAG 5 SEPTEMBER 1934
No. 975
NEDÈRLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter
;
Ir. A. Plate,
Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele, Penning-
meester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; L. H. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree;
Oh. J. I. M. Walter; C. J. P. Zaalberg.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSiE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. N. J. Polak;
Mr.Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Jan Schilthuis; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk. Secretariaat: Pieter de floochweg 122, Rotterdam.
‘i’elef oon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratio van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh ct van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco P. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
INHOUD.
Blz.
Rus KRITISCHE I3ESCHOUWINC VAN DE PRODUCTIEQUOTA
DER TINRESTRICTIE-OVERECN ROMSTEN
door
Ir. L. Leger 784
Ricl.itlijnen bij de werkverschaffing door
Me per de Vries 787
De tarweconferentie en de graanmarkt door
A. P. Schilt-
huis
……………………………………..
788
De Dollarclausule van de leening van de Vereinigte
Stahiwerke door
Dr. R. Levy ………………..790
De Indische middelen over Mei
1934 …………….791
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Australië en Lancaslmire door
Prof. Dr. P. Geyl ….792
Raming van de Europeesche bietsuikerproductie
1934135 door
Dr. Gustav Mikusch …………..793
])e Duitsche graanpolitiek door
Prof. Dr. Kiithe
Bauer.Mengelberg ……………………….794
AANTEEKENINGEN:
De uitgaven van werklooze gezinnen in den Haag..
796
Credietverleening aan de Amerikaansche industrie. .
797
MAANDCIJFERS:
Emissies in Juli
1934……………………….797
Gio-kantoor der Gemeente Amsterdam…………
797
Overzicht van de Indische middelen …………..
798
Overzicht der opbrengsten van het Staatsbedrijf
derP.T.T……………………………….
798
STATISTIEKEN ……………………………
799-802
Geldkoersen.
–
Wisselkoersen.
–
Bankstaten.
AK
4
SEPTEMBER
1:934.
De onzekerheid over cle toekomst van het Pond
Sterling heeft op de geidmarkt eenige terughoudend-
heid tengevolge gehad; de geidkoersen bleven onver-
anderd. Wissels op kortè.n termijn waren eerder ge-
zocht; voor beleggingen van langren duur zag men
de markt liever aan, zoodat er maar weinig afdoenin-
gen tot stand kwamen. Drie-maands bankaccepten
/io
pCt. Caftigelden overwegend aangeboden op % pOt.
Prolongatie onveranderd 1 pOt.
* *
*
Deze week heeft het Pond zijn daling voortgezet.
Zoo lang men niet weet, wat mcii voor heeft met het
Pond, dat op onze deviezernnarkt zulk een belangrijke
plaats inneemt, zal de nerveuze ongerustheid, die hier
de afgeloopen week heerschte, wel niet verminderen.
In Londen heeft de contrôle slechts nu en dan inge-
grepen; van 75% is de Fransche Franc daar op 74:75
gekomen. Daar de Franc hier uiteindelijk sledhts wei-
nig veranderde – 9.74-9.74%-9.73% – is •het
Pond hier dus verder teruggeloopen; het kwam van
7.39 op
7.28,
na voorbijgaand 7.25 te hebben
genoteerd. De Dollar is van 1.46 op 1.45% gekomen;
waar dit het ongeveere goudinvoerpunt is, zal de Dol-
btrkoers wel op dit niveau blijven hangen. De
£/$
koers is van 5.0534 op 5.— gekomen, een oogenblik
werd zelfs 4.98% genoteerd; opnieuw doen geruchten de ronde, dat men cle oude pariteit van ongeveer 4.87
zal trachten te bereiken. In dat geval zal de Ponden-koers nog een flink stuk terug moeten gaan. De ver-
schillende met Duitscliland getroffen regelingen en
de niet bepaald geruststellende berichten, die van
over de grens tot ons komen, hebben op den Marken-
koers niet den minsten invloed gehad; integendeel is de koeri van 57.50 tot 57.80 verbeterd, na in het
midden der week tot 58.10 te zijn gestegen. Register-
marken liepen nog wat verder terug. Belga’s 34.68-
34.64, voortdurend eerder aangeboden. Flauw waren
Finsche Marken, die op 3.20 werden gedaan. Ook de
overige Noordelijke deviezen lagen natuurlijk lager
in de markt. Oanadeesciie Ddllars 1.48%. Argentijn-
sche Pesos ca. 40. Yen 43%. Rupees 54%.
Terrnijn’ponden en Dollars waren een fractie lager;
een- en driemaands Ponden noteerden een disagio
van en c. Ddlliis waren
3/
en % c. onder
kassa. Termijnfranken waren rond pan.
Op de goudmarkt viel nog steeds eenige vraag te
bespeuren; er was weder een •groot buitenlandsh koo-
per. De goudprijs in Londen is onder den invloed
van den vasten Francsköers aldaar sterk opgeloopen
en kwam gisteren zelfs op 14117, hier werd
f
1.652
genoteerd. Zeer gezocht waren Eagles en Sovereigns,
hoofdzakelijk voor Oostelijke rekening; de prijzen wa-
ren 2.49 en 12.13. Het aanbod van deze munten was
heel klein. Marken bankpapier noteerden ca. 53.
784
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September 1934
EEN KRITISCHE BESCHOUWING VAN DE PRODUCTIE-
QUOTA DER TINRESTRICTIE-OVEREENKOMSTEN.
Over het algemeen is men zoowel in Indië als hier
te lande goed te spreken o-vr de resultaten van de
contractueele beperking van de tinproductie door de
belangrijkste productie1anden Dit blijkt uit -de daar-over gepubliceerde officiëele mededeelingen, zooals
die voorkomende in de rede van den Gouverneur-
Generaal, waarmede de jongste zitting van den Volks-
raad werd geopend, alsmede uit. de over deze kwestie
verschijnende berichten in de pers. Naar mijn mee-
ning is een dergelijk gunstig oordeel niet gemoti-
veerd. Noch de deelname aan de gedwongen produc-
tiebeperking zelf, noch de basis, waarop daarin door Ne-deriandsch-Indië wordt geparticipeerd, acht ik in
het belang van dat land. Tegenover de aigumentn,
die door mij tegen de tinrestrictie zelf kunnen wjr-
den aangevoerd, zullen de voorstanders daarvan wel-
licht even deugdelijk klinkende andere argumenten
kunnen stellen, waai’hij dan niet de feiten, doch de
persoonlijke visie, die men daarop heeft en het over-
redingsvermogen, waarover wordt beschikt, tot het vormen van een opinie zullen voeren. Dat is echter niet het geval -bij een controverse onitrent de basis
van deelname: hier spreken de cijfers een zoo duide-
lijke taal, dat er mijns inriens geen plaats blijft voor
twijfel.
Alvorens tot een bespreking van de bases van deel-
name •over te gaan, zullen wij in het kort aangeven,-
welk belang het Gouvernement van Ned.-Indië hij de
tiniudustrie heeft.
De Staat is eigenaar van ‘de Gouvernementsontgin•
nul-gen op het eiland Banka, die ‘door -het lan-dsbe-
drjf, de Bankatinwiuuin’g in eigen beheer worden
bewerkt. Bovendien is de Staat sinds 1924
1)
voor
deel eigenaar van
–
het gemengde bedrijf G.M.B. (Ge-
meenschappelijke Mijnbouwmaatschappij Billit-on),
1)
V66r dat jaar was de Billiton Maatschappij comes
sionaris en had het Land recht op % van de winst.
welke maatschappij onder de -directie van -de Billiton
Maatschappij, ei’genares van het resteerende % deel, cle ertsafzettingen op Billiton ontg.iut.. Als aandeel-houder in -de Nederlandsch-Indische Tin Exploitatie
Maatsehappij (Nitem) is het Gouvernement mede ge-
interesseerd in de weinig belangrijke ontginningen op
de eilanden Karimoen en Koendoer, die in de Riouw
Archipel lig-gen. Van de Singkep Tin Maatschappij
1),
die het eiland Singkep, mede in ‘de Riouw-Archipel
gelegen, op tin exploiteert, ontvangt het Gouverne-
ment een jaarlijksche mijncijns, waarvan het bedrag afhankelijk -is van den -opbrengst van
:het
product,
terwijl er teulotte een uity-oerrecht wordt gehe-ven
van het tin en tinerts, afkomstig van Banka en Bil-
liton (Singkep, ‘dat -om praktische redenen buiten het
Nederland-sch-In’ditohe tolgebied ligt, is hiervan vrij-
gesteld, evenals van- -het betalen van invogrrechten),
welk uitv’oerrecht ‘de laatste jaren
f
35.- per kilo-
gr-amton heeft -bedragen. –
In den volgen’den staat (1) zijn voor -de periode
1921-1930 eenilge -belangrijke gegevens van het
Landshedrijf ‘der Bankatinwinnin-g, van de G.M.B. en
van het Sin-gkepbe4rijf opgenomen. De gegevens voor
Banka zijn ontleend aan de jaarverslagen van -dat be-
drijf, -die voor Billiton en Singkep ‘aan de jaarboeken
van het Mijnwezen in Nedei1andsch-In’dië.
Uit dezen staat -blijkt het -gr-oote financiëele ‘be-lang, dat het Gouvernement van Nederlandsch-Indië
bij -de tinin-dustrie -heeft. Immers hebben de zuivere,
-directe inkomsten -daaruit voor -de periode 1921-1930
-gemiddeld
bijna
36
millioen gulden per jaar
bedragen,
waarbij nog een
bedrag van-rond
1
millioen gulden
per jaar
moet worden ‘gevoegd voor de ontvangsten
aan uitvoerrech-t op tin of tinerts van Banka en Bil-liton. De ontvangsten aan invoerrecihten, die van de
bedrijven op Banka en Billiton worden geheven, be-
nevens -die aan vennootschapsbelasting voor Bil-liton
1)
Deze maatschappij is intussehen opgenomen i’n de
G.M.B.
Staat 1.
Eenige gegevens van de tinertsproducenten Banka, Billitoji en Siugkep voor de periode
1921-1930.
–
–
19211 19221 19231 19241 19251 19261 19271 19281 1929 1930 1921122_1930
1922
1)
1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929
Total.
1
Gem.
1
12
1
3
1
4
1
5
1
6
7
1
8
1
9
110l
11112
Banka.
2)
3)
Productie in
long tons
(1016
kg)
14.675 16.731 17.208 19.283 20.441 19,823 21.504 21.485 19.930 21.595 192.675 19.268
Percentage der wereldprodizctie
13,2
12,9
13,3
13,8
13,9
13,7
13,5
12,1
10,4
12,4
–
12,8
Verkocht
in long tons
………..13.864 19.957 19.596 18.982 19.649 22.453 20.850 21.680 15.422 16.661 189.114 18.911
Opbrengst
afgerond in 1000 gld..
25.715 36.770 48.234 55.555 60.733 76.829 68.898 57.083 37.502 29.136 496.454 49.645
Winstafgerondin1000guldens(na
3.308 11.617 27.352 38.184 43.206 .56.243 49279 36.6.79 2.1.428 10.45$ 297.749 29.775
aftrek afschrijving en
6
°Io
rente
–
op het geïnvesteerde kapitaal)
–
11921! 11922/
1
192311 1924/
1
192511 19261
1
1927
1
19281
1
19291 11930/ 11921/22_’30/31 BilLiton.-
11922
‘)I 1923
1
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930 11931
Total.
1
Gem.
Productie
in long tona ………….
8.051 11.825 11.009 11.408 9.898 11.309 11.852 12.982 13.061 10.618 112.013 11.201 Percentage der wereldproductie..
7,2
9,0
8,5
8,2
6;8
7,8
7,5
7,3
6,8
6,1
–
7,4
Pinanciëele
baten
voor den Staat
–
1.330 3.649 2.176 10.937 7.899 13.001 10.368 7.500 4.000 60.861 6.086
– afgerond in 1000 guldens.
–
Productie
in long tons ………..
708
661
816
815
707
608
717
1.074 1.202 1.144
8.452
845
Percentage der wereldproductie.
.
0,6
0,5
0,6
0,6
– 05 –
0,4
. 0,5 – . 0,6
. 0,6
0,7
–
0,6
Financiele baten
voor den ,Staat
42
73
93
108
113
177
159
162
1’54
123
1.205 121
afgerond in 1000 guldens.
–
–
Productie …………………….
23.434 29.217 29.033 31.506 3-L046 31.740 34.073 35.541 34.193 33.357 313.140 31.314
Percentage wereldproductie………
21,-
22,4
22,4
22,6
21,2
21,9
21,5
20,0
1
17,819,2
–
20,8
Financiëele baten voor den Staat .
3.350 13.020 31.094 40.468 54.256 64.319 62.439 47.209 29.082 14.576 359.815 35.982
afgerond in 1000 guldens.
) De gegevens hebben betrekking op de exploitatiejaren der bedrijven. ])eze liepen op Banka tot het jaar
1929
van
1
Maart tot ulti-mo Februari, op Billiton van
1
Juni tot ultimo Mei, op Singkep van
1
Juli tot ultimo Juni.
Vanaf
1930
werd voor Banka het expboitatiejaar gelijk geniatk€ a
het kalenderjaar.
In
het overgangsjaai
1929
bevatte het exploitatiejaar dus slechts 10 maanden, namelijk van
1
Maart tot ultimo December. De productie
van dat exploitatiejaar bedroeg in werkelijkheid slechts
16.608
long ton. Voor de vergelijking met de andere pro
–
do-
centen is in den staat voor de productie
1929
daarom
12110
maal dit bedrag genomen.
De werkelijke productie voor de tienjarige periode (ten rechte-
9
jaar en 10 maanden) bedroeg
189.353
long ton
en was dus vrijwel gelijk aan de in d-ie periode verkochte hoeveelheid.
.
–
–
1s
5 September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
785.
en Singkep zijn dan nog ‘buiten beschouwing ge-
laten.
Het is dan ook zeer
begrijpelijk,
dat het Gouver-
.nenient van Nederlandsch-In•dië cle pogingen, die
reeds vanaf
1927
werden ondernomen om den ver-
koopprijs op peil te houden, met belangstelling volgde.
Het verloop der gevoerde onderhandelingen met de
diverse geïnteresseerden en de daaruit resulteereude
tinrestrictie-overeenkonist van
1930
zijn de lezers uit
vroegere publicaties van dit weekblad bekend.
Voor de 4 contracteerende litnden werd daarbij een
productiequoturn vastgesteld, zijnde eén . voor ieder hunner gelijk percentage van een voor elk.dezer lan-
den aangenomen
basisprocluctie.
Het percentage zou
naar gèlang der omstandigheden worden gewijzigd.
Het is duidelijk, ‘dat de ‘vaststelling ‘der basispro-
clucties, ‘dus het aandeel ‘dat elk ‘land ii ‘dé totale
‘toegestane productie krijgt, vdor de betrokkenen van
het grootste belang ‘is. Hoe hooger de basisproductie
van één ‘der ‘deelnemers ten opzichte van de drie an-
clere wordt vastgesteld, hoe grooter zijn aandeel in de
totaalproductie wordt. Het is dan ook zeer goed te
begrijpen, ‘dat bij de onderhandelingen ‘de ‘belangheb-
benden ‘de voor hen meest gunstige basis trachtten te
verkrijgen. Vooral Malakka hield hardnekkig vast
aan ‘de voor haar zeer voordeelige ‘basis, gegrond op
de producties van
1929.
Ook Bolivië en Nigerië waren
om
gelijke
redenen zeer gepor’teerd voor een quota-
ver’deelin’g op de hasisproducties van genoemd jaar.
in tegenstelling daarmede, wilde het Gouvernement
van Ned.-Indië deze rverdeelingsbasi.s voor de Banka-
tinwinning niet aanvaarden. Als grondslag werd de gemiddelde productie ‘der achtjarige periode
1921/
1929
voorgesteld. De motiveering hiervan is te vin-
den in de )lezing over tinrestrictie van Ir. D. de
Ionigh Wzn., den toenmaligen Directeur van Gou-
vernementsbedrijven, die ‘de onderhandelingen voor
de Nederlan’dsch-Indische Regeering ten behoeve der
Banka’tinwinn’in’g voerde, gehouden voor de af’deeling
Mijnbouw, tak Nederlan’dsch-Indië van het Konink-
lijk Instituut van Ingenieurs, op
27
Februari
1933,
van welke lezing een verslag is opgenomen op hlz.
167
en volgende van ,,De Ingenieur” van
26
Mei
1933.
Op hl’z.
168
komt het volgende voor:
,,In den zomer vaii
1930,
tijdens’ zijn buitenlandsch ver-
lof,’ voerde spreker onderhandelingen’ in Europa. Het suc-
•
ces was niet groot, het scheen of Ned.-Iridiö zijn eigen
‘we.g zou moeten gaan, ni. vechten met den lageli kostprijs
van Bangka als steun. Enkele dagen voor zijn vertrek
naar Indië, eind November
1930,
‘werd hem gevraagd om
u
aar Londen te konen om nogmaals besprekingen te ‘oe-
Iren, thans in tegenwoordigheid van den High Commis-
sioner van de F.M.S. De discussie nam één dag in beslag,
;
maal’ was verrassend, wat cle resultaten betreft. Met algc-
,meene stemmen werd ni. tot restrictie besloten, terwijl ook
de quota voor
1931
reeds werden vastgesteld! De verdee-
ling der quota gaf moeilijkheden. Ned.-Indië wenschte geen
opdrijviag van dec tinprijs, doch stabilisatie; voorts moest
aan Baugka een zoodanig quotum worden toegekend als
o’.erceukw’aiu met zijn situatie. Ondanks de lage kostprij-
zen en de groote ertsrcserve had .Bangka toch in de laat-
ste jaren de productie niet opgevoerd; zulks iii tegen-
stelling met Malakka en Bolivia, die daardoor de crisis
in de ‘hand hebben gewei;kt….Aangezien Malakka in
deze laatste jaren zijn productie sterk had opgevoerd,
terwijl die van Bangka vrijwel statioiinair was gebleven,
wenschte de vertegenwoordiger van Ned.-lnclië de produe.
tie van het enkele topjaar
1929
niet als basis voor de
quota-verdeeling te gebruiken, maal’ stelde ‘voor het ge-
middelde van de productie der laatste S jaren te nemen.”
Ofschoon ‘het ‘door den Regeeringsonderhandelaar
voor Banka verlangde aandeel belangrijk grooter was,
dan wat oorspronkelijk door de anderen was voorge-
steld, was ook ‘dit aandeel naar mijn meening nog
aanzienlijk lager, ‘dan hetgeen op billijke en rationeele gronden kon worden geëischt. Deze meen ing is geba-
seerd op onderstaanden staat
(2)
bevattende de pro-
ducties der contracterende landen, benevens de we-
relclproducties en verkoopprijzen voor de periode
192211929.
Duidelijk is daaruit te onderkennen, dat
eerst sedert het jaar
1926
een belangrijke vermeer-dering van de wereldproductie heeft plaats gevonden.
Vanaf dit jaar bewoog zich ook de verkoopprijs in
dalende richting. Uit den staat kan men tevens onder-
kennen, welke van de 4 landen, vaartusschen de
overeenkomst werd gesloten, daartoe hebben hijge-
‘dragen en in welke ma
–
te; de cijfers voor ‘de drie In-
dische producenten geven een nadere specificatie van
‘het productieverloop van Ned.-Indië:
Er
blijkt
nu, dat vanaf
1926
tot
1929
‘de productie
Staat
2.
Vergelijking der l)roducties van dc
4
contracteerende landen voor dc periode
1922-1929
Productie in long tons
ductie 1929 verge-
Pro leken met 1926
1922
1923
1924 1925
1926
1927
1928
1.029
Totale ver-
nieerdering
in percen-
ten
1
1
2
1
3
4
5 6
1
7
1
8
1
9
1
10
1
11
37.223 39.376
46.055
48.071
47.724 54.284
64.615
69.366
+
21.642
+45,35
31.616 29.767 31.610
32.224
30.060 35.808
41.41.0
40.338
+
16.278
+
54,M
Malakka ……….
Bolivië
……….
5.123 5.860 6.200
6.256.
.
7.417
8.056 9.132
10.734
+
3.317
+
44,17
Nigerië
………..
Nederl.-Indië
.
29.278
29.138 31.558
32.749 33;006 33.934
34.943 35.730
+
2.724
+
8,25
Tot, der
4
landen
1
103.240
1
104.141
1
1:15.423
1
119.300
1
118.207
1
132.082
1
150.1.00
1
162.168
1
+
43.9611
+
37,19
2mb. verKoop-i
1925
2441
3004
3152
3514
3488
2743
2462
Productie 1929130verge-
prijs in gld.
2)
‘
leken met 1926127
1922123
1923,24
1924125
1925126
1926/27
1927128
1928129
1.929/30
Totale ver-1 in percen
meerdering 1
ten
Banka …………
16.731
17.208
19.283
20.441
19.823
21.504
21.485
1.9.930 – + 107
+ 0.54
(16.766)
(17.272)
(19.316)
(21.564)
(20.615)
(21.417)’
(21. 14)
(20.826)
13i1liton……….
11.825
1.1009
11.408
9.898
t
11.309
11.852
12.982
13.061
+ 1752
+ 15.49
(11.849)
(11.049)
(11.426)
(1.0.441)
‘(11.760)
(11.804
(12.764)
(13.648)
Singkep………..
661
– 816
815
707
608
717,
1.074
1.202
+ 504
… + 97.70
(663)
(817)
(816)
(744)
(631)
(713)
(1.055)
(1.256)
Algerneenc noot.
De cijfers van het bovenste gedeelte van dezen staat, die betrekking hebben op
kalenderjaren
zijn
ontleend aan: ,,Tin World Statistics
1932″;
die van het benedengedeelte, welke de producties der
ea’ploitatie jaren
vermelden (zie noot
1
van staat 1) zijn gecompileerd uit de jaarverslagen der Bankatiuwinniiig en de Jaarboeken van
het Mijnwezen in Nederlandsch-Indië. Ofschoon de cijfers dus niet precies op dezelfde tijdvakkén betrekking ‘hebben,
zijn ze toch wel geschikt voor vergelijking. De getaxeerde kalenderjaarproducties, berekend uit die der exploitatie-
jaren, zijn tusschen haakjes bijgevoegd.
Zie noot
2
staat 1.
De gemiddelde prijs is die van Standard tin
(99,75
pCt. zuiver), dat contant te Londen is verkocht. Het Pond Sterling is voor
f
12,07
in rekening gebracht.
786
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September 1934
van Malakka met ruim
45
pCt. is
vermeerderd, die
van Bolivië met
54
püt.,
van Nigerië met 44
pCt.
en van Ned.-In’dië met slécht’s ruim
8 pCI.,
terwii1
op
Banka zelfs in het geheel geen toeneming Van de
productie plaats vond.
1)
Voor het vaststellen van de’ ver’deelin.gsbasis zou
het nu op billijkheids’gron’den voor de hand hebben. gelegen, dat de deelnemers eerst het door de opvoe-
ring ‘der productie veroorzaakte overschot ou’den
he:bben doen verdwijden en wel in dezelfde mate als
ze tot het ontstaan daarvan hadden. bijgedragen, ter-,
wijl een eventueele nog verdergaande beperking,
pondspon’ds’gewijs over deze landen zou moeten wor-
den verdeeld. Deze voor alle ‘deelnemers billijke en
tevens rationeele restrictie ‘der productie zou zijn ver-
kregen,
indien als basisproducties voor de vast Ie stel-
len quota de producties van het jaar 1926 waren aan-
genomen.
Uit ‘het bovenaangehaalde citaat blijkt, dat Malakka
aan de verdeeling op ‘basis van
1929
vasthield. Wijl
de onderhandelingen ‘hierop ‘dreigden te stranden,
stonden tenslotte Bolivië en Nigerië een gedeelte van
de •hen toegedachte quota aan Nederlandsch-In’dië
af, terwijl Bililiton weer een gedeelte van haar quotum
aan Banka en Sin’gkep afstond. Waar het Gouver-
nement voor % eigenaar is van het Bil’liton’bedrijf,
komt ‘deze concessie aan Banka slechts voor een ge-
deelte ten voordeele van Nederlan’dsch-Indië.
Voor de restrictieperiode 1 Januari
1934
tot ultimo
1936
werd in November
1933
een nieuwe verdeelings-
basis vastgesteld. Deze is voor Ned.-Indië niet alleen
ongunstiger ‘dan ‘die van de eerste overeenkomst,
doch
zelfs nog ongunstiger, dan de voor de eerste overeen-
komst door Malakka, Bolivië en Nigerië voorgestelde
en door het Ned.-lndische Gouvernement afgewezen
basis der producties van
1929.
Tevens werd ‘de con-
cessie van Billiton aan Banka ingetrokken, zoodat
dit laatste bedrijf er wel zeer onvoordee’lig is afge-
komen.
Voor de oiîderkennin•g van de beteekenis van •deze
verschillende bases voor de vier contracteerende lan-
den is de volgende staat
(3)
samengesteld, die een op-
stelling bevat van ‘de percentages in de totaal-produc-
tie ‘der vier landefl, bij de hierboven ‘besproken ver-
deelingen.
Uit dezen staat is te zien, dat bij een ongewijzigde aanname van ‘de basis
1929
Nederlandsch-Indië ten opzichte van de door mij bi’llijk geachte bbasis
1926,
5.89
pOt. van het totale quotum der vier landen zou
zijn tekortgekomen, waarvan
4.60
pOt. voor rekening
van de Bankatinwinnin’g en
1.54
pOt. ten na’deele
i)
De productievermeerdering van Singkep, welke per-
centsgewijs zeer groot is, is in verband met den geringen
omvang van het bedrijf niet van beteekenis.
Staat
3.
Percentages van de totaalproductie der
4
landen
bij de verschillende verdeelingen.
(Kolommen
2, 3
en
4
afgeleid uit staat
2).
-w
2
‘
M
eo
,
°’ ‘-
.
.l
v-
0
0
U)Q
0,1
1
2
3
4
5
1
6
7
8
Malakka
.
..
.
40,37
42,77
40,48 42,77
43,43
-(-
2,40
+
3,06
25,42
28,57
27,75
27,19
28,07
+
1,77
+
2,65
Nigerië
……0.28
6,62
5,85
6,32
0,57
+
0,04
+
0,29
Nederl.-Indië
27,93
22,04
25,92 23,72
21,93
–
4,21
–
6,00
Bolivië
…….
waarvan: Banka
……17,44
12,84
15,81
15,12
12,97
-2,32-
4,47
Billiton
…
9,95
8,41
9,44
‘8 962,20
1,53
r
Singkep
.
..
0,54 0,79
0,67
0,85
‘
f
+
0,31
1)
Door de overneming van het Singkep-bedrijf door de
G.M.B. zijn de quota voor deze twee bedrijven thans samen-
gevoegd.
van Billiton zou komen, terwijl Singkep
0.25
pOt.
boven het aan ‘dit bedrijf toekomend aandeel zou ont-vangen. Ten opzichte van de ‘door ‘den In’disdhen ver-
tegenwoordiger ‘geëischte basis bedroeg ‘dit na’deelig
verséhil voor Indië
3.88
pOt., voor Banka
2.97
pOt.,
voor Billiton
1.03
pOt., terwijl Siugkep
0.12
pOt.
boven het haar toekomende zou ontvangen.
Het ‘bij de eerste overeenkomst definitief vastge-
steld percentage voor Ned.-Indië is niettegenstaan’de
de concessies van Bolivië en Nigerië toch nog 2.20
pOt. lager dan hetgeen ‘de Indische Regeeringsver-
tegenwoordiger verlangde, waarvan
0.69
pOt. ten
laste van Banka ‘komt. Tenslotte zijn de verschillen
tussehen de
bij
de beide overeenkomsten vastgestelde
percentages en ‘die zouden moeten zijn toegekend op gron’d der producties van
1926
in de kolommen
7
en
8
van staat
3
opgenomen.
Men ziet tevens uit ‘dezen staat, ‘dat aan Malakka,
dat bij ‘de eerste overeenkomst reeds het door ‘haar
geëischte aandeel kreeg, bij ‘de tweede overeenkomst nog eens extra
0.66
pOt. werd toegewezen. Ook Boli-
vië en Nigerië kwamen in een ‘betere positie, alles ten
koste van Nederlan’dsch-Indië en voornamelijk van
Banka. Toch geven ‘de producenten van Malakka nog
wel eens uitin’g aan de klacht, dat door de getrdffen regelingen Ned.-In’dië is bevoordeeld ten koste van
‘de andere deelnemers, in het
bijzonder
van Malakka!
In onderstaanden staat
(4) is
nu een overzicht op-
genomen van de basisproducties, die bij ‘de beide over-
eenkomsten zijn gebruikt en van ‘de quota, die ‘daar-
uit voor de verschillende ‘deelnemers zijn voortge-
vloeid. De gegevens van
1931/1933
zijn ontleend aan
Staat
4.
Overzicht der basisproducties en der opvolgende janrquota, voor zoover
01)
1
Juni
1934
reeds bekend.
”
IE
°”
Opvolgende jaarquota in long tons vastgesteld uit de in
‘
E
o
‘5
,,
Opvolgende jaarquota in long
tons vastgesteld uit de in kolom
kolom 2 opgenomen basisproducties
.
a
9 opgenomen basisproducties
0’0
le periodel2e periodel3e periodel4e periode15e periodel6eperiode
pl.77.75
0
/olplm.65.5s/oIplm. 66
°’
o
lplm. 44 °IoIpl.33.34
0
!olpl.33.3
4
°/o
°
‘
.
7e periodelseperiodelgëperiode
40
0/
1
50 °Io
1
55
0/
Mrt.-Mei
Juni- Dec.I Jan.-Mei
Juni
Juli Dec.
Ijan.-Dec.
Jan. Mrt.
lApril-Meil
Juni
‘°’
‘0
1931
1931
1932
1932
1932
1933
= 1934
1934
1934
.2 no
no
3 mnd.
7
mnd.
5 mnd.
1
maand 1
6 mnd.
1 12 mnd.
3 mnd.
2 mnd.
–
mnd.
1
2
3
4
5
6
7
1
110
11.
12
69.366
53.928
45.372
38.952
30.396
23.124
23.124
71.940
28.776
35.970.
39.567
44.090
34.260 28.824
24.756
19.320
14.688
14.1388
46.490
18.596
23.245 25.570
10.248 7.992
6.732
5.784
4.512 3.432
3.432
10.890 4.356
,
5.445
5.990
Malakka
…………….
Bolivië
………………
Nederl.-Indië
2)
38.464 29.916 25.164
21.612
16.872 12.828 12.828
36.330
14.532
18.165
19.981
Nigerië
………………
Totaal voor de
4
landen 162.168
126.096
106.092 91.104 71.100 54.072
54.072
165.650 66.260 82.825 91.108
24.524
19.070
16.049 13.780
10.753 8.176
8.176
21.482
8.593
10.741
11.815
Banka
………………
12.572
9.776
8.223
7.063
.
5.512 4.191
4.191
}1)
14848
5.939
7.424
8.166
Billiton………………
Singkep
1.368
1.064 895
769
600 456 456
Totaal voor Ned.Indië2)
38.464
29.910
25.167 21.612
16.865
12.823
12.823
36.330
14.532 18.165
19.981
Zie noot 1 bij staat
3.
De geringe verschillen zijn vermoedelijk door afronding ontstaan.
5 September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
787
ç
,Quins Mtal Han’d-book and Statistics 1933″ en aan
het jaarverslag van ‘de Bankatinwinning over 1933,
terwijl die voor 1934 zijn gecompileerd uit de in dag-
bladen en tijdschriften verschenen mededeelingen.
in een volgend artikel zullen de financiëele conse-
kwenties ‘voor Nederlandsch-Indië, voortvloeiend uit
het ‘hiervoren geschetste ‘ongunstige resultaat der on-
derhandelingen, nader in beschouwing worden ge-
nomen.
Juli 1934.
Ir. L.
LEGER.
RICHTLIJNEN BIJ DE WERKVERSCHAFFING.
1)
Bij de toepassing van de werkverschaffing in de
practijk, moeten in hoofdzaak vier zaken in acht
worden genomen, ie. de beoordeeling van de plaat-
sing; 2e.. de ‘beoordeeling van de objecten, waaronder begrepen de soort van de objecten en de subsi’dieering ervan; 3e. de arbeidsvoorwaarden en 4e. •de wijze van
uitvoering.
Daar werkverschaffing een vorm van huipverlee-
ning is aan hen, die tegen hnn wil niet zelf arbeid kunnen vinden en ook niet in staat zijn met eigen
middelen door ‘het leven te komen, kan niet een ieder voor plaatsing in aanmerking komen. Bij de steunregeling berust ‘de beslissing of iemand
al dan niet voor steunuitkeering in aanmerkiiig komt,
bij Burgemeester en Wethouders. De wijze van beoor-
deeling, de vaststelling van de steunuitkeering en de
regeling van contrôle, ‘geschieden aan de hand van
vele wel-omschreven regelen.
Ten aanzien van de plaatsing
bij
de werkverschaf-
fing kan niet, omdat het hier gaat om het verrichten
van arbeid, zoo minutieus alles worden geregeld als
bij de steunverleening. Toch geschiedt ook hier de
voorbereiding heel precies. In het ‘algemeen gelden de
volgende regelen.
Elk geval wordt afzonderlijk beoordeeld. Door
alle inspecties wordt gelet op gezinsinkomsten van
den aanvrager en ‘het •gezin waartoe ‘hij behoort, de
grootte van de vaste uitgaven (woniughuur, c.q. af-
lossing en rente hypotheek), alsmede op de samenstel-
ling en ‘den aard van het gezin. Verder wordt aan-
dacht geschonken aan het ‘door den aanvrager en zijn
gezin verdiende loon.
Er
zijn
enkele ‘algemeene voorschriften, waar-
mede ‘bij ‘de ‘beoor-deelin.g van plaatsing ‘door de in-
spectie, rekenin’g wordt gehouden. Zoo mag een aan-
vrager, die na 1 Januari 1933 tij’dens zijne werkloos-
‘hei’d is gehuwd, niet tewerkgestel’d worden, alvorens
‘hij ‘drie maanden in het vrije
bedrijf
heeft gewerkt.
Ook als hij, gehuwd zijnde, den 23-jarigen leeftijd nog
niet heeft bereikt, mag hij niet geplaatst worden.
Bona-fide •kostgangers mogen geplaatst worden en
wel 3 weken van ‘de 5.
De tewerkgestelden mogen ni het
beëindigen
van
:hun 65ste levensjaar, niet meer geplaatst blijven.
De aanvrage tot plaatsing zenden B. en W. door
aan ‘den betrokken inspecteur, ‘die namens den Mi-
nister ‘van Sociale Zaken op het verzoek beslist en
aangeeft, of ‘aanvrager onon’derbroken, 2, 3 of 4 dagen
per week, om de andere week – ‘dus al naar gelang
van behoefte enz. – mag worden geplaatst. Over
bijzondere gevallen, ‘beslist de Minister; eveneens in
,,’beroeps” kwesties.
* *
*
Een gemeente, welke een object van werkverschaf-
fing met Rijkssubsidie wenscht uit te voeren, zendt
een aanvrage ‘daartoe in. De inspecteur en zoo noodi’g
1)
‘Zie
ook de artikelen van den heer Meyer de Vries
over ,,Werk’verschaffing in Nederland”, ,,Ontgiuningsmaat-
schappijen en Werkverschaffing” en ,,Groote Werkver-
schaffin’gsobjecten” in E.-S.B. van 18 Juli, 25 Juli en
1 Aug. ji. (Red.).
andere instanties, onderzoeken ‘de aanvrage en de Mi-nister neemt ‘dan een beslissing.
Wordt gunstig op de aanvrage beslist, dan zegt ‘de Minister aan B. en W. een bepaald procentelijk sub-
si’die toe in de bonen, uit te betalen aan de bij het
werk te plaatsen werkloozen, alsmede eenzelfde per-
centage in de kosten ‘der ‘te plakken rentezegels, het
re’genverlet en in drie vierde ‘deel der premie, ver-
schuldigd ingevolge ‘de Ziektewet.’ Betreft ‘het een
werk uit’gaan’de van een andere corporatie dan de ge-meente (waterschap, vereeniging, particuliere ontgin-
ner, enz.), ‘dan geven Rijk en gemeente samen wat
men noemt een ,,Overheidssubsidie”, die, al naar om-
stan’digheden, wisselt van 50 pOt. tot 100 pOt. der
bonen en daarmede gelijk te ‘stellen kosten. Voor
materialen ed. wordt geen siïbsidie verleend, ook niet
aan de gemeenten. Aan ‘subsidie-toezeggingen worden in het algemeen
de volgende voorwaarden verbonden:
Alleen werklooze hoofden van ‘gezinnen en kost-
winners (één uit een gezin) en bona-fide kostgangers,
aangewezen na verkregen ‘toestemming van de betrok-
ken inspectie voor ‘de werkverschaffing, ‘mogen wor-
den tewerk gesteld.
Er moet steeds zooveel
mogelijk
in accoord worden
gewerkt, tegen een zoodanig loon, dat bij flink werken
een ook weer voor elke ‘gemeente afzonderlijk aange-
geven be’drag per uur kan worden verdiend.
Het loon in het
vrije
bedrijf wordt bij ‘de bepaling
van ‘de loonnorm -voor de werkverschaffing, steeds
n-auwkeurig nagegaan. De ‘drang om naar den arbei’d
van het Vrije bedrijf te gaan, moet blijven -dominee-ren. Het tarief bij ‘de werkverschaffin’g – de ervaring
heeft ‘geleerd, dat prestatie-arbeid bij •de ‘heterogene
samenstelling van de groepen ‘der tewerkgestelden on-
misbaar is, – wordt door de leiding steeds z66 be-
paal’d, dat een arbeider die flink aanpakt, per uur
gemiddeld ‘de norm kan ‘halen, ‘die voor ‘de desbetref-
fende gemeente ‘is ‘bepaald.
Een volgende ‘bepaling zegt, ‘dat bij verzuim wegens
regen, ‘de eerste ‘drie uren per week niet mogen wor-
den vergoed, ‘de volgen-de regenuren met 80 pOt. van
de voor elke gemeente vastgestelde loonnorm.
Met ‘de algemene contrôle op de werkverschaffing
wordt de Ned. Heide
Mij.
te Arnhem ,belast, wanneer
het -betreft een werk, -dat wordt uitgevoerd met da-
geljksche leiding van eigen personeel. Het gemeente-
bestuur, bestuur van het -waterschap, enz., dat een
werkverschaffing met subsidie heeft op’gezet, kan ech-
ter geheel naar eigen inzicht ‘de dageljksche
wijze
van
uitvoerin’g kiezen, dus ei’gen personeel, aan’bestedin’g,
Ned. Hei’de Mij., enz.
De premie, welke voor het eveneens weer voor elke
gemeente afzonderlijk vastgestelde dagboon ingevolge
de Ziektewet verschuldigd is, moet voor een vierde
deel op de arbejders worden verhaald.
Aangezien werkverschaffing hulpverleening is, wor-
den naast -het loon vergoedingen voor regenverlet, ver-
zuim op feestdagen, voor loopverlet, e.d. gegeven:
Zouden dergelijke vergoedingen niet uitgekeerd wor-
den en regende het b.v. 20 uur per week in den werk-
tijd, -dan ging •de tewerkgestel’de met slechts 30 maal
het uurloon naar huis, waardoor toch weer aanvullen-
de hulp noodig was.
* *
*
Den laatsten tijd las men nog al eens in de bladen,
dat een gemeente werkloozen wilde laten werken voor
den steun. In wezen gaat het ‘hier om niets nieuws.
Werkverschaffing is niets anders ‘dan een vorm van
steunen. Bij werken voor den steun i’s er echter een
nauw contact tusschen het s’teunbedra’g en hetgeen
voor den te verrichten arbeid wordt uitgekeerd.
Dit systeem wordt in eenigszins ‘gewijzigden vorm
al jaren bij -de werkverschaffing toegepast, door bij
den ‘duur ‘der tewerkstelling – 1, 2, 3, 4, 5 of 6
788
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September 1934
dagen per week ‘ met het behoefte-element ‘te reke-
nen.
Werken iroor den steun geeft geen besparing op uit-gaven voor materialen, noch op die voor toezicht, het-
welk sterker moet zijn dan hij gewone werkverschaf-
fing, alwaar tarief
cci.
accoordwerk, de boventoon
heeft. Besparing wordt alleen verkregen op het be-
drag, dat de gesteunde krijgt en de sociae verze-
kering, welke hier, in tegenstelling niet de werkver-
schaffing, waar er wettelijke voorschriften
zijn,
niet
van toepassing is.
De Minister van Sociale Zaken heeft enkele alge-
meene regelen voor het werken voor den steun ge-
geven.
Voor het verrichten van arbeid voor het steunbe-
drag, zoo heeft de Minister bepaald, komen uit-
sluitend zij in aanmerking, die in de goedgekeurde
steunregeling zijn opgenomen. Echter mag slechts
subsidie worden berekend voor hen, die behooren tot de groepen, waarvoor door den Minister de subsidie-
regeling is geldig verklaard. De steunregeling in vollen omvang, ook wat betreft
de contrôle-maatregelen, onder meer het stempelen,
blijft tijdens de dagen, waarop geen tegenprestatie
wordt geleverd, onverzwakt van kracht. (In Den
1-Jaag behoefde aanvankelijk tijdens de dagen dat niet
gewerkt werd, niet gestempeld te worden.)
De Minister beveelt aan, ‘het bedrag, dat aan de
hand van de steunregeling aan dë gesteun’den, die
tegenprestatie moeten leveren, wordt uitgekeerd, met
bv.
10 pCt. te verhoogen, als kleine tegemoetkoming
in de kosten van slijtage van kleeding en schoeisel en
voor de noodige voeding. Wanneer dus volgens de
steunregeling aan een gesteunde
f
8 moet worden uit-
betaald en als tegemoetkoming wordt de hiervoren be
doelde 10 pOt. extra uitgekeerd, dan wordt deze
f 8
mitsdien gebracht op
f
8.80. Daarna ‘heeft over het
alsdan verkregen totaalbedrag deeling plaats door den
deeler, welke deeler gelijk is aan het werkversehaf-
fingsloon in de ‘gemeente. Het als’dan verkregen cijfer
geeft ‘dan het aantal werkuren.
Indien het wenschelij.k is, met het oog op het toe
zicht, perioden te nemen. van volle ‘dagen, omdat an-
ders wellicht gedeelten van dagen moet worden ge-
arbeid, hetgeen, soms bezwaren met zich brengt, ‘be-
staat daartegen geen bezwaar.
Als aan het einde der week uit een opgaaf van den
ondersteunde blijkt, dat de inkomsten (uit arbei’d ver-
kregen) van zijn gezin over de afgeloopen week bv.
f
6 hoo.ge’r zijn geweest, dan over de voorafgaande
week, dan zou ‘de uitkeering over de afgeloopen week
daardoor feitelijk ‘dienen te worden verminderd met
van
f
6. Nu echter ‘de betrokkene voor den steun
heeft gewerkt, kan vermindering van den steun over
de afgeloopen week niet plaats hebben, doch wordt de
kor’ting van
f
4 toegepast op den steun van de vol-
geilde’ week, waardoor ‘de tewerkstelling in
die
week
over eeia kleiner aantal uren plaats heeft.
Zijn de inkomsten van het gezin in de week van te-
werkstelling echter
gedaald,
dan kan naar evenredig-
heid en in ovéreenstemming met de bepalingen der
steunregeling, over ‘de loop’ende week, de steun wor-
den verhoogd.
De werken, welke als werkverschaffingsohjecten
voor de gesteunden zullen worden aangewezen, moe-
ten vooraf ‘door den, Minister van Sociale Zaken wor-
den goedgekeurd. Objecten’ waarvoor, als zijnde nor-male onderhoudswerken, gelden op de hegrooting der gemeente zijn uitgetrokken en welke derhalve als g-
wone “door de gemeente uit te voeren werkzaamheden
moeten worden beschouwd, komen niet in aanmerking
om onder de hierbedoelde regeling te vallen.
MEYER DE VRJE5.
DE TARWECONFERENTIE EN DE GRAANMARKT.
Toen ‘in het vorige jaar, ‘bij het begin van het
nieuwe seizoen; ‘bleek dat de tarwe-oogst in Europa
buitengewoon ‘groot was en van vorige ‘oogsten nog
belangrijke voorraden in overzeesche landen onver-kocht waren, hebben vertegenwoordigers van tarwe
uitvoerende landen te Londen vergaderd oni plannen
uit te werken, welke ten doel hadden een verdere
prjsda]iing te voorkomen en het aanbod zoo te rege-
len, ‘da’t het ‘in overeenstemming zou zijn’ met de be-
hoefte in invoerende landen. Die behoefte werd ge-
‘schat en er werd overeengekomen, dat de tarwe uit-
voerende landen een voor elk hunner vastgestelde
‘hoeveelheid zouden mogen uitvoeren. In die hoeveel-
heden is in den loop van het seizoen 1933/’34 eenige
verandering gekomen, doordat bij voorbeeld Hongarije een ‘gedeelte overnam van de aan Roemenië toegewe-
zen hoeveelheid toen bleek, dat Roemenië minder uit
te voeren had dan toegestaan en Hongarije meer.
Argentinië heeft zich per slot van rekening niet aan
‘de afspraak ‘gëh’ouden, omdat de opbrengst van zijn
tarwe-oogst, die in December en Januari ‘binnenge-
haald werd, veel grooter bleek te zijn ‘dan waarop ter tarweconferentie in den zomer was gerekend. Onder-
handelingen met andere exportiandén over vergroo-
ting van het door Argentinië in het seizoen 1933/34
ui’t te voeren kwantum hebben geen resultaat opge-
leverd en dus heeft Argentinië zich ‘beroepen op ce
noodzakelijkheid, waarin het verkeerde de afgespro-
ken hoeveelheid te overschrijden en is het voortge-
gaan in ruime mate tarwe uit te voeren toen die
hoeveelheid v66r het einde van het seizoen was ‘be-
reikt.
‘De Tarweconferentie ‘heeft de noodzakelijkheid
bepleit den uitzaai van tarwe te beperken. Dit is ook
werkelijk geschied, doch niet overal als gevolg van
den wensch •der tarweconferentie. Wel in de Ver-
eenigde Staten, welke ook de voorstellers waren van
het beperkingsplan ter conferentie. De regeering der
Vereenigde Staten heeft geldelij ken steun vereend aan
de ‘boeren, die minder uitzaaiden, en ‘heeft daarmede
succes gehad, hoewel de beperking niet werd bereikt,
welke men zich had voorgesteld. In Canada en in
Argentinië is ook minder tarwe uitgezaaid, doch niet
als ‘gevolg van regeeringsmaatregelen. In Australië
vond eveneens vermindering van den uitzaai plaats.
Daar was dat een gevolg van de lage tarweprijzen
en een aanmerkelijke verbetering der wolmarkt, welke
vele landbouwers ertoe ‘bracht zich dit jaar liever op
de schapenteelt toe te leggen ten koste van den ver-
bouw van tarwe.
Op de Tarweconferentie is ook een regeling voor-
gesteld tot het vaststellen van minimumprijzen vol-
gens een voor de verschillende soorten vast te stel-
len schaal. Dit plan is afgestuit op dèn onwiI van
Argentinië, dat nog veel tarwe te verkoopan had en
zich de pogingen in die richting voor oogen hield
van den Farmho’ard in ,de Vereenigde Staten en de
Tarwepool in Canada, welke pogingen op een totale
mislukking waren uitgeloopen. Bij ‘het begin van het
nu aangevangen seizoen is de Tarweconferentie weder
bijeengekomen om nader overleg te plegen over de
nu te volgen taktiek en aan de regeeringen der be-
langhebbende ui’tvoerlanden voorstellen te doen. Tot
een positief resultaat is men na verscheiden ‘bijeen-
komsten niet’geraakt en ‘de conferentie bepaalde zich
er toe te wijzen op de wenschelijkheid de overeen-komst der uitvoerlanden tot 31 Juli 1937 te verlen-
gen, de pogingen voort te zetten de productie ‘in over-
eenstemming te hrenn met de behoefte ‘en daar-
door de oude voorraden te likwideeren. Verder wor-
den nog eenige regelen van technischen aard in over-
weging gegeven. Aan de regeeringen wordt verzocht
instructies te ‘geven aan hare vertegenwoordigers, op-
dat een definitieve afspraak gemaakt zal kunnen wor-
den’in de volgende bijeenkomst der Tarweconferentie,
welke in het najaar gehouden zal worden.
5 September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
789
In Engeland heeft steeds oppositie bestaan tegen
de afspraken •der uitvoerlanden en vooral tegen het
plan van minimumprijzen was men sterk gekant. Al-
gemeen is men er nu verheugd over het niet berei-
ken in dit jaar van tastbare resultaten door de
Tarweconferentie, en in andere landen wordt die
meening veelal gedeeld. In het vorige jaar, toen de afspraken ‘over de uit te voeren hoeveelheden gol-
den, hebben deze voor zoover na te gaan is, weinig
invloed op den prijzenloop gehad. Toen het aanbod
van buitenlandsche tarwe op de West-Europeesche
markten zeer dringend was, zijn de prijzen sterk ge-
daald. Dit was mede een gevolg van de compensatie-
zaken, welke vooral in Hongaarsche. tarwe gedaan
werden en van het aanbod van Duitsche en Fransche
tarwe in omliggende landen. Toen in dit voorjaar
het aanbod verminderde, stegen de prijzen weder. Of
zonder de afspraken der Tarweconferentie een nog
lager peil zou zijn bereikt, is natuurlijk
moeilijk
na
te gaan, doch haast niet aan te nemen gezien de on-
gekend lage prijzen in het vorige najaar en de eerste
maanden van dit jaar.
* *
*
Aan het begin van ‘het nieuwe seizoen is de toe-stand op de graanmarkt een geheel andere dan een jaar geleden, toen de groote oogst in Europa en de oude voorraden in overzeesche ui’tvoerlanden een
druk op de markt vormden en een aanbod van tarwe
deden ontstaan, dat importeerende landen niet konden
opnemen. Nu zijn de resultaten van den nieuwen
oogst bijna overal teleurstellend geweest en de op-
brengsten aanmerkelijk kleiner dan verleden jaar.
In Europa buiten Ruland wordt de opbrengst
30 t 35 millioen quarters kleiner geschat, en volgens
sommigen nog meer. Uit Hongarije is dit jaar op de
West-Europeesche markt geen, aanbod van beteekenis
te verwachten.
VTe1
is er een overschot en nog een
voorraad van het vorige jaar aanwezig, doch hetgeen
1-longarije voor uitvoer kan missen zal in omliggénde
landen plaatsing vinden. Voor Zu’id-Slavië wordt
ook gerekend op een beperkt uitvoersurplus, dat niet
aan de West-Europeesche markt zal worden aange-boden. Roemenië komt als exporteur van tarwe van
eerlige beteekenis dit jaar niet in aanmerking. Uit
Rusland komen slechts vage berichten, doch uit het-
geen wordt vernomen mag worden, afgeleid, dat ook
in Rusland de resultaten dit jaar niet best zijn. Van
aanbiedingen, die de markt zouden kunnen dru’kken is
dan ook niets te merken. Duitschland, ‘dat het vorige
jaar een groote oogst had en geregeld tarwe uitvoer-
de, heeft dit jaar onvoldoende geoogst voor de eigen
behoefte en moet importeeren. Frankrijk heeft van
dan vorigen oogst nog groote voorraden onverkocht.
i-Ioewel dit jaar de opbrengst kleiner is, bestaat er
door die oude voorraden een overschot, dat men tracht
op te ruimen door verlaging van het uitmalingsper-
centa’ge, gebruik van tarwe na denatureering als vee-
voeder en door uitvoer met regeerin.gssteun. Aan-
biedingen werden geplaatst in Engeland en Duitsch-
land en ook werd verkocht naar Cochinchina. In
Italië is geen officiëele raming van den oogst bekend
gemaakt. Het is wel zeker, dat de op’brengst kleiner
is dan in het vorige jaar en dat ‘buitenlandsche tarwe
zal moeten worden ingevoerd.
Tat
de invoerbehuef te in het Verre Oosten betreft,
is vooral de toestand in China en Japan van groote
beteekeni’s. De opbrengst van den tarwe-oogst wordt
voor dit jaar grooter geschat dan in het vorige
jaar, doch de rijsloogst is slecht vooral in China en
wordt onvoldoende geacht om ‘de behoefte te dek-
ken, waarom een .grootere invoer van tarwe waar-
schijnlijk is. De behoefte aan bu’itenlandsche tarwe
in invoerende landen wordt dit seizoen door de
Tarweconferentie geschat op 75 millioen quarters
tegen de totale wereldverschepingen in het v’orige
eizoen van
85.420.000
quarters.
In de overzeesche uitvoerlanden van het Noorde-
lijk ‘halfrond heeft ‘de tarwe dit jaar zeer van droog-
te te lijden gehad. In de Vereeni’gde Staten bedroeg
de laatste officiëele raming van de opbrengst op
1 Augustus 491.500.000 bushels. Van oude oogsten is
nog een voorraad over van 293.000.000 bushels, zoo-
dat er in totaal 784 millioen bu’shels aanwezig zullen
zijn. Daarvan zijn 625 niillioen bushels voor eigen
gebruik noodig, terwijl aan het einde van het seizoen
een reserve voorraad zal moeten overblijven van 80
millioen busheils. Indien de oogst zoo uitvalt als ge-
schat, ‘blijft ‘dus een theoretisch overschot van 79
millioen bushels, doch daar in de bovenstaande cijfers
niets i’s gerekend voor voederdoeleinden zal dit over-
schot waarschijnlijk n’iet worden uitgevoerd. Ook
verwacht men nu een kleinere opbrengst dan de ge-
schatte.
Voor Canada was de laatste schatting van de,
tarwe-opbrengst 265 millioen ‘bushels, waarbij 203 millioen komen aan oude voorraden. Van het totaal
van 468 mi’llioen zijn voor eigen gebruik 110 millioen
noodig en voor voorraden aan het einde van het sei-zoen 40 ‘millioen, zoodat dus Canada een overschot
zou hebben van 318 mill’ioen bushels of circa 40 mil-
lioen quarters. Dit i’s een zeer groote hoeveelheid, doch
gezien de slechte vooruitzichten van voergranen in
Canada is het twijfelachtig, of zij in haar geheel voor
export aan de markt zal komen. In Argentinië schijnt
de vorige oogst onderschat ‘te zijn geweest en zijn nog
belangrijke hoeveelheden voor uitvoer ‘beschikbaar,
welke einde Augustus op ruim 9 m’iilioen quarters
werden geschat. Over ‘den in December/Januari b’in-
nenkomen:den nieuwen oogst valt nog weinig met
zekerheid te ‘zeggen. De bebouwde oppervlakte is naar
men meent met 10 pCt. in’gkrompen. De vooruitzich-ten lijken op het oogen’blik gunstig. Voor het seizoen
1934/’35, waarbij natuurlijk de nieuwe oogst een
groote rol speelt, lijkt het nu, dat Argentinië over
voldoende tarwe zal besch’ikken om in ruime mate te
verschepen. In Australië heeft tarwe eveneens door
droogte geleden, terwijl •de ‘bebouwde oppervlakte is
verminderd. De opbrengst wordt geschat op 120 tot
140 millioen bushels tegen 175 millioen in het vorige
jaar. Hiervan zullen naar sch.atting 9 millioen á 10
miljoen quarters voor uitvoer beschikbaar zijn.
Het voorgaande geeft tot conclusie, dat er in het nu
aangevangen seizoen 1934/’35 ruim voldoende tarwe in
exportlanden ‘aanwezig zal zijn om de behoeften te
dekken. Echter zullen de groote voorraden, welke zoo
lang de wereldmarkt hebben gedrukt, aanzienlijk ver-
minderen en in verband daarmede zijn in den loop
der laatste maanden de prj’zen aanmerkelijk gestegen
al naar mate de oogstberichten en de schattingen in
verschillende landen slechter werden en ‘de verwach-
ting van afnemende oude voorraden ‘meer zekerheid
werd. Wel is weder eene inzinking der prijzen ge-
volgd, toen de oogsten werden ‘binnengehaald met als
gevolg daarvan grooter, aanbod, doch het heeft er
allen schijn van, dat deze ‘inzinking slechts tijdelijk is.
Bij ‘de beoordeeling van de tarwemarkt ‘dient ook
rekening gehouden te worden met rogge en voer-
granen. De oogst van rogge is in Europa en in
Noord-Amerika slecht uitgevallen. In Du’i’tschland, dat in ‘het vorige jaar rogge in groote hoeveelheden
uitvoerde en waar veel rogge voor veevoeder werd
gebruikt, is dit jaar het gebruik van rogge voor vee-
voeder verboden en is van ditvoeren geen sprake. In-
tegendeel, Duitschland heeft reeds rogge gekocht in Polen, dat een uitvoersurplus heeft van 100.000 ton.
D’it i’s geen groote hoeveelheid, wanneer men bedenkt,
dat de Nederlandsche regeering in het ‘vorige jaar
van Duitsohland 130.000 tons rogge kocht in com-
pensatie. Ook de Vereenigde Staten zijn koopers van
Poolsche rogge en kochten reeds eenige ladingen. Uit
Hongarije en ‘de Donaulanden zijn geen aan’biedingen
van belang te verwachten en het schijnt, dat ook de Russische oogst dit jaar ‘klein is. Canada en Argen
790
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September 1934′
tinië verkoopen rogge naar de Vereenigde Staten.
Argentinië ook naar Europa. De prijzen voor rogge zijn sterk gestegen, doch op het oogenblik staan zij
onder den druk vai aanvoeren van den eigen nieu-
wen oogst in Europeesche landen.
Doordat rogge niet als veevoeder zal worden ge-
bruikt, zal de vraag naar andere voederartikelen ver.-
meerderen, en daarvan zijn de oogstresultateu ook al
verre van gunstig. Vooral in Noord-Amerika is dat
het geval tengevolge van •droogte. In de Vereenigde
Staten is men er toe overgegaan het invoerrecht op
voergranen en hooi uit Canada tijdelijk op te heffen
en heeft men verscheiden inkoopen in Canada gedaan.
Ook kochten de Vereenigde Staten Argentijusche
‘haver en gerst, verder werd
•
een aankoop van Per-
‘zische gerst gemeld. Platamaïs werd door de Ver-
eenigde Staten gekocht met •de optie van Europeesche
destinatie; deze inikoopen dragen dus voorloopig een specu’latief karakter. Duitschland is sterk kooper van
‘gerst en verscheiden zaken kwamen daarin tot stand
met Roemenië en Rusland op compensatie basis. Ook
kocht Duitschiand Marokkogerst. Tengevolge van deze
Duitsche aankoopen wordt hier geen Roemeensche en Russische gerst aangeboden. Bovendien worden
verkooperi naar Nederland door de Balkanlanden he-
moe’ilijkt door het voorschrift der Nederlandsche
regeering, dat deze zaken in compensatie moeten ge-
schieden met aankoopen van Nederlandsche produc-
ten. De Balkanlanden zijn hiertoe slechts ‘bij uitzon-
dering te bewegen. Ook met andere landen wordt men
op ‘den Balkan minder geneigd de zaken te doen in
compensatie. Nederland is voor de voorziening in de
behoefte aan buitenlandsche gerst hoofdzakelijk aan-
gewezen op Argentinië. Het aanbod is matig en de
prijzen zijn sterk gestegen. Ook voor gerst geldt op
het oogenbli’k, dat, aanbod van ‘binnenlandsche gerst de
markt drukt.
Maïs wordt hier vrijwel uitsluitend uit Argen-
tinië aangevoerd. Ook voor dit artikel zijn de prijzen
belangrijk gestegen, al veroorzaakten in de laatste
weken groote aankomsten’ en verminderde vraag in
het ‘binnenland prijsverlaging. Het nog voor uitvoer
in Argentinië ‘beschikbare surplus wordt op 10.800.000
quarters geschat, waarvan verscheept moet worden
tot het volgende jaar April wanneer de nieuwe oogst
ter verlading komt. De verschepingen hebben gedu-rende de eerste maanden van dit maïsseizoen, vanaf
1 April 12.050.000 quarters bedragen. Hieruit zou
volgen, dat Argentinië niet za1 kunnen volhouden tot
het einde van het seizoen maïs te verschepen in de-
zelfde hoeveelheden als tot nu toe het geval was. Men
voorziet .dan ook in de latere maanden afneming ‘dier
verschepingen. Dan zullen de Balkanlanden als ex-
porteurs van mais op den voorgrond treden. De oogst-
vooruitzichten zijn er goed, doch eene schatting van
een vermoedelijk uitvoersurplus is nog niet’ te maken.
Er bestaat vraag voor Donaumaïs ‘in Duitschland en
verschillende zaken zijn daarin tot stand gekomen.
Wegens de compensatieverplichting kan deze maïs
‘door Nederlandsche importeurs slechts in kleine hoe-
veelheden gekocht worden. In Engeland, waar men
in de laatste maanden van dit jaar en de eerste van
het volgende jaar vreest voor een tekort aan voer-
granen,. worden geregeld contracten in Donaumaïs af-
gesloten.
In ver’band met den toestand op de markt voor
voergranen dient ook nog gewezen te worden op het
groote tekort aan hooi in de Vereenigde Staten en
van hooi en aardappelen in Duitschland. Onlangs
werd het tekort aan aardappelen in Duitschiand ge-
schat op 8 i 10 millioen ton en een vermindering van
de hooi-opbrengst verwacht van omstreeeks 14 mii-
lioen ton. In Canada moet de opbrengst van hooi
6 millioen ton kleiner zijn dan een gemiddelden oogst.
A. P.
SCHIUTHUIS.
DE DOLLARCLAUSULE VAN DE LEENING VAN DE
VEREINIGTE STAHLWERKE.
De depreciatie van den Dollar ‘héeft een sterke uit-
werking op het ‘gebied der internationale leeningen
gehad. Want in vele landen werden leenin’gen met de Dollarclausule afgesloten, ‘omdat men meende,
daardoor ‘de waaidevast’heid der leening te kuiinen
waarborgen.
In D uitsehlan’d heeft de ‘door de
Vereinigte’ Sthl-
werke
opgenomen leening de aandacht getrokken.
Tusschen de crediteure’:i en le directie was een strijd
ontbrand over de vraag, of de Dollarclausule
der
Serie B
van de
Rijksmarkob’ligaties
op te vatten was
in den zin, zooal’s ,de directie meende, dat nl. de rente-
betaling volgens den huidigen Dollarkoers, of zooals
de crediteuren meenden, in Rijksmark, moest plaats
vinden.
Deze vraag is niet alleen juridisch, doch ook econo-
misch van groote ‘beteekenis. Want de totale emissie
van R.M. 126 inillioen was op de balans van 30 Sept. 1931 nog voor het vollé bedrag geboekt. Vanaf 1 Juli
1932 zijn Je aflossingen begonnen, waardoor de lee-
ning tot nu toe in totaal met R.M. 7 mi’llioen vermin-
derd werd. Voor 200verre geen, buiten het aflossings-
plan voorziene teru’gkoopen plaats gehad hebben, ‘blij-
ven er dus ongeveer R.M. 120 millioen in omloop,
welke een rente van 6 (vroeger’ 7) pCt. geven. In-
dien men de rente volgens de opvatting van ‘de credi-
teuren berekent, bedraagt ‘de jaarlijksehe rentesom ca. R.M. 7 millioen. Staat men echter op het stand-
punt der ‘directie, dan zijn voor rentehetaling, op
‘basis van ‘den tegenwoordigen Dollarkoers, slechts iets
meer dan R.M. 4 millioen benoodigd. Het ‘grootste
gedeelte der leening bevindt zich in Duitsche handen.
Er werden echterook R.M. 16 millioen in Nederland,
R.M. 15 millioen in Zwitserland en R.M. 5 millioen
in Zweden uitegeven.
De Duitsche rechtbanken zijn in verscheiden pro-cessen met de’ vraag over de uitlegging van de Dol-
larelausule van de Stahiverein bezig geweest. Het ,,Landgericht”
in
Keulen
‘had op een aan-
klacht van den advocaat Weber tegen de ‘directie der
,Vereinigte Stahlwerke” beslist, ‘dat rente en aflos-
singen niet in Rijksrnark, maar volgens den Berlijn-sdhen koers voor papieren Dollars voldaan moesten
worden. Het ,,Landgericht” had het standpunt inge-
nomen, ‘dat het bij de emissie om een bedekte Dol-
larleening te doen •was. De crediteuren hadden zich
volgens het ,,Lan’d’gericht” vergist, ‘door te meenen,
dat ‘door de clausule ,,1 R.M. = 10/42 $”, alleen de
crediteur tegen nadeelen verzekerd zou worden. Deze
vergissing lag weliswaar in de tijdsomstandi’gheden
opgesloten, was echter juridisch onbelangrijk. Dat
niet ‘de Gouddollar, doch de wisselkoersdo’llar be-
doeld was, volgde uit ‘de bepaling, dat de omreke-
ning tegen den koers van de Beriijnsche beurs moest
plaats vinden.
Tegen ‘dit vonnis was ‘de in het ongelijk gestelde
aanklager hij het ,,Oberla.ndes gericht”
in Keulen in
hooger beroep gegaan, dat nu definitief volgens de
opvattiiig van ‘den’ aanklagen,den crediteur vonnis ge-
wezen heeft tegen de directie der Sta’hlwerke. Het
,,Oberiandesgericht” te Keulen heeft zich niet op het
standpunt ‘geplaatst, dat ‘degene, die zich op valuta-
clausules verlaat, ook ‘de eventueele nadeelen – zoo-
als nu de ,Doilardepreeiatie – te dragen heeft, zelfs indien deze volkomen onvoorzien en buiten iedere
overweging gestaan heeft.
Het is ‘er van uitgegaan, dat de deelnemers een
gou’dleenin’g’ wilden scheppen, welke op Rijksmark
luidt en door de ‘clausule, slechts een additionee’le
zekerheid voor een vaste gou’dwaarde verkrijgen zou.
Dat gel’dgeer en geldnemer – zoo wordt in de mo-
tiveering gezegd
-t
de waarde der schuld, naast het
genoemde Rijksmarkbedrag aan een vreem’de valuta
gekoppeld hebben, vindt zijn ôorsprong in de toen-
mali’ge tijdsomstandigheden, toen de ‘goudzekerhei’d
5 September 1934
ECONOMISCH.:STATISTISCHE BERICHTEN
791
van den Dollar van ‘zelf sprak en niemand eraan
dacht dan Dollar nog bovendien met zijn goudgehalte
in verband te brengen.
Het koppelen van een Rijksmarkleening aan den
Dollar beteekende daarom hetzelfde als een Goud-
markleening. De deelnemers hadden feitelijk een
goudieening willen scheppen. In werkelijkheid zou niet in Dollars, doch in Rijksmark betaald worden..
Want Serie B luidt niet, als de series A en 0 op Dol-
lars, doch op Duitsohe valuta. Door de valuta-tech-
nische maatregelen van Amerika was de goudclausule
der series A en 0 vervallen, de juridische positie
der serie B heeft zich daardoor echter in geen enkele
wijze veranderd, ‘daar voor deze serie het Duitsche
recht toonaangevend is.
Daar serie B tezamen met de overige series als een
leening en de daarop berustende verdra’gsbepalin.geu
als één geheel volgens contractueele overeenkomst zou
gelden, kon er geen twijfel aan bestaan, dat bij een
volledig vergelijk de Sta’hlwerke ten opzichte van de
totale leening altijd nog in belangrijke mate de voor-
deelen der Dollardevaluatie zouden genieten. Het is
clan ook niet meer dan billijk, indien Zij ertoe ver-
plicht werden de schuldbetalingen van serie B ten
volle te voldoen.
Terwijl het vonnis van het Oberlandesgericht Keu-
len rechtskracht •bezit en verder onaantastbaar i, is
een vonnis van het Oberlandesgericht Düsseldorf, dat
in ecu proces van de
n
Vereinigung Berliner Privat-
bankiers” tegen de Vereinigte Stahlwerke geveld
werd, met betrekking tot de hoogte van het hèdrag
van het geschil vatbaar voor revisie, zoodat ermee
gerekend kan worden, dat het Richsgericht tenslotte
eens tegenover dit vraagstuk zijn standpunt te ken-
nen zal geven.
Het Oberlandesgericht te Düsseldorf had over de
aanvrage voor hooger beroep van de Stahlwerke in-
zake een vonnis van het Landesgericht Düsseldorf te beslissen. Het Oberlandesgericht heeft dit vonnis be-
vestigd. In de motiveering wordt gezegd, dat het naar
Duitsch recht om op order gestelde verplichtingsbe-
wij’zen •gaat. Men kan niet aannemen, dat de partijen
in plaats van het in de landen van uitgifte algemeen
gebruikelijk begrip van Rijksmark als rekenin’gseen-heid van het Duitsche gel’dwezen, en willekeurig ge
kozen rekeningseenheid bepaald zouden hebben. De
Dollar, van wiens koerswaarde de inhoud’ van de ver-
plichtingen algemeen of on’der voorwaarde afhanke
lijk werd gemaakt, was
niet de wisselkoersdollar,
doch de
gouddollar.
Het standpunt van de Oberlandesgerichte te Keu-
len en te Düsseldorf kwam ook in een beslissing van
het Landgericht Essen tot uiting. Het ging in dit
proces over de uitlegging van de Dollarclausule van
de zuiver Amerikaansche tranches A en 0 van de-
zelfde leening der Stahlwerke. Hier heeft hét Land-
gericht ten gunste van de Ver. Stahlverke beslist.
Hoe noodig
het
is, ‘dat het Reichsgericht haar
standpunt in het vraagstuk van de Dollarclauulë be-
paalt, toont het feit, dat na pubFicatie van het von-
nis van het Laudgericht te Keulen, dat ten gunste
van de Stahlweike beslist had, een voortdurende
icoersdaling, niet slechts van de leening van ‘de Ver-
einigte Stahiwerke, doch ook van andere leeningén
met Dollarclausule te bespeuren was. Daarentegen
had het Düiseidorfer vonnis een gunstige uitwerking
op het koerspeil.
Deze onzekerheid op de obli’gati,emarkt zal eerst
verdwijnen, wanneer het Reichsgericht ‘door de revi-
sie van de Vereinigte Stahlwerke tegen het vonnis
van het Oberlandesgericht te Düsseldorf gelegenheid
krijgt het vraagstuk van •de uitlegging van de Dol-
larclausule principiëel op te lossen.
DR. R. LEVY.
DE INDISCHE MIDDELEN OVER MEI 1934.
Algemeen.
In de maand Mei bedroeg de opbrengst der Lands-
middelen in totaal
f
34.5 millioen tegenover
f
31.6
millioen in dezelfde maand van het vorige jaar. Hier-‘door bleef de totaalmiddelenopbrengst
(f
153.4 mil-
l’ioen) boven die van dezelfde periode van 1933
(f
148.3 millioen).
De opbrengst der verschillende hoofdgroepen van
middelen in vergelijking met de ramingen, bedroeg in
millioenen Guldens:
1/12
5/12
ram.
Mei
ram. Eerste
5
mmi van
Groep
1934 1934 1933 1932 1931 1933 1934 1933 1932 1931
Belasting.
20.3 19.3 17.2 16.3 17.1 101.7 80.3 77.5 79.5 88.2
Monopol.
3.6 3.6 3.8 4.3 6.6 17.9 16.4 17.6 21.7 27.3
Producten
3.- 4.1 2.6 2.5 4.8 15._ 16.6 10.9 11.8 22.2
Bedrijven
6.5 5.4 5.9 6.7 7.6 32.4 28.9 31.3 38.3 42.9
Div. middel.
2.8 2.1 2.1 2.4 2.9 13.8 11.2 11._ 13.1 15.2
Totaal..
36.2 34.5 31.6 32.2 39.- 1,80.8 153.4 148.3 164.3 195.9
A.
Niet-kohierbelastingen.
Opbrengst in millioenen guldens
Mei –
Eerste
5
maanden
1934
1933
1934
1933
1932
Totaal……
10.1
8.0
-43.5
41.0
39.5
De mèerdere opbrengst van deze belastinggroep
erd efooi-zaaIct door den nieuwen suikeraccijns en
de verhooging van de invoèrrechten.
B..
Kohierbelastingen.
De ‘voornaamste kohier’belastingen brachten ‘in de
versla-g.maând evenveeft op als in•1933, nl.
f 7.7
mil-
lioen.. Dü totale dpbrengst overde eerste vijf maanden
bedrog f.0.2′ mïllioen ineer dan in de overeenkom-
stige periode van het vorig jaar.
Een meel-dere opbrengst laten de inkomstenbelas-
ting en de lnie:ijice inkomsten zkn. Deze verbete-
ring ‘moet La.v. de landreute worden toegeschreven
aan den snellereq aanslag in de ceiste vier maanden.
Voor ‘de inkomstenbelastiing bedroeg de netto aanslag
van het belastingjaar 1934 in ‘de eerste vijf maanden
f
30.9 millioen tegenover
f
26.1 miil.ioen in dezelfde
periode van 1933 als gevolg van den ook hier veel snel-
leren aanslag in chmbinatie met de verhooging van
‘le ‘tarieven.
Opbrengst in, miii. guldens
Omschrijving
Mei
Eerste
5
mnd. van 1934
1933
1932 1934
1933 1932
Personeele belasting.
0.26
0.31
0.35
1.2
1.3
1._
Ink.bel.encrisisheffing
3.3
2.8 3.8
13.3 12.1
16._
Vennootschapsbelast
1.1
2.4 0.4
5.1
6.2
3._
Verponding
……..
.0.7
0.2 0.2
3.5
3.5
4._
Landelijke inkomsten
2.2
1.8
2.1
6.9
6.4
6._
Vermogensbelasting.
0.1
0.14
–
0.4
0.7
–
Totaal.
..
. 7.7
7.7
6.9
30.4 30.2 32._
De
overige belastingen
brachten zopwel •in als tot
en met de verslagmaand evenveel op als in de over-
eenkomstige perioden van 1933
til.
resp.
f
1.5 mil-
lioen en
f
6.4 millioen.
Op de
motorvoertuigenbelasting Java en Madoera
werd in de verslagmaand door alle -provincies gestort.
Bij de totaal-opbrengst ad ruim
f
0.6 millioen dient
in aanmerking te worden genomen, dat daar onder.
een storting van 1 341 ton verschuldigde belasting over
1933 is begrepen van de provincie Oost-Java.
Monopolies.
De ontvangsten van de
mon.opolies
bleven in de
verslagmaand wederom bij die van Mei 1933
(f 0.2
millioen) ten achter. De totaalopbrengst in de eerste
vijf maanden vah 1934 was
f 1.2 millioen minder dan
over dezelfde periode van 1933.
5/12
In millioenen guldens
Omschrijving
rarning
Opbrengst eerste
5
mnd.
1934
1934
1933
1932
Opium ……….
5.-
4.6
5.3
7.8
Pandhuizen ……
5.8
4.5
5.8
8.0
Zout …………
7.1
7.3
6.5
5.9
‘Totaal ..
17.9
16.4
17.6
21.7
792
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September 1934
Product e’is.
De exploitatie-ontvangsten van de
producten
be-
droegen •in Mei
1934
f4.-
miljoen tegen
f
2.6
mii-
lioen over dezelfde maand in
1933
of
f
1.4
millioen
meer. De totaal-opbrengst was in de eerste vijf maan-
den van
1934
f
5.6
millioen hooger dan in dezdlfde
periode van
1933.
Dit verschil wordt voor
f
5.3
mii-
lioen veroorzaakt door de Bankatinwinning.
Diverse middelen.
De opbrengst van deze groep was in de eerste vijf
maanden van
1934
f
0.3
miljoen hoöger dan in de
overeenkomstige. periode van
1933.
• Op
afstaiid an grond
en
irllerlei
werd onderschei-
denlijk
f
0.6
en
j
0.4
millioen meer ontvangen dan in –
dezelfde periode van
1933.
Daartegenover staat echter
een mindere opbrengst aan ontvangsten weeskamers,
gevangeniswezen, af koop heerendiensten en school-‘
gelden
ten bedrage van resp.
f
0.,
f
0.3,
f
0.3
en•
f 0.2
millioen.
Het algemeen verloop der landsmiddeleri in het
loopende jaar in vergelijking met de vier vooraf-
gaande jaren moge blijken uit het volgende overzicht:
Opbrengst in millioenen guldens
Maand
per maand
t/mrnaand
1930 1931 1932 1933 1934 1930 1931 1932 1933 1934
Jan. 53.5 45.5 37.2 32.1 35.- 53.5 45.5 37.2 32.1 35._
Febr. 42.2 35.9 31.3 26.3 25.3 95.7 81.4 68.5 58.4 60.3
Maart 43.7 36.9 32._ 30._ 28.7 139.4 118.3 100.5 88.5 89._
April 45._ 38.6 31.7 28.2 29.9 184.3 156.9 132.2 116.7 118.9
Mei .’ 52.3 39…. 32.1 31:6 34.5 236.6 195.9 164.3 148.3 153.4
Juni 50.4 45.2 35.2 32.6
287.1 241.1 199.5 180.8
Juli . 65.4 48.7 39.6 37.8
352.4 289.7 239.1 218.6
Aug. 52.5 46.3 38.8 31.9
404.9 336._ 278._ 250.5
Sept. 59.3 46.1 38.8 33.7 .
464.3 382._ 316.8 284.2
Oct.
57.2 41.7 35.4 34.4
521.5 423.7 352.2 318.6
Nov.. 46.9 44.3 30.5 33.1
568.4 468._ 382.7 351.7
Dec.. 63.1 48.1 .37.2 33.4
. 831.5 516.1 419.9 385.1
Stand begrootingsrekeningen der voornaamste kohier-
belastingen.
Dienstj.’34 Dienstj.’34 Dienstj.’33
Omschrijving
Mei 1934 eerste 5 mnd. eerste 5 mnd.
Personeele belasting.. . 221
2.560
3.010
Ink.bel. en crisisheffing 3.627
31.638
26.744
Vennootschapsbelast
66
. 4.839
7.059
Verponding …….. -366
6.892
5.414
Landrente Java en
Madôera ……..
1.232
23.936
23.326
Totaal…
4.780
69.865
65.553
Dienstj.’33 Dienstj.’33 Dienstj.’32
Omschrijving
Mei 1934 eerste 17 mncl. eerste 17 mnd
Personeele belasting. .
4
3.869
5.037
Inkomstenbelasting en
Crisisheffin ……
Vennootschapsbelast.
Verponding ……..
Landrente J. en M.
Totaal……
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
AUSTRALJÉ EN LANCASHIRE.
Prof. Dr. P. Geyl te Londen schrijft ons: De overeenkomst van Ottawa is nu twee jaar oud.
Men kan niet zeggen, dat zij •die geweldige gevolgen
–
voor de economische structuur van het Britsche Rijk
gehad heeft, die de voorstanders ervan voorspelden.
De Dominions hebben hun industriëele ambities niet
opgegeven; daarentegen heeft Engeland, onder
–
de
vastberaden leiding van minister Elliot, een- politiek
van bescherming en zelfs ontwikkeling van den eigen
landbouw ingezet, waarvan waarlijk niet alleen Ne-
derlanders en Denen het slachtoffer zijn. ,,Eiland-
protectionisnie” beschrijft de jongste ontwikkeling in Engeland veel beter dan ,,Rijksprotectionisme”.
Toch zou het ook onjuist zijn te meenen; dat Otta-
wa niets uitgericht heeft. Het heeft sterk preventief
gewerkt. ,,Rij ks-vrijhandel” is even ver als het ooit
geweest is, maar de commerciëele betrekkingen tus-
schen Engeland en de Dominios en de Dominions
onderling zijn toch bewaard gebleven, voor de onbe-
perkte belemmering, waaraan de protectionistische
manie, -die over de wereld vaart en die in de Britsche Dominions zoo sterk is als ergens, ze anders zou heb-
ben blootgesteld. De statistieken wijzen dan •ook uit,
dat En-gelands handel met de Dominions zich beter
gehandhaafd heeft dan die met de meeste andere lan-
den, ja er valt zoowaar vooruitgang te ‘boeken, – geen
klein.igheid in dezen tijd: Engelands uitvoer naar
Australië is – in het eerste kwartaal •van dit jaar ver-
geleken met dat van
1933 £ 600.000
gestegen, toen
het dat van
1932
al met £1.000.000 overtrof; daar
heeft nu trouweds Australië’s herstel na zijn finan-
ciëele crisis veel mee te maken. En Engeland neemt
bijna tweemaal zooveel Australische boter af als v66r
een paar jaar. Ook Nieuw-Zeeland’s verbruik van
Engelsche wareii neemt toe: dat Dom-iiiion is het
bestgezinde van al, en verhoogt zijn voorkeuren voor
Engeland in zijn tariefstelsel nog.
Maar er zijn toch ook moeilijkheden en teleurstel-
lingen geweest. De politiek van Elliot heeft in de Do-
minions veel bitter commentaar uitgelokt, ofschoon
de verdediging was, da-t het er om ging -den Britschen
landboiiwer in een crisistijd voor algeheelen onder-
gang te redden; en de Dominions hebben ook steeds
vrijwillig in de verschillende contin-genteeringen toe-
gestemd. Aan -den anderen kant is er hier meer dan
eens verontwaardiging ‘geweest over het onverbeter-
lijk protectionisme van de regeering van Bennett in
Canada. De vaagheid en rekbaarheid van de voor-
naamste bepalingen van de overeenkomst zijn daarbij
duidelijk uitgekomen. Maar nooit hebben die zoo’n netelige, en misschien zelfs gevaarlijke situatie ge-
schapen als nu – niet ten opzichte van Canada, maar
van Australië.
In Lancashire, het toch al zoo zwaar beproefde Lan-
cashire, heerscht groote opwinding over’ invoerrech-
ten, -die de regeering van het Australische Gemeene-
best met in-gang van T Augustus op zekere textiel-
artikelen gelegd heeft. Zoo hevi-g is de verontwaar-
di-ging, dat de kruideniers van Lancashire de bedreig-
-de textiel-nijverheid te hulp gesneld zijn met een
boycot van Australische waren – boter, vruchten e.d.
Het geval is belangwekken-d.
/
–
De nieuwe rechten – op bepaalde garens en stuk-
goederen – zijn ingevoerd op verzoek van de katoén-
k-weekers van het tropische Queensland in Noord-
Austral’ië, die hun afzet binnen Australië verzekerd
willen hebben. Belanghebbenden moeten hun zaak he-
pleiten voor een Tariff Board, samengesteld uit ver-
tegenwoordigers van industrie, grondstoffenprodu-
centen, importeurs, onder voorzitterschap van een
ambtenaar van het Departement van Handel en Ta-
rieven. Tot omstreeks’
1930
toe was protectionisme
troef in Australië en de adviezen ten -gunste van
nieuwe tarieven volgden elkaar met groote snelheid.
De crisis schijnt toen den bewusten Raad wel tot
andere ‘gedachten gebracht- te hebben en hij heeft
bijv. – de aandadht der reeering gevi-aagd voor de ont-
zaglijk hooge
prijzen,
die de Australische industriëe-
len onder dekking van de tarieven vragen konden.
Voor gegalvaniseerd ijzer, dat voor £
13.5.-
per ton iii-
gevoerd kon worden, maar dank zij het invoerrecht
niet onder £
28.5.10
verkocht, vroegen -de Australische
fabrikanten
£26;
voor wollen -garens waren die drie
prijzen onderscheidenlijk 2 sh.
9, 6
sh. 2%, 4 sh. 6.
De Raad heeft dan- ook in den laatsten tijd een groot
aantal voorstellen tot verlaging van tarieven gedaan,
dle evenwel bij -d reering van Lyons geen genade
gevonddu heb’ben. Het advies tot verhooging van de
textiel-rechten was niet eenstemmig. Dat de regee-
ring het aangenomen heeft, wordt toegeschreven aan
verkiezingsoverwegin-gen, want zij is op dit oogen-
blik in het midden van een verkiezingscampagne:
15
September heeft de stemming plaats. Met deze
rechten wil zij de kweekers en planters van Queens-
land en tegelijk de fabrikanten van Victoria en New-
South-Wales winnen.
70
39.72
. 54.913
4
9.230
12.003
74
8.654
13.040
174
27:299 ‘
27.085
326
88.624
112.078
5 September
1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
793
De rechten waar het om gaat, treffen, zoo wordt
van Australische zijde betoogd, maar een klein ge-
deelte van den Engelschen invoer van textielen (ter
waarde van nog geen £ 200.000 uit een totaal van
£ 5.700.000). Zij treffen dat echter zwaar, prohihi-
tief zelfs, zij hebben bepaald •de bedoeling een nieuw
bedrijf op de been te helpen. Mag dat volgens Ottawa?
– mag het, wel te verstaan, ten koste van een geves-
tigden Britshen invoer? Artikel 10 bepaalt, dat in
het algemeen protectie door het Dominion alleen ver-
leend zal worden in zulk een mate, dat invoer uit
Engeland op den grondslag van de betrekkelijke kos-
ten van zuinige en deugdelijke productie mogelijk
blijft; maar ‘dat •bijzondere behandeling veroorloofd is
voor nog niet geheel gevestigde industrieën. Artikel 9
bepaalt bovendien, dat tariefbescherming alleen ver-
leend zal worden aan industrieën, die een goede kans
op succes opleveren.
Heeft katoen in Australië inderdaad een goede
kans? Volgens de
Manchester Guardia.n is
dat ‘bedrijf
in ‘zijn allereerste opkomst. Queensland produceert
12.000 balen per jaar, waarvoor het met subsidies
ruim bedacht is geworden; men hoopt op 40.000 balen.
Dit op een oogenblik, dat in de Vereeni.gde Staten
4.000.000 balen onder den ‘grond geploegd zijn wegens
overproductie! De kweekers hebben voor den Tarief-
raad ‘dan ook sterk gewerkt, niet met economische,
maar met milita.ire argumenten. Katoen is volgens
hen het essentiëele artikel in tijd van oorlog!
Er schijnt weinig twijfel mogelijk of de regeering
van Lyons ‘heeft zich in haar preoccupatie met ver-
kiezi.ngstaktiek aan een breuk van de overeenkomst
van Ottawa schuldig gemaakt. Voor zooveel Australië
betreft, is het een uiterst ingewikkelde kwestie: de
belangen van grondstoffenproducenten zijn daar over
het algemeen aan die van de fabrikanten tegenoverge-stel’d, het wijde, . schaars ‘bevolkte platteland voelt er
zich opgeofferd aan de groote steden, er wordt, voor-
al door West-Australië, druk met secessie gedreigd.
In de verkiezingen doet zich dan ook wel degelijk een
vrjhan’delsstrooming gevoelen, evenals die een paar
maanden geleden ‘bij provinciale verkiezingen in Ca-
nada zoo krachtig tot uiting gekomen
is.
Het zou
voor de Australische regeerin’g dus een ernstige zaak
kunnen worden, als zij met dit geval terugkrabbelen
moest; haar tegenstanders hebben er zich al vol ijver
op geworpen.
De En.gelsche regeering heeft de protesten van de
textiel-industrie in Lancashire nu bij de Australische
gesteund. Deze heeft beloofd ze te zullen overwegen.
Er wordt nu hier van veel zijden op aangedrongen,
dat de kruideniers van Lancashire hun boycot-bewe-
gipg zouden staken. Dat deze aan Australië gevoelige
verliezen ‘zou kunnen toebrengen, staat vast. Het is
heel wel mogelijk, dat
zij
meer indruk gemaakt heeft dan de actie van Wbitehall. Maar iboycot is een ge-
vaarlijk wapen. Het roept een strijdlustige stemming
wakker, over en weer, en het kan licht tot maatrege-
len van weerwraak leiden. De prikkelbaarheid van
Lancashire is te verklaren uit de depressie, ‘die daar
nog maar weinig verbeterd is. Maar de verwijten, dat
met de overeenkomst van Ottawa de spot gedreven
wordt, de oproepen aan de arbeiders van Lancashire
om de Australiërs te doen voelen, dat Lancashire nog
van zich afbijten kan, de beschuldiging van valsch
spel, – dat alles bewijst, hoe de stemming, die het
economisch leven van de wereld ‘beheerscht, ook door
Ottawa, ook voor de Britsche Rijksdeelen, niet over-
wonnen is.
,,Not cricket”, schreef een van de booze krui’de-
riiers in de
Manchester Gv.ardian,
en men moet in
Engeland wonen en de felle,, hatelijke controversie
over de groote cricket-wedstrjden. tusscheu Engeland
n Australië een paar weken geleden gevolgd he’bben, om te ‘begrijpen hoeveel daarin li’gt opgesloten.
.1
RAMING VAN DE EUROPEESCHE BIETSUIKER-
PRODUCTIE 1934135.
Dr. Gustav Mikusch te Weenen schrijft ons:
In de volgende tabel geven wij onze eerste schat-
ting van de Europeesche bietsuikerproductie in de
campagne 1934f’35. Hoewel onze raming van Augus-
tu van verleden jaar met 6.106.000 tôn den oogst,
welke volgens ‘de statistische gegevens 6.125.000 ton
bedroeg, benaderde, zoo wi}l dit niet zeggen, dat zulks
dit jaar weder het geval 2al zijn. Een rarning op een
tijdstip, waarop met uitzondering van drie landen
(Spanje, Italië en Turkije) de campagne nog in het
geheel niet is begonnen, kan’ slechts den huidigen
stand van. de bieten in tonnen van de toekomstige
suikerproductie uitdrukken. Het spreekt vanzelf, dat
gebeurtenissen in de naaste toekomst, in hoofdzaak
echter de weersomstandigheden van zulk grooten in-
vloed kunnen zijn @p den oogst ‘ten aanzien van hoe-
veelheid en kwaliteit en de ‘houdbaarheid van de ge-
oogste bieten, dat de suikerproductie niet meer in
overeenstemming is met den huidigen stand, doch
veel grooter of kleiner kan uitvallen.
Bietsuikerproductie
Met bieten bebouwde
in 1000 metr. tons
oppervlakte
in 1 000HA.
ruwsuikerwaarde
Schatting
Augustus
Voorloop.
Augustus
April
schatting
prod.
1934 1934 1933
1934135 1933134
Duitschiand
1)
341
345 283
1.525
1.428
Dantzig
2)
•
5 5 5
28
26
Tsjecho-Slowak
144 144
139
550
518
Oostenrijk
•
50 49 46 185
170
Hongarije
38 38 38 125 135
Frankrijk
•
260 270
247
1.025
945
België
……..
53
53
53
245
247
Nederland
•
42 45
47
240 290
Polen’)
……
113 110 98
415 343
])enemarken 43
44 44
190
254
Zweden
……
50
50
51
290
305
Italië
……..
83
85 79
325
300
Spanje ……..
90
85
90
300
242
Joego.Slavië
23
20
23
60 74
Roemenië……
36
35
52 100 143
Bulgarije ……
1
5
11
1
45
Zwitserland
2 2
2
9
9
Gr.-Brittannië
163 150
148
560
523
lerscheVrijstaat
18 18
6
80
35
Finland
3 3
3
11
7
Letland
……
15
15
13
42
35
Lithauen ……
4
4
4
13
9
Turkije (Europ.
en Aziat.)
33
12
4
)
26
75 73
Europa zonder
Sovjet-Rusland
1.610
1.587
1.508
6.394
6.156
Sovjet-Rusland
(Europ. ei, Aziat.
gebied)
3) . .. .
1.176
1.273
1.212
1.550
1.040
Totaal Europa
2.786
2.860
2.720
7.944
•
7.196
Slechts de oppervlakten, waar van de opbrengst tot suiker
wordt verwerkt. Zonder de bebouwde oppervlakte en de suikerproduetie van de fabriek Marienburg, die bij Duitschlanci gerekend is.
Cijfers van het
of
ficieele 1)1an
Slechts Europeesch Turkije.
Mocht ook de gemiddelde stand van de bieten ten
tijde van den oogst overeenkomen niet hetgeen, zij
‘thans belooft, namelijk een biet van vrij normaal ge-
wicht en een suikergehalte, dat ‘boven het normale
ligt, dan 2al ‘de bovenstaande raming vrijwel in over-
eenstemming zijn met de waarheid. Indien de over-
eenstemming toevallig weder zoo groot is als verleden
jaar, dan zal ‘de productie van Europa zonder Sovjet-
Rusland 3.9 pCt. grooter zijn dan in 1933/’34, ter-
wijl de bbouwde oppervlakte een uitbreiding van 6.8 pOt. te zien geeft.
Het is niet waarschijnlijk, dat de toeneming van de
productie geheel in overeenstemming zal zijn met de
grootere ibebouwde oppervlakte, omdat de elechte ont-
wikkeling van het blad, welke algemeen wordt op-
gemerkt, waarschijnlijk toch nog een ongunstigen in-
794
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September 1934
vloed
zal
uitoefenen op de suikerproductie per opper-
vlakte-eenheid.
Voor Sovjet-Rusland mag een grootere bietenoogst
dan verleden jaar worden verwacht, en wanneer de
fabrieken als gevolg van een betere organisatie in
staat zullen zijn, •den bietenoogst over het algemeen
ook tijdig te verwerken, zoodat niet meer, zooals ver-
leden jaar, een aanzienqijk deel van de bieten ver-
loren gait, of voor andere doeleinden dan de suiker-
productie zal dienen, dan zal ook hier een mer aan-
zienlijke stijging van de productie plaats vinden.
DE DtJITSCHE GRAANPOLITIEK.
Prof. Dr. Klithe Bauer-Menge]iberg te Frankfurt a.
Main schrijft ons:
De Nationaal-Socialistische regeering heeft – be-
houdens een drastische werkvershaffingspolitiek –
haar economische politiek tot dusverre vooral op
agrarisch gebied gevoerd. De bizondere waarde, welke
zij in haar ideologie aan den arbeid in den landbouw
toekent, veroorzaakte een buitengewone energie ter
oplossing van de in Duitschland reeds sedert jaren
actueele vraagstukken. Terwijl men niet de geheele
industrie planmatig wil ordenen en het particuliere
initiatief daar niet geremd, doch juist vrijgelaten zal
worden, bestaat op het gebied van de oerproductie
reeds een regeling, welke dezen sector uit het vrije
rnarktverkeer licht. Vooral in het broôd graanbedrijf
zijn de
prijzen
en in den laatsten tijd ook de procluc-
tiehoeveelheclen en -middelen aan een overheidsrege-
ling onderworpen.
Daar de graanpolitiek van de Nat-Socialistische
regeëring een zoo groot mogelijke zeifvoorziening van
de Duitsche bevolking nastreeft, ontstond vanzelf een
erkenning van den status quo hij de verdeelirig van het
grondbezit. Andere krachten in den nieuwen staat,
welke een grooter initiatief op het gebiëd vin de ko-lonisatie, een verdeeling van het graanverbouwende
grootgrondbezit in boerenbedrijven hoQpten door te
voeren, waren niet bij machte hier te zegevieren. Een
geforceerde kolonisatiepolitiek zou ongetwijfeld –
zooals de onderviuding in de landen van Zuid-Oost-
Europa, welke een radikale landbouwhervorming heb-
ben doorgevoerd, leert – de graanvoorziening van de
markt hebben beperkt. De nieuwe Duitsche landbouw-
politiek moest om deze reden de van ouds bestaande
eigendomsverh ondingen beschermen, haar maatrege-
len hebben ten doel met handhaving van de tot dus-
verre gevolgde productiemethode en productiepolitie]c
aan de landbouwers een rentabiliteit van het bedrijf
te verzekeren.
Tot aan den oorlog was het gelukt om door han-
delspolitieke maatregelen het binnenlandsche prijs-
niveau zoo hoog te houden, dat, in weerwil van de
I100gere productiekosten, de rentabiliteit verzekerd
bleef. Toen echter in de laatste jaren, tengevolge van
een algeheele omwenteling in de techniek van de
graanproductie, de druk van het overzeesche aanbod
opnieuw en met grootere heftigheid optrad, waren de traditioneele invoerrechten niet meer voldoende voor
de handhaving van het vereischte binnenlandsche
prijsniveau.
De Duitsche balans van broodgraan (tarwe en
rogge) vertoonde gedurende de laatste jaren het vol-
gende beeld: het binnenlandsche verbruik bewoog
zich sinds 1924 tusschen 10 en 12 millioen ton, daar-
van bedroeg het invoeroverschot, (dat bijna regelma-
tig en in ieder geval overwegend ten laste van de
tarwebehoefte kwam) 28 pOt. (1928), 15 pOt. (1929),
9 pOt. (1930), 7 pOt. (1931 en 32133). De verminde-
ring van het invoeroverschot is niet te wijten aan een
beperking van de consumptie, maaris een gevolg van cle stelselmatige uitbreiding van den verbouw. De beïnvloeding van den Duitschen graanhandel is
door verschillende oorzaken buitengewoon gecompli-
ceerd; ten eerste tengevolge van de ongunstige vracht-
positie van groote gedeelten van het Oost-Duitsche
landbouwgebied, waardoor de kosten der grensbedrij-ven sterk worden opgevoerd, (de transportkosten naar
Berlijn overtreffen ten deele die van de Oanadeesche
tarwe naar Hamburg), en ten tweede vooral door het
overheerschen van den rogge-oogst en de speciale
structuur van de roggemarkt. De Duitsche rogge-
oogst schommelt, naar gelang van de weersomstandig-
heden, om de binnenlandsche behoefte.
Bij
een schaar-
schen oogst is de
prijs
naar verhouding gemakkelijk
door rechten te beïnvloeden; diepergaande maatregelen
zijn noodig, wanneer de binnenlandsche markt door
het Duitsche product overstroomd wordt. V66r den
oorlog maakte men door een geperfectioneerd stelsel
van uitvoerpremiën een afvoer naar de wereldmarkt mogelijk. In de laatste jaren werd dit steeds moeilij-
kcr door de hevige prijsdaling.
De opvoering van de Duitsche productiekosten (die voor de jaren 1924127 zelfs op gemiddeld RM. 18.63
per 100 kg werden geschat), is te verklaren, zoowel
u:it de stijging van de bonen en de sociale lasten (die
door het relatief groote percentage van den productie-
factor aiibeid een beslissende rol spelen) als uit ver-
hooging van rente, belastingen en vrachten.
Een prijsniveau te bereiken, dat twee tot driemaal
zoo hoog is als de wereldmarktprijs, was met de ge-
bruikelijke middelen van een meer of minder liberale
economische politiek niet mogelijk. De noodzakelijk-
heicl van een ordening van de graanmarkten werd
reeds jaren geleden erkend en zoo nauwgezet mogelijk
onderzocht. De dubbele verbruiksrnogelijkheid van
logge voor brood en veevoeder bood daarbij een ge-
schikt beginpunt. Men ging weliswaar njet zoo ver,
dat men in.voerverboden uitvaardigde en het verbruik
direct van overheidswege regelde, maar trachtte toch
het binnenlandsche roggeverbruik te stimuleeren door
een systematische propaganda voor roggebrood en
door aan de maalderijen een verplichting tot bijmen-
ging op te leggen. Daardoor zou de met binnenlandsch
graan reeds overstroomde roggemarkt worden ontlast
en tegelijk de invoer van overzeesche tarwe worden
beperkt, waarvan het aanbod de Duitsche markt in
toenemende mate verzwakte. Bovendien steunde de
Staat de rogge nog door aanzienlijke hoeveelheden
tegen loonende prijzen op te koopen en aan de boeren
goedkoop voor veevoeder ter beschikking te stellen.
Ook de handelspolitiek werd op zoodanige wijze
geleid, dat haar oorspronkelijke functie, om dan bin-
nenlandschen prijs door de erop gelieven rechten tot
boven den wereldmarktprijs op te voeren, meer en
meer werd teruggedrongen, en zij als middel tot ver-
mindering van den invoer werd gebezigd. De invoer-
rechten bedroegen sedert 1930 voor tarwe RM. 25 per
dz., d.w.z. 300 pOt. van den wereldmarktprijs, de re-
geering werd tot willekeurige verhooging gemachtigd en als richtprjs werd voor tarwe R.M. 260 voor rogge
R.M. 230 per clz. vastgesteld.
Het Duitsche graanbedrjf was daardoor reeds sinds
jaren los van de wereldmarkt en afhankelijk van een
stelsel, dat zich minder t.a.v. het
doel,
dan van de
methode
van die van de Nationaal-Socialistische re-
geering onderscheidt.
De voortdurend toenemende oogstopbrengsten voor broodgraan plaatsten de Regeering voor nieuwe moei-
lijicheden om de prijsdaling tegen te gaan. De tarwe-
oogst steeg van 4,2 mill. ton in 1931 tot 5,6 milI.
ton in 1933, zoodat de binneniandsche productie de
jaarlijksche behoefte reeds overschreed; ook de rogge-
oogst bedroeg in 1933 bijna 30 pOt. meer dan in die
van 1931.
Met een radicalisme, dat slechts in
tijden
van be-
slissende omwenteling mogelijk is, werd gedurende
het laatste jaar de oplossing van dit probleem op-
nieuw ter hand genomen. In September 1933 werd
de Rijksminister voor Voedselvoorziening en Land-
bouw gemachtigd, ,,vaste
prijzen
voor granen vast te
stellen”, terwijl het betalen van lagere prijzen met
5 September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
795
hooge geldboeten enz. ‘ver•d bestraft. Voor rogge en
tarwe werden minimumprijzen vastgesteld, die va-
riëerden, zoowel voor de verschillende prod’uctiege-
bieden met de verschillende productie- en transport-
kosten (laatstgenoemde ten laste van den kooper) als
voor de leveringstermijnen. Voor rogge werd een
prijsschaal met negen tarieven van
140
tot
158
R.M.
per ton onder bijvoegin’g van de van maand tot maand
toenemende toeslagen tusschen R.M. 1.— en R.M.
18
vastgesteld; voor tarwe moet minstens R.M.
175
tot
193
per ton (onder bijvoeging van R.M. 1 tot
13)
aan de producenten betaald worden. Verlaging hier-
van is s1echts in geval van wederzijdsche schriftelijke
erkenning van de minderwaardighei’d geoorloofd.
* *
*
In de graanwetgev’ing heeft de bevoegdheid tot
zeifbestuur van de vertegenwoordigers van den stand
geen
heteekenis.
Weliswaar werden •de molens, die
tarwe en rogge verwerken, verplicht zich aan te slui-
ten tot een ,,Wirtschaftliche Vereinigung”, maar de
functie, die zij uitoefent, is in hoofdzaak passief. De Rijksminister kan de te verwerken hoeveelheden af-
zonderlijk en voor bepaalde tijdvakken vaststellen,
evenals de inkoop- en verkoopprijzen. Het bestuur
van de ,,Wirtschaftliche Vereinigung”, dat bestaat
uit gelijkgerechtigde leden, drie vertegenwoordigers
van den bedrijfstak en drie vertegenwoordigers van
den Reichsniihrstand, is behalve met het toezicht
0
1)
de doorvoering belast met het regelen van de voor-
waarden voor toelating tot het maalbedrijf, de ver-
deeling en overdracht van de contingenten en de
uibreiding van de capaciteit van bestaande maal-
bedrijven.
Om den druk van de groote oogstvoorraden te ver-
niinderen, werd het systeem van vaste
prijzen
door
verschillende op zichzelf staande maatregelen aange-
vuld en verder uitgebreid. Aan de maalbedrijven werd
de verplichting opgelegd, een reserve van
150
pOt.
van de normale maandelij’ksdhe behoefte permanent
in voorraad te houden, waardoor het mogelijk was,
de markt met ongeveer 1 miili’oen ton te oniJlasten. Ook de verzachting van het nachtbakverbod werd
ter wille van het stimuleeren van het graanverbruik doorgevoerd; men schat het meerverbruik dienten-
gevolge op rond 100.000 ton. Voor alles zal echter
het openen van het uitvoerventiel van groote betee-
kenis zijn geweest voor de markt.
Daar de verkoop tegen wereldmarktprijzen voor den Duitschen producent niet zonder groot verlies
mogelijk was, werd de export door een ‘breed opge-
zette subsidiëering gestimuleerd. Het uitvoerover-
schot wordt gedeeltelijk in den vorm van uitvoer-
bewijzen, welke recht geven op invoer van veevoeder
vrij van reéhten en gedeelteaijk in den vorm van ,,Be-
rechtigungsscheinen” (ter waarde van R.M.
25.-
per ton) betaald, welke bij het betrekken van olie-
koeken door het Rijksgraanbureau als betaalmiddel
worden aanvaard. Beide documenten kunnen ook op
de vrije markt direct worden gerealiseerd. Een prijs-
verlaging, welke zich tijdelijk voordeed, werd door een waarschuwing van de betreffende instantie van
den Rijksvoedselstan’d teniet gedaan. Op deze wijze
was de invloéd van de politieke instanties indirect
op de markten merkbaar.
De prijsbepaling van overheidswege voor tarwe en
rogge, welke oorspronkelijk slechts aan den produ-
cent een minimumprijs garandeerde, werd zoodanig
verzekerd, dat thans ook de mdlens (sedert Maart
1934)
verplicht zijn, voor het door hen verkregen
broodgraan een bepaalden prijs te betalen; deze moet
met den vastgestelden prijs in overeenstemming zijn;
voor het afsluiten van transacties in de tweede hand
is een toeslag (vereffeningsbedrag) van R.M. 4 (aan-
vankelijk R.M.
6)
voorzien, waarvan maximum R.M.
2
aan de Rijksinstantie voor graan kan worden toege-
wezen. Door deze regeling wordt ook aan de coöpe-
ratieve vereenigingen en den handel een vaste prijs
voor hun prestaties gewaarborgd. Voorts beperkt de
verordening in belangrijke mate voor de molens de
mogelijkheid om direct van den producent brood-
‘graan te koopen, teneinde de markt voor den zui-
veren handel te verruimen. Slechts molens met een
capaciteit van 10 ton per dag mogen zonder. speciale vergunning van den producent koopen. Ook deze be-
voegdheid kan uit overwegingen van concurrentie
worden ingetrokken; een capaciteit van
10-20
ton
per dag geeft slechts recht tot aankoop van ‘den pro-
ducent op grond van een speciale vergunning; mo-
lens met een grootere capaciteit kunnen de – boven-
dien te allen tijd herroepelijke – vergunning en de
vereischte toestemming slechts krijgen, wanneer zij kunnen aantoonen, dat zij tot dusverre in hoofdzaak
van den producent hebben gekocht en een dergelijke
regeling in het belang van de producenten is.
Het is mogelijk, dat de rijke broodgraanoogst van
verleden jaar door dit stelsel van middelen – dat
nog werd aangevuld met aarikoopen van de Rijks-
graaninstantie ‘in ten aanzien van de verkeerstechniek
zeer on.gunstige gebieden – tegen de vastgestelde
minimumprijzen is verkocht.
Voor een regelmatige afwikkeling van de nieuwe
raanoogsten werd’ einde Juni een nieuwe svet af-
gekondigd, waarvan de .dwangbepal.ingen nog scher-per zijn. Het is mogelijk, dat de deviezenvoorraad van
het Rijk heeft medegewerkt, om thans van staats-
vege ook in de productievrijheid in te grijpen. De
Rijksminister is gemachtigd, aan de producenten,
coöperatieve vereenigingen en handelaren, molens ei
andere verwerkers voor te schrijven, hoeveel graan zij voor menschelijk voedsel mogen en moeten producee-
ren, resp. koopen en verkoopen. Bovendien wordt de
handel gemonopoliseerd en ‘de nieuw op te richten
,,Hauptvereinigung der deutschen Getreidewirt-
sahaf t” hiermede belast. Als straf voor handelingen,
welke in strijd zijn met de wet, kan ook verlies van
burgerreeht, verbeurdverklaring en verbod tot voort-
zetting van het bedrijf worden opgelegd.
Daar de oogst van
1934
ongeveer 22 pOt. kleiner
is dan .die van het vorige jaar en de invoer zoo laag
mogelijk moet worden gehouden, (een extrh tarwe-
invoer kan slechts op basis van ruilvergunningen,
welke voor den uitvoer van tarwe veifleden jaat ver-
den verstrekt, plats vinden) – is het uitmaalper-
centage voor rogge van
69
pOt. tot
75
pOt. verhoogd.
De vaste prijzen voor rogge worden met
6
pOt., die
voor tarwe met 10 pOt. verhoogd. De omvang van de
verhooging kan de kleinere opbrengst door daling van
den oogst niet nivelleeren. Men heeft echter een ver-
dere verhoogin.g met het oog op de belangen van de
verbruikers niet dragelijk geoordeeld en in dit geval
den landbouw met het risico van ‘den oogst belast.
Hiermede is de ontwikkeling tot een stelselmatige
ordening van aanbod en vraag, welke schoorvoetend
reed’s kort na de inflatie begon, geëindigd. De prijs-
vorming van het broodgraan is van de wereldmarkt
onahankeljk gemaakt, terwijl het marktrisico nog
slechts door den omvang van de Duitsche oogsten wordt bepaald. In minder gunstige jaren zal ter al-
g&aeele voorziening van de bevolking met .broodgraan
steeds weder tot een extra-invoer moeten worden
overgegaan. Wanneer dus ook een autarkie zelfs
voor ‘deze relatief gunstige productie niet werd be-
reikt, dan is het toch gelukt een apparaat te con-
strueeren, hetwelk een vergaande manipulatie toelaat
en den Duitschen graanverbouw als agrarischen pro-
ductietak bestaanszekerheid geeft.
Hierdoor is evenwel slechts een klein deel van het
Duitsche landbouwvraagstuk nader tot de oplossing
gebracht. Het aandeel van de broodgraanproductie in
het kader van de bruto-opbrengsten van den land-
bouw bedraagt ongeveer 12 pOt. Voor de boeren met
een ‘bedrijf beneden de
50
ha is de graanverkoop
slechts van ondergeschikte beteekenis; voor hun be-
staan is de regeling van de markten voor vee en
796
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September
1934
veeproducten beslissend. Ook in deze richting zijn op
gelijke wijze maatregelen tot regeling van de markt
in wording.
De oplossing, welke voor, het .graan’bedrijf werd
getroffen, kan, wat ‘haar beteekenis betreft, niet wor-den beoordeeld, wanneer men de beschouwing tot de
rechtstreeksche belanghebbenden beperkt. De prijs’he-
paling van overheidswege op een hoo’gte, welke de
wereldmarktprijzen met een veelvoud overschrijdt,
gaat noodzakelijk gepaard met een ‘beperking van de
consumptiekracht. Eenerzijds wordt de verbruiker
getroffen, die zich een meer dan gemiddelde beper-
king van zijn koopkracht moet laten welgevallen en
daardoor zijn levesstandaard verlaagd ziet, ander-
zijds wordt de afzet zoowel van de industriëele ai van deandere landbouwproducteu moeilijker. Hier
een eerlijke nivelleering tusschen de verschillende be-
langen te ‘vinden en wel zonder den noodzakelijk ge-
bleken uit,voer in gevaar te ‘brengen, zou de gevaar-
lijkste klip kunnen zijn van de landbouwpolitiek
01)
de binnenlandsche markt, welke tot dusverre nog niet
werd omzeild.
AANTEEKENINGEN.
De uitgaven van werklooze gezinnen in den Haag.
Het Statistisch Bureau van de gemeente ‘s-G’ra-
venhage heeft thans het ‘definitieve rapport gepubli-
ceerd omtrent het onderzoek naar de levensomstan-
digheden van werklooze georganiseerde arbeiders, dat
gedurende het tijdvak October-December 1932 is
gehouden en waarvan reeds verleden jaar de voor-
loopige resultaten werden bekend gemaakt.
Ofschoon dus het onderzoek geloopen heeft over
een periode, die thans reeds bijna twee jaar achter
ons ligt, blijft het ook voor het huidige oogen’blik
van groote waarde. Immers, het meest recente onder-
zoek naar •de uitgaven van arbeidersgezinnen in ons
land is dat van de gemeente Amsterdam, in 1923-
1924 gehouden, dus 10 jaar geleden, en bij ‘de bereke-
ning van de kosten van levensonderhoud wordt aan-
genomen, dat de artikelen, die arbeiders gebruiken,
in hoeveelheid nog steeds overeenkomen met de toen
gevonden gegevens. In werkelijkheid gaat dit echter
voor groote groepen niet meer op, zeker niet voor de
honderdduizenden, die in •deze crisis jarenlang werk-loos zijn geworden, en wier ‘behoeftenbevrediging tot
een minimum is teruggebracht, dat ver onder dat van de arbeiders van het Amsterdamsche onderzoek ligt.
Ten aanzien van den Haag wordt het mogelijk een
vergelijking te maken met ‘behulp van de gegevens
van dit onderzoek en de publicaties van het Gemeen-
telijk Bureau voor de Statistiek over ‘de kosten van
levensonderhoud. Wij plaatsen naast elkaar de uit-
gaven, die gedaan zouden zijn, indien dezelfde hoe-
veelheid goederen was verbruikt als bij het onderzoek
in 1921 ouder niet-weridooze gezinnen (het laatste
on’derzoek, in den Hang), en de gevonden uitgaven
van de werkloozen bij dit ‘onderzoek. De uitgaven zijn
genoteerd in centen per week per gezinseenheid. De
90 werklooze gezinnen, waarover het jongste onder-
zoek zich uitstrekte, bestonden gemiddeld uit 3,14
eenheden per gezin.
AANV&EREN in to
Bedragen iii centen Uitgaven volgens ‘ Gevonden uitgaven per week
oiiderzoek
1921
in hij werklooze gezinnen
Pel gezinseenheid
September
1932
Oct.-Dec.
1932
Brood, beschuit
72%
62%
Grutterswaren
8
,
7
Melk ……………
39
38
Kaas ……………
5%,
5
Eieren ………….
3%
2
Vleesch ………….
30
28%
Vleeschwaren
6
6341
‘isch ……………
7
2
Vet en oliën ………
17%
16%
Boter ……………
5%
4
1
/2
Margarine ……….
23
24
Suiker …………
.
i7%
16%
Koffie, thee en cacao
26
17%
Andere kruidcciersw.
4%
5
(;hocolade, koek en gebak
7
5
Aardappelen ……..
19%
14%
Groenten …… . ….
22%
20%.
Fruit ……………
.4%,
33/
Dranken …………
3%
–
Totaal voeding . . .
322%,
279
Kleeding ………..
46%
39%
Schoeisel ………..
19
20
Huishuur ………..
152%,
,
179
Belasting ………..10
–
Gas en eleetriciteit .
28%
43
Petroleum, spiritus, enz
4
6%
Brandstoffen
19
35%
Wasch- en strijkgoed
3%
Wasøh- en ‘poetsartikelen
12
12%
Huisraad ………..
26
15
Verzekering, geneesk.
hulp, coutr ……..
57
67
1-Tulp in de huishouding
4
–
Toilctbenoodigdheden,
baden, en?
6
5
Ontspanning, tram en
trein ………….
16
S
Tabak, igaren, enz.
20341
9
])iversen ………..,
‘
30%j
11%
Totaal-generaal
819
730
De uitgaven blijken dus ongeveer een zevende lager
te liggen dan ‘overeenkomt met ‘het gemiddelde wel-
standspeil der arbeiders in 1921. Deze verhouding
geldt zoowel voor voeding als voor de andere uit-
gaven. In ‘de publicatie wordt erop gewezen, dat de
uitgaven voor huishuur, evenals voor den post verze-
kerin’g enz. naar verhouding zeer ‘hoog zijn, omdat
het gezinnen betreft, ‘die vroeger in beteren doen ver-
keerden en nog in de oude woningen zijn blijven
wonen. Bij een steunbedrag van
f
22,60 per week, in-
clusief de waarde van giften in natura, komen vele
huren voor van meer dan
f 6.-
en sommige van
boven de
f 8.-.
De hoogere ‘bedragen voor brandstof,
electriciteit en petroleum zijn te veridaren, doordat
de periode October-December vergeleken is met de
uitgaven op 30 September.
De bezuiniging op de uitgaven voor voedsel blijkt
voor de helft bereikt te zijn door die op brood, koffie, enz. en dranken. Bij ‘de overige goederen treft de uit-
gavenvermiindering voor kleeding, belasting, huisraad,
hulp in de huishouding, ontspanning, tabak en diver-
sen. Er werd op alles, dat eenigermate gemist kon
worden, bezuinigd, waarbij enkele posten geheel uit
na
van 1000 EG.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
26Aug.-ISept.1
Sedert
Overeenk.
26 Aug.-lSept.
Sedert
Overeenk.
1934
1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
28.145 895.195
926.276 4.510
28.345
19.956
923.540
946.232
8.404
287.863 265.243
–
15.257
5.069
303.120
270.312
Tarwe
……………..
Rogge
………………
Boekweit
……………475
..
15.180 14.570
–
–
25
15.180 14.595
Maïs ……………….
9.218 604.231 745.807
4.391 148.901
135.635 753.132
881.442
7.943
261.574
243.900
250 36.361
24.200
297.935
268.100
4.068
87.464 99.624
299
2.995
2.821
90.459 102.445 147.098
155.211
2.305
161.961
189.974
309.059
345.185
Gerst
……………..
Haver
……………..
Lijnzaad
……………..50
Lijnkoek
…………..
400
54.644
69.008
–
25
200
54.669
69.208
13.904
12.653
–
1.838
4.970
15.742 17.623
Tarwemeel
……………
Andere meelsoorten
•
1.793
39.344
34.299
–
4.684
6.945
44.028
41.244
5 September
1934
ECONOMISCW ÂTISTISCHBE RICHTEN
797
het budge.t van, uitgaven verdwenen zijn, zoödat daar-
op verder niets meer kan worden bezuinigd. De over-
gebleven uitgaven kan men ‘zonder overdrijving als
volstrekt onmisbare qualificeeren.
Prof. Dr. Gorter heeft nagegaan, of ‘cle voeding vol-
doende was vat ‘betreft calorische waarde en voeden-
de bestanddelen, en is tot ‘cle conclusie gekomen, dat zulks in het al-gemeen het geval wâs. Waar uitzonde-
ringen voorkwamen was zulks nieestal niet het ge-
volg van een te gering bedrag aan uitgaven voor
voedsel, maar van een verkeerde samenstelling daar-
van. Met dezelfde uitgaven zou ‘het mogelijk zijn ge-
weest voedsel van voldoende voedingswaarde en
samenstelling te koopen. –
Hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn, vooral
voor diegenen, die in vroegere jaren in betere om-
standigheden hebben ‘geleefd en voor wie de levens-
verhoudingen met ‘deren steun gelijk moeten staan
met pauperisme, toch schijnt het, objQctief gesproken,
dat de mogelijkheid bestond van de handhaving van
een absoluut minimum aan uitgaven in de -periode
Oct.—Dec.
1932.
‘Waar alle eeni-germate te vermijden
uitgaven reeds niet werden gedaan, getuige de veel
kleinere uitgaven voor posten als ontspanndng, tabak,
dranken, cnz. in vergelijking met i’crheidersuitgaven
in
1921,
-daar bestaat het gevaar, dat verdere ‘beper-king op de uitgaven, tengevolge van de steunvermin-
derin’g, die sindsdien is ingevoerd, ten koste van vol–
strekt noodzakelijke uitgaven, z.g. armoede-uitgaven,
is gegaan.
Bij die steunvermindering zouden maatregelen tot
vermindering der te betalen huishuur, -die
in
het al-
gemeen een zeer zwaren druk op de uitgaven uit-
oefent, een goed merkbare verlichting van het budget
brengen. B.
Credietverleening aan de Amerikaansche in-
dustrie.
De credietverleenin-g door de Federal
1
Reserve Ban-
ken aan ‘de Amerikaansche industrie, die op
20
Juni
in een wet bekrachtigd is
1),
wordt thans tea uitvoer
gelegd. Daartoe worden conferenties gehouden met
vertegenwoordigers van het ‘bankwezen uit verschil-
lende gebieden, waarin vertegenwoordigers van het
Federal Reserve stelsel uiteenzetten, op -welke wijze
deze credieten moeten worden verstrekt.
Op
een dezer conferenties gaf Lesijie R. Rounds, Deputy Governor van Eed. Res. Bank te New-)’ork,
de volgende uiteenzettingen, ‘die ivij outleenen aan de
Oommercial and Financial -Ohronicle van
18
Ai.gustus.
De leeningen aan ‘industrieën mogen worden ver-
strekt voor bedrijfskapitaal, niet voor ui’tbreidingen.
Indien een bank een dergelijke leening verstrekt,
kan zij diie ‘bij -de betrokken Federal Res. Bank ver-dis-
conteeren, maar het zal de Federal Reserve Banken
aangenamer zijn, wanneer de betrokken bank genoe-
gen ndemt met een toezegging, dat de Eed. Res. Bank
desveriangd de leening te allen tijde zal overnemen,
en in ieder geval een bepaald deel van het risico, -daf
aan de leening is verbonden, overneemt.. De Eed. Res.
banken zullen niet meer dan 1
á 2
pCt. rente berke-
nen voor het verleenen van een deielijke garantie;
op ten hoogste
80
pCt. van de door banken vèr-strekte
leenin’gen kan echter op deze
wijze
door de Eed. Res.
banken -de garantie wordén overgenomen.
Wanneer -de Eed. Res.
–
bank een deel van -de leenin-g cliscon’teert, ‘brengt zij
3
pOt. rente in rekening voor
het
–
bedrag, waarvoor de ‘bank garant ‘blijft en
4-4%
pOt. voor dat deel der leening, waarvan zij het rizico
draa-gt.
In het algemeen zullen de Eed. Reserve Banken
geen bijzondere eischen aan ‘deze leen’ingen stellen, b.v. voorkeur ‘boven andere schulden. Zij venschen
geen algemeene technische regelen te stellen, maar in
1)
Zie Economisch-Statistisch Kwartaalbericht van 25
Juli, 1934, blz. 670.
ieder geval, wanneer er een ‘gezonde ‘basis voor is,
de credieten te helpen verstrekken. De Federal Reserve
Banken ‘geven er echter de voorkeur aan, dat deze
cre’die’ten door het particu:liere ‘bankwezen worden
verstrekt, zoodat ieder industriëel ‘met zijn eigen
bankier ‘in verbinding
blijft
staan, boven een cred’iet-
verstrekking door de Eed. Res. Banken zelve. De taak
an deze laatste bestaat dus hierin, dat zij het de
particuliere banken mogelijk ma-ken, door het over-
nemen der lecn’ingen of van het risico daarop, meer
bedrijfseredieten dan tot nu ‘toe te verstrekken.
–
MAANDCIJFERS.
EMISSIES IN JULI
1934.
Pro’v. en Ge-meentel. Leeningen
1) ‘:::
. . f 829.067,50
zijnde:
Neclerlaiul
Oom. Utrecht
f
827.000
2)
4 % obi. C 100% % – ……
f
829.067,50
Kerkeftijke Leeningen ……………..,,
70.000,-
f
70.000
Totaal . . . .
,
f 899.067,50
Conversie:
Pr’ov. Noord-Braba’nt
f12.143.000
4 % obi. ii i00%j %..
Prov. Noord-Holland f56.343.000 33 % obl. k 97%j %.
Prov. Utreoht f
4.-158.000
334f % obl. a 98% %.
Pro,’,’. Zuid-Holland
f
1.850.000 3%I,%’o’hI. ic 9834 %.
Cern. Deventer
f4.76O.000
4 % obl.it 100 %.
Cern. Dordreoht f3.096.000 4 % obi. il 100% %.
Cern. Haarlem f6.95O.000 4 % o’bl.
kl
100% %.,’
0-em. Leiden
fZ.200.000
4 % ohl. k 100% %.
Waarvan
f
500.000 recds op insdhrijviiigsvoorw. ge-
plaatst; bovendien conversie
f
16.498.000.
Bovendien:
–
f 5.790.000,— 3-111. Sohatloistprornesseu 5.
f
998,44. –
7.500.000,— 6 ,, – ,, ,, ,, 995,50.
16.282.000,— Schatkistbiljetteu ……….1.008,77. –
9.208.000,— 3-j.
,,
‘.
,,
1.015,-
19.864.000,— 5-j.
,,
.
,,
1.013,–
De Kerkelijke Leening’en ‘zijn als volg-t onderverdeeld:
Route Eniissie- Guldens voet
koers
pOt. – pOt.
Oer. Kerk v. Arnsterdam—Nieu-
wendam …………………..20.000 – 4% ‘
1.00
Huipver. v. G-ei’. Schoolonclerw. te –
–
Scheven’in-en
……………..50.000
4%’
100
Emissies in
1934.
Obligatiën
Aandeelen
Totaal
Januari
f
5.985.000,—
–
f
5.985.000,—
–
Februari,,
1.935.375,—
—
1.935.375,–
Maart
.
,,
4.167.375,—
—
‘4.167.375,-
April..,,
11.500.625,—
–
,, 11.500.625,—
,,
3.556.380,—
–
Mei
…..
2.916.380—
f
640.000,—
Juni
..,,
7.072.000,—
7.072.000,-
Juli
…..
899.067,50
–
.
,,
899.067,50
–
f
34.475.822,50
f
640:000,—
–
f 35.115.822,50
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
–
1
Mei 1933
II
Mei 1934
Giro’s
(eenzijdige ver-
melding)
Girobetalingen aan:
,
Iii
rnioenenl
1 Aantal
–
(1
In
Imiiiioenenl
1
Aantal
_
____
gemeente-instellingen
f
75.4
51.823
f
65.9′
51.241
,,
21.7
173.597
,,
19.2
168.030
Geldonrzet.
,,
5.6
8:864
,,
5.4
8.584
l)artiCulieren
., ……
Betalingen ……….
,,
8.6
35.301
,,
8.3
37.544
Ontvangsten ………
Part.rekeninghouders
,,
40.1′
49.515
2
,,
28.2
1
51.938
2
Gelden voor ijaar vast
.
hebben gedeponeerd
10.8
4.376
2
,,-
10.-
3.978
2
1)
Gemiddeld saldo te goed.
)
Einde
der maand.
798
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5
September 1934
OVERZICHT VikN DE
INDISCHE
MIDDELEN.
OVERZICHT DER OPBRKNGSTEN TAN HET
(In duizend
Guldens)
STAATSBEDRIJF DER P.T.T.
MEI 1934.
Omschrijving
1
Mei
ii
Eerste vijf
nind. 1934
Eerste vijf
mnd. 1933
Omschrijving
1
Werkelijke
opbrengst
Mei 1934
1
1
Meer of minder dan
1
Belastingen.
Invoerr.
mci.
Landsgoed.
5
4.908
33
19.933
22
–
19.467
Mei 1933
1
Begrooting
_________________
Posterijen
…….
Telegrafi’
…….
Telefonie ………
Postchèque- en
Girodienst
….
___________
f
2.972.960
,, 363.694
,, 2.091.207
,,
247.906
_________________
f
44.916
–
,,
24.562
42.404
-,,
16.202
___________
–
f
63.540
—
,,
31.594
-f–
,, 138.107
+
,,
17.606
Uitvoerr.
mci.
Landsgoed.
Accijns op gedistilleerd
. .
bier
……….
petroleum, enz.
lucifers
tabak
………
450
74
2.76
290
643
1.619
}
42
11777
1.161
3.344
947
228
11.895
1
1.380
3.874
suiker
592
2 590
–
Totalen ……
.f
5.675.767
f
46.556
f
123.767
1+
1+
Andere ontv. 1. U. en A
20
175
100 765
80
846
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam 01)
Personeele belasting
257 1.173
1.333
3 Sept. 1934 voor
teiegrafi8che
uitbetaling op:
Inkomstenbel. en
Crisisb
Vennootschapsbelasting
.
3.308
1.142
13.294
5.111 12.074 6.211
__
Gulden per
Pan
Koers
1
disconto
Statistiekrecht …………
Couponbelasting
Vermogensbelasting
Recht van openb. verkoop
Oversohr. van vaste goed
Recht v. sice. en overgang
Verg. speel- en dobbeltafels
Slachtbelastingen
Bijzondere bel. buitengew.
Landelijke inkomsten
Belasting op loterijen …
Motorvoertuigenbel.
Java en Madoera
Motorbeiasting i.d. R. GeW
Opgeheven belastingen
.
..
67
86
687
196
502
171
20
7
431
2
9
2.174
81
183
67
177
415
3.458
653
3.079
731
82
56
2.108
10
27
6.860
424
635
272
5
–
721
3.531 968
3.282
699
178
,
39
2.180
34
10
6.353
605
325 224
–
1
Europa
Londen *)
Brussel
*)………….
Berlijn )…………..
Parijs
*) ……………
Sofia
Istanbul ……….
£
100 Mark
100 Franc
100
Belga
100
Franc
100 ,,
100 Kronen 100 Schilling
100 Pengö
100 Lei
100 Leva
100 Dinar
Turksch
£
100 Drachme
100 Lira
100 Peseta
12.10
8
59.26
9.747
34.59
–
48.-
–
35.-
43.51
1.4880
1.79
7
4.379
10.93
3.23
13.09
48.-
7.26
57.85
9.734
34.65
6.93
48.21
6.134
27.75 43.15
1.48
1.824
3.374
1.174
1.40
12.67
20.18
0/
2
4
24
24
2
34
44 44
6
7
64
7
3
6
Pachten
………………
Zegelrecht
…………….
Hoo.fd.geld
…………….
Totaal
Mo-nopolie.
Opium excl
opiumfabriek
046
993
1.652
..
80.252
4.606
4.518
7.324
77.505
5.351
5.806
6.474
Luxemburg
……….
Zti
rlc
h*)
.
….
Praag ……………
W
eenen
*) …………
Boedapest
…………
Boekarest
………..
Athene
…………..
Belgrado.:::
………
Kopenhagen
)
Escudo
100 Kronen
100
,,
100
,,
100 IJsl. Er.
…
2.684
66.67 66.67 66.67
‘66.67
0.064
32.45
36.50
37.45 32.75
54
24
24
24
Totaal
Milaan
………….
Madrid
………….
100 Zloty
27.91
27.95
5
T’
16.448
17.631
Verponding
……………
Pandhuizen ……………
Zout
…………………
Producten.
Kina en Thee
…………
Landsèaoutchoucbedrijf
•
Boschwezen ……………
Banka.tjn …………….
Steenkolen …………….
Totaal
Bedrijven.
Havenwezen
…………..
Baggerdienst
………….
Waterkracht en Electricit
Lanclsdrukkerij
Post-, Telegr.- en Tel.dienst
Spoor- en Tramwegen
Totaal
Diverse middelen.
Winstaandeel ,,Billiton”
Winstaandeel Jav. Bank
Afstand van grond
Mijnconcessies
…………
Boeten
en
verbeurdverkl
Leges en salarissen
Heft. t.z.v. gesi
werkover.
Opbrengst d
Weeskamers
Kadaster
……………..
Ontv. Gevangeniswezen
16
220
521
2.812
520
144 1.041
2.600
10.718 2.059
137,
481
2.700
5.463
2.142
Lissabon …………
Reickjavick
……..
Stockholm
)
………
Oslo
*)
………
Warschau
……….
.
Kovno (Litauen)
Riga (Letland)
Tallinn (Estland)
Moskou
…………
llelsingfors
………
Danzig
…………
Amerika.
New-York *)
Montreal
………
Mexico
Buenos Aires::::
La Paz (Bolivia)
Rio de Janeiro
Valparaiso ………
Bogota(Columbia)
8)
Quito (Ecuador)
Lima (Peru)
…….
Montevideo (‘Urug.)
Caracas (Venezuela)
San
Jos4 (C. Rica)
Guatemala ……..
Willemstad (Curaç.)
Managua (Nicar.)
8)
San Salvador
8)
Azië.
100 Lita
100 Lat
100 Estl. Kr.
100 Finnmrk.
Tjerwonets
(10 Roebel)
100 Gulden
$
Canad.
$
Mex. Dollar
Peso (papier)
Boliviano
Milreis (pap.)
Peso (papier)
Peso
Sucre
Sol
Peso
Bolivar
.
Gulden
Colon
Quetzal
Gulden
Cordoba
Colon
24.88
48.-
66.67
6.264
12.80
48.42
146.944
2.4878
1.24
1.0568′
0.9080 0.8075
2
0.30
2.42
0.49e
0.69
7
2.5725
0.4795
1.-
–
2.484
1.-
2.484
1.2440
24.75
48.-‘
41.-
3.214
12.85
e
.
48.40
1.454 1.484
0.404
0.40
0.354
0.10
0.15
0.824
0.12
0.334
0.604 0.364
1.004
–
1.414
1.014
–
0.574
6
54-6
54
44
3
14
6-7
4.089
522
163
212
63
1.789
2.607
16.562
5.533
814
].12’l
306
8.823
12.318
10.923
940 1.145
396
9.920
13.921
5.356
– –
304
45 74 32
4
29 21
218
28.915
.
–
–
2.112 270 366
164
17
211 106
082
31.257
– –
1.482 203 359
168 39
316
124
1.290
Afkoop heerendienst. B.G.
Schoolgelden
…………..
Gntv ziekeninricht. ena.
IJk van maten en gew.
Verk. en verh
van huizen
Ontv. waterleidingen
79
374
124
68
136
44
202
249
137
295
1.981
374 250
758
176
1.041
1.189
940
598
2.163
308
223 855
163
1.019
1.152 513
Paramaribo
…….
Calcutta ………..
Batavia
………..
Shanghai
………
Singapore ………
Manilla ………..
Teheran
4
)(Perzië)
Rupee
Gulden I.G.
Yen
Dollar
Dollar
..Straits DolI.
Phil. Peso
Pahlavi Baht
..
0.91 100
1.24
1.4125
124
– –
0.544
1.0071
0.434 0.574
0.52
0.854 0.794
9.25 0.67
34
4
3.65
Bakengelden
…………..
Loodsgelden
…………..
Allerlei
………………
•
Totaal….
Recapitulatie
.
Totaal belastingen ………
monopolies
……..3.591
producten
……..
bedrijven
……….5.356
diverse middelen
Kobe
………….
Hongkong ………
Bangkok ………..
Afrika.
Kaapstad
Alexandrië ……..
..4ustralië.
Melbourne, Sidney
en Brisbane
•
Nieuw Zeeland
£
.Egypt.
£
£
£
12.104
12.42
12.104
12.104
7.25
7.444
5.81
5.854
34
2.140
19
.
323
.4.08,9
2.140
.
11.241
.
80.252
16.448
16.562
28.915
11.241
10.975
77.505
17.631 10.923
31.257
10.975
Totaal generaal
‘)Goudpeso. 2)Milreis Goud.
8)
Zichtkoers.
4)
Munteenheid
S)
Not, te
=
Rial (= een
A’dam.
0v.
Kran.)
not, part.
opg.
34.499 153.418 148.291.
5 September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
799
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
Ned (Disc Wissels.
24 19Sept.’33
Lissabon …. 54
8Dec.’33
Bk
Bel.Binn.Eff.
3
19Sept.’33
Londen ……2
30Juni’32
Vrsch. in R.C.
3
19Sept.’33
Madrid ……6 26
Oct.’82
Athene ……….
7
14Oct.’33
N.-YorkF.R.B. 14
1Feb.’34
Batavia……….
4
1 Juli’34
Oslo
…….. 34
22Mei’33
Belgrado
……..
64
16Juli’34
Parijs
……
2431 Mei’34 Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
……
3425 Jan.’33
Boekarest ……..
6
5Apr.’33
Pretoria
….
3415 Mei ’33
Brussel ……….
24
28Aug.’34
Rome……..3
11Dec.’33
Budapest ……..
44
17Oct.’32
Stockholm
.. 24
1Dec.’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
.
..
.
3.65
2 Juli’33
Dantzig
……..
3
6Mei’33
Weenen ……
44S7Juni’34
flelsingfors ……
44 20
Dec.’33
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
•…
24
1 Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22 Jan.’31
OPEN MARKT.
1934
1933
,JJ__1914
1 Se
t
•
21Aug.11 20/25
13/18
28 Aug./
29 Aug./
20124
Sept.
Aug. Aug.
2Sept.
3Sept.
Juli
Amiterdm
Partic.disc.
9
116 116
9
;14
–
18
518
31
4
-111
4
1
14
1
13
3
1
19
-1
1i6
Prolong.
–
1
1 1
1
1
2114314
Londen
Daggeid.
. .
3
/-1
3
14-1
3
14-1
3
141
1/4_1 1
j2-I
1
3
142
Partic.disc.
3
14
1
116
3
14_
13
11
3
14_
I3
11
13
116
71
1
_11
11
!ia_
13
/i
4
1
1
3
1
Berlgn
Daggeld. i.
41_53(
g
41(551
4.561
4
4-5
1
1s
4518-6
531_7
–
Maandgeld
4
1
12-6
4
1
;26
4
1
12-6
4
1
11-6
4
1
12
-6 5-6
1
1
–
Part, disc.
331
4
33
4
331
331
4
3718
4
1
12
2
1
18-
1
12
Warenw.
. .
4..11
411
4.1/
4_114
411
511
2
–
We,.’ York
Daggeld
1)
1 1
1 1
14-1
2-
1
14
1
1
14-2
1
1,
Partic.disc.
3/
3/
16
31
3
116
112_518
7
18
–
1)
Koers van 31 Aug. en daaraan voorafgaande weken tlm. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a
New
Londen
Berlijn Parijs
Brussel
Batavla
York)
0)
.
)
)
0)
1)
28 Aug. 1934
1.46′,’,
7.38%
57.524
9.744
34.69
1007
/11;
29
,,
1934
1.451,
7.3511,
57.80
9.744
34.65
10071,,
30
,,
1934
1.451
1
,
8
7.33
57.92k
9.744
34.66
10071,,
31
,,
1934
–
–
–
– –
–
1 Sept. 1934
1.459,,
7.25%
58.-
9.744
34.664
10071,
6
3
,,
1934
1.45s, 7.26
57.85
9.734
34.65
10071,,
Laagste.d.w’)
1.45%
7.25
57.40
9.734
34.60
100
Hoogste dw
1
)
.1.46% 7.39
58.15
9.744
34.70
100%
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Data
Zwit-
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
S)
1)
rest
1)
*0)
*0)
28 Aug. 1934
48.22%
–
6.13
1.48
12.68
20.18
29
1934
48.22
–
6.13
1.48
12.68
20.18
30
1934
48.24
–
6.13
1.48 12.68
20.19
31
1934-
–
– –
–
–
1 Sept. 1934
48.24
–
6.13
1.48
–
–
3
,,
1934
48.21
–
6.13
1.48
12.67
20.18
Laagste d.w
1
)
48.15
–
6.10
1.45
12.624
20.10
Hoogste d.w
1
)1
48.27%
28.-
6.15
1.50
12.71
20.30
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52
D a a
St ock-
Kopen-
5
0
)
o
i *
Hel-
Buenos-
Mon-
holm
0)
hagen*)
f5or”s2)
Aires’)
!Te0)
28 Aug. 1934
38.124
33.024
37.124
3.26 40%
1.50
29
1934
38.-
32.90
37.-
3.25
40
1.50
30
1934
37.80
32.75
36.824
3.24
40
1.491,’,
31,,
1934-
–
–
–
–
–
1 Sept. 1934
37.55
32.45
36.55
3.23
40
1.49
3
,,
1934
37.45
32.45 36.50
3.21
3971
8
1.48%
Laagste d.wl)
37.30 32.20 36.30
3.20
39% 1.48%
Hoogste d.w
1
)
38.30
33.25
37.30
3.28
41
1.50%
Muutpariteit
166.671
66.671
66.671
6.266
953%
2.4878
*
Noteerins te
Amsterdam.
Not, te
Rotterdam.
11
Part.
onaave.
In ‘t ls[e of 2de No. van iedere maand komt een oveizicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Coble).
Data
Londen
(2 per £)
Parijs
($ p. lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
1 Amsterdam
($ p. 100 gid.)
28 Aug.
1934
5,0651,
6,69
,
18
39,70
68,70
29
,,
1934
5,03% 6,69% 39,85 68,69
30
,,
1934
5,01% 6,691/,
39,50
68,69
31
,,
1934
4,99%
6,6951,
39,92
68,76
1
Sept.
1934 4,98%
6,69%
39,92
68,76
3
,,
1934
–
–
–
–
4Sept.
1933
–
–
–
–
Muntpariteit.,
4,86
.
23.81%
.
40’1,
6
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen Noteerings-
eenheden
18Aug.
1934
25
Aug.
1934
27
Aug.!
1
Sept.’34
Laagsteilfoogsie
1
Sept.
1934
Alexandrië..
Piast.
p. £
97%
97
1
i
97
1
18
975f,
97
Athene
….
Dr.
p.0
525
520
515
520 515
Bangkok….
Sh.
p.tical
1110’1
8
111011
8
1110I1
8
111i1
2
111011
s
Budapest
..
Pen. p. £
17
17
16%
17
16%
BuenosAiresi
d.
p.$
2911,
6
2911
5
2911
8
30
2934
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
11611
16
1166116
1161182
1/6
3
!
32
11611,,
Constautin.. Piast.p.
620
615
605 615
605
Hongköng
..
Sh.
p. $
1/61
16
116% 116%
1/711
8
11671
8
Kobe
…….
Sh.
p.
yen
112k
112%
1/2%
11271
t
,
1121/,
Lissabon….
Escu. p. £
110’1
8
110’1.
109%
110%
11011
Mexico
….
$per
18
18
17%
1834
18
Montevide0
2
)
d.perc
19 Y
4
19 19
20
19%
Montreal
..
$
per
£
4.97’1
8
4.92
4.88
4.9234
4.88%
Riod.Janeiru3
d. per Mil. 3e,,,
3sf,,
3’j,
3%
3
3
/3e
Shanghai
. .
Sh.
p.
tael
11434
1/41i/,,
1/431,
11531
5
1/51
8
Singapore
..
id.
p. $
214
5
1
32
214
5
1,.
214i1
1
,
2/4%
21451
33
Valparaiso
4).
$
per
£
–
–
127
1
18
5
127
1
1
8
127
,
1
8
Warschau
..
Zl.
p. £
26
1
1
8
2681
8
25%
12611
5
2611
16
1)
Officiëele noteering 36
1
12 laten.
1)
Id. vanaf 4 Aug.
38
3
14,
vanaf
22 Aug. 38
7
18, vanaf 24 Aug. 39, 29 Aug. 39
1
1,, 30 Aug.
39114,
31 Aug.
39
5
1s.
3) Id. 411
4.
4) 90 dg.
5)
Vanaf 28 Aug.
laatste
export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS )
Londen’) N.Yorkt) Londen
28 Aug. 1934..
2151
16
;495,’
8
28 Aug. 1934….
139/14
29
,,
1934..
2151
1
,
491
8
29
,,
1934….
139144
30
,,
1934..
21″1,
0
4981,
30
,,
1934….
140/3
31
,,
1934.,
2111
8
,
49
1
18
31
,,
1934….
140,114
1
Sept. 1934..
21111,,
4951
5
1
Sept. 1934….
14015
3
,,
1934..
21″,’,6
–
3
,,
1934….
14117
4 Sept. 1933. .
18’1
8
–
4 Sept. 1933….
1311_
27 Juli
1914.,
24811
16
59
27 Juli
1914….
84/10%
1)
in pence p. oz.stand.
1)
Forelgn sllver In $c. p.oz. line.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘s
RIJKS KAS
Vorderingen.
1
23Aug.1934
/
30Aug.1934
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank……………….
f
41.279.350,58
f
21.091.422,32
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten ,,, 239.749,58 5.755,79
Voorschotten op ultimo Juli 1934 aan
de gem. verstrekt op aan haar uit te keerenhoofds.derpers.bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en dergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
–
–
Voorschotten aan Ned.-indig ……… .267.964.130,48 ,,268.406.472,33
Id. aan Suriname ………………….
….12.395.103,82
,, 12.439.238,70
I
d. aan Curaçao ………………….
….2.124.410,43
;,
2.185.473,42
Kasvord. weg. credletverst.a/h. bultenl. ,, 112.145.861,04 ,, 112.850.378,71
Daggeldleeningen tegen onderpand ..,, 1.000.000,-
1.000.000,-
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen
30.225.651,51 • 29.651.032,90
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
–
–
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
……..17.940.224,95 ,, 18.095.224,95
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……45.014.682,15 ,, 43.082.536,77
Verplichtingen.
Voorschot door De Ned. Rank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten In omloop ………
.f453.539.000,- f 453.459.000,-
Schatkïstpromessen in omloop …….
…97.540.000,- ,, 97.540.000,-
Zilverbons in Omloop …………….
….1.321.387,- ,, 1.319.421,-
Schuld op ultimo Juli 1934 aan de
gem.weg. a. h. uIt te keeren hoofds. d.
pers: bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. aism. opc. op die
bel, en op de verm. bel……………….236.680,39
236.680,39
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.’) ,, 13.682.932,70
13.714.568,81
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’) ..,, 103.300.781,36
104.236.697,76
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …….,,
61.869,63 ,
61.869,63
Id. aan diverse Instellingen’) ………..52.719.107,80
53.280.397,80
‘) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
Vorderingen:
f
319.000,-
f
1.682.000,-
Saldo Javasche Bank………………
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas
–
–
waaronder Muntbiijetten ………..
–
–
Verplichtingen:
Voorschot ‘sRijks kas e. a. Rijkslnstell.
,267.6i1.000,-
,277.119.000,-
Schatkistpromessen
………………
.
1.370.000,-
1.750.000,-
Schatkistbiljetten
………………..
……
,,
11.370.000,-
–
…1.750.000.-
–
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.,,
…
1.746.000,-
1.746.000,-
Muntbiljetten in omloop
………………..
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,
1.413.000,-
,,
1.346.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
– –
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
”
latte
Andere
opeischb.
schulden Discont.
11 Aug.
1934..
726
1.050
623
576 1.690
4
,,
1934.,
725
1.203
620
575
1.705
28 Juli
1934..
734
1.113
590 576 1.683
21
1934.,
715
1.041
588
578
1.682
14
1934,.
715
1.090
414 572
1.692
5
Juli
1914.,
645
1.100
560
735
396
1) Sluitp. der activa.
GRANEN EN ZADEN
TTJINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
GERST
64165 K.G.
LIJNZAAD
DRUI VEN
TOMATEN
VROEGE
AARD-
RUND-
VLEESCH
VARKENS
VLEESCII
Plata loco
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
loco
Black
Alicante
A per K.G.
APPELEN
(versch)
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’damlA’dam
R’damlA’dam
loco Rotter-
damA’dam
R’damiA’dam
per K.G.
Wcstland
p
100 K.G.
Gom.v.3kw.
100KG.
per
per 100 KC
per
loo
K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per2000K.G.
per 1960 K.G.
Westiand
Groote-
Rotterdair
3)
_
4)
broek
Rotterdam
II.
0
1
0
t’.
01
t!.
0
16
(1.
lig
fl.
1
10
,
01
1925
17,20
100,0 13,07
6
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
–
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
‘-
–
1927
14,75
85,8
12,470
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
–
–
–
1928
13,475
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
—
0,80
100,0
20,
100,0
4,93
100,0
93,
100,-
–
77,50
10
1929
12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 0,64 80,0
16,
80,0
3,15
63,9
96,40
103,7
93,125
12
1930
9,67
5
56,3
6,226 47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 0,62 77,5
20,
100,0
4,12
83,6.
108, 116,1
72,90
9
1931
5,55
32,3
4,55
34,8 84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49
61,3
14,50
72,5
4,95
100,4
88,
94,6
48,-
6
1932
5,225 30,4
4,626
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7 137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57,5
1,69
34,3
61,
65,6 37,50
4
1933
5,02
5
29,2
3,55
27,2
68,50
29,6 70,00
30,0
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21
411
0,85
17,2
–
52,
55,9 49,50
6
Jan.
1932
5,05
29,4
5,076 38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
S
Febr..
5,30
30,8
5,076
38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
—–
68,-
—–
73,1
34,-
4
Maart
5,52
5
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
4
April
5,65
32,7
6,225
47,6 88,75 38,3
/124,50
52,8
135,25
29,2
63,-
67,7
28,-
3
Mei
5,60
32,6
5,30
40,5 78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
——
63,-
67,7
26,-
3
Juni
5,225
30,4 4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
————————
67,-
72,0
34,-
4
4,90 28,5
4,-
30,6 78,75 34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
15,50
77,5
————————
2,07
42,0
64,-
68,8.
35,50
4
Aug.
5,20
30,2
4,07
5
31,2
77,50 33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
0,56 70,0
8,
40,0
1,31
26,6
62,-
66,7
40,50
5
Sept.,,
5,476
31,8
4,20
32,1
78,50 33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
0,37
46,3
5,50
—–
–
–
–
—
–
–
–
–
–
27,5
55,-
59,1
42,50
5
Oct.,,
5,25
30,5
3,92
5
30,0 74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
0,30 37,5
17,
—–
–
–
–
—
–
–
–
–
–
85,0
51,-
54,8
44,-
S
Nov.
•
4,90 28,5 3,90
29,8 71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
53,-
57,0
46,-
5
Dec.
4,720
27,5 3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
—–
–
–
–
–
–
–
–
–
—
53,-
57,0
46,-
5
Jan.
1933
4,95 28,8
3,75
28,7
73,00
31,5.
75,25
31,9
136,50
29,5
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
—
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
–
—
50,50
54,3
44,75
5
Febr.,,
4,775
27,8 3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
49,25
53,0
45.-
5
Maart
,,
5,05
29,4
3,82
5
29,3
73,50 31,7
76,25 32,3
130,50
28,2
46,50
50,0
46,
–
S
April
,,
5,15
29,9 3,75 28,7
72,75
31;4
71,25
30,2
129,50
49,50
53,2
48,25
8 Mei
,,
5,40
31,4
3,776
28,9
70,50
30,5 73,25
31,0
146,75
31,7 52,25
56,2
49,-
6
Juni
,,
5,25
30,5 3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
28,0
–
—
—
–
–
–
—
—
—
51,25
55,1
48,-
6
Juli
5,82
33,9 3,85 29,4
64,25
27,8 78,00
33,1
176,25
38,!
13,55
67,8
0,83
16,8
49,25
53,0
48,50
8 Aug.
5,30 30,8
3,55
27,2
61,25 26,5 67,75
28,7
161,50
34,9
0,41
51,3
8,
40,0 0,86
17,4
49,
52,7
49,25
6
Sept.
4,95
28,8
3,476
26.6
61,00
263.
65,25
27,6
159,00
34,4 0,25
31,3 2,70
13,5
50,25
54,0
54,-
6
0ct.
,,
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25 26,0 63,50
27,0
141,25
30,5 0,27 33,8
8,60
43,0
56,25
60,5
54,25
7
Nov.
,,
‘Dec.
4,55 26,5
2,95
22,6
74,50
.
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
—
–
–
—
—
—
–
–
–
–
–
–
59,50
64,0
54,375
7′
4,57
.
26,6
3,30
25,3
73,50
31,7 59,25
25,1
154,50
33,4
—————
—
–
–
—
–
–
–
—
–
–
–
—
60,75
65,3
53,50
6
Jan.
1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
—-
–
–
–
—
–
—-
–
–
–
—
–
–
—
–
–
–
—
–
–
–
—
62,50
67,2
53,75
6!
Febr.,,
3,40
19,8
2,77
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
—-
–
–
–
—
–
—-
—
–
–
63,-
67,7
53,50
.6!
Maart
3,25
18,9
2,72
5
20,8 70,75 30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
61,75
66,4
50,50
8
April
3,20
18,6
2,705
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
—-
–
—-
—
—-
—
–
–
63,50
68,3
49,12
5
6
Mei
3,32
5
19,2
2,876
21,9
62,00 26,8
63,00
26,7 154,50
33,4
—-
–
—-
—
—-
—
–
–
65,75
70,7
47,50
6
Juni
3,67
5
21,4
3,17
5
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7 156,50
33,8
—-
–
—-
—
—-
—
–
–
—-
–
—-
—
—-
—
–
–
63,25
68,0
43,75
S
Juli
3.80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75 33,4
151,25
32,7
–
–
8,28
—-
–
–
—
—
—-
—
–
–
—-
–
—-
—
—-
—
–
–
41,4
3,52 71,3
63-
67,7
44,62
5
5
Aug.
,,
4,376
25,4 4,275
32.7 83,25 36,0
93,50
39,6
159,25
34,4
0,35
43,8
5,89
—-
–
—-
—
—-
—
–
–
—-
–
—-
—
—-
—
–
–
29,5
2,93
59,4
63,56)
68,8
43,30
6
)
5.
al
,,
,,
4,20
24,4
4,30
32.9 84,00 36,3
97,00
41,1
155,00
33,5 0,29 36,3
2,-
10,-
2,35
47,7
62,80 67,5
43,50
5′
3 Sept.,,
4,10
23,8
4,35
33,3 79,00
34,1
92,00 39,0
149,00
32,2
‘1 Men zie voor ue toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 19307415 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23 MeI 1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada. 4)
Canada. Van 19 Seot.’32 tot 24 luli ’33 62163 K.G. Z.-Rus. 51 De iaRrgemiddplclen ,iin hri,,’nrl ,,it d n,i,ld,’irI,. nriin Anril M,i I,,,, .,.n h+ h+.’
MINERALEN
.
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE
.
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
bunkerkolen, Mid. Contin. Cr’ide Gulf exp
–
__________
gekamde
Australische,
HUIDEN
SALPETE
onezeefd f.o.b.
tim
64166
0
Sets. per
Middling
locoprijzen
F.0. F.
Sakella-
0.
F. No.
1
u.straFh
,
,
M
1ering.
ru’
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gld.per
100 KO.
R danijA’dam
i000
K.G.
per
5.
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
rides
yomra
Liverpool
oco
er
a
i
b
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto per Ib.
Liverpool
Bradtord per Ib.
1925
f1.
10,80
01
100,0
$
1.68
01
100,0
Sets.
14,86 0
10
100,-
Sets..
23,25
0,
100,0
pence
29,27
0j
100,-
pence
9,35
01
100,-
pence
55,00
Olo
100,0
pence
29,50
0
(0
100,0
f1.
34,70
100,0
0
10
12,-
lOf
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30 67,4
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46
82,0
11,61
9(
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
9f
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98
67,2
20,00
–
86,0
19,21
65,6
7,51
80.4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,!
11,48
91
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9
25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
81
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
8
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
(.
37,0 7,33
25,0
3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51
1933
7,00
64,8 0.45 26,8
3,61
24,3 6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51
Jan.
1932
8,25 76,3
0.71
42,3
5,25
35,3 6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
55
Febr.,,
8,25 76,3
0.71
42,3
4,925
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
6(
Maart
8,35
77,3
0.71
42,3
4,625
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61
April
8,65
80,1
0.86
51,2.
4,34
29,2 6,25 26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25
26,7
7,40
61
Mei
8,30
76,9 0.86
51,2
4,25
28,6 5,80 24,9 4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88 25,6
7,40
61
Juni
8,25
76,3 0.86
51,2 4,25 28,6
5.25 22,6
4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9ç
25,9 7,40
61
Juli
8,10
75,0 0.86
51,2 4,25 28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8 9,75
28,1
–
–
Aug.,,
7,80 72,2 0.86
51,2
4,30
28,9
7,35
.
31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
34,6
5,70
4
Sept.,,
7,75 71,8 0.86
51,2 4,375 29,4
7,75
33,3
6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
45
Oct.,,
7,65
170,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50
28,0
5,68
19,4
3,16 33,8
15,75
28,6
8,50
28,8
40,3
6.-
5f
Nov.
7,40 68,5
0.86 51,2
4,60
31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
34,6
6,10
5(
Dec.
7,25
67,1
0.745 44,3 4,435
29,8
5,95
25,6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50 33,1
6,20
51
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
5f
Febr,
7,20 66,7
0.38
22,6 3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
5f
Maart
7,25
67,1
0.38
22,6
3,87
5
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
5f
April
7,25
67,1
0.37 22,0 3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6.
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
5f
Mei
7,15
66,2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9 8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
5f
Juni
,,
7,15 66,2
0.25
6
15,2
3,02 20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6 9,00
30,5
15,75
45,4 6,40
5f
Juli
7,05
65,3
0.41
24,4 3,33 22,4 7,60 32,7 5,76
19,7
3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
5f
Aug.
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91
31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5
5,80
4/
Sept.
,,
6,85
63,4
0.52
31,0
3,50 23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
4/
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2 6,40 27,5 4,55
15,5
2,48
26,5 20,75 37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90
41
Nov:
,,
6,75 62,5
0.66
39,3
3,72 25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39 25,6 23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95
41
Dec.
,,
6,95
64,4
0.67
39,9 3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5 25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
5(
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66 39,3
3,74 25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
37,5
6,15
51
Febr.
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25 21,9 7,50 32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
37,5
6,20
51
Maart
»
6,25
57,9
0.63
37,5 3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
5,
April
6,30
58,3
0.62 36,9 2,79
5
18,8
6,95
29,9 5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
5f
Mei
6,25
57,9
0.62 36,9
2,88
19,4
6,80
‘
29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
55
juni
»
6.15
56,9
0.62 36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50 32,2
11,50
33,1
6,30
5,
Juli
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,55 32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9 9,00
30,5.
11,50 33,1
6,30
5,
Aug.
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,85 34,0
5,32
18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
.
8,50 28,8
11,75
33,9
5,80 4/
f7
,,
6,10
S6,5
0.62 36,9
2,653)
17,8
7,90
5
)
33,8
5,330)
18,2
2,80
6
)
30,0
16,257)
30,0
8.50
7
)
28,8
11,75
8
)
33,9
5,80
4/
Sept.
»
6,00 55,6
0.621
36,9
2,69
4
)
18,2
5,85
4E
1) Jaar- en maandgem. afger. op
1
18 pence.
5
)1 Sept.
3
)24 Aug.
4
)1 Sept.
6
)31 Aug.
6)
29Aug.
7)
30Aug.
8
)14 Aug.
9)9 Aug.
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
-.
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
T
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
cash
per
Leeu
K.G.
Heffing
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen Locoprijzen locoprijzen
Foundry
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
Londen per
derC
‘
in.
Zui
kaas
Roermond
Londen
Londen
per Eng. ton
Lonaen per
Eng, ton
No. 3 f.o.b.
Mlddlesb.
Eng. t. f.o.b.
per per ounce
Standard
Ounce
Noteering
Centr.
ki. mimerk
p. 100 st.
per Eng. ton
i
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
fine
perSOK.G.
.
f].
910
11T
iE
014
12
o/s
9
Ç
9
0
10
T
OI
o
Sh.
i’
sh.
010
9
0/
0
sh.
O/
nce
O/
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
73/-
100,0
671-
100,-
36.316
100-
8516
100,- 1/
28/16
100,0
89,3
1926.
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.17/6
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,
851-
99,5
1927
2,03 87,9
–
43,30 77,3
7,96
86,7
55.14!-
89,7
24.41-
66,4
290.4/-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.10/-
78,8
851-
99,5
26lj
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
66/-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
/16
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.17/6 68,8
851-
99,5
24
7
/
76,2
1930
1,66
71,9
–
3845
68,7 6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.5/-
54,3
67/-
91,8.
5916
88,8 16.17/- 46,6
851-
99,5
17
1
1116
55,4
1931
1,34
58,0,
–
3130
56,9
5,35 58,3
36.51-
58,4
12.1/-
33,1
110.11-
42,0
55/-
75,3
4716
70,9
11.10/6
31,9
9216 108,2
13
1
/
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70′
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8 8.121-
23,6
97.21-
137,1
421-
57,5
37/-
55,2
9.161-
27,1
1181- 138,0
12
7
18
40,!
1933
0,61
26,4
0,96 20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
.50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124/7/4
145,8
12
3
/9
38,5
an.
’32
1,16
50,2
–
25,75
46,0
4,71
51,3
271416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
j
37,8
4116
56,8
42/-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
137/
9
43,2
1,34
58,0
–
27,75
49,6 3,79
41,3 26.41- 42,2
10.51-
28,1 99.216
37,9
4116
56,8
40/-
59,7
10.-!-
27,6
11916
139,9
14
43,6
rt.
,,
0,98
42,4
–
23,65
42,2
3,425
37,3
24.181-
40,1
9.91-
25,9 96.61-
‘36,8
441-
60,3
40/-
59,7
9.111-
26,4
1141-
133,5
13(
42,8
0,99
42,9
–
19,60
35,0
2,77
5
30,2
23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21
25,2
11013
129.0
13
1
(
40,9
id
0,82
35,5
–
19,65
35,1
2,88 31,4
21.61-
34,3
8-/-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0 9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
/
39,3
III
48,1
–
24,25
43,3 3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91- 32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
/8
39,3
uh
,,
0,96
41,6
0.45
19,55
34,9
3,125 34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42/6.
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161-
135,7
12
3
18
38,5
ug.
,,
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0 3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101.-(-
;38,6
421-
57,5
36/6
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12111
16
39,9
ept. ,,
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2 4,64
50,5
25.81-
40,9
9.1016
26,1 109.916
41,8
421-
57,5
35/-
52,2
11.21-
30,7
11819
138,8
13
40,5
)ct.
•
0,82
‘35,5
0,73 25,50
45,5.
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
r40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
12116 142,1
121/,
38,9
U.
,,
0,81 35,1
0,78
26,50
47,3
6,65
72,4
21.19/-
35,4 8.4/6
22,6
104.7/6
39,9
40(-
54,8
34(6
51;5
10.8/-
28,7
125/9
147,2
121116
38,3
)ec.
,,
0,73
31,6
0,85
22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6
12519
147,2
II’!,
35,8
an.
’33
0,73
31,6
0,89 21,75 38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.8/-
20,3
100.116
1
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218
143,5
11
1
1/
16
36,4
cbr. ,,
0,65
28,1 0,91
20,60 36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2
104.716
39,9
431-
58,9
34/.
50,7
9.151
27,0
12015
140,8
II
L5/16
37,2
lIst.
,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20.-/6
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
43/-
58,9
3417
51,6
11271-
28,6
12015
140,8
I2/18
38,7
pr.
0,54
23,4
1 , –
18,55
33,1
2,07
5
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
43/-
58,9
35;6
53,0
10.8/6
28,8
12011
140,4
1211/
1
8
39,9
lId
0,52 22,5
1,-
21,80 38,9
2,49
27,1
23.6
1
6 37,6
8.61-
22,9
128.1716
.49,2
4116
56,8
3616
54,5 10.13/,.
29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2
uni
,,
0,52 22,5
1,-
23,50 42,0
2,50
27.2
25.71-
40,8
9.41-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
122134
143,0
1311
4
41,2
uil
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.161-
41,6
9.2/-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
35/-
52,2
12.11-
33,3
1231104
144,9
12
7
116
38.7
ug.
,,
0,63 27,3
‘1,-
18,90
33,8
3,575
38,9
24.51-
39,1
8.416
22,6′
145.31-
55,4
411-
56,2
351-
52,2
11.7/-
31,4
125110
147,2
12
37,4
ept.
,,
0,66 28,6
0,95
18;40
32,9
3,91
42,6
22.16/6
36,8
7.16/-
21,4
140.17/6
53,8
3916
54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11
1
/16
37,2
)ct.
,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1/-
35,5
7.14/-
21,1
145.5!-
55,5
3916
54,1
3416
51,5
10.131-
29,4
13111
153,3
117/
37,0
ov.
,,
0,65
28,1
0,90
2080
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
1150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.1916
27,6
128154
150,1 12
114
38,1
)ec.
0,60
26,0
1,-
2040
36,4
5,475
59,6
21.1/-
33,9
7.121-
20.9 153.8/-
58,6
40(6
‘55,5
36/-
53,7
9.19/-
27,5
126/24
147,6
12/16
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8.3916
54,1
36/-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
t,-
21,55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4
9.-/6
24,9
137/1
160,3
12′!,
38,9
Mrt.,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,7!
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7 144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
/8
39,3
A
V,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72 29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0 9.716
25,9
135114
158,0
127h
e
38,7
e
r
i,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41-
32,5
6.1616 18,7 144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9 9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
/16
37,5
Juni,
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4 140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4 8.161- 24,3
137184 161,1
12
1
14
38,1
luhi •
0,40
17,3
t,-
21,50
38,4
281
30,6
18.11/-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137/11.
161,4
12
3
14
39,7
Âug.,
0,43
18,6
t,-
20,90
37,3
332
1
36,2
17.6/- 27,9
6.14/-
18,4
139.7(6
53,2
40/-
54,8
326
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
7
11
0,43
7
)
18,6
1,-
20,
6
) 35,7
3,40
37,0
17.41-
27,7 6.111-
18,0
139.3/-,
53,1
401-
54,8
3216
48,5
8.916
23,4
13914
163,0
13/
40,9
1 Sept.
3,35
36,5
16.1416
26,9
6.61- 17,3
137.1816
52,7
3916
54,1
3216
48,5
8.116
22,3
141(7
1165,6
13/16
40,7
Sept. 1932 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van
n. 1928 Matting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
61 I Â,rn 71 6fl A,,
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
KOtO.’
basis 7″ f.o.b. Zweden!
binnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
f.m.s.
Robusta
Locoprijzen
Standaard
Ribbed Smoked
Witte krhstal-
suiker loco
Afi. N.-1. theev.
A’dam gem. pr.
Finland
per standaard per
per
per
50 K.G. c.l.f.
per 100 K.G.
Rotterdam
Sheets
loco Londen
R’dam!A’dam
K.G.
Java- en Suma-
KG
Grond-
1
stoffen
nhale
pro-
van 4.672 MS.
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederland
Amsterdam
1/
per
K.G.
per Ib.
per 100
trathee p.’/,
.
ducten
7″•’
010
”
0
10
‘
f
0/
jj
i”
f
°/o
cts.
‘
6
10″
Sh.
0
10
‘iE
ii’
cts.
0
10
1925 159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5
100,0
61,375
100,0 2111,625 100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926 153,50
96,1 15,75
101,6
19,50 102,6
49/-
115,3
34-
94,8
55,375
90,2
2/-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0 102.6
1927 160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32:626
90,9
46,875
76,4′
116,375′
51,6
19,12
5
102,0
82,75 97,9 87.5
109.1
1928 151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87′
88,9
49,625
80,9
-/10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
64.6 81.4
1929 146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45/10
107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7
-/10,25
28,8
13,-
69,3
69,25 82,0
81.9
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,62
5
63,1
32
.
52,1
-/5,875
16,5
9,60
51,2
60,75 71,8
60.0,
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5
42,9 25
40,7
-/3
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
40.8
46.6
1932
69,00
43,2 9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
‘36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32′
33,7
28,25 33,4
30.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75 67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,52
5
29,5
32,75 38,7
35.2 34.7
an.
’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7.
1719
41,8
13,12
5
36,6
23
37,5
-12,125
6,0
7,35
39,2
32
‘
37,9
38.5
. 39.1
‘cbr.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05 37,6
30
35,5
38.3 38.3
4rt.
,,
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75 41,1
23
37,5
-11,625
• 4,6
6,25 33,3
31
36,7
37.0
39.1
pr.
,
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7. 2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-11,5
4,2
5,90 31,5 29,25 34,6
36.2 38.0
Ach
,
70,00
43,8 8,50 54,8
15,-
78,9
20/6
48.2
13,25
36,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
5,62
5
30,0
30,25
35,7
35.2
38.1
uni
,
70,00
43,8 8,50 54,8
1
5,-
.
78.9
2016
48,2
12,37
6
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,30 33,6 28,50
33,7
34.2 38.7
uh
,
67,50
42,3.
8,50 54,8
15,-
78,9
20/1
47,3
12,37
5
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
,
28,1
34.3 37.6
ug.
,
63,00
39,4
8,50 54,8
15,-
78,9
20/7
48,4
12,37
0
34,5
24
39,
1
-/1,75
4,9
6,57
5
35,1
22,75 26,9
35.9
37.4
;ept.
,
60,00
37,6
8,75 56,5
15,-
78,9
21
1
2
‘
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-/2,125
6,0
6,52
5
34,8 23,75
28,1
37.0 38.5
)ct.
,,
63,50 39,7
58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,37
5
34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,32
5
33,7
28,50
33,7
30.2
38.7
bv.
,,
63,50
39,7
9,50
613
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9
5.87′
31,3
30,75
36,4
35.3
31.2
)ec.
,
65,00
40,7
64,5.
13,75
72,4
17
1
4
40,8
11,75
32,8 24
39,1
-/1,75
4,9 5,50
29,3 28,25 33,4
34.0 35.7
an.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50 32,1
24
39,1
-11,625 4,6
5,375
28,7
25
29,6
33.2
34.1
‘cbr.
,
70,00
43,8 9,25
‘59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Art.
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6.-
32,0
26,25
31,1
32.4
34.9
pr.
,
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3 9,50
26,5
23,50
38,3
-11,625
4,6
6,07′
32,4
‘27,50
32,5
32.8
34.9
Aei
,
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8 9,50 26,5 23 37,5
-1
2
5,6
6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
uni
,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6 -/2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2
37.5
uli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
-12
625
7,4
5,925 31,6
3350
‘
39,6
38.2
37.4
ug.
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
16
1
5
38,6 8,75
24,4 20,75
33,8 -(2:625
7,4
5,27
5
28,1
35,25
41,7
36.5
35.6
ept.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-12,5
7,0
5,375
28,7
36,75
43.5
36.7
34.6
)ct.
.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62′
21,3
17,75
28,8
-/2,625
7,4 4,90
26,1
42,25
50,0 36.5
33.4
10v.
75,00
46,9.
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8 40,50
47,9
36.4
–
32.7
)ec.
75,00
‘
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,975
22,2
.16
26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3
Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45
20,8′
16,50
26,9
-(2,875
8,1
4,95
4,975
26,4 45,50 46,75
53,8 55,3
36.9 35.9 33.8 35.9
Feb.,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9 7,25 20,2
17,25
28.1
-/3
8,4 26,5
Mrt.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
14/1
33,1
7,-
19,5
17,75,
28,9
–
1
3,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8 35.7
35.2
Apr.,
80.00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14
1
4
33,7
655
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.6
34.5
Mei
•
80,00
50,1
9,25
59,7
‘
11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
.
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
.
–
1
4
11,2
4,20 22,4
4
1
,-
48,5
34.5 33.8
j
uni,
uhi,
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6′
13
1
11
32,7
6,92
5
19,3 16,75
27,3
–
1
4,375′
12,3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
ug.,
75,50
47,3
.
12110
30,2 6,87
5
19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975
21,2 39,75 47,0
33.9
31.4
7
73,50
45,0
12110
30,2
6,87
5
19,2
«16,50
26.9
-14,625 13,0
4,-
21,3
39,759)
47,0
33.8
31.4
Se’t.
73,50
46,0
1216
29,4
6,50
18,1
16,50
26,9
-14,5625 12,8
3,75
‘
20,0
33.4
30.8
B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op Uoudbasls omg.r.k.nd; de Doliarnoteeringen vanaf 20April ’33 zIjn In verhouding van de depreclatle
n dan Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
–
802
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 September 1934
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 3 September 1934.
Activa.
Binnenl.
Wis-1
Hfdbk.
f
22.996.936,98
sels, Prom.,ç Bijbnk.
,,
100.979,07
enz.in disc.(Ag.sch.
,,
3.370.157,13
f
26.468.073,18
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……
Idem eigen portef.
f
1.154.475,-.
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet af gel.
–
1.154.475,-
Beleeningen Hfdbk.
f
102.225.441,221)
incl. vrsch
l
in rek.-crt. Bijbnk.
,,
4.418.444,75
op onderp.
t
Ag.sch. ,, 41.634.163,40
f
148.27.049,37
Op Effecten … …
f
142.683.939,26
1
)
Op Goederen en Spec.
,,
5.594.110,11 148.278.049,371)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
–
Munt, Goud ……
f
102.175.605,-
Muntmat., Goud .. ,, 761.234.299,51
f
863.409.904,51
Munt, Zilver, enz. ,, 22.258.759,94
Muntmat..
. Zilver
–
–.,..
,,
885.668.664,45
2
)
Belegging
1
1
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
…………………….
,,
37.797.305,44
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.970.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
4.789.062,32
Staat d. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S.No.221.)
,,
16.996.491,37
f’
1.126.122.121,13 Passiva.
Kapitaal …………………… ….
f
20.000.000,-.
Reservefonds …………………….
,,
3.807.914,92
Bijzondere reserve
………………
,,
5.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
9.297.836,73
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
921.801.530,_
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
184.906,16
Rek.-Cour. j Het Rijk
f
24.448.263,-
saldo’s:
Anderen
139.606.631,15
,,
164.054.894,15
Diverse rekeningen ………………
,,1.975.039,17
f
1.126.122.121,13
Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
451.065.745,62
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.127.664.360,-
Waarvan aan Nederlandsch-lndig
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99)
……..t 73.789.100,-
Waarvan in het buitenland …………………….
..32.341.466,47
Voornaamste posten in duizenden
zuldens.
1
Goud
1
Andere
i
Beschiki,.
t
Dek-
Data
1
lCirculafiel
opeischb.I
Metaal-
Ikings
Munt
IMunfmat.I Ischuldenl
saldo
Jperc.
3 Sept.’34)1021761
761.234
921.8021164.240
451.066
82
27 Aug.
‘341102176)
761.222
894
.
051
1
188
.
732
1 453.503
82
25 Juli
‘141
65.703)
96.410
310.4371
6.198
43.521
54
1
Totaal
1
Schatkist-
1
Belee_
P’
Diverse
Data
1
bedrag
proniessen
1
ningen
het
b
°
iÎ
‘
tenl.
reke-
discontoslrechtstreeksI
ningen
1)
3 Sept. 19341
26.468
1
–
148.278
P.154
4.789
27 Aug. 19341
26.242
–
1143.734
1.154
6.105
25 Juli
19141
67.947
–
1
61.686 20.188
509
‘)unuer ae acuva.
JAVASCHE BANK.
Data
I
Goud 1′ Zilver I Circulafie
lden t saldo
1Sept.’34
5))
1Ti.990
182.340
33.890
55.498
25Aug.’34
5
)1
141.360 181.640
31.410
56.140
4Aug.19341
113.478
1
28.070
185.034
34.239
53.838
28 Juli 19341
113.478
1
27.726
183.609
33.887 54.205
25 Juli 1914)
22.057
31.907
110.172
12.634 4.842
Data
1
Wissels.
1
t
buiten
1
Dis-
Belee-
Diverse
reke-
Dek-
kings-
1
N.-Ind.
1
conto’s
ningen
ningen’)
percen- betaalb.
tage
1Sept.’34
2
)
1
1.130
060
11.510
66
25Aug.’342)
1
950
72.710 9.480
66
4Aug.1934
1
1.281
13.043.
65
.899 1
56.04
28Juli1934
1
972
9.849 1
54.368
12.748
65
25 Juli1914
1
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1) Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilf.
1
Bankbilf.
Other Securities
Data
Metaal
in
in Banking)
Disc, and securities circulatie
1
Departm.
Advances
29 Aug. 1934
192.336
379.284 1
72.478 5.616
1
9.344
22
,,
1934
1192.217
379.370 1
72.307
5.771
10.284
22 Juli
1914
40.164 29.317
33.633
1
Other Deposits
t
1
Dek-
Data
1
Oov.
Sec.
Public
1
Depos.
Bankers
Other
Reservej kin gs-
–
Accounts
1
perc.’)
29 Aug.’34
1
83.185
1
33.991
1
83.747
1
35.216
1 73.052)
47,7
22
,,
’34
1 84.505 37.393
1 82.100
35.702 72.847
46,9
22 Juli ’14
11.005
14.736)
42.185
1 29.297)
52
) vernouuing tussenen veserve en IJeposals. BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilverl
goed
in h t
Wis
–
1
Waarv.
op
het
Bele-
Renteloos voorschot
buitnl.
sels
buitenl.
n ngen
v.d. Staat
24 Aug.’34
81.759 1
708)
13
5.032 1.110
4.564
3.200
17
,,
’34 81.318
1
1
6901
13
4.585
1.125
4.620
3.200
23 Juli’14
4.104 1
640)
–
1.541
8
769
–
fons
v.
d.I
1
Diver-
1
1
Rekg. Courant
Data
zelfSt.
sen’)
Circulatie
Staat
i
Zelfst.
Pa
rit-
amort. k.
1
1
amort.k.i culieren
24Aug.34
5.913
1
2.267
1
79.971
1
964
1
3.035
1
18
.
1
6
1
17
,,
’34
5.913
1
2.364
1
80.470
1
998
1
3.018 116.869
23 Juli’14
–
1
–
1
5.912
1
401
–
1
943
‘)
Iuitpost acuva.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
1
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij
bai-
1
als goud-
1
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekkin
en
ningen
banken
1)
geldenle
cheques
23 Aug. 1934
74,9 17,0 3,4
3.183,0
66,8
15
,,
1934
75,0
17,0
1
3,3
3.245,9
72,6
30 Juli
1914
1.356,9
–
1
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Actival)
latie
Crt.
Passiva
23 Aug. 1934
408,1
609,2
3.502,0
701,5
1
174,1
15
,,
1934
403,3
621,4 3.594,3 660,4
171,7
30 Juli
1914
330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
,
).UIlUCIdbI.
WO. flCIItCIIUdhlft5.IICIIlC
,
.J
fl5.
•.OJJ.
00, 0′
NATIONALE BANK VAN BELdE.
Data
Goud
Rekg. Crt.
i°’l
2
2
.c
30 Aug.
12.647
68
1 680 68
344
40
3.531
65
242
23
,,
67
680
71
344 40
3.506
79
J 252
rsLDAI
DLCzD’J
ANkÇ
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Other
cash”
2)
Totaal
1
Goud-
Iilzer-
1
disc.
v.
d.
In de
open
bedrag
1
certifi-
caten’)
member
markt
banks
1
gekocht
15Aug.’34
4.985,7
1
4.961,4
1
224,5
1
20,2
1
5,2
8
,,
’34 4.953,9
1
4.929,5
1
220,0
1
20,6
1
5,2
Belegd
1
F.
R.
Notes
Totaal
t
Gestort
Goud-
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data
in
u.
.
Gov.Sec.
in circu-
Kapita1
kings- kings- latie
i
1
perc.S)
perc.4)
15Aug.’341
2.431,5 1
3.102,4
1 4.333,6 1
146,4
1
70,1
1
–
8
‘341
2.431,8
4.292,9
146,6
70,0
–
-,
&JCLC
CCILLIILOLCII WCIUCLI UUUI UC .J.latftat aa,,
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden: F.
R.
Notes en netto depoalto. 4) Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Totaal
Waarvan
Aantal
Dis-
1
1
Data
conto’s
j
Beleg-b,i,/de
1
depo-
time
leen,ng.
en
gingen
i-.
R.
beleen.
t
banks
1
t
sito’s
deposits
8 Aug.’341
5
1
7.827
1.
9.850
1 3.048
1
18.508
1
4.491
1
,,
‘341
5
7.873 9.889
2.953
18.529
4.488
.0 PUDIOI•
VUl
U
UUU. ar.r., ..ca.aS…0
land zijn In duizenden, alle overige posten In milIloen envan de be.
treffende valuta.