Ga direct naar de content

55- tot 65-jarigen meest welvarend

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 7 2019

■ Wim Bos (CBS)

Welvaart kan op verschillende manier gemeten worden. Een eenvoudige manier om te zien welke groepen welvarend zijn, is door in kaart te brengen waar de hoge inkomens en vermogens (het saldo van bezittingen en schulden) zitten. Dan blijkt dat de welvaart sterk varieert per levensfase.

Een huishouden heeft een hoge welvaart als het een vermogen heeft ­boven de 397.000 euro, zodat het deel uitmaakt van de tien procent ­huishoudens met de grootste vermogens, of behoort tot het deciel met de hoogste gestandaardiseerde besteedbare inkomens. Om in 2017 bij de tien procent hoogste inkomens mee te tellen moet bijvoorbeeld een alleen­staande een besteedbaar inkomen hebben van meer dan 45.100 euro en een paar zonder kinderen ten minste 61.700 euro.

In 2017 had een op de zes huishoudens een groot vermogen of hoog ­inkomen. Bijna 263.000 huishoudens (3,4 procent) hadden zowel een groot vermogen als een hoog inkomen (figuur).

Bij jonge huishoudens is het aandeel met een hoge welvaart het kleinst. Als er bij deze groep al sprake is van hoge welvaart, komt dit overwegend door een hoog inkomen. Gedurende hun levensloop gaan mensen meer verdienen. Onder meer door hun toenemende werkervaring schuiven velen door naar beter betaalde banen. In veel gevallen draagt ook een partner flink bij aan het inkomen van het huishouden. In de loop van de jaren wordt daarbij vaak een alsmaar groter vermogen opgebouwd door te sparen en de hypotheek af te lossen.

Bij huishoudens met een hoofdkostwinner rond de zestig jaar is het aandeel met een hoge welvaart het hoogst. In 2017 kon een kwart van deze huishoudens zich tot de meest welvarende van ons land rekenen. Na ­pensionering is het inkomen doorgaans een stuk lager. Een hoge welvaart bij 65-plussers is dan ook relatief vaak een gevolg van een groot vermogen, vooral gebaseerd op het bezit van een eigen woning.

Auteur

Categorieën