Ga direct naar de content

Wat docenten economie vinden van de economie en de lespraktijk

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 2 2023

In 2021 is een tweemaandelijkse enquête onder docenten economie en bedrijfseconomie in het voortgezet onderwijs van start gegaan. Telkens met een stelling over een actueel economisch onderwerp en eentje over de lespraktijk. Hoe denken docenten zelf over de economie en het economieonderwijs?

In het kort

  • Docenten denken heel verschillend over de wenselijkheid van staatsschuld, accijnzen en het mandaat van de centrale bank.
  • Docenten willen meer aandacht voor wetenschap, oligopolies, internationale handel en de context in het centraal eindexamen.

Ieder jaar legt ongeveer de helft van alle examenkandidaten op havo en vwo het examen af in het schoolvak economie, en een kwart in het schoolvak bedrijfseconomie (data: CBS). Voor de meeste van deze leerlingen zijn de schoolvakken economie en bedrijfseconomie eindonderwijs en na het behalen van hun diploma kiezen ze geen economische vervolgopleiding (SLO, 2005). De schoolvakken economie en bedrijfseconomie vormen daarmee een afgeronde ‘leerboog’ in het economisch domein in de tweede fase havo en vwo.

Docenten economie en bedrijfseconomie spelen bij deze brede economische vorming een belangrijke rol. Onderzoek laat zien dat bij controversiële kwesties in het algemeen de mening van een docent van invloed is op de discussies in de klas (­Cotton, 2006). In hoeverre dit invloed heeft op de examen­resultaten is bij de schoolvakken economie en bedrijfseconomie (nog) niet systematisch onderzocht.

De eerste vraag is of er kwesties zijn waarover docenten überhaupt van mening verschillen. Daarom zijn wij geïnteresseerd in wat docenten economie en bedrijfseconomie vinden van actuele economische kwesties.

Daarnaast wordt er regelmatig geschreven over mogelijke vernieuwingen van het economieonderwijs in het voortgezet onderwijs (Van Dalen en Koedijk, 2012; Haan en Bovenberg, 2016; Hinloopen, 2023). Wat daarbij opvalt, is dat er veel bijdragen geleverd worden door economen die zelf op enige afstand van dat voortgezet onderwijs staan, zie bijvoorbeeld Bovenberg (2016), Canoy (2017), Jacobs (2019), Buijs et al. (2022) of Hinloopen (2023). Met name bij dat deel van de discussie die gaat over de inrichting van de schoolvakken economie en bedrijfseconomie. Daarom zijn we ook geïnteresseerd in wat docenten economie en bedrijfseconomie zelf vinden van de economie-onderwijskwesties.

Het panel

In de periode 2021–2022 zijn er acht peilingen geweest met telkens een vraag over een actueel economisch onderwerp, en een vraag over de lespraktijk in de vakken economie en bedrijfskunde op de middelbare school. De uitkomsten van iedere peiling worden apart besproken en gepubliceerd in het vakblad Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs.

Iedere docent economie en/of bedrijfseconomie die les geeft in de bovenbouw havo en/of vwo kan zich opgeven voor het panel. Een kleine 160 docenten hebben dat gedaan en gezamenlijk vertegenwoordigen zij 143 verschillende scholen, wat overeenkomt met ruim een kwart van het totaal aan scholen in Nederland met een bovenbouw­afdeling havo en/of vwo.

Economische kwesties

In tabel 1 staan de uitkomsten van de eerste acht peilingen over algemene economiestellingen. Er blijken drie controversiële stellingen te zijn: docenten zijn het onderling niet eens over de gewenste hoogte van de staatsschuld, over het gewenste mandaat van de Europese Centrale Bank, en over de wenselijkheid om de accijnzen op benzine, diesel en lpg te verlagen.

De drie controversiële onderwerpen zijn onderdeel van het examenprogramma, waarbij dit programma duidelijke richtlijnen voorschrijft: leerlingen moet het Stabiliteits- en Groeipact kennen, ze moeten het enkelvoudige mandaat van de Europese Centrale Bank kennen en het in een bredere context kunnen plaatsen (op het vwo moeten ze ermee kunnen werken), en ze moeten bekend zijn met de beprijzing van negatieve externe effecten (CvTE, 2023a; 2023b). Zo bezien maakt het voor leerlingen bij de bespreking van deze onderwerpen uit op welke school ze zitten.

De overige vijf stellingen hebben een duidelijke uitslag: het opschorten van patentrechten voor coronavaccins is gewenst, vrijwillig ongevaccineerden mogen beperkt worden in hun maatschappelijke bewegingsruimte, de rente moet verhoogd worden, en tegenvallende economische omstandigheden, voor zowel bedrijven als gezinnen, hoeven niet gecompenseerd te worden.

Wat opvalt is dat het examenprogramma juist de werking van patenten noemt als prikkel om te innoveren, terwijl de docenten dus voor opschorten van patenten op coronavaccins zijn. Kennelijk spelen hier andere motieven, wat terug kan komen in een discussie in de klas over bredere welvaart (die dan weer geen onderdeel is van het examenprogramma vwo).

Kwesties aangaande het economieonderwijs

De uitkomsten van de eerste acht stellingen over het economieonderwijs staan in tabel 2. Bij deze stellingen is er telkens een duidelijke meerderheid. Wat daarbij opvalt, is dat bij de vier inhoudelijke stellingen de mening van de docent afwijkt van het examenprogramma en/of de toetsing ervan in de centraal schriftelijke eindexamens: bij de inrichting van het examenprogramma moet de wetenschappelijke literatuur gevolgd worden (dit lijkt een overbodige wens, maar in de huidige examenprogramma’s is hier niet altijd aan voldaan; zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over constante kosten en niet over vaste kosten, worden acties en strategieën door elkaar gebruikt en wordt bij havo risico gedefinieerd als de kans op een gebeurtenis), oligopolies moeten prominenter terugkomen bij de centrale schriftelijke eindexamens (een logisch gevolg van een examenprogramma dat vertrekt vanuit voor leerlingen herkenbare contexten; veel van de producten en diensten waarmee een leerling te maken heeft, worden voortgebracht door oligopolies), internationale handel moet op het vwo weer onderdeel zijn van het examenprogramma (dit onderwerp sneuvelde bij de laatste herziening van het examenprogramma ten faveure van een gestileerd macromodel) en op het centraal schriftelijk eindexamen moet er meer over feitelijke contexten gevraagd worden (dit ligt ook weer in het verlengde van de examenprogramma-opzet waarbij de lesstof gepresenteerd wordt vanuit feitelijke contexten). In dit licht is het betreurenswaardig dat een ruime meerderheid van de docenten aangeeft te weinig gehoord te worden bij de inrichting van hun schoolvak.

Tot slot

De komende jaren wordt het curriculum van alle schoolvakken in het voortgezet onderwijs herzien. Ook de syllabi met de eindtermen voor het centraal schriftelijk eindexamen van de schoolvakken economie en bedrijfseconomie zullen onder handen genomen worden (Van der Broek, 2023). Het is daarbij van belang dat de stem van de docent goed gehoord wordt. Voor de schoolvakken economie en bedrijfseconomie verzorgen zij voor het overgrote deel van hun leerlingen het eindonderwijs. Dat rechtvaardigt een luisterend oor.

Getty Images

Literatuur

Bovenberg, L. (2017) Economieonderwijs in balans: Je geld én je leven. Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, 2017(1), 12–13.

Bovenberg, L. en F. Haan (red.) (2016) Economieonderwijs: Preadviezen 2016. Amsterdam: Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde.

Broek, B. van der (2023) Actualisatie curriculum. Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, 1, 50–53. Te vinden op www.vecon.nl.

Buijs, G., I. van Staveren, M. Odé et al. (2022) Ons economieonderwijs is zo ouderwets dat het de transitie afremt. Het Financieele Dagblad, 8 november.

Canoy, M. (2017) Meer vrijheid en verantwoording bij economieonderwijs. Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, 2017(2), 26–27.

Cotton, D.R.E. (2006) Teaching controversial environmental issues: Neutrality and balance in the reality of the classroom. Educational Research, 48(2), 223–241.

CvTE (2023a) Economie havo: Syllabus centraal examen 2023. Te vinden op www.examenblad.nl.

CvTE (2023b) Economie vwo: Syllabus centraal examen 2023. Te vinden op www.examenblad.nl.

Dalen, H. van, en K. Koedijk (red.) (2012) Nieuwe kijk op economie gevraagd: Visie op het economieonderwijs. Artikel op www.mejudice.nl.

Hinloopen, J. (2023) Teulings II: Een toekomstbestendig examenprogramma? Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, 2023(2), 36–42.

Jacobs, B. (2019) Surplus en welvaart. Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, 2019(6), 12–17.

SLO (2005) The wealth of education. Rapport Stichting Leerplanontwikkeling. Te vinden op www.econnet.nl.

Auteurs

Plaats een reactie