S DECEMBER 1930
AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEI’J.
EconomischpwSta* tistische
Berichtén
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN ÔE CENTRALE
COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
1
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
15E JAARGANG
WOENSDAG 3
JiVSTI TUUT VOOR ECONOM l.’CHE OEC11RIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. 7. M.
l
7
errjn Stuart
ECONOMISCII.STAThS’i’JSCÏIE 1JR1C HT1N.
cOMMrSsIE VAN ADViES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. K. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr.
IV. J
Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. É. van lVelderen
Baron Ren gers;
Prof.
Mr. R. R. Ribbius; Jan Schithuis;
Mr. Q. J. Ter pstra;
Prof.
Mr. P. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart.
R.edactcur.Secretaris: H. Al. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
itbonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Isre(ierland f 20,—. Buitenland en Kotoniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens tarief. Administratie van abonnementen en advr-
testies: Nijqh d van Ditmar’& Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Ams/erdatu, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro.
reLening No. 0729.
2 DECEIiBER 1930.
.1 n den toesta uci van de geidmarkt. kwam deze week
weinig veraiiclering. Aanvankelijk werd de vraag naar
cailgeid kleiner, zoodat de rente wder tot
34
pOt.
terugiiep, ninar bij cle maatadwisseling kromp, zooals
gewoonhjk, het aanbod sterk in en kon de rente weder
vrij snel oploopen. Gisteren werd tot 2 pOt. betaald.
Particulier disconto en prolongatie bleven echter vrij-
wel onveranderd ..De noteering voor particulier dis-
con to schommelde tusschen 01e en
. fio
pOt. ; de pro-
EoTlgatierelite noteerde afwisselend 1 ‘4 of 1.34 pOt.
* .*
*
Op de balans van De Nederlandsche Bank geeft de
post binnenlandsche wissels een stijging van
f
300.000
te zien. De beloeningen vertoonen, blijkbaar in vér-
hand met de maandwisseling, een vermeerdering van
f
31,6 millioen.
De goudvoorraad der Bank bleef nagenoeg onver-
anderd. De zilvervoorraad daalde met
f
900.000. De
post papier op het buitenland blijkt met
f
1,5 mil-
lioen te zijn afgenomen, terwijl de diverse rekeningen
op cie actiefzijde der balans een stijging van
f
3,7 mil-
lioen te aanschouwen geven.
l)e biljettencirculatie klom met
f
42,2 milifoen. De
l’okening-courant-saldi vertoon en een vermindering
van ,’ 9,1. m illi oen, waarvan
f
6,2 millioen voor reke-
ning komt van het Rijk en
f
2,9 millioen voor reke,-
o ing van de saldi van anderen. liet beschikbaar me-
ta alsaido verminderde met
f
14,2 millioen. Het dek-
kingspercentage bedraagt ruim 5034
* *
*
DECEMBER 1930
No. 779
Op de wisselmarkt hing dez week een gedrukte
stemming, terwijl de omzetten zich slechts tot het
noodzakelijke beperkten. De koersen fluctueerclen wei-
nig; op het laatst was de stemming iets vaster. De
Pondenkoers kwam van 12.06% op 12.06%; de Dollars
stegen iets meer, nl. van 2.4848 tot 2.4855, doordat de
Dollar in Londen aantrok: 4.8557-4.8548. Fransche
Franes: 9.16% (Ponden tegen Franes 123.60). Belga’s
34.64-3465%.
Zwitsersche Franes waren in den aan-
vang zeer flauw: van 48.16 daalde de koers tot 48.10,
waarop weder een verbetering tot 48.15 volgde. (Pon-
den tegeh Zwitser.sche Franes 215.06-25.08%-
2506%). Ook de Lires waren in den beginne over-
wegend aangeboden; van 13.01 daalde de koers op
12.99, waarop wederom eCu koers van 13.01 werd be-
reikt. (Ponden tegen Li res 92.76-02.85-92.16).
Marken bleven gezocht en stegen van 59.23 tot 59.25%.
(Ponden tegen Marken 20.36%, Dollars 4.1950). T.T.
Indië hooger: 100. Daarentegen Rupees iets lager:
89%. De Braziliaanschè Milreis liep ook weder gelei-
(lelijk aan terug en kwam van 2434 op 2334. Canada-
Dollars lager op 2.48%.
Op de termijnmarkt varen de termijnen iets flau-
wer; het slot was voor 1- en 3-maands Ponden:
en
i’fw_
15
jio,
voor Dollars 15-1334 en 24-22 en
voor Marken 15-14 en 36-34, alles disagio.
LONDEN, 1 DECEMBER 1930.
Geld was wederom schaarsch verleden week, terwijl
de druk op de markt Woensdag zon groot was, dat een
klein bedrag voor een week van de Bank van Enge-
land geleend moest worden. Op Vrijdag en Zaterdag
deden enkele van cie banken aankoopen van wissels in
anticipatie op cle gelclru:imte, die deze weelc Nvel moet
ontstaan door het betalen van £ 50 millioen War Loan
Dividend. Zaterdag, ofschoon de laatste werkdag van
de maand, werd de toestand daardoor dan ook vrij ge-
makkelijk.
Disconto bleef tot Vrijdag vrij vast (2’/ie) met zwak-
keren ondertoon op grond van de te verwachten geld-
ruimte gedurende deze week. De koers liep daarom
op Vrijdag tot 2/32 pOt. terug, terwijl de noteering
heden ongeveer 2-2
5
/32 is hij geringen omzet.
Goud blijft nog steeds naar Parijs afvloeien, waar-
tegenovèr de Bank deze week £ 600.000 in gemunt
goud uit Zuid-Afrika ontvangt, terwijl een remise van
£ 1. millioen uit Spanje pnderweg schijnt te zijn. De
goud remises naar Parijs hebben nog geen meilcbaren
invloed op den Franschen wisselkoers, zoodat nog ver-
dere bedragen zullen. worden verscheept.
1060
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 December 1930
DE ZEESCHEEPSBOUW IN NEDERLAND.
Zijn er te veel werven in ons land?
WT
i
nneer deze vraag nader gepreciseerd wordt door
haar aldus te stellen: is de capaciteit van de onderne-
niingen, die zich in hoofdzaak toeleggen op den bouw
van zeegaande handelsschepen te groot voor de nor-
male vraag naar nieuwbouw, dan zal over het ant-
woord wel geen verschil van nieening bestaan.
Toch loont het de moeite om nader op dit onder-
werp in te gaan.
Getracht zal worden om vast te stellen wat mel1
onder ,,normale vraag” te verstaan heeft, en hoe groot
de werfcapaciteit is die daar tegenover staat; vervol-
gens zullen de prijzen kort besproken worden, en de
finaneiëele resultaten van onze scheepsbouw-indutrie
worden nagegaan.
Ons onderzoek omvat slechts den bouw van ree-
gaande handelsschepen, waarvan het productiegebied
zich beperkt tot Amsterdam, Rotterdam en omgeving,
en Vlissingen. Buiten beschouwing blijven dus de
aanbouw’ van kustvaartuigen (zooals men die in Gro-
ningen vindt), binnenschepen, visscherij-vaartui gen,
baggerwerktuigen, drijvende dokken, constructiewerk
en marinematerieel, al zullen sommige categorieën
soms zijdelings in het onderzoek betrokken worden.
A. De vraag.
Eerst zal worden nagegaan, wat door de Nederland-
sche Zeescheëpsbouw geproduëeerd is, nadat de abnor-
male omstandigheden van de eerste jaren na den oor-
log hadden opgehouden te bestaan. Te beginnen met
het janr 1923 werd weer onder scherpe concurrentie
ingeschreven voor de aanvankelijk zeer schaarsche
orders. Laat men dus enkele oude contracten uit de
voorafgaande ,,boom’ ‘-periode bui ten beschouwing,
evenals de schepen, die door sommige werven voor
eigen rekening op stapel varen gezet, dan krijgt men
– met inachtname van cle begrenzing van ons onder-
werp – het volgende overzicht:
Tabel T. productie over de jaren
1923
tot en roet
1930.
aantal
i3ruto
Prijs in
Jaar
schepen i)
R.T.
1)
millioenen
(begroot)
1923
……………
3
4.953
1.7
1924
……………
18
68.177
22.6
1925
…………….
23
8:3.411
23.5
1926
……………
23
67.707
24.5
1927
…………….
21.
106.711
36.7
1928
……………
37
178.853
69.5
1929
……………
28
103.724
33.7
1930
……………
± 52
± 256.434
107.8
205
870.000
Gemiddeld per jaar
25 h 26 109.000
40.-
‘) Ontleend aan ,,.UIet Schip” en .,Jaarboek voor Scheep-
vaart en Scheepsbouw’.
lIet Centraal Bureau voor de Statistiek geeft ook een
jaarlijksch overzicht van den scheepsbouw laatselijk over
1928.
Hieraan is tabel la ontleend (de gegevens van vôOr
1926
laten nich niet splitsen naar ,,groote vaart” en Kust-
vaart’).
Tabel
In:
Productie over de jaren
1926, 1927
en
192$
volgens liet Centraal Bureau voor cle Statistiek.
Aantal
Bruto
Prijs in
Jaar
schepen
R.T.millioenan
1926
21
57.762
20.5
1927
25
139.956
49.7
1.928
35
148.130
52.8
f[et juiste tijdstip, waarop een schip ,,opgeleverd” of
gereedgekomen ‘ is (vergelijk
de
terminologie van het
Ccntriial Bureau) laat zich dikwijls moeilijk bepalen ook
is niet na te gaan of de begrenziiig van ons onderwerp
geheel gedekt wordt door tie omschrijving .,schepen vom de
groote vaart” van genoemd Bureau.
Telt men echter de oijfers
over 1926-1928
op, dat
zijn
de
verschillen tusschen tabel
.
1
cii tabel la niet groot:
Tabel Th: Totaalproductie over de jaren
1926-1928.
aantal Bruto
Prijs in
schepen
R.T.
uiillioetieii
Volgens tabel
T . . . .
81
353.271
130.7
la
81
345.848
123.-
INHOUD.
Blz.
DE
zEESOFIEEPSISOUW IN NEDERLANI)
door
Ir.
J. W.
Bonebakker
……………………………….
1060
De Belgische begrooting door
Dr. R. van Genechten ..
1082
Het
kleurstoffenkartel van de Duitsche, Fransche
en
Zwitserscbe
producenten
……………………
10
63
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De
Duitsche
landbouwpolitiek
in
het crisisjaar
1930
door
Dr. L. Oberascher………………
106
6
De
Ronde-Tafel-Conferentie aan het werk door
Prof.
Dr.
P.
Geyl
……………………..
i
068
AANTEEKENINGEN:
De
geidmarkt in November ………………….
1069
INOEZONDEN
STUKKEN:
Het maalgebod door
U.
Koopmans …………..
1070
MAANDOIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen
……
1071
Posterijen, Telegrafie en Telefonie
–
………….
1072
Giro-kantoor der gemeente Amsterdam
………
1072
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………..
1072-1078
Geidkoersen.
Bankstaten.
Verkeerswezen. Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Aangezien jaarcijfers voor opgeleverde schepen zijn
verzameld, geeft tabel 1 een ietwat verschoven beeld
van de bedrijvigheid in den scheepsbouw; de vroegere
jaren worden eenigszins onderschat, de latere wat ge-
flatteerd. Voor onze conclusies is dit echter van geen
belang.
In 1930 zijn tot dusver slechts enkele orders voor
nieuwe schepen geplaatst en het laat zich niet aan-
zien, dat er véér het eind viin het jaar nog zullen
volgen. De beschouwde jaren omvatten dus een tijdvak
van betrekkelijke bedrijvigheid, loopende van malaise
tot malaise, dus een conjunctuur-periode. In tabel 1
zijn begrepen de schepen die onder vreemde vlag in
de vaart zijn gebracht. In totaal (over S jaren) zijn dit
48 schepen, metende pl.m. 195.000 R.T. bruto of 224
pOt. van de totale productie.
In hetzelfde tijdvak werden voor Nederlandsche
vidg i:n het buitenland gebouwd eveneens 48 schepen,
metende pim. 119.000 R.T. bruto.
(Deze cijfers vormen een aanwijzing, dat de prijzen
voor nieuwbouw hier en in het buitenlanU – Enge-
land en Duitschiand — niet ver uiteenloopend zijn
geweest).
De nieuwbouw in Nederland voor het buitenland en
die in het buitenland voor Nederland zijn dus onge-veer gelijk geweest; de iatste waS pl.n. 16.000 R.T.
bruto kleiner.
Nederlaridsche reederijen beste&den dus in de jaren
1923 tot en met 1930 in totaal 205 schepen, metende
pl.m. 854.000 R.T. of gemiddeld per jaar 25 h 26
schepen, metende pim. 101.000 R.T.
Onze zeegaande handelsvloot bestond in het beg.in
-van dit jaar uit 652 schepen (stoum- en motorsche-
pen), metende ongeveer 2.586.000 Register Ton bruto;
de gemiddelde ouderdom berekend naar de tonnen-maat, bedroeg 11.4 jaar. De gemiddelde levensduur
kan dus op het dubbele, dat is 23 jaar gesteld worden.
Indien per jaar pl.in. 107.000 R.T. besteld wordt
dan heeft vernieuwing in 24 jaar plaats.
Deze cijfers stemmen goed overeen, en de conclusie
is gewettigd, dat in het beschouwde tijdvak een nor-
male vraag naar nieuwbouw bestaan heeft.
B. Werf capaciteit.
P
e i tabel 1 ‘ermeide schepen zijn gebouwd door
22 verschillende ondernemingen; dit aantal is door
het tot stand komen van de combinaties:
Rotterdamsche Droogdok Mij —Scheepsbouw Mij. Nieuwe Waterweg en Wilton—Fijenoord
Int 20 teruggebracht.
Maar onder deze 20 werven zijn er 5, die in het
beschouwde achtjarige tijdvak elk slechts één zeeschip
afleverden, en 3- die er slechts 2 aflëverden. Samen
vormen zij een groep van 8 ondernemingen, die in de
jaren 1923 tot en met 1930 in totaal slechts 11 sche-
S
3 December 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1061
peTi met ongeveer 22.000 R.T. bruto bouwdei (24
pOt. van het totaal).
Gaat men de verdere productie van dit achttal iia,
clan blijkt deze buiten het gebied van den zeescheeps-
bouw te liggen; want één onderneming is een repa-
ratiebedrijf, een tweede is specialist op het gebied
v an baggermaterieel, en de 6 overige zijn werven
voor binnenschepen.
Maagevend voor den Nederlandschen zeesheeps-
bouw zijn dus 12 ondernemingen, die in de beschouwde
periode 194 schepen, metende 848.000 R.T. bruto op-
leverden, of gemiddeld per jaar 24 è. 25 schepen met
106.000 R.T. De gemiddelde grootte dezer schepen
is 4370 R.T.
Deze 12 ondernemingen beschikken samen over 50
hellingen en bouwdokken (hellingen,
uitsluitend
ge-
bruikt voor marinewerk
niet
meegerekend).
Gemiddelde hellinglengte 140 Meter of 460 Eng.
voet.
Gemiddelde productie per jaar per helling pl.m.
2185 R.T.
Ten opzichte van de
gemiddelde
vraag zien vij dus:
het aantal hellingen is tweemaal zob groot als het
aantal schepen;
de gemiddelde hellingleugte is voldoende voor
een gemiddelde scheepsgrootte van 8500 â 9000 R.T., dus 66k tweemaal zoo groot als de gevraagde tonnen-
maat per schip.
Maar om aan de gemiddelde vraag te kunnen vol-
doen moet de industrie ook tegen de maximum vraag
zijn opgewassen.
Uit tabel 1 blijkt, dat int 1930 worden opgeleverd
52 schepen met een gemiddelde grootte van 4900 R.T.;
de maximum yraag zal dus 2 It 24 maal zoo groot
geweest zijn als de gemiddelde vraag, terwijl het aan-
tal hellingen in verhouding tot de maximum vraag
zeker niet te groot i. :Dt laatste te meer
,
wanneer
men bedenkt, dat in de beschoiwde periode bovendien
werden opgeleverd:
14 marine-vaartuigen (cxci. onderzeebooten),
6 drijvende droogdokken, een groot aantal b.innensehepen,
benevens constructie en baggermateri ëel.
Willens of onwillens worden de werven ertoe ge-
dreven, zich aan de maximum vratg aan te passen.
Want bij toenemende vraag zullen betere rjzen be-
dongen kunnen worden; elk bedrijf zal trachten van
die toenemende vraag een zoo groot mogelijk deel
tot zich te trekken, ook omdat een grootere omzet in
den regel de kostprijzen zal verlagen.
Dit ,,aanpasen aan de maximum vraag” beteekent:
vergrooting van produetievermogen, en dit zal in de
eerste plaats in de hellingcapaciteit tot uiting komen.
Vooral de hellinglengte zal steeds aan den ruimen
kant worden genomen., eensdeels met het oog op de Ipckomst (de gemiddelde scheepsgrootte neemt nog
steeds toe); anderdeels omdat de meerdere kosten ver-
londen aan den bouw van een wat langere helling in
den regel gering zijn.
Gezien dus de groote schommeling in de vraag kan
men in technischen zin de capaciteit van onzen
scheepsbouw nauwelijks te groot noemen; zij is aan
den ruimeii kant, maar moet dit ook wel zijn. Of die.
capaciteit ook economisch verantwoord is zal hierna
nog onderzocht worden.
Wij zagen hiervôér, dat
in
ousland de gemiddelde
productie per helling per jaar bijna 2200 R.T. bruto
geweest is. Ter vergelijking wordt hier verwezen naar
d6 overeenkomstige cijfers voor den Engelschen
Scheepsbouw, voorkomende in ,,The .Syren and Ship-
ping” van 31. Juli 1920 blz. 271.. Daaruit blijkt, dat
v(iér den oorlog in het Vereenigd Koninkrijk per jaar
per helling gemiddeld 4450 R.T. gebouwd werd; na
den oorlog – over de jaren 1924 tot en met 1928 – is
dit cijfer gedaald tot 1540 RT.!
0.
Prijzen.
De zeescheepvaurt
is
internationaal; de scheeps
bouw eveneens, hoewel in minder mate. De nieuw-
bouwprijzen zullen dus in West-Europa zelden ver uit-
een loopen; onder A werd het reeds aangestipt. in het algemeen bestellen dus nationale reedenijen
kano schepen hij nationale werven. Van de groote; in-
ternationale petroleum-concerns krijgt men den in-
druk, dat zij hun eigen vloot uitbreiden wanneer dit
voor hen noodzakelijk is, en dan hun opdrachten
verdeelen over de landen waar hun producten afzet
vinden. Daarbij kan het voorkomen, dat bijv. in Enge-
land gebouwde schepen onder een Jiollandsche doch-
termaatschappij komen te varen, terwijl tegelijker-
tijd het omgekeerde 66k plaats heeft. Wil nien dus uit de verhouding: ,,buitenlandsche orders in Nederland”
tot ,,Hollandsche orders in het buitenland” een aan-wijzing afleiden over het relatieve
prijsniveau,
dan
doet men goed de opdrachten van genoemde inter-
nationale concerns buiten beschouwing te laten. Over
de jaren 1023 tot en met 1030 krijgt men dan het
volgende beeld:
Tabel II: Ve , rgelijkink tusschen ,,buitenlandsche orders
in
Nederland” en ,,Hollandsche orders in het buitenland ‘.
Opgeleverd
In Nederland voor
In het buitenland voor
in het
buiteul. rekening
Neclerlandsche rekening
jaar
aantal Bruto R.T.
aantal Bruto R.T.
1923 . . . .
–
–
2
4.054
1924
. . .
3
6.362
2
9.525
1925 . … .
14
51.591
2
9.463
1926 . . . .
3
8.461
2
16.688
1927 . . . .
–
. –
t
1.891
1928 . . . .
6
37.354
3
19.750
1929 . . . .
9
32.994
4
14.856
1930 . . . .
1
6.389
7
29.589
De Duitsche scheepsbouw heeft in den inflatietijd
vrijwel uitsluitend voor Duitsche reederijen gebouwd.
Eerst in 1997 begon de K.N.S.M. schepen in Duitsch-
land te bestellen. In ons overzicht spelen dan ook
alléén in het jaar 1926 valuta-invloeden een rol (op-
levering van het in Frankrijk gebouwde Motorschip
P. 0. Hooft, groot 14.642 R.T. bruto, aan de Stoom-
vaart Mij. ,,Nederland”).
Uit de getallen voor de jaren 1928-1930 krijgt
men wel den indruk, dat omstreeks 1929 het prijs-
niveau hier te lande boven het internationale is ge-
stegen, zoodat in 1930 slechts één hier gebouwd schip
aan het buitenland wordt afgeleverd, terwijl 7 in den
vreemde gebouwde schepen onder Nederlandsche vlag
in de vaart komen, terwijl in de beide voorafgaande
jaren hier te lande tweemaal zooveel register ton
voor het buitenland werd afgeleverd, als omgekeerd.
Samenvattende kan dus gezegd worden:
in de jaren 1923 tot en met 1930 is de omzet der
Nederlandsche werven evenredig geweest aan de nor-
male vraag van de Hollandsche reederijen waarop
onze scheepsbouw i.n de eerste plaats is aangewezen;
de maximum vraag is 2 It 2Y2 maal zoo groot ge-
weest als de gemiddelde vraag;
de chpaciteit van onze werven heeft zich aange-
past aan de maximum vraag;
–
door het internationaal karakter van den scheeps-
bouw heeft onzë industrie niet kunnen profiteeren
van de
prijsstijging
die de toenemende vraag hier te
lande veroorzaakt heeft. Bij het laatste punt moet
ook het volgende in het oog gehouden worden. Zoodra
de vraag naar nieuwbouw toeneemt, stijgen de prijzen
van grondstoffen (staal, hout), ui trustingsartikelen
(ciekwerktuigen, eleetniche installatie, ed.) en bonen.
De prijzen, die de reederijen betalen, moeten dus
al belangrijk stijgen vôér de werven er voordeel van
kunnen hebben. Dit blijkt o.a. uit het volgende:
Tabel III: Globale kostprijs van het casco van een
9200
tons deadwcight vrachtboot, samengesteld naar de laagste
oii hoogste matcriaalprijzeu en bonen die in het tijdvak
•
1923-1930
zijn
voorgekomen.
uhiiiiiiium
maximum
Staal
……………………….f 194.000
f 255.000
hout
en uitrusting …………. …
.,
:172.000
,,213.000
;irheidshjo,, cii
algeriteene
onkosten…,
304.000 ,, 392.000
f 670.000 f 860.000
1062
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN ‘
3 December: 1930
Finc&nciëele resültaen:
-.
O grond van het voorgaande zal men zich geen
illusies maken over de financiëele resultaten die door
onzen zeescheepsbouw bereikt zijn. Van de 12 onçler-
nemingen, die als maatgevend vor ons onderzoek
beschouwd werden, publiceeren niet alle een jaarlijk-
sche balans met winst- en verliesrekening. Van de on-
dernemingen die dit wèl doen zijn in dit verband
niet
typeerend de Rotterdamsche Droogdok Mij. (met de
Scheepsbouw Mij. Nieuwe Waterweg) en Wilton, om-
dat deze zich in de eerste plaats op’ het reparatiebe-
drijf toeleggen.
Van het volgende zestal verven kan men echter
aannemen, dat het gezamenlijk gemiddld resultaat
een beeld geeft van onze geheele scheepsbouw-indus-
trie. Het zijn:
Nederlandsche Scheepsbouw Mij., Amsterdam,
Maatschappij Fijenoord, Rotterdam (v66r de fusie
met Wilton), .
P. Smit J’r., Rotterdam,
Burgerhout, Rotterdam,
Intermaas, Slikkerveer,
Kon. Mij. De Schelde, Vlissingen.
Uit de jaarverslagen van deze ondernemingen kan
men nagaan:
lo. welke bedragen aan dividend
zijn
uitgekeerd;
2o. welke bedragen zijn besteed aan verriienwing en
uitbreiding – dat zijn das.: afschrijvingen en toe-
,name in de hoeIwaarde der vaste middelen;
3o welke veradeHngen hebben plaats gevonden in
het saldo van cle andere activa en, de daartegenover-
staande schulden jegens derden.
De algebraïsche som van bovenstaande
a
groothe-
den
geeft aan de bruto winst die de ondernemingen
door de uitoefeni’ng van haar ‘bedrijf verdiend hebben.
Voor elk der hiervéér met name genoemde 6 wer-
ven is de gemiddelde bruto winst per jaar -. over
het tijdvak 1.923 tot 6met 1929 – bepkald gewor-
dcii; telt men deze op dan
krijgt
men voor de zes
ondernemingen samen de volgende gemiddelde jaar-
cijfers:
uitgekeerd dividend
………………….
f
408.000
afschrijvingen en toename boekwaarde …….,,
1.518.000
f 1.926.ÔO’
achteruitgang’ vn het onder sub.
3
genoemde
saldo……………………………….
.,
592.000
bruto winst ……..
f 1.334.000
hieruit blijkt, dat weliswaar geiiïiddeld per jaar
totaal f408.000.— aan dividend is uitbetaald, iiiaar
dat de financiëcle toestand daartegenover per, jaar
gemiddeld met
f
502.000.— achteruit ging. Beschouwt
en dus de gedane uitgaven voor vernieuwing en uit-
breiding als
noodzakelijk,
dan is er in het beschouwde
tijdvak niet verdiend, maar, verloren; onze scheeps-
bbuw-industrie heeft niet gerendeerd, want dividend
en een deel van de
afschrijvingen
konden alleen be-
taald worden uit de vlottende middelen van v66r 1923.
Het. gestprte aandeelenkapitaal van de genoemde
6 werven bedroeg begin 1930 totaalf 11.175.000.—.
liet gemiddelde dividend over 1923 tot en met 1929 is
dus 3′ pOt. gewèest, terwijl de bruto winst gemid-
deld 12 pOt. bedroeg.
Slotbeschouwin gen.
Wij hebben gezien, dat de werfcapaciteit – ‘beoor-
cleeld naar het aantal hellingen ,- belangrijk grooter
is dan de gemiddelde vraag, maiir tamelijk wel in
overeenstemming met de maximum vraag. Verminde-
ring van capaciteit zal echter .géén verheterii!ig bren-
gen; want ten tijde van maximum vraag en hetero
prijzen zullen dan méér orders naar het buitenland
gaan.
Betere financiëele resultaten zullen door onze
zeeschedpsbouw alléén verkregen kunnen worden door
kostprijs-verlaging. Deze kan op verschillende wijzen
worden nagestreefd; hier wordt er slechts één onder-
zocht, omdat ze direct volgt uit de voorgaande be-
schouwingen, ni. stabiliseering van de vraag.
Ihdien het mogelijk geweet’ ‘was, om’ in het ‘-
schouwde tijdvak de opdrachten gelijkmatiger over
de jaren te verdeelen, dan zou:
lo. weliswaar’ het gemiddeld prijsniveau hier. te
lande lager, maar de totale omzet van onze werven
grooter geweest zijn. Want men mag aannemen, dat
er clan minder Nederlandsche orders naar het bui-
tenland wareh gegaan en rnéér buitenlandsche op-
drachten hier geplaatst;
2o. . bij de werven cle drang tot uitbreiding van de
productiecapaciteit geringer, bonen en materiaal-
prijzen gemiddeld lager en stabiler geweest zijn.
Stabiliseering van de vraag is 66k een reederij-be-,
lang, want lagere kostprijzen beteekent voordeeliger
nieuwbouwprijzen. Voor .de werven beteekent stabili-
seering van de, vraag grooter omzet en betere rende-
ments-rnogeljkhedei. De belangen ,van scheepvaart
en scheepsbouw zijn in dit opzicht onverbrekelijk aan
elkaar verbonden.
Tenslotte kan men uit de in dit opstel gegeven
cijfers eeniermate afleiden hoe groot de kostprijs-
verlaging ong’eveer zal moeten zijn, om – bij het-
zelfde verloop van’ de niewwbouwprijzen – onze
scheepsbouw te doen rendeeren.
Neemt men aan, dat bij een goeden gang -van.
zaken de financiëele positie niet mag verminderen;
dat verder in verband niet een meer gestabiliseerde
vraag kan volstaan worden met geringer uitgaven
voor vernieuwing en uitbreiding; en tenslotte dat een
gemiddeld dividend van 5 pOt. voldoende is, dan zou
men zich in plaats van het onder D gegeven staatje
het volgende be’eld wenschen:
dividend ruim
5′
pCt. ………………….
f
600.000
afschrijvingen en toename boekwaarde ……..1.400.000
bruto winst ……..f 2.00000
De hrao winst zou dus gemiddeld 18 pOt. inplaats
van 12 pOt. van het aandeelenkapitaal moeten zijn,
of 6 pOt. méér dan het geval was.
De werven, waarvan de financiëele resultaten kon-
den worden nagegaan, hebben samen 20 hellingen; het
1.2-tal ondernemingen waarvan de capaciteit als maak
gevend voor onzen zeescheepsbouw werd beschouwd
hébben er 50. Voor dit twaalftal kan men het aan-
cleelenkapitaal – voor zoover gestoken in het nieuw-
bouibedrijf – schatten op 20 k 25 millioen gulden.
De gemiddelde waarde vaif den omzet pei jaar is
geweest:
pl.m.
f
40 millioen aan zeegaande handelsschêpn
(zie tabel 1).
pim. 5Y2
1
millioen aan marinevaartui gen.
pl.m. 1Y2 millioen aan ander verk.
Totale omzet f 47 millioen, of rond tweemaal het
aandeelenkapitaal. Verlangt men dus, ten opzichte van
dit laatste, 6 pOt. iéér bruto wint, dan moet op den
omzet 3 pOt. bespaard worden.
In hoeverre dit te bereikeii is hunnen alleen betrok-
Icenen zelf uitmaken.
Jr. J. W.
BOr1EBAIdKER.
DE BELGISCHE BEGROOTING.
Dr. R. van Genechten ,te Utrecht schrijft, ons:
Na de stabilisatie van 1926 scheen het alsof Bel-
gië’s financieele toestand zich op merkwaardig vlug-
ge wijze herstelde. Niet alleen getroostte het land
zich groote finac.ieeie offers om de begrooti’ng in
eveuwicht’te’hrengen en de kas te voeden, die’ de na-
oorlogsche schulden moest aflossen, maar daarenboven
stichtte het ,,een’fonds voor, groote werken” dat hon-
derden millioenen tot zijn beschikking zou krijgen
om de economische outillage van het land te verbete-
ren en dat in de eerste plaats zou moeten dienen om
het kanaal van Antwerpen naar Luik te graven. Dit
alles belette niet, dat in 1930 de begrooting nog met
een flink batig saldo’ van- ruim 144 millioen sloot.
Mede. met ‘het oog op de vieri.ng van het 100-jarig
3.
December 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1063
b4lan van België werd dan ook een vermindering
van de belasting ingevoerd tot, naar de ministerieele
verklaring bij de hegrooting van 1930 vaststelde, een
totaal bedrag van 2Y2 milliard franes door verminde-
•ring: liet is ondertussehen gebleken, dat bij deze ver-
mindering niet voldoende rekening is gehouden met
cle mogelijkheid van een vermindering der inkomsten
bij een achteruitgang van den economischen toestand,
zooals clie zich nochtans reeds eind 1929, toen de be-
grooting van 1930 werd neergelegd, liet voorzien.
De begrooting voor 1931 heeft dan ook een veel min-
der verheugend aanzien. Wel staan er op de gewone
begrooting tegenover 9.740 millioen inkomsten 9.568
millioen uitgaven, zoodat er een batig saldo is van
172 millioen, maar hiervan moet afgetrokken worden
een bedrag van 160 millioen tot dekking van het
défiit op de diensten, die als zelfstandige bedrijven
beheerd worden (marine, luchtscheepvaart, posterijen),
zoodat het saldo op cle gewone hegrooting eigenlijk
12 millioen francs bedraagt. Alhoewel dit bedrag zeer
gering is in verhouding tot het totaal van het budget,
zou het toch voor een erisisperiode en na een zoo
sterke vermindering van de belasting niet onvoldon-
de moeten worden geacht, wanneer daarenboven het
budget niet verschillende zwakke punten bevatte.
Vooreerst is bij de ontvangsten een bedrag van 300
millioen opgenomen als deel van den Staat in de
winsten van. de Nationale Maatschappij van Belgische
spoorwegen, waarvan een deel wettelijk aan den Staat
toekomt, terwijl deze daarenboven een groot deel der
nandeelen bezit, di.e in 1926, toen de Belgische staats-
Spoorwegen bij de stabilisatie van den franc zijp om-
gezet in een Naamlooze Vennootschap, niet hij het
publiek geplaatst zijn geworden. Niet ten onrechte wordt van deskundige zijde in twijfel getrokken of
(leze post ten volle zal kunnen worden betaald. Veel
erger is ondertussehen het feit, dat het saldo alleen
verkregen is doordat de lasten van de oorlogspensioe-
tien (i nvalicl i tei t.svergoed ingem, weduwen- en weezen-
pensioenen, oud-strijders-vergoedingen), die sinds
1.924 terecht door Minister Theunis op de gewone be-
grooting waren gebracht en die in 1931 geraamd zijn
op 905 inillioen, overgebracht zijn naar de buitenge-
wone begrooting en dus uit geleend geld zullen wor-
den betaald, wanneer men deze boekhoudkundige ver-
andering niet had aangebracht, zou de gewone be-
grooting dus gesloten hebhèn met een tekort van
ruim 890 millioen. Daardoor betreedt België weer het
Zon gevaarlijke pad, waar het zijn monétaire crisis
van enkele jaren geleden aan te.wijten heeft gehad,
de gewone uitgaven uit geleend geld te dekken. Hoe
groot de hier gemaakte fout wel is blijkt daaruit, dat
het bedrag ongeveer iJiO van de geheele begrooting
bedraagt. Dit bedrag van 905 millioen verschijnt dit-
maal dus op d& buitengewone begrooting. Deze bui-
tengewone begrooting bestaat uit twee deelen: de
buitengewone begrooting in eigcnlijken zin; deze
stelt tegenover 695 millioen uitgaven een 53 millioen
inkomsten en sluit dus met een tekort van 642 mii-
lioen. Deze worden vrijwel uitsluitend besteed tot
twee doeleinden, mii. 270 millioen voor het fonds tot
i tvoeriiig van groote werken, dat is dus in hoofd-
zaak voor den aanleg van het Albertkanaai en 300
willioen voor het herstel van het defensiestelsel van
het land (aankoop van gronden, werken tot inondee-
ring, versterking van vestingen, enz.). Het tweede
onderdeel van het buitengewone budget is het bud-
get van het herstel, dat tegenover 1207 millioen uit-
gaven, voor een groot deel dus gevormd door de pen-
sioenenlast, die jarenlang terecht op de gewone b
e
grooting geplaatst is, stelt ontvangsten ten bedrage
van 1297 millioen, welke tot een bedrag van 500
rnillioen bestaan uit de opbrengst van den verkoop
van de gesequestreerde Duitsche goederen, die vol-
gens het verdrag van den Haag mogelijk is gewor-
den; een bedrag dus, dat slechts voor één jaar op de
hegrooting zal verschijnen en dat staat tegenover uit-
gaven, die regelmatig terugkomen. Een feit, dat de
toekomst niet rooskleuriger maakt wat betreft het
evenwicht van de toekomstige budgetten, vooral als
men erbij in het oog houdt, dat de uitgaven, ondanks
de tot voorzichtigheid mane.n.de
cijfers, dit jaar toch
og, voor vrijwel alle posten zijn verhoogd en alleen
verminderd zijn, tot een bedrag van 47 millioen, voor
wat betreft uitgaven in 1930, besteed aan de viering
van de eeuwfeesten en als subsidie aan de tentoon-
stellingen van Antwerpen ‘en Luik. Men moet daar-
bij nog rekening houden met het feit, dat buitenge-
wrone werken noodzakelijk zullen zijn voor het her-
stel van de dijken langs cle Schelde, die, na reeds in
1928 te zijn doorgebroken, nu weer op verschillende
punten zijn vernield, omdat zij ondertusschen niet
voldoende zijn hersteld.
Men kan uit dit overzicht van het Belgische budget
conclu’deeren, dat dus voor wat betreft het gewone
budget op onvoldoende wijze de uitgaven door de in-
komsten laten dekken en dus de ‘belastingverlaging
van het vorige jaar geen daad van vooruitziende poli-
tiek is geweest, maar zich te zeer heeft laten leiden
door overwegingen van voorbijgaanden aard als het
verwekken van een gunstige stemming tot het vieren
der eeuwfeesten.
Ten tweede dat, dank zij de extra bate van den
verkoop ‘der Duitsche goederen, het budget in het
totaal toch in evenwicht zou zijn; wanneer niet een
bedrag van 300 millioen besteed werd aan militaire
werken en een bedrag van 270 m_illioen werd besteed
aan het graven van het Albertkanaal. Voornamelijk
door het opnemen van deze twee posten ontstaat een
totaal tekort van 550 millioen. Eigenlijk is dit tekort
nog 200 millioen grooter, maar men heeft tot een
bedrag van 200 ‘millioen als inkomen, dat niet door
teeningen te dekken is, in het budget opgenomen de
opbrengst van een leening tot herstel van de oorlogs-
schade onder de eenigszins zonderlinge redeneering,
dat deze een zekere inkomst vormt, omdat
zij
in elk
geval moet worden geplaatst. Om in het tekort van
550 millioen te voorzien geeft de Belgische regeering
een leening uit van Fr.’ 1320 nmillioen, waarvan ech-
ter Fr. 700 niillioen zal strekken tot conversie van
een Amerikaa.n.sche leening van 8 pOt. in een leening
van 4Y2 pOt. J)eze wordt gedeeltelijk in België en
gedeeltelijk in Nederland, Zwitserland en Zweden uitgegeven. De Belgische regeering maakt hierbij
een splitsing en stelt het voor, dat alleen het deel
dat yoor conversie van de Amerikaansche leening
dient, ‘in het buitenland wordt uitgegeven en, het
andere deel in België zelf. Het is echter duidelijk,
dat deze onderscheiding geen enkele reëele beteeke-
nis heeft. Het is opmerkelijk, dat in Amerika geen
deel van de leening is kunnen worden geplaatst, wat
waarschijnlijk samenhangt met de daar geldende op-
vatting geen leeningen toe te’ staan, die moeten die-
nen tot versterking van de Europeesche bewapening.
Eigenaardig doet het ook aan, dat aldus voor een
deel door Nederland zelf het geld aan België zal
worden geleend, dat dit land gaat in staat stellen een
militaire bewapening te vergrooten en het Albert-
kanaal, dat als wapen tegen Rotterdam hedQeld wordt
en uitdrukkelijk als zoodanig door den tegenwoordi-
gen Minister van Publieke Werken, den heer Van.
Oaeneghem is aangeduid, te voltooien.
In elk geval heeft België weer den weg der niet-
sluitende begrootingen ‘betreden.
HET KLEURSTOFFENKARTEL VAN DE DUITSCHE,
FRANSCHE EN ZWITSERSCHE PRODUCENTEN.’)
Tot het Kleurstoffenkartel, dat uit 1927 dateert,
behooren Duitschland en Frankrijk, terwijl Zwitser-
land er zich in 1929 hij heeft aangesloten. Men weet,
dat in Duitschland de wetenschap en de chemische
t)
In vervolg op cle beschouving over het Internationale
G’loeilanipeukartel, geven
wij
hier thans de studie over het
Kleurstoffenkartel weer, die aan dc publicatie van den
Volkenbond, waarvan
wij
in ons vorig nhtitimer nteldiitg
maakten, is ontleend. . (Red.)
II
1064
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
3
December 1930
industrie reeds sedert langen tijdhand in hand wer-
ken (de staatsuniversiteiten en de particuliere onder-
nelningen hebben nauw samengewerkt) en dat deze
speciale bedrijfstak een aanzienlijke ontwikicelitig
heeft doorgemaakt. V66r den oorlog leverde Duitsch-
land aan de wereldmarkt 88 pOt. van de benoodigde
kleurstoffen. Ten opzichte van de Duitsche productie
was de Fransche betrekkelijk gering. Dezé toestand heeft• zich gedurende en na den oor-
log gewijzigd. De kleurstoffenindustrie, die zich v66r
den oorlog tot Duitschiand bepaalde,. toonde na 1014
een geheel ander beeld. Bijna afle groote verbruiks-
landen, tenminste de geïndustrialiseerden, hebben
getracht de chemische industrieën te ontwikkelen en
in het bijzonder in hun land een kleurstoffenindus-
trie in het leven te roepen. Dit verschijnsel heeft zich
bijv. voorgedaan in de Vereenigde Staten, Groot-Brit-
tannië, Italië, J’apaa en speciaal ook in Frankrijk.
Ten aanzien van de ontwikkeling van een chemische
industrie, die gemakkelijk een productieve opbrengst
kan leveren, is het vraagstuk van de grondstoffen,
zooals het voorbeeld van Zwitserland aantoont, over
hett
algeiieen van weinig beteekenis. In F.rankrjk
scheen de ontwikkeling van de kleurstoffenindustrie
belemmerd te worden door de omstandigheid, dat dit
land niet over een voldoende hoeveelheid van voor
deze industrie onontbeerlijke kolen beschikt. Frank-
rijk kan zich echter, wat de kolendistillaten betreft,
op de wereldmarkt van de benoodigde grondstoffen
voorzien.
Teneinde zich voldoende te kunnen ontwikkelen, heeft
de, anorganische chemische industrie daarentegen be-
hoefte aan zuren en sterke basen. Frankrijk ver-
eenigt in zich de noodzakelijke voorwaarden v
6
or de
ontwikkeling van een 1)elaflgrijke anorganische che-
mische industrie. Het beschikt over aanzienlijke bed-
dingen pyriet, zoowel in het land zelf als in zijn
Noord-Afrikaansche koloniën.
Het productiecijfer van zwavelzuur bijv., dat van
buitengewoon veel belang is voor de ontwikkeling der
anorganische chemische industrie van een land (zwa-
velzuur is het eenige anorgaiïische product, dat als
basis dient voor de bereiding van meststoffen en dat
eveneens van groote waarde is voor andere ndus-
trieëh, zooals bijv. de petroleumraffinage, de ijzerbe-
werking- en textielindustrieën, de kleur- en spring-
stoffenindustrieëu) is voor Frankrijk zeer hoog.
Productie van zwave1ziur.
(Berekend naar awavelzuur van
50 BE-62,5 % ] [aSOa).
Ja 1000 ton
1913
1925
Duitschiand
………………..
2.700
1.800
Frankrijk
…………………..
1.4S0
1.840
Groot-Brittaiiuii
…………….
1.800
1.300
Vej’.
Staten ………………….
3.150
6.300
Totaal
9.130
11.240
1
at
de Fransche kleurstoffenindustrie betreft,
dient erop te worden gewczen, dat deze eerst na den
oorlog een bijzondere bedrijvigheid heeft ontwikkeld
als gevolg van cle exploitatie van voornamelijk Duit-
sche procéclé’s, welke door de liquidatie der in beslag
genomen Duitsche goederen, eigencjommen, fabrieken
en patenten te harer liechik1cing kwamen.
De Fransche regeeriug heeft onmiddellijk de be-
teekenis ingezien van een goed ontwikkelde organisch-
chemische industrie, en heeft. allen nacgelijken steun
verleend tot verbetering va ii de :fabricatieprocédé’s
en de pogingen bevorderd, clie werden ingesteld tot
centralisatie van den ‘handel. Zoodoende heef t de
Fransche anilineverfproduetic over de geheele linie
gunstige reultaten bereikt, zoowel wat de kwaliteit
als wat de kwantiteit hetref t en is Frankrijk erin ge-
slaagd om bijna zonder uitzondering alle producten
te fabriceeren, die het vroeger, moest invoeren. Be-
gunstigd door de monetaire depreciatie, heeft de zich
nog in ontwikkeling bevindende industrie zich toe
gang weten te verschaffen ‘op de buitenlandsche.
markten- en hier en daar vasten voet gekregen. De
:Duitsche industrie zag zich dus op de buitenlandse markten tegenover een concurrent geplaatst, waar-
mede rekening moest worden gehouden, hetgeen de
volgende cijfers bevestigei.
Productie van anilineverfstoffeu.
1913
1924
in 1000 Percentage
in
1000 Percentage
–
ton
van de w’e-
ton ,
vau de ive-
reldproductie
reldproduetie
Duitsehiand . . .
127
82
72
46
Frankrijk
. . . .
2
t
15
9
Uitvoer van aniliiaeverfstoffen.
Frankrijk:
1913
1025
.6
millioen goudfraukeu
:35.5
millioen goudiranken
Duitschiand:
Uitvoer in tonnen Uitvoer in millioen
marken
1913
………….
108.900
218.-
1925
………..
34.000
186.-
1927
………..
46.000
222.6
De toestand van den handel was gunstig voor de
anilineverfstoffen.indu strie van Frankrijk. De Fran-
sche kleurstoffenindustrie werd beschermd door een
inoerrecht en een invo6rverbod Duitsdhland kon
slechts aan Frankrijk leveren door middel van een
ingewikkeld en beperkt licentiesysteem. Deze leverin-
gen hadden in hoofdzaak betrekking op voortbreng-
selen, die Frankrijk telf niet kon veryaard.igen. Af-
gezien hiervan, kon de Fransche indutrie in de be-
hoefte aan kleurstoffen van het eigen land voorzieu
en dank zij den waardevollen steun, dien de Staat
haar verleende, kon zij weldra aanzienlijke hoeveel-
heden ‘van bepaalde soorte.n uitvoeren. Deze positie van
de Fiansche industrie werd om redenen van politie-
ken en militairen aard zoo doof de regeering be-
sehernici, dat er van overeenstemming tussehen de
regeeringen door middel van een handelsverdrag om
zoo te zeggen geen sprake kon zijn. Voor de Duitsche.
chemische industrie bestond er groot gevaar, dat,
indien overeenstemmig onmogelijk zou blijken te
zijn, cle anilineverfstoff en, een van de voornaaulste
9
1)uitsche uitvoerartikelen,’ in een met een grooton
Europeesehen Staat gesloten handelsverdrag te harer nadeele het object van discriminatie zou zijn en blij-
Ven. Daar ‘Frankrijk zijn kleurstoffenindustrie wilde
beschermen en ‘Duitschiand deze discriminatie niet
kon verdragen, moest men trachten de beide groepen
dooi’ middel van industtiëele en handelsovereenkom-
sten van particulieren aard tot overeenstemming te brengen. De toestand van de kleurstoffenindustri.e
werd speciaal verzwaard door het invoerverbod, dat
destijds in Engeland bestond.
i)e verschillende onderhandelingen tusschen de
twee betrokken industrieën hadden uitdrukkelijk tot
doel om de moeilijkheden op dit punt in de toekom-
stige regeling van het handeisvérdrag tiisschen
DiitschIand en Frankrijk to verzachten. Door
op
par-
ticulier terrein te blijven, wilde men op een gegeven
oogenblik cle verkregen overeenstemming uitbreiden
boven het kader van een handeisverdrag en iiaaF in
een of anderen vorm in een blijvende overeenkomst
omzetten, welke de productie en de afzetgebieden om-
vat.
Van Duitsehe zijde is het de I. G. Farbeni.ndustrie
A. 0., die de onderhandelingen heeft gevoerd. De
Fransuhe ondernemingen. hadden een soort syndicaat
gevormd, dat als tusschenpersoon optrad, terwijl zij
zelf haar zelfstandigheid hewaarden. De overeenkomst
werd in December 1027 geteekend door de volgende
ondernemingen:
Voor Duitschiand:
J. G. Farbenindustrie A. G.
Voor Frankrijk:
Etablissemeots Kuhlmann P.O. te Parijs; Compagnie Frarmçaise de produits chimiques et de
matières coiorante de Saint-Clair-du-Rhône te
Parijs;
Soeiété de produits ehiiniciucs cl de matières coloran-
tes te Mühlhausen;
-.
.
8 December
1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1065
Steiner te Vernon; Durand & Huguenin te Huningen;
S. A. pour l’Industrie chimiquc.
nach.
Dc overeenkomst is van kracht voor alle aniline-
verfstoffeu en hulpverfstoffen, wier aantal duizeu-
den variëteiten omvat. De in het contrac.t bedoelde
producten zijn niet gespecificeerd; de geheele aniline-
verfstoffenprMuetie van beide landen is aan dit
reglement onderworpen, terwijl de opneming van
later gefabriceerde nieuwe voortbrengselen is ver-
zekerd.
* *
*
De verkoop van Ideurstoffenproducten wordt ge-
regeld door een klein comité, dat is samengesteld uit
beide partijen. Deze centrale organisatie vormt den
gröndslag voor de overeenkomsten, die de afzetgebie-
den hebben na te gaan en te regelen. Dit thans nog be-
perkte verkoopkartel oefent uiteraard een indirecteu
invloed op de produetie uit.
Overeenkomstig zijn bevoegdheid bestaat het comité
uit technici en kooplieden. Alle beslissingen omtrent
het nemen van maatregelen aangaande de productie, cle markten enz. worden in gemeen overleg door het
comité genomen. Deze organisatie bespreekt tevens
(le voorstellen met betrekking tot het uitwisselen van
de sorteeringen en de door de ondernemingen in beide
landen verkregen ervaringen, de wijze van exploitatie
van de, hetzij afzonderlijk, hetzij gezamenlijk, verkre-
gen technische uitvindingen, wat betreft de fabrica-
tie, het verven, euz. Deze methode heeft tot doel om
den verbruikers van beide landen steeds betere en
zuiverder producten te verzekeren en zoodoende, dank
zij de kwaliteit, de afzetgebieden te vergrooten. De
productie van de kleurstoffen wordt aan beide par-
tijen overgelaten. Al naar gelang van de behoeften
vait de markt kunnen bepaalde verkoopcontingenten
‘oOl
verschillende producten worden vastgesteld. De
contingenten zijn dus veranderlijk. Gezien den aard van de producten en de fabricatic-
pj(dé’s behoeft men zich ni.et te verwoncleren, dat
als natuurlijk gevolg van de regeling der afzetgebie-
den, zekere productiebeperkingen werden voorzien.
liet coutingeeren van den verkoop verhindert een
ii u ttelooze productie-uitbreiding en dient zoodoende
tot het instellen van een zeker economisch evenwicht.
Wij hebben er reeds op gewezen, dat de voorziene
uitwisseling van sorteeringen eveneens beoogt de
kwaliteit te verbeteren, hetgeen van zeer groote be-
teekenis is. Op dit gebied biedt Duitschiand met zijn
sorlecring aan Frankrijk 100 pCt. meer dan het
terugontvangt, d.w.z. het is in staat om aan Frank-
rijk de ontbrekende soorten te leveren.
In beginsel heeft de verkoop, waar dit mogelijk is,
g
e
meenschappelijk plaats, d.w.z de Fransche en Duit-
sche ondernemingen hebben haar tot dusverre ge-
scheiden verkoopsorganisaties vereen.igd. Ten aanzien
van de hinnenlandsche markt steunen de contracteé-
rende partijen clluinder, wanneer de nationale pro-
ductie niet in staat is in de behoefte van het eigen
land te voorzien.
Wat de buitenlandsche markten betreft, heeft het
Kartel tot uitgangspunt gehad het verdrag, volgens
welks bewoordingen beide partijen de handelsrelaties
behouden, die zij reeds bezaten. Sommige buitenland-
sche markten worden gezamenlijk bediend. 1-liertoe rangschikken de wederzijdsce industriëelen hun sor-teeringen en maken zij gebruik van gemeenschappe-
lijke verkoopbureaux. Daarentegen worden andere
markten weder afzonderlijk bewerkt. De beslissingen
over de te nemen maatregelen worden ingegeven door
overwegingen omtrent geschiktheid en inrichting van
de betreffende buitenlandsche markten.
Zoowel ten aanzien van de prijzen als van de cd-
ministratiëve, technische en handelsvraagstukken heb-S
hen contractanten voorzien op basis van gemeen-
sehappelijke besluiten. Zooals bij elke conventie, wor-
(Ten ook hier de
prijzen
bepaald door de concurrentie,
welke zich, wat de kleurstoffen betreft, voeral voor-
doet van de zijde van de Veree’nigde Staten, Enge-
land en Zwitserland. Daar het Franseh-Duitsche
kleurstoffenkartel in geen der vele afdeelingen van
cle kleurstoffenproductie alieenheerscheres is, hangt
de prijshepaling af van den heerschenden markttoe-
stand.
De leden van het Kartel hebben niet beoogd en be-
oogen ook thans niet, het prijsniveau op te drijven.
li
e
t Kartel wil slechts de prijzen stabiliseeren en zijn
leden trachten zoo mogelijk hun afnemers nog goed-kooper te bedienen dan voorheen. Ieder ander optre-den, zou, om redenen van commercielen aard, direct
een echee hebben geleden, want het Kartel, dat in het
geheel niet de markt beheerscht, bevindt zich tegen-
over machtige concurrenten, die er wel degelijk op
bedacht zijn om de prijzen aanzienlijk te verlagen.
Intussehen stelt men over het algemeen veeleer een
daling van de prijzen vast.
* *
*
Ingeval van geschillen voorziet het Fransch-Dïiit-
sche anilineverfstoffenkartel eveneens in een scheids-
gerecht. Inderdaad kan het gebeuren, dat men er niet
steeds in slaagt, zooals men dat wel zou wenschen, in
gemeen overleg tot overeenstemming te geraken om
trent te nemen besluiten. De president-commissaris
van de 0. 3:F. en die van de I. G. Farbenindustrie
vormen in geval van geschil een intern scheidsgerecht
en beslechten gezamenlijk en definitief de geschillen.
De overeenkomst is vooral voortgekomen uit de in
1.9261′
2
7 heerschende toestanden. In elk geval heeft
cle wil om het Kartel te ontwikkelen en te verbeteren
het gewonnen van de zuiver administratieve en hap-
delsbelangen. Behalve voor kleurstoffen, zal het Kar-
tel nog als basis kunnen dienen voor kartellen tus-
schen beide landen in talrijke andere chemische indu-
strieën.
Gezien den om.vang van de arbeidsfeer van het
Kartel, werd de duur van de overeenkomst voor een
zeer lang tijdvak vastgesteld. De tegenwocrdige rege-
liiig, welke voor enkele jaren is vastgesteld en beoogt
meerdere ervaring op te doen omtrent enzich reken-
schap te geven van de mogelijkheden tot het aanbren-
gen van verbeteringen, zal later worden vervangen
door een definitieve regeling.
De mogelijkheid van toetreding van nieuwe leden,
tot andere staten dan Frankrijk dn. Duitschland be-
hoorende, is uitdrukkelijk naar voren gebracht. Wat
de uitbreiding van het Fransch-Duitsche Kartel be-
treft, worden behalve toetreding van Groot-Brittannië
(Imperial Chemical Industries Ltd., Londen) ook die
an Zwiterland (Schweizc’r I. G., Bazel) en jtalië
(Acno, Milaan) overwogen.
Als voortzetting van het Fransch-Dui.tsche Kartel
sloten beide groepen in 1020 een nieuwe overeenkomst
met de Zwitsersche kleurstoffenindustrie, welke in
een syndicaat is vereenigd, dat de navolgende onder-
nemingen omvat:
Geseilschaft für Chemische Industrie, Bazel.
J. R. Geigy, A. G., Bazel.
Chemische Fabrik vorm. Sandoz, Bazel.
Deze drievoudige overeenkomst bestaat pas sedert
een jaar en bevindt zich nog in een aanvangstadium.
De zorg voor de nationale autonomie en van de vrije
technische ontwikkeling van alle toegetreden onder-
nemingen vormt eveneens een van de voornaamste
bestanddeelen van dit laatste verdrag.
Ten opzichte van de cliëntèle treedt het Kartel noch direct noch indirect op. De centrale organisaties rege-
len definitief den verkoop aan de cliëntèle door tus-
sehenkomst van een gemeenschappelijken functiona-
ris, zonder dat de cliënt intussehen de slaaf is van de
door het Kartel genomen besluiten. Hij blijft vrij te
lcoopen, waar hij wil en in elk speciaal geval wordt
met hem over billijke prijzen onderhandeld. .
1066
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
Dècember 1930
• Daar het Kartel geen monopo1epostie inneern,
maar rekening heeft te houden met een belang-
rijke buitenlandsche concurrentie, is het voor den
cliënt van ondergeschikt belang, of er al dan geen
Kartel bestaat. Men kan integendeel met recht
beweren, dat hij er zelfs zeer vele en groote voor-
deden door geniet. Inderdaad heeft het Kartel zich
tot taak gesteld om zijn cliënten zooveel mogelijk
van dienst te zijn. Het maakt hierbij gebruik van het
zeer belangrijke middel der technische propaganda
in uitgestrekte landstreken, welke dank zij.het Kar-
tel, belangrijke vorderingen heeft gemaakt. De uit-
sehakeling van den prijsstrijd tusschen de leden van
het Kartel biedt echter den verbruikers nog een
ander voordeel, ni. de grootë consolidatie en stabi-
lisatie, welke op de kleurstoffenmarkt tot stand is
gekomen en de ondervanging van de groote onzeker-
heid, welke zich vroeger vaak voordeed, daar men
niet wist, wie het goedkoopsthad ingekocht en zich
dus in de beste positie bevond, hij, zijn buurman of
zijn concurrent. Men mag dus zonder o
erdrjving
zeggen, dat het Kleurstoffenkartel ten aanzien van de
prijzen en afzetgebieden, de grootste voordeelen aan
de cliëhtèle biedt.
Ongetwijfeld kan men er zich thans nog gein reken-
schap van geven, of het systeem, waarop de overeen-
kômst is gebaseerd, doelmatig zal
blijken
te zijn.
Evenmin kan men thans reeds de financiëele resul-
taten beoordeelen. Niettemin schijnt de overeenkomst
voldoende rekening te houden met de huidige behoef-
ten. De groote moeilijkheden, welke het sluiten van
een collectieve overeenkomst in de chemische indus-
trieën ontmoet, bestaan in hoofdzaak hieruit, dat er
aanhoudend nieuwe producten verschijnen en dtt een
bevredigende regeling van de productie en afzetge-
bieden, wanneer deze nauwelijks is doorgevoerd, door
verderen vooruitgang van de industrie wordt omver-
geworpen. Indien men bovendien bedenkt, dat de
tegenwoordige kleurstoffenovereenkomst streeft, naar
een volmaakte indutrie, welke producten van groote
waarde vervaardigt en zich voortdurend verder ont-
wikkelt, dat de anilineverfstoffen in duizend verschil-
lende vormen voorkomen en daf de kostprijs van al
deze producten tussehen 30 Pf. en Mk. 50 voor een
zekere, vastgestelde hoeveelheid variëert, dan kan
men zich rekenschap geven van de administratieve-
en handelsproblemen, welke door de contracteerende
partijen moesten worden opgelost. Slechts de groot
wensch tot unificati.e en de vaste wil om een gemeen-‘
sehappelijk werk te voltooien, maakten het mogelijk voor deze industrie een overeenkomst voor te berei-
den, die uit technisch, economisch en politiek oog-
punt van groot belang is en waarvan de binnenland-
sche ontwikkeling, vooral na den oorlog,, een voor:
werp van grooten zorg voor de betrokken regeeringen
heeft uitgemaakt.
Slechts na eenige jaren ervaring zal men een juister oordeel kunnen vellen omtrent deze overeenkomst en
haar gevolgen voor het particuliere bedrijfsleven en
het econoisch leven van een land.
Deze drie industriëele groepen verwachten, dat
door het Kartel de productie zal toenemen, de afzet
zal worden vergemakkelijkt en het haar financiëele
voordeelen zal verschaffen.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE DUITSCHE LANDBOUWPOLITIEK IN HET
CRISISJAAR 1930..
Dr. L. Oberascher te Hamburg schrijft ons:
Sedert J’uli
1929
hooien zich de matregelen tot
bescherming van den Diiitschen landbouw op. Een
dergelijke activiteit op het gebied van de Duitsche
landbouwpolitiek als in dit jaar heeft nog nimmer
geheerscht. Duitschland staat met
zijn
krachtige land-
boüwbescherming echter niet alleen; ook uit Italië,
Frankrijk, Polen, Tsjecho-Slowakije, dê Scandinavi-
sdhe landen, de Vereenigde Staten en ‘vel andere ge-
bieden worden nieuwe beschermingsmaatregelen ge-
meld, waaruit blijkt,- dat aan dit protectionisme een
gemeenschappelijke noodtoestand ten grondslag ligt:
de waardevermindering van agrarische producten ten-
gevolge. van de overproductie in verschillende jaren.
Het jaar
1928—’29
heeft bijzonder groote oogsten
van broodgraan gegeven, in het volgend6 jaar varen
deopbrengsten slechts iets geringer en ioor het nieu-
we oogst)aar is weder een grootere wereldtarwe-oogst
te verwachten. De prijsdaling op de graanmarkt paste
zich op deze wijze aan bij den teruggang.van den sui-
ker- en rubberprjs in het afgeloopen jaar; koffie en
katoen volgden mede deze beweging en tenslotte ge-
raakten ook de producten van den tuinbouw en de
veeteelt onder den invloed van deze prjsbeweging,
zoodat sioedi g alle belangrijke landbouwproducten
door prijsverlagingen getroffen waren.
In Duitschland ontmoetten deze gebeurtnissen een
bijzonder zwakiden weerstand bij de landbouwers, wied
vermogen, om met de buitenlandsche landbouwers in
concurrentie tetrederi, zeer gering is. Dit is hieruit
te verklaren, dat de zgn. vastekosten – belastingec,
sociale bijdragen en ook rentebetalingen – sedert de
vééroorlogsche jaren buitensporig zijn gestegen en
ook bonen en ,onderhoudskosten thans hoogere uit-
gaven vereischen dan in
1913.
Na de inflatiejaren
hadden de landbouwers zich weliswaar voor een groot
deel van hun schulden
vrijgemaakt,
maar zij waren
tevens ook ‘hun spaarpenningen kwijt en in de daarop-
volgende jaren waren credieten slechts onder ongun-
stige voorwaarden te
verkrijgen.
Niettemin namen de
schulden zeer snel toe. De landbouw was gedurende den inflatietijd ook niet in’ staat geweest den achter-
stand van de oorlogsjaren op het gebied van de pro-
ductietechniek en de afzetorganisatie in te halen en
het gevaar van dit verzuim werd eerst in de laatste
jaren ten volle duidelijk, in het
bijzonder
door de
concurrentie van de producten van de huurstaten, bijv.
de Deensche boter, de Nederlandsche tuinbouwpro-
ducten, enz.
Het concurrentievermogen van den Duitschen land-
bouw is tenslotte door natuurlijke omstandigheden be-
perkt. Zoo kan bij’. de Duitsche rogge nooit met het
Noord-Amerikaansche graan concurreeren, omdat dc
extensieve productiernethode van den Amerikaanschen
of Argentijnschen landbouw niet in Duitschiand is
toe te passen. Graan en aardappelen vormen echter
in het groote gebied in het Oosten de belangrijkste
bron van inkomsten voor den landbouw. Daar de land-
bouwpolitieke belangen van deze streken in wezen
van anderen aard zijn als die van de Noord-West-
Duitsche, op voederinvoer aangewezen, veeteelt of als
die van den Zuid-Duitschen landbouw, is het moeilijk
in Duitschiand een uniforme en doelbewuste land-
bouwpolitiek, die geen enkel deel van den Duitschen
landbouw benadeelt, te voeren. –
De maatregelen tot bescherming van den landbouw
waren erop gericht, om de buitenlandsche prijsdaliiig
niet tot de Duitsche markt te laten doordringen. Een
prijsstabilisatie door middel van rechten berust op
de bëhoefte aan invoer en op de veronderstelling,
dat de buitenlandsche prijzen betrekkelijk korten tijd
van de gemiddelde prijzen van het afgeloopen jaar
afwijken. Hoe langer echter de prijsfluctuaties duren,
des te meer gaat de prijsst&bilisatie in een kostbaren
prijssteun .over. De Duitsche landbouwpolitiek heeft
binnen één jaar alle ontwikkelingsstadia van een be-
scheiden verhooging van invoerrechten tot een vol-
maakte monopoliseering van ‘den handel en van prijs-steun ‘door middel van staatsgelden doorloopen.
Het ,,groene frônt” – zoo heet de Commissie, die
gevormd wordt door de voorzitters van de vier opper-ste landbouworganisities – ging reeds met zijn eischen
van
20
Maart en 17 Mei
1929
tot het uiterste en ver-langde de vorming van een Rijksgraanraad en dé op-heffing van de bindende invoerrechten voor graan en
3. Deceni.ber 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1087
meel, die i ci de handeisverdragen van Frankrijk en
Zweden waren vastgelegd. Op 1.0 Juli 1929 volgde de
eerste verhooging van de invoerrechten
1)•
De zgn.
tusseheurechten, die sedert Juli 1927 van kracht wa-
ren, werden door de slechts weinig hoogre handels-
verdragrechten van R.M. GO.—.- voor rogge, R.M. 65.–
voor tarwe en R.M. 50.— voor haver, alles per ton,
vervangen. Voor Nederland was de gelijktijdige ver-
hooging van het re(jht op aardappelen en de verlen-
ging van zijn periodieke geldigheidsduur van betee-
kenis. Tegelijk volgde ook de invoering van het tarwe-
inaalgebod,
d.w.z.
de molenaars werden verplicht om naast de buitenlardsche tarwe een bepaalde hoeveel-
heid binnenlandsche tarwe te vermalen. Dit maal-
gebod heeft zich in den loop van het jaar als een
van de krachtigste maatregelen van bescherming van
den tarweprijs voorgedaan; cle Duitsche tarweprijs
werd onafhankelijk van de buitenlandsche tarweprij-zen en staat sedert langen tijd zelfs boven het niveau
van het vorige jaar.
..Deze prijssteun moest echter door
een rigoureuze verhooging van het te vermalen per-
centage van oorspronkelijk 50 tot 70 en tenslotte zelfs
80 pOt. en door het invoerrecht op tarwe vijfmaal te
verhoogen gekocht worden, zoodat het invoerrecht op
tarwe, dat in Decejber 1929 op R.M. 95.— per ton
werd vastgesteld, tenslotte op 26 October 1030 de aan-
zienlijke hoogte van R.M. 250.— bereikte. In over-
eenstemming met een dergelijk invoerrecht is de
tegenwoordige marktprijs van Duitsche tarwe van on-
geveer R.M. 250.— per ton zeer onbevredigend, en
slcchts hieruit te verklaren, dat cle invoer van tarwe
thans tamelijk onbeteekenend is. Niettemin ligt deze
prijs meer dan 100 pOt. hoven den vereldmrktprijs.
Nog meer dan de tarweprijs heeft de roggeprijs de
I)uitsche landhouwpolitiek in beslag genomen. De
oppervlakte, die met rogge bebouwd is, is bijna drie-
maal zoo groot dan die van tarwe. Terwijl het land
te weinig tarwe en gerst voortbrengt, bestaat er een
overvloed van rogge, haver en aardappelen. Daar er
bij rogge geen behoefte bestaat aan invoer, is ook van
een beïnvloeding van den prijs door handelspolitieke
maatregelen niets te verwachten. De regeering heeft
weliswaar het invoerrecht op rogge meermalen ver-
hoogd, maar een werkelijke steun van den roggeprijs
kop slechts direct door een verbod van den invoer
van voergraan, gerst, haver en maïs bereikt worden.
l)e eerste poging tot een dergelijke omvattende
actie bestond hierin, dat het systeem van onveran-
derlijke invoerrechten vervangen werd door variabele
verordeningsrechten (rechten, welke bij verordening
veranderd kunnen worden) en wel werden allereerst
in cle wet van 22 December 1929 voor rogge en tars rcc’1iter ingevoerd, welke van den prijs afhangen, ter-
wijl verder in de wet van 26 Maart 1930 ook voor
gerst en haver een dergelijk administratief veror-
deningsrecht werd voorgeschreven. In de wet van
15 April 1930 ging men nog een stap verder en hief
men — met uitiondering van voergerst – ook de
max 1 m umrechtn op, zood at sindsdien de Rijksminis-
er voor Volksvoeding de graanrechten willekeurig
mag vaststellen om de juiste prijzen van R.M. 250
voor rogge en R.M. 260 voor tarwe te bereiken. Alleen
het recht voor mais is door een handelsverdrag vast-
gelegd en om dit te ontgaan, werd op 1 April 1930
het monopolie voor den maïsinvoer ingesteld, zoodat
de maïsinvoer tot een minimum beperkt bleef.
Ondanks dit bijna geheel gesloten systeem van af-
weermaatrgelen tegen den graaninvoer heeft de
regeering nog financiëele offers gebracht om door
steunaankoopen den roggeprjs te verbeteren. In den
loop van September 1930 zijn echter deze steunaan-
koopen met een mislukking, en gevoelige prijsdaling
geëindigd. Andere pogingen om den roggeverbonwers
te -hulp te komen, zooals de propaganda voor het eten
1)
Zie ovei de graanrechten in Duitschiand ‘eveneens de
artikelen van den heer P. W. Schilthuis in E.-S. B. van
.27 Nov. 1929, 23
April en
7
Mei
1930
(Red.). –
van roggebrood en de broodwet, die een grooter ver-
bruik van rogge door vermalingsvoorschrjften in-
stelde, blijven in haar uitwerking zeer onzeker. Toch
heteekent reeds de roggeprijs van ongeveer R.M. 150
een aanmerkelijke stijging tegenover de buitenland-
che prijzen. Aan den anderen kant verzekert deze
-prijs aan talrijke landbouwers slechts een onvoldoende
inkomen, omdat de productiekosten te hoog zijn. Men
-heeft daarom den landbouwers, die gronden bezitten,
welke voor tarwebouw geschikt zijn, aangeraden, den
verbouw van rogge door dien van tarwe te vervangen.
liet groote prijsverschil tussehen beide graansoorten, zal deze al te laat doorgevoerde verandering van den
graanbouw krachtig ondersteunen en het is te ver-
wachten, dat reeds de eerstvolgende statistieken in
clie richting zullen wijzen. Andere landen hebben een
dergelijke productieverschuiving zelfs onder ongun-
stige voorwaarden – men denke slechts aan Zweden
– reeds veel vrbeger doorgevoerd.
Ook de Oost-Duitsche aardappelteelt wordt dit jaar’
als hulpbehoevend beschouwd. Tengevolge van den.
overvloedigen oogst van najaarsaardappelen zijn de
prijzen inderdaad zeer laag en er worden voorzorgs-
maatregelen getroffen, dat eventueel een groot dee,l
van den oogst voor veevoeder wordt gebruikt. Overi-
gens ‘is de regeering ook de stijfsel- en aard appelmeel-
industrie te hulp gekomen. Sedert Augustus is de
-industrie van 1)randlstoffen tot bijmenging van spi-
ritus, die in hoofdzaak uit aardappelen wordt bereid,
verplicht. De vooruitzichten voor de aardappelver-
werking in de branderijen zijn echter zeer ongunstig,
indien de, bestuurders van het monopolie er niet toe
overgaan goedkoopere spiritus in zulke hoeveelheden
aan te bieden, dat een grootere toepassing als brand-
stof mogelijk wordt.
Het is niet mogelijk daarnaast alle overige afzon-
derlijke maatregelen op te sommen, welke aan de
graan- en aardappelverbouwende landbouwers hulp
zouden brengen. ‘Het is een wezenlijk gebrek van de ‘Duitsche landbouwpolitiek, dat nog steeds de belan-
gen van den landbouw voorgaan bij de wenschen van
de overige bedrijfstakken, ofschoon noch in den
tarwdbouw, noch op de roggevelden, noch in den ver-
bouw van , aardappelen de toekomst van den Duit-
schen landbouw zal worden ‘beslist. Van levensbelang
voor Duitschland is in de eerste plaats de bevordering
‘van de
‘intensieve cultuur
en bedrijfstakken, dus van
cle veeteelt, de zuivelbereiding, den tuin- en ooft
bouw; van belang is ook een
stijging
van het suiker-
‘verbruik. De graan-, aardappel- en bietenverbouwende
landbouw kan uit een bevordering van die bedrijfs-
‘takken een groot voordeel trekken, indin de pro-
:ductie van mest stijgt, de behoefte aan veevoeder
toeneemt, de bevolking van het Oosten dichter wordt
en met verbeterde productie en verbeterde afzet-
‘methoden en goedkoopere producten nieuwe afzet-
mogelijkheden voor gekwalificeerde producten in het eigen land ontsloten worden.
Het is waar, ook de veeteelt wordt met hoogere in-voerrechten bevoordeelcl, maar het i.s waarschijnlijk,
dat het duurder worden van maïs, gerst en andere
voedingsmiddelen ten nadeele van de veeteelt zwaar-
der weegt dan de hulp door,middel van invoerrech-
ten. Reeds de verhooging van het invoerrecht op var-
kens kan – evenals bij het invoerrecht crp rogge –
nauwelijks een uitwerking hebben, omdat het land
zich in hooge mate zelf verzorgt. Het invoerrecht
voor versch en bevroren rundvleesch werd het vorige
jaar door de opheffing van het Zweedsche handels-verdragtarief van R.M. 37.50 per 100 KG. tot R.M.
45.— verhoogd; het invoerrecht voor rundvee is even-
als ,dat voor eieren door een handelsverdrag gebonden.
De Duitsch-Finsche onderhandelingen over de ver-
hooging van het invoerrecht op boter hebben een
scherpe critiek in het buitenland uitgelokt. Duitsch-
land betrekt rond een vierde gedeelte van de boter,
die het verbruikt, uit het buitenland. In 1929 werden
1068
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
• 8 December 1930
bijv. 135.500 ton boter ingevoerd, waaivan 44.240 ton
uit Denemarken, 32.755 ton uit Nederland en slechts
4.931 ton uit Finland betrokken werden. 1)uitsch-
land streef de ernaar, het voor eenige jaren met Fin-
land overeengekomen recht van R.M. 27.50 per 10
KG. op te heffen om daarna het autonome recht vai
R.M. 50.— in werking te doen treden en later even-
tueel een beweeglijk verordeningsrecht in te voeren.
Het verdrag met, Finland van ‘November 1929 be-
vatte, als tegenprestatie voor het opgeven van het
door het handelsverdrag vastgelegde invoerrecht, een
afzetgarantie voor een bepaald botercontingent. Het
is zoowel aan de protesten uit het buitenland als uit
het eigen land toe te schrijven, dat deze overeenkomst
door een andere werd vervangen, waarbij Finland in
het autonome recht voor boter en kaas toestemt, ter-
wijl den Finschen handel voor bepaalde invoercon-
tingenten bij boter en kaas de voortgezette toepas-
sing van het huidige autonome recht werd gegaran-
deerd. Deze overeenkomst zal binnenkort in werking
treden.
Zou
dan het Duitsche invoerrecht op boter
ongeveer tot R.M. 80.— verhoogd worden, dan zou
Finland verder 5000 ton boter tegen een recht van
R.M. 50.— per 100 KG. kunnen invoeren. Daarmede
zou Finland eenzelfde voordeel genieten als bijv.
Zweden het voordeel van een veecontingent bezit.
Of het toestaan van dergelijke contingenten, die
in het buitenland een begrijpelijke ontstemming ver-
wekken, een aantasting van de meestbegunstigings-
clausule beteekent, daarover loopen de meeningen uit-
een. De Duitsche handelsverdragen verbieden tot dus-
verre dergelijke contingentovereenkomsten niet, doch
het is waarschijnlijk, dat in de toekomst bij het af-
sluiten van handelsverdragen ook ‘het vraagstuk van
de voorkeurscontingenten geregeld wordt. Duitsch-land heeft er geen belang bij zijn exporthandel te he-,
nadeelen, doordat het het meestbegunstigingsrecht
verbreekt. Aan den anderen kant is ook de landbouw
bij een uitbouw van de voorkeurscontingenten niet
geïnteresseerd. Zijn streven is veel meer daarop ge-
richt, ueherhaupt de bindende invoerrechten door
handelsverdragen op in te voeren landbouwproducten
zooveel mogelijk te beperken om inplaats van de on-
veranderlijke invoerrechten variabele verordenings-
rechten te stellen en den verbruiksdwang voor bin-
nenlandsche landbouwproducten uit te breiden. Reeds
binnenkort zal de regeering bij den Rijksdag nieuwe
wetsontwerpen voor bescherming indienen. O.a. is een
-erhooging van het invoerrecht op ruwe tabak, waar-
bij ook Nederland geïnteresseerd is, van R.M. 80.-
tot R.M. 200.— per KG. voorgesteld. De Duitsche
tabakverbouw is betrekkelijk onbeteekenend; het in-
voerrecht is in de eerste plaats als een fiscaal recht
te beschouwen.
Eenige belangrijke agrarische wetten zijn dezen
zomer niet meer in behandeling gekomen en zullen
den Rijksdag opnieuw bezig houden. Hiertoe behoort
de hulp aan het Oosten en de handelsklassenwet. De
Duitsche landbouw is op.het gebied van de standaar-disatie en den uitbouw van coöperatieve afzetorgani-
saties zeer ten achter. Een stand-aardisatiewet kan
ook slechts de bescherming van kwaliteitsproducten
waarborgen; het voornaamste werk moet aan den
landbouw zelf en den haiidel overgelaten worden.
Voor de reèds dozen zomer afgehandelde melkwet, die
ertoe zal Lijdragen de kwaliteit van de melk te ver-
hoogen, worden eerst uitvoeringsverordeningen uit-
gewerkt.
De landbouw heeft veel achterstand op het gebied
van de rationalisatie en afzetverbeteringen in te
halen, indien de groote offers, die het land door de
talrijke b
e
schermingsmaatregelen zijn opgelegd, zich
langzamerhand in een winst voor het geheele econo-
misch leven zullen omzetten. Want het is duidelijk,
dat het economisch leven in Duitschiand een onpro-ductieve landbouwbescherming op den duur niet kan
verdragen en dat de huidige beschermingsmaatrege-
‘len geduende een overganstijd de overwinning van
de zware rentabiliteitscrisis van den Duitschen land-bouw zullen dienen en niet als blijvend kunnen wor-
den beschouwd. De pogingen, welke de landbouw tot
dusverre hef t aangewend, rechtvaardigen in elk ge-
val de verachting, dat in vele bedrijfstakken zich een
liep ‘ingrijpende verandering zal voltrekken.
DE RONDE-TAFEL-CONFERENTIE AAN HET WERK.
Prof. l)r. P. Geyl te Londen schrijft ons:
Tegenover cle
vrijwel
eenstemmige veroordeeling
van het rapport-Simon door de Indische publieke
opinie, ,,gematigd” zoowel als extremistisch, wist de
regeeri.ng, in volkomen overeenstemming trouwens
net den Onderkoning, den conservatief Lord Irwin,
geen raad dan in een volkomen vrijlaten van de Ron-
de-Tafel-conferentie, die volgens ht voorstel van
Simon zelf, in het najaar bijeenkomen zou. Men zou
daar om zou te zeggen opnieuw beginnen. Weldra
-erluidde, dat cle Onderkoning zelf een richtlijn zou
aanduiden, die van het punt, waar Simon en de zijnen
waren blijven staan, verder zou gaan: te Simla was
men
blijkbaar
bereid om in het centraal bestuur van
}3ritsch-Indi6 een deel van de verantwoordelijkheid
aanstonds aan de nieuw in te stellen federale verga-
dering af te dragen; men wilde er de dyarchie, die in
de provincies nu door volledige Indische verantwoor-
deljkheEd vervangen ging worden, invoeren.
Zoo stonden de zaken toen de Ronde-Tafel-Confe-
rentie bijeenkwam, of beter toen de gedelegeerden al-
lengs in Engeland aan wal stapten. Want v66r de
conferehtie officiëel geopend werd, was de toestand
alweer zoo veranderd, dat het eenige inspanning van
het historisch ‘bewustzijn vereischte om de denkbeelden,
die van den zomer gangbaar waren, op te roepen. Die
verandering is grootendeels, zoo niet geheel, teweeg-
gebracht door de Indische vorsten. Terwijl Lord Irwin’
nog den 20sten September (dat is de datum van zijn
commentaar op het rapport-Simon, dat nu aan de
Conferentie voorgelegd is) enkel aan een bestuurs-
hervorming voor Britsch-Indië dacht en een meedoen
van de vorsten aan een ,,al-Indische” federatie als.
een gebeurlijkheid in een verre toekomst beschouwde,
bleek aanstonds in Londen, dat de vorsten integen-
deel bereid waren om op dit eigen oogenblik aan zulk
een federatie actief deel te nemen. Daardoor werden
de denkbeelden van Lord Irwin eigenlijk even ver
achtergelaten als die van Sir John Simon, ja in zeke-
ren zin verder, want in het rapport van de Commissie
wordt een al-Indische federatie niet alleen als eind-
¶oel gezien. Simon erkende het belang va; de be-
trekkingen tusschen Britsch-Indië en de vorsten vol-doende om heel zijn rapport, alvorens er besluiten op
genomen werden, aan een Conferentie als de thans
zittende die. vorsten en gedelegeerden van Britsch-
,[ndië omvatten zou, voorgelegd te willen hebben.
Wat beteekent deze houdig van de vorsten, die
zelfs door Lord Irwin nog maar twee maanden ge-
leden zoo weinig voorzien werd? Haar gevolg is in
ieder geval, dat er op de Conferentie thans in allen
ernst over een veel grootere overdracht van Britsch
– gezag wordt gesproken, dan tevoren door velen waar-
schijnlijk kon worden geacht. Maar daarmee is om-trent beweegredenen en gevolgen nog niet veel ge-
zegd. –
Daar zijn er die door deze plotselinge entwikkeling
niet weinig onthutst zijn. Engelsche conservatieven,
die in heel de beweging naar indisch zelfbestuur een zwaar hoofd hadden, rekenden op de vorsten om een
dam tegen het wassende nationalistische tij te vor-
men. In hun oog komt, vat er gebeurd is, hierop neer,
dat de vorsten met pak en zak naar het nationalime
zijn overgeloopen. Als zij het hun aiet al te bitter ver-
wijten, dan is het, omdat zij begrijpen, dat het voor de
vorsten om die allerdringendste van alle noodzakelijk-
heden, om zelfbehoud, ging. Hun bitterheid mag daa±-
3
December 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1069
door minder persoonlijk wezen, zij is er niet minder
diep om. Zij zien de laatste tegenstanden weggespoeld
door den storm van de Indische revolutie en zij be-
klagen do vorsten meer dan zij hen laken, omdat zij voor hen in toegovingen aan de revolutie toch geen
redding zien. Anderoi, die in het algemeen genomen
zoo verschillend niet dcnken, leggen in hun verkla-
ring van de politiek der vorsten den klemtoon toch
elders. Zij zoeken. er
voörnamelijk
de
ontstemming
achter, die het voortdurend ingrijpen in de zaken der
staten van het ,,Political Department’
2
des Onder-
konings (waardoor de betrekkingen tusschon de Rijks-
regeering en de vorsten onderhouden worden) ver-
wekt heeft, een outstemmmg, die voor het Butler-
comité tot, uiting gekomen, maar door het rapport
daarvan, dat aan de ,,Paramountcy” van de Rijks-
regeering geen grenzen stelde, geenszins bezworen is.
I)e vorsten voelen zich gekrenkt door het overschrij-
den van de verdragen, die tusschen hen en de ,,Para-
mount Power” bestaan, zij zien de afbrokkeling van
hun zelfstandigheid onder het bestaande régiem tege-
moet. Als zij gemeeue zaak inet het nationalismo
maken, is het dus niet enkel uit vrees om anders met
de vijaudigheid daarvan te kampen te krijgen, maar
om zich tegen de aanslagen van de Britsche regeering
te weer te kunnen stellen.
De opvatting, gangbaar in kringen, die over het
algemeen met de Indische nationalistische aspiraties meer sympathie hebben, is geheel anders. Daar is de
houding der vorsten aanstonds toegejuicht, daar heeft
heel deze ontwikkeling aanleiding gegeven tot dat
optimisme, dat thans – ofschoon vandaag al minder
dan gisteren – de atmosfeer, waarin de Conferentie
werkzaam is, kenmerkt. Daar had men, en zeker te-
recht, met het vooruitzicht, dat Engeland samen
met de vorsten (benevens misschien de Mohammecla-len en de lI[indoesche kasteloozen) tegen het nationa-
lismo front zon moeten maken, nooit op gehad. Daar
voelde men, dat de conservatieve invloed der vor-
sten zich pas in gezonden zin voelbaar zou kunnen
maken, als zij zich één met hun volk verklaarden. Een
federale vergadering voor geheel Indië, waarin met
(ie zeifbesturende Indische provincies de vorstensta-
ten vertegenwoordigd zouden zijn, komt aan die he-
schouwers in alle oprechtheid voor, veel betere ksnsen
op een oplossing te bieden dan een vergadering van
Britsch-Indië alleen, waarnaast de vorstenstaten
eilandjes van conservatisme en Engelschen invloed
zouden kunnen vormen. Niet alleen zouden op die
wijze allerlei groote regeerproblemen een veel natuur-
ljker behandeling kunnen vinden – tarievenpolitiek
e.n verdediging, om de twee voornaamste te noemen
-, maar de gematigdheid en Engelschgezindheid der
vorsten, die zich natuurlijk niet zouden verloochenen,
zouden aan hun landgenooten veel minder aanstoote-
lijk schijnen en zich daarom veel beter kunnen doen
gelden. Om kort te gaan, men ziet de vorsten naar
voren treden om de leiding van het nationalisme uit
handen van doctrinairen en revolutionairen te nemen,
eii men houdt’het ervoor, dat de al-Iiidische federatie, die uit deze Confederatie misschien groeien zal, tege
;
lijk de zucht naar eervolle zelfstandigheid van de I-
dische openbare meening bevredigen en met Engeland
een dragelijken modus vivendi
zal zoeken. Men is dan
ook bereid om aan zoo’n federatie grooter gezag op
te dragen dan men aan een enkel Britsch-Indische
licht zou hebben gedaan.
Ik gaf al even te verstaan, dat er in het vurige
optimisme van de eerste dagen der Conferentie weer
enkele harstjes zijn gekomen. Nu de Conferentie dit
grootsche nieuwe denkbeeld, federatie met de vorsten-
staten incluis, aan het onderzoeken is, blijkt het vol
van ontzettend moeilijke problemen te zitten. De Con-
ferentie maakt dan ook heel langzaam voortgang. Het
gronddenkbeeld van die nieuwe federatie zelf bevat,
als men het op de keper beschouwt, ontstellende be
zwaren. Moeten de vorstenstaten en de provincies elk
een blok vormen en dan samenkomen? Of moeten zij
alle naast elkaar in de federatie plaats nemen? Men
is algemeen geneigd te zeggen: het laatste. Maar dat
is niet zoo eenvoudig. De staten zijn talrijk en’ ver-
schillen sterk in omvang. Bovendien, hoe zal de ver-
tegenwoordiging, geregeld worden? Door verkiezing
(zij het getrapt) in de provincies, door benoeming in
cle staten? liet is nooit bevorderlijk voor het politieke
leven van een federatie, wanneer daar zeer verschil-
lende regeeringsvormen naast elkaar bestaan, en ter-
wijl de provincies van Britsch-Indië op weg zijn naar
volledige parlementaire zelfregeering, is de autocra-
tie van de meeste vorstenstaten nog maar dunnetjes
aangelengd. Do vorsten, die graag aan de inmenging
van de ,,Paramount Power” zouden ontsnappen, –
wat men ook van de beweegredenen van hun tegen-
voordige houding denke, daaraan bestaat’ geen, twijfel
– -, zullen zich toch ook niet gaarne aan de contrôle
van een federale vergadering onderwepen, waarin
]3.ritsch-Ïndi6 niet zijn veel grootere bevolking onver-mijdelijk den toon zal aangeven. Wat voor waarborgen
zullen zij, als het erop aankomt, eischen? Zullen die
voor de nationalisten aannemelijk zijn?
Tot nog toe heb ik slechts van Londen gesproken.
liet is een gevaar, dt de Conferentie zelf ook be-
dreigt, dat zij Indië vergeten zou. Toch weet iedereen
in zijn hart, dat het een gansch andere zaak za] zijn
hier zekee regelingen te ontwerpén dan ze in Indië
in te voeren. De afwezigheid van Gandhi en de
Nehrus en hun partij maakt de Conferentie onver-
mijdelijk weinig representatief. Het optreden van de
vorstcn heeft daar de aandacht een oogeublik van af-geleid, maar wat vooi een uitwerking zal het in Indië hebben?#De nationalisten zullen liet zeker met groot
wantrouwen gadeslaan. Hun houding tegenover de
vorsten was al lang uiterst gereserveerd. Op het con-gros te Lahore is de jonge Nehru een jaar geleden fel
tegen hen uitgevallen. Men zal er hen zeker van be-
schuldigen, dat zij met de Engelsche regeering kom-
plotteeren om Indië zijn volle recht te onthouden.
Reeds nu wordt er, naar uit telegrammen blijkt, in die i’iehting geageerd. In de
Observer
lees ik bijvoorbeeld
vanochtend, dat er een boek van een Indiër versche-
nen is, getiteld
H.
if. (His Highness), waarin het
doopceel van de vorsten op uiterst onwelwillende wijze
wordt gelicht. Zullen de nationalisten genoegen
nemen met een regeling, die de positie der vorsten
vastleggen zou, wanneer zij zich misschien sterk ge-noeg voelen om do bevolkingen der vorstenstaten in
beweging te brengen en dien heelen verouderden rom-
mel met al zijn achterljkheden en misbruiken zoo
wordt de toestand door niaiontente onderdanen der
vorsten voorgesteld – op een goeden dag weg te
vagen?
Veel zal natuurlijk afhangen – men moet of wel
zeer pessimistisch of zeer optimistisch zijn om dat
te ontkennen — van de regeling, die hier getroffen
zal worden, als de onderlinge oneenigheden, die zelfs
in de onvolledige delegatie van Britsch-Indië en tus-chen haar en de vorsten ieder oogenblik kunnen uit-
breken, het treffen van een regeling niet zullen ver-
hinderen. Men is, zei ik, bereid meer toe te staan dan
een paar maanden geleden mogelijk scheen. Dat wordt
zelfs door steile conservatieven, soms met bitterheid,
toegegeven. Vooral volledige financieele zeifbeschik-
king – aangenomen, dat volledig beheer over eigen
en huitenlandsche zaken nog steeds tot de onmoge-
lijkheden behoort – is een voornaam punt: dat zal
den Engelschen conservatieven, die toch ook mee te
beslissen hebben, niet gemakkelijk vallen, maar daar-
mee zou men in Indië zeer zeker wel indruk kunnen
in aken.
AANTEEKENINGEN.
De geidmarkt in November.
Het is nu een jaar geleden, dat wij geheel onder
den indruk van de gewijzigde omstandigheden op de
geld- en kapitaalmarkt, wezen op het gevaar van
illiquiditeit van het credietsysteem in tijden van
107Ö
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
3 Deceniber 193.0
hauss en op een min of neer sterke overdrijvi.g
naar de andere zijde in depressieperioden. .Oevoig van
liet feit, dat men in do
z.g.rI.
goede tijden – aange-
trokken door hoog rendement – groote bedragen,
welke volgens hun aard op de geidmarkt thuis be-
hooren, daaraan onttrekt en voor kapitaalsinvestee-
ringen ge!bruikt. In tijden van depressie geschiedt als
regel het tegeovergestelde, doordat bedrijfskapitalen
liquide gehoudeii worden. Een overgroot aaiibod op
de
geidmarkt is daarvan het bekende gevolg. Zoolang
de terughoudendheid hij beleggers blijft bestaan en
cle gang van zaken de kapitaalvraag tot een minimum
terugbrengt, zal de gëldruimte aanhouden – tenzij
men het middel van den Duitschei Albert Hahn, de.
economist
,,it
la mode”, toepast en hot kapitaalge-
bruik ,,subsidieert”.
De algemeene invloeden, welke de geidmarkt be-
heerschen, veranderen, in hun geheel beschouwd,
slechts weinig en ware hef niet, dat plaatselijke- en
tijdelijke factoren zich af speelden, wij zouden kunnen
volstaan met te verwijzen naar vroegere besohou-
v.ingen.
Wij willen ditmaal .speeiaal den blik richten naar
Frankrijk, waar de ,Oustric-crisis voor de noodige af-
wisseling heeft gezorgd. De moeilijkheden van eenige
banken van beteekenis en ‘van een aantalirovinciale
instellingen hebben in de. eerste plaats de effecten-
beurs ën de geldmarkt verontrust.
Het geschokte vertrouwen uitte zich in een op-
vragen van saldi bij de banken. De geringe activiteit
in het buitenland, de spreekwoordelijke spaarkracht
van de bevolking en het feit, dat de industrie niet
alleen zichzelf financierde, doch ook grootb deposi-
to’s hij de banken bnderhield,
zijn
bekend. De Parij-
sche banken financieren echter sterk de speculatie,. voornamelijk in die papieren, waarbij zij zelve be-
lang hebben. Wij voelen hier den
samenhang
ticsschen
cle beurs en cle bankenliquiditeit. Door de Ou.stric-
affaire zijn de meeste, zoo niet alle, heurswaarden
sterk in koers gedaald, uiteraard ook die, waarbij de groote banken zijn geïnteresseerd. ‘Het is nu – men-
schelijkerwijs gesproken – begrijpelijk, dat zij. de f i-
nancièring van cle speculatie in deze papieren niet
opgeven, al was het alleen maar om groote verliezen
01)
effectenrekening te vermijden. Wil men met
het oog op de omstandigheden de licui-diteit verhoo-
gen dan zal, teneinde de verhoudingen in eigen land
-zoo lang mogelijk te ontzien, in de eerste- plaats het
‘buitenlandsche- tegoed worden ingekrompen. Dit is
inderdaad in ruime mate geschied. De Fransche ban-
ken hebben echter de ieputatie, dat zij er niet voor
terugschrikken op hun èigen handelsdebiteuren een
•
rigoureuse credi’etpolitiek toe te passen. De hoodza-‘kelijkheid daarvan is echter nog niet gebleke.
Reeds v66r den oorlog was de credietverleening (op
korten termijn) in het buitenland hoofdzakelijk he-
.perkt tot Engeland, Duitschiand en, in geringe mate,
tot de Ver. Staten. Ook na den oorlog is die traditie weder opgeleefd. Nu sedert korten tijd – zooals wij
in ons vorig overzicht zagen – het overgroote. deel.
van het tegoed in Du.itschlaud werd opgezegd, is het
(luidelijk, dat vooral Engeland door de opvra’ging van hu.itenlandsche saldi wordt getroffen.
In den koers van den Franc in Londen is dit sterk
tot uitdrukking gekomen. Op 30 October was deze
:ca. 123.80 om te stijgen tot 123.58 francs in het Pond
op 27 November. Na den moeiljken N’ovemher-ultimo
trad een geringe verbetering tot ca. 123.60 in.
Deze stijging
•
van den Franc heeft nieuwe goudzen-
dingen tengevolge gehad, waardoor de goudvoorraad
der Banque de France in vier weken met ongeveer
een milliard Francs is toegenomen.
T-lt is te begrijpen, dat men dit in Engeland zeer
ongaarne ziet. Weliswaar, hebben goudzendingen uit
Zuid-Amerika, Australië en de Kaap de verliezen
eenigszins gecompenseerd, doch ook de Duitsche Mark
is den laatsten tijd opmerkelijk vast. Dit wordt, het
zij terloops opgemerkt; toegeschreven aan versterkte
HET MAALGEBOD.
:l)eBëer U. Koopmans, Directeur van N.V. Koon-
mans Meeifa’brieken te Leeuwarden, schrijft ons:
De vakicuuclige uiteenzetting van Prof. Polak over
cle tarweverwerking in ons land, in verband met het
—maalgehod, had mijbe groote belangstelling. Zelf toe
nauwste betrokken bij den handel en de verwerking
van cle inlanclsche, tarwe, heeft het brandende
–
mag’-
stuk ‘mijn voortdurende aandacht.
De wijze waarop de geachte schrijver in het kort de
omstandigheden van cle brood-bloem-fabricage uiteen-
zet, de eventueele gevolgen schetst waartoe cle tarwe-
-wet zal voeren, is mi. volkomen logisch en juist. Ook
in zijn conclusie – .waar hij aangeeft op welke wijze
door bevordering van het bruinbrood-gebruik
de in-
landsche tarwemarkt kn worden gesteund – zou ik
.willen medegaan als er niet, een paar, bezwaren be-
stonden, -clie niet zijn weg te cijferen. Het’bruinbrood-
gebruik is- in een groot del van ons land inderdaad
te gering, maar cle stad Amsterdarn kan wel als voor-
beeld gelden voor de grootere steden, doch zeer zelcer
niet voor het platteland. In Zeeland, Zuid-Holland,
Utrecht, West-Brabant en Limburg, in de Betuwe, en
grooten.cleels in Noord-Holland wordt zeer veel
bruin-
brood
gegeten. In de andere provinciën of provincie-
deelen daarentegen in hoofdzaak roggebrood. Er kan
in sommige streken nog wel wat bruinbrood bij, maar
mag dit niet ten koste van het roggebrood gaan, want
wat zouden de roggeboeren zeggen, die het nu ook al niet al te breed hebben. in de roggehouwende streken
zelf zou een
dergelijke
propaganda trouwens geen
of weiig nut ‘hebben. 1-let middel moet zich dus, be-
‘perken tot een deel van de hevollcing in de steden,
ën in.
die
deden van het land waar’ geen eigen graan-
.cultuur de broodmaaltijd beheerscht. Er blijft dan
‘echter. nog een’ groote moeilijkheid, nl.: Bruinbrood
kan -ook gebakken worden ‘van buiteiilandsch tarwe-
meel. Zeer zeker zal het xermaien van inlandsche
t.arwe bevorderd wordeu, ‘omdat de inlandsche tarwe
in gunstige oogstjaren, althans wat betreft smaak en
ook balcèigeuschappen, de voorkeur heeft ‘hoven’ de
meeste buiterilandsche soorten. –
Amerikaanse.he crdieterleening en Kerstbestéllin-
gen. in ‘Duitschland. De noteering van de Mark was
cnn het begin van cle maand in Londen ca. 20.39, aan
het einde daarvan 20.36′.
T
e
lj
sw
,
aar
is het goud-
punt nog niet bereikt (het goudpunt ligt, naar wij
rneenen,
op
ongeveer 12.34), doch de mogelijkheid van
goudexporten ook naar Duitschland, wordt wel dege-
lijk reeds onder het oog gezien.
Als gevolg daarvan wa’ geld in de afgeloopen
maand vrij vast. Voor December verwacht men toch
eenige verlichting. Ten eerste door rentebetalingen
op de War-ban en geringe Kerstuitgaven, tengevolge
van de depressie, ten tweede doordat een, einde zal komen aan het opvragen van Fransche saldi na den
zeer moeilijken November-Îltimo.
in Duitschland is de financieele hemel weer eenigs-
zins opgeklaard. Veel daartoe heeft -bijgedragen het
bekende ,,Ueber’brückungskredit”, niet in het minst
door cle moreele uitwerking. Het vertrouwen, dat het
buitenland heeft getoond te ‘bezitten, heeft de crediet-
verieening – zooals wij boven reeds ‘ze:iden – doen
toenemen. In den weeksta.at van de Rei.chsbank zijn
de verbeterde omstandigheden duidelijk
z
i
c
htbaar
.
Het is een
bijzonder
verheugënd verschijnsel, dat
deze zich zoo snel kon herstellen. Dit houdt ech-
ter helaas nog niet in, dat cle positie van de andere
banken er ook reeds opmerkelijk
–
beter op is gewor-
den. Deze wordt nog door andere factoren beïnvloed,
waar de Reichs’bank grootendeels bui ten staat. Eeb
algemeene
verbetering ware natuurlijk ook hier – te
wenschen, n.iet alleen in )let ‘belang van Duitsch’land
zelve, doch ook in dat van andere landen.
–
.
V.D.BR.
INGEZONDEN STUKKEN.
Décnmber 1930
ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN
1071:
De prijs zal echter niet ve boven het prijsniveau
van deze soorten kunnen uitgaan. Hiermede zijn dan
1)edOelcl de witte Australische, de witte Amerikaan-sche, Belgische, Poolsche en enkele roode tarwesoor-
ten, voor het z.g. rood ongehuild tarwemeel, dat in
Limburg en in enkele andere streken veel gaat. Zoi-
der een ,,gcbod” zou ook hier het doel voorbijgeschoten
worden, ôf wij varen weer in hetzelfde schuitje.
Er is nog een andere belager van onze inlandsche
tarwe, en ditm’aal geen natuurlijk concurrent, maar
eeii geforceerde. Tot dusverre is zulks in geen enkele
beschouwing naar voren gekomen. Het betreft nL den
import van de ,,Fransche tarwebloem”. in tegenstel-
ling met de geïmporteerde Amerikaansche tarwe-
bloemsoorten, is de Fransche tarwebloem als een
,,dumpingsprodudt” te beschouweir. De Fransche mo-
lens ontvangen ni. ,,export-acquits”, waardoor zij in
staat zijn, ver beneden kostprijs in Nederland een
bloemsoort te leveren, die scherp concurrent is met
onze
z.g.
Zeeuws tu
che tarwebloem, biscthloemsoorten
e.d., welke soorten zeer goed van de Nederlandsche
tarwe kunnen worden gemalen. Dit drukt natuurlijk
de prijs van deze bloemsoorten en vervolgens van de
inlandsche tarwe; aan dit feit zal wel niets te ver-
anderen zijn, omdat de Regeering geen invoerverbod
kan toepassen, maar het blijft voor de tarwehouw een
leeljk ding. Vooral in tijd van overvloedige Europee-
sche (dus meest ook Fransche) oogsten is dit export-
aanbod sterk, en juist dn heeft de Nederlandsche
tarwebouwer behoefte aan afzet.
Geen enkel
bedrijf
heeft deze bloem speciaal noo-dig, in tegenstelling met Amerikaansche tarwbloem, dje voor aparte doeleinden moeilijk gemist kan wor-
den. Konden dus de biscuit- en banketfabrieken he-
sluiten, deze bloem niet meer in to voeren, dan zou-
den zij indirecten steun verleenen aan een deel van
de bevolking, die toch zeker ook hunne producten
nuttigt, vooral vanneei zij zelve wat beter kunnen
bestaan.
De propaganda-commissie, door Prof. Polak be-
doeld, zou met een deeltje van haar regeerings-crediet,
de biscuitfabri8ken e.d., op liet aangehaalde euvel
kunnen wijzen, en hen bewegen, voor zoover dit in
hun fabricage geen verschil maakt, het
g:edumpte
Fransche fabrikaat te laten staan.
Verder zou de bovenbedoelde commissie, insamen-
werking met de Landbouw-Maatschappijen en de koo-
pers of verwerkers van inlandsch graan, de la:ndhou-
wes op verbetering van liitn tarwesoorten kunnen
wijzen. In vele streken kan door betere keuze van het zaaigraan, of door een rationeeler gebruik van kunst-
mest e.d. nog veel worden bereikt; onze Nederland-
sche tarwe moet ,,in haar soort” de beste ter wereld
worden, en dat kan, gezien sommige prachtige Fric-
sche en Zeeuwsche partijen. De bodem heeft veel in-
vloed, natuurlijk, maar toch is er nog zeer veel te
bereiken. Ter illustratie van deze opmerking moge
dienen, dat de beste soorten van de oogst 1928 zelfs
nu nog uitstekend zijn voor bruinbrood; ook van de
oogst 1029 zijn de restautpartijen tegen relailef zeer
hooge prijzen zeer gezocht.
Evenals bij ohze erwten en boonen, moet ook bij de
tarwdbouw gestreefd worden naar uitgezochte va-
riëteiten. Ons bouwland ên klimaat zijn nu eenmaal
niet geschikt voor massa-productie.
De slotwensch van den geachten inzender zal, als
ook in deze richting worçlt gestuurd, dan zeker in
vervulling gaan.
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam rendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbetirs.
1
)
–
Banken
Electri-
1
Handels-
1
Industrie
Mijnbouwl
Olie
Rubber
S_1
Suiker
Tabak
Thee
Januari
1929
158.8 308.5
180.0
420.9
309.3
300.4
399.0
250.1
142.0
411.7
579.4
468.1
Februari
165.0
316.9
182.0
427.3 286.9 297.6
386.3
273.9
139.9
412.8 576.6
458.3
Maart
166.0
310.5
183.3
421.8 280.3 291.6
394.8
270.3
140.6
412.0
559.1
442.3
April
162.7
328.0
178.2
418.2 274.8
275.8
394.9
238.6
135.4
400.8
514.4
458.5
Mei
161.8
361.5
170.4
•
435.6
281.4
269.2
393.4
242.2
128.5
401.8 485.5 472.9
Juni
155.3
375.2
167.4
455.3292.5
273.5 404.2
234.2
126.6
403.2
459.9 445.7
Juli
157.8
366.2
168.0
462.2 258.3 272.2 392.0
244.4
122.9
402.3
451.6 447.6
Augustus
154.4
375.2
165.9
489.4
259.0
276.9
396.8
248.8
12 1.2
400.8 462.4 443.4
September
,,
159.4
378.4
169.9
482.0 219.5 280.9
431.7
247.2
120.1
414.7 470.3
433.2
October
156.5
335.3 158.0
427.3
185.4
254.0
435.4
225.4
113.0
397.5 453.3 423.8
November
151.4 301.1
150.2 384,1 144.3
218.9
398.3
174.6
106.2
366.9 426.7 406.4
December
150.4
292.8
144.6
368.7
124.4
213.9
396.7
145.7
103.4
356.1 408.3
418.2
januari
1930
155.8
289.6
143.8 311.7 107.6
211.2
398.2
1425
102.1
354.4
413.8
396.1
Februari
,,
1599
278.6
144.2
302.7
103.9
219..
389.5
154.8
96.6
365.-
428.-
392.4
Maart
157.3
208.5
134.7
291.5
93.2
205.5
386.5
145.1
91.9
346.3 421.2
406.4
April
,,
158.7
283.6
140.4
305.4
100.1
200.8
411.8
142.3
92.3
.340.6
423.-
.405.7
Mei
156.8
267.6
129.1
281.0
1)8.1
184.0
402.2
127.5
91.5
309.5
388.4
396.9
Juni
147.7
255.3
123.2
261.7
86.7
170.5,
389.4
109.3
83.4
281.2
359-
344.4
Juli
.
148.3
257.6
125.8
265.3
917
170,9′
393.7
106.3
81.5
285.1
316.9
.
342.9
Augustus
145.8
248.3
116.7
251.7
87.2
162.8
376.9
85.2
75.1
261.3
325.4
306.0
September
142.7
245.9
110.6
.
246.3
79.1
154.3
.
360.2
70.3 73.6
236.1
315.9 312.5
Dctober
,r
142.5
241.9
109.8
235.4
67.5
149.2
336.4
77.2 70.7
244.9 317.2 341.3
ovember
142.4
235.3
116.7
221.4
70.3
153.8
309.3 85.5
69.3
251.8
312.-
329.1
Schommelingen in het aandeelen.indexcijfer.
2
Januari
1930 f 5.114.480.000 = 100.
2
Januari
100
5
Maart
98.3
7
Mei
96.2
2
Juli
91.7
3
Septemb.
83.6
5
Novemb.
81.6
8
,,
100.1
12
97.7
14
96.1
9
,,
91.-
10
,,.
83.5
12
77.8
15
102.4
19
95.8
21
‘
96.1
16
91.5
17
84.9
19
76.8
22 102.4
26
98.5
28
..
95.8
23
90.6
24
83.-
26
76.1
29
102.2
2
April
101.2
4
Juni
93.4
30
89.6
1
October
80.-
5
Febr.
101.9
9
101.5
11
91.6
6
August.
89.2
8
,,
80.7
12
101.1
’16
101.6
18
88.8
13
,,
88.2
15
80.3
19
100.5
23
101.9
25
90.2
20
85.0
22
80.7
26
99.3
30
99.-
‘
27
82.1
29
83.2
t)
Men zie voor de toelichting op dit overzicht
het nummer
van E.-S.
B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.
Nadruk verboden.
1072
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3
December 1930
POSTERIJEN. TELEGRAFIE EN TELEFONIE.
–
Opbrengst
October 1930
1
October 1929
Posterijen ……
……..
.Ç 4659.949,-
f
4.578.524,-
Telegrafie …… .. ……
.,,
562.544,-
,,
673.75,-
Telefonie ……………,, 2.183.796,-
,, 2.237.470,-
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
September
1930
11
September 1929
Giro’s
(eenzijdige ver-
In
1
miiiioenenl
Aantal
1fl
1
millioeneni
Aantal
melding)
1
Ii
i
–
Girobetalingen. aan
gemeenteinstellingen
f
10.5
29.114
f
9.3
24.861
G irobetalin gen aan
,,
22.8
119.414
,,
17.4
100.078
Gek/omzet.
particulieren
…….
Ontvangsten
…….
,,
5.4
7.226
4.5
6.567
,,
7.5
31.838
,,
6.7
30.367
Betalingen
…. …….
Part.rekeninghouders
28.4
1
41.245′
20.1′
36.782′
Waarvan
rekeningh.
welke gelden voor 1
jaar
vast
hebben
9.8
4.163
8
9.6
3.888
gedeponeerd …….
Giro-depos.kasGerzon
,,
0.5
213
0.14
446
1)
(Jemiddeld SaldO te goed.
‘)
tinde oer maand
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ‘” bet.eekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1930
1
1
1929
11
1928
1914
29 Nov.
2429
1
17 22
101
1
5
11
230
26
Nov.1
20124
Nov. Nov. Nov.
Nov.
1
Dec.,
Juli
Amsterdam
1
Partic.disc.
I114
1
3
116-
5
16
01018
11
18_
5
j16
3314.15116
4116-‘I2
3
1
18
3
110
Proloog.
111
3
1
1141
/3
1
1
1
1
1
1
14_
1
1
2
311314
4
1
1014
2
1
14-
3
14
Londen
Daggeld…
111
2
.2
1
1
’23
1-2
1
1
1-22
411
2
.6
11
4
2-5
I’142
Partic.disc.
2539-
3
j
2
5
131-
7
/39
2
1
132-
1
14
2
3
J16-
5
116
4314_7!8
45155.3/4
211014
Berlijn
Daggeld…
6-712
4.7
1
/2
4-6
1
12
31I-61I2
6-10
59112
–
Partic.disc.
30-55 d…
47/
8
47(
45_7
8
4515_3/4
6
7
18-7
6
1
14
56-90 d…
41
418
414-,8
424
6
1
1
2
1
1,-
1
1,
Waren-
wechsel.
5
1
14.
3
(8
511
4
.3/
4
5114.3/4
5’18
-1
/4
‘is
614
–
New
York
Daggeld 1)
2-
1
/
2.1/
4
2
1
14
21/
4
41(
9
.3(
4
7
1
j10
1
J4
1
2
1
4
2I1,
Partic.disc.
2 2 2 2
4
1
4
j8
–
!4
1
–
) Koers van
Z5
1Nov. en aaaraan vooraigaance wenen i;m vrt
J
lla
g
.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
12
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bataela
York
) )
)
) )
1)
25 Nov. 1930
2.489/,
12.067/
8
59.264
976*
34.654 99″,
10
26
.
1930
2.48h
12.0691
18
59.234
9.704
34.644100
;,
1930 2.4834
32.061/
16
59.23
9.76*
34.644 9D15
1
,
28
1930
2.48h
12.0634
59.245
9.76
34.65
0915f,
29
1930
2.480/
1
,
1
2.06,
1
,
1
59.25
9.76*
IOU
1 Dec.
1930
2.48
9
/,
12.06
59.25
9.764
34.65
100
Laagsted.w.’)
2.48
1
/8
12.06
59.20
9 75JI
34.62
99
1
‘/,
Hoogste d.w4)
2.48
9
/8
12.067/
8
59.264
9.64
34.67
100
24 Nov. 1930
2.48k
12.06
59.234
9.76*
34.644 95
13
j,
17
,,
1930
2
.
4
8
5
/8
12.07
s/
lo
59.23
9.76*
34.664 9
“Ijs
Muntpariteit
2.4834
.
12.I0s,j
59.26
9.75
1 34.59.1100
Data
Jrti,d
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madr(d
25 Nov. 1930
‘48.14
35.-
7.37
1.48
13.01
27.624
26
1930
48.12
35.-
7.37 1.48
13.01
27.80
27
,,
1930
48.12
35.-
7.364
1.48
12 995
27.65
28
,,
1930
48.13
35.-
7.364
1.48
13.00
27.674
29
,,
1930
48.13
35.-
7.37 1.48
–
–
1
Dec.
1030
48.15
35.-
7.37
1.48
13.014
27.974
Laagsted.w.’)
48.09 31.95
7.36
1.47
1297
1
27.40
Boogeted.w’)
48.16
35.0
7.374
1.49
13.02
28.10
24 Nov. 1930
48.15
35.-
7.374
1.48
13.01
28.-
17
,,
1930
48:17
35.02
7.37 1.48
13.024
28.321
Muntpariteit
48.-
1
35.10
7.371
3.488
13.09
48.624
Data
1
Stock-
1
Kopen-1
holm
‘
)hagen
‘
)
Oslo’)
ors
Buenos-
Aires’)
Mon-
tred’)
25 Nov. 1930
66.724
66.50 66.50
6.254
8534
2.481
6
/,
26
,,
1930
68.724
66.50 66.50 8.254
854
2.48
15
/,
27
,,
1930
66.70
66.45 66.45
6.254
85,S
2.49
28
,,
1930
66.70
66.45 66.45
6.25
85
2.4831,
29
,,
1930
66.724
68.474
66.474 6.254
85
.2.489/
9
1 Dec.
1930
66.724
66.474
66.474
6.254
85M
2.48’/,
Laagsted.w.’)
66.624 68.40
66.374
6.24
85
2.48
j
Hoogste d.wl)
66.725!
66.50
66.50
6.264.
86
2 49
1
/8
24 Nov. 1930
66.7241
66.474 66.474
6.254
85X
2.49
17
,,
1930
66.75
1 66.50
6650
6.25
1
4
8534
2.48
18
/,
4untpariteit
66.67
1 66.55
66.67
6.264
95
T
2.483/4
‘) Noteering te Amsterdam. **) Not, te Rotterdam. 1) Part, opgave.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 December 1930 voor
teleqrofische
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
Koers Idconto
Europa.
–
8/0
Londen
s
)
£
12.104
12.064
3
100 Mark
59.26
59.25
5
100 Franc
9.747
9.764 24
100 Belga
34.59
34.65
24
100 Franc
48.-
6.93
1110
,,
48.-
48.15
24
Praag ………..
100 Kronen
7.374
7.364
‘
Berlijn’) …………
Luxemburg ………
Weenen ‘) ………
100 Schilling
35.-
35.-
5
100 Pengö
43.51
43.45
54
100 Lei
1.4880
1.474
9
Brussel’)
………
100 Leva
-48.-
1.80
10
Boedapest
……..
Belgrado ……….
100 Dinar
4.379
4.394
54
Turksch £
10.93
–
Sofia
………….
100 Drachme
3.23
3.214
9
100 Lira
13.09
13.014
54
100 Peseta
48.-
27.974
6
Athene
………..
Escudo
2.684
9•11H
74
Kopenhagen’) ….
100 Kronen
66.67
66.474
34
Prija ‘) …………
Oslo’) …………
100
,,
66.67
66.474
4
Zürich ‘) ………..
100
66.87
66.72
34
100 IJsI.Kr.
66.67
54.70
Boekarest
………
100
2
Zioty
.
27.91
27.85
74
Kovno (Litauen) ..
100 Lita
24.88
24.75
6
Istanbul ………..
Riga (Letland) … .
100 Lat
..
48.-
47.85
6-7
/1ilaan
…………
Madrid
…………
Reval (Estland) ….
100 Esti. Kr.
66.67
66.20
7
Lissabon ………..
100 Finnmrk.
6.265
6.255
6
Stockholm’) ……..
Tjerwonets
12.80
–
Reickjavik ……….
Warschau
……….
(10 Roebel)
100 Gulden
48.42 48.26
5
Helsingfors
……..
Amerika.
Moskou
………..
New-York
S
)
$
2.4878
2.48,
24
Danzig
………..
Canad. $
2.4878 2.485
Montreal
………
Mex. Dollar
1.24
1.134
Mexico
…………
Buenos Aires………
Peso (papier) 1.0569′
0.855
La Paz (Bolivia)
4)
.
Boliviano
0.9080
0.894
Rio de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.8075′
0.24
Peso (papier)
0.30
0.304
7-8
Bogota(Columbia)
4)
Peso
2.42
2.31j
Valparaiso ………
Quito (Ecuador)
..
Sucre
1.21
0.494
Lima (Peru) 8) ….
801)
0924
0.774
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
1.95
Çaracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.444
Gulden
1.-
0.994
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.014
San J086 (0. Rica)
Colon
1.16
–
Guatemala ……..
Quetzal
2.48k
2.484
Managua (Nicar.)
4)
Cordoba
2.484 2.454
San Salvador
4)….
Colon
1.2440 1.224
Azië.
Rupee
0.91
0.894
6
Paramaribo
……….
Batavia
………..
Gulden I.C.
1.-
1.00
44
Kobe…………
…
. Yen
1.24
1.235
5.11
Dollar
0.765
Taël
0.96
Straits Doil.
1.4125
1.394
Calcutta …………..
Phil. Peso
1.214
1.2:14
Bangkok ……….
Baht
…
1.10
1.0875
Teheran(Perzië) ..
Kran
0.2522
0.204
Hong Kong……….
,Manilla
………….
Afr,ka.
Shanghai
…………
Singapore
………….
Kaapstad
…£
12.104
12.034
54
Egypt. £
12.42
12.374
Austratië.
Alexandrië………
Melbourne, Sidney
en Brisbane
. … £
12.104
11.04
Nieuw Zeeland ….
.
12.104
11.45
)
Noteering te Amsterdam.
) Noteering te Kotterdam.
1 uouapeso. .) lvlIIreIsuouo.
-, LN0I.seInaam.uv.nol.pan.opg.
1) Particuliere opgave.
.
1 SoL = t 0.971j2. 4) Ztchtkoers.
–
3 Decmber 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1073
KOERSEN
TE NEW
YORK.
(Cablej.
13 a a
Londen
($ per £)
Parijs
(8 p. lOOft.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gld.)
25 Nov.
1930
4,859/
3,927/
0
23,844
40,23
7
/
8
,,
1930
4,85
17
32
3,927/
t
23
t
83X
40,25
27,,
1930
–
–
– –
28
,,
1930
4,85
17
/
3,97/
9
23,84 40,24
7
/
8
29
,,
1930
4,854
3,92
7
/
8
23,84
40;237f
1 Dec.
1930
4,85
15
/
32
3,927/
s
2383K
40,231/4
2 Dec.
1929
4,87
29
/
3*
3,94
23,94
40,36
?duntpariteit..
4,8667
3,90
5
/8
1
23,81k
400/,,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
15
Nov.
1930
22
Nov.
1930
jLaagstejHoogstqj
24,29
Nov.
’30
129
Nov.
1930
Alexandrië..
Piast.
p.0
97
1
4
97%
97
i, 973j
p.y,
375 375
3743,
375Y.
375
Bangkok….
Sh. p.tical
119%
1/96
1/91/
8
1
1
101i
I96,
Budapest …
Pen.
p £
27.761
27.77 27.74
27.79
27.77k
Buenos Aires
d. p.$
38’I/
16
38
387/
16
3811/,
6
39/,
5h. p. rup.
L/5291
115491
04
15%
l,S
18
/
it
1/5
49
/
54
Constantin.. Piast.p.
y,
1.025 1.025
1.025 1.025 1.025
Hongkong ..
Sh. p.
$
1/3
21
/
1130/
16
1/2%
113%
1/3
Sh. p. yen
2jO3’/
82
2/0%
2
1
’07,
1
2/09!
1
2/03i
Athene ……Dr.
Lissabon….
Escu. p.
£
108% 108%
1081/
lOssi
s
1083
Mexico
….
$
per
£
10.80
10.50
10.40
10.75
10.65
Calcutta ……
Montevideo
.
d. pers
391.(
39 38 39%
38%
Montreal
…
$
per
£
4.85.,7
4.84v
484H
4.858/
8
4.85j
5
Kobe
…….
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
4591,35
4 4
4ii1
414
Shanghai …
Sh. p. tael
117%
1/7%
!,’ô%
1/7%
1,611/
16
Singapore ..
id. p.
$
2/325/
35
2/38%
2/31I/,
2/385/
16
2/3%
Valparaiso
1).
$
per
£
39.93
39.88
39.79
39.89
39.80
Warschau ..
Zi. p.
£
43″,’
32
438/
8
.431/10
437/1
43i
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’) Londen’)
N.YOrkl)
Londen
24 Nov. 1930..
16%
351/
8
24 Nov. 1930….
85/134
25
1930..
1634
35
25
1930…
85118/
26
,,
1930..
1634 3534
26
1930….
85/1
3
J
27
,,
1930..
16s,
1
27
1930….
8511’j
28
,,
1930.
.
3’/8
28
1930…
.
85/18
29
,,
1930..
165j,
5
35′
8
29
1930….
851I3,
30 Nov. 1929..
229/
1
49s,
30 Nov. 1929….
84/11%
27 Juli
19J4..
59
.’
27 Juli
1914….
84/11
1)
In pence p.oz.stand.
1)
Forelgnsliver in Sc. p.oz.fine. 8)insh.p.oz.fIne
STAND VAN
‘.
RIJKS KAS.
Vorderingen.
t
22 Nov. 1930 29 Nov. 1930
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
/
22.310f67.35
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten 1.009.008,98
f
123.764,14
deriandsche
Bank……………….
Voorsch. op
uit.
Ottober
1930
aid.
gemeenten verstrekt op voor haal
door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke
lnk.bel. en opc. op
de
Rijkslnk.bel …………………
.
37.320.492,85
,,
31.320.49285
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
57.926.524,25
,,
58.779.175,’3
Id. aan
Suriname …………………
Ii.884.3b5,34
,,
11.928516,43
4.760.036,32
,,
4.766.351.32
Kasvord. weg.
credietverst.
alh. buitenl
98813 334,31
.
101.528.402,81
Daggeidieeningen tegen onderpand
.
.
22.000.000,-
,,
24.600.000,-
Id. aan
Curaçao…………………..
Saldo der postrekeningen van Rijks-
2l.960.32?,F0
20.
0
57.697.56
comptabelen …………………….
Vord.ojh.Algem.Burg. Pensioenf.
1)
,,
1.579 080,2
,,
1.534.447,89
Vordering
op
andere Sts,ptsbedrljven
1)
,,
14.9
4
7.84
1
,45
,,
14.361.933,29
verplichtingen.
Voorschot door Ned. Bank ingevolge
art.
Id
van haar octrooi
verstrekt
–
1
8.700.357,78
Voorsch. d. Ned. Bank verstrekt’)
–
–
Waarvan direct bij de Ned. Bank
–
–
Schatkistbiljetten in Omloop
……….
1
155.082.000,-
,,
155.C82.00O3-
Schatkistpromessen in omloop
‘……..,,
100.530.000,-
,,
92.530.000,-
Schuld aan ligt Alg. Burg. Pensioenf.
1)
–
–
Daggeldleeningen
…………………….-
–
Zilverbons in omloop ….
…………,,
3.939.228,50
,
3.870.442,-
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
en
T.’)
19.084.803,13
,,
11.961.281,32
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
……,,
686 607,04
,,
686.607,04
Id. aan diverse Instellingen
1)
……….9.€8i.717,06
•,
9.464.3i2,36
1)
In ‘rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
22 Nov. 1930
1
29
Nov.
1930
voroeringen:
–
Saldo
bIl
‘s
Rijks kas
………………..
–
Saldo bij de Javasche Bank…………..
Verplichtingen:
f
57.927.000,-
,,
4.ICU.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
–
Voorschot
‘s
Rijks kas
…………….
–
Schatkistpromessen
……………..
15.575.000,-
Waarvan Muntbiljetten ……….
……….
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
,,
42000,
Muntbiljetten in omloop
……………
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
$23.000.-
Voorschot van de Javasche Bank……
786.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op 1
December
1930.
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
38.751.157,45
se1s,Prom.,
Bijbuk.
418.711,86
enz.in
disc.I Ag.sch.
,,
9.207.857,08
f
48.377.726,37
Papier
o.
h. Buitenl. idisconto
……
Idem eigvn portef.
.
f
247.866.475,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog nietafgel.
–
247.886.475,_
Beleeningen
Hfdbk.
f
58.884.35913
mci.
vrsch. Bijbnk.
6.943.925 76
in rek.-crt.
Ag.sch.
54.673.271,47
op
onderp.
f
118.541.55f,36
Op
Effecten
……
117.503.190,34
OpGoederenenSpec.
1.038.366,02
118.541.556,36
Voorschotten a. h. Rijk
…………
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
84.631.075,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.504.317,03
(
426.135.392,03
Munt, Zilver, enz..
24.338.986,94
Muntmat., Zilver..
,,
–
Belegging
‘
kapitaal, reserves en pen-
450.474.378,97
1
)
sioenfonds
……………………,,
25.872.461,71.
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen
………………,,
40.838.767,11
f
Passiva
___________________
93Ii.971.JtiS,52
Kapitaal
……………………….
f
2
0.000.000,-
Reservefonds
……………………
7.199.946,44
Bijzondere reserve
………
………
8.000.000,-
Pensioenfonds
…………………..
8.763.186,-
Bankbiljetten in omloop…………..,,
854.998.730,-
Bankassignatiën in
omloop ……….,,
306.992,74
Rek..Cour.
J
Het Rijk
f
12.947.025,63
saldo’s:
‘l
Anderen,, 19.694.772,61
32.641.798,24
Diverse rekeningen
………………,,
7.060.712,10
f
936.971.365,52
Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
94.9u7.448,07
Minder bedrag aan bankbiljetten in om
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ,,
237.268.620,-
1
)
Waarvan in het buitenland
/
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschtkb. Dek-
Data
Clr#ulatle
opetschb.
i
schulden
Metaal-
I
kin ge
Munt
1
Muntmat. saldo
1)
perc.
1
Dec. ’30
64.631
361.504
854.9149
32.949 94.907
50
24
Nov.
’30
64.652
361.504
812.768
41.988
109.126
53
17
,,
’30
64.664
361.504
825.999
30.862
108.090
52
10
’30
64.678
361.496
837.498
18.883
108.059
52
3
’30
64.693
361.213
873.411
17.665 93.188
50
27 Oct.
1
30
64.710
360.801
815.392
54.018
101.774
52
2 Dec. ’29
85.056
382.451
860.795 22.139
116.619
53
25
Juli
’14
65.703
96.410
310.437 6.198
43.521
•
54
Totaal
Schatkist-
Bele
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
nin
op
het
reke-
I
discon to’s
rechtstreeks
g__-
butteni.
nlngen
8)
1
Dec.
1930
48478
–
118.542
247.866
40.839
24
Nov.
1,930
48.117
–
86.957
249.365
37.117
17
,,
1930
48.547
–
88.111
250.046 35.759
10
1930
49.030
–
85.137
250.859
37.663
3
,,
1930
50.150
2.500
314516
250.537
43.381
27 Oct.
1930
46.536
–
83.263
250.400
41.456
2 Dec. 1929
61.252
‘-
103.983
219.455
35.430
25
Juli
1914
67.947
–
81.688 20.188
609
‘1 beaert oen nanlcstaat van iq Jan.
–
;dbp weaer op ae Dasis van ‘/
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden guldens.
Data
_______________
Metaal
Circu-
latle
conto’s
1 1
.Ûts-
Ismotten
1
Voor-
aan de
kolonie
D
reke-
ningen1nIngeni
I
Diverse
reke-
1
October
1930
4.619
5.747
160
48
2.011
526
1
September1930
4.616 5.989
155
321
2.048
587
1 Augustus
1930
4.590
6.094
151
375
2.234
672
1 Juli
1930
4.538
6.082
148
442
2.475
‘955
1
Juni
1930
4.596 6.473
145
635
2.366
703
1
Mei
1930
4.443
6.413
144
.
430
2.262
301
1
October
1929
4.112
5.737
59
356
2.183
463 ) bituip. oer aduva. ) biunp. oer passiva.
/
58.779.000,- 3.750.000,-
15.114.000,-‘
42.000,- 748.000 –
1.392.000,-
1074
.
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Decernbêr, 13
–
JAVASÇHE BANK.
‘DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamse posten in duizenden guldens. be
8amengetrok.
Voornaamste posten in millioenen ReiehBmark.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
.
1
Data
Goud
Daarvan
bij bui-
Deviezen
als
goud-
Andere
wissels
Belee-
Andere IBeschjkb.
Data
Goud
Zilver
Circulatle opelschb.
metaal-
tent.
1
banken
circ.
1)
dekkino
geldente
en
nin
gen
schulden 1
saldo
_______
_______ __________
cheques
29Nov.1930
1.100
254.500
1
41.900
57.540
23 Nov. 1930
2.179,9 221,6 209,8
1.603,2
61,3
22
1930
176.000
255.900
40 300 57.520
15
,,
1930
2,179,8
221,4
485,9
1.664,5
98,4
15
1930
174.200
259.900
42.100
53.400
7
1
1930
2.180,0
221,4
219,2
2.133,7
101,2
31 Oct.
1930
2.180,2
221,4
198,5
2.300,8
317,7
1 Nov.1930
138.792
33.5Ï8
258.516
43.365
51.827
23
,,
1930
2.180,4
221,4
162,5 1.938,6
•
61,6
25 Oct. 1930
138.781
32.956
256 697
•
41.166 52.591
23 Nov. 1929
2.236,2
149,8 389,7 1.917,8
49,9
18
,,
1930
138.796
32.139
260.833
34.042
52.984
30 Juli
1914
1i56,9
– –
750,9 50,2
11
1930
138.783
31.599
264.898
30.903
52.062
____________
Dato
Effec-
Diverse
Circu-
1
Rekg.-
Diverse
.
30Nov.1929
140.370
26.293
296.714
61.927
23.207
1 Dec. 1928 170.421
11.638 312.456
64.322
37.300
1
ten
Activa2)
miie
Cr1.
Passiva
23 Juli
1914
22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
_______
–
23 Nov. 1930
102,5
475,9
3.954,3
402,3
•
300,8
,
W e
iss ls
,
bek-
Dato
Dis- buiten
Belee-
Diverse
reke-
kings-
15
1930
102,5
471,9
4.130,8
281,7
293,3
conto’s
N.-Ind. ningen
ningen’)
percen-
7
1930
102,5
485,3
4.372,9
313,7
260,0
betoaib.
1
_______ ________
lage
31 Oct.
1930
102,5
528,9
4.674,6
383,1
257,5
29 Nov.1930
100700
SeS
59
23
,,
1930
102,5
493,9
34980,7
419,9
251,7
22
3930
101.100
•’•
59
23 Nov. 1929
92,6
611,8
4.162,5
559,1
•
292,1
15
‘
,,
1930
108.200
***
58
_
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
1 Nov.1930
–
i:
–
i
—
31.287 1
44.822
42.083
57
t
)
Onbelast. 2) W.o. Rentenbankscheine 23, 15, 7 Nov., 31,
23 Oct. 30,.
25 Oct. 1930
9.302
31.082
46.112
44.937
58
23
Nov. 29, resp. 46; 44; 40; 9; 55; 43 miii.
18
1930
9.251
32.054
47.413
40.294
58
,,
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
11
,,
1930
9.463
31.412
1
47.699
39.959
55
•
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Goud
.
J?ekg.
Crt.
30Nov.1929
8.093
30.463
115.758
42.820
46
•-ou
1 Dec. 1928
7.293
38.726
100.448
46.823
50
Data
w..n
25 Juli 1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
1930
t)
Sluitpost activa.
.
n
.
(J
0
BANK VAN ENGELAND.
27 Nov. 1297
896
–
748
31
312
3.157
2
137
20
1297
904
–
737
32
312
3.131
19
144
Voornau.mste posten in duizenden ponden sterling.
Bankbilf.
Bankbilf,
Other Securities
Data
Metaal
in
in Bankingj
13
1295
911
738
35
312
3.154
14
137
Disc.
Ofld?Securities
circula
tie
Departm.
1
Advances
6, Oct.
1295
885
–
727
35
312
3.148
2
92
30
,,
1295
887
–
747
28
312
3.127
13
143
28 Nov.’ 1083
567
45
822
42
344
2.694
46
115′
26 Nov. 1930
157.573
351.125
65.444
6.081
22.236
19
1930
158 966 353.710
64.173
4.398
24.864
.
12
1930
160.081
355.381.
63.540 4,288
22.449
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
5
,,
1930
161.542 356.464 63.909
4.459
22.487
29 Oct.
1930 160.667
355.626 63.878
4.249
22.367
FEDERAL RESERVE BANKS.
22
,,
1930
160;126
354.528
64.414
4.979
22.969
Voornaamste posten in millioénen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
27
Nov.
1929
135.382
354.557
40.155
15.264
17.880
22 Juli
1914
40.164
.
29.317
33.633
Data betaal-
In her-
In de
disc. v. d.
open
Totaal Dekking
middel,
______________________________
_____________________________
–
bedrag
R.
‘
,tes
Zilver
etc,
.
member
markt
banks
gekocht
Other Deposits
1
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
IReservel
Dek-
kings-
–
Bankers
Other
12Nov.’30
3.028,5
1.632,5
148,7
191,7
Accounts
1 perc.
1)
5
,,
’30
2999,4
1.617,7
1’6,2
‘
212,8
207,3
185,6
26Nov.’30
34.596
18.869
55.901
36.813
66
.
448
!
593
29Oct.’30
3.037,2 1.624,9
1546
.
201,6
165,7
’30
33.431
17.780
59.461
32.953
85 2251 593/33
22
’30
3.016,6 1.606,5
151,7 192,0
176,6
12
,,
’30
36.726
16.979
60.321
33.150
64.700 58
15
’30
2.979,3
1.581,1
146,8
210,4
185,5
5
,,
’30
35.091
19.377
55.533
34.515
65.0791 5913,
8
,,
’30
2.976,5
1.584,5
149,6
173,2
211,0
29 Oct. ’30
57.666
20.970
55.694
35.002
65.041! 587/,
13 Nos.
1
29
3.039,2
1
1.627,1
1
147,8
971,4
299,5
Data
‘-T0;:;:
Depo-
–
Gestort
Goud-
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
22
,,
’30
41.636
27.933
55.505
34.099
65.5981 55,,/10
27 Nov.’29
57.704
17.433
58.2 1,9
38.200
40.8251
35′,,,
22 Juli ’14
11.005
13.736
42.185
29.2971 52
Oov.Sec.
incirc
sïo,s
Kapitaal
kings-
1
kings-
perc.i)
12Nov.’30
801,3
1.371,1
2.539,7
170,5
77,4
81,2
1)
Verhouding tusechen Reserve enDeposits.
5
,,
’30
601,5
1.366,6
2.479,3
170,4
77,9
81,8
BANK VAN FRANKRIJK.
29Oct.’30
601,4
1.354,9
2.519,4
170,4
78,3
82,4
Voornaamste posten in millioenen francs.
22
’30
602,0
1.368,5
2.489,4
170,4
78,1
82,1,
‘
15
,,
’30
601,6-
1.372,2
2.491,9
170,5
.
77,1
80,9
‘
8
’30
600,4
1.365,4
2.466,1
170,6
77,6
81,6
Te goed
Wis-
Waarv. Belee-
Renteloos
Data
Goud
Ztiver
in hei
buitenl.
sels
I
op het
buitenl.
ningen1
voorschot
Staat
13Nov.’29
312,6
1.937,2 12.645,9
1
167,3
66,3
69,5
21 Nov’30 51.710
536
6.551
1)
Verhouding
totalen
goudvoorrad
tegenover
opeiechbare
schulden:
F.
R.
Notes en netto deposito..
2)
Verhouding totalen
26.562
19.138
2.848
‘
3.200
14
’30 51.380
524 6.513
t6.71
1
19.135
2.914
3.200
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
7
,,
’30 51.097
514
6.505 26.003
19.132
2.995
3.200
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET
30Oct.’30 50.807
503
6.492
26 228
19.125
2.770
3:200
FED.
RES.
STELSEL.
22Nov.’29 40.618
23 Juli’14
179
7.127
28.340
18.714
2.499 3.200
Voornaamste posten_in.millioenen dollars.
Data
Aantal
banken
Dis- conto’s
en
Beleg-
gingen
Reserve
bij de
i
F. R.
Totaal
depp
‘Waarvan
1
time
4.104
640
–
1.541
8
769
–
Bons v d.
–
Di
Rekg.
CourT
_____________________
Data
zei/st.
se
Circulatie
Parti-
_________
__________
__.
beleen.
banks’
sito
S
1
deposits
1
Zei/st.
amort. k.
Staat
Iamort.k.Iculieren
.
-.
6Nov.’30
78
16.796
6.704
1.791
21.447
7.547
2.074
74.148
6.424
7.335
21Nov.’30
5.304 9 368
29Oct.’30
62
16
764
6.731
1.879
21.520
7.577
–
14
’30
5.304
2.069
74.698
6.325
7.239
8.909
22
’30
58
16.716
6.667
1;827
21.392
7.560
7
,;,
’30
5.304 2.096
74.709
6.146
7.125
8.124
15
,,
’30
76
16.864
6.541
1.827
21.444
7.535
30Oct.’30
5.304
2.302 74.787
6.130
6.959 8.378
8
,,
’30
39
16.813
6.485
1.802
21.253
7.541
22Nov.’29
5.812
1,552
66.243
8.255
5.509
7.767
‘6Nov.’29
733
18.489
5.584
1.904
21.683
6.835
1
.23 Juli’14
– –
5.912
1
401
__.
943
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
‘)Siuitpost activa.
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
S
3 December 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1075-
– . . S •
GOEDERENHANDEL.
:
GRANEN.
2 December 1930.
Aan cle gratiiniarkt heeft deze sce1c over het algciiieen
een betere groll(Itooti geheerseht ei. voor vei’schillencic
graansoorten kon (Ie J)1ijsverhOogiug, clie reeds iii cle vorige
week was tot StdIl([ gekoi]en,
zich
goed handhaven cii zeHs
eenigen verderciL voortga ig ineken .. l)it geldt echtei niet
voor t a
1
iv e, oiiidat de druk, der buitengewoon groote
in de exportianden en soiiiiuigc Europeesche havens be-
schikbare voorraden zich weder iii toenemende mate deed gekten. Daarbij kwam, dat de prijsstijging, ielke de vorige
week tot stand gekomen was, voor een niet gering gedeelte
veroorzaakt wei-d door pessiinistise,he berichten van de
Argentijnselie regeeritig ouiti-ant de roestsehade, waarvan
in Argeninië de tai
–
we-oogst zon hebben geleden en het
later wel duidelijk geworden is, dat clie berichten zeer
overdreven zijn geweest. Van verschillende zijden wordt
thans uit Argentinië gerapporteerd, dat het met clie schade
niet zoo eig gesteld is en dat een groote oogst te verivach-
ten valt, wani
–
van waarschijnlijk, een gedeelte kwalitatief
cle gévolgen van dc roest zal toonen. Uit Australië blijven de oogstberichten zeer gunstig, evenals uit cie Vereenigde
Staten omtrent cie daar te ve]dc staande wiiitcrtarwe. Het
zal nu in et lang meer tin
1
–
el – vtiör de ti ieu ive ta r ive ii
a
liet
Zucdelijk halfrond iii ruime mate ter verscheping komt en
wanneer de .itnssische versehepiiigeti ‘da ii misschien kleiner
worden, zal ‘dat
in
dc overvloedige hoeveelheden tarwe,
welke voel
–
En ropil beschikbaar zijn, wei lig vera uderi lig
brengen. Vai.0 vermindering dci- Bussische vei:schepingen is
reeds cie geliecie week sprake geweest, doch al was dc hoe-
veelheid deze week werkelijk geringer dan tevoren, zij was
ook
lUI
nog van respeetailelen omvang, hetgeen de weinig
vaste houdi lig der tuirweniarkt in cle hand werkte. Het
sterkst heeft dc flauwe steinni lig zich ditmaal weder doen
gevoelen in Canada. Aan de Ai-gentijusehe ternlijnlnarkten
WflS
na cie sterke verlloogilig van het einde der vorige
ii’tek de reactie tenslotte lang ilict zoo groot, dat lIet laag-
ste peil van den laatsten tijd ‘weder werd bereikt. Te Clii-
cago bedroeg zij enkele centen per busbel, doch te Wiunipeg
zijn cle tarweprijzen van
22
tot
29
Novenlbr rflim
7
dollar-
cents per busliel ge:iaald, nadat in de vorige w
–
eek ccli
(‘Veli groote verhoogilug had piaatsgevouden.. De prijs staat
daar nU weer evell laag als op iS November, en dus op
het laags,te tot nog toe bereikte punt. Deze fluctilaties waren
i’eel grooter dati te Chicago, omdat uien iiide Verceingde
Staten veel minder dan ii Caliada op export is aaligewe-
zan en bovendien in de ‘Vercenigde Staten de ‘Feclerad’ Farm.
Boarri zich illoeite geeft mii den tarweprijs stabiel te hoti-
den. Uit de groote fiuctuaties te Winnipeg ‘blijkt wel, hoe
nerveus in Canada de stcmniillg is. Dit hangt samen met
den zeer ongutistigen financieelen toestand van de tarwe-
hooi en cle zeer grootu- voorradep ta rive,. welke in Canada
aanwezig zijn eu die geëxporteerd moeten – woen,.Page-
lijks komen e- Jlit Ciiliula beriehten omtreitt de wijze,
wailro) men claai
–
hoopt (leli eriSiStoestalld te verbeteren
en vooral wordt va ii cie Ca nadeesehe l-egeering verlangd,
dat zij mnaati-egelen zal mieiiien otii den boeren te, helpen aan
een tarwepi-ijs van i dollar per hushel. Tot
Ilog
toe schijnt
de regeering zich te hebben bepaald tot besprekii.igen met
11e Canadeesche banken, die aan de ‘pool voorschotten op
tarive hebben, verleend, terwijl- men zieh verder verheugcle
over de prijsverliooging, welke ili cle vorige Nveek tot stalid
ivas gekoinu•-n. .i.hitusschen is clezC echter liedel
–
vel
–
loreli
gegaan. Nu het steeds waarscliijnlijker wordt, dat de mi-
gunstige Ai-getitijuische oog’stbcrichten overdreven waren,
ziet liet er i’oor Canada weder zeer slecht uit. Eigenlijk
geldt dat ook voor ule Veicenigde Staten, maar daaj
–
blijven
de prijzen voorloopig door cle benfoeiiligen ,van dcii Farju
Boai:ci voor verdeie verlaging hehoecl. Tot vermincleri lig uler
voorraden leidt dit llatuurlljk niet en de export tut de Ver-
eenigde ‘Staten wordt er door erhiliderd. En de afgeloopan
week is dan ook ‘slechts zeer weinig tarwe uit Noord-
Amerika verscheept, zoodat cie totale wereidverschepingen
aanmerkelijk benechemi de Juoeveelh,edcju ‘ i’aIi cleti laatsten
tij(l bleven. Wegens cle zeer groote voorradeii, welke in i’ele
Europeesche havens liggen opgehoopt, de groote voorraden
der exportiauucieu
Cli
cle goede oogstberiehten van liet
Zui-,
delijk halfrond, ging daarvan echtej
–
geen steun. uit. Op
enkele dagen dezer week heeft in Engeland goede vraag
voor .tarwe bestaalu. , En het begitu was liet vooral Cana-
deesche tarwe, welke gekocht werd, latei- ook n,ieer A,ustra.
lisehe, terwijl ihi Ruissische’ ta.rwe, welke . onverkocht, iii
Enge’isehe watereïi dlri
–
iveerde, op het lage prijspeil gere-
geld flinke zaken tot stand kwamen. Vernieldink verdient
tevens, dat iii ‘ Engeland il,l den loop dezer week ook Pool-‘
.che tai-we werd gekocht. Gedurencic cle laatste dagen is de
vraag in Emigelancl afgenomen, doch cenige’ ladingen Austra.
hsche tarivc werd en naam- Britseli-liud iii verkocht, terwijl
ook China inkoopen in Australië heeft gedaan. Bussisehe
tarwe speelt ook op het vasteland nog steeds een groote rol
en gedurende de vaste markten der vol
–
ige week zijn van
de groote te Rotterdam opgeslagen voorracle’ti aanzienlijke
hoeveelheden verkocht. In vergelijkiug met 24 November –
sloten op 1 .Decehnber de Argentijosche terinijmimarkten 5
ceritavos hooger tot 5 eentavos pei 100 EG. lager. De ver-
laging van 35 It 55 ceu’tavos, clie op
24
November tot stand
was gekomen heeft zich dums niet hersteld. Te Chicago heel t
in den loop der week de prijsverlaging ongeveer 2 en te
Wilinipeg 6 dollarcent per 60 lbs. bedragen.
in Duuitschland klaagt uIen ten aanzien van, – inlamidsehe
r
0
g g e nog altijd over den onvoldoeocleu afzet. Aan de
vele maatregelen, die geciui
–
ende de laatste maanden in
,Din’tsellial,id geno’llleu zijn ter verbetering van den. rogge-
prijs, zal duls voorloopig wel geen einde komen. Evenmin
echter is in Duitschlaiid tot nog toe uitvoering gegeven
aan de onlangs zooveel besproken plannen, volgens welke
aan alie in Duitschland gefabriceerde tarwebloem eau zeker
percentage roggebloemn iiioest word en toegevoegd. Verder
blijft Russische rogg’e de markt behcersclien. De versche-
pingen van logge tuit Ruslau,ud zijn cle laatste weken welis-
waar kleiner geweest clauu te voren, mail r in West-Europa
ligt nog steeds zooveel Rumssische rogge opgeslagen, waar-
van een groot gedeelte te Rotterdan’i, dat van verbetering
det- markt tot nog toe niet veel kon konien, ofschoon uit cle
zoo even gemioemde voorraden in cle vorige week, toen’ cle graanmarkt zoo vast. w
–
ae…toeh speciaal te Rotterdam groo-
te hoeveelheden door cle Russisehe verkooporganisatie zijn
verkocht. In de .Vereenigde Staten begint men tot de cpli-
.clusie te komen, dat het wel eens moeilijk zou kunnen
woi
–
den een bestemming te vinden voor ‘de. daar aanw’ezige roggevoorraden, want het verbruik van rogge als veevoedet
–
‘alt niet nice. Toen in het begin cier vorige week rogge zeer fiauw was, werd die clan ook uit Amerika tot con-
emlrreerende pl’ijze mi naar Europa aangeboden.’ De daarop
volgende vaste Iliarkten nuaakten daataan uen eiiicic, döch
iutusschen is logge te Chicago wedei
–
lager geloopen en het
is zeer goed mogelijk, dat cle Ame’rikaansche pogingen nul
rogge naar Europa te verkoopen. spoedig weder w’oi
–
don
hervat. Op 1 December n’uaakte een aanmerkelijke te Chi-
cago opgetreden prijsverhooging die mogelijkheid echter
weder kleiner.
Vooi- in af s is dc stemming deze week u.eer verandei-lijk
geweest. Nadat op 24 November ‘aaui de .Argentijnschc ter-i’uuijnniarkten cle zeer sterke prijsstijgi li vul
Ii
deuu vorigd’n
(big weder bijna geheel verloren was gegaan, is op -ccii ver-
iagilig telkens w’ecler een vrijwel even groote verhooging
gevolgd. Die marktverbeteringen gingen dan eigenlijk niet
uit van Argentinië, waar iiog zeer groote hoeveelheden
ivaïs aanw’ezig zijn, maul r ivaren eerder liet gevolg valt
1h uken Europeeschen koopiutst. Vooral in Engeland en Ne-
derland viel die 01) verschillende dagen der w’eek te con-
AANVOEREN, in tons van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
–
Totaal
23129 Nov.
–
Sedert
Overeenk. 23129 Nov.
Sedert
Overee?lk.
1930
1 929
–
1930
1 Jan. 1930
tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930
tijdvak 1929
50.570
1.662.420
1.517.561
,
8.455
122.774
,
103.961
1.785.194
1.621.522
Tarwe
………………
Rogge
………………
26.594
538.784
188.104
500
71.233
1.908
‘610.017
190.012
Boekweit
……………
‘
687
17.528 18.532
–
2.137
1.075
19.665
19.607 19.152
983.616 765.927
3.578
175.594
187.536 1.158.111
953.463
19.878
615.865 468.623
545
51.994
9.749
668 958 478.372
Haver
……… ……..
12.088
217.695
197.915
–
3.114 2.994
220.809
200.909
Maïs ………………..
2.134
‘
80.749
134.235
2.110
237.485
275.016
318
234
409.251
Gerst
……………….
Lijnkoèk
…………..
,
1.899′
..
118.985
212.427
100
‘
600
119.085
213.027
Lijnzaad
…………….
8.663
135.979 76.466
–
852
39.9S3
26.437
175.932
‘
102.903
Tarwemeel
…………..
Andere meelsoorten
1.391
23.001
20.750
504 5.822
–
28.823 20.750
1076
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 December 1930
stateeren. Gedeeltelijk was zij het gevolg van het geringere
aanbod van Russisehe gerst en tevens
•
werd zij aangewak-
kerd door kleine
versçhepingen
en vaste markten voor
mais en gerst in Roemenië. Het schijnt, dat daar de regee-
ring den landbouwers aanraadt, om hun graan achter te houden en met betaling van hun schulden geen haast te
maken. De aanvoeren in de Roemeensche havens zijn clan
ook klein. Ofschoon er nog veel gerst en vooral mais in
Roemenië aanwezig moet zijn, blijven de verschepingen
klein. Zuid-Afrika treedt tegenwoordig nauwelijks meer als
verscheper van mals op, omdat de maïsprijs daar reeds
eenigen tijd veel te hoog staat voor export naar Europa.
In Noord-Amerika is ook maïs na de prijsstijging (ler vo-
rige week weder iets flauwer geloopen. Dat ondanks tien
zeer kleinen maïsoogst de maïsprijs in de Vcreenïgcie Sta-
ten zich sedert de tweede helft van October niet weder
heeft hersteld, vindt waarschijnlijk haar oorzaak in de
omstandigheid, dat tegenwoordig vrij w’at tarwe en vooral
ook gerst in de Vereenigde Staten als veevoeder wordt
gebruikt.
Op 1
December heeft in tegenstelling van de
voorafgaande dagen maïs zich in Argentinië niet hersteld
van de prijsddling van den vorigen marktdag. Pie daijng
zette zich namelijk nog voort, daar de Europeesche
vraag
teleurstellend was. Mais sloot echter te Buenos Aires nog
20 it 25, te Rosario 5 i. 15 eentavos per
100
KG. lioger
dan eeü week tevoren.
Ge r st is in het- begin der veek vaster geloopen, doch
heeft, zich
01)
het toen bereikte hoogere peil niet geheel
kunnen handhaven. Evenals voor mais bestaat ook voor
gerst in verschillende Europeesche landen goede vraag en
voorraden van beteekenis vormen zich daar al evenmin als
voor mais het geval is. Omstreeks het midden der week zijn
tot de . gestegen prijzen naar Nederland ook weder Vrij
geregeld zaken in voergerst uit Canada gedaan, maar
later, toen tengevolge der prijsstijging de detail-vraag vër-minderde en wederverkoopers bereid bleken om iets lager
dan te voren stoomende Donaugerst en December aflading
van de hand te doen, terwijl in Nooxd-Amerika de gerst-
markt vast bleef, werden die zaken niet voortgezet: Gerst-
verschepingen van Rusland zijn deze week kleiner geweest
dan in de vorige en men vermoedt Vrij algemeen, dat ge-
durende de wintermaanden die verschepingen verder zul-
len afnemen. Grooter waren cle verschepingen’ nog van tien
Donau, waarvan een groot gedeelte bestemd was naar
Duitsehland. Hierbij bevindt zich veel gerst, die te Ram-
burg zal worden overgeladen naar. Denemarken, doch ook
Duitschiand zelf importeert tegenwoordig weer meer gerst.
Dat de vaste marktstemming voor gerst niet heeft stand
gehouden, is gedeeltelijk ook gevolg van het ruimere aan-
bod uit Argentinië, waar men blijkbaar tot de,gestegen prij.
zeil gaarne gerst wil vei
–
koopen. Tenslotte kwam ook Ro(-nienië weer wat goedkooper aan de markt-.
Ook voor h a v e r zijn cle prijzen verbeterd. Plataha-ver
werd tot de gestegen prijzen in Engeland en België meer
gekocht en in Nederland blijft vooral Russische haver ge-
regeld afzet vinden. De prijzen, waartoe haver uit Rusland
wordt aangeboden, zijn in (len loop der week nog al wat
gestegen, doch daar te Rotterdam flinke voorraden aan-
wezig zijn en uit deze week bovendien nog al wat NoorJ-Russische haver werd nfgeladen, kon die prijsverhooging
tot nog toe in de in Nederland geldende prjzer niet ten
volle tot uiting komen. Ook Zwitserland kocht aeze week
Russisehe haver.
SUIKER.
De afgeloopen week ga1 rustige en prijshoudende Suiker-
markten te zien. Zoowel koopers als verkoopers tonnen
overal de grootste terughoudendheid. Aller oogen zijn ge-
richt op de komende Suikerconferentie te Brussel.
Nadat, zooals in het vorige verslag vermeld, een voor-
bespreking te Berlijn plaats heeft gehad tusschen de Biet-
suiker-belanghebbenden, hebben jl. Zaterdag die Rietsuiker-
producenten, nl. cie
V.I.S.P.
en de Chadbourne-commissie
eene eerste bespreking te Amsterdam gehouden.
De A me r ik a za s clie markt was rustig. Raffina-
deurs koopen slechts mondjesmaat. Voor kleinere partijen
ruwsuiker kon
1.0
dc. c. & Ir. bedongen worden.
De noteeringen op cle New-Yorksche termijnmarkt volg-
den weder den loop der Europeesche markten. Het slot
kwam enkele punten beter af clan het slot der vorige week,
met de volgende noteeringen: . Dce.
1.35;
Jan. 1.41; Mrt.
1.47;
Mei
1.55
en Juli 1.62, terwijl de laatste noteering
voor Spot Centr.
3.40
was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der
V. S.
be-
droegen deze
–
week 121.000 tons, de Versmeltingen
58.000
tons tegen
47.300
tons- verleden jaar en. de voorraden
288.000
tons tegen
619.100
tons.
De
0 uh
it-statistiek is als volgt:
–
STATISTISCH OVERZICI
.
–
TARWE
HardWlnter
No.2 loco
Rotterdam!
Amsterdam
per 100 K.G.
R000E
AmerlcanNo.2
3
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.
MAIS
La Plata
loco R’dam/A’dam
per 2000 K.O.
OERST Amer.No.28)
loco
Rotâm
per
2000 K.G.
LIJNZAAD.
La Plata
loco
R’damlA’dam
per 1960 K.G.
STEENKOLEN
W.estfaalschej
Hollandsche
bunkerkolen, ongezeefd f.o.b.
R’damlA’dam per 1000 K.O.
PETROLEUM
Mid. Contin
Crude
tlm 339
0
Bé
S.
g.
per barrel
IJZER
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b.
Mlddlesbrough
per Eng, ton
KOPER
Standaard
Locoprijzen
Londen
per Eng, ton
f1
0/
f1.
O/
o
f1
i/o
f1.
i/
o
fl
°/o
11.
0/
$
i/
o
Sh.
0
/0
1
0
/0
Jaargemldd. 1925
17.20
100,0
13,076
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68 100,0
73/-
100,0
62.1/6
1
100,1
1926 15,90
92,4
11,75
–
89,9
174,25
75.3
196,75
83,4 360,50 77,9
17,90
165,7
1.89 112,5
8616
118,5
58.11-
1
93,1
1927
14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
11,25 104,2
130
77,4
731-
100,0
55.14/-
1
89,
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
22.50
96,8
363.00 78,5
10,10
93,5
1.20-
71,4
661- 90,4
63J6j-
102,1
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
11,40
105,6
1.23
73,2
7016
96,6
75.141-
121,1
Januari
1928
13,50
78,5
12,70
97,1
2(Y1,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0 10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-1-
99,1
Februari
13,80
802
12,875
98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
–
89,0
61.121- 99,
Maart
‘14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
65/6
89,7
61.3/6
98,1
AprIl
1530
88,9
14,976
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
66/-
90,4
.
61.1416
99
1
MeI
1530
88,9
15,47
6
118,4
238,50
103,0
260.75
110,5
372,00
–
80,4
10,60
98,1
1.19
70,8
661- 90,4
62J51-
101, •
14,370
83,6
14,27
5
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4 63.171-
102,1
j
uni
uli
14,25
12,00
22,8 69,8
13,07
5
12,62
6
100,0
96,6
245,75 214,75
106,6
92,8
241,00
226,75
102,1
96,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
1.21
70
1
8
661-
90,4
62.18/-
Augustus
September
;
11,65
67.7
11,57
6
88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75
350,75 75,8 75,8
10,05 10,00
93,1
92,6
1.21
72,0
72,0
661- 661-
90,4
90,4
62.1016
63.81-
100,’
October
,,
12,27
5
71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
‘
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
65.121-
–
105,’
November ,,
12,32
6
71.7
12,07
5
92,4
227,25
98,2
185,50
78,6
386,25
83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661- 90,4
67.181-
December
,,
12.30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5 373,75 80,8
10,10
•
93,5
1.18
70,2 661- 90,4 70.31-
113,1
lanuari
1929
lebruari
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00 78,
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121;
12,72
5
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25 77,
12.90
119,4
1.11
66,1
666
91,1
78-/6
–
125,’
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
–
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,1
April
•
12,12
6
70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
11,05
1023
1.11
66,1
681-
.
93,2
82.1716
133,1
Mei
,,
11,125
64,1
10,576
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50 78,6
11,15
103,3
1:16
69,0
6916
95,2
75.416
121,1
luni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
726
355,25 76,8
11,25
104,2
1.30
77,4
711-
97,3
74.111-
120,
Juli
12,80
74,3
11,20
85.6
218,50
94,4
191,25
81,0 415,50 89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,1
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77.4
452,50
97,8
11,25
104,2
1.30
77.4
7216
99,3
73.171-
119,1
‘,
September
12,62
5
73,4
10,20
78,0
–
191,00
82,5
172,00
–
72.9
.
506,75
109,6
,11.40
105,6
130
77,4
7216
99,3
74.191-
120,’
October
12,10 70,4
9,876
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
–
72.161-
117,1
November
11,776
68.5 9,20 70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,1
nuari
19’0
12,625
73,4 9.35
-71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
11,75
1010,8
130
77,4
7216
99,3
68,616
P
December
12,67
6
73,7
9
1
35 71,5
149,25
64,5′
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75 108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,
bruari
11,72
5
68,2′
8,175
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50
86,2
11,75 108,8
LII
66,1 7216
99,3
71.12/6
115,’
Maart
,,
10,90
63,4
7,15 54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00
84,3
11,55 106,9
1,11
66,1
701-
95,9
68.19/6
III
April
11176
65,0
7,625
55,3
180,25
77,8
129,75
55,0 431,00
93,2
11,35
105,1
1.16
6
69,3
6716
92.5
61.31-
98!
Mei
,,
1045
60,8 6,55
50,1
14850
64,1
114,50
48,5
405,0)
87,6
11,35
105,1
1.18
6
70,5
6716
92,5
53.91-
–
86,
luni
10,05
58,4
5,176
39.6
145,50
62,9
103,75
4o,0
385,50
83,4
1135
105,1
1.186
70.5
6716
92,5
50.116
80.’
Juli
9,55
55,5
5,826
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
346
,
75
74,8
11,35
105,1
1.185
70,5
67/6 92,5
48.21-
77,1
Augustus
‘
9,45 54,9 6,30 48,2
145,00
63.1
116,25
49.3
365,00
78.9
11,35
105,1
1.18
6
70,5
65!-
89,0
47.151-
76.1
September ,,
8,40 48,9
5,25 40.2
127,50
55,1
99,00
41,9
3110,75
68,9
11,35
103,1
L18
6
70.5
63/6
87,1
46.61-
‘
74,1
October
•
740
43.0
4,625
35,4
112,75
48,5
86.00
36,4
281,25
60,8
11,35
105,1
1.186
70,5
63/6
6
87,1
43.-/-
69,
November ,,
725
42,2 4.25
–
32,5
94,50 40.8
‘82.25
34,9
27(‘,75
585
1090
–
100.9
0.85
F0,6
63/6°
87,1
46.86
74,1
1 December
,
,,
7,40
43,0
4,45 34,0
100,00
–
43,2 97,00
41,1
275,00
59,5
10,90
100,9
0.85
50,6.
636
87,1
48.17,6
78.’
1)
Men zie ‘oor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en IS Augustus
1928
(No. 658 en
659)
pag. 689190 en
709.
2)
=
Western vôôr de invoering v
3 December 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1077
1930
1929
1928
Tons
Tons
Tons
Cubaproductie …………..4.671.260 5.156.315 4.037.833
Overdracht 1/1 …………321.928
131.044 – 280.890
(Jonsumptie …………….124.203
127.315
163.833
Weekontv. afscheephavens. 65.4Q1 18.668 54.257
Totaal sedert 1/1 ………..3.747.601 4.662.773 3.750.121
Weekexporten …………..87.321 30.779 87.319
Totale export sedert 1/1 . . . 3.016.955 4.391.799 3.425.227
Voorraad afscheepbavens…..837.940 270.974 324.894
Voorraad binnenland ……..992.162 366.227 123.879
Tis E n ge 1 a n d legden raffinadeurs weinig of geen be-
langstelling op cle ruwsuikerniarkt aan den dag.
Op
cie Londensche terniijnrnarkt oefenden December lic1uidaties druk uit op cle noteeringen voor deze maand. Aan liet einde 6cr week luidden de noteeringen als volgt:
December ……
(basis 88
0
Bietsuiker f06.)
Sli.
4
1
8
Januari …. …
96
0
Rietsuiker cif.) ,, 58
Maart ………….,
,,
,,
5/11
Itlei …………
,,
,,
,,
6,1k
Augustus
,,
,,
,, 6144
December
,,
618
Op J
a
v
a kon de
V.J.S.P.
tegen het einde der week ver-
dere hoeveelheden, iii. 22.500 tons Superieur en 7.000 tons
No. 16 &hooger tot de oude limites van de hand doen. Het
citideijfer van het rendement van 152 fabrieken is mini
3 pCt. lager dan verleden jaar.
Ei i e r te 1 a
ii
cl e was de iciarkt tamelijk prijshouclend.
De noteeringen op de Amsterdamsche termijirniarkt fluc-
tueerden niet noemenswaard en gaven aan het einde het
volgende beeld tezien: Dec.
f8.-;
Mrt.
f 8
Mei
f 84
Aug.
f
9.-. De omzet, bedroeg 5900 tons.
KATOEN.
Marktbericht van cle Heeren Sir Jacob Bebreus & Sons.
Manchester, d.d. 19 November 1930.
De Amerika:cnsi’he kiitoenmarkt heeft we:lerom een kalme
week toorgeiiiaakt. Prijzen iebben zic(i tussehen nauwe
grenzen bewogen en hoewel de Spot-basis voor Mid-Ameri-
(-nu sedert cie vorige Maandag 5 PtIIitefl verhoogd is, zijn de
icoteeringen vrijwel gelijk aan de vorige week. Ontvangsten
iii de havens zijn ruim een kwart miljioen balen grooter
cmii
een jaar geleden, terwijl exporten ongeveer 93.000 balen
grooter zijn. Egyptische katoen wordt weinig verkocht en
noteeringen tonnen slechts weinig verandering bij een week
geleden. Locoverkoopen daalden in Liverpool de vorige week tot 24.690 balen, terwijl het Anierikaansche totaal
11.050 balen bedroeg. Ziuid-Anierikaansche soorten bereik-
ten een totaal van ‘10.360 balen, waarvan 6900 balen Peru.
Het percentage Egyptische en Soedankatoen bedroeg 650
balen, Afrikaanselce 1020 en de rest, zijnde 1390.balen, was
Oost-Indische, waarnaar meer vraag schijnt te bestaan.
In de Anierikaansche gareninarkt is weinig leven te be-
speuren. De vraag is aanzienlijk verminderd, zooals ook uit de verkoopen van katoen blijkt cii cle handel beperkt zich voornamelijk tot kleine nankoopen van al!e soorten
muletwist en weft. ‘Wat riugtwinst betreft, bestaat er nog
ecu geringe vraag, zoowel voor de goedkoopere als betere
soorten, waarvan ccii gedeelte geboekt is geworden. En ge-
twijtide garens blijft er eën goede vraag voor flinke hoeveel-
heden voor binuenlandseh gebruik bestaan.
T[et blijkt oiss, dat volgens officieele cijfers de verkoop van
Amerikaansche gareris als ook dc leveringen in de week,
eindigende S November, meer dan 1.00 pCt. van de huidige
verminderde productie betreft. in Egyptisehe soorten gaat
eveneens weinig om en de vraag beperkt zich- voornamelijk
tot kleine hoeveelheden voor directe behoefte, aoowel wat
enkele getwij nde garens betreft, hoewel . Indië behoorlijke
hoeveelheden in 8012 en 100/2 heeft afgenomen. De eijfers
van de Board of Trade betreffende desi export van katoenen
garens gedurende de maan(I October bedroegen totaal
11.685.300 pond, wat ruim
2>,
inillioen pond meer is (lan in Septemher. Vergeleken met October van de drie voor-
afgaande jaren, zijn ze voor elk, jaar als volgt lager:
1929 …………….1.855.700 pond
1928 …………….3.462.900
1927 ……………3.648.800
De export van ruwe garens, naar ])uitschlamid cii Neder-
land voor de laatste drie jaren bedroegen
1.930 – . . . 5.383.500 lbs. van totaal 10.547.000 lbs.
1929 . . . – 5.664.100
12.034.600
1.928 . . . . 6.008.400
..,,
,,
13.41.2.900
of een genmiddelde van bijna 50 pCt. De totalen voor
Britsch-Tiidië bedroegçn over dezelfde periode:
1930 …………..215.500 pond
1929 ……………929.100
1928 ……………1.791.000
N GROOTHANDELSPRIJZEN’)
TIN
locoprijzen
Londen per Eng. ton
KATOEN
Middling
locoprijzen
New York
per Ib.
WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per Ib.
WOL
1
gekamde
1
Australische, CrossbredColo-
nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per Ib.1
RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets loco Londen
per II,.
SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’dam(A’dam.
per IOOK.G.
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
tii
K.G.
THEE
Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
tratheep.'(2K0.
Indexctlfer
vIh. Centr. B.
v. d. Stat., herleld
vanI9l3=I00
tot 1925=
ioo
Indexeijter
van The
Economist,
herleld
1927=100
tot 1925=100
£
Olo
$
ets.
0(
pence
0
(0
pence
0
(o
Sh.
Ojo
Ii.
0
10
ets.
1
0(,
ets.
0(
51.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2111,625
1100,0
18,75
100.0
61,375
1100,0
.
84,5
100,0
100,0
100,0
10.1716
111,1
17.55
75.5
47.25 85,9
24,75
83,9
21-
I
67,4
17.50
93,3
55.35
90.2
94.25
111,5
93,2
92,9
90.41- 110,8 17,50
75,3 48,50
8,2
26.50
89.8
116,375
l
51,6
19,125
102,0
46,875
1
76,4
82.75
97,9
95,4
89,5
27.51-
88,8
20,00
86.0
51,50
93.6 30.50
103,4
-00.75
30,2
15.85
84,5
49,625 80.9
75,25
80.1
.96.4
87,6
33.156
77,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25
85.6
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
‘
–
91.5 82,6
55.1(-
97,4
19,25
82,8
53,00
96,4
29,15
100,8-
117.25
54,0
17,37
6
‘
92,7
46
‘
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
33.1016
89,2
18,35
78.9
54,75
99,5
31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8
87,9 33.17(6 89,3
19,35
83,2
.
55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,87
5
90,0
47 76,6
‘
79
93,5
98,1
89,2
34.61-
89,5
20,65 88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
16,87
0
90,0
47
76,6
74,25
87,9 98,7
90,5 30.131-
88,1
21,55 92,7
54,25
98,6
32,25
‘
109,3 -19
25,3
16,625
88,7
48,25
78,6
78.25
92,6
98,1
91,2
18.816
83,4 21,35
91,8 55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0 49
79,8
73,25
86,7
,
98,7
89,8
11.191-
80,9 21,75
93,5 53,00 96,4
31,25
105,9
-19,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84,3 95,5
88,2
11.181-
80,9
19,30
83,0 51,75
94,1
30,00
101,7
-19,25
26,0
16,00
85.3 51,875
84,5
67,75
80,1
92,9
–
86.6
14.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-(8,5
23,9
15,87
6
84,7
52,75
86,0
70,25
83,1
.
93,5
85,4
21.191- 84,8
19,45
1
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8
24,7
14,62
6
78,0
53
86,4
73 ‘
86,4 94,2
85,1
32.10(6
88,8
1990
,
85,6
47,25
85,9 27,50
93,2
-18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
89,6
95.5
*
85,1
28.81-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-18,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84.3 76.5 90,5
95
1
5
84,8
22.716
84,9
20,20 86,9
46,75
–
85,0
28,75 97,3
-(9,875
27,9
13,776
73,5 53,125
86,6
77,25
91.4
94,2
84,6
22.111-
85,0
20,10
86,5
44,25 80,5 27,75
94,1
11-
33,7
13,37
5
71,3
54
88,0
74,25
–
87,9
94,2
85,4 21.016 84,4
21,25
91,4
44,00
–
80,0 27,50
93,2
1(0,125
34,0
13,50 72,0
54
88,0
72,75
86.1
94,8
85,8
07.516
79,2
20,45
88,0 43,25 78,6 27,25
92,4
-110,5
.
29,5
13,37
6
71,3
54
88,0
74,25 87,9 92,9
83,9
97.5(6
75,3
19,40
83,4
41,50 75.5
26,25
89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50 87,0 91,6
81,7 00.51- 76,5
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0 69.50
82,2 91,0 81,9
09.516
79,9
18,65
80,2 38,75
70,5
24,75
83,9
-(II
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
10.111-
80,4
18.60
80,0
37,00
67,3
24,00
81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50 87,2
64
75,6
91,6 83.6
05.516 78,4
18,90
81,3 34,25
62,3
23,15
80,5
-110 125
28,4
13,47
5
71,9
51,75 84,3
64
75,6
91.0
–
82,0
88.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625
27.0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3
80.5
82-16
69,5
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
-18,125
22,8
12.50
66,7
41,75 68,0 66,50
78,7 88,4
78,8
78.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25 72,0
-18
22,5
12,075
.64,4 36,75
59,9
60,75
71.8
87,1
78,8′
74.131-
66,7.
17,15
73
1
8
29,50
53,6
19,25
65,3
-17,375 20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6 84,5 76,9
74.41-
66,5′
15,45
66,4
28,50
51,8
1
17,75
60,2
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25.
68,0 81,3
75,2 65.181- 63,4
15.20
65.4
25,25
47,7
16.50
55,9 -17,625 21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
151.1716
61,8
16.45
70,8 27.25
49,5
17,25
58,5
-17,375 20,7
10,55
56,3
35 57,0
59,50
70,4 79,7 72,8
.45-1-
55,4
16,50
71,0
28.75 52,3
18,00
61,0
-16,875
19,3
–
9.90
523
34,75
‘
56.6 59
69.6
76,1
72,0
136.416
52,0
14,50
62,4
21,75
50,5
17,50
59,3
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,9
58
68,6
76,1
70,4
134.1716
51,5
13,10
56,3
21,00
49.1
16,75
56,8 -15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50 65,1 74,2
69,3
35,516
51.7
11,95
51,4
27,25 49,5
16,50
55.9
-(4,875
13,8
8.50.
45,3
1
29,90
48,1
55,25
65,41
735
67,9
132.61-
505
II,-
47,3
27,110
49,1
15,75
534
-/4,125
11,6
7,97b
42,3
1
2°,25
46,0
59.50
70,4
72,3
65.4
117.11?-
44.9
10,55
45,4
24,50
44.5
.
14,50
49,2
-14
.11.2
8,525
1
46,0
I
29
47,3
66,50
78,7
71,6
64,6
113.161-
43,5
10,85 46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
-(4,375
123
8,75 46,7
1
29 47.3
(
68,25
80,8
115.-1-
43,9
-14,625
13,0
8,25
44,0
1
29 47.3
huidige officicele noteeringswijze (Jan. 1928);vanaf 16 Dec.1929 1415 K.O. Hongaarsehe: vanaf 26 Mei 1930 Z.-Russisehe.
3
) = Malting vÖOr 0e invoertngvan iie riumalge
Iie. not.wijze (Jan. 1928).
4)
Jaar- en maandgem. atger. op
1
(i pence.
5)
Noteering Sehotland 596. 6) 581-.
11
1078
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 December 1930
Over (le (loekmarkt valt weinig nieuws te rapporteeren.
Prijzen zijn vast en verkoopea dragen een gemengd karak-
ter. Hoewel hier en daar flinke kwaliti bijv. in lichte goe-
deren voor Indië geplaatst zijn, zijn dit slechts uitzonde-
rihgsgevallen, waar vlugge levering en lage prijzen dcii koo-
per tempteereu, zij w
–
ijzen geen aanzienlijke verbetering in
de vraag op. Over het algemeen zijn de Oostersehe marktan
nog rustig, hoewel hier en daar wel meer belangstelling
begint te komen. Over het algemeen wacht uien echter den
loop der dingen af en daar er nog geen aaiiwijaingen voor
onmiddellijke ontwikkelingen zijn, worden hier en daar
sléchts enkele orders geboekt, waar prijs en levertijd bij-
zonder gunstig zijn.
Liverpoolnoteeringen
,
Oost.
koersen 11 Nov. 18Nov.
12Nov. 19Nov. T.T.opBr.-Indië 1/5fl 1/534
F’.G.F.Sakellaridis 9,80 9,65 T.TopHongkong Vac. 113i
G.F. No. 1 Oomra. 3,55 3,40 TTop Shanghai 1/7 1/71/
KOFFIE.
Nog altijd valt omtrent de stemming van liet artikel niet anders te berichten dan dat zij zeer kalm is. Enkele dagen
geleden kwam uit Rio het officieele bericht, dat de markt
voor den wisselhandel wederom zou worden opengesteld. De
verwachting, dat de wisselmarkt er nu wederom geheel
vrij zon zijn, werd echter niet verwezenlijkt, want het bleek,
dat cle Bank van Brazilië nog steeds den reeds sedert eenige
weken gefixeer1en koers van 551 d. per Milreis hanclhaaf t
en dat de andere banken alleen de vrijheid hebben gekre-
gen, wissels te koopen tegen den koers van 47/ d. onder
bepaling, dat de aankoopen beperkt zijn iii verhouding tot
de verkoopen, welke laatste slechts vrij zijn toegestaan voor
hoeveelheden van £ 5.— en dat elk bedrag daarboven aan
een nauwkeurig onderzoek van dè 0ff icieele Inspectie der Banken is onderworpen. Voor den uitvoerhandel is de her-
opening van cle vrije markt op deze wijze natuurlijk van
zoo goed als geen beteekenis, temeer daar do wisselkoers in
Londen in de laatste dagen nog beduidend lager staat dan
434 d. en varieert tusschen 4.60 en 4.70. De tei-mijnmarkten
te Rio en te Santos zijn dan ook nog altijd gesloten en de
prijzen der aflaclers in de verschillende Braziliaansche af-
scheephavens zakten onder liet vooruitzicht van een ver-
dere koersdaling, die wel moeilijk zal kunnen uitblijven,
ook deze week niet onbelangrijk in. ])e kost- en vracht-aanbiedingen van de meeste Santos-afladers liepen nog
2/ h 31-. per cwt. terug en die der Rio-afladers circa 2/6. De lusteloosheid aan de verschillende markten in Europa en iii Amerika hield onafgebroken aan en ook ten onzent
kwamen importzaken op pronipte of latere verscheping niet
anders dan bij hooge uitondering tot stand.
Eii.cdelijk kwam deze week wederom bericht betreffende
den omvang van den in het binnenland van den Staat
Bio cle Janeiro in de Gouvernemeutspakhuizen teruggehou-
den voorraad. Het blijkt, dat deze, die op 31 Augustus op-
gegeven was als 2.481.000 balen, op 30 September bedragen
heeft 2.355.000 balen en op 31 October 2.157.000 balen. De
voorraden in het binnenland van Sao Paulo, Minas Geraes
en Rio teruggehouden, moeten dientengevolge becijferd wor-
den op 24345.000 balen op 31 October tegen 24.365.000
balen op 30 September en 23.663.000 balen op31 Augustus.
De limiet van de clagelijksehe aanvoeren in de haven van
Rio is voor de eerste helft van de riiaand December vast-gesteld op 13.051 balen tegen 13.386 balen in ‘de tweede
helft van de maand November.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt lie-
pen in de afgeloopen week slechts weinig terng. Het ver-
schil bedraagt niet meer dan ¼ h % ct per
34.
K.G. Op
Dinsdag 2 dezer des voormiddags waren cle noteeringeu als
volgt: December 23¼, Maart 2014, Mci 19%, September
1
834, December 1834 ct.
Aan de loco-markt was de gang van zaken nog altijd
in hooge mate onbevredigend. De afzet is zeer bëperkt en
de officieele noteering van Snperior Santos werd verlaagd
van 35 op 34 et. per
34
1KG.; die van Robusta bleef onvei-
anderd 29 ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op ,prompte verscheping zijn thans ongeveer 45/6
A
47/. per
cwt. en van dito Prime ongeveer 47/- 5. 49/-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 niet beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 29/9
5.
30/6.
Nederlandsch-Iiidië gaat nog steeds zijn eigen gang en
was met de verschillenclè ongewasschen Sumatra. Robusta-
soorten zoo goed als onveranderd, terwijl gewasschen Eo-
busta zelfs ongeveer 11/2 ct. hooger liep. Op het oogenblik
zijn de prijzen in de eerste hand:
.Palembang Robusta, December-verscheping, 16% ct.; ]3en-
koelen Robusta, ])ecember-verscheping, 17% ct.; Mandhe-
liug Robusta., December-verscheping, 19% ct.; W.I.B. faq.
IH.obusta, Decernber-vers.bepi ug,
2
834 et., alles per 34
Kil.,
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De slot-noteeringeu te New’-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
–
Dec.
I
Maart
–
Mei
1
Sept.
1 Dec
$
6,41
$
5,68
$
5,53
$
5,38
,,
6,53
5,85
5,65
5,46
24
Nov………
17
,……..
,,
6,59
5,93
5,73
5,53
10
,…….
…
6,55
,,
5,70
5,54
5,32
Rotterdam, 2 December 1930.
THEE.
De theeiiiarkt gaf in de afgeloopen week van een vaste
stemming blijk. In de Anjsterdamsche veiling van 27 dezer werd liet aanbod van en. 12.000 kisten vlug opgenomen en
de prijzen liepen vooral voor de goecikoopere soorten 1-4
ets. duurder. –
Be middenprijs, ten bedrage van 6834 ets., was slechts
34
ets, boven dien van de vorige veiling.
De thee-uitvoer van Noordelijk BritschJndië bedroeg in
October slechts 43.7 inillioen lbs. tegen 59.7 millioen lbs. in
October 1929. Totaal werd gedurende April[Oet. 207 millioen
lbs. uitgevoerd tegen 231 millioen lhs. in het vorige jaar.
Zuidelijk Britsch-Indië voerde 4.5 rnillioen lbs. in October
uit tegen 3% millioen lbs. in 1929. Het totaal over
JanuarifOctober bedraagt 38.8 millioen lhs. tegen 43.7 mil-
lioeh lbs. in het vorige jaar.
Vermoedelijk hebben deze cijfers in belangrijke mate bij-
gedragen tot de vaste stemming, die op de theemai-kt
heerscht, aangezien een verminderde aanvoer van thee in
Europa hierva.n het gevolg zijn. A’dam, 1 Dec. 1930.
STEENKOLEN.
Terwijl in Duitseliland verdraagzaamheid en gezond ver-stand over strijdlust en kortzichtigheid gezegevie
–
d hebben,
in zooverre, dat een scheidsgerecht een u.itspraak gegeven
heeft – nader bevestigd door de verbindendverklaring van
den betrokken minister – over den werktijd in cle mijnen,
ziet het ei- naar uit, dat in Engeland werkgevers en werk-
Tieulers weer eens op ouderwetsche wijze cle krachten zullen
gaan meten: Dit zal nader hebben te blijken op. de vergade-
ring van de Nationale Gedelegeerden, die’ overmorgen iii
Londen gehouden wordt.
De strijd is ingezet niet dle ivoigering door tie Nationale
Gedelegeerden voor Schotland en elders te treden in het
systeem van den negentigurigen veertienclaag ‘en het zou
niet behoeven te verwouderen. indien dit besluit, tenzij tijdig herroepen, op eei strijd over de geheele linie zou
uitloopen.
,l)e markten in Engeland hebben weinig gereageerd op de
introductie van de minimumprijzen en de geheele toestand
is hoogst onzeker. Noopers blijven uit de markt uit vrees
voor stilleggingsnioeilijkheden.
i)e pi-ijzen zijn:
Northumberland Ongezeefde ………….
f
9.50
Durbam Ongezeefde …………………, 9.75
Cardiff 2/3 lage 113 smalls …………..12.50
Schotsche Gezeefde (Prirne Lothiaus)
. . f
9.25 (nom.)
Yorkshire gewasschen Siugles …………
f
10.25
Westfaaische Vetförder ……………….12.35
Vl.amstukken 1 …………’, 13.50
Smeenootjes
………….. ..13.-
Gasvlamförder
…………..12.25
Gietcokes ……………….16.50
Hollandsche Eierhriketten ……………..15.50
alles per ton van 1.000 1KG. franco station Rotterdam/Am-
sterdam.
Ongezeefdo biinkerkolen f.o.b. RotterdamfAsterda.m
f
10.90. larkt weifelend.
2 December 1930.
IJZER.
De reeds eenige maanden bijna onafgebroken ‘daling van
den exportprijs van Lux 3, heeft zich de laatste 14 dagen
iiet voortgezet. Van een definitieve verbetering is echter
nog zeer weinig te bespeuren. Alleen is de noteering voor
levering naar Schotlancl (fot. Grangemouth), welke tot 541-
gezakt was, de laatste dagen tot 56/- gestegen als gevolg
ii beperkter aanbod.
Tot in de afgeloopen week werd Lux 3 nog aan de Tees
geplaatst in concurrentie met het Clevelandproduct, dat
alleen uit hoofde van de sterk gekrompen voortbrenging
zijn prijsniveau kan handhaven.
Na de opheffing van de prijsregeling van het O.S.P.M. is
de ruwijzerprijs op dc Franscbe markt,, tengevolge van
onderlinge concurren’ie, sterk gedaald.