2 JtÏ 1930
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economischo-oStatistische
Benchten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
* *
*
Op de wisselmarkt had aanvankelijk een flauwe
stemming de overhand. Op den morgen van den laat-
– sten dag trad echter een
S
plotselinge hausse in, die
wèder spoedig voor een algemeene’daling van de koer-
sen plaats maakte. Ponden liepen van 1
2.09
5
Iio
op
12.09 terug om na weder 12.09/ te zijn geweest op
12.09
1
11i te sluiten.
Dollars kwamen van 2.4889 op 2.4872, doch sloten
weder op 2.4878. De Dollarnotering in Londefl liep
van 4.8586 op 4.8604 terug. Marken waren in het eerst
beduidend flauwer, waarschijnlijk onder den invloed
van cle politieke gebeurtenissen in Duitschiand; van
59.3314 liepen ze terug tot 59.25, om op den laatsten
dag lotseling tot 59.32 te stijgen. lIet slot was weder
lager op 59.2914. Ponden stegen in Duitschland van
20.3734 tot 20.4014; slot 20.39. Fi-ansche Franken
sehommelden slechts weinig; de noteering handhaafde
,
zich rond de 9.77. Belga’s: 34.7234. De Zwitsersche
Francs noteerden aanvankelijk ca. 48.23, tot zij Zater-
‘dag onverwachts op 48.19 34 terugliepen; slot 48.21. Met
den Peseta blijft het slecht gaan; cle koers loopt steeds
verder terug en kwam van 28.9734 op 27.70. Ook de»
Argentijnsehen Peso gaat het niet voor den wind; van
92 daalde de noteering tot 8834. Rio bleef onveran-
derd ca. 28. Canada 2.48%.
De édn- en dr.iernaands marges voor Ponden waren
tenslotte: %
7
-34.,
1_15f16,
voor Dollars 7-5 en 14-12,
voor Marken 334-3 en 734-7, alles disagio.
15E JAARGANG
WOENSDAG 2 JULI
.1930
No. 757
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
lioen minder darL verleden ‘,’eek. ilet dekkingspercen-
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
tage is ruim 52.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. ‘J. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout, Dr. E. van We’lderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan. Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. Al. H. A. van der Valk.
Secretai-ïaat: Pieter de ioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnemenisprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs_van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Aangeteekcnde stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver
–
tenties: Nijgh
c
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua- en giro-
rekening No. 6729.
1 JULI
1930.
Op de geidmarkt is de toestbnd nog steeds onver-
anderd. Ondanks de halfjaarswisseling zijn gelden nog
steeds overvlocIig; all geld noteerde 1 pOt. De iet
vastere’ stemming voor bank-accepten is aanvankelijk
blijven aanhouden. De noteering is weder langzaam
opgeloopen. tot 2 â 2fio pOt., omdat geldgevers blijk-
baar wilden profiteei-en van een eventueel te verwach-
ten stijging met den ultimo. Daar echter een: aantrek-
ken ‘an de geldkoersen uitbieef, zijn geldgevers er ten-
slotte maar toe overgegaan materieel op te nemen,
wat tengevolge had, dat de noteeing tot 1fio-1%
pOt. daalde. Prolongatie: 2-234-134-234-2 pOt.
Op’ de balans van De Nederlandsche Bank blijkt de
post binnenlandsehe wissels met
f 1
millioen te. zijn
teruggelooperi. De beleeningen vertoonen een ver-
meerderirig van
f
21,8 millioen.
De goudvoorraad.der Bank bleef weder zoo goedals
onveranderd. i)e zilvei-voorraad verminderde met
f
400.000. De post papir op het buitenland en de
diverse rekeningen op de actiefzijde der balans stegen
roep. met
f
100.000 en
f
234 millioen.
De hiljetteneirculatie geeft een vermeerdering van
f 52,3
millioen te zien, liet tegoed van het Rijk ver-
mndcrdc m’et
f
3,8 millioen, terwijl cle rekeni-ng-cou-
i-ai.it-saidi van anderen met
t’
26,3 milli.oen teruglic-
pen. 1[t beschikbaar metaalsaiclo bedraagt
f
9,5 mii-
LONIDEN, 30 JUNI
1
930.:0
De geldmarkt maakte varledcn week de noodige
voorbereidingen voor het einde van het halfjaar door
chigelijks aanzienlijke bedragen van de Bank van Enge-
land te leenen. lIet namiddag geld was dientenge-
volge sterk aangeboden tegen lage koersen (134-2
pOt.), voor geld tot begin Juli werd 234-334 pOt.
betaald.
Verwacht wordt, dat de geldmarkt begin Juli zeer
ruim zal zijn. Dit gekoppeld aan eenige vraag naar
wissels voor contant en voor levering begin Juli tot
lagere prijzen maakte disconto zeer zwak, zoodat de
noteeri.ng op 214 en een fractie daaronder eindigde.
De regeering slaagde er dan ook in om de schatkist-
promessen tegen pl.m. 2/32 pOt. te plaatsen.
594
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli
1930
HET WETSONTWERP TOT HEFFING VAN EEN
COMPENSEEREND INVOERRECHT OP SOMMIGE
SOORTEN SUIKER.
Is dit wetje, waarbij wordt voorgesteld voortaan
van consumptiesui’ker een invoerrecht van
f
2.40 per
100 KG. te heffen, van technisch-fiscalen aard? Som-
mige zinsneden in de Memorie van Toelichting zou-
den het kunnen doen veronderstellen.
Zoo vinden wij als argumenten opgesomd, dat het
invoerrecht op geraffineerd buitenlandsch zout
f
4
per 100 KG. bedraagt, of
f
1 per 100 KG. meer dan
de belasting op hier te lande geraffineerd zout. Het
invoerrecht op bier is
f
12 per IIL.; de accijns
f
1.50.
Soortgelijke verschillen worden vermeld voor sigaren,
rooktabak, sigaretten, gedistilleerd, enz. Voor de
suiker is tot dusver dit beginsel niet gehuldigd.
Ook de uitdrukkelijke verzekering in de Mcm. v.
Toel., dat de voorgestelde regeling geheel ligt bui-
ten het terrein van de in het voorjaar te Genève
geteekende Handelsconventie, en dat het hier ,,de
toepassing geldt van een beginsel van fiscale wetge-
ving, dat sinds lang als zoodanig werd erkend en
slechts bij de suiker tot dusver niet geldend wd ge-
maakt”, zou aan een zuiver fiscalen maatregel kun-
nen doen denken.
Met deze opvatting is echter ten eenen male on-
vereenigbaar de groote spoed, waarmede dit ontwerp
onder drang van de Regeering nog vddr het recès
der Tweede Kamer wordt behandeld.
Ook de considerans der wet
wijst
in andere rich-
ting. Daar wordt gesproken van compensatie van de
bezwaren van den huidigen toestand voor de hier te
lande uitgeoefende
suilcerin.dustri e.
Het is echter aan geen redelijken twijfel onder-
hevig, dat het werkelijke doel van het op 16 Juni jl.
ingediende ontwerp is: steun te verleenen aan een
deel der landbouwers, ni. aan de
verbouwers van sui-
kerbiefen..
Een z.g. technische herziening der Tarief-
wet is het middel, dat thans wordt gebezigd om dit
doel te bereiken. De aanhef der Mcm. v. Toel. laat
m.i. op dit stuk geen twijfel.
,,De toestand van crisis, waarin ook hier te lande de
land- en tuinbouwbedrijven verkeeren, heeft den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw aanleiding ge-
geven in de maand Mei van dit jaar een Commissie te
benoemen, welke tot opdracht heeft gekregen de Regeering van advies te dienen omtrent de vraag, of, en zoo .ja, welke maatregelen met het oog op den oogenblikkelijken toestand
van land- en tuinbouw waren te treffen.
Deze Commissie heeft in de allereerste plaats haar aan-
dacht gewijd aan het suikervraagstuk. Blijkens haar aan voornoemden Ministèr gerichten brief
van
28
Mei jl. is de Commisie ten aanzien van dit vraag-
stuk van oordeel, dat een eind behoort gemaakt te worden
aan de achterstelling, welke de Nederlandsche suiker tot
dusver hier te lande ondervindt in vergelijking met bijna
alle andere aan accijns onderworpen goederen.”
In de gegeven omstandigheden acht de Regeering
geen reden aanwezig den bestaanden toestand, waar-
bij suiker vrij van invorrecht kan worden geïmpor-
teerd, te handhaven. In overeenstemming met het
advies van hovegenoemdd Commissie heeft zij thans
voorgesteld – met spoed – op witte suiker een in-
voerrecht van
f
2.40 per 100 KG. te gaan heffen. Het
re6ht zal uitsluitend van consumptiesuiker en niet
van ruwe suiker worden geheven, om den aanvoer van
ruwe rietsuiker en het raffinadeursbedrijf niet te
belemmeren.
Voorts zijn er verschillende fabrikanten, die suiker
bezigen als grondstof voor de bereiding van voor
export bestemde suikerhoudende goederen (geconden-
seerde melk, chocolade, biscuits, jams, e.d.). Voor
zoover voor dergelijke suiker invoerrecht is betaald,
zal dit – volgens art. 5 van het Ontwerp – bij uit-
voer teruggegeven worden.
De voorgestelde maatregel wordt nergens als tijde-
lijk aangekondigd; hij is blijkbaar
beaoeld
als blij-
venden steun voor de suikerbietenteelt. Slechts naar
INHOUD.
BIz.
EET WETSONTWERP TOT
HEFFING VAN EEN GOMPEN5EE-
SEEREND INvOERREOHr OP SOMMIGE SOORTEN SUIKER
door
Prof. Dr.
G.
Minderhond ………………..594
Invoerrechten op tarwe? door
Jan ,Schilthuis ……..
596
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Een economisch programma door
Dr. Hans Luther 597
De economische en financieele politiek van Duitseb-
land door
Dr. Jarl Krümer ……………….599
AANTEEKENINGEN:
De geldmarkt in Juni ……………………..
601
Het prijsverloop van groothandelsartikelen gedu-
rende het tweede kwartaal van
1930 1 ……..602
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
607
Conj unctuurgegevens betreffende Duitschiand ….
608
BOEKAANKONDIGINOEN:
La Paix de Versailles VI: Rgime des ports, voies
d’eau et voies ferrées, bespr. door
Mr. J. Zaaijer
609
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
609-616
Geidkoersen.
Bankstaten.
ierkeerswezen.
Wisselkoersen.
I
Goederenhandel.
deze functie zal het Wetsontwerp hieronder dan ook
worden beoordeeld.
* *
*
Het is zeker opmerkelijk, dat ëën Commissie (onder
voorzitterschap van Dr. Lovink) op 28 Mei aan één
der Ministers een voorstel doet tot wijziging der Ta-
riefwet en dat reeds op 16 Juni het Wetsontwerp,
waarvan de Mcm. v. Toel. is onderteekend door 4 Mi-
nisters (Financiën, Binnenl. Zaken en Landb.
)
Bui-
teni. Zaken en Arbeid, Handel en Nijv.) door de Ko-ningin aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Deze snelheid doet denken aan den spoed, welke
in Aug. 1914 in Den ilaag mogelijk bleek; tenzij de
veronderstelling juist is, dat de interdepartementale
commissie van hoofdambtenaren, die reeds een paar
jaar over maatregelen tot steun aan de suikerbieten-
teelt studeert, over dit compenseerend invoerrecht
reeds v66r 8 Mei tot overeenstemming was gekomen
en dat de Regeering slechts – galant, dan wel uit
tactische overwegingen – de Crisiscommissie als
initiatiefneemster laat fungeeren.
In hoeverre zal nu- de suikerbietenteelt steun van
den voorgestelden maatregel ondervinden?
Bij afwezigheid van een invoerrecht kon de suiker-
prijs in ons land tot dusver niet stijgen boven den
wereldprjs – afgezien van vracht- en andere on-
kosten bij import – aangeiien de hier benoodigde
suiker anders door het buitenland zou worden gele-
verd.
Onze productie van bietsuiker is niet obelangrjk
grooter dan de binnenlandsche consumptie. Zelfs al
zou men er voortaan door samenwerking van alle sui-
kerfabrieken en raffinaderijen in slagen
het volle
be-
drag van het thans beoogde invoerrecht van
f
2.40
per 100 KG. suiker te brengen ten laste van den con-
sument en al zouden alle suikerfabrieken – de coö-
peratieve, zodwel als de, in de Centrale Suiker Maat-
schappij geconcentreerde, niet-coöperatieve
– het
çjeheele
voordeel aan den bietenproducent ten goede
willen doen komen (iets wat zeker, vooral op den
duur, in hooge mate twijfelachtig is), dan nog zal de
boer de suiker, die hij in zijn bieten levert, slechts met
f
2.40 per 100 KG. duurder betaald kunnen krijgen,
indien de cultuur van suikerbieten hier zoover wordt
ingekrompen, dat wij voortaan geen overschot van
suiker meer hebben. Immers voor het deel der suiker
dat moet worden geëxporteerd (in de periode 1923/
1928 ruim 20 pOt. der productie) zal van de aan-
hangige tariefswijziging geen prijsverhooging het ge-
volg kunnen zijn.
Aangezien 1000 KG. bieten ongeveer 140 KG. sui-
ker leveren en de binnenlandsche consumptie aan on-
geveer 80 pOt. der productie, zooals die in 19231’28
was, voldoende heeft, zal de steun
maximaal
8
fio
X
140 X 2.4 cent of
f
2.69 per 1000 KG. bieten kunnen
bedragen. Hierbij zijn de bieten, die als zoodanig wer-
den geëxporteerd, dan nog buiten beschouwing ge-
laten.
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
595
let heeft weinig zin te trachten een rarning te
maken van den invloed van uitbreiding of inkrim-
ping der teelt
0])
cle productiekosten der fabrieken,
of veronderstellingen te opperen over wat in de toe-
komst aan de volledige samenwerking der fabrieken
en raffinaderijen zal ontbreken, dan wel over het deel
van den verhoogden suikerprijs, dat aan de verschil-
lende categorieën van telers ten goede zal komen.
Men kan een en ander niet doen zonder zich te be-
geven in tal van speculatieve beschouwingen; slechts
de toekomst zal het effect loeren kennen.
Dat niemand met zekerheid kan zeggen hoe groot het effect van den heoogden maatregel zal zijn, om-
dat slechts het theoretisch te bereiken maximum kan
worden becijferd, is één der bezwaren van het Ont-
worp.
Dat de boeren, die dit jaar voor vaste prijzen ge-
contracteerd hebben, er voorloopig
niet
van zullen
profiteeren, is minder erg. De fabrieken, die tegen
vaste prijzen hebben moeten contracte,eren, hebben, om
voldoende grondstof te kunnen krijgen, dit voorjaar,
evenals in 1929, den prijs der bieten aanmerkelijk hooger moeten bepalen dan de toenmalige suiker-
prijzen toelieten, terwijl sedertdien de suikermarkt
nog beduidend teruggeloopen is.
Dat deze fabrieken voor dit jaar het voordeel van
den maatregel geheel voor zichzelf houden, is niet zoo heel erg; dat echter aangaande de toekomst op
dit stuk n.iet de minste zekerheid bestaat, is wel be-
denkelijk.
* *
*
Het initiatief-ontwerp, dat het lid der Tweede
Kamer, v. d. heuvel, het vorig voorjaar indiende,
was bedoeld als steun aan de bietentelers voor één
jaar. 1-let beoogde het geven van een
productiepremie
u i.t de staatskas en had als grondslag voor dien steun
een beter uitgangspunt dan het huidige regeerings-
ontwerp. Van den 1-heuvel c.s. betoogden in een tijd,
toen de suiker 13 â 14 gld. per 100 EG. kostte, dat
deze prijs totaal onvoldoeade was om den boeren een
loonen’den prijs voor de bieten te kunnen betalen. Zij
verklaaraen, dat dit slechts bij een suikerprjs van
f
19 mogelijk zou zijn. Met het oog op de belangen
van de schatkist wenschten zij echter den steun te
doen ophouden, zoodra de suikerprijs
f 17
zou be-
dragen. Zoo lang deze lager was, wilden zij
f 1.50
premie uit de staatskas verleenen.
Hoe weinig gelukkig het denkbeeld ook was uit-
gewerkt, toch werd het door de Tweede Kamer aan-
genomen, terwijl ook de. Eerste Kamer er zich zeer waarschijnlijk mee zou hebben vereenigd, ware het
niet, dat vele leden van dit college overwegend be-
zwaar hadden tegen het feit, dat het ontwerp aan
het initiatief van eenige leden der Tweede Kamer
was ontsproten.
Thans, ruim een jaar later, durft men zelfs, aan
suikerprijzen van
f 17
nauwelijks meer te denken;
reeds geruimen tijd bevinden deze zich beneden
f 10,
terwijl op. een spoedig herstel weinig kans schijnt te
bestaan. Zelfs met den invloed, dien het Wetsont-
werp na aannoming, maximaal zou kunnen uitoefe-
nen, komt de suikerprijs nog niet op een niveau,
waarop de Tweede Kamer verleden jaar staatssteun
geraden achtte.
Dat de door v. d. Heuvel c.s. gevreesde teruggang van de bietenteelt inmiddels niet heeft plaats gevon-
den, doch dat dit jaar zelfs ruim
57.000
HA. bieten
te velde staan tegenover
55.000
HA. in 1929 (en ruim
67.000 1-JA. gemiddeld in de periode
19231’28)
is
louter een gevolg van het feit, dat de prijzen van de
meeste andere akkerbouwgewassen nog veel sterker
zijn gedaald dan de suikerprjze.u.
Degenen, die in plats van bieten, in 1929 meer
aardappelen, uien of granen teelden, zijn er nog
slechter aan toe geweest, dan zij, die zich aan de bieten
hielden. Een bewijs, dat de bietenteelt geen steun be-
hoeft, mag uit de toeneming der teelt in 1930 der-
hldve niet worden afgeleid.
Er blijkt slechts ‘uit, dat, wordt het beginsel van
direeten steun aan den landbouw onder de tegen-
woordige benarde omstandigheden aanvaard, men zich
niet tot de suikerbietenteelt zal kunnen beperken.k
beschouw het thans aanhangige wetsontwerp dan ook
slechts als de eerste van een reeks maatregelen, welke
directeu steun aan den landbouw beoogen.
Het is te betreuren, dat de Regeering in dezen
niet met een volledig plan komt, aangezien het niet
wel mogelijk is, zich over een onderdeel een oordeel
te vormen, zonder het geheel te kennen.
G. MINDER HOUD.
Wageningen, 26 Juni 1930.
* *
*
N a s e h r i f t. Nadat het bovenstaande reeds was geschreven en gezet, verscheen het Voorloopig Ver-
slag der Tweede Kamer.
Zooals te verwachten was, spreekt daaruit wel twij-
fel aangaande het karakter en over de gevolgen van
het Ontwerp, dat er zoo eenvoudig en onschuldig uit-
ziet.
De Heer
Colijn
heeft gebruik gemaakt van Art. 25
van het Reglement van Orde der Kamer en een uit-
voerige schriftelijke nota ingediend, die aitn het V. V.
is toegevoegd.
Zijn bezwaren betreffen vooral het ook hierboven
aangehaalde punt, dat hetgeen meer wordt geprodu-
ceerd dan ons eigen land noodig heeft, met verlies zal
moeten worden geëxporteerd.
Geheel juist is dit niet, aangezien uitbreiding der
teelt de productiekosten der fabrieken, welker ge-
zamenlijke capaciteit veel grooter is dan voor de bin-nenlandsehe behoefte noodig is, sterk zal doen dalen.
Colijn
wenscht zoodanige beperking der teelt, dat
wij geen overschot van suiker meer zullen hebben,
waarbij hij even.vel uitgaat van een i.n 1930 beteeld
areaal van 65.000 1–JA., terwijl dit volgens de Voor-loopige cijfers der Dircti,e van den Landbouw slechts ruim
57.000
HA. is.
In tegenstelling met Oolijn acht ik in het wetje
zelf een automatisch werkende rem tegen te ver gaan-
de uitbreiding der teelt aanwezig. Overigens lijkt mij
met 0. – indien verderen steun noodig is – een
teeltpremie voor een gelimiteerd oppervlak de juiste
r:ichting.
In de Memor.ie van Antwoord, welke iaauwelijks
twee dagen na het Voorloopig Verslag uitkwam, deelt
de Regeering mede met eenige verwonderig kennis
te hebben genomen van de opmerkingen van den heer
Colijn,
omdat deze in zijn notu ook op de nadeelige
gevolgen van ,,dumping” wijst.
De Regeering acht het niet onwaarschijnlijk, dat
een productiepremie door het buitenland als ,,dump-
ing” zou worden beschouwd en aanleiding zou kun-
nou geven tot represailles tegen onze suiker, of wel
tegen exportartikelen, waarin veel suiker is verwerkt,
bijv. tegen onze gecondenseerde melk.
Het komt mij voor, dat de Regeering al te spoedig
spoken ziet. Onze gesuikerde gecondenseerde volle
melk en ondermelk gaan voor het overgroote deel naar
Groot-Brittannië, dat zijn eigen suikerhietenteelt door
weergalooze subsidies an de verbouwers kunstmatig
in het leven heft geroepen en in het leven houdt.
Dat land zal zich tegenover ons zeker niet met recht op ,,dumpiiig” kunnen beroepen, als wij een matige,
productiepremie zouden geven.
Overigens bevestigt de Mem. v. Antw. ons vermoe-
den, dat de Regeering het Suikerwetje op grond van
de heersehende landbouwerisis heeft ingediend. Die
crisis is aanleiding, doch niet rechtvaardiging van
den maatregel heet het dan verder slagvaardig.
G. M.
596
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN
2 Jüli 1930
INVOERRECHTEN OP TARWE?
Reeds geruirnen tijd heeft de ongunstige positie,
waarin cle landbouw tengevolge van de lage prijzen
van een groot gedeelte zijner producten is geraakt,
ertoe geleid, dat ook in Nederland de landbouwers
bij de regeering aankloppen om hulp. Verschillende
maatregelen worden daartoe aan de hand gedaan, en
daaronder bevindt zich een aantal van protectionis-
tischen aard. Reeds is gebleken, dat de regeering ten
aanzien der suiker tot steun vap dien aard bereid is.
Tevens echter schijnt er ernstig sprake te zijn van
een invoerrecht op tarwe. Indien de geruchten, die
daarover de ronde doen, juist mochten blijken en in-
dien de regeering dus binnenkort bij de Staten-Gene-
raal een wetsontwerp ter invoering van zulk een in-
voerrecht mocht voorstellen, dan zou men zich daar-
over met recht ten zeerste mogen verbazen. De op-
brengst van den Nederlandschen tarwe-oogst heeft
van af 1923 gevarieerd van 124.000 tot 200.000 ton
en bedroeg i.n clie
1
jaren gemiddeld ….158.00& ton
Gedurende de oogstj aren (1 Augustus
tot 31 Juli), welke op elk dier oogsten zijn
gevolgd
1),
werden er in Nederland inge-
voerd van 503.000 tot 048.000 ton tarwe
en wel gemiddeld 598.000 ton.
• De uitvoer bedroeg gemiddeld ruim
–
0.000 ton, .zoodat een invoersaldo over-
bleef van gemiddeld ………………580.000
Bovendien bedroeg in die zelfde oogst-
jaren het invoersaldo van tarwebloem ge-
middeld 123.000 ton, w’elke hoeveelheid
het product is van ongeveer ……….115.000
tarwe. Ter voldoening aan de Nederland-
sche behoefte aan tarwe was dus noodig 922.000 ton,
welke hoeveelheid slechts verkregen kon worden door
import van 759.000 ton of 4,8 maal de eigen produc-
tie. Slechts voor twee maanden van het jaar voorziet
ons land dus in zijn eigen behoefte aan târwe. Doel
van een invoerrecht op tarwe zou niet anders kunnen
zijn dan verhooging van den binnenlandschen prijs,
omdat men immers wil trachten om den Nederland-
schen landhouwer aan een hoogeren tarweprijs te hel-
pen. Natuurlijk gaat dat samen met prijsverhoogi.ng
voor de producten der tarwe, en dus in de allereerste
plaats van het brood. V66r men overgaat tot een
daad, welke die consequentie met zich brengt, mag er
wel aan worden gedacht, dat (de zooeven genoemde
cijfers bewijzen het) verhoogiug door middel van een invoerrecht van den prijs der inlandsche tarwe slechts
te verkrijgen is als ons volk voor een bijna vijf keer
zoo groote hoeveelheid van buiten aangevoerde tarwe
eon even groote verhooging betaalt. Dat beteekent
dus, dat de Nederlandsche bevolking ,voor haar ge-
heele broodverbruik meer moet gaan betalen, teneinde
den landbouw te helpen aan een hoogeren prijs voor de grondstof van gemiddeld iets meer dan een zesde
gedeelte van dat brood. Eigenlijk is de verhouding
iii wericelijicheid hog onerjmder, omdat van de in-
landsche tarwe een grooter gedQelte dan van de ge-
importeerde voor andere doeleinden wordt aangewend
dan voor brood. Veel Nederlandsche tarwe wordt na-
melijk, vermengd met andere graansoorten, gebruikt
voor pluimvee-voeder. Dikwijls brengt de Nederland-
sche tarwe voor dit doel, waarvoor zij zeer geschikt
is, een hoogeren prijs op dan de bloemfabrikanten
daarvoor kunnen betalen.
Zij
vormt dan dus de grond-
stof voor een tegenwoordig zeer hèlangrijk Neder-
landsch export-bedrijf, de eierenproductie. Verhoo-ging van den prijs dier grondstof kan dus slechts een
nadeel zijn voor dit bedrijf, dat immers juist gedu-
rende de laatste jaren meer en meer wordt tot een der
meest winstgevende onderdeelen van het landbouw-
bedrijf. Mocht de pluimveehouder besluiten om wegens
het duurder worden der inlandsche tarwe deze graan-
J)
Hierbij is niet in aanmerking genomen het oogstjaar,
gevolgd op cleu oogst van 1929,
omdat dit nog niet is af-
geloopeii.
soort in mindere mate te gebruiken en haar liever
door iets anders te vervangen, dan verliest de Neder-
landsche tarweverbouwer een zeer goeden klant en is
hij veel meer dan nu het geval is, gedwongen om ge-
noegen te nemen met den lageren prijs, dien de
molens hem kunnen betalen. Zelfs het voordeel, dat
het invoerrecht den landbouwer moest brengen, is
dani voor een gedeelte verloren gegaan, terwijl de
hooe prijs, dien de Nederlandsbhe bevolking in den
vorm van duurder brood daarvoor moest betalen, on-
verandêrd moet worden opgebracht. En daarbij blijft
dan nog de kwade kans bestaan, dat onze uitvoer van
eieren en slachtgevogelte in gevair wordt gebracht
ten nadeele van weer andere leden van denzelfden
landhouwstand.
Verder is het verwonderlijk, dat ook in dit geval
weer de onjuistheid blijkt van het gezegde ,,Voorbeel-
den strekken, leer:ingen wekken”. Wie het opneemt
voor invoerrechten op graan en beweert, daarmee den
landbouwer van dienst te zijn, geeft blijk al heel
weinig te hebbeh gelet op de ervaring, die men daar-
mede in andere. landen, zooals vooral in Duitschiand,
heeft gehad. Reeds sedert vele jaren heeft men daar
verhooging van invoerrechten op landbouwproducten
beschouwd als het middel bij uitnemendheid ter onder-
steuning van den landbouwer. Telkens echter is die
steun reeds, na zeer korten tijd volkomen onvoldoende
gebleken. De klachten verstomclen nauwelijks en spoe-
dig na een verhooging der invoerrechten lieten die
zich weder even krachtig hooren als tevoren. Heef t
de—.sterke verhooging der invoerrechten, die in
Duitschland in de laatste jaren telkens weder heeft
plaats gevonden, daar misschien den toestand van den
landbouw verbeterd? En toch is in Duitschland de tarwe-productie al evenmin als in Nederland vol-
doende voor de behoefte van het land. Zeer sterk is
in Duitschland de juistheid gebleken van de door
tegenstanders van graanrechten dilcwijls verdedigde
stelling, . dat invoerrechten op landhouwproducten
moderniseering van het landbouwbedrijf en verhoo-
ging van zijn efficiency tegenhouden. Interessant is in
dit verband vergelijking der opbrengstcijfers van
tarwe en rogge per Hectare in Nederland, waar tot
nog toe op landbouwproducten geen invoerrechten be-
stonden, met de overeenkomstige cijfers van Duitsch-
land, het land bij uitnemendheid van het agrarisch
protectionisme en van Frankrijk, waar eveneens hooge
invoerrechten worden geheven. Gedurende de laatste
5 jaren (1925-1929) waren die opbrengsten gemid-deld in kilogrammen per HA. als volgt:
•
Tarwe Rogge
Nederland ……..2910
1888
Duitschiand …….1971
1017
Frankrijk ………1474
1141
In nauw verband met, deze zijde van het vraagstuk
staat ook het feit, dat in Duitschiand de verbouw van
rogge niet afneemt en de laatste twee jaren zelfs is
vermeerderd, veilig als de landbouwer zich voelde in
het vertrouwen op regeeringssteun in den vorm van
steeds nieuwe verhooging van het invoerrecht. Zoo
neemt dus de roggeproductie nog toe, ofschoon toch
rogge alom steeds minder als grondstof voor brood
wordt gebru:ilct en dus eerder vermindeiing der pro-ductie en geleidelijke vervanging daarvan door ander
gebruik van den bodem geboden zou zijn. De droevige
gevolgen voor den Duitschen landbouw van die onge-
rechtvaardigde handhaving der groote Duitsche rogge-
productie zi.jn voldoende bekend. En dan wordt nog
wel door degenen, die in Nederland nu pleiten voor
invoerrechten op tarwe, aangenomen, dat de verbouw
dier graansoort als gevolg van het invoerrecht zal
toenemen! Maar wat zal er dan in Nederland met die
meerdere tarwe moeten geschieden? De molens kun-
nen ter verkrijging van de gewenschte kwaliteit bloem
slechts een beperkte hoeveelheid inlandsche tarwe ge-
bruiken en voor pluimvee-voeder zal zij bij hoogere
prijzen midder gevraagd worden! Laat ons toch den-
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
597
ken aan het Duitsche voorbeeld, dat trouwens
01)
ddr-
gelijke wijze ook in Franluijk te vinden is. Met trots
wijst Nederland er tot nog toe op, dat zijn landbouw
zich in tegenstelling met Duitschland weet aan te
passen aan de veranderende omstandigheden en dien-
fengevolge zich niet te sterk toelegt op den verbouw
van graansoorten, die goedkooper van elders kunnen
worden betrokken. Het is zeer zeker juist, dat in Ne-
deriand evenals trouwens in bijna alle landen de land-
bouw moeilijke tijden d,00rmaakt, doch laat men toch
ter verbetering van dien toestand niet
grijpen
naar
middelen, die elders hun ondeugdelijkheid hebben
bewezen. En daarbij staat speciaal van het :invoerrecht
op tarwe nog vast, dat de verkrijging van een bonen-
der
prijspeil
voor een klein kwantum inlandsche tarwe
betaald moet worden, met prijsverhoog.i.ng
voor een
zeer veel grootere hoeveelheid, die van buiten moet
worden aangevoerd en de grondstof is voor het be-
langrijkste volksvoedsel.
–
JAN SCHILTHUIS.
26 juni 1.930.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING..
EEN ECONOMISCH, PROGRAMMA.
Dr Hans Luther, President der Duitsche Rijkshank,
te Berlijn schrijft ons:
liet doel van het sparen is hetv ormen van eigen
kapitaal, wat echter niet het einddoel van het leven
is. Zulk een vanzelfsprekende opvatting mag ons er
evenwel met het oog . op onzen algerneenen economi-
chen toestand niet van weerhouden om den feitelijken
stand van de openbare financiën ernstig onder de
ôogen te zien.
i)e hoogte van cle publieke uitgaven springt hij
een vergelijking met de jaren v66r den oorlog zeer
duidelijk .in het oog. Terwijl de totale uitgaven van
Rijk, Landen cii Gemeenten in 1913 tezamen rond
R.M. 10 milliarcl bedroegen, geven .de ramingen van 1927 een bedrag aan van rond R.M. 17 milliard. Van
(leze 1.7 milliard wordt echter een groot gedeelte aan-
gewend voor uitgaven, die direct of indirect samen-
hangen met den oorlog. Afgezien van de uitgaven
voor cle herstelschulden betreffen deze de totale kos-
ten voor de verzorging van deelnemers aan den oorlog
cii hunne betrekkingen, de bijzondere oorlogsschade-
vergoedingen en. dat gedeelté der sociale lasten, dat
tengevolge van den oorlog en de inflati.e hoven de
overeenkomstige uitgaven van den vredestijd is uit-
gegroeid. l)eze bedragen, die men op R.Jvt. 4Y21 mii-
hard mag stellen, moeten dus in de eerste plaats
worden afgetrokken. Om echter de juiste administra-
tieve uitgaven te verkrijgen, zoodat een vergelijking
mogelijk wordt, moeten bovendien nog de gezamen-
lijke uitgaven voor leger en vloot van de financiëele
behoeften voor de twee betreffende jaren worden af-
getrokken.
in dit geval blijkt dan, dat de administratieve ujt-
gaven voor 1.913 rond R.M. 7 milhiarci en voor 1927
rond R.M. i.1 niilliard bedragen, dus – meer dan
anderhalf maal zooveel als v66r den oorlog.
Il)eze enorme stijging, die sterk op onze geheele be voiking en het economisch leven drukt, doet zich voor
(ten enkeling des te sterker gevoelen, naarmate de
– dekking van deze grootere financiëele uitgaven zich
in hooge mate heeft verplaatst en wel door verzwaring
der belastingen. Dientengevolge bedroegen de totale
inkomsten uit belastingen in 1.927 meer dan het dub-
hele van 1913, namelijk bijna 1.3 milliard tegenover
een kleine 6 milliard in laatstgenoemd jaar. In 1927
bedroeg het totaal bedrag der inkomsten uit belastin-
gen meer dan de helft van cle aan de verplichte sociale
verzekering onderworpen inkomens uit bonen en
salarissen van de Duitsche bevolking, welk bedrag zich
op ongeveer R.M. 25 milliard stelde. Ook de sociale
lasten zijn aanzienlijk gestegen. Het door werkgevers
en werknemers ‘te betalen aandeel is van rond R.M.
1% mihliard vôSr den oorlog tot rond R.M. 4 milliard
in 1927 gestegen, waarvan echter 700 millioen voor –
de werkboozenonclersteun:ing (werlcloozenverzekering)
bestemd is, die v66r den oorlog niet bestond. De arbei-
ders staan tegenwoordig gemiddeld 8 pOt. van hun
inkomen uit arbeid voor sociale verzekeringen af; de
werlcgevers betalen ongeveer hetzelf cle bedrag.
Bij dezeri stand van zaken is cle roep naar grootere
bezuiniging in de publieke financiën stellig gerecht-
vaardigd. De tegenwerping, dat met de tot nog toe
gebezigde, op zichzelf ongetwijfeld juiste methoden, een goed resultaat niet .is tebereiken, houdt evenmin
stand als cle bewering, dat de bezuiniging, die door âf-
schaffing van de parlementen en ministeries van de
Landen rechtstreeks te verkrijgen ware, niet groot zou
zijn. Het is mogelijic, dat met het oog op de vele poli-
tieke stroomingen een ingrijpende bezuiniging slechts
ouder den druk van uitersten nood te verkrijgen is.
Derhalve mogen de kleine resultaten echter niet te
laag worden aangeslagen, te minder, omdat daarin de
goede wil tot bezuiniging tot uitdrukking moet
komen.
Wlk standpunt kan de enkeling lieden ten dage
ten aanzien van het vraagstuk der besparing inne-
men? Wij volstaan met te zeggen, ‘dat, ook al is het
ongetwijfeld juist, dat hoogp bonen een zegen “oor
het geheelc economisch leven zijn, deze bewering
slechts geldt onder de voorwaarde, dat de gezamenlijke
voorthrenging van het volk voldoende is, om deze
hooge bonen te rechtvaarclige:n, dat dus daarnaast ook
de overige deden van het economisch leven, met name
cle ondernemingen a}.s zoodan i g, met voldoende mi cl-
(leien kunnen worden voorzien. –
Het doel van hoogere bonen zal nooit worden be-
reikt, indien men reeds van tevoren over de opbrengst
cl er productie gaat beschikken.
Het spreekt “anzelf, dat alles in het werk moet
w’orcien gesteld om ook in crisistijclen den levensstan-
claard der bevolking ‘te handhaven en hoe belangrijk
het ook :is om zooveel mogelijk te trachten, dezen
standaard, waar deze te laag is, te verhoogen, zoo kan
d:it streven slechts resultaat opleveren, wanneer over
de geheele hin:ie de gedachte aan de vorming van eigen
kapitaal op den voorgrond staat. Liet geheele volk is
zoo’el in «oor- als ook in tegenspoed op elicander
aangewezen en zal in werkelijkheid slechts dan zijn
positie kunnen verbeteren, indien dc totale voort-
brenging van het land stijgt. }Iet vraagstuk van cle
verdeeli ng van liet maatschappelijk prod uct, hoe be-
langrijk ook voor alle betrokkenen, komt 1as
0
1)
de
tweede plaats.
* *
*
–
Wanneer liet economisch doel vanhet sparen is om
het verbruik ten gunste van de productie te heper-
-ken, dan geldt deze opvatting ook op het gebied van de huitenlandsche schulden. Voor de bniteulandsche
leeningen, die nog moeten worden opgenomen, Icomt
liet er in de eerste plaats op aan, dat wij deze op zoo
gunstig mogelijke voorwaarden verkrijgen, maar ver-
der echter vooral daarop, dat ze slechts op die wijze
worden besteed, die met principes van spaarzaam-heid overeenkomt. Wat den vorm van de leeningen
betreft, zoo zijn wij niet in staat om de voorwaarden
1
te bepalen, evenmin om de rente te verlagen. Overi
–
gens stelt het buitenland zijn kapitaal juist aan
Duitschland ter beschikking, omdat het hier een hoo-
gere rente oplevert. Nadat de z.g. Dawes-leening in
den herfst van 1.924 werd gesloten, ontstond er zoo’n
groote wedloop bij de Landen cii Gemeenten naar de
buitenlandsche leeniugen, dat de Rijksregeering ge-
noodzaakt was, door eén vaak bestreden verordening
op grond van artilcel 48 van de Rijlcsgrondwet het
opnemen van buitenlanclsche leenirigen door publiek-
rechtehijke lichamen in Duitschland aan de goedkeu-
ring van den Rijksminister van Financiën te onder-
werpen.
De tijden waren en zijn nu eenmaal niet meer zoo
als v66r den oorlog, toen het in hoofdzaak de mede-
598
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli 1930
dinging op de hinnenlandsche markt betrof en toen
de Regeeringen van de verschillende Landen geheel
zelfstandig omtrent de toelaatbaarhei.d der gemeente-
leeningen konden beslissen..
Tegenwoordig raakt de leeningspolitiek van de
publiekreclitelijke lichamen het gebied van de thans
zeer veel omvattende buitenlandsche politiek en moet
derhalve de verantwoordelijkheid door een bevoegde
Rijksinstantie medegedragen worden. Ook in andere
richting kan de Rijksregeering op de voorwaarden
voor het opnemen van gelden in het buitenland in-
vloed uitoefenen, zoowel iligeval van het opnemen van
gelden door publiekrechtelijke lichamen als door pri-
vatrechtelijke ondernemingen. Hierbij spelen de be-
lastingmaatregelen een bijzondere rol, waardoor het
opnemen van geld in het, buitenland kan worden be-
vorderd of tegengewerkt. Wij hebben belang bij bui-
tenlandche leeningcn, die eenerzijds voor langen
termijn worden opgenomen of, zooals men zegt, gefun-
deerd zijn en die anderzijds een niet al te langen
looptijd hebben, zonder dat zij kunnen worden opge-
zegd. Hebben de leeningen een te langen looptijd, dan
bestaat het gevaar, dat wij den tegenwoordigen hoogen
rentevoet langer moeten betalen dan noodig is. Zijn
do leeningen anderzijds niet gefundeerd, dan bestaat
het gevaar van een te vroegtijdige opzegging door den
geldgever.
Onder deze omstandigheden zouden slechts zeer
bijzondere factoren de wederinvoering van de belas-
ting op de kapitaalopbrengst op de voordien van deze
belasting vrijgestelde buitenlandsche leeningen, zoo-
als cenigen tijd geleden is geschied, rechtvaardigen,
om zoodoende den toevloed van gefundeerde leeriingen
tegen te gaan.
Dit feit is des te bedeukelijker, naarmate de veel
lagere rentevoet van de leeningen op korten termijn
voor den individueelen geldnemer in Duitschland van
bijzonder belang is voor het opnemen van kort crediet.
* *
*
Het tweede principieele yraagstuk betreft de be-
stemming der buitenlandsche leeniugen. Het onder-
zoek naar het doel van de leeningen i.s van algemeen
standpunt beschouwd niet goed te scheiden. De werk-
zaamheden van de ,,Beratungsstelle für öffentliche
Anleihen” bepalen zich dan ook niet slechts tot de
roorwaarden, maar tevens tot de bestemming. Ik wil
niet dieper ingaan op de vraag, in. hoeverre de lee-
ningen van de Landen en Gemeenten tot dusver voor
luxe of in iede, geval voor minder noodzakelijke doel-
einden di.enden. Het is echter ongetwijfeld verkeerd
om de wijze van aanwending der publieke financiën
slechts van het standpunt van de buitenlandsche
leenirigen te bezien. Wanneer een gemeente niet-
noodzakelijke uitgaven uit een binnenlandsche Duit-
sche leen ing of zelfs uit loopende inkomsten heeft
bestreden en voor een economisch onaanvechtbar doel een huitenlandsche leening opneemt, dan heeft dit het-
zelfde resultaat als wanneer de buitenlandsche leening
voor een niet-noodzakelijk doel hadde gediend. Het leeningsvraagstuk voert dus direct tot het vraagstuk
van de bezuiniging op de publieke administratie. Tiet is evenwel niet goed mogelijk om na te gaan,
welk gebruik de particuliere ondernemingen van de
leeningen maken. Een off.iciëel beheer van de buiten-
landsche leeningen zou reeds om bestuurstechni.sche redenen een ondi.ng zijn. Men zal zich veeleer op het
standpunt moeten stellen, dat het in den regel aan
den particulieren ondernemer, die met zijn bestaan
voor het aflossen van de in het buitenland opgenomen
leening instaat, moet worden overgelaten om de door
hem opgenomen huitenlandsche kapitalen productief
aan te wenden.
De eenvoudige rentabiliteit, dus het verdienen van
rente en aflossing, is misschien privaateconomisch
voldoende, uit een oogpunt van nationale welvaart echter niet. Ook de wil tot rationalisatie is niet ge-
noeg. Het opnemen van buitenla.ndsch geld is slechts
nuttig, wanneer bij gelijken prijs, behalve rente en af-
lossing, in werkelijkheid ook nog een grooter voordeel wordt verkregen.
Slechts een aanzienlijke uitbreiding van de winst-
mogelijkheid kan ons tot het andere doel van iedere rationalisatie, namelijk een zoo snel en groot moge-
lijke stijging van den uitvoer, doen naderen. Dit is
natuurlijk niet het geval bij elke investeering van bui-
tenlandsch kapitaal, bijv. in het geheel niet, wanneer
beoogd wordt om den invoer te doen afnemen. Hoe
dit ook zij, het einddoel van elke investeering wordt
slechts bereikt, indien hierdoor onze deviezen, hetzij
direct of indirect, aanzienlijk toenemen.
Niet elke technisch&, op zichzelf goede, verbetering
kan in voldoede mate hiertoe dienen. In het groote
streven om zonder meer rationalisatie tot stand te
brengen, ook ingeval onze deviezen hierdoor niet of,
nauwelijks kunnen toenemen, schuilt wellicht een niet
gering gevaar voor de ontwikkeling van ons econo-
misch leven. Want door dergelijke maatregelen neemt
wel de last van de buitenlandsche schulden toe, doch
ontstaat geen overeenkomstig voordeel.
in verband met het gerechtvaardigd streven om
werk te verschaffen, wordt ook vaak te veel in deze
richting gedaan. Derhalve moeten de verantwoorde-lijke instanties zich telkens rekenschap geven van de
gevaren, waarmede een
stijgende
buitenlandsche
schuld gepaard gaat.
Bovendien doen zich bij den technischen vooruit-
gang een aantal gevallen voor, waarbij de vraag ge-
rechtvaardigd is, of de in onze positie daardoor ver-
kregen bezuiniging op arbeidskrachten niet meer dan
teniet gedaan wordt door de werkloosheid, die ont-
staat.
* *
*
Al is het niet juist, om de door hét buitenland ter
beschikking gestelde geldmiddelen centraal te willen
beheeren, zoo valt toch niet te ontkennen, dat het mo-
gelijk is om bepaalde doeleinden door toevoer van
buitenlandsche middelen te bevorderen, hetgeen som-
tijds voor den economischen opbouw heel gunstig
kan zijn. Voor de toepassing van een bevoorrechte aan-
wending van buitenlandsche credieten zou ik twee voor-
beelden willen noemen. Men zal er eerlaiig mee heb-
ben te rekenen, dat behalve de thans ter beschikking
staande of te verwachten bedragen nog buitenlandsch
geld zal moeten worden aangetrokkn, teneinde door
bepaalde groote investeeringen de producti’vitei.t van
den landbouw te bevorderen, daar de individueele
landbouwer niet voldoende zekerheid kan bieden voor
de nuttige aanwending van het crediet. Een tweede
voorbeeld is de rechtstreeksche credietverleening bij
buitenlandsche bestellingen. Bijna over de geheele
linie zijn de Duitsche exporteurs bij de concurrentie
met andere landen in het nadeel, omdat zij niet dezelf-
de hetalingsvoorwaarden kunnen toestaan. Dit is
bij alle mogelijke soorten van constructie- en bouw-
werk het. geval. Steeds weder dreigt het gevaar,
dat aan den buitenlandschen concurrent de voor-
keur zal worden gegeven, omdat hij door de beschik-
king over grootere bedrijfskapitalen gemakkelijke be-talingsvoorwaarden kan verleenen. In een enkel geval
werd reeds hulp verleend. Ook werden er reeds bij de
banken voor dit speciale doel credieten opgenomen.
Het zou een daad van groot organisatorisch talent zijn, indien de regeering in staat ware op gunstige
voorwaarden geldmiddelen te verschaffen voor de ere-dietverleening bij buitenlandsche bestellingen door het
opnemen van leeningeu in het buitenland. De op deze-
wijze aangewende buitenlandsche leeningen zouden
den Duitschen uitvoer op de meest krachtige wijze on-
derstèunen en tevens een steun kunnen heteekenen
voor de deviezenniarkt.
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
599
DE ECONOMISCHE EN FINANCIEELE POLITIEK
VAN DUITSCHLAND.
Dr. Oarl Krilmer te Hamburg schrijft ons:
Een journalist, die in dezen tijd den zin voor humor
nog niet geheel en al heeft verloren, maakte onlangs
de opmerking, dat de Rijksregeering bp het oogenblik
3
doeleinden nastreeft: 1. het tot elken prijs wegwer-
ken van het begrootingstekort, 2. de economische op-
heffing van noodlijdende landstreken, zooals bijv. het
Oosten van Duitschiand, de ondersteuning van een
verkloozen1eger van 2 tot 3 millioen menschen, het
herstel van het economisch leven door werkverschaf-
fing en 3. de belastingverlaging en belastinghervor-
ming als middel tot verlevendiging van de conj anc-
tuur. Deze formuleering is misschien iets te scherp,
maar in de kern juist. Kenmerkend voor den tegen-
woordigen toestand is, dat groote kringen niet eens be-
merken, dat de politici een tegenstrijdige politiek
voeren, namelijk, dat men in tijden van een dalende
conjunctuur geen orde kan brengen in een gedesor-
ganiscerde huishouding zonder de uitgaven te willen
beperken. Dit is echter volgens de meening
van
de
regeering niet mogelijk, omdat juist de staat in tijden
van nood de hulpbehoevenden moet steunen. Hier-
door ontstaat een tamelijk verwarde .en politiek niet
ongevaarlijke situatie en het is daarom wel van belang
dezen verwarden toestand wat nader te beschouwen.
In de eerste plaats zij opgemerkt, dat Duitschiand
zich sedert verscheiden maanden in een zware depres-
sie bevindt. Onderstaand geven wij eenige reprdsen-
tatieve conjunctuurgegevens
1),
waarvan wij hier
slechts enkele in het kort willen interpreteeren. De
toestand wordt vooral gekenmerkt door de sterk ach-
teruitgaande bedrijvigheid op het gebied van nieuw-
bouw, zooals uit den lagen stand van de ijzer- en staal-
voorziening blijkt. Dat wil met andere woorden zeggen,
dat de industrie alleen nog oude bestellingen voor
bouwmaterialen, machines enz. afwikkelt, maar van
nieuwe opdrachten bijna geheel afziet, hetzij wegens
gebrek aan de hiertoe henoodigde geldmiddelen, of om-
dat van bedrijfsexpansic geen werkelijke winst wordt
verwacht. Daarbij doet zich nog een andere fac-
tor gelden. Vroeger bleek uit het conjunctuurverloop,
dat de beschikbare lapitaleo in tijden van indus-
triecle depressie belegging in den woningbouw zoch-
ten, waardoor een zekere nivelieering van de conjunc-
tuurschommelingen mogelijk werd gemaakt. In de
jaren na den oorlog, toen de woningbouw in handen
van den staat overging, is deze nivelleeringsfunctie
verdwenen. Dit heeft nimmer zoo’n ongunstigen in-
vloed uitgeoefend als thans. De Gemeenten hebben
i) Iii dit nummer treft men voor cle eerste maal het over-
zicht van conjunctuurgegevens betreffende i)uitschiand aan,
dat in aaasluitfng op cle hieronder weergegeven cijfers
mi.1
duidelijk beeld geeft
van
den economischen toestand van
:Dcutschland (Reil.).
gedurende de jaren 19271’29 aan de bouwbedrijvigheid
deelgertomen met kapitalen, die haar financieele
draagkracht overtroffen en die zij niet geheel op de
kapitaalmarkt konden opnemen. Zoo ontstond er een
belangrijke gemeenteschuld op korten termijn (einde
Maart 1928: R.M. 1550 millioen, einde Dec. 1029:
R.M. 2950 millioen), welke geleidelijk een zoo hevi-
gen druk op de markt uitoefende, dat het gewenscht
voorkwam om tot consolidatie over te gaan. Dc Go
meenten verplichtten zich derhalve op grond van
overeenkomsten, die ongeveer einde 1929 van kracht
werden, tot een sterke terughouding op het gebied van
het bouwbedrijf en de hieruit voortvloeiende vermin-
dering van het aantal opdrachten valt nu samen met
de industrieele depressie. Er zijn minstens R.M. 2 mii-
hard aan investeeringen weggevallen; het bouwbedrijf
ligt stil, de afzet van machines gaat sterk achteruit,
de werkloosheid onder de arbeiders in het bouwbe-
drijf was nooit grooter dan op het oogenblik en van-
uit dit centrum spreidt de depressie haar stralen uit
over allé gebieden, waarop men bijna overal dezelfde
keuteekenen kan waarnemen: sterke daling van den
afzet, productiebeperking, werkloosheid. Uit het bij-
gevoegde overzicht zien wij den omvang van deze
depressie, vooral wanneer wij den achteruitgang van
het vervoer en de toeneming van de werkiposheid be-
schouwen.
In Duitschland heerschen onder degenen, die er-
over kunnen oordeelen, geen al te groote meenings-
verschillen omtrent de oorzaken van den geschetsten
toestand. Men onderschat volstrekt niet de draag-
wijdte van de tegenwoordige depressie op de wereld-
markt en van de zware lasten, die door de herstel-
onderhandelingen van het vorige jaar (afstand van
het Rijk op buitenlandsche leeningen tot 1 October
1930) zijn ontstaan, indien men aanneemt, dat zij voor
de speciale moeilijkheden van Duitschiand van geen
overheerschende beteekenis zijn geweest. Eenerzijds
heeft Duitschiand als importeur van grondstoffen
en exporteur van fabrikaten uit de prijsveranderingen
op de wereldmarkt ongetwijfeld een niet onaanzienlijk
voordeel getrokken, anderzijds duurt ook de depressie
in Duitschland reeds veel langer dan elders. Zij wordt
veeleer toegeschreven aan een aanhoudende overbe-
lasting van de ondernemingen door belastingen en
sociale lasten eenerzijds, door te hooge bonen, die de
rentabiliteit van het bedrijfsleven aanzienlijk heb-
ben beïnvloed anderzijds. Wij hebben deze feiten
reeds vroeger iets uitvoeriger ter sprake gebracht en
ook met eenige cijfers gestaafd, zoodat wij met ver-
wijzing hiernaar kunnen volstaan
1)
Wanneer deze diagnose echter juist is, dan kunnen
de speciale moeilijkheden van Duitschland slechts
uit den weg worden geruimd, indien men tot om-
vangrijke belasting- en financieele hervormingen en
1)
Zie E.-S.
B.
van 22
Jan. ji.
Conj unet uurcij fers.
1929 1930
Januari
I
April
I
Mei
Januari
I
April
Mei
Volledig tewerkgestelden in
0
/0
van het aantal leden der
85,8
87,5
87,8
81,1
78,6
–
2
896
1835
1489
3259
2840
2700
95,2
108,4
109,1
94,6
84,6
–
Door de staatsspoorwegen vervoerde goederen (nill. ton)
31,84
37,47
36,41
29,97 28,19
–
Werkzoekenden (in
1000)
(
,,
,,
,)
,,
)
…………
IJzer- en
staalproductie
(1000
ton) ………………….
1656,9
1598,2
1613,5
1472,1
1187,0 1195,5
Productie.index
(1928
=
100)
…………………………
IJzer- en staalvoorziening
(1000
ton)
………………
1441,1.
1132,8 1196,7
1084,1
888,3
903,9
vakvereenigingen
(einde van de maand)
……………
Invoer van grondstoffen en haiffabrikaten (miii. R M.)
688 692 613
634 480
454
791
876
834
795
734
813
84100
71833
65950
65381
59981
60746
Overschrijvingen in het postchèqueverkeer (miil. R.M.)
.
6648 6534
6248
687
6063
–
Girôverkeer van de Rijicsbank
(milI.
R.M.) ……………
4552
…
…
4656
4392
3787
3490
–
Uitvoer
van
fabrikaten
(milI.
It M.)
……………………
Saldo van de inlagen bij de spaarbanken
(miii.
R.M.).. 422,7
130,0
40,2
34,8
85,8
–
227
124
129 163
45 27
Getrokken
wissels
(miii.
R.M.)……………………….
Emissies van vaste rentedragende fondsen (mill. R.M.) 270
156
69
156
324
–
Emissies van
aandeelen
(miii.
R.M.)
………………….
Indexcijfer
van groothandelaprijzen
…………………138,9
137,1
135,5
132,3 126,7
125,7 Kosten van levensonderhoud
………………………153,1
153,6 153,5
151,6
147,4
146,7
600
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN
2 Juli 1930
töt ebn aanzienlijke verlaging der bonen besluit,
waardoor waarschijnlijk voor een zekere overgangs-
periode nieuwe moeilijkheden zullen ontstaan, maar
waardoor, ten minste voor latere jaren,eell geordend
beheer van de Duitsche volkshuishouding mogelijk
wordt. Wat de loonsverlaging betreft, zoo werd kort
geleden de eerste stap in deze richting gedaan, door-
dat het collectief arbeidscontract in de Noordweste-
like groep van de Duitsche ijzeriridustrie, dat door
de vakvereenigingen ter verkrijging van betere vacan-
tieregelingen was opgezegd, op basis van een loons-
verlaging van
1J/2.
pOt. werd vernieuwd. Voorts zou
de vervulling van de wenschen van het bestuur der
financieel zeer zwaair belaste rijksspoorwegen tot ver-
laging van de looneii en salarissen van de arbeiders
en ambtenaren vooruitgang in deze richting betee-
kenen. in ieder gevaidringt het inzicht van de nood-
zakelijkheid van belangrijke loonsverlagingen en liet
losser maken van de voor arbeiders en onderneiers
btndende gerechtelijke bepalingen, tot steeds breedere kringen door, omdat men meent, alleen door verlaging
van den arheicisprijs de talrijke werkloozen weder tot
winstgevende werkzaamheden te kunnen brengen. En
wanneer cr ook nog meri:ige belemmering ligt in den
waan, dat men in de mate, waarin de noodzakelijke
loonsverlaging plaats vindt, een algemeene prijsdaling
tot stand kan brengen, zoodat het werkelijke loon van
de arbeiders praktisch gelijk blijft, zoo vormt vooral de
f.inancieele politiek van de publekrechtelijke licha-
men voor liet overwinnen van de depressie een helem-
nier ing.
* *
*
ij
hebben er reeds bij een vroegere gelegenheid
over gesproken, dat de financieele politiek van de
laatste jaren in zooverre lichtzinnig vis, dat alle
slechts eenigermate ter beschikking staande reserves
of leeni ogen of andere inkomsten, die uiteraard maar
eenmaal voorkomen, zonder bezwaar tôt dekking van
loopende verplichtingen in de huishouding werden
opgenomen. Op deze wijze wende men aan een groot
bedrag aan uitgaven en schiep daarmede voor latere
tijden de kans op cén. tekort. Deze kans werd een ern-
stig ge.’aar voor een goed financieel beheer, toen de
teruggang in cle conjunctuur steeds grootere afmetin-
gen aannam, want een verminderde bedrijvigheid
leidt in cle eerste plaats tot een relatieve of zelfs
absolute daling van de belastingopbrengsten en voorts tQt een.toeneming van het aantal werkloozen en daar-
mede tot een stijging van de sociale lasten van den
Staat en cle Gemeenten. Wij geven in de eerste plaats
eenige belangrijke belastingopbrengsten, cli.e speciaal
gevoelig voor de conjunctuur bleken te zijn:
(In millioenen R.M.) werkelijke opbrengsten. raming
192829 1929/30 1930/31
Belasting van bonen ……..
14t4,6
139ti,l
1350
Overige inkomstenbelasting
.
1524,2
1441,1
1345
Bel. v. vennootschappen …….
608,3
558,5
500
Omzetbelasting ….. . ……..
99,8
1013,2.
1000
Bel,
van
het kapverkeer…….
131,0
S9;7
90
Invoerrechten …………….
1004,6
1092,7
1)
1)
Wegens belangrijke verhooging van de invoerreciten
niet te vergelijken.
Andere belastingen, die vroeger sneller stegen, zijn
in den laatsten tijd slechts langzaam toegenomen, zoo-
als in de eerste plaats de verhruiksbelastingen. Reeds
om deze reden was één verdere verscherping van den
financieeleu toestand te verwachten. Hierbij kwam echter als tweede uitvloeisel van den teruggang :in
de conjunctuur de bnorme stijging van het aantal
werkloozen. Sedert 1927 bestaat er in Duitschland een
werkloozenverzekering, die aanvankelijk een bijdrage
van 3 pOt. van het arbeidsloon eischte en wier mid-
delen uit bijdragen (rond R.M. 9 millioen) voldoende
waren voor de ondersteuning van ongeveer 800.000
wrkboozen. Indien de werkloosheid grooter is moet
het Rijk subsidie verleenen en bovendien de kosten dragen voor de duurzame werkloozen (erisisonder-
steuning). De zorg voor de werkloozen, die noéh tot
de werkloozenverzekering noch tot de’ . crisisonder-
steumng behooren, komt voor rekening van de Ge-
meenten. Het Rijk moest, afgezien van R.M. 177 mil-
lioen voor crisisondersteuning, reeds in 1.928 R.M. 260
millioen subsidie verleenen aan de wericloozenverze-
kering. In 19291’30 bedroeg de subsidie, afgezien van
R.M. 150 millioen voor crisisondersteuning, reeds
R.M. 440 millioen, hoewel de bijdragen op 1 Januari
1930 tot 3i pOt. waren verhoogd. Voor het loopende
hoelcjaar 1.9301’31 had men aanvankelijk met een sub
sidie van R.M. 200 millioen en een bedrag van R.M.
150 millioen voor crisisonciersteuning gerekend, waar-
bij men van het standpunt uitging, dat er in dien
lOOP
van het jaar ongeveer 1.2 millioen steuntrekkers in
de verzekering cii 200.000 crisissteuntrekkers zouden
zijn. Deze
cijfers
zijn echter veel te laag; ook de Re-
geering heeft thans ingezien, dat men met ten minste
1,6 millioen werkloozen en 400.000 crisissteuntrekkers
heef t te rekenen, zoodat in totaal R.M. 600 millioen
meer noodig zal zijn. Ook deze cijfers zijn ten aanzien
van den enormen omvang van het vrijkomen van werk-
Icrachten, ininimtuncijfers. De ,,Wohlfahrts-Erwerbs-
losen” (in totaal 400-500.000 menschen) beteekenen
voor de gemeenten eveneens een enorm zware last.
Weliswaar zijn ‘ de herstelschulden met ongeveer
R.M. 600 millioen verminderdi, maar hiervoor is een
zoogenaamd schulcldelgingsfonds in de plaats geko-
men, zoodat de herstelbesparingen in de Rijksbegroo-
ti rig nog in het geheel niet tot uitdrukking komen.
* *
*
Men ziet uit deze enkele gegevens, hoe moeilijk liet
is, voor dekking van de stijgende behoefte aan geld-
middelen te zorgen en de Rijksbegrooting in even-
wicht te brengen. De Regeering stelt evenwel geen
pogingen in het werk om de moeilijkheden uit den
weg te ruimen. In plaats van nauwkeurig na te
gaan, welke uitgaven verminderd kunnen worden (en
er behoeft nauwelijks aan te worden getwijfeld, dat
enorme besparingen mogelijk zijn), heeft de Regeering
op het oogenblik twee ontwerpen in behandeling, die
h)elangrijke kosten medebrengen. In de eerste plaats
iie zoogenaamde Oôsthulp, een programma voor de
ondersteuning van den landbouw in de door de nieu-
we grensregeling benadeelde Du;itsche Oostzeeprovin-
cies. ‘Voor dit doel zullen gedurende de eerste 6 jaren
in totaal ongeveer R.M. 600 millioen aan contanten
in het Oosten worden geïnvesteerd, om nog met eens
te spreken van de borgtochten en garanties, die het
Rijk en Pruissen voor d:e saneeringsieeningen ten be-
drage van ongeveer R.M. 900 inillioen, op zich heb-
ben genomen. In de tweede plaats het zoogenaamde
werkverschaffingsprogramma. Het Rijk wil door
finanuiering van nieuwbouw en den aanleg van we-
gen en door opdrachten, die door de Spoorwegen en de
Posterijen moeten worden gegeven, de geleidelijice
vermindering van het aantal werkloozen bevorderen.
De Regeering is ongetwijfeld van oordeel, dat met
deze programma’s de hu:ishouding werkelijk gehol-
pen wordt. Een rampzalige vergissing, want het heeft
weinig nut overbelaste deden van het Duitsche econo-
misch leven nog verder te belasten tot steun van
anderen, die eveneens overbelast zijn. Intusschen kan
aan de financiering van dit programma nog in liet
geheel niet worden gedacht, omdat de vereischte in-komsten eenvoudig ontbrekèn. Het gaat er thans om,
de groote tekorten op de Rijhcsbegrooting te dekken.
Einde Dcember 1929 had men reeds de tabakhelasting
verhoogd; einde April 1930 werden verschillende he-
laistingen, waaronder de b:ieraccijns en de omzetbe-
lasting niet meet’ dan R.M. 500 millioen verhoogd en
nog steeds gaapt er een tekort van R.M.750 milliben,
met welks dekking zoowel de Regeering als de Rijks-
dag zich op liet oogenblik bezig houden. De Regee-
ring heeft voorgesteld om de
bijdrage
voor de werk-
loozenverzekering van 3 tot 4
1
/i pOt. te verhoogen,
en voor ambtenaren en bedienden een speciale belas-
ting in te stellen., gelijk aan 4 pOt. van hun inkomen.
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISÇHE..,BERICHTEN
601
Z
In de Rij.ksdag is voor deze regeeringsvoorstellenech-
ter geen meerderheid te vinden; de onderhandelingen
worden voortgezet. Men kan echter zeggen, dat
Duitschiand nooit uit de tegenwoordige financieele
:mpasse zal. komen, alvorens het de raadgevingen van
den agent voor de herstelbetalingen opvolgt en tot
drastische inkrimping van de Publieke uitgaven over-
gaat.
AANTEEKENINGEN.
De geidmarkt in Juni.
De onnatuurhjke ruimte, welke de geidmarkt vrij-
wel overal, sedert het ititreden van de groote crisis
n de Ver. Staten, heeft gekenmerkt, vertoonde in de
afgeloopen maand eerder een toe- dan een afneming.
Toch wil, het ons voorkotnei;i, dat de toestand zich
eert’igszins heeft gew’ijzigd en dat er teekeiien zijn, die
wijzen, zooai n i.et
01)
een consol idatie van den ho idigen
toestand, dan toch wel op een meer bestemde ontwik-
keling van cle tegen woord ige verliou dingen.
Waarschijnlijk vindt dit voornamelijk zijn oorzaak
in de tenslotte plaats gehad. hebbende emissi.e van de Young-leening. Deze heeft langen tijd als een zwaard
van 1 amocles boven de markt geliangen. :Door de on-
gewisheid, waarin het publiek verkeerde omtrent cle
eniissievoorwaarden en den emissiedatuin, heeft het
zich gedurende de vrij lange periode van voorberei-
ding, vrijwel geheel afzijdig van iedere aridere uitgifte
gehouden. Weliswaar komt cli t niet zoo duidelijk tot
uitdrukking in de bekende emissiestatisti eken, want
— alhoewel deze. vooral in Mei een daling van het
totaal geërnitteerde bedrag vertoonden – er dient
reken ing mede te worden gehouden, dat het geplaatste
en het geëmitteerde bedrag lang niet identiek zijn.
Daarom komt een. reeks mistastingen, welke in een
kort tijdsbestek h.eei wei mogelijk zijn, niet tot uit-
d r ukkin g in deze statistieken.
Wij willen geenszins beweren, dat door de emissie
vtn de Young-leening nu plotseling alles ,,cou leur de
rose” is geworden…..ntegercdeel, emittente.n zuilen ‘in
dn eerstvolgende periode nog te kampen hebben met
de moeilijkheid om de opnemingscapaciteit van de
markt te bepalen en dasrbij ongetwijfeld nog verschei-
de.ue malen mistasten. Het bewijs daarvoor ordt.ge-
leverd door enlcele uitgiften, welke in de tweede helft
van Juni hebben plaats gehad, daaronder begrepen de
Young-leening zelve. Het geringe succes van deze leening schrijven wij toe, in de eerste plaats aan de
emissievoorwaarden, welke ongunstig afstaken bij die
van andere Duitsche leeningen van prima gehalte, en
daarnaast aan een zekere verzadigdheid voor derge-
liike waarden. Ook zullen de politieke relletjes, de
labiele regeeringsverhoudingen en de ongunstige
economische toestand het hunne hebben bijgedrage’n.
[Jet is moeilijk te zeggen, welke van deze factoren
het zwaarst hebben gewogen.
Echter ook van andere emissies is het resultaat
onvoldoende geweest. Bij de meeste dezer leeningen,
van min, of meer vreemdsoortig karakter, is de oor-.
zaak van het mislukken, of althans met geheel onder-
brengen, moeilijk na te gaan. Anders staat het even-
ve1 bij de voornaamste binnenlandsche leening, welke
kort v66r het eind van de maand plaats had, nl. die
van de gemeent terdam. De obligaties van onze
groote ste en hebben een zeker, wij zouden bijna zeg-
gen, vastonlijnd afzetgebied. Zij worden genomen
door een aantal instellingen, welke in haar beleg-
gi.ngspolitiek tot dergelijke waarden zijn beperkt, en
vei’der door de beleggers, welke zich niet de minste
zorgen willen geven en meenen, dat het nemen van
obligaties van Nederlandsche gemeenten het summum
van veiligheid beteekent. Een zekere vaste groep van
beleggers.
Mislukt nu een dergelijke leening, dan kan men
wel aannemen, dat de fout in de beleggingsvoorwaar-
den schuilt. Het lijkt ons inziens dan ook nu niet
gewaagd uit het mislukken van de Rotterdamsche
lieriing te coneludeeren,. dat de kapitaalmarkt nog
niet aanzienlijk ruimer geworden is, en de tijd voor
het emitteeren van pri ma b.i.nnenlandsche waarden,
boven l)ari, nog niet gekomen is. Of de ontwik-
heling edhter niet in die richting zal gaan, lijkt ons
niet onwaarschijnlijk. Gez:ien den tegenzin van het
publiek voor cm issies boven pan, ware het echter
o.i. juister een volgende emissie tegen 4’% pOt. te
cmitteeren, met eenige procenten disagio. 1-let resul-
‘taat van een dergelijke uitgifte zou tevens ook beter
cle stemming op de kapitaalmarkt weergeven. Wie bijt
hier cle spits af?
Is tèu onzent weinig verbetering te bespeuren, dui-
delijicer zijn de teeken,en van vooruitgang in Du i tsch.-
land. Men heeft daar wei gevreesd, dat cle aanhouden-
de geldruimte gee’nerlei invloed zou hebben
01)
de
kapitaal markt. Dat is in tusschen niet het geval ge-
weest.
Nadat de gemeentea op lofwaurdige ‘wijze langen
tijd depaarkt hebben ontzien, en zich ook thans nog
door ht opnemen van leeningen op korten termijn
(wat .i ii tussehen ook voord.eeliger is !) zooveel moge-
lijk in haar gelclbehoeften voorzien, hebben eenige
hyothecaire cred.ieti nsteilingen, wo. de bekende
,Oentraibocl en.”, het gewaagd pan dbr i even niet een
iager rentetype, dan de gebruikelijke 8 pOt., aal) de
markt te brengen. En cli.t is haar wonderwel gelukt.
Nog wei kwam een. .semi-officieeie instelling roet in
het eten gooien met een S pOt.-emissiè, doch liet suc-
ces van de 7″/ en 7 pOt. pandbrieven was zou over-
tuigend, dat men daaruit zonder meer een aanzien-
lijken vooruitgang op d.e hinnenlaridsche kapitaal-
markt kon conciudeeren.
Wij hopen een volgende maal de kapitaalmarlct in
eenige andere landen te bespreken en keeren nu terug
tot onze gelcimarkt, clie wij bij het begin reeds zon
sti.efmoederlijk in den steek lieten.
Het grootere bedrag der emissie in Juni heeft geen
extra druk op de geidmarkt uitgeoefend. De disconto-
koersen daalde.n beneden de 2 pOt., evenzoo prolonga-
tie. Uiteraard is weder cie mogelijkheid van een dis-
contoverlaging ter sprake gekomen. Het is echter op-
vallend, hoe weinig belangstelling daarvoor bestaat.
Van’ een noodzakelijkheid van een verlaging zou men
ook ioei1ijk kunnen spreken. Hoewel de terugsiag in
het bedrijfsleven hier en daar zeer gevôelig is, is deze
toch ook weer niet van cLien aard, dat een discontover-
laging daardoor reeds onontbeerlijk geworden is. Te-
nieer daar de crediethehoefteu goedkoop en gemakke-
lijk doQr de overige banken bevredigd ku:nnen wor-
den, zonder’ daarbij eeii beroep op de centrale bank-
instelling te moeten doen.
Afgezien van de effectiviteit van een discontover-l.ag:ing van een half procent – meer i.s uiteraard niet te verwachten – zou een verdere verlaging niet zon-
der gevaar zijn. Wij zagen reeds de vôrige maal hoe
in Zweden een vinnige strijd tussehen spaar- en ge-
wone banken is ontbrand. Hetzelfde zieb. wij thans in
het Westen van Duitschiand, waar de ‘banken uit
vrees voor de concurrentie van.spaarbanken en ,,G-e-
nossenschaften” weigeren, het. voorbeeld van de
Re:ichsbank te volgen. Want niet alleen kan door een
verdere verlaging de winstcapaciteit van een belang-
rijk instrument van het economisch verkeer worden
geschaad, doch oo]c hier zou die funeste strijd kunnen
ontbranden. Het vraagstuk is nu nog niet aan cle orde,
doch nu reeds zien wij, dat de inleggelden hij de
spaarbanken, waarvan er zijn, die reeds 3 pOt. ver-
goeden, aanzienlijk toenemen. le noodige gegevens
ontbreken ons om te duryen ,beweren, dat dit geschied
is ten koste van ‘de gewone banken. Onmogelijk achten
wij dit echter niet. Weliswaar zou de ,,lust tot spa-
ren”, welke dodr de geringe rentevergoeding der ge vone banken zou verminderen, door de spaarbanken
b’ehouden blij’en, doch aan den anderen kant mag
men niet over liet hoofd zien, dat beide soorten banken
(Vervolg zie pag. 607.)
602
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
. 2 Juli’ 1930
Het. Prijsverloop van Groothandelsartikelen
gedurende het tweède kwartaal van 1930.
1.
TARWE.
In het begin van April was tarve vast, vooral we-
gens droogte in het Zuid-Westn der Vereenigde sta-
ten en betere vraag in”Europa. Daar had in het laatst
van Maart Duitschland veel spoedige tarwe gekocht,
omdat het invoerrecht er met iogâng van 1 April
werd verhoogd en bovendien toonde Italië meer koop-
lust, nu de voorraden iniandsche tarwe daar sterk
waren geslonken. In de Vereenigde Staten weid mede
door het optreden van den Federal Farm Bokrd de
tarwe te. duur gehôuden voor• export en Argentioië
was in verband met zijn kleinen oogst niet dringend
aan de markt. Daardoor kreeg Canada de gelegen-
heid om vrij wat tarwe naar Europa te verkoopen,
hetgeen ook aan de Canadeesche markt tot prijsstij-
ging leidde. Omstreeks half April echter ging de
vaste stemming verloren wegens goeclen regenval in
de Vereenigde Staten en vermindering der Europee-
sche vraag. Duitschland trad na de verhooging van
het invoerrecht slechts in zeer beperkte mate als koo-per op. In de tweede helft van April en het begifl van
Mei zijn de tarweprijzen algemeen vrij sterk gedaald.
Het weder in Noord-Amerika bleef namQlijk gunstig,
zoowel voor de wintertarwe der Vereenigde Staten als
voor den uitzaai van zomertarwe in de Vereenigde
Staten en Canada. Ook uit Europeesche landen kwa-
men goede oogstberichten binnen, Britsch-Indië bleek
een zeer grootn tarweoogst te hebben en in verschil-
lende Europeesche landen gingen de maatregelen ter
wering van buitenlandsch graan voort. Daarbij bleef
Frankrijk geregeld tarwe exporteeren en deed ook
RusFand nu en dan vrij omvangrijke verkoopen. De
zeer groote voorraden, die in Canada en de Vereenig-
de Staten nog aanwezig waren, drukten door dit alles
dè markt weder sterker dan te voren. Daarbij kwam
dan nog het vooruitzicht, dat de Federal Farm Board zich binnenkort zou trachten te ontdoen van zijn’ ge-
durende de voorafgegane maanden gekochte ongeveer
50 millioen bushels tarwe. Een herstel begon om-‘
streeks half Mei in te treden als gevolg van klachten
uit de Vereenigde Staten over ongunstige weersom-
standigheden en lage opbrengstramingen voor de,win-
tertarwe, onvoldoenden regenval in het Noord-Westen
der Vereenigde Staten en Canada en voortclurenden
regen in een groot gedeelte van Europa. Eigenlijk ge-
vaar voor de te velde staande tarwe ontstond daar-
door echter slechts in Italië, waar dan ook de oogst
aanmerkelijk kleiner zal zijn dan iii het vorige jaar.
Ook kwamen in Europa weder periodes voor van uit-
breiding van den kooplust voor buitenlandsche trwe.
Vrij veel tarwe uit de Vereenigde Staten en Canada
is in dien tijd naar Europa verhandeld. Aan die zaken
nam ook Duitschland deel, ofschoon daar het voor-
schrift, volgens hetwelk de molens 50 pOt. inlandsche
tarwe moeten gebruiken, voor de maand Juni be-
stenclig bleef. Tenslotte echter, naarmate het oogsten
der Amerikaansche tarwe voortgang maakte viel daar-
.’van de opbrengst mee en de zomertarwe heeft er, even-
als in Canada, geprofiteerd van flinken regenval,
STATISTISCH OVERZICH1
.
.
,.
TARWE HardWtnter
0.
loco
Aotte
am,
pe
t
K.
R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.G.
MAIS
La Plata
loco
R’damlAdam
per 2000 K.G.
.
GERST
Amer,No.2
)
loco
°
er am
per
LIJNZAAD
La Pata
loc’o
R’dam(A’dam
per 1960 K.G.
STEENKOLEN
Weatfaalsche!
Hollandsche
bujikerkolen,
ongezeefd f.o.b.
R’dani!A’darn
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
tlm 33.9
0
•
perébarel
iJZER
Cleveland
Foundry No.3
,
.o.b.
lbrih
KOPER
Standaard
Locoprijzen
Londen
per Eng. ton
.
Jaargemldd. .1925
fi.
17.20
°Io
100,0
II.
l3,O7
O!o
100,0
0.
231,50
°lo
100,0
f1.
236,00
°!
100,0
f1.
42,5O
01
0
100,0
f1.
10,80
OI
o
•
100,0
S
1,68
O/
100,0
Sh.
731-
ole
100,0
.
62.116
°Io
100,0
93,5
1926
1927
l5,90.
92,4
85,8
11,75
‘
12,476
89,9 95,4
174,25 176,00
75,3 76,0
196,75
237,00
83,4
100,4
360,50
362,50
77,9 78,4
17,90 11,25 165,7
104,2
1.89 1.30
112,5
77,4
8616
73!-
.
118,5
100,0
58.1!-
55141-
89,7
Mei
1927
14,75
15,75
91,6
13,57
5
103,8
4
‘I72,75
74,6
258,25
109,4
373,75
80,8
10,95 101,4
1.22 1.22
72,6 72,6
741-
7
0!-
101,4
95,9
54.141-
54.216
88,1
87,2
Juni
‘
15,60
15,10
90,7
87,8
13,20
12,05
1.01,0
92,2
175,25
171,50
75,8
14,1
246,00
235.75
104,2
99,9
312,75 367,75 80,6 79,5
11,00
11,10
101,9 102,8
1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
)uli
Augustus
l4,87
86,5
11,45
–
‘
87,6
178,50
77,1
252,50
233,25
107,0
98,8
368,25
369,50
79,6 79,9
11,05
10,90
102,3 100,9
1.22
1.22
72,6
72,6
691- 651-
94,5 89,0
55.516
54.13/-
8910
88,0
September ,, October
14,70 13,72
5
85,5
79,8
12,15 11,45
92,9
87,6
179,50 178,75
77,5 77,2
230,50
97,7
350,00
77,6
10,90 100,9
1.22
72,6 651-
89,0
55.51
–
89,0
,,
November ,,
13,45
78,2
12,I2
92,7
‘96,2
184,75
201,00
79,8 86,8
233,25 246,25
98,8
104,3
349,75
348,25 75,6
75.3
10,65 10,60
98,6
98,1
1.22 1.22
72,6 72,6
651-
89,0 89,0
59.1!-
60.21-
95
1
1
96,8
December
Januari
1928 13,40 13,50
77,9
78,5
12,57
5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,9
99,2
lebruari
13,80
80.2
12,87
5
98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
75,8
10,00
9,95
92,6
92,1
1.21
1.19
72,0 70,8
651-
6516
89,0
89,7
61.121-
61.316
98,6
Maart
‘
,,
April
–
‘14,60
15,30
84,9 88,9
14,00
14,97
5
107,1
114,5
240,75 239,50
104,0
103,5
255,75 261,00
108,4
110,6
350,75
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
,,
Mei
,,
15,30
88,9
15,47e
118,4
109,2
238,50 234,00
103,0 101,0
260.75 252,50
110,5
107,0
372,00
365,25 80,4 79,0
10,60 10,10
98,1
93,5
1.19
1.19
70,8 70,8
66f-
.
90,4
90,4
62.15-
63.17!-
101,1
102,9
Juni
,,
Juli
14,37
5
14,25
83,6 82,8
14,27
5
13,07
5
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
.93,5
1.19
1.21
70,8
72,0
6
6f-
661-
90,4 90,4
62.18!-
62.1016 101,3
100,7
Augustus
12,00 11,65
69
1
8
67,7 .12,62
6
11,57
5
96,6
88
1
5
214,75
198
1
75
92
1
8 85,9
226,75
198,25
96,1
84,0
350,75
350,75
75,8
75,8
10,05 10,00 93,1
92,6
1.21
72,0
.
661-
90,4
63.81-
102,1
September
,
October
,,
12,27
5
71,4
12,27
93
1
8
218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1
94,4
1.19
1.18
70,8
70,2
66!-
661-
90,4 90,4
65.121- 67.181-
105,7 109,4
November ,,
12,32
5
12,30
71,7
71,5
12,07
6
11,90
92,4
91,0
227,25 220,25
98,2
95,1
185,50 180,50
78,6 76,5
386,25
373,75
83,5
80,8
10,20
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0.
December
,,
Januari
1929
12,35
71,8′
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78
1
10,10
93,5
1.16
1.11
69,0
66,1
661-
6616
90,4
91,1
75.1016
78.16
121,7
125,7
Februari
,,
Maart
12,726
12,65
74,0 73,5
12,65
–
12,62
6
96,7
96,6
236,00 233,00
101,9
100,6 194,75
191,75
82,5 81,3
357,25 359,00
77,2
77,6
12,90 12,00
119,4
111,1
1.11
66,1
91,8
89.81-
144,0
April
.
12,I2
70,5
11,62
5
–
.88,9
218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
11,05 102,3 103,3
1.11
1.16
66,1
69,0
691
6
93,2
95,2
82,1716
75.416
133,5 121,2
MeI
,,
Juni
11,125
10,87
5
64,1
63,2
‘
10,575
10,20
80,9
78,0
198,25
193,50
85,6
83,6
177,50
171,25
75,2
72,6
363,50
355,25
78,6 76,8
11,15 11,25 104,2
1.30
77,4
711-
97,3
74.11!-
120,1
Juli
12,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2
104,2
1.30
1.30
77,4
77,4
7216 7216
99,3 99,3
72,1216
73.171-
.117,0
119,0
Augustus
13,125
12,626
76,3 73,4
10,75 10,20
82,2 78,0 202,50
191,00
87,5
82,5
182,75 172,00
77,4
72,9 452,50 506,75
97,8
109,6
11,25 11,40
‘105,6
1.30
77,4
7216
99,3 74.191-
120,7
September October
12,10
70,4
9,875
,
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
11,25 104,2
1.30
1.30
77,4 77,4
7216 7216
99,3 99,3
72.16!-
70.51-
117,3 113,2
November
11,77
68,5 73,4
9,20 9,35
70,4 71,5
174,00 166,00
75,2
71,7 164,75 163,75
69,8
69,4
483,25
482,00
104,5
104,4
11,35 11,75
105,1
108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.6f6
110,1
December
,,
Januari
1930
12,62
6
I2,67
73,7
S
935′
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75 108,8
108,8
1.21
III
72,0
66,1 7216 7216
99,3
99,3
71.916
.71.1216
115,1
115,4
)rebruari
,,
Maart
11,725
10,90
68,2
63,4
8,175
7,15
62,5 54,7
139,00
143,50
60,0
62;0
135,75 125,00
57,5
53,0
398,50 390,00
86,2
84,3
11,75 11,55 106,9
1.11′
66,1
70!-
95,9,
68.1916
111,1
April
»
11,17
65,0
7,62
6
5W,3
180,5
77,8
129,75
55,0
48,5
431,00
40501
93,2
‘.87,6
11,35 11,35
105,1
105,1
1.165 1.185
69,3 70,5
6716 6716
92.5 92,5 61.31-
53.91-
98,5
86,1
Mei
,,
2 Juni
10.45 10.75
60,8 62,5
6,55
5,60
50,1
42,8
148.50 137,00
64,1
59,2
114,50 110,00
46,6
404.00
87,4
11.35
105,1
1.18
5
70.5
6716
92,5
53.1716
86.8
8286
9
,,
10.70
62.2 57,0 5,25 5,05
40,2 38.6
l45,fO.
144,00
62,6 62,2
106,00
102,00
.
4u,9 43,2
39500
39.00
85,4
84,1
11,35 11,35
105,1
105,1
1.18
66
1.185
70,5
5
70,5
1
6716
5
6716
92,5
5
92.5
51.7166
47.716
76,3
16
,,
,,
23 9,80
9,60
55,8 4,85
37,1
149,00
64,4
98,0fl
41,5
3’0.00
82,2
1135
105,1 1.165
70.5
6716
92,5
48.101-
78,1
,,
,,
30
–
‘
9,40
54,7
5,10
39,0 153,00
66,1
103,00
43,6
360,00
77,8
11,35
,
105,1
II8
5
70,5
,
49.5!-
–
79,3
* Men zie voo’r ‘de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 ‘Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en
‘IU. ».1
= western voor. ue invoering
Va
1)
Manitoba No. 3. t Zuid-Russische.
2 juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
603
welke telkens juist op het geschikte oogenblik een
einde maakte aaTi klachten over onvoldoende vocht-
reserve van den bodem. Behalve in Ïtalië en tot op
zekere hoogte ook in
Frankrijk bleven bovendien de
i uropeesche oogstvooru tzi chten gunstig en in Juni
werd cle markt steeds meer gedrukt door de voortdu-
rénd veel te groote Noord-Amerikaansche vôorraclen.
Zeer sterke prijsdalingen zijn van dat alles, speciaal
in Noord-Amerika, het gevolg geweest. De Fedëral
Farm Board staakte vrijwel geheel zijn pogingen om
den prijs op te houden, cii te Chicago noteerde de tar-
veprijs lager dan na den oorlog nog ooit was voorge-
komen. Te Winnipeg werd weder het lage peil van
1923 bereikt. In Argentinië was de prijsdaling wat
minder groot, bmdat daar wegens den kleinen oogst
geen overmatig groote voojraden aanwezig zijn, doch
ook Argentijnsche tarwe is gedumnde Juni vrij wat
goedkooper geworden. :De maand Juni eindigde voor
tarwe in flauwe stemming met weinig gunstige voor-
tiitzichten voor houders en producenten van tarwe.
ROGGE.
Voor rogge is de markt gedurende de afgeloopen
drie maanden geheel beheerscht door de maatregelen,
welke dc Duitsche regeering genomen heeft tot steun
van den roggeprjs en het ruime aanbod uit Rusland.
Toen op 1. Apri.l in Daitschiand het invoerrecht op
gerst zeer sterk was verhoogd en voor mais een re-
geeriiigsmonopolie was ingesteld, met als doel de be-perking van den invoer van maïs, meende men einde-
lijk stijging van het Dutsche roggeverbru.ik en dus
van dcii prijs der .I)uitsche rogge te mogen verwach-
ten. in de landen, welke rogge uit Duitschiand ple-gen te betrekken, waarbij ook Nederland, heeft die
ve:rvachting tot vrij omvangrijke zaken in Duitsch
iogge geleid. Werkelijk is de verwachte aanzienlijke
prijsverhooging tot stand gekomen, die zelfs ten ge-
volge heeft gehad, dat flinke hoeveelhedn Russische
rogge, ondanks het ook voor rogge verhoogde invoer-
recht naar Duitschland zijn verkocht. De verhooging
is echter van zeer korten duur geweest en nog in
April viel de prijs weder terug op het vorige peil.
De Duitsche klachten over den onvoldoenden afzet
van rogge en den slechten roggepnijs bleven voortdu-
ren. Wel viel in Duitschland eenige toeneming van het
verbruik van rogge als veevoeder te constateeren, en
kwam er de
prijs
op een eenigszins hooger niveau,
doch de resultaten, clie,de Duitsehe regeering zich van
haar maatregelen had voorgesteld, werden lang niet
bereikt: Russische rogge werd telkens lager geof-
freerd, tot daarin .in de tweede helft van Mei. in Ne-
Ëp.
PER 100 KG
–
r,r,
—-
–
–
OCT.
I(/.
CEC.
derland nogmaals tot prijzen, die ook v66r den oorlog
als zeer laag zouden zijn beschouwd, groote ;inkoopen werden gedaan met het oog op verkoop naar :Duitsch-
land. Onmiddellijk is toen het Duitsche invoerrecht
nogmaals sterk verhoogd eij gebracht op Mk. 150 per
1.000 KG., terwijl voor Russische rogge de prijs
slechts f1. 50 per 1.000 KG. cif West-Europa bedroeg.
In Mei en Juni bleven exportzaken in Duitsche rogge
tot dalenden prijs tot stand komen, ook naar Neder-
tWN
.
TIN
Iocoprjzen
Londen per
Eng. ton
KATOEN
for Middling
locoprijzen
New York
per Ib.
WOL
gekamde
Australiche,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per 1h.
WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
nial Carded,
508 Av. loco
Bradford per ID.
RUBBER4)
Standaard Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.
SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’damjA’dam.
.per lOO K.G.
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
1
12 K.G.
THEE
Afi. N.-I. theev. Adam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.’!2K0.1
–
Indexeijfer
vjh. Centr. B.
V.
(1. Stat.,
herleid
vanI913=100
tot 1925= 100
Indexcijfer
van The Economist,
herleid
1927=100
tot 1925=100
,
01
$
cts.
0
/s
pence
°Io
pence
Ol
o
Sh.
010
II.
0(
ets.
0/
cts.
0
/0
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2/11,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
‘
84,5
100,0
100,0
100,0
290.1716
111,1
17.55
47,25
85,9
24,75 83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55.375
90.2
94,25
111,5
93,2
92,9
290.41-
110,8 17,50
75,3
48,50
8e,2
26,50 89.8
116,375
51,6
19,120
102,0
461875
76,4
82.75
97,9
95,4 89,5
295.121-
112,9 16,15
69,5
47,00 85,5 26,00
88,1
1/7,75
55,4
.
20,25
108,0
47
76,6
86,5
102,4
93,5
90,4
296.916
113,2
16,85
72,7
47,25 85,9
26,00
88.1
1
16
50,5
–
18,37
6
98,0
47
76,6 81,25 96,2
96,1
89,6
289.1516
110,7
17,90
77,0
48,50 88,2 26,50 89,8
114,75
41,0
18,626
99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
92,2,
292.-ja
1115
19,70
84,7 48,50 88,2
26,50
89,8
1/5,25
40,8
18,50 98,7
45,375
73,9
–
–
96,1
90,2
287.1216
109,8
22,05
94,4
50,00 90,9 26,50 89,8
1/4,25
45,6
17,875
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96$
89,1
264.216
100,9
20,65
88,8 50,25 91,4 26,75 90,7
114,375
46,0
16,876
90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.416
100,9
20,25
87,1
52,25 95,0 28,50 96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.1316
101,8
19.70
84,7
51,50
93,6
28,75 97,3
117,75
55,4
17,876
95,3
46
74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
255.1!-
97,4
19,25
,82,8
53,00 96,4
29,75
100,8
1
1
7
,25
54,0
17,37
6
92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
233.1016
89,2
18,35
78,9 54,75 99,5 31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9 79,5
94,1
96,8
87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2 55,00
100,0
33,25
112,5
1/0,75
35,8
16,876
90,0
4?
‘
76,6
79
93,5
98,1
89,2
234.6/-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-/9,375
26,3
16,87
6
90,0
47
76.6 74,25 87,9 98,7
90,5
230.131-
88,1
21,55
92,7
54,25 98,6
32.25
109,3
-19
25,3
16,626
88,7
48,25
78,6
78,25 92,6
98,1
91,2
.
218.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8
73,25
86,7 98,7 89,8
211.191- 80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
105,9
-19,25 26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25 84,3 95,5
..
88,2
211.181-
80,9
19,30
83,0 51,75
94,1
30,00
lOt,7
–
1
9,25
26,0
16,00
85.3
51,875
84,5
67,75
80,1
92,9 86,6
214.716
81,9
18,55
79,8 47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5
23,9
15,87
6
84,7
52,75
86,0
70,25
,
83
1
1
93,5
85,4
221.19
1
–
84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8 24,7
14,62
6
78,0
53
86,4
73
86,4 ‘
94,2
83,1
252.10/6
88,8
19,90
85,6 47,25
85,9
27,50
93,2
-/8,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75 89,6
95,5
85,1
228.81-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00 94,9
-j8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3 76,5
90,5
95,5
84,8
222.716
84,9
20,20
86,9
46,75
85,0 28,75
97,3
-19,875 27,9
13,77
6
73,5
53,125
86,6
77,25
91,4
94,
84,6
222.11/-
85,0
20)0
86,5
44,25 80,5
27,75
94,1
II-
33,7
13,37
6
71,3
54
88,0
74,25 87,9
94,2 85,4
221.016
84,4
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50 93,2
110,125
34,O
13,50
72,0
54
88,0 72,75
86,1
94,8
85,8
207.516
79,2 20,45 88,0
43,25
78,6 27,25
92,4
-110,5 29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
.
92,9
83,9 [97.516
75,3
19,40
83,4.
41,50 75,5
26,25
89,0
-/10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50 87,0
,
91,6 81,7
200.51-
76,5
18,75
.
80,6
40,00
72,7
25,75 87,3
-110,625
29,8
,
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
91,0
.
81,9
209.516
79,9
18,65
80,2
38,75 70,5 24,75
83,9
-(II
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210:111-
80,4
18,60
80,0 37,00 67,3
24,00
81,4
-/10,5
29,5
13,00
‘
69,3
1
‘53,50
87,2
64
75,6 91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
641,3
34,25 62,3 23,75 80,5
-/10 125
28,4
‘13,475
71,9 51,75 80,3
.
64
75,6 91,0
82,0
1 188.916
72,0
18,45
79.4
32,50
59,1
22,50
76,3
1
-19,625 27,0
13,30
70,9
/
48,50
79,0
66
78,1
90,3
80,5
182-16
69,5
17,50
75,3
31,25
62,3
23,00 78,0
-/8,125
22,8
12.50
66,7
I
41,75
68,0
66,50
78,7
88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25 72,0
1
-18
22,5
12,075
64,4
1
36,75
59,9
60,75 71,8
87,1
78,8
174.131-
.
66,7, 17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3 -17,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
84,5
76,9
174.4-
66,5
15,45
66,4
28,50
.
51,8
17,75
60,2
-/8
22,5
11,40
.60,8
35
57,0
58,75 68,9 81,3
‘75,2
165.181-
63,4
15,20
65,4
20,25
47,7 16,50
55,9
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
161.1716
61,8
16.45
10,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
78,7
72,8
145._1-
55,4
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-J,875
19,3
9.s0
52,3
34,75
556
58 68,6 74,8
72,0
138.1716
53,9
15,85
6
‘
68,26
28,5010
51,810
17,75
5
°
60,210
-16.6875
18,8
9.75
52,0
.
34
55,4
5710
6,510
137.15/-S
52,6
5
14,507
62,3
7
28,00
51
50,9″
17,5
”
0
59,3″
-:6,1255
1725
9,755
52,05
33
53,8
5912 69,812
133.101- 51,0
14,05
60,4
8
27,50
12
50,010
11.5012
59,312
-16
.
168
9,8 5
52,7
33
53,8
134.51-
51,2
13,6.
9
58,5
0
27,2313
49,51:5
17,50
13
59,350
-15,875
16,5
9.75 52,0
33
53,8
136.151- 52,2
.
-/6 1875
17,4
9,75
5
2
,0
32
.
52,1
e huidige officicele noteeringswijze (Jan. 1928);vanaf 16 Dec.1929 74/5 K.G. Hongarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.°)Malting vÔôr de invoerinevan de huidige
ffic. not.wijze (jan.1928). ‘)Jaar- en maandgem. atger. op
1
18
pence. 5)10 Juni.
6)
6 Juni. 7)13 Juni.
8)
20 Juni.
9)
27Juni.
10)
5Juni.
11)
12Juni.
02)
I9Junt.13)26Juiii.,
604
ECONÖMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli 1930
land, doch de Russische concurrentie ging voort en
tenslotte kwam cle prijs zoo laag, dat het Duitsche
aanbod sterk afnam. Polen bleef echter als verkooper
optreden. De gunstige vooruitzichten voor de Euro-
peesche roggeoogsten houden ook voor deze graan-
soort een prijsherstel tegen. In overzeesche rogge
kwamen wegens cle zeer lage prijzen, welke daarvoor
in Europa te bedingen zouden zijn, ook in cle afge-
loopen drie maanden zoo goed als geen ntken voor.
MAIS.
Ook mals verkeerde in het begin van April in vaste
stemming. Gedurende de zeer flauwe dagen van en-
.kele weken tevoren had men in West-Europa weinig
gekocht en als gevolg daarvan was er in April van
Argentinië en den Donau niet genoeg mais onderweg,
om aan de vraag te voldoen. Vandaar sterke prijsstij-
gkig voor mais in spoedige posities. Eenigszins pro-
fiteerden daarvan ook de noteeringen voor latere ver-
scheping, doch cle prijzen stonden daarvoor toch aan-
merkelijk lager dan voor spoedige posities, omdat in
Argentinië een ruime oogst onder gunstige omstan-
dighed en werd binnengehaald, in Zuid-Oostelijk
Europa nog veel maïs aanwezig was, in Zuid-Afrika
ccii groote oogst verwacht werd en dus voor de toe-
komst volop maïs te verwachten was. Op ciie gronden
genoten bovendien voor verscheping in den voorzomer
en ]atei de prijzen weinig vertrouwen, zoodat daarin
(le zaken van beperkten omvang waren. Reeds om-
streeks half April heeft de marktstemming een aan-
merkelijke wijziging ondergaan. Het ontbreken van
kooplust
Op
afiading en goede oogstresultaten deden
in Argentinië de j3rijzen dalen, er arriveerde in West-
Europa, speciaal Nederland, vrij wat Donau-maïs en
voor deze maïssoort verdween hier zelfs vrijwel geheel
de premie, (lie voor spoedige partijen boven latere
posities had bestaan. Voor Plata-maïs kon die premie
zich beter handhaven wegens de schaarschte aan spoe-
dige Piata-maïs. De flauwe markt duurclë in het
begin van iiei nog voort. Donau-mais werd dringend
aangeboden tot dalende prijzen en Plata-maïs op af-
lading was in Europa weder voortdurend ver beneden
de prijzen der Argeutijnsche verschepers te koop. Op
het lagere prijspeil nam echter in Europa de vraag
weder toe, ook voor Plata-maïs op aflading. Daar de
,FI.
PEQ
2000 KG.
VLAIS
• . ___,__—_—__
•.
——Nl——
Jk4 FEBR. MRT APP MEI JUNI JULI AUG SEPT OCT NOV, DEC.
.Donau-maïs nu in tegenstelling met de wintermaan-
den van zeer goede kwaliteit bleek te zijn, begon daar-
voor ook elders dan in Nederland de kooplust toe te
nemen. Daarbij kwamen ernstige klachten uit Argen-
tinië over voortdurenden sterken regenval, die daar
cle aanvoeren van maïs belemmerde en het drogen der
.maïs vertraagde. De verschepingen van Plata-maïs
bleven dientengevolge zeer klein, hetgeen voor spoe-dige Plata-maïs prijsdaling tegenhield. De prijzen be-
wogen zich daarvoor, evenals trouwens ook voor latere
aflading, steeds aanmerkelijk hoven die van Donau-
inaïs, ofschoon ook daarvoor eenige prijsverhooging
intraci. De verschepingen waren overigens ook uit de
:Donauhavens niet groot en de hoeveelheid mals, die
naar Europa onderweg was, bleef voortdurend zeer
veel kleiner dan in liet vorige jaar. Dat daarvan geen
sterke prijsstijging het gevolg is geweest en dat ten-
slotte in Juni de rnaïsprjzen eigenlijk geen belang-
rijke wijziging hebben ondergaan, hangt samen met
het teleurstellende Europeesche maïsverbruik als ge-
volg vooral van de uitermate lage gerstprijzen, als-
mede met de omstandigheid, dat sedert 1 April in
Duitschland voor don maïsinvoer een regeeringsmono-
polie bestaat, dat slechts beperking van den invoer
ten doel heeft als steun voor den Duitschen rogge-
prijs. Het monopolie heeft dan ook tot nog toe zoo
goed als’ geen maïs gekocht, zoodat Duitschland niet
uitzondering van enkdle inkoopen voor industrieele
doeleinden of voor de vervuiling van oude verkoopen,
waartoe de handel verlof ontving om mais te impor-
teeren, practisch den maïsinvoer heeft gestaakt. De
kleine omvang der Argentijnsche verschepingen,
waarin ook aan het einde van J’uni nog geen, verande-
ring was :ingetreden, heeft niet slechts voor de con-
sumptie, doch ook ter vervulling van veroopen op
Mei en Juni aflading, herhaaldelijk een vaste stem-
ming voor spoedige Plata-maï.s teweeggeroepen, ter-
wijl latere posities steeds tot veel lageren prijs werden
aangeboden, tenslotte ook door de ierschepers. Voor
i)onau-maïs bestond echter ook aan het einde van
Juni. zulk een premie nog nauwelijks en ook toen
stond dus .spoedige Donau-maïs nog aanmerkelijk
lager genoteerd dan Plata-maïs in dezelfde positie.
In de laatste weken van Juni is eindelijk het weder
in Argentinië wat beter geworden, zoodat, indien niet
een nieuwe regenperiode inteedt, eindelijk binnen-
kort wel vermeerdering der Argentijnsehe versche-
pingen mag worden verwacht niet lagere
prijzen,
ook voor spoedige Plata-maïs. Voorloopig echter is’ in de
laatste dagen der maand de prijs voor stoomende en
zeer spoedig te verladen Plata-maïs vrij wat gestegen
met goede vraag en ook Donau-mais was vaster.
GERST.
i)e gerstmarkt heeft in zeer sterke mate den invloed
ondervonden van de aanzienlijke verhooging van het
:Duitschie invoerrecht, die op 1 April is ingegaan en
die veroorzaakt heeft, dat de Duitsche gerstinvoer
vrijwel geheel hoef t opgehouden. Aanvankelijk was
gerst in het begin van April nog vast, omdat Duitsch-
land v66r de verhooging van het invoerrecht nog
groote inkoopen had gedaan. Omstreeks half April
hegôn ook gerst lager te noteereri en door het-
dringenci aanbod van Roemenië, Rusland en Argen-
tinië, dat, nu Duitschlaud als kooper ontbrak, veel te
groot was om in Vest-:Europa te worden opgenomen, zijn de
prijzen
voortdurend gedaald. Met zeer groote
hoeveelheden gerst kwam telkens vooral Rusland aan
de markt en de concurrentie der drie genoemde landen
heeft tenslotte geleid tot een hevige prijsdaling. De
gerstprjs is in Juni aangekomen op een zoo laag
niveau als ook v66r den oorlog hoogst zelden is ‘oor-
gekomen. Toch bleef het aanbod dringend en bij de
verwachting van nieuwe groote oogsten in Roemenië
en Rusland vonden tot -slechts w’einig hoogere prijzen
dan de voor spoedige gerst geldende, zelfs op levering
in de laatste maanden van 1930 speciaal in Neder-
land geregeld zaken plaats. Noord-Afrika en Noord-
Amerika doen aan de gerstzaken naar West-Europa
den laatsten tijd nauwelijks mede. In April, toen de
prijzen nog niet de hevige daling hadden ondergaan, werden in gerst uit Noord-Afrika en -de Vereenigde
Staten wei een korten
tijd
zaken gedaan, doch bij de
voortdurende prijsverlaging hebbën die landen . de
concurrentie opgegeven. In de laatste dagen van
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
605
Jïini is gerst vrij wat vaster geloope, daar de lage
prijzen tenslotte den kooplust aanwakkerden en tevens
in ruime mate tot dekking van vroegere verkoopen
werd overgegaan.
LIJNZAAD.
Na de inzinking aan het eind van Maart, toen de
prijzen door de pan iekstemming, waarin verschillende
markten verkeerden, zakte tot op
f
365.—
per last en
er op die basis krachtig gekocht werd, is een scherpe
reactie gevolgd met als resultaat een gevoelige ver-
hooging van de prijzen tot op
f
425.—. Evenwel de
tcleurstelling bleef niet uit; het zachte voorjaar, het-
welk een overvloed aan groenvoeder niet zich mede-
bracht cii bovenal het geweldige aanbod van granen
van alle mogelijke herkomst, belemmerden den verkoop
van Lijnkoeken, die toch reeds duur te noemen waren
in verhouding tot de prijzen van andere voederarti-
kelen ten zeerste en bracht een gevoelige daling in de
prijzen van dit, voor de verwerking van Lijnzaad zoo
belangrijke product teweeg. i)e terugsiag, die deze lage
veekoekprijzen op ‘den ondernemingsi.ust van den olie-
fabrikant in Nederland teweeg bracht, leidde ertoe,
dat men minder Lijnzaad ging koopen en verwerken.
i)ezelfde toestand deed zich in. geheel Europa gevoelen
iM1IW.
upIpL,
MM
MMMMM MEMOM
MMMMMMMM
am
Nommy
MW
en het gevolg was een belangrijke vermindering in de
vraag naar het Argentijnsche Lijnzaad. Daarnevens
bleek, dat de V. S. van Noord-Amerika, waarvan men
had aangenomen dat zij, in verband met hun eigen
kleine oogst, gedwongen zouden worden om Lijnzaad in Argefltinië te koopen, in staat waren hunne behoef-
ten belangrijk te verminderen. Tenslotte kwam ook
Britsch-Indië als geduchte concurrent te voorschijn,
bracht Bombay en Calcutta Lijnzaad vlot ter markt
en verscheepte in ronde posten naar Europa, hetgeen
Argentinië noopte de prijzen te verlagen. Het is daar-
om niet vreemd, dat wij van het hoogste punt van
f
425.— begin April, nu weer tot ca.
f
365.— eind
Juni, teruggevallen zijn op de laagste prijzen, van
Maart 1:1. Maar intusschen staat men in U.S.A. en in
Canada voor de nieuwe oogsten en luiden ook de be-
richten omtrent de komende oogsten in Europa, die
wat de oppervlakte betreft, zijn uitgebreid tegenover
het vorige jaar, zeer gunstig. De prjzenloop gedurende
de volgende
3
maanden zal dus hoofdzakelijk bepaald
worden door de berichten omtrent de komende oogsten.
STEENXOLEN.
De afriemende industriëele bedrijvigheid, die wij
reeds signaleerden in ons vorig driemaandelijksch ver-
slag en die in zoo groote mate verantwoordelijk is
geweest voor den minderen af ze aan de mijnen, duurt onverzwakt voort. De periodieke opgaven omtrent het
aantal werkloozen weerspiegelen dezen toestand heel
duidelijk. De productie van de mijnen is tengevolge
van de mindere vraag verder ingekrompen en de prij-
zen zijn zoo mogelijk nog iets verder gedaald. Kolen
kunnen nu weer gekocht worden in Engeland tot de
laagst bekende prijzen sinds de oorlog voorbij is;
goede tweede klas Durham ongezeefde kolen tot prij-
zen van 13 sh. tot 13 sh. 6 d., enz. Wanneer niet alle
voorteekenen bedriegen zou het wel eens kunnen zijn
dat, door ‘den tegenstand van het Hoogerhuis eener-
zijds en de onbuigzaamheid van de Labour Leaders
anderzijds niets kwam van de Coal Mines Bill. Het
resultaat van al de moeiten en zorgen, die ‘dit smarte-
kind der Labour Party gekost heeft, zou dan niet
anders zijn dan het geschapen hebben van veel onze-
kerheid en onrust in de kringen van verbruikers van
kolen zoowel als ‘in de kringen der voortbrengers
zelven.
In Westfalen houdt het Kolensyndicaat de prijzen
natuurlijk op peil, doch het gevolg van dit zich niet
willen aanpassen aan de wereldmarkt is de overhand toenemende noodzakelijkheid van het opslaan van de
kolen aan de mijnen, waartegen zelfs de ingekrompen
productie niets vermag. In Westfalen en Rijnland
liggen omstreeks 6 millioen ton kolen opgeslagen,
waarvoor geen afzet te vinden is. –
PETROLEUM.
De niet zeer bevredigende situatie op de markten
voor petroleumprodueten heeft in het afgeloopen
kwartaal nauwelijks een wijziging ondergaan. Welis-
waar heeft, mede onder den invloed van een zeer
drastische prijsverlaging in Californië de verhoudhag
tussehen aanbod en vraag naar ruwe olie ongeveer het
evenwicht bereikt, maar, waar tengevolge van hooge
rendementen vooral voor benzine ook een kleinere
verwerking van ruwe dlie ter voorziening in de be-
hoeften der markten voldoende ware geweest, heeft
de situatie nog niet een verbetering ondergaan, waar-
mede de industrie tevreden zou kunnen
zijn.
Uit deze overwegingen: wanverhouding tussehen
verwerking en verbruik, heeft de Voorzitter van den
Federal Oil Conservation Board het voorstel ge-
daan, om een ,,Zondagsrust” in de raffinaderijen in
te voeren, waaronder echter niet een stilstaan der be-
drijven op Zondagen werd bedoeld, maar een ver-
mindering der verwerking met
/7.
Het plan heeft
instemming gevonden, echter nog niet ten volle het
verwachte succes opgeleverd.
Een door den Staatssecretaris van binnenlandsche
zaken geïnstalleerde commissie van ,petroleum-,,eco-
nomists” en geologen, heeft op grond van een nauw-
keurig onderzoek van het te verwachten verbruik van
benzine een raming van de noodzakelijke productie
aan ruwe olie uitgewerkt, die als voortreffelijke maat-
staf voor de petroleumindustrie zou kunnen dienen, om vast te stellen, hoeveel zij per week mag produ-
ceeren, zonder dat er overproductie ontstaat.
Tenslotte heeft de Federal Oil Conservation Board
aan de petroleum-industrie en aan de algemeenheid
een nieuwen dienst bewezen, door in zijn zon juist
gepubliceerde vierde rapport beslist voor de ,,uniti-
zation” der petroleumvelden op te komen. ,,Uni.tiza-
tion of oilfields” is ook sinds eenigen tijd de officieele
politiek van het American Petroleum Institute ge-
worden. Daartegenover staat de schare der door af-
wijzing der voorgestelde invoerrechten op petroleum
en haar derivaten teleurgestelden, ,,onafhankelijke”
producenten, die alleen d.n van ,,unitization” willen weten, indien eerst hun eisch vervuld wordt.
In verband met de nooit geheel gestaakte pogingen
om tot een wereldregeling van de petroleumproductie
en later ook van de petroleumdistributie te geraken,
verdienen de Russisehe plannen tot opvoering der
productie en der verwerking, alsmede van den uit-
voer, belangstelling. Niet tevreden daarmede, dat liet
hun door een met alle middelen gevoerde campagne
gelukt is, de Russische petroleumproductie sinds 1920 (laagste punt, gevolg der omwenteling) te verviervon-
digen en op 103 millioen barrels in 1929 te brengen,
wenschen de Sovjets in het laatste jaar van het 5
jarenplan een productie van 40 h 41 millioen tons
606
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli 1930
(pl.in. 290 millioen barrels) te bereiken, wat – al
wordt dit programma niet voor de volle 100 pCt. uit-
gevoerd – ongetwijfeld een druk op tal van markten
en/of een revisie van de verhouding tusschen de Sov-
iets en de Europeesch-Amerikaansche groote concerns
tengevolge kan hebben.
In Roemenië, waar ook meer petroleum wordt ge-
produceerd dan noodzakelijk is, wordt eveneens over
een stabilisatie der olie-winning gesproken.
$PEP 6AIREL
OETROLE(JM
—
150–
1930
1.2__ – —
–
103-
ir
iï itï
AUG.
s
In de groote Europeesche consumptie-landen waren
belangrijke wijzigingen der
prijzen
niet vast te stel-
len; slechts in Duitschiand leidde de verhooging der
invoerrechten tot een correspoudeerende
stijging
van
de prijzen. Voorts is er sprake van, dat in het vervolg
de benzine en benzine-benzole-mengselen ook een zeker
percentage spiritus (pl.m. 2Y2, pOt.) zullen moeten
bevatten, hetgeen een verdere opdrijving van den prijs
zal beteekenen.
Niettegenstaande de economische depi-essie
zijn
de
invoercijfers vn benzine in nagenoeg alle landen be-
langrijk hooger dan voor dezelfde maanden in 1929.
IJZER.
Gedurende het tweede kwartaal 1930 heeft de alge-
meene depressie op de exportmarkt voor ruwijzer,
welke in den loop van de twee laatste kwartalen werd
waargenomen, zich nog meer geaccentueerd. De zeer
geringe opleving van de vraag naar Oleveland ‘giete rij-
ijzer, welke na de jongste prijsverlaging van 5 sh. in
Maart te constateeren viel, verdween spoedig. Ver-
bruikers meenden door een
afzijdige
houding produ-
centen tot een verdere prijsverlaging te kunnen nopen,
te meer daar de cokesprijzen, en daarmee de produc-
tiekosten voortdurend daalden. V66rdat de voorraden
echter zoo omvangrijk werden, dat zij een prjsdruk-
kenden invloed konden uitoefenen, pasten producen-ten door een verdere beperking van de voortbrenging
deze bij het verbruik aan.
I.JtCK
Niet alleen de locale vraag naar Cleveland-ijzer,
doch ook die in Schotland en op het vasteland nam
bij voortduring af, o.m. tengevolge van aanbiedingen
van Lux 3 tegen zeer lage prijzen – prijzen, welke
onder de noteei-ingen van het Westeuropeesche Gie-
terj-ijzerkartel liggen. Zoo is de noteeringvan Lux 3
in Schotland de laatste 3 maanden met 3 sh. tot 65 sh.
fob Grangemouth gedaald.
Interessant is nog te vermelden, dat thans ook het
Roheisenverband de ruwijzerprjzen voor de binnen-
landsche markt, welke sinds Mei 1928 ongewijzigd
waren gebleven, heeft verlaagd, en wel met 2-3 R.M.,
ingaande 14 Juni.
KOPER.
Aan de dalende tendens op de grondstoffenmarkt
heeft zich tenslotte ook koper niet kunnen onttrekken.
Een verdere daling van den koperprijs heeft plaats
gevonden met het gevolg, dat de Kartelnoteering voor
liet Continent nu 12.30 dollarcents per lb. bèdraagt,
terwijl Londen £ 56 per ton voor Electr. koper noteert.
Deze
prijs
is gedurende eenige dagen voor Amerika
veel gunstiger geweest, zoodat men den indruk kreeg,
dat het Koperkartel,. Amerika opzettelijk bevoordeelde.
Tegen deze tactiek hebben de Europeesche leden van
het Kartel heftig geprotesteerd, zoodat de Amen-
kaansche noteering nu weer in overeenstemming is
gebracht met de Europeesche. De statistische positie
van het artikel blijft nog steeds zeer ongunstig:
Oct.
199
Febr. Maart
April Mei1930
Prod. geraff. koper
152.840 121.100 127.060 124.535 132.185
Uitvoer …….
53.460 39.590 30.520 29.195 49.015
Binneni. afi ….
105.720 61.870 73640 50.140 75.890
Voorraden geraff.
88.420 233.170 256.070 301.320 308.620
,,
ongeraif.
254.940 264.780 266.560 268.05 265.560
343.360 497.950 522.630 57o.005 574.180
Uit de
cijfers
blijkt, dat, niettegenstaande de Mei-
afleveringen in verband met de prijsdaling aanzien-
lijk zijn toegenomen, de voorraden toch zijn geste-
gen, zoodat de totale voorraad ca. de helft der we-
reldproductie bedraagt: De sterke toeneming der
voorraden wordt
toegeschreven
aan het feit, dat de
loonsmelterjen in Amerika een overeenkomst hadden
met het Kartel om tegen een bepdalden
prijs
het
koper van hen te betrekken. Teneinde nu te voor-
komen, dat de smelterijen zelf het koper op de markt
zouden brengen, was het Kartel gedwongen groote
kwantiteiten koper over te nemen.
ENC TOM
vrr
JAN. FEBP. MPT. APP. MEI. .ILJNI JULI AUG. SEP OCT. NOV DEC.
In Europa wil men zich opeen andere wijze trach-
ten
vrij
te maken van het Koperkartel. Deze maand
is een combinatie tot stand gekomen, welke bestaat
uit de Amalgamated Metal Corp. (Engeland), de Me-
tallgesellsehaft (Duitschiand) en de Société Géné-
rale des Minerais (België). Deze drie groepen stonden
reeds lang met elkaar in verbinding. Er is, wat koper
betreft, bij deze groepeering één bezwaar, ni. dat
voor een deel de handel wel vertegenwoordigd is, doch de producenten van koper daarentegen bijna
niet. Uit de nieuwe groepeering komt ook weer sterk
de drang naar voren om de koperverwerkende indu-
strie met de kopervoortbrenging te verbinden. Wij wezen er reeds op, hoe bijv. in Amerika de koper-
verwerkende industrie, als draadtrekkerijen, kabelfa-
brieken, Messingwerken etc. gecontroleerd worden
door de Guggenheim en de Anaconda groep.
De overweging tot deze concentratie was om de
verwerkende industrie steeds zonder stagnatie aan
grondstoffen te helpen en omgekeerd de grondstof-
feuproducenten een ‘constante afzet te verzekeren. In de nieuwe groepeering bestaat nu ook wel een derge-
lijke samenwerking. De Metallgesellschaft heeft hare
verbindingen met Heddernheimer Kupferwerke,
Berg-Heckmaun-Selve A.G. Aron Hirsch. De laatste
firma heeft weer een belangengemeenschap gesloten
met de Haut Katanga. De British Amalgamated Metal.
Corp. heeft verbindingen met de Intern. Nickel Corp.
de Burma Groep, de Noranda groep in Canada, etc.
Verder is de Belg. groep geïnteresseerd bij de Raff.
Soc. Gén. Métali. de Hohoken, terwijl alle drie groe-
pen belang hêbben bij de Ertswinningen in Rhodesia.
Indien deze Europeesche groepeering op den duur
over voldoende capaciteit zou kunnen beschikken, zal
zeer zeker van Amerikaanche zijde hiermede rekening
moeten worden gehouden. Op het oogenblik zijn wij
echter nog niet zoover.
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
607
Indexeijfers van Nederlandsche aandeelen.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van.
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)
Banken
Electri-
Industrie
Kunst-
Mijnbouw’
Olie Rul?ber
Sch
Suiker
Tabak
Thee
Januari
1929
158.8
308.5
180.0
420.9
309.3
300.4
399.0 256.1
142.0 411.7
579.4
468.1
Februari
1929
165.0
316.9
182.0
427.3 286.9 297.6
388.3
273.9
139.9
412.8
576.6
458.3
Maart
1929
116.0
310.5
183.3
421.8
280.3
291.6 394.8
270.3
140.6
412.0
559.1
442.3
April
1929
162.7
328.0
178.2
418.2
274.8
275.8
394.9
238.6
135.4 400.8
514.4
458.5
Mei
1929
161.8
361.5
170.4
435.6
281.4
269,2
393.4
242.2
128.5
401.8
485.5
472.9
Juni
1929
155.3
375.2
167.4
455.3
292.5
273.5 404.2
234.2
126.6
403.2
459.9
445.7
Juli
1929
157.8
366.2
166.0
462.2
258.3 272.2
392.0
244.4
122.9 402.3
451.6 447.6
Augustus
1929
154.4
375.2
165.9
489.4
259.0
276.9 396.8
248.8
121.2
400.8
462.4
443.4
September 1929
159.4
378.4
169.9
482.0
219.5
280.9
431.7
247.2
120.1
414.7
470.3.
433.2
October
1929
156.5
335.3
158.0
427.3
185.4
254.0
435.4
225.4
113.0 397.5
453.3
423.8
November
1929
151.4
301.1
150.2 384.1
144.3
218.9
398.3
174.6
106.2
366.9
426.7
406.4
December 1929
150.4
292.8
144.6
368.7
124.4
213.9
396.7
145.7
103.4 356.1 408.3 418.2
Januari
1930
155.8
289.6
143.8
311.7 107.6
211.2
398.2
1425
102.1
354.4
413.8
396.1
Februari
1930 159.9
278.6
144.2
302.7
103.9
219.-
389.5
154.8
96.6
365.-
428.-
392.4
MaarV
1930
157.3
268.5
134.7
291.5
93.2
205.5
386.5
145.1
91.9 346.3
421.2 406.4
April
1930
158.7
283.6
140.4.
305.4
100.1
200.8
411.8
142.3 92.3 340.6
‘
423.-
405.7
Mei
1930
156.8
267.6
129.1
281.0
18.1
184.0
402.2
127.5 91.5 309.5
388.4
396.9
Juni
1930
147.7
255.3
123.2
261.7
86.7
170.5
3894
109.3
83.4
281.2
359.-
344.4
Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
2
Januari
1930
f
5.114.480.000 = 100.
2
Januari
1930……..
100
5
Maart.
1930……..
98.3
7
Mei
1930……..
96.2
8
,,
1930 ……..
100.1
12
,,
1930
……..
97.7
14
1930
……..
96.1
15
1930
……..
102.4
19
,,
1930
……..
95.8
21
1930
……..
96.1
22
1930
……..
102.4
26
,,
1930
……..
98.5
28
,,
1930
……..
95.8
29
1930
……..
102.2
2
April
1930
…….
101.2
4
Juni
1930
……..
93.4
5
Februari
1930
……..
101.9
9
,,
1930
……..
101.5
11
1930
……..
91.6
12
1930
……..
101.1
16
,,
1930
……..
.101.6 18
1930
……..
88.8
19
1930
……..
100.5
23
,,
1930
……..
101.9
25
1930
……..
90.2 26
,,
1930
……..
99.3
30
,,
1930
……..
99.-
1)
Men zie voor
de toelichting op
dit overzicht het nummer
van E.-S. B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.
Nadruk verboden.
(Vervolg van. pag. 601.)
op haar beurt ook credietgeefsters zijn en wel ieder
voor geheel verschillende categorieën credietnemers.
Een goed ontwikkeld depositowezen is een absolute
vereischte voor een bevredigend functioneeren van
het credietwezen, een feit, dat in geen geval uit het
oog mag worden verloren.
Zeiden wij boven, dat de invlöed van de Young-
leening op onze geidmarkt zeer onbeteekenend is ge-
veest, een andere vraag is, wat met de opbrengst daar-
van zal geschieden. Dit is niet zonder belang voor
onze markt. In de meeste landen toch zal het netto-
provenu der leening in het land zelve worden uitge-
zet. Of dit in Nederland ook het geval zal zijn is ons
nog niet bekend. Ook aan de dagbladen schijnen daar-
over geen mededeelingen te
zijn
gedaan. Een uitzet-
ten van de gelden in ons eigen land zouin hoofdzaak
moeten geschieden door het nemen van disconto’s. Wij
meeuen, dat dit niet – althans
1
niet in belangrijke
mate – heeft plaats gehad. Zou het alsnog gebeuren,
dan kan men wel een druk op de cliscontokoersen ver-
wachten.
Wordt het saldo weggetrokken, dan zal onze wissel-
markt daarvan den invloed ondergaan. Wij herinne-
ren in dit verband aan het veto-recht, dat de presi-
dent van De Nederlandsche Bank op alle wisseltrans-
acties van de Bank voor Internationale Betalingen in
ons land heeft. Voor een ongewenschten invloed op
onze wisselkoersen bestaat derhalve geen vrees.
In Duitschiand is de op de Reichsbank door het
bedrijfsleven uitgeoefende druk, na een verrassend
zware ultimo, steeds minder geworden. Van contact
met de geidmarkt was reeds lang geen sprake meer.
Zoo werd zij langzamerhand in de richting van een
discontoverlaging gedreven, welke dan ook op 21 Juni
plaats vond. Met ingang va’n dien datum w’erd het
disconto van 4
öp
4 pOt. verlaagd. Het toenemende
bedrag wisselde op het buitenland en de verminde-
ring der binnenlandsehe visselportefeuille maakten,
dat een langer uitstel niet wenschelijk was. Dr. Luther
heeft in zijn motiveering van de discontoverlaging
alleen gewezen op de op het tijdstip der wijziging
geldende factoren. Dat is ook natuurlijk wel het
voorzichtigste. Zijn wij echter goed onderricht, dan
zal de Young-leening voor de Reichsbank een verdere
versterking van haar buitenlandsche wisselportefeuil-
le medebrengen. Een deel der leening (400 millioen
mark) komt Duitschland ten goede voor Reichsbahn
en Posterijen, welke slechts geleidelijk van dit crediet
gebruik zullen maken. De 400 millioen zullen groo-
tendeels in buitenlandsche deviezen aan de Reichs-
bank worden overgemaakt, waardoor haar positie op
het buitenland – althans tijdelijk – aanzienlijk zal
versterken. Mogelijk is echter, dat men het saldo nog
eenigen tijd bij de Bank voor Internationale Beta-
lingen zal laten staan. De mogelijkheid te allen tijde
de beschikking te kunnen hebben over een enorm te-
goed aan buitenlandsche deviezen is een factor. van
heteeken:is.
Ook overigens doet zich de invloed van de Bank
voor Internationale ]3etalingen op de Duitsche geld-
markt gelden. Jieef t zij ook op andere .geldmarkten
transacties uitgevoerd, voor de Dilitsche zijn haar
wisselaankoopen van bijzondere beteekenis. De wei-
nige semi-officieele instellingen, welke daar zulke
belangrijke koopsters zijn van wissels, verschijnen hoe
langer hoe minder op de matkt, daar de middelen den
laatsten tijd vrij krap zijn. Aan het optreden van de
Bank voor Internationale Betalingen schijnt het nu
te danken te zijn, dat. de discontokoersen zich konden
handhaven. Zoo werd één dezer dagen gemeld, dat
zij koopster is geweest van, naar wij ons meenen te
herinneren, een bedrag van R.M. 13 millioen Ber-
Iijnsche schatkistwissels.
Men kan tegenwoordig niet meer over de Engël-
sehe geldmarkt spreken zonder de Fransche daarin
te betrekken en omgekeerd. Veel is in.de verhouding
tusschen beide markten :in de afgeloopen maand niet
gewijzigd. De franc blijft zeer vast en aanleiding
geven tot gouduitvoeren. Door deze aanhoudende
goudexporten heeft de Bank of England zich dus-
danig bedreigd gevoeld, dat zij een noodsprongetje
heeft gemaakt. Door goud af te geven, dat van zoo-danig gehalte is, dat raffinag.e in Frankrijk opnieuw
noodig is, heeft zij het gouduitvoerpunt ten opzichte
(Vervolg zie pag. 609.)
608
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli 1930
.
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DUITSCHLAND.
Productie
1),
Handel en Verkeer
0
Q
–
Productie-index
van
—
–
IT
,
Buitenlandsche handel
3
)
Scheepvaart-
–
‘-o
–
verk.
v. d.
be-
langr.havens2
)
ee
. .
-:—-
•
.
Invoer
.
Uitvoer
Datum
•
•N
.
o
2
_______________
_______________
– .
••
0
aa
Grond-
Fabd-
aa
Grond-
Fabr-
°
o
3
•
5.E
stoffen
katen
stoffen
keten
0
06
Gemiddeldevaul92s=rnO
1000
in millioenen R.M.
in
.
1000
Mill.
87,6 86,6
84,6
81,8
95,6
.&
1.030
518
167
774
166
563
256 2.766 2.793
–
.
00,1 96,5 82,7
76,7
69,5
80,4
–
834
412
114
868
228
596
3.190 3.183
–
1925 …….83,2
–
1926 …….78,9
1927
……
102,0
111,3
112,6
91,7
110,6
1
–
1.186
1
599
212900
217
644
286 3.359 3374
117,1
100,0
.
100,0
100,0 100,0 100,0
100,0 1.024 1.167
604
205
1.025
225
725
165 3.678 3 653
428,3
1928 …….
1929 …….
101,8
108,3
113,8
112,5
99,7
90,5
1
1.120 600
1.89
1.124
244
81.9
+
‘
3.37 3.598
445,5
Januari
95,2
104,2
109,8
119,3
80,2
98,2 2.433
1.319 688
215
1.1105
247
791
214 3.304 3.326
382,5
Februari
91,0
101,9
108,9
111,7
77,0
93,9 2.622
1.01.7
546
182
973 211
713
442.315 2.259
366,4
Maart
99
3
0
108,4
1.06,1
1.11,.i
94,1
91,1
2.091
1.022
563
188
984
223
709
382.979 2.943
457,8
April
108,4
107,7 115,1
119,7
109,1
97,1
.1.325
1.255
692
200
1.231
270
876
24 3.734 3754
430,8
Mei
109,1.
105,2
115,1
120,2
98,4
39,5
1.011
1.122
613
196
1.176
260
834
+
54 3.871 3.846
451,5
Juni
_
109,8 107,6
1190,3
120,8
113,4
85,3
930
1.078
55
202
1.079 228
788
+
2 3.787 3.797
464,1
Juli
104,7
106,8
120,3
114,7
110,2
70,9
864 1.230
613
197
1.100
241
810
.130 4.009 3.925
501,3
Augustus
103,3
107,6
116,9
109,6 105,9
867
883 1.074
576
180
T. 1.911.
261
884
117 4.308 4.303
495,0
September
101,8 108,2 114,8
104,3
102,7
87,6
910 1.038
547
180
1.204
260
879
+
166 3.977 3.880
473,9
October
101,4
110,4
115,7
107,7
96,3
95,3
1.061
1.107
601
190
1.251
249
923
147 3.986 3.974
481,8
November
101,4
116,6 112,9
108,8
97,3
97,4
1.387
1.161
652
1.77
1.154
240
851
S 3.672 3.667
430,1
December
96,0
114,9
110,1
101,8
111,2
100,4
1.985
1.013 528
163
1.063
233
775
+
50 3.677 3.498
410,2
1930
•
•
– –
Januari
94,8
112,6
109,2 103,7
85,6
99,2 2.483 1.295
624
174
1.092 249
795
203 3.450 3.465
360,6
Februari
92;9v
101,9
106,7
103,7
89,8
100,3 2.656
982
524
168
1.026 224
756
+
45 3.144 3.073
340,3
Maart
April
92,5v
97,1
96,2
100,8
97,6
98,4v
96,6 2.347
884
93,1
91,0
2.081
888 493
167
1.104 480
159
977
21
833
+
220 3.633 3.535
200
734
+
88 3.544 3.550
385,7
Mei
831
454
159
1.096
.
236
813
+
265
De indexcijfers
van
de productie zijn ontleend aan de publicaties van het Institut fOr Konjunkturforschung.
Deze cijfers, ontleend
aan Wirtschaft und Statistik,
zijn
voor de jaren 1925-1929
maandgemiddelden.
De cijfers van
1925-1929 zijn maandgemiddelden.
v) voorloopig.
DUITSCHLAND.
–
Kapitaalmarkt’)
S
Effectenbeurs
Geidmarkt’)
Prijzen
3
Emissies
2)
Indexcijfer van
.2
2
–
cd
fl
II
-:2v
(
0
Ci)
1924-1926
=
100
in millioenen R.M.
1
1925….
93
93
97 97
93
89
– 250
145
105
55
195
182
68
1.694 9,08
7,62
10,82
14
–
2
L217
1926….
109
118
1?1.
97
121
.113
–
510
381
129
82
428
310
200
3.185 5,31
4,91
6,57
134
1.319
1927….
158
.162
163
130
1.74
155
–
479a 361a
118
120
359
358
121a
4.698 6,05
5,49
7,8238
148
656
1928….
148
159
128
101
174
142
96,8
476b 354b
122
112
364
321
155b
6.990 6,74
6,54
140
152
883
1929….
134
153 120 85
168
123
93,9
242c 213e
29 82
160
174
68e
9.016 7,68
6,87
8,96
137
154 821
Januari
147
165 118 92
180
141
96,2
524
497
27
227
297
402
122
7.416 5,16
5,80
7,57
139
153
832
Februari
142
1611
118
89
172
136
95,9
433(1 274(1
159
77
356
205
228(
1
7.655 6,44
5,81
7,31
139
154
775
Maart
141
160
119
88
173
134
95,8
235
187
48 53
182
183
52
7.828 7,08
6,31
7,65
140
157
930
April
141
157
119
87
175
132
95,2
281
280
1
124
157
241
40
7.959 6,94
6,63
8,08
137
154
885 Mei
135
157
116 83
169
127
93,8
202
198
4
129
73
193
9
7999 9,38
7,49
9,76
136
154
846
Juni
139
156 123 87
175
130
93,7
292
222
70
85
207
207
85
8.190 8,11
7,50 10,00
135
153
803
Juli
136
154
125 88
175
123
93,7
1187
185
2
45
142
122
65
8.316 8,56
7,40
9,85
138
154
845
August.
134
151
125
86
175
120
93,4
195
193
2
76
119
129
66
8.466 7,64
7,18
9,75
138
154
739
Septemb.
l3t
151 127
85
171
117
92,8
176
173
3
44
132
82
94
8.596 8,17
7,18
9,74
138
154
657
October
135
147
120
79
157
1.09
92,4
129
102
27
36
93
104
25
8.723 8,38
7,28
9,71
137
154
840
Novemb.
120
142
118
76
149
104
92,1
101
98
3
39
62
95
6
8.827 7,98
6,89
8,82
136
153
813
Decemb.
115
137
116
75
1.43
99
91,9
129
127
2
29
100
303
26
9.016 8,27
6,98
9,35
134
153
881
1930
Januari
120
141
123
80
149
102
92,5
322
319
3
163
159
303
19
9359 6,43
6,33
8,30
132
152
1.106
Februari
127
143
123
82
148
102
93,7
433
277
156
34
399
337
96
9.548 6,36
5,54
7,41
129
150
1.103
Maart
119
139
123
81
146
101
94,2
450
355
95
23
427
321
129
9.637 5,88
5,32
6,93
126
149
L142
April
122
139
123 82
150
106
473
369
104
45
428
273
200
9.724 4,80
4,46
6,00
127
147
1.006
Mei
–
147
1.062
De cijfers
betreffende
de kapitaal- en geidmarkt zijn ontleend aan ,,Wirtschaft und Statistik”.
Cijfers
van 1925-1929 zijn maandgemidclelden. Een scheiding
tusschen privaatrechtelijke ondernemingen en publiek-
.rechtelijke
lichamen is voor Duitschland uiterst moeilijk. Wij
hebben getracht deze zoo. zuiver mogelijk weer te geven.
De cijfers hebben betrekking
op het einde van de maand,
resp. van het jaar.
waarvan 5 buiteni.
em. in Duitschland.
,,
1
,,
,,
,,
C)
,,
2
d)
,,
19
0.
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
609
(Vervolg van pag. 607.)
van den franc kunstmatig eenigszins hooger gebracht
dan voordien het geval was en wel ongeveer
20
centi-
mes per pond sterling. Het gevolg is natuurlijk een
oploopen van den franekoers geweest.
De Engelsche geldmarkt is den laatsten tijd aan
verschillende invloeden onderhevig en in het land
zelve durft men zich geen oordeel over de toekomstige
ontwikkeling daarvan aan te matigen. Aan ,,The
Econornist” ontieenen wij de volgende discontokoer-
sen voor 3-maands wissels:
5 Juni
12
Juni 19 Juni
26
Juni
2i-f32
2I16
2116-:
2Y4
pOt.
De daling
van
de laatste week werd wcarschijuiijk
veroorzaakt door do discontoverlagingen te New-York
en Berlijn. Berlijn zit zoo ruim in het geld, dat de
druk op Londen steeds minder wordt. De daardoor
vrijkomende gelden zoeken belegging op de wissel-
markt. liet contact dat de Bank of England den laat-
sten tijd weer met de keidmarkt had gekregen, dreigt
aldus weer verloren te gaan.
Ook New-York heeft het disconto verlaagd, en wei
van 3 tot
234,
pOt. met ingang van 19 Juni jl. Daar-
mede is het laagste officieele disconto der wereld be-
reikt. 1)e aanhoudende depressie heeft hier – als
elders – de bekende uitwerking niet gemist. De be-
kende post ,,Bills bought in open market” der Now-
Yorksche Federal Reserve Bank liep terug van bijna
$ ’75
millioen op
5
Juni tot ca. $ 10 millioen op
26
Juni.
Ook eiders hadden eenige discontoverlagingen
plaats: zoo verlaagde Praag met ingang van
25
Juni
het ‘disconto van
434
op
4
pOt., nadat Warsch.au reeds
op
12
Juni het discouto had gebracht van
7
op
634
pOt.
Wij willen tot ‘slot nog cenige woorden wijden aan
de Turkscho Staatsbank. De regeering :in Turkije
heeft de beschikking gekregen over $ 10 millioen, af-
komstig van de transactie met de Zweedsohe Lucifer-
trcist. :Dit bedrag zal dienen als basis voor de nieuwe
circu.latiehank. Er zal een staatsbank worden opge-
richt, waarmede dus aan de Ottomaansche Bank het bankbiljettenmonopol ie wordt ontnomen. De Turk-
sche Staatsbank zal het in omloop zijnde papiergeld
inwisselbaar in goud vcrklaref. Stabilisatie zal ech-
ter eerst plaats hebben, nadat voPedigo overeenstem-
ming inzake de Turksche schulden al zijn bereikt.
Intusschen is het steunconsortium voor het Turkeche
Pond tot het einde van dit jaar verlengd.
V. 0.
Bit.
BOEKAANKONDIGING.
La Paix de Versctilles VI: Régime des
paris, voies d’eau ei voies ferrées
(Les
ddi ti ons internationales, Paris).
Onder bovenstaandon titel is een bronnenuitgave
verschenen, die verdient te worden aanbe’olen in de
aandacht van hen, die belang stellen in de na-oor-
logsche ontwikkeling van het internatioûaal ver-
keersrecht, speciaal van het internationaal rivieren-
recht.
In E.-S. B. No.
746
wijdde ik een artikel aan de
werkzaamheden van de vredesconferentie op dit ge-
bied, aan de hand van de bronnenuitgave van D. H.
M:iller. Millers, zeldzame en daardoor moeilijk toe-
gankelijke boek wordt door de Fransche publicatie op
gelukkige wijze aangevuld. Zij bevat voornamelijk
stenografische verslagen van de commissie voor wa-terwegen enz., waaruit men van het verhandelde een
levendig en scherp beeld krijgt. Millers boek geeft
van de vergaderingen slechts notulen, maar het is
vo]lediger dan het Fransche werk, doordat daarnaast
véél meer bijlagen (ontwerp-teksten e.d.) worden ge-
geven, terwijl in het Fransche boek bovendien ver-
slagen ontbreken van een aantal vergaderingen, waar-
van men bij Miller de notulen vinden kan.
De hoofdindruk, gelijk ik die in E.-S. B. No:
746
gaf, is uiteraard dezelfde
1
). .De uitgevers hebben met
hun’ publicati.e aan de waarheid een grooter dienst
bewezen dan aan de theorie, dat verheven rechtsbe-
ginselen te Versailles tot uitdrukking werden ge-
bracht, welke theorie als eenigo verdienste heeft, dat
zij aan Fransche machtspolitiek zoo uitnemend ten
stade komt. Hetgeen, ondanks alles, haar voortbe-
staan wel zal Waarborgen. –
J.
ZAAIJER
1)
ik maak van deze gelegenheid gebrtuk om een fout te
herstellen, die ik daar maakte door een onduidelijkheid in Millers stukken. De quaestie van de samenstelling van de
Centrale Commissie voor de Rijuvaart is
niet
ter beslis-
sing naar den Oppersteis Raad verwezen : aan het voorue-
uien daartoe behoefde geen gevolg te worden gegeven, door.
dien de Fransehe delegatie in de commissie voor waterwe-
gen enz. ter elfdei ure bakzeil haalde, zij het in dubbel-
zinnige bewoordingen.
Ten onrechte schreef ik ook, ‘dat Frankrijk aanvanke
lijk evenveel stem in de Centrale Commissie vroeg als
])uitschlaod zou hebben. Het vroeg evenveel vertegenwoor.
d igers, maar bovendien een
stcmgercehtigd
Fraasch voor-
zitter. Hierop werd niet direct aanmerking gemaakt, en
Frankrijk verhoogde zijli eischon nog wat. Toen kwam cle
.Engelsche weigering, om aan Frai.ikrijk meer item te geven
(l all
41,111
II u itschl a ii cl.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.R. ”
hoteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1930
1929
1928
1914
28
Jun
23128
16121
9114
24129
25j30
20124
Juni Juni
Juni
Juni
Juni
JulI
Amsterdam
Partic.disc.
2
1
1a
1
3
14-2
1
116
1314-2
I
11
i16296
5
1
1_
3
/8
4_31
3
1
18_
3
114
Prolong.
–
.
1
3
1-2
1
1
1
3
14-2
1
1
1-2
4
3
14_5
1
12
4..1/
21/
4
_31
4
Londen
DageId…
1
1
14-2
1114.2
I
1
12_2
1
I
1
1
14’2
3
I4
3
1
(2.6
1
(2
3-6
181
4
_2
Partic.disc.
211
4
2116.
7
115
2
7
(15-
5
(8
2_1(
5/14
–
116
3
13
h
25
11g
2
1
14_
5
14
Berlijn
Daggeld…
4-6
I9
2
6
1
1
1-4
1
/2
2
1
11-4
1
13
61/
3
111/
2
5-10
–
Partic.disc.
30-55
d..
.
3112
3
1
1
3
1
I2
3618
7
1
12
56-90
d…
3
1
1
3
1
12
3
1
I2
3I8
7
1
/2
6
3
14-7/5
2
1
1-
1
/i
Wa ren-
wechsel.
311
4
_7j
3
331
4
_715
3314_4
4
8
1
(4_
1
12
7
—
New York
Dageid
1)
2.’/
12-2
314
2112414
21723174
101/4
1
613_8114
IA14211
Partic.disc.
2
2-
1
/s 2
1
18
1
)4
2114
5112
411
4
–
Koers van
27
Juni en daaraan voorafgaande weken tjm Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
r OER SEN IN
NEDERLAND.
Da a
New
Londen
1
Berl
(I
n
Par
(I
s
1
Brussel
Balavla
York )
0
)
)
0
)
,)
1)
24
Juni
1930
2.487/
8
12.0934
59.31 9.77
34.73
100i
1
i
25
,,
1930
2.4818/
88
12.09
2
/
Is
59
.
32
1
9.77
34.721
100
8
/
8
26
1930
2.48laj
12.0934
59.30 9.771
34.73
1001j
27
1930
2.4818j
12.0934
59.271
34.731
1001/
8
28
1930 2.4834
12.091j
59.26
9.77k
34.73 100’/
30
1930
2.48
l2/
i
12.0934
59.301
9.77k
34.73
100
1
/
8
Laagsted.w.1)
2.48LI,
12.081
59.24
9
.
76
1
34.70
100
Hoogste d.w
1
)
2.48I/
12.0934
59.34
9.77k
34.74
1008/
8
23
Juni
1930
2.48I5/ 12.09s
59
.361
°•+
100I/
16
,,
1930
2.48111
12.082)
18
59.331
9.76
34.691
1008/
8
Muntparit.eit
2.483%
12.1034
59.26
9.75
34.59
1100
Data
Zit-
S7.d
Weenen
Praat
Boeka-
Muaanj
Madrid
24
Juni
1930 43.2234
35.15 7.37J
1.48
13.03
2
8.971
25
1930
48.23
35.15
7.371
1.48
13.031
28.65
26
,,
1930
48.23 35.15
7.371
1.48
13.031
2
8.571
27
1930 48.2334
35.15
7.371
1.48
13.031
28.04
28
1930
48.2134 35.1234
7.37J
1.48
–
30
1930
48.22
35.15
7.38
1.48
13.031
27.17+
Laagsted.w.1)
48.1834
35.0734
7.37j
1.47
13.02
27.10
Hoogste
d.wi)
48.24
35.1734
7.39
1.49
13.05
29.10
23
Juni
1930
48.2234
35.15
7.
3
8+
1.48
13.03+
28.971
16
,,
1930
48.20
35.10
7.37J
1.48
13.03
2.121
Muntpariteit
48,-
35.-.-.
7.371 1.488 13.09
48.521
*) Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave,
To het eerste lilluhlner van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
610
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli 1930
Data
1
Stock-
holm *)Jhagent’)i
1
Kopen-I
Oslo ‘i
–
sing-
Buenos-
Aires
1)
Mon-
treal’)
24 Juni 1930
66.821
66.60
66.621 6.261
91
1
2.49
25
1930
66.85,
66.60
66.62k
6.2q
907/
8
2.4871
3
26
1930
66.85 66.60
66.65
6.26.
89
7
/8
2.489/
4
27
1930
66.85 66.60
66.65
6.261
88%
2.48
3
/,
28
,,
1930
66 82j
66.60
66.621
6.26é
88
2.4851/,,
30
,,
1930
66.85
66.0
68.621
6.26
885/,
2.482/
8
Laagsted.w.l)
66.80 66.55
66.57I
6.251
88
2.4875
8
Hoogste d.wi)
66.90
66.65
66.65
6.24
91%
2.49
t/
23 Juni 1930
66.85 66.62k
66.65
6.26?
92′
2.49
16
,,
1930
66. 80
66.55
665
41
6.261
92%
2.48/
3
Muntpariteit
66.67 66.55
66.67
6.261
95%
2.48
3
1
•) Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam. 11 Part,
opgave.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Juli 1930 voor
teleqrafische
uitbetaling op:
(u1den per
Pan Koers
Bank-
disconto
Europa.
0/
3
Londen
S)
£
12.101
12.08+
100 Mark
59.26
59.29.1
100 Franc
9.747
9.774-
2
Berlijn
)
………….
100 Belga
34.59
34.73
3
Parijs
S)
…………..
100 Franc
48.-
6.94,
100
,,
48.-
48.24
3
Brussel
5)
§)
…….
Luxemburg ………
100 Kronen
7.34
7.34
4
Zürich
S)
………….
100
Schilling
35.-
35.15
5
Boedapest
….
. .
100 Pengö
43.51
43.50
5
Boekarest
………..
100 Lei
1.4880
1.44.
9
100 Leva
48.-
1.80
10
Belgrado …….
100 Dinar
4.379 4.40
5
Praag
…………….
Istanbul ……….
Turksch £
10.93
1.14
100 Drachme
3.23
3.22k
9
100 Lira
13.09
13.03
5r
100 Peseta
48.-.
27.62
5-
Escudo
2.681
0.11J’
8
Madrid
…………
Kopenhagen )
100 Kronen
66.67
66.54
4
Weenen
)…………
100
66.67
66.62k
Sofia
…………….
100
,,
66.67
66.82k
34
100 IJsl.Kr.
66.67
54.85
Athene
………….
Oslo
S)
…………..
Stockholm
)
……..
100 Zioty
..
27.91
27.88
6
Milaan
…………
Reickjavik ……….
Warschau ………..
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
24.80
6
Lissabon ………..
Riga (Letland) 100 Lat
48.-
48.-
6-7
Reval (Estiand). ..
100 Esti. Kr.
66.67
66.30
Finnmrk.
626
6.26k
6
Tjerwonets
12.80 12.85
(10 Roebel)
Helsingfors…….100
Guldep
48.42
48.321
41
Moskou
………..
Amerika.
Danzig…………100
New-York )
$
2.4878 2.481
2
Montreal
……..
Canad. $
2.4878
2.481
Mexico
……….
Mex. Dollar
1.24
1.18
Peso (papier)
1.056S’
0.84
La Paz (Bolivia)
Boliviano
0.9080
0.67
Rio de Janeiro
Milreis (pap.)
0,8075
2
28.-
Peso (papier)
0.30
0.30k
6-7
Bogota (Columbia)
Peso
2.42 2.19
Quito (Ecuador)
.
Sucre
1.21
0.
4
9é
Lima. (Peru) ……
Sol
O.92
.f
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725 2.14
Caracas (Venezuela)
Bolivar
..
0.4795
0.461
Buenos Aires……..
Gulden
..
1.-
0.9967
Willemstad (Cura0.)
Gulden
1-
1.04.
San José (C. Rica)
Colon
1.16
0.62
Quetzal
..
2.48%
2.481
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.48e
2.46.
SanSalvador(Salv.)
Colon
1.2440
1.24
Azië.
Valparaiso ……….
Rupee
0.91
0.90
6
Gulden I.C.
1.-
1.00*
4*
Yen
1.24
1.23
5
Paramaribo
………
Dollar
0.77
Guatemala ………..
Taël
0.90e
Straits DolI.
1.4125
1.39*
Calcutta
………….
Manilla
… …….
Phil. Peso
1.214
1.22*
Batavia
…………
Bangkok ……….
Baht
1.10
1.14
Kobe
….. …. …..
Teheran (Perzië) .
Kran
0.
2
0*
Hong Kong
…….
Afrska.
Shanghai
………
Singapore
……….
Kaapstad
.
£
12.10*
12.06
6
.
Egypt.
£
12.42
12.40
Australië.
Alexandnië………
Melbourne, Sidney
en Brisbane
£
12
.
1
0*
11.36*
Nieuw Zeeland .
£
12
.
10
*
11.53
)iia=5i’rnk.2) 1S0L= 0 O.9 7 j;.
I
96
Be
a
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Da a
Londen
(8 per £)
Parijs
($ P. JOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)
24 Juni
1930
4,86
3,925
23,845/,
1
40,18%
25
.,
1930
4,86
3,925f,
23,84
40,19
26
1930
4,86
1
/
32
3,92s/
8
23,8334 40,19%
27
1930
4
,86,
3
32
3,92%
23,82k
40,19%
28
1930
4,86
3
/
33
3,927,,
23,82
1
4
40,20%
30
1930
4,85s1/,
3,92k
23,831.
40,19%
1 Juli
1929
4,8413
6
3,911,
23,82%
40,1534
)&untpariteit.
J
4,8667
3,901/
3
1
23,81%
I
40’j,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
lNoteerings-1 eenheden
1
14
Juni
1930
I
21Juni
1
1930
1
23128
Juni
’30
LaagstelHoogstfl
1
28Juni
1930
Alexandrjë..
Piast. p.
97%
97%
9116
979/
10
97%
p.4
375
375
37434
375sf,
375
Bangkok….
Sh. p.tical
1/105/,
i/10
1/101/
8
1110%
1/10s/
Budapest . . .
Pen. p £
27.74
27.78*
27.75
27.81
27.79
Buenos Aires
d. p.$
417/
3
411/
8
40
417i
lo
40s,,,
Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
1/5
13
/
16
11
1
5
53
1
115
23/33
1
1
57/
8
1/5
55
/
34
Athene ……Dr.
Constantin..
Piast.p.0
1.025
1.025
1.025 41.025
1.025
Hongkong ..
Sh. p. $
1
1
’37/
16
1/3
5
/8
1/3
1133%
1/3%
Sh. p. yen
2/013/
33
210131
33
2/013/
35
2/015/
33
2/027/
34
Kobe
…….
Lissabon….
Escu. p. £
108% 108%
108 l
108
5
/8
108%
Mexico 1)….
$ per £
10.25 10.25
10.15 10.35
10.25
Montevideo .
d.perj
43
43%
42Y
4
444
42%
Montreal …
$ per £
4.85
27
4.855i
4.85%
4.865/,
4.865/
3
Rio d. Janeiro
d. per Mil.
17/32
535/34
5%
519133
59,11
Shanghai . . .
Sh. p. tael
1/69/
16
1/529
1
1
5
7
18
11613/
55
1
1
611/
33
Singapore ..
id. p. $
2/3%
13%
2/32133
2/3
27
/
213%
Valparaiso 1).
$ per £
39.90
39.94
39.93
39.96
39.95
Warschau ..
Zi. p. £
43.34
43.341 43.32
43.39
43.36,
, in nci vervoig wonnen ne Mex.
niet meer in penc. 00cr, In
£
genoteerd.
2) 90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
1)
Londen’)
N.York’)
Londen
23 Juni 1930..
15j,
335/
8
23 Juni 1930….
8510
24
,,
1930..
157/,
33sj,
24
,,
1930….
8510k
25
,,
1930..
331/
9
25
1930… .
84111%
26
1930..
15%
33&i
s
26
1930….
85/0
27
1930. .
1511/,
34/8
27
1030… .
8510
28
1930..
16
34s
28
1930….
85/0
29 Juni 1920.. 241
52%
29 Juni 1929….
84/1134
27 Juli
1914..
2411/
1
59
27 Juli
1914….
84.11
1) In pence p.oz.stand. 5) Forelgn silver In tc. p.oz. fine.
8)
In sh.
p.oz. Is
e
STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
15Juni1930
1
23Juni1930
f
13.724.882,97
/
16.926.831,06
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
138.249,88
»
344.522,83
Voorschot op uit. Mei ’30 aan de ge
Saldo bij de Ned. Bank
…………..
meente op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkpmstenbelasting en opc. op de
Rijksinkomstenbelasting………….
,,
4.123.461,05
,,
4.123.461,05
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
.,,
57.28.744,09
•
61.414.605,85
Id. aan
Suriname …………………
11.377.707,15
,,
11382.223,95
3.003.584,98
,,
3.026.083,54
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buiteni
, 107.621.787,63
4.000.000,-
Daggeldleeningen tegen onderp ……
,
9.000.000.-
–
Id. aan
Curaçao……………………..
Saldo der postrekeningen van Rijks-
….
20.983.895,34
,,
22.004.939,33
comptabelen
……………………
Vordering op het Algemeen Burgerlijk
..
–
–
Pensioenfonds 1)
……..
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
11,986.511,76
,,
12.237.942,02
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederl. Bank ingee.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
– –
Voorschot door de Ned. Bank inrek.
courant verstrekt ………………
–
–
Schatkistbiljetten in Omloop ………
f132.541.000,-
fl32.541.000,-
,,
26.210.000,-
…
.
26.190.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
Waarvan direct bij de Ned. Bank
– –
–
–
Daggeldieeningen
……………………
Zilverbons in omloop ….
………….
Schuld
5 .829.884,50 ,,
5.777.706,-
aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1
)
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T.
T.’)
en
1.113.087,95
,,
1.164.530,97
Id. aan andere Staatsbedrijven 1)
30.096.970,72
–
31.045.000,79
–
Id. aan diverse instellingen’) ………..
8.482.134,99
,,
8.400.482,59
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDELANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
21 Juni1930
1
28 Juni 1930
Vorderingen:
–
–
–
–
Saldo
bij ‘s Rijks kas …………………
Saldo bij de Javasche Bank……………
Ver1ichtïngen:
f
61.400.000,-
t
62.497.000,-
700.000,-
,,
700.000,-
,,
41.855.000,-
–
Voorschot ‘s Rijks kas ……………..
3.9(9.000,-
–
Schatkistpromessen
………………..
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas …….
Muntbiljetten In omloop ………….
26.288.000,-
,,
25.154.000,
Waarvan Muntbiljetten ………………
Schuld
an het Ned.-lnd. Muntfonds
3.394.000.-
,,
3.394.000,.-
Idem aan de Ned.-lnd. Postepaarbank
,,
888.000.-
..
,,
744.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
,, 30.678.000,-
33.616.000,-
2 J’uli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
611
NEDERLANDSCHE’ BANK.
Verkorte Balans op 30 Juni
1930.
4otiva
–
Binnenl.Wis-(‘Hfdbk.
f
38.482.903,99
sels,Prom.,.Bijbnk. ,,
453.166,35
enz. in disc.J Ag.sch. ,,
11.164.149,38
f
50.100.219,72
Papier o. h. Buiten!. idisconto
……
Idem eigen portef.
.
f
237.681.853,-
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.
–
237.681.853,_
Beleeningen
11f dbk.
f
42.495.633,27
iiie!. vrsch.
Bijbnk. ,,
9.222.334,98
in rek.-crt.
Ag.sch. ,,
56.808.772,91
op onderp.
f
108.526.741,16
Op Effecten
……f
104.026.513,05
Op Goederen en Spec. ,,
4.500.228,11
108.526.741,16
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
,,
–
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
64.860.880,-
Muntmat., Goud
.. ,,
367.053.747,69
f 431.914.627,69
Munt, Zilver, enz.
•
,,
26,449.244,92
Muntmat., Zilver..
,,
–
458.363.872 61
1
)
Belegging
i
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
25.883.169,75
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
34.241.192,85
f
–
Passiva
919.97.049,09
Kapi taal ……………………….
f
2
0.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
7.199.946,44
Bijzondere
reserve
………………;,
8.000.000,-
Pen8ioenfonds
………………….,,
6.709.422,39
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
843.171.480,_
Bankassignatiën in omloop ……….,,
875.235,07
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
13.125.854,08
saldo’s:
Anderen,,
18.115.816,31 31.241.670,39
Diverse rekeningen ………………
,,
2.599.294,80
f
919.797.049,09
Beschikbaar metaalsaldo
………….f
107.805.431,48
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,,
269.513.579,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Ooud
Andere
Beschikb.
Dek- Data
Ctrculatie
opeischb.
Metaal-
klngi
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
1)
perc.
30 Juni ’30
64.861
367.054
843.171 32.117 107.805
52
23
,,
’30
64.870
367.054
790.921
61.570 117.320
54
16
,,
’30
64.873
367.054 806.139
54.024 113.629
53
10
’30
64.878
387.054 816.879
45.043
112.312
53
2
,,
’30
64.883
387.054 846.537 25.326
108.774
52
26 Mei
’30
64.891
367.021
804.012
54.471
114.933
53
1 Juli
’29
05.870
370.843
844.067
22.006
110.939
53
25 Juli
’14
65.703
96.410
1310.4371
6.1981 43.521
1
54
Totaal
Schat kist-
ee
B
–
Papier
Diverse
Data
bedrag
Idisconto
‘s
prOmeSsen
/
op het
reke-
rechtstreeks
buitenl.
om
gen’)
30 Juni 1930
50.100
–
108.527
237.682
34.241
23
,,
1930
51.092
–
86.756
237.570
31.753
16
1930
51.898
–
‘
89.084
237.518
36.842
10
1930
52.386
–
91.857
237.432
36.231
2
–
1930
52.422
–
95.797
237.394
39.188
26 Mei
1930
52.407
–
91.181
236.194
40.476
1 Juli
1929
62.882
–
150.723
175.666
33.971
25 Juli
1914
67.947
–
61.686 20.188
509
11
eaert
aen vanKstaar van iq Jan.
‘a weuer op ue
nasis van
Is
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
.
Metaal
Ç
Andere
oP isflb.
D
i
scont.
v
rk
D
nibngeen1
31 Mei
1930..
926
1.468
508
1.034
506
24
1930-
915
1.297
532
1.033
498
17
1930-
925
1.377
533
1.029 502
10
1930-
947
1.399
631 1.021 491
1 Juni
1929-
840
1.685 660
973
315
5 Juli
114…
845
1.100
560
735
396
1) Sluitp. der activa.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere
Beschlkb.
Data
Qoud
Zilver
Circulatte
opeischb.
metaal.
schulden
saldo
28Juni19301
16.400
273,800.
53.000
32.680
21
1930
163.800
276.200
50.600
33.080
14
1930
163.500
.
279.300 47.400 32.820
31 Mei 1930
138.933
27.350 272.725
49.399 37.433
24
1930
138.961
27.409
272.153
50.003
37.508
17
,,
1930
138.667
27.683 275.705
4.032
38.055
10
1930
138.958
29.182
278.423
48.181
37.499
29 Juni1929
161.350
22.435
304.925 47.453
42.834
30Juni1928
173.907
15.241
310.741
49.515
45.0452
23 Juli1914
22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
Wissels,
verse
Dek-
a
0
Dis-
buiten
Belee-
ktngs-
Conto’s
N.-Jnd.
ningen
r
n
g
percen-
______________
betaalb
*
lage
28 Juni1930
l5l:”
:
’00
50
21
1930
150.200
•’
50
14
1930
147.500
•**
50
31 Mei 1930
9.583
37.520
53.640
34.127
52
24
1930
9.590
39.056
50.057
34.423
52
17
,,
1930
9.468
37.546
50.428
33.947
52
10
,,
1930
9.198
37.681
53.548
32.528
51
29Juni1929
10.265,
27.825
104.173
27.236
53
30Juni1928
15.218
20.536
83.986
58.619
53
25 Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
Ij
Basis
1
1
5
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Bankbilf. Bankbilf.
I
Other Securities
Data
Metaal
in
in Bankingi
Disc,
and
mmi
s
circulatte
Departm.
Advances
ecur
ea
25 Juni 1930
157.773
358.532
58.350
15.899 15.340
18
,,
1930
157.490
359.247 57.363
7.099
16.641
11
1930
157.180
364.002
52.259
6.804
13.943
4
,,
1930
156.879
359.799 56.190
8.476
12.717
28 Mei
1930
158.117
356.132
61.054 6.805
11.516
21
,,
1930
158.444
354.694 62.804
6.838 13.643
26 Juni 1929
160.207
362.733
56.344 26.988 23.237
22 Juli
1914
40.164 29.317
33.633
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Other
Deposits
1
Other
Bankers Accountsl
1 1
Reserve
kings.
I
Dek-
perc.’)
25Juni’30
48.856
21.505
63.776
36.114
59.241
48
23
6
18
,,
’30
48.476
16.578 58.332 35.687
58.243
52191
11
,,
’30
46.311 8.239
58.822 35.383
53.178
51
29
1
32
4
,,
’30
58.81
8.878 71.082
36.909
57.080
481s,
28 Mei ’30
45.578
13.241
58.964
35.907 61.985
575
/19
21
,,
,
’30
49.788 21.178
57.836 37.035
63.749
54i3/
26 Juni’29
38.552
24.714
67.420
36.159
57.474
44
23
/
8
2
22 Juli
’14
11.005 13.736
42.185
29.297
52
1) Verhouding tuaschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Te goed
WIS-
Waarv.
B
e ee-
Renteloos
Data
Ooudl)
Zilver
in
het
buitenl
l
se
ls
op het
n ngen
voorschot
buifeni.
a,d.Stdat
20Juni’30
44 005
319
6.820
123626118683
2.721
3.200
13
,,
’30
43.900
314 6.864
23.579
18.678
2.734 3.200
6
’30
43.818
309
6.878
23.641
18.678
2.720
3.200
30 Mei
1
30
43.809
297
6.873
26.343
18.689
2.541
3.200
21 Juni’29
36.617
632
7.255
24.836
18.435
2.355 3.200
23 Juli’14
4.104
640
–
1.541
,
8
769
–
Rekg.Courant
Data
I
B6nsv.d.
1
Di
zelfst.
se’
Circulatie
Staat
Zelfst.
Pa
rij-
amorf. k.
.
a,nort,k.
culieren
20 Juni’30
5.395
1
1.879
71.846
3.199
1.820
9.340
13
’30
5.395
1.591
71.936
3.516
1.935
8.605
6
..
’30
5.395
1.730
72.559
3.180
1.772
8 535
30Mei ’30
5.395
1.741
73.079
3.500
1.863
10.062
21Juni’29
5.769
1.974
62.971
5.357
6.053
6.804
23Juli’14
–
–
5.912
401
– ‘
93
1) Bij
de stabilisatie
is
de goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van
den
franc.
2)
Sluitpost activa.
612
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli 1930
DUITSCHE RIJKSBANK.
1. FEDERAL RESERVE BANK TE NEW YORK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
I
(In millioenen Dollars.)
Daarvan
Deviezen
Andere
–
‘a a
ou
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
–
23 Juni 1930
2.618,9
149,8
457,2
1.348,1
55,3
14
1930
2.618,8
149,8
422,2
1.543,8
55,1
7
,,
1930
2.618,8
149,8
379,8
1.792,6
67,1
31 Mei
1930
2.591,1
149,8
350,8
1.873,7
187,7
23
,,
1930
2.585,9
149,8
342,7
1.519,7 53,3
22 Juni 1929
1764,3
59,1
330,7
2.427,1 92,6
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9 50,2
Da a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Actival)
lat ie
Crt.
Passiva
23 Juni 1930
101,0
620,5
4.038,0 648,6
–
212,9
14
,,
1930
101,0
620,0
4.278,8
537,4 219,8
7
,,
1930
101,0 612,8
4.572,7
448,8
211,0
31 Mei
1930
101,1
618,5
4.812,5
401,1
210,7
23
,,
1930
101,1
615,5 4.045,8
680,2
192,2
22 Juni 1929
92,9
480,1
4.068,7
579,2
316,0
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘J
Unoelast.
‘)
w.o. Kenten oanicscneine Z1,
14,1 Junl,l, zj Mei ‘iu,
22
Jurbi
29,
resp.
50; 51; 49; 26; 62; 29
miii.
–
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen
Belgas.
Data
(01oud
.9
Rekg. Crt.
°,..
«
1930
‘O
‘n ‘
“.
•_
4′
n
.
•
..-
0
__
26 Juni
1202
734
–
785
38
—
—
–
2.902
–
3
–
167
19
1202
715
45
770
32
310
2.885
20
127
11
1200 715
45
785
32
310
2.920
9
118 4
,,
1199 707
45
804
37
309
2.923
52
86
28 Mei
1200 673
45
830
30
315
2.909
32
113
27Juni’
1003
460
–
727
59
–
2.482
43
66
1)
W.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANXS. Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel.
Totaal
1
Dekking
In her-
disc. v. d.
in de
open
bedrag
1
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks gekocht
11Juni’30
3.079,5
1.662,6 164,7
210,5
148,2
4
,,
’30
3.060,6
1.641,6
164,7
239,7
189,2
28 Mei’30
3.057,3
1.634,6
163,5
247,0
175,6
21
’30
3.076,5 1.661,2
171,6
210,0
186,9
14
,,
’30
3.074,1
1.681,5
174,2
210,5
171,0
7
,,
’30
3.068,2
1.700,9
174,0
237,4
175,2
12 Juni’291 2.875,6
1
1.384,9
149,6
933,9
1
114,1
Data
Belegd
in
u. s.
Notes
–
Totaal
Gestort
Goud-
Dek-
– .
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in ctrcu-
latie
Kapitaal
kings-
perc.’)
kings-
1
perc.
)
11 Juni’30
578,7
1.447,0
2.463,2
170,6
78,7 83,0
4
,,
’30
543,8
1.457,3
2.464,5
170,6
78,0 82,2
28 Mei’30
529,8 1.465,9
2.420,8
170,5
78,6
82,9
21
,,
’30
528,3
1.452,7
2.438,9
174,2 79,0
83,5
14
’30
527,9
1.464,9
2.420,8
174,2
79,1
83,6
7
’30
e
527,8
1:493,0
2.413,0
174,2 78,5
83,0
l2Juni’291
169,9
1.644,2 2.376,2
157,9 71,5 75,2
) VornoudIng totalen goudvoorrad tegenover opeiscnoare
eehulden: F. R. Notes en netto depoalto.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in miltioenen dollars.
Dala
Aantal
banken
Dis-
conto’s
en
beleen.
Beleg-
gingen
Rese
rve
1
bij
de
1
F. R.
1.775
t
banks
Totaal
depo-
sito’s
Waarvan
time
deposits
4 Juni’30
67
17.038 5.919
20.822
7.161
28 Mei’30
67
16.837 5.889
11.742
20.591
7.159
19
’30
43 16.806
5.855
1.757
20.564
7.132
12
’30
47
16.806
5.811
1.755
20.618
7.100
5
,,
’30
79
16.852
5.792
1.727
20.457
7.079
5Juni’29
663
16.337
5.779
1.679
19.757
6.761
J.lieracnter volgen enKele panKstaten,
weie aan net einu
van ieder kwartaal worden opgenomen.
Goudvoorrood
Wettig
Wissels
–
Totaal
Delking
Dato
betaal-
middel,
In herdi,c. In de open
van de
1
markt
bedrag
F.R. Not,’,
Zilver
etc. member
gekocht
bonk,
28 Mei 1930..
965,2
-273,6
53,8 52,8 47,3
21
1930..
960,1
273,7
58,1
29,3 50,6
14
1930..
943,6
273,8
57,8
30,3 35,3
7
1930..
896,1
273,9
55,6
57,2
37,0
30 Apr. 1930..
940,5
273,9
55,7 41,3
49,8
23
1930…
887,9
273,9
55,1
34,1
74,1
16
,,
1930.
.
840,7
274,0
52,9
43,9 127,4
9
,,
1930..
830,8
274,0
54,0
62,7
102,8
2
1930..
817,5
274,0
53,4
53,9
–
142,8
26 Mrt. 1930..
861,9
274,0
54,2 36,9
105,8
19
1930..
873,7
274,2
51,2
30,8
7,4
12
1930..
876,1
274,2
55,1
i
33,1
.60,6
5
,,
1930..
858,1
254,3
59,1
1
39,7 65,1
29 Mei
1929,..
1.002,7
275,6
41,5
1
194,4
11,6
29 Mei
1928..
896,8
195,4
31,8
321,9 59,5
1
Dato
U.S.
Gov.
I
F.R-I,Voles
~
n
Totaal
Ge.,tort
Algemeen
circula Iie
Dekking,
Sec.
Depo3i(o’,
Kapitaal
,
1)
28 Mei 1930..
.
179,0 184,3
990,9
66,2
84,8
21
,,
1930..
178,1
174,2
971,6
69,8
86,5
14
1930..
177,9 165,2
972,6
69,8 88,8
7
,,
1930..
192,9
170,1
948,0
69,7
83,4
30 Apr. 1930.
.
195,2 175,8
991,1
69,8
84,3
23
,,
1930..
192,9 174,6
957,7 69,8 82,0
16
1930.
.
201,0
180,9
968,6
69,7 76,3
9
1930.
.
207,6
184,4
957,7
69,7 76,6
2
,,
1930..
210,6
196,5
997,9
69,7
72,9
26 Mrt. 1930..
219,5
196,9
981,6
69,7 77,7
19
,,
1930..
253,0
196,6
917,9 67,6
82,2
19
1930..
233,4 202,3
957,2
67,6
79,6
5
1930..
222,4
211,0
949,3
67,7
78,9
29 Mei
1929..
13,4
274,5
931,2
56,3
86,6
29 Mei 1928..
35,0
339,2 949,3
44,1 72,1
ij
vernouaing totajen voorraaa muntmateriaai en wettig Detaai-
middel tegenover F
.
R. notes en deposito’s.
II. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)
Dato
Goud
Buitenl.
tegoed
en
wi,,el,
Zweed-
sche en
sreemae
Staoh.f.
LII,.
conto’s
en
Beleen.’)
Ct,cu-
tatle Rek.
LrI.
7Juni’30
243,0
297,0
83,8
147,3
534,3
184,9
31 Mei ’30
243,1
296,1
84,0
142,3
557,0
177,3
24
’30 243,2
296,2
84,0
126,6
497,1
198,4
17
,,
’30
243,3 296,8
84,1
130,2
508,7
191,1
10
’30
243,3
302,5
84,2 137,2
516,5
197,1
3
,,
’30
243,4
293,2
84,3
150,6
545,1 171,3
26Apr.’30
243,4
276,5
84,6 177,0
499,3
226,2
19
’30
243,5
217,7
84,9 205,3 516,0 195,4
12
’30
243,6
211,7
84,9
208,1
518,9
180,0
5
,,
’30
243,6 211,4
75,8
228,1 535,0
174,1
29 Mrt.’30
243,7
206,9
75,3
217,7 545,8
152,2
22
’30
243,8
195,3 75,3
205,5
494,3
169,3
15
’30
243,8
182,8 75,3
226,6
519,6
165,3
8Juni’29
234,0
112,1
81,8
327,2
496,4
210,6
9Juni’28
231,3
40,5
74,6
344,8
466,5
195,5
25 Juli’14
105,8 115,6
28,0 92,4
206,2
68,2
1)
Vanat zq Uct.
l
excI. ue.
voorscnotten en Kascreuleten, ate
met
voor dekking beschikbaar zijn.
III. BANK VAN NOORWEGEN. (In
millioenen Kronen.)
Dato
Goud
Tegoed
In het
huilen1.
Effecten
Di,-,
conto
en
eleen.
C ir
lat
c
ic
u-
Rek.
Cr1.
7 Juni
1930..
146,6
41,6
36,2
224,0
304,0 82,3
31 Mei
1930..
146,6 41,1 36,2
231,7
307,8
82,5
22
1930..
146,6
36,4 36,2 226,7
299,3
84,5
15
1930.
.
146,6
37,8
34,6
229,2
303,6 83,2
7
1930..
146,6
39,6
34,0
4
233,2
303,9 87,1
30 April 1930..
146,6
41,6
29,4
239,7
310,2
83,5
22
1930..
146,6 44,3
26,1
238,5
310,0
80,4
15
1930..
146,6
41,4
26,1
237,8
312,3 74,0
7
,,
1930..
146,6
39,1 26,1
233,5
307,1
71,2
31 Maart 1930..
146,6
36,6 26,1
240,5
305,1
80,3
22
1930..
146,6
36,2
26,1 231,1
292,5 81,5
15
1930..
146,6
32,4
1
26,1
229,0
291,0
77,4
7 Juni
199..
146,8
43,6 11,4 269,6
303,0
.104,4
7 Juni
1928..
147,1
39,7 10,0
274,9 310,7
107,0
22 Juli
1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10,7
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
613
IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In millioenen Kronen.)
Dato
Goud
Pasmunt
Buiten!.
saldi,
munt en
[
IBinnen!.l
wissd,
1
bel: en
1
Circu-
1
1
latle
Rek.
Cr1.
31 Mei 1930..
172,31
7,1
106,3
98,0
371,1
41,7
30 Apr.1930 ..
172,2
1
7,1
96,9 94,5
362,0
1
62,9
31 Mrt. 1930..
172,3
7,5
99,9 89,0
356
1
8
46,9
31 Mei 1929 ..
172,6
7,8
94,8 89,2
358,2
45,1
31 Mei 1928 ..
181,9
11,1
102,8
128,9
347,0
27,9
30 Jufti 1914′).
75,6
6,6
1
– –
159,8
4,8
‘) wegens anuere nereening niet vergeiijKoaar.
V. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)
Dato
Goud
Zilver
Staats-
fond- sen i)
Dis-
,
conto
Be”en.
Circu-
lotie
Re&g.
Co.
Pa,iic. Stoot
14 Juni
’30
2.471
716
584
1.877
4.403
806 204
7
,,
’30
2.471
715
584
1.907
4.445
828
195
31 Mei
’30
2.471
718
584
1.910
4.391
843 206
24
,,
’30
2.470
718
584
1.855 4.383
842
189
17
,,
’30
2.470
713
584
1.890 4.437
844
158
10
,,
’30
2.470
711
584
1.939
4.466
811
193
3
’30
,,
2.470
712
584
1.943
4.440
816
240
26 April
’30
2.169
714
584
1.890
4.395
841
193
19
,,
’30
2.460
708
584 1.965
4.447
837
195
12
’30
2.469
710
584
1.991
4.440
841
206
5
’30
2.469
712
584 2.046
4.365
847
231
29 Maart ’30
2.468
716
584 2.017
4.365
840
355
15 Juni
’29
2.561 720 585 1.930
4.280
967
320
16 Juni
’28
2.608
706 586
1.682
4.242
1.037
33
24 Juli
’14
543,5
726,8
494,4
783,8
1919,0 497,9
t)
Ten bedrage van
344
millioen, plus voorschot in reK.-crt aan ne scnatic.
VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Francs.)
Dato
Goud
Zilver
Goud-
devlezen
Dis-
1
conto’s
en
Beleen.
1
)i
Circu-
lotie
Rek.
Cr1.
2)
_
23 Juni
1930..
578,9
–
325,2
80,7
842,5
180,0
15
,,
1930..
578,9
–
365,9
77,9
849,3 219,1
7
,,
1930..
578,8
–
367,1
80,2
876,6
185,3
31 Mei
1930..
578,8
–
376,0 79,8
1
907,9
169,3
23
,,
1930..
578,8
–
373,4 80,4 841,7
223,9
15
1930..
578,8
–
369,6
78,7
845,0 226,2
7
1930..
578,8
–
371,4
85,1
877,6
189,8
30 April 1930..
578,8
–
391,0
83.,5
916,3
158,8
23
,,
1930..
566,1
–
372,0
76,9
851,8
176,2
15
,,
1930..
566,1
–
348,0
78,5
860,8
153,4
7
1930..
561,0
–
344,3
85,7
885,9
108,1
31 Maart1930..
561,0
37,9
334,9
119,3
918,0
122,0
22
»
1930..
561,0
19,7
‘333,0
116,2
830,0
196,8
22 Juni
1929..
496,1
39,2
258,8
177,2
812,4
128,1
23 Juni
1928..
444,6
60,1
174,6
214,3
776,2
92,3
23 Juli
1914..,
180,1
18,9
–
107,8
267,9
105,2
seaert
it
Maart zu zonuer reK.-crt. saici, in net ouitcnianu. uee
zijn met ingang van dien datum met den post buitenlandsche wissels
tot den post gouddeviezen samengesmolten.
Sedert 31 Mrt.’28 uitsluitend de dagelijks vervallende verplichtingen.
VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)
1)
Dato
1
Goudl
kenen
I
Vreemd
eld, deie-
legd.
iJh. buit.l.
2
)
Andere 1
edel-
,)alula
conto’s
en
Beleen.
T’I
schol
o)d.
Stoot
Circu-
latie
Rek.
.
Cr1.
23Juni’30
168,5
260,2
396,0
90,4
101,5
881,1
142,9
15
’30
168,5
256,4
391,3
89,3
101,5
922,5
91,5
7
’30
168,5
253,9
389,5
112,9 101,5
961,8
71,0
31 Mei ’30
168,6
257,7
393,8
132,7
101,5
1.021,91
39,1
23
,,
’30
168,6
235,1
369,0 87,8
101,5
845,41
123,9
15
’30
168,6
231,2
364,8
102,6 101,5
873,91
101,8
7
’30
168,6
230,5
364,3 130,0 101,5
911,8
89,1
30 Apr.’30
168,6
231,1
364,9
146,0
101,6
982,4
36,2
23
’30
168,6
219,0
340,7 123,9
108,4
847,1
120,1
15
’30
168,6 218,1 334,8
132,8
108,4
886,2
83,4
7
,,
’30
168,6
220,4
335,8
153,7
108,4
924,4
68,1
31 lelrt.’30
168,6
221,2
336,3
165,7
108,5
979,9
26,1
’30
168,6
213,0
325,2
142,5
108,5
854,2
109,(
23Juni’29
168,6
194,0
341,8
195,0 109,7
1
894,8
116,1
23 Juni’28
117,2
283,9
1
284,51
91,8
167,7)
857,6
90,
1
Schilling
= 0.694
goudkronen
= 10.000
paplerkronen.
Als dekking der circulatie en saldi in rekg. crt. geldende, volgens art. 85 der Statuten.
VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.
(In millioenen Pengö’s. 1 Pengö = 12.500 Kr.)
Dato
Goud
Vreemd
gdd,
deviezen
tegoed
Binne.1
cce en
en
Voor’
schot
oan den
,
C,rcu-
latle
Rekg.- Couront
in hei
effecien
Stoot
Staal Portie.
buiten!.’)
23 Juni ’30
163
28
187
83
378
52
26
15
’30
163
25
194 83
393
42 25
7
’30
163 22
206
83
407
38
16
31 Mei
’30
163
19
220
83
441
15
16
23
,,
’30
163
12
198
83
368
55
21
15
’30
163
11
202
83
391
32
18
7
,,
’30
163
14
219
83
429
21 20
30 April ’30
163
10
248
83
464
7′
‘
18
23
,,
’30
163
8
202
83
370
46
27
15
,,
’30
163
8
200
83
,
385
42
18
7
,,
’30
163
8
210
83
407
39 14
31 I’1aart’30
163
8
225
83
431
30
17
23 Juni ’29
177
17
349
92
388
196
14
23 Juni ’28
197
70
291
106
1
399 271
1
17
1)
Als
dekking van bilietten en saici, in regg.-courant geiuenue, vol-gens art. 85 der statuten.
IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)
Data
Vorde-
1
ring op
den
Stoot
1
Goud
en
Zilver
Vreemd)
geld en
)
tegoed in)
hei buii.l.I
Discon-
to’s en
6e/ee-
ningen
Circu-
)
lalie
Rek.
Co.
7 Juni
1930
3.995
1.262 1.730 625
6.877
685
31 Mei
1930
3.666
1.313
2.052
319
6.896
491
23
1930
3.871
1.296
1.987
319
6.074
1.126
15
1930
3.674
1.262
1.889
355
6.167
942
7
1930
3.679 1.262 1.885
390
6.440
707
30 April
1930
3.687 1.262
1.872
515
6.854
401
23
,,
1930
3.688
1.262
1.861
476
6.121
1.027
15
1930 3.691
1.262 1.865
500
6.301
873
7
,,
1930
3.693 1.262
1.890
578
6.653
644
31 Maart 1930
3.699 1.262
1.907
639 7.011
417
23
,,
1930
3.703 1.262 1.900 245
6.122
835
7 Juni
‘1929
3.995′
1.206
1.730
625
6.877
‘
685
7 Juni
1928
4.319
1.119
1.761
351
6.882
838
X. ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.
(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)
uata
ou
en
G d
t.oUO’
e
c
n.
Dis.
conto’s
en
heleen,
Waar-
van
Reg..
papier
Circu-
lalie
Rek.-
Cr1.
A!ge-
meen
Dekking,
perc.)
6 Juni
1930:
.
6.991 7.551
108
8.369
6.491
46,9
30 Mei
1930..
7.252
8.323
96
8.979
7.057 46,0
23
1930..
6.866
7.955
152
7.429
7.358
46,5
16
1930..
6.935 7.923
142
7.565 7.507
46,5
9
1930..
7.090
7.941
135
8.048 6.451
48,4
2
1930..
7.512
8.220
81
8.946
6.933
47,9
25 April
1930..
7.529
7.884
139
7.726
7.331
49,6
17
,,
1930..
7.599
7.689
142
7.642 7.070
51,6
11
1930..
7.334
8.614
711
7.891
7.134 47,6
4.,,
1930..
7.007
9.160
1.113
8.565 7.222 45,0
28 Maart1930..
7.315
9.445
1.601
8.436 7.580
45,8
21
1930..
7,115
8.859
1.803
7.393
7.858 47,6
14
1930..
6.806 8.652
1.578 7.689
6.976
46,7
7
1930..
7.152 7.989
1.563 8.331 8.944
47,3
7 Juni
1929..
7.715
8.600
225 9.032
6.892
48,7
8 Juni
1928-1
7.830
1
‘8.055
1.671
8.309 6.830
1
51,7
.) Verhouding gouci, g000cert. en pasmunt tegenover opeiscnuare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.
XI. BANK VAN LITHAUEN.
(In millioenen Lita’s.)
Goad
Zilver
8
1
Devie-
zen
Bank
‘Data
Dis-
cono’,
en
Beleen.
Kapi
taal
In
omloop
Depo-s.tos
15 .Tuni 1930
35,2
4,3
81,0 90,6
12,0 96,1 104,1
31 Mei 1930
35,2 4,3
73,0
96,2
12,0
98,0 98,9
15
,,
1930
35,2
4,3
71,7
96,2
12,0 96,1
99,6
30 Apr. 1930
35,2
4,2
73,7
94,3
12,0
101,8
94,3
15
,,
1930 35,2
4,1
77,6
92,5
12,0
102,1
97,7
31
Mrt. 1930
35,2
4.2
81,3
89,6
12,0
101,4
98,0
15 Juni1929
34,4
4,4 37,0
84,3
12,0
81,4
70,4
15 Juni 1928
34,2 4,6 44,8 82,8
12,0
85,2
74,3
614
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Juli 1930
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
1 Juli 1930.
Aan de t a r
w
e-markt heeft in de eerste helft der week
de prijsdaling nog overal voortgang gemaakt. Vooral de
weerberichten der te velde staande oogsten hebben daartoe
geleid. In cle Vereenigde Staten namelijk gaat het oogsten
der wintertarwe onder gunstige weersomstandigheden voort
en uit verschillende streken wordt bericht, dat de opbrengst
daar meevalt, terwijl ook over de kwaliteit de rapporten
gunstig zijn. In het Noord-Westen der Vereenigde Staten
en in Canada is van tijd tot tijd weder regen gevallen, waar-
van de zomertarwe profiteerde. Bovendien was gewoonlijk
de Europeesche vraag naar Noord-Amerikaansche tarwe te-leurstellend, afgezien van een enkelen dag, waarop speciaal
naar Engeland zaken in Manitoba’s tot stand kwamen. In
Noord-Amerika waren dus zoo goed als geen factoren aan-
vezig om aan de prijsdaling een einde te maken. Te minder
was dat nog het geval, omdat de Federal Farm Board be-
kend liet maken, dat hij geen plan heeft om voorloopig ver-
clere maatregelen tot stcun der tarweprijzen te nemen. Zelfs
schijnen er pogingen te worden aangewend om tot afschaf-
fing van den }3oard te geraken. Wel verluicide, dat cle Farm
i3oard voorloopig, zoo lang de eerste aanvoeren van nieuwe
wintertarwe zullen duren, geen maatregelen zal nemen tot
verkoop van zijn groote voorraden, hetgeen den prijs weder
verder zou drukken. Uit Canada werd op enkele dagen der
week beweerd, dat de banken, die aan cle tarwepool voor-schotten hebben verleend op tarwe en gedekt zijn door een
garantie van de Prairie-Provincies, bij die provincies zou-
den hebben aangeklopt om betaling van marges. Later is
dit ontkend, doch er blijkt voldoende uit, hoe zeer men zich
in Canada ongerust maakt over de groote voorraden tarwe,
waarover de pool daar nog beschikt. Vooral nu er kans
schijnt te bestaan op een nieuwen goeden oogst, kan dit geen
verbazing wekken. Uit Australië wordt bericht, dat daar
werkelijk een belangrijke uitbreiding heeft plaats gevonden
van cle met tarwe bezaaicle oppervlakte. Daar cle veersom-
standigheclen voorloopig gunstig zijn geweest voor de eerste
ontwikkeling van het jonge gewas, bestaat dus ook daar
kans op een grooten tarwe-oogst. In Europa blijven cle
oogstberichten over het algemeen bevredigend, vooral nu in
Duitschland Vrij wat regen gevallen is. Slechts staat nu wel
vast, dat Italië een belangrijk kleineren oogst zal hebben
dan het vorige jaar, terwijl dit waarschijnlijk ook in Frank-
rijk het geval zal zijn. Uit verschillende gedeelten van
Frankrijk komen bij voortduring ongunstige berichten om-
trent den tarwe-oogst, doch de resultaten loopen blijkbaar
sterk uiteen en van een eeuigszins betrouwbare schatting
van de opbrengst is nog geen spruke. Met den uitvoer van
Fransche tarwe van den vorigen oogst schijnt het echter nu
we]
definitief ten’ einde te loopen. Een zeer groote tarwe-oogst wordt verwacht in Roemenië, vaar de opbrengst ge-
raamcl wordt op 15 millioen quarters, terwijl die in het
vorige jaar 124 millioen quarters heeft bedragen en ook
het gemiddelde van de jaren 1924-1928 12. millioen quar-
ters beliep. Men verwacht dus ook in Roemenië een flink
uitvoeroverschot. De tarweverschepingen uit Argentinië zijn
deze week weder klein geweest, doch ofschoon wegens den
geringen omvang van den laatsten oogst de voorraden in
Argentinië niet overmatig zijn, heeft toch ook daar sedert
het midden dezer maand een aanzienlijke prijsverlaging voor tarwe plaats gevonden. Eenig herstel is,’ zoowel in
Noord- als in Zuid-Amerika, op 26 Juni ingetreden, omdat
er weder meer sprake was van droogte in Canada, Engeland
wat meer kooplust voor Canadeesche tarwe toonde en voor-
al wegens de in Amerika verspreide Fransche en Italiaan-
sche ongunstige oogstberichten. Ook de droogte in Duitsch-
land, waaraan intusschen eén einde is gekomen, deed zich
gelden. Tot een betere stemming aan de Europeesche tarwre
markten heeft dit prijshcrstel echter nauwelijks ‘geleid en
vooral, toen reeds 01) den 28sten weder een reactie intracl,
kon van een verbetering van den ondernemingsllist in
Europa geen sprake zijn: Een bericht, dat de Federal Farm
Board toch besloten zou hebben om in dit jaar 300 mil-
lioen bushels tarwe te verhandelen, kon daarin geen ver-
andering brengen, nu men in het afloopende seiioen wel
heeft gezien, hoe weinig zulke operaties tenslotte kunnen
uitrichten. In Engeland liep het gerucht, dat de Italiaan-
sche regeering groote inkoopen van tarwe had gedaan in
Noord-Amerika, teneinde het tekort te dekken, dat ver-
oorzaakt wordt door den kleinen Ita.liaanschen oogst van dit jaar. Dit zouden dan wel zeer groote inkoopen moeten
zijn en uit den loop der Amerikaansehe tarweprijzen valt
niet op te maken, dat het gerucht waarheid bevat. Ook op
30 Juni was tarvc in Noorci-Amex-ika weder zeer flauw en
de markt sloot slechts weinig boven het laagste punt der
week. In vergelijking met 23 Juni sloten Chicago en Win-
nipeg 1 It 3 l)ollarcent per 60 lbs., de Argentijnsche ter
–
mijnmarkten 25
It
30 centavos per 100 KG. lager.
Een verbetering is in de tweede helft dezer week ingd. treden in de markt voor r o g ge, waardoor in Nederland
zoowel Duitsehe als Rnssisehe rogge beter gevraagd waren
en hoogere prijzqn konden bedingen. Ook in Noord-Amerika
is, toen tarwe vaster liep, een prijsherstel voor rogge inge-
treden. Op exportmogelijkheden is echter voorloopig dit
Amerikaansche herstel niet gebaseerd en evenals voor tarwe
zijn tenslotte ook de roggeprijzen weer ingezakt. De voor-
uitzichten voor den Europeeschen rogge-oogst blijven gun-
stig, terwijl in Duitsehland de vrees voor schade wegens
te weinig regenval sterk is verminderd.
Mal s was deze week aanvankelijk nog niet vast, doch
later is voor spoedige posities de markt aanmerkelijk ver-
beterd tengevolge van de kleine verschepingan van den
laatsten tijd. Argentinië namelijk verscheept wegens het
vochtige weder nog altijd zeer weinig maIs en ofschoon de
verschepingen uit de Donauhavens tegenwoordig wel vrij
wat grooter zijn dan eenigen tijd geleden, zijn ook die niet
van grooten omvang en dientengevolge zijn aanvoeren van maïs in West-Europa bij voortduring klein. Speciaal de ge
ringe omvang der Argentijnsche verschepingen heeft ge-
leid tot vrij levendige clekkingsvraag voor Juni-aflading en
ook de verbruiksvraag was voor spoedige Plata-maïs deze
week veel beter. Het aanbod daarvan werd dan ook, spe-
ciaal in België en Nederland, met graagte opgenomen,
waarbij cle prijzen eenige verhooging konden ondergaan.
Ook voor Donau-maIs zijn de prijzen gestegen, nu de kwa-
liteit dier maIs den laatsten tijd zeer goed is. Het aanbod
van den Donau is verminderd, omdat de hoeren daar druk
bezig zijn met den veldarbeid, en daarom minder ter markt
brengen, terwijl zij zich wegens de lage prijzen toch reeds
weinig moeite geven om hun product te verkoopen, zoo-lang geen ruimte noodig is voor den nieuwen oogst. Ook
in Roemenië bstond eenige dekkingsvraag voor vroeger
afgesloten verkoopen, hetgeen to,t de prijsstijging heeft bij-
gedragen. De verhoogde prijzen worden echter voor Donau-
maIs op aflading slechts schoorvoetend betaald en slechts
voor stoomende Donaumaïs zijn in de laatste helft der
week, vooral in Nederland, vrij wat hoogere prijzen betaald
dan tevoren. Platamaïs op aflading is niet vaster geloopen en kwam zelfs geleidelijk goedkooper te koop. Het weder
In Argentinië is wat verbeterd en in ieder geval meent men
wel te mogen aannemen, dat de verschepingen in afzienbaren
tijd zullen toenemen. Het vertrouwen in den prijs van maIs
bp afladiug is overal gering, gedeeltelijk ook tengevolge
van den grooen Zuid-Afrikaanschen oogst, die binnen en-
kele maanden ter verscheping zal komen. Aan de Argan-
tijnsehe terinijnmarkten tobben de maïlprijzen den laatsten
tijd zeer weinig gefluctueerd. Gedurende de geheele week
bleven zij vrijwel onveranderd. Ook in Noord-Amerika trad
in den maïsprijs hij goede oogstberichten weinig verande-
________________
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
–
Totaal
Artikelen
221
2
8 Juni
Sedert
Overeenk.
–
2J;;7
Sedert
Overeenk.
1930
1
Jan.
1930
tijdvak
1929 1930
1Jan.
1930
tijdvak
1929
1930
1929
22.686
649.079
821.818
48
25.764
64.137
674.843
885.955
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
8.987
220.801
107.603
–
24.440
–
245.241 107.603
Boekweit
…………..
….
483
7.790
11.974
,
–
1.467
–
9.257 11.974
479.824
347.463
6.111
84.806 100.620
564.630 448.083
17.040
238.574
206.984
–
20.150
1.731
258.724 208.715
105.902 108.468 210
2.812
2.746
108.714
111.214
MaIs
……………….14.895
Gerst
……………..
Lijuzaad
…………..3.320
40.142
90.054
8.954
147.020 197.248
187.162
287.302
Haver
………………3.352
85.493
120.447
–
–
250
85.493
120.697
Lijnkoek ……………1.770
Tarwemeel
………….
.1.105
64.081
45.799
70
18.408
15.853
82.489
61.652
Andere meelsoorten
433
10.229
9.046
–
–
–
–
10.229
.
9.046
2 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
615
ring in. Eerst op 30 Juni vond een aanmerkelijke prijs-
daling plaats.
Voor ge r
S
t zijn de prijzen in het begin der week blij-
ven hangen op het zeer lage niveau, dat in de vorige week
werd bereikt, doch de verschepingen van Rusland en den
Donau waren slechts klein, hetgeen eenige verbetering der
stemming tengevolge heeft gehad. Ook deed eindelijk het
lage prijspeil den onclernemingslust toenemen, terwijl bo-
vendien Vrij wat vraag ontstond voor dekking van vroeger
afgesloten verkoopen. Een toename der inkoopen van, Rus.
sische en Roemeensche gerst viel te constateeren in Enge.
land en ook in Nederland was de omzet vrij aanzienlijk.
Dit alles heeft tenslotte tot vrij sterke verhooging der
gerstprijzen geleid, doch op 30 Juni ging de prijsstijging
reeds niet meer voort. Een groote oogst wordt weder in
Roeineniii verwacht en het binnenhalen daarvan heeft een
aanvang genomen. Ook Rusland schijnt een grooten gerst-
oogst te verwachten en in de Vereenigde Staten schijnt
men er binnenkort wel toe te zullen overgaan pogingen aan
te wenden tot verkoop van voergerst naar Europa. Aan.
wijzingen voor een aatizienlijk prijsherstel voor gerst zijn
dan ook nog niet voorhanden. Eerst wanneer Duitschland
weder als kooper optreedt, bestaat daartoe de mogelijkheid
en het schijnt, dat daarop wel eenige kans bestaat. Er
wordt tenminste in Duitschland beveercl, dat een verla-
ging van het invoerrecht op gerst te verwachten is.
De h a v e rmarkt is bij voortduring stil. In Engeland
vonden in haver slechts zeer weinig zaken plaats en ook de
omzet van Platahaver naar Antwerpen is afgenomen. De
regen in Duitschland heeft daar de vooruitzichten voor den
nieuven haveroogst verbeterd, doch zaken in Duitsche
haver naar Nederland hebben voor dit oogeoblik vrijwel
geheel opgehouden.
SUIKER.
In de afgeloopen week was de steitiming op de ver-
.schillende suikermarkten prijshouclend tot vast.
In A in e r i k a, waar men nog op voorraden van suiker
zat, welke voor cle in werking
tl:eding
van het verhoogde
invoerrecht geïmporteerd werden, ging aanvankelijk niets
om in disponibele ruwsuiker. Naderhand kon voor pronipt
ca.
3J/
dc. bedongen worden; voor latere levering werd
tusschen 3.30 en 3.40 dc. betaald, tot welke prijzen ca.
75.000 tons door Raffinadeurs uit de markt genomen
werden.
De termijnmarkt te New-York was vast met langzaam
stijgende noteeringeri. Deze luidden aan het slot: Juli 1.33;
Sept. 1.43; Dec. 1:55; Jan. 1.53 en Mrt. 1.61, terwijl de
laatste noteeriug voor Spot Centr. 3.35 was.
De ontvangsten in cle Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 35.000 toas, de versmeltingen 59.000
tons tegen 66.700 tous en de voorraden 464.000 tons tegen
697.900 tons.
Dc laatste C uh a.statistick luidt als volgt:
1930
1929
1928
Tons
Tons
Tons
Cubaproductie ……………4.661.000 5.156.3.15 4.037.833
Consumptie …………….42.148
72.315
98.000
Weekontv. afscheephavens.
32.476
50.278
27.383
Totaal sedert 111 ……….2.964.730 4.057.239 2.975.550
Weekexport…………….40.647
56.318
55.974
Totale export sedert 1/1 1.472.902 2.685.922 1.794.959
Voorraad afscheephavens.. … 1.650.910 1.371.317 1.180.591
Voorraad binnenland……..1.494.745 1.028.079 969.662
Aantal werkende fabrieken 3 – –
In E ii g e 1 a n c was de markt looni en er ging zoo goed als niets om. Tengevolge van de vastere stemming te New-
York konden de noteeringen op de Londensche termijn-
markt zich echter handhaven en aan het einde der week
een fractie verbeteren.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:
1930
1929
1928
Ton
Ton
Ton
Duitschiand 1/6 ………..
941.000
824.000
644.000
Tsjecho-Slowakije 116 ………
356.000 320.000 406.000
Frankrijk 1/6 …………..
449.000
349.000
304.000
Nederland 1/5 ……………
211.000
213.000
127.000
België 1/6 ………………..
131.000
146.000
124.000
Polen116 ………………
297.000
218.000
150.000
Engeland 1/6 Geïmp. Suiker
179.000 194.000 313.000
116 Binnenl.,…..
28.000
21.000
18.000
Europa…….. 2.592.000 2.285.000 2.086.000
Alle Ati. havens 1/6 ……..
784.000
929.000
707.000
Cubaansche ,,
1/6 …….. 1.702.000 1.440.000 1.263.000
Cuba binnenland geraamd 116 1.885.000 1.185.000 1.060.000
Totaal
.
……………. 6.963.000 5.839.000 5.116.000
In J a v a zijn slechts koopers tot belangrijk beneden de
,,limites van de V.I.S.P. ]E[et rendement van 111 fabrieken
op ca. 15 Juni bedroeg nagenoeg hetzelfde als verleden jaar.
H i e r te 1 a n de is in de Tweede Kamer een Wetsont-
werp in behandeling, behelzende de heffing van een corn-penseerend invoerrecht op witte suiker van ca.
f
2.40 per
100 KG.
De markt bij ons was prijshoudend. De termijnaoteeringen
te Amsterdam luidden aan het einde der week als volgt:
Aug.
f
94; Dec.
f
1
03k;
Mrt.
f
10%; en Mei
f lO
5
/. i)e
omzet bedroeg 2700 tons.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 25 Juni 1930.
Katoenprijzen in de Aerikaansche markt stegen dage-
lijks tot Zaterdag, toen futureprjzen 10 punten daalden.
Maandag was er een verdere daling en Mid-American spot
noteerde 7.57 d. Gisteren was de markt echter vaster en
loco-prijzen stegen 7 punten, hoewel het slot vrij vast
was, jil. 3 tot 4 punten hooger. New-York was eveneens
flauwer en sloot 9 tot 30 punten lager, terwijl Liverpool
vanmorgen 7 tot 9 punten lager opent. Egyptische katoen
is eveneens flauwer in prijs en F.G.F. Sakellaridis noteer-
de gisteren 12.20 d. De loco-vraag was de vorige week
iets beter en hoewel cle totaalverkoopen in Liverpool cle
vorige week 21.000 balen bedroegen, varen hiervan slechts
8.120 Amerikaansche, terwijl het restant uit Exoten be-
stond, nl. 5.910 balen van Zuid-Amerika, 3.900 Egyptische
en Soidaueesche, 2.040 Af i
–
ikaansehe en het resteerend ge-
deelte van andere markten.
De Amerikaansche garenmarkt is over het algemeen
kalm, hoewel er een aanzienlijke vraag bestaat. Gedurende
de laatste dagen der vorige week zijn er flinke zaken ge-
claan in enkele soorten, hieronder grove nummers voor
,,thread twist” inbegrepen, als ook ringgarens. Deze week
zijn zaken echter voornamelijk beperkt tot kleine hoeveel-
heden twist en vef t, daar er in sommige districten vrees
voor lagere prijzen schijnt te bestaan. In getivijude garens
zijn er verder goede hoeveelheden voor binnenlandsch ge-
bruik geplaatst, terwijl de exportvraag gering blijft. In
Egyptische soorten gaat ook over het algemeen slechts
weinig om, ofschoon wij in enkele gevallen vernamen, dat flinke hoeveelheden geboekt zijn. Er bestaat vraag van het
Continent naar fijne enkele garens, doch met het groote
prijsverschil tnsschen ouden en nieuwen oogst kan er weinig
gedaan worden en het staat te bezien of de huidige ver-
kleinde productie verkocht kan worden. Deze groote ver-
schillen hebben ook grooten invloed op de markt gehad, want slechts w’einig gebruikers, hetzij van enkele of ge
twijade Egyptische garens, zijn geneigd van tevoren te
koopen, zoodat de omzet slechts beperkt is voor de nabije
toekomst.
Doekprjzen blijven onveranderd en hetzelfde kan gezegd
worden van den stand van de markt. De slechte condities,
zoowel op politiek als economisch gebied, die zoowel in
Indië als China heerschen, ja op de meeste Oostersche
markten blijven bestaan, blijven voortduren. Ofschoon prij-
zen wel gunstig schijnen, zijn er zooveel factoren, die op
cle positie van invloed zijn en de vraag tegenhoudt, dat
koopers geen vertrouwen schijnen te hebben en slechts, op
zeer beperkte schaal zaken doen.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen .17 Juni 24Juni
18Juni 25 Juni T.T.opBr.-Indië 1152,5
l/5H
F.G.F.Sakellaridis 12,45 12,35 T.T.opHongkong
l/
2
?/
1/3
G.F. No. 1 Oomra 3,40 3,55 T.T. op Shanghai 1153
1/5/
Ontvangsten’ in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dutzendtallen balen).
1 Aug.’29 Overeenkomst/ge pen ode
tot
20Juni’30
1
1928129
1927 j28
Ontvangsten Gu1f-Haven.
8570 9324
8257
,,
Atlant.Havens
)
UitvoernaarGr.Brittannië
1268
1826
1382
‘t Vasteland etc.
.
4064
4506
4980
Japan ……
.
1212
1483
999
Voorraden. (In dulzendtallen balen).
–
1
Overeenkomstig tijdstip
20Juni’30
1-
1929 1928
Amerik. havens ……….
1702
877
933 688 325
463
222
.
169
86
Binnenland
………….
New York
……………
171
246
New Orleans ………….
……….419
Liverpool
……..
293
483
534
11
616
ECONOMISCH-STATISTISCHE EERICHTEN
2 Juli 1930
KOFFIE.
De stemming aan de koffiemarkt bleef in dc afgeloopen
week onveranderd kalm. In Brazilië liepen de kost- en
vracht-aanbiedingen van Santos bij sommige afladers
11- â
2/- terug, terwijl zij hij andere onveranderd bleven. Van
Rio zijn cle aanbiedingen ongeveer 1/- lager. De cif-prijzen
van Neclerlandsch-Indië blijven afbrokkelenden zoowel voor
de ougewasschen als voor de gewasschen Robusta zijn cle
noteeriugen 1 ct. lager.
De lustelooze houding aan de verschillende Europeeschè
en Amerikaanschd markten hield nog steeds aan en cle
afzet ws als gevolg daarvan onbevredigend.
Nieuws van beteekenis uit de productielanden werd niet
ontvangen.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt ondegingen de no-
teericigen slechts onbecluidencie wijzigingen en de prijzen
zijn bij het afsluiten van dit Overzicht eene fractie lager
dan die van verleden week. Zij waren Dinsdag 1 dezer des
voormiddags ëls volgt: Juli 25 %,
September
23%,
Decem.
ber 21%, Maart 1931 – 20%, Mei 1931 – 20% et.
De officieele loco-noteeringen werden vrlaagd voor Su-
perior Santos van 39 op 38 et. per % K.G. en voor Robusta
van 33 op 32 et.
De prijzen van gevoon goed beschreven Superior Santos
op promte verscheping zijn thans ongeveer 561. u. 571- per
cwt. en ‘an dito Prime ongeveer 58/- i 61/-, terwijl zij van Rio type New-York 7. met beschrijving, prompte versche.
pilig, bedragen 36/- h
Van Robusta
01)
aflading van Nederlandsch-J.ndië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Juli-verscheping, 16% et.; Benkoe-
leo Robusta, Juli-verscheping, 167/
s
ct.; Mandheling Ro-
busta, Juli-verscheping, 19% ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta,
Juli-verscheping, 27 et., alles per % K.G., elf, uitgeleverd
gewicht, netto contant.
:De slot.noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
30 Juni
$
7106
$
6,88
$
6,73
$
6,59
,,
7,23
,,
7,05
6,86
,,
6,80
23
,………
,,
7,45
,;
7,22
7,02
6,92
16
,……..
9
,…….
.
7,84
7,58
7,40
,,
7,29
THEE.
In de achter ons liggende week was het voorkomen van
de theemarkt over het algemeen prïjshoiidend te noemen.
De goedkoopere Java- en Sumatrasoorten waren prijs-
houdend, terwijl theeën met geelpnnt onregelmatig liepen.
De uitvoer uit Nederlandsch-entrepôt gedurende de maand
Mei was 80.000 KG. netto hooger dan in Mei 1929.
De verhooging komt op rekening van vrijwel alle landen,
met uitzondering van Duitschland, hetgeen ongetwijfeld mag
worden toegeschreven aan de jongste drastische verhoo-
ging van het Duitsche invoerrecht op thee.
Amsterciani, 30 Juni 1930.
STEENKOLEN.
Uit een stemming, die gehouden is onder de n:uijnwerkers
vai eukle onclernemingn in Wales zou af te leiden zijn,
dat men meer geporteerd is voor een werkdag van vijf dagen van acht uur en één dag (Zaterdag) van vijf uur
= vijfenveertig uren, dan voor een werkdag van zes dagen van zeven en een half uur. i)it zou een heel eind gaan, al-
thans indien dit voorloopig resultaat de weerspiegeling zou
zijn van de algemeene meening der mijnwerkers, in de rich-
ting van het voorstel van het Hoogerhuis, dat neerkomt
op een negentigririgen veertiendaag.
De mijnen in Engeland zoowel als in Westfalen en ook
in Holland hebben te kampen tegen gebrek aan afzet. Er
worden, vooral in Engeland, steeds meer mijnen stil gelegd
en tenslotte zal men op deze wijze wel de productie in har-
monie brengen met de vraag, om dan later weer gevolgd
te worden door vastere prijzen tengevolge van de geringe
productie. Zoo is altijd de gewone loop der dingen.
De prijzen zijn:
Northumberlaud Ongezeefde …………
f
9.50
Durham Ongezeefde ………………….10.25
Carcliff % large % smalls …………….12.50
Schotsche Qezeefde (Prime Lothians) ……0.75
Yorkshire gewasschen Singles ………..,, 9.50
Westfaalsche Vetförder
.
……………… ,, 12.50
Vlamstukken 1 …………..13.50
Smeenootjes
…………….13.—
Gasvlamförder ……………12.25
Gietcokes ……………….16.50
Rollandsche Eierbriketten ……………..15.50
VRAcHTENMARKT.
Graan van Noord-Amerika.
Een merkba.re
verbetering is
waargenomen in deze afdeeling en aangezien het aanbod
van .checpsruimte lang niet zoo groot is als de week te-
voren, zijn de vrachten verder opgeloopen. Van Montreal
naar cle Middellanclsche Zee (excl. Spanje en Noord-Afrika)
is tot $ 0,11 betaald voor begin Juli en, alhoewel in het
begin van de week hetzelfde cijfer werd geaccepteerd voor
Juli/Augustus, kan voor dezelfde positie $ 0,11% tot $0,12
verkregen worden. September ruimte is $ 0,12 waard en
October waarschijnlijk $ 0,12%.
Van de Noord-Pacific
is de vraag naar scheepsruimte voor
graan gering. Na de afsluiting van een 7000 tonner per
eind Jul/begin Augustus van Portland of Puget Sound
naar Uk/Continent tegen 201-, werd verdere tonnage in
dezelf de positie tevergeefs aangeboden op dezelfde basis. De vroegste datum, waarvoor bevrachters weer willen on-
derhandelen, is begin September. Van de La. Plata kan een welkome verbetering geconsta-
teerd worden. Sinds ons laatste rapport was er een goede vraag tegen ca. 2/- hoogere vrachten van de Bovenrivier.
Minstens 15 booten zijn gedaan, alle voor vroege belading.
Voor latere verscheping is absoluut geen belangstelling. Tot
121- is betaald van de Bovenrivier naar UK/Continent voor
handige booten, terwijl naar Antwerpen/Rotterdam direct
11/- werd geaccepteerd basis één, en 11/6 beide havens.
Suiker van West-indië.
Een goede vraag hield aan en
onder den irvloed valt de in het algemeen betere markt
van Amerika zijn de vrachten verbeterd. Voor Juli booten
van 7000/7500 ton van Cuba naar U.K./Continent werd
121- betaald en voor Augustus 12/3. De vraag is nu nog
hoofdzakelijk voor Augustu. Voor kleinere booten bestaat
geen belangstelling.
Donau en Zwarte Zee.
De Donau bleef vdst; een flink
aantal afsluitingen werd gedaan. Voor prompte scheeps-
ruimte, alsook Juli. tonnage werd tot 14/- betaald, basis
Antwerpen/Hamburg Range en 111- naar West-Italiaansche
havens. Naar Plymouth en Swansea werd een zeer prompte
boot van 5300 ton gesloten tegen 12/3 netto. Bevrachters
toonen nu meer belangstelling voor Augustus en Septem-
ber verscheping en voor booten tot 6000 ton wordt 141-
tot 14/6 bi uitzicht gesteld naar Antwerpen/Hamburg
Range. Er is vraag naar een boot voor 4000 ton maïs
DouiaufMontreal voor Juli verscheping, waarvoor 1616 wordt
genoteerd. Waarschijnlijk kan ook een groote boot gedaan worden voor deze lading, aangevuld met stukgoederen, op
basis van 17/6 per. ton laadvermogen.
lhddellencLsche Zee.
Een matig aantal af sluitingen
werd in de dfgeloopen week gedaan; cle vrachten zijn even-
wel iets gemakkelijker geworden. Er zijn nu maar weinig
orders aan cle markt, doch tengevolge van de betere vraag
van den Donau en de Zwarte Zee, zullen ertsbevrachters wel
iets meer moeten betalen.
Noordpamrje.
Na de lange periode van buitengewone
slapte, toont deze markt nog geenerlei opleving. Bilbao/
IJmuiden is afgesloten tegen 4/3, terwijl een handige boot
per medio Juli naar Motterdam zou kunnen worden ge.
sloten tegen 41-, misschien 4/1%.
Kolen van U.K.
Slechts een matige vraag naar de gewone
bestemmingen blijft aanhouden en aangezien er voldoende
booten beschikbaar zijn, toonen de vrachten geenerlei nei-
ging tot verbetering, integendeel naar de Middellandsche
Zee zijn zij iets gemakkelijker tengevolge van de meerdere
vraag van de Zwarte Zee en den ])onau. Afgesloten werd:
van Zuid.Wales: Antwerpen 2/9, Nantes 3(6, Lissabon
6110%, Gibraltar 6j-, Genua 6/9, Alexandrië 719, Shanghai
18/-, Rio 13/9, Buenos Aires 16/3, en van de Oostkust:
Kotka 4/6, Stettin 41., Rouaan 315% Lissabon 8/-, Genua
7/-, Alexandrië 8/-, Buen.os Aires 1616 en New-Founclland 8/-
RUN VAART.
Week van 22 t/in.
28 Juni 1930.
De aanvoeren bleven middelmatig; scheepsruimte bleef
hij weinig vraag voldoende beschikbaar; de stemming bleef
lusteloos. De ersvracht bedroeg: naar Ruhrhaven
f
0.17 %/
0.27% per last met 4 en 8 losdagen; naar Grimberg f.0.25f
0.35 per last met 4 en 8 losdagen; naar Dortmund
f
0.501
0.60, 0.55/0.65 per last met 3 en 6 losdagen. Naar den
Bovenrijn ging eveneens weinig om. ])e vracht naar Mann-heim. bedroeg gemiddeld ca. 50 ets, per last voor ruwe pro-
ducten met verkorten lostijd. Het sleeploon werd geno-
teerd volgens het 25 ad 27%I ets, tarief..