“Als KVS bestaan we dit jaar 175 jaar en ook de Erasmus School of Economics viert haar 110-jarig bestaan. We vonden het een mooie gelegenheid samen iets bijzonders te organiseren.” Zo vertelt Robert Dur, KVS-voorzitter en initiatiefnemer van het economiefestival, trots aan ESB.
Het driedaagse festival over economie, gehouden van 28 tot 30 juni in Rotterdam, was niet alleen bedoeld voor geoefende economen. Het moest juist een breder publiek aanspreken, met naast inhoudelijke discussies ook cabaret, films en muziek. Zelfs het genre spoken word en de mogelijkheid tot een ‘debatdate’ maakten onderdeel uit van het programma.
Bij de KVS Jaarlezing op de zaterdagmiddag bij debatpodium Arminius, gegeven door econome en NRC-columniste Marike Stellinga, zaten mensen van allerlei leeftijden in de zaal: van studenten tot ouderen. Stellinga geeft aan bezig te zijn met het schrijven van een boek dat gaat over de strijd van het vergroenen van de economie. “Wij willen in 2050 klimaatneutraal zijn, maar wat betekent dat?” Om op die vraag antwoord te vinden, is ze het land doorgereisd om met veel mensen te spreken. Zo sprak ze onder meer met industriebazen, boeren, activisten en jonge ondernemers. En vroeg hen om op een schaal van 1 tot 10 aan te geven hoe we ervoor staan. Het beeld was somber: “Niemand die ik sprak gaf hoger dan een 5. De meeste antwoorden waren een 2 of een 4.”
Dus wat moeten we doen om de boel vlot te trekken? De verstandige economenoplossing is volgens Stellinga “het beprijzen van de schade aan klimaat en natuur”. Maar ze heeft er weinig vertrouwen in dat politici zulke impopulaire maatregelen breed zullen omarmen. Ook de filosofie van de zogenaamde ontgroeiers – ‘minder’ – zal niet genoeg bij Nederlanders aanslaan. We moeten daarom niet over ‘minder en duurder’ praten, maar over ‘anders’. Stellinga: “We kunnen per direct beginnen met het aanleggen van kneitergoed openbaar vervoer met treinen naar alle Europese hoofdsteden, een aangename en betaalbare reis.”
In de avond, bij de ‘Bonusshow’, was het druk in Arminius. Tot genoegen van de op dat moment bijna vertrekkend minister van Financiën Steven van Weyenberg (D66). “Als econoom maakt het me heel blij hier zo veel mensen te zien.” Van Weyenberg was in goeden doen en maakte af en toe een grapje: “Als minister van Financiën zeg je altijd nee, behalve op de vraag ‘zei je nou net nee?’. Dan zeg je ‘ja’.” En vervolgens toch iets serieuzer: “In de geschiedenis van de politiek realiseren we heel goed dat één iemand de ondankbare taak moet hebben vaak nee te zeggen.”
Van Weyenberg blikte terug. Zo geeft hij aan dat de afgelopen jaren de tekorten lager zijn uitgevallen dan gedacht, maar dat hij dat niet per se fijn vindt. “We krijgen het niet uitgegeven, terwijl er wel de noodzaak is om te blijven investeren.” Later die avond lichtte econoom en journalist Mathijs Bouman toe hoe de krappe arbeidsmarkt hier opspeelt: we hebben te weinig mensen om al onze plannen uit te voeren.
De vertrekkend Financiënminister blikte ook even vooruit: “We staan er goed voor, maar we moeten ons niet rijk rekenen. Het gaat ook een keer tegenvallen. Ik maak me zorgen over wat er met Frankrijk gaat gebeuren, want we zijn daar erg mee verweven.” Wat hij hierna zelf gaat doen? “Ik ga eerst maar eens afkicken. Ik ga op vakantie.”
Auteur
Categorieën