13 FEBRUARI 1918
A UTEURSRCHT VOORBEHOUDEN
EconomischpwStatistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER
t-
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
3E
JAARGANG
WOENSDAG 13 FEBRUARI 1918
No. 111
1
INHOUD
BIz.
HET ENGELSCHE MINISTERIE VAN HANDEL …………..
132
De Suikerhandel in
1917
en de Vooruitzichten voor javasuiker
133 Punt 11 van het Program van den Economischen Bond..
135
De Invloed van den Oorlog op het Bloembollenbedrijf….
136
In- en Uitvoer van Groot-Brjtannië in
1917
…………
138
AANTEEKENINGEN:
Prijzen van
Suiker
…………………………
139
Geldschieting door Amerika
…………………
139
Kolonisatie van immigranten in Suriname…………
139
Spoorwegontvangsten
……………………….
139
Kleurstoffenindustrie in Amerika
………………
140
INGEZONDEN STUKKEN:
Besparing van Distributiekosten door wijziging der
Jilstrlbutiewet door Mr.
K. A.
H. Coebergh……..140
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
…………………….
142
RECEERINGSMAATREGELEN OP HANOELSCEBIED
…………142
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…… . ………..
143-150
Geidkoersen.
Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen. Secretaris:. Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLAD ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Secretaris-Redacteur: G.
E. Huffnagel.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 1e,—. Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maçstschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
11 FgBIWARI
1918.
De geidmarkt heeft in de afgeloopen week, zQoals
te verwachten was, in hooge mate den invloed onder-
gaan van de groote bedragen, welke voor de stortin-
gen op de Staatsleening benoodigd waren; zoodra de
laatste stortingsdag dan ook voorbij was, kon eenige
ontspanning intreden.
Het was vooral op de prolongatiemarkt, dat het
verloop der stortingen bemerkbaar was. De week
opende zeer vast met noteeringen van 5 en 5 â 5%
pOt. De volgende dagen werd verder 4% pOt. geno-
teerd, terwijl na afloop van de stortingen voor 4%
pOt. geld beschikbaar kwam.
Op de discontomarkt had de geldvraag niet veel
invloed. Het aanbod van wissels was niët groot. Al-
hoewel er ook hier niet veel geld beschikbaar was,
vond het aangeboden materiaal in den regel tot 3¼
lt
3% pOt. plaatsing.
Een der grootste afwikkelingen, die ooit op de
Nederlandsche geldmarkt plaats vond, is dus zonder
veel moeite voorbijgegaan. Toch is uit den weekstaat
van de Nederlandsche Bank duidelijk te zien, welke
groote geidverschuivingen hebben plaats gehad. Door’
de regeering werd afgelost 58 millioen schatkistpro-
messen. Aangezien de binnenlandsche portefeuille met
50′ millioen verminderde, is er 8 millioen handelspa-
pier
bij
de bank ondergebracht. De beleeningen ver-
meerderden met ruim 55 millioen, terwijl het tegoed
in rekening-courant ,,Van anderen” met ca. 18 mii-
lioen verminderde. Behalvé de aflossing van het schat-
kistpapier en de afbetaling van het voorschot ad
6 millioen kon het rijk een te goed in rekening ver-
krijgen van 57 millioen. Door een en ander veranderde
de positie van de Nederlandsche bank echter slechts
weinig en het is opmerkelijk, dat ook nu weder de om-
ioop van bankpapier, vooral als men daaronder ook
rekent het tegôed in rekening-courant, niet noemens-
waardig is verminderd.
In het geheel werd op ‘de staatsleening een bedrag
van 338 millioen gestort.
De wisselmarkt was aanvankelijk even lusteloos
als vorige weken. Het scheen wel of ook deze
wek weder zonder veel emotie en bijna zonder zaken
zou voorbijgaan en de koersen bewogen zich met lichte
variaties ongeveer op hetzelfde peil als de vorige week.
Bij het einde der berichtsperiode deed echter de
tijding van het sluiten van den vrede tusschen de
Middenrijken en de Oekraïne een plotselingen omkeer
ontstaan in de algemeene apathie en’ kon zich een
leendige handel in Marken en Oost. Kronen ontwik-
kelen op sterk oploopende koersen. Deze stijging werd
heden tot kookhoogte aangewakkerd, door het daarop
volgende bericht, dât ook het overige Rusland den
oorlog als geëindigd beschouwde.
Een andere goede tijding, die in het laatst der
week bekend werd, was het eindigen van het Engel-
sche embargo op het telegraafverkeer met Nederland
en Koloniën.
Na een onderbreking van ruim 4 maanden kan we-
der onvoorwaardelijk gebruik gemaakt worden van de
Engeische telegraafkabels tot het verzenden van han-
delstelegrammen. Ook dit zal allicht eenige verleven-
diging van de wisselmarkt tengevolge hebben, hoewel
aanvankelijk hiervan nog niets merkbaar was, en ook
de koersen slechts weinig verandering ondergingen.
132
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
HET ENGELSCHE MINISTERIE
VAN HANDEL.
Enkele weken geleden – no. 103, pag. 945 – werd
in deze kolommen een uitvoerig overzicht gegeven van de nieuwe org.snisatie van dan buitenlandschen econo-
mischen voorlichtingsdienst in Engeland, bestaande
in de oprichting van een ,,joint department” van den
Board of Trade en het Poreign Office, waarin eener-
zijds de afdeeling handelsinformaties en de oorlogs-
afdeeling van den Board of Trade en anderzijdsçle
handelsafdeeling van het Foreign Office met den
geheelen consulairen dienst tot één geheel werden
samengevoegd. Deze maatregel, die terecht hier te
lande de aandacht getrokken heeft, is thans gevolgd door een ingrijpende reorganisatie van den Boardof
Trade zelf, die in niet mindere mate de aandacht
verdient. Geheel onverwacht kwam de maatregel niet,
aangezien het voornemen en de hoofdlijnen der reor-
ganisatie reeds eenigen tijd geleden bekend waren
geworden. Thans echter bevat het Board of Trade
Journal, dat, in een nieuw kleed gestoken, eveneens
de verjonging blijkt te hebben meegemaakt, het offi-
ciëele memoraidum ter zake, zoodat op het oogenblik
de reorganisatie in haar geheel kan worden overzien.
Onder de parlementaire ppperleiding van den
President van den Board of Trade worden ingesteld
twee afzonderlijke Departementen, een Department
of Oommerce and Industry en een Department of
Public Services Admiriistration, beide onder leiding
van een Permanent Secretary.
Ket eerstgenoemde Department of Oommerce and
Industry is verdeeld in 7 af deelingen, welker chefs
in voortdurend onderling contact staan en bovendien
geregeld persoonlijke bezoeken zullen brengen aan de
voornaamste centra van handel en nijverheid in Eng’e••
land en in den vreemde, met het doel om – zooals
het memorandum het uitdrukt – hun kennis en
ervaring te verruimen en hun die persoonlijke bekend-
heid te verschaffen met fabrikanten, kooplieden en
in den handel bestaande verhoudingen, welke noöd-
zakelijk is, wil de Board of ‘rrade het vertrouen
hebben van de mannen uit het practische leven. £
De eerste afdeeling, ,,Handelsbetrekkingen en Trac-
taten”, wordt gevormd door wat tot dusver naast de
afdeeling handelsiniormatiën de voornaamste taak
was van den Board of Trede: zijn bemoeienis met
eigen handelstractaten en afspraken met vreemde
mogeudheden, met in andere deelen van het Britsche
Rijk of in den vreemde geldende tariefbepalingen
en wetgeveude regelingen op haudelsgebied en de
behartiging van de Britsche handels- en scheepvaart-
belangen binnen het Rijk of bij vreemde mogend-
heden.
De tweede afdeeling wordt gevormd door het reeds
genoemde ,,Joint Department of Overseas Trede”,
gelijk in den vervolge de officiëele naam van het
departement van economische voorlichting zal zijn.
Vervolgens komt een nieuwingestelde ,,Nijverheids-
afdeeling”, welker taak ligt op het gebied der binnen-
lan’dsche nijverheid, haar ontwikkeling, stabiliteit.en
productie en in het algemeen de economische kracht
van het land, daarbij vraagstukken van overheids-
politiek tegenover monopolies en combinaties, binnen-
dringing van vreemde belangen in de Britsche indus-
trie en de ondersteuning van nieuwe takken van
bedrijf. De afdeeling zal ook de vraagstukken van
reconstructie, voor zoover zij binnen de werkzaam-
heden van den Board of Trade vallen, tot haar ressort
hebben.
De vierde af deeling: ,,Industriëele Eigendom”, tot
dusver een zelfstandig Bureau, behoeft geen nadere
omschrijving. Haar invoeging in het Departement
hangt o.a. samen met het feit, dat behalve de uitvoe-
ring der wetten op patenten en handelsmerken, ook
de verzorging van de Engelsche belangen op dit ge-
bied, de aanmoediging van uitvindingen en de onder-
steuning van Engelsche patenthoudêrs, op wier
rechten elders inbreuk wordt gemaakt, aan haar
wordt opgedragen.
De volgende af deeling: ,,Industriëele beweegkracht
en Verkeer”, is belast met de beoordeeling van alle
vraagstukken van algemeenen aard op het gebied
van het verkeer, uit commerciëel oogpunt bezien,
kanalen- en spoorwegtarieven, internationaal zeever-
keer, etc., en voorts de vraagstukken nopens voorzie-
ning met industriëele beweegkracht, electriciteit, gas,
water, etc.
De statistische afdeeling omvat alle statistische
werkzaamheid op het gebied van handel en bedrijf, de productiestatistiek, met het oog waarop het oor-
spronkelijk zelfstandige Census of Production Office in de afdeeling wordt ingevoegd, de statistiek van in-
en uitvoer, scheepsverkeer, spoorwegvervoer, landver-
huizing en al dergelijke onderwerpen. Bovendien zal
deze afdeeling zich voortdurend op de hoogte hou-
den van de statistische gegevens nopens de ontwik-
keling van handel, nijverheid en verkeer in Enge-
land en in den vreemde.
Niet het minst belangrijk is ten slotte de 7e afdee-
ling, het ,,General Economic Department”, dat tot taak heeft den Permanenten Secretaris bij te staan
in algemeene vraagstukken van economische politiek,
speciaal die, welke door hun bijzonder karakter of
hun nieuwheid buiten de taak eener speciale afdeeling
vallen. Vooral in de naaste toekomst zullen zich her-
haaldelijk vraagstukken van deze soort voordoen. De
afdeeling zal met geenerlei geregelde administratieve
werkzaamheden worden belast, doch in de eerste plaats
tot taak hebben zich voortdurend op de hoogte te
houden van den algemeenen economischen toestand
van het land en de daaruit voortvloeiende problemen.
Aldus samengesteld zal het Departement in nauw
contact moeten staan met het eveneens in den oorlog
in het leven geroepen ,,Department of Scientific and
Industrial Research”, met het bekende Imperial In-stitute en het National Physical Laboratory, terwijl
tenslotte een uitgebreide Adviescommissie wordt. in-
gesteld in den geest van de hier te lande geprojec-
teerde – Commissie voor de Economische Politiek,
vaaromtrent op pag. 933 van den vorigen jaargang,
aan de hand van mededeelingen van Mr. Cort van
der Linden in de Tweede Kamer, nadere gegevens
werden medegedeeld.
Over het tweede Departement, het ,,Department of
Public Services Administration”, slechts een kort
woord. Ook dit departement is een samenstel van tal
van tot dusver verspreide takken van overheidsbe-
moeienis, voortvloeiend uit een reeks van wetten tot regeling van het spoorwegverkeer, betrekkelijk zee-
schepen en zeevolk, het havenwezen, gas-, water- en
electriciteitsvoorziening, de wet op de naamlooze
vennootschappen, de faillissementswet, etc. Het depar-
tement is verdeeld in een 5-tal afdeelingen, de
marineafdeeling, de spoorwegafdeeling, de ,,public
utilities” en havenafdeeling, de vennootschapsafdee-
ling en de faillissementsafdeeling.
Aan dit tweede Departement sluiten zich aan ver-schillende tijdelijke of voorshands tijdelijke diensten
als de mijnexploitatie, de spoorwegexploitatie, beide,
als men weet, in den oorlog feitelijk in overheids-
handen, de Control Boards voor verschillende grond-
stoffen, het War Risks Insurance Office en verschil-
lende andere commissies en bureaux, wier arbeid
onder de opperleiding van den President van den
Board of Trade is gesteld of die in nauw contact met
den permanenten dienst werkzaam zijn.
Een juridische, financiëele en administratieve af-
deeling voltooien ten slotte de organisatie.
Op den eersten stap – eenheid in den buitenland-
schen voorlichtingsdienst door het in het leven roe-pen van een centraal gezag, dat naar buiten en naar
binnen het heft in handen heeft – is dus thans in
Engeland een tweede, belangrijker stap gevolgd:
samenbrengiug van a 11 e overheidsbemoeiing met han-
del en bedrijf met de leiding der in -den oorlog opge-
komen groote commerciëele staatsbedrijven in één
13 Februari 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
133
hand. Eenheid en samenhang is hiermede gebracht
in wat tevoren door verschillende departementen en
door een aantal zelfstandige en haifzeifstandige com-
missies en bureaux zonder onderling verband ieder op
eigen wijs en naar eigen inzicht werd verricht, een
krachtige Organisatie geschapen, die, naar het in het memorandum uitgesproken vertrouwen, na den oor-
log in staat zal zijn den steun te geven, die noodza-
kelijk zal wezen voor de handhaving van Engeland’s
positie op het- gebied van handel en industrie. Met
het oog hierop treedt de nieuwe- organisatie reeds
thans in werking. –
De ingrijpende reorganisatie, waartoe men in
Engeland is overgegaan en die met opzet in het bo-
venstaande uitvoerig is weergegeven, verdient ook
hier te lande a1le aandâcht. Niet alleen om den fris-schen geest, die er uit spreekt, maar ook en voorna-
melijk omdat de toestanden ten onzent zich in veel
opzichten met de totdusver in Engeland geldende
laten vergelijken. Ook hier is de overheidsbemoeiing
met handel en
nijverheid
nauwelijks minder verbrok-
keld, ook hier te lande ontbreekt met een systemati-
sche Organisatie te dikwijls eenheid van leiding en
zal deze bij den huidigen opzet noodwendigerwijs blij-
ven ontbreken, ook wanneer de ontwrichtende invloed
der oorlogsbemoeiing verdwenen zal zijn. Van toelicli-
ting dezer reeds zoo dikwijls toegelichte stellingen
mag ik mij, na hetgeen ik hieromtrent in April van
het vorige jaar – no. 68, pag. 285 – te dezer plaatse
opmerkte, thans onthouden, gelijk ik mij even-
eens ontslagen mag rekenen van den plicht nogmaals
uiteen te zetten, dat en waarom ook hier te lande de
logische oplossing geheel ligt in de thans metterdaad
in Engeland ingeslagen richting. Wie kennis neemt
van wat tot voorbereiding van het komend vredestijd-
perk reeds sedert maanden om ons heen wordt ver-
richt, in de oorlogvoerende landen zoo goed als b.v.
in het neutrale Zweden, weiks houding in deze tijden
ook in ander opzicht zoo dikwijls van krachtig zelf-
gevoel en frisschen durf getuigde, krijgt den sterken
indruk, dat hier te lande nog te weinig wordt beseft,
dat straks de economische strijd in verschillend op-
zicht onder geheel nieuwe omstandigheden zal moeten
worden gevoerd, en dat de volksgemeenschap, vooral
de kleine volksgemeenschap, die nalaat zich reeds
thans zoo goed mogelijk vcior het nieuwe tijdperk
voor te bereiden, groote kans loopt tot eigen schade
door de gebeurtenissen te worden verrast. Naar men
zegt, maken de naderende verkiezingen, en andere
omstandigheden, het wellicht onvruchtbaar over orga-
nisatievraagstukken als deze thans zich het. hoofd te
breken. Het moge zo zijn. Mits men echter niet ver-
gete, dat ondertusschen de tijd vergaat, een tijd, die
kostbaar kan zijn, wanneer men bedenkt, welk een
voorbereiding noodig is, wil te rechter tijd een deug-
delijke en voor haar taak berekende organisatie tot
den arbeid gereed staan. B.
DE SUIKERHANDEL IN 1917 EN DE VOOR-
UITZICHTEN VOOR -JAVASUIKER.
Een medewerker schrijft:
Bij het begin van het jaar 191.7 liet het zich aan-
zien, dat evenals in 1916 alle productielanden hunne oogsten coulant zouden kunnen verkoopen tot – zeer
mooie prijzen. In de meeste consumptielanden toch
heerschte eene zekere schaarschte aan suiker als na-
tuurlijk gevolg van de verminderde wereldproductie,
die gedurende elk der jaren 1915 en 1.916 ongeveer 2
millioen tons lager was dan in 1914. Deze verminderde
opbrengst was uitsluitend te wijten aan de inkrimping
van den Bietsuikeraanplant in Europa – voorna-
melijk in Duitschiand, Oostenrjk-Höngarije en Frank-
rijk. De koloniale suikeroogsten namen wel is waar
gestadig toe, doch konden den grooten uitval van den
Europeeschen oogst niet goed maken. De geraamde
suikeroogsten voor 1917 varen wel voldoende om de
consumptie overal op het lagere peil gaande te hou-
den, voor verhooging der overal sterk geslonken voor-
raden bestond echter weinig kans. Intusschen was
reeds in vele landen – – vooral in Engeland – een
streven van regeeringswege merkbaar om de con-
sumptie van suiker te beperken ten einde scheeps-
ruimte uit te sparen en toen met den verscherpten
duikbootoorlog de verliezen aan de scheepvaart toege-
bracht sterk vermeerderden, werd deze beperking van
het suikerverbruik stelselmatig doorgevoerd, hetgeen
vooral geldt voor Engeland, Frankrijk en Italië. De tôenemende schaarschte aan scheepsru imte bracht
hoe langer hoe grooter wanverhouding in de waarde van het artikel op de verschillende markten – en wel
niet alleen in de verschillende consumptielanden,
maar yooral in de landen van productie. Engeland
bijvoorbeeld betaalde geregeld op Ouba en in de Ver.
Staten veel hoogere prijzen voor suiker dan op het
zoo veel verder afgelegen Java. Niet alleen de Vrij
aan boord prijs was voor Javasuiker veel lager dit
zoude gemakkelijk door de veel hoogere vracht te ver-
klaren zijn – maar ook c. i. f. Engeland noteerde
Oubasuiker aanmerkelijk hooger dan Java. Toch werd
ondanks hoogeren prijs en mindere kwaliteit aan
eerstgenoemde de vo6rkeur gegeven, omdat de daar-
voor gebezigde schepen zooveel vlugger weder voor
ander gebruik disponibel kwamen. Zoo kon het ge-
beuren, dat op een momënt de marktwaarde op Cuba
-bijna het dubbele bedroeg van de waarde van suiker
op Java. Zoo kon het verder gebeuren, dat in Novem-ber Cuba en de voornaamste havens in de Ver. Staten
geheel leeggepompt waren, terwijl op Java nog groote
voorraden suiker onverkocht lagen. In het lot van
Java deelden – hoewel in geringere mate – de Phi-
lippijnen, terwijl de Engel sche koloniën beter van.
scheepsruimte werden voorzien, doch leed Mauritius
onder de prijsdaling op Java, doordat Engeland bij
den aankoop van den geheelen Mauritiusoogst den
Javaprjs als basis aannam vermeerderd met een toe-
slag voor den korterei reisduur.
De eigenaardige toestanden, waartoe deze wanver-houdingen aanleiding gaven, waren oorzaak, dat zich
de- -regeeringen in de verschillende landen hoe langer
hoe meer met den suikerhandel gingen bemoeien.
In Nederland, waar in 1916 wat veel werd uit-
gevoerd, zoodat gedurende de laatste maand v66r het
binnenkomen van den nieuwen oogst er
tijdelijk
eenige
suikerschaarschte heerschte, controleert de Regeering
door middel van de Suikervereeniging nu den gehee-
len oogst, stelt de
prijzen
vast voor de binnenland-
sche consumptie en bepaalt de hoeveelheid, die geëx-
porteerd mag worden, waarbij aan het binnenlandsch
verbruik ten volle wordt tegemoet gekomen. De extra-
prijzen, die bij den export bedongen worden, komen
aan de Regeering ten goede, daarentegen wordt dc prijs in het land betrekkelijk laag gehouden en wel voor de consumptie weder lager dan voor de indu-
strie, n.l. resp.
f
51,50 en
f
66,50 per 100 K.G. voor
witte suiker
mcl.
accijns. De fabrikanten ontvangen
van de Suikercentrale
f
18 voor ruwe en
f
23 voor
witte suiker plus
f 10
per 100 K.G. toeslag van den
Staat. De
werkelijke
handel wordt hierdoor tijdelijk uitgeschakeld. De totale productie van den laatsten
oogst zal ongeveer 200.000 tons bedragen.
In Duitschiand heeft de Regeering de voor beet-
wortels en ruwe suiker vastgestelde minimumprijzen
moeten verhoogen tot resp. R.M. 2,50 en 23
pér 50 K.G. teneinde gèen verdere inkrimping van
den aanbouw te verkrijgen, daar andere voedingspro-
ducten voor den landbouwer voordeeliger waren, en
thans staat de Regeering vooi de noodzakelijkheid
eener verdere verhooging der prijzen. De laatste oogst
viel bevredigend uit en was ongeveer gelijk aan dien
van 1916, n.l. circa 1.600.000 to-ns; hij wordt geheel
voor eigen consumptie en voor de oor1osindustrie
-gebruikt. –
In Oostenrijk-Hongarije werd nog eene kleine hoe-
veeliheid uit den oogt 1916 voor export naar de- aan-
grenzende landen gebruikt, doch d-e nieuwe oogst viel
tengevolge van slecht rendement en vermindering van
bietn voer veevoeder etc. zeer tegen, n.1. 700.000 tons
134
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
tegen 935.000 tons in 1916, zoodat nu ook in het eigen
Tad de cçnsuptie verder beperkt moet worden. De
prijs voor ruwsuiker werd vçor de maanden Novem-
ber/December vastgesteld op Kr. 57V2 per 100 K.G.
voor den volgenden uitzaaj heeft de Regeering
hoogere prijzen goedgekeurd n.l. Kr. 12 per 100 K.G.
beetwortels voor Oostenrijk en Kr. 15 voor Hongarije,
tegen Kr. 6,20 voor den laatsten oogst.
In Rusland was de oogst van 1916 beneden de ver-
wachtingen gebleven en werd door de Regeering eene
vrije import van 300.000 tons toegestaan, doch trans-
portmoeilijkheden ‘en later het intreden der revolutie
waren oorzaak, dat slechts een klein kwantum – hoofdzakelijk van uit Japan – geïmporteerd kon
worden. De oogst van 1917 viel
bij
den ontredderden
binnenlandschen toestand nog meer tegen, zoodat ook
in dit groote land suikergebrek heerscht.
Frankrijk, waar de oogst tengevolge van de vijan-
delijke bezetting. van een groot gedeelte van zijn
industriegebied nog steeds ver beneden de eigen con-
sumptie blijft, importeerde behalve de suikers uit
zijne eigen koloniën de door bemiddeling van de
Royal Qommission in Engeland agekochte suiker,
die in 1916/17 hoofdzakelijk uit Mauritius kwam. Tegen het einde van het jaar werd een inkoop va
100.000 tons in Amerika tot stand gebracht. Het
suikerverbruik werd verder gerantsoeneerd en be-
draagt thans . nog slechts 500 gram per hoofd per
maand. De laatste oogst wordt op 200.000 tous ge-
raamd.
De kleinere productielanden. in Europa kuunen
buiten besprekiug blijven.. Noorwegeu en Zwitserlan.d
waren
op
import uit Aerilça en Java aangewezen.
Ook Eugeland heeft, zooals reeds hierboven, ver-
n.iéld, ouder den drang der ornstandighedeu zijn. suiker-
consumptie aanmerkelijk moeten in.krimpen;, het
binnenlandsche verbruik werd ten slotte tot 227 gram
per hoofd per week teruggebracht. Alle inkoopen
bleven geschieden. door de bekezide ,,Royal Oommission
on the Sugar Supply” en bestonden hoofdzakelijk, uit
Cuba
en.
andere West-Indische suikers, terwijl. betgen
des,e productielanden niet konden leveren aangevii1d
werd d.or Java-suiker en Zujd-.4.merikaans,che s,o6r-
ten. De vraagprijzen spe.e,iden hierbij een onderge-schikte rol; men kocht eers,t de waar, die het dichtst
bij gelegen was. Oek werd minder gelet op-kwaliteit en
wordt thans zelfs de z.g. bruine Java-suiker – No. 16
en hooger in de directe consumptie gebracht s,on.der
eerst geraffineerd te zijn. De .bin.nenla.n.ds,cbe vaste
prijzen ondergingen in den loop van het jaar eene
verdere verhooging tot: Oubes 53s 9d, Qrystal.s &
Granulated 46s 9d, Ruwe suiker (waeron.der Java
No. 16 en h.) 44 s. 6 d. Eene invoer- en verbruikssta-
tistiek wordt niet meer gepubliceerd, doch de grooto
inkoopen, die in Amerika, Java en elders, gedaan zijn,
wijzen er op, dat de behoefte nog steed.s vrij belangrijk
is, waarbij de goede verzorging der groote legers eene
voorname rl speelt.
Amerika, meer s,pecjaal de Vereenigde Staten, een
van de weinige landen, waar de handel het grootste
gedeelte van het jaar zonder regeeringsbemoeienis
ziç,h vrij kon ontwikks,In., toonde doorgaans eene zeer vas,te markt n zelfs tijdens de grçotsteOuba-aanvoeren.
kon de markt z,içh met uitzondering van een betrak-
kelijk kort tijdperk op, een hoog peil handhaven in
verband met aanhQudende groot,e vraag zo,owel uit
het eigen.
land
als ok ujt de verschillen.de Euro-
peesche staten der Gallierden en Neutralen. De
prijs voor Spot Centrifugala basis. 96° bewoog zich
tu’sschen 4% c. s,n 7,65 c.; laatstgooamde recordprjs
werd in Augustus bereikt. Deze groote prjsopdrijving
en de daarop gevolgde s,chaarsçhte aan ruwsuiker in
de V.S. heeft er toe geleid, dat in September de
Amerikaansche Regeeriug – vertegen.wo,ordigd door
den Food Controller H. 0. Hoover zich met de
suikerdistrihutie ging bemoeien. Er werd eens corn-
missie ben,od van 5 leden, waarin. 2 vertegenwoor-
digem
van.
de Amerikaa,nsche raffip,aderjen, 2 van
de Engelsche Suiker-commissie en 1 vertegenwoor-
diger van Oalifornië, ter regeling van den inkoop van
suiker voor de V. S. en hunue Europeesche bondge-
nooten in die landen, welke meer speciaal tot het
handelsgebied van Amerika behooren. Intusschen was
door den Food Oontroller een prijs vastgesteld van
7,25 c. f. o. b. voor Granulated bietsuiker en was den
raffinadeurs verzocht geworden hunne biedingen op
ruwsuiker binnen de pariteit van dezen prijs te hou-
den. Daarbij werd uitgegaan van het zeer juiste stand-
punt, dat een verder opdrjven der prijzen toch niet
meer suiker in het land zou de brengen, aangezien de
toenmalige schaarschte alleen te wijten was aan gebrek
aan scheepsruimte voor den aanvoer uit ver af gelegen
streken. De voorraden in de drie Atlantische havens
waren aan het einde van het jaar tot het ongekend
lage cijfer van 5.949 tons geslonken. De nieuwe Ouba-
oogst was toen echter aan het binneiikomen en konden
de raffinadeurs dus verder op geregelde aanvoeren
van die zijde rekenen, waarvoor een prijs overeenge-
komen werd van 4,90 c. c. & f. New York.
Hoewel niet bepaald in een overzicht van 1917
thuis behoorend, zij hier nog vermeld, dat onlangs –
in den loop van Januari – door bemiddeling van de
Cubaansche Regeering een contract met de Interna-
tional Sugar Committee afgesloten werd voor de
levering van 2V2 millioen tons suiker uit den nieuwen
oogst aan de V. S. en hunne bondgenooten. Hiervoor
werden de volgende prijzen door den President van
Ouba vastgesteld: voor New-York en Philadelphia
4,98
3
/2 c., voor Zuid-Europa 4,55 c., en voor Noord-
Europa 4,60 c. per pond f. o. b. Cuba. Dit mag wel de
grootste suikertransactie genoemd worden, die de
wereldmarkt ooit gekend heeft. De laatste Cuba-oogst
leverde evenveel op als het jaar tevoren, n.l. 3 millioen
tons. –
Een paar maal werden in den loop van het jaar
ernstige pogingen van de zijde van Amerika in het
werk gesteld om een groot kwantum Javasuiker te
koopen, doch telkens stuitte een transactie af op de
onmogelijkheid om de daarvoor noodige schepen te
charteren. Geen suikermarkt heeft in het afgeioopeu
jaar zoovele emoties doorgemaakt als de Java-markt.
Terwijl overal in de wereld de suikermarkten stijgende
waren., volgde de markt op Java juist eene tegenover-
gestelde richting. In het begin van liet jaar werd voor
disponibele witte suiker op Java
f
15 en voor den
nieuwen oogst
f
14 genoteerd en was uit den. in Mei
beginnenden oogst reeds ongeveer de helft door f abri-
kanten. verkocht, grootendeels aan Ohineesche specu-
lanten. Toen de groote aanvoeren uit den nieuwen
oogst begonnen en Engeland, waarop de speculanten
voor den afzet van hunne inkoopen gerekend hadden,
nog steeds niet aan de markt kwam, trad eene groote
prijsdaling •in. Nadat prijzen in Juni tot ohgeveer
f 11
voor Superieur en
f
9V2 voor No. 16 en hooger
gevallen waren, verschee.. Engeland als kooper aan
de markt, terwijl tevens de afzetgebieden in het
Oosten nieuwe belangstelling toonden. Het requiree-
ren door de Engelsche Regeering van de geheele vloot
der Asiatic” en ,,Britsch India” stoomvaart-maat-
sebappijen werd eebe nieuwe belemmering voor den
afzet naar Brits,qh-In.dië, daar deze vloten slechts
voor eem
kleiia
deel gere,wpiac.eerd konden, worden
door e,enige schepen d,çr Nederlandsche maats,qliap-
pij en..
In.tushen kondea of wilden de Chineesche suiker-
ko,op,ers op Java het,.groote prijsverschil niet betalen.
Er on.tstond de bekende crisis on.der de Chineezen,
die na langdurige onderhandelingen in Juni en Juli
tot de oprichting van de Java-Suikervereeniging
leidde. De geschiedenis dezer vereeniging werd in een
afzonderlijk artikel in No. 88 der E. S. B. van 5 Sep-
tember uitvoerig behandeld; hier kan dus volstaan
worden
met
daaraan te refereeren. De resultaten harer
werking worden tot dusver zeer verschillend beoor
d,eeid. H,e.t eerste, efect harer oprichting was, een tot
13 Februari 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
135
staan brengen der daling van de Java-prijzen. Tot de
vastgestelde limite van
f 11%
voor Superieur vonden
eenie verkoopn plaats, doch gaandeweg werd ook
lager afgegeven en de laatste verkoopen vonden plaats tot
f 9%
voor Superieur en
f 8 voor No. 10 en h.
Dat producenten over het algemeen met dezen loop
der zaken niet tevreden zijn is begrijpelijk, want –
zoo redeneeren velen – evengoed als de consumptie-
landen, waar schaarschte heerscht, ten slotte begre-
pen hebben, dat zij door een verder verhoogen der
prijzen niet méér suiker in het land krijgen, zoo zal
ook ons productieland, waar suiker in overvloed is,
niet méér verkoopen door de prijzen telkens te vela-
gen, aangezien het vraagstuk der scheepsruimte daar-
dopr niet opgelost wordt. Van de 13 millioen picols, waarover de Suikervereeniing bij hare oprichting de
beschikking kreeg, werden tot dusver 5% millioen ver-
kocht, waarvan
2%
millioen op basis van
f 9
voor No. 16
en h. aan de Engelsche Suikercommissie. Er
zijn
bij
de Suikervereeniging dus nog 7
3
/2
millioen picols on-
verkocht, nl. 5% millioen Superieur en
2
millioen
No. 16 en h. Op zichzelf is dit restant niet verontrus-
tend, doch in het geheel lagen op 31 December
van dèn oogst, die ongeveer
29
millioen picols
(ca. 1.750.000 tons) opgebracht heeft, nog onge-
veer 14 millioen picols opgeslagen in de pakhui-
zen, waarvan weliswaar een gedeelte reeds naar over-
zee verkocht was en op afscheep wachtte. Buitendien beginnen over enkele maanden de aanvoeren van een
nieuwen grooten oogst, waarvan nog zoo goed als
niets verkocht is.
Bij
eenen spoedigen vrede zoude
zich de toestand waarschijnlijk van zelf tot genoegen
van belanghebbenden op normale wijze ontwikkelen,
doch bij een voortduren van den oorlog staan suiker-
fabrikanten op Java nog voor moeilijke problemen.
Reeds sedert geruimen tijd werden door belang-
hebbenden pogingen in het werk gesteld om door de
Ned.-Ind. Regeering een uitvoerverbod van suiker
uit den njeuwen oogst uitgevaardigd te krijgen, zoolang nog grooe partijefi uit den ouden oogst onverkocht zijn,
waartegen natuurlijk oppositie gevoerd
wordt
door die
fabrikanten, welke hun laatsten oogst geheel verkocht
hebben. Tot dusver schijnt de Ned.-Ind. Regeering
van een dergelijken maatregel afkeerig te zijn, doch mocht zij ten slotte onder den drang der omstandig-
heden tot zulk een besluit overgaan, dan zoude het
wel zeer wenscheljk zijn, dat een streng onderscheid
gemaakt wordt tusschen de verschillende kwaliteiten
suiker. Supeeieure witte Javasuiker wordt bijv. voor
an,dere fzetgebieden en doeleinden gekocht dan
No. 16 en h. en
da
z.g. Muscovados wederom voor
anderelanden, en het zou voor den afzet bepaald
naeelig zijn, wanneer een uitvoer van alle kwalitei
ten uit den nieuwen oogst verboden werd, indien
bijv. nog slechts van eene soort, die echter niet voor
alle doeleinden geschikt is, een oude voorraad bestaat.
De verschillende hoofdsoorten zouden dus als afzon-
derlijke artikelen beschouwd moeten worden.
Verder zullen fabrikanten maatregelen moeten tref-
fen voor financieering en opslag van een groot ge-
deelte van hunne oogsten, daar bij een aanhouden der
verliezen, aan de scheepvaart berokkend, het vinden
van koopers voor het geheele prelluct onmogelijk is, zelfs al zoude men met een verkoop tot kostprijs ge-
noegen willen nemen. Zooals reeds aangeduid, speelt
dç
prijs hierbij slechts eene ondergeschikte rol. Een
gereelde afzet in het Oosten is voor een gedeelte van
4a,
oogst vrijwel verzekerd; Br. Indië, Hongkong en
‘apan zullen elken redelijken vraagprijs betalen en
met de vaste Nederlandsche en Japansche lijnen kan
heel wat suiker daarheen vervoerd worden, waaraan
op het oogenblik de voor Holland bestemde schepen, die gedwongen in de Oostelijke wateren liggen, kun-
nen medehelpen. Maar dat is nog lang niet vol-
doende om een coulanten afscheep van den oogst te
waarborgen.
Volgens berichten uit Engelsche dagbladen heeft
de Amerikaansche Food Controller verklaard, dat
Amerika in
1918 250.000
tons Java-suiker zal moeten
koopen. Het is te hopen, dat niet wede
,r gbek aan
scheepsruimtç dit
plan,
in den weg zal staan en dat
hij
de op handen zijnde definitieve regeling van
het
vraagstuk der in Amerikaansche havens liggende
Nederlandsche schepen een voQrnme
piaats,
zal wpr-
den ingeruimd aan het toeomstjg transport vap
Java-suiker naar de V.S. Hiervoor zulLen
de
vetegen-
woorigers van de Nederiandsche Regeering n,uttg
werk kunnen verriahten, waarop niet gen,oeg de na-
druk gelegd kan worden.
– L.Bij de moeilijkheden, waarmede onze Java-suiker
tegenwoordig te kampen beest, blijft echter het voor-
uitzicht, dat suiker een van die voedingsartikelen is,
waaraan na den oorlpg in de
verschillende
landen het
meest behoefte zal bestaan, een lchtpunt.
PUNT 11 V4N HET PROGRAM VAN D’N
ECONOMISCHEN BOND.
De Economische Bond heeft in zijn program onder
meer het volgende desideratum neergeschreven:
,,Verbetering van het nationale, zoowel als van
,,het internationale verkeerswezen door vaststelling
,,van een vereerspolitiek van spoorwegen en sqheep-
,;vaart, die gerioht
is,
op de bevordering van de ont-
,,wikkeling der ederlandsche economische krachte.n.”
De vooropstelling ven het ,,nationale” verkeers-
wezen zou kunnen doen denken, dat men voorname-
lijk het oog had op de verhoudingen, van spoorwegen
en binnenscheepvaart, op bestendiging b.v. van de
n,ieerdere samenwerking, welke thans, door
dan
nQod
der tijden tusschen die beiden is ontstaan,.
Het antwoord van den Ecpnomischen Bond op
dan
Opn, Brief van het ,Vrje ilve”
;
in,
hat
vorig
nuer van ditijdschrit opgenomen, licht echter
pn,nt 11 van het program nader toe met de made-
deeling, dat het., bedoelt
da
gedachte uit te drukken,
dat zoowel onze spoorwegen
ale
onze stpomvaartlijnen
meer n,g dan v6r den oorlog een vrachtpolitiek zul-
len moeten volgen,, welke niet ongewild Nederland-
sche belangen, bij buitenlandsche achterstelt en, dat
de Staat zich met het goederenverkeer niet alleen bij
het
bapal,an
van het invo,errecht op van elders komn,de
goederen heeft bezig te houden.
Indien de Economische Bond, naar ook uit vroe-
gere uitlatin,gen van zijn gçs,t.ljlc,en, vader,, Pro-
fessor Treub, valt af te leiden, hier voorn,ame.lijk het
oog heeft pp de kwestie va,n de internationala spoor-
wegtar ieven en haar gebruik of misbruik als instru-
ment van h.an,dalsp,olitiek, dan, is er vo9r
zijn
aan-
drang zeker alleszins, reden. Want nu allQngs op h,et
gebied der sp,9orweggoederentarieven tabula rasa
wordt gemaakt, zal het zaak zijn om bij den weder-
opbouw van dat
alles
vroegere verzuimen te vermij-
den en rekening te houdenet de gewijzigde omstan-
digheden. Tot dusverre waren,
da
oogen onzer spoor-wegmaatschappijen voornamelijk gericht op het tran-
sietverkeer over de Nederlandsche havens in concur-
rentie tegen Antwerpen,
an
de Duitsche Noordzee-
havens; ook hij de Spoorwegregaling van
1890
speel-
• den de belangen van dat verkeer een groot.e rol; en
erecht, want al
zijn,
onze havens voornan,iêljk aan-
gewezen op de overlading tusschen zee- en binnen,
schip, het belang van gunstige spoorwegtarieven, ten-
einde zooveel mogelijk lading ook van niet-massale
artikelen te verkrijgen en daardoor het aandoen dier
havens door vaste lijnen te bevorderen, behoeft waar-
lijk geen betoog.
Vrees, dat dit transietverkeer niet voldoend zal
worden behartigd, he,haaft nat t.e, beataa
,n,,
aangezien
de spoorweg-, da
haven-,
da
sch,çepvaart, en de han-
delsbelangen hier vrijwel parallel loopen en zelfs onze
voor export werkende nijverheid
bare
belangen, door
die transiettarieven niet ernstig geschaad kan achten.
Wel eenigszins ad,ers
echter
staat de
zaak
met de spQor-
wegtarieven vççr het varkear naar en va,n ons land niet
in transiet. ââr wel deglijk st.rijd van, belangen
tusschen imponteur en consument, die belang habben
136
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
hij bevordering van den import en den producent,
die lage importtarieven, behalve dan voor grondstof-
fen, veelal minder wenschelijk zl achten, doch in
den regel op lage exporttarieven zal aandringen.
Ook de spoorwegmaatschappijen zijn hier niet steeds
onpartijdig, men denke b.v. aan onze steenkolentarie-ven. Beschouwt men de eigenaardige ligging van ons
kolendistrict, dan is men allicht geneigd om het feit,
dat in het thans slapende Belgisch-Nederlandsche
tarief de prijzen voor het vervoer van kolen van Bel-
gië herwaarts zooveel gunstiger zijn dan die voôr
het vervoer win Nederlandsche kolen naar België,
inede te wijten aan gebrek aan medewerking van S.S.,
vooral indien men zich herinnert, hoeveel moeite het
der Regeering blijkens de verslagen van den Raad
van Toezicht op de Spoorwegdiensten over 1905 e
1906 gekost heeft om de medewerking dier maatschap-
pij te verkrjgen voor behoorlijke tarieven .voor het
vervoer der Nederlandsche steenkolen naar het nabij
gelegen Duitsche afzetgebied. Ook voor de zich thans
in Zuid-Limburg ontwikkelende kaikmergel-exploita-
tie zal vermoedelijk na den oorlog de spoorwegtarief-
kwestie van groot belang zijn.
Men mag verwachten, dat de spoorwegdirectie, aan
wie thdns de exploitatie van het heele Nederlandsche
net is toevertrouwd, bij deze en dergelijke aangelegen-
heden, desnoods met voorbijgang van het direct finan-
cieel belang der spoorwegmaatschappijen, eene ruime
opvatting zal huldigen.
De Regeering kan aan de wettelijke en concessie-
bepalingen slechts een recht van veto, niet van initia-
tief, ontleenen. Aan de hanteering van dat vetorecht,
zich uiteude in niet-goedkeuring van tarieven, *elke
voor vervoer naar Nederland lagere vrachtprijzen bie-
den dan in omgekeerde richting, zijn bovendien groote
bezwaren verbonden, daardoor wordt dan een veelal
na langdurig en moeizaam overleg tusschen de betrok-ken spoorwegen tot stand gekomen tariefwerk op losse
schroeven gesteld en uiteraard outstemming gewekt
bij de buitenlandsche spoorwegen, hetgeen, waar wij
in den regel hen meer noodig hebben dan zij on,
niet bevorderlijk kan zijn voor de Nederlandsche be-
langen. Bovendien wordt daarmede, wegens de moge-
lijkheid van reëxpeditie op de grens en het. in den
regel relatief korte parcours op Nederlandsch grond-
gebied weinig bereikt. Trouwens niet belemmering
van den import, maar bevordering van den export
door gunstige tarieven, moet het doel
zijn
en daartoe
biedt de eerste instantie, welke hier te lande aan de
spoorwegmaatschappijen is overgelaten, beter gelegen-
heid dan de tweede, waarin de Regeering zich kan
doen gelden; mits cle maatschappijen maar voldoende
ruggespraak houden en de Regeering niet voor een
fait accompli stellen.
Welke richting onze handelspolitiek ook moge ne-
men, vermeden zal in elk geval moeten worden, dat
– zooals b.v. voor zwavelzuur en papier is geschied –
voor artikelen, welke hier te lande geproduceerd wor-
den tarieven worden in het leven geroepen, waarin
zelfs voor het Nederlandsche parcours een hooger
vrachtprijs is ingerekend voor het vervoer van hiei
naar Duitschland dan in omgekeerde richting het g&-‘
val is, hetgeen neerkomt op het verleenen van een
‘
invoerpremie aan dan buitenlandschen, of het heffen
van een uitvoerrecht van den binnenlandschen pro-
•
ducent. H.
DE INVLOED VAN DEN OORLOG OP HET
BLOEMB OLLENBEDRIJF.
,,Door de abnormale tijdsomstandigheden wordt geen
streek van ons land zoo zwaar getroffen als de bloem-
bollenstreek.” Aldus de Miniter van Landbouw, Nij-
verheid en Handel in zijn antwoord op de vragen
van het Kamerlid Knobel betreffende het drogen van
groenten. Er is dus zeker alle aanleiding om den
invloed van den oorlog op het bloembolienbedrijf na
te gaan, en de maatregelen te vermelden die tot in-
standhouding van het bedrijf genomen zijn.
Toestand véér den oorlog.
De ontwikkeling en de uitbreiding van het bloem-
bollenbedrijf tot 1910. zijn beschreven in het in dat
jaar verschenen Gedenkboek ter herinnering aan het
vijftigjarig bestaan der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, waaraan die gegevens herhaal-
delijk door economische geschriften zijn ontleend. Na
1910 bleef de uitbreiding gestadig toenemen. De be-
teelde oppervlakte besloeg in 1914 ongeveer .5000
H.A., de jaarlijksehe export was tot 25 millioen K.G.,
ter waarde van plm.
f
15.000.000 gestegen.
Het jaar ’14 zette zich bijzonder gunstig in. Er
was door liet buitenland veel gekocht, de oogst was
tengevolge van gunstige weersgesteldheid overvloedig
en van uitnemende hoedanigheid. De levendige be-
langstelling der kweekers voor nieuwe aaiwinsten
van bolgewassen ter voortkweeking had tot omvang-
rijke aankoopen geleid; het jaar beloofde in elk op-
zicht voorspoedig te zullen zijn.
1914.
Toen met Augustus het verzendseizoen zou begin-
nen, brak de oorlog uit. Men vreesde toen een ramp,
die slechts door zeer buitengewone middelen zou zijn
af te wendea, omdat de kans op export zeer gering
leek. Er is toen terstond een plan ontworpen tot het
vormen van een syndicaat, waaraan onder garantie
van den Staat een voorschot van 10 millioen door de
Vereeniging voor den Geidhandel zou worden ver-
leend om het bloembollenbedrijf door den crisistijd
heen te helpen. Er is echter van dit plan niets ge-
komen en het bleek gelukkig ook niet noodig te zijn. De export in het najaar van 1914 bleek nog mogelijk
en ofschoon er verliezen geleden werden, wisten de
bloembollenkweekers en exporteurs zich ‘zelven te
redden.
1915.
Ook gedurende het jaar 1915 kon met den export
op bevredigende wij ze worden voortgegaan; er werd
echter veel verloren tengevolge van de lage geldkoer-
sen van verschillende landen. De meeste bestellingen
worden tegen vooraf overeengekomen prijzen geboekt
een half jaar v66r het tijdstip der levering,
terwijl
in
den regel de betaling eenige maanden na de levering
plaats heeft. Koersdaling gedurende een vol jaar be-
invioedt derhalve de uitkomsten der meeste bedrij-
ven en het behoeft geen betoog, dat groote verliezen
hiervan gedurende den oorlog het gevolg zijn ge-
weest. Kleinere kweekers, wier middelen waren uit-
geput en die geen der gebruikelijke onderpanden had-
den aan te bieden, werden gesteund door de inmiddels
opgerichte Vereeniging het Tuinbouwwaarborgfonds
in samenwerking met de Centrale Land- en.Tuinbouw-
bank met winstdeeling, op de grondslagen van de
credietverschaffing aan den kleinen middenstand. In
de bollenstmek werden een aantal plaatselijke com-
missies opgericht, die de credietaanvragen onderzoch-
ten en geregeld toezicht bleven houdën op de aanvra-
gers. In de meeste gevallen namen de gemeentebestu-
ren, onder welke de aanvragers ressorteerden, het
door de Regeering geëischte aandeel in hot risico der
voorschotten op zich.
1916.
In liet voorjaar van 1916 sloot Engeland
zijn
gren-
zen voor den invoer van weelde-artikelen, waaronder
ook bloembollen werden gerekend. Engeland nam in
vredestijd ongeveer een derde van den geheelen afzet,
zoodat de toekomst met nog meer zôrg dan te voren
werd tegemoet gezien. Ook dezen slag kwam het
bloembollenvak te boven door vermeerderden export
naar Amerika en Scandinavië, terwijl de afzet naar
Duitschiand en Oostenrijk op peil kon worden ge-
houden Bovendien leverde de groententeelt, die zich
in de jaren ’15 en ’16 reeds sterk had uitgebreid, ve-
len een welkome tegemoetkoming op.
1917.
In tegenstelling, met de drie eerste oorlogsjaren,
waarin het bloembollenbedrjf zich telkens nog bleek
13 Februari 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
137
te kunnen staande houden, was het te voorzien, dat
het .jaar 1917 noodlottig zou kunnen worden, indien
niet krachtig werd ingegrepen. Immers behalve Enge-land, sloten thans ook Duitschiand en Oostenrijk hun-
iie grenzen voor bloembollen en scheen de verzen-
dingsmogelijkheid naar Rusland en Amerika – zeer
onzeker. Bovendien kocht Scandinavië onder voor-
behoud, dat er voldoende brandstoffen zouden zijn
om de kassen, waarin de bolgewassen daar vervroegd
moesten worden, to verwarmen. De uitkomsten van
het jaar ’17, ofschoon niet z66 ongunstig als het zich
aanvankelijk liet aanzien, zijn dooreengenomen slecht
geweest. Wèl viel de export naar Scandinavië nog
mede, wèl lieten Duitschiand en Oostenrijk na onder-
handelingen nog een klein gedeelte van den normalen
jaarlijkschen invoer toe, wèl was de verzending naar
Amerika, dank zij de krachtige medewerking van den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, nog
mogelijk, maar de totale omzet bleef verre beneden
den normalen van v66r den oorlog, de hyacinten-
cultuur – reeds v66r den oorlog neigende tot over.-
productie – kon op verre na de cultuurkosten niet
dekken en aan het einde van het verzendseizoen ble-
ven ongekende hoeveelheden leverbare bloembollen
over. De inmiddels zeer sterk gestegen prijzen van
mest en materiaal, waartegenover geen evenredige
prijsverhooging stond, brachten het hunne tot de on-
gunstige uitkomsten van het bedrijf bij.
Com9nissie voor het bloembollenbedrijf.
Met de ongunstige vooruitzichten in den aanvang van 1917 voor oogen, weidden zich de besturen der
drie bloembollenvereenigingen (de Algemeene Ver-
eeniging voor Bloembollencultuur, het Hollandsch
Bloembollenkweekersgenootschap en de Bond van
Bloembollenhandelaren) tot den Minister van Land-
bouw, Nijverheid en Handel en tot de Rijkscommissie
van Toezicht op de Vereeniging Groentencetrale,
ten einde een regeling te verkrijgen, waardoor een
zoo hoog mogelijke opbrengst van de in de bollenstreek
geteelde groenten verzekerd zou zijn ter tegemoetko-
ming van de met de bollenteelt geleden en nog te
lijden verliezen. Zooals reeds boven gezegd werd, had
de groententeelt, die ok in normale tijden, zij
het ook op veel beperkter schaal als ‘bijcultuur der
bollenteelt bedreven werd, zich . in de oorlogsjaren
sterk uitgebreid. De bloembollenteelt eischt veel open
land voor wisselbouw, en al het bollenland wordt
zwaar bemest. Behalve het open land komen ook de
paden tusschen de bollenbedden voor één of meer
opeenvolgende gewassen van groenten in aanmer-
king, zoodat de goede prijzen, die voor alle levensmid-
delen in oorlogstijd bedongen kunnen worden, tot uit-
breiding der groententeelt noopten. Vooral de grove
tuinbouwgewassen als kool, koolrapen, peen, boonen, sjalotten, selderij en dgl. komen voor de bloembollen-
gronden in aanmerking. Ten einde nu een behoorlijke
regeling voor de teelt van deze gewassen te verzeke-
ren werd met machtiging van den Minister van Land-
bouw door de Rijkscommissie van Toezicht op de
Groentencentrale een Commissie voor het . Bloembol-
lenbedrijf ingesteld, die de b1oembo1lenbedrven zou
registreeren en toezien op de naleving der gunstige
bepalingen, die door de Regeering zouden worden
gegeven voor den uitvoer en de verduurzaming van
groenten van de noodlijdende bloembollenstreek. Deze
commissie, samengesteld uit drie voorzitters en twee
secretarissen der bovengenoemde bollenvereenigingen,
werkt voor de bloembollenstreek als het centrale
lichaam voor alle crisisaangelegenheden.
Groenteverduurzaming.
Aanvankelijk werden de groenten van de bollen-
streek verkocht op plaatselijke veilingèn of aan groen-
tendrogers en -zouters, ook wel aan opkoopers voor
het buitenland. Naarmate echter deze handelaren
zich beter organiseerden, dreigden de prijzen te wor-
den gedrukt, terwijl bekend was, dat in de vooraf-
gaande oorlogsjaren speciaal de groentendrogers zeer
aanzienlijke winsten hadden gemaakt. De bollenkwee-
kers misgunden hun die voordeelen niet, maar meen-
den, dat bij den steeds ongunstiger wordenden toe-
stand van het bloembollenvak, de kweekers zelven de
hoogst mogelijke opbrengst voor hunne producten in
handen behoorden te krijgen. Deze overwegingen
gaven den stoot tot de oprichting van de Coöperatieve
Groentendrogerij, inmakerij en handel voor de Bloem-
bollenstreek, meer bekend onder den verkor.ten naam
van ,,Codro”, welke vereeniging, in April ’17 opge-
richt, aanstonds den bouw eener drogerj te Noord-
wijkerhout, bij het station Pietgijzeubrug, onchrnani,
aiè
reeds in October van hetzelfde jaar in werking
kou worden gesteld.
Alvorens tot de uitvoering dezer plannen werd over-
gegan, was van den Minister van Landbouw, in over-
enstemming met het advies van de Rijkscomniissie
ran Toezicht de toezegging ontvangen, dat de op te richten drogorij als droger en exporteur zou worden
ingeschreven, en toen later de eerste plannen nopens
db Export-Centrale bekend werden, verklaarde de
Minister, dat bij de totstandkoming daarvan met de
belangen van ,,Codro” rekening zou woden gehouden.
Toen bleek, dat de opgerichte coöperatie voldoende
waarborgen van betrouwbaarheid en levensvatbaar-
heid bood, besloot de Minister de vroeger toegezegde
faciliteiten voor het drogen en zouten der groenten,
alsmede voor den uitvoer der pr6ducten van de bollen-
streek, uitsluitend aan ,,Codro” te verleenen. Door deze
toezeggingen gesteund, konden de plannen zonder
bezwaar worden doorgezet. Een speculatieve opzet
ware voor de noodlijdende bollenstreek oiiverantwoor-
deljk geweest; het risico moest zooveel mogelijk wor-
deft beperkt, de kans op een gunstigen financiëelen
uitslag zoo zeker mogelijk zijn.
In den loop van het seizoen deed zich de behoefte
aan een zouterij naast de drogerj gevoelen, en ofschoon
dezo in het Boonenseizoen nog niet aanwezig was,
tengevolge waarvan de prijs van sommige boonensoor-
ten in verschen staat werd gedrukt, was de zouterij
tijdig gereed om de witte kool van de bollenstreek tot
zuiirkool te verwerken.
De coöperatie ,,Codro” telt ongeveer 750 leden, die
ongeveer 4000 H.A. bollengrond betelen en omvat –
behoudens enkele zeer geringe uitzonderingen –
feitelijk allen, wier hoofdbedrjf het bollenvak is en
die voor het lidmaatschap in aanmerking komen. De
verkoop der groenten in verschen toestand heeft dezen zomer, dank zij de gunstige bepalingen, door de Rijks-commissie daarvoor vastgesteld, over- ‘t algemeen den
bollenkweekers een hoogere opbrengst verzekerd dan
zij zonder die bepalingen zouden hebben gehad, terwijl
er alle reden is om aan te nemen, dat de uitkomsten van de -drogerj en de zouterj aan de verwachtingen
zullen beantwoorden, zoodat daardoor althans eenige
tegemoetkoming in de zware geleden verliezen zal
worden verkregen.
De werkzaamheden van ,,Codro” hebben zich op aan-
drang der ledeh ook in andere richting uitgebreid. De
verkoop van bloembollen voor abnormaal gebruik,
waarover hieronder gesproken wordt, werd voor zoover
mogelijk door ,,Oocho” gecentraliseerd. Hetzelfde zal,
voor zoover de betrokken autoriteiten zich hiermede
kunnen vereenigen, geschieden met zaadboonen en
zaaderwten, terwijl het bestuur dit seizoen begonnen
is met. groentenzaad tegen billijke prijzen voor- de
leden beschikbaar te stellen. Voor coöperatief werk, dat tot nu toe in de bollenstreek nagenoeg onbekend was, ligt er voor ,,Codro” nog een ruim en dankbaar
arbeidsveld braak.
Uitvoerverbod op bloembollen.
Tot overmaat van ramp werd door de Nederlandsche
regeering in September 1917 een uitvoerverbod op
bloembollen gelegd. Deze maatregel, die in vakkringen
ontsteltenis en bij oningewijden verbazing opwekte,
was ingegeven door de overweging, dat bloembollen
in de oorlogsjaren in Vrij belangrijke hoeveelheden
werden uitgevoerd voor abnormaal gebruik, d.w.z.
138
ECONOMISCH-STATISTISCHE BÉRICHTEN
13 Februari 1918
voor industribelo doeleindéxi en voor veevôeder. Daar
d@ regeèring onder geën voorwadkden uitvoer van vee-
vöedei kon toetaan, was een iiitijoèrverbod op bloem-
billen onvermijdêlijk. Evenwel wei’den onmiddellijk
dé flôodige voorschriftên gégevèn om de bloembollen
vôdr nörmaâl gebiuik, Waarvân dé verzending, voor
zôôvér riôg mogelijk, iii volkfi gang *as, toch hét uitôefverbôd in *ërkung tiéd, lônder oponthoud te
kunnen exportéerén. Hiértoe werd de Rijkstuinbouw-
leeraar voor de bloembollenstrëêk belast met de afgifte
van consen±en, in samenwerking met de Commissie
voor het bloembollenbedrijf. Daar het bureau dezer Commissie te Haarlem gevestigd is en de consent-
kosten zoo laag mogelijk werden gesteld, omdat het
consent in dit geval de waarde van het te exporteerezit
artikel niet verhoogde, kon het verleenen van con
senten met een minimum van tijdverlies en met zoo
min mogelijk kosten geschieden, waardoor de bezwa-
ren, aan het uitvoerverbod verbonden, tot zeer geringe
proportiën werden teruggebracht.
De bloembolen, die voor abnormaai gebruik in aan-
merking komen, zijn Crocussen, waarvan echter de
voorraad uiterst gering is, zoodat ze nauwelijks mee’
tellen, Tulpen, Hyacinten en Narcissen. Tulpen
bleken’ in Nederland zelve voor vermaling tegen rede-
lijken prijs te kuniien worden geplaatst, zoodat de
onverkochte voorraden, ofschoon met aanzienlijk ver-lies, toch nog tegen eenige vergoeding konden worden
opgeruimd. Hyacinten, waarvan de kultuur in 1.917
nog zwaarder verliezen dan de votige jaren had opgé-
leverd, konden aanvankelijk niet tègen eenigszins
aannemelijke prijzen worden geplaatst. Ofschoon alle
pogingen om deze bollen in Nederland als veevoeder,
te verkoopen faalden, mocht het toch niet gelukken
do regeering tot intrekking van het uitvoerverbod voor
deze soort bollen te bewegen. In Jani.iari ’18 steeg
eensklaps de binnenlandsche prijs voor de Hyacinten
voor abnormaal gebruik, zoodat de kweekers, die hun
bollen het langst bewaard hadden, nog de minste
schade leden. Dit neemt niet weg, dat de uitkomsten
der Hyancintenteeit vooral in het laatste seizoen
allerdroevigst zijn geweest. Narcissen,- die wegens hun
giftige eigenschappen voor veevoeder volkomen
onbruikbaar zijn, wérden laat in het seizoen voor den
uitvoer naar het buitenland vrjgegeven. Het bleek,
toen echter niet meer mogelijk den prijs er voor te
bedingen, die bij vroegere intrekking van het uitvoer-
verbod verkregen had kunnen worden. Ook de Narcis-
senkweekers hadden een zij het ook nog zoo geringe
vergoeding voor hunne verliezen zeer goed kunneft gebruiken en het is daarom zeer te betreuren, dat de
in dezen adviseeiende Veevoeder-commissie haar des-
betreffend besluit niet eerder genomen heeft. Desniet-
temufi is, op het laatste oogenblik de overgeschoten
voorraad grootendeels door bemiddeling van ,,Codro”
nog tot een aannemelijken prijs opgeruimd.
De toekomst.
Voorspellingen ömtrent de toekomst van het bollen-
vak
hafigén geheel af van den min of meer optimisti-
schen blik van den waarzegger. Hoopvol stemt de
efa1ifig, dat’ allé landen, waârheen export mogelijk”
w’a, Ues’ in h’et werk hebben gesteld om bloembollen
ffiéchtig’
to
vèrden, oildanks de verkeersmdéilijkheden
cii de benardé tijden. Daartegenover staan andere
overwegingen, ontleeiid aan de algemeene economische
toestaridén vafi de naasto toekomst en die ieder néar
eigen inzicht kan opvatten en verklaren.
E. K.
ÏN- ËN UITVOER VAN GROOT-BRITANNIE
IN 1917.
Verschenen zijn de voorloopige
cijfers
van den
buitenlandsëhen handel van Groot-Britannië in 1917,
opgemaakt d’or. den. Board of Trade. Allereerst geven
wij een
ovérzicht
in’ ponden. van de verschillende
afdeelingen en van de wijzigihen, die zich daarbij
hebben vertoond.
1917
1916
Wijziginginl9i7
£
£
£
lio
Invoer . . . . 1.065.256.407 948.506.492 +116.749.915 +12,3
Uitvoer
525.308.991 506.279.707 + 19.029.284 + 3,3
Wecler-uitv.
69.552.241 97.566.178 – 28.013.937 -28,8
Invoersaldo 470.395.175 344.650.607 +125.744.568 +34,5
Gelijk den lezer bekend is, omvatteii de êijfers
sedert Juli 1917 zoowel értikelen welke voor tékken
van openbaren dienst zijn in- of uitgevoeid, als die
welke particulier eigendom zijn, eïenwel nog steéds mét
uitzondering van den uitvoer ten behoeve der strijd-krachten. Deze verandering in het systeern weërpie-
geit zich natuurlijk iii de cijfers. Dat, gelet de âlgd-
meene prijsstijging, de vermeerdering der bedragen
niet noodzakelijkerwijs beteekent, dat de dmzètten in
de aitikelen in kwestie zijn toegenomen, ihoet natuür-
lijk weer in het oog gehoudeh ivôrden. OVerigens Vei-
schijnt de statistiek in haar niêuwe conceptie hog
onder het motto ,,so far as particulars are available
at the time of compilation” wét hog altijd véèl iuimte
openlaat voor omissies. De nadi goedeiénsoôi’tén ge-
specificeerde staat van invoei (c.i.f. waaide in dui-
zend £) en uitvoer (f.o.b. waai’de in duiiend £ van
voortbrengseien uit het
V. K.)
volgt hieiöhder.
lnvoér
Uitvoer
—
Artikel
‘
–
191
,
1916
1917
1
,
1916
Voedings- en ge
not middelen.
Granen en meel ..
174.893
133.253
875
2.775
Vleesch en slachtvee
102.472
94.051
269 1.242
3.903
7.364′
3.297
4.766
Tabak
………….
Overige ………….
74.043
84.498
11.936
.20.713
Totaal groep 1
455.311
419.166
16.377
29.496
Grondstoffen en
half fab rj katen.
Steenkolen enz
6 8
51.341
50.671
IJzererts, oud
ijzer
Andere ertsen ….
)
27.00
25.816
112
21
301
20
40.164
496 309
Katoen
…………
. 10.591
84.730
51.965
39.731
3.377
3.682
Andere grst. textiel
28.032
23.840
267
576
Oliezaden, oliën enz
76.076 63.357
8.039 4.600
Iluiden
enr
.
………
18.389
13.785
1.319
1.528
Grondst. papierind
10.357 8.135
492
539
Hout ……………25.647
36.860 37.228
1.904
2.120
385.373
..
336.794 67.368 64.346
Wol
…………….
Totaal groep II
Bew. artikelen.
Diversen
…………
10.803
11.214
44.849
56.673
Andere metalen ..
43.625
..8.863
39.048
10.295
12.720
4.986
5.703
4.747
6.447
Electr. artikelen ..
. .
1.335
1.653
.
2.953
4.084
7.998
19.426
20.218
Schepen
(nieuwe)
– .
14
1.086
1.291
IJzerwaren ……….
Artikelen van hout
1.326
1.927
863
1.277
Machines
…………
Garens en weefsels..
3.862
8.309
146.008 118.308
IJzer, staal ……….
252 923
52.564 46.906
Katoen
…………..
Wol
…………….
11.421
13.139
2.019
2.406
Andere stoffen
….
8.132
11.203 16.948 15.818
Confectie
………’
1.358
2.730
15.767
16.941
28.040
28.622
23.667
27.565
Leder en lederw
11.107 16.189
4.952
4.898
Aardewerk en glas.
665
3.053
3.397
3.918
4.190
8.327 3.193
5.195
Zijde
…………….
Papier
…………..
Wagens en automob.
7.380 6.994
6.841
8.033
Chemicaliën ……….
71.147
23.147
,
61.522
40.701
218.492
189.193
421.597
393.399
Totaal groep III
Diversen
…………
Alle overig’e art.
(waarbij pakketp.).
,
6.086 3.354
19.968
19.642
Totaal groep 1-1V
1.065.262 948.507
525.316
506.283
In de ,,diversen bewerkte artikelen” worden aâr-
schijnlijk sedert de uitbreiding van de geregiétreerdô
goederen, de wapens en munitie, aangevoerd voor
rekening van het bnitsche gouvernement,- ondôrg&
3
Februari
1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
139
bracht, vandaar in dat geval de aanzienlijke stijging.
De cijfers kunnen aanleiding geven tot veel commen-
taar, waarvan wij ons echter willen onthouden, ge-
wezen moge er op zijn, dat de ,,Economist” de ver-
meerdering van het import-saldo met ruim £ 125 mili.
teleurstellend vindt, gelet het drastische programma
van invoerbeperking, dat Lloyd George bij het aan-
vaarden van het premierschap bekend maakte. De
Economist hoopt, dat ,,the Government are fully
alive to the gravity of the problem”.
AANTEEKENINGEN.
Prijzen v a n s viie e r.
– Dr. H. 0. Prinsen
Geerlis geeft in de Indische Mercuur het volgende
interessante lijstje van suikerprijzen in èenige der
voornaamste consumptielanden, op 1 Februari 1918,
berekend voor gemalen melis, in het groot en met in-
begrip van alle accijnzen en rechten, zoodat er vöor
den consument alleen nog op komen de kosteii van
vervoer naar de plaats van verkoop en de winst van
den kleinhandelaar.
Guldens p.
Land
Noteering
100
K.G.
Denemarken….
60
kronen
per
100
E.G.
40,05
Zweden ……..
62
kronen
100
,,
40,23 Duitschiand
.
36
mark
50
,,
42,67
Ver. Staten ….
8,75 cent
pond
48,10
Nederland……
51,50
Gid.
,,
100
K.G.
51,50
Zwitserland ….
112
francs
100
53,76
Gr. Britannië .. 46s. 9
d.
,,
cwt
55,26
België
……..
127
francs
100
K.G.
60,96
Frankrijk ……
140
francs
100
67,20
Spanje
……..
152
pesetas
,,
100
72,96
Oostr.-Uong…..
146 kronen
,,
100
,,
73,00
Italië ……….
225
lire
,,
100
,,
108,00
Rusland ……..
23,70
roebel
,,
poed
179,24
De omrekening van de vreemde munt in Nederland-
sche is geschied volgens de goudpariteit, dus niet
volgens de thans heerschende wisselkoersen.
Oeldschieting door Amerika. –
In het
dezer dagen alkier ontvangen jaarrapport van den
secretaris van de schatkist Mc.Adoo komt een staatje
voor van de leeningen, die tot 1 Nov. j.l. aan de on-
derscheidene bondgenooten van de V.S. waren inge-
willigd onder vigeur van de wet van 24 April d.a.v.,
waarbij 3 milliard dollar en van 24 September, waar-
bij 4 milliard dollar voor dit doeleinde zijn gevoteerd.
Het staatje volgt hier in millioenen dollars:
Ingewilligd Uitgekeerd
Land
bedrag
bedrag
Groot-Britanriië
1.425
1.425
Frankrijk
…………
820
820
Italië
…………….
500
225 Rusland
…………..
325
1)
159,7
België
.
…………….
58,4
54,5
Servië
…………….
3
3
Totaal……
3.131,4
2.717,2
1)
Waarbij
$ 5.000.000
voor Roemenië.
De credieten, in bovenstaand overzicht aangegeven,
ziOn dus op een periode van ietS meer dan 6 maanden
en zijn hoofdzakelijk bestemd voor de betaling van
oo’rlogsleveranties in de V.S. In verband hiermede
is,
gelijk bekend, te Washington een centraal inkoop-
bureau voor de geallieerden ingericht, waarin zitting
hebben Bernard Al. Baruch, Robert S. Lovett en
Robert S. Brookings, die ook een p]aats innemen in
den War Industries Board van den Council of atio•
nal Defense, hetgeen waarborgt, dat systeem gebracht
wordt tusSchen de bestellingen van de gealliëerden en
de regeering der V.S. De intrest op deze voorschotten
is voorloopig vastgesteld op 4Y4 püt. per jaar.
Ter voorlichting van het amerikaansche publiek be-
vat eene mededeeling van het ,,Treasury Department”
in het ,,Official Bulletin” van 14 December j.l. o.m. het navolgende, dat ook voor een nederradsch lezer
zijn voorlichtenden dienst niet behoeft te ontberen.
These loans, says the Secretary, are essential for our own
protection, not only for our protection in a military way,
but for our economic protection and welfare. The production
of the United States has been speeded up and greatly
stimulated. We are producing morS than our owii needs, and
our own econôrnic protection and welfare dernaad that we sell much of our products to our allies. To accomplish this
we must extend these credits to enable them to buy our
produCts. –
Voorts aan het slot der mededeeling:
When one remembers that loans made to our ‘allies enable
them to do the fighting that ptherwise the .American Army
would bave to do at much expense, not only of nien but of
moecy, money which would not be returned to us and lives
that could ne’ver be restorêd, the wisdom of our policy in
financing our allies is plain to every one.
Kolonisatie v a n immigranten in
S u
r i n a m e. –
In ons vorig nummer ontlee’nden
wij een en ander aangaande den aanvoer en stand der
contract-arbeiders in de kolonie Suriname aan het
Koloniaal Verslag. Wat betreft de koloisatie dezer
lieden als kleine l5ndb6uWors – het oogmerk, dat bij
de aanvoermaatregelen vooral van kracht is zij
nog het volgende bericht. Op 31 December 1916 telde
men in het geheel 7460 immigranten, die huurdër,
gebruiker of eigenaar v5n land waren, met een totaal-
öpperlakte van 18.499 H.A. Hieronder waren 676
immigranten uit Ned.-Indië, 6739 uit Br.-Indië, 33
uit W.-Indië en 12 uit China. Eigenaren waren 2137
immigranten (Ned.-Indië 2, Br.-Indië 2133, W.-Indië
1
1
China 1) met 100,03 H.A. Op het hypotheekkantoor
stond deze oppervlakte bekend
als
verdeeld in 1972
perceelen.
Vier Britsch-Indiërs werden door aankoop eigenaar
van 3 plantagos voor een gezamenlijk bedrag van
f30.100. De Nederlandsch-Indjsche immigranten hebben op
de door het Götrvernement of door ingezetenen aan
hen in gebruik of huu± afgestane stukken grond ver-
kregen 1169 X.G. cacao, 246 K.G. koffie, 238.080 K.G.
rijst, 404.039 K.G. aard.’rnchten, 54.246 K.G. koren,
14.145 bössen ba
–
hanon
efi 266 bôssen bacoven. ‘)
Op de pérceele, aan Britsch-Indi&g in eigendom toe-
behoorende,
in
huur of. gebruik afgestaan, of bij hen
van ingezetenen
in
huur of gebruik, werden de vol-
gende voortbrengselen verkregen: 199.295 K.G. cacao, 12.126 K.G. köffie, 3.274.826 K.G. rijst, 377.529 K.G.
aardvruhten en 1.432.080 K.G. koren, 214.915 bes-
sen bananeji en 88.742 bössen bacove.
Tegen afstand. v.n het recht op vrijen terugvoer werd
aan 53 Nederiandsch-Indische en 362 Britsch-Indische
immigranten een uitkeering van f 100 i,erstrëkt.
Het geheele aantal Nederlandsch-Indische immigran-
ten, aan wie de uitkeering is verstrekt, bedroeg op
het einde van December iI24 en dat der Britsch-Iii-
dische immigranten 6229.
Het aantal Britsch-Indiërs, dat een ander beroep dn
dat van klein landbouwer uitoefent, neemt ndg steéd toe. Bijna in alle beroepen zijn zij vertegenwoordigd.
Qngeveer 60 dragen voldoende bij’ in de inkomsten- en
andere rechtstreekche belastingen, om kiezers van
leden voor
,
de Koloniale Staten te kunnen zijn. In
landsdienst werken er als ambtenaar, onderwijzer,
tolken, beambten van politie, stoker, bediende en op-
passer.
Het gemiddeld getal van dagvergunningen voor eene
verkoopplaats op de openbare markten t6 Paramaribo
aan Nederlandsch-Indiërs bedroeg 5, terwijl aan
Britsch-Indiërs 30 weekvergunningen en 180 dagver-
gunningen werden gegeven.
1)
[In de kolonie noemt men bacove wat op de Europee-
sche markt banaan heet, terwijl de banaan (musa paradisiaca)
een hoekiger en meer gebogen vrucht dan de bacove (musa
sapientum) is, die in gekookten staat voor de lagere klassen
een belangrijk voedsel is.)’
SpöÖ’rwegontvangsten.
– De groote
maatschappijen (S.S., H.S.M., N.C.S) maken de vol-
140
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
gende cijfers bekend der ontvangsten op de verschil-lende rekeningen in het achter ons liggende jaar.
Reizigers, bagage en honden
f 52.773.244
Goederen, levende dieren,
rijtuigen enz.
……….
,,
44.600.210
Buitengewone ontvangsten en
telegraaf …………….,,
2.688.492
De maatschappijen berichten, dat in 1917
f
6.770.341
meer ontvangen is dan in het daaraan voorafgisande,
jaar en dat de exploitatiekosten in 1917 bij benade-
ring
f
11.872.000 hooger waren.
Kleursfoffeni’ndustrie in Arne-
r i ic
a. – Het is reeds herhaaldelijk opgemerkt, dat
Duitschland maar niet zoo dadelijk in zijn machts-
positie, -wat de vervaardiging van chemische verfstof,
fen betreft, zal worden geëvenaard door Engeland,
ook al bestaat daar de weusch zich ten deze zelfstan-
dig te maken en al heeft men de hand gelegd op
duitsche patenten, die de bereidingswijze der stoffen
beschrijven. In het land zelf is hierop reeds gewezen. Men heeft in de chemische industrie steeds uitermate geheimzinnig gedaan en vooral onder de huidige om-
standigheden bestaat er voor Engeland aanleiding
dit gebruik te huldigen. Toch schijnt men, afgaande
op wat zoo nu en dan uitlekt en vooral zich reken-
schap gevende van de bovengenoemde overweging,
dat eene kleurstofindustrie als de duitsche, welke ge-
baseerd is op 40-jarige noeste arbeid, ondervinding
en vooral wetenschappelijke werkzaamheid, niet in
een paar jaren uit den grond gestampt wordt, de ver-
wachting niet te hoog behoeven te spannen.
In een andere positie verkeert wellicht Amerika. De
leveranties van oorlogsmateriaal hebben ongetwijfeld
enkele takken der amerikaansche chemische industrie
in aanzienlijke mate doen opbloeien. Inzonderheid
wat betreft de vervaardiging van teerkleurstoffen en
de organische tusschenproducten, welke voor de fa-
bricatie van explosieven gebezigd worden. De over-
weldigende vlucht, die de munitieaanmaak in de V.S.
nam, voortgedreven door de verlokkende prijzen, die
voor deze artikelen te bedingen vielen, deed zelfs een
tekort aan grondstoffen – afkomstig van het cokes-
ovenbedrijf – ontstaan voor de verdere verwerking tot
kleurstoffen, hetgeen anderzijds weer de fabricatie van
natuurlijke verfstoffen in de hand werkte. Al hoede
men zich, ook wat Amerika betreft, voor overdrjving,
toch lijdt het geen
twijfel,
dat zich in de eerste jaren
na den oorlog een arnerikaansche concurrentie op de
wereldmarkt zal voordoen, eene meening, die men ook
in duitsche geschriften uitgesproken kan vinden
1).
Het besef, dat inzbnderheid in deze bedrijfstak syste-
matisch en wetenschappelijk moet worden gewerkt,
begint reeds uitwerking te vertoonen. Weflicht opent
zich voor de toekomst het perspectief, dat een amen-
kaansch-engelsche belangengemeenschap eene on-
afhankelijke positie ten aanzien der voorziening met
chemische kleurstoffen zal weten te verschaffen. Maar
daargelaten de verrassingen, die de handeisgeschie-
denis ons in komende jaren eventueel te zien zal ge-
ven, kan een dergelijk resultaat toch niet voor over
een tiental jaren verwacht worden.
-:
‘) Englands Handelskrieg und die chemische Industrie,
Prof. Dr.
A.
Hesse en Prof. Dr. H. Grossmann, Neue
Folge, 1917.
INGEZONDËN STUKKEN.
BESPARING VAN DISTRIBTJT1EKOSTEN
DOOR WIJZIGING DER DISTRIBUTIEWET.
Is het goedkoop verstrekken van levensmiddelen
in ‘t geheele land tegen dezelfde prijzen- noodzakelijk?
Deze vraag dringt zich op, nu de Minister van Land-
bouw, Nijverheid en Handel bij de Staten-Generaal
een voorstel aanhangig heeft gemaakt om hem een
crediet van 130 millioen te openen, teneinde de ten
laste van het Rijk komende kosten der distributie
gedurende de eerste 6 maanden van het jaar 1918 te
bestrijden. Houdt men rekening met het 1/10, dat het
Rijk ingevolge de Distnibutiewet, ten laste van de
gemeenten doet blijven, roo komt men tot een bedrag –
van rond 145 miljoen, dat besteed zal worden aan de
verstrekking van goedkoope levensmiddelen gedurende
een termijn van zes maanden.
Het komt mij voor, dat eene aanzienlijke besparing
op de distributiekosten zou kunnen verkregen wor-
den, indien men het stelsel om de verkoopprijzen op
uniforme wijze voor het geheele land vast te stellen
zou loslaten. De levensstandaard, het peil van bonen,
de draagkracht der bevolking toonen voor de verschil-
lende gemeenten aanzienlijke verschillen aan. Het Rijk
houdt met die verschillen bij belastingheffing reke-
ning (de wet op de personeele belasting.) De gemeen-
telijke belastingverorde.ningen, die onder goedkeuring
der Kroon worden vastgesteld, weerspiegelen in. de
onderling sterk uiteenloopende bedragen, welke bij
het vaststellen van het belastbaar inkomen voor nood-
zakelijk levensonderhoud van het zuiver inkomen
mogen worden afgetrokken, het onderling sterk uit-
eenloopend levenspeil der diverse gemeenten. Bij de
verstrekking van levensmiddelen houdt men met
plaatselijke omstandigheden echter geen rekening. Of
in eene gemeente tengevolge van de crisis – gelijk op
het platteland veelal het geval is – welvaart heerscht,
dan wel of in eene gemeente door dezelfde oorzaak
werkloosheid en achteruitgang van het inkomen der
gemeentenaren te constateeren valt, het vigeerend
Distributiestelsel slaat op dergelijke factoren, die dan
toch voor de vraag of het goedkoop verstiekken van
levensmiddelen te rechtvaardigen is van doorslaand
belang zijn, geen acht. De oorlogstoestand moge voor vele plattelaudsgemeenten een gouden regen gebracht
hebben, welke, zelfs indien men rekening houdt met
de prijsstijging van goederen, een goud van een zeer
hoog alliage aan de betreffende gemeentenaren ver-
strekt, nolens volens worden de gemeentenaren door
het Rijk gedwongen zich te laten bedeelen.
Waarop steunt dit stelsel van gelijke prijsatelling
voor het geheele land voor de diverse goedkoop ver-
strekt wordende artikelen? Waren véér den oorlog de
prijzen van alle artikelen, welke thans goedkoop ver-
strekt worden, dan in alle gemeenten dezelfdè? Ik
geloof, dat ik den inkt kan besparen, welke- noodig zou
zijn om de gronden, op welke deze vraag ontkennend
moet worden beantwoord, uiteen te zetten. Bij een
artikel als brood, voor hetwelk voor het geheele land
één uniforme maximumprijs geldt, loopen de voor de vers6hillende gemeenten vastgestelde inkoopsprijzen
van de voornaamste grondstof der broodbereicling, het
meel, trouwens zeer aanzienlijk uiteen. Dit zegt reeds
genoeg. Thans worden de gemeenten door het Rijk
met het 1/10 van het nadeelig verschil tusschen
inkoops- en verkoopsprjzen der artikelen, welke de
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel besluit
goedkoop te verstrekken, belast. De inkoopsprijzen
vertoonen de tendenz bij voortduring te stijgen, de
verkoopspnijzen blijven nagenoeg constant. De gemeen-
ten, die 1/10 van het nadeelig verschil tusschen be-
doelde prijzen mogen betalen, schijnen voor het Rijk – het Rijk, dat nog steeds in gebreke blijft eene voor-
ziening te treffen tea aanzien van den noodtoestand
der gemeentefinanciën, die voor een zeer groot deel
door maatregelen van ‘s Rijkswege is ontstaan – tail-
lables et corvéables ii merci te zijn! ik meen althans, dat de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp
tot aanvulling en verhooging van het 10e Hoofdstuk
der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1918 (Be-
schikbaarstelling van levensmiddelen) van deze menta-
liteit de sporen draagt. Aan het slot dezer Mernorie
van Toelichting wordt eene berekening van de kosten
van beschikbaarstelling van levensmiddelen gegeven,_
waaronder een post opgenomen is: ,,Liggelden schepen
en verliezen op broodkoren door vasthouding van sche-
pen. ….
f
20.000.000.” De totale kosten worden ge-
raamd op
f
287.400.000. Eenige regels verder leest
13 Februari 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
141
men, dat het Mnoodigde crediet voor 1918 bedraagt
9/10 van
f
287.400.000 of rond
f
250.000.000.
Dus zullen de gemeenten volgens bedoelde Memorie
van Toelichting moeten medebetalen in de ,,Liggel-
den van schepen en verliezen op broodkoren door
vasthouding van schepen”!
De Memorie van Toelichting acht het evenmin
noodig er van gewag to maken, over welk bedrag in het vervolg het 1/10 berekend zal worden, nu tenge-
volge van de oprichting der Nederlandsche Uitvoer
Maatschappij niet meer de baten (in wolken vorm
ook), welke aan ‘s Rijks schatkist toevloeien uit den
export, rechtstreeks in mindering kunnen worden
gebracht van den inkoopsprijs, welke het Rijk aan de
gemeenten in rekening brengt. De bijdragen, welke
de export aan het Rijk ten behoeve der binnenlandsche levensmiddelenvoorzieriing afdraagt, zullen immers in
het vervolg door de N. U. M. genoten worden. Eéu en
ander heeft tengevolge, dat de inkoopsprijzen voor het
Rijk aanzienlijk verhoogd worden. Waar het voordeelig
saldo van de N. U. M. echter weer in ‘s Rijks schatkist
vloeit, zal men toch niet 1/10 over het geheele aan-
zienlijke verhoogde verschil tusschen in- en verkoops-
prijzen aan de gementen in rekening willen brengen.
In de Memorie van Toelichting op het levensmid-
delenontwerp had eene uiteenzetting van de gedrags-
lijn, welke de Ministôr zich op dit punt voorstelt te
volgen, niet mogen ontbreken!
Om welke redenen stelde de Minister op het bren-
gen van een deel der Levensmiddelenvoorziening ten
laste der gemeenten prijs en op welke’ gronden werd
het betrokken artikel 3 in de Distributiewet opgeno-
men? De grond, de eenige grond, waarop dit ge-
schied is, was – risum teneatis, waar het eene aan-
sporing tot zuinigheid
door
het Rijk ten aanzien der
distributie betreft
– de
gemeenten tot zuinigheid te
nopen.’
Zeker, deze bepaling had reden van bestaan,
toen men nog in de dagen leefde, dat de artikelen
.
vegens
de schaarschte niet behoefden te worden ge-
rantsoeneerd en men zich kon bepalen tot het ,,goed-
koop verstrekken van levensmiddelen”. Maar thans?
Eene gemeente kan thans niet meer verkrijgen, dan
hetgeen haar volgens de rantsoeneeringsvoorschriften
toekomst. •En behalve kaas en suiker (op het laatste
artikel wordt geen verlies geleden) zijn
alle
artikelen,
voor welke de Minister zijne credietaanvrage heeft
ingediend, gerantsoeneerd.
Het is waar, eene gemeente zou door verkoopsprij-
zon lager te stèllen, dan door den Minister voor elk
artikel aan de Gemeentebesturen wordt voorgesteld,
de ten laste van het Rijk komende kosten aanzienlijk
kunnen verzwaren. Volgens artikel 3 der Distributie-
wet ‘hebben de Gemeentebesturen deze bevoegdheid,
welke kiemen van aanzienljke lasten voor het Rijk
met zich draagt. Maar de Minister heeft met de Ge-
meentebesturen een convenant gesloten, ingevolge
hetwelk de Gemeentebesturen van de hun gegeven
bevoegdheid geen gebruik maken. En mocht een
Gemeentebestuur zich niet houden aan de door den
Mini&tor voorgestelde verkoopsprjzen, zoo zal de Mi-
nister, gelijk hij aan de Kamer mededeelt, niet aarze-
len terstond een wetsvoorstel in te dienen, waardoor
deze bevoegdheid aan de gemeenten ontnomen
wordt. Waarom handhaaft men, onder de boven ge-
schetste omstandigheden, de voor de gemeenten zeer
onereuse bepaling van artikel 3 der. Distributiewet?
Door den loop der omstandigheden gaat van het arti-
kel geen remmende kracht meer uit. Thans dreigt
het uitsluitend gebruikt te worden om een deel der
distributieuitgaven, welke het Rijk doet, op de ge-
meenten te verhalen.
Is het niet voor betwisting vatbaar., dat de bpa-
ling, welke artikelen zullen moeten worden gedistri-
bueerd en tot welke hoeveelheden, niet anders dan
door het Centraal gezag kan geschieden? Het komt
mij voor, dat ten aanzien van de prjsbépaling der ge-
distribueerd wordende artikelen een stelsel van decen-
tralisatie op zijn plaats is. Deze decentralisatie zou,
nar het mij voorkomt, op de volgende wijze kunnen
worden verkregen. De gemeenten blijven hare bestellingen als voorheen
aan de Rijksorganen doen. De gemeenten rekenen met
het Rijk af volgens de door het Rijk vastgestelde
koopprijzén. (Waar dit voor de gemeenten met het
oog op hare ‘kasmiddelen te bezwarend zou blijken,
zou hierin kunnen worden voorzien door de gemeen-
téneen crediet bij het Rijk te openen). Ten aanzien
van het nadeelige verschil tusschen in- en verkoops-
prijzen zou dan als volgt gehandeld kunûen worden.
Het Rijk stelt voor elke gemeente per inwonet een
zeker bedrag ter tegemoetkoming in de kosten van
goedkoope levensmiddelenvoorziening beschikbaar.
Twee factoren zullen dit bedrag bepalen. Als eerste
fator zal rekening moeten worden gehouden met den
levensstandaard, welke in de diverse gemeenten heerscht. De op dit punt te treffen regeling moet
de tendenz hebben te bevorderen, dat de raden van
die’ gemeenten, waar de verstrekking van Regeerings-
artikelen onder ‘kostprijs aan il1e ingezetenen niet strikt noodig is, ook metterdaad welstandsgrenzen
zullen vastitellen voor categorieën van ingezetenen, aan wie bedoelde verstrekking wèl en ,aan wie ver-
strekking onder kostprijs nièt zal geschieden. Bij de
vaststelling van het bedrag zou tot maatstaf kunnen
worden genomen een’erzijds het aantal ingezetenen,
dat de gemeenten b.v. op 1 Januari 1918 telden, an-
derzijds het getal der aanslagen boven een zeker be-
drag, in de Rijksinkomstenbelasting volgens de laat-
stelijk vastgestelde kohieren. De gemeenten zouden
ten aanzien van dit ,,zeker bedrag” in klassen kunnen
worden ingedeeld. De grenzen der bedoelde klassen
zouden door de wet kunnen worden bepaald en de
indeeling der gemeenten in deze klassen zoude door
Gedeputeerde Staten onder beroep op de Kroon kun-
nen geschieden. In de vet zal nader aangegeven moe-
ten worden, op welke wijze de berekening van het per
inwoner door het Rijk aan de gemeente te verstrek-
k6 bedrag, naar aanleiding der tusschen vorenbe-
doéld aantal aanslagen in de Rijksinkomstenbelasting
enhet totaal aantal ingezetenen der gemeente be-
staande verhouding, zal worden berekend.
Als tweedë factor zal rekening kunnen worden ge-
houden met de som, welke de goedkoope beschikbaar-
stelling van levensmiddelen tot dusver per inwoner
in’ elke gemeente gemiddeld aan Rijk en gemeente
te zamen heeft gekost. Niet ontkend wordt, dat het
vaststellen van een billijk bedrag, dat het Rijk per
invoner aan elke gemeente zal verstrekken, moeilijk-
heden zal baren. Where there is a will, there is a wây,
moge men echter bedenken.
Al hetgeen de gemeente meer aan de algemeene of
niet
algemeene bedeeling van de ingezetenen in den vorm van verstrekking van goedkoope levensmidde-
len wil besteden, zal de gemeente zelf moeten betalen. Völgt men dit stelsel, zoo zullen de volgende voordee-
len worden verkregen:
1
0
. De gemeenten zullen alleen die artikelen goed-
koöp verstrekken, welker goedkoope verstrekking aan
alle gemeentenaren, beslist noodzakelijk is.
2
0
. De gemeenten zullen desgewenscht regelingen
kunnen treffen, ingevolge welke goedkoope beschikbaar-
stelling van artikelen uitsluitend aan bepaalde catego-rieën van ingezetenen geschiedt, zoodat de millionnair
niet langer behoeft bedeeld te worden. Het thans gevolg-
de starre stelsel dwingt allen over één kam te scheren. De bovengeschetste regeling veroorlooft den gemeen-
teraden met de bijzondere omstandigheden der diverse
categorieën van ingezetenen rekening te houden. Het
verschil tusschen inkoopsprijs en verkoopsprijs zal
niet voor alle categorieën van ingezetenen, voor
welke men de artikelen
onder
kostprijs beschikbaar
wil stellen, hetzelfde bedrag behoeven te bedragen.
Om te voorkomen, dat gemeenteraden eene methode
zouden gaan toepassen als zij van den Minister van
Landbouw,
Nijverheid
en Handel in ontwerp bij de
brandstoffenvoorziening gezien hebben – nl. dat de
kostendekking der goedkoope verstrekking van onont-
142
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
beerlijke artikelen aan sommige lieden, geschiedt door
voor andere categorieën van ingezetenen, dezelfde, dok
voor hen onontbeerlijke, artikelen extra duur beschik-
baar te stellen – zou eene bepaling kunnen worden
vastgesteld, dat de verkoop der door het Rijk gedis-
tribueerde artikelen vanwege de gemeenten nooit te-
gen hooger prijs zal mogen geschieden dan de prijs, te-
gen welken zij door het Rijk aan de gemeenten be-
schikbaar worden gesteld.
3
0
. De gemeenten zullen trachten de uiterste zui-
nigheid te betrachten. In dit stelsel zullen de’e-
meenten immers alle kosten der distributie, vôor
zoover zij de aan haar uit te keeren Rijksbijdrage
overtreffen, zelf moeten dekken.
4°. Niet langer zal in dit stelsel de ontwrichting
onzer gemeentelijke instellingen behoeven te word’en
gecontinueerd. Ingevolge de Distributiewet bepaalt !d
taak van den Raad zich tot het voteeren der door
burgemeester en wethouders aangevraagde credieten,
hetgeen, daar zij als verplichte uitgaven voor de ge-
meente door de wet worden beschouwd, een loutre
formaliteit is. Ten aanzien van de distributie is vol-
gens het stelsel der Distributiewet niet de
Raad,
maar het college van burgemeester en wethouders
almachtig. In het door mij aangeprezen stelsel zullen
de verschillende organen ook ten aanzien der distri-
butie weder de plaats krijgen, welke haar volgens de
vet en gezonde democratische beginselen toekomen.
Variïs modis bene fit. Het stelsel kan op andere
wijze worden uitgewerkt. Zbo zou men kunnen be-
palen niet het bedrag, dat het Rijk ten behoeve der
distributie van al de verschillende artikelen per in-
woner voor de diverse gemeenten beschikbaar stelt,
maar het bedrag, dat voor elk door het Rijk aan te
wijzen artikel per inwoner voor elke gemeente wordt
beschikbaar gesteld. Ook tot een halfslachtige tse-
passing van dit stelsel zou men kunnen overgaan. Men
zou het kunnen toepassen ten aanzien van de artike-
len van bijvoeding – gelijk de Minister van Land-
bouw, Nijverheid en Handel zich in eerder genoemde
Memorie van Toelichting uitdrukt – en het bestaande
stelsel ten aanzien der artikelen van hoofdvoeding
kunnen handhaven. –
In het raam eener regeling als hierboven geshetst
zullen natuurlijk bepalingen dienen te worden opge-
nomen, die gelegenheid geven om gemeenteraden, die
jn hun plicht, om voor een beschikbaarstelling va
artikelen tegen prijzen, die door cle diverse categorieën
van ingezetenen betaald kunnen worden zorg te dra-
gen, te kort schieten, tot rede te brengen, terwijl
anderzijds er voor gewaakt zal dienen te worden, dat eene gemeente nimmer op een hoogere Rijksbijdrage
aanspraak heeft dan aan de voorziening der gemeente-
naren met Regeeringsartikelen is ten koste gelegd.
En nu de bezwaren, welke tegen dit stelsel zijn aan
te voeren. De wettelijke, meen ik, te mogen écarteeren,
omdat eene eenvoudige wetswijziging elk bezwaar op
dit punt écarteert. Het voornaamste bezwaar, dat
tegen het door mij voorgestane stelse], naar ik meeh,
zal worden opgeworpen, is dat het practisch onuit-
voerbaar zal blijken te zijn, omdat men voor naburige
gemeenten verschillende prjen voor dezelfde ai-
kelen zou verkrijgen. Men zal deze practische onuit-
voerbaarheid eerst moeten aantoonen. Zoo dikwijls
blijft het goede achterwege, omdat men het met een
handige leus bestrijdt, een leuze, die de macht der
suggestie heeft en die men zonder nadenlcen zoo aan-
nemelijk vindt, dat men het bewijs van de stelling, die
in de leus haar uitdrukking vindt,
niet
noodig acht.
Bovendien: geldt op het -oogenblik voor naburige
gemeenten dan geen veischil in meel- en melkprijs?
Mocht het boven aangeprezen stelsel op’ onoverko-
menlijke bezwaren, betreffende de practische uitvoer-
baarheid, stuiten, zoo zou toch in ieder geval eene
aanzienlijke besparing kunnen- verkregen worden, in-
dien het Rijk ten aanzien der artikelen van hoofdvoe-
ding alle kosten voor zijne rekening nam en ten
aanzien der artikelen van bijvoeding den Gemeente-
besturen in de prijsbepaling de vrije hand werd
gelaten. Het Rijk zou in dit geval, waar de gemeenten
bevrijd werden van de kosten, welke de goedkoope
verstrekking van artikelen van hoofdvoeding met zich
brengt, de kosten der goedkoope verstrekking van
artikelen van bijvoeding geheel kunnen laten blijven
ten laste der gemeenten, waar de Raad besluit zulke
artikelen goedkoop beschikbaar te stellen. Rijk en
Gemeente zouden bij dergelijk eenvoudig stelsel beide
wel varen. Mr. K. A. H.
COEBERCH.
‘s-Gravenhage, 8 Februari 1918.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
D e E c o n o m i s t. – ‘s-Graveahage, Ianuari
1918.
Mr. J. A Eigeman,
Marxisme, materialisme en
revisionisme 1; F. S. Noordhoff,
Langjarige Achter-
stand. (Salarieerrng ambtenaren en beambten.)
Journal de la Société do Statistique
d e P a r i s. – Parijs, Januari 1918.
M. Raiga,
Les
finances et le régime fiscal de guerre en Angleterre;
M. P. Meuriot,
Composition et répartition de la popu-
lation étrangère en Suisse (1910).
Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s-Graveiihage, 15 Januari 1918.
D. A.
van Heyst,
Plannen voor een kanaal naar Twente en
den Gelderschen Achterhoek;
F. B. Löhnis,
De invloed
van den waterafvoer op het Nederlandsche Lanuouw-
bedrijf;
Mr. J. G. BlinJc,
Het vraagstuk van de geld-
ruimte in Nederland;
Dr. H. Blink,
Steenkolenpro-
ductie in Nederlandsch-Indië door staatsexploitatie
een algemeen belang. –
The Geographical Journal. – Londen,
Januari 1918.
Sir Thomas Holdich,
Geographical War
Problems in the Near East;
W. J. Harding King,
Study of a Dune Belt;
J. K. Davis,
The ,,A.urora”
Relief Expedition 1916-1917.
D i e B a ii k. – Berlijn, Januari 1918.
A. Lans-
burgh,
Staatsbankerott;
Prof. Dr. T. Schmidt,
Verbe-
serung im bargeldiosen- Zahlungsverkehr;
L.
Eschwege,
Zum Streit um den Einheitskurs.
B an k – A r oh iv. – Berlijn, 1 Januari 1918.
P.
Boehme,
Zur Wiederaufnahme des amtlichen Bör-
senverkehrs;
R. Pohi,
Vorzüge und Schattenseiten des
Einheitskurses.
Journal of the institute of bankers.
– Londen, Januari 1918.
R. E. Leader,
The early
Sheffield Bankers.
D e 1 n d i s c h e G i d s. – Amsterdam, Januari
1918.
Reinier D. Verbeek,
Het wetsontwerp tot ver-lenging van den termijn der opsporingsvergunningen – in Nederlandsch-Indië;
L. L. F. de Greve,
Belawan
Oceaanhaven.
1 d e m. – Februari 1918.
E. P. Wellenstein, c. Nogmaals: Hervorming van de Indische Staatsbegroo-
ting;
W. H. M. Schadee,
Nogmaals Belawan Oceaan-
haven.
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
Visch naar het buitenland. De Minis-
ters van Buitenlandsche Zaken en van Landbduw
hebben besloten niet hun goedkeuring te hechten aan
eenige schikking met het buitenland over de vangst
en den uitvoer van visch, tenzij zoodanige schikking
wordt aangegaan door de Ned. Uitvoer-Maatschappij.
II a r i n g e n s p i e r i n g. Verboden is het ver-
voer en de aflevering van haring, kleiner dan 13 c.M.,
alsmede van spiering in verschen toestand, kleiner dan
10 c.M. en in gerookten toestand kleiner dan 9 c.M.
H u i s s 1 a oh t i n g en. Bij de Tweede Kamer is
ingediend een ontwerp van wet, waarbij den Minister –
van Landbouw- bevoegdheid wordt verleend om het-
13 Februari 1918
E(!ÔNÖMISCH-STATISTISCHE BERICHtEN
1 4
slachten vaü i5afde,
d5€
hp èn varkens
geheel of gedeeltelijk te verbieden of slechts voor-
waardelijk toe te staan.
A a r d a p p e 1 m e e 1. Mët ingang van
8
dezer
is verboden het vervoer
Vaii
aardappèlmeel.
Israëlietisch Paaséhbrood. Voôr dé dis-
tributie van Israëlietisch Paaachbrood is thans eene
regeling getroffen. Een speciale kaart kan *oïden vér-
kregen tegen inlevering van 2000 G. broodbous van
het 44e en 45e tijdvak; iêdee kaart gêéft
i6ch
.
t bp
een rantsoen van 2% K.G. Isr. Paaschbiöod. Maxi-
niumprijzen voor matzes zijn vastgesteld en bepaald
is, dat uit 50 K.G. bloem 45 K.G. matzes moeten wor-
den vervaardigd.
M
ei k b u s s e n. DoR dê Ministér ah Landbeuw
zijn vastgesteJ4 maximumprijzen voor melkbussen in
deil kleinhandel.
Overtreding
é.ltêêling. Bij ôveitre-
ding van de iiigevolge aft.
7
der Distributiéwet vast-
gestelde regelen in zake den verbouiv van gassén, zal, onverminderd de strafrechterlijke vervolging,
worden gelast het perceel, waarop het gewas staat, om
te ploegen, teneinde het te kunnen bebouwen met het
gewas, waarvan de verbouw vrij is.
K 1 a v e r z a a d. Verboden is de aflevering en het
vervoer van rood klaverzaad, wit kiaverzaad en
Zweedsôh kiaverzaâd. Teens zijn voor rood klaver-
zaad maximumprijzen vastgesteld. –
Z a den. Onder intrekking der circulaire van
1 Decémber j.l. is den büféffiëetéfs opgedragen niet
in beiit te neren, éf voor zoover partijen reeds in
bezit genomei ivaren, deze weder vrij te geven, wit
kiaerzâad, Zvéedsch klaverzaad, lucernezaad, hop-
perupszaad, lupinenzaad, wikkenzaad en serradella-
zaad. Van verschillende dezf zaden zijn de aanwezige hoeveelheden voldoende om ook zonder distributié in
de behöefte te kunnen voorzien, terwijl van andere
zoo weinig voorraad is, dat distributie niet practisch
mogelijk is. –
Al a n u f a c t u r en. Het verbod tot vervoer van
manufacturen is tot iladére aankondiging niet ‘i
an
toepassing op: 1. gebruikte lijf- en huishoudgoederen
(vdôr iôdver betreft vervoer naar of van *asscherijen,
verzending van bagage, enz.); 2. koffers met monster-collecties; 3. textielgoederen, gebezigd ter verpakking
van joddeiefi en ledige emballage.
De in béslég genomen goedereû v.ordé eeri ari-
geboden aan het Kon. Nat. Steuncomité; ivil dit niet koopen, dan worden zij aangeboden aan andere ver-
eenigingen, confectiefabrieken of grossiers.
B
r u iii k ol e n.
Op
verlangen van en in overleg
met de Rijkikoleudistributie hebben de explôitanten
van bruinkolengroe;Vefi een Centraal Bruinkolen-
Bureau in het leven geroepen, teneinde het meest
economisch gebruik van de aanwezige bruinkolen-
voorraden te bevorderen.
B r a P d s t o f f e n. Door de Rijkskoiendisti’ibutie
is aan de brandstoffencommissie medegedeeld; dat de
huisbrandstoffen, die op 1 April a.s. nog bij de ver-
bruikers in voorraad mochten zijn als overschot van de
rantsoenen vôor het seizoen
1917/18
niet in mindering
zullen worden gebracht op de voor het seizoen
1918i19
toé te kennén rantsoénen.
R ij w i e 1 b a n d en. Rijiélbdnden vaii aile soor-
ten, welke dô6r grossieis en fabrikânten aâû Lusséhen-
handelaren worden geleverd voâr de irastgeftelde
maximum.tusschenhandelprjzen, moeten vrij zijn van kosten voor verpakking en vracht tot de bestemming.
V e r v o e r v a- ri t u r f. Met ingang van 4 dezer
mag turf niet meer per spoor worden vervoerd zon-
der machtiging van het Buredu Vervoer van de af-
deeling Crisiszaken.
B 1 a d z i n k.- Het iS den miiister gebleken, dat
door verbruiker vaii bladzisik iiog steeds béwerkt of
onbewerkt bladzink van de werkplaatsen vervoerd
wordt naar de plaatseii van beverking. In verband
hiermede is den burgemeestéis verzocht deze over-
tredingen gestreng tégëii te gaaii.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
20
Juli
1914
Ned (Disc. Wissels.
4
1
/2
sedét 1 Juli ‘ii
3
1
/bedert23 Mrt. ’14
BankBfl8ft
41/3
1
’15
,,
4
,,
23
’14
IVrsch.iiR.C.
5
1
/i
19Aug.’14
5
,,
23
,,
’14..
Bank van Engeland
5
,,
5Apr.’17
3
,,
29Jan.
1
14
Duitsche Rijksbank
5
;,
23 Dec. ’14
.4
,,
5 Febr.’14
Bankvan Frankrijk
5
,,
20Aug.’14
3
1
/t
,,
29Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
10Apr.’15
4
,,
12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6
,,
27 Juli ’14
5
,,
1 Apr.’14
Nat. Bank v.Denem.
5
,,
10
,,
’15
5
,,
6 Febr.
1
14
Zweedsehe Rijksbk.
6’/2
,,
1Feb. ’18
4
1
13
,,
6
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk.
41/t
2 Jaii.’lS
31/3
,,
19
,,
’14
Bank van Italië ..
5
,,
10Jan.’18
5
,,
9Mei
’14
Feder.Res.Bk.N.Y.
34-44
–
–
–
Javasche Bank. ..
3
1
/1
1 Aug.’09
31/
2
,,
–
1Aug.’09
OPEN MARKT.
1
Dato
1
Amsterdam
1
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parij,
I
Part.
Cdl-
I
N. York
P0,t.
Prolon.
disconto gatie
disconto
disconto
disc.
moneij
9 Febr. ’18
3/4
1
4
1
132
4-‘/s
–
4’/2
1)
49
,,
’18
3 ‘/a-‘/
41/4_5
1/1
4’rr1n
4_1/a
–
3 l/_5
2/,
28 J.-2 F.’18
3-/
14-‘/4
4
1
/1
4-‘/o
–
31/_4
21-26
J. ’18
2/8-3/4
1
3′[e-4
4
ss
_
i
L
4_
h
8
–
4-6
10 Febr. ’17
21/4
2)
15
5
1
/8
4-‘/8
–
2-2’/2 2)
7
F.
’16
1
/
a
/
a
1
2-‘/
5
1
/8
4
1/_0/
–
1
/4…2
20 -24Jul. ’14
3
1
/s_h11 (i
2 1/4_0/4
21/g_8/4
2 /8’/2
2’/4
1
‘/42 1/2
Noteeriisg van
8
Februari.
2)
.
..
9
fill
WJSSELKOERSÈN.
VISSELIIARKT.
Geduieoide liet grootste gedeelte der week waren de om-zetten iveder even gering als de vorige week. Koerssehom-
melingen van eenige beteekeuis kwamen niet voor. In het
algemeen was de stemming flauw. Londen en Parijs liepen
terug Van 10-89/2 en 40.20 tot 10.85 en 40.-. Berlijn en
Weenen van 42.- en 27.10 tot 41.70 en 26.70. Zaterdag
echter had de markt een geheel an
4
er aanzien. Door de
politieke berichten was er groote vraag na8r Marken en
Oost. Kronen en kon de koers zich onder beduiclende om-zetten verheffen tot 42.75 en 27.75. Ook Londen en Parijs
waren beter, daar in de verwachting, dat de opheffing van
de belemmering in het telegraafverkeer een verlevendiging
van den handel zal tengevolge hebben, ook hier meerdere, zij het clan ook nog slechts geringe vraag, optrad.
In de overige vissel4 ging wéder zoo goed als niets om.
In het algemeen. was de stemming iets vaster voor alle
neutralen.
KOERSEN IN NEDERLAND.
oa
Londen
8)
Parijs
Berlijn
o
Weenen
St.
Pc’
ets-
burg’)
New
Yorkl)
4’ebr.1918
..
10.894
40.20 42.20 27.10
–
2.280/4
S
–
1918
. .
10.884
40.20 41.90 26.85
–
2.28’/4
6
1918
..
10.864 40.10
41.70 26.60
–
2.28
7
,,
1918
..
10.864
40.05 41.70 26.75
–
2.28
8
1918
. .
10.85
40.05
41.724 26.724
–
2.27f4
9
1918
.
.
10.87
40.05
42.40
27.45
–
2.28’/2
Laagste d. w.
)
10.84 39.90
41.50
28.40
–
2.27
Hoogste ,,
,,
1)
10.91
40.25 42.85
27.75
–
2.29/4
2 Febr. 1918
..
10.894
40.20
42.35 27.10
–
2.29
26 Jan. 1918
..
10.914 40.15
43.80
27.80
–
2.28/4
Muntpariteit .
.
12.104
48.-
59.26
50.41
1.28
2.48’/4
8) Noteering te Amaterdam.
1)
Particuliere opgave.
144
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
NEDERLANDSCHE BANK.
Stock-
Kopen-
Chris-
Zwitser-
Spanje
Batavia
1)
Data
holm
0
)
hagen
6)
tiania
1)
land8)
1)
telegrafisch
–
Verkorte Balans op
9
Februari
Activa.
1918.
4
Febr.
1918
76.-
70.25
73.-
50.75
55.75
99-100
5
1918
76.25
70.25
73.15
50.90
55.60
99-100
Binnen
1
.Wis1U..bk.
f 18.914.487,35h/2
6
,,
1918
76.55
70.50
73.25
50.80
55.90
99-100
sels,
Prom.,S
B.-bk.
2.259.365,72
7
,,
1918
76.50
70.60
73.10
50.85
55.25
99-100
V
I
enz.indisc.( Ag.sch.
8.946001,37
30.119.854,441/2
8
,,
1918
76.50
70.50
73.25
50.85
55.25
99-100-
Papier o.h. Buiten!, in
9
1918
76.30
70.30
73.30
50.85
55.25
99-100
disconto
……………………..
-.
L’ste d.
W.1)
75.50
69.50
72.50
50.65
54,50
Idem eigen portef..
f
8.241.656,
–
H’ste
,,
,,
)
76.75
70.80
73.50
51.-
56.-
100’/2
Af:Verkochtmaarvoor.
2
Febr.
1918
76.40
70.50
73.65
50.90
56.-
99-1-00/
debk.nognietafgel.
,,
-.
26
Jan.
1918
76.95
71.-
74.20
53.50
56.10
99-100
8.241.656,-
Muntpariteit
66.67
66.67
66.87
48.-
48.-
100
Beleeningen
f 94.844.475,44
1
I
)
Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave,
{u.bk.
mci.
vrsch.
B.-bk.
6.897.372,28
–
in rek.-crt.
Ag.sch.
,, 44.096.259,251/2
op onderp.
f145.838.106,98
OpEffecten
……f143.358.506,98
KOERSEN TE NEW YORK.
OpGoederen en Spec.
2.479.600.-
Voorschotten a.h.Rijk …………….
,, 145.838.106,98
–
Cable
Zicht
Zicht
Zicht
Data
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterd,
Munt en Muntmateriaal
(in
£)
per
(in frs.
P. ,)
(in cents
Rm.4)
P.
(in cents per gld.)
Munt, Goud
……f 96.446.125,-
Muntmat., Goud
……619.986.114.43
1
/,
9
Februari
1918
4.76.45
5.72.25
no.
‘°
–
f716.432.239,43’/
Laagste d.week..
4.76.45
5.72.-
–
Munt, Zilver, enz..
7.278.436,34
1
12
Hoogste,,,,..
4.76.50
5.72.37
–
Muntmat., Zilver
2
Februari
1918
4-.76.25
5.71.50
nom.
Effecten
723.710.675,78
26
Januari
1918
4.76.45
5.72.-
nom.
43’/2
1)
Bel. v.h. Res.fonds..
f
5.159.192,50
Muntpariteit..
..
4.86.67
5.18/4
952/4
402/16
id.van
2/
5
vhkapit
3.956.939.62
1
1s
,,
9.116.132 ,12 / ,
1)
Notering van
24
Januari.
Geb.en Meub.der Bank …………….
rekeningen
………………
,,
73.951.488,081/
1
1
992.442.913,41/
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Passiva.
Kapitaal
………………………..
f
20.000.000,-
Tijdperk
Plaatsen en
1
Noteerings-
1
Jan.
15 Jan.
16-24 Januari
1918
24Jan.
Reservefonds
………………………
5.234.534,18
1
/,
Landen
eenheden
1917 1918
i
1918
Bankbiljetten in omloop.
……………
,
859.834.195,-
Laagste_Hoogste
Bankassignatiën in omloop…………
Rekening-Courant saldo’s:
,,
7.271.010,41’12
Alexandrië.. Piast. p.
£
97
18
/81 97
12
/82 19’/82
19 ‘/s 2 19
/l2
Van het Rijk……
f
57.013.868,60
1
/2
B.
Aires
..
. .
d.p.gd.pes.
52
‘/2
51
1
/
1
501/
4
52
508/4
Van anderen
……
,, 35.535.778,89 ‘/,
Calcutta
..
. .
sh/d.p.rup.
1/5
1
/3
1/58/
22
115
115
1
/10
1/5
1
/
8
2
92.549.647,50
Hongkong
..
id.
p. $
3/01/4
3/0
1
/2
2/11
1
/2 3/0’/2
2/111/,
,
Diverse rekeningen
………………,,
7.553.526,31
1
/s
Lissabon …. d.p.escudo
30
1
/8
30
29 1/4
30’/2
29h/8
f
992.442.913,41/2
Madrid
….
Peset.
p. £
19.51
19.52
19.52
19.90
19.68
Montevideo..
d.p.peso
60’/2
588/4
58 ‘/4
592/4
59
Beschikbaar metaalsaldo……………
f
531.012.978,92/
Montreal..
. .
$
per
£
4.80
4.81
1/4
4.79
1
/s
4.83
.
4.808/4
op
de basi, van ‘/s metaaldekking..
….
,,
339.082.008,34
1
/2
Petograd
..
R. p. £ 10
366
364
360
368
362
Minderbedragaanbankbiljetteninoniloop
R.d.Janeirol)
d.p.milr.
-13Iin
13
7
/8
13
22
/22
13
27
182
138/4
dan waartoe deBank gerechtigd
is ..
2.655.064.890,-
Shanghai
. .
sh/d.p.tael
415
415
4/3
4/4
1
/2
4/3
–
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Rome
…….Lires
p. £
40.20
40.02
39.90
40.30
40.22
Singapore
.
id.
p. $
2/41/in
2/4
1
/
22
2/4
214
1
/22
2/41/tO Meer
Minder
a1paraiso
1)
d.p.pap.p.
14
11
/32
14/g2
13
13
/in
13’/jn
13
7
/8
Disconto’s
50.536.706,53
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/2
1
2/2
2/1/8
212
l/
2/2
Buitenlandsche wissels
5.978,-
1)
Noteeringen
op
90
dagen.
Beleeningen
…………
55.681.005,73
1
/2
–
Goud
………………8.823.199,17
Zilver
………………
3.230,35
–
–
.
Bankbiljetten
.
32.252.660,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
..
18.263.007,44
2
/2
–
GOUD EN ZILVER.
Voornaamste posten in duizenden_guldens.
Bank.
–
Andere
Sedert
29
Juli
1916
worden de dagelijksehe ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
Data
Goud
Zilver
1
biljetten
o
pelschbare schulden
tijdelijk niet bekend gemaakt.
‘
.
–
________
_________
9
Febr.
1918
….
716.432
7.278
859.834
99.821
–
2
,,
1918
….
707.609
7.275
892.087 58.386
NOTEERING VAN ZILVER.
–
26
Jan.
1918
….
707.000
7.176
871.586
77.132
19
1918
.. ..
707.988
7.031
883.034
60.031
Noteering te Londen.
te New York
12-
,,
1918
..
..
697.459
6.933
883.869
45.127
5
1918
….
,,
697.181
6.940
895.174
45.968
9
Febr.
1918 ……..-42v/s
85°/4
29
Dec.
1917
..
..
698.233
7.028
890.273
57.200
2
,,
1918 ……..43
2
/4
86 /8
22 –
1917
….
698.663
7.001
866.538
52.454
26
Jan.
1918 ……..43
1
/8
871/8
,,
15
1917
….
,,
894.417
6.946 865.867
41.949
19
1918 ……..44
1
/4
89 /s
8
1917
699.508
6.836
867.659
53.834
.
1)
12
1918 ………45
1
/8
901/
8
..
..
,,
1
1917
..
..
700.105
8.801
872.983 54.305
5
1918 ……..451/8 2)
90’/s
,,
24
Nov.
1917
….
692.377
6.883
852.847
63.735
17
1917
….
693969
7.159
858.958 64.619
10
Febr.
1917 ……..
37 /s
77 /8
,,
12-
Febr.
1916 ……..26
12
/10
5618
10
Febr.
1917
….
589.552 6.673 743.322 62.770
20
Juli
1914 ……..24
18
/18
54’/8
12
Febr.
1916
….
485.260
5.060
579.441
91.325
1)
Noteiring van
11
Januari.
8)
,
,
7
25
Juli
1914
….
162.114 8.228
310.437
.
6.198
13 Februari 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
145
D
ala
Disconto’s
Belee.
Besch,k.
baar
Dek.
kings-
Hiervan
.
0
aa
Schatkist-
ningen
Metaal.
percen.
promessen
saldo
lage
rechist reeks
9Febr.1918
30.120
8.000
145.838
531.013
75
2
,,
1918
80.657
66.000
90.157
524.005
75
26 Jan. 1918
76.114 53.000 90.515
523.613
75
19
,,
1918
72.498 47.000
90.346 525.582
–
76
12
1918
66.729
39.000
93.627
517.764
75
5
,,
1918
72.738 40.000 103.235
515.063
75
29 Dec. 1917
81.819 49.000
107.448
514.916
74 22
1917
69.985 52.000
92.809
520.993
77
15
,,
1917
67.837
52.000 88.423 518.913
77
8
,,
1917
60.520 47.000
94.314
521.142
76
1
,,
1917
54.903 43.000 104.795
520.538
76
24 Nov.1917
66.631 55.000
91.965
515.027
76
17
,,
1917
74.584
63.000
93.190
515.909
76
10Febr.1917
51.710
29.000
91.257
434.106
74
12 Febr.1916
75.218 52.500 80.529 355.511
73
25 Jüli 1914
67.947 14.300
61.686
4.521t)
54
1)
Op de basis van
2/5
metaadekking,
Uit de bekendmaking van den Minister v a n Finan-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:
9 Febr.
1918
2
Febr.
1916
Aan schatkistpromessen..
t
69.080.000,-
f
163.910.000,-
waarvairrechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
8.000.000,-
,,
66.000.000,-
Aan Bchatkistbiljetten
..
79.722.000,-
112.235.000,-
Aan zilverbons
……..
…
27.617.276,70
27.182.920,50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden
mildens.
Data
Goud Zilver
–
Bank
biljetten
Andere
opeischb. schulden
81.584
17.554 175.790
45.619
27
Oct..
1917 .. ….
81.664
17.440
15.000
47.618
81.588
16.809 176.785
52.919
3
Nov. 1917 …….
81.554
16.834
175684
50.522
20
1917 …….
13
,,
1917 …….
70.036
.
23.326 157.245
58.437
4
Nov. 1916 …….
38.412 33.054
143.233 29.611
6
Nov. 1915 ……
..
25 Juli
1914
22.057
31.9137
110.172 12.634
Data
1
Dis.
–
conto’s
e
buiten
betaa
Wiss
lb
/
aar
s.
N..Ind.
Ee/ee.
nlngcn
1
DW,rse
1
Beichik.
baar
metaal.
saldo
–
;ii:
—
kings.
percen.
tage
3Nov.1917
6.843 33.728
65.961
26.942 53.644
45
27 Oct. 1917
7.361
33.606
65.134 25.502 53.816
45
20
1917
7.589
33.642
67.986
25.994
52.682
43
13
,,
1917
7.786 34.250 64.791 23.823 53.411
43
4Nov.1916
6.124 38.081 70.399
12′.324
50.226
43
6Nov.1915
5.915 18.234
50.432
29.183 37.097
41
25 Juli1914
7.259
6.395
1
47.934
2.228 4.842
3
)
44
1)
Sluitpost der activa.
)
Op
de basis van
2/
metaaldekking.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van eukele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currncy Notes,
in duizenden
p.
st.
–
Currency Notes.
Data
Metaal
Circulatis
Bedrag
Goudd. Gov
.
Sec.
6 Febi. 1918 58.610
46.131
*5*
5*5
*5*
30 Jan. 1918 58.607
45.896
***
*5*
*5*
23
1918 58.915
45.223
*5*
*5*
***
16
,,
1918
58.768
45.325
210.741 28.500
185.629
7 Febr.1917 56.924
39.535
145.652 28.500
114.831
9 Febr. 1916 54.280
32.867
98.057 28.500
65.247
22 Juli 1914
40.164
29.317 …….
. …………..
ala
_____________
Gas.
Sec.
__
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
ierse
Dek.
kings.
percen-tage
1)
6 Fehr.’18
56.889
96.894
41.430 125.504 30.928
18,56
30 Jan. ’18
55.876
91.890
38.237
122.644 31.161
19,37
23
’18
56.840
95.214
41.815 124.440
32.142
19,33
16
,,
’18
56.768 92.278 41.416
121.589
31.893
19,57
7 Febr.’17
212.397 38.580 42.262 226.470 35.839
13,33
9
Febr.’16
32.839
108.531
62.641
100.487
39.864
24
3
/s
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52
1
/g
i)
Verhouding tusschcn
Reserve
en
Deposits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
_____________
Daarvan
Goud
Kassen.
scheine Circu.
latie
Dek.
ktngs. percen-
tage’)
7 Febr. 1918
2.520.737
2.407.345
1.248.585 11.121.678
34
31 Jan. 1918
2.521.022 2.407.101 1.263.302
11.138.934
34
23
,,
1918
2.520.577 2.407.038
1.205.710
10.918.832
34
15
,,
1918
2.519.787 2.406.926
1.269.374
11.043946
34
7 Febr. 1917
2.542.271
2.525.490
282.881
7.892.292
36
7 Febr. 1916
2.495.194
2.454.9,51
549.379 6.450.834
–
47
23 Juli
1914
1.691.689 1.356.857 65.479 1.890.895
93
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
Data
Wissels
Rek.
Cr1.
Darlehenska,senschetne
Totaal
In kas hij
uitge-
de Reichs.
geven
bank
7 Febr. 1918
12.609.315 6.303.441
***
31 Jan.
1918
13.105.525 6.676.327 7.660.600
1.251.800
23
,,
1918
12.418.037
6.250.711 7.411.000
1.192.200
15
,,
1917
12.813.584
6.599.182
7.490.200
1.256.100
7 Febr. 1917
8.188.720 3.505.047
7 Febr. 1916
5.239.674
1.625.973 1.617.200
508.600
23 Juli
1914
750.892
943.964
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden guldens.
Data Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s Div. reke.
ningen
1)
3 Nov. 1917
..
591 1.241
903
1.023
998
27 Oct.
1917
..
592 1.198
897
1.000
960
20
1917
..
569
1.214 906
999
1.000
13
1917
..
579 1.202
890
1.000 828
4 Nov. 1916
…
680 1.090
728 892
774
6
Nov. 1915
..
697
969 1.034 875 1.104
25 Juli
1914
..
645 1.100
560
735 396
1)
5luitpost
der activa.
–
RUSSISCHE STAATSBANK.
Voornaamste posten inmillioenen Roebel.
Data n. st
Goud
Tegoed
11h bui-
Zil-
Schat.
késIhil.
is.
j
c
c~
‘s
CCou.
Rek.
ten/and
ver
J
e.ten
n6e/ee-
atie
rant
nin
gen
5 Nov. ’17
1.292 2.309
178
15.507
2.177
18.917
2.698
29 Oct.
’17
1.295
2.309
178
15.222 2.155
18.062
2.726
21
’17
1.296
2.309
168
14.479 2.071 17.859
2.715
13
’17
1.297
2.309
155
14.098 2.150 17.290 2.721
5 Nov. ’16
1.556
2.055
110
6.014
798
7.935
1.770
5 Nov. ’15
1.604
35 26
3.119
1.249
6.054
1.397
21 Juli ’14
1.601
144
74
….
757
1.834 1.099
–
–
146
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
ANK yAN FRANKR141Ç.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Dafa
Goud
Waarvan
in hel
Bui fenland
I
Zilver
Te goed
in hef
ull enland
Buil gew.
000rsch.
a/d. Slaaf
7 Feb. ’18
5.363.847 2.037.108 250.569
1.065.836
12.700.000
31 Jan.’18
5.362.206 2.037.108 248.493
1.040.667
13.000.000
24
,,
’18
5.360.655 2.037.108
247.919
1.008.809 12.850.000
17
5.359.127
2.037.108 245.872
901.703 12.850.000
8 Feb.’17
5.128.712
1.844.559
276.790
728.000 8.400.000
10 Feb.’16 5.024555
–
354.415
911.999,
5.00.p.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Uif ge-
–
–
Rek: Cr1.
Rçk.
Wissels
31e/de
Belee-
Bankl,l!-
Part 1-
Cr1.
ning
je tien Wissels
culieren.
Slaaf
1347 016 1126259 1 236 626 23740 119 2.58i.404 270 599 1.015.683 1.128.514 1.20.363 23.534.338 2.951.890 23.550
RL
893.839 1.129.787 1.207.617 23.162.634 2.835.178 60.018 888.323 1.132.261 1.208.302 23.062.504 2.857.077 48.065
628.318 1.219.131 1.25.259 17.699.751 2.341.463 56.054
439.139 1.765.502 Ï.267.279 14.144.739 1.933.225 83.856
1.541.080
.
769.400 5.911.910 942.570 400,.560
SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
1)
Voornaamste posten in duizenden francs.
1 Metaal 1 Beleen. 1 Be/cen. 1 Blnn.
Rek.
1
mcl.
1
van
1
van
1
wi,sds 1
Ci,cu-
Data
i buif en!. 1 buiten!. proni d.
1
en
1
lalle
1
saldi
saldi
1
vo,der.
provinc.
1
heleen.
1
31 Jan. ‘181626.1 771 93.359!480.0001
1
4
7
.7
271
.
165
.
2401173
.
593
24 ,,
‘181615.6951 93.261 480.000 146.313 1.157
330
1
169
.
957
17
1181612 900 93-260 480.000 140-785 1.159.910 162.261
10
’18i612.72i
1 Febr. ’17l340.5
71
84.6471
48
0.
000
1
5695I
853
.
463
1
108
.
222
5 Febr. ‘161174.346i 51.0211480.0001 60.2051 605.371,158.
1
545
1)
Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank belast.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste_posten_in duizenden dollars.
–
Waarvan
Waar-
I
FR.
Data
Goud
voor dekking van, in
Zilver
Nole., In
F. R. Notesliet bui-
cle.
1
circu-
lenlond
1
lat Ie
14 Dec. ’17 1.650.238
701.088 52.500 50.146 1.153.385
7
,,
’17 1.631.358
701.424 52.500 51.949. 1.110.537
30 Nov. ’17 1.621.725
674.102 52.500 54.486 1.050.983
23
,,
’17 1.604.704
635.497 52.500 54.058 1.015.892
15 Dec. ’16
708.576
274.817
–
7.907
266.376
. .
–
Tot aal
Waar-
kingsper-
tercent.
Goud-
Data
Wissels
–
Deposlto
van
Kpttaa!
cenlage
Dpo-
dekking
1
cicu.
sito’s t)j
lalle
14 Dec.
’17
9.67.859
1
1.889.364 69.440
65,0
60,8
7
,,
’17
877.5.84
1.811.189
69.1148
66,6 63,2
30 Nov. ’17
961.911
1.966.807
68.500
62,8 63,8
23
,,
’17
865.907
1
1.860.519
67.136
68,1
–
62,6
15 Dec.
’16
160.666
671.898
55.731
70,7
I
–
103,2
1)
Verhouding tusschen: goud, zilver etc., uitgezonderd het vodr de
dekking der F. R. Notes gereserveerde goud, en: netto depositos met
inbegrip van het kapitaal.
VER. NEW YORZaCIIE BNK1N EN TRUST
MIJ’S.
Voornaamste posten gemiddelden in duizenden dollars.
–
“Belenlngcn
Dafa
Reserve
Deposilo’s
CIyculaf le
en
Reserve
disconto’s
9Feb.’18
748.370
3.881.090
34.180
4.195.270 95.910
2′
,,
’18
731.800
3.857.466
34.100
4.171.400.
82590
26Jan.’18
733.530
3.842.289
34.030
4.075.520
79.930.
19
,,
’18 737.560 3.928.930
34.060
4.071.550
66.270
10Feb.’17
769.400
3.706.830
28.600
3.470.710
158.520
11Feb.’16
753.640
3.556.970
34.120
3.315.820
167.960
25 Juli’14
467.880
1
1.958.329
1
41730
2.057.570
26.170
1
)
1)
Op basis van 25 pCt. van alle depoitov.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdaip, 11 Februari 1918.
L)p
erste vrede is er sinds
tedag j.l., een afzonderlijke
vrede, gesloten dopr de Cetz1en ende Oekraïnsche volks-
republiék;een eerste gropte stap o.p den weg naar den
algerneenen vrede,’.raaar
‘
in verhouding tot de stappen, die
nog moeten volgen, een die verrnoedljk nog de kleinste
zalbljen. Groote beteekenis moet deze vrede echter worden
toegeschreven, al ii de dragwijdtc van de gebeut-tenis op
het oogenblik’ dat wij dit schrijven, nog sleçhts voor eeh
kléin d’eel te ôverzién. Voor den’Vierbon’il is dit het eerste
positieye resultaat van zijn ,,Durch4alten” en ,,naar bin-
nen” zl dit zijne positie, voôral na de jongte stakingen
en onlusten, zeker êen begerenswaardigen steun verleenen.
Vooral ook daarom, wijl het gebied, hetelk dç Oekramnsche
volksrepubliek omvat, al 4tcCan haar juiste grenzen thans
nog allerminst vast, ien vtn de vruchtbaarstegraanstreken
vah Europa is. Athans weet men reeds met ekerheid, dat
de Oekraïnsche Rada als tot het gebied der nieuwe republiek
aan de Zwarte Zee behoqrend, de 6
,ouverneinenten Kiëf,
Wolhynië, Podolië, Chersn, Boldawa, Tschernikof, Jeka-
terinoslaw qq Ch.rkpy hçe, vkhiard, een gebied, piet
veel kleiner dan Duitschland en met e6ne bevolking die,
volgens de Frkf. Ztg., waaraan wij deze bijzonderheden ontleenen, met inbegrip van de stad Odessa en de Krini,
zeker op belangrijk meer dan 30 milliben zielen mag worçlen
aangenômen. Tot den tarweoogst van Europeesch ‘,slaud
droegen de genoemde acht g’buvernementen in het jaar
1910 geza.menlijk 38 pÇt.
1
1911 zelfs 53 pCt. bij. Voor –
rogge brpeg dit pere4tag5 in de genorn4e jrn 20, voor
gerst 46, resp. 49, voor haver 20. Reeds uit deze enkele
cijfers blijkt de groote beteekpis van deze gouverne-
menten als graanproducent en dus van deze eerste vredes-
sluiting en het lijdt dan ook geen twijfel of dit feit zal van
diep ingrjpended invloed zijn op het verdere verloop van
den oorlog. Daar de, verschrikkingen van den oorlog de
Oekraine bijna geheel bespaard zijn gebleven, meent men in
Duitschland te mogen aannemen, dat zich aldaar nog zeer
belangrijke tarweve rçlp bevinden. Allicht is de wensch
naar een groter rdntfpp de vader deer gedachte
geweest, want hoe rijk de oogsten der Oekraine ook in de
jaren voor
den
oorlog geweest mogen zijn, het is niet
mgelijk, dat deze tefi’gevolge van de mobilisatie in het
Russische rijk, die vele werkkrachten ook aan het land-
bouwbedrijf onttrok, niet sterk zijn achteruitgegaaa, en
teveps
dien,t
niet te woxden vergeten, dat de bekende voe
diugsmidde,16nsçhaarsch9
i
n het Russische Rijk niet uit
sluitend et gevolg is geweest van e slechte transportge-
legenhede,
el
n, dôch w degelijk ook van kleinere oogsten in de
productiestrelcen. Maar, hoe dit ook zij, zelfs indien deze
,,broodvred” met de Oekraine, zooalp hij zeer teekeuen.d door
Graaf Czrnin is gçnoemd, aan de nieuwe republiek de ver-
plichting heeft opgelegd om den Vierhond van graan te voor-
zien en zelfs indien deze daartoe in staat zou zijn, dan zou het
toch zeker wel geuirnen tijd rnoten aanhouden, voor en
aleer. te Berlijn en te Weenn brooden uit Oekraïnsch
graan w’orden gebakkep. Want, in het land zelf, weiks
grenzen, zooals gezegd, tot op. heden nog niet nauwkeurig
zijn vastgestelçl, heeracht.
nog
niet
volkomen vrede; te Kiëf
heeft de Rada nog. strijd te oeren et de Bolsjewiki en
daarbij zijn er grote traspotmpe
.
iljkheden. Vervoer van
graan langs de sjoqrwegei zal wel niet mogelijk zijn, al
loopen in het land (naar Kiëf) eenige der belangrijkste
Russische. spopr wegen; het spçor’iyçgwateiaal verkeert n.l.
in een erbareljken staat çp is tea enenm.le onvoldende
om groote hoeveelheden gedurende eenigszins langeren tijd
te vervoeren zonder eerst grondig te worden hersteld, voor
zoover dit mogelijk is. Slckts op 66n wijze zouden. de
– transportmoeilijkheden te ontgaan zijn, dat is, indien de
Centralen ook Rumenië tot vrede zouden kunnen doen
– besluiten. Alsdan zu Vet, Nkryqqr tq
witçr,
via de Zwarte Zee en den Donat, ongestoord kunnen plaatsvinden, en
in dit yerband is dan odk wel het jongste’ ultimatum van
Duitschland aan Rupiepi, om binnen vir dagen vredes-
onderhandelingen te open
ç
n, gesteld. Moçlit dit ultimatum
tot het beoogde doel leiden en ook deze vrc4esonderliandelin- –
gen op gooi de Oentralen bevredigende wijze eindigen, dan
zou de Vierbond niet alleen voor de naasl& toekomst op een
betere voedselvoorziening in het binnenland kunnen rekenen,
doch zou hij ook, mede door het gisteren te Brest Litowsk door de Russische delegatie genomen besluit om den staat
van oorlog met den tegenstander niet te bestendigen, aan het geheele Oostfront van zijn vijanen ontslagen zijn. En
hoewel de mogelijkheid groot ‘is, dat de betreffende overeen-
komsten tusschen de partijen de bepaliig zullen inhouden,
dat de Vierbond zijne aldus op het Oostelijke front vrijko-
mende militaire krachten niet aan het Vestfiçnt tegen. de
13 Februari 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
147
Gealliëerden mag gebruiken, zou een dergelijke toestand
wellicht in het Gealliöerde kamp den wensch naar herziening
der oorlogseischen, teneinde spoedig tot vrede te komen, aan-
wakkereu.
Althans, zoo verwacht men in Duitschiand en Oostenrijk,
en in afwachting van de thans bereikte resultaten, die men
in de afgeloopen week reeds zoo goed als zeker meende te
mogen achten, hebben de effectenbeurzen er, vooral in de
laatste helft der week, van een vaste houding blijk gegeven.
Te B e r lij n was de stemming voor een aantal waarden,
vooral Montan- en scheepvaartaandeelen, dikwijls willig, waardoor de koersen der genoemde fondsen hier en daa.r
opliepen. Ook voor petroleumaandeelen bestond doorgaans
eene goede stemmiig, bijvoorbeeld voor de aandeeleu der
Deutsche Erdöl Aktien-Geselischaft, hoewel de reeds her-
haaldelijk opgedoken geruchten omtrent eene belangrijke
kapitaalsuitbreiding bij deze vennootschap ook thans
weder in omloop waren.
De aafldacht verdient voorts de houding van de Russische fondsen aan de Berlijnsche beurs. Naast een gunstige stem-
ming van bankaandeelen, zooals die der Russische Bank
voor Buitenlandschen Handel en der Petrograder Interna-
tionale Handelsbank, bestoden ook betere opvattingen
voor spoorvegprioriteiten. Dit is zonder twijfel het directe
gevolg van het resultaat der onderhandelingen met de
Oekraïnsche republiek. Immers, hierboven merkten wij
reeds op, dat eenige der belangrijkste Russische sporen naar
Kiëf leiden, en naar het schijnt is een groot deel van het
belang van circa M. 1/
2
milliard, dat Duitschland bij
Russische effecten heeft, in deze Oekraïnsche spoorwegen
belegd.
De eerste vredessluiting heeft in de Centrale landen
natuurlijk, met het naderbijkomen van het algeheele vredes-
perspectief, ook de vraag der vredeshuishouding weder meer
op den voorgrond gebracht. Ter beurze werd o.a.. de rol
besproken, die de banken daarbij zullen hebben te ver-
vullen, vooral ook in verband met een interview, datde heer
von Gwinner, de bekende directeur der Deutsche Bank,
kortelings een verslaggever van de Nordd. Allg. Zt
g
.
toestonci. Volgens genoemden heer zou het eerste en krach-
tigste symptoom van het overgaugstijdperk zijn enorme vraag
naar alle mogelijke goederen en grondstoffen. Tengevolge
van de thans op de geheele wereld ongeveer gelijkmatig
drukkende uitputting zou vermoedelijk van een periode van
bloei, zooals in de eerste jaren na afloop van den Fransch-
Duitschèn oorlog van 1870-71 voorkwam, geen sprake zijn. De oorlog heeft de geheele wereld in de richting van sociale
huishouding gedreven en volgens den geïnterviewde zou
Duitschiand op dezen weg noodgedwongen wel moeten voort-
gaan, waaruit volgt, dat vele der oorlogsorganisaties ook
nog in vredestijd werkzaam zuln moeten blijven. In het
bijzonder zou dit het geval zijn met de organisatie op het
gebied der Duitsche valuta. Wat de Duitsche banken betreft,
deze zouden in- de eerste plaats hare krachten ter beschik-
king van het binnenland stellen,ech.er zouden zij ook vel
degelijk het oog houden op die ondernemingen in het
buitenland, die cle Duitsche industrie van nut kunnen zijn.
Het groote belang van di ondernemingen, welke Duitschland
de onontbeerlijke grondstoffen kunnen leveren, was door
den oorlog duidelijk bewezen. Op eene vraag betreffende de
toekomstige houding der banken, antwoordde de beer v.
Gw.,
dat naar Zijne meening niet zou worden voortgegaan
met de overneming en de oprichting van bankinstellingen in
alle mogelijke kleine plaatsen; voorts ontkende deze, dat de
banken nog altijd uitbreiding van haar aandeelenkapilaal
zouden noodig hebben. Weliswaar zijn de deposito’s bij de banken sterk gestegen, maar de verhouding tusschea eigen
en vreemde middelen is bij de meeste Duitsche banken nog.
steeds gezond. Bevredigend noemde de heer v. Gw. voorts de positie der Duitsche banken in het algemeen en wees er
op, dat de koerseder Duitsche bankaandeelen, die omstreeks
Juli 1914 stijgende waren, gedurende den oorlog slechts in
zeer geringe mate hebben geschommelcl.
Zijn
deze mededee-
lingen van belang ten aanzien van de eischen, die handel
en industrie binnenkort in DuitschIand zullen gaan stellen,
wat aangaat het Duitsche gemeenteerçdiet vond in de af ge.
loopen vee het vermeldenswaardige feit van de oprichting
van het ,,Deutsche Zentral-Giroverband” plaats. Hoewel
men dit achter dezen naam niet zou zoeken, is deze instel-
ling, welke met een kapitaal van M. 15.000.000 in werking
is getreden, niet anders dan een girokantoor voor gemeente-
lijk crediet, de ,,Deutsche Stitdtebank”, over welker oprich-
ting sedert jaren herhaaldelijk is gediscussieerd. Het hoofd.-
doel der instelling, die onder staatstoezicht staat, is eenheid
te brengen in het crediet der Duitsche gemeenten,, die elkaar
tot dusverre dikwijls in den weg stonden bij het zoeken
van credietfaciliteiten. Welk belang hiermede gemoeid is,
springt duidelijk in het oog, wanneer men overweegt, dat
reeds aan het einde van 1912 de Pruisische gemeenten
gezamenlijk een bedrag van ca. M.
53/
niilliard aan schul-
den op langen termijn hadden, terwijl de gemeenten tenge-
volge van den oorlog natuurlijk nog veel sterker in het
krijt
–
geraakt zijn. In den vervolge zal niet meer iedere
gemeente voor zich zelf optreden, maar zullen de crecliet-
behoevende gemeenten tot elkaar komen door de bemidde-
ling van het Zentralverband, dat den geldnood zal trachten
te bezweren, eenerzijds door gebruik te maken van tijdelijke
gelclruimte bij sommige gemeenten, anderzijds door de
credidtbehoeften gezamenlijk aan de markt te brengen. De
obligatiën van het Verband zullen, naar men aanneemt, ook
op .betèfe voorwaarden te plaatsen zijn, daii die der afzon-
derlijke gemeenten, terwijl het na den oorlog de korte
voorschotten, door de steden opgenomen, in lange credieten
zal trachten om te zetten en voorts ook de vraag van de
geleidelijke delging der stedelijke schulden zal overwegen.
,PeWeensche b e u r s stond in de afgeloopen berichts-perinde al evenzeer als Berlijn onder den invloed van de
berichten omtrent de onderhandelingen met de Oekraïne,
en in de laatste dagen heeft de eflectenmarlct dan ook een
gunstig aanzien gehad. Begrijpelijkerwijs heeft Oostenrijk-
Hongarijë, dat al sedert geruimen tijd in het teeken van
de voedselschaarschte staat, en dat, eerder nog dan Duitsch-
land, de ernstige gevolgen daarvan als stakingen en onlus-
ten te bestrijden had, den goeden gang der onderhandelingen
als een zeer welkome gebeurtenis begroet. Zooals wij reeds
hierboven deden uitkomen, staat het voorshands nog te
bezien of de verwachtingen op een belangrijke verbetering
van de voedselvoorziening, die reeds gedurende de geheele
afgeloopen week onomwonden werden uitgesproken, bin-
nenkort zullen worden vervuld. Het publiek en ook de
beurs nam dit echter reeds als vaststaand aan en de betere
opyttingen kwamen op de effecten markt dan ook in een
levendiger handel tot uitdrukking.
De beurzen in de ge all i ë e r d e landen hebben in cle
afgeloopen week de lustelooze houding der voorgaande
weken voortgezet. Na de jongste uitingen der leidende
stecttslieden der Entente heeft men er de beteekenis der
onderhandelingen van den Vierbond aan het Oostfront wellicht onderschat. Nu de Vereenigde Staten eerst op
ruimer schaal in den vorm van menschenmateriaal hulp
beginnen te bieden, schijnt men het resultaat daarvan
eërst nog eens te willen afwachten, vooral in verband met
den grooten aanval, dien men thans in het Westen van
Duitsche zijde vreest. Al schijnen de verantwoordelijke
staislieden dan ook nog niet aan vrede sluiten te denken,
stedduideljker worden do teekenen die er op wijzen, dat
zij hierin de publieke opinie niet ten volle meer achter zich
hebben. De jongste Italiaansche overwinning op de Oosten-
rijkers heeft op het resultaat der inschrijving op de vijfde
Italiaansche oorlogsleening blijkbaar weinig invloed gehad;
men zou dit tenminste uit de verlenging van den ins.chrij-
vingstermijn van 3 tot 24 Februari wel moeten besluiten.
Hoewel de voorwaarden van inschrijving op de 5 pCt.
belastingvrije obligatiën zeer gunstig mogen worden ge-
noemd (de koers bedraagt
863/
pCt.) schijnt er toch zoo
weinig animo voor de leening te bestaan, dat tot op
20 Januari d.i. dus een week voor de oorspronkelijke slui-
ting van den inschrijvingstermijn, slechts voor weinig meer
dan 2 inilliard Lire was ingeschreven. Anderzijds wordt
ook in Engeland de financiering van den oorlog hoe langer
hoe moeilijker. Uit de redevoeringen, welke in de laatste
w’eken in Engeland bij het verschijnen der jaarverslagen der
groote banken werden gehouden, zou de conclusie mogen
wdrden getrokken, dat een groot deel van de schuld ligt
bij het ondoelmatige systeem der Engelsche regeering bij
het financieren harer oorlogsbehoeften, door bij de banken
in plaats van direct van het publiek te leenen, waardoor
tegenover de groote liquiditeit, die de banken moeten
inahtnemen in verband met de omvangrijke deposito’s van
het publiek, een steeds toenemend bedrag aan niet vlot
realiseerbare activa komt te staan. Geheel anders dan bij
deDuitsehe banken zijn de Engelsche instellingen daardoor
niet in staat om handel en industrie van de middelen te
voorzien, welke deze noodig hebben, zeer ten nadeele van
het EngeLsche bedrijfsleven. Deze toestand wordt thans
scherp gecritiseerd, getuige ,,The Economist”, die over de
,,middeleeuwsche methoden, waarop de oorlog wordt gef i-
nancierd” schrijft.
Wall S t r e e t was in de afgeloopen week doorgaans
niet ongunstig gestemd. Tot koersverheffingen van betee-
kenis is het echter niet kunnen komen.
5 Febr. 8 Febr. 11 Febr.
41/
0/
Ned. W. Schuld .. . . 97112
975/8
97’/
41I2
o/
o
1916 975/
9734
97
lO/jo +
5
/oo
4 .
1916 90
1
/
903h
9904
+ 1
14
148
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
5 Febr. 8 Febr. 11 Febr.
°
Rijzing
31/t °/o Ned. W. Schuld ….
78/
77
3
/
78l8
‘loo
3
0
/0
,,
,,
,,
..
. .
68 68
1
/8
680/1
4..
1/0
2
1
12
0
/0
Cert. N. W. S …….
58°/,a
58
1
/16
580/4
+
7/1e
5
0
1
Oost-Indië 1915 ..
991/s
997/s
99
1
/io
+
°/io
4
0/
Hongarije Goud…..
48
481/j6
50112
+
2’l2
4
0/
Oostenr.Kronenrente
421/io
43
1
/
48°/s
+5
18
/16
5
0/
Rusland 1906 ……
28’/a
28
1
/8
28’l
–
3
18
4
lo
Iwangorod Dombr…
27 7/
32
‘1:
33
‘Is
+
5 2/
4
o/o
Rusland Cons. 1880
..
28’/2
27
3
4
33’/
±4/4
4
°/o RusI.bijHope&Co.
29e/s
28
1
l 34/8
+
5/4
4
0
1
Servië
1895 ……..
34
34
34
41/2 0/
China Goud 1898
63
1
/8
63l8
63e18
5
0/
Brazilië 1895 ……
61
1
/4
61 ‘[g
611/4
• Onze 1 o c al e
in
ark t heeft in de afgeloopen acht
dagen doorgaans een stil voorkomen gehad, hoewel de
ondertoon in verscheidene afdeelingen eerder gunstig ‘ge-
noemd mag worden. Groote omzetten zijn echter nergens te constateeren geweest. Men hield zich hier vrij gereser-
veerd, wat voor een deel wel. moet worden toegeschreven aan den hoogeren prolongatiekoers die, in verband met de-
storting op de staatsleening, tot 534 pCt. steeg, hoewel in
de laatste dagen der week eenige ontspanning merkbaar
was
In de afdeeling voor
stiatsfondseiv
werd tot stijgende
koersen op ruime schaal handel gedreven in Russen; ver-
schillende soorten konden de vorige week een vijftal procen-
ten in koers stijgen; de gunstige tendenz werd gegrond op
het bericht, dat voorshands toch weder niet zou worden over-
gegaan tot algeheele annulatie van de Russische staats-
schuld. Heden, toen het bericht omtrent den vrede met de
Oekraïne en het besluit der Russische delegatie te Brest omtrent het beëindigen van den staat van oorlog met de
Centralen. bekend waren, ontwikkelde zich af en toe leven.
dige vraag voor Russische staatsfondsen en spoorweg-
prioriteiten, die als gevolg daarvan verder dikwijls belang-
rijk rezen.
5 Febr.
8 Febr. 11
Amsterdamsche Bank
….
203 19914
198
–
5
Ned. Handel-Mij. cert. v. aand.
190/4
191
15
/js 192
+
10/4
Rotterd.Bankvereeniging ..
147
147/4
148
1
/4
+
1
1
/4
Amst. Superfosfaatfabriek..
165
1
/ 166
166
+
1/
Van Berkel’s Patent …….
183
180 180
—3
Insulinde Oliefabriek……
230
234/4
238
+
8
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
lOS°/s
106/10
106’/2
+.1/0
Ned. Scheepsbouw-Mij…..
173v/s
Philips’ Gloeilampen fabriek.
379 i/
R. S. Stokvis
&
Zonen ….
1340
Vereenigde Blikfabrieken ..
144
Compania Mercantil Argent.
220 0/4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland..
215
Handeisver. Amsterdam….
440
Hol!. Transatl. Hande!sver.
173°/2
Linde Teves
&
Stokvis ….
235
8
/4
Van Nierop& Co’sflandel-Mij.
201
Tels
&
Co.’s Handel-Mij.
..
175
Gecons. Holi. Petroleum-Mij.
218
Kon. Petroleum-Mij . ……
549
Orion Petroleum-Mij…..
99
Steaua Romana Petr.-Mij…
206
‘/
Amsterdam-Rubber-Mij.
..
234
‘is
Nederi. Rubber-Mij.
……
J3l’/s
Oost-Java-ltubber-Mij.
.. . .
271
Deli-Maatschappij
……..
525°/g
Medan-TabakMaatschappij..
230
Senembah-Maatschappij….
612
– Van
bankaandeelen.
waren aand. Amsterdamsche Bank en
Nederlandsche Handel-Maatschappij gezocht.
In de afdeeling der inheemsche
industrie-aandeelen was
de handel ook ditmaal weder van weinig beteekenis.
Cultuurwaarden
lagen vast voor aand. Cultuurmij. der
Vorstenlanden, voorts voorbijgaand voor aand. Lindeteves,
welker koers later echter op de berichten omtrent dc
nieuwe uitgifte inzakte. Van Indische, Handelmaatschap-
pijen werden de aandeelen Van Nierop & Tels tot hoogere
koersen verhandeld.
In
rubberaandeelen,
bleef de tendentie gunstig; aan het
einde der week waren zelfs vele koersen eenige procenten
in avans. Van de
tabalesafdeeling
kan hetzelfde worden
vermeld.
Van
petroleunzwaarden
bestond belangstelling voor de
waarden der Internationale Rumeensche Petroleum-Maat-
schappij, naar aanleiding van de geruchten omtrent de
overname van Duitsche zijde. Heden bestond flinke vraag
voor andere Roemeensche olieaandeelen, zooals Geconsoli-
deerde en Orions, in verband met de meerdere kans p
vrede, welke men thans aanwezig acht. Vooral het eerstge-
noemde fonds kon flink in koers opkomen.
Van
nzijnaandeelen
werden in den loop der week aandee-
len Singkep Tin tot flink stijgende prijzen uit de markt
genomen, op geruchten omtrent een hoog dividend overhet
afgeloopen boekjaar.
Theeaandeelen
waren meest in reactie.
Scheepvaartaandeelen
schommelden weinig en noteerden
slotweek om en nabij hun uitgangspunt. De berichten
omtrent de handelsovereenkomst met de gealliëerde
mogendheden hadden geen bespeurbaren invloed. Even, kort
na het inkomen van het bericht, dat Groot-Britaiinië ons weder de faciliteiten van het gebruik der telegraafkabels,
had toegestaan, was eenige kooplust te constateeren.
5 Febr S Febr. 11
Holland-Amerika-Lijn …. 437
434
440°/t + 31/4
,,gem.Eig. 418
414°/4 420°/4. +2°/4
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 340
335
338
—2
Holl. Alg. Ati: Stoomv.-Mij. 201
202/4 2021 + 1/4
Hollandsche Stoomboot-Mij.. 286
289’/s 292
1
/
4
+ 61/4
Java-China-Japan-Lijn …. 299
1
/2 297 t/ 299 –
1
/2
Kon. Hollandsche Lloyd . . 197/s
1978/4
198°/2 + 7/
Kon. Ned. Stoomboot-Mij. .. 270
1
/8 268 269/4 1
3
/8
Kon. Paketvaart-Mij ……. 296’/4 294
1
/4 297
8
/s + l°/s
Maatschappij Zeevaart …. – . – 375
Nederl. Scheepvaart-Unie . . 277/s 275
0
/6 278
1
/8 + 1
Nievelt Goudriaan ……..1250
1250
1200
—50
Rotterdamsche Lloyd …….297 – 294
290
+ 2
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 431
431
431
,,Nederland” . . 277h 2781/
4
2851/4 + 71/2
,,Noordzee” .. 304
297
1
I2 2961/ – 70/
4
,,Oostzee” ….455 –
455
455
In de
Amerilcaansche
afdeeling ging ook de afgeloopen
week weinig om. De koersen waren er vrij stabiel.
–
5 Febr. 8 Febr. 11
Rijzing of
daling.
American Car & Foundry
731/t 73
• 73
– ‘/s
Anaconda Copper …….. 143°/s
1438/4
142’/is –
7
/16
Un. States Steel Corp …..
977/
s
95
8
/8
98V
-. l°/s
Atehison Topeka
……….
9O°/s
9lW,s
891/2
– 7/8
Southern Pacific ……….
86’14
87e/s
87
3
/s
+ 11/0
Union Pacific …………
125
1
/4
l-24°/s
124
1
/s
– 1
‘Is
Int. Merc. Marineafgest…..
31
32
1
I8
32’1
+
Pl8
,,
,,
,,
,,
prefs.
106 ‘/8
109
8
14
108
10
/16
+
2 71
Prolongatie 434 pOt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
11 Februari 1918. Tengevolge vaji het herstelde telegrafiscie verkeer hebben
ons in de laatste dagen weer verschillende telegrammen met
noteeringemi bereikt, doch waar de eigenlijke graanhandel
haast niet meer bestaat, hebben deze noteeringen niet meer
de waarde, die men er eertijds aan placht toe te schrijveu.
Zooals bekend, is de tarwe-termijbmarkt in de Vereenigdo
Staten reeds lang gesloten en is de prijs onveranderlijk op
$ 2,20 vastgesteld. In Argentinië bestaat nog wel een vrije
markt, doch deze is nu wel zeer onderhevig geworden aan de
overeenkomst met de Gealliëerden. Om hierover evenwel
goed te kunnen oordeelen zullen wij nog nadere details
betreffende het afgesloten contract moeten afwachten, want
verschillende punten liggen nog eeuigszins in het duister.
Waar ons geen nieuwe buitenlandsche post bereikte, hebben
wij omtrent de verschillende oogsten geen nadere berichten
ontvangen.
De prijs van lijuzaad is in Argentinië wederom sterk
gestegen, ongetwijfeld het gevolg van sterke vraag van
Noord-Amerika. Indien de olie-industrie in Noord-Amerika
voldoende scheepsruimte kan verkrijgen, lijdt het ook geen twijfel of bijna het geheele export-saldo van Argentinië zal
naar Noord-Amerika verscheept worden. De vraag in de
Vereenigde Staten voor de producten van lijnzaad blijft zeer
groot.
Buitenlandache granen in Nederland.
Ook deze week heeft ons nog niet het definitieve bericht
gebracht, dat de overeenkomst met de Gealliëerden gesloten
is. Aangezien de nu in Amerika liggende schepen nog een
tusschenreis moeten maken en voor deze reis nog geen
overeenstemming verkregen is met betrekking tot het
,,bunker-agreement”, heeft het er allen schijn van of het
nog tamelijk lang zal duren alvorens de aanvoer van graan naar Nederland hervat zal worden.
173/
173v/s
379’/ 378
—1’/,
642
644
+4
145
l46’/
+ 2°/s
220
223Is +3°I
2l8’/a 220
+ 5
440
443
+3
l74Is 178’/
+5
232
228°/4
7
°
/2
205
211
+10
176
177°/4 + 28/4
219
8/4
230
-4- 12
549
546’/s
2’/s
100°/s 105
+ 5814
212°/s 218
+ ll°/
s
235
237
+ 2’Ii
133
134
+ 2’/a
276’/ 278’/4 + 71/4
53O’/i 53l’Is + 5
°
/4
234 • 235/g + 5/
613
616
+ 4
13 Februari 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
149
Noteeringen.
Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Chicago
Bueno, Ayrej
Soorten.
L(jnzaad
II Febr.
1918
4 Febr.
1918
II Febr.
1917
ata
Tarwe
MoT
Haver
Tarwe
May.,
576,’)
576,
-1
)
509,-‘)
Mei
Mei
Mei
Maart
Maart
Maart
9Feb.’18 220
‘) 1251/s
79/8
13,00
7,30
20,00
Rogge (No. 2 Western) ..
.
nom. nom.
Iom.
2Feb.’18 220
8)125
79
12,70
4)
.7,354)
18,50)
Mais
(La Plata)
……..
400,-‘)
400,-‘)
345,
–
‘)
9Feb.’17 169
5
/8
1011/8
547/8
14,20
10,2023,004)
Tarwe
.’ ………………..
Gerst (46 lb. feeding)..
400,-‘) 400,-‘) 345,-‘)
9 Feb.’16 127
8
14
76
3
/
48’/2
9,35
)
5,65
5)
12,70
4)
Haver (38 lb. white clipped)
20,-‘)
20,-‘)
19
1
–
1
)
9Feb.’15 163/8
81
1
/
61
1
/s
12,30)
5,754)
9,654)
Lijnkoeken (Noord-Ame-
30p,-
1
)
..
280,-‘) 200,-‘)
20 Juli’14
82
‘)
56
8
/8
)
36
1
/2 ‘)
9,40
2)
5,38
2)
13,70 2)
rika van La Plata’zaad)
‘) per
Dec.
‘)
per
Sept.
2)
offie.
vastgestelde
locoprijs
Lijnzaad (La Plata) …….
nom.
nom.
740,-
4) per Febr.
5)
per Mei
1
‘)
Regeeringsprijs.
De noteeringen van Buenos Ayres zijn van 8 Febr, en 22 Jan.
1918, 9 Febr. 1917, 9 Febr. 1916
en 9 Febr.
1915.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Roue;dam
Am,terdam
Totaal
Artikelen.
3-9 Febr.
Sedert
Overeenk.
3-9 Febr.
Sedert
Overeenk.
i 918
t
1917
1918
1 Jan. 1918
tijdvak 1917
1918
1 Jan. 1918
tijdvak 1917
–
–
68.717
–
–
–
–
68.717
–
–
4.465
–
–
–
–
4.465
Boekweit ………….
–
654
–
–
–
–
–
654
–
–
46.306
–
–
32.489
–
t
78.795
Tarwe………………
Rogge
………………
–
–
2.608
–
–
5.492
–
8.100
–
–
– –
–
6.790
–
6.790
Mais
……………..
Gerst
………………
Haver
……………..
–
–
2.842
.
– –
7.560
–
10.402
Lijnzaad ……………
Lijnkoek……………..
–
–
8.920
–
–
9.132
–
18.052
Tarwemeel …………
–
–
3.785
–
– – –
3.785
AANVOEREN
in tons van
.1000 K.G.
voor België.
11.048
46.927 53.724
–
–
46.927 53.724
–
–
479
–
–
–
–
7.479
Tarwe ……………..
–
– –
–
–
–
– –
Mais
………………
Rogge……………..
Tarwemeel …………
– –
–
– –
– –
Gerst
…………….
–
144
–
– – –
144
/
SUIKER.
NOTEERINGEN.
Londen
Data
Am,terdam
per
New York
Tates
White
,i1c.
Februari
Cube
Java,
lated
‘ranu-
Centrifugals.
N0. 1
fob.
f.
8 Febr. 1918
.
.
f
–
5319
– –
–
1
,,
1918
.
.
,,
–
53/9
–
–
–
8 Febr. 1917
. .
22
7
/8 .
47/1
11
2
–
–
4,89
8 Febr. 1916
..
27
40/8
20/-
23/9
4,83iL4,88
21 Juli
1914
. .
11
i2/
18/-
–
–
3,26
F. 0. Licht bevestigt, dat de verwachtingen van den
Bietsuikeroogst, seciaal in het Oosten van Duitsch-
land, niet verwezenlijkt werden, zoodat de meerdere
productie in Midden- en West-Duitschland niet voldoende
was om voor het geheele rijk op een merkbaar hoogere
suikerproductie dan verleden jaar te komen, toen de oogst
ongeveer 1.600.000 tons bedroeg.
• Wij laten hier volgen een vergelijkend overzicht der
zichtbare voorraden over 4 jaren, waarvan de cijfers in tons aan F. 0. Licht ontleend zijn. Bij deze overzichten
dient echter in aanmerking genomen te worden, dat aan
den eenen kant cle voorraad op Java dit jaar aanmerkelijk
grooter is dan gewoonlijk, terwijl aan den anderen kant
de zeilende ladingen van daar naar Europa en buitendien
de onzichtbare voorraden zoowel in Europa als in Amerika
tegenwoordig veel kleiner zijn dan in vroegere jaren.
1917
1916
1915
1914
Duitschl.1 Sept. 400.000*
250.000*
545.000*
536.607
Hamburgj
Oostenrijk 1
250.000°
305.000°
478.000°
244.741
Frankrijk 1
39.012 ‘)
39.012
58.525
141.454
Nederl. 15Jan.’18 140.601 ’17-162.595 ’16-114.899 ’15-188.544
België
1 Nov. 48.710
35.435
45.699
61.737
Engeland 1
,,
259.929
135.699
195.267
166.422
TotaalEuropa 1.138.252
927.741 1.437.390 1339.505
V.S.v.N.A. 29Nov. 8.264
70.072
130.305
183.632
(Jubahav. 12 Dec.
5.236
220
6.634
19,000
Totaal 1.15175
998.033
i.574.329
1.542.137
• Raming.
1)
1916.
De telegrafische gemeenschap met Java werd volgens
officieele medeçleeling van het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken
d.d.
9
Februari weder hersteld, zoodat
wij
waar-
schijnlijk de volgende week over nadere berichten betreffende
de Javamarktzullen beschikken. Het Archief van de Java-
Suiker-Industrie publiceerde de volgende cijfers betreffende den Javaoogst:
•
.
Raming Oogst Productie Oogst
Toe- of af’
Residentie
1917
1916
namein°/,
Besoeki ……….1.773.332
1.051.227
pic.
+
11.62
Passoeroean ……3.726.788
3.485.308
+
6.93
Sôerabaya ………5.445.857
4.804.148
,,
+
13.36
Kediri
……….4.150.038
3.667.643
+
13.15
Madioen……….1.328.465
1.038.889
,,
+
27.87
Semarang/Rembang
1.940.057
1.745.581
,,
+
11.14
Soerakarta
…….2.498.787
2.283.471
+
9.43
Djokjakarta ……2.615.694
2.654.372
–
1.46
KedoeiBaujoemas
1.708.425
1.548.096
,,
+
10.36
Pekalongan
……2.960.511
2.590.382
-+ 14.29
Cheribon
-……..1.740.886
1.454.050
,,
+
19.62
Totaal …. 29.288.840
Recapitulatie:
–
Oöst-Java ……..15.824.4S0
Midden-Java……8.762.963
West-Java……..4.701.397
–
Totaal ,.. 29.288.840
26.323.167 pic.
+ 11.27
Het rendement per bouw bedraagt daarbij in doorsnee
130 pic. suiker tegen 119, 100, 109
2
/2 en 116 in de 4 vooraf-
gaande jaren. Voor 1918 is de met suikerriet beplante
oppervlakte met 1,91
0/
toegenomen. –
COPRA.
In den toestand van de markt kwam geen verandering.
–
NOTEERINGEN.
–
Java f.m.s.
26 Jan.-9 Februari 1918.. nom.
9 Februari 1917.. nom. ‘ N.O.T.-condities.
9 Februari 1916.. f41 )
20-25 Juli
1914.. ,,28
3
/4
–
–
26.323.167 pic.
+ 11.27
14.047.215
•+ 11.58
8.231.520
+ 8.28
4.044.432
+ 16.24
150
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
JAVA-KINABAST.
(Opgave van het Kina-Bureau).
De unit-limite voor den verkoop der pharmaceutische
basten voor de veiling van 28 Februari 1918 is vastgesteld oj:
19,02 Cts. per
1
h K.G.
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
9 Februari 1918. In de afgeloopen week kwamen geen
scheepvaartberichten binnen.
GRAAN.
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
18Febr.’I8 t Febr1
8
I
25
Jan.
18
I
8
Fehr.’I
7
1
8
Febr.’I
6
New York voor
Middling.. 31,70e 31,20 c 31,80 c 15,55 c 12,10 c
New Orleans
voor Middling 30,63 c 30,50 c 30,87 c 17,19 c 11,62 c
Liverpool voor
GoodMiddling – d
– d 23,84d1) 10,53d1) 7,98d’)
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
t Aug.’17
Overeenkomstige perioden lot
18J. 18
I9I6-17
1
1915-16 –
Ontvangsten Gulf-Havens..
2255
.
3401
2834
Atlant. Havens
1658
1934
1842
– Uitvoer naar Gr. Brittanni
1420
1773
1167
‘t Vasteland.
879
1361 1264
It
Japan ete…
J
–
360
–
198
Voorraden in duizendtallen
161an. ’18
18 Jan.
17
181an.’16
Amerik. havens ………..
1375
1471 1768
Binnenland …………..
1204 1225
1305
New York ……………
160
332
.
503
447
New Orleans ………….-
Liverpool
……………
441
837
767
1)
Middling.
2)
24 Jan
L
7
1W-F
Het Fransche Gouvernement denkt maatregelen te nemen,
welke veel overeenkomst vertoonen met die, door de
Engelsche regeering getroffen voor den wolhandel. Alle
voorraden en afdoeningen zijn daar namelijk onder staats-
toezicht gesteld.
In de Kaapkolonie zijn in den laatsten tijd wolwassche-
rijen opgericht, vooral te Port Elisabeth. De leviathans
(bakken, waarin de bewassching plaats vindt) daarvoor zijn
grootendeels door Anierikaansche fabrikanten vervaardigd.
HUIDEN.
Bericht van de firma Grisar & Co.:
Voor de inschrijving op partijen droge en drooggezouten
Kaap- en andere huiden was veel belangstelling, en er
kwamen, dank zij de concessies der importeurs, ongeveer
2000 stuks tot afdoening. Voor drooggezouten huiden geen
belangstelling.
Van de gezouten huiden, aangevoerd per ss. ,,Serula”,
werden onmiddellijk afgedaan 1140 Tucuman Especiales ossen-
huiden en zijn aan de markt 1060 Tucuman Campos ossen-
huiden, welke op
f
1,03 gelimiteerd zijn. Deze huiden zijn
wat soort betreft goed.
De berichten omtrent de huidenmarkten van elders blijven
eene vaste stemming toonen.
Inlandsche huiden. Blijven gevraagd os-, vaars- en
stierhuiden; voor koehuiden daarentegen minder attentie.
Loo is to t f en. Per sa. ,,Serula” werden aangevoerd 20 ton
looistoffen voor rekening van het R.D.H.L.
9 Februari 1918.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Ijzer
Cleo.
Kope
Siand’rd
Tin
Lood
Zink
12 Febr. 1918..
nom.
110.-!-
312.10/-
30.-/-
52.-1-
8
,,
1918..
nom.
110.-!-
305.-1-
30.-,-
52.-!-
1
1918..
nom.
110.4-
299.-1-
30.10/-
52.-!-
9 Febr. 1917.
.
nom.
138.-!-
200.10/-
30.10/-
–
11 Febr. 1916.
.
93/5
103.10/-
180.-1-
32.5/-
93.-!-
20Juli
1914..
51.41-
61.-!-
145.15!-
19.-!-
21.10/-
Au. Kust
San Loienzo
Petra- Odessa
Ver. Staten
Data
grad
Rotte,-
1
Londen!1 dam
Rotte,- Bruto! Rotte,- Enge
Rdam
dam 1 Kanaal dam
land
4/9 Febr.
1918
–
–
–
–
– –
28 J.!2 Febr.
1918
–
–
–
501-
–
2001-
5/10
Febr.
1917
–
–
–
2516
–
130/-
7/12 Febr.
1916
–
–
f
12,—
15/9
f85,—
144!-
Juli
1914
11 d.
713
1/111/4
l/ll/
12/-
12!-
–
HOUT.
1
Cronstadt
Golf van Mexico
Data
t
Holland Eng
Ooela
stknd
.
Holland
I
Engeland
1
(pi
(gezaagd)
1
(mijn-
pine)
pine)
4/9 Febr.
1918….
–
–
1
–
1
–
28 Jan./2 Febr. 1918
….
–
–
1
–
1
–
5/10 Febr.
1917
–
–
1
–
1
–
7/12 Febr.
1916….
–
–
–
Juli
1914..
.
.
f
Ï2,—
24/6
75/4
7716
ERTS.
Bilbao
Cartha-
Grieen-
lankd
Poli
Data
Middles-
J7
Midd
l
es-
Middles-
kro
bro’
k,o’
kro’
4/9 Febr.
1918….
– –
–
–
28 Jan./2 Febr. 1918
….
–
–
–
–
5110 Febr.
1917….
20/-
2,1/6
–
–
7/12 Febr.
1916..
.
.
22/9
22/-
–
–
Juli
1914..
..
4/3
5/4
1
/2
519
8/6
–
KOLEN.
•
Cardif
Oostk.
Engeland
Data
1
,Bor-
Genua
Port
,,La
Rotte,-
1
Cron-
1
deaux
Said
1
1
dam
t
stadt
4/9 Febr. 1918
–
–
–
–
28J.12Feb.1918
691-
101/3
–
–
5/10 Febr.1917
4019
89/3
90/-
100/-
–
–
7/12 Febr.1916 fr 45,—
62/6
82/6
44/-
,, 6,—
–
Juli 1914 ,,
7,—
7/-
713
14/6
3/2
51-
DIVER6EN.
Bombag Birma
Vladivo-
Chili
D t
West West
stock
West
I
0
0
Europa
Europa
West
Europa (d. w.)
(rijst)
Europa (salpeter)
4/9 Febr.
1918…..
–
–
– 1 –
28 Jan./2 Febr. 1918 ….
2751-
500/-
-. 1
200!-
5/10 Febr.
1917.. .. 220!-
280/-
–
155/-
7112 Febr.
1916
135/-
175!-
– 1
127/61)
Juli
1914….
14/6
16/3
25/- ,,j- 2213
1)
Per zeilschip.
Graan Peirograd per quartet van 496 lbs. zwaar. Ode-ssa per Unit. Ver.
Staten per guarier van 480 lbsz zwaar.
Hout gezaagd en pitchpine per St. Pet. Standard van 165 bul,. vi., mijn-
stuiten per oodem van 216 bul,. vi.
Overige
noieeringen
per ton van 1015 K.G.
RIJN VAART.
Week van 4 tot 11 Februari 1918.
Het water op den Rijn was gedurende de afgeloopen week
steeds vallende en de sleeploonen van Rotterdam naar de
Ruhrhavens bedroegen het 50 cents tarief plus 60170 cents
per last.
De sleeploonen van de Ruhrhavens naar Mannheim waren
wederom hooger en varieerden tusschen Mk. 8,20 en Mk. 3,40
per ton, terwijl in het laatst van de vorige week de scheeps-
vrachten voor kolen van de Ruhrhavens naar Mannheim
met 75 cents verhoogd werden, en dus Mk. 3,25 per ton
bedroegen. Kolenvrachten Ruhr-Antwerpen waren Mk. 5,50
per ton.
13
Februari
1918
ECONOMISCH-STATIST’ISCHE BERICHTEN
151
DE T
w
V,
ENTSCHE BANK – –
Amsterdam
– ‘s-Gravenhage – Rotterdam – Utrecht
Maandstaat op 31Januari 1918
DEBET
Aandeelhouders
nog
te
storten
………………….
……..
f
1.784.700,-
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede
LEDEBOER
&
Co., te Almelo, f7.892.187,50, waarvan in
geld
gestort
……………………………………
..
6.342.187,50
Deelneming in bevriende Bankinstellingen f4.230,100,—,waarvan
…………………….
.,
in
geld
gestort
………….
.
2.709.600,-
Voor rekening der Twentche Kantoren gedeponeerd te Londen ,,
500.000,-
f
11.336.487,50
Fondsen van Aandeelhouders
te Amsterdam, Rotterdam en ‘s-Gravenhage …………,
,,
29.662.350,-
Fondsen
dooi- ons gedeponeerd voor rekening van bevriende
instellingen ………………………
…………….
,,
3.570.500,-
Kassa,
Wissels
en
Coupons
…………………………
,,
32.672.580,65
Nederlandsche Staatsleeningen
……………………….
,,
‘4.199.594,97
Schatkistbiljetten en
Schatkistpromessen
………………
.,,
39.767.861,69
Saldo’s
bij
Bankiers
………………………………..
,,
18.915.311,893′
Prolongatiën
gegeven
………………………………
.
5.934.065,-
Eigen
Foiidsen
en
Syndicaten
……………………….
.
.,,
2.794.733,315′
Oredietvereeniging
…………………………………..
f
20.422.544,523
•
af:
loopende
Promessen
…………………….
.
…..,
–
20. 422. 544,523
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldo’s Rek. .Crt
,,
27.395.096,87
Voorschotten
op
Oonsignatiën
………………………..
1.225.954,66
Gebouwen
………………………………………..
,,
2.072.694,78k
Totaal ……
f
199.369.775,86
CREDIT
Kapitaal …………………………………………..
f
20.150.000,-
Reservefondsen ………………..
.
9.309.686,22
Waarborgfonds Credietvereeniging …………………….,, 2.806.677,50
Reserve Credietvereeniging …………………………,, 2.559.647,57
Zieken- en Pensioenfondsen …………………………..
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen
als waarborg voor 90 pOt. storting op aandeelen
B
…. …
f
1.784.700,-
in Leendepôt ……………………………………..,, 31.448.150,-
Deposito’s
…………………………………………
,,
op Prolongatie ……………………………
Saldo te ontvangen en te leveren fondsen ………………
Saldo’s Rekeningen-Courant ………………………..
Oredietvereeniging …………
Saldo
,,
met de kantoren in Londen en Twente..
Kassiers Rekeningen
………………………………
Te betalen Wissels
………………………………….
Diverse Rekeningen …………………………………
f.
34.826.011,29 –
188.230,24
33.232.850,-
29.420.459,55k
12.490.900,-
1.616.573,85
63 .552 .495,94
7.999.245,46
9.278.064,693
343.545,993
-,, 4.623.961,12
1.797.437,703′
Totaal – ……
f
199.369.775,86
152
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Februari 1918
J. & J. M. VOORHOEVE
Makelaars in Assurantien
Anno 1836
OTFERDAM
NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK
HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM
pC t. Oh! igatien (Grondbrieven)
Beurkoers
15
Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie
Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,
f
1000,—,
f
500,— en
f100,-
op elk goed
effectenkantoor
G E B R 0 E D ER S C H A B 0 T
KONINKLIJKE
ROTTERDAM
HOLLANDSCHE
*
LLOYD
KASSIERS
en
MAKELAARS in ASSURANTIËN
Deposito’s. – Rekening-Courant. – Franco Chque-Rekening.
Aan- en Verkoop van Wissel8 op het Buitenland. – Aan- en Ver-
koop van Fondsen. – Bewaarnexning en Administratie van Effecten.
Ooriogs-, Transport-, Casco-, Brand-, Diefstal- e. a. verzekeringen
van eiken aard.
Jnternationale Bank”
voor Zakelijken Waarborg
TE GRONINGEN
Geeft
5
%
PANDBRIEvEN
it in stukken van
f1000 en f500 tegen den koers van
97o
AMSTERDAM
EN
ZUID-AMERIKA
VIA
NEW YORK
AMSTERDAM
Geregelde
Passagiers- en Vrachtdienst
met nieuwe, moderne
post-stoomschepen
TUSSCH EN
ONT.VANG-
EN
BETAALKAS
NIEUWE DOELEN STRAAT 20-22
AMSTERDAM
KAPITAAL EN RESBRVEN
f
5.500.000,-
DEPOSITO’S VOOR
1
JAAR FIXE
i
4 PCT.
GELIfEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
OF PERJAAR ONTVANGEN WORDEN.
DE SPAARNE-BANK
HAARLEM
Gestort Kapitaal en Reserves f1.184.000,-
REKENING-COURANT, CREDIETEN, INCASSEERINGEN, ASSURANTIËN,
WISSELS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONGATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.
Een polis der
NILLmij
van 1859
‘s.Gravenhage, Veenestraat i
geeft volledige
zekerheid en rust.
GEO. H. MÇFADDEN & BRO. COTTON MERCHANTS
PHILADELPHIA—NEW YORK
Vertegenwoordiger voor Nederland: D. BREEKLAND, Oldenzaal—Enschede
AANTEEKENBOEK
VAN
RIJKSBELASTINGEN
Zesde geheel verbeterde en bijgewerkte druk – Prijs
f1,-
Alom ,verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMAR’S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, Rotterdam