26 JANUARI 1916
‘
–
‘t
h ”
EconomischpwStatistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
SECRETARIS VAN MEDEWERKERS: Mr. H.
G.
KRONENBERG
jE
JAARGANG
WOENSDAG 26 JANUARI 1916
No.4
2
/7 –
/2.
6
INHOUD
BIz.
WATERSNOOD ………………………………..
37
DE WAARDE VAN STOOMSCHEPEN ………………….
38
Rantsoeneering van onzen invoer van voedergranen
….
38
Index-cijfers
………………..
………………..
’39
Heffing ineens en nieuwe Staatsleening
……………
40
Organisatie van den wisselhandel
………………..
40
Het jaar 1915 in Lancashire
……………………
41
De rijstexport en de oorlog
……………………..
41
Dumping na den oorlog
……………………….
41
Currency-notes
……………………………….
42
Concurrentie tusschen spoor- en waterweg in Nederland.. 42
Amerikaansche waarden in het buitenland
…………
42
Engelsche verkoopen van Amerikaansche Fondsen
…..’
43
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIED …………
43
BOEKAANKONDICING ……………………………
43
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………..
45-52
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.
I
Verkeerswezen.
Bijdragen en mededeelin gen den inhoud betreffende
gelieve men te zenden aan den Secretaris van mede-
werkers, adres: Geldersche Kade 21
b,
Rotterdam;
verslagen, overzichten en verdere gegevens voor de
afdeeling ,.Statistielc en Overzichten” aan Nico J.
Polaic, Dier gaardelaan 45
b,
Rotterdam, tel. No. 1425.
Abonnementsprijs franco p. p. in Nederland f 10.—,
buitenland en icoloniën f 12.— per jaar. Losse
nummers 25
cents.-
Advertentiën f 0.35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief.
Mededeelin gen betreffende abonnementen en adver-eentiën richte men tot Nijgh & van Dit mar’s Uitgevers-
llfaatschappij, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag.
24
JANUARI
1916.
De geldmarkt blijft ruim. De prolongatierente
noteerde tusschen
2
en
2Y2 %,
de discontorente tus-
schen 1% en
2
percent. De regeering maakte van
deze gemakkelijke geidmarkt gebruik om wederom op
de open markt aan te kloppen tot het plaatsen van
50
millioen gulden schatkistpapier, met een looptijd
van zes maanden. Er werd ingeschreven voor een
bedrag van
f 60.422.000.— en toegewezen
f 23.680.000
promessen
t
f 982.58
en
f 23.725.000
biljetten
f 1007.50,
gevende alzoo een netto rendement van ca.
3/8
en
3I
0
/0.
Gegeven de zeer groote ruimte van
geld mag dit een behoorlijk rendement genoemd
worden. Tevens blijkt er echter opnieuw uit, dat
geld voor eenigszins langeren termijn nog steeds
terughoudend blijft. Ook deze week was er weder
aanvoer van goud uit het buitenland.
De wisselkoersen worden steeds onzekerder.
Kon men tot voor kort spreken van een bepaalde
stemming gedurende den ganschen dag en was men
alleen niet zeker van den volgenden dag, in de laat-
ste dagen wisselen flauwe of vaste stemmingen elkaar
soms driemaal op een dag af. Bovendien zijn de
koersverschillen veel grooter geworden. Het is dan
ook niet te verwonderen, dat er herhaaldelijk een
groot verschil is tusschen de officieele noteeringen
van Amsterdam en Rotterdam, aangezien de laatste
een uur vroeger wordt vastgesteld dan de eerste. De
wisselarbitrage heeft dan ook met ongehoorde moei-
lijkheden te kampen en als natuurlijk gevolg worden
de prjsverschillen, vooral voor die landen, waarop
weinig directe arbitrage plaats heeft, nog grooter.
WATERSNOOD.
De storm van
13
en 14 Januari jl. heeft ons va-
derland wederom de macht van het water doen ge-
voelen. Dijken, niet tegen den druk van het opge-
zweepte water bestand, zijn bezweken en bloeiende
gedeelten van het land zijn in watervlakten veranderd.
Met name Noord-Holland boven het 13 heeft ge-
leden. De polders Waterland, Oostzaan, Katwoude
en Zuidpolder, waarin verschillende welvarende dor-
pen gelegen zijn, zijn ingevloeid. De toegebrachte
schade is ontzaglijk. Cijfers van, ettelijke tientallen
millioenen en hooger zijn genoemd, doch wachten op
nadere bevestiging. Intussehen blijkt uit alle deelen
des lands van medegevoel met de getroffenen. De
Watersnoodcommissie heeft, na ettelijke jaren van
rust, haar werkzaamheid h(-.rvat, gieten stroomen
binnen, daadwerkelijke steun wordt door overheid en
van particuliere zijde verleend en Nederland hand-
haaft in dit opzicht zijn ouden roep.
Enkele cijfers, die den omvang van de ramp
nader kunnen toelichten, mogen hier volgen:
De gegevens dateeren ten deele van
1910
en be-
treffen alleen Noord-Holland.
–
Geheel ondergeloopen gemeenten.
Gronden in cultuur
Aantal
Gemeenten
!0l.
run.
ing
Eigendom
1
Pacht
deren
Marken
……..
1385
86,94 H.A. 54,72 H.A.
102
Anna Pau!owna
3805
2978,12
1440,20
2494
Br. in Waterland
1547
397,71
1286,48
,,
2658
Buiksloot
……..
..1709
87,58
115,80
309
.
223,08
396,16
866
Landsmeer
……
2488
..
583,88
952,87
1847
Nieuwendam..
2373
371,37
,,
660,07
1188
Katwoude …….241
Oostzaan
……..
3941
..
700,77
,,
573,90
1431
2018
..
552,93
,,
873,46
,.
1966
Ransdorp
………
19507
1
5982.48 H.A.
6353,66 H.A.
12861
Gedeeltelijk
ondergelocpen
gemeenten.
Gemeenten
Bevolking
Gronden in cultuur
Aantal
run-
.Eigendo,n
Pacht
deren
Edam..
…..
7071′)
848,05H.A.
1121,47H.A.
3205 m
Ilpenda.. ..
2184
1047,41
,
997,29
2814
Monnikendam
‘
2435
..
,
,
,
459,70 896,29
,,
2146
Zaandam.. ..
265761)
512,88
,,
773,58
,,
1402
38246
1
) ‘
2868,04 H.A., 3788,83 H.A.1 9567
‘) Hoofdzakelijk stedelijke bevolking.
,.-
/
NA
•38
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Januari 1916
M
I
DE WAARDE VAN STOOMSCHEPEN.
Bij de beoordeeling van d6 vraag, in hoeverre de
waarde van stoomschepen vermeerderd is, moet
vooropgesteld worden, dat de tegenwoordige waar
debepaling slechts een zeer tijdelijk karakter draagt.
Waar in normale tijden de bouwkosten als maat-
staf gelden, wordt thans de prijs bepaald door de te
verwachten winsten.
Voor de vloten der centrale mogendheden en de in de Zwarte- en Oostzee opgesloten schepen ver-
valt dus dèze. grondslag. Bovendien bestaater groot
verschil tusschen de waarde van schepen van oorlog-
voerende en van neutrale staten en is de prijs van
oude schepen meer gestegen dan die van nieuwe.
Britsche reederijen kunnen niet zoo’n gunstig
resultaat bereiken als neutrale, omdat zij de helft
van hun overwinst aan den fiscus moeten afstaan en
ook omdat zij voor een vierde deel van hun vloot
met lagere, door de regeering vastgestelde, vrachten
genoegen moeten nemen. Uit in Engeland plaats
gehad hebbende verkoopen blijkt, dat het jaar v66r.
den oorlog voor nieuwe schepen voor de algemeene
vrachtvaart van 6/8000 ton ca.
f
80.— en in het
eind van 1915 ca.
f
200.— per ton draagvermogen
betaald wérd. Voor dergelijke schepen, 10/12 jaar
oud, waren deze cijfers onderscheidenlijk
f
50.-
en
f
150.—.
Voor neutrale schepen waren de prijzen in het
jaar v66r den oorlog gelijk aan die van Britsche
schepen; in het eind van 1915 waren deze echter
voor nieuwe schepen ca.
f
300.—, en voor schepen
van 10/12 jaar ca.
f
200.—.
In percenten uitgedrukt is dus de waarde ver-
meerderd, voor Britsche schepen onderscheidenlijk
•tot 250 en 300, en voor neutrale schepen onderschel-
denlijk tot 375 en 400.
Deze cijfers zijn de gemiddelde van de verkoopen
in het eind van ‘t vorige jaar. Sedert werden ver-
koopen van oude schepen gemeld tot nog hoogere
prijzen.
Na den oorlog, wanneer de vloot dei centrale mo-
gendheden weder in dienst gesteld wordt en wanneer
de gerekwireerde schepen weder voor het gewone
handelsverkeer beschikbaar komen, zal de oorzaak van de tegenwoordige opdrijving van prijzen groo-
tendeels vervallen zijn. De. Britsche scheepswerven,
welke thans nagenoeg geheel door de admiraliteit in
beslag genomen worden, zullen dan in staat zijn zich met kracht op den bouw van koopvaardijschepen toe
te leggen, waardoor de waarde van schepen zich
vermoedelijk dan weder geleidelijk zal richten naar
die van nieuwe schepen.
BANTSOENEET?ING VAN ONZEN INVOER
VAN VOEDERGRANEN.
S
–
Men schrijft ons:
– De’ rantsoeneering van onzen invoer van voeder-
granen, die sinds lang gedreigd had, is nu kortelings
toch tot stand gekomen, en met eene scherpe pi-ijs-
stijging, met name ten aanzien der mais, heeft de
Beurs daarop gereageerd. Ongetwijfeld zou de op-
waartsche beweging nog sterker geweest zijn, indien
niet de in handen der Regeering zijnde maïsvoor-
zaad als een krachtige rem daartegen had gewerkt. Maar met dat – al staat vrije La Plata-mais, die na-
jaar 1915 nog grif beneden
f
180 te koop was, thans
f
272 genoteerd, terwijl zelfs de Regeeringsmaïs, voor
aanmerkelijk lager prijs ingekocht,
öp f
235 gebracht
en dan nog slechts bij mondjesmaat te verkrijgen is.
Zoowel de prijsverhooging als de belemmerende aankoopbepalingen der Regeeringsmaïs en de zeer
groote duurte der vrije xnaïs wekken den indruk, dat
we met onze voorraden uiterst zuinig moeten zijn.
En zoo is het ook. De rantsoeneering van den aan-
voer, die ten doel heette te hebben Nederland te
verschaffen, wat het voor binnenlandsch verbruik
werkelijk noodig heeft, is zoodanig uitgevallen, dat
er in de verste verte niet genoeg zal komen en een
groote voedernood voor de deur staat.
Na de z.g. ,,verbijsterende” statistieken, in Engel-
sche bladen van enkele dagen geleden, die een zeer
aanzienlijke vermeerdering van den export van mais
uit Amerika naar Nederland tijdens de oorlogsmaan-
den te zien gaven,
lijkt
oppervlakkig beschouwd deze
conclusie vreemd, en te vreemder, doordien onze
eigen statistiek ook voor den maïsaanvoer uit Mle
landen in totaal hooger cijfers aanwijst dan nor-
maal. Zoo was onze netto-invoer van mais over dc
eerste elf maanden van 1915 niet minder dan 985.039
ton, of ruim 50 % hooger danin deovereenkomstige
periode van het laatste jaar v66r den oorlog, 1913,
toen het
cijfer
660.151 ton bedroég.
Toch zou de conc.lisie, dat we thans te veel vee-
voeder ontvingen, of dat we naar Duitschiand weder
uitvoerden, geheel onjuist zijn.
De zaak is n.L, dat in gewone jaren mais slechts
één van onze meest gebruikelijke voedermiddelen is,
en we daarnaast ook groote hoeveelheden rogge,
haver en gerst verbruiken,
terwijl
we tijdens den
oorlog vrijwel uitsluitend op mais zijn aangewezen.
De gébieden, vanwaar we onze rogge, haver en gerst
plachten te betrekken, zijn door den oorlog niet in
staat naar hier te exporteeren; zoodoende zijn ve
verplicht ze door maïs te vervangen en deze boven-
dien hoofdzakelijk uit Noord- ei Zuid-Amerika te
betrekken: een gebied, dat nu evenmin als voor den
oorlog voor den export van rogge, haver of gerst van
veel belang is.
De exportstreken voor laatstgenoemde graneu
zijn allereerst de Oostzee-provincies, de Do-
naulauden en de Zwarte-Zeehavens. Hun beteeke-
nis blijkt wel afdoende uit de volgende cij-
fers: van onzen totaal-import van gerst ad 813.084
ton in de eerste 11 maanden 1918 kwam 621.768 ton
uit Rusland, 71.250 ton uit (Oost) Pruisen, 56.536
ton uit Roemenië. Van onzen gerst-invoer over
dezelfde periode 1915 ad 93.937 ton kwam uit ge-
noemde streken ditmaal niets. Eenzelfde beeld geeft de
rogge-invoer. Van de in 11 maanden 1913 in totaal
geïmporteerde 576.775 ton kwamen uit Rusland
301.476 ton, uit (Oost-) Pruisen 167.708 ton, uit
Roemenië 66.801 ton. Dit jaar importeerden we in
totaal 55.032 ton, waarvan uit Rusland en Roemenië
niets en uit Pruisen 15 ton. Wat haver aangaat,
waarvan we dit jaar 57,570 ton invoerden (hiervan
uit Rusland en Roemenië niets en uit Pruisen 36
to1i), waren de cijfers voor 1913 in totaal 514,366
“ton, waarvan uit Rusland 201,306 ton, Pruisen
80,125 ton en Roemenië 7.554 ton.
Hoewel normaliter van den aangevoerden voor-
raad weer een zeer groot gedeelte werd uitgevoerd,
was het gedeelte, dat hier te lande bleef, de netto-
invoer dus, toch zéér veel grooter dan thans het geval is, zooals uit het volgend staatje duidelijk
blijkt:
Netto-invoer 11 maanden 1913. Netto-invoer 11 maanden 1915.
rogge 242.523 ton
54.437 ton
gerst 184.690
91.502
haver
90.184
57.024
Totaal 517.397 ton
202.963 ton.
Uiteraard rnoeten de 300.000 ton, die aan rogge,
haver en gerit minder kwamen dan normaal, ver-
vangen worden door mais en, in dit licht bezien,.
wordt het schijnbaar abnormale cijfer van onzen
maïsinvoer voor 1915, t.w. 985.039 ton, tegen 660.151
ton in-1913 (11 maanddn), volkomen normaal. Er
is dan ook geen sprake van, dat we in de oorlogs-
maanden méér voedergranen hebben geïmporteerd dan
voor eigen gebruik hoog noodig was. Temeer zal dit-
blijken
bij
een vergelijking der cijfers in de volgende ta-
26 Januari 1916
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
39
bel,
die voor de jaren 1.909/1913 betrekking hebben
op een geheel jaar
en voor 1.915 op de eerste 11
maanden:
Netto invoer van voedergranen in tons ad 1000 Kg.
1909
1910
1911
1912
1913
1915
rogge
188.160 247.497
296.981
257.613
267.747
54.437
gerst
234.923 229.778
225.821
147.850
191.368
91.502
mais
389.126 416.852
503.044
627.543
701.603
985.039
haver
104.324
93.078 97.162
144.976
11.0.019
57.024
Totaal 916.533 987.205 1123.008 1177.982 1270.737 1188.003
—
Accres
70.672 135.803 54.974
92.755
Een berekening van den import over het geheele
jaar 1915 naar den maatstaf der eerste 11 maanden
geeft als totalen invoer 1.296.000 ton, dus op een
haar na hetzelfde cijfer als over 1913. Blijkt hier-
uit al, dat in 1915 onze import zeer zeker niet groo-
ter is dan onze behoefte voor binnenlandsche con-
sumptie, het blijkt des te meer, indien men er reke-ning mee houdt, dat er andere jaren, als gevolg van
toeneming van den veettapel en intensiever voede-
ren, telkens een aanzienlijk accres van den import
bestaat. Dat normale accres blijkt, indien men
ook rekening houdt met de cijfers over 1908, ge-
middeld 80.000 ton per jaar te beloopen. Aanne
mende, dat van 1913 op 1915 hetzelfde accres bestond,
dan zou onze import in 1915 totaal hebben mogen
bedragen 1.296.000 ton pins 160.000 ton, d. i.
1.456.000 ton – zeg 1.450.000 ton – en dit alles
benoodigd uitsluitend voor absoluut normale bin-
nenlandsche consumptie. Feitelijk mocht dit cijfer
nôg hooger zijn, daar we in normale jaren ook nog
vrij wat peulvruchten voor veevoeder plachten te im-
porteeren – in 1913 b.v. een goede 7000 ton – en
bovendien ook nog zemelen, grint en gries, van
tarwe afkomstig, vervoederd werden, die nu in den
vorm van regeeringsbrood in de menschelijke maag
terecht komen. Ook is bij bovenvermelde cijfers
buiten rekening gelaten, dat we normaal ook een
netto-import aan roggemeel van ca. 20.000 ton
hebben.
Gelijk men weet, bedraagt het aan mais en rogge
gezamenlijk ons door de geallieerden toegestane rant-
soen 450.000 ton per 6 maanden of 75.000 ton
‘s maands, – precies het gemiddelde over de jaren
1911/1913 -, terwijl we, met inbegrip van haver
en gerst, aan totaal veevoeder blijkens de hiervoren-
staande berekening 1.20.000 ton per maand behoeven.
Van deze 120.000 ton kwamen er aan gerst en haver
dit jaar maandelijks nog niet ten volle 10.000 ton;
onze werkelijke behoefte aan maïs en rogge tezamen
bedraagt derhalve
maandelijks
110.000 ton of ca. 1
maal zooveel als de geallieerden ons toestaan.
Een voedernood van beteekenis is derhalve onver-
mijdelijk en dat te meer, daar in de wintermaanden
het verbruik aan krachtvoeder het grootst is, terwijl
de rantsoeneering ook in de wintermaanden geen
grooter kwantum dan de vorenvermelde 75.000 ton
verschaft. Nemen we aan, dat het verbruik van
krachtvoeder in winter en zomer zich verhoüdt als
3 : 2 – het zomercijfer zal dan nog geflatteerd
zijn – dan zou voor normaal verbruik per maand
aan mais en rogge dezen winter noodig zijn 132.000
ton, of 75 % meer dan we ontvangen.
Met dit cijfer is, meenen we, tegelijk een oordeel
uitgesproken over de al of niet billijkheid van de
grootte van ons ,,rantsoe.n”.
INDEX-CIJFERS.
Men kan de bestaande index-cijfers in twee groepen
verdeelen:
1
0
die, welke trachten aan te geven de algemeene
prijsbewegingen op de wereldmarkt en waarin dus
de algemeene koopkracht van liet geld zich weer-
spiegelt;
2
0
die, welke de stijgingen en dalingen in de
kosten van levensonderhoud in een bepaald land of
een bepaalde stad trachten weer te geven, die dus
min of meer de behoeften van een persoon of een normaal gezin tot grondslag nemen en hun cijfers
regelen naar de prijzen in den kleinhandel ter
plaatse.
Van de index-cijfers der eerste groep behooren die
van den Engelschen Economist tot de meest bekende.
Zij zijn gebaseerd op de middenprijzen van 1901-1905
in den Engelschen groothandel en hebben betrekking
op 22 der belangrijkste handelsartikelen, samen-
gebracht tot 5 groepen van gelijksoortige artikelen
met, voor een deel, ,,verbonden” prijzen. Deze groepen
zijn:
10
granen en vleesch, 2
0
andere voedings- en
genotmiddelen,
30
grondstoffen voor de textielindu-
strie,
40
delfstoffen, 5
0
diverse artikelen als oliën,
hout, rubber. De gevonden cijfers worden vervolgens
opgeteld, waarna ook de aldus gevonden som weder-om in een index-cijfer wordt omgezet, dat als ,,totaal
index-cijfer” het algemeene prijsniveau aangeeft.
Men kan van meening verschillen over de vraag,
of niet meer artikelen tot grondslag hadden moeten
genomen zijn en of het wel aangaat, aan alle artikelen
gelijke waarde toe te kennen, m. a. w. het verschil
in beteekenis, dat deze artikelen voor de menschelijke
samenleving hebben; geheel te verwaarloozen.
Wij zullen ons in dezen strijd niet mengen. Men
vergete niet, dat bij de keuze der artikelen de
technische vraag, of steeds juiste noteeringen te verkrijgen zijn, van groote beteekenis is, terwijl
anderzijds bij beperking tot de allervoornaamste
artikelen het belang van een correctie naar hunne
beteekenis veel geringer wordt. Ten slotte blijkt bij vergelijking met andere berekeningswijzen, die ge-
tracht hebben aan deze bezwaren tegemoet te komen,
dat het verschil in resultaat over het geheel genomen
veel geringer is dan men misschien zou verwachten.
Het volgende staatje geeft de cijfers sedert 1911
tot aan het begin van den oorlog, die van 1911-1913
per kwartaal samengetrokken:
Data
uranen
en
vleesch
dere
voe-
notnl.
Grond.
sloffen
te’çt ie!
trte.
e,-
sto11cn.
Ivcr-
…
ene.
Totaal
4
0100
index.
cijfer
Basis (gemidd.
1901-5)
… .
500
300
500
400 500
2200
100-0
le kwart. 1911
351
342 602
421
616
2532
115-0
2e
,,
1911
568 345 625 426
1
/2
587
1
/2
2547
116-0
3e
,,
1911
551
450 576
433
578
2538
115-5
4e
,,
1911
585
418 550
450
583
2586
117-5
le
,,
1912
615
405
571
523
576
2690
122-3
2e
,,
1912
634
379
577
502 603 2695
122-5
3e
,,
1912
624 376 600
531
605
2736 124-4
4e
,,
1912
602 364 819 537 608 2730
124-1
le
,,
1913
594
358
641
529 595 2713
123-0
2e
,,
1913
580 345
1
/2
623
1
12
522
1
/2
597
1/,
2669
121-3
3e
,,
1913
583 359
671
523 578
2714
123-3
4e
,,
1913
583 355
642
491
572
2623
119-2
Einde Jan. 1914
582
1
11
356 626 502
571
1
/2
2618
119-0
,,
Feb.
,,
573/2
352 630
491
1
/2
569 2616
118-9
Mrt.
560 350
1/2
626
‘/1
493
567
2597 118-0
April
560/1
346
633/t
482
1
/2
562
2
/1
2585
117-5
,
Mei
,
570
2
/2
349
644
2
/2
480
551
2595
118-0
It
Juni
,,
565
1
/,
345
616
4711/i
551
2549
115-9
,,
Juli
,,
579 352
6162/
2
464
/2
553
2565 116-6
Zooals het cijfer in de laatste kolom aanwijst, is
het algemeene prijsniveau van eind 1912 tot aan het
begin van den oorlog regelmatig en niet onbelangrijk
gedaald, gevolg in hoofdzaak van het verloop der
der graan-, ijzer-, koper-, tin- en rubberprijzen.
*
* *
Sedert den oorlog kunnen de Engelsche groothandel-
prijzen niet meer in die mate geacht worden, het
algemeen verloop op de wereldmarkt weer te geven
als vroeger. Het regelmatig verkeer met een deel van
Europa – de centrale mogendheden, de Oostzee en
de Zwarte Zee – is
.
verbroken, terwijl daar, waar het
verkeer rege1matigris
1
blijven voortbestaan, de zoo-
40 ‘
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Januari 1916
zeer gestegen zeevrachten het verschil tusschen de
prijzen in de verschillende deelen der wereld hebben
vergroöt. Ook de wijzigingen. in den sterliugkoers
oefenen hun storenden invloed. Niettemin blijven de Engelsche groothandelprijzen ook voor ons land hun
algemeen belang in hoofdzaak behouden.
De outzaglijke invloed, die van den oorlog op deze
prijzen is uitgegaan, blijkt uit het volgende staatje,
ontleend aan den Economist van 8 dezer:
Data
Granen
en
vleesci,
–
soe.
dings.
en ge-
notm.
Grond-stoffen
textiel.
indus-
trie.
Delf-
stoffen
,
sea:
oliën,
hout,
rubber,
ene.
Totaal
Totaal index-
cijfer
Basis (gemidd.
1901-5
..
500
300 500
400
500
2200
100-0
EindeJulil914
579 352
616
1
/2
464
1
/2
553
2565
116-6
Aug.
641
369
626 474 588
2698
122-6 Sept.
646
405
611/2
472
1
/2
645
2780
1264
Oct.
,,
656
1
/2
400’/
560
458 657
2732
124-2
Nov.
683 407
1
/2
512
473
6841/
2760
125-5
Dec.
714
414
2
/2
509
476
686
1
/
2800
127-3
Jan.1915
786
413 535
521
748
3003
136-5
Febr.,,
845
411
552
1
/2
561 ‘/2
761
3131
142-3
Mrt.
840
427
597
644
797
3305
150-2
April
847 439
2
/2
‘594’12
630 816
3327
151-2
Mei
893
437
583
600 814
3327
151-2
Juni
818 428 801
624
779
3250
147-7
Juli
838
1
/2
440 li2
603
–
625
774
3281
149-1
Aug. ,,
841
438/2
628
610 /2
778
3296
149-8
Sept.
,,
809
1
/
4701/2
667 619
1
/
769’/2
3336
151-6
Oct.
.
834
4431/
681
631’/
781
3371 153-2
Nov.
871’f2
444
691
6671/
2
826
3500
159-1
Dec.
897
446
731
711
1
/2
848
1
/2
3634
165-
Op de details zullen wij niet ingaan. Enkele groote
bewegingen: de oogenblikkelijk aangevangen stijging
der graanprijzen tot omstreeks Februari 1915 het
punt werd bereikt, waaromheen zij zich sindsdien in
wijde schommelingen zijn blijven bewegen, de aan-
vankelijke daling der katoenprijzen, de pas later
ingetreden opwaartsche beweging der kolen- en ijzer-
prijzen, de stijging in de olie en ten slotte in de
rubberprijzen, vinden in de cijfers hun duidelijk&
afspiegeling.
Het totaal-cijfer geeft. eene voortdurende stijging
te zien, die enkel in de zomermaanden van 1915
•korten tijd onderbroken werd, doch in de laatste
maanden over de geheele lijn weder met dubbeie
kracht heeft ingezet.
t t
t
Indexcijfers van de tweede groep, die de beweging
in de kosten van levensonderhoud in een bepaald land of eene bepaalde omgeving trachten weer te
geven, worden in verschillende landen opgemaakt.
Zij kunnen echter slechts tot zekere hoogte materiaal
voor internationale vergelijking opleveren, omdat de
gevolgde berekeningswijze telkens verschillend is.
Een vergelijking van de absolute kosten van levens-
onderhoud in de verschillende landen is dus op dezen
grondslag niet te geven, wel tot zekere hoogte een
vergelijking, die de relatieve veranderingen in deze
kosten in de verschillende landen tracht aan te geven.
Het volgende staatje geeft een vergelijkend over-
zicht van de stijging dier kosten van levensonderhoud
gedurede den oorlog in Nederland, Engeland en
Duitschland.
Voor Nederland zijn genomen de cijfers van het
Maandschrift van -het Centraal Bureau voor de
Statistiek – gemiddelde van de kleinhandelprijzen
van, 29 verbruiksartikelen – voor -Engeland de cijfers
van den Board of Trade – gemiddelde van de klein-
handelprijzen van 23 artikelen – voor Duitschiand
cijfers ontleend aan Calwer’s Wirtschaft-statistische
Monatsberichte – gezinscijfers berekend naar dé
wekelijksche onderhoudskosten van een Duitsch
marinesoldaat.
De cijfers zijn zooveel mogelijk op gelijke basis
gebracht, waarbij het cijfer over Juli 1914 op 100
is gesteld.
Dato
Ncderland
(Centr.B.v. d Stat,st.)
Engeland
(Boord
of Trade)
D
11
d
°
(we
100 100 100
Aug.—Dec.
1914 ……….
104
113
104.6
118
117.6
Juli
1914
……………….
Jan.
1915 ……..-
……..109
110 122
124.4
..
114
124
131.4
Febr.
,
……………….
117
124
136.7
Maart
,
………………
April
..
—————–
–
120
126
145.2
123 132
148.7
J
uli
,-
…………….
125
134
151.5
Mei
,………………
Juni
..
……………..
124 135
155.7
–
Aug.
,
……………….
—
124
140
158.9
Sept.
,
……………….
Oct.
,.
……………..
123
141
167.2
Nov.
,.
…………….
.
.125
144
HEIi’FING INEENS EN NIEUWE
STAA TSLEENING.
De commissie uit de Liberale Unie, die belast
was met de overweging van het bekende denkbeeld
,.heffing ineens”, heeft, volgens mededeeling van de
,,Vaderlander”, haar arbeid geschorst in afwachting
van het bekend worden der regeeringsplannen tot
dekking van hetgeen de crisis-uitgaven het reeds ge-
leende bedrag van
f 275.000.000
te boven gaan. Dit
meerdere zal voorshands
f 225.000.000
bedragen.
Waar die plannen, naar verluidt en ook uit mede-
deelingen van den minister van financiën valt af te
leiden, binnen zeer korten tijd te verwachten zijn,
schijnt inderdaad voor dat standpunt veel te zëggen,
vooral nu geenszins uitgesloten is, dat die plannen
eene heffing ineens tot gedeeltelijke dekking van het benoodigde zullen omvatten. Evenbedoeld standpunt
verdient, naar het voorkomt, de voorkeur boven dat
van de Vrijzinnig-Democratische Kamerclub, die van
het bekende ontwerp tot heffing ineens van
J
200.000.000,
samengesteld door eene commissie uit
-den Vrjzinnig-Democratisehen Bond, een in i t i a –
t i e fvoorstel héeft gemaakt. De taak van de
Tweede Kamer is inderdaad reeds zwaar genoeg in-
dien die beperkt blijft tot het afdoen van de meest
noodzakelijke der r e g e e r i n g svoorstellen. Dit
blijkt wel uit de dezer dagen gepubliceerde brief-
wisseling tusschen den voorzitter van die Kamer en
den minister van financiën. Bespreking van die
correspondentie behoort hier uit den aard der zaak niet thuis. Slechts zij daaruit vermeld de mededee-ling van den minister, dat naar alle waarschijnlijk-
heid een nieuw leeningsvoorstel gedaan zal moeten
worden, dat aan de schatkist een nieuwen last van.
ongeveer ./ 6.000.000 zal opleggen. Bleek juist het
dezer dagen in de dagbladen voorkomend bericht, dat
de tweede crisisleening
f 125.000.000
zou bedragen,
dan zou uit het cijfer van
f
6,000,000 zijn af te
leiden, dât die leening niet van het .5 % type kan
zijn. Ware dit wel het geval, dan zou alleen voor
rente – dus zonder eenige aflossing – meer be-
noodigd zijn. Het rentetype zal derhalve vermoe-
delijk 4% %, of – wat met het oog op het beste-
den van een deel der
f
6.000.000 voor aflossing
waarsehijnlijker is –
4% %
bedragen.
ORGANISATIE VAN DEN W1SSELH4NDE1.
De enorme en voortdurende stijging der wissel-
koersen, vooral op de onzijdige landen, heeft de
Oostenrijksche regeering in het begin van dit jaar
aanleiding gegeven maatregelen te nemen om verdere
rijzing, voor zOövér deze niet noodzakelijk uit de be-
talingsbalans voortvloeit, tegen te gaan. Zij meent
op te merken, dat degenen, die door uitvoer van goe-
deren of door andere handelingen een tegoed in het
buitenland’ hebben verkregen, dat saldo in de hoop
op verdere rijzing van den wisselkoers daar laten
staan, zoodat er veel minder wissels aangeboden wor-
den dan waartoe de natuurlijke betalingsverhoudin-
gen aanleiding geven. Om deze speculatieve ach-
>1_1
.1.
26
Januari
1916
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
41
terhouding
tegen
te gaan werden handelaars, die
uitvoerconsenten krijgen, verplicht, hun tegoed ter
beschikking te stellen van de Oostenrijksch-Hon-
gaarsche Bank.
Thans is men ook in Duitschiarid overgegaan tot
het nemen van maatregelen ter beteugeling van de
speculatie in vreemde valuta. De Duitsche maatre-
gelen, die op 28 dezer in werking zullen treden, zijn
heel wat ingrijpender dan de Oosteniijksche.
De wisselhandel voor eigen rekening zal in
I)uitschland slechts geoorloofd zijn aan 27 groote
bankiershuizen; behalve de Reichsbank en de See-
handlung zijn dat 12 Berlijnsche huizen, met hun
filialen te Frankfurt en Hamburg, 9 Frankfurter
en 4 Hamburgsche banken en bankiersfirma’s. Aan
de overige bankiers is slechts vergund de commissie-
handel in papier op het buitenland en het wisselen
van vreemde bankbiljetten en muntspeciën, waarbij natuurlijk slechts kleine bedragen worden omgezet.
De commissiehandel zal worden bevorderd doordat de
tot den handel toegelaten banken provisie zullen be-
rekenen aan koopers en verkoopers van deviesen,
uitgezonderd aan de banken en bankiers, die niet tot
het 27-tal behooren.
Iedere kooper van een vreemd devies moet aan
het tot den handel toegelaten huis, waar hij zijn
wissel wen echt te koopen, opgave doen van het doel
dor remise; facturen van gekochte goederen en
dergelijke bewijsstukken moeten worden overgelegd.
Men wenseht daardoor de speculatie en manipulatie
in vreemd papier tegen te gaan en tevens een con-
trôle te verkrijgen over de onnoodige invoeren.
Door do toegelaten huizen te Frankfurt ivordt da-
gelijks opgave van hunne gezamenlijke koop- en ver-
kooporders samengesteld; hetzelfde geschiedt door
de Hamburgsche bankiers. Deze opgaven worden overgebracht naar Berlijn, waar ook de orders der
Berljnsche bankiers kenbaar worden gemaakt. Daar
worden dan, in tegenwoordigheid van een staatscom-
iissaris en van vertegenwoordigers der geprivile-
gieerde banken en hankiershuizen, de koersen der va-
luta door beëedigde makelaars, onder goedkeuring
der Reichsbank, vastgesteld.
Die officiëele koersen worden openbaar gemaakt en
gelden als grondslag voor alle koopen en verkoopen van buitenlandsche wissels op den betrokken dag.
Genoteerd zullen worden telegrafische uitbetalin-
gen in New-York, Holland, Denemarken, Zweden,
Noorwegen, Zwitserland, Oostenrijk, Roemenië en
Bulgarije.
Het zal van het hoogste belang zijn, den invloed
dezer maatregelen op den loop der wisselkoeren gade
te slaan.
HET JAAR 1915 IN LANCASHI1E.
Nagenoeg eenzelfde beeld als wij in ons tweede
nummer gaven van den gang van zaken in do
Twentsche textielindustrie over 1915, vinden wij in
het nummer van de Engelsche Economist van j.l.
Zaterdag wat betreft den toestand in Lancashire.
Ook daar: ,,a period of difficulties for all concerned”
en: ,,an outlook more encouraging at the end than at
the beginning”.
De spinnerij en hebben er – althans wat den afzet
der productie betreft – nog het minst te klagen
gehad; zij konden vooral tevreden zijn over haren
export, want wel waren zij door den oorlog van
enkele afnemers, als Duitschland, verstoken, maar
andere markten waren daartegenover weer beter dan
men had durven verwachten. Voor ons land vinden
wij eene afname vermeld van 16.606.000 Lbs. meer
dan in 1914 en dit ondanks de toenemende moeilijk-
heden, welke in de beschouwingen op bladz. 14 en
15 zijn geschetst.
De weverijen hebben het er daar echter minder goed
afgebracht dan hier. Ook Lancashire levert in hoof d-
zaak zijn manufacturen aan het Verre Oosten en
eerst in het eind van het jaar kwamen er uit Cal-
cutta wat betere orders. Sinds 1903 is er niet zoo
weinig verscheept; a]leen Engelsch-Indië nam 26 %
minder af dan in 1914, Turkije en Duitschland gin-
gen uit den aard der zaak geheel verloren; onze
koloniën bestelden ruim 39.000.000 yards minder dan
het vorig jaar.
Voorts wordt geklaagd over weinig scheepsruimte
en hooge vrachten, dus al net eender als hier. Een
troost – zij het eene schrale – voor onze Twent-
sche fabrikanten!
DE RIJSTEXPORT EN DE OORLOG.
Onderstaande cijfers, ontleend aan het
bericht van
de firma Loekie Pemberton
&
Co., te Londen, geven
een beeld van de wijziging, dic de export van rijst uit
de groote Oostersche productielanden naar
Europa,
den Levant en Amerika tengevolge van
den oorlog
ondergaan heeft:
Rijstuitvoer uit Burmali, Calcutta, Saion,
Japan. en Siam.
1915
1914
1913
naar:
Tons
Tons
Tons
Engeland ……….468.154
247.910 173.831
Holland ………..26.588
303.769 323.889
België
………..-
23.411 68.607
Duitschland
–
296.940
407.321
Scandinavië ……..23.398
23.646
17.928
Italië
…………-
2.073 2.546
Roemenië
………-
15.628
16.778
Oostenrijk
……..-
203.351 191.840
Frankrijk ……….201.461
299.481 253.813
Portugal
……..19.196
2.500
–
De
Levant ………62.353
78.939 140.126
Amerika
……….70.410
16.483 25.083
871.560
1.514.131
1.621.762
1915
1914 1913
derhalve:
Tons
Tons Tons
Geallieerden …….669.615
549.464
446.968
Centralea en België
523.702 667.768
Neutr., mcl. Levant
201.045
440.965 507.026
871.560 1.514.131 1.621.702
De rest van de oogsten is in het Oosten geblever
DUMPING NA DEN OORLOG.
In de Vereenigde Staten wordt reeds gedurende
eenigen tijd veel aandacht gewijd aan het vraagstuk,
of het wenschelijk zal zijn, na den oorlog maatregelen
te nemen tegen de te verwachten overstrooming met
goederen uit de landen, die thans in oorlog zijn, en
tegen de pogingen, die vanuit die landen, wellicht
met steun van den staat, zullen worden gedaan om de. door de Vereenigde Staten gedurende den oor-
log nieuw-verworven afzetgebieden weder aan dezen
te ontnemen. Terwijl van Republikeinsche
zijde
de
wenschelijkheid van nieuwe tariefmaatregelen wordt
bepleit neemt de Regeering een ander standpunt in,
belangrijk genoeg om de beschouwingen, die den
Minister van Handel in zijn jaarlijksch rapport
aan het vraagstuk wijdt, onverkort weer te geven.
De Minister schrijft:
,,In mijn oog zou het verstandiger zijn in de zaak
te zien een kwaad, dat men verbiedt, dan een eco-
nomisch verschijnsel, dat men tracht in te perken.
Ik zou er hierom de voorkeur aan geven, het op een
andere wijze tegen te gaan dan bij wege van tariefbepa-
lingen en het liever willen beschouwen als eene
strafbare handeling, vergelijkbaar met de oneerlijke
mededinging, die wij op het oogenblik reeds in ons
binnenlandsch verkeer verbieden. Het schijnt mo-
gelijk, met de tegenwoordige organisatie van het
Treasury Departmertt en het Departement van
Justitie deze vreemde ,,oneerlijke mededinging” vol-
doende tegen te gaan.
42
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Januari 1916
,,Ik geef daarom een wettelijke regeling in over-
weging, die aan de vertegenwoordigers van beide de-
partementen in den vreemde de noodige bevoegdheden
gèeft benevens voldoende personeel voor dit doel, en
tevens, dat, indiën mogelijk, in de wet de bepaling
wordt opgenomen dat goederen verkocht in ,,oneer-
lijke mededinging” of onder omstandigheden, die de
strekking hebben, den vreemden producent een mo
nopolie op de Amerikaansche markt te doen ver-
werven, zullen worden verbeurd verklaard. Ik geef
tevens in overweging, de Clayton Anti-Trustwet in
dier voege aan te vullen, dat verboden wordt, artike-
len van vreemden oorsprong te verkoopen of koo-
pen, wanneer dc prijzen belangrijk lager zijn dan de
normale prijzen in het land van herkomst en boven-
dien ernstig afbreuk zouden doen aan de ‘mededin-
ging der Amerikaansche producenten of de strekking
zouden hebben, den vreemden producent een mono-
polie op de Amerikaansche markt te doen verwer-
ven.” Gelijke verbodsbepaling wenscht de Minister
ook tegen dergelijke goederen, aan den Amerikaan-
sc.hen tusschenhandel verkocht of door dezen gekocht
ondér voorwaarden, die den kooper verhinderen, de-
zelfde goederen ook van anderen te b3rekkp.
(7UR.1?ENCY-NOTES.
Opmerking verdient het feit, dat het bedrag’ der
in Engeland omloopende Ourrency-notes, na een ge-
stadige, aanzienlijke stijging, in de laatste weken
eenige vermindering heeft ondergaan.
Het ‘is eigenaardig, hoe vaak de uitgifte van dit
papiergeld van karakter is veranderd. De eerste
uitgifte had een tweeledig doel: evenals de zilver-bons ten onzent hadden de notes te voorzien in de
behoefte aan kleine ruilmiddelen, die bij ‘t begin
van den oorlog ook daar te lande aan den dag trad.
Tevens diende de uitgifte tot het verstrekken van
vlottende middelen aan die bankinstellingen, die
daaraan behoefte hadden.
Het karakter van voorschotten aan banken heb-
ben de notes al zeer spoedig verloren, daar de eigen
liquiditeit der banken voldoende bleek en zij hun
schuld uit hoofde van het ontvangen der notes door overschrijvingvan saldi bij de Bank of England zoo
vlug mogelijk aflosten. Het verkeer nam de notes
echter gemakkelijk op en zoo blèef dit staatspapier-
geld in omloop. Er werd echter een fonds gevormd
tot dekking dezer circulatie en in dit fonds werd
aanvankelijk zooveel goud gedeponeerd, dat het zich
liet aanzien, dat de Currency-notes, evenals de AmeL
rikaansche goudeertificaten, aanwijzingen zouden
worden op een onder beheer der overheid staanden
.goudvoorraad.
In het tweede oorlog.sjaar werd dit alles anders.
Sedert 12 Mei werd de gouddekking niet meer ver-
groot, maar werden de bedragen der meerdere uit-
‘giften’ goedgeschreven op rekening der Regeering bij
de Bank of England. En toen de Regeering over
het tegoed dezer rekening wenschte te beschikken
werd in steeds toenemende mate in terzi.jdelegging
van staatsschuld het dekkingsmiddel gezocht
Het volgend staatje geeft daarvan een beeld:
(In duizenden pond sterling.)
Istaat
‘
s
n
schuldi
Dekking
1
Saldo bij
U,tgegeven
Goud.
de Bank of
Data
Notes
1
dekking
England
2
Sept.
1914
..
25.156
–
10.924 5.920
2 Dec.
1914
..
34.501
14.500
13.924
5.259
3 Mrt.
1915
..
37.063 27.500 5.000 4.404
2 Juni
1915
..
45.691
28.500
9.586
7.768
1
Sept.
1915
..
57.747 28.500
14.586
13.285
1 Dec.
1915
..
‘
91.914
28.500
54.621
9.023
5 Jan
1916
..
103.040
28.500
64.21
10.467
12 Jan.
1915
..
100.808 28.500 64.577
8.287
19 Jan.
1916
..
99.641
28.500
64.577 7.120
Het
schijnt,,
dat de Regeering
het groote
gevaar
van uitgifte van staatspapiergeld in oorlogstijd heeft
ingezien en dat zij nu een begin heeft gemaakt met
het doen verminderen, of ten minste met het niet
verder vergrooten van de circulatie daarvan, waar-
toe de plaatsing der 5 % schatkistbiljetten hr
waarschijnlijk in de gelegenheid stelt.
CONCURRENTIE TUSSOHEN SPOOR- • EN
WATERWEG IN NEDERLAND.
Een recénte wijziging der spoorweggoederentarie-
ven, als gevolg van de concurrentie met den water-
weg in het binnenlandseb verkeer, geeft ons aanlei-ding, dit verkeer eens van meer nabij te bezien.
Het mag als bekend worden verondersteld, dat de
concurrentie tusschen spoor- en waterweg in ons land
zeer scherp is. Geen land ter wereld beschikt naar
verhouding over zoo vele en zoo goede waterwegen
als het onze. Ofschoon de spoor vrijwel het monopolie
heeft wat het reizigersvervoer betreft, is dit geens-
zins het geval bij het goederenvervoer. Slechts een
klein deel van het totale binnenlandsche goederenver-
voer heeft per spoor plaats. De groote massa van en
naar onze voornaamste handelscentra wordt met de
tallooze binnenlandsche scheepvaart-verbindingen of
met tjalken e. d. verscheept.
De verhouding tusschen de opbrengst van het reizi-
gers-‘ en goederenvervoer is dan ook, vergeleken met
den toestand op dit gebied in ‘het buitenland, voor
onze Spoorwegen, vooral voor de H: IJ. S. M. sterk af-
wijkend, zooals uit de hieronder geplaatste cijfers
over 1913, welke dus niet beïnvloed zijn door den oor-
log, blijkt:’
H. i
M. reizigers en’bagage rotd 17
1
/2
milI. gld.
, goederen en vee ‘ ,, 13
J reizigers en bagage
,,
18
S. S.
goederen en vee
,,
21
Pruisische
J
reizigers en bagage
M. 713,,
Staatsspw.
en vee
,, ,,
1.671
Dat de spoorwegen trachten, een zoo groot mogelijk
aandeel in het vervoer te krijgen en wel hoofdzakelijk
door concurreerende tarieven, spreekt van zelf. Het
normale tarief is in vergelijking met de water-
vr achten veel te hoog.
Om deze reden werd een concurrentie-tarief in het leven geroepen, n.l. het speciaaltarief No. 1, hetwelk
buitengewoon lage vrachten bevat. Zoo kost bijv.
aardappelmeel van’. Veendam naar Amsterd.
stuk-
wagenlading van
goed 5000K.G. I0000K.G.
volgens spec. tarief no. 1 f1. 0.45 f1. 0.30 f1. 0.20
volgens normaal tarief f1. 0.68 f1. 0.47 f1. 0.35
per 100’K.G.
Dit speciaal-tarief trad echter, wat het stukgoed-
vervoer betrof, buiten werking gedurende de drie
wintermaanden December, Januari en Februari, als
wanneer vervoer te water o. a. door ijs bezwaarlijker
werd geacht..
Hierop zijn de spoorwegen teruggekomen en is ge-
noemd ,goedkoop tarief vanaf begin van, dit jaar ge-
durende het geheelé jaar zonder beperking geldig.
Dit beteekent, vooral voor onze binnenlandsche
beurtdiensten, een verscherping der concurrentie, wat
in dezen tijd van aanzienlijk verhoogde exploitatie-
kosten zeer gevoeld zal worden. –
AMERIKAANSOHE WAAIWEN IN HET
BUITENLAND.
De schattingen van het bedrag aan Amerikaansche
effecten, die zich in vreemde handen bevinden, be-
wogen zich tot dusverre tusschen 4’en 6 milliard Dollars.’
Enkele maanden geleden is nu, gelijk in het Januari-
nummer van het Weltwirtschaftliches Archiv in
herinnering wordt gebracht, döor den President der
Delaware & Hudson Company, L. F; L o r e e, daarbij
gesteund door den Federal Reserve Board, aan de
groote banken en de verschillende spoorwegmaat-
26
Januari
1916
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
43
schappijen een rondvraag gericht omtrent dit
punt.
Van de 150 vragenhij sten, die verzonden werden,
kwamen 140 ingevuld terug. Het resultaat was als volgt:
Bedrag
Marktwaarde
in 1000
$
in 1000
$
Spoorwegen:
Aandeelen ……………………795.100
397.500
62.300 62.300
Equipment certificates
18.100 18.100
Notes …………………………..
1.700.000
1.530.540
2.575.500
2.008.440
Obligaties ……………………..
Gedeponeerd in de V. S. …
150.000
135.000
2.725.500 2.143.440
Industriëele waarden ………
.
682.000 471.000
Totaal ………1 3.407.500 1 2.614.440
Naar verder wordt medegedeeld, vervallen van
deze waarden:
tot eind 1919 …………112 MilI. Dollar
vervolgens ,,
,,
1924 …………141
1929 …………293 1939 …………272
en daarna …………960
Men neemt aan, dat de hierboven medegedeelde
cijfers vrijwel met de waarheid overeenkomen. Zij
berusten toch op gegevens, verstrèkt in verband met
de nieuwe Amerikaansche inkomstenbelasting, die;
zooals men weet, zoodanig is ingericht, dat nauw-
keurig kan worden vastgesteld, welke Amerikaansche
waarden zich in vreemde handen bevinden.
ENGELSOHE VERKOOPEN VAN AMER-
KAANSOHE FONDSEN
De Fin. News verneemt van zijn New-Yorkschen
correspondent, dat de toevloed in Amerika van Ame-
rikaansche fondsen uit het Vereenigd Koninkrijk
blijft aanhouden. Elke boot voert thans een grooter
aantal fondsen aan, dan ooit gedurende den loop van
den oorlog. Hierbij moet niet uit het oog worden
verloren, dat deze zendingen geen verband houden
met de z.g. mobilisatie van Amerikaansche fondsen
in Engeland vanwege de regeering. Immers, de be-
doelde zendingen hebben betrekking op transacties,
welke hadden plaats gehad alvorens het bekende
Engelsche regeeringsplan van kracht werd.
Deze uitvoer van effecten van Engeland oefent,
evenzeer als uitvoer van goud, zijn gunstigen invloed
uit op het handhaven van de wisselpariteit.
f4
/,
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
Vergoeding van kosten voor afgifte
van uitvoerconsenten. In het laatst van
het afgeloopen jaar werd bij de Tweede Kamer in-
gediend een wetsontwerp tot heffing van vergoeding
van kosten voor de afgifte van consenten voor uit-
voer. In de vergadering der Tweede Kamer van
30 Dec. 1915 werd het bezwaar geopperd, dat het
ontwerp zou zijn in strijd niet de Grondwet. De
regeering heeft thans gemeend, zonder ovêrigens
nader op het geopperde bezwaar in te gaan, het te
moeten ondervangen door o.m. het maximum der hef-
fing in het ontwerp neer te leggen.
Voorgesteld worden de volgende maxima:
1
0
ten aanzien van goederen, hetzij 50 cent per
100 Kg., hetzij
1
/8
0
/
0
van de waarde, doch ten
minste twee gulden en vijftig cent;
2
1
. ten aanzien van levende dieren, waarbij keu-
ring vereiseht wordt:
voor pluimvee tien cent per stuk;
voor varkens, schapen en geiten één gulden per
stuk;
voor eenhoevige dieren er runderen, jonger dan
een jaar, twee gulden en vijftig cent per stuk;
voor eenhoevige dieren en runderen, ouder dan
een jaar, tien gulden per stuk.
Deze maxima zijn zoo ge8teld, dat de thans door
verschillende vereenigin gen en commissiën geheven
bedragen daarmede overeenstemmen of daar beneden
blijven.
Uitvoer en binnenlandsch verbruik.
Gelijk bekend is kunnen voor verschillende, in het
aigemeen ten uitvoer verboden artikelen, consenten
tot uitvoer worden verleend, mits een bepaalde hoe-
veelheid tegen rede]ijken prijs voor binnenlandsch
verbruik beschikbaar wordt gesteld.
Deze regeling is met name toegepast op verschil-
lende voedingsmiddelen en wordt telkenmale naar
gelang der behoefte veranderd. Zoo zijn voor de
loopende week de voor binnenlandsch verbruik be-
sehikbaar te stellen hoeveelheden versche eieren ge-
bracht van 40 op 30 stuks per 100 uitgevoerde; van
boter moet thans 65 % (vroeger 50 %) der productie
voor binnenlandsche consumptie worden gereser-
veerd en van varkensvieesch 50 % van het uit te voe-
ren gewicht voor worst en 100 % voor de overige
producten (vorige week resp. 60 en 120
Prijs vaststelling.
Aangezien de ter beschikking gestelde partijen
r a a p o 1 i e thans geheel door bemiddeling van het
Centraal Administratiekantoor voor de distributie
van levensmiddelen aan grossiers en wederverkoopers
in liet klein zijn afgeleverd, zijn door den Minister
met ingang van 19 dezer de tot dusver geldende maxi-
mumprijzen voor raapolie (groothandel
f
57.50 per
100 Kg.; kleinhandel 65 cent per liter) vervallen
verklaard; nieuwe maximumprijzen zijn niet vastge-
steld. A.
BOEKAANKONDIGING.
Grotius. Annuaire international pour l’anne
1915. La Haye, Martinus Nijhoff, 1916.
Ter bespreking wordt ons toegezonden het hier-
boven vermelde jaarhoekje, welks, zij het vertraagde,
verschijning in deze tijden gewaardeerd moet worden.
Het jaarboekje begint met een in het Engelsch
gesteld artikel van den president der Nederlandsche
Bank, Mr. G. Tisse
r
ing, over ,,t Ii e N e t h e r 1 a n d s
B a n k a n d t h e W a r”, een artikel, dat men wel-
licht niet in de eerste plaats hier zou verwachten,
doch dat stellig niet nalaten zal, de belangstelling voor
dezen jaargang te vergrooten.
Het artikel ontleent zijn beteekenis niet zoozeer
aan de bijeengebrachte gegevens, welke grootendeels
reeds werden vermeld in het op 20 Mei 11. door Mr.
Vissering uitgebrachte verslag der Bank over het
boekjaar 1914-1915. De voornaamste beteekenis
ervan is gelegen in het feit, dat de schrijver
zich ditmaal niet tot het enkele relaas der feiten
behoefde te heperkn, doch ziell op verschillende pun-ten kon begeven in eene appreciatie van het gebeurde en conclusies trekken voor de toekomst.
Het jaarboekje is bestemd om ook en misschien
voornamelijk in buitenhndsche handen te komen.
Hierom is het dubbel te waardeeren, dat de schrij-
ver in geen enkel opzicht het gebeurde hier te lande
in schooner schijn stelt dan het verdient.
Onvoorbereid trof de crisis ons. En toch, hadden
wij niet over onze grenzen het voorbeeld eener waar-
lijk niet op geheimzinnige wijze rtagestreefde ,,Finau-
zi elle Kriegsbereitschaft” voor oogen, een Kriegs-
bereitschaft, die de Reichsbank – waarnaast de
schrijver als eenige tweede de Javasche Bank stelt
– ten volle voorbereid den oorlog deed ingaan?
Wie is aansprakelijk voor dit onvoorbereid zijn? ,,Niemand in het bijzor.der”, meent Mr. Vissering.
En hij voegt eraan toe: ,,Het is nutteloos, elkaar
ons gebrek aan initiatief of aan doorzettingsvermo-
44
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Januari 191.6
en in ons streven naar meer modeine betalings-
methoden te verwijten. Allen, zooals wij deel uit-
maken onzer financieeie gemeenschap, groot en
klein, zijn wij in meerdere of mindere mate blijven
hangen aan de oude beproefde betalingsmethoden of
aan wat wij ons persoonlijk belang achtten.”
Schr. gaat vervolgens na in welk opzicht de positie
van de Ned. Bank zich in de crisis
gewijzigd
heeft.
In veel is de Bank actief opgetreden, waar zij tot
dusverre zich van ingrijpen onthield. Zoo heeft, op
verzoek der Regeering, de Bank zich belast met het
financieren der regeeringsaankoopen in het buiten-
land. ,,Directe betaling door de Ned. Bank in het
buitenland, voordien feitelijk onbekend, werd nu een
geregelde tak van bedrijf, welke afzonderlijk moest
worden georganiseerd en steeds grooter belang kreeg.
Zelfs zijn er dagen geweest, dat de Ned. Bank tot
de voornaamste koopers van vreemde valuta be-
hoorde.”
Uitvoerig worden vervolgens de oorzaken bespro-
ken, waaraan de bekende schaarschte aan zilver en
aan bankbiljetten in den eersten
tijd
moet worden
toegeschreven. Wat de bankbiljetten . aangaat, is
de tijdelijke schaarschte te wijten geweest aan een
ongelukkigen samenloop. De Bank was kort te-
voren veel strenger geworden in haar keuring van
het circuleerend papier, tengevolge waarvan belang-
rijk meer biljetten dan vroeger aan het verkeer ont-
trokken werden en vernietigd, terwijl hangende plan-
nen tot vergrobting van de capaciteit der persen,
dio de bankbiljetten leveren, nog niet tot uitvoering
waren gekomen. –
De moratoriumquaestie en de verschillende maat-
regelen tot credietverruiming worden vervolgens be-
sproken, alsmede de loop der wisselkoersen en de
vermoedelijke oorzaken hiervan, waarop wij nog naddr
hopen terug te komen.
Op de vraag, of de buitenlandsche wisselpoite-
fouille in dezen tijd al dan niet een waardevol be-
zit is gebleken, geeft Mr. Vissering thans een
volstrekt bevestigend antwoord. Wel konden niet
alle buiteniandsche wissels worden geïnd, doch ook de wissels, die in portefeuille gebleven zijn, hebben
goede diensten verricht, doordat eene door den stand
der wisselkoersen gemotiveerde afschrijving op hun-
ne waarde de mogelijkheid bood; een reserve te vor-
men, die anders door de enge bepalingen van het
bankoetrooi onmogelijk ware geweest.
Mr. Vissering wijdt vervolgens nog enkele wooi-
den aan de gevolgde discontopolitiek en eindigt het
artikel met de conclusie, die ieder, die deze tijden
met aandacht heeft gevolgd, zal onderschrij-ven, dat het systeem van één enkele centrale
credietinstelling, die in hare zelfstandigheid een
waarborg bezit, niet, alleen tegen direct ingrijpen
der regeering, doch ook tegen eiken invloed van die
zijde, opnieuw gebleken is het juiste t.e zijn. Deze zelf-
standigheid en de snelheid, waarmede de organisatie
der Bank haar veroorloofden te handelen, hebben er
bovenal toe bijgedragen, dat de Ned. Bank ook in de
moeilijkste oogenhlikken der crisis het financieele
céntrum van Holland geb]even is.
Naast het artikel van Mr. Vissering geeft het
jaarboekje ook ditmaal weder een overzicht van
gebeurtenissen op internationaal-rechteljk gebied
van den .hoogleeraar van Eysinga, en enkele mede-deehngen over Nederlandsche Jurisprudentie van de
hand van den hoogleeraar Kosters.
Het boekje bevat verder de gewone gegevens op
het gebied der internationale arbitrage en ten slotte
eene belangrijke Nederlandsche bibliographie op
internationaal gebied en betréffende dezen oorlog en
de vredesbeweging.
B.
In het verslag van den Consul-Genraal
van G r o o t – B r itt a zin i ë, te Rotterdam, over
1914 wordt een overzicht gegeven van den econo-
mischen toestand van Nederland. De consul-generaal
voorziet met name voor Rotterdam een tijdperk van
toenemenden bloei en van groeiende beteekenis, ook
voor den Engelschen handel. TTet verslag bevat voorts
de verslagen van de onder den consul-generaal res-
sorteerende consulaten en vice-con sulaten.
The Russian Fear Book for 1915,
compiled and edited by N. Peacock
(Eyre & Spottiswoode Ltd., Lon-
don, prijs 10/6, 623′.pagina’s).
De eerste vier jaargangen van dit werk, dat zich
ten doel stelt, de handelsbetrekkingen tussehen Enge-
land en Rusland te bevorderen en dan ook met
medewerking van Russische autoriteiten tot stand
komt, verschenen in de eerste helft van het jaar.
Het uitbreken van den oorlog had echter, gelijk de
samensteller in zijn voorbericht mededeelt, tengevolge,
dat vele rubrieken haar belang verloren of geheel
omgewerkt moesten worden. Voorts was opneming
van eenige nieuwe hoofdstukken wenschelijk. Zoo
kon de jaargang
1915
danj ook eerst in December
verschijnen. Weggelaten zijn de handelsverslagen, de
beschouwing over Russische literatuur en de gedetail-
leerde opgave van de Staatsbegrooting
1914115,
die
v66r den oorlog reeds gereed gemaakt was. Ingelascht
zijn beschouwingen over den toestand van Rusland
op economisch gebied gedurende de eerste zes
maanden van den krijg, over de gelegenheid voor
Engelschen om een gedeelte van den Duitschen
handel in Rusland tot zich te trekken, voorts eene
vrijwel volledige vertaling van het nieuwe tarief van
invoerrechten en een samenvatting van den toestand
der Staatsfinanciën gedurnde den oorlog.
De beschouwing over den economischen toestand
van Rusland tijdens den oorlog is wel de belang-
rijkste nieuwe rubriek. Het is onmogelijk, alle iiiteres-
sante punten’ te releveeren, en wij willen dan ook
slechts op een paar het licht laten vallen. Ten gevolge
van de beperking van den drankverkoop is de arbeids-
kracht der bevolking 20 i 50 % gestegen en naast
de vermeerdering der vrouwelijke arbeidskrachten, is
het voornamelijk daaraan te danken, dat er ondanks
den oorlog geen gebrek aan arbeiders bestaat.
Groote moeilijkheden werden ondervonden door de
staking van den steenkoolinvoer en de bezetting van
het Dombrowo-bekken door den vijand.
De Donetz-mijnen, waarop in den laatsten tijd al
meer en meer de aandacht is gevallen (men beraamde
v66r den oorlog den aanleg van een spoorweg van
daar naar Mitau), wörden dan ook veel intensiever
geëxploiteerd. De aandacht der Engelsche fabrikanten
wordt er op gevestigd, dat tot dusverre 60 % van de
landbouwwerktuigen uit Duitscbland afkomstig waren
en dat hier dus wellicht eene gelegenheid is, een
nieuw afzetgebied te veroveren; de Exgelschen zullen
echter wel .de concurrentie der Amerikanen te duchten
hebben: de National City Bank of New-York heeft
reeds een spéciaal Russisch departement opgericht.
Van de gewone rubrieken willen wij hier slechts de
aandacht vestigen op die van de verkeersmiddelen.
V66r den oorlog waren belangrijke voorstellen aan-
hangig en ten deele reeds aangenomen ter verbetering
van de verbindingen van Siberië met de Zwarte Zee
(door verlenging van den Zuid-Siberischen spoorweg
over Uralsk naar Rostow aan de Zee van Azow), met de
Witte Zee (door eene lijn van Bogolofsky naar Ar-
changel), en met de Kara-Zee (door bevaarbaar-
making van de monden der J’enisseï). Voor de
economische ontwikkeling van Aziatisch Rusland
is het te hopen, dat ondanks den krijg deze verbin-
dingen tot stand zullen komen.
De Nederlanders, die meestal zoo sterk bij Rus-
sische Staatsfondsen geïnteresseerd zijn, zouden goed
doen, van het Russian Year Book, dat zulk een schat
van statistisôhe gegevéns bevat, kennis, te nemen.
L. II. v. L.O’A.
I
17 Jan. 1916
18
,, 1916
19
,, 1916
20
,, 1916
21
,, 1916
22
,, 1916
Laagste der week
Hoogste ,,
to
15 Jan. 1916
8
,,
1916
Muntpariteit .
10.67
41.40
38.20
10.70
42.-
38.40
10.77
42.05
38.70 10.80 42.12
1
/
38.60
10.78’/2
41.87’/2
38.60
10.80
41.75 38.52
1
/2
10.62
41.20-
38.05
10.80
42.80 38.95 10.74 42.10
38.60
10.56
41.40 37.70
12.10/s
59.26
48.-
26 Januari 1916
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
45
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
I.
BANKDISCONTO’S.
22
Januari 1916.
20 Juli 1914.
N d (Disc. Wissels.
e
4
‘1
sedert
1Juli’15
3
‘Is
sedert23 Mrt.
1
14
Bel. Binn. Eff.
Dan
4’/2
,,
1
,,
’15
4
,,
23
,,
’14
IVrsch.inR.C.
5
1
12
,,
19Aug.’14
’14
5
,,
23
,,
Bank of England
. .
5
,,
8
,,
’14
3
,,
29 Jan. ’14
Deutsche Reichsbk..
5
,,
23Dec. ’14
4
,,
5
Febr.’14
Banque de France..
5
,,
20Aug.’14
3
1
/s
,,
2
9Jan.
’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
12Apr.’15
4
,,
12 Mrt.’14
Russische Staatsbk.
.
6
,,
29 Juli ’14
5
,,
1Apr. ’14
Nat. Bank v. Denem.
5
,,
10
,,
’15
5
,,
6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
S’Iz
,,
5Jan.’15
4’/2
,,
6,,
’14
Zwitsersche Nat. Bk.
4
1
/
,,
2
,,
’15
3’/
,,
19
,,
’14
Bank van Italië …
5
1
I2
,.
10Nov.’14
5
,,
9 Mei ’14
FederalRes.Bk.N.Y.
3-5 ,,
4 Febr.’15
–
Javasche Bank ….
3
1
/2
,,
1Aug.’09
3
1
/5
,,
1 Aug.’09
II.
OPEN MARKT.
Amsterdam
Londen
Berlijn
Parijs
N. York
Data
Part.
Port.
P.
Call.
Part.
Prolon.
disconto
gotie disconto disconto
disc.
Ilonoy
22Jan.’16 1
f-2
2
5
8
/1
6
4 /2
– 18/
4
.2
17-22 ,, ’16
181
4
.2
212
5
‘is
–
/io 4 ‘/8’/2 –
10-15 ,, ’16
1
8
/4.2
8
/4
1 !4-2
1
/o
5116
4 /8
–
18/
4
_2
3-8
,, ’16
3_8/
2’14-3/4
58/
4
‘!8
1 /4-2 ‘/2
18-23Jan’lS
–
– 1/’2’/8
–
–
19-24 ,, ’14 4 l/..8/4
3 ‘h-4
12
1
1:
.3
,/4
2 /a-3
3 ‘h 2-/4
20-24Juli’14 3
1
/8.
8
/16 2
1
1
4
.81
4
2h/
4
_8/
4
2
‘/B
–
‘/
s 2/o 1/4-2’/2
WISSELKOERSEN.
I. KOERSEN IN NEDERLAND..
Voor Londen, Berlijn en Parijs worden voorloopig ook de
dagelijksche noteeringen te Amsterdam opgegeven. De dage-
lii ksche koersen op New York en de laagste en hoogste d r
week zijn aan particuliere opgaven ontleend.
Data
1
Londen
1
Berhin
I
Parijs
I
New.York
2.22/4
2.27
2.25
‘Is
2.23
2.488/
4
Data
1 Zwitser.
l’Vee,,e,,
Kopen- 1 Stock. 1 Batavia
land
hagen
1
l,ol,n
1
telegrafisch
22 Jan.
1915
43.67
1
/2
28.25
61′.37’/2
62.05
98-
1
12
Laagste d.
w.
43.20
27.85 60.70
61.10
–
Hoogste
44.-
28.80 61.80 62.40
-.
15
Jan.
1916
43.50 28.85 61.50 62.50
98-/2
8 Jan.
1918
43.10 27.80
61.-
61.75
98-/2
Muntpariteit
48.-
50.41 68.87
86.67
100
OVERZICHT.
Bijzondere kenmerken waren er deze week voor geen en-
kelen wissel.
Flauwe en vaste stemmingen wisselden elkaar eiken dag
herhaaldelijk af. In het algemeen zijn de koersen op Londen,
Parijs en New-York iets gestegen en is de koers op Berlijn
ondanks de groote schommelingen tamelijk onveranderd ge-bleven. De sterkste wisselingen hadden plaats op Woensdag,
toen het verschil tusschen hoogsten en laagsten koers van den
zelfden dag voor Londen, Parijs en New-York ca. 1 ‘/2 /o en
voor Berlijn ca. 3
Io
bedroeg.
Ook in de koersen op de overige hier verhandelde landen
hadden geen ingrijpende veranderingen plaats.
II. KOERSEN TE NEW YORK.
*
1
Cable
1
Zicht
Zic/,t
1
Zicht
1
Londen
1
Parijs
1
Berlijn
1
Amsterd.
Data
1
in
,
1
(in frs. t (in ce,,ts
1
(in cents
per £)
P. )
p.Rno.4)
1
per gid.)
22 Jan.
1916….
4.76.85 5.86
741/4
44
Laagste d. week..
4.76.75 5.85
748/4
44
Hoogste
,,,,..
4.77.-
5.86
76
1
/a
44
1
/2
15
Jan.
1916….
4.76.25
5.84
1
/4
76
1
14
43/.
8
,,
1916.. ..
4.76.15
5.831/
738/4
45
Muntpariteit
.. ..
4.86.67
5.18
1
14
95
40/in
III. KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP
LONDEN.
Week
Plaatse,, en
Noteerings- 8 Jan. 15 Jan. 17-22 Januari 22Jan.
Landen
I
eenheden
1
1916
1
1916
1
1
1916
1
1
ILaagstelHoog.ste
Lires p.
£
31.55
32.30
31.45 32.35 31.45
Madrid
..
..
Peset.
p. £
25.05
25.05
25.05
25.07’/
25.05
Lissabon
. . ..
d.p.escudo
34
33’/8
34
34/8
34
Petrograd
..
R. p..0 10
162
161
1
12
161
1
I2
1.63
16))/2
Alexandrië
. .
Piast.
p. £
971/25
978/g
97/8
072/
8
97Is
Calcutta
.. . .
shld.p.rup.
114
1
/t
6
1/4’/io
1/4’Itn
114
1
/s
114
1
/8
Singapore . . .
id.
p. $
2/4
2
/82
2/41ss
2/4
1
/s
2/4/2
2/4188
Italië
…….
Yokohama.
..
id.
p.
yen
2/1
1
l2
2/1/8
211/io
211I8
2/1/,o
Hongkong
. .
id.
p. $
1/11′,
1/111/4
1/11-
1/11
1/4
1/11
1/4
Shanghai
….
id. p. tael
2/6/8
2/7
‘/
2/7
‘Is
2/7
‘/
2/7
’18
Montreal
. . ..
$
per
£
4.77
4.78
4.77
4.78
4.78
B. Aires
00 d.
d.p.gd.pes.
49’/s
49 49 49 49
Valparaiso
,,
d.
p.
pap.p.
8
I7/
8/ie
55/g
8
8
/8
8
‘/o
Montevideo,,
d.
p.
peso
54
532/
8
535/s
53/
532/8
R. d.Janeiro,,
d.p. milreis
11
81
/:s
ll)’/ss
11
11
/22
111
1
‘
/3
2
11 /s
GOUD EN ZILVER.
GOUDBEWEGING BIJ DE BANK OF ENGLAND.
Week van 13-19 Januari 1916.
(In duizenden p.st.)
Uit.
Continent
…………
350
Koloniën
…………
360
U.
S.
A…………..
100
Overige
landen
……
25
Baren en
diversen
….
–
Per saldo ingevloçid
.
–
835 835
ZILVER.
De opening der afgeloopen week was
V4
d. onder het vorig
slot als gevolg van het feit, dat Indische bazaars aankoopen
in China hadden gedaan en dientengevolge minder behoefte
zouden hebben aan zilver, dat in Engeland op scheepsgelegen-
heid wachtte. In den ioop der week verbeterden de prijzen
gestadig, te Londen stegen zij van 26
1
!4 tot 27
3
/,o, ta New
York van 56/o tot
57l/4
De geringe Amerikaansche verkoopen,
de muntbehoeften en de verminderdé voorraad in Londen
worden als de voornaamste oorzaken der willige stemming beschouwd. De firma Samuel Montagu & Co schat in haar
laatste weekbericht den Londenschen voorraad op slechts
5’/2 millioen ons fijn, terwijl zoowel de muntreserve als de
voorraad in Bombay de laatste weken aanzienlijk zouden zijn
verminderd.
Noteering te Londen.
te New York.
22 Jan. 1918 ……..27°/,
57
1
/
15
,,
1918 ……..27
56/8
23 Jan. 1915 ………22″/
48/4
24 Jan. 1914 ……..26
8
/to
57I8
20 Juli 1914 …….. 24
12
1,6
54’/8
1,,.
2.22 ‘!l
Baren
……………
651
2.24
Sovereigns
175
2.25
Per saldo uitgevloeid..
0
2.26 2.26 2.26
‘1
22 Jan. 1916 79.102
53.500
83.709 327.279
72
15
1916 80.586
53.500
83.476 321.104
71
8 ,,
1916 79.853
51.500
87.065 316.273
70
31 Dec. 1915 76.348
47.500
93.570 312.746
71
24
1915 76.398
48.500
90.971 309.505
70
18′
1915 73.025
45.500
89.995 305.293
70
11 ,,
1915 74.932
46.500
89.189 302.120
69
4 ,,
1915 73.212
43.500
90.661 298.489
; 69
27 Nv. 1915 71.763 ‘ 39.560
91.229 294.542
69
20 ,, . 1915 73.161
38.560
90.976 294.341
69
13 ,,
1915 74.737
39.560
91.827 291.874
69
6 ,,
1915 77.955
41.560
97.834 284.771
69
30 Oct. 1915 77.944
5.560
97.469 284.506
69
23 Jan. 1915 146.583
73.000 131.307 135.995
46 –
24 Jan. 1914 67.322
6.000
77.782 ,34.849
1
)
51
25 Juli 1914 67.947
14.300
61.686
43.5211)
54
1)
Op de basis van ‘/, metaaldekking.
–
JAVASCHE BANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden Guldens.)
•
*
Data
.
Goud
Zilver
B
k
biikt
Andere
32.485
140.747
31.128
–
32.760 141.685
29.585,-..
11
Dec. 1915 …….43.720
32.735
140.798
29.532
.
32.498
143.407
27.516
4
,,
1915 …….44.035
27
Nov.1915 …….44.058
.20
,,
1915 …….45.036
25.177
136.308
24.194
’12
Dec. 1914 …….39.168
27.014 111.508
12.121
13
Dec. 1913 …….27.874
25
Juli
1914 …… .22.057
31.907
.
110.172 12.634
46
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERiCHTEN
26 Januâri 1916
NEDERLANDSCHE BANK.
VERKORTE BALANS
OP 22 JANUARI 1916.
Activa.
–
Binnenl. Wis- (H.-bk.
f
57.130.048,24
1
!2
sels, Prom.,
B.-bk.
,,
398.819,31
enz., in disc.
Ag.sch.,, 21.572,778,39’/2
f
79.101.645,95
Papier o. h. Buiteni. in
disconto.
……………………..
..-
Idem
eigen
portef… f
4.256.984,-.
Af:Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
Beleeningen
(‘H.-bk.
f
25.492.381,96
,,
4.256.984
–
nc.rsch.
B.-bk.
,,
5.659.474,68
op oniei:
t
Ag.sch.,, 52.557.583,77/2
/
83.709.440,41
1
/
Op Effecten ………
f
75.837.890,41
1
!2
Op Goederen en Spec. ,,
7.87 1.550,-
83.709.440,41
1
i,
Voorschotten •a. h. Rijk …………….
13.575.253,30V2
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
70.447.900,-
Muntmat.
Goud. ..
,,378.305.432,63
‘Ii
–
f448.753.332,63′!,
Munt, Zilver, enz…
6.123.385,72
Muntmat. Zilver …..
•
,, 454.876.718,35
1/
Effecten
Bel. van hetRes.fonds
f
4.967.813,94
id. van ‘/, v. h. kapit.,,
3.888.998,50 8.856.812,44
Geb. en Meub. der Bank ……………
.
1.600.000,-
.
Diverse rekeningen …………………
,,
22.755.981,99
f
668732.836,45
1
/2
Passiva.
–
Kapitaal
………………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds
………….. .
……….
,,
5.000.000,-
Bankbiljettenin omloop
…………..
,, 573.086.430,-
Bankassignatiën in omloop
…………
,,
1.932.201,87
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……
f
–
Van anderen ……
59.999.288,24 59.999.288,24
Diverse
rekeningen
……………….
,,8.714.916,34
1
/2
f
668.732.836,45
1
!2
Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
327.279.104,59
1/
Op
de basis van ‘Is metaaldekking..
.. ,, 200.275.520,57
1
!2
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.. ,, 1.636.395.522,97
1/
Bij vezgelijking niet den vorigen weekstaat blijken de volgende
verschillen:
–
Meer
Minder
Disconto’s
1.484.163,18
Buitenlanlsche wissels
….
61.618,-
Beleeningen … . ……….
233.473,01
1/
Goud
………………
6.958.843,88
Zilver
………………
346.329,47
1
12
Bankbiljetten
4.860.690,-
Rekening-Courant saldo’s
11.800.182,30’/s
N.B. Uit de bekendmaking van den Minister van Financiën
blijkt,dat uitstondén op:
15Jan.
1916.
1
22 Jan.
1916
Aan schatkistpromessen ..
/107.080.000,-
f110.080.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
53.500.000,-
,, 53.500.000,-
Aan schatkistbiljetten.. ..
‘44.026.000,- 44.026.000,-
Aan zilverbons
………
,,
4.889.282,50
4.800.877,50
OVERZÏCHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden Guldens.)
Dato
Goud
Zilver
B
k
–
bil
je
en
Andere
opeischbare
schulden
22
Jan.
1916 ……
448.753
6.123
573.086
61.931
441.794
5.777
577.947
51.457
8
,,
1916 ……
..
436.635
5.861
578.410
49.832
31
Dec.
1915 ……
429.182
6.195
577.056
33.240
15
,,
1916 ……..
427.862
6.364
558.491
62.280
..
421.701 6.379
562.055 49.075
420.711
4.017
565.239 45.004
4
,,
1915 …….
417.072
3.494
588.786 38.866
27
Nov.
1915 …….
411.498
3.777
565.479 35.462
20
1915 …….
411.362
3.363
562.075 37.142
24
1915 …….
13
1915 …….
407.607
2.973
565.997 24.873
18
1915…….
11
,,
1915 …….
400.135
2.478
568.786
17.784
30
Oct.
1915 ……
399.824′
2.522
569.850
16.750
6
,,
1915 …….
.
238.111
1.820
481.061′
37.388
23
Jan.
1915 …….
150.244 10.190
308.777 4.936
24
Jan.
1914 …….
25
Juli
1914 …….
162.114 8.228
310.437
6.198
Disconto’s
Besch,k- Dek-
Hiervan
Dato
Belee.
baar
.
kings-
T t
0
00
Schatkist.
ninge,l
Metaal-
percen-
pronessen
saldo
tage
Dat,:,
Dis-
conto’s
t
buiten’
1
N..Ind.
Ibetcalbaarl
en
ee
Diverse
reke
ningen’)
baar
metaal-
I
saldo
kings-
percen-
tage
11 Dec.1915
5.949
19.610
48.520
25.395 41.830
‘
44
4
,,
1915
5.912
17.992
49.294 24.910 42.541
45
27 Nov.1915
5.938
18.169
49.382 23.691 42.727
.
45
20
,,
1915
6.210
18.797
49.216 22.762
43.340
45
12 Dec. 1914
4.988 8.913 36.351
20.516 32.244
40
13Dec.1913
5.598
11.051
48.3421
1.889
6.90 991
44
25Juli 1914
7.259 6.395
47.934
2.228
4.842
5
)
44
1)
Sluitpost der activa.
–
5)
Op de basis van
‘Is
metaaldekking.
26 Januari 1916
ECONOM ISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
47
SURINAAMSCHE BANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden guldens.)
Dato
Metaal
Circijilatie
Andere 1
opeisclib.
schulden
Disconto’s
iv. reke-
ningen
)
4 Dec.1915
781
960
1.037
887
1.025
27 Nov.1915
744 854
1.072
880
982
20
,,
1915..
722 888
1.089
880
1.042
910
1.040
872
1.046
13
,,
1915 ……717
5 Dec. 1914….
1.207
982
1.012 758
308
6
,,
1913….
619
1.106 393 736
393
25 Juli
1914….
645 1.100
560
735
396
‘) Iuitpost oer activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
1. BANK OF ENGLAND.
WEEKSTAAT VAN 19 JANUARI 1916.
ISSUE DEPARTMENT.
Notes issued..
£
69.385.725
Governm. debtE
11.015.100
Othersecurities
7.434.900
Gold coin and
bullion
.. ..
50.935.725
£
69.385.725
£
69.385.725
BANKING DEPARTMENT.
Capital ……£
14.553.000
Government
Rest
……..,,
3.447.262
securities
..
£
32.838.661
Public deposits
59.474.227
Othersecurities ,,
109.724.797
Other
deposits ,,
100.782.235
Notes ………
35.476.070
Seven-day and
–
Gold and silver
other buis..
,,
15.132 coin
……..
232.328
£ 178.271.856 1
£ 178.271.856
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens de cijfers der door de
Regeering uitgegeven currency notes van 1 £ en 10 sh. met
het bedrag der gouddekking en der tot dekking aangewezen
Government securities. De publicatie dezer cijfers geschiedt
sedert 26 Augustus 1914.
(In duizenden
D.
st.)
Currency Notes.
Data
Metaal Cirçulatie Bedag
1
Goudd.
1
Gov. Sec.
19 Jan. 1916
51.168
33.910
99.641
28.500
84.577
12
1916
51.302
34.338 100.808
28.500
64.577
5
,
1916
51.103
35.194 103.040
28.500
64.621
29 Dec. 1915 51.476
35.300 103.125 28.500 54.621
20 Jan. 1915 69.920
34.767
36.027 21.500
13.924
21 Jan. 1914 41.929
28.253
22 Juli 1914 40.164
29.317
Data
Gov.
Sec
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
serve
Verh.
Reserve
tot
de
j
!’.
19 Jan.
1916
32.839
109.725
59.474
100.782
35.708
22’/d
12
1916
32.839
107.361
33.553
104.076
35.413
22’/
5
1916
32.840
114.748
58.157
105.836 34.358
21
29 Dec. 1915
32.840
112.076 49.677
111.973
34.617
21/
20 Jan.
1915
18.068 110.265
37.588
126.285
53.603
32/g
21 Jan.
1914
11.199
30.661
10.174
45.752 32.126
575/
8
22 Juli
1914
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52/
II. DÉUTSCHE REICHSBANK.
STAAT VAN 22 JANUARI 1916.
De biljetten zijn sedert den oorlog niet inwisselbaar.
Metallbestand ……………………
Mk
2.492.332.000
davon Goldbestand
…………….
2.451.982.000
Reichskassenscheine
1
)
884.646.000
Noten anderer Banken
……………….
14.821.000
Wechsel
………………………..
,
5.449.160.000
Lombardforderungen ……………….
,
13.736.000
Effekten ………………………..
..61.619.000
Sonstige Aktiva
……………………
244.605.000
Grundkapital ……………………
180.000.000
Reservefonds
……………………
80.550.000
Notenumlauf
……………………..
6.274.095.000
Sonstige taglich fâllige Verbindlichkeiten
2.143.268.000
Sonstige Passiva ……………………
,
263.006.000
1)
IncI. Darlehenskassenscheine.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens het cijfer der uitgegeven Dariehenskassenscheine. De Scheine, welke niet in kas zijn bij de Reichsbank, circuleeren grootendeels onder het publiek. De
Darlehenskassen zijn ingesteld op 11 Augustus 1914.
(In duizenden Mark)
Data
Metaal
_______________
Daarvan
Goud
Kassen-
scheine
Circu-
latie
Dek. kings.
percen-
tage
1)
22 Jan. 1916
2.492.332 2.451.982 664.646
6.274.095
50
15
,,
1916
2.488.360 2.450.226 661.726 6.380.774
49
7
1916
2.482.752
2.447.735
920.764
6.613.345
51
31 Dec. 1915
2.477.258
2.445.185
1.287.865
6.917.922
54
23 Jan. 1915
2.196.742
2.145.050
323.943 4.483.688
56
23 Jan.1914
1.601.177
1.286.467
71.411
1.925.066
87
23 Juli 1914
1.691.398 1.356.857 65.479 1.890.895
93
.1
iieing ucr circujarie uoor metaai en Kassenscnelne.
Data
Wisscls
Rek. Crt.
Darlehenskassen.
schcine
Totaal
In kas bij
uitge-
de Reichs-
I
__________________
geven bank
22 Jan.
1916..
5.449.160 2.143.268
* * *
*
*
15
,,
1916..
5.360.661
1.836.779
1.706.000 621.000
7
,,
1916..
5.388.831 1.882.014 1.974.000 884.000
31 Dec.
1915..
5.803.314 2.359.012 2.348.000
1.255.000
23 Jan.
1915..
3.720.092
1.624.588 784.000 316.000
23 Jan.
1914..
809.745 860.259
23
Juli
1914..
750.892
……………….
943.964……………….
III. BANQUE DE FRANCE.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Van 30 Juli 1914 tot 28 Januari 1915 is geen weekstaât
openbaar gemaakt. De met * geteekende posten komen sedert
deze periode in den weekstaat voor. De bankbiljetten zijn sedert
den oorlog niet inwisselbaar.
(In duizenden francs.)
* Te goed
* Uitge-
Data
Goud
Zilver in het bui. Wissels
stelde
tenland
wissels
20 Jan. 1916 5.006.213 353.341
400.627 1.803.959
13 ,,
1916 4.997.739 352.147 1.063.289 393.784 1.818.513
6 ,,
1916 4.988.640 351.819 1.094.281 440.545 1.825.923 30 Dec. 1915 5.015.287 352.088 1.056.799 429.200 1.804.200
21 Jan. 1915……………………………..
22 Jan. 1914 3.520.810 643.740 ……..1.554.190
–
23 Juli 1914 4.104.390 639.620 ……..1.541.080
–
Data
–
Beleening
1* Buitgew.
1
voorsch.
a/d. Staat
Bank-
biljetten
Rek. Crt. Particu-
heren
1
Rek. Crt-
Staat
20 Jan. 1916
1.128.411
5.300.000 13.756.036
2.048.788 25.800
13
,,
1916
1.142.208
5.300.000
13.634.720
2.055.132
121.259
6
,,
1916
1.147.020
5.100.000
13.518.636
2.167.107
64.217
30 Dec. 1915
1.151.916
5.600.000
12.309.850
2.113.833
173.896
21 Jan. 1915
22 Jan. 19141
777.350
–
5.871.300
538.090 215.840
2
3Juli 19141
769.400
.-
5.911.910
942.570 400.590
IV. SOCITÉ GÉNRALE DE BELGIQUE.
Van de Nationale Bank van België, die haar goudvoorraad
naar Londen heeft overgebracht, zijn sedert 6 Augustus 1914
geen weekstaten openbaar gemaakt.
De Société Générale is einde 1914 met de functie van
circulatiebank belast.
De bankbiljetten zijn niet inwisselbaar.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden francs.)
–
Metaal
Deleen.
Beleen.
1
Binn.
1
Rek.
Data
mcl.
van
van
1
wissels
Circu.
t
buitenl.
buitenl.
prom. d.
en
latie.
saldi.
saldi
vorder.
provinc.
beleen.
–
13 Jan. 1916
176.999
46.328 480.000 60.948
603.954
158.251
6
,,
1916
175.162 45.641
480.000
59.753 610.763 151.310
30
–
Dec. 1915
175.500
45.558 480.000
58.839 609.449 151.100
23
,,
1915
174.691
45.235 480.000
57.600 607.179
150.725
1
48
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Januari 1916
V. VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
U. S. FEDERAL RESERVE BANKS.
In werking getreden op 16 November 1914.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden dollars.)
Data
Goud
Zijve,
Wissels
Deposito’s
c
itic
Dekkings.
Pe
17Dec.’15
334.887
26.978
52.696 412.879
14.461
83
10
,,
’15
321.162
28.441 52.677
405.249
14.686
80
3
’15 325.181 32.681 51.356
407.966
13.969
81
26 Nov.’15
321.068 37.212
48.973
412.952
13.385
78
18Dec.’14
233.279
25.008 9.043
248.084
3.856
93
1)
Gouddekking van deposito’s en circulatie na aftrek van
de posten tusschen de banken onderling.
NEW YORK ASSOCIATED BANKS AND TRLJST
COMPANIES.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(Gemiddelden in duizenden dollars.)
Reserve.
Bciccni,ig,n
Data
Eigen
Bij Fed.
Elders
en
dicon to’s
Bezit
1
Ren. Bank Igedcpc’neerd
22 Jan.
1916
:.
521.470
174.350
56.270
3.271.830
15
,,
1916
..
512.810
168.650
55.640
3.271.060
8
1916
..
489.910
167.220
54.500 3.254.190
31
Dec. 1915
. .
485.500
165.050
61.560
3.246.360
23 Jan.
1915
. .
355.440
111.530
31.830
2.209.500
24 Jan.
1914
. .
465.0501)
–
‘)
1.942.670
25
Juli
1914
. .
467.8801)
–
‘)
2.057.570
Deposita’s
Data
Circalatie
Dadelijk
1
Op
Reso,
Surpl
v
u
e
s
opn’raagbaar 1 term,jn
22 Jan. 1916..
34.750 13.358.590 159.780
172.960
15
,,
1916..
35.050
13.345.950
156.800 160.240
8
,,
1916..
5.280
3.311.220
156.480 140.350
31
Dec. 1915..
’30
13.296.710 149.780
143.600
23 Jan. 1915..
42.800
2.087.890
88 670
138.290
24 Jan. 1914..
44.260
1.854.310′)
1)
42.970
25 Juli 1914..
41.730
1.958.320′)
. ‘)
26.170
1)
Op deze data werden reserve en deposito’s beide ongesplitst
opgegeven.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 22 Januari 1916.
De overstroomingen in Noord Holland hebben ook ter beurze
diepen indruk gemaakt. Onze groote banken weten namelijk
mede te praten van de buitengewone winsten, door de boeren
behaald, dank zij de hooge prijzen, die hun producten in het
binnenland konden bedingen en de nog hoogere bedragen, die daarvoor in het buitenland werden betaald. Thans is een groot
gedeelte van den verworven rijkdom in letterlijken zin weg-gespoeld, een betreurenswaardig feit, waarvan ook de bank-
en de beurswereld direct en indirect de gevolgen zal onderjinden.
De lustelooze houding, die onze
Nede,landsche
staatsfondsen,
inzonderheid Integralen, die van 5808 tot
5618
0/
terugliepen,
in de afgeloopen week hebben getoond, kan echter moeilijk met deze droevige gebeurtenis in verband worden gebracht.
Veeleer was het hier de mogelijkheid op het doorvoeren, binnen afzienbaren tijd, van een nieuwe staatsleening ter
consolidatie van de geleidelijk ontstane belangrijke vlortende
schuld, die haar schaduw vooruitwierp. Want, de stand van
den geldkoers kan onze markt van Staatsfondsen moeilijk on-
gunstig beïnvloeden, daar die uiterst laag blijft (Prolongatie
sluit 2
0/o)
in weerwil van de belangrijke geldeischen, die
onze kapitaalmarkt worden gesteld door de stortingen, die op
de in den jongsten tijd geplaatste leeningen bewerkstelligd
moeten worlen. Intusschen wordt van deze ruimte op de
geidmarkt partij getrokken voor het aankondigen van nieuwe
emissiën, waarvan, wat de afgeloopen week betreft, tot
de voornaamste behoort de uitgifte van
f
5.000.000 aan-
deelen door de
A’ederlandsche 1
–
lande/maatschappij
tôt den
koers van 138
0
/0.
De aandeelen noteerden op het bericht van
deze uitgifte (ex-claim) iets lager, terwijl de claim zelf, op
f7.-
ingezet later tot
f
5.50 afbrokkelde. Naar aanleiding
van deze belangrijke emissie reproduceeren wij hieronder de
hoogste en laagste koersen van de rescontre-aandeelen en
daarnaast het in die jaren uitgekeerde dividend.
1910
1911
1912
173 /4190/4 (9)
179-189 Vs (9)
170 ‘/3-186
‘/2
(9 Vs)
1913
1914
1915
than 158-180l (9V3) 152 Vz-165 (9
‘/2)
143 /2-166
1/4
(8) 154
’14-ex-cl.
Voor
buitenla.ndsc/,e Staatsfondsen
was de stemming weder-om ongeanimeerd, hoewel
Rusoen
na de noodige fluctuatiën
de week over het algmeen op hooger koerspeil verlaten. Zoo stegen obligatiën Kursk Charkow Azow (doch dit is een uit-
zondering) van 56 tot 573/4
0
/o. Van
Zuid-Ainerikaansche
fondsen
werden
Argentijnen
en
Brazilianen
(van deze laatsten
vooral de Funding leening, die 80-84 gold) lager verhandeld,
terwijl de obligatiën Sao Paulo daarentegen circa 3
lo
hooger
werden afgedaan. De echter over het algemeen flauwe stem-ming voor deze fondsen moet toegeschreven worden aan ge-
brek aan scheepsgelegenheid, die een onvoldoenden uitvoer van
producten tengevolge heeft, waardoor vooral de Braziliaansche
wisselkoers zich den laatsten tijd weer in neerwaartsche
richting heeft bewogen.
In de
locale
markt trok de reactie in de
scheepvaartaan-
deelen,
die zich evenwel niet tot alle fondsen uitstrekte,
(aandeelen Koninklijke Paketvaart stegen van 144 tot 163
0/s;
slot 159; Stoomvaartmaatschappij Oostzee van 310/8 tot
337
1
/2
0
/s) de aandacht. De daling werd ingeluid door de
aandeelen van de
[lol/and Anzerika Lijn,
die van 386’12
0
/0
tot 364
0/
terugliepen op de aankondiging, dat de maat-
schappij het voornemen heeft 50 s/o dividend uit te keeren
tegen 17
0
/o verleden jaar en tegen een gemiddelde van 14
0
/s
over de laatste vijf jaren. Andermaal blijkt, dat de markt
zich weer blind heeft gestaard op de buitengewone winsten
in het oorlogsjaar behaald, verwachtende dat deze haar geheel
en al in den vorm van dividend in den schoot zouden vallen.
Het is echter een gezonde en zeer te verdedigen financieele
politiek, dat de schepvaartmaatschappijen een groot deel van
haar buitengewone
tijdelijke
winsten reserveeren om des te
krachtiger de toekomst tegemoet te kunnen gaan. Alleën toch
door een uiterst krachtig financieele positie zullen onze scheep-
vaartmaatschappijen ook nâ den oorlog met succes deel kunnen
nemen aan den dan te verwachten concurrentiestrijd op de
wereldzeeën; een andere politiek zou gelijk staan met het
slachten van de kip, die gouden eieren legt. Intusschen valt
niet te verwachten, dat de reactie, die thans in enkele scheep-
vaartaandeelen plaats gevonden heeft, grooten omvang zal
aannemen, daar steeds meer het gebrek aan scheepsgelegenheid
gevoeld wordt, zoodat men in Engeland reeds maatregelen
overweegt om de regeering te doen ingrijpen in het particuliere
scheepvaartbedrijf. De tarieven bewegen zich dan ook steeds
in opwaartsche richting, waarbij men echter in het oog dient te houden, dat thans op alle werven in de wereld een koorts-
achtige bedrijvigheid heerscht door den steeds wassenden
orderstroom voor den bouw van nieuwe schepen, welker vol-
tooiing naar verloop van tijd allicht de hooge vrachten van
thans in ongunstigen zin kan beïnvloeden.
Hieronder vindt men een staatje van de koersfluctuatiën in
eenige voorname scheepvaartpapieren sedert den aanvang
des jaars.
31 Dec. 8 Jan. 15 Jan. 23 Jan.
Holland Amerika Lijn . .
357
1
/2
382
39002
364
Java China Japan Lijn..
125
131’/4
134/
134/
Kon. Ned. Stoomb. Mij..
187’/2
196’/2
196
189/
Ned. Scheepv. Unie .. . .
145/8
149
154
157
Rotterdamsche Lloyd . . . .
156
168
173/4
167
Stoomv. Mij. Nederland
153
159 – 165/4
164’/2
Stoomv. Mij. Oostzee . –
251
330
323
337’/2
In de
Mijnbouwafdeeling
verdient alleen een daling van
27
0
/0
in aandeelen Bolong Mongondou de aandacht.
Tabaks fondsen
echter trokken, na een lang tijdperk van ver-
waarloozing, in sterker mate belangstelling, dank zij de be-
vredigende prijzen bij de te Rotterdam gehouden inschrijving
besteed en de gunstige berichten nopens de kwaliteit van den
nieuwen oogst. Ook het dividend van’ de
liesoeki,
die 181/
4
01
kan uitkeeren tegen niets het vorig jaar, maakte een gunstigen
indruk. In hoofdzaak kwam echter de stijging (niet geheel
gehandhaafd), die uit onderstaand staatje blijkt, de
Delisoorten
ten goede.
26 Januari 1916
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
49
14/1 18/1
20/1 22/1
Amsterd.
Deli …….
222’/t
235
1
/t
241’1″
236
1
/2
Amsterd. Langkat
.
1908/
4
200
223’/2
215
1
/2
Besoeki
…………
129 1358/
4
136
136
Dcli
Batavia …….
337 382 372 363
Deli
Cultuur …….
119
8
/4
125
129
127
Dcli Maatschappij
. .
443 ‘/
471
l/t
4701/
471
Medan
…………
133’/s
148’/3
150
149
Rotterdam Dcli…..
150’/4
179
185’I
182/
Senembah ……….
446
470
4737/
s
470
In de
Petro leumaNeeling
ging weinig om. Rumeensche
soorten, met name Geconsolideerde en Orions sluiten iets zwakker,
daar de producten in Rumenië nog steeds met groote uitvoer-
moeilijkheden, waar ook het prijspeil onder lijdt, te kampen
hebben. De Perlak-soorten, inzonderheid Zuid-Perlak, werden
echter hooger gezocht. Russian Petroleums daalden, wat de 6
0/
debentures betreft, van 48 tot 46
0
/s, in verband met het voor-
genomen verdere uitstel van rentebetaling.
De koersbewegingen in Rubberfondsen
waren in de afgeloopen
week niet zeer belangrijk met uitzondering van Serbadjadi’s,
Zuid Preanger’s en Preanger Rubber, die vrij aanmerkelijk
hooger sluiten.
De
Cultuurmarkt had een verlaten aanzien. Een rijzing van
68/
4
0/
in aandeelen
Preanger Regentschappen
verdient evenwel
vermelding.
De belangstelling voor
Amerikaansche
soorten was betrekkelijk
gering en concentreerde zich in hoofdzaak wederom op
Marine-
soorten,
die in verband met een mededeeling, dat het reorga-
nisatieplan voor de zooveelste maal ten gunste van aandeelhouders
gewijzigd zou worden, ‘doch vooral op het bericht, dat deze
onderneming in 1915 $ 40 millioen netto verdiend zou hebben,
tegen 37
1
/ millioen in de jaren 1909-13 tezamen, belang-
rijk hooger werden gezocht. Preferente aandeelen golden:
748/_770/
0/0.
Bij dit winstcijfer dient men in het oog te houden, dat een
belangrijk deel hiervan verloren zal gaan door de oorlogswinst-
belasting waaraan de resultaten van het Engelsche gedeelte
der ,,Marine”-vloot onderhevig zijn. Voor andere
Wall Street fondsen was de stemming in de
afgeloopen week veel minder vast, voor sommige waarden
bepaald zwak, daar ter beurze van New York de vrees, dat
de Steel Corporation andermaal het dividend op de gewone
aandeelen zal passeeren, een onaangenamen indruk maakte. Bovendien viel het tegen, dat de Bethlehem Steel een kwar-
taalsdividend van slechts 7
1
/2 0/
op de gewone aandeelen
aangekondigd heeft. Ook hier heeft men met te hoog gespannen
verwachtingen te doen, die geen rekening hielden met de
belangrijke uitbreidingen, die uit de winst betaald moeten
worden en met de reserves, die met het oog op de komende
tijden gevormd dienen te worden. Ziehier eenige koersvariaties
Central Leather: 56’/4-54-56
U. S. Steel: 78/s-77’I2-78
1
14
N. Y. Ontario: 29_27
5
/4_28
1
/4
Union Pacific: 130/8-128-128/
4
De verbetering, die ten slotte is ingetreden, houdt verband
met gunstigere berichten uit Mexico, een nieuwe stijging van
den koperprijs, toenemende ontvangsten der Spoorwegen en
een voortdurend verbeterende handelsbalans, •waarvan onder-
staand staatje (aan de ,,Kölnische” ontleend) een interessant
beeld geeft:
INVOER.
1915
………………
$1.774.943.575
1914
………………
1.789.022.426
1913
………………
1.792.596.480
UITVOER.
1915
………………
$
3.498.268.272
1914
………………
2.114.257.539
1913
………………
2.484.018.292
Te
Londen
had de beursstemming aanvankelijk te lijden
door de verwachting, dat binnenkort de uitgifte van een nieuwe
groote oorlogsleening plaats zou hebben, daar de verkoop van
schatkistwissels, hoewel groot, toch niet vlot genoeg gaat om
de stijgende oorlogskosten te dekken. Bovendien wordt de
vlcttende schuld (alleen aan schatkistwissels zijn £ 400 millioen
in omloop) veel te omvangrijk. Ook maakte het aan de Theems
een onprettigen indruk, dat Wall Street zoo grif bereid is,
Argentijnsche en Braziliaansche waarden te koopen. Wel komt
dit den Sterlingkoers ten goede, maar het dreigt aan den
anderen kant den invloed van het Vereenigd Koninkrijk op
Zuid-Amerikaansche landen te verzwakken. De betere stem-
ming, die later viel waar te nemen, is ten dccle een gevolg
van de bevredigende bankdividenden en de in-doorsnee gun-
stige jaarcijfers der Zuid-Afrikaansche goud-maatschappijen.
Consols
golden 59-58 7/..59..59 ‘/. Goede belangstelling bestond
aan de Theems ook voor Fransche en Belgische leeningen.
Te
Parijs
is de goudvoorraad weer tot het buitengewoon hoog bedrag van fr. 5 milliard gestegen, welk feit echter een
deel van zijn beteekenis verliest door de verdere vermeerdering
met ruim fr. 121 millioen van het cijfer der bankbiljetten in omloop. De stemming was dan ook verre van vast, mede in
verband met het aangekondigde wetsontwerp in zake de be-
lasting op oorlogswinst en wegens het verbod om zaken voor buitenlandsche zekening te doen. Fransche rente bereikte een nieuw laagte-record: 62.60 (v.w.: 63,10).
Te
Berlijn
had de beurs in de afgeloopen week een bewogen
verloop. Eerst vast op het hericht van de capitulatie van
Montenegro, werd de houding vervolgens zwakker door het
afbreken van de onderhandelingen omtrent overgave alsmede
op de aangekondigde uitgifte van
s
0
/o
Pruisische schatkistwissels,
waardoor ook de geidkoersen aan de Spree vaster werden.
Later werd de stemming echter wederom willig door den handigen
zet van de regeering ter bescherming van haar wisselkoers.
Het buitenland, reeds blijde met vroeger afgesloten contracten,
die nu zeer voordeelig werden door den lagen Markenkoers, ziet
plotseling een streep door de rekening gehaald, doordat de
Duitsche regeering voor den uitvoer van alle metalen minimum-
prijzen heeft vastgesteld. De loopende contracten werden hier-
door wegens ,,overmacht” ontbonden en inmiddels zijn alle
prijzen dermate verhoogd, dat deze het voordeel van den
lagen Markenkoers geheel teniet doen. Door aldus in de kaart
der Duitsche nijverheid te spelen geeft de regeering ook
indirect steun aan den wisselkoers, daar de uitvoerwaarde
thans zooveel grooter wordt. Geheel onbillijk is deze zet op
het economische schaakbord niet. Waar de neutralen van de
omstandigheden gebruik maken om van Duitschland buiten-
gewoon hooge prijzen te vorderen voor voedingsartikelen kan
Duitschland allicht hetzelfde probeeren voor artikelen, die de
neutralen van Duitschland moeten betrekken. Zoo wreekt over-drijving zichzelve.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
Sedert de vorige week is aan de Amerikaansche markten
en ook in London en Liverpool de prijs van tarwe weder
niet onlelangrijk gestegen. Deze verhooging wekt eenige be-
vreemding, wanneer men in aanmerking neemt, dat de ver-
schepingen van Noord-Amerika en via Noord-Amerikaansche havens van Canada nog steeds zeer groot zijn. Voor Engeland
overtroffen zij in de afgeloopen week weder de wekelijksche
behoefte. De voorraden nemen daar dan ook toe en de vraag
is niet levendig. Verder blijven de berichten uit Argentinië
wijzen op eene groote tarweopbrengst, en in Australië is de uit-
voer van den zeer bevredigenden oogst begonnen. Men berekent,
dat de gezamenlijke tarwevoorraden in Canada en Australië
voldoende zijn voor de voorziening van Engeland, Frankrijk
en Italië te zamen, tot de nieuwe oogsten beschikbaar zijn.
Hieruit volgt dus, dat de hoeveelheid tarwe, die voor het einde van het loopende seizoen aan de markt zal moeten
worden gebracht de behoefte belangrijk overtreft en men zoude
dus eerder lagere markten verwachten. Te Buenos Aires is
tarwe niet hooger; behalve door de groote verwachting van
den laatsten tarweoogst, zeker ook wegens de hooge zeevrachten.
Voor den Maisoogst is het weder in Argentinië gunstiger
geworden. Op de droogte is algemeene regen gevolgd en
dientengevolge is de prijs van Mais te Buenos Aires niet
onbelangrijk gedaald. Ook de Maismarkten in Noord-Amerika
ondervonden daarvan den invloed en de prijsverhooging is
daar voorloopig tot staan gebracht. Er wordt echter daar nog
steeds geklaagd over de zeer slechte kwaliteit en verschepingen
zijn tot nog toe zeer klein. De hooge Maisprijzen hebben ten-
gevolge gehad, dat de vraag in Engeland, die in den laatsten
tijd zeer groot was, verminderd is. Eenige prijsverlaging is
hierop ook in dat land gevolgd.
Haver, welk artikel dikwijls de beweging van Mais volgt,
is slechts in Engeland belangrijk lager. Amerika blijft zeer
vast en de prijs is daar zelfs nog weder flink gestegen. In
dat land is van de meeste artikelen de aanvoer in de haven-
plaatsen klein, wegens de overlading der spoorwegen, die de
groote massa’s goederen niet kunnen verwerken.
Ge r St is vast met klein aanbod.
Markten in Nederland.
De t a r we -prijs is ook deze ‘week door de Regeering niet
veranderd.
50
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Januari1916
Ma is was zeer vast en de prijzen stijgen voortdurend
tengevolge van gebrek aan voorraad en de zekerheid, dat
voorloopig niet meer dan onvoldoende hoeveelheden in ons
land zullen aankomen. De Regeering zal eene zekere nog
onbekende hoeveelheid Mais beschikbaar stellen in de maand
Februari. Zij heeft verbruikers en grossiers de gelegenheid
‘gegeven, levering van de door hen gemiddeld per maand
gebruikte hoeveelheid Mais bij haar aan te vragen. Deze maat-
regel zoude geruststellend hebben gewerkt, indien men niet
overtuigd was, dat de hoeveelheid, die de Regeering in Fe-
bruari zal afgeven,,veel kleiner is dan de behoefte.
De vaste stemming van Mais heeft haar invloed doen gelden
op Ge r st en H a ver, waarvan de prijzen sterk zijn gestegen.
Tot dit resultaat werkten verder mede de voortgaande ver-
hooging der zeevrachten en de groote bezwaren bij de ver-scheping in Amerika en Argentinië. In het eerste land is het
vervoer naar de kust zeer ongeregeld en in Argentinië is
vrachtruimte, zoowel per lijnboot als op andere wijze, moeilijk
verkrijgbaar.
De N.O.T. stelde in de afgeloopen week 21.000 ton Lijn-zaad beschikbaar, die voor
f
430.- door de olieslagers zijn
opgenomen.
L ij n koek en blijven bij onveranderde prijzen tamelijk
goed gevraagd. –
Noteeringen.
Chicago
1
Buenos Aires
Data
Tarwe Mais
Haver Tarwe Mais
Lijn:.
Mei
Mei
Mei
Febr.
Mei
Febr.
21 Jan. 1916
132
1
/4
79 53
1
/
9.35
5.50
12.50′
14 Jan. 1916
127
1
/,
79’/8
501/4
9.352)
5.65
1
)
12.602)
21Jan. 1915
143°!,
79 56
1
!,
11.25
5.40)
9.65
21Jan. 1914
92
65
1
/8
39
1
!,
8.55
4.90
11.95
20 Juli 1914
821)
56
1
!8
1
)
26’/
1)
9.40
8
)
5.38
8
)
13.70
8
)
t)
per Dec.
2)
per Jan.
°)
per Sept.
4)
per Febr.
Loco-prij zen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten.
24 Jan.
1
17 Jan.
I
Soorten.
124 Jan.
17Jan.
Tarwe …..’.
368
368
Haver 38 T white
Rogge No.
z
13.90 13.40
Western….
395
395
Lijnkoeken.
Nd.
MaisLaPlata
270 nom.
clipped
…….
Amer. van La-
Gerst
46
iL
Plata zaad.. ..
150
1
/2
150’/
feeding ….
272 268
LijnzaadLaPlata
430
norn.
AANVOEREN in tons van 1.000 kilo’s.
Rotterdam
1
Amsterdam
Artikelen
15.221an. Sedert
I
15-22Jan.
I
Sedert
1916
1 Jan.’16 1
1916
1 1Jan.’16
Tarwe
……………
21.792
89.561
–
–
(waarvan voor de Bel-
gium Relief Comm.)
9.792
46.033
–
–
–
-.
–
1.193
–
–
Maïs
…………….
6.483 2.311 5.468
Rogge……………-
Boekweit
………….-
3.327
–
–
Gerst ……………..500
Haver
…………..
5
..574
1.252
2.504
200 200
Lijnzaad
………….
428
428
3.235 8.680
Lijnkoeken …………. 2.200
1
8.850
METALEN.
IJZER EN STAAL.
Hoewel in sommige districten van Engel and in de af-
geloopen .week eene geringe afneming in den kooplust merk-
baar was, heeft dit in geen enkel opzicht eenigen zichtbaren
invloed uitgeoefend op de vaste houding van de markt.
Orders voor alle soorten van ijzer komen onophoudelijk bij
stroomen binnen en de vraag overtreft de productie in zulk een mate, dat ten einde in het verbruik tegemoet te komen,
eene hoeveelheid van 6000 t. aan Connal’s Stocks moest wor-
den onttrokken, die nu een kwântum van 101.489 t. omvatten
vergeleken bij 107.440 t, ongeveer een week geleden.
De vergadering, belegd door den Minister van Munitie,
ten doel hebbende, maximum-prijzen vast te stellen voor alle
soorten van ijzer- en staalproducten, heeft hare beraadsla-
gingen voortgezet, zonder echter tot een definitief besluit gë-
komen te zijn.
:Men beweert, dat het plan ter sprake gebracht is, de maximum
waarde voor haematiet-ijzer op 127/6′ per ton op de Westkust
en 12216 op de Oostkust vast te stellen. De laatstgenoemde
prijs zal echter in zekere verhouding op en neer gaan met
denl marktprijs voor uitheemsche ertsen, eene concessie, die
niet toegestaan is voor de Westkust.
Deze tabel draagt echter niet de goedkeuring van de f a-
brieken in de betreffende districten weg en het is waarschijnlijk,
dat men Smet een nieuw voorstel zal moeten te voorschijn
komen om beide op eene meer tevredenstellende’en gelijkmatige
basis te brengen.
Cleveland ijzer wordt voor 80!7
1
/2
voor
1
prompte en 81/1’/2 voor Februari-levering verkocht.
De. nominale prijs voor haematiet ruw ijzer beweegt zich
nog steeds op basis van 135/- voor mixed numbers.
De gesteldheid van de markt in Duitse h 1 and beweegt
zich ongeveer in dezelfde richting.
Het ,,Roheisen Verband” had eene vergadering belegd op
den 24sten dezer, teneinde nieuwe prijzen vast te stellen.
Men verwacht, dat de prijzen voor alle soorten zullen stij-gen, doch is er nog niets bekend aangaande den omvang van
deze verhooging.
Het uitvoerverbod van zekere staalsoorten heeft tot eene
verhooging in’ prijzen voor halifabrikaat (Halbzeug) voor
binnenlandsch gebruik geleid.
De lijst, gepubliceerd door het ,,Stahlwerk Verband”, bevat
de volgende nieuwe noteeringen voor het tweede kwartaal
1013:
Vorgewalzte Blöcke Mk. 112.50
Knüppel
122.50
Platinen
127.50
Formeisen
.,
140.-
Het doel van deze nieuwe regeling is veelzijdig; voorna-
melijk is de bedoeling, de verkoopsprijzen in evenredigheid
te brengen met de toenemende kosten van het ruwe materiaal
en tevens het verschil te verminderen, dat nu bestaaç tusschen
de prijzen voor bin,enlandsch gebruik en die voor, levering
naar het buitenland.
In invloedrijke kringen vermoedt men, dat het uitvoerverbod
en de hooge prijzen, die hiervan het gevolg zijn, zullen
leiden tot diplomatieke onderhandelingen tusschen de neutrale
Staten en het Duitsche Gouvernement.
De productie van ruw ijzer bedroeg in 1915 11.790,199 ton,
tegen 14.389.547′ in 1914, ‘19.309.172 in 1913, 17.868.909
in 1912 en 15.579.299 in 1911.
De berichten uit .A m e r i k a laten geen twijfel, dat de
bedrijvigheid in de ijzer- en staalindustrie dagelijks grooter
van omvang wordt, doch nieuwe zaken worden eenigszins
belemmerd door de toenemende onrust onder de werklieden,
alsmede door de onvoldoende middelen voor het transport
van ruw en afgewerkt materiaal van en naar de onder-
nemingen.
De vooruitzichten zijn ‘echter zeer gunstig en groot optimisme
heerscht overal aangaande de toekomst van den handel na
den oorlog. Loco-Noteeringen te Londen:
Data
IJzer
Clev.
Kper
S
,
on
O
d
Tin
Lood
Zi,,k
21 Jan. 1916..
80/6
89.-/-
178.151-
31.14/- 90.-!-
14
,,
1916..
78/3
85.-!-
173.5/-
29.5/- 88.-!-
22 Jan. 1915..
57/6
62.1216
160.4-
18.7/6
32.10/-
23 Jan. 1914..
50/11
65.5!-
174.5/-
20.-!-
21.12/6
20 Juli
1914..
51/4
61.-!- 145.15/-
19.-17
21.10/-
STEENKOLEN.
De vraag ‘naar kolen voor huishoudelijk gebruik wordt
minder, overigens is de vraag voor binnen- zoowel als buiten-
landsche rekening nog even levendig en overtreft zij de pro-
ductie in geen geringe mate.
De kolenmijnen beschikken niet over voorraden van eenig
belang en aangezien over de productie zeer snel beschikt wordt
door den handel kunnen de noteerihgen aan de verschillende
beurzen slechts als nominaal beschouwd worden.
Vrachten van Cardiff naar Genua zijn wederom gestegen:
de laatste charter werd afgesloten tegen 80/-.
Best Newcastle steam noteert 25/- tot 27/6 tegen
verleden week.
KATOEN.
New York vertoonde gedurende de afgeloof,en week eenige neiging tot liquideeren. Daar echter de aan de markt gebrachte
katoen weder opgenomen werd, bleef het bij een verlies van
20 punten.
Liverpool blijft onder den invloed van het gebrek aan
scheepsruimte. Tegenovér de 20 punten vermindering te New
York ging de prijs daar 3 punten hooger.
26 Januari 1916
. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
51
NOTEERINGEN VOOR LOCO-KATOEN.
(Middling Uplands.)
121 Jan.
‘16114
Jan.
‘161 6
.ïcn.
‘16121
Jan.
‘15123
Jan.
’14
New York……12.30e 12.50e 12.45e
8.70e 12.90e
Liverpool ……8.09d
8.06d
8.35d
5.13d
•7.21d
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duiz2ndtallen balen.)
1
Aug.
’15
Overeenkon;stige perioden
tot
21
Jan.
’16
1914-15
1
1913-14
Ontvangsten Gulf-Havens…
3012 3966
4768′
,,
Atlant. Havens
1668
2005
3291
Uitvoeren naar Gr.Britannië
1159
1531
2273
it
‘t Vasteland..
1256
1502
3833
,,
Japan etc….
201
278 255
Voorraden in duizendtallen
21
Jan.
’16
21
Jan.
’15
23
Jan.
’14
1768.
1916
1111
1305
1191
868
Amerik.
havens ………..
332
103
103
Binnenland ……………
New York …………….
New Orleans ………….
447
372 294
Liverpool …………….
.787
.
915
1073
WOL.
De veilingen te Londen zijn dn 18den Januari begonnen
en ondervonden levendige belangstelling. Vooral de betere
soorten, zoowel Merinos als Crossbreds, waren sterk gezocht
en de prijzen vertoonden een verbetering van 5 â 7
1
/2
0
/0
ten
opzichte van de reeds zeer hooge prijzen, op de laatste ver-
koopingen in December besteed. Ook de mindere kwaliteiten
hebben een avans van 2
1
/2 â 5
0/
kunnen behalen. Op de nu
begonnen reeks veilingen zullen ong. 116.000 balen worden aan de markt gebracht, tegen 166.000 het vorige jaar.
Aanzienlijke aankoopen der Engelsche regeering hebben de
markt te Bradford opnieuw vast gestemd; voor verscheiden
soorten zijn prijsverbeteringen te melden, daar de vraag voor
,,tops” het aanbod overtreft en belangrijke Fransche orders
voor ,,yarn” zijn ontvangen. Te Bradford zijn tot stijgende prijzen belangrijke hoeveel-
heden omgezet.
Noteeringen te Bradford:
64
Colonial carded
Dato
kerag
56
50
1
46 .
40
21 Jan. 1916 ………
43
1
)2
37
33
29
25
1
/2
14
,, 1916 ……..
.43/2
36
33
281)
2
25
21Jan. 1915 ………25/2
26
25
21’h ’18’/2
SUIKER.
De markt voor ouden oogst bietsuiker kon zich in de
afgeloopen week verder verbeteren van t 238/
4
per Januari
tot
f
24′!,. Nieuwe oogst had minder belangstelling, leed
veeleer door aanbod; de October/Decembertermijn deed
f19
27
182,
doch bleef aan het eind der week aangeboden tot
f
19
7
/8.
Te New York was de stemming zeer geanimeerd.
In Engeland zijn de voorraden zoowel van Ruw als Ge-
raffineerd belangrijk afgenomen, maar er schijnt veel onderweg
daarheen te zijn. De zeer hooge vrachten zullen waarschijnlijk
tot verhooging van prijzen moeten leiden; van Amerika naar
Frankrijk wordt thans 120/— vracht betaald, voor Javacharters
naar Europa 180/—.
Van Java-Suiker werden, na eenige weken van gebrek
aan kooplust, weder een paar honderdduizend picols verhandeld
op basis van 10
1
/
2
gld. voor No. 16 en hooger en 11
1
/1
â
11/4 gld.
voor superieur.
In het geheel zijn er thans ruim 7 millioen picols verkocht;
onverkocht blijven er derhalve nog ongeveer 16 millioen picols
over.
Als groote bijzonderheid werd in de afgeloopen week een
verkoop gemeld van 20.000 tons aan het Zwitsersche gou-
vernement tot 12
1/4
en 12/2 gld. Ned. Crt. per picol superieur,
fob. Java, betaling te Amsterdam.
De uitvoer van Java heeft bedragen:
1915
1914
naar Europa en Amerika
354.000 tons
624.281 tons
verschillende bestem-
mingen in het Oosten 659.000
505.156
1.013.000 tons
1.Ï29.437 tons
De afgeloopen 1914/15 Cuba-Oogst, die in December 1914
door Guma geraamd was op 2.660.000 tons, heeft totaal op-gebracht 2.592.667 tons. De nieuwe Cuba oogst wordt door
Himely geschat te zullen bedragen 3.175.000 tons, dus circa
600.000 tons grooter dan de vorige.
NOTEERDJ
‘
GEN.
Data
Amsterdam
loopende
naand
•Londo,,
New York
96°
Gen trif,ig.
Tates.
–
White
Gram,-
(zonder
Cubes
Java
lafed
15
Ja,,.
certificaat)
No.
1
fob.
spot
22 Jan.1916 ….
/
24),
40/6 20/3
–
4,64 â 4,77
15 Jan. 1916 .. ..
24
40/6 20/3
–
4.52
22Jan.1915….
141/
s
.31/-
–
–
3,98
22Jan. 1914….
ll/io
17/10
1
/
– –
3,36
RUBBER.
-De markt verkeerde in de afgeloopen week over het algemeen
in een vaste stemming met geregelde omzetten, maar het slot
was iets kalmer met verkoopers van
Hevea Çrepe loco 3/71/4
einde vorige week 3/6/2
Januari-Maart
3/7 2/
4
,,
,,
,,
3/6
1/
April-Juni
317 ‘/2
,,
,,
,,
3/5
2
/2
Juli-December
3/6
,,
,,
3/4
1
/2
Hevea Sheets
2/2
d. lager.
Para
3/5’/2
,,
,,
,,
3/7
KOFFIE.
(Mailbericht van de Makelaars G. Duuring & Zoon,
Kolif & Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen.)
Koffie. De markt verkeerde deze week in zeer vaste
stemming. De kooplust was algemeen en vonden de aan de
markt gestelde partijen Java W. 1. B. en Robusta tot stijgende
prijzen koopers.
Ook voor Santos was veel belangstelling, doch blijft het
aanbod nog steeds uiterst beperkt.
Noteeringen en voorraden.
Rio
1
.Santos
Data
Wisselkoers
Voorraad
1
Prijs
1
I
Voorraad
1
Prijs
1
No.7
No.4
21 Jan. 1916. 391.0006000 2.574.000 6000
11e/8
14 ,, 1916. 368.000
5725 2.638.000 5800
11/32
21 Jan. 1915. 514.000 4300 2.052.000 4700
14
24 Juli 1914. . 353.000 4900
889.000 5700
16
Ontvangsten.
Rio
1
Sa,,tos
Data
Afgeloo pen
I
Sedert
Afgeloo pen
Sedert
week
1 Juli
week
1 Juli
21 Jan. 1916 …59.000
1
2.359.000 238.000
9.475.000
21 Jan. 1915
.. 1
51.000
1.607.000 288.000
6.842.000
VETTEN EN OLIËN.
De Margarine-Industrie scheen deze week niet onwillig als
kooper aan de markt te komen. Biedingen van f 74.— voor
Extra soorten oleo werden naar Amerika gekabeld, doch niet
geaccepteerd, daar de ,,Packers” nog geen lust toonden, c. i. f.
Rotterdam te verkoopen en voorloopig slechts f. o. b. New York
of c. i. f. Londen willen offreeren.
Aangezien nu koopers op deze laatste condities n i e t wenschen
in te gaan, voerden de onderhandelingen tot geen resultaat en
kwamen er geen zaken tot stand.
COPRA.
De zeer vaste stemming voor dit artikel bleef deze week
aanhouden en weer werden hoogere prijzen betaald. De no-
teering is thans
f
40
1
/ voor Java f. m. s. (koopers).
Ook Marseille was zeer vast; men noteert daar thans ca.
£ 3.10:—. boven de Londensche pariteit.
52
,
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Januari 1916
Ceylon
f.
m. s. cif. Londen• £ 37.10.— en cif. Marseille
NOTEERINGEN.
Java
f.
m. s.
22
Januari
1916
……….
1
401/
4
15
Januari
1916
……….
…39
I
/
22
Januari
1915
……….
.
,
22
Janudri
1914
……….
,,
35
20-25 Juli
1914
……….
,,
281/
4
ERTS.
Bilbao
Ca,tha.
Grieken.
Pofi
Data
Middies. gena
Middlcs.
1
land
1 Middies.
Middies.
–
bro
bro’
1
bro’
bro’
17/22 Jan. 1916
221-
21/-
– –
10/15
,,
1916
2116
20/-
– –
18/23. Jan. 1915
151-
16/-
–
–
19/24 Jan. 1914
4/1 ‘/s
51-
5/6
8/1
‘I
Juli
1914
4/3
5/4
2
/2
519
8/6
KOLEN.
S
SPECERIJEN.
(Uit het mailbericht der makelaars G. Duuring & Zoon c.s.)
Nootmuskaat en Foelie blijven in goede stemming verkeeren
in afwachting van hetgeen in de veilingen, op 26 en 27 dezer
te houden, zal worden aangeboden. Peper vast gestemd;
af
–
gedaan werden in eerste hand 165 balen zwarte Java, merk
Moemboel Jember, belangrijk boven taxatie. Zanzibar Nagelen
onveranderd.
VERKEERS WEZEN.
BEVRACHTINGEN.
22 Jan. 1916. Het aanbod van ruimte bleef beneden de
vraag. De plotselinge stijging van Zuid Amerika-vrachten
wordt toegeschreven aan het feit, dat een groot aantal schepen,
dat voor graan bevracht was, plotseling opgekommandeçrd
werd om van Chili salpeter te halen voor de vervaardiging
van ontplofbare stoffen. Behalve rekwisities door de Entente-
mogendheden, draagt het langdurig oponthoud in de loshavens,
waardoor schepen menigmaal een maand en langer aan de
vaart onttrokken worden, er toe bij, dat het tekort aan scheeps-
ruimte steeds nijpender woidt. Op de beurs in Londen gaan
geruchten, dat het Gouvernement zelf de bevrachting van
schepen voor graan en meel voor de Entente-landen ter hand zal nemen, en dat de vrachten voor Britsche ruimte daardoor
vermoedelijk niet verder zullen stijgen. Van Zuid Amerika
naar hèt Vereenigd Koninkrijk werd voor Britsche schepen de
lagere vracht van 140/- betaald, vermoedelijk met toezegging
van zekere voordeelen in verband met rekwisitie; neutrale
schepen konden daarentegen de record vracht van 155/- be-
dingen. Van de Oostkust van Engeland werden voor kolen
hoogere vrachten betaald, naar Bordeaux 45,-, naar Genua
90/-. Het meer dan gewone verschil tusschen Oostkust- en
Cardiff-vrachten is vermoedelijk toe te schrijven •aan het
grootere risico der Noordzee vaart.
De Regeering is met de Nederlandsche reederijen in onder-
handeling over de bevrachting van ruimte van Noord- en Zuid-
Amerika voor maandelijks 135.000 tons graan en meel tot
onderscheidenlijk
f
6.— per quarter en
f
45.— per ton voor twee derden der hoeveelheid en tot onderschidenlijk
f
9.-
en
1
65.— voor het overblijvende. In de open markt werd
van ‘Zuid-Amerika naar Nederland
f
72.— en
f
75.—
per
ton betaald.
GRAAN.
Data
Petro
–
grad
Londeni
R’dam
Odessa
Rotter.
dam
All. Kust
Ver. Staten San Lorenzo
Rotter-
Dr/stal
Rotier.
Enge.
dam
Kanaal
dam
land
17/22
Jan. 1918.
–
–
f
9.60
16/-
f
73.50
148/6
10115
,,
1918.
–
–
,,9.60
15/7 ‘/s
,,63.—
150/-
18/23 Jan. 1915.
–
–
10/6
716
86/3
60/-
19/24 Jan
1914.
–
6/-
.
2/-
2/-
12/-
12/-
Juli 1914.
11 d.
7/3
1/111/4
1/11
1
/4
12/-
12/-
HOUT.
Data
Cronstadt Golf van Mexico
Holland
Oostk.
Engeland Holland
Engeland
(gezaagd)
(mijn-
(pitcli
“ine)
.
(pitch.
pine)
stuiten)
17/22
Jan. ’19Ï6
– –
.
–
450/-
10/15
,,
1916
– –
. –
–
18123 Jan. 1915
‘-
– –
1451_1)
19/24 Jan. 1914
– –
75/-
76/3
Juli
1914
…….
f
12.—
24/6
75F
7716
‘Data
Cardi/J
1 Oostk. Engeland
1
Dor-
G enua
Port
Plato
Rotter-
Gros.
deaux
Said Rivier
•
ja,n
stadt
17/22 Jan.. 1916
fr.44.—
78/6
90!-
39/8
15.50
–
10/15
,,
1916
,,
40.—
– –
39.6
,,5.50
–
18/23 Jan. 1915
20.75
29/6
31/9 26!-,
,,
6.—
–
19/24 Jan. 1914
6.—
7/4
1
/2
8!- 14/9
3/3
–
Juli. 1914
T.—
7/-
7/3
14/6
3!2
5/-
DIVERSEN…
Boml,av
Bur,noh
Ch”,
D
.
ata
West
West
Fladivos,
tock
West
Lalpeter)
Europa
Europa
West
Europa
(d. u’.)
(rijst)
Europa
.
170′-
170!-
–
10/15
,,
1916
……
145/-
–
–
17/22
Jan.
1916
…….125!-
’39/9
50/-
–
40!-
18/23
Jan.
1915
……..
.120/-
17/-
22!-
–
21/2 19/24
Jan.
1914
……..
Juli
1914
…….
14/6 16/3
25/-
22/3
1)
Per zeilschip.
Graan Pelrograd per quarler van 496 lbs. zs,’aar, Odessa per Un/t,
Ver. Staten per quarter van 480 lbs. zwaar.
Hout gezaagd en pitch pine per St. Pet. Standard san 165 kub. vi.,
mijnstntten per vodem van 216 kub. vt.
Overige noteeringen per ton van 1015 K.G.
RIJN VRACHTEN.
De toestand blijft onbvredigend: in de afgeloopen week
kwamen twee ertsladingen te Rotterdam aan.
De regeling der bevrachtingen, waarvan in ons nummer
van 12 dezer sprake was, is afgestuit op den onwil en de
onheusche houding der schippers. Intusschen is gebleken, dat
er voor kleine schepen nog wel werk genoeg is.
VRACHTEN TE ROTTERDAM.
(in Gld. per 2000 K.G.)
‘Erts nr. Ruhrl:avensl Massale 1
Data
1
.
goed. Waters’tand
Boven.
1
1
14
lostijdl
1/
lostijdi
0,35 0,45
–
hoog 0,35 0,45
-.
hoog
17-22
Jan.
1916
…….
18-23, Jan.
1915
……
0,22’/s
0,32
1
/2
–
gunstig
10-15
,,
1916
…….
0,60
.
0,70
1,10
vallend
19-24
Jan.
1914
……
..
20-24
Juli
1914
…….
0,60
‘0,70
1,05
gunstig
MOLESTVERZEKERING.
De molestpremie voor Britsche schepen is thans ëirca 1
°Io,
met uitzondering van de Middellandsche Zee-vaart, waarvoor
4 A 5
0
10
genoteerd wordt. De verhoogde premie is het gevolg
van de actie der Duitsche en Oostenrijksche duikbooten.
Door Nederlandsche assuradeuren werd voor casco’s onver-
anderd
5/4
0
/0
van of naar Holland genoteerd;-voor goederen
is een minimumtarief vastgesteld, waarbij versôhillende premies
belangrijk worden verhoogd. Het minimum der molestpremie
is gesteld voor thuiskomende goederen van Ned. Indië op 4
0!o,
van Noord-Amerika op 3
/o,
van Zuid-Amerika op 4
0
Io,
van
Europa en Midd. Zee, met uitzondering van Frankrijk en
Engeland, op 2’12
0/.
Het Bestuur der Amsterdamsche Vereeniging van Assurantie-
bezorgers geeft kennis,, dat op 24 Januari niéuwe clausules
met betrekking tot molest-verzekeringen ingaan. Deze clausules
verwekten echter bij de Rotterdamsche makelaars eenige ont-
stemming.